– Goedkeuring nieuwe toewijzing van portefeuilles aan Jacques Barrot, vicevoorzitter van de Europese Commissie (B6-0306/2008)
Urszula Gacek (PPE-DE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik heb de kandidatuur van commissaris Barrot bij de stemming van vandaag gesteund. De commissaris heeft zich verplicht een krachtige houding aan te nemen in de onderhandelingen met de Verenigde Staten ten aanzien van de kwestie van visavrij toeristenverkeer voor burgers uit alle landen uit de Europese Unie. Bovendien heeft het voorstel van de commissaris om de problemen van asielzoekers aan te pakken in een geest van solidariteit, en met name het te hulp schieten van landen als Polen, die verantwoordelijk zijn voor het beveiligen van de buitengrenzen van het Schengen-gebied, mij ervan overtuigd dat commissaris Barrot een stevige greep heeft op de problemen binnen het werkgebied van het Directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid.
Jean-Luc Bennahmias, namens de Verts/ALE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik mij verontschuldigen voor mijn afwezigheid tijdens deze belangrijke stemming. Omdat de trein van Parijs naar Straatsburg een uur en een kwartier te laat was, konden verscheidene collega’s en ik niet stemmen over deze Richtlijn en de resolutie. Net als de rest van mijn fractie zou ik geheel tegen de resolutie en de richtlijn hebben gestemd.
Ik wil hier en nu uiting geven aan mijn diepste afschuw.. De waardigheid van het Parlement en verder van de gehele Europese Unie is niet in overeenstemming met de detentiecentra waarin we tientallen, honderden of zelfs duizenden van onze medeburgers, die immigrant zijn of een immigrantenachtergrond hebben, huisvesten. Dit smaakt allemaal een beetje naar zelfbescherming van de kant van de Europese Unie, iets wat ik en mijn fractie onacceptabel vinden.
Er moeten vandaag natuurlijk maatregelen worden getroffen om de stromen immigranten te beheersen, maar de defensieve acties waar we net over hebben gestemd, zijn geen juiste reactie op economische migratie of op klimaatmigratie, die niet lang meer op zich zal laten wachten. Als de Europese Unie, het Europees Parlement, de Commissie en de Raad zouden zorgen voor de ontwikkelingshulp die zo hard nodig is, dan zouden we wellicht het recht hebben op deze manier te handelen, maar zover is het nog niet. Waar we zijn is in feite op 0,38 procent van de begroting in plaats van op 0,42 procent, nadat we uit waren gegaan van 0,7 procent.
Laat mij in alle ernst dit zeggen: Ik schaam me voor ons Parlement en ik schaam me voor de Europese Unie die we proberen te bouwen, en die toch eigenlijk een Unie zou moeten zijn die open is en gastvrij en die in staat is alle burgers van de wereld in haar schoot op te nemen.
Sylvia-Yvonne Kaufmann, namens de GUE/NGL-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, het compromis dat overeengekomen is tussen de rapporteur van het Europees Parlement, de heer Weber, en de ministers van Binnenlandse Zaken aangaande de zogenaamde terugkeerrichtlijn is een slecht compromis dat twijfel zaait omtrent de geloofwaardigheid van de Europese Unie op het terrein van de mensenrechten. Mijn fractie verwerpt de richtlijn derhalve luid en duidelijk.
Als medewetgever had het Parlement de wettige en morele verplichting te trachten voorschriften vast te stellen die acceptabel zijn, maar bovenal afgestemd zijn op de menselijke waardigheid. Het had deze verantwoordelijkheid volledig op zich moeten nemen en moeten vechten voor zulke regels. In plaats daarvan heeft een meerderheid in het Parlement de Raad toegestaan haar eigen regels op te leggen, puur en alleen opdat de richtlijn er bij eerste lezing doorgedrukt kan worden. Zelfs al verbetert de richtlijn de wettelijke positie in sommige afzonderlijke staten misschien, omdat de binnenlandse wetgeving wellicht geen bovengrens stelt aan de periode van detentie, dan nog is het de totale context die essentieel is.
De richtlijn legitimeert een detentie van 18 maanden voor mensen wier enige “misdaad” het is een beter leven te zoeken voor zichzelf en hun familie in Europa. Volgens ons rechtvaardigt de huidige uitzettingspraktijk in de lidstaten het niet dat behoeftigen nu of in de toekomst worden behandeld als criminelen, en vormt het daarvoor ook geen excuus. In plaats van ook op Europees niveau hun zegen te geven aan de huidige praktijk – die de mensenrechten van “illegaal verblijvende ingezetenen uit derde landen schendt” – zouden de lidstaten moeten zoeken naar een duurzame oplossing voor het migratieprobleem.
Voor onze fractie betekent dat vooral een gemeenschappelijk wettig immigratiebeleid in het leven roepen, dat de mensenrechten van migranten veilig stelt en vooruitzichten biedt aan mensen in grote nood, die Europa binnenkomen en daarbij vaak hun leven riskeren.
Het Europees Parlement heeft een kans gemist om hier zijn verantwoordelijkheid te nemen en voet bij stuk te houden ten opzichte van de Raad. Het dringende beroep van talrijke mensenrechtenorganisaties en kerken is helaas genegeerd.
Kinga Gál (PPE-DE). - (HU) Ik zou graag een verklaring willen toevoegen aan mijn stem over het verslag Weber. Het is naar mijn mening als lid van het Parlement belangrijk dit verslag aan te nemen, omdat het een eerste stap betekent naar een immigratiebeleid in de Europese Unie over. Tegelijkertijd denk ik als advocaat voor mensenrechten en rechten van minderheden dat ik terecht “ja” heb gestemd. Het verslag Weber is het resultaat van een moeilijk compromis, bij de totstandkoming waarvan het Parlement ervoor heeft kunnen zorgen dat een groot aantal humanitaire standpunten en standpunten op het gebied van de mensenrechten in de tekst zijn opgenomen. Op terreinen waarop er geen sprake van regulering is, betekent dat vooruitgang. Op terreinen waar al een uitgebreide regelgeving bestaat, kan het strengere normen niet afzwakken. Zoals met alle compromissen zijn er zwakke punten, kwetsbare punten in de tekst. Ik begrijp daarom de reserves die religieuze organisaties en leken hebben, en ik ben het ze eens dat we niet kunnen toestaan dat de pretentieuze taal van de wetgeving wordt gebruikt om overwegingen van humanitaire aard of mensenrechten te omzeilen. We kunnen niet toestaan dat deze tekst de bron wordt van nieuwe tragedies of ervoor zorgt dat gezinnen opgesplitst worden; er is al genoeg geleden in het leven van immigranten die naar ons komen op zoek naar een humaner bestaan. Dank u.
Philip Claeys (NI). – (NL) Voorzitter, ik heb vóór het verslag Weber gestemd, maar ik moet u zeggen dat het met enige terughoudendheid was. Links en extreem links hebben moord en brand geschreeuwd tegen de richtlijn. Ze hebben het zo voorgesteld alsof de mensenrechten van de illegalen op een gruwelijke manier worden miskend door de richtlijn, terwijl in feite het tegendeel waar is. Voor het eerst wordt bijvoorbeeld de regularisatie van illegalen door een Europese richtlijn als een aanvaardbare beleidsoptie naar voren geschoven. Ook worden de lidstaten verplicht om gratis juridische bijstand te verlenen aan illegalen die daarom vragen.
Welnu, het is onaanvaardbaar om rechten te laten putten uit een situatie van illegaliteit. Veel elementen in de richtlijn zijn overigens louter vrijblijvend. Dit gezegd zijnde biedt de richtlijn een aantal lidstaten de mogelijkheid om illegalen langer vast te houden in het kader van hun uitzetting. Ook positief is het verbod om na een uitwijzing voor vijf jaar de toegang te beletten om in de rest van Europa binnen te komen. Het probleem van de immigratie vergt echter veel diepgaandere maatregelen dan in dit verslag worden gesteund, maar dit is een stap in de goede richting.
Frank Vanhecke (NI). – (NL) Voorzitter, laten we eens rustig de cijfers bekijken. In zowat een eeuw tijd is de wereldbevolking ongeveer verzevenvoudigd, van 1 miljard naar 7 miljard mensen op aarde. Deze bevolkingsexplosie kan niet zonder gevolgen blijven voor een welvarend Europees continent dat bovendien met een groot demografisch deficit kampt. De immigratieproblemen die wij vandaag kennen, zijn bijzonder ernstig, maar zijn nu nog beheersbaar in vergelijking met wat er de komende decennia op ons afkomt. Zo beschouwd zijn de maatregelen, voorzien in deze vermeende terugkeerrichtlijn, eigenlijk futiel en zeker onvoldoende. Er zal heel wat meer nodig zijn dan een processie van Echternach van halfslachtige maatregelen om de illegale stroom in te dammen. Maar omdat een klein signaal voor een terugkeerpolitiek van illegalen eigenlijk beter is dan helemaal niets, heb ik zonder enthousiasme vóór het verslag Weber gestemd.
Romano Maria La Russa (UEN). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, vandaag hebben we misschien, door voor het verslag Weber te stemmen, een cruciale stap gezet naar de opzet van een uitgebreid kader maatregelen tegen illegale immigratie: maatregelen die tegemoet zullen komen aan de veiligheidseisen van een groot aantal Europese burgers, velen daarvan slachtoffers van misdaad, begaan door ingezetenen van derde landen.
Ik ben blij te mogen vaststellen, op te merken dat het Europees Parlement, dat garant staat voor universele vrijheid en rechten, zich uiteindelijk uitspreekt ten gunste van een gemeenschappelijk beleid om te voldoen aan de behoeften van de lidstaten in hun strijd tegen illegale immigratie. We hebben duidelijk gemaakt dat het doel niet alleen ligt in het opsporen van degenen die illegaal verblijven, maar ook in het invoeren van duidelijke, transparante en snelle procedures voor terugkeer. Het is daarom niet alleen een zaak van het terugdringen van het verschijnsel, zoals sommigen dat graag zouden zien, bijvoorbeeld met het terugkomstverbod …
(De spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Ignasi Guardans Cambó (ALDE). - (ES) Ik heb voor enkele amendementen gestemd, vier om precies te zijn, die trachtten deze richtlijn te verbeteren. Maar ik heb voor de uiteindelijke richtlijn gestemd, ook al werden deze amendementen niet aangenomen.
Ik denk dat deze richtlijn de rechten van de onrechtmatig verblijvende immigranten in veel landen van de Europese Unie verbetert. Dat is iets wat niet kan worden ontkend: we hoeven slechts de wetten te vergelijken die thans in de hele Unie bestaan.
Het is duidelijk niet de richtlijn die sommigen van ons zouden hebben opgesteld als we de kans hadden gehad dat te doen, als het aan eenieder van ons was overgelaten deze afzonderlijk op te stellen. Maar er dient in de medebeslissingsprocedure evenwicht te zijn tussen de legitimiteit van het Europees Parlement en de legitimiteit van alle nationale parlementen en regeringen.
Het is het nationale parlement dat nu een grote verantwoordelijkheid draagt als het gaat om het toepassen van deze richtlijn, net zoals de Europese Commissie en het Hof van Justitie de toepassing ervan moeten bewaken. Voortaan is het inperken van rechten in de lidstaten onderworpen aan de Europese wetgeving; het is niet langer een nationaal besluit.
Carlo Fatuzzo (PPE-DE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het doet me deugd te zien dat ik nog steeds door veel collega’s wordt bewonderd, collega’s die ik natuurlijk graag zou willen bedanken voor het feit dat ze hebben willen wachten om te horen waarom ik voor het verslag Weber heb gestemd.
Mijnheer de Voorzitter, ik denk dat we geconfronteerd worden met iets wat niet erg verschilt met de invallen van de barbaren in het Romeinse Rijk, meer dan 2000 jaar geleden. In die tijd vielen gewapende troepen het Romeinse rijk binnen en de Romeinen namen de wapens op om zich te verdedigen, maar werden, zoals we allen weten, verslagen onder tragische omstandigheden.
Nu Europa de bestemming is van inwoners uit alle andere landen ter wereld – terecht natuurlijk, omdat ze honger hebben, net als de barbaren honger hadden en zichzelf wilden laven aan de bronnen van Rome – heeft Europa het recht zich te verdedigen en vast te stellen dat degenen die onze landen wensen binnen te vallen, onder escorte terug naar de grens moeten worden gevoerd.
Jean-Claude Martinez (NI). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, met tien miljoen illegale immigranten in Europa en met een Boeing die driehonderd passagiers kan vervoeren, zouden we meer dan dertigduizend Boeings moeten vullen om aan de bepalingen van de Richtlijn aangaande het terugkeerproces te voldoen. Dat betekent dat er vanaf de zevenentwintig Europese hoofdsteden gedurende drie jaar meer dan duizend Boeings opstijgen.
Gezien de aantallen is dat natuurlijk een onzinnig en surrealistisch voorstel. Maar er is iets wat zelfs nog onzinniger is. Omdat immigratie in feite niks anders is dan de sociale weerspiegeling van economische globalisatie, waarbij wereldkapitalisme ervoor zorgt dat werkenden met elkaar wedijveren, is hetgeen wij doen het produceren van een richtlijn om de weerspiegeling van een probleem aan te pakken. Ik weet niet of dit een geval is van hypocrisie of iemands idee van een grap, maar het is in ieder geval kortzichtig. De nomaden van de planeet blijven zwerven omdat ze willen eten en drinken, voor zichzelf willen zorgen en zichzelf willen scholen. Voedsel en het gebrek daaraan, water en de distributie ervan, pandemieën en de manier waarop ze zich verspreiden zijn nu allemaal onderdeel van wat de landen van de wereld gemeen hebben. Hoe eerder we de handen ineen slaan om onze gemeenschappelijke problemen het hoofd te bieden en politiek te beheren, des te eerder zullen we in staat zijn om …
(De spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Bruno Gollnisch (NI). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, degenen die het recht op emigratie claimen hebben een campagne met verkeerde informatie gevoerd tegen deze Richtlijn over het terugsturen van illegale immigranten, die ze de “richtlijn van de schande” noemen. Dat is niks meer dan een goed georganiseerd politiek spel tussen links en rechts. Links protesteert teneinde extra rechten voor immigranten te krijgen en als ze die krijgen, doen ze alsof het hele proces definitief is.
In werkelijkheid beschermt het document in geamendeerde vorm de rechten van eventueel terug te sturen immigranten en hun voortgezet verblijf in Europa veel meer dan dat het instaat voor hun repatriëring. Mensen in detentiecentra vasthouden is een uiterst beperkte maatregel en een laatste hulpmiddel, en de detentieperiode van 18 maanden is absoluut de bovengrens die alleen in zeer uitzonderlijke gevallen moet worden gebruikt. Die landen die lagere grenzen kennen dan deze, zullen die handhaven. De deadline voor vrijwillige teugkeer redt degenen die bezorgd zijn dat ze worden verbannen uit het gebied van de Europese Unie en de lidstaten worden opgeroepen dit onverwijld te regelen. Met andere woorden, Frankrijk, dat de meest tolerante wetgeving heeft in heel Europa, zal niet worden gedwongen dit te veranderen, zelfs niet om een harde lijn te kiezen. De heer Sarkozy wil misschien dat mensen het tegenovergestelde denken, daarbij geholpen door de opstelling van links. Het is alleen vanwege enkele positieve aspecten in dit document dat …
(De spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Daniel Hannan (NI). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, vanmorgen was er sprake van een prachtige symboliek. De ene na de andere spreker stond op en zei dat hij het Ierse volk zou steunen. Toen hebben we onmiddellijk nadien tijdens de stemming dit verslag erdoorgedrukt, dat de eerste stap is op weg naar het scheppen van een gemeenschappelijk beleid over immigratie en asiel, en dat een belangrijk onderdeel zou zijn geweest van het Verdrag van Lissabon.
Als we de stem van het Ierse volk serieus zouden respecteren, zouden we niet verder gaan met deze stiekeme implementatie van de bepalingen uit die tekst, maar zouden we beginnen die delen te herzien die waren opgenomen in afwachting van een “ja”-stem, zoals de Europese dienst voor extern optreden en het Handvest van de grondrechten.
Mevrouw Wallström zei vanmorgen dat het belangrijk was uit te zoeken waarom mensen nee hadden gestemd. “Waar hebben ze nee tegen gestemd?”, vroeg ze. Laat ik haar daarmee helpen: Ik denk dat ze tegen het Lissabon-verdrag stemden. Dit bleek uit het stembiljet waarin werd gevraagd of ze het Lissabon-verdrag wilden goedkeuren.
De heer Cohn-Bendit zei dat het geheel verkeerd zou zijn één miljoen mensen het lot te laten bepalen van een half miljard Europeanen. Welnu, ik ben blij daarmee te kunnen instemmen. Geef het half miljard ook een referendum. Pactio Olisipiensis censenda est!
Richard Seeber (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik heb dit verslag verworpen omdat het zijn doel voorbij schiet op drie belangrijke punten. Op de eerste plaats was het niet mogelijk de amendementen 170 en 171 erdoor te slepen, die vooral zouden zijn gegaan over de opzet van regionale netwerken en hier gezorgd zouden hebben voor uitzonderingen die op grond van hun omvang terecht zijn.
Op de tweede plaats werd de derde manier ook niet aangenomen. Het is belangrijk om in de energiesector planningzekerheid te hebben , maar helaas zegevierde de Commissie met zijn juridische en algehele ontbundeling. Naar mijn mening gaat dat niet de goede kant op.
Op de derde plaats slaagden we er niet in te komen tot een aansprakelijkheidsregeling voor de nucleaire industrie in geval van ongelukken. Vanwege dit alles was de Oostenrijkse Volkspartij (ÖVP) tegen het verslag en kon ze niet instemmen met het pakket.
Tomáš Zatloukal (PPE-DE). - (CS) Ik heb voor het verslag van mijn collega mevrouw Morgan gestemd, omdat ik het er mee eens ben dat het noodzakelijk is een zekere gas- en elektriciteitsvoorziening, een duurzame energiemarkt met een laag koolstofaandeel en wereldwijde concurrentie veilig te stellen. Hoe dit doel moet worden bereikt, was een van de onderwerpen die hier gisteren in de plenaire vergadering werden besproken. Er is geen eenduidig bewijs dat het ontbundelen van volledig eigenaarschap automatisch leidt tot meer investeringen en betere netwerkprestaties. In dit opzicht zie ik nog steeds enige manoeuvreerruimte in de zoektocht naar een oplossing die gunstig is voor zowel de consumenten als de andere partijen die misschien de markt willen betreden. Om een pan-Europese elektriciteitsmarkt te creëren hebben we intensievere regionale samenwerking nodig op het gebied van grensoverschrijdend transport en samenwerking op het gebied van investeringen en operationele activiteiten. Dus steun ik het principe dat de mechanismes die regionale samenwerking coördineren, versterkt.
Czesław Adam Siekierski (PPE-DE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de gemeenschappelijke markt betekent meer concurrentie en dus hogere kwaliteit. Deelnemers op de markt zijn derhalve verplicht de juiste investeringen te doen en de capaciteit van hun distributienetwerken te verbeteren. Dit resulteert in veiligere levering en minder problemen met de energievoorziening. Het is heel belangrijk een interne energiemarkt tot stand te brengen, omdat we zien dat de vraag naar energie steeds groter wordt. De interne energiemarkt is een belangrijke stap in de goede richting, maar is nog steeds niet genoeg om de energiezekerheid van Europa veilig te stellen. We dienen een gemeenschappelijk energiebeleid te scheppen in de geest van solidariteit. Er dienen geschikte mechanismes te worden opgezet, zodat lidstaten elkaar kunnen steunen als er zich een energiecrisis voordoet. Het is echter nog belangrijker voor Europa om toch tenminste met één stem te gaan spreken over een extern energiebeleid. Energiezekerheid kan alleen worden bereikt door een coherent, effectief en vooral gemeenschappelijk beleid.
Syed Kamall (PPE-DE). - (EN) Meneer de Voorzitter, ik heb voor het verslag Morgan gestemd. Ik vond dat het enkele zeer belangrijke elementen bevatte. We hebben duidelijk een veel sterker concurrerende energie-industrie nodig in Europa om ervoor te zorgen dat iedereen in Europa profiteert van betere concurrentie, lagere prijzen en betere kwaliteitsdiensten.
Ik was vooral blij met de passage over decentrale opwekking, vooral waar werd gezegd: “We moeten ervoor zorgen dat macht wordt teruggegeven aan de mensen door de opwekking op lokaal niveau en microniveau te steunen”. Degenen van ons die directe democratie steunen met een plaatsgebonden oogmerk zouden zeggen “Waarom stoppen bij energie?”. Waarom niet nog meer macht overdragen op een hele reeks terreinen, niet alleen terug naar de nationale regeringen, maar ook naar lokale gemeenschappen, die mensen die het meest te maken hebben met de kwestie ten behoeve waarvan de wetgeving wordt gemaakt? Hier zit ik met mijn collega’s, Daniel Hannan en Chris Heaton-Harris, die ook lid zijn van een grote organisatie, genaamd de Beweging voor directe democratie. Als u echt gelooft in de macht aan het volk, moeten we de macht aan hen teruggeven en hen vragen wat ze willen. Als u ze echt naar het Lissabon-verdrag vraagt, zoals wij deden in Ierland, zouden ze “nee” zeggen.
Christopher Heaton-Harris (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ook ik heb het verslag Morgan gesteund omdat ik ervan overtuigd ben dat we eigenaarschap volledig dienen te ontbundelen in deze specifieke sector, en de ervaring van lidstaten geeft aan dat het ontbundelen van volledig eigenaarschap leidt tot meer investeringen en betere netwerkprestaties.
Maar ik wil het ook hebben over plaatselijk opwekking, omdat ik denk dat dit een stap in de goede richting is, zolang lokale projecten worden gesteund door de lokale bevolking en de lokale regio ten goede komen.
In de regio die ik vertegenwoordig, het kiesdistrict Daventry, hebben we een aantal ongewenste voorstellen voor een windpark. Sommige voorstellen zijn verworpen, sommige gaan door, maar geen van alle dienen het plaatselijk belang. Ze zijn alle gebaseerd op een nieuw soort “subsidiebedrijfsvoering” in het leven geroepen door een richtsnoer van de Britse regering, die luidt dat we deze specifieke weg van hernieuwbare brandstoffen moeten bewandelen en niks anders. Dat is een kortzichtige visie op wat we zouden moeten doen.
Dus als we ons verplaatsen naar de meest plaatselijke gebieden voor de productie van onze energie, moeten we er op vertrouwen dat de lokale bevolking de oplossingen kiest die ze nodig heeft.
Richard Seeber, namens de PPE-DE Fractie. – (DE) Meneer de Voorzitter, ik heb voor dit verslag gestemd. Ik denk dat het verstandig is dat er een Europese interne markt is voor de energiesector, waarvoor we een netwerk van systeemoperators voor het transport nodig hebben. Maar we moeten ervoor zorgen dat, als het om implementatie gaat, we gelijke kansen creëren, maar zorgen dat er tegelijkertijd ruimte blijft voor uitzonderingen. Het moet mogelijk zijn dat er kruissubsidies tussen de verschillende energiesectoren worden verstrekt, zodat de energievoorziening in de meest afgelegen regio’s en valleien en op de eilanden binnen Europa verzekerd is. We mogen ervan uitgaan dat het leveren van energie op dergelijke plekken veel duurder is en dus financieel minder aantrekkelijk voor bedrijven, dus we moeten ervoor zorgen dat we hier een goed evenwicht in bereiken.
Ik heb nog één korte opmerking voor mijn Britse collega’s: Naar ik begrepen heb, is er in Groot-Brittannië in het verleden slechts één referendum gehouden, namelijk naar aanleiding van de Gemeenschap. Misschien moeten jullie je nationale grondwet zo veranderen dat de introductie van dit instrument van directe democratie mogelijk maakt. Daar zou ik heel erg blij mee zijn.
Syed Kamall (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, mijn excuses dat ik pas zo laat het woord neem. Ik applaudisseerde voor de vorige spreker die een zeer waardevolle conclusie verbond aan zijn toespraak.
Mijn opmerkingen zijn ook relevant voor het Chichester-verslag, dus ik denk dat ik de opmerkingen samenvoeg in plaats van twee keer spreektijd te vragen. In sommige opzichten kan dit verslag misschien een van de mogelijke zwakheden markeren in het denken van de Eurocraten en de mensen die vaak in dit Huis aanwezig zijn, namelijk dat Europa ongeacht het probleem de oplossing is. Natuurlijk ben ik blij met een agentschap van Europese toezichthouders waarbij nationale toezichthouders samenwerken, maar laten we niet vergeten dat de toezichthouders die in de gunstigste positie verkeren om de plaatselijke omstandigheden op waarde te schatten, de nationale toezichthouders zijn.
Laten we niet toestaan dat dit orgaan een Europese supertoezichthouder wordt. Laten we ervoor zorgen dat de toezichthouder de plaatselijke nuances begrijpt en ook echt rekenschap aflegt aan de plaatselijke bevolking. Als we rekenschap moesten afleggen aan de lokale bevolking, dan zouden zij de gelegenheid hebben tegen de Grondwet te stemmen.
Christopher Heaton-Harris (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zit al te denken aan mijn persbericht en ik denk dat ik zal beginnen met te spreken “tot een volgepakt Huis”, maar misschien moet ik gewoon spreken tot een volgepakte tolkencabine. Ik waardeer het dat de tolken blijven, hun lunch missen en naar deze dingen luisteren.
Ik ben een Engelse voetbalscheidsrechter en ik ben dus bang voor elke Poolse politicus die zo iemand afmaken. Maar ik dacht, nadat ik gisteravond het voetbal had gezien, vooral de wedstrijd Frankrijk-Italië, dat het Franse elftal misschien zou moeten doen wat hun politieke bazen doen en het resultaat helemaal negeren en toch bij de kwartfinales op komen draven, want dat is wat we hier gaan doen met het Lissabon-verdrag.
De reden – en, Mijnheer de Voorzitter, u zult zich wel afvragen hoe ik op het verslag wil komen, en dat vraag ik me ook wel eens af – waarom we het Verdrag van Lissabon niet nodig hebben, ligt in dit verslag. De EU zal niet tot stilstand komen zonder dit Verdrag. Vandaag hebben we hier met succes over een grote verandering in de institutionele organisatie gestemd, en hadden daarvoor geen extra Verdrag nodig.
Schriftelijke stemverklaringen
– Goedkeuring nieuwe toewijzing van portefeuilles aan Jacques Barrot, vicevoorzitter van de Europese Commissie (B6-0306/2008)
Rareş-Lucian Niculescu (PPE-DE) , schriftelijk. − (RO) Ik waardeer de stelligheid en het gebrek aan twijfel zeer, waarmee de heer Barrot tijdens zijn hoorzitting afgelopen maandag beloofde de rechten met betrekking tot het Europees burgerschap te steunen en vooral de vrijheid van verkeer.
De rechten en vrijheden van de Europese burgers zijn de belangrijkste verworvenheden van de Europese integratie en moeten niet in gevaar worden gebracht, ongeacht de omstandigheden en ongeacht de redenen die daarvoor worden aangevoerd.
De burgers van het land dat ik vertegenwoordig in dit forum, Roemenië, slaan nauwlettend en met bezorgdheid de discussies gaande over de vrijheid van verkeer vanuit bepaalde lidstaten.
Van de Roemeense burgers uit het buitenland die voor het grootste gedeelte correcte en hardwerkende werknemers zijn, hebben de economieën van de landen waar ze werken onbetwistbaar profijt.
Zij, en ik ben ervan overtuigd dat zij niet de enigen zijn, verwachten dat de Europese Commissie een actieve en krachtige rol speelt bij de verdediging van de vrijheid van verkeer.
Ik hoop met heel mijn hart dat het hele mandaat van de heer Barrot in het teken zal blijven staan van zijn commitment tot het verdedigen van de rechten van de Europese burgers.
Carlos Coelho (PPE-DE) , schriftelijk. − (PT) We worden geconfronteerd met een humanitair drama waarbij gezinnen niet alleen gebukt gaan onder het leed dat hun verwanten zijn verdwenen, maar ook decennialang gebukt moesten gaan onder de kwelling dat ze niet wisten wat hen overkomen was.
Daarom vind ik het van vitaal belang dat alle betrokken partijen constructief meewerken, zodat de onderzoeken die worden verricht naar het lot van alle verdwenen personen op Cyprus gauw afgerond kan worden.
De rol die de CMP (Commissie voor verdwenen personen op Cyprus) speelde, is eveneens van vitaal belang als het gaat om het identificeren van aangetroffen menselijke overblijfselen.
Omdat de financiële bijdrage van de EU aan het CMP-project alleen de periode tot eind 2008 bestrijkt, steun ik daarom de toewijzing van verdere financiële hulp aan de CMP, zodat zij haar activiteiten kan voortzetten in 2009. Door deze bijdrage zou ze ook in staat moeten kunnen zijn haar capaciteit uit te breiden (vooral in het veld), meer wetenschappers aan te nemen en de noodzakelijke apparatuur aan te schaffen.
Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM) , schriftelijk. − (SV) We hebben er niks op tegen dat de Cypriotische commissie verdere hulp krijgt om door te gaan met haar werk, maar wij vinden dat het geld aan het Rode Kruis moet worden toegewezen, dat ervaring en expertise heeft op dit gebied. We kiezen er daarom voor tegen het voorstel te stemmen.
Ewa Klamt (PPE-DE) , schriftelijk. − (DE) Als rapporteur ben ik blij met de enorme steunbetuiging aan de resolutie over de vermiste personen in Cyprus. Elke verwante van de vermiste personen heeft het recht hun lot te kennen door middel van de opgraving en identificatie van de overblijfselen. De overblijfselen van hun verwanten, die decennialang zijn vermist, lokaliseren en deze een fatsoenlijke begrafenis geven, is de enige manier voor Grieks- en Turks-Cyprioten om dit pijnlijke hoofdstuk in hun leven af te sluiten, want het geeft hun eindelijk zekerheid over het lot van hun dierbaren. Ik ben ervan overtuigd dat dit een belangrijke bijdrage kan leveren aan de positieve stappen op weg naar de hereniging van Cyprus.
Door fondsen ter beschikking te stellen, steunt de EU het werk van de Commissie voor verdwenen personen (CMP) al actief op de opgravingsterreinen, in de antropologische laboratoria en bij de betrokken gezinnen. In dit opzicht is het van belang dat de Commissie voor verdwenen personen alle noodzakelijke onderzoeken en analyses uitvoert op het moment dat er nog steeds ooggetuigen zijn die informatie over dit humanitair probleem van de verdwenen personen kunnen geven.
Ik acht het daarom van essentieel belang dat we een extra bedrag van 2 miljoen euro ter beschikking stellen op de begroting van de Europese Unie voor 2009, en wil de Raad en de Europese Commissie met klem verzoeken overeenstemming te bereiken over deze extra financiële ondersteuning.
Gerard Batten (IND/DEM), schriftelijk. − (NL) Ik heb tegen dit verslag gestemd omdat het hierdoor moeilijker wordt voor staten om illegale immigranten terug te sturen. En zodra deze illegale immigranten een keer onderdak hebben gekregen in de EU-lidstaten, zouden ze het weleens makkelijker vinden door te gaan naar Groot-Brittannië, waardoor ze bijdragen aan de last van illegale immigratie in het Verenigd Koninkrijk. Over immigratie en asielbeleid dienen de besluiten in ieder geval te worden genomen door democratische staten en niet door de Europese Unie.
Alessandro Battilocchio (PSE) , schriftelijk. − (IT) Dank u, mijnheer de Voorzitter. Ik heb tegen het verslag Weber gestemd naar aanleiding van de verwerping van de PSE-amendementen.
Er is ongetwijfeld behoefte aan wetgeving op dit zeer gevoelige terrein, niet in het minst gezien de arbitraire interpretaties die de lidstaten vaak toepassen. Maar het huidige voorstel bevat onterechte tekortkomingen. Zo is de behandeling die gepland is voor minderjarigen zonder begeleiding onacceptabel, net als het ontbreken van garanties voor personen in moeilijkheden, zoals slachtoffers van mensenhandel, zwangere vrouwen, senioren en mindervaliden.
Nog zo’n absurditeit is de bepaling waarbij de detentieperiode mag worden verlengd als het land van herkomst “administratief” niet wil meewerken. Zo zal de situatie van Sudanese vluchtelingen afhangen van de efficiency van de plaatselijke burgerlijke stand. We moeten stevige garanties hebben voor de veiligheid van onze burgers, en geen pesterijen die een belediging voor de menselijke waardigheid zijn. Europa heeft vandaag een lelijke bladzijde van haar geschiedenis geschreven.
Michael Cashman (PSE) , schriftelijk. − (EN) De European Parliamentary Labour Party (EPLP) heeft zich onthouden wat betreft het regelgevingsvoorstel, omdat het Verenigd Koninkrijk niet verplicht is deze richtlijn te volgen, omdat het beschikt over een opt-out/opt-in regeling voor wat betreft JBZ-maatregelen betreffende immigratie en asiel. Maar het was heel belangrijk zorgvuldig te kijken naar onze verantwoordelijkheid omdat het rechtstreeks effect zou hebben op de landen die wettelijk aan deze richtlijn zijn gebonden.
Het verslag Weber vereiste een reeks amendementen die het ontwerp van de rapporteur zouden hebben verbeterd. Het was belangrijk dat in het verslag de specifieke amendementen, zoals aanbevolen door de PSE-Fractie, zouden zijn opgenomen. Omdat deze amendementen niet werden aangenomen hebben we ons ten aanzien van dit verslag van stemming onthouden. Deze waren:
Amendement 98, dat de bescherming van minderjarigen zonder begeleiding garandeert;
Amendement 103, dat handelt over de lengte van detentie en de voorwaarden;
Amendement 95, dat gaat over de definitie van het risico dat iemand er heimelijk vandoor gaat.
In het algemeen vindt de EPLP dat dit verslag de mogelijkheden van de EU-staten om effectief maar humaan met de terugkeer van inwoners uit derde landen die illegaal in de EU verblijven om te gaan, niet heeft vergroot, maar in plaats daarvan het toch al ingewikkelde en zeer gevoelige onderwerp nog eens extra moeilijk heeft gemaakt.
Maria da Assunção Esteves (PPE-DE) , schriftelijk. − (PT) De Richtlijn betreffende illegale immigratie stelt ons voor een onmogelijk dilemma. Aan de ene kant opent het gebrek aan regels de deur naar tal van onmenselijke praktijken waar immigranten bij betrokken zijn. Aan de andere kant is er maar weinig positieve consensus omtrent deze richtlijn, die is gebouwd rond veel vage concepten en verwijzingen naar de oordeelkundigheid van de lidstaten. Met andere woorden deze richtlijn is zwak. De middenweg brengt het ideaal van een Europees Europa niet dichterbij. Het Parlement heeft nu de onmogelijke taak te kiezen tussen chaos die leidt tot barbaarsheid en slechte of onvolledige regels, zonder de ophef die een echt parlement zou moeten maken. Door pure tegenslag mag men niets meer verwachten van de Raad, en de Commissie trekkebeent bij het opstellen van een Europees solidariteitsfonds voor de landen waar de illegale immigratie vandaan komt en voor de lidstaten in Zuid-Europa die rechtstreeks lijden onder de ellende. Het is ironisch dat een serieuze stemming vandaag betekent dat je met je ogen dicht stemt.
Nigel Farage (IND/DEM) , schriftelijk. − (EN) We hebben voor verwerping van het verslag gestemd omdat we geen enkel soort Europees Gemeenschappelijk immigratiebeleid willen. Wij vinden dat het aan de afzonderlijke staten is om te beslissen wie hun land uitgezet moet worden en onder welke omstandigheden dat gebeurt.
Hoewel we bijna nooit voor wetgeving stemmen, willen we erop wijzen dat we voor amendement 75, hebben gestemd, dat het voorstel van de Commissie voor een gemeenschappelijk uitwijzingsbeleid verwierp, maar niet om de redenen/rechtvaardiging die werd gegeven door de fractie die het amendement indiende. We hadden onze eigen redenen om het te verwerpen.
Dit heeft niks te maken met het feit dat deze richtlijn niet in het Verenigd Koninkrijk geldt. Het is het principe erachter dat ons bracht tot ons stembesluit.
Patrick Gaubert (PPE-DE) , schriftelijk. – (FR) Ik ben blij dat het verslag Weber over de terugkeerrichtlijn door een grote meerderheid is aangenomen.
Deze stemming is precies de illustratie van het feit dat het Europees Parlement niet heeft toegegeven aan de populistische en stemmenwervende campagne die werd gevoerd tegen dit voorstel voor een richtlijn, maar er daarentegen de voorkeur aan heeft gegeven het pad van verantwoordelijkheid en pragmatisme te bewandelen.
Het Parlement heeft blijk gegeven van volwassenheid en van een soort geweten door een document aan te nemen dat ongetwijfeld zal zorgen voor meer bescherming voor de onderdanen uit derde landen die wonen in die lidstaten waar zo’n bescherming minimaal is, of zelfs geheel niet bestaat.
Deze stemming heeft de dubbele verdienste dat het de huidige nationale bepalingen, die al voldoende garanties bieden, niet ondermijnt – zoals bijvoorbeeld in het geval van Frankrijk – terwijl het tegelijkertijd die lidstaten, wier systemen het meest restrictief zijn en de minste bescherming bieden, naar een humaner plan tilt.
Deze tekst die niet over asielzoekers gaat, is slechts de eerste stap op weg naar het in een kader plaatsen en harmoniseren van immigratieregels. Hij mag niet los worden gezien, maar moet worden gezien als een onderdeel van het algehele beleid van de EU voor het stimuleren van legale migratie, iets dat Europa nodig heeft.
Robert Goebbels (PSE) , schriftelijk. – (FR) Ik heb tegen de terugkeerrichtlijn gestemd. Ik was bereid een richtlijn te steunen die, verre van perfect, nuttige richtsnoeren zou bieden voor die Europese lidstaten die zelf geen immigratiewetten hebben, of zeker ook voor die lidstaten waar de wetgeving te streng is.
Omdat de meerderheid van rechts en de liberalen de 10 amendementen van de socialisten verwierpen, inclusief de amendementen die betrekking hebben op betere bescherming voor minderjarigen, heb ik uiteindelijk tegen gestemd, samen met de meesten van mijn fractie. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat Europa, ook al kan het niet alle rampspoed van de wereld op haar schouders nemen, open moet blijven staan voor immigratie die positief wordt gestructureerd en gecontroleerd.
Illegale immigratie met zijn spoor van menselijke tragedie en met de criminaliteit die samenhangt met de illegale netwerken van dit soort, dient te worden bestreden. Inwoners van derde landen die illegaal zijn binnengekomen, moeten worden gerepatrieerd, maar dat moet gebeuren in een proces dat een rechtsstaat waardig is.
Ik was bereid een richtlijn te steunen die, verre van perfect, nuttige richtsnoeren zou bieden voor die negen Europese lidstaten die zelf geen immigratiewetten hebben, of sterker nog, voor die lidstaten waar de wetgeving te streng is.
Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM) , schriftelijk. − (SV) De “June List” neemt een zeer kritisch standpunt in ten aanzien van dit verslag en het compromis dat door bepaalde politieke partijen wordt gesteund. Het vluchtelingenbeleid van een land is een strikt nationale aangelegenheid en de besluitvorming dient binnen de context van de juridische cultuur plaats te vinden. Door middel van dit verslag zet de EU een grote stap in de richting van het opleggen van een Europese migratiepolitiek, iets dat illegale immigranten rauw op het dak valt. Wat te verwachten valt, is de arbitraire en systematische detentie van personen die geen enkele misdaad hebben begaan, maar slechts een internationale grens zijn overgestoken. Het verslag stelt voor dat mensen gedurende vijf jaar totaal worden verbannen van Europees grondgebied, ongeacht hun situatie, wat uiteindelijk neerkomt op Fort Europa.
De EU wordt verondersteld een Unie van waarden te zijn, die mensenrechten en humane waarden hoog in het vaandel heeft staan, maar dit voorstel gaat daar tegenin. Voor het handhaven van de mensenrechten en voor het opstellen van acceptabele regels en normen voor een humane behandeling bestaan er al organisaties als het United Nations Refugee Agency (UNHCR) en het bureau van de Hoge commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen
De “June List” verwerpt dit verslag en hoopt dat andere leden hetzelfde zullen doen.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL) , schriftelijk. − (PT) Helaas werd het voorstel dat we deden om deze onwaardige richtlijn te verwerpen, zelf verworpen door een meerderheid van dit Huis, dankzij de Sociaaldemocraten en de rechtse coalitie.
Met onze stem probeerden we te voorkomen dat de overeenkomst van de Raad doorgang vindt, omdat deze ten doel heeft een immigratiebeleid voor de Gemeenschap te creëren, dat restrictief, selectief en criminaliserend is en dat geen respect heeft voor de mensenrechten van de immigranten.
De talrijke onacceptabele aspecten van deze richtlijn omvatten: de mogelijkheid immigranten voor een maximumperiode van achttien maanden in detentie te houden; de detentie van gezinnen, zelfs met minderjarigen; de uitwijzing van minderjarigen zonder dat ze aan een gezinslid hoeven te worden overgedragen of aan een wettelijk benoemd voogd, en de toegangsbeperking tot de EU-landen voor een periode van maximaal vijf jaar voor een immigrant die werd uitgezet.
Als de EU-instellingen maatregelen willen treffen ten aanzien van de immigranten zouden ze moeten voorstellen dat de lidstaten de UN Convention on the Protection of the Rights of All Migrant Workers and Members of Their Families ratificeren.
De waardigheid van mensen kan niet in twijfel worden getrokken. Hun rechten dienen te worden gerespecteerd en erkend, ongeacht de status van hun papieren. We mogen geen beleidslijnen introduceren die de mensenrechten schenden en mannen en vrouwen criminaliseren die alleen maar een baan verlangen en in veel gevallen het basisrecht op leven.
Erna Hennicot-Schoepges (PPE-DE) , schriftelijk. – (FR) Mensenrechten zijn niet onderhandelbaar.
Vrijheidsberoving, waar het in dit document over gaat, is een serieuze daad, ook al is het voor een beperkte periode. Waarom hebben we het niet over het verwelkomen van degenen die aankomen op het grondgebied van Europa en over opvangfaciliteiten in plaats van over detentiecentra. We weten al decennialang dat smokkelaars een crimineel belang hebben bij mensensmokkel en dat er vaak medeplichtigen bij betrokken zijn die profijt hebben bij deze illegale arbeiders, die slecht betaald en slecht gehuisvest worden.
Ik vind dat er dringend wettelijke maatregelen nodig zijn om de activiteiten van deze mensensmokkelaars en -handelaren tegen te werken. Wat betreft het beleid voor vrijwillige terugkeer zou het ondersteunen ervan met een beleid van gerichte samenwerking een beter signaal afgeven dan het gevangen zetten van degenen die zich nergens schuldig aan hebben gemaakt. Wij zijn niet de baas over de aarde, wij hebben niet het recht onszelf te zien als de heren van dit continent en zelfs wettig gestichte staten als de onze hebben niet het recht inbreuk te maken op het recht op integriteit van de persoon.
Ian Hudghton (Verts/ALE) , schriftelijk. − (EN) Ik heb tegen het verslag Weber gestemd en betreur de voorwaarden van de voorgestelde terugkeerrichtlijn. De richtlijn zal lidstaten in staat stellen migranten vast te zetten gedurende maximaal 18 maanden, zelfs om redenen waar ze niets aan kunnen doen. Dat is niet het kenmerk van een geciviliseerde immigratiepolitiek en voldoet niet aan de normen die we van de EU mogen verwachten.
Mikel Irujo Amezaga (Verts/ALE) , schriftelijk. − (ES) Ik heb tegen dit verslag gestemd: het is een zeer delicate kwestie omdat het steeds meer mensen raakt, en het feit dat het wordt behandeld als een logistiek in plaats van een menselijk probleem is onverdraaglijk. Veel van de bepalingen zijn gewoon onacceptabel: de invoering van een verbod op het opnieuw betreden van Europees grondgebied gedurende vijf jaar, de mogelijkheid gezinnen en minderjarigen zonder begeleiding op te sluiten, de mogelijkheid mensen terug te sturen via transitzones, de geringe mate van bescherming die wordt geboden aan mensen die gevaar lopen van elkaar gescheiden te worden, het feit dat detentie van asielzoekers niet wordt voorkomen, en het gebrek aan duidelijke garanties als het gaat om besluiten ten aanzien van terugkeer en hechtenis.
Daarnaast is immigratie nauw verbonden met het ontwikkelingsbeleid. De EU dient de maatregelen te treffen en de hulp te bieden die nodig is om te komen tot echte ontwikkeling in derde landen. Immigranten en onregelmatig verblijvende immigranten hebben er niet voor gekozen om in die positie te verkeren: ze kunnen niet blijven in hun thuisland want in veel gevallen wordt niet in hun basisbehoeften voorzien. In de eenentwintigste eeuw is dat een feit waarvoor we ons moeten schamen.
Jaromír Kohlíček (GUE/NGL) , schriftelijk. − (CS) Het terugsturen van illegale immigranten naar hun land van herkomst is een zeer controversieel onderwerp. Een ruimere uitleg van het Verdrag voor de Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden uit 1950, het VN-verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen, als gewijzigd bij het Protocol uit 1967 en het VN-verdrag inzake de Rechten van het Kind verhindert dergelijke acties meestal. Als ik bij de bovengenoemde teksten ook nog eens de kritiek van de commissies (bijvoorbeeld van de LIBE-commissie) voeg , moet ik zeggen dat een richtlijn die het mogelijk maakt mensen 18 maanden lang gevangen te zetten, alsmede de omstandigheden die leden bij hun bezoek aan de detentiecentra ervoeren, de controverse alleen maar duidelijker aan het licht brengt. Iedereen die een misdaad begaat, moet gestraft worden, inclusief degenen die de onderdanen uit derde landen werk geven, illegaal en onder slechte omstandigheden. Op geen enkele wijze zou de GUE/NGL-Fractie deze richtlijn kunnen steunen.
Romano Maria La Russa (UEN) , schriftelijk. − (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, vandaag hebben we misschien, door voor het verslag Weber te stemmen, een cruciale stap gezet naar de opzet van een uitgebreid kader maatregelen tegen illegale immigratie: maatregelen die tegemoet zullen komen aan de veiligheidseisen van een groot aantal Europese burgers, velen daarvan slachtoffer van misdaad, begaan door ingezetenen van derde landen.
Ik ben blij te mogen opmerken dat het Europees Parlement, dat garant staat voor universele vrijheid en rechten, zich uiteindelijk uitspreekt ten gunste van een gemeenschappelijk beleid om te voldoen aan de behoeften van de lidstaten in hun strijd tegen illegale immigratie. We hebben duidelijk gemaakt dat het doel niet alleen ligt in het opsporen van degenen die illegaal verblijven, maar ook in het instellen van duidelijke, transparante en snelle procedures voor terugkeer.
Het is niet alleen een zaak van het terugdringen van het verschijnsel, bijvoorbeeld met het terugkomstverbod, maar ook van hulp bieden aan minderjarigen. Deze maatregelen zijn ingesteld op scrupuleus respect voor mensenrechten in opvangcentra. Illegale immigratie moet vooral worden bestreden door overeenkomsten te sluiten met de landen van herkomst, die niet aan de zijlijn kunnen staan om naar het ontvouwen van een tragedie te kijken die niet langer uitsluitend nationaal is, maar ook Europees, en door een sterk signaal te geven aan degenen die zich voorbereiden Europa illegaal binnen te komen. Ons continent is geen gebied dat door Jan en alleman kan worden bezet, en er zijn plichten en rechten die moeten worden gerespecteerd.
Carl Lang (NI), schriftelijk. – (FR) Er is veel ophef geweest van links en uiterst links, gericht op het stigmatiseren van het verslag Weber, de interpretatie van de terugkeerrichtlijn door het Parlement, en dat voldoet niet helemaal aan wat er nodig is als het gaat om immigratiebeleid.
We durven nauwelijks te beweren dat het illegaal oversteken van een grens zonder visum of woonvergunning een onwettige daad is en als zodanig dient te worden behandeld.
Door met opzet hun papieren te verliezen of te weigeren te zeggen waar ze vandaan komen, teneinde niet te worden teruggestuurd naar hun land van herkomst, zijn immigranten, en zij alleen, verantwoordelijk voor de periode dat ze in detentie blijven, iets wat sommigen ten onrechte te lang vinden.
Praten over mensenrechten maskeert slechts de realiteit van de situatie. Europa wordt overspoeld met illegale immigratie, die in essentie niet kan worden gecontroleerd, en dat komt nog eens bovenop de legale migratie die wordt aangemoedigd door zowel de nationale als de Europese autoriteiten.
Het verslag Weber is een stap in de goede richting, zij het inadequaat voor dit doel. Ik hoop dat dit slechts de eerste fase is. Zien nationale regeringen en het Europees Parlement tenminste de omvang van het probleem? Het wordt al laat …
Roselyne Lefrançois (PSE) , schriftelijk. – (FR) Het document dat vandaag is aangenomen, bevat een complete heroverweging van het werk dat in de LIBE-commissie werd gedaan en dat de weg effende voor een aanzienlijke verbetering van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie.
Dit zogenaamde compromis zal in feite geen veranderingen teweegbrengen die een betere bescherming bieden aan personen die in de lidstaten met het minst acceptabele immigratiebeleid wonen. De belangrijkste reden hiervoor is de beperkte reikwijdte van het document: asielzoekers en personen die in hechtenis zijn genomen bij grenscontroles, zijn ervan uitgesloten, ook al vormen ze een behoorlijk deel van alle illegale immigranten. Een veel relevantere reden is dat het de lidstaten veel te veel speelruimte geeft als het gaat om belangrijke vragen als de rechten van minderjarigen en de duur van de detentie. Die laatste is nu uitgebreid tot 18 maanden, vergeleken met de zes maanden die werden voorgesteld door de Socialistische Fractie in het Europees Parlement.
Ik schaam me dat een meerderheid in dit Huis het idee heeft gesteund om mensen zo lang op te sluiten, wier enige misdaad was dat ze hier naartoe kwamen op zoek naar betere levensomstandigheden en die vaak in uiterst erbarmelijke omstandigheden verkeren.
Ik heb doelbewust tegen het document gestemd. Als er inderdaad enkele basisregels noodzakelijk zijn, dan dienen deze te worden opgesteld als onderdeel van een verantwoordelijke en menselijke benadering van illegale immigratie en dient de introductie ervan onder geen beding te beteken dat de fundamentele rechten en waarden worden opgeofferd die we zo hoog achten.
Marine Le Pen (NI) , schriftelijk. – (FR) De terugkeerrichtlijn, zoals voorgesteld door de Commissie in Brussel, waaraan veel ruchtbaarheid is gegeven en die geheel ten onrechte door links en uiterst links gestigmatiseerd is als de “richtlijn van de schande”, de schender van de mensenrechten, is tot hun grote ongenoegen net aangenomen door het Europees Parlement.
Maar deze richtlijn, die bedoeld is de terugkeer van illegale immigranten te regelen, is in het geheel niet repressief. De richtlijn criminaliseert de immigranten die Europa illegaal zijn binnengekomen niet. Sterker nog, het geeft hen de keuze tussen legalisatie en vrijwillige terugkeer, allemaal geruggensteund door privileges en garanties die essentiële mensenrechten beschermen.
Wat heeft dat dan te maken met het recht van mensen zichzelf te beschermen en niet ten onder te gaan aan wereldwijde immigratie? Niets.
Fort Europa, zoals openlijk afgekeurd door alle media in Frankrijk en elders, bestaat niet. Het is een fantasie, geschapen om de weg te effenen voor legalisatie, die welwillend staat tegenover immigratie en immigranten onder het mom van een zweem van repressie.
Dit is geen goede richtlijn. Het is allemaal een façade. Maar de enige verdienste ervan is dat het de eerste stap vormt naar een minder immigrationistisch beleid. Het mag niet het feit verhullen dat er andere maatregelen in de maak zijn, zoals het Europese Blue Card-systeem, dat niet alleen legale immigratie voor werkgelegenheidsdoeleinden garandeert, maar tevens garandeert dat het beoogde doel van deze maatregelen uitsluitend is meer immigratie naar Europa te bevorderen.
Astrid Lulling (PPE-DE) , schriftelijk. − (DE) Ik heb voor het verslag Weber gestemd, omdat ik denk dat de Europese Unie illegale immigratie alleen maar kan bestrijden en voorkomen met gemeenschappelijke regels die streng zijn, maar eerlijk. Deze terugkeerrichtlijn is een succesvol begin van een gemeenschappelijk Europees immigratiebeleid.
Europa kan haar grenzen alleen maar openstellen voor legale immigratie als illegale immigratie duidelijk omschreven is en effectief kan worden aangepakt op basis van gemeenschappelijke regels.
Naar mijn mening houdt de richtlijn passend rekening met humanitaire bezorgdheid omtrent het uitzettingproces, met name door de introductie van een maximumdetentieperiode van zes maanden. Gezien het feit dat negen lidstaten, waaronder Luxemburg, geen maximumlimiet aan detentie kenden, is dit een enorme stap vooruit.
Mensen die in een uitzettingsprocedure verkeren, hebben nu ook het recht op juridische verhaal voor een rechtbank of een tribunaal teneinde tegen het proces in beroep te gaan, uiteindelijk, als laatste redmiddel, zelfs tot aan het Europese Hof van Justitie. Het zorgt er bovendien voor dat gratis juridische hulp beschikbaar is voor mensen die niet over voldoende middelen beschikken. Dit maakt een eind aan het willekeurige uitwijzingsbeleid dat sommige lidstaten volgen en verstevigt de rechtstaat.
Ik wil ook graag duidelijk maken dat een maximale detentieperiode van achttien maanden, die kan worden opgelegd door de periode van zes maanden met nog eens 12 maanden te verlengen, alleen kan worden opgelegd in extreme en uitzonderlijke gevallen. Dit is alleen van toepassing als de persoon een bedreiging vormt voor de openbare veiligheid of om te voorkomen dat de persoon er heimelijk vandoor gaat.
Ramona Nicole Mănescu (ALDE) , schriftelijk. − (RO) Het voorstel voor een richtlijn, dat we gisteren bespraken en waar we vandaag over hebben gestemd, raakt voor het eerst en rechtstreeks het Europese immigratiebeleid, door te bepalen wat de normen en procedures zijn voor de uitwijzing van immigranten die illegaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven. Naast het doel de situatie van immigranten wettelijk te harmoniseren, was de echte uitdaging van deze richtlijn het compromis te vinden dat met de mensenrechten en het vrije verkeer van personen overeenkomt, en tegelijkertijd rekening houdt met de behoefte aan individuele en vooral collectieve zekerheid.
De meeste lidstaten hebben het verschijnsel immigratie meegemaakt en de acties die door hun regering werden ondernomen, varieerden naar gelang de stroom immigranten. Om deze reden denk ik dat het verslag van de heer Weber deze verschillen in immigratiebeleid van de lidstaten reguleert, en wel door rekening te houden met de principes van elk juridisch systeem en gemeenschappelijke normen en procedures op te leggen voor implementatie. Ik kan dus zeggen dat ik voor dit verslag heb gestemd, juist vanwege de integrale aanpak van immigratie.
Maatregelen als de vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst, tijdelijke detentie en speciale aandacht voor de bescherming van minderjarigen zonder begeleiding alsmede toegang tot diensten op het gebied van de gezondheidszorg en het onderwijs betekenen geen schending van het Europees Verdrag voor de Mensenrechten, maar daarentegen het bewijs dat de Europese Unie nog een stap in de richting van het creëren van een gemeenschappelijk beleid heeft gezet op het gebied van illegale immigratie.
Ook zou ik de Raad en de heer Weber willen feliciteren met het behaalde compromis.
Erik Meijer (GUE/NGL), schriftelijk. – (NL) Oorlog, dictatuur, discriminatie, natuurrampen en armoede leiden ertoe dat mensen uit Afrika en Azië naar Europa vluchten. Voor veel vluchtelingen is dat geen keuze voor positieverbetering, maar gaat het puur om overleven. Op de top van Tampere in 1999 werd geprobeerd om de stroom van vluchtelingen naar een aantal EU-lidstaten te verminderen. Dat gebeurde niet door met een beroep op onderlinge solidariteit de vluchtelingen beter te spreiden over het grondgebied van de EU-staten, maar alleen door de toegang tot Europa aan de buitengrenzen nog sterker te belemmeren. In de afgelopen jaren zijn steeds meer schrijnende situaties ontstaan. Veel mensen verdrinken op zee, en als ze het land bereiken worden ze een tijdlang opgesloten, gedwongen tot illegaliteit of onder dwang teruggestuurd naar een land waar zij niet kunnen overleven.
Het verslag Weber en de poging om in eerste lezing te komen tot een akkoord met de Raad leiden tot een nog verdere verslechtering. Terecht ontstaat daartegen in brede kring steeds meer verzet. Als dit desondanks wordt aangenomen kunnen mensen zonder proces anderhalf jaar worden opgesloten, kunnen kinderen gemakkelijker worden teruggestuurd en krijgen teruggestuurden een inreisverbod voor 5 jaar ongeacht de in die tijd eventueel verslechterde toestand in hun land van inwoning.
Andreas Mölzer (NI) , schriftelijk. − (DE) De meesten van de naar schatting tweeënveertig miljoen vluchtelingen in 2007 waren economische migranten die in de val liepen van immigratiegangsters en hun leven riskeerden om El Dorado te bereiken. Dat leidt niet alleen tot ontelbare menselijke tragedies, maar legt ook een druk op de sociale stelsels van de bestemmingslanden en verstopt de juridische doorstroming door hopeloze asielzaken, die het leven nog moeilijker maken voor degenen die misschien een echte claim op asiel hebben.
In het verleden hebben sommige lidstaten nog eens miljoenen illegalen aangetrokken met massalegalisaties of minidetenties, gevolgd door automatische toestemming om te blijven. Hoewel de maatregelen die zijn voorgesteld krachtens de terugkeerrichtlijn veel te slap zijn, zijn ze tenminste een stap in de goede richting, vooral als de voorgestelde minimumdetentieperiode strenger is dan die welke sommige lidstaten nu hanteren, derhalve heb ik voor het verslag gestemd.
Cristiana Muscardini (UEN) , schriftelijk. − (IT) Ik wil mijn collega’s van de LIBE-commmissie gelukwensen met het compromis dat werd bereikt met de Commissie. Dit is de eerste keer dat de Unie erin is geslaagd gemeenschappelijke regels op te stellen voor de terugkeer van illegaal verblijvende burgers uit derde landen. Het valt te prijzen dat de richtlijn ten doel heeft om door gemeenschappelijke, transparante terugkeerprocedures ervoor te zorgen dat de betrokkenen een menselijke behandeling krijgen en om de samenwerking te verbeteren tussen de nationale autoriteiten van de migranten en de lidstaten, inclusief het instellen van een terugkomstverbod, dat geldt in de hele Unie en niet langer dan vijf jaar geldig is.
Vrijwillige terugkeer, de duur van tijdelijke hechtenis, met alternatieven voor bepaalde gevallen, de opzet van hechtenisfaciliteiten, het verbod op collectieve terugkeer, de speciale behandeling die minderjarigen en kwetsbare personen moeten krijgen als er een besluit over terugkeer wordt genomen en het bijeenhouden van het gezin: dat zijn allemaal positieve kenmerken van het voorstel voor een richtlijn, net als de gratis juridische bijstand, om desgewenst in beroep te gaan tegen een uitzettingsbevel.
Ik stem voor deze maatregel, in de wetenschap dat illegale immigratie effectiever zal worden bestreden met gemeenschappelijke, transparante regels. Deze regels zullen de veiligheid van onze burgers vergroten en weer eens bevestigen dat, als het om gemeenschappelijke problemen gaat, zoals die betreffende immigratie, Europa met één stem moet spreken en bevestigen dat de principes van welkom en wettig gedrag onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
Robert Navarro (PSE) , schriftelijk. – (FR) Een meerderheid van het Europees Parlement heeft vandaag het voorstel voor de terugkeerrichtlijn aangenomen. Dit voorstel voor een richtlijn, dat is bedoeld om een minimum aan gemeenschappelijke normen voor de behandeling van illegale immigranten in het leven te roepen, was oorspronkelijk bedoeld als antwoord op de vaak tragische situatie in de ongeveer 224 detentiekampen overal in Europa. Het is een gevoelig initiatief, omdat we weten dat sommige landen generlei regels of beperkingen kennen voor de detentie van illegale vreemdelingen. Tijdens de stemming in commissie boekten de Socialisten aanzienlijke vooruitgang door essentiële garanties vast te leggen aangaande de mensenrechten, die in het oorspronkelijke voorstel ontbraken. Deze zijn nu door de Raad en de PPE-rapporteur geschrapt, omdat ze, zo lijkt het, een meer repressief pakket prefereren in de hoop dat het degenen die al in een staat van wanhoop verkeren, zal ontmoedigen. Het resultaat is een richtlijn dat een proces voor het criminaliseren van migranten ratificeert, hen gedurende langere opeenvolgende perioden bij elkaar propt onder erbarmelijke omstandigheden en minderjarigen scheidt van hun gezin, terwijl de zogenaamde garanties voor het recht op juridische bijstand en het instellen van beroep in feite wordt overgelaten aan de willekeur van de lidstaten. Dat is simpelweg onaanvaardbaar en druist in tegen de waarden die Europa beweert te vertegenwoordigen. Dat is waarom ik besloot tegen de tekst te stemmen.
Dimitrios Papadimoulis (GUE/NGL) , schriftelijk. – (EL) De conservatieve meerderheid in het Europees Parlement heeft weer eens de stem van de burgers en het gezonde verstand genegeerd. Door de “Richtlijn van de schande” aan te nemen in een poging een Fort Europa te creëren worden immigranten beroofd van hun elementaire mensenrechten en veroordeeld tot een leven van illegaliteit. De schandaleuze en inhumane compromis-overeenkomst is in tegenspraak met het bestaande internationale wettelijk kader. De garanties dat immigranten in Europa beter worden beschermd, zijn geheel in tegenspraak met de akelige beelden van de “opvang”centra.
Europa kan zichzelf niet verschuilen achter deze onaanvaardbare wetgeving en de deur sluiten voor immigranten.
De regering van de Nieuwe Democratie (ND) en zijn Parlementsleden, die het besluit van vandaag actief hebben gesteund, zijn grotendeels verantwoordelijk. Wat de heer Karamanlis zei voor de televisiecamera’s, toen hij enkele dagen geleden het opvangcentrum voor immigranten op het eiland Samos bezocht, wordt gelogenstraft door de acties van de Nieuwe Democratie.
Tobias Pflüger (GUE/NGL) , schriftelijk. − (DE) De redenen waarom ik tegen de terugkeerrichtlijn heb gestemd, waren de volgende:
De richtlijn die door de Ministers van Binnenlandse Zaken van de EU werd overeengekomen maakt niet alleen een detentieperiode van 18 maanden mogelijk alvorens over te gaan tot uitzetting voor zogenaamde “illegaal verblijvende ingezetenen van derde landen”; het zorgt ook voor een terugkomstverbod voor vluchtelingen die zijn uitgezet. Ten gevolge van de richtlijn worden zo’n acht miljoen niet-Europese burgers zonder een geldige verblijfsvergunning bedreigd met detentie en uitzetting naar hun “thuisland”.
Bovendien maakt de richtlijn het mogelijk minderjarigen zonder begeleiding in detentie te nemen en te verwijderen, iets dat een flagrante schending van het VN-verdrag inzake de Rechten van het Kind betekent. Er bestaan plannen om migranten uit te zetten naar transitlanden die niet hun thuislanden zijn. Veel procedurele garanties en wettelijke rechten voor migranten om in beroep te gaan tegen uitzetting zijn verdwenen uit de definitieve tekst, hetgeen ook de rechten van die migranten in gevaar zou kunnen brengen die wel asiel kunnen aanvragen.
De richtlijn legt kortom een basis voor de stigmatisering en criminalisering van migranten die, zonder enige misdaad te hebben begaan, zullen worden beroofd van hun vrijheid en in detentiecentra gehouden onder mensonwaardige omstandigheden. De richtlijn holt normen op het gebied van Europese en internationale mensenrechten uit door de leefomstandigheden voor immigranten verder te verslechteren. Deze nieuwe maatregel is in lijn met de logica van het immigratie- en asielbeleid van de EU-lidstaten, dat al sinds 1990 gevoerd wordt en dat bekend staat om het stelselmatig ontmantelen van migrantenrechten. Er moet nu verzet komen tegen de implementatie van de richtlijn.
Lydie Polfer (ALDE) , schriftelijk. – (FR) Het voorstel voor een richtlijn om illegaal verblijvende inwoners van derde landen terug te sturen is bedoeld om de Europese Unie van een gemeenschappelijk immigratiebeleid te voorzien door criteria vast te leggen voor de maximumperiode van tijdelijke hechtenis, door een procedure voor vrijwillige terugkeer te bevorderen en door degenen die zijn uitgezet te verbieden opnieuw de Europese Unie te betreden.
De tekst wordt voorgesteld als een compromis en kan, net als alle compromissen, worden verbeterd. Dus de maximale detentieperiode van achttien maanden, die kan worden verlengd tot 12 maanden, ligt flink boven de maximale hechtenisperiode die we in mijn land, Luxemburg, kennen (3 maanden).
Aan de andere kant legt het document bepaalde garanties voor gezinnen en kinderen vast, en specificeert het tevens de voorwaarden die het beginsel van niet-uitzetting naar het land van herkomst regelt.
Omdat deze kwestie onder de medebeslissingsprocedure komt, staat het Parlement op gelijke voet met de Raad van ministers en een negatieve stemuitslag zou leiden tot vertragingen die schadelijk zijn voor deze zeer gevoelige kwestie.
Daarom heb ik, ondanks bepaalde reserves, voor het voorstel voor een richtlijn gestemd.
Luís Queiró (PPE-DE) , schriftelijk. − (PT) Een gebied dat buitengrenzen deelt en geen binnengrenzen kent, moet bepaalde regels over de toegang, de verplaatsing, de verblijfplaats en het vertrek van onderdanen uit derde landen met elkaar in overeenstemming brengen. Een bloeiende economie en een welvaartsstaat met hoge mates van bescherming, in vergelijking met de buurlanden, dient regels en voorwaarden op te stellen voor de toegang van onderdanen uit derde landen.
Het is daarom van essentieel belang dat er een bepaalde samenhang komt tussen de regels van de verschillende regio’s met een gemeenschappelijke grens. Dat moet gebeuren met in het achterhoofd de gedachte dat immigratie een aanwinst en een voordeel is voor de landen van bestemming en een mogelijk voordeel voor de landen van herkomst, vooropgesteld dat het volgens de regels gaat en legaal is. Ook moet men goed bedenken dat, wanneer we mensen verwelkomen die het moeilijk hebben, dit een teken van beschaving is dat we niet de rug kunnen toekeren.
Ik steun de essentie van dit verslag, omdat het ons niet dwingt minder garanties te geven, maar deze in feite oplegt waar ze afwezig waren.
Tot slot, in het debat over dit onderwerp, geloof ik dat er een punt ontbrak. De bestemming van immigratie, althans de immigratie binnen Europa, is aan het veranderen. Gezien het feit dat migratiestromen een van de meest veelzeggende economische indicatoren zijn, verdient dit punt meer aandacht.
Frédérique Ries (ALDE) , schriftelijk. – (FR) Het is niet zo dat ik de tekst niet onvoldoende vind op bepaalde punten, vooral die welke betrekking hebben op de detentie van minderjarigen en de gezondheidskwesties, maar hier legt dit compromis, dat nu dan eindelijk, na drie jaar onderhandelen met de Raad, is losgepeuterd van bepaalde lidstaten, regels op aan die landen die deze nooit hadden en, een belangrijk punt, het belet anderen niet hun eigen wetgeving te handhaven of om zelfs nog flexibelere wetten toe te passen.
De heksenjacht die vandaag door sommigen weer is gevoerd tegen degenen die proberen paal en perk te stellen aan de immigratie in Europa, kan niet rekenen op mijn steun. Nee, Europa is geen fort. Bijna twee miljoen immigranten komen hier elk jaar legaal. Nee, de richtlijn legt geen detentie van 18 maanden op: de algemene regel is maximaal 6 maanden, met zeer scherp omschreven uitzonderingen, ik herhaal het nog maar eens, in die negen landen die een onbeperkte detentieperiode kennen. In België is de gemiddelde detentieperiode bijvoorbeeld 22 dagen.
Vandaag “nee” stemmen is de gemakkelijke uitweg, goed voor een kop in de krant, en in dit geval ben ik ervan overtuigd dat het degenen waar het vooral omgaat niet zal dienen, namelijk de migranten zelf, die moeten worden geholpen en waarmee we in enkele gevallen in discussie moeten.
Luca Romagnoli (NI) , schriftelijk. − (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik stem voor het verslag van de heer Weber. Europa begint eindelijk het probleem van de illegale immigratie op een verantwoordelijke, effectieve manier aan te pakken. De terugkeerrichtlijn is een eerste stap naar een fatsoenlijk beleid om het verschijnsel te bestrijden. Illegale immigranten moeten worden verplicht Europa te verlaten, met alle respect voor minimumnormen die ervoor zorgen dat de betrokkenen een humane behandeling ondergaan. Zoals we altijd hebben beweerd, is illegale immigratie een buitengewoon serieus probleem en de verantwoordelijkheid om deze aan te pakken dient te worden overgelaten aan de afzonderlijke landen. Niettemin is het probleem vaak een Europees probleem, en daarom kunnen niet alle verantwoordelijkheden en kosten worden neergelegd bij bepaalde landen, en dan met name Italië.
Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. – (NL) De veel te lange termijn voor opsluiting is één van de belangrijkste redenen. De mogelijkheid om volwassenen en zelfs kinderen maar liefst achttien maanden op te sluiten gaat te ver. Zeker omdat ze ook in detentie worden genomen als hun land van herkomst niet meewerkt door de juiste papieren te verstrekken. Buiten hun schuld om kunnen zij vaak niet terugkeren. Het feit dat illegale op het grondgebied verblijvende personen terug mogen worden gestuurd naar het land waar ze doorheen zijn gereisd is ook geen oplossing. Een inreisverbod van maximaal vijf jaar is in strijd met de gedachte dat mensen in Europa bescherming moeten krijgen als dat nodig is. Bovendien zal deze maatregel aanleiding geven tot illegale trafiek en mensensmokkel. De Unie heeft dringend behoefte aan afspraken over wie mag binnenkomen, maar legt zich nu vooral toe op afspraken over uitzetten. Het voorstel is hierdoor eenzijdig en zeer onevenwichtig. Zo’n afspraken zijn pas betekenisvol als ze rechtsbescherming bieden aan mensen zonder geldige papieren. Helaas is dat met dit compromis onvoldoende het geval. Ik bewijs het Europees migratiebeleid geen dienst door hiermee in te stemmen.
Catherine Stihler (PSE) , schriftelijk. − (EN) Het schrappen van amendement 98 betreffende de behandeling van minderjarigen zonder begeleiding, d.w.z. kinderen, en amendement 103 over de voorwaarden, de duur en de wettelijkheid van migranten in detentie, valt zeer zwaar voor degenen onder ons die geloven in menselijke waardigheid.
Daniel Strož (GUE/NGL) , schriftelijk. − (CS) Naar mijn mening is de ontwerpresolutie omtrent gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor het terugsturen van illegaal verblijvende onderdanen uit derde landen geen goede tekst. Er wordt probeerd door middel van administratieve en repressieve methoden een serieus probleem “op te lossen”, dat echt vraagt om een politieke oplossing, gericht op het wegnemen van de oorzaken van illegale migratie. Het ontwerpverslag, dat de heer Manfred Weber het Europees Parlement in plenaire zitting presenteerde, bevat niet meer dan (min of meer) cosmetische wijzigingen die niet ingaan op de kern van de zaak.
Door repressieve maatregelen te introduceren jegens de zogenaamde illegale immigranten, zoals de zogenaamde tijdelijke hechtenis, en hen vast te houden onder de erbarmelijke omstandigheden die er in sommige detentiecentra heersen (volgens de LIBE-commissie), worden internationaal erkende verdragen voor de bescherming van de mensenrechten geschonden.
Bovendien zien we in de verklaring een fundamenteel probleem dat op het totale concept van het document van invloed is. Hoewel het een alternatief biedt, de mogelijkheid zogenaamde illegale immigranten wettelijke verblijfsvergunningen te geven, zijn zowel het voorstel van de Commissie als het verslag dat moet worden aangenomen door het Europees Parlement, gebaseerd op één enkele premisse: dat illegale immigranten Europa uitmoeten. De bovenstaande feiten in overweging nemend, is mijn advies dat het verslag moet worden afgewezen.
Silvia-Adriana Ţicău (PSE), schriftelijk. − (RO) De Unie is gebaseerd op gemeenschappelijke waarden en beschermt de mensenrechten. Ik heb vóór de amendementen van de Europese sociaaldemocraten gestemd, omdat zij de lidstaten hebben verzocht zieke mensen een zelfstandige verblijfsvergunning of andere vergunning die hen verblijfsrecht geeft toe te kennen.
Het doel hiervan is dat men voldoende toegang tot medische zorg kan krijgen, behalve in de gevallen waarin bewezen kan worden dat de desbetreffende personen voldoende behandeling en medische zorg in hun eigen land van herkomst kunnen krijgen. Verder vind ik het essentieel dat de desbetreffende onderdaan van een derde land direct in vrijheid wordt gesteld als de hechtenis onrechtmatig is. Minderjarigen in hechtenis moeten kunnen deelnemen aan ontspannende activiteiten, zoals spel- en recreatieactiviteiten die voldoende op hun leeftijd afgestemd zijn en moeten toegang tot onderwijs hebben.
Alleenstaande kinderen moeten in instellingen zijn geplaatst waar het personeel en de apparatuur voldoende is afgestemd op de behoeften van mensen in hun leeftijdsgroep. In situaties waarin minderjarigen in afwachting van uitzetting in hechtenis worden genomen, vormt het belang van het kind een essentiële basis. Ik betreur het dat deze amendementen niet zijn aangenomen. Ik ben van mening dat het verslag van de heer Weber zonder deze amendementen niet overeenstemt met de Europese waarden, en daarom heb ik tegen dit verslag gestemd.
Jeffrey Titford (IND/DEM), schriftelijk. − (EN) Wij hebben ervoor gestemd het verslag te verwerpen, omdat wij geen enkele vorm van een gemeenschappelijk Europees immigratiebeleid willen. Wij zijn van mening dat het aan de afzonderlijke lidstaten is om te beslissen wie er van hun grondgebied wordt uitgezet en onder welke omstandigheden.
Hoewel wij vrijwel nooit vóór enige wetgeving stemmen, zou ik graag willen aangeven dat wij wel hebben gestemd vóór amendement 75, dat het voorstel van de Commissie voor een gemeenschappelijk uitzettingsbeleid verwerpt, maar niet vóór de redenen/rechtvaardiging die door de fractie die het amendement heeft neergelegd werden gegeven. Wij hadden zo onze eigen redenen om het voorstel te verwerpen.
Dit ongeacht het feit dat deze richtlijn niet van toepassing is in het Verenigd Koninkrijk. Onze stem is gebaseerd op het achterliggende beginsel van het voorstel.
Konstantinos Droutsas (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) Om de beheersing van de elektriciteits- en aardgasmarkten in de EU door grootschalige kapitaalbelangen compleet te maken worden de vijf voorstellen voor het derde wetgevingspakket nu door de Commissie voorbereid. Het doel is om van een maatschappelijk goed een handelsproduct te maken en om de kapitalistische herstructurering van de energiesector door middel van de massale privatisering van de energieproductie en -distributie te bevorderen.
Het voorstel stelt een scherpe concurrentie in, met name bij de groothandel in energie. Het staat een volledige scheiding van de netwerken (transportsystemen of transportbeheersystemen) tussen levering en productie voor. Zo zal er in principe geen onderscheid zijn tussen de openbare en particuliere sector, met als resultaat dat de openbare bedrijven hun relatieve voordelen zullen verliezen en dat concurrenten die de markt opgaan beschermd zullen worden.
In een tijd waarin de internationale olieprijzen snel aan het stijgen zijn, zijn het de werknemers die getroffen worden; de EU begunstigt de belangen van het kapitaal en beschermt en vergroot haar winst.
De slachtoffers van dit beleid zijn de werknemers in de energiesector, en meer in het algemeen gesteld de arbeidersklasse. Zij zullen geconfronteerd worden met hogere prijzen en een teruggang in diensten, hetgeen zal plaatsvinden daar waar de energiemarkt geprivatiseerd wordt.
De massale mobilisering van werknemers en het alom voorkomende gigantische aantal neestemmers in referenda wijzen op een stijgende woede onder de bevolking over dit beleid en openen de weg naar herroeping.
Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) Het is interessant te zien hoe, in dit derde pakket voor de liberalisering van de elektriciteitssector, nog steeds dezelfde argumenten worden gebruikt, ondanks het feit dat we steeds minder controle hebben over de handelingen van de economische en financiële groeperingen die actief zijn op de markt, die hun eigen regels opleggen, prijzen verhogen, werknemers ontslaan, de onzekerheid van werkgelegenheid verhogen en steeds meer verzuimen aan hun openbare dienstverleningsplicht te voldoen.
Hoewel het waar is dat de Europese Unie zonder een effectieve elektriciteits- en gasmarkt steeds meer moeite zal hebben de zekerheid van levering, de duurzaamheid van een energiemarkt die arm is aan kolen als bron, en wereldwijd concurrentievermogen te garanderen, is het ook waar dat deze markt alleen mogelijk zal zijn als er een sterke openbare sector is.
Maar wat er wordt voorgesteld is precies het tegenovergestelde. Er wordt opgeroepen tot meer liberalisering en het tenietdoen van wat er in sommige landen nog van deze openbare sector is overgebleven. Dan wordt er in een vergeefse poging om dit te verhullen een handvest om consumenten te beschermen voorgesteld. We zullen zien hoe dit zal worden toegepast. In ieder geval is de liberalisering van de sector het essentiële punt, en daarom konden wij uiteindelijk alleen maar tegen dit verslag stemmen.
Neena Gill (PSE), schriftelijk. − (EN) Voorzitter, tijdens het debat heb ik over het verslag van mevrouw Morgan gesproken, maar ik was niet in de gelegenheid over amendement 159 te spreken. Dit amendement zou lidstaten verbieden de bouw van nieuwe energiecentrales die meer dan 350 gram kooldioxide per geproduceerd kilowattuur uitstoten toe te staan. Graag zou ik het standpunt namens de leden van de sociaaldemocratische fractie willen verduidelijken, die allemaal een aantal brieven over dit amendement hebben ontvangen.
Hoewel wij beseffen dat de klimaatverandering reëel aanwezig is en dat we de plicht hebben deze aan te pakken, hebben wij tegen amendement 159 gestemd, omdat het de ontwikkeling van alle nieuwe, op gas, olie of kolen werkende energiecentrales zou elimineren. Dit zou in het nadeel zijn van de zekerheid van energielevering en het aanhouden van het licht in Europa.
Robert Goebbels (PSE), schriftelijk. – (FR) Ik heb tegen het verslag van mevrouw Morgan en het energiepakket gestemd, omdat ik geloof dat we daarmee de verkeerde weg inslaan. Het voorgestelde agentschap zal nog weer een bureaucratisch orgaan erbij zijn. Een netwerk van nationale regelgevers met uitgebreide bevoegdheden zou een effectievere manier zijn om ervoor te zorgen dat kleine producenten toegang hebben tot de netwerken. Ontbundeling is een soort toverdrankje geworden, terwijl de ervaring van de landen die dit toegepast hebben dit soort liberale maatregelen zeker niet verdedigt. De energiemarkt is een wereldwijde markt. De concurrentie voor Gazprom en de olieproducerende staten zal niet uit de hoek van de biogascoöperaties maar van de grote Europese bedrijven komen.
Małgorzata Handzlik (PPE-DE), schriftelijk. − (PL) Toen het Europees Parlement vóór verplichte ontbundeling van het eigenaarschap van energieondernemingen in de Europese Unie stemde, nam hij een beslissende stap op weg naar het creëren van een gemeenschappelijke markt in elektrische energie. Het scheiden van deze ondernemingen in bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het produceren van energie en in bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het transporteren daarvan is de enige manier om een open, concurrerende markt waar geen belangenverstrengeling is te creëren.
De consument zou het meest baat hebben bij de voorgestelde wijzigingen. Het aangenomen voorstel versterkt de consumentenrechten aanzienlijk. Het geeft consumenten onder andere het recht om een contract met een elektriciteitsleverancier zonder extra kosten te beëindigen. Consumenten krijgen ook het recht om binnen korte tijd van energieleverancier te veranderen.
We moeten eraan denken dat de elektriciteitsmarkt op dit moment beheerst wordt door monopoliën die hun positie in niet-concurrerende markten misbruiken. Ik denk dat de prijsstops energiegebruikers tegen uitbuiting door energiebedrijven zullen beschermen, zonder nieuwe bedrijven ervan te weerhouden de markt op te gaan.
De voorgestelde oplossingen zullen natuurlijk niet alle problemen op het gebied van energie waar we tegenwoordig mee worden geconfronteerd oplossen, zoals de stijging van de olieprijzen. Desalniettemin vertegenwoordigen deze oplossingen gepaste stappen in de richting van de ontwikkeling van een meer concurrerende markt. Het debat zal zich in de Raad voortzetten. Helaas zullen echter waarschijnlijk niet alle voorstellen van het Europees Parlement worden aangenomen. Zoals de rapporteur terecht aangaf, willen veel lidstaten hun eigen nationale belangen beschermen.
Jacky Hénin (GUE/NGL), schriftelijk. – (FR) Dit derde energiepakket blijft onwrikbaar de weg volgen van een totale scheiding van de energieproductie en distributienetwerken.
Het is erop gericht de gehele energiesector puur te onderwerpen aan de regels van een vrije markt en aan het concurreren van iedereen met alle anderen.
Omdat dezelfde oorzaken dezelfde effecten opleveren, zal dit de Europese Unie naar een nog grotere ramp leiden dan de ramp die zich in het jaar 2000 in Californië voltrok.
Dit beleid is slecht voor consumenten, slecht voor de werknemers in de sector, slecht voor het midden- en kleinbedrijf en kleine en middelgrote industriële ondernemingen, slecht voor de zekerheid en slecht voor het milieu. De markt en de particuliere sector zijn niet in staat aan de energiebehoeften van de Europeanen te voldoen en in te spelen op de uitdagingen die de opwarming van de aarde met zich meebrengt en op het tijdperk na fossiele brandstof. Hun belangrijkste doelstelling is om zo veel mogelijk aan hun aandeelhouders uit te keren, en niet om in het algeheel belang te handelen.
We hebben in Europa een gepaste interne markt voor energie nodig, en dit kan alleen worden bereikt op basis van samenwerking. De energiesector moet zich laten leiden door gecoördineerd openbaar handelen vanuit de lidstaten, en niet door de activiteiten van de financiële markten. De EU moet stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat energie erkend wordt als een wereldwijde openbare bron en niet als alleen maar nog een handelsproduct dat gekocht en verkocht kan worden.
Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. – (EN) Ik was teleurgesteld dat het amendement van mijn eigen fractie over de aansprakelijkheid bij nucleaire ongevallen niet aangenomen is. Toch bevat het definitieve verslag van mevrouw Morgan veel aanwijzingen om het te adviseren, en ik verwelkom de toevoeging van verwijzingen aan het voorgestelde handvest over de rechten van energiegebruikers. Dat alles tegen elkaar afwegende, kon ik daarom vóór het verslag stemmen.
Tunne Kelam (PPE-DE), schriftelijk. − (ET) Ik ben een groot voorstander van deze amendementen, omdat ze de vrije concurrentie in de Europese Unie versterken, prijzen op een redelijk niveau helpen houden en consumenten tegelijkertijd in staat stellen de vrijheid te hebben op elk gewenst moment naar een andere elektriciteitsleverancier over te stappen. Bovendien stimuleert dit een gemeenschappelijk, grensoverschrijdend gebruik van elektriciteit en beschermt daarmee ook staten en consumenten tegen plotselinge tekorten aan elektriciteit. Ik roep op tot snel handelen op dit gebied en het uitsluiten van onnodige bureaucratie en lasten om elektriciteitsbedrijven in de EU in staat te stellen in de gehele EU vrij te handelen om de vrije concurrentie te versterken en consumenten de mogelijkheid te geven bewuste keuzes te maken.
Roselyne Lefrançois (PSE), schriftelijk. – (FR) Ik heb tegen dit verslag gestemd, dat in het willen stellen van gemeenschappelijke regels voor de interne markt in elektriciteit in feite voorstelt het erfgoed van de traditionele netwerken die op dit gebied actief zijn in Europa af te breken.
Het scheiden van de productie van energie en de distributie van energie zal naar mijn mening geen extra garanties bieden voor wat betreft de efficiency, zekerheid of toegankelijkheid van het netwerk, vooral in de huidige situatie waarin sprake is van een aanhoudende stijging in de wereldwijde vraag naar elektriciteit en een grote onzekerheid over de bronnen.
Dit laatste aspect maakt een nog grotere structurele investering nodig om onze leveringen veilig te stellen en onderzoek en innovatie te bevorderen, een vooruitzicht dat grotendeels onverenigbaar lijkt met de filosofie van sterke concurrentie en winstgevendheid op de korte termijn die ten grondslag ligt aan de beslissing de richting in te slaan van een complete deregulering van deze sector.
De “derde manier”, die door de Franse sociaaldemocraten wordt gesteund, maar helaas niet is aangenomen, blijkt een veel zinvollere oplossing te zijn, omdat deze ons in staat stelt de geërfde integriteit van de grote energieondernemingen in Europa te behouden en tegelijkertijd de organisatie van de distributie van elektriciteit in handen van onafhankelijke regelgevers plaatst.
Desalniettemin verwelkom ik de vooruitgang die dit verslag vertegenwoordigt voor wat betreft het beschermen van consumenten, met name het introduceren van regels om energietekorten te bestrijden en het zorgdragen voor transparantie van en toegankelijkheid tot informatie voor de eindgebruiker.
Erik Meijer (GUE/NGL), schriftelijk. – (NL) Het beschikbaar stellen van elektriciteit is geen handel maar een nutsvoorziening. Die moet ononderbroken aan iedere belanghebbende leveren met een zo laag mogelijke belasting voor het milieu. Die eis is strijdig met de risico’s van internationale handel door concurrerende bedrijven. Ook in de toekomst blijft elektriciteit een schaars en kwetsbaar product, zeker nu fossiele brandstoffen uitgeput raken en de opwarming van de aarde doorgaat.
Daarom is het goed dat het in veel EU-lidstaten de staat of lagere overheden zijn die elektriciteitscentrales en elektriciteitsnetwerken tot stand hebben gebracht. Privatisering van die nutsvoorzieningen is ongewenst en gevaarlijk. Verkoop verschaft nieuwe eigenaren een monopolie op het transportnetwerk. Dat netwerk is een onrendabel hulpmiddel tussen productie en verkoop, maar het bezit ervan kan worden misbruikt om aan gebruikers en eventuele concurrenten een hoge tol op te leggen. Vaststelling van elektriciteitsprijzen via de beurs leidt tot veel hogere consumentenprijzen dan de productiekosten.
Terecht wordt binnen EU-lidstaten bekeken hoe die gevaren moeten worden bestreden. Per lidstaat loopt de situatie sterk uiteen. Afwegingen kunnen het beste daar worden gemaakt. Ik stem voor de grootst mogelijke vrijheid van de lidstaten, de derde variant zoals bedoeld in het amendement Glante, maar daarna tegen deze Europese richtlijn als geheel.
Lydia Schenardi (NI), schriftelijk. – (FR) Het werkelijke doel van dit derde energiepakket is duidelijk niet zekerheid van levering, kwaliteit van de geboden diensten, betaalbare prijzen of de mogelijkheid van consumenten hun leverancier vrij te kunnen kiezen, maar wel het permanent afbreken van wat er nog over is van de oude openbare monopoliën op het gebied van elektriciteit.
De vastberadenheid die de Commissie en veel leden van dit Huis tonen door een “geërfde scheiding” op te willen leggen, met andere woorden “historische” ondernemingen zoals EDF te dwingen het eigenaarschap van hun netwerk op te geven, is onacceptabel. De activiteiten waar deze bedrijven van beschuldigd worden, namelijk het beperken van de toegang van concurrenten tot het netwerk en het doelbewust beperken van investeringen in infrastructurele projecten, zijn feitelijk nooit bewezen. Ook is het niet duidelijk hoe het toevertrouwen van de controle over het netwerk aan één enkele onderneming die niet de elektriciteitsleverancier is een juist en adequaat niveau van investeringen, het niet misbruiken van een sleutelpositie of een beter congestiebeheer kan garanderen.
Hoewel wij altijd het exclusieve voorrecht van de lidstaten in energiezaken hebben verdedigd dat een strategisch gebied van een te groot belang is om aan de Eurocraten over te laten, zullen wij daarom, als de minste van twee kwaden, de oplossing met een “effectieve scheiding” steunen die onder andere door Frankrijk en Duitsland wordt voorgesteld. En wij zullen tegen de teksten stemmen waarvan we de standpunten fundamenteel afkeuren.
José Albino Silva Peneda (PPE-DE), schriftelijk. − (PT) Ik kon alleen maar vóór dit verslag stemmen. Ja zeggen tegen alle bewegingen voor de liberalisering van de elektriciteitsmarkt betekent ja zeggen tegen een eerlijkere, meer concurrerende en meer transparante markt.
Maar het is niet alleen de juistheid van dit verslag, dat de consument centraal in deze kwestie stelt, die mij grijpt. Door de stijgende energieprijzen en het gebrek aan concurrentie in de nationale markten bestaat het gevaar dat het aantal burgers dat wordt uitgesloten van toegang tot energievoorziening steeds groter wordt. Daarom ben ik het eens met de geuite maatschappelijke bezorgdheid, omdat het idee van brandstoftekort voor het eerst gedefinieerd is, waarmee het belang van het feit dat de lidstaten nationale plannen moeten ontwikkelen die alle burgers omvatten onder de aandacht wordt gebracht.
Gezien de huidige situatie op de nationale energiemarkten binnen de EU is het onaanvaardbaar dat één bedrijf zowel eigenaar is van het elektriciteitsnetwerk alsook verantwoordelijk is voor het transporteren van elektriciteit, en zodoende in feite een monopolie heeft, omdat het dan de toegang tot de markt kan blokkeren voor nieuwe bedrijven die, in veel gevallen, meer concurrerend zijn.
Dit document geeft dan ook heel moedig de noodzaak aan het niveau van de transparantie en concurrentie binnen de energiesector te verhogen, terwijl het de consument ook effectief beschermt tegen de gevolgen van een gesloten en inflexibele markt.
José Albino Silva Peneda (PPE-DE), schriftelijk. − (PT) Ik kon alleen maar vóór dit verslag stemmen. Ja zeggen tegen alle bewegingen voor de liberalisering van de elektriciteitsmarkt betekent ja zeggen tegen een eerlijkere, meer concurrerende en meer transparante markt.
Maar het is niet alleen de juistheid van dit verslag, dat de consument centraal in deze kwestie stelt, die mij grijpt. Door de stijgende energieprijzen en het gebrek aan concurrentie in de nationale markten bestaat het gevaar dat het aantal burgers dat wordt uitgesloten van toegang tot energievoorziening steeds groter wordt. Daarom ben ik het eens met de geuite maatschappelijke bezorgdheid, omdat het idee van brandstoftekort voor het eerst gedefinieerd is, waarmee het belang van het feit dat de lidstaten nationale plannen moeten ontwikkelen die alle burgers omvatten onder de aandacht wordt gebracht.
Gezien de huidige situatie op de nationale energiemarkten binnen de EU is het onaanvaardbaar dat één bedrijf zowel eigenaar is van het elektriciteitsnetwerk alsook verantwoordelijk is voor het transporteren van elektriciteit, en zodoende in feite een monopolie heeft, omdat het dan de toegang tot de markt kan blokkeren voor nieuwe bedrijven die, in veel gevallen, meer concurrerend zijn.
Dit document geeft dan ook heel moedig de noodzaak aan het niveau van de transparantie en concurrentie binnen de energiesector te verhogen, terwijl het de consument ook effectief beschermt tegen de gevolgen van een gesloten markt.
Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) Dit is al weer een onderdeel van het derde pakket aan maatregelen om de energiemarkten in de Europese Unie te liberaliseren, als vervolg op de aanbevelingen die het Europees Parlement in juni 2007 heeft aangenomen. De rapporteur stemt in met: het opnemen van sterkere en meer onafhankelijke bevoegdheden voor de regelgevers; het uitbreiden van de vereisten voor transparantie in de markt; een beter kader voor samenwerking op Europees niveau tussen nationale regelgevers alsook tussen bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het transportsysteem; meer nadruk op de verdere ontwikkeling van de koppelingscapaciteit tussen de lidstaten; en het voorstel het eigenaarschap te ontbundelen als het meest effectieve, maar niet enige middel om investeringen te stimuleren en discriminatie van nieuwkomers op de markt te voorkomen.
Met andere woorden, de Europese Unie heeft de privatisering afgedwongen van een sector die strategisch is voor de economische ontwikkeling en probeert nu stappen te nemen om het hoofd te bieden aan de ernstige problemen die veroorzaakt zijn door de economische groeperingen die de sector hebben overgenomen. Daarom zet de rapporteur zelf een aantal vraagtekens bij de vrijwillige invoering van de gedragscodes en regels, en beweert hij dat deze verplicht moeten zijn.
Niemand geeft echter toe dat de werkelijke oplossing in het behoud van een sterke openbare sector op het gebied van energie had moeten liggen, en daarom hebben wij tegen dit verslag gestemd.
Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. − (DE) E.ON en RWE hebben hun transportsystemen niet alleen onder druk van de Commissie verkocht; door de ontbundeling die heeft plaatsgevonden is de strategische functie van toegang tot het netwerk, namelijk om nieuwe concurrentie uit te sluiten, grotendeels verloren gegaan. In heel Europa is er een enorme behoefte aan investeringen in de oude infrastructuur van energiecentrales en -netwerken, die ten dele tientallen jaren oud is. Zoals de ervaring met de radicale privatisering van de spoorwegen in het Verenigd Koninkrijk heeft geleerd, hebben investeerders heel weinig interesse in het verbeteren van de infrastructuur. Het is heel goed mogelijk dat de nieuwe bepalingen voor toegang tot het netwerk waarop gedoeld wordt hetzelfde effect zullen hebben. En dat is de reden waarom ik tegen het verslag van Vidal-Quadras heb gestemd.
Andrzej Jan Szejna (PSE), schriftelijk. − (PL) De rapporteur heeft een zeer goed en grondig verslag opgesteld.
Ik denk dat het voorstel van het Europees Parlement in zijn huidige vorm het mogelijk zal maken de activiteiten met betrekking tot het integreren van de energiemarkt in de Unie voort te zetten. Ik ga ervan uit dat het mogelijk zal blijken over alle grensoverschrijdende kwesties tot overeenkomst te komen.
Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) dit is al weer een onderdeel van dit energiepakket. Het gaat over het instellen van het Agentschap voor samenwerking tussen energieregelgevers, dat passend is binnen een wereldwijde strategie, zoals gedefinieerd door de Europese Commissie en de Raad, om de energiesector te liberaliseren en reguleren, hetgeen zij het “energiepakket” hebben genoemd.
De strategie is steeds hetzelfde. Eerst privatiseren ze de openbare sector. Dan ontstaan er problemen en creëren ze regelgevers, nieuwe bureaucratieën en meer controle voor grote machten over wat er in elke lidstaat gebeurt.
Volgens de rapporteur (uit de PPE-DE-Fractie) moeten we verder gaan dan de voorstellen van de Commissie en dit agentschap meer onafhankelijkheid en meer besluitvormingsbevoegdheden geven. Het opleggen van normen, gedragscodes, marktregels en zelfs besluiten van hogere autoriteiten, die het belang van economische groeperingen dienen, is een steeds terugkerend argument. Het agentschap zal een supranationale instelling zijn met bevoegdheden op strategisch gebied – namelijk energie – hetgeen een effect zal hebben op alle sectoren van de maatschappij.
De gevolgen van inmenging in de politieke strategie en economie van elke lidstaat kunnen ernstig zijn. In deze context verwerpen wij het verslag.
Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) De energiemarkten worden steeds meer pan-Europees van aard en het voorgestelde Agentschap voor samenwerking van energieregelgevers zal een belangrijke rol spelen naarmate de markten zich ontwikkelen. Het agentschap moet voldoende bevoegdheden hebben om haar taken te volbrengen en ik kon mijn steun geven aan het verslag dat deze bevoegdheden garandeert en tegelijkertijd de onafhankelijkheid van nationale regelgevers waarborgt.
Andrzej Jan Szejna (PSE), schriftelijk. − (PL) De rapporteur heeft een zeer goed en grondig verslag opgesteld.
Ik denk dat het voorstel van het Europees Parlement in zijn huidige vorm het mogelijk zal maken de activiteiten met betrekking tot het integreren van de energiemarkt in de Unie voort te zetten. Het zal het ook mogelijk maken de bevoegdheden van het agentschap met betrekking tot alle grensoverschrijdende kwesties te versterken. Dit zou moeten resulteren in een effectieve samenwerking tussen de lidstaten.
Adam Bielan (UEN), schriftelijk. − (PL) Het aantal ongevallen waarbij voetgangers zijn betrokken is vorig jaar in Polen met 5,7 procent gestegen, en het aantal ongevallen waarbij fietsers zijn betrokken is met maar liefst 16,8 procent gestegen. Ik steun het verslag van de heer Ferrari, en ben van mening dat het van essentieel belang is de veiligheidseisen te verhogen. Maar we moeten voor ogen houden dat de kosten hiervan niet hoofdzakelijk door de eigenaren van voertuigen mogen worden gedragen.
Ik vertegenwoordig de provincie Klein-Polen, die, met 7 procent, het laagste ongevallencijfer van het hele land heeft. Toch zijn er door de buitengewone verkeersdichtheid en onjuiste infrastructuur van de wegen veel rampenplekken.
Francesco Ferrari (ALDE), schriftelijk. − (EN) Ik beschouw dit verslag als een verdere stap voorwaarts om voetgangers in de EU te helpen tegen de vele door motorvoertuigen veroorzaakte ongevallen waarbij men letsel oploopt of die een dodelijke afloop hebben. Er sterven jaarlijks maar liefst 40 000 burgers.
Verbeteringen in het ontwerp van voertuigen en betere systemen in auto’s, waaronder de kreukelzone voor voetgangers aan de voorkant van auto’s, zijn positieve ontwikkelingen, die moeten worden gestimuleerd. Het verwijderen van bullbars van voertuigen waarvoor ze niet nodig of niet bedoeld zijn – zoals voertuigen waarmee niet op boerenbedrijven wordt gewerkt – is nog een voorbeeld hoe de EU consequent kan zijn voor wat betreft voetgangersvriendelijke verbeteringen.
Ik zal deze zaken in deze stemming steunen en ik vind het van essentieel belang voor voetgangers in de hele EU dat er meer wordt gedaan om de veiligheid van voetgangers te verbeteren.
Neena Gill (PSE), schriftelijk. − (EN) Ik heb vóór dit verslag gestemd, omdat ik het ontwikkelen van passieve en actieve veiligheidssystemen die de impact van verkeersongevallen waarbij voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers betrokken zijn zouden verminderen ondersteun. Hoewel er bij het veroorzaken van ongevallen diverse factoren een rol kunnen spelen (snelheid, menselijk falen), moet het voertuig zelf worden aangepast om de impact tijdens een ongeval te beperken. Ik steun de toezeggingen in het verslag om minimumvereisten op te leggen voor het produceren en functioneren van voertuigen en frontale beschermingssystemen.
Ik ben echter van mening dat de enorme kans om samen te werken met ontwikkelings- en opkomende landen in dit verslag ontbreekt. Dit omdat de meeste dodelijke ongevallen op de weg, ongeveer 70 procent, in ontwikkelingslanden plaatsvinden. 65 procent van de sterfgevallen betreft voetgangers, terwijl 35 procent van de sterfgevallen onder voetgangers kinderen betreft. Alleen al in een land zoals India vindt maar liefst 10 procent van het totale aantal verkeersongevallen met dodelijke afloop in de hele wereld plaats.
De EU moet haar expertise in het verzamelen en analyseren van verkeersongevallen evenals het ontwikkelen van actieve en passieve veiligheidssystemen met ontwikkelingslanden uitwisselen en delen. Er valt veel te zeggen voor overdracht van de EU naar ontwikkelingslanden van technologie waarmee verkeersongevallen en hun impact op weggebruikers kunnen worden verminderd.
Genowefa Grabowska (PSE), schriftelijk. − (PL) Ik zou graag willen benadrukken hoe belangrijk dit verslag is en de rapporteur willen feliciteren met het resultaat. Het is een feit dat er jaarlijks in de Europese Unie 8 000 weggebruikers omkomen. De slachtoffers zijn voornamelijk voetgangers en fietsers. Daarnaast raken nog eens 300 000 mensen gewond. Deze stand van zaken gaat gepaard met persoonlijke tragedies en heeft ook beduidende maatschappelijke en economische gevolgen. Derhalve zouden de maatregelen van de Unie die ten doel hebben voor een betere bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers tegen letsel dat wordt opgelopen bij aanrijding door motorvoertuigen te zorgen bijzonder welkom zijn.
Sinds oktober 2005 en volgens de bepalingen die op dit moment van kracht zijn moeten bepaalde voertuigen aan een aantal tests op grond van de aanbevelingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek voldoen. Daarnaast stelt de Unie voor beduidend strengere vereisten op te leggen voor tests van motorvoertuigen die na 2010 op de Europese markt verschijnen. Het verslag dat voor ons ligt biedt de mogelijkheid actieve en passieve veiligheidsmaatregelen aan elkaar te koppelen, en voorziet de toekomstige lancering van antibotsingssystemen. Tot op heden is er geen effectief systeem op de markt dat in de bescherming van voetgangers in geval van aanrijding voorziet, zodat de Commissie de industrie met recht stimuleert om een dergelijk systeem te ontwikkelen. Ik ben het ook eens met de rapporteur dat de technische mogelijkheden die voor hogere passieve veiligheidsnormen kunnen zorgen voortdurend bijgehouden moeten worden, evenals mogelijkheden die betrekking hebben op hogere veiligheidseisen.
Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Elk jaar worden er in heel Europa duizenden voetgangers en fietsers in verkeersongevallen gedood of gewond. De Europese wetgeving heeft een belangrijke rol gespeeld in het verminderen van de sterf- en letselgevallen, maar het is belangrijk dat de normen up-to-date zijn. De voorstellen op dit gebied moeten worden verwelkomd en zodoende heb ik vóór het verslag van de heer Ferrari gestemd.
Zita Pleštinská (PPE-DE), schriftelijk. − (SK) De statistieken van verkeersongevallen in de EU zijn alarmerend. Geschat wordt dat er jaarlijks maar liefst 8 000 kwetsbare weggebruikers, voetgangers en fietsers, worden gedood, en dat er 300 000 gewond raken. Tot 80 procent van de verkeersongevallen gebeurt in steden en dorpen waar de snelheidslimiet tussen de 40 en 60 km per uur ligt. Dit geeft aan dat niet alleen te snel rijden, maar ook de kwaliteit van de infrastructuur van de wegen en, met name, de veiligheid van voertuigen verantwoordelijk voor verkeersongevallen kan zijn.
De oproep tot het gebruik van het openbaar vervoer, en tot wandelen en fietsen als alternatief op het gebruik van auto’s moet in evenwicht worden gebracht met maatregelen die gericht zijn op het omlaag brengen van het aantal opgelopen letsels. Op dit moment zijn er geen systemen ter voorkoming van botsing op de markt die effectief in staat zijn voetgangers of andere kwetsbare weggebruikers tijdig te identificeren.
Ik verwelkom het verslag van de rapporteur, de heer Francesco Ferrari, over het voorstel voor een verordening betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers, en heb er vóór gestemd. De ambitie van de Europese auto-industrie moet erop gericht zijn auto’s te verkopen die niet alleen technisch zeer geavanceerd en ecologisch schoon maar ook bijzonder veilig zijn.
Om te zorgen voor een hoog veiligheidsniveau in alle situaties moet de verplichte installatie van actieve remsystemen bij alle nieuwe voertuigen vanaf 2009, zoals in het voorstel van de Commissie wordt gesteld, systemen voor een hoog niveau van passieve veiligheid niet vervangen, maar deze aanvullen.
Ik ben van mening dat deze verordening zal bijdragen aan het verbeteren van de veiligheid voor alle weggebruikers.
Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. − (PT) Verkeersveiligheid is een prioriteit van het Europese vervoersbeleid, een echt punt van zorg voor politieke besluitvormers en pijler voor alle burgers in de strijd tegen de tragedies die, helaas, maar al te vaak op de Europese wegen blijven plaatsvinden. Het verslag van de heer Ferrari heeft ten doel de vereisten van de Gemeenschap op het gebied van veiligheid te versterken en derhalve de veiligheid van voetgangers te verbeteren. Daarom mogen we er niet aan twijfelen optimale aandacht en de beste middelen die er beschikbaar zijn om veiligheid op onze wegen te garanderen te eisen. Het is vooral essentieel dat de wetgevingsactiviteiten zo rigoureus mogelijk blijven voortgaan en dat de aangenomen maatregelen gepast gecontroleerd en geëvalueerd worden om ervoor te zorgen dat de benodigde verbeteringen tijdig worden aangebracht om verdere tragedies te voorkomen. Wij verwelkomen de poging in dit verslag manieren aan te geven om de verloren tijd in te halen en ervoor te zorgen dat de voorgestelde preventiesystemen de meest correcte en meest geschikte zijn voor slachtoffers van aanrijding door motorvoertuigen.
Tenslotte, en omdat het venijn soms in de details zit, is het onze taak er, zelfs op de meer technische vlakken, voor te zorgen dat de wetgeving die we maken altijd de beste beschermingsmiddelen biedt voor onze burgers.
Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. − (IT) Ik stem vóór het verslag van de heer Ferrari. Ik ben het eens met het doel van dit voorstel om de vereisten in de Gemeenschap die erop gericht zijn de veiligheid van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers bij letsel tengevolge van aanrijding door een motorvoertuig te verbeteren aan te scherpen.
Ik geloof dat het, zowel wat de tijd betreft als technisch gezien, mogelijk is snel vordering te maken met het ontwerpen en implementeren van passende middelen om voertuigen aan te passen. Ik juich met name de invoering toe van het verplicht uitrusten van voertuigen met een Brake Assist System (BAS), dat het aantal aanrijdingen van voetgangers door voertuigen zal helpen verminderen.
Brian Simpson (PSE), schriftelijk. − (EN) Ik verwelkom dit verslag, omdat het de bestaande wetgeving versterkt en ook weer probeert de verkeersveiligheid te verbeteren, vooral op het gebied van veiligheid voor voetgangers en fietsers. Jaarlijks worden er 8 000 mensen – voetgangers en fietsers – gedood en raken er 300 000 mensen gewond op de wegen in de EU.
Een groot deel van deze ongevallen kan worden voorkomen, ofwel door betere rijinstructies of door een beter ontwerp van motorvoertuigen. De invoering van Brake Assist Systems (BAS), de invoering van hogere normen voor tests en een snellere invoeringstermijn zouden allemaal bijdragen aan een vermindering van het bloedbad dat elk jaar op onze wegen plaatsvindt.
Ik ben vooral blij met het feit dat die dodelijke objecten die we bullbars noemen nu dezelfde tests moeten ondergaan op de voertuigen waarvoor ze bedoeld zijn, hoewel de campagne om bullbars helemaal te verbieden voor mij nog steeds doorgaat.
Ik feliciteer de rapporteur met dit verslag en ik kijk uit naar een snelle conclusie van deze kwestie bij de Raad.
David Sumberg (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Ik zou mijn stem met betrekking tot het verslag van Francesco Ferrari over de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers graag willen toelichten.
Hoewel ik de waardevolle doelstellingen van dit verslag ondersteun, want we willen toch allemaal het shockerende aantal doden en gewonden op onze wegen verminderen, ben ik van mening dat het verslag een zeer snelle invoeringstermijn moet hebben en ik geloof niet dat dit gerealiseerd kan worden.
Er worden vrij radicale eisen aan de auto-industrie voorgesteld, en daarom zal de last voor hen te zwaar zijn als de voorstellen te snel worden ingevoerd.
In deze tijd van recessie moeten we er allemaal aan denken dat onze kiezers hun banen veilig moeten stellen en dat een te haastig ingevoerde wetgeving het bereiken van deze doelstelling vaak in de weg kan staan.
Andrzej Jan Szejna (PSE), schriftelijk. − (PL) Ik heb vóór het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers (2007/0201) gestemd.
Op dit moment zijn er geen antibotsingssystemen op de markt die in staat zijn voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers op effectieve wijze te identificeren en die tegelijkertijd aan alle benodigde voorwaarden voldoen. Ik deel het standpunt van de rapporteur dat het invoeren van maatregelen om het aantal gewonden, en vooral het aantal dodelijke slachtoffers, onder voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers te verminderen prioriteit moet hebben. Er dient te worden benadrukt dat de amendementen die zijn neergelegd erop gericht zijn de bepalingen van de verordening daar waar mogelijk aan te scherpen. Ik heb vóór het verslag gestemd, omdat ik geloof dat het belangrijk is niet alleen de ontwikkeling van de technologie om voor actieve veiligheid te zorgen bij te houden, maar ook de mogelijkheid in beschouwing te nemen strengere bepalingen op het gebied van passieve veiligheid, met betrekking tot de constructie van voertuigen, in te voeren.
Bernard Wojciechowski (IND/DEM), schriftelijk. − (PL) Voetgangers en fietsers zijn vaak betrokken bij verkeersongevallen. Het beschermen van hun leven is een belangrijke uitdaging voor de auto-industrie.
Het Electronic Pedestrian Protection System (EPP) is een uitstekende oplossing. Hiermee wordt de ernst van een aanrijding door een voertuig verminderd. Dankzij dit systeem wordt de kracht van de impact door het voorste gedeelte van het voertuig geabsorbeerd, waardoor de omvang van het door het slachtoffer geleden letsel vermindert.
Een andere succesvolle methode om voor de veiligheid van voetgangers te zorgen is een actieve motorkap, waarmee de C6 is uitgerust. Op het moment dat een voetganger wordt geraakt, komt de motorkap automatisch omhoog. Dankzij een impactdetectiesensor en een ontstekingsmechanisme komt de motorkap in 0,4 seconde 65 millimeter omhoog. Een ander mechanisme houdt de motorkap ondanks de kracht van de impact omhoog, waardoor de ontstane energie wordt geabsorbeerd. Bij een geringe impact wordt er ook bescherming geboden door een onderdeel dat voorzien is van een schokdemper.
Alle voertuigen zouden zo veel tests moeten ondergaan als nodig is om de veiligheid op de wegen in de Europese Unie te verbeteren.
Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) Dit verslag heeft betrekking op een aantal positieve wijzigingen van de gebruikelijke procedure tussen de Europese Commissie en het Europees Parlement. Bij artikel 5 bis van het gewijzigde Besluit 1999/468/EG is een nieuwe regelgevingsprocedure met toetsing ingevoerd voor de maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van een basisinstrument dat is aangenomen overeenkomstig artikel 251 van het Verdrag, onder andere door een aantal van die onderdelen te schrappen of door het instrument aan te vullen door toevoeging van nieuwe niet-essentiële onderdelen.
Na het doorlichten van de bestaande wetgeving en lopende procedures heeft de Europese Commissie dit voorstel met betrekking tot 59 wetgevingsbesluiten ter aanpassing aan de nieuwe regelgevingsprocedures met toetsing gepresenteerd.
In haar besluit van 12 december 2007 heeft de Conferentie van voorzitters de Commissie juridische zaken aangewezen als leidende commissie om deze comitologische aanpassing te behandelen en de gespecialiseerde commissies om hun adviezen te geven. Op 15 januari 2008 heeft de Conferentie van commissievoorzitters ingestemd met de samenwerkingsmodaliteiten tussen de Commissie juridische zaken en de andere betrokken commissies. Daarom bevat dit verslag een beperkt aantal amendementen die andere commissies in hun adviezen voorstelden, die in de vorm van brieven ontvangen zijn.
Andrzej Jan Szejna (PSE), schriftelijk. − (PL) Ik heb vóór het verslag van de heer Gerardo Galeote over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende de opening en het beheer van de autonome communautaire tariefquota op de invoer van bepaalde visserijproducten in de Canarische eilanden gestemd.
Het verslag staat het opheffen voor van het gemeenschappelijke douanetarief voor importen van bepaalde visserijproducten in de Canarische eilanden voor de periode 2007 tot 2013. Opgemerkt dient te worden dat de bepalingen waarop het voorstel betrekking zou hebben op 31 december 2006 verstreken zijn. Het voorstel betreffende het instellen van van invoerrecht vrijgestelde quota en de bepalingen voor het beheer daarvan is in overeenstemming met artikel 299, lid 2 van het EG-Verdrag, waarin bepaalde maatregelen zijn opgenomen ten behoeve van de meer perifeer gelegen regio’s.
Daarom heb ik vóór dit verslag gestemd, omdat ik van mening ben dat de buitengewone geografische ligging van de Canarische eilanden ten opzichte van de toeleveringsbronnen van bepaalde visserijproducten, die van essentieel belang zijn voor de binnenlandse consumptie, extra kosten voor deze sector met zich meebrengt. Het tijdelijk opschorten van invoerrechten op de desbetreffende producten bij import uit derde landen is een van de manieren om dit soort natuurlijke problemen die worden veroorzaakt door de geografische ligging te verhelpen.
Alessandro Battilocchio (PSE), schriftelijk. − (IT) Ik heb vóór het verslag van mevrouw Jäätteenmäki inzake het statuut van de Europese ombudsman gestemd.
Als lid van de Commissie verzoekschriften van het Europees Parlement heb ik zelf geconstateerd dat een enorm en steeds groter wordend aantal burgers zich tot de instellingen van de Gemeenschap wendt om in beroep te gaan tegen het verzuim van lidstaten zich aan de EU-regels te houden.
Heel vaak kunnen de verzoekschriften die aan het Parlement worden voorgelegd en die door de verantwoordelijke commissie worden onderzocht niet ontvankelijk worden verklaard. In dat verband zou ik graag een kernpunt willen noemen: het bureau van de Europese ombudsman moet harder en beter aan haar externe communicatie met burgers werken. De gewone man is zich heel vaak zelfs niet bewust van het bestaan van de ombudsman, die een potentieel middel vormt om een functionelere en efficiëntere koppeling met de instellingen van de EU te creëren. Het statuut waarover we vandaag stemmen zet nieuwe mechanismen op om de effectiviteit van de werkzaamheden van de ombudsman te versterken. En het is aan ons, als leden van het Europees Parlement, om de resultaten te controleren.
Lydie Polfer (ALDE), schriftelijk. – (FR) Ik steun het verslag dat mevrouw Jäätteenmäki op eigen initiatief heeft gemaakt over de toegang tot informatie van de Europese ombudsman en de noodzaak van een duidelijker pakket aan regels, daar het verslag duidelijkere regelgeving op dit gebied zou willen zien.
Zo wordt er in de tekst gesteld dat diverse organen en instellingen van de Europese Unie de ombudsman alle informatie moet geven waarom wordt verzocht, terwijl er tot nu toe onder het voorwendsel van vertrouwelijkheid toegang tot een document geweigerd kon worden.
Zo moet ook de verplichting voor ambtenaren om overeenkomstig instructies van hun instellingen een getuigenverklaring af te leggen geschrapt worden, want de ambtenaar in kwestie zal in alle eerlijkheid de waarheid moeten vertellen.
De voorstellen van mevrouw Jäätteenmäki zijn bedoeld om het vertrouwen van het publiek in de activiteiten van de Europese ombudsman te versterken, en als zodanig zijn ze het waard te worden uitgevoerd.