De Voorzitter. − Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over de voorbereidingen voor de Top EU-Rusland (26 en 27 juni 2008).
Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. − (SL) Het is mij een groot genoegen de voorbereidingen te presenteren voor de eenentwintigste Top EU-Rusland, die zal plaatsvinden aan het eind van deze maand, op 26 en 27 juni, in de West-Siberische stad Khanty-Mansiysk.
Het voorzitterschap is van mening dat de naderende topontmoeting beide kanten een goede kans biedt een nieuw hoofdstuk in de relaties te beginnen. We moeten in het bijzonder gebruik zien te maken van de vaart die aan de relaties tussen de EU en Rusland gegeven zou kunnen worden door de recente verkiezing van de Russische president Medvedev .
De voornaamste doelstelling van de top is natuurlijk het op touw zetten van onderhandelingen over de nieuwe raamovereenkomst met Rusland. We zijn heel blij dat de Raad op 26 mei het onderhandelingsmandaat van de EU voor de nieuwe overeenkomst heeft goedgekeurd. In de afgelopen maanden heeft het voorzitterschap, samen met de Commissie, zich op het hoogste niveau zeer ingespannen om te proberen de resterende barrières aan de kant van de EU weg te nemen.
Door middel van onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst wil de EU proberen de samenwerking met Rusland op gebieden van wederzijds belang te versterken en de onderwerpen waarover verschillende standpunten bestaan doeltreffender te benaderen. Zoals gewoonlijk biedt de topbijeenkomst een gelegenheid om de vooruitgang bij de verwezenlijking van de vier gemeenschappelijke ruimten. Staat u mij toe de belangrijkste kenmerken ervan kort toe te lichten.
Met betrekking tot de eerste gemeenschappelijke ruimte – de economische ruimte – zal de top zich inspannen voor het mechanisme van vroegtijdige waarschuwing op het terrein van de energie, omdat we volledig willen profiteren van alle mogelijkheden die het biedt. We zullen opnieuw het grote belang van voorspelbare en stabiele regels voor buitenlandse investeringen in Rusland aan de orde stellen. De EU is bovendien van plan te herhalen dat er formele onderhandelingen over een “diepe” en veelomvattende vrijhandelsovereenkomst gestart kunnen worden zodra Rusland het proces van toetreding tot de WTO heeft afgerond.
Met betrekking tot het al lang bestaande probleem van de rechten die moeten worden betaald voor het vliegen over Siberië zal de EU blijven aandringen op ondertekening van de bestaande overeenkomst.
Wat betreft de tweede gemeenschappelijke ruimte – die van vrijheid, veiligheid en recht – is de EU van plan haar zorgen uit te spreken over de situatie met betrekking tot mensenrechten, democratie en de rechtsstaat in Rusland, vooral in verband met de onlangs gehouden verkiezingen. Ik moet hieraan toevoegen dat deze bezorgdheid gedeeld wordt door zowel het voorzitterschap als het Europees Parlement. De topbijeenkomst verschaft ook gelegenheid de vooruitgang bij de uitvoering van de visum- en overnameovereenkomsten te beoordelen.
Met betrekking tot de derde gemeenschappelijke ruimte – externe veiligheid – zal de EU beklemtonen dat er concretere maatregelen nodig zijn voor verdere samenwerking in de gezamenlijke buurlanden. Bovenal proberen we er de nadruk op te leggen dat Rusland moet proberen een oplossing te vinden voor het conflict in de regio Trans-Nistrië en in Georgië. Tegelijkertijd moeten we toejuichen dat Rusland deelneemt aan de operatie EUFOR-Tsjaad en toestemmen in verdere samenwerking binnen het kader van het Europees veiligheids- en defensiebeleid.
Wat de vierde gemeenschappelijke ruimte betreft – onderzoek, onderwijs en cultuur – moet de top de eerste Permanente Partnerschapsraad op het gebied van onderzoek, die in mei plaatsvond in Slovenië, verwelkomen. Tot slot biedt de top de gelegenheid internationale onderwerpen als “bevroren conflicten”, het Miden-Oosten, Iran en Afghanistan aan de orde te stellen.
Dames en heren, ik wil graag met het volgende afsluiten. Op de top zal vooral de nadruk gelegd worden op de inspanningen aan beide kanten om de stabiele en democratische ontwikkeling van de gezamenlijke buurlanden te garanderen. Concrete samenwerking tussen de EU en Rusland binnen het kader van de gezamenlijke buurlanden is wezenlijk voor het aanpakken van problemen die voor beide partijen belangrijk of zorgwekkend zijn, in het bijzonder “bevroren conflicten”.
Hiermee sluit ik af. Ik zal het debat met belangstelling volgen.
(Applaus)
Benita Ferrero-Waldner , lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, nu er een nieuwe Russische president is, zoals net is gezegd, en we ook eindelijk een mandaat hebben om over een nieuwe overeenkomst met Rusland te onderhandelen, denk ik dat we de gelegenheid hebben dit wezenlijke partnerschap met ons grootste buurland opnieuw te definiëren op basis van een aantal gemeenschappelijke belangen. Verbetering van de relatie tussen de EU en Rusland is een van de belangrijkste uitdagingen voor het Europese buitenlandse beleid; dat weten we allemaal.
Het op gang brengen van onderhandelingen zal het belangrijkste thema zijn van de eerste topbijeenkomst tussen de EU en Rusland met de heer Medvedev als president, eind juni in Khanty-Mansiysk. Direct erna zullen de onderhandelaars beginnen met hun eerste zitting.
De nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland geeft ons de gelegenheid het juridische raamwerk, de basis van onze relatie, bij de tijd te brengen, zodat de enorme veranderingen in zowel Rusland als de EU erin doorklinken; we zijn immers sterk veranderd sinds het aangaan van het huidige partnerschap en de huidige samenwerkingsovereenkomst in 1990. Ik ben van mening dat een nieuwe overeenkomst er ook toe zal bijdragen dat het potentieel van onze relatie ontsloten wordt, want er is een enorm potentieel, en dat de belangen van onze lidstaten veel krachtiger behartigd worden.
De kenmerken ervan moeten zijn: resultaatgerichte politieke samenwerking, diepgaande economische integratie, een eerlijke concurrentiesituatie voor onze relaties op het gebied van energie waarvoor ten minste de principes uit het Verdrag inzake het Energiehandvest vastgelegd zouden moeten worden, en steeds nauwere relaties op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht en een geleidelijke openstelling van onze onderwijs- en wetenschapsstelsels voor elkaar.
Tegelijkertijd moeten we met Rusland blijven samenwerken op het terrein van de vier gemeenschappelijke ruimten, zoals de fungerend voorzitter van de Raad zojuist zei, en op het terrein van de routekaarten. Ze bestaan uit een breed scala aan maatregelen waardoor aan dit strategische partnerschap concreet uiting gegeven wordt.
De nieuwe overeenkomst moet ook zorgen voor het wettelijke kader om in de toekomst op die maatregelen te bouwen.
De top zal ook de gelegenheid bieden om uit de eerste hand van president Medvedev te vernemen welke prioriteiten hij voor Rusland ziet in de relatie met de EU. Ik vind dat we altijd moeten kijken naar wat hij heeft gezegd, bijvoorbeeld in een belangrijk interview in de Financial Times, waarin hij zei dat hij meer rechtsstaat wil in Rusland en ook meer modernisering van de Russische economie. Natuurlijk beoordelen we hem op zijn daden.
Natuurlijk zal er aan het begin een sterke continuïteit in het Russische beleid zijn, maar de nieuwe president heeft zijn toewijding aan de rechtsstaat en de modernisering van de Russische economie onderstreept en ik vind dat we hem moeten aanmoedigen aan al zijn woorden duidelijke daden te koppelen, en wel op korte termijn.
Terwijl we onze gezamenlijke belangen proberen te realiseren, moeten we ons toch duidelijk en vastbesloten blijven uitspreken over democratie en mensenrechten. We zullen Rusland blijven herinneren aan de beloftes die we beide hebben ondertekend, in het bijzonder binnen de Raad van Europa en ook binnen de OVSE.
We werken vaak nauw samen met Rusland bij de aanpak van internationale problemen, bijvoorbeeld als leden van het Midden-Oosten-kwartet – het is heel waarschijnlijk dat we volgende week weer in Berlijn zijn –, maar zoals onze collega zei: we moeten ook een Rusland zien dat een positieve agenda nastreeft met zijn andere buren. Het is dus waar dat we bang zijn dat de recente Russische manoeuvres in Georgië de stabiliteit in de regio zouden kunnen ondermijnen. Tijdens mijn bezoek aan Moskou ongeveer tien dagen geleden heb ik daarom een heel lang gesprek gehad met minister van Buitenlandse Zaken Lavrov, waarin ik dit belangrijke onderwerp heb besproken.
We moeten met Rusland geleidelijk en op hoog niveau een doorlopende, niet-confronterende dialoog aangaan over alle aspecten van conflictoplossing, inclusief aspecten van vredeshandhaving en “vredesmechanismen”, want het is duidelijk dat Rusland een zeer belangrijke speler blijft wat betreft de vredesinspanningen inzake de “bevroren conflicten”.
Aan de andere kant is men in Tbilisi natuurlijk zeer bezorgd over de handhaving van de territoriale integriteit van Georgië en we zullen tijdens de topbijeenkomst zeker duidelijk aangeven dat de soevereiniteit en territoriale integriteit van Georgië en Oekraïne gerespecteerd moeten worden. Toch moeten we ook pragmatisch en realistisch zijn en van de kant van Georgië een geïntegreerde aanpak hanteren.
In mijn regelmatige contacten met zowel Georgië als Rusland dring ik inderdaad aan op pragmatisch handelen en op de noodzaak een eind te maken aan het stellen van voorwaarden die elkaar uitsluiten; die werken niet.
Afsluitend: de Top EU-Rusland is een kans een constructieve relatie met de nieuwe regering op te bouwen en daarbij onze waarden te verdedigen en onze gemeenschappelijke belangen te bevorderen. Ik kijk uit naar uw bijdragen en naar de discussie in dit Huis.
(Applaus)
Charles Tannock, namens de PPE-DE-Fractie. –(EN) Mijnheer de Voorzitter, de relaties tussen de EU en Rusland worden gezien als behorend tot de grootste uitdagingen voor de EU en de meningen in dit Parlement lopen zeer uiteen over de vraag of we Rusland onder zijn nieuwe president Medvedev, wat in het Russisch “beer” betekent, hard tegemoet moeten treden en recht in de ogen zien of dat we het afwisselend stroop om de mond moeten smeren of z’n vet geven.
Toch moeten we hem het voordeel van de twijfel gunnen voor zijn nuttige opmerkingen over verbetering van de rechtsstaat, mensenrechten en corruptiebestrijding – nu de EU meer betrokken is bij het strategische partnerschap en de nieuwe PSO met wat nog steeds het grootste land in de wereld is, een land met een vernieuwd zelfvertrouwen dankzij zijn door de minerale hulpbronnen veroorzaakte triljoendollareconomie.
Prioriteiten voor de top moeten onder andere zijn energiezekerheid, omdat we een betrouwbare handelspartner zijn voor olie en gas, maar ook, nu Rusland binnenkort tot de WTO toetreedt, rechtszekerheid met betrekking tot buitenlandse investeringen in Rusland voor westerse ondernemingen in natuurlijke hulpbronnen.
We moeten erop vertrouwen dat Rusland de soevereiniteit en territoriale integriteit van zijn naaste buren eerbiedigt en binnen de VN meehelpt de problemen in het Midden-Oosten en de verspreiding van kernenergie in Iran en Noord-Korea op te lossen.
Rusland speelt een sleutelrol in de westelijke Balkan, ook bij het oplossen van de kwestie Kosovo, en moet niet bang hoeven te zijn dat de NAVO Oekraïne en Georgië inlijft; Rusland zou zelfs kunnen bijdragen aan de verbetering van het onderdrukkende politieke klimaat in zijn buurland Wit-Rusland.
Er is op de top in Khanty-Mansiysk heel wat te bespreken. Laten we hopen dat het nieuwe duo Poetin-Medvedev in een geest van verzoening aan de onderhandelingen begint en dat de nee-stem van de Ieren niet het eind betekent van de gezamenlijke EU-inspanningen van de 27 lidstaten tegenover Rusland.
Jan Marinus Wiersma, namens de PSE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag reageren op de woorden van de fungerend voorzitter en de commissaris. Wij hopen ook, nu er een nieuwe Russische president is en ook eindelijk een mandaat voor onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst met Rusland, dat er een positievere periode van samenwerking met de Russen zal aanbreken.
In de afgelopen tien jaar is de onderlinge afhankelijkheid tussen de Europese Unie en Rusland enorm gegroeid. Daarom denk ik dat het goed is een duidelijk mandaat te hebben als we met Rusland werken, zodat er een concrete omschrijving is van het werk dat we in de vier in de afgelopen jaren ontwikkelde gemeenschappelijke ruimtes willen doen. Natuurlijk willen we de nieuwe mogelijkheden ook gebruiken om in de internationale arena partners te blijven – en dat partnerschap misschien te intensiveren.
We moeten ook werken aan een veilig en transparant raamwerk voor de relaties op het gebied van energie, natuurlijk inclusief de handelsrelaties, en aan verbetering van het investeringsklimaat in Rusland, waarbij toelating tot de WTO heel nuttig zou kunnen zijn.
Ik vind ook dat we samen moeten werken om het mogelijk te maken dat we aan de problemen in de gezamenlijke buurlanden werken. We hebben het al gehad over Trans-Nistrië en de Kaukasus, maar we moeten ook bestuderen hoe we in de nabije toekomst een soort compromis kunnen vinden over Kosovo.
Bovendien moeten we noodzakelijke en doeltreffende mechanismen bedenken waarmee we schendingen van mensenrechten kunnen aanpakken en – om het positief uit te drukken – bij kunnen dragen aan de bevordering van de rechtsstaat in Rusland.
Ik wil graag twee afsluitende opmerkingen maken. We hebben dit al veel vaker gezegd, maar ik wil graag nogmaals benadrukken dat we met één mond moeten spreken als we deze onderhandelingen willen laten slagen. Verder – en dat heb ik ook al eerder gezegd – moeten we een beetje praktisch blijven. We hebben beperkte mogelijkheden: Rusland is geen aspirant-lid, het wil niet tot de Europese Unie toetreden, maar het gaat zijn eigen weg. Het wil samenwerken en niet integreren. Ik vind dat we dat goed voor ogen moeten houden bij onze contacten en besprekingen met de Russen in de komende jaren.
Janusz Onyszkiewicz, namens de ALDE-Fractie. – (PL) De komende Top EU-Rusland is voor de leiders van de EU-lidstaten de eerste gelegenheid kennis te maken met de na de verkiezingen benoemde nieuwe Russische gezagsdragers. Daarom is de top een uitgelezen kans meer te weten te komen over de richting van het Russische beleid en de uitvoering ervan.
Enige informatie over dit beleid kan afgeleid worden uit de toespraak van president Medvedev in Berlijn. Het wekt hoop dat enkele uitspraken erin verwezen naar het bestrijden van corruptie en het regeren in een rechtsstaat. Het probleem is dat president Poetin, de voorgang van de heer Medvedev, aan het begin van zijn regeerperiode ongeveer hetzelfde zei, en we weten allemaal hoe dit zich heeft ontwikkeld en hoe de situatie nu is. Ook bleek uit die toespraak een kijk op de wereld die verschilt van de visie die we graag hadden willen horen. In de door de heer Medvedev gepresenteerde visie werd de rol van de Europese Unie, of – preciezer – van de lidstaten van de Unie, gereduceerd tot die van economische partner van Rusland. Laatstgenoemd land stelt zich voor politieke activiteiten te ontplooien in een heel wat groter gebied, van Vancouver tot Vladivostok.
Er is nog een tweede onderwerp dat het waard is genoemd te worden. Het is een nogal specifiek onderwerp, maar wel urgent, en het betreft de relatie tussen Rusland en Georgië. Krachtens een in 1994 gesloten overeenkomst zijn er met een mandaat van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten – een verbond van postsovjetstaten – Russische troepen gelegerd in Abchazië. Abchazië maakt deel uit van Georgië. Er zijn sterke aanwijzingen dat die troepen geen vredeshandhavende rol spelen en dat ze feitelijk partij zijn in het conflict tussen Abchazische separatisten en de regering van Georgië, zoals blijkt uit het neerschieten van een onbemand Georgisch vliegtuig door een Russisch vliegtuig. Op basis van een eenzijdige beslissing van de Russische overheid zijn die troepen onlangs aanzienlijk versterkt.
Het zou een groot verschil maken als de Europese Unie als een betrouwbaar en geloofwaardig geheel bij de oplossing van dit conflict betrokken zou raken.
Rebecca Harms, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, het irriteert me een beetje dat er in de toespraken die we over de onderhandelingen en de aanstaande discussies gehoord hebben, maar heel weinig is gesproken over het feit dat Europa geen verenigd of unaniem standpunt heeft over veel onderwerpen die aan de orde zullen komen tijdens deze naar mijn mening belangrijke besprekingen met president Medvedev. Dat heeft vooral betrekking op het hele terrein van het energiebeleid. Naar mijn mening is dit een serieus probleem: we praten heel vaak over onze afhankelijkheid van olie- en gasimporten uit Rusland, maar we hebben er geen gemeenschappelijke strategie voor ontwikkeld. In plaats daarvan proberen de grote lidstaten, individuele lidstaten, hun eigen strategieën op dit terrein erdoor te drukken en is er nog geen werkelijk gezamenlijke Europese strategie over de zekerheid van aanvoer ontworpen met betrekking tot de overeenkomsten met Rusland.
Hetzelfde geldt voor een ander, heel delicaat terrein. Ik juich het toe dat behalve Georgië ook de andere conflicten genoemd zijn, dus dat we, als we over Georgië praten, het daarbij ook over Abchazië en Zuid-Ossetië hebben. Er is nog iets wat ik dacht te missen in de inleidende verklaringen van de Raad en de Commissie, namelijk opmerkingen over hoe we nu moeten omgaan met de bevroren conflicten met Rusland na de beslissing over Kosovo. Wij moeten als Parlement daar meer informatie over hebben en als lid van de delegatie die onlangs een bezoek aan Moskou heeft gebracht, ben ik ook zeer geïnteresseerd in het lot van non-gouvernementele organisaties in Rusland. Ze lijden zeer onder de vreselijke wetgeving en ik vind dat u dat onderwerp ook op de agenda zou moeten zetten.
Adam Bielan, namens de UEN-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, sinds enige tijd zijn we ons bewust van de zorgwekkende neiging van het Russische bedrijf Gazprom om vroegere leiders van EU-landen aan zich te binden. Het beste voorbeeld hiervan is de heer Schröder,de vroegere Duitse bondskanselier. De heer Schröder tekende eerst een overeenkomst met Rusland over de aanleg van de Nord Stream-gasleiding en nam daarna zitting in de raad van bestuur van het bedrijf. Dezelfde ontwikkelingen zien we in het zuiden van Europa in verband met Gazproms volgende waagstuk: de South Stream-gasleiding. Ik wil er graag op wijzen dat geen enkel westers energiebedrijf zulke nauwe banden met zijn thuisland heeft als Gazprom met het Kremlin. Bij de plannen van Gazprom hebben we te maken met koude, berekenende politiek. De normale marktprincipes gelden hier eenvoudigweg niet.
Het wordt hoog tijd dat de Unie zich dit realiseert en maatregelen neemt om te voorkomen dat een door de staat gefinancierd bedrijf gasleidingen kan gebruiken om politieke druk uit te oefenen. De controle van Rusland over de energievoorraden zal onontkoombaar leiden tot een verdere stijging van de energiekosten in Europa. Rusland zal ook zelfs nog grotere politieke concessies weten te verkrijgen in ruil voor de levering van gas en olie.
Het is heel duidelijk dat de Europese Unie goede relaties met Rusland moet opbouwen, maar om dat goed te doen moet de Unie eenheid tonen, een eenheid die op dit moment ontbreekt. Ik hoop vurig dat de komende topbijeenkomst EU-Rusland een geschikte gelegenheid zal zijn de solidariteit binnen de Europese Unie te laten zien, ondanks de Russsische hegemonie in de energiesector.
Vladimír Remek, namens de GUE/NGL-Fractie. – (CS) Dames en heren, het doet mij deugd dat de barrières die sommige lidstaten opgeworpen hebben om het op gang brengen van de discussies over de nieuwe partnerschap- en samenwerkingsovereenkomst te blokkeren, eindelijk overwonnen zijn. Na anderhalf jaar, aan de vooravond van de topbijeenkomst, heeft de Commissie eindelijk het mandaat gekregen met Rusland te onderhandelen. Het zou kunnen dat beide partijen daarvan profiteren, maar laten we niet te optimistisch zijn. Als we discussies over ingewikkelde problemen als bijvoorbeeld samenwerking op het gebied van energie, klimaatverandering of veiligheid vanuit ingegraven posities voeren en elkaar van daaruit luidruchtig met (vaak onrealistische) eisen om de oren slaan, die uitmonden in ultimatums, dan komen we nergens. Toch zijn er in ons midden sommige mensen die dat nog steeds niet begrijpen. De logische uitkomst kan dan een patstelling zijn, als bij schaken. Wat we echter nodig hebben is een nieuw niveau in de relaties dat geschikt is voor de eenentwintigste eeuw, en de kans bestaat dat we dat niveau bereiken. Ik vind dat we de belangen van de EU-burgers het best dienen door die kans te grijpen.
Bernard Wojciechowski, namens de IND/DEM-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorziter, Churchill heeft eens gezegd: “Rusland is een raadsel gewikkeld in een mysterie binnenin een puzzel”. De Europese Unie is het eens over wat het van Rusland wil. De vraag is alleen: hoe snel?
Het energiebeleid maakt Duitsland blind voor de eisen van Polen en Litouwen. Nord Stream, Depal – het lijkt erop dat alle pijplijnen uit Rusland over de hoofden van de Midden-Europese landen gaan. Dat is geen onuitvoerbaar idee, zoals Gorbatsjov, de perestrojka-man, zei. In de Economist wordt toegegeven dat de Baltische pijplijn in het geheim ontworpen is. De eis van Litouwen om strakkere voorwaarden met betrekking tot energie lijkt daarom ter zake doend. Veel Eurocraten waren daar verbolgen over; ze zagen het als bevestiging van het idee dat de postcommunistische landen er neurotische ideeën op nahouden.
Anderzijds dreigt de Duitse minister van Economische Zaken dat zijn land de Europese Commissie niet zal toestaan in achterkamertjes in Brussel besluiten te dicteren. Hij bedoelde daar vast niet de mensenrechten mee, denk ik.
Het initiatief van Polen en Zweden tot het vormen van een “oostelijk partnerschap” kan spectaculair zijn. Heldenmoed is goed, maar hersens zijn beter.
Tussen de EU en Rusland bestaat er een wat onbehaaglijk partnerschap. Het heeft zonder Polen geen kans van slagen, want Polen is zowel over land, water als via de lucht de natuurlijke buur van Rusland. Dat is iets waar aan alle kanten rekening mee moet worden gehouden, vooral nu het Verdrag van Lissabon een slag toegebracht is en de vallende stenen alles wat in de weg staat zouden kunnen beschadigen. Goede voornemens zijn vruchteloze pogingen als men zich in de zaken van soevereine staten mengt.
“Misschien is er een sleutel tot Rusland. Die sleutel is het Russische nationaal belang”, zei Churchill ook. De stelling “In Rusland is niets onmogelijk behalve hervormingen” lijkt niet meer van toepassing te zijn. Hoe de aanpak ook moge zijn, het is noodzakelijk dat de EU met Rusland samenwerkt en vice versa.
Bruno Gollnisch (NI). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, zoals de heer Wojciechowski, de vorige spreker, al zei, de betrekkingen met Rusland zijn bijzonder broos en zitten vol valkuilen. Ik begrijp de houding van onze collega’s uit Midden- en Oost-Europa en de Baltische staten wel, want zij hebben sterk geleden onder de Russische overheersing tijdens het regime van de Sovjet-Unie. Dat was een hardvochtig, onderdrukkend regime, dat nu gelukkig verdwenen is. Ik vind dat we deze kans moeten grijpen vriendschappelijkere relaties met het grote Russische volk aan te knopen. Het staat buiten kijf dat Russen Europeanen zijn en in sommige opzichten ook de poortwachters van Europa. Rusland wordt met dezelfde problemen geconfronteerd als wij, want het heeft te maken met een dalend geboortecijfer. Bovendien zou de enorme oppervlakte van Siberië wel eens heel aantrekkelijk kunnen zijn voor de anderhalf miljard Chinezen die vinden dat een deel van dat gebied hen ontstolen is.
Ik ben van mening dat de eventueel bestaande en voortdurende misverstanden tussen de EU en Rusland, die hopelijk op 14 november tijdens de Top EU-Rusland uit de weg geruimd zullen worden, voor een deel aan onszelf te wijten zijn. Wij hebben ons op sleeptouw laten nemen door de Amerikanen en zijn opnieuw – ik spreek hier voor Frankrijk – tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de NAVO, toegetreden, die in reactie op het Warschaupact is opgericht. Op het moment dat het Warschaupact verdween, is Rusland naar mijn mening terecht wantrouwig geworden over onze bedoelingen en ik zou graag willen dat die misverstanden aan beide kanten opgehelderd zouden worden.
Elmar Brok (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, mijnheer de fungerend voorzitter, aangezien een aantal collega’s die tegen het Verdrag van Lissabon zijn opgeroepen hebben tot een uniform beleid tegenover Rusland, wil ik graag uw geheugen opfrissen: in Moskou werden na het bekend worden van de uitkomst van het Ierse referendum de champagneflessen opengetrokken, omdat die uitkomst beschouwd werd als een nieuw bewijs voor de zwakte van Europa en Rusland daardoor gewoon weer met afzonderlijke landen zaken zou kunnen doen.
Ik ben blij dat we nu kunnen onderhandelen over de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, waarin belangrijke kwesties als de energiezekerheid aan de orde worden gesteld. Het Verdrag van Lissabon zal ons de bevoegdheid geven dit onderwerp, en ook de kwestie van de mensenrechten, te behandelen.
Ik ben er zeker van dat het Sloveense voorzitterschap, net als bondskanselier Merkel. de belangen van Europa zal behartigen en dat bondskanselier Merkel zelf in Sochi voor de mensenrechten en politieke belangen zal opkomen. Ik denk dat het een succes wordt en we moeten de heer Medvedev herinneren aan wat hij zelf gezegd heeft, namelijk dat staten beoordeeld moeten worden op de mate waarin de democratie en de rechtsstaat ontwikkeld zijn. We moeten zijn opmerkingen serieus nemen, maar we moeten ook duidelijk maken dat Rusland en wij gedeelde belangen hebben, en niet alleen op het terrein van de energietoevoer waar we zekerheid over moeten hebben. Rusland is tenslotte lid van de Veiligheidsraad. Hoe kunnen we de verbreiding van massavernietigingswapens een halt toeroepen als we Rusland niet aan onze kant krijgen, of het nu gaat om Iran, het Midden-Oosten of andere regio’s? Dat moet duidelijk worden. Aan de andere kant moet Rusland niet te veel macht naar zich toetrekken via Gazprom. De Russen moeten zich aan dezelfde concurrentieregels onderwerpen als iedereen.
Nog een afsluitende opmerking: als wij met Rusland gemeenschappelijke belangen in het kader van een strategisch partnerschap nastreven, moet het duidelijk zijn dat er geen ruimte meer is voor een “near abroad”-beleid of invloedssferen. In een Europa van onafhankelijke staten moet elk land krachtens de Overeenkomst van Helsinki het recht hebben naar eigen inzicht wel of niet tot een alliantie toe te treden. Geen enkel ander land heeft een vetorecht over onafhankelijke beslissingen die door een Europees land genomen worden. Ook dat moet heel duidelijk gemaakt worden.
Hannes Swoboda (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, veel collega’s in dit Huis komen uit landen die slechte ervaringen hebben met de Sovjet-Unie. De commissaris en ik komen allebei uit een land met zowel goede en slechte ervaringen met de ter ziele gegane Sovjet-Unie. Het Rusland van vandaag lijkt in sommige opzichten op de oude USSR. Toch is het een nieuw Rusland met nieuwe mogelijkheden.
Het gaat er nu om dat we ons uiterste best moeten doen het zover te krijgen dat een nieuw Rusland ons niet langer aan de voormalige Sovjet-Unie doet denken. Darvoor zijn twee dingen nodig, namelijk een duidelijke en ondubbelzinnige houding en de bereidheid met dit nieuwe Rusland een dialoog aan te gaan. Tegenover het probleem Kosovo staan we bijvoorbeeld anders dan Rusland, maar we moeten er toch met Rusland over praten om de problemen op te lossen. Het nabuurschapsbeleid is nog een voorbeeld; wij kunnen de buurlanden andere dingen aanbieden dan Rusland, dat nog vaak een imperialistische houding tegenover deze naaste buren aanneemt.
Als we deze landen willen helpen, dan moeten we duidelijke steun geven aan bijvoorbeeld Georgië, maar we moeten er ook met Rusland over praten hoe we tot een vreedzame oplossing van die conflicten kunnen komen, of het nu gaat om Abchazië of Zuid-Ossetië.
Met betrekking tot energie moeten we zorgen voor eigen hulpbronnen; we hebben bijvoorbeeld een Nabucco-gasleiding nodig om in een sterkere onderhandelingspositie met Rusland te komen. Toch is het wel noodzakelijk dat we met Rusland over energie en andere kwesties onderhandelen. Mijn fractie en ik sluiten dus de mogelijkheid niet uit dat we beide dingen nodig hebben: een duidelijke en ondubbelzinnige houding én een onafhankelijk beleid. Vanuit die sterke positie kunnen we dan onderhandelingen en besprekingen met Rusland aangaan. Ik hoop dat we ons doel kunnen bereiken.
VOORZITTER: MANUEL ANTÓNIO DOS SANTOS Ondervoorzitter
Henrik Lax (ALDE). - (SV) Op de topbijeenkomst zal energie een belangrijk gespreksonderwerp zijn. De EU heeft gas uit Rusland nodig en Rusland heeft inkomsten nodig uit export naar Europa. De top kan een belangrijke rol spelen bij de beslissing of de Nord Stream-gasleiding van Rusland via de Baltische staten naar Duitsland werkelijkheid wordt.
Het is mogelijk dat dit project ernstige schade toebrengt aan het kwetsbare ecosysteem van de Oostzee, maar het project wordt het meest bedreigd door het gebrek aan vertrouwen tussen Rusland en de landen rondom de Oostzee. Als de gasleiding gerealiseerd wordt, zijn er van twee kanten duidelijke maatregelen nodig om het vertrouwen op te bouwen, namelijk van Rusland en van Duitsland. Rusland moet onder andere het Verdrag van Espoo ratificeren, dat de verdeling van bevoegdheden regelt bij internationale projecten die waarschijnlijk effect hebben op het milieu in buurlanden, en Rusland moet ophouden te praten over deelname van marine en leger aan de aanleg van de pijplijn. Dat zal nooit toegestaan worden, zeker niet in de Finse territoriale wateren. Aan de andere kant moet Duitsland eerst erkennen dat het project alle EU-lidstaten rondom de Oostzee raakt en dus een gemeenschappelijke zaak van de EU is. Verder moet Duitsland zich solidair tonen met Polen en de drie Oostzee-staten en ze ervan overtuigen dat de levering van energie naar die landen niet onder het project zal lijden. Duitsland moet zich houden aan de resolutie waarover we nu aan het discussiëren zijn, waarin staat dat de EU één lijn moet trekken met betrekking tot Rusland en grootschalige energieprojecten. De gasleiding mag de interne markt van de EU niet in gevaar brengen. De EU, en niet Gazprom in Rusland, moet de regels met betrekking tot de handel in energie op de interne markt stellen.
Ģirts Valdis Kristovskis (UEN). – (LV) Dames en heren, commissaris Ferrero-Waldner wil ons in haar toespraak laten geloven dat de resolutie van het Parlement een schoolvoorbeeld is van politieke correctheid, ja, zelfs een soort kniebuiging voor de nieuwe president van Rusland, de heer Medvedev. We moeten echter niet vergeten dat minister-president Poetin – de president en de heer Poetin – in werkelijkheid een en dezelfde persoon zijn en dat hij een “verdeel- en-heerspolitiek” voert die rechtstreeks op de EU-lidstaten gericht is. Onder zulke omstandigheden is het heel belangrijk dat de partnerschapsovereenkomst succes heeft. De Europese Unie mag geen zwakte tonen. Bij de onderhandelingen moet zij demonstreren dat de eenheid en solidariteit van de lidstaten een sterk punt zijn. De wisselvalligheid die Rusland tot nu toe heeft laten zien moet minder worden en de EU moet bevorderen dat er een geïntegreerde markt komt en vrije toegang tot de infrastructuur en investeringen in Rusland. De EU moet eisen dat Rusland de voorwaarden van de Wereldhandelsorganisatie accepteert. We moeten het gezamenlijke standpunt van de EU over strategische thema’s wat betreft landen met ondemocratische regimes versterken. De Europese Unie moet laten zien dat zij een bolwerk van democratie en gemeenschappelijke waarden blijft.
Sylwester Chruszcz (NI). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de bijeenkomst in Siberië van vertegenwoordigers van de Europese Unie en Rusland zou een ontmoeting moeten zijn tussen vrienden die werkelijk begrip nastreven. Als we de betrekkingen willen verbeteren, moeten we onze partner serieus behandelen. Ik heb in dit Huis horen zeggen dat de Europese Unie Rusland een lesje zou moeten leren over de regels van de democratie. In Brussel is er echter ook sprake van een democratisch tekort. Ik heb in deze Kamer ook de uitkomsten van het Ierse referendum in twijfel horen trekken.
In dit Huis werd ook gezegd dat leden van het Parlement bezorgd zijn over de situatie in Georgië. Is dat niet het toppunt van hypocrisie? De ene dag wordt de territoriale integriteit van Servië geschonden door de erkenning van Kosovo en de volgende dag wordt de inwoners van Abchazië het recht op onafhankelijkheid ontzegd en krijgen ze te horen dat er voor hun land andere regels gelden. Dames en heren, u moet goed begrijpen dat het Stalin was die Abchazië overweldigde en het bij Georgië voegde. Heden ten dage moeten we niet in een wereld verstrikt raken die we niet begrijpen. Ik vind dat we, als we met de Russen te maken hebben, niet alleen hun geschiedenis, maar ook hun mentaliteit moeten begrijpen. Het is duidelijk dat Rusland op dit moment een goede regering heeft. Voor de mensen in Rusland wordt het leven beter en Rusland is bezig een democratisch land te worden. De belerende toon van EU-officials komt niet te pas. In Moskou wordt daar alleen maar met irritatie en spot op gereageerd.
Ria Oomen-Ruijten (PPE-DE). – (NL) Voorzitter, mevrouw de commissaris, alleen als je met elkaar spreekt, voorkom je misverstanden. Dat met elkaar spreken gaat nu intens gebeuren, want we gaan de dialoog aan met de Russische Federatie, wanneer we over het partnerschaps- en samenwerkingsverdrag gaan spreken. Het is goed dat de onderhandelingen nu gaan beginnen. Er is in de afgelopen tien jaar, zowel in Rusland als in de Europese Unie ongelooflijk veel veranderd, maar we zijn ook meer dan ooit afhankelijk van elkaar geworden. Daarom zijn goede bindende afspraken over energie, maar ook over klimaatverandering voor beiden noodzakelijk. Voorzitter, bij die afspraken mogen we ook een aantal klassiekers niet vergeten. Hoewel sommige collega’s misschien twijfels hebben, moeten we nu juist inzetten op gemeenschappelijke waarden, zoals versterking van de rechtsstaat, bestrijding van corruptie alsook het belang van een onafhankelijk maatschappelijk debat in Rusland zelf.
Voorzitter, de onderhandelingen zullen niet eenvoudig zijn. Een nieuw akkoord hoeft, wat mij betreft, geen encyclopedie te worden, maar het moet wel een aantal heel essentiële onderwerpen voor beide partners bindend vastleggen.
Voorzitter, we kunnen niet wachten tot het akkoord er ligt, want er moeten ook op een aantal andere punten nu al positieve geluiden uit het Kremlin komen; ik maak me echter ook zorgen over een aantal ontwikkelingen. Ik noem hier Tsjetsjenië, ik noem hier de zaak TNK versus BP en ook Abchazië. Ik zou van het voorzitterschap willen weten, wat u nu precies bedoelt met joint action.
Kristian Vigenin (PSE). - (BG) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, collega’s, ik wil graag beginnen met te zeggen dat de wereld tegenwoordig heel erg veranderd is en dat het denken in verschillende blokken iets van het verleden is. Ook Rusland is sterk veranderd. Het Rusland van juni 2008 verschilt bijvoorbeeld sterk van het Rusland van juni 2000. De Europese Unie staat voor de taak een nieuw soort relatie op te bouwen en te ontwikkelen waarvoor vanuit het verleden geen blauwdruk bestaat. Deze relatie moeten we ontwikkelen vanuit het duidelijke inzicht dat er veel meer dingen zijn die ons binden dan die ons scheiden. Er zijn veel problemen die we alleen in samenwerking met Rusland kunnen oplossen, ook wereldwijde problemen als klimaatverandering, honger, pandemieën en terrorisme. Andere problemen zijn van nature regionaal, maar hebben toch een enorme betekenis voor de Europese Unie, zoals energiezekerheid, relaties op het gebied van handel en economie, relaties met gemeenschappelijke buren. Sommige onderwerpen scheiden ons: mensenrechten, vrijheid van meningsuiting, de opvattingen over democratie en democratische stelsels. We moeten echter heel pragmatisch zijn en in de dialoog niet de confrontatie zoeken maar ons richten op gemeenschappelijke doelen.
Het is een feit dat het wantrouwen zich in de afgelopen jaren heeft opgestapeld, maar we hebben nu de gelegenheid een dialoog te beginnen met de nieuwe bewoner van het Kremlin. Ik wil graag uw aandacht voor de rol van Rusland in de westelijke Balkan. Ik vind dat we een heel actieve dialoog nodig hebben om Rusland te betrekken bij het zoeken van oplossingen voor de problemen in die regio, om het land ervan te overtuigen dat het de EU-inspanningen voor stabiliteit op de lange termijn te bereiken moet steunen, bijvoorbeeld door de EULEX-missie in Kosovo. Ik wil ook graag dat tijdens de topbijeenkomst gesproken wordt over de Russische rol in het Zwarte Zeegebied. Naar mijn mening ligt het aan ons of de verdeel-en-heerspolitiek wordt toegepast.
István Szent-Iványi (ALDE). - (HU) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, in zijn inaugurele rede betuigde president Medvedev zijn loyaliteit aan de democratie en zei hij dat hij de terugkeer van de rechtsstaat als zijn belangrijkste opdracht beschouwde. Als dit niet slechts loze woorden zijn en hij dit werkelijk voor elkaar krijgt, is er een gerede kans dat de betrekkingen met Rusland aanzienlijke verbeteren. We hebben bescheiden verwachtingen, maar we zijn open en optimistisch. Een Rusland dat een standvastige en betrouwbare partner is die helpt bij het oplossen van vastgelopen conflicten en bij het voorkomen van de verspreiding van kernwapens, is voor ons van fundamenteel belang. Wij zien Rusland als een partner, maar zij moeten ook beslissen of ze ons als partner beschouwen of als een stel rivalen die tegen elkaar opgestookt of uitgespeeld kunnen worden. Wij juichen het plan voor een nieuwe partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Rusland toe; de overeenkomst zou uitgebreid moeten worden met energieonderwerpen en zou ook de grondbeginselen van het Energiehandvest moeten bevatten. Europa moet bij de onderhandelingen een vastbesloten en eensluidend standpunt innemen om werkelijk resultaat te bereiken.
Ik vind het een goed teken dat de top gehouden wordt in de hoofdstad van Khanty-Mansi. Het is de bedoeling dat in dezelfde periode het wereldcongres van Finoegrische volkeren daar ook gehouden wordt. Ik hoop dat dat niet zomaar een eenmalig gebaar is van Rusland naar de Finoegrische volkeren, maar dat Rusland oprecht van plan is de situatie van de Finoegrische volkeren te verbeteren en hun rechten te waarborgen. Wat dat betreft wil ik commissaris Ferrero-Waldner en de Commissie vragen haast te maken met het werk voor de uitvoering van de “voorbereidende maatregelen” voor hulp aan de Finoegrische volkeren, want wij hebben het idee dat de tekorten op dat gebied enorm zijn. Dank u.
Inese Vaidere (UEN). – (LV) Dames en heren, het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een uitgebreide strategie ontworpen over de manier waarop gebruikgemaakt kan worden van landgenoten binnen de Europese Unie, met name de Baltische staten, om de politieke en economische invloed van Rusland te vergroten. President Medvedev heeft onlangs een besluit getekend waarin voor “niet-burgers” van Letland en Estland inreisvisa voor Rusland afgeschaft worden, wat betekent dat ze eigenlijk als Russische burgers erkend worden. “Niet-burgers”, die voor het verkrijgen van burgerschap alleen maar een beetje van de lokale taal hoeven te leren, krijgen dus veel grotere privileges dan burgers en zullen zich dus minder gestimuleerd voelen het burgerschap aan te vragen. Die maatregel is, net als de oproep hen stemrecht te geven bij lokale verkiezingen, een werkelijke hindernis voor de integratie van niet-burgers. De “geleide democratie” in Rusland zorgt steeds vaker voor beperkingen van de persvrijheid, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering. De echte democraten in Rusland hebben bij verschillende gelegenheden om steun gevraagd, zowel door oproepen aan het Subcomité mensenrechten als bij het bezoek aan Moskou. Het geplande pragmatisme van de resolutie heeft ons echter onze principes doen vergeten, al berust in de praktijk alle economische groei in Rusland op onze betalingen voor levering van energie.
Jana Bobošíková (NI). - (CS) Dames en heren, de Europese Unie – en daarmee bedoel ik de Raad – moet duidelijk omschrijven hoe ze denkt over de betrekkingen met Rusland. Het moet duidelijk zijn of onderhandelingen over bijvoorbeeld levering van gas, Kosovo, vrijheid van meningsuiting en mensenrechten door afzonderlijke lidstaten gevoerd worden of dat er kans is op overeenstemming, althans op basisniveau, over enkele gemeenschappelijke belangen. Ik ben van mening dat het in de belang van de burgers is dat de Unie in onderhandelingen met Rusland met één stem spreekt. Dat is helaas niet het geval. We moeten aandringen op de vorming van een stabieler zakelijk en politiek klimaat in Rusland, waarin er minder invoerbarrières zijn en investeerders uit de Unie meer ruimte hebben om te investeren. Dat zou bevorderd kunnen worden als Rusland lid werd van de Wereldhandelsorganisatie. We zouden natuurlijk allemaal krachtig moeten aandringen op eerbiediging van menselijke grondrechten en vrijheden als onderdeel van een dergelijk partnerschap. De Unie – een sterk, uit vele delen bestaand geheel – en Rusland – een supermacht – moeten ophouden zich te gedragen als twee steden die door niets anders verbonden zijn dan door een smalle weg en een gasleiding. Allebei moeten ze streven naar een betere wederzijdse economische integratie en hun partnerschap moet een verstandshuwelijk zijn, geen liefdesrelatie.
Tunne Kelam (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, we juichen de woorden van president Medvedev over het belang van burgerrechten en de rechtsstaat toe, maar de EU moet hem volstrekt duidelijk maken dat de geloofwaardigheid van zijn uitspraken alleen afgemeten kan worden aan Ruslands volledige eerbiediging van de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan zijn bijdrage aan de hervorming van dat orgaan.
Het belangrijkste startpunt voor het nastreven van betere betrekkingen is eenheid onder de EU-lidstaten. Wij beklemtonen vooral de noodzaak van het geven van prioriteit aan de langetermijnvoordelen van een gemeenschappelijk standpunt boven de mogelijke kortetermijnvoordelen van bilaterale afspraken over afzonderlijke onderwerpen.
Deze prioriteiten zijn vooral van belang op het gebied van economie en energie. Daar kan samenwerking op de lange termijn, samen met gelijke toegang tot markten, de infrastructuur en investeringen, alleen bestaan op basis van de beginselen van transparantie en wederkerigheid.
Reino Paasilinna (PSE). - (FI) Voorzitter, commissaris, ik heb hier een studie die dit jaar is uitgevoerd over Russische zakenmannen. Verrassend genoeg hebben zij vergelijkbare gedachten als wij. Wat voor soort Rusland zouden zij in 2020 graag willen zien? Tussen 50 procent en 70 procent van hen wil dat Russen in de eerste plaats vrij zijn, in de tweede plaats opgeleid, in de derde plaats geïntegreerd, in de vierde plaats de wet nalevend en in de vijfde plaats in goede gezondheid. Hier zitten geen enkele slechte intenties tussen. Slechts 30 procent van de zakenmannen hoopt rijk te worden. Er is dan ook geen sprake meer van de oligarchieën die wij ons allemaal herinneren.
Rusland is van plan te moderniseren, een doel dat wordt gedeeld door zowel de leiders van het land als het volk. De geïnterviewde zakenmannen hebben dezelfde zorgen als wij: 70 procent van hen denkt dat vergrijzing een groot probleem is, net als wij. Wat corruptie op hoog niveau betreft, ligt het percentage lager, maar corruptie is daar ook zeer gewoon. Meer dan 50 procent is van mening dat de onafhankelijkheid van het gerechtelijke apparaat en burgerrechten belangrijk zijn. Tevens maken ze zich zorgen over lage opleidingsniveaus. Wij kunnen een voorbeeld stellen en hulp bieden in gebieden met een slechte infrastructuur en een hardnekkige bureaucratie. Daarom denk ik dat we, nu we van Rusland afhankelijk zijn voor energie, de kans hebben om onze expertise aan te bieden om de modernisering van het land, wat hun doelstelling is, te bevorderen.
Christopher Beazley (PPE-DE). - (EN) Voorzitter, commissaris Ferrero-Waldner sprak over het belang om te zorgen voor een goede relatie tussen de EU en Rusland.
Bijzonder belangrijk is volgens mij het maatschappelijk middenveld. Ziet deze groep de mogelijkheid om specifieke programma’s te lanceren of projecten die we zouden kunnen overwegen, zoals universitaire of culturele en artistieke uitwisselingen? En zo ja, welke?
Ik denk dat het de moeite waard is onze teleurstelling in dit verband te herhalen. De bureaus van de British Council in Sint Petersburg en Ekaterinburg zijn gesloten, tegen alle normale diplomatieke gewoontes in.
Tevens heeft het zin van gedachten te wisselen over de energierelatie. Als goede klant staan wij sterk. Gazprom is er duidelijk niet in geslaagd dit Parlement, in de Commissie buitenlandse zaken, de Commissie industrie, onderzoek en energie en in de Commissie verzoekschriften, te overtuigen. Ze moeten de zaak opnieuw bekijken. We hebben behoefte aan een goede relatie waarin we ons niet naïef opstellen, waarin we geen ijdele hoop koesteren en waarin onze Russische partners en collega’s niet achterdochtig zijn en zich niet bedreigd voelen of het idee hebben dat zij agressie moeten tonen.
Adrian Severin (PSE). - (EN) Voorzitter, de volgende top van de Europese Unie en Rusland zal plaatsvinden tussen een Russische federatie die het voor de wind gaat – zij het slechts tijdelijk – en een EU die niet alleen is geraakt door het Ierse “nee” tegen het Verdrag van Lissabon maar ook door een gebrek aan visie over hoe zij uit deze crisis moet komen.
Enerzijds verdeelt Rusland de Europese Unie. Het heeft ons in feite verdeeld in ideologen en pragmatici, in geostrategen die de confrontatie willen aangaan en bemiddelaars, in oude Koude Oorlog-strijders en nieuwe praktische opportunisten.
Anderzijds is het een groot probleem dat Rusland geen Europese Unie-beleid heeft, maar liever apart met elk lid van de Unie relaties aangaat. Deze situatie zullen we niet kunnen veranderen voordat we over een daadwerkelijk gemeenschappelijk Europees beleid voor Rusland beschikken. We moeten Rusland vertellen dat, als het goede zaken met ons wil doen en wil profiteren van de wederzijdse openstelling van de markten, een institutionele en politieke interoperabiliteit nodig is die ervoor zorgt dat economisch beleid en geopolitieke strategieën gescheiden blijven.
Daarom is een gemeenschappelijke ruimte van gerechtigheid, vrijheid en veiligheid nodig die wordt gekenmerkt door transparantie, verantwoordelijkheid en openheid.
Francisco José Millán Mon (PPE-DE). - (ES) Voorzitter, de relatie tussen de Europese Unie en Rusland moet opbouwend, maar tevens veeleisend zijn. Rusland is net als wij een lid van de Raad van Europa en moet de beginselen en waarden daarvan dus respecteren.
Het verheugt mij dat President Medvedev recentelijk het belang van mensenrechten en de rechtsstaat heeft benadrukt.
De Europese Unie en Rusland hebben de potentie om een sterke relatie te ontwikkelen en we staan nu voor de uitdaging te onderhandelen over de nieuwe Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, waarmee we sneller vooruitgang zullen kunnen boeken in de zogenoemde “vier gemeenschappelijke ruimtes”.
Ik wil graag het belang van een van deze ruimtes benadrukken: economische relaties. Meer dan de helft van de Russische handel wordt gedreven met de Unie. De oprichting van een geïntegreerde markt, met transparante en niet-discriminerende regels zal de economische en handelsrelaties tussen Rusland en de Europese Unie verbeteren en uitbreiden. Ook is meer juridische zekerheid in Rusland essentieel.
Dames en heren, Moskou is een belangrijke speler op het internationale toneel. Als permanent lid van de Veiligheidsraad is de medewerking van Moskou essentieel om vrede en stabiliteit in Europa en in de rest van de wereld te bewerkstelligen.
Wat de EU betreft, moeten de 27 lidstaten met één stem spreken in hun relaties met Rusland. Alle analisten, waaronder recentelijk nog Mark Leonard in een interessant onderzoek, benadrukken dat het ontbreken van een gemeenschappelijk standpunt schadelijk is voor de Unie...
(De spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Csaba Sándor Tabajdi (PSE). - (HU) Voorzitter, de aanstaande top maakt een einde aan de al anderhalf jaar durende impasse en zal hopelijk aanzienlijke vooruitgang brengen in de relaties tussen de Europese Unie en Rusland. De Europese Unie heeft Rusland nodig, maar we mogen niet vergeten dat Rusland Europa net zo hard nodig heeft, als economische partner en als energieconsument. We zijn zowel op energiegebied als op andere gebieden van elkaar afhankelijk. Daarom denk ik dat angst met betrekking tot toenemende Russische invloed overdreven is, ook al lijken talloze verklaringen van de Russische leiders deze angst te rechtvaardigen. In het belang van de toekomstige ontwikkeling van strategische relaties tussen de EU en Rusland is het van essentieel belang zo snel mogelijk een regeling op te stellen waarbij over en weer zonder visa kan worden gereisd. Dit is cruciaal voor een verbetering van de verhoudingen tussen de EU en Rusland. Tenslotte wil ik, als voorzitter van het Fins-Oegrische forum in het Europees Parlement, het verzoek herhalen dat ook door mijn collega Szent-Iványi is gedaan aan de EU-staatshoofden die aan de top deelnemen: steun alstublieft de Fins-Oegrische volkeren. Dank u voor uw aandacht.
Bernd Posselt (PPE-DE). - (DE) Voorzitter, ik deel de mening dat de pijpleiding tussen Duitsland en Rusland alleen moet worden aangelegd indien de andere betrokken EU-lidstaten het hiermee eens zijn. Maar dan moeten die lidstaten niet met een andere grootmacht onderhandelen, met name de VS, over kernwapens of visa. Europa kan alleen stelling nemen tegen de VS en Rusland als zij eindelijk met één stem gaat spreken.
Laat één ding heel duidelijk zijn: het is onze taak om de Russen te vertellen dat het in hun fundamentele belang is een goede partnerschap met Europa op te bouwen. Dit betekent echter dat zij niet namens andere landen mogen spreken die ze in het verleden hebben bezet, zoals Oekraïne of Georgië. Deze landen zijn soevereine staten die het recht hebben hun eigen beslissingen over hun eigen toekomst te maken.
De heer Medvedev zei in Berlijn dat hij een verbetering in de relaties wil zien. Als dat zo is, kan hij op twee fronten aan de slag. Het eerste is de rechtstaat, wat betekent dat actie moet worden ondernomen in de zaak van de Yukos-gevangenen. Het tweede en zeer belangrijke front is dit: mijnheer Medvedev, stop alstublieft met het dwarsbomen van de grootste vredesoperatie uit de geschiedenis van de EU, namelijk de Kosovo-missie!
Andrzej Jan Szejna (PSE). - (PL) Voorzitter, de complexe relatie tussen de Europese Unie en Rusland vraagt om doordachte en samenhangende diplomatieke maatregelen. De aankomende top tussen de Europese Unie en Rusland heeft tot heftige emoties geleid, aangezien daar zal worden onderhandeld over overeenkomsten die zowel voor de Europese Unie als Rusland van groot belang zijn. De Unie moet, onder meer, streven naar het waarborgen van energiezekerheid voor Europa. In een tijd waarin brandstof- en energieprijzen blijven stijgen is energiezekerheid van strategisch belang voor de economie van de hele Europese Unie en ook voor de nationale economieën van de lidstaten.
Aan de vooravond van de EU-Rusland-top moeten we ons realiseren hoe belangrijk het is voor de toekomst van de Unie dat we op het internationale toneel met één stem spreken. In dit verband is het vervelend dat de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon nu onzeker is. Dit verdrag bevat bepalingen die de Europese Unie een sterke partner bij internationale betrekkingen zou maken. Het verheugt mij dat de Unie Polen heeft gesteund in zijn geschil met Rusland over de export van onze producten. Ik ben ervan overtuigd dat Polen in de komende jaren zal bijdragen aan de ontwikkeling van positieve betrekkingen tussen Rusland en de Europese Unie.
Josef Zieleniec (PPE-DE). - (CS) Deze EU-Rusland-top wordt de eerste top voor de Russische president Dmitri Medvedev. De Unie zou gebruik moeten maken van de start van zijn ambtstermijn en moeten streven naar een verschuiving in de wederzijdse verhoudingen in de richting van een pragmatische, realistische en strategische partnerschap. Op de lange termijn is deze partnerschap nog belangrijker voor Rusland zelf. President Medvedev moet prioriteit geven aan het waarborgen van de rechtsstaat (zoals hij zelf ook zegt) en het moderniseren van de economie. Om dit te bereiken heeft hij Europa nodig. Ook op het gebied van internationale en handelsrelaties heeft Rusland een partner nodig die stabieler en betrouwbaarder is dan China of Iran. De Europese Unie vormt geen bedreiging voor Rusland. Integendeel, de Unie kan Rusland helpen zijn status als belangrijke speler te behouden die het anders langzamerhand zou verliezen vanwege zijn eenzijdige economie en democratie. Een strategische partnerschap kan echter alleen worden opgebouwd op basis van een symmetrische dialoog tussen gelijken. In dit verband moet Rusland een voortrekkersrol spelen, stoppen met zijn kleingeestige pogingen om Europa te verdelen en de Unie als collectieve identiteit behandelen. Kortzichtige schermutselingen en provocaties stellen de creatie van een werkelijke partnerschap met de EU alleen maar nodeloos uit. In het overleg over de nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Rusland moet de focus liggen op kwesties die op de lange termijn van belang zijn.
Zita Pleštinská (PPE-DE). - (SK) De strategische partnerschap tussen de EU en Rusland is een belangrijke factor op het gebied van diversificatie en het veiligstellen van de import van energiebronnen in de EU. Tegelijkertijd mogen we niet vergeten dat deze samenwerking net zo belangrijk is voor Rusland als voor de EU, aangezien tot wel zestig procent van Russische ruwe olie naar de EU gaat.
Ik denk dat de Europese leiders Rusland moeten blijven vertellen dat het land zijn energievoorraden niet moet gebruiken als een middel van politieke repressie, noch tegen de EU-lidstaten, noch tegen de landen van de voormalige Sovjetunie, met name Oekraïne.
Op dit moment zijn onderhandelingen van de lidstaten over de levering van Russische olie en gas bilateraal. Toen ik in april 2007 de Doema van de Russische Federatie bezocht kon ik met eigen ogen zien dat ook Rusland enorm geïnteresseerd is in onderhandelingen over energiekwesties met de EU als geheel.
Tenslotte wil ik, net als mijn collega Elmar Brok, mijn angst uitspreken dat de positie van de EU als strategische partner, na het mislukken van het Ierse referendum over het Verdrag van Lissabon, verzwakt zou kunnen zijn, aangezien het Verdrag van Lissabon het document is waarin de bevoegdheden van de EU op het gebied van een gemeenschappelijk energiebeleid zijn vastgelegd.
Anneli Jäätteenmäki (ALDE). - (FI) Voorzitter, hopelijk zullen we de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Rusland gauw afronden. Het is belangrijk dat de relatie tussen de EU en Rusland duidelijk, werkbaar en eerlijk is. De partnerschap moet voor beide partijen gezond en nuttig zijn.
Ondanks haar pragmatische aanpak mag de EU de mensenrechten niet vergeten, zoals zij dat in het verleden ook niet heeft gedaan. Zij moet streven naar een actieve dialoog met Rusland over dit onderwerp.
Energiezekerheid is in heel Europa een belangrijk thema en wanneer wij het hebben over energie, dan hebben we het normaliter over Rusland en de samenwerking tussen de EU en Rusland. De EU wil graag zekerheid van levering behouden, maar tegelijkertijd haar afhankelijkheid van externe energie verminderen. Hopelijk wordt het debat op de top een open, eerlijk en vooral vruchtbaar debat.
Milan Horáček (Verts/ALE). - (DE) Voorzitter, toen de heer Swoboda aan het woord was, herinnerde ik mij dat “svoboda” in het Russisch “vrijheid” betekent, en ik dacht bij mezelf dat vrijheid natuurlijk iets is dat wij allemaal nodig hebben. Mensenrechten en vrijheid zijn de belangrijkste pijlers van de EU en moeten ook aan onze dialoog met Rusland ten grondslag liggen.
Juist omdat de volgende dialoog in Siberië zal plaatsvinden wijs ik erop dat Chita – het detentiecentrum waar de Yukos-gevangenen, Mikhail Khodorkovsky en Platon Lebedev, evenals anderen, vastzitten – ook in Siberië ligt. Ik wil u daarom vragen er alles aan te doen om ervoor te zorgen dat zij worden vrijgelaten, en Rusland aan te moedigen mensen daadwerkelijk vrijheid van meningsuiting te geven, evenals een vrije pers, en NGO’s ongehinderd hun werk te laten doen, aangezien al deze aspecten extreem belangrijk zijn voor onze gemeenschappelijke Europese toekomst.
Hanna Foltyn-Kubicka (UEN). - (PL) Voorzitter, wij zijn een gemeenschap die de rechtsstaat als een van de fundamenten van onze identiteit beschouwt. Wij moeten van onze politieke en economische partners hetzelfde verwachten. Ik verzoek de vertegenwoordigers van de Europese Unie om op de top de kwestie van volledige Russische naleving van de arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens aan de orde te stellen.
Dit Hof is niet opgericht als nepinstelling, waarvan de arresten alleen worden nageleefd door degenen die slechts kleinere en soms betwistbare schendingen van mensenrechten begaan. Het Hof is opgericht om folteraars, verkrachters en moordenaars te belemmeren hun misdaden voort te zetten, in de wetenschap dat zij de juiste straffen opgelegd krijgen.
De Russische Federatie dient dan ook nauw met het Hof samen te werken en de arresten van het Hof te respecteren. Een land dat de overeenkomsten die het aangaat niet nakomt, kan natuurlijk niet als betrouwbare partner worden beschouwd. Het gedrag van Rusland staat in schril contrast met zijn verklaringen dat het een betrouwbare energieleverancier is. Dat is een van de stellingen die Russische diplomaten graag maken. Als Rusland net zo betrouwbaar blijkt te zijn als het met betrekking tot Tsjetsjenië, mevrouw Politovskaya of de heer Litvinienko was, dan zal de Europese Unie de geschiedenis ingaan als de meest naïeve instelling ooit.
Gerard Batten (IND/DEM). - (EN) Voorzitter, ik wil iets aan de orde stellen namens mevrouw Marina Litvinenko, wier echtgenoot, Alexander Litvinenko, in december 2006 in Londen werd vermoord. Het moordwapen was polonium-210, een radioactief materiaal, waarvan 97 procent wordt geproduceerd in de Avangard kerncentrale in Rusland. De moord heeft alle tekenen van een zeer doordachte moord, zoals de moorden die door de Russische geheime dienst worden uitgevoerd. De belangrijkste verdachte in deze zaak, Andrei Lugovoi, is lid van het Russische parlement en kan volgens de Russische grondwet niet worden uitgeleverd.
Als ik mij even rechtstreeks tot mevrouw Ferrero-Waldner mag richten: Mevrouw Litvinenko verzoekt de Raad en de Commissie de kwestie van de moord op de heer Litvinenko tijdens de top aan te kaarten bij president Medvedev. Zij wil dat de moord op haar man wordt opgelost en dat de betrokkenen worden berecht. De top is een ideaal moment om een stap vooruit te zetten. Helpt u haar alstublieft.
(Applaus)
Vytautas Landsbergis (PPE-DE). - (EN) Voorzitter, ik volg de lijn van de vorige spreker. De Russische overheid moet er alles aan doen om te bewijzen dat zij geen opdracht heeft gegeven voor de terroristische moord op de Britse – en dus ook Europese – burger Alexander Litvinenko. Aangezien de Russische overheid niet heeft bewezen dat zij die opdracht niet heeft gegeven en zelfs weigert om samen te werken met de Britse onderzoeksinstanties kunnen we aannemen dat de officiële betrokkenheid van Rusland bij de moord politiek bewezen is.
Het nieuwe Rusland gedraagt zich, zoals vele anderen ook zeggen, als een terroristische staat en tijdens de top in Khanty-Mansiysk moet de EU president Medvedev oproepen hier een eind aan te maken.
Tegen de moeders van Beslan, die er achter proberen te komen wie de opdracht heeft gegeven voor de aanval op de school en het inzetten van bazooka’s en zware machinegeweren die tegen iedereen werden gericht, zelfs op hun kinderen, zouden geen rechtzaken moeten worden aangespannen. De EU moet in elk geval diegenen die zwakker staan dan zijzelf, de Britse overheid en de moeders van Beslan, steunen.
Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. − (SL) Ik zal het kort houden, gezien het late uur. Ik geloof dat het mijnheer Severin was die zei – ik citeer hem in het Engels – dat “Rusland verdeeldheid zaait binnen de Europese Unie”. Toch denk ik dat ik in het debat van vandaag met name twee elementen van zeer, zeer brede consensus heb gehoord.
In de eerste plaats dat wij goede verhoudingen nodig hebben tussen de Europese Unie en de Russische Federatie. Ik kan het hier natuurlijk alleen maar mee eens zijn. De Russische Federatie is een wereldmacht, zoals al diverse keren is gezegd, een van de belangrijkste spelers op het internationale toneel, zoals Millán Mon aangaf, en bovendien is Rusland onze buur. Kortom, wij kunnen niet anders dan met de Russische Federatie samenleven en dit samenleven kan alleen van hoge kwaliteit zijn als het is gebaseerd op partnerschap en samenwerking. Dit voorzitterschap is vastbesloten tot een vruchtbare dialoog te komen om deze partnerschap en samenwerking te verbeteren. Een dialoog waarbij ruimte is voor alle belangen van beide zijden, inclusief kwesties waar wij het niet over eens zijn en waar ik in mijn inleidende speech over sprak.
Het andere belangrijke onderdeel van de zeer brede consensus die ik in deze Kamer heb opgemerkt is het belang dat door de leden van het Parlement wordt gehecht aan het gemeenschappelijke standpunt van de Europese Unie. Hier ben ik het volledig mee eens. Het gebied waarop dit vooral en het vaakst wordt benadrukt is energie. Het feit is dat geen enkele lidstaat in bilateraal overleg met leveranciers als de Russische Federatie tot een overeenkomst kan komen die beter is dan een overeenkomst die de Unie als geheel kan aangaan. Het is daarom hoog tijd dat er daadwerkelijk een gemeenschappelijk Europees energiebeleid komt.
In dit verband zijn ook gas- en oliepijpleidingen genoemd. Ik zeg slechts het volgende: als wij in de Europese Unie in staat zouden zijn geweest een echte interne energiemarkt te realiseren, zou het niet van belang zijn waar gas- of oliepijpleidingen lopen.
Ik sluit af met de volgende opmerking: de Sloveense voorzitter is verheugd dat zijn voorzitterschap eindigt met de top tussen de EU en de Russische Federatie, een top die deze keer, dankzij bepaalde nieuwe omstandigheden, een nieuwe president in Rusland en het mandaat waarover wij eindelijk, na lange onderhandelingen, over beschikken, veel belooft. En ik hoop dat deze beloftes kunnen worden waargemaakt.
Benita Ferrero-Waldner, lid van de Commissie. − (EN) Voorzitter, ik denk dat onze wederzijdse afhankelijkheid de sleutelfactor in onze verhouding is, zoals veel sprekers hebben aangegeven. Enerzijds is het in ons belang een goede relatie te hebben met Rusland, een strategische partner en onze buur, zoals onze Voorzitter terecht opmerkte. Het is echter ook van belang dat Rusland een partner is bij de oplossing van problemen en niet een partner die problemen veroorzaakt. Dat is de andere kant van het verhaal.
Ik heb aandachtig geluisterd en nota genomen van al uw opmerkingen. Ik kan uw vragen en opmerkingen niet allemaal nu beantwoorden, maar ik wil wel graag enkele algemene en specifieke opmerkingen maken.
In de eerste plaats is Rusland tegenwoordig een zeer belangrijke energiepartner en als gevolg van het verkrijgen van het onderhandelingsmandaat voor de nieuwe overeenkomst hebben wij al een gemeenschappelijk EU-standpunt over energie, omdat we een gemeenschappelijk mandaat hebben. Het was niet gemakkelijk dit mandaat te krijgen, maar we hebben het nu wel en dit is nu het kader voor ons overleg. Het was daarom zeer belangrijk dit mandaat te krijgen. Zoals ik eerder heb gezegd willen wij de beginselen van het Energiehandvest in de nieuwe overeenkomst opnemen. De relatie tussen de EU en Rusland is daarop gebaseerd – het is geen eenrichtingsverkeer. Wij zijn een belangrijke markt en een investeringsbron voor Rusland, net zoals Rusland een belangrijke leverancier is voor ons. We zijn dus van elkaar afhankelijk en moeten dezelfde principes hanteren: wederkerigheid, transparantie en non-discriminatie.
Een van de doelstellingen van het energiebeleid van de Europese Unie is het diversifiëren van bevoorradingsroutes en energiebronnen om concurrentie en zekerheid in de Europese energiemarkt te vergroten. Dit is geen anti-Russisch beleid. Ik denk dat Rusland een van onze belangrijkste leveranciers zal blijven, maar iedere weldenkende consument spreidt zijn risico’s, vooral nu de energieprijzen torenhoog zijn. Gezien onze groeiende afhankelijkheid van importen, met name van gas, zal de omvang van het Russische gas dat wij willen invoeren waarschijnlijk groeien. We hebben dus een duidelijk diversificatiebeleid nodig.
Even terug naar de handel in het algemeen. Het is zeer belangrijk dat Rusland lid wordt van de WTO. Dat is niet alleen belangrijk voor Rusland, maar ook voor ons. Wij zullen ons daarom actief blijven inzetten in Genève en op bilateraal niveau om een deal te sluiten. Ik denk dat Rusland het lidmaatschap van de WTO nodig heeft om zijn economie te moderniseren en met deze president weet ik zeker dat dit mogelijk is, evenals onder president Poetin, die deze kwestie ook steunde.
Ik wil graag kort NGO’s en mensenrechtenkwesties noemen. Wij hebben regelmatig contact met Russische NGO’s en wij maken melding van hun zorgen in onze gesprekken met de Russische autoriteiten. Indien nodig zijn wij bereid specifieke zaken aan de orde te stellen en we blijven hen financieel steunen door middel van ons Europees Instrument voor democratie en mensenrechten.
Wat de mensenrechtenkwestie in het algemeen betreft houden wij overleg met de Russen. We hebben het over specifieke gevallen, over mensenrechtenverdedigers en soms over juridische zaken. Wij zijn vooral bezorgd over de situatie in de Noordelijke Kaukasus, Georgië, Abchazië, Zuid-Ossetië en over Nagorno-Karabach en Moldavië, dus doet u alstublieft niet alsof wij het niet wisten. Dit is en blijft zeer belangrijk.
Over de kwestie van de British Council wil ik graag zeggen dat de EU de Britse regering heeft gesteund in zijn geschil met Rusland over de kantoren van de British Council in Sint Petersburg en Yekaterinburg. Ik denk dat we nu een goede dialoog over culturele samenwerking hebben met Rusland en ik hoop dat we hiermee de waarde van deze contacten kunnen benadrukken. Uiteraard zullen we bekijken wat we nog meer kunnen doen.
Wat de Fins-Oegrische minderheden betreft: zoals u weet, werken wij aan de tenuitvoerlegging van voorbereidende maatregelen ter waarde van 2,5 miljoen euro, die het Parlement in de begroting voor dit jaar heeft opgenomen, en in dit verband zien wij ook de tenuitvoerlegging van het verdrag over rechten van minderheden van de Raad van Europa, waar Rusland deel van uitmaakt. Ik vind dat het verdrag ook van toepassing moet zijn op nationale minderheden in Rusland.
Wat universitaire uitwisselingen betreft zou ik alleen willen zeggen dat wij zulke uitwisselingen met Rusland bevorderen door middel van de Erasmus Mundus en de Tempus programma’s. We zullen onze samenwerking binnen die programma’s in de komende jaren versterken. Bovendien heeft Rusland aangegeven interesse te hebben in het lidmaatschap van het zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, wat in de toekomst wellicht een belangrijk teken voor SIGMA zal zijn. We hebben een Instituut voor Europese Studies en wij – zowel Rusland als de Europese Unie – gaan mogelijk samenwerken met dit instituut en misschien onze input wel verdubbelen.
Een laatste algemene opmerking voordat ik afsluit: de officiële start van deze nieuwe overeenkomst is een zeer belangrijke gelegenheid en tevens een kans, daar is iedereen het hier waarschijnlijk wel mee eens. Er is een enorm potentieel en ik ben het volledig eens met onze voorzitter dat dit een zeer belangrijke gelegenheid zal zijn.
We weten dat de onderhandelingen niet gemakkelijk zullen zijn. Ze moeten uitvoerig zijn en juist omdat ze uitvoerig zijn – omdat we een enorm mandaat hebben – zullen ze ook nogal complex en niet snel afgerond zijn. Dit solide mandaat toont echter ook aan dat er een zekere eenheid is op dit vlak. De eenheid van het mandaat is er. Het was lastig het mandaat te krijgen, maar laten we, nu we het hebben, stappen gaan zetten. Ik dring er bij u op aan ons hierbij te steunen.
Tenslotte dient de relatie, zoals u allen weet, strategisch te zijn. Laten we daarom de dagelijkse irritaties en nieuwsberichten even laten voor wat ze zijn en naar de bredere historische context van Europa en Rusland kijken en naar de vele belangen die wij delen. We moeten een manier vinden om met onze verschillen om te gaan en tegelijkertijd de deur van de dialoog openhouden. Er ligt een kans. Die moeten we grijpen. En ik denk dat we er samen een solide partnerschap van kunnen maken.
De Voorzitter. − Ik heb zes ontwerpresoluties(1)overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement ontvangen.
Het debat is gesloten.
De stemming vindt morgen plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 142 van het Reglement)
Ramona Nicole Mănescu (ALDE), schriftelijk. – (RO) De EU-Rusland-top die zal plaatsvinden op 26/27 juni in Khanty-Mansiik, Siberië, markeert een dubbel begin: enerzijds is de top het eerste contact dat de Europese Unie heeft met de nieuwe Russische president, Dimitry Medvedev, anderzijds zal worden begonnen met de onderhandelingen over een nieuwe partnerschapsovereenkomst, die het kader zal scheppen voor de ontwikkeling van de relaties tussen de Europese Unie en Rusland.
Aangezien 40 procent van het aardgas dat door Europese bedrijven wordt geïmporteerd uit Rusland komt, moet Rusland investeringen uit de EU vergemakkelijken door een transparante wetgeving en openstelling van zijn pijpleidingenstelsel, zodat Europese bedrijven rechtstreeks gas kunnen kopen van Centraal-Aziatische producenten.
De Europese Unie mag niet onverschillig staan tegenover het lot van mensen die in conflictregio’s leven; samen met Rusland en de andere betrokken actoren moeten wij een manier vinden om “bevroren” conflicten op te lossen, evenals het conflict in Moldavië en de Kaukasus.
Ik hoop dat de partnerschapsovereenkomst een kader zal zijn waarbinnen de verhoudingen tussen de Europese Unie en Rusland zich kunnen ontwikkelen; we mogen echter niet vergeten dat ons doel niet het ondertekenen van een partnerschapsovereenkomst is, maar het in deze overeenkomst inpassen van bepalingen die kunnen leiden tot democratie, veiligheid en een verhoging van de levensstandaard in Europa, van de Kaukasus tot aan de Atlantische kust.
Katrin Saks (PSE), schriftelijk. – (ET) Voorzitter, deze week vindt in Khanty-Mansiysk de reguliere topontmoeting plaats tussen de Europese Unie en Rusland, die zal worden gevolgd door het 5e wereldcongres van Fins-Oegrische volkeren in dezelfde stad. Onder de Fins-Oegrische volkeren bevinden zich de oorspronkelijke bewoners van deze regio, de Khanty en Mansi rendierherders aan wie deze plek, gelegen tussen de Siberische moerassen en toendra, zijn naam heeft te danken.
Aan dit wereldcongres neemt tevens een delegatie van vijf leden van de Europese Unie deel. De Hongaren, de Finnen en de Esten horen tot de Fins-Oegrische volkeren en hun oorspronkelijk thuisland is Siberië. Ik hoop dat wij op deze manier de aandacht kunnen vestigen op de kleine landen waarvan de taal het risico loopt te verdwijnen en waarvan de duizenden jaren oude cultuur wordt vervangen door gebeurtenissen in het bedrijfsleven.
De Europese Unie moet trouw blijven aan haar waarden en deze verdedigen. Ze mag niet verblind raken in een regio die de bron is van het grootste deel van de energiebronnen van Rusland. De olierivieren hebben tot een conflict geleid tussen de traditionele levenswijze van de oorspronkelijke bewoners en de immer groeiende behoefte aan olie van de mensheid.