Stenograma dezbaterilor

Luni, 7 iulie 2008 - Strasbourg

18. Crearea unei baze de date cu amprentele digitale ale persoanelor de etnie rromă din Italia (dezbatere)

  Presidente. − L'ordine del giorno reca la discussione su:

– l'interrogazione orale alla Commissione sulla creazione di una banca dati per le impronte digitali dei rom in Italia, di Monica Frassoni, a nome del gruppo Verde/ALE (O-0076/2008 – B6-0170/2008),

– l'interrogazione orale alla Commissione sulla creazione di una banca dati per le impronte digitali dei rom in Italia, di Giusto Catania, a nome del gruppo GUE/NGL (O-0077/2008 – B6-0451/2008),

– l'interrogazione orale alla Commissione sulla creazione di una banca dati per le impronte digitali dei rom in Italia, di Jan Marinus Wiersma, Claudio Fava, Kristian Vigenin, Gianni Pittella, Adrian Severin e Katalin Lévai, a nome del gruppo PSE (O-0078/2008 – B6-0452/2008),

– l'interrogazione orale alla Commissione sulla creazione di una banca dati per le impronte digitali dei rom in Italia, di Viktória Mohácsi, Marco Cappato, Alexander Alvaro, Sophia in 't Veld, Sarah Ludford, Jeanine Hennis-Plasschaert, Ignasi Guardans Cambó, Adina-Ioana Vălean, Renate Weber e Gérard Deprez, a nome del gruppo ALDE (O-0080/2008 – B6-0453/2008).

  Monica Frassoni, Autore. − Signor Presidente, onorevoli colleghi, il Ministro Maroni ha definito questo dibattito grottesco ma la realtà è che oggi ha smesso le sue arie da cowboy e cerca di convincere i colleghi europei che è tutta colpa della stampa e della sinistra e che il suo unico obiettivo è quello di fare il bene dei poveri zingari, rinchiusi nei campi invivibili e che con la schedatura etnica sarà possibile obbligare tutti i bambini Rom ad andare a scuola e che quindi non è necessario – né vuole – criminalizzare tutti i nomadi. Quindi questo dibattito è grottesco.

Eppure io non sono d'accordo. Credo che questo dibattito, e l'attenzione che siamo riusciti a suscitare insieme a tante ONG, insieme a tanti colleghi di diverse nazionalità – perché questo non è un tema solamente italiano – e a tante persone semplicemente preoccupate per la situazione dei diritti, sia importante e sia importante proprio perché lo facciamo qui, in Europa, e perché si parla di una questione di diritti e di cittadini e quindi oggi questo vuole essere un piccolo contributo anche a quella che oggi è percepita come una crisi di senso da parte dell'Europa.

L'Europa serve: serve ad arginare atteggiamenti da cowboy e politiche crudeli e soprattutto inefficaci; serve a battersi contro il razzismo e le discriminazioni, usando le leggi e gli accordi esistenti che sono figli di una storia sanguinosa. Questo dibattito serve a ribadire che in Europa non c'è spazio per le schedature etniche: tanto è vero che oggi il governo pare tornare indietro su questo e noi ce ne felicitiamo se così è. Il dibattito serve anche a mettere pubblicamente e legittimamente in dubbio che sia necessario in un Paese avanzato di 58 milioni di abitanti, dove la mafia controlla 120 miliardi di euro e un giro d'affari enorme e intere fette del territorio, dove la spazzatura uccide una delle province più ricche di storia d'Europa, che si dichiari uno stato di emergenza tipo "tsunami" o "terremoto" per dodici mesi e tutto questo per la presenza di 160.000 cosiddetti "nomadi", di cui la metà sono cittadini italiani.

Noi pensiamo che questo dibattito sia importante perché con la schedatura etnica minacciata e con la costante criminalizzazione dei Rom e dei Sinti noi non saremo più sicuri. Il lavoro di coloro che lavorano con le comunità Rom e Sinti, per farli uscire da una situazione di marginalità, di povertà e di violenza sulle donne e sui bambini – che sono obiettive, che esistono, e che io e nessuno di noi vuole negare – sono un nodo inestricabile, che non si può assolutamente separare se la situazione rimane così com'è oggi.

Oggi discutiamo di questi problemi, Presidente, per la terza volta in pochi mesi. Io spero che la pressione positiva, amichevole e costruttiva, che anche questo dibattito vuole rappresentare, possa convincere quella parte dei miei connazionali, di altri cittadini europei, che pensare di buttare fuori tutti e di risolvere con la violenza e anche con la semplificazione e il razzismo, questo che è un reale problema di esclusione, che è un reale problema di economia ed è anche un problema di cultura nel nostro Paese e nel nostro continente, possano essere convinti che non è quella la strada.

Io la invito, quindi, Commissario, a valorizzare al massimo il lavoro che fa la Commissione, il lavoro che noi come Parlamento facciamo, e anche il denaro che viene dato per quel tipo di politiche positive, che oggi sono poco conosciute, così nascoste e spazzate via da un pregiudizio che resiste, non solo in Italia ma anche in Europa.

  Jan Marinus Wiersma, Auteur. − Ook wij zijn verbijsterd over de meest recente maatregelen die de Italiaanse regering heeft aangekondigd om het zogenaamde Roma-probleem in Italië op te lossen. Ik vind het zeer jammer dat wij hier vandaag een dergelijk debat moeten voeren. Ik ben zelf jarenlang rapporteur geweest voor de toetreding van Slowakije en heb veel te maken gehad met de Roma-problematiek. Ik zei altijd: discrimineren mag niet, het is gewoon verboden, dat zijn de regels en de afspraken van de Europese Unie. Het registreren van Roma, dat lijkt heel erg op discrimineren en dat gebeurde in Slowakije niet. Het is jammer dat ik nu het debat moet voeren naar aanleiding van het optreden van de regering van een bestaande lidstaat.

Het meest recente pakket dat minister van Binnenlandse Zaken Maroni heeft uitgevaardigd om, zoals de regering het inmiddels noemt, de noodtoestand met de Roma aan te pakken, heeft een nare bijsmaak. Het aanleggen van een databank met vingerafdrukken van Roma-kinderen druist in tegen de grondbeginselen van de Europese Unie: non-discriminatie, gelijkheid voor de wet, bescherming van minderheden.

De aankondiging van deze maatregel komt op een moment dat de Europese Commissie haar beoordeling van een eerder pakket Italiaanse maatregelen nog niet heeft afgerond. In mei van dit jaar kregen de prefecten van grote steden buitengewone bevoegdheden om op te treden tegen illegalen en Roma, bevoegdheden die ook toen onze wenkbrauwen deden fronsen. Ik zou de Italiaanse regering dan ook tot grote terughoudendheid willen oproepen om de grens van het toelaatbare in Europa niet te overschrijden. Schrap die maatregel! Deze hoort niet thuis in de Europese Unie.

De Europese Commissie bevindt zich hier in een situatie die bij mijn weten niet eerder is voorgekomen. Wij vragen haar dan ook de maatregel nauwkeurig onder de loep te nemen. De Commissie moet een objectieve positie innemen, kijken naar de letter van het Verdrag en zich niet laten leiden door politieke overwegingen. Deze benadering en de benadering van Italië scheren langs het randje van het EU-Verdrag en de Commissie moet glashelder maken waar de grens ligt.

Het gaat echter niet alleen over Italië, laat dat duidelijk zijn. Wat met deze jongste episode nog maar eens duidelijk is geworden, is dat een veel actiever beleid nodig is om het sociale en economische isolement van de Roma te doorbreken en discriminatie tegen hen te bestrijden.

Vorige week woensdag presenteerde de Commissie een overzicht van hetgeen nu al mogelijk is met Europese instrumenten. Ik dank de Commissie daarvoor. Zoals de Commissie zegt, kunnen lidstaten meer en beter gebruikmaken van de bestaande instrumenten om de integratie van de Roma te bevorderen. Maar ik verwacht van de Commissie nu ook concrete plannen die vorige week nog ontbraken. Verschillende resoluties van dit Parlement, de laatste van januari van dit jaar, vragen daar ook om.

Als één ding duidelijk is geworden, is dat wij niet langer moeten wachten om de Roma en de positie van de Roma in Europa echt serieus te nemen. Het gaat om een zeer bijzondere minderheid die niet tot de traditionele minderheden gerekend kan worden. Het is een probleem dat heel Europa aangaat, zeker sinds de laatste uitbreidingen waardoor heel veel Roma EU-burgers zijn geworden. Een beleid van repressie zal uiteindelijk de problemen van de Roma niet oplossen en ook niet de problemen en spanningen die zij soms in onze maatschappij veroorzaken. Het gaat om een integrale aanpak, en de manier waarop de Italiaanse regering probeert het probleem aan te pakken is naar mijn mening onacceptabel.

  Viktória Mohácsi, szerző. − Tisztelt elnök úr, Špidla biztos úr, kedves képviselőtársaim. Június végén elnökünkkel, Graham Watsonnal közösen levelet juttattunk el a Bizottságnak, hogy a súlyos olasz helyzetet vizsgálja meg, és tegyen megfelelő intézkedéseket annak elmarasztalására, amennyiben sérti az Európai Unió elveit, illetve vállalásait.

Az olaszországi eseményekkel kapcsolatban több képviselőtársam említést tesz majd azokról a jogtalanságokról, amelyek az elmúlt időszakban történtek, beleértve az ujjlenyomatok begyűjtését. Én leginkább a megoldási alternatívákat sürgetném, mint ahogy képviselőtársam, Wiersma úr is fogalmazott.

Nagyon örülök annak a közleménynek, amelyet a Bizottság nemrégiben adott ki, és annak még jobban örülök, hogy a romaproblémát, az európai integrációt a romák mint kisebbség tekintetében súlyosnak ítéli, és annak még jobban, hogy sürgősnek is.

Nem győzöm kifejezni, hogy mennyire örülök az új horizontális irányelv megalkotásának. A horizontális irányelv véleményem szerint azokat az elemeket kell, hogy összegyűjtse, amelyek a meglévő jogszabályokat korrigálhatják.

Nem győzöm hangsúlyozni elégszer felszólalásaim során, hogy mennyire fontos deklarálni az iskolai szegregációt mint diszkriminációt abban a jogszabályban, amelyet ez a bizonyos 2000/43-as faji irányelv megfogalmazott. Ez az irányelv ugyanis csak azt mondja ki, hogy tilos a megkülönböztetés az iskolákban a különböző fajhoz, etnikumhoz tartozó gyermekek csoportjait tekintve.

Ez az irányelv nem mondja ki azt, hogy a szegregáció, az oktatási szegregáció az diszkrimináció. Számos bizonyítékunk van erre, nemcsak civil szervezetek, nemcsak az Európai Bizottság és nemcsak különböző európai parlamenti állásfoglalások bizonyítják ezt, hanem a magyarországi jogalkotás is bebizonyította már, hogy ez diszkrimináció. Ezt a fontos aspektust az új horizontális direktíva megalkotásánál, valamint az öt tagállamra vonatkozó úgynevezett „Roma évtized programnak” az ajánlásait megfontolni, mint az európai roma stratégia kialakítását nagyon fontos lenne és hatékony lenne az európai roma integráció szempontjából. Köszönöm.

  Vladimír Špidla, člen Komise. − Vážený pane předsedo, vážené paní poslankyně, vážení páni poslanci, děkuji paní Mohácsiové a paní Frassoniové, panu Wiersmovi, panu Cataniovi a všem kolegům za položené otázky. Po čtvrté v této sněmovně máme možnost hovořit o situaci Romů v Itálii. Myslím, že všichni v této sněmovně – napříč většinou politických skupin – se shodneme na tom, že situaci Romů je třeba řešit přijetím okamžitých a odpovědných opatření, která by překonala sociální, ekonomickou a humanitární krizi. Komise se značným znepokojením přijala informace z tisku, podle nichž italské úřady snímají otisky prstů osobám žijícím v „táborech pro nomády“, z nichž pak má být vytvořena databáze.

Mezitím italské úřady předaly Komisi informace o obecném právním kontextu. Vyplývá z nich, že v rámci výjimečného stavu vyhlášeného 23. května umožňuje nařízení ze 30. května starostům Říma, Neapole a Milána přijímat určitá opatření. Mezi těmito opatřeními je také „identifikace a spočítání osob, včetně nezletilých, jež jsou přítomny v táborech pro nomády“. Ukládá se rovněž, že opatření realizovaná starosty musejí být prováděna „v souladu s obecnými principy práva a směrnic Společenství“. Italské úřady uvádějí, že tato opatření jsou přijímána v zájmu osob žijících v těchto táborech, zejména proto, aby jim bylo umožněno žít v důstojných podmínkách.

Komise bere na vědomí ochotu italských úřadů ke spolupráci. Tyto informace jsou užitečné, avšak zůstává nadále nejistota týkající se charakteru a reálného dopadu opatření přijímaných starosty a jejich provádění. Snímání otisků prstů a jejich ukládání do databází lze provádět jedině v právním rámci přísně respektujícím komunitární předpisy a základní práva. V tomto kontextu požádala Komise o objasnění účelu těchto aktivit, přičemž při jejich realizaci je nutno respektovat principy zákonnosti a přiměřenosti. Pro hodnocení toho, zda jsou tyto principy dodrženy, bude klíčové to, jak budou italská opatření ve skutečnosti prováděna.

Aby Komise získala přesnější obrázek o právním rámci, v němž se tato opatření odehrávají, rozhodla se napsat italským úřadům, aby od nich získala dodatečné informace na toto téma. Italské úřady dne 7. července zaslaly Komisi další informace, které budou podrobeny analýze.

Komise si uvědomuje existenci sociálního napětí v Itálii. Na tomto fóru jsme o situaci Romů v Itálii a v jiných zemích hovořili v květnu. Komise tehdy zdůraznila, že si nelze zastírat reálné problémy chudoby a sociálního vyloučení, s nimiž se setkávají Romové v Itálii i v jiných zemích. Podtrhla rovněž, že tato situace vede k lidskému utrpení a k sociálnímu napětí.

Abychom na tuto situaci odpověděli, je nutno potírat kriminalitu a nacházet řešení vskutku odpovídající problémům, jimž čelí Romové, zejména pak romské děti, které jsou prvními oběťmi chudoby a sociálního vyloučení. Romům je nutno pomoci, ne je stigmatizovat. Právě proto Komise ve své zprávě, kterou přijala minulý týden, zdůraznila, že Evropská unie, členské státy a občanská společnost musejí spojit své síly, aby dosáhly účinné koordinace svého úsilí.

Závěrem: Komise, zejména její místopředseda Jacques Barrot, zůstane v pravidelném kontaktu s italskými úřady, které se zavázaly poskytnout do konce července úplnou zprávu na toto téma. Současně bude Komise pokračovat ve vyhodnocování toho, jak členské státy převedly do svého právního řádu směrnici 2004/38 z 29. dubna 2004 a jak ji v praxi uplatňují.

Pevně věřím, že italská vláda má vůli realizovat politiku směřující k sociální inkluzi při plném dodržování základních práv a práva Společenství.

  Edit Bauer, a PPE-DE képviselőcsoport nevében. – Köszönöm szépen, elnök úr! Kedves kollégák, tisztelt biztos úr. Az Európai Néppárt frakciója és Járóka kolléganő nevében, aki sajnos nem tudott ideérni, a következőket szeretném leszögezni. A civil szervezetek és a társadalomtudósok évtizedek óta próbálják felhívni a figyelmet az Európai Unióban élő romák rendkívül nehéz életkörülményeire, akiknek a létszáma és aránya a 2007-es bővítés után még inkább növekedett.

A helyzet megoldására elsősorban nem bevándorlási politikára van szükség, hanem a társadalmi befogadást előmozdító programokra. Fontos, hogy a romákat sújtó diszkriminációt és társadalmi kirekesztést napirendre tűzzük, ám az elfogadhatatlan, hogy az a nyomor, amely a több évszázados kirekesztés, a marginalizálás és a mindenkori politikai elit részéről történő elutasítás következtében sújtja az európai romákat, újra pártpolitikai harc eszköze legyen.

Ez ellentétes a romák érdekeivel, ellentétes a nem romák és Európa érdekeivel is, az Európai Parlament tekintélyét pedig nagy mértékben aláássa, ha ellenőrizetlen híresztelésekre, feltételezésekre alapozva fogadja el állásfoglalásait.

Olaszországban hosszú hónapok óta változatlanul rossz a helyzet, ám a pártok a valódi cselekvés ösztönzése helyett hisztériát keltenek és saját rövid távú, önös érdekeikre használják fel a romák ügyét, amit könnyen megtehetnek, hiszen a roma civil szervezetek túl gyengék ahhoz, hogy ezt kikérjék maguknak vagy ellenálljanak. Amikor a Prodi-kormány belügyminisztere, Giuliano Amato kifejezetten a roma szükségállapotról beszélt, akkor sajnos a tisztelt szocialista és liberális képviselőtársaim nem tiltakoztak.

Szeretném leszögezni, hogy ami jelenleg Olaszországban zajlik, az nem etnikai kérdés, és a törvénytelenségek ellen fel kell lépni, bárkinek a részéről is jelentkezzenek. Köszönöm szépen a figyelmüket.

  Presidente. − Prima di dare la parola all'onorevole Pittella, devo invitare i colleghi che hanno esposto le T-shirt, – ribadisco: non indossate ma esposte a mo' di bandiera o di striscione le T-shirt – a ritirarle perché il nostro regolamento parla chiaro: l'allegato 16 dell'articolo 146 dice esplicitamente che non è possibile tollerarli in questa guisa. Invito a ritirarli altrimenti sarò costretto a farle ritirare dagli uscieri o peggio ancora a sospendere la seduta. Chiedo quindi gentilmente ai colleghi di ritirare immediatamente le T-shirt che vengono esposte come fossero dei manifesti. Anche all'onorevole Ferrari.

  Gianni Pittella, a nome del gruppo PSE. – Signor Presidente, Commissario, onorevoli colleghi, un ministro degli Interni di un Paese europeo non può definire grottesco un dibattito che si svolge nel Parlamento europeo. È un affermazione lesiva della dignità del Parlamento europeo. A noi non fa piacere che un provvedimento del governo italiano debba essere valutato in questa sede. Per noi l'Europa non è il capro espiatorio di tutti i guai nazionali, né il gendarme a cui affidare la guardia del Presidente del Consiglio dell'Italia.

Secondo noi, anche quando siamo all'opposizione nel nostro Paese, è giusto valorizzare e difendere nei consessi internazionali le scelte giuste che fa l'Italia. Ma il governo italiano e il ministro degli Interni avrebbero dovuto ricercare altre strade, in piena sintonia con le norme europee, e informare preventivamente, non in maniera tardiva, la Commissione europea.

Da anni si tenta di affrontare il problema dei Rom: sfruttamento dei minori, avviamento alla mendicità, al racket, al furto e altri fenomeni patologici. Ma la soluzione non è la schedatura su base etnica, bensì una politica concreta che tenga insieme i tre pilastri: cittadinanza, civiltà e sicurezza. L'identificazione dei bimbi Rom e non solo di loro è una garanzia per gli interessati ed essenziale per la lotta al racket e al traffico dei minori ma non può essere fatta su base etnica e con metodi invasivi come quello delle impronte.

Noi ringraziamo il Commissario Špidla per l'impegno assunto di dare una risposta europea ad una grande questione europea e gli chiediamo di fare la massima chiarezza sulle misure adottata dal governo italiano e di riferire al Parlamento europeo. È sorprendente che il terzo millennio, che avrebbe dovuto albeggiare all'insegna di un nuovo alfabeto dei diritti di cittadinanza, conosca invece l'abisso dell'involuzione culturale. Proprio dall'istituzione europea venga un sussulto contro il conformismo dilagante, per la difesa dei valori di civiltà di cui l'Europa è portatrice nel mondo.

  Marco Cappato, a nome del gruppo ALDE. – Signor Presidente, onorevoli colleghi, signor Commissario, il governo italiano manderà entro la fine del mese, come lei ha detto, tutte le informazioni sul provvedimento. Qui c'è, però, un altro punto da valutare preventivamente ed è quello sullo stato d'emergenza: questo il punto che le istituzioni europee devono porre. Innanzitutto: quando si dichiara uno stato di emergenza, in casi come questi, bisognerebbe avvisare preventivamente il Consiglio d'Europa. Non ci risulta che questo sia stato fatto. Chiediamo a lei se sia informato e se questo è stato fatto.

Uno stato d'emergenza che si giustifica per disastri naturali o catastrofi o eventi di questa natura. Ma è possibile definire – la collega prima diceva "provvedimenti precedenti proposti dal Ministro Amato" – Ma certo questo è vero, lo diciamo chiaro: il non governo della questione Rom non è esclusiva del governo Berlusconi; è l'eredità di anni, lustri di non governo di questo problema. Proprio per questo non è immaginabile, non è tollerabile, oggi, richiamarsi ad uno stato d'emergenza che non è tale. Lo stato di emergenza che c'è oggi, semmai, è quello dell'assenza di legalità e di democrazia in un paese come l'Italia, che è il paese più condannato davanti alla Corte europea per i diritti umani. Questa è l'emergenza: non può essere invocata "un'emergenza Rom" che in quanto tale non esiste.

C'è la necessità di governare un problema. Si governa attraverso l'accoglienza, si governa attraverso l'integrazione, investendo le risorse per questo invece di sprecarle come si fa non utilizzando i Fondi europei, invece che affidarsi all'illusione tecnologica della biometria per nascondere l'incapacità di governare un problema come questo.

  Elly de Groen-Kouwenhoven, on behalf of the Verts/ALE Group. – Mr President, digital fingerprints are a modern version of Nazi methods to distinguish gypsies from other citizens. The digital fingerprints database is the most brutal revival of racism since 1940-1945 – for the fingerprints are a state-authorised first step to facilitate mass evictions of an ethnic group. Most of the Roma who are legally crossing the borders of an increasingly borderless Europe are poor and badly educated. What they basically need is a place to stay. Poverty should be solved on the spot, not by evictions, and let us keep in mind that Roma are the largest minority in Europe – not less than 19 Member States have a population smaller than the European Roma community.

During Communism, Roma had jobs and free access to health care and education; after Communism their living standards dropped. But the poverty was a fertile soil for fund-raising. The gypsy industry emerged; NGOs like Oxfam and CARE made big money as executors of projects. But Roma hardly benefited, and moved to the West as soon as they were allowed to. Pushed by the Council of Ministers to examine policies to improve Roma inclusion, the Commission admits the urgency of this in a document of 2 July. It refers to the European Parliament resolution for a European framework strategy and it recognises its role as a coordinator – finally! In the document, under the heading ‘Lessons learned’, I read ‘For effective Roma inclusion, the full involvement of civil society and in particular Roma NGOs is a factor for success.’ Roma have become partners! I hope we will soon see how this will be feasible within a structure of the Commission itself.

Meanwhile I strongly advise the Commission to study the OSCE action plan. Why reinvent the wheel? Finally, I call upon the Commission to make clear to the Italian Government that fascist rule is in contradiction with EU law, and that Roma victims who lost their property should be compensated. Once Italy exported fashion; nowadays it exports racism.

  Roberta Angelilli, a nome del gruppo UEN. – Signor Presidente, onorevoli colleghi, questo dibattito mi dà l’occasione per rivolgere delle domande alla sinistra, che con tanta solerzia ha pensato di utilizzare il Parlamento europeo, per l'ennesima volta, per giudicare in maniera del tutto impropria, pretestuosa e preventiva l’applicazione di un'ordinanza italiana che è ancora in fase organizzativa.

Bene, la prima domanda: dov’era la sinistra, che in Italia ha governato per decenni, quando questi campi abusivi si costituivano e proliferavano in condizioni di mancanza totale delle più elementari norme igieniche e di sicurezza? Ancora, mi piacerebbe chiedervi se non vi pesa, come un macigno, quel silenzio di anni ed anni, fatto di indifferenza e di ipocrisia, di voltarsi dall'altra parte, quando evidentemente non si avevano gli occhi per vedere – né tanto meno l’interesse politico – che decine di bambini ogni anno morivano di freddo o bruciati a causa dell’assenza di sicurezza in queste baraccopoli.

Forse non vi interessa neanche sapere che a Roma, dove vivono circa 7.000 minori, sono stati stanziati milioni di euro per la scolarizzazione: una scolarizzazione fallita, visto che lo scorso anno solo il 25 % di questi bambini è andato regolarmente a scuola. Chissà se lo sapete o fate finta di non sapere che la scolarizzazione era affidata, in regime di quasi monopolio, ad alcune associazioni che, più che l'interesse superiore del minore, avevano a cuore il denaro pubblico.

Io difendo il diritto delle comunità Rom ad essere censiti, così come avviene regolarmente per tutti i cittadini italiani, perchè il censimento garantisce il diritto alla salute, all’inclusione sociale e all’inserimento scolastico. Difendo anche il diritto delle comunità Rom all’accertamento dell’identità. Ovviamente non è previsto nessun intervento generalizzato: chi è in regola non è soggetto ad accertamenti. Ma un bambino che non è registrato alla nascita o che non ha un identità riconoscibile, diventa un bambino invisibile, facile preda di ogni forma di sfruttamento: traffico di organi, adozione illegale, sfruttamento sessuale e lavoro nero minorile. Questo vale per tutti i minori che vivono in Italia: italiani, comunitari ed extracomunitari.

Infine, qualche parola sul titolo delle vostre interrogazioni orali. Non solo nell’ordinanza non vi è riferimento alcuno a gruppi etnici, ma non è prevista alcuna banca dati specifica, né tanto meno una banca dati sulle impronte digitali dei Rom. Ovviamente, se ci sono proposte migliori ben vengano: siamo aperti a proposte costruttive. Ma non si accettano lezioni da chi non ha mosso per anni e anni un dito per risolvere una situazione di grave emergenza sociale.

  Vittorio Agnoletto, a nome del gruppo GUE/NGL. – Signor Presidente, onorevoli colleghi, esattamente settant'anni fa, il 14 luglio 1938, il regime fascista emanava in Italia il Decreto sulla razza, adeguandosi alla leggi razziali tedesche. La storia la conosciamo: oltre 500.000 Rom furono uccisi nei campi di sterminio. Tutto, anche allora, cominciò con un censimento.

In Italia è in atto una vera e propria schedatura di tutti i Rom, compresi i bambini, ai quali vengono raccolte le impronte digitali, e compresi i cittadini comunitari e gli stessi cittadini italiani, nonostante i loro dati, siano già presenti nell'anagrafe. Il questionario utilizzato a Napoli, onorevoli Angelilli, contiene delle domande sulla religione e sull'etnia ed è molto simile a quello usato nella Repubblica di Vichy sotto l'occupazione nazista. A Milano è stato schedato un anziano Rom, cittadino italiano, sopravissuto alla deportazione nei campi di sterminio nazista. Che uso verrà fatto di questi dati?

Oggi a presiedere, nella più totale indifferenza e silenzio, la Commissione per l'infanzia nel parlamento italiano, vi è Alessandra Mussolini, la nipote del Duce, una coincidenza che rafforza il legame simbolico tra il presente e un passato che pensavamo di aver definitivamente sepolto in Italia e in Europa, e che invece oggi si ripresenta in tutta la sua gravità.

Certamente la storia non si ripete ma non vi è dubbio che il governo italiano ha avviato procedure razziste in palese contrasto con la direttiva 43 del 2000 e la 38 del 2004. Chiedo che il Parlamento approvi questa risoluzione, condannando il governo italiano e che la Commissione avvii d'urgenza una procedura d'infrazione contro l'Italia.

  Stefano Zappalà (PPE-DE). – Signor Presidente, onorevoli colleghi, non ci sono dubbi: è palese che l'estrema sinistra italiana ormai di fatto governa questo Parlamento europeo. Secondo una cattiva prassi ormai consolidata, i parlamentari della sinistra estrema e dei Verdi continuano ad attaccare il governo italiano, utilizzando l'Aula di Strasburgo.

Cancellati lo scorso mese di aprile dallo scenario politico nazionale per volontà popolare, trovano sfondo nel Partito socialista e nel Partito liberale per amplificare le loro bugie nazionali. Tutti insieme attaccano un governo legittimo di un grande Stato membro fortemente europeista, voluto e sostenuto dal 60% degli italiani. E poi ci stupiamo dei risultati dell'Irlanda!

Tutta questa materia, Presidente, Commissario Šplida, riguarda fatti ricadenti nell'autonomia nazionale e non di competenza dell'Unione. Tuttavia, il governo italiano, in maniera continuativa, ha fornito alla Commissione ogni chiarimento che gli viene dato. Io la prego, Commissario, di leggere un po' meno i giornali e un po' più gli atti che le vengono trasmessi dal governo italiano ufficialmente.

Le ordinanze non riguardano i Rom, non riguardano acquisizioni di impronte digitali; riguardano cittadini extracomunitari e nomadi, parte dei quali riempiono ormai da tempo la cronaca giudiziaria italiana. Bisogna avere la certezza dell'identità delle persone, in maniera da poter consentire l'accesso alle scuole, all'assistenza sociale, all'assistenza sanitaria e alla residenza. Nelle ordinanze non c'è alcun riferimento di etnia, non sono ordinanze continue nel tempo, non riguardano l'intero territorio nazionale ma riguardano solo tre casi specifici.

Il grave problema dell'assenza dei documenti di identità è stato segnalato anche dal Commissario per i diritti umani del Consiglio d'Europa lo scorso 19-20 giugno. L'obiettivo è pervenire a rilievi segnaletici autorizzati e richiesti in molti Stati e nell'intera Europa in materia di documenti di viaggio e permessi di soggiorno e comprende sistemi descrittivi, fotografici, dattiloscopici e antropometrici. C'è il sostegno della magistratura italiana soprattutto quella che riguarda il mondo minorile, c'è l'utilizzazione in concorso della Croce rossa italiana e così via.

Ci sarebbero tante altre cose ma alla collega vorrei dire che io non mi sarei mai sognato di riferirmi al suo Stato parlando di razzismo. Voglio ricordarle che da 3000 anni a questa parte, l'Italia esporta e continua ad esportare cultura e che quando in Italia c'era profondo stato sociale, come vi è oggi, tante altri Stati ancora vivevano sugli alberi.

  Adrian Severin (PSE). – Mr President, this is the fourth time in the last few months that we have spoken on the same issue. The results are modest, as modest as is the attendance in this Chamber tonight. This is, perhaps, a shocking thing per se and a matter of concern.

Roma people are a pan-European ethno-cultural community which does not have a nation state. Roma were already present in Europe when the European nation states were established. Those states kept them in misery, when not in slavery, or sent them to concentration camps.

The European Union enlargement was the last act of Roma liberation. Roma are today European citizens. Perhaps they are in absolute terms the truest European citizens because they are only Europeans. Their cultural, social and economic integration is a European challenge.

Therefore we must communitarise the Roma policy. A strategy which only makes recommendations to the states, leaving them the ultimate choice and the ultimate responsibilities, simply does not work.

On the other hand, what we are seeing today in Italy is the ugliest face of the dangerous phenomenon of the renationalisation of Europe. It is the national populist expression of this phenomenon. The Italians do indeed have the right not to be afraid, but for any Italian citizen the present racist policy of its government is most frightening.

Today fingerprints; tomorrow forced work; the day after tomorrow concentration camps – and then not just for Roma but for any other alliance.

We have asked the Commission to check the conformity of the Italian legislation with European Union standards. Nothing has been done. The checking was postponed in order to wait for the legislation to be adopted. Now the situation is worse. We must take action and use the instruments provided by the Treaties in order to stop these dangerous racial developments in Italy, thus discouraging similar approaches elsewhere.

We must not wait for another holocaust before we organise new referendums to support European integration.

  Adina-Ioana Vălean (ALDE). – Mr President, today we have yet another debate in Parliament on the way Italy deals with the Roma population. This time the flavour of the month, proposed by the Italian Government, is no less than calling a state of emergency, taking a census of the Roma population, and fingerprinting them before expelling them.

Today I again find myself calling on the Commission and the Council to react. Enough promises: now we want to see the Council and the Commission take concrete action to make Italy comply with EU laws and values. We need an evaluation of the implementation of the EU Anti-Discrimination Directive as we are doing for the Free Movement Directive. We must enforce the integrated approach and speed up the implementation of the EU Roma strategy.

We have all the instruments available but it seems that when it comes to defending civil liberties versus security there is a certain shyness in applying them.

It has been one year now since Italy started devising disproportionate and shocking security measures tainted with brown populism. Now brown seems to be turning to black.

Are they really going to hunt Roma down in Italian streets? Will Europe continue watching as a silent accomplice?

  Mario Borghezio (UEN). – Signor Presidente, onorevole colleghi, è grave che ragioni di politica interna tutta italiana ci impedisca un esame sereno dei provvedimenti necessari. È stato detto che non è stata dichiarata l'emergenza. A me risulta invece che il governo Prodi, attraverso misure predisposte dal Ministro Amato, abbia messo per iscritto l'emergenza e la necessità di provvedimenti nei confronti dei rom. Così non ha fatto invece l'attuale governo italiano, che sta attuando soltanto un censimento. Questo dicono le carte che sono state presentate e esaminate dalla Commissione europea, che non poteva fare altro che riconoscere la verità, perché la speculazione politica ha un certo colore, la verità ne ha un altro. È un'altra durezza.

Sono provvedimenti erga omnes, che riguardano tutti. Forse, qui, qualcuno finge di non sapere – magari sapendo la verità – che nei campi nomadi vi sono minori che sono fantasmi: non hanno un'identità – e non è un diritto umano avere un'identità? –non hanno le vaccinazioni, non hanno la possibilità di andare a scuola, anche se volessero andarci, perché ne vengono impediti e sono invece oggetto di traffici che ben conosciamo.

Non è stata realizzato un database. Vi è un impegno molto preciso e specifico a non utilizzare se non nei limiti della normativa sulla privacy. Questa non è una schedatura attraverso la quale chiunque possa accedere: sono dati che vengono presi solo in caso di necessità. Quando li prendevano i magistrati nei tribunali dei minori erano considerati normali.

Infine, saggiamente, il governo ha deciso di affidare l'applicazione di queste ordinanze alla Croce Rossa italiana. Non sono le SS che vanno nei campi, è la Croce Rossa italiana, nota in tutto il mondo per la sua competenza e la sua sensibilità nell'aiuto agli emarginati e perseguitati di tutto il mondo.

  Umberto Guidoni (GUE/NGL). – Signor Presidente, Signor Commissario, onorevoli colleghi, la schedatura di un popolo in base alla sua etnia: questa è, in sintesi, la proposta di rilevare le impronte digitali dei rom, anche quelle dei minori.

 

Questa iniziativa del governo italiano evoca tempi bui, ricorda politiche tragiche che l’Europa ha conosciuto in passato e che avremmo voluto relegare, per sempre, ai libri di storia. E’ un atto odioso che costituisce una violazione dei diritti umani e delle libertà fondamentali sancite dalla Convenzione europea dei diritti dell'uomo. Il ministro dell'Interno dimostra di non conoscere nemmeno le direttive europee, quando dichiara che l'ordinanza è in linea con il regolamento 380 del 2008, che prevede l'obbligo di prendere le impronte digitali a tutti gli extracomunitari. Ma i Rom che vivono in Italia, e particolarmente i minori, sono quasi tutti italiani o comunque cittadini comunitari.

Se poi il problema che si vuole risolvere è quello delle condizioni disumane dei campi, dei bambini costretti a vivere con i topi, come dice il ministro, ci dovrebbe spiegare come la rilevazione delle impronte digitali possa ovviare a tale problema, visto che anche il Prefetto di Roma ha detto che non è necessario. Se davvero ha a cuore le condizioni dei minori, il governo italiano deve realizzare interventi per garantire condizioni sanitarie adeguate nei campi, per favorire l'inserimento e l'integrazione sociale, per promuovere la scolarizzazione e l'avviamento professionale. La schedatura razziale di una minoranza etnica rischia, invece, di compromettere il futuro dei minori e qualsiasi prospettiva di integrazione e rischia, paradossalmente, di criminalizzare le vittime.

Quello che sto dicendo non lo dice la Sinistra estrema. Concludo, tando Famiglia Cristiana: "Oggi con le impronte digitali, uno Stato di polizia mostra il volto più feroce ai piccoli Rom, che pur sono cittadini italiani". "Perché - si domanda il giornale - non c'è la stessa ostinazione per combattere la criminalità vera in vaste aree del Paese? Forse perché rende meno politicamente?".

  Marian-Jean Marinescu (PPE-DE). – Situaţia minorităţilor în România a fost unul dintre subiectele dezbătute intens în perioada negocierilor pentru aderare.

Referitor la etnia romă, autorităţile române au elaborat o strategie de integrare aprobată şi urmărită de Comisia Europeană. Această strategie cuprinde o serie de acţiuni, în special în domeniul educaţiei şi al accesului pe piaţa muncii, respectând în totalitate standardele europene.

După 2004, o parte din populaţia romă s-a deplasat în alte ţări din Uniunea Europeană, în baza principiului libertăţii de mişcare. Nu contest că unii dintre ei au încălcat legile statelor în care au călătorit. Aceştia trebuie să răspundă în faţa legii pentru faptele lor.

Cred însă că ceea ce s-a cerut României trebuie să se ceară acum oricărui alt stat membru: programe de integrare coerente bazate pe principiile europene. Aceste programe trebuie să evite cu desăvârşire acţiuni discriminatorii, cum este recenta decizie a guvernului italian de amprentare sau acţiuni în forţă care pot aduce prejudicii cetăţenilor corecţi.

Atitudini de acest fel pot crea - şi mi-e teamă că deja s-a şi întâmplat acest lucru - o imagine negativă, nemeritată, a altor cetăţeni comunitari care trăiesc şi muncesc în Italia şi care sunt apreciaţi de comunităţile în care s-au integrat.

Cer preşedinţiei franceze să ţină cont de toate aceste aspecte şi să înscrie pe agenda sa semestrială o politică europeană reală de integrare a romilor. Cer Comisiei să prezinte sistematic informări referitoare la situaţia romilor, care să reflecte paşii concreţi făcuţi pentru integrare, incluziune socială, modalităţile în care au fost folosite fondurile europene şi la ce rezultate s-a ajuns.

Mă adresez pe această cale şi organizaţiilor neguvernamentale care reprezintă comunitatea romă şi le cer să informeze şi să încurajeze cetăţenii ale căror interese le apără, să folosească într-un mod cât mai eficient instrumentele puse până în prezent la dispoziţie de către Uniunea Europeană şi statele membre.

  Кристиан Вигенин (PSE). – Уважаеми г-н Председател, уважаеми г-н Комисар, единните действия на различни политически групи в защита на правата и достойнството на човека са пример за зрелостта на нашия парламент. Изказвам съжаление, че към общия проект за резолюция не се присъедини групата на ЕНП, но тя има шанс да я подкрепи с гласуване. Не може просто да наблюдаваме как се пресичат линии, смятани за непреодолими след Втората световна война.

Планът на италианското правителство да създаде база с биометрични данни за ромите е поредната провокативна мярка след връщането на Берлускони във властта. Искам само да напомня изявленията му, че имигрантите са армия на злото, както и решението за криминализиране на нелегалната имиграция. То показва пълно неразбиране на проблема и насочване на усилията в изцяло грешна посока. Този план третира ромите по начин, който вместо да подпомага интеграцията, всъщност разрушава възможностите за това и на практика търси решение в изолацията и сегрегацията, създава антиромски настроения, подсилва страховете на гражданите. А всички видяхме до какво води това. Спомнете си скорошните събития в Рим и Неапол. Да гасиш огъня с бензин значи, че или умишлено искаш по-голям пожар, или не разбираш какво правиш.

Ромите са най-голямото малцинство в Европа и може би най-дискриминираното. В повечето случаи ромите нямат достъп до адекватни здравеопазване, обществени услуги, училища, работа. Справянето с тези проблеми е общоевропейско предизвикателство и до днес никоя страна не е успяла сама, няма да успее и Италия. Затова решението трябва да се търси в сътрудничество между местните и националните власти, при координация и подкрепа на европейско равнище. Затова е и необходимо Европейската комисия да изработи по-ясна и финансово подплатена политика към ромите. Този план нарушава фундаментални принципи на Европейския съюз и е в противоречие на член 12 и 13 от Договора на Европейските общности. Като пазител на договорите, Европейската комисия трябва да действа безкомпромисно при нарушаването им от която и да е страна-членка.

В заключение искам само да напомня, че политиката за интеграция на ромите беше един от ключовите въпроси, по които беше оценявана готовността на моята страна да стане член на Европейския съюз. Аз питам, г-н Комисар, как щяхте да реагирате, ако България беше приложила италианския план за своите роми? И ако днес обявите за приемлива италианската политика, какъв смятате, че ще бъде ефектът от Вашата позиция към имиграционната политика в България?

  Gianluca Susta (ALDE). – Signor Presidente, onorevoli colleghi, sinceramente avremmo preferito non dover vivere il dibattito di questa sera. Le tardive retromarce del Ministro Maroni, che accende il fuoco del razzismo in Italia e cerca di spegnerlo in Europa, come un pompiere dilettante davanti a un irritato Commissario Barrot, è l'unica vera situazione grottesca che registriamo oggi in Europa.

In Italia, l'emergenza Rom è soprattutto contro i Rom, onorevoli Angelilli, a Roma, a Napoli e anche a Milano. Certo, c'è una diffusa domanda di sicurezza perché lo Stato di fronte ad una delinquenza comune, pari al quella di altri Paesi europei, non risponde con adeguati mezzi, uomini e politiche di repressione e di prevenzione dei mali sociali, da cui tante mafie e la microdelinquenza traggono la loro linfa vitale.

Non possiamo tollerare che l'esigenza post-elettorale di rassicurare le frange scontente della maggioranza compromettano 60 anni di libertà costituzionali. L'Europa non può e non deve tollerare.

(Proteste)

  Presidente. − Chiedo scusa, onorevole Susta. Cosa sta succedendo? Guardi che in quest'Aula non sono ammessi in nessuna forma atti di intimidazione nei confronti degli altri deputati. La invito ad allontanarsi dall'Aula.

  Gianluca Susta (ALDE). – L'Europa non può e non deve tollerare che le persone siano discriminate per la loro appartenenza etnica. Ecco perché questa Europa, questo Parlamento definito grottesco, devono vigilare perché l'uguaglianza tra i cittadini sia garantita, magari anche con lo strumento uguale per tutti del censimento già previsto per l'anno prossimo, e siano soprattutto garantiti ai minori, poveri e a qualunque etnia appartengano, il diritto all'educazione, alla salute, alla dignità, che spetta loro prima ancora che come cittadini, come persone.

  Reinhard Rack (PPE-DE). – Herr Präsident! Menschenrechte sind unteilbar. Die Zugehörigkeit zu einer Ethnie darf kein Grund für Diskriminierung sein, genauso wenig wie Hautfarbe, Geschlecht, Religion, sexuelle Präferenz und Ähnliches. Das ist eine wesentliche Errungenschaft unserer europäischen Rechtsgemeinschaft. Zum Selbstverständnis unserer europäischen Rechtsgemeinschaft gehört allerdings auch, dass wir die Gleichheit vor dem Gesetz ernst nehmen, und das heißt, dass wir für Fragen der sozialen Unterstützung, der Schulbildung, des Arbeitsmarktes, aber auch der Verbrechensbekämpfung allgemeine Gesetze haben und sie anwenden – ohne Diskriminierung. Die Identitätsfeststellung ist Voraussetzung für viele dieser Politiken. Auf diese rechtliche Seite des so genannten Roma-Problems hat Kommissar Špidla zu Recht verwiesen. Er hat auch gesagt, dass er nicht auf Zuruf der Presse agieren will, sondern von der italienischen Regierung Aufklärung verlangen wird. Das ist eine richtige Vorgangsweise.

Neben der rechtlichen Seite gibt es das menschliche Leid. Viele Roma und dort wiederum viele Kinder leben in bitterer Armut, sind nicht integriert, haben wenig oder keine Chancen in unserer Gesellschaft. Hier ist Hilfe angebracht. In meiner Heimatstadt Graz haben wir seit Jahren eine intensive Diskussion um Bettelei von Roma und eine Diskussion mit den Roma, wie man aus dieser schwierigen Situation herauskommen kann oder zumindest das Beste daraus machen kann. Eine der Lösungen: Wir Grazer Bürger finanzieren Arbeitsplätze in der Slowakei, in den Herkunftsländern dieser Roma, und wir schaffen es auf diese Weise, zumindest sehr viele Kinder von der Bettelei, von der Straße wegzubringen. Wir müssen mehr tun, wir werden mehr tun!

Es gibt ein letztes Problem beim Bereich der Roma. Das betrifft uns. Es gibt ein Problem der Politik. Mit dem Thema, mit diesen Menschen und ihrem Leid, kann man Politik machen, populistische Politik vor Ort und – wie unsere Debatte hier heute auch zeigt – leider auch europäischen Populismus.

  Ignasi Guardans Cambó (ALDE). – Señor Presidente, el pueblo gitano —que es uno de los pueblos más antiguos de Europa— merece una atención, por parte de la Unión Europea, que no ha recibido hasta ahora. Lo que se está aplicando en este momento en Italia es, ciertamente, intolerable y provoca el mayor rechazo por lo que supone de normativa basada en la raza, que criminaliza a una determinada etnia.

Pero hay que dejar claro que no basta con detener esa práctica como si, al detener lo que ahora criticamos, hubiéramos resuelto el problema. ¡No! Hay detrás, y eso es cierto y hay que denunciarlo, problemas sociales graves y evidentes, que han sido abandonados durante demasiado tiempo por algunos Gobiernos y que han sido ignorados por la propia Comisión Europea, que tenía competencias para reaccionar frente a ellos.

Es necesaria una política europea, compromisos, recursos, iniciativas y medidas a la altura de lo que tenemos entre manos. La Comisión ha de ser proactiva en materia de integración social del pueblo romaní, del pueblo gitano. Hay ejemplos positivos en toda Europa (en España, por ejemplo, en el ámbito educativo). Los hay, aunque sigamos teniendo problemas por resolver.

Hemos pasado todos muchas horas hablando de la ciudadanía europea y es hora de saber que esa ciudadanía se aplica a todos, independientemente de su raza.

  Vito Bonsignore (PPE-DE). – Signor Presidente, onorevoli colleghi, il Parlamento europeo viene utilizzato come se fosse la terza Camera del parlamento nazionale italiano, in una discussione basata su imprecise notizie riportate dai giornali. Anche la Commissione sta ancora indagando e solo entro fine mese presenterà una relazione sull'iniziativa del governo.

Ora, il governo italiano non ha leso nessun diritto, specialmente quello delle minoranze e dei bambini, e il Ministro Maroni ha già affermato e garantito più volte che non vi è la creazione di nessun database ma che, anzi, tutti dati saranno trattati nel pieno rispetto delle norme sulla tutela dei dati personali. In più, il provvedimento avrà un carattere temporale e sarà, cioè, utilizzato solamente per un periodo di tempo molto limitato. Il Ministro Maroni ha ribadito, inoltre, che il censimento dei nomadi e dei minori presenti nei capi nomadi avviene nel pieno rispetto dei principi della Convenzione dell'ONU sui diritti dell'infanzia ed è finalizzato a realizzare programmi di scolarizzazione e integrazione per i bambini e gli adolescenti, già previsti nelle ordinanze di protezione civile.

A me spiace molto che anche questa volta le forze varie delle sinistra portino al Parlamento europeo una polemica totalmente riferibile al panorama italiano. Io sono convinto che molte cose andavano fatte già prima. La sfida è lanciata. L'emergenza esiste ed è stata riconosciuta da molti colleghi che sono intervenuti ma non è stata riconosciuta dai governi precedenti a quello Berlusconi, neanche da molti grandi comuni. Bene: a fine mese sentiremo il rapporto della Commissione e allora avremo la prova delle strumentalità della posizione della sinistra. Amici della sinistra siete partiti troppo presto e disponendo di poche informazioni non state facendo un buon lavoro.

  Sarah Ludford (ALDE). – Mr President, I am not Italian and I am not a lefty, so, when I am asked by Mr Zappalà and Mrs Angelilli to accept that the intentions of the Italian emergency decree are benign, just to make sure that the Roma community gets appropriate public services, I think I am entitled to beg to doubt this, given the populist and nasty political rhetoric that has surrounded this issue in recent weeks. The fingerprinting of Roma people only is discriminatory and surely illegal – have we forgotten the history of Nazi and fascist racial persecution?

I think Commissioner Špidla showed a reasonable degree of commitment to pursuing discriminatory treatment, and I hope he sees it through: he would redeem the Commission’s reputation from the example of Franco Frattini, who merely weeks ago was exhorting us to observe justice and equality and is now an apologist for prejudice. We need a European Roma strategy with funds attached to improve the status, education and integration of Roma people, rather than marginalising and stigmatising them. If we can have a common agricultural policy surely we can have a common policy for the Roma.

  Carlo Casini (PPE-DE). – Signor Presidente, signor Commissario, onorevoli colleghi, la moderna cultura dei diritti umani considera più importante la qualità di uomo di quella di cittadino. È un principio che esige che gli stranieri, gli apolidi e i nomadi siano trattati come persone uguali ai cittadini quanto al nucleo fondamentale della loro dignità umana, che richiede una particolare solidarietà verso i più deboli quali sono in particolare i bambini.

Questa giusta sensibilità però non permette di trasformare il Parlamento europeo in un palcoscenico per denigrare con la più grave ed assurda delle accusa, quella di razzismo, un governo nazionale il quale dichiara – almeno questo è il contenuto dei documenti di cui parliamo – di farsi carico dell'ordine pubblico ma contemporaneamente anche la difesa dei bambini, con riferimento ad alcune comunità nomadi in situazioni di emergenza particolare.

La risposta alle interrogazioni presentate è data dalla semplice lettura delle ordinanze adottate dal governo italiano, limitatamente a quanto è già stato detto a 3 regioni su 20. Potrà stupire ma la parola "Rom" e la parola "impronte digitali" non esiste in questi documenti. Non è vero, quindi, che è espressamente prevista la costituzione di una schedatura generalizzata di una particolare razza; non è vero che sia stato introdotto un regime militare di censimento. I poteri discrezionali affidati ai commissari delegati devono tener conto dei profili umanitari e assistenziali ed essere finalizzati – questa è almeno l'intenzione dichiarata – alla promozione umana, all'integrazione, specie dei minori, con particolare riguardo alla scolarizzazione.

Naturalmente può essere anche ragionevole temere un'attuazione dei provvedimenti in questione con modalità militari e repressive. È giusto quindi auspicare, ma con un stile di forte collaborazione, che sia dato rilievo prioritario alle azioni positive e di sostegno, di accoglienza, di integrazione, soprattutto nei confronti dei minori, fermo restando il dovere di ogni istituzione pubblica di fare rispettare le leggi. È ignobile fare di più.

  Fabio Ciani (ALDE). – Signor Presidente, onorevoli colleghi, le chiedo scusa per quanto è avvenuto prima ma il mio non voleva essere assolutamente intimidazione nei confronti della collega, alla quale chiedo scusa. Ma siccome era intervenuta dicendo che noi stavamo dicendo cose di cui non sapevamo, volevo mostrare una scheda che qui leggerò.

Questa è una scheda, non è una chiacchiera: "Commissario delegato per l'emergenza e insediamenti comunità nomadi nella regione Campania: censimento, insediamento centrale del latte, famiglia, cognome, nome, data di nascita, religione, etnia". "Religione ed etnia" significa razzismo. È contro ogni indicazione del regolamento CE n. 2043 e quando si giustifica l'identificazione attraverso le impronte con il regolamento 380/2008, faccio presente che questo regolamento riguarda solo cittadini di paesi terzi. Ora, nei campi rom italiani, i tre quarti dei Rom sono rumeni e gli altri sono Rom e Sinti cittadini italiani.

Noi dobbiamo tutelare la vita e il futuro dei rom e dei loro minori, soprattutto quelli a rischio di devianza e di abbandono, senza però gettare discredito e sospetto su un'intera comunità e senza alimentare l'antigitanismo. In Italia il rischio è altissimo.

  Miroslav Mikolášik (PPE-DE). – Ja som sa chcel len krátko vyjadriť k situácii Rómov, ktorá je tu prediskutovávaná.

Pochádzam z krajiny, zo Slovenska, kde nedávno sme postavili rómsky jazyk, kodifikovaný jazyk, na úroveň normálneho menšinového jazyka, kde je totálny prístup k zdravotníckej starostlivosti a plný prístup ku vzdelávaniu. Druhá vec je, či rómske deti plnia školskú dochádzku a či využívajú všetky možnosti.

Vďaka sociálnym dávkam sa dynamicky rozvíja práve táto menšina a na Slovensku je to jedna z najdynamickejšie sa rozvíjajúcich čo do počtu obyvateľov. Sú známe mnohomiliónové programy na integráciu, na riešenie bytovej otázky. Verím, že talianska vláda je v podobnej situácii a hľadá solidaritu pre chudobných, deti a adolescentov, samozrejme, chce dodržať aj verejný poriadok, čo má ochraňovať práve deti a adolescentov. Samozrejme, otázky, ktoré hovoria o braní odtlačkov, to je niečo, čo ide, myslím si, ponad rámec.

  Martin Schulz (PSE). – Herr Präsident, verehrte Kolleginnen und Kollegen! Es ist viel Richtiges gesagt worden, meiner Meinung nach aber auch viel Falsches. Es gibt drei Dinge, die wir festhalten müssen: Erstens: Die willkürliche Auswahl einzelner Menschengruppen zur Erfassung von Daten ist rechtswidrig, auch nach der italienischen Verfassung. Daraus resultiert zweitens: Schutzmaßnahmen, die für Kinder, z. B. solche der Roma, ergriffen werden, müssen im Rahmen der gültigen Rechtsvorschriften der Europäischen Union und des italienischen Staates erfolgen. Drittens: Herr Außenminister Frattini hat mich vor einer Stunde angerufen, um mir mitzuteilen, dass er — zumindest meiner Fraktion — signalisieren will, dass Herr Minister Maroni den Kommissar Barrot in Cannes getroffen hat. Ich weiß, dass es hier auch ein Treffen mit Gérard Deprez, dem Vorsitzenden des zuständigen Ausschusses, gegeben hat.

Die italienische Regierung hat durch das Telefonat von Herrn Frattini und durch die Aussagen von Herrn Minister Maroni zu erkennen gegeben, dass sie keine gesetzlichen Maßnahmen ergreifen will, die in irgendeiner Art und Weise europäischen Rechtsstandards widersprechen. Ich gehe deshalb davon aus, Herr Kommissar Špidla, dass Sie nach der Rückkehr von Herrn Barrot aus Cannes mit ihm Kontakt aufnehmen, und würde Sie bitten, unverzüglich dem Parlament Bericht darüber zu erstatten, weil ich denke, dass die italienische Regierung offensichtlich begriffen hat, dass die bisherigen Initiativen mit europäischen Rechtsvorschriften nicht kompatibel sind. Wenn sie jetzt daraus die richtigen Konsequenzen zieht, finde ich das sehr begrüßenswert.

(Beifall)

  Gérard Deprez (ALDE). – Monsieur le Président, chers collègues, il se fait que, comme président de la commission des libertés publiques, j'étais ce matin à Cannes où se tient une réunion du Conseil informel "Justice et affaires étrangères" et j'ai eu l'occasion de discuter avec M. Marroni. Il est clair que nous n'étions pas d'accord, mais ce n'est pas l'objet de mon intervention. L'objet de mon intervention, c'est de réagir contre les affirmations de certains collègues italiens qui disent que cette affaire ne concerne que l'Italie et personne d'autre et qu'on cherche à faire un mauvais procès au gouvernement italien. Ce n'est pas exact.

De la conversation avec M. Marroni, il est ressorti très clairement que, parmi les gens qui sont visés par le dispositif mis en œuvre, il y a des ressortissants communautaires qui doivent bénéficier de la liberté de circulation; c'est un premier élément.

Le deuxième élément, c'est que le dispositif qui a été mis en place, même s'il a le pouvoir de suspendre l'application de certaines lois italiennes, ne peut pas déroger au droit européen et aux directives européennes. C'est prévu expressément dans la loi italienne et c'est la raison pour laquelle j'ai dit à M. Marroni: "Monsieur le Ministre, est-ce que vous accepteriez qu'une délégation du Parlement européen aille en Italie se rendre compte sereinement de la situation, rencontre toutes les parties et vienne faire rapport au Parlement européen". Il n'a pas eu d'objections et il a accepté.

Ce qui veut dire qu'essayer d'accréditer la fable selon laquelle ceci n'est qu'une affaire italienne, excusez-moi, c'est un peu court. Si tout va bien, de quoi avez-vous peur?

(Applaudissements)

  Monica Frassoni (Verts/ALE). – Signor Presidente, onorevoli colleghi, non ho bisogno di molto, era semplicemente rispetto alla risposta data dal Commissario Špidla alla nostra interrogazione. Io vorrei, se fosse possibile, perché oggi l'ho trovato un poco generico, evasivo e in qualche modo forse un pochino contraddittorio nella sua risposta – immagino che sia perché ha ricevuto delle notizie che in parte sono state confermate anche dai colleghi che mi hanno preceduto – le chiederei, signor Commissario, se fosse così, di darcele e di permettere a tutti di guardarle.

  Roberto Fiore (NI). – Signor Presidente, onorevoli colleghi, vorrei ricordare che l'opinione pubblica in Italia sa perfettamente che cosa accade nei campi Rom. I campi Rom e le comunità Rom vivono nell'illegalità e nell'immoralità. Mentre nei popoli europei civili e cristiani, le donne e i bambini sono considerati soggetti da proteggere e da tutelare, spesso e volentieri nelle comunità Rom sono soggetti da sfruttare, da indurre al crimine e alla prostituzione.

Quindi lo Stato italiano ha il dovere, anche in attesa che questi individui vengano espulsi, di intervenire per garantire la giustizia e la protezione delle donne e i bambini e, attraverso il censimento, impedire che vi sia una criminalità diffusa ed estesa a tutte le comunità, che porti soprattutto i bambini ad essere oggetto di persecuzione o oggetto di pedofilia o oggetto di induzione al crimine.

  Renate Weber (ALDE). – Mr President, I think it is absolutely unacceptable to tolerate Nazi speeches in this House!

  Vladimír Špidla, člen Komise. − Dámy a pánové, pokud jde o sbírání otisků prstů, které je zaměřeno na jednu etnickou skupinu ať přímo nebo nepřímo, tak je naprosto zřejmé, že z hlediska evropského práva je to nepřijatelné. Směrnice o ochraně dat předpokládá určitá velmi přísná pravidla a myslím si, že z debaty, která byla velmi rozsáhlá a velmi komplikovaná, mimo jiné vyplynulo, že situace se velmi rychle vyvíjí. Proto samozřejmě přijímám výzvu některých poslanců Parlamentu a po diskuzi se svým kolegou Jacquesem Barrotem mu doporučím, aby co nejrychleji informoval přímo Parlament o vývoji nejaktuálnější situace.

  Presidente. − La discussione è chiusa.

La votazione è prevista giovedì 10 luglio 2008.

Dichiarazioni scritte (articolo 142)

  Petru Filip (PPE-DE), în scris. – În momentul în care discutăm despre controlul unei minorităţi etnice, aparţinătoare spaţiului UE, ne luăm la nivelul PE o mare răspundere, dar absolut necesară.

Or această problemă a amprentării unui grup etnic e de competenţa PE şi trebuie să decidem cu fermitate ca statele UE să se subordoneze legislaţiei europene în materie.

De ce oare amprentarea etniei rrome nu ar trebui să ducă şi la o decizie privind amprentarea tuturor cetăţenilor europeni? Ajungem în acest fel la necesitatea acceptării realităţii care se impune din ce în ce mai mult privind realizarea tehnică si practică a unei cetăţenii europene reale, concretizate printr-o identitate europeană electronică unică.

  Monica Maria Iacob-Ridzi (PPE-DE), în scris. – Măsura amprentării cetăţenilor de etnie rromă nu este în conformitate cu legislaţia europeană şi cu nici un alt act care garantează drepturile omului în Europa.

În sprijinul acestei măsuri a fost invocată Directiva 380 din 28 aprilie 2008, care prevede posibilitatea de a se preleva amprentele cetăţenilor din state terţe. Subliniez însă faptul că respectivul act se aplică unor state care nu aparţin spaţiului Uniunii Europene, deci măsura nu poate fi justificată în acest fel.

În mod fundamental, Directiva 38/2004 garantează libera circulaţie a tuturor cetăţenilor din statele membre UE, indiferent de apartenenţa etnică. În consecinţă, împotriva Italiei se poate iniţia procedura de încălcare a tratatelor europene, iar Comisia Europeană trebuie să se sesizeze asupra caracterului ilegal al măsurii prevăzute în ordonanţa italiană de protecţie civilă.

Deja există poziţii ale unor instituţii internaţionale împotriva acestei măsuri. Consiliul Europei a condamnat fără echivoc iniţiativa de amprentare. Consider că este momentul ca şi Parlamentul European să ia act şi să dea un răspuns ferm acestei situaţii.

  Mihaela Popa (PPE-DE), în scris. – În contextul încă unei dezbateri în plenul Parlamentului European a situaţiei rromilor din Italia, aş vrea să aduc în atenţie un aspect pe care îl consider esenţial pentru demersul de a integra comunităţile de rromi.

Mă refer la educaţie, un domeniu care transcende frontierele, lucru esenţial, dacă ţinem cont de caracterul nomad al populaţiei de etnie rromă.

Experienţa pe care o am în domeniul educaţional mi-a certificat faptul că educaţia la o vârstă fragedă poate schimba mentalităţile, comportamentul şi atitudinile oamenilor.

În Italia, dar şi în celelalte ţări europene unde trăiesc rromi, trebuie să fie dezvoltate proiecte educaţionale şi de educaţie pe tot parcursul vieţii, care să promoveze obiceiurile, tradiţiile şi meseriile specifice acestei etnii, într-un mod care să-i facă mândri de apartenenţa la aceasta.

Din punctul meu de vedere, educaţia rromilor trebuie să reprezinte o prioritate în Uniunea Europeană, constituind modul democratic de a integra această etnie şi, în primul rând, tinerii.

  Theodor Dumitru Stolojan (PPE-DE), în scris. – Populaţia de etnie rromă, oriunde s-ar afla în statele membre ale UE, trebuie tratată cu respectul pe care îl merită toţi cetăţenii europeni.

Costul inacţiunii la nivel european şi la nivel naţional în ceea ce priveşte integrarea economică, socială şi culturală a populaţiei rrome, devine tot mai vizibil. Este timpul ca statele membre, Comisia şi Consiliul European să adopte şi să aplice programe concrete pentru inserţia lor.

Resping cu fermitate măsura luată de către guvernul italian de amprentare a populaţiei de etnie rromă. Solicit Parlamentului European, Consiliului şi Comisiei Europene să adopte o măsură clară de respingere a acestei măsuri cu caracter rasial şi să ceară anularea ei de către guvernul italian.