Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/0144(COD)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A6-0176/2008

Debatten :

PV 07/07/2008 - 19
CRE 07/07/2008 - 19

Stemmingen :

PV 08/07/2008 - 8.18
CRE 08/07/2008 - 8.18
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0332

Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 7 juli 2008 - Straatsburg Uitgave PB

19. Uniforme toelatingsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s – Levensmiddelenadditieven – Aroma’s en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen - Voedingsenzymen (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is de gecombineerde behandeling van de volgende aanbevelingen voor de tweede lezing namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid:

– (A6-0179/2008) inzake de uniforme toelatingsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s (16673/2/2007 - C6-0138/2008 - 2006/0143(COD)) (Rapporteur: mevrouw Westlund);

– (A6-0180/2008) inzake levensmiddelenadditieven (16675/2/2007 - C6-0141/2008 - 2006/0145(COD)) (Rapporteur: mevrouw Westlund);

– (A6-0177/2008) inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad, Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96 en Richtlijn 2000/13/EG (16677/3/2007 - C6-0139/2008 - 2006/0147(COD)) – (Rapporteur: mevrouw Drčar Murko);

– (A6-0176/2008) inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG en Richtlijn 2001/112/EG van de Raad (16676/1/2007 - C6-0140/2008 - 2006/0144(COD)) (Rapporteur: mevrouw Doyle).

 
  
MPphoto
 
 

  Åsa Westlund, rapporteur. − (SV) Mijnheer de Voorzitter, ik wil beginnen met de Commissie, commissaris Vassiliou en haar altijd behulpzaam personeel, het Sloveens voorzitterschap, de ministerraad, mijn corapporteurs, Avril Doyle en Mojca Drčar Murko, en natuurlijk de schaduwrapporteurs van alle partijen te bedanken voor de uitstekende samenwerking gedurende de jaren dat wij aan deze materie hebben gewerkt.

Het verheugt mij dat we het nu eens geworden zijn over een compromis dat de zaken vereenvoudigt voor de sector en tegelijkertijd de consumentenbescherming versterkt op een aantal gebieden. Vroeger werden bijvoorbeeld allergielijders niet eens vermeld in de wetgeving. Dat zal veranderen als we het compromis morgen aannemen. Het zal dan in de toekomst gemakkelijker zijn om rekening te houden met de effecten die additieven hebben op allergielijders.

Ik ben er ook trots op dat we van het Parlement drie cruciale veranderingen van de nieuwe regels hebben gedaan gekregen. De eerste houdt verband met de zogenaamde azokleurstoffen. Deze worden aangetroffen in bijvoorbeeld frisdranken en snoep, ondanks het feit dat wetenschappelijk is aangetoond dat bepaalde azokleurstoffen hyperactiviteit kunnen uitlokken bij kinderen. Het was daarom belangrijk voor mij en voor de parlementaire Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid om een verbod op deze stoffen te verkrijgen. We zijn daar niet in geslaagd omdat de lidstaten sterk gekant zijn tegen zowel een verbod als speciale etikettering. Ondanks dit verzet hebben we tenminste gedaan gekregen dat levensmiddelen die azokleurstoffen bevatten, moeten worden vergezeld van een duidelijke waarschuwingstekst.

De tweede wijziging houdt verband met de milieugevolgen van additieven. Een voorbeeld van een additief dat het milieu kan aantasten, is de zoetstof sucralose. Er is vastgesteld dat sucralose direct door ons lichaam gaat en niet behandeld wordt in onze afvalwaterverwerkingssystemen. Als het compromis wordt aangenomen, zal duidelijk zijn dat we rekening moeten houden met het milieu wanneer we beslissingen nemen over additieven.

De derde wijziging houdt verband met nanotechnologie. Het compromis houdt in dat, indien een additief dat reeds is goedgekeurd, wordt gewijzigd door nanotechnologie, het moet worden beschouwd als een nieuw additief en moet worden onderworpen aan een nieuwe goedkeuringsprocedure.

Wat betreft de Verordening tot vaststelling van een uniforme toelatingsprocedure ben ik ten eerste verheugd over het feit dat we nu zo’n uniforme procedure zullen krijgen. Ten tweede was het belangrijk om ervoor te zorgen dat de EFSA voldoende tijd krijgt voor de beoordeling van verschillende stoffen.

De groenen hebben een amendement ingediend om azokleurstoffen te verbieden, wat indruist tegen het compromis met de Raad over de additieven. Daardoor brengen ze alle genoemde verbeteringen in gevaar, met inbegrip van de speciale waarschuwingstekst voor azokleurstoffen. Ik had graag een verbod gehad, maar het is niet mogelijk dat door de ministerraad aanvaard te krijgen. Ik ben daarom van zins tegen een verbod te stemmen, aangezien anders het risico bestaat dat er noch een verbod noch een waarschuwingstekst komt, wat werkelijk niet in het belang van kinderen zou zijn.

Ten slotte dring ik er bij alle leden hier in de Kamer op aan om het compromis morgen te steunen en te stemmen tegen alle andere amendementen.

 
  
MPphoto
 
 

  Mojca Drčar Murko, rapporteur. Mijnheer de Voorzitter, aroma’s worden gedefinieerd als aan maaltijden toegevoegde geur of smaak en zijn meestal mengsels van een groot aantal aromatische bereidingen.

Het Europees Parlement heeft aangedrongen op amendementen die volgens het Parlement de grondslag zouden leggen voor een evenwichtige en afdwingbare verordening die rekening houdt met wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. Het is bekend dat de Raad en het Parlement een ander standpunt innamen in de kwestie van de kruiden en specerijen. Het Parlement was de mening toegedaan dat het niet bewezen is zonder enige redelijke twijfel dat bereid voedsel dat van nature bepaalde ongewenste stoffen bevat, hetzelfde toxicologische potentieel heeft als bepaalde natuurlijke ingrediënten die geïsoleerd worden getest. Kruiden en specerijen worden al sinds mensenheugenis gebruikt zonder bekende nadelige gevolgen.

Als rapporteur streefde ik niet naar een volledige vrijstelling voor kruiden en specerijen van de maximumgehalten die zijn vastgelegd in bijlage III. Er is verzocht om gepaste vrijstellingen die alleen moesten worden toegekend indien het wetenschappelijke bewijs niet volledig is en de situatie bijgevolg mogelijk nog niet rijp genoeg is voor harmonisering op Europees niveau.

Het compromis in tweede lezing bestond derhalve uit gepaste garanties voor sommige kruiden en specerijen waardoor deze vrijgesteld waren van de maximumgehalten die zijn vastgelegd in bijlage III. Dit helpt om de door de Raad voorgestelde maximumgehalten te handhaven: 4 van de 11 zuivere actieve bestanddelen en met betrekking tot zo’n 30 van de 40 levensmiddelencategorieën. Dit is het maximum dat we konden bereiken en ik verzoek het Europees Parlement daarom om er voor te stemmen.

Als individueel lid van het Europees Parlement heb ik echter nog enkele bedenkingen waarvan ik hoop dat de Commissie deze zal oplossen tijdens de implementatiefase. Het compromis in de voetnoot is niet van toepassing wanneer kruiden en specerijen samen met aroma’s voorkomen in samengestelde levensmiddelen. Het onbedoelde gevolg daarvan zou kunnen zijn dat de levensmiddelensector minder kruiden en specerijen gaat gebruiken, omdat extracten en aroma’s veel gemakkelijker te standaardiseren zijn. Door de wisselende niveaus van actieve bestanddelen in kruiden en specerijen zouden levensmiddelenfabrikanten hun recepten per lading moeten veranderen en dat zou hoge kosten met zich brengen. De sector van de kruiden en specerijen zou zelfs van de Europese markt kunnen worden gevaagd.

Dit mag niet gebeuren, want Europese consumenten willen een dergelijke beperking van hun keuzerecht niet en het zou niet goed zijn voor de volksgezondheid. Dit zou het paradoxale gevolg hebben dat de consument meer aroma’s zou consumeren, die volgens de zogenaamde zuiveringshiërarchie dichter bij de ongewenste actieve bestanddelen liggen dan kruiden en specerijen. Ik zou het waarderen als de commissaris mij zou kunnen geruststellen dat er behoorlijk zal worden toegezien op mogelijke negatieve ontwikkelingen en dat deze zo nodig een halt zullen worden toegeroepen.

 
  
MPphoto
 
 

  Pilar Ayuso, ter vervanging van de rapporteur. (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik zal spreken namens de rapporteur, mevrouw Doyle. Zij verontschuldigt zich dat ze hier niet aanwezig kan zijn, omdat ze op dit moment onderweg is naar Straatsburg. Mevrouw Doyle is verheugd over het compromis met de Raad over dit pakket met voorstellen over voedselverbeteraars, dat van essentieel belang is.

Enzymen worden toegevoegd aan levensmiddelen om een uitgebreide reeks technologische functies te vervullen bij de vervaardiging, de verwerking, de bereiding, de behandeling, de verpakking, het vervoer of de opslag van deze levensmiddelen. Ze worden veelal gebruikt bij het maken van bakkerijproducten, bier, kaas en bij de productie van alcohol en andere dranken. Ze spelen een steeds belangrijker rol in de levensmiddelenindustrie en kunnen worden gebruikt als alternatief voor chemicaliën om de textuur, het uitzicht, de voedingswaarde en de smaak van levensmiddelen te verbeteren. Ze helpen ook bij bepaalde productieprocessen.

Dit voorstel is in feite de eerste specifieke wetgeving van de Europese Unie die gericht is op voedingsenzymen. Er zijn op dit moment geen geharmoniseerde regels op Gemeenschapsniveau die het gebruik van enzymen regelen, wat niet alleen handelsbelemmeringen en een gebrek aan rechtszekerheid, maar ook verschillende normen inzake consumentenbescherming in de 27 lidstaten tot gevolg heeft. Slechts drie lidstaten beschikken over eigen risicobeoordelingsprocedures: het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Denemarken.

Op grond van de nieuwe wetgeving, waarover we morgen zullen stemmen, zullen er geharmoniseerde regels worden opgesteld in de Europese Unie voor de beoordeling, goedkeuring en controle van de enzymen die worden gebruikt in levensmiddelen.

De rapporteur acht dit alles zeer belangrijk, aangezien de voedselveiligheid zal worden verbeterd en de keuze voor de consument zal toenemen, en consumenten meer informatie krijgen over de bestanddelen van de levensmiddelen die ze nuttigen.

Ze is in het bijzonder verheugd over het feit dat de Raad ermee heeft ingestemd dat de twee toelatingsprocedures voor stoffen die zijn geproduceerd van genetisch gemodificeerde organismen tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd, zodat een dubbele toelatingsprocedure voor deze producten wordt voorkomen.

Ze is ook heel bij dat de Raad heeft ingestemd met de wens van het Parlement om één enkele rechtsgrondslag te hebben, zijnde artikel 95 van het EG-Verdrag, betreffende de interne markt, overeenkomstig het amendement dat zij heeft ingediend bij eerste lezing. Het is ook inzonderheid behulpzaam voor de sector dat de Raad heeft voorzien in een overgangsperiode van één jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van de voorgestelde verordening, waarbij de levensmiddelen die gedurende dat jaar conform de wet worden op de markt gebracht of geëtiketteerd, mogen worden verkocht tot een minimale houdbaarheid of tot de vervaldatum.

Tot slot wenst de rapporteur haar collega’s te bedanken voor hun steun en medewerking, inzonderheid mevrouw Westlund en mevrouw Drčar Murko en alle schaduwrapporteurs, alsmede het Sloveens voorzitterschap, voor het harde werk. We hebben vier wetgevingsvoorstellen succesvol gecoördineerd en we zullen bijgevolg de interne markt op dit gebied verbeteren, wat bevorderlijk is voor de Europese innovatie- en concurrentiekracht en tegelijkertijd zorgt voor een hoog niveau van voedselveiligheid en milieubescherming.

 
  
MPphoto
 
 

  Androula Vassiliou, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, in de eerste plaats wil ik het Parlement, en vooral de drie rapporteurs - mevrouw Drčar Murko, mevrouw Doyle en mevrouw Westlund - bedanken voor de aanzienlijke inspanningen die ze zich hebben getroost en de tijd die ze hebben gewijd aan dit belangrijke pakket wetgevingsmaatregelen. Ik heb inzonderheid waardering voor de inspanningen om de voorstellen samen te houden als pakket, waardoor er een samenhangende benadering voor deze soortgelijke gevallen is bereikt.

Dit pakket wetgevingsmaatregelen levert een belangrijke bijdrage aan het vereenvoudigingsprogramma van de Commissie. Het zorgt voor harmonisering van de desbetreffende gebieden en bevordert ook de samenhang tussen de drie gebieden. De uniforme toelatingsprocedure zal een systeem voor de consistente beoordeling en toelating van additieven, enzymen en aroma’s instellen.

Dit is van groot belang voor de veiligheid van de consument en de concurrentiekracht van de levensmiddelensector. Met name de exploitanten zouden ten volle voordeel trekken uit een gecentraliseerde, transparante procedure van beperkte duur.

Nu over het voorstel inzake levensmiddelenadditieven. De regulering van deze stoffen is belangrijk om de voedselveiligheid te garanderen en ervoor te zorgen dat de consument niet wordt misleid. Deze criteria zijn samen met het bewijs van de technologische noodzaak om levensmiddelenadditieven te gebruiken, belangrijke voorafgaande voorwaarden voor het gebruik van levensmiddelenadditieven. Hoewel deze beginselen reeds zijn vastgelegd in de huidige wetgeving, ben ik verheugd over de veranderingen en aanvullende verduidelijkingen die zijn ingevoerd om deze belangrijke aspecten te versterken. Het is ook een vereiste dat de wetgeving geregeld wordt geactualiseerd om rekening te houden met de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen.

In dit verband kan ik inzonderheid de amendementen steunen die zijn ingediend na de beoordeling door de EFSA van de resultaten van de studie van Southampton. Deze stellen de etikettering verplicht van bepaalde levensmiddelenkleurstoffen die in verband gebracht zijn met een mogelijk nadelige uitwerking op het gedrag van kinderen. Deze etikettering zal ervoor zorgen dat gepaste informatie wordt verstrekt aan consumenten die deze kleurstoffen willen vermijden.

Tijdens de bespreking van dit voorstel is er ook uiting gegeven aan bezorgdheid over de mogelijk allergene effecten van bepaalde levensmiddelenkleurstoffen, die doorgaans “azokleurstoffen” worden genoemd. Voor mogelijk allergene voedingsmiddelen gelden specifieke procedures en wetgeving en ik kan derhalve zeer duidelijk verklaren dat de Commissie de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) zal verzoeken de mogelijke allergene effecten van azokleurstoffen uitdrukkelijk te behandelen wanneer deze levensmiddelenadditieven opnieuw worden beoordeeld. De Commissie zal indien nodig na deze herevaluatie gepaste stappen overwegen om bijlage III, deel A, bij Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad te amenderen om gepaste informatie te verstrekken aan consumenten met een levensmiddelenallergie.

Nu over enzymen. Enzymen worden traditioneel gebruikt bij de productie van levensmiddelen als brood, kaas, bier en wijn. Enzymen kunnen de textuur, het uitzicht en de voedingswaarde van levensmiddelen verbeteren en kunnen worden gebruikt als alternatieven voor technologie op basis van chemische stoffen. Tot nog toe is de wetgeving inzake voedingsenzymen nog niet volledig geharmoniseerd in de EU en dit gebrek aan harmonisering heeft handelsbelemmeringen gecreëerd en de groei op dit gebied gehinderd.

De succesvolle afronding van de voorgestelde verordening zal de huidige regelgevingskloof overbruggen door geharmoniseerde regels te creëren voor de wetenschappelijke beoordeling, de toelating en het gebruik van voedingsenzymen in de Gemeenschap.

Ik ben verheugd over de wijzigingen die het aan de voorgestelde verordening ten grondslag liggende voorzorgsbeginsel en het criterium dat de consument niet mag worden misleid, versterken. Ik ben tevens verheugd over de wijziging die de wisselwerking tussen de verordening inzake voedingsenzymen en de wetgeving inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders verder verduidelijkt.

Met betrekking tot aroma’s biedt het voorstel veel bescherming voor de consument, terwijl de sector de toelating heeft om verder nieuwe aroma’s en nieuwe toepassingen te ontwikkelen teneinde te voorzien in de toenemende vraag van de consument naar gemakkelijkere levensmiddelen. Het kader zal de Europese sector in staat stellen om zijn leidende positie op de mondiale markt te handhaven en te consolideren.

Aroma’s worden gebruikt om levensmiddelen geur en/of smaak te geven of de geur en/of smaak ervan te wijzigen in het voordeel van de consument. Het gebruik van aroma’s mag de consument niet misleiden omtrent de aard of kwaliteit van de levensmiddelen. De nieuwe regels inzake etikettering van aroma’s zullen de consument inderdaad beter informeren en helpen om misleiding van de consument te voorkomen.

Tijdens de bespreking werden er verschillende standpunten naar voren gebracht betreffende de noodzaak om specerijen en kruiden op te nemen in het toepassingsgebied van de verordening. De Commissie is verheugd over het getroffen akkoord dat de consumentenbescherming zal verbeteren en tegelijkertijd rekening houdt met de mogelijke gevolgen voor het traditionele gebruik.

Ik heb aandachtig geluisterd naar mevrouw Drčar Murko en ik wil haar geruststellen en ook bevestigen dat de Commissie vanaf de inwerkingtreding van de verordening, op basis van informatie die wordt verstrekt door de lidstaten, zorgvuldig zal toezien op de ontwikkelingen in het gebruik van specerijen en kruiden en natuurlijke aroma-extracten. Met deze informatie en rekening houdend met de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen wat betreft toxicologie en blootstelling van de consument zal de Commissie indien gepast amendementen op bijlage III, deel B voorstellen.

 
  
MPphoto
 
 

  Pilar Ayuso, namens de PPE-DE-Fractie. (ES) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, ik spreek nu namens mezelf, en ik wil beginnen met de rapporteur, mevrouw Drčar Murko, te feliciteren met haar harde werk, en de andere schaduwrapporteurs alsmede het Sloveens voorzitterschap en de Commissie, met hun bereidheid te onderhandelen om in tweede lezing overeenstemming te bereiken over dit verslag. Ik wil de rapporteurs ook bedanken voor de andere verslagen in het pakket, mevrouw Westlund en mevrouw Doyle, alsmede de schaduwrapporteurs, voor hun hulp en medewerking bij het zoeken naar oplossingen voor de horizontale problemen die gepaard gaan met deze voorstellen.

Het meest controversiële thema dat aan bod is gekomen in dit voorstel inzake aroma’s waren vanaf het begin van het debat de biologisch actieve bestanddelen die van nature aanwezig zijn in kruiden en specerijen. Deze vormden een groot probleem voor producenten van kruiden en specerijen, die van mening waren dat ze, gezien de speciale aard van hun producten, niet konden voldoen aan de vereisten van het voorstel: verschillende oogstlocaties, oogstperiodes, eetgewoonten in de verschillende landen enz.

Met betrekking tot dit aspect wil ik graag zeggen dat de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten vanaf het begin heeft gestreefd naar consumentenbescherming. Ik ben daarom van mening dat het positief is dat er een overeenkomst bereikt is met de Raad en de Commissie dat de maximumgehalten niet gelden voor bepaalde stoffen indien een samengesteld levensmiddel geen toegevoegde aroma’s bevat en de enige toegevoegde ingrediënten met aromatiserende eigenschappen verse, gedroogde of diepgevroren kruiden en specerijen zijn.

Tot slot ben ik verheugd over het feit dat er morgen gestemd zal worden over het pakket met voorstellen over voedselverbeteraars, niet alleen omdat de voorstellen de wetgeving actualiseren, maar ook omdat het mogelijk zal worden om de risico’s van het op de markt brengen van aroma’s te beoordelen, wat veel bescherming zal bieden voor Europese consumenten.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela, namens de PSE-Fractie. (PT) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, ten eerste en namens de socialistische fractie in het Europees Parlement, wil ik de rapporteur feliciteren met haar werk, omdat ze geprobeerd heeft tot een consensus te komen met de schaduwrapporteurs en zich heeft ingespannen om de gewenste overeenstemming tussen de partijen te bereiken.

Het voorstel voor een verordening inzake aroma’s heeft tot doel de regels inzake het gebruik van aroma’s en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen te verduidelijken en te actualiseren rekening houdend met de technologische en wetenschappelijke vooruitgang op het gebied van aroma’s, de ontwikkelingen van de levensmiddelenwetgeving in de Europese Unie en, tegelijkertijd, de vereisten inzake de bescherming van de menselijke gezondheid.

De verordening bepaalt de algemene voorwaarden voor het gebruik van aroma’s of voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen; ze bevat een duidelijke definitie van aroma’s, algemene regels voor hun gebruik, regels betreffende de etikettering en de maximumgehalten van stoffen die een risico vormen voor de menselijke gezondheid. Het compromis dat bereikt is bij de tweede lezing, is het resultaat van samenwerking tussen de Commissie, de Raad en het Parlement. Er hebben verscheidene bijeenkomsten plaatsgevonden, er is onderhandeld over de meer controversiële punten en er zijn toegevingen gedaan door alle partijen. De overeenkomst reflecteert niettemin de beginselen van verscheidene amendementen die zijn ingediend door het Parlement, die rekening houden met twee hoofddoelstellingen: consumenten informeren en hun belangen beschermen, alsmede de menselijke gezondheid beschermen.

Aroma’s en aromatiserende stoffen moeten veilig zijn en hun gebruik mag consumenten niet misleiden. In dit verband legt de nieuwe wetgeving maximumgehalten vast voor bepaalde stoffen in aroma’s en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen die mogelijk toxisch en een risico voor de menselijke gezondheid zijn, gelet op de wetenschappelijke adviezen van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid. Deze maximumgehalten gelden niet voor drie stoffen: estragol, safrol en methyleugenol, indien aanwezig in samengestelde levensmiddelen waaraan geen aroma’s en alleen voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen in de vorm van kruiden en/of specerijen zijn toegevoegd. Deze uitzondering zal echter worden herzien indien er wetenschappelijk bewijs opduikt dat de consumptie ervan gezondheidsrisico’s inhoudt.

Het begrip “natuurlijk” is nog altijd verwarrend voor de consument, maar het nieuwe voorstel voor de etikettering van natuurlijke aroma’s stemt beter overeen met de verwachting van de consument, aangezien het begrip “natuurlijk” alleen mag worden gebruikt voor aroma’s die zijn verkregen van natuurlijke aromatiserende stoffen indien minstens 95 procent van de aromatiserende component is verkregen uit de natuurlijke bron waarnaar wordt verwezen.

 
  
MPphoto
 
 

  Mojca Drčar Murko, namens de ALDE-Fractie.(EN) Mijnheer de Voorzitter, met betrekking tot de verordening inzake additieven was mijn fractie verheugd over het voorstel om de Europese wetgeving te moderniseren en te harmoniseren en wij hebben de rapporteur, mevrouw Westlund, gesteund bij haar inspanningen om duurzame bescherming van de consumenten en hun gezondheid, inzonderheid de kwetsbare bevolkingsgroepen, te verkrijgen.

Het is nu eenmaal een feit dat levensmiddelenfabrikanten reageren op de toenemende vraag door continu nieuwe producten te ontwikkelen en hun diversificatie wordt grotendeels verwezenlijkt door additieven toe te voegen. De wetgeving inzake levensmiddelen moet evenredig en evenwichtig zijn, de volksgezondheid dienen en de levensmiddelenfabrikanten op gelijke voet behandelen.

Het beginsel is simpel, maar het kan duidelijk op vele manieren worden geïnterpreteerd. Hoe kunnen we aanzienlijke vooruitgang boeken op het gebied van volksgezondheid en tegelijkertijd de technologische ontwikkeling van Europese levensmiddelenindustrie niet belemmeren?

We zijn naar mijn mening verstandige amendementen overeengekomen – gericht op het veilig stellen van de belangen van de consument, met name door correcte etikettering – maar we wilden ook bijdragen aan de verhoging van het bewustzijn van de consument. Ik ben ervan overtuigd dat geïnformeerde, aandachtige consumenten de productie van bereid voedsel in de Europese Unie heel sterk kunnen beïnvloeden. Wij steunden de amendementen die gericht zijn op een versterking van voorstel van de Commissie, inzonderheid op drie punten: betrokkenheid bij de toelatingsprocedure van additieven, transparantie van de toelatingsprocedure en specifieke voorwaarden voor toelating.

 
  
MPphoto
 
 

  Carl Schlyter, namens de Verts/ALE-Fractie. (SV) Mijnheer de Voorzitter, onze kiezers willen goede, veilige levensmiddelen die ze kunnen vertrouwen. Zullen ze dat krijgen met deze voorschriften? Het Parlement is erin geslaagd bepaalde verbeteringen te doen aanvaarden. Ik persoonlijk ben er zeer verheugd over dat met name nanotechnologie eindelijk zal worden gereguleerd en niet meer in alle stilte op de markt kan worden gebracht zonder behoorlijk onderzoek. De opname van het milieu als een van de criteria voor de goedkeuring van additieven is een verbetering. Het feit dat de aanwezigheid van azokleurstoffen moet worden vermeld op etiketten is een verbetering. Er zijn dus zaken om zich over te verheugen. Bovendien, wat betreft aroma’s, is het Parlement erin geslaagd ervoor te zorgen dat producten die natuurlijk gearomatiseerd zijn niet volledig benadeeld worden ten voordele van de producten van de sector van de kunstmatige aroma’s.

Desondanks verrast het mij dat de Raad ingaat tegen de wensen van zijn kiezers. Hoe kunnen onze regeringen zich actief verzetten tegen een tekst die stelt dat additieven bij consumenten niet de indruk mogen wekken dat het levensmiddel andere ingrediënten bevat dan in werkelijkheid het geval is? Hoe kunnen ze zich daar actief tegen verzetten? De ministers verzetten zich actief tegen de notie dat er een speciale reden moet zijn om kleurstoffen te gebruiken in anderszins kleurloze stoffen. De ministerraad heeft zich actief verzet tegen een verbod op azokleurstoffen. Hij heeft zich actief verzet tegen de eis dat productetiketten moeten vermelden dat het product pesticiden bevat die als conserveringsmiddelen zijn gebruikt, zodat consumenten zich daarvan bewust zijn.

Ik ben van mening dat, als we het voorstel van de groenen tot een verbod op azokleurstoffen in producten voor kinderen aannemen, we de Raad dwingen zijn standpunt openlijk te verdedigen in een openbaar debat. Immers, het is gemakkelijk voor de Raad om bij zijn standpunt te blijven wanneer er met ons onderhandeld wordt achter gesloten deuren, maar welke regering zal opstaan en additieven goedkeuren waarvan geweten is dat ze leiden tot hyperactiviteit bij kinderen en waarvoor er ernstige aanwijzingen zijn dat ze allergieën veroorzaken bij kinderen? Ik vraag me af of de Commissie niet direct voor een verbod kan gaan. Kleurstoffen zijn tenslotte nauwelijks essentiële en onvervangbare additieven. Bovendien zijn er ook andere kleurstoffen dan azokleurstoffen. Als we vasthouden aan de toepassing van het voorzorgsbeginsel, is het enige wat we moeten doen, azokleurstoffen verbieden zodra de EFSA heeft aangetoond dat er allergierisico’s en een verhoogd risico van allergie zijn. Daarna moeten we niet meer debatteren over azokleurstoffen.

 
  
MPphoto
 
 

  Kartika Tamara Liotard, namens de GUE/NGL-Fractie. – (NL) In de eerste plaats zou ik de rapporteurs en de schaduwrapporteurs van harte willen bedanken voor de samenwerking in dit helse karwei dat wij achter de rug hebben. Hoewel het eindresultaat niet helemaal is wat ik zou willen, denk ik dat wij hiermee het maximale hebben behaald dat in deze politieke verhoudingen te bereiken valt.

Bij al deze dossiers staan volgens mij twee zaken bovenaan: maximale consumentenbescherming en volledige transparantie. De economische belangen zijn, wat mij betreft, volledig ondergeschikt aan deze twee kernbegrippen. Maximale consumentenbescherming betekent stelselmatige toepassing van het voorzorgsbeginsel. Als je niet 100 procent weet dat iets veilig is, laat het dan niet toe op de markt. Ook moet absoluut worden voorkomen dat de consument bij aankoop misleid wordt. Maximale transparantie betekent dat wij niet zwichten voor de druk van voedselmultinationals om hun formules en productiemethoden geheim te houden. Consumenten hebben het recht om precies te weten wat er in hun voedsel zit en onder welke omstandigheden het is geproduceerd.

Wanneer ik de vier verslagen beoordeel aan de hand van deze twee beginselen, moet ik vaststellen dat er, hoewel zij niet altijd ideaal zijn, sprake is van een duidelijke verbetering ten opzichte van de oorspronkelijke voorstellen. Zij komen de consumentenbescherming en de transparantie ten goede en daarom zal ik de compromissen steunen. Jammer dat wij niet direct ook de etikettering van GGO’s hebben kunnen regelen.

Tenslotte zou ik toch nog één ding willen toevoegen. Ik vind het zeer opmerkelijk dat de Commissie in nieuwe voorstellen, zoals bijvoorbeeld de nieuwe voedingsmiddelen, reeds de uniforme procedure lanceert nog voordat het Parlement deze heeft goedgekeurd. Wat mij betreft getuigt dat, op zijn zachtst gezegd, niet van groot respect voor de Europese democratie.

 
  
MPphoto
 
 

  Irena Belohorská (NI). – (SK) Ik wil in de eerste plaats het werk vermelden van mevrouw Doyle en haar bedanken voor haar poging om een evenwichtig document te produceren dat vooral bedoeld is om de gezondheid van de burgers te beschermen.

Veel producten die iedere dag worden genuttigd op ieder niveau van maatschappij, zoals broodjes en brood, bevatten voedingsenzymen. Het is daarom zeer belangrijk om toe te zien op de productie daarvan. Het is ook zeer belangrijk om ervoor te zorgen dat ze onschadelijk zijn voor de gezondheid en de controle te harmoniseren in heel de Europese Unie.

Het is zeer belangrijk het vertrouwen te winnen van de burgers van de Europese Unie bij de voorbereiding van Europese richtlijnen, vooral nu Europa geschokt is door het schandaal van het weer in omloop brengen van bedorven kaas. Om te voorkomen dat zo’n situatie zich opnieuw voordoet, moeten we ons niet alleen concentreren op de voorbereiding van een richtlijn, maar vooral op het toezicht op de implementatie ervan in de verschillende lidstaten. Aangezien we weten dat tot 80 procent van de voedingsenzymen wordt geproduceerd door vier ondernemingen, denk ik dat kwaliteitscontrole van de productie geen probleem mag vormen. Productiemethodes kunnen echter wel een probleem vormen en ik denk daarom dat het verslag van mevrouw Doyle terecht de aandacht vestigt op dit belangrijke probleem.

 
  
MPphoto
 
 

  Françoise Grossetête (PPE-DE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, op het moment dat een zoveelste levensmiddelschandaal uitbreekt in sommige EU-lidstaten, ook al is het ongetwijfeld te wijten aan grootschalige fraude, is het geen wonder dat de consument zich vragen stelt en twijfels heeft bij alles wat “kunstmatig” kan lijken. Het Europa dat bescherming biedt, garandeert ook de veiligheid van de consumenten en de volksgezondheid.

Levensmiddelenadditieven, aroma’s en enzymen spelen een belangrijke rol in de productie van onze levensmiddelen. Daarom hebben we nood aan duidelijke, geharmoniseerde regels met betrekking tot de veiligheid, de toelating en de verkoop ervan om consumenten te beschermen en bovenal het vertrouwen van het publiek in levensmiddelen die worden geproduceerd met deze stoffen, te versterken. Het is derhalve belangrijk dat de regels gebaseerd zijn op betrouwbare wetenschappelijke adviezen.

We moeten ook het rechtsvacuüm opvullen dat altijd al heeft bestaan op Europees niveau wanneer het gaat om enzymen, die worden gebruikt bij bijvoorbeeld de productie van brood of zuivelproducten. Het doet me groot genoegen dat er aanvullende garanties zijn geïntroduceerd om te zorgen voor transparantie door duidelijke en meer begrijpelijke etikettering. Dat is des te belangrijker als het gaat om producten die worden beschouwd als “natuurlijk”.

Een belangrijk aspect van de ontwerpwetgeving is de invoering van een uniforme toelatingsprocedure met een veiligheidsbeoordeling die wordt uitgevoerd door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid, voor levensmiddelenadditieven, aroma’s en enzymen, die met zekerheid meer en meer worden gebruikt in de levensmiddelensector.

Natuurlijk zal het Parlement erop toezien dat deze stoffen worden gemonitord. In geen geval mogen deze levensmiddelenadditieven de gezondheid van consumenten in gevaar brengen of consumenten misleiden, want het is absoluut van essentieel belang dat we de veiligheid van de consument en de voedselveiligheid garanderen en tegelijkertijd de innovatie- en concurrentiekracht van de levensmiddelensector handhaven.

 
  
MPphoto
 
 

  Linda McAvan (PSE). (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zou graag het woord richten tot de commissaris over een van de verslagen over levensmiddelenadditieven, inzonderheid over de levensmiddelenkleurstoffen die bekend zijn als “azokleurstoffen”. Ik ben bijzonder blij dat we zeer goed nieuws hebben: vanaf nu moeten ze worden vermeld op de etiketten van alle levensmiddelen. Ik wil Åsa Westlund feliciteren, die heel hard gewerkt heeft om dit gedaan te krijgen. Toen ze aan dit werk begon, heeft niemand geopperd dat er zo’n vooruitgang kon worden geboekt, en toch hebben we vooruitgang geboekt. Het is een echte verbetering ten opzichte van de status-quo. Maar ik vind niet dat het ver genoeg gaat.

Zoals u weet, ben ik zeker van het onderzoek dat vorige herfst is verricht aan de universiteit Southampton, dat een verband aantoont tussen het gedrag van kinderen die een cocktail van verschillende zoetigheden en frisdranken nuttigden, en azokleurstoffen. Het gaat hier om een zeer ernstig onderzoek dat is gepubliceerd in The Lancet. Het is collegiaal getoetst en het is zo ernstig dat het Verenigd Koninkrijk, via het Food Standards Agency, heeft opgeroepen tot een verbod op het gebruik van deze kleurstoffen in levensmiddelen. Veel ondernemingen in Europa wijken uit en nemen deze vrijwillig geleidelijk uit de productie.

De interne markt faalt nu al op dit gebied. Het is alom geweten dat deze producten geen voedingswaarde hebben en er zijn natuurlijke aroma’s beschikbaar. In een van onze kranten werd de vraag gesteld: “Moet het gedaan zijn met Smarties?” (dit zijn felgekleurde snoepjes). Er zijn echter uitstekende natuurlijke alternatieven voor deze kleurstoffen beschikbaar. We hebben deze kleurstoffen niet nodig.

We zijn verheugd over de gebeurtenissen van vandaag, maar hopen dat u met de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid zult blijven samenwerken om de beoordeling van deze stoffen te bespoedigen. Ik denk niet dat de mensen in Europa deze kunstmatige kleurstoffen willen en ik denk dat we meer moeten kijken naar wat mensen nodig hebben in hun levensmiddelen in plaats van naar wat ondernemingen willen toevoegen. Ik hoop dat u de EFSA ertoe zult aanzetten om sneller te werken en een oplossing voor dit probleem te vinden.

 
  
MPphoto
 
 

  Marios Matsakis (ALDE). (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wens te spreken over het voorstel inzake voedingsenzymen, waarvoor ik schaduwrapporteur was. Wat dat betreft wil ik mevrouw Doyle - ik hoop dat ze vanavond veilig hier geraakt vanuit Ierland - feliciteren met een uitstekend verslag.

Ik wil ook mijn dank betuigen voor de zeer goede samenwerking met de schaduwrapporteurs, een samenwerking die altijd verliep in een geest van begrip, een doeltreffende uitwisseling van zowel politieke als adequate wetenschappelijke wijsheid.

Deze samenwerking was goed genoeg om een zeer gewild compromis op te leveren, dat brede steun geniet bij de fracties van dit Huis en dat naar mijn mening vele zeer verstandige parameters bevat die het behandelde wetgevingsdocument zullen versterken en het veel doeltreffender en gemakkelijker toepasbaar zullen maken.

Met dit compromispakket is het doel van de voorgestelde verordening - dat, zoals alom bekend, is om de wetgeving voor de controle van het gebruik van enzymen bij voedselverwerking in de EU te harmoniseren, om ten eerste de menselijke gezondheid te beschermen en ten tweede eerlijke handel en mededinging te bevorderen - naar mijn mening in zeer hoge mate bereikt.

We zijn bijzonder verheugd dat het voorzorgsbeginsel, dat niet alleen door mijn fractie maar door het grote merendeel van alle parlementsleden als heilig wordt beschouwd, prominent aanwezig is in dit verslag en dit zou Europese consumenten moeten doen inzien dat er veel gedaan wordt om hun gezondheid te beschermen wat betreft enzymen in levensmiddelen.

Bovendien wordt speciale nadruk gelegd op het garanderen dat de informatie die wordt verstrekt aan de consument, nauwgezet en nuttig is.

Zoals verwacht heeft de betrokkenheid van GGO’s voor enige controverse gezorgd. Er is echter een toereikend compromis bereikt.

Tot slot wens ik nog te zeggen dat dit een goed verslag is en dat mijn fractie er sterk achter staat.

 
  
MPphoto
 
 

  Kathy Sinnott (IND/DEM). (EN) Mijnheer de Voorzitter, we hebben het hier vaak over de bescherming van kinderen. Er is bewijs in overvloed dat kunstmatige aroma’s en supplementen schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen op vele manieren. Ten eerste kunnen we denken aan de stijging met 435 procent van het aantal kinderen met autisme in de laatste 15 jaar en het aantal kinderen met ADHD, op dit moment zo’n drie tot vijf procent. Vervolgens kunnen we de symptomen die worden toegewezen aan aroma’s in beschouwing nemen. Er zijn heel veel aroma’s, maar laat ons het voorbeeld nemen van natriumglutamaat, dat wordt aangetroffen in snoepgoed, dranken, tussendoortjes en maaltijden voor kinderen. Er zijn 92 symptomen, waaronder hyperactiviteit en stemmingsschommelingen.

Aangezien ik zelf moeder ben, is mijn belangrijkste bekommernis inzake levensmiddelen veiligheid en transparantie. Ik ben van mening dat we kinderen en hun leervermogen ernstig in gevaar brengen als we toelaten dat cocktails van kleurstoffen, conserveringsmiddelen en additieven worden toegevoegd aan hun levensmiddelen. Kinderen hebben goede verse levensmiddelen nodig die zo plaatselijk en zo natuurlijk geteeld zijn. Laat ons daarom echt beginnen kinderen te beschermen.

 
  
MPphoto
 
 

  Anja Weisgerber (PPE-DE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik dank alle rapporteurs, vooral mevrouw Drčar Murko en mevrouw Ayuso, voor hun constructieve samenwerking en vertrouwen. Het pakket met voorstellen over voedselverbeteraars zal leiden tot uniforme, geharmoniseerde regels betreffende het gebruik van additieven die van toepassing zullen zijn in heel Europa. Ook in de toekomst geldt voor het gebruik van additieven, enzymen en aroma’s in levensmiddelen een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van de consument - en dat moet zo zijn.

Het pakket past de huidige wetgeving aan aan de technische en wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van levensmiddelenadditieven. Als er wetenschappelijk onderbouwde aanwijzingen zijn voor gezondheidsrisico’s, moeten er grenswaarden worden vastgesteld om elk risico uit te sluiten.

We mogen er niet hysterisch worden of onnodige paniek veroorzaken. Sommige levensmiddelenadditieven, zoals konjac, een bevochtigingsmiddel en bijenwas, een antiklontermiddel, worden al eeuwenlang gebruikt bij de bereiding van levensmiddelen en dranken. Ook sommige steenvruchten, zoals kersen, perziken en abrikozen, bevatten van nature kleine hoeveelheden blauwzuur. Toch eten we deze vruchten al duizenden jaren zonder problemen. Evenzo bevatten sommige kruiden en specerijen van nature stoffen die in hoge concentraties gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. Toch gebruiken we van oudsher zonder problemen kruiden en specerijen als basilicum, dragon en nootmuskaat bij onze voedselbereiding, maar natuurlijk alleen in kleine, veilige dosissen.

Daarom ben ik verheugd over het compromis in de nieuwe verordening inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen. Als er geen reden tot bezorgdheid is, worden uitzonderingen gemaakt op de grenswaarden, maar alleen wanneer er uitsluitend verse of gedroogde kruiden worden gebruikt bij de levensmiddelenbereiding. Op deze manier bevorderen we het gebruik van natuurlijke producten en natuurlijke ingrediënten, zodat recepten die duizenden jaren teruggaan, bijvoorbeeld voor Italiaanse pesto, nog een toekomst hebben.

 
  
MPphoto
 
 

  Gyula Hegyi (PSE). (HU) Het verheugt mij dat we ons nu, na de REACH-verordening en de verordening inzake pesticiden, wijden aan de regulering van het gebruik van vaak veroordeelde chemische stoffen en levensmiddelenadditieven.

Het gevolg van het toenemende aantal schandalen is dat de Europese openbare opinie steeds meer bezorgdheid toont met betrekking tot deze stoffen, die verdacht zijn voor de consument. Een gemiddelde persoon nuttigt per jaar zo’n 3 kg van de ongeveer 2 600 verschillende additieven met E-nummers, zonder dat hun schadelijke gevolgen hem duidelijk zijn.

Er zijn al goed gefundeerde beschuldigingen met betrekking tot een aanzienlijk deel van de additieven geweest. Additieven wekken een valse indruk bij consumenten en geven levensmiddelen levendige, heldere kleuren die ze van nature niet hebben. Naast dit gezondheidsrisico brengen ze ook psychologische schade toe aan kinderen, door hen onnatuurlijke levensmiddelen gewoon te maken, terwijl het net natuurlijke levensmiddelen zijn die we weer meer populair moeten maken bij jongeren en volwassenen.

Ik wens mevrouw Westlund te feliciteren met haar verslag; ze is erin geslaagd te bereiken dat additieven die schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid en het milieu, krachtens de nieuwe wetgeving in de toekomst niet meer mogen worden gebruikt. Het is belangrijk dat gevaarlijke stoffen zoals de azokleurstoffen, die hyperactiviteit veroorzaken bij kinderen, ten minste worden aangegeven op levensmiddelen, hoewel ik het ook eens ben met mijn medeleden dat er een verbod had moeten komen.

Ik betreur echter het feit dat, ondanks de aanbeveling van het Parlement, additieven die GGO’s bevatten, niet strikt moeten worden vermeld. Een groot deel van de Europese bevolking wil geen levensmiddelen nuttigen die GGO’s bevatten, en volgens de opiniepeilingen verwacht 90 procent van de bevolking te weten of een levensmiddel al dan niet GGO’s bevat. We kunnen de gezonde bezorgdheid van onze burgers en hun recht op informatie niet zodanig negeren.

Enkele van mijn collega’s en ikzelf protesteren in een verklaring tegen het feit dat de Commissie tersluiks nieuwe GGO’s in Europa wil introduceren. We moeten ieders recht op natuurlijke, gezonde levensmiddelen beschermen.

 
  
MPphoto
 
 

  Horst Schnellhardt (PPE-DE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, wij zijn dank verschuldigd aan de rapporteur, mevrouw Westlund. Ze heeft met veel toewijding gewerkt en veel zin voor samenwerking getoond. Ik ben daar verheugd over en het betekent ook dat we blij kunnen zijn met het resultaat. Ik ben van mening dat de nieuwe verordening inzake levensmiddelenadditieven een bevredigend resultaat is voor zowel fabrikanten als consumenten.

De huidige wetgeving inzake levensmiddelenadditieven dateert van nagenoeg 20 jaar geleden. Met de omzetting van nieuwe richtlijnen en twee beslissingen in twee verordeningen is de tekst vereenvoudigd en geactualiseerd rekening houdend met nieuwe technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen. Het is een zeer goed resultaat dat er een positieve lijst is die duidelijk vermeldt welke stoffen kunnen worden gebruikt. Ik vind dat een goede zaak en ik ben het er ook mee eens dat de comitologieprocedure wordt gestart, wanneer er nieuwe stoffen moeten worden toegevoegd. We moeten hier snel handelen.

Ik ben tevreden met de regels inzake genetisch gemodificeerde producten. We hebben beide toelatingsprocedures nodig – er zullen beoordelingen plaatsvinden – en ik zie dan ook niet in waarom er hier niet dienovereenkomstig te werk gegaan zou worden, zoals sommige leden hebben gezegd. Toegegeven, met betrekking tot azokleurstoffen beschikken we inderdaad over de resultaten van de studie van Southampton, maar het is ook een feit dat de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid een studie heeft ontwikkeld en eerste inzichten heeft gepubliceerd waarin duidelijk wordt gezegd dat de studie van de universiteit van Southampton niet onfeilbaar is. De studie is nu eenmaal niet 100 procent betrouwbaar. We moeten niet hysterisch reageren en drastische maatregelen nemen omdat er nu een proces op gang is gebracht.

De toelatingsprocedure via de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid is uitstekend, maar wat mij stoort – en ik wil de Commissie verzoeken hier nogmaals over na te denken – is dat we de autoriteit negen maanden de tijd geven voor de toelating of risicobeoordeling. De Commissie heeft ook negen maanden nodig om een risicobeheerbeslissing te nemen. Dat betekent dat een ondernemer anderhalf jaar moet wachten op de toelating om een product op de markt te brengen. De vermindering van de bureaucratie is hier ver te zoeken. We moeten er dus echt nog eens over nadenken of dat niet sneller kan.

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE-DE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, de inwerkingtreding van de nieuwe verordeningen inzake het gebruik van kunstmatige additieven (enzymen, aroma’s) in levensmiddelen uniformeert niet alleen de wetgeving op dit gebied, maar versterkt ook de bescherming van de gezondheid van de consument en vergemakkelijkt de verkoop van levensmiddelen binnen de Europese Unie. De harmonisering van het gebruik van enzymen in de EU geniet de steun van de Europese levensmiddelensector, die niet alleen bekommerd is om de uniformisering van beginselen, maar bovenal niet wil dat consumenten het vertrouwen in hun producten verliezen.

Ik ben zelf een van deze consumenten en ik heb graag de zekerheid dat de levensmiddelen die ik koop, veilig zijn. De honderden kunstmatige additieven, de duizenden aroma’s die worden toegevoegd aan levensmiddelen, mogen onze gezondheid niet schaden. Kwaliteitseisen moeten ervoor zorgen dat de veiligheid volledig gevrijwaard is. Het is belangrijk dat levensmiddelen zoveel mogelijk hun natuurlijke karakter behouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Zbigniew Krzysztof Kuźmiuk (UEN). (PL) Mijnheer de Voorzitter, er zijn in dit debat drie problemen waarop ik de aandacht zou willen vestigen.

Ten eerste moet de Europese Commissie gesteund worden in haar inspanningen om de procedures voor het toekennen van toelatingen voor het gebruik van levensmiddelenadditieven – enzymen en aroma’s – in de Europese Unie te uniformeren en inzonderheid om de transparantie van deze procedures te vergroten.

Ten tweede moeten de procedures voor het toekennen van toelatingen gericht zijn op een zo groot mogelijke bescherming van de gezondheid van de consument. De consument moet ervan overtuigd zijn dat zowel Europese als nationale instellingen alert zijn om zijn gezondheid maximaal te beschermen en dat hij dankzij hun werking beschikt over gezonde levensmiddelen die zo natuurlijk en veilig mogelijk zijn.

Ten derde en ten slotte moet het beginsel dat de consument volledig moet worden geïnformeerd over de additieven in levensmiddelen, worden nageleefd. Informatie hierover moet duidelijk vermeld zijn op de verpakking en moet ook opgesteld zijn in duidelijke en voor de consument begrijpelijke taal.

 
  
MPphoto
 
 

  Hiltrud Breyer (Verts/ALE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zou willen dat u de voorstellen die zijn ingediend door de Fractie van de Groenen/Vrije Europese Alliantie, steunt, want wij willen een verbod op azokleurstoffen. Het Europese consumentenbeleid wordt gekenmerkt door veiligheid, en ook door de toepassing van het voorzorgsbeginsel. Zonder een verbod zou het voorzorgsbeginsel met voeten getreden worden. Bovendien is het gebruik van azokleurstoffen geen technische noodzaak, want er zijn alternatieven. Bovendien misleiden ze de consument. Ze doen mensen geloven dat er iets is, wat er in werkelijkheid niet is.

Ik dring er nogmaals met nadruk op aan dat u deze alarmerende studie ernstig opvat en het voorzorgsbeginsel, dat tenslotte verankerd is in de Europese wetgeving, hier echt toepast. Ik wil er ook nogmaals op aandringen dat u het etiketteringshiaat voor additieven die geproduceerd zijn met gentechnologie opvult - we spannen ons op dit moment in om het etiketteringshiaat voor genetisch gemodificeerde producten van dierlijke oorsprong op te vullen, en het zou welhaast dwaas zijn als we deze gelegenheid niet zouden benutten.

Wat we nodig hebben, is een goed uitgewerkte toelatingsprocedure die rekening houdt met het voorzorgsbeginsel, geen hiaten in de etikettering laat en waarbij de consumenten het recht hebben vrij te kiezen wat ze eten.

 
  
MPphoto
 
 

  Miroslav Mikolášik (PPE-DE). – (SK) Ik waardeer de inspanningen van de rapporteur om grotere transparantie te bereiken in het proces van de goedkeuring van levensmiddelenadditieven, aroma’s en enzymen en om de bescherming van de consument te versterken, vooral voor consumenten die allergisch zijn voor bepaalde stoffen.

Levensmiddelenadditieven zouden constant moeten worden gemonitord en herbeoordeeld op basis van veranderende gebruiksomstandigheden en nieuwe wetenschappelijke informatie. Vele van deze additieven worden geproduceerd van chemische stoffen en kunnen bij langdurig gebruik de gezondheid schaden. Het is daarom zeer belangrijk de producten te markeren op een manier die goed zichtbaar en duidelijk is voor de consument. Het gaat om consumentenartikelen en er kunnen gevolgen verbonden zijn aan een gebrekkige of ontbrekende productmarkering.

Ik wil ook benadrukken dat ik de mening toegedaan ben dat bijvoorbeeld genetisch gemodificeerde levensmiddelen duidelijk en leesbaar gemarkeerd moeten zijn, zoals bijvoorbeeld in Canada, waar canola- of koolzaadolie genuttigd wordt.

 
  
MPphoto
 
 

  Androula Vassiliou, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben verheugd over de succesvolle voltooiing van dit pakket voorstellen en hoop dat het Parlement morgen het compromisvoorstel zal aannemen. Belangrijker is dat dit pakket de bescherming van de consument en de voedselveiligheid zal versterken. Ik denk in het bijzonder aan enkele moeilijke problemen die werden behandeld en waardeer het verlangen om een compromis te vinden. In dit verband wens ik nogmaals de drie rapporteurs te bedanken voor hun harde werk en voor de zeer goede samenwerking met de Commissie om tot dit compromisvoorstel te komen.

Ik wil in het bijzonder mevrouw Westlund bedanken voor haar inspanningen met betrekking tot de kleurstoffen. Ze weet heel goed dat de Commissie haar voorstellen steunde. We hebben een compromisvoorstel bereikt, maar ik verzeker u ervan dat we niet zelfingenomen zullen blijven. We hebben de EFSA al gevraagd om alle toegelaten additieven opnieuw te beoordelen en we zullen niet aarzelen om nieuwe regels op te leggen met betrekking tot additieven als het advies van de EFSA die richting aangeeft.

Ik wil dit ook in het algemeen zeggen omdat, zoals ik reeds heb gezegd, de EFSA alle stoffen opnieuw beoordeelt. Als de EFSA op welk moment ook aangeeft dat een bepaalde stof een risico voor de menselijke gezondheid inhoudt, zullen we niet aarzelen om gebruik te maken van ons voorrecht en aan te dringen op een amendement.

Er is een vraag gesteld met betrekking tot enzymen en de verordening inzake gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders. Indien een enzym is geëxtraheerd van een genetisch gemodificeerd organisme dat valt onder Verordening (EG) nr. 1829/2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, moet de genetisch gemodificeerde oorsprong op het etiket worden vermeld. Levensmiddelen, met inbegrip van enzymen die zijn verkregen door gisting met behulp van een genetisch gemodificeerd micro-organisme, zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003. Het doel van dit voorstel is deze enzymen te onderwerpen aan de veiligheidsbeoordeling en toelating, maar niet aan specifieke etikettering als genetisch gemodificeerd.

Er is iets gezegd over het feit dat de Commissie negen maanden tijd heeft om de risicobeoordeling uit te voeren. Het voorstel voorziet in een termijn van negen maanden voor de Commissie om een advies uit te brengen aan het permanent comité. Het betreft hier de maximale termijn. Natuurlijk zullen de voorstellen om de lijst te actualiseren, in vele gevallen al binnen een korter tijdsbestek worden bekendgemaakt. Er zijn echter gevallen, met name voor levensmiddelenadditieven, waarin de Commissie negen maanden nodig heeft om de lidstaten en alle betrokken partijen te consulteren over allerlei zaken. Dit is alleen mogelijk als de betrokken partijen genoeg tijd krijgen om te reageren. Derhalve is een maximumtermijn van negen maanden volgens mij niet overdreven.

Ik zou willen eindigen met u nogmaals te bedanken voor uw samenwerking en ik verheug mij op de aanneming van het voorstel op de vergadering van morgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Åsa Westlund, rapporteur. − (SV) Mijnheer de Voorzitter, ik wil commissaris Vassiliou nogmaals bedanken voor haar steun inzake azokleurstoffen. We beseffen terdege dat dit een van de eerste zaken was die u moest regelen toen u uw ambt aanvaardde. Daaruit bleek dat u klaar bent om uw verantwoordelijkheid op te nemen in de Commissie, om niet alleen de aanbevelingen van de EFSA te volgen, maar ook zelf een onafhankelijke beoordeling te maken van alle aspecten die bij de wetgeving komen kijken. U hebt echt laten zien dat u klaar bent om deze verantwoordelijkheid te dragen.

Ik denk dat het debat hier vanavond ook duidelijk gemaakt heeft dat het Europees Parlement natuurlijk ook de beoordeling van de EFSA van de allergene effecten van azokleurstoffen van dichtbij zal volgen evenals het standpunt dat de Commissie inneemt met betrekking tot deze beoordeling. Het spreekt voor zich dat we ook andere studies over bijvoorbeeld de effecten van azokleurstoffen op het gedrag van kinderen zullen onderzoeken, om eventueel later terug te komen op deze materie.

Tot slot wil ik nog zeggen dat het opstellen van wetgeving één zaak is, maar dat het een andere zaak is deze wetgeving ook toe te passen. Ik denk dat veel consumenten het met mij eens zijn dat we tegenwoordig vaak bedrogen worden in winkels. Ik zou willen dat de lidstaten – en ik denk dit een gerechtvaardigd verzoek is – hun inspectiesystemen verstrengen en samen met de Commissie ervoor zorgen dat de wetgeving waarover we morgen stemmen, werkelijk wordt nageleefd, zodat consumenten niet thuiskomen met bijvoorbeeld een pot fruityoghurt waarvan ze denken dat deze veel fruit of bessen bevat, en dan, als ze de verpakking aandachtig lezen, ontdekken dat er alleen maar kleurstoffen in zitten.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Claude Martinez (NI).(FR) Mijnheer de Voorzitter, de levensmiddelensector gebruikt 300 levensmiddelenadditieven, 2 600 natuurlijke of kunstmatige aroma’s, plus traditionele diastasen of enzymen en ook azokleurstoffen. Daarom moet onze wetgeving worden geharmoniseerd. Aangezien het gaat over ganzen- en eendenlever, geconserveerde truffels of slakken, kunnen we goed begrijpen dat er tientallen wetten zijn, plus de vier verordeningen die worden voorgesteld voor een uniforme toelatingsprocedure met productlijsten.

Het is zeker zo dat deze additieven het risico van soms ernstige allergieën vergroten, maar misschien wordt het voorzorgsbeginsel hier te ver doorgedreven. In 2008, het jaar waarin de mondiale voedselcrisis snel om zich heen grijpt, waarin, mijnheer de Voorzitter, Italië ons met dioxine vervuilde mozzarella verkoopt, een affaire waar 10 miljoen euro mee gemoeid is, kan ik moeilijk geloven dat de 15 miljoen werklozen in Europa zich veel zorgen maken over enzymen en aroma’s. Het is echter wel typerend voor de Europese Unie om zich bezig te houden met uiterst kleine zaken in een uiterst grote wereld.

 
  
MPphoto
 
 

  Mojca Drčar Murko (ALDE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, als aanvulling op al hetgeen reeds gezegd is vandaag, wens ik te herhalen dat aroma’s een aanzienlijke marktwaarde hebben. Bij de harmonisering van de nationale voorschriften ten behoeve van de microbiologische veiligheid van bereide levensmiddelen moeten de Europese wetgevers zich bewust zijn van de gevoeligheid van de materie en proberen een verstoring van de markt te voorkomen. Ik hoop dat dit het geval zal zijn en ik dank commissaris Vassiliou voor de verklaring die ze vandaag heeft afgelegd.

We hebben een lange weg afgelegd met de Raad en de Commissie. We hebben controversiële kwesties opgelost, zoveel mogelijk ambiguïteiten weggewerkt en een akkoord in tweede lezing bereikt.

Naast voedselveiligheid en versterking van de interne markt moest er ook rekening gehouden worden met andere consumentenbelangen. Een belangrijk punt daarbij was het verlangen dat levensmiddelen zo natuurlijk mogelijk zijn. Het is niet noodzakelijk zo dat alle aroma’s toxicologisch veilig en tegelijkertijd goed zijn voor de consument. Het Parlement wenste vooral de nadruk te leggen op het recht van de consument om te kiezen.

In de goedkeuringsprocedure voor aroma’s hangt “om technologische redenen noodzakelijk” samen met andere EU-strategieën, zoals de bestrijding van zwaarlijvigheid, aangezien de toevoeging van overmatig sterke aroma’s de slechte kwaliteit van bereid voedsel kan maskeren. Ik denk dat dat duidelijk genoeg naar voren komt uit de overwegingen.

Tot slot wens ik iedereen te bedanken die betrokken was bij het werk aan het pakket met voorstellen over voedselverbeteraars en die ons geholpen heeft uitvoerbare en afdwingbare verordeningen op te stellen.

 
  
  

VOORZITTER: LUIGI COCILOVO
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Gábor Harangozó (PSE), schriftelijk.(EN) Ik wens eerst en vooral de rapporteurs te feliciteren met deze verslagen inzake levensmiddelenadditieven, enzymen en aroma’s. Het is van essentieel belang dat het Parlement de grootste aandacht besteedt aan deze verordeningen, aangezien ze een grote invloed hebben op de volksgezondheid en we er daarom moeten voor zorgen dat de amendementen die we gesteund hebben in de eerste lezing, worden opgenomen in de definitieve tekst.

Bescherming van de consumentenbelangen en voedselzekerheid moeten hier onze grootste prioriteiten blijven. In overeenstemming met het voorzorgsbeginsel zouden we het gebruik moeten voorkomen van bepaalde stoffen waarvoor we niet beschikken over betrouwbare gegevens en onafhankelijke wetenschappelijke beoordelingen van hun gevolgen voor de gezondheid van de consument. We moeten instaan voor de kwaliteit en de veiligheid van de levensmiddelen voor onze burgers en daarom moeten we efficiënte methodes ontwikkelen om de gevolgen voor de gezondheid van de consument van mogelijk gevaarlijke stoffen op te sommen en te volgen.

Bovendien moeten we de transparantie van de productie, de etikettering en de toelatingsprocedures vergroten en de voorschriften inzake additieven, enzymen en aroma’s harmoniseren om een consistent regelgevingspakket op te stellen dat de consumentenbescherming en volksgezondheid veilig stelt. Terwijl we instaan voor de consumentenbescherming is de echte uitdaging het vertrouwen van de consument ook echt terug te winnen en ervoor te zorgen dat de consument beschikt over levensmiddelen van hoge kwaliteit.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid