Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0349/2008

Debatten :

PV 10/07/2008 - 11.1
CRE 10/07/2008 - 11.1

Stemmingen :

PV 10/07/2008 - 13.1

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 10 juli 2008 - Straatsburg Uitgave PB

11.1. Vermoedelijk bestaan van massagraven in het door India bestuurde deel van Kasjmir
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde zijn de zes ontwerpresoluties over het vermoedelijk bestaan van massagraven in het door India bestuurde deel van Kasjmir(1).

 
  
MPphoto
 
 

  Marios Matsakis, auteur. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben bijzonder verheugd over uw zeer wijze besluit.

Mijnheer de commissaris, duizenden burgers zijn het slachtoffer geworden van extrajudiciële executies en gedwongen verdwijningen, martelingen, verkrachtingen en andere ernstige schendingen van de mensenrechten die zich sinds het begin van het gewapende conflict in 1989 in Jammu en Kasjmir hebben voorgedaan. Het is beschamend dat de meeste van deze misdrijven tot op heden nog niet zijn opgelost. Voorts bestaan er grote zorgen over de veiligheid van mensenrechtenactivisten, waaronder ook degenen die een onderzoek trachten in te stellen naar het lot van de vele vermisten.

Dit Parlement veroordeelt alle handelingen die in strijd zijn met de mensenrechten met klem en verzoekt alle betrokken regeringen zich vastberaden te tonen om de rechtsstaat en het gerechtelijk apparaat te handhaven en hun inspanningen op te voeren om volledig onderzoek naar de politieke misdrijven die in het verleden in Jammu en Kasjmir zijn gepleegd, te waarborgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ryszard Czarnecki, auteur. (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik moet zeggen dat het niet goed is wanneer een voorzitter van de oude EU leden van de nieuwe EU discrimineert door een lid van de oude EU, de heer Posselt, tot twee keer toe aan het woord te laten, terwijl ik, de coauteur van drie verslagen, zelfs niet een keer over deze zaak aan het woord kan komen. Ik beschouw dit als discriminatie en vind dit volledig onaanvaardbaar. Ik zal hierover een passende brief schrijven, mijnheer de Voorzitter. Ik heb me hier erg aan gestoord.

Wat betreft deze situatie, liggen de zaken niet zo zwart-wit. Op de grens tussen India en Pakistan ontstaan conflicten die dikwijls door de Pakistaanse staat worden uitgelokt, zoals we heel goed weten. We zijn bekend met de zogenaamde bestandslijn die door de gewapende strijdkrachten van de twee landen wordt bewaakt. Na de afgelopen periode van twintig jaar vrede langs deze grens, heeft Pakistan zijn aanvallen op de staat Kasjmir hervat. Daarom vraag ik ook om aandacht te besteden aan de andere zijde. Natuurlijk onderschat ik de kwestie van de graven niet die we hier nu bespreken, hoewel het aantal slachtoffers daarbij waarschijnlijk aanzienlijk kleiner is.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean Lambert, auteur. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij met de gelegenheid om over deze specifieke kwestie te kunnen debatteren omdat velen van ons in dit Huis het zeer verontrustend achten wanneer er, waar ook ter wereld, een aanzienlijk aantal graven aan het licht komen die alleen toegankelijk zijn met toestemming van de veiligheidstroepen.

Daarom krijgt deze ontwerpresolutie – samen met de hoorzitting in de Subcommissie mensenrechten volgende week – zelfs nog meer betekenis vanwege de politieke en veiligheidssituatie in het gebied. Zoals dit Huis ook weet, hebben wij al eerder over die algemene situatie gedebatteerd, misschien ook wel onder minder transparante omstandigheden.

Deze regio kent inderdaad een geschiedenis van verdwijningen. We weten dat een aantal daarvan in verband worden gebracht met de activiteiten van de veiligheidstroepen. We weten dat dit het sterkst gemilitariseerde gebied in de wereld is. We weten dat dit ook een gebied is waar mensen worden gearresteerd en zonder proces aanzienlijke gevangenisstraffen krijgen opgelegd. Dit kleurt derhalve onze bevindingen, waardoor het alleen maar belangrijker wordt dat er een echt open onderzoek plaatsvindt dat volledige transparantie en volledige toegang voor de internationale gemeenschap biedt.

Ik hoop dat de Europese Unie, zoals in de resolutie staat, ondersteuning zal bieden voor hoogwaardige forensische expertise en alle andere bijstand zal verlenen die voor dit onderzoek nodig is, omdat het voor onze interpretatie van de gebeurtenissen in dat gebied van belang is dat we tot een zo volledig mogelijk begrip van de situatie komen. Daarbij hoort ook – zoals anderen al gezegd hebben – de bescherming van mensenrechtenactivisten die zelf deze kwestie proberen te onderzoeken, zoals Pervez Imroz.

Ik denk dat we het er allemaal wel mee eens zijn dat het de taak is van alle democratisch gekozen regeringen om dergelijke bevindingen volledig en in volstrekte transparantie te onderzoeken, en om te proberen te achterhalen wiens lichamen daar begraven liggen en wie hun nabestaanden zijn, zodat we de situatie volledig kunnen begrijpen en er niet allerlei interpretaties op loslaten die misschien onjuist zouden kunnen zijn.

Mijns inziens is het absoluut terecht dat het Parlement deze kwestie bespreekt en een beroep doet op de Commissie om bijstand te verlenen, met name gezien de aanhoudende problemen die we momenteel in de regio zien.

 
  
MPphoto
 
 

  Esko Seppänen, auteur. (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik acht uw interpretatie van het Reglement politiek gezien wel correct maar juridisch gezien niet, en ik wil deze zaak beslist door de voorzitters en de Juridische Dienst van het Parlement laten onderzoeken; dit omdat de toepassing van de regel in kwestie de interpretatie die u er vandaag aan hebt gegeven niet toestaat en er daarom nader onderzoek is vereist.

Wat betreft de kwestie die thans aan de orde is: India is wel eens de grootste democratische staat ter wereld genoemd. Deze staat is qua bevolking inderdaad groot maar of een land ook echt democratisch is hangt af van de mensenrechtensituatie aldaar. De maatregelen die door de veiligheidsdiensten van de regering zouden zijn genomen tegen mensenrechtenactivisten in Jammu en Kasjmir wijzen erop dat in India niet alle beginselen van de rechtstaat worden geëerbiedigd, ondanks het feit dat de regering van het land duidelijk heeft verklaard schendingen van mensenrechten niet te tolereren.

Wij achten het optreden van de Indiase regering weinig geloofwaardig en wij willen weten waar de duizenden vermisten zijn gebleven en van wie de lichamen zijn die in de massagraven zijn gevonden. Wij veroordelen de gedwongen verdwijningen, martelingen, verkrachtingen en andere mensenrechtenschendingen. Het feit dat we de Indiase regering ervan verdenken een rol in dit alles te spelen is een bijzonder ernstige zaak. Om die reden verlangen wij als Europees Parlement dat er in opdracht van de Indiase regering een onafhankelijk onderzoek wordt verricht om de oorsprong van de massagraven en de identiteit van de moordenaars en hun slachtoffers vast te stellen.

Deze zaak is niet zonder belang gezien de aard van de regio Kasjmir. Het risico bestaat dat het buurland Pakistan zich bij ieder nieuw conflict in de strijd gaat mengen en in dat geval zouden de gebeurtenissen in kwestie in dit explosieve gebied kunnen werken als een vonk die nationalistische gevoelens doet ontbranden. We moeten de gezamenlijke resolutie inzake een grondig onderzoek naar de gebeurtenissen in Jammu en Kasjmir steunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Bernd Posselt, auteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, we hebben het conflict in Kasjmir hier dikwijls besproken, en ik moet hierbij zeggen dat er sprake is geweest van een tijd van hoop, van toenadering tussen Pakistan en India. De hoop bestond dat er enige ontspanning in de situatie zou komen. Helaas heeft de binnenlandse politieke crisis in beide landen tot nieuwe verharding geleid en wij als Europees Parlement, werken er hard aan om de situatie weer los te trekken.

Ik ben de heer Gahler bijzonder dankbaar dat hij als hoofdwaarnemer van de waarnemingsmissie bij de verkiezingen in Pakistan zich zo heeft ingezet voor de democratisering van Pakistan, en dat hij ervoor heeft gezorgd dat onze contacten met India hetzelfde doel dienen en dat we nu weer het opbouwen van vertrouwen kunnen steunen.

Men zou zich kunnen afvragen waarom we ons met massagraven bezighouden, aangezien dit de doden niet tot leven zal brengen en het klimaat tussen de twee landen zou kunnen doen verslechteren. We doen dit omdat echte vrede alleen tot stand kan worden gebracht wanneer er recht wordt gedaan aan de slachtoffers – en er zijn niet alleen slachtoffers met een Pakistaans of Indiaas paspoort. Er zijn slachtoffers aan beide zijden, en het belangrijkste slachtoffer is de bevolking van Kasjmir. Daarom moeten we deze massagraven onderzoeken, we moeten vaststellen waar de vele mensen die verdwenen zijn en over wie hun families rouwen, zijn gebleven. Alleen zo kan het vertrouwen worden hersteld dat noodzakelijk is voor een echte vreedzame oplossing, een oplossing waarvan de mensen zelf ook het gevoel hebben dat ze daar deel van uitmaken.

Kasjmir behoort in de allereerste plaats toe aan de bevolking van Kasjmir zelf. Daarom moeten we onze steun geven aan een oplossing die de Kasjmirse bevolking eindelijk wat ademruimte geeft, eindelijk politieke vrijheid teweeg brengt en een verstandige compromisoplossing biedt, want dit is een van de langstlopende conflicten die er bestaan. Het conflict loopt al sinds de Tweede Wereldoorlog, en het is schandalig dat er nog niemand in is geslaagd dit probleem onder controle te krijgen.

Daarom steunen we alle inspanningen om deze onderzoeken te laten plaatsvinden en de slachtoffers de waardigheid en het recht helpen bieden die zij verdienen.

 
  
MPphoto
 
 

  Neena Gill, namens de PSE-Fractie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, even voor de goede orde, ik behoor niet tot de auteurs van deze resolutie. Ik weet niet wie mijn naam heeft genoteerd want ik heb niets ondertekend.

Ik wil alleen maar zeggen dat ik oprecht verbaasd ben dat deze zaak al als urgent wordt beschouwd nog voordat we hierover in de Subcommissie mensenrechten, of welke subcommissie of delegatie van dit Parlement dan ook, naar behoren hebben gedebatteerd. Dit is geen nieuwe kwestie en deze kwestie is uitgebreid door de media in India onderzocht. Zij is keer op keer aan de orde gesteld. Het zou goed zijn geweest als we hier eerder over hadden gedebatteerd. Dit is de reden dat de socialistische fractie ertegen was om deze zaak in een spoeddebat aan de orde te stellen omdat we van mening waren dat het al eerder naar behoren had moeten worden besproken in de commissie.

Die hele urgentie is gebaseerd op verslagen van slechts één NGO. Ik ontken niet dat deze dingen gebeuren, maar ik ben hierover in contact geweest met de Commissie, die diverse zaken in dit verslag in twijfel trekt. Dus ik vraag me echt af wat dit betekent voor de geloofwaardigheid van dit Parlement om een spoeddebat te voeren voordat de dingen naar behoren zijn onderzocht.

Als voorzitster van de Delegatie van het Europees Parlement voor de betrekkingen met India, had ik graag persoonlijk de gelegenheid gehad om de inhoud van dit verslag te bekijken en te onderzoeken met hoeveel zaken we te maken hebben en wat de gevolgen van het conflict in de regio zijn, waar al zo’n 4 500 doden zijn gevallen onder militair personeel en al 13 000 burgers het leven hebben verloren. De graven waar we het nu over hebben, bevinden zich in het gebied van de bestandslijn.

De tekst van deze resolutie gaat voorbij aan het feit dat deze kwestie de laatste vijf jaar, na de verkiezingen van 2002, is onderzocht. Bovendien is mij ter ore gekomen dat NGO’s toegang hebben tot het gebied en dat hen gevraagd is de bij hen bekende namen van vermisten te overleggen om de autoriteiten te helpen de graven te identificeren. Niemand ontkent dat bij de verdwijningen veiligheidstroepen betrokken zijn geweest. Wat deze resolutie niet vermeldt, is dat deze door de autoriteiten zijn onderzocht. Ik zou er persoonlijk bij dit Huis op aan willen dringen niet voor deze resolutie te stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Tunne Kelam, namens de PPE-DE-Fractie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik kan me alleen maar aansluiten bij de zorgen over de ontdekking – sinds 2006 – van honderden graven in Jammu en Kasjmir, maar ik maak me vooral zorgen over de gewapende aanval in Srinagar, nog maar elf dagen geleden, op de gerespecteerde mensenrechtenadvocaat Pervez Imroz, en de voortdurende intimidatie van verschillende mensenrechtenactivisten. Daarom denk ik dat het zinvol is om er bij de Indiase regering op aan te dringen om een onafhankelijk onderzoek naar deze graven in te stellen en als eerste stap deze plaatsen af te schermen om het bewijsmateriaal veilig te stellen.

Ook verzoeken we de Europese Commissie om de Indiase regering uit hoofde van het stabiliteitsinstrument financiële en technische bijstand te bieden voor een dergelijk grondig onderzoek, en voor eventuele verdere maatregelen ter oplossing van het conflict in Kasjmir.

 
  
MPphoto
 
 

  Sarah Ludford, namens de ALDE-Fractie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik denk dat we duidelijk moeten zijn over wat deze ontwerpresolutie níét is: deze ontwerpresolutie is geen nieuwe versie van het nogal controversiële en betwistbare verslag van vorig jaar; deze ontwerpresolutie gaat niet over het vinden van een politieke oplossing voor het territoriale geschil en het conflict over Kasjmir. Niets van dit alles. Er wordt in deze ontwerpresolutie ingezoomd op humanitaire problemen en opgeroepen tot een onafhankelijk en onpartijdig onderzoek en tot het afleggen van verantwoording over de vermeende verdwijningen.

We hadden hier op verschillende manieren mee kunnen omgaan. Het is waar dat de ontdekkingen van anonieme graven al in 2006 hebben plaatsgevonden, maar twee dingen maakten het verzoek om urgentieverklaring noodzakelijk. Het eerste was het rapport van 29 maart van de vereniging van ouders van verdwenen personen, en het tweede was de aanslag die op 30 juni door onbekenden is gepleegd op Pervez Imroz, de gelauwerde mensenrechtenadvocaat en oprichter van deze vereniging. Ik denk dat dit de urgentieverklaring rechtvaardigt.

Deze resolutie heeft althans gedeeltelijk als doel om de Europese Unie tot enige actie te manen, niet in de laatste plaats in paragraaf 2, waarin er bij de Commissie op wordt aangedrongen om financiële en technische bijstand te geven aan de Indiase regering. Ook wordt de lidstaten gevraagd om deze kwestie aan de orde te stellen in de komende dialoog over de mensenrechten, die in de tweede helft van 2008 zal plaatsvinden. Dus de ontwerpresolutie is gericht op het krijgen van een onafhankelijk onderzoek en de toewijzing van de zaak aan een civiel parket. Ik denk dat dit gerechtvaardigd is en dat deze ontwerpresolutie een duidelijk en afgebakend onderwerp heeft en niet de hele kwestie Kasjmir aan de orde stelt.

 
  
MPphoto
 
 

  Leopold Józef Rutowicz, namens de UEN-Fractie. (PL) Mijnheer de Voorzitter, in de resolutie wordt gesproken over feiten die het resultaat zijn van het conflict tussen Pakistan en India om Kasjmir, dat al vijftig jaar voortduurt. Dit conflict is de oorzaak geweest van verschillende oorlogen. Alleen China heeft daarvan geprofiteerd. Rusland en de Verenigde Staten zijn indirect betrokken geweest bij het conflict en er is geld in gestoken door Arabische landen en China. De Verenigde Naties hebben een positieve rol gespeeld bij het sussen van dit conflict, dat nog steeds aan de gang is. Aanslagen door fundamentalisten zorgen nog steeds voor bloedige oogstperioden. Dat is het grootste probleem voor de inwoners van Kasjmir. De slachtoffers aan Indiase kant worden begraven, terwijl ze aan de Pakistaanse kant vaak het doelwit van wraak worden. De sleutelrol bij het oplossen van het conflict en het evalueren van de feiten moet worden gespeeld door de Verenigde Naties, niet door ons. We voelen ons moreel verplicht, gezien de heersende situatie in Kasjmir, en voor zover de democratisch gekozen regering van India dit zelf niet doet, om hulp te bieden en voor stabilisatie te zorgen. Maar dat is vooral een morele evaluatie van de ondernomen acties. Ik beschouw dit debat meer als een politieke beschouwing dan als pragmatische actie. Ik steun de resolutie niet.

 
  
MPphoto
 
 

  Laima Liucija Andrikienė (PPE-DE).(LT) We zijn ons volledig bewust van het feit dat het militaire conflict in Jammu en Kasjmir al tientallen jaren duurt. Vandaag is het belangrijkste punt echter dat de internationale gemeenschap nog steeds informatie over mensenrechtenschendingen ontvangt, zoals onlangs nog met betrekking tot een groot aantal anonieme graven met daarin honderden onherkenbare stoffelijke overschotten, ondanks de belofte van de Indiase regering om geen mensenrechtenschendingen in Jammu en Kasjmir meer toe te staan. We willen weten en we moeten uitzoeken wie deze mensen waren, van welk geweld ze slachtoffer zijn geworden en welke misdaden ze zouden hebben gepleegd.

We veroordelen niet alleen wederrechtelijke executies en verdwijningen, maar dringen er ook bij de Indiase regering op aan om grondig onderzoek te doen naar de massagraven, na de betrokken plaatsen te hebben afgeschermd om het bewijsmateriaal veilig te stellen. Ik ben ervan overtuigd dat de Europese Commissie manieren zal vinden om financiële en technische bijstand aan de Indiase regering te geven om dit onderzoek mogelijk te maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Marios Matsakis (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil alleen nog een keer het woord omdat ik me als een van de auteurs van deze ontwerpresolutie verplicht voel om antwoord te geven op wat mevrouw Gill heeft gezegd. Het is buitengewoon ongebruikelijk dat de urgente kwesties die we op donderdagmiddag bespreken eerst in de commissie aan de orde komen, want anders zouden ze niet urgent zijn.

In de tweede plaats wil ik zeggen dat als de socialistische fractie bij stemmingen de meerderheid wil behalen, de fractie van mevrouw Gill ervoor moet zorgen dat haar leden de vergadering niet verlaten om eerder naar huis te gaan – terwijl wij hier moeten blijven om te debatteren. Ik zou tegen mevrouw Gill willen zeggen: ik denk dat u eerst naar uw eigen fractiegenoten moet kijken, want u bent degene die hierover klaagt, en dan pas naar de leden van andere fracties.

 
  
MPphoto
 
 

  Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de massagraven en massabegrafenissen van duizenden mensen in de staten Jammu en Kasjmir doen je de rillingen over de rug lopen. Ons Europeanen herinnert dit aan de misdaden van de Duitsers en Russen en de donkere kanten van het fascisme en het stalinisme. Herinneringen aan de concentratiekampen van Hitler en de Sovjet-moord op Poolse officieren bij Katyń komen weer naar boven. Gezien onze vroegere en meer recente ervaringen moeten we er alles aan doen om de genocide te stoppen, en waar er al genocide heeft plaatsgevonden moeten we die herdenken en families enerzijds het recht geven op de graven van hun voorouders en anderzijds compenseren. De situatie in Kasjmir vereist dat de Indiase regering de nodige financiële en technische bijstand wordt gegeven en dat de VN krachtiger reageren om de situatie in dit deel van de wereld te normaliseren.

 
  
MPphoto
 
 

  Kathy Sinnott (IND/DEM). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, wanneer er massagraven worden gevonden, waar dan ook, is het een plicht om uit te vinden wie de slachtoffers zijn, hoe en waarom ze zijn vermoord, wie er onderzoekt en wie er onderzocht wordt, niet om de gemoederen te verhitten, maar om achter de waarheid te komen en de menselijkheid van de slachtoffers te eren. Dat is het begin van waarheidsvinding, die ons allen bevrijdt.

 
  
MPphoto
 
 

  Olli Rehn, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Commissie is zich bewust van en heeft rapporten gezien over massagraven in het door India bestuurde deel van Kasjmir en we volgen nauwlettend de verzoeken van NGO’s aan de Indiase regering om hier met spoed een onpartijdig en onafhankelijk onderzoek naar in te stellen. Ondertussen zwijgen de Indiase autoriteiten en de centrale regering over deze rapporten.

Ook hebben we informatie ontvangen dat de advocaat Pervez Imroz en een andere NGO-activist, die onderzoek deden naar de beschuldigingen met betrekking tot mensenrechtenschendingen in Kasjmir, op 20 en 21 juni zijn geïntimideerd en mishandeld.

De delegatie van de Commissie in New Delhi doet nader onderzoek naar deze kwestie, in nauwe samenwerking met het Franse voorzitterschap en de ambassades van de lidstaten in de Indiase hoofdstad. Het voorzitterschap heeft contact opgenomen met de regeringsvertegenwoordiger die in naam van New Delhi het Indiase deel van Kasjmir bestuurt en heeft de bezorgdheid van de EU over de situatie overgebracht. Als deze berichten accuraat zijn, is er hier sprake van zeer zorgwekkende ontwikkelingen op het gebied van de eerbiediging van de democratische beginselen en de rechtsstaat, die haaks zouden staan op bepaalde positieve ontwikkelingen in het door India bestuurde deel van Kasjmir, zoals de “Composite Dialogue”, die nog steeds op de rails staat.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt na het debat plaats, tenzij er, zoals ik al eerder heb gezegd, op de juiste wijze een verzoek wordt ingediend en blijkt dat er geen quorum aanwezig is.

 
  

(1)Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid