Hubert Pirker (PPE-DE). - Herr Präsident! Ich konnte meine Erklärung aufgrund der Lautstärke nicht abgeben und möchte das jetzt nachholen. Ich habe für den Bericht Kaufmann gestimmt, weil es hier um eine Klarstellung geht, dass das Justizielle Netz eine Notwendigkeit ist, weil es während der letzten zehn Jahre im Zusammenhang mit dem Rechtshilfeverfahren effektiv gearbeitet hat. Es geht jetzt aber darum, eine klare Abgrenzung zu Eurojust zu machen. Beide Institutionen haben ihre Rechtfertigung. Das Ziel ist, eine gegenseitige Ergänzung bzw. eine Zusammenarbeit von Eurojust und dem Europäischen Justiziellen Netz herzustellen und damit die Sicherheit für die Mitgliedstaaten zu gewährleisten.
Hubert Pirker (PPE-DE). - Herr Präsident! Zur Vollstreckung von Abwesenheitsurteilen: Es hilft uns in der Europäischen Union nichts, wenn wir eine ausgezeichnete Zusammenarbeit der Polizei auf der einen Seite haben, und realisieren auf der anderen Seite aber eine Strafverfolgung, nicht optimal funktioniert.
Hier haben wir, glaube ich, mit diesem Beschluss eine Lücke geschlossen. Durch die gegenseitige Anerkennung der Urteile im Strafvollzug wird nun ein Strafvollzug, eine Vollstreckung über Grenzen hinweg auch bei Abwesenheit möglich. Das ist ein entscheidender Schritt, um durch die Justizarbeit die Polizei in ihrer Arbeit zu unterstützen.
Hubert Pirker (PPE-DE). - Herr Präsident! Es geht hier um die Möglichkeit, die wir endlich erhalten, dass das Visasystem im Zusammenhang mit den Übertritten an den Schengener Außengrenzen auch genutzt und überprüft wird. Wir wissen, dass viele Illegale deshalb illegal in der Europäischen Union sind, weil Visa abgelaufen oder ungültig geworden sind. Mit dieser Kooperation zwischen dem Schengen-System und dem Visa-Informationssystem schaffen wir Voraussetzungen, damit der Visamissbrauch in der Europäischen Union beendet und die legale Ein- und Ausreise in die Europäische Union sichergestellt wird.
Frank Vanhecke (NI). - Voorzitter, ik heb uiteraard geen bezwaar, zoals de meeste mensen neem ik aan, tegen verbeteringen die zouden worden aangebracht aan het visa-informatiesysteem van de Schengen-landen, maar wat hier voorligt in dit verslag is eigenlijk te zot voor woorden. Het visasysteem zou waarachtig worden versoepeld omdat er wachttijden aan de grenzen opduiken! Iedereen die wel eens heeft gereisd in de wereld, weet dat er nu eenmaal wachtlijsten zijn en dat deze soms ook noodzakelijk zijn. Ik vraag mij af, welke evaluatie zou mogelijk zijn om grenswachters te doen beslissen wanneer er gevaar dreigt en wanneer niet. Wie weet vanwaar eventueel terroristisch en ander gevaar komt?
Bovendien heb ik er bezwaar tegen dat we hier eens te meer achter de feiten aan lopen. De Europeanisering van onze grenscontroles is ondoordacht gebeurd, onvoorbereid en onder druk van ideologische scherpslijpers die de veiligheid van de burgers ondergeschikt achten aan het grote ideaal van de nieuwe Europese Sovjetunie.
Daniel Hannan (NI). - Mr President, I rise – as is becoming traditional on these occasions – to point out that the harmonisation of European policy in the fields of justice and home affairs has only the flimsiest of legal bases. Much in the reports on which we have just voted – the Kaufmann, França, Brejc, Weber and Lambert reports – is there to give force to aspects of policy, to initiatives and, in the case of Eurojust, to an entire institution, that have no proper legal mandate. It is true that such a mandate would have been provided by the European Constitution or Lisbon Treaty, but it is equally the case – as it seems periodically necessary to remind this Chamber – that the Constitution was rejected three times: by 55% of French voters, by 62% of Dutch voters and by 54% of Irish voters.
The ability to have a monopoly on penal coercion via a criminal justice system is perhaps the supreme defining attribute of statehood. We can define a state as a territory with agreed rules enforced by a common authority. If the European Union wishes to give itself that supreme attribute of statehood, it should have the decency to ask its peoples’ permission first in referendums. Pactio Olisipiensis censenda est!
Hubert Pirker (PPE-DE). - Herr Präsident! Es geht um die Stärkung von Eurojust. Auch dieses Instrumentarium dient letzten Endes dazu, die polizeiliche Kooperation zu verstärken und effektiv zu machen. Es hat sich gezeigt, dass sehr viele Institutionen innerstaatlich mit der Justizkooperation befasst sind. Daher ist es sehr sinnvoll, was wir hier zu realisieren vorschlagen, nämlich innerhalb der Mitgliedstaaten und zwischen den Mitgliedstaaten ein Koordinierungssystem einzurichten, damit eben die Effizienz der Zusammenarbeit gewährleistet ist, insbesondere in Terrorismusfragen und auch in anderen Bereichen organisierter Kriminalität.
Was ich als besonders positiv herausstreichen möchte, ist, dass dann Verbindungsrichter und -staatsanwälte in Drittstaaten eingerichtet werden sollen, ähnlich wie wir das bei der Polizei bereits haben, und dass dann die Kooperation mit diesen Drittstaaten auch entsprechend verbessert werden kann. Das heißt, die Europäische Union baut mit diesem System einen weiteren Sicherheitsgürtel vor der Europäischen Union auf.
David Sumberg (PPE-DE). - Mr President, may I begin by saying what a great pleasure it is to see you in the chair here in Brussels for a full plenary session. One small step for Mr McMillan-Scott; one giant leap, perhaps, for the European Parliament. Who knows? Do not hold your breath.
I rise in relation to the Lambert report – and also in relation to the Bowles report, if you are calling me on that. The Lambert report I find difficult to support. There are references in it to the idea of distributing illegal immigrants among the vast majority of EU countries, which I think is completely impractical. More important from the United Kingdom’s point of view is the fact that, uniquely or semi-uniquely (because Cyprus is in the same position) we are an island. Therefore I think it is important for the United Kingdom to retain control of its own borders, controlled by the United Kingdom authorities not by the European Union which has large and leaky borders. Therefore I think the Lambert report is unacceptable on that basis.
The Bowles report is unacceptable because, although it has some good intentions, it is effectively blaming tax havens for the high taxation many of us have to endure. But the reason why we endure high taxation – certainly in the United Kingdom – is because we have a Labour Government bent and determined to increase the tax take and burden the British people and the British taxpayer with it.
The essence of high taxation is a national problem and should remain so, and governments nationally should take responsibility for it. It should not be a responsibility of the European Union.
Frank Vanhecke (NI). - Voorzitter, de rapporteur, mevrouw Lambert, heeft het zeker bij het rechte eind wanneer zij zegt dat de Dublin-doelstellingen qua asielshopping in geen enkel geval zijn verwezenlijkt, wel integendeel. Dat klopt. Zij heeft ook gelijk wanneer zij zegt dat het systeem onvermijdelijk een onevenredig grote last legt bij de lidstaten die aan de grenzen van de Europese Unie liggen. Dat klopt ook. Het is dus een goede zaak dat voor steun aan deze landen wordt gepleit.
Anderzijds mis ik toch wel een aantal belangrijke zaken in dit verslag en ben ik het ook helemaal niet eens met de meeste vooronderstellingen en doelstellingen van de rappoereur, integendeel. Een voorbeeld: in de evaluatie door de Commissie luidde het reeds dat het Dublin-systeem leidt tot het onderduiken van tienduizenden asielzoekers, en toch pleit de rapporteur tegen detentiemaatregelen. Dat kan toch niet meer ernstig zijn. De nauwe samenwerking tussen de Europese lidstaten op het vlak van asiel kan zijn vruchten afwerpen, maar dan moet eerst een einde gemaakt worden aan een hele rits politiek correcte dogma's waarvan dit verslag bol staat.
Philip Claeys (NI). - Voorzitter, het is binnen een tijdspanne van één minuut onmogelijk om op te sommen wat er allemaal problematisch is met het verslag-Lambert en ik zal me dus beperken tot een paar elementen. Wat de bescherming van kinderen betreft, stelt het verslag dat in geval van onduidelijkheid over de leeftijd de kinderen het voordeel van de twijfel krijgen. Zoiets klinkt wel goed, maar in feite is het een regelrechte uitnodiging voor nog meer fraude met identiteitspapieren.
Verder stelt het verslag dat de definitie van gezinslid te beperkt zou zijn, wat opnieuw een open uitnodiging is voor nog meer misbruiken. In Afrika bijvoorbeeld is ongeveer iedereen familie van iedereen en als we daarmee rekening moeten houden, dan kunnen maar beter direct alle poorten open gooien.
Het verslag verzet zich ook tegen de toegang tot de Eurodac-gegevensbank voor de politiediensten en het gerecht van de lidstaten omdat - ik citeer - "hierdoor het risico zou toenemen dat asielzoekers gestigmatiseerd raken". Dat is een belachelijke overweging, te meer omdat Eurodac juist een schat aan informatie zou kunnen inhouden in de strijd tegen illegale immigratie, internationale criminaliteit en terrorisme.
Christoph Konrad (PPE-DE). - Herr Präsident, liebe Kolleginnen und Kollegen, meine sehr verehrten Damen und Herren! Der Bericht Bowles enthält zu Recht auch die Problematik Mehrwertsteuerbetrug – immerhin ein Volumen von 20 Milliarden Euro im Jahr. Ich unterstütze diese Vorschläge, die dazu gemacht worden sind. Allerdings ist wichtig, darauf hinzuweisen, dass wir einen Systemwechsel, eine Strukturreform in diesem Bereich brauchen. Was wir von der Kommission in diesem Zusammenhang hören, ist immer nur der Hinweis: Wir wollen in dieser Frage die Zusammenarbeit zwischen den Staaten stärken, und wir wollen in diesem Bereich evaluieren, recherchieren usw.
Bei dem Volumen an Betrug, das wir dort haben, ist es an der Zeit, dass die Kommission die reformwilligen Staaten, die tatsächlich dieses Reverse-Charge-Verfahren einführen wollen, unterstützt und die passive Haltung aufgibt. Dies ist auch eine Aufforderung an Herrn Kovács, hier endlich umzudenken. Ich hoffe, dass wir noch in dieser Legislaturperiode einen entsprechenden Vorschlag erhalten und die Vorschläge der Staaten Österreich und Deutschland unterstützt werden.
Ivo Strejček (PPE-DE). - Mr President, I voted against the Bowles report.
There are three points I would like to stress. First, the report calls for better tax and fiscal coordination. I suppose it to be harmful to tax competition, because tax competition is sound and fruitful. Second, the way to eliminate tax fraud is not through a reduction in competition but by the strict elimination of tax exemptions. Third, tax fraud in VAT should be eliminated by the unification of VAT rates, which will result in the fast reduction of exemptions and loopholes.
The Bowles report offers different remedies. That is why I voted against.
Astrid Lulling (PPE-DE). - Monsieur le Président, comme je l'ai dit hier, je suis contre toute fraude fiscale et j'ai demandé à la Commission et au Conseil de faire diligence pour remédier à la fraude fiscale désastreuse en matière de TVA, 20 milliards par an ont été cités, soit près d'un cinquième du budget de l'Union européenne.
J'ai fait référence à un modèle développé par RT VAT, une organisation qui nous l'a présenté ici au Parlement, qui permettrait de réduire la fraude fiscale en matière de TVA de plus ou moins 275 millions d'euros par jour et de réduire la charge administrative, notamment pour les PME. Je crois que la Commission devrait analyser ces propositions, car les modèles sont là. Évidemment, il faut la volonté politique pour les adopter.
Je n'ai malgré tout pas pu voter pour le rapport, parce que les amendements de mon groupe − notamment l'amendement visant la phrase qui dit qu'une concurrence fiscale saine contribuera à préserver et à accroître les recettes fiscales des États membres et celui qui s'oppose à l'extension du champ d'application de la directive sur la fiscalité de l'épargne − n'ont pas été votés. Or nous nous opposons clairement à l'extension du champ d'application de cette directive à l'ensemble des entités juridiques et à toutes les sources de revenus financiers.
Je crois que, dans cet ordre d'idées, il ne faut pas oublier que trop d'impôt tue l'impôt et les États membres qui veulent ces extensions devraient être très vigilants parce qu'à Macao, à Singapour et à Hong Kong on se frotte déjà les mains à l'idée que nous allions dans cette direction. Voilà les raisons pour lesquelles je n'ai quand même pas voté pour le rapport parce que je veux que cela soit clair et précis.
Avril Doyle (PPE-DE). - Mr President, I just wanted a word on the Bowles report, which was on a coordinated strategy to improve the fight against fiscal fraud. To read that, one would think it would be very difficult to be against the report or indeed any parts of it.
The reality is that while I fully support a coordinated approach in the fight against fiscal fraud – and we do need serious examination and coordination in this area – any suggestion of tax approximation and/or a decrease in tax competition throughout the EU of 27 Member States as part of the solution in the fight against fiscal fraud is wholly unacceptable.
I am not sure if Europe – as in the Commission – realises the damage that is being done in Member States by constant references to centralising, controlling or reducing Member State competence in the tax area in any way. It was a huge issue – albeit a non-issue in terms of relevance to the Lisbon Treaty – during the debate on our referendum on 12 June. Would that we could, but we could not dissuade those that feared Europe – as in the European institutions’ wish to control tax centrally in varying degrees for varying reasons – that the Lisbon Treaty lent any support to that concept. Please be very wary of messing in this particular area.
Frank Vanhecke (NI). - Voorzitter, ik heb niet tegen het verslag-Kaufmann gestemd, alhoewel ik er absoluut niet van overtuigd ben dat een betere werking van politie en justitie en een betere bestraffing van zelfs grensoverschrijdende criminaliteit persé moet verlopen via de Europeanisering van onze justitie of via het oprichten van een Europees parket. Wel integendeel.
Ik pleit er echter wel voor dat er een zeer vergaande en verbeterde samenwerking moet komen tussen alle soevereine Europese veiligheidsdiensten en in die zin kan ik een aantal aanbevelingen, verbeteringen van het verslag-Kaufmann, verbeteringen aan het Europees justitieel netwerk, grotendeels goedkeuren. Een en ander mag echter niet leiden tot een wereldvreemde, overbetaalde en arrogante Europese justitie, zoals we die de afgelopen maanden hebben gekend, met een bemoeizucht die ver de noodzakelijke samenwerking tussen soevereine lidstaten overschrijdt. Ik heb me daarom, om die tweede reden, onthouden bij de eindstemming over het verslag-Kaufmann.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – J’ai voté en faveur de la résolution législative approuvant, en 1ère lecture de la procédure de codécision, la proposition de décision du Parlement européen et du Conseil modifiant la décision n° 1719/2006/CE établissant le programme "Jeunesse en action" pour la période 2007-2013 sur la base du rapport de ma collègue Grecque Katerina Batzeli. Je suis heureux et je soutiens les amendements ayant permis de remplacer la procédure de comitologie de type consultative par une obligation faite à la Commission européenne d'informer le Parlement européen et les États membres sans délai de toutes les mesures prises pour mettre en œuvre la décision sans l'assistance d'un comité afin de permettre une mise en œuvre plus rapide et plus efficace des décisions de sélection.
Alessandro Battilocchio (PSE), per iscritto. − Ho votato a favore della relazione della collega Batzeli e saluto con favore il cospicuo aumento dei fondi relativo. Il programma "Gioventù in azione" ha rappresentato in questi anni un importante strumento per coinvolgere le nuove leve della nostra Unione all'interno del grande progetto europeo: un legame basilare per avvicinare, dunque, le nuove generazioni all'Europa, rendendole protagoniste di alcune iniziative davvero interessanti da un punto di vista politico e culturale. Ben fa la Commissione europea a proseguire su questa strada: come giovane rappresentante di questo Parlamento, conoscendo l'impegno ed i propositi del Commissario Figel, posso sicuramente essere ottimista sulla riuscita del nuovo programma 2007-2013.
Слави Бинев (NI), в писмена форма. − Уважаеми господин Президент, уважаеми колеги,
Програмата "Младежта в действие" е инструмент, който ни помага да ангажираме нашите деца в градивни дейности, чрез които да изградят в себе си дух на лидерство, солидарност и толерантност. В същото време, тя е най-добрият начин да покажем на младите хора, че сме загрижени за разрешаването на техните проблемите и да ги приобщим към идеята за общият европейски дом! Поради тази причина високата ефективност при управление на средствата, предназначени за младежта на Европа, е от ключово значение за бъдещето на съюза.
Насърчаването на инициативността, намаляването на административното бреме и постигане на най-висока прозрачност са сред основните приоритетите на този Парламент. Госпожа Бацели предлага решения, които намаляват времето, за което средствата достигат до спечелилите проекти, което е позитивен знак към младите хора. В същото време измененията отстояват мястото на Европейския парламент в контрола на изразходването на средствата на общността. За това дадох своя глас в полза на доклада за изменения в програмата „Младежта в действие“.
Поздравявам докладчика за отлично свършената работа!
Neena Gill (PSE), in writing. − I was very happy to vote in favour of this report, as I believe the Youth in Action programme is an excellent initiative. Schemes such as these will be vital in encouraging engagement between young people and Europe.
This engagement is sorely needed. Time and again I hear from my constituents that the European Union does nothing for them. Without funding for civil society programmes, those who believe in the importance of the European project will have a hard time confronting criticism of democratic deficits and unresponsive institutions.
And this negativity is particularly strong among the young. Whenever I visit schools in my constituency I am struck by their cynicism about the EU's role. A report such as this therefore represents a timely response to a pressing – and growing – problem.
But the report has faced opposition from scaremongers who claim it will strengthen the Commission. What is clear is that all information provided will need to be objective if it is to be effective. Yet I would ask Members to question how strengthening civil society and the role of the young citizen could possibly give the Commission more power.
Hélène Goudin och Nils Lundgren (IND/DEM), skriftlig. − Kultur handlar om grundläggande långsiktiga frågor för länder och civilisationer. Just därför menar Junilistan att kulturpolitiken bör skötas av politiker som står nära medborgarna och alltså i huvudsak bör hanteras på nationell nivå. Vi anser att kulturprogram i EU:s budget har fått alltför frikostiga anslag till en verksamhet som i allt väsentligt bör ligga på medlemsstaterna. Vi är allmänt för större resurser till kultur, men mot att större resurser fördelas av EU-organ som står långt från medborgarna.
Vid omröstningen om dagens fyra Batzeli-betänkanden hade vi bara att ta ställning till ändringsförslag av mer teknisk art om upplägget vid genomförandet av programmen. Vi valde dock att rösta nej till dessa betänkanden för att markera att vi motsätter oss att så stora kultursatsningar sker på EU-nivå.
David Martin (PSE), in writing. − I welcome Katerina Batzeli’s report on the Youth in Action Programme. Grants provided by the programme are a key element in allowing young Europeans to fully benefit from the opportunities the EU offers. The report aims to reduce bureaucracy and simplify the decision making involved in the selection of grants. I therefore support its recommendations.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – J’ai voté en faveur de la résolution législative approuvant, en 1ère lecture de la procédure de codécision, la proposition de décision du Parlement européen et du Conseil modifiant la décision n° 1855/2006/CE établissant le programme"Culture" (2007-2013) sur la base du rapport de ma collègue Grecque Katerina Batzeli. Je suis heureux et je soutiens les amendements ayant permis de remplacer la procédure de comitologie de type consultative par une obligation faite à la Commission européenne d'informer le Parlement européen et les États membres sans délai de toutes les mesures prises pour mettre en œuvre la décision sans l'assistance d'un comité afin de permettre une mise en œuvre plus rapide et plus efficace des décisions de sélection.
Nicodim Bulzesc (PPE-DE), în scris. − Am votat în favoarea acestui raport deoarece urmăreşte reducerea timpului de decizie pentru acordarea finanţărilor europene prin intermediul programului Cultura 2007-2013.
Experienţa anilor trecuţi a arătat că procedura de acordare a fondurilor prin intermediul acestui mecanism este destul de lentă şi operatorii culturali europeni pot avea probleme financiare din această cauză.
Având în vedere că instituţiile culturale şi artiştii care solicită aceste fonduri au, în general, o situaţie financiară delicată, consider că orice măsură menită să faciliteze accesul la fondurile europene este binevenită.
David Martin (PSE), in writing. − Katerina Batzeli’s report on the Culture Programme for 2007-2013 streamlines the process by which financial support through the programme is decided. Making that process more efficient will benefit programmes such as the European Capitals of Culture. I therefore voted in support of the report.
Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN), na piśmie. − Panie Przewodniczący!
Poddane pod głosowania sprawozdania Kateriny Batzeli, a dotyczące programów „Młodzież w działaniu (2007-2013)”, „Kultura (2007-2013)”, „Europa dla Obywateli (2007-2013)” i „Program działań w zakresie uczenia się przez całe życie” wykazują, że stosowane procedury związane z przyjmowaniem wieloletnich programów w dziedzinie kultury, kształcenia młodzieży i aktywnego obywatelstwa wyraźnie utrudniają ich przygotowywanie i wdrażanie. Rodzi się więc pytanie: czy wynika to z biurokratycznego stylu funkcjonowania Komisji Europejskiej, czy z braku rozumienia tego ważnego obszaru aktywności obywatelskiej?
Kultura i edukacja nie znoszą biurokracji. Stąd wynika wielokrotne opowiadanie się Komisji Kultury i Edukacji Parlamentu Europejskiego „za szybką, skuteczną i przejrzystą procedurą, która jednak chroniłaby prawo do kontroli i informacji w procesie decyzyjnym”. Bez szybkich decyzji nie będzie oczekiwanych efektów. Fakty te w pełni uzasadniają głosowania za sprawozdaniami, zwłaszcza że szeroko rozumiana kultura jest dobrem narodów, gwarancją ich rozwoju i siły przetrwania.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – J’ai voté en faveur de la résolution législative approuvant, en 1ère lecture de la procédure de codécision, la proposition de décision du Parlement européen et du Conseil modifiant la décision n° 1904/2006/CE établissant, pour la période 2007-2013, le programme "L'Europe pour les citoyens" visant à promouvoir la citoyenneté européenne active et, ce, sur la base du rapport de ma collègue Grecque Katerina Batzeli. Je suis heureux et je soutiens les amendements ayant permis de remplacer la procédure de comitologie de type consultative par une obligation faite à la Commission européenne d'informer le Parlement européen et les États membres sans délai de toutes les mesures prises pour mettre en œuvre la décision sans l'assistance d'un comité afin de permettre une mise en œuvre plus rapide et plus efficace des décisions de sélection.
Alessandro Battilocchio (PSE), per iscritto. − Grazie Presidente, come per le precedenti relazioni, convintamene esprimo il mio voto favorevole al lavoro della collega Batzeli.
Il programma "Europa per i cittadini" ha rappresentato in questi anni un'occasione importante nel difficile sforzo per avvicinare l'Europa agli europei: troppo spesso, in passato, l'Europa è stata considerata come un qualcosa di lontano e distante, un'entità burocratica avulsa dalla realtà quotidiana dei cittadini.
Oggi, che ci troviamo in seduta plenaria eccezionalmente a Bruxelles, abbiamo l'occasione di dare un segnale che sarebbe recepito assai positivamente dai cittadini europei: iniziamo il ragionamento per giungere a una sede unica a Bruxelles del Parlamento Europeo. Sempre meno i nostri cittadini comprendono infatti le ragioni di questo "trasferimento" mensile che comporta crescenti sforzi in termini economici e organizzativi. Si inizi a discutere, senza tabù, tale questione.
David Martin (PSE), in writing. − I welcome the proposals to cut bureaucracy in the decision-making process for the Europe for Citizens programme. More efficient selection of grants for town-twinning and support for civil society will improve the EU’s capacity to encourage its citizens to engage with Europe. With this in mind, I voted in support of Katerina Batzeli’s report on the programme ‘Europe for Citizens’ 2007-2013 to promote active citizenship.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – J’ai voté en faveur de la résolution législative approuvant, en 1ère lecture de la procédure de codécision, la proposition de décision du Parlement européen et du Conseil modifiant la décision n° 1720/2006/CE établissant un programme d'action dans le domaine de l'éducation et de la formation tout au long de la vie et, ce, sur la base du rapport de ma collègue Grecque Katerina Batzeli. Je suis heureux et je soutiens les amendements ayant permis de remplacer la procédure de comitologie de type consultative par une obligation faite à la Commission européenne d'informer le Parlement européen et les États membres sans délai de toutes les mesures prises pour mettre en œuvre la décision sans l'assistance d'un comité afin de permettre une mise en œuvre plus rapide et plus efficace des décisions de sélection.
David Martin (PSE), in writing. − The lifelong learning programme helps finance education schemes like Erasmus. It is through such schemes that people across Europe not only experience Europe’s cultural richness, but also the wealth of learning opportunities the EU offers. I therefore voted in favour of Katerina Batzeli’s report on an ‘Action programme in the field of lifelong learning’.
Andreas Mölzer (NI), schriftlich. − Es ist kontraproduktiv, einerseits das eigene Volk zum Lernen anzuhalten, andererseits aber mit den „Blue-Card“-Plänen aufzuwarten. Denn durch die Zunahme an atypischen Verhältnissen und den verstärkten Konkurrenzdruck ist eine gute Grund- und weiterführende Ausbildung jetzt schon kein Schutz mehr vor Arbeitslosigkeit.
Es gibt genug gut ausgebildete Leute, die von den Unternehmen nur deshalb abgelehnt werden, weil letztere auf der Suche nach möglichst billigen Mac-Job-Doktoren oder -Magister sind bzw. nur mehr atypische Arbeitsverhältnisse anbieten wollen.
Grundsätzlich ist der als Vorwand genommene Facharbeitermangel durch Ausbildungsoffensiven zu beseitigen; falls unmöglich, ist ein Saisoniermodell zu bevorzugen. So wird sichergestellt, dass es zu keiner weiteren Massenzuwanderung kommt.
Dumitru Oprea (PPE-DE), în scris. − Am votat în favoarea raportului doamnei Katerina Batzeli din mai multe considerente.
Este binecunoscut faptul că educaţia şi formarea sunt priorităţi esenţiale pentru Uniunea Europeană, în vederea realizării obiectivelor de la Lisabona. Scopul programului de învăţare permanentă trebuie să fie păstrarea unei societăţi flexibile, autonome, bazate pe cunoaştere, cu o dezvoltare economico-culturală cantitativă şi calitativă, toate pe linia şi în spiritul unei (mai) puternice coeziuni sociale. De aceea, formarea continuă trebuie să implice toţi factorii sociali.
Evident, ca orice program de asemenea anvergură, trebuie să fie clar, coerent, monitorizat şi evaluat în mod regulat, după fiecare etapă de aplicare, pentru a permite (re)ajustări, în special cu privire la priorităţile punerii în aplicare a măsurilor.
Programele de formare continuă ar trebui să se orienteze însă şi spre persoanele aflate în perioada de maturitate. Faptul că, de cele mai multe ori, accentul se pune pe educaţia din prima perioadă a vieţii, după care intervine plafonarea individului, fiecare cetăţean trebuie să fie stimulat şi motivat să participe la o formă de învăţare continuă, care să-i asigure o potenţială plasare pe piaţa muncii, indiferent de vârstă.
Acest lucru este cu atât mai important în momentul în care ne raportăm şi la statisticile privind îmbătrânirea forţei de muncă şi scăderea populaţiei active.
Mihaela Popa (PPE-DE), în scris. − Întreaga Europă se confruntă astăzi cu o serie de schimbări esenţiale şi dramatice pentru cetăţenii de toate vârstele.
Importanţa educaţiei şi a formării în cadrul strategiei de la Lisabona pentru creştere şi ocuparea forţei de muncă a fost recunoscută, Consiliul European subliniind în mod repetat rolul educaţiei şi al formării în ceea ce priveşte competitivitatea pe termen lung a Uniunii Europene.
Astăzi noi nu mai putem preconiza că oamenii vor rămâne o viaţă întreagă în acelaşi sector de activitate sau în acelaşi loc. Evoluţia lor profesională va urma căi imprevizibile şi ei vor avea nevoie de o gamă largă de competenţe generale pentru a se putea adapta.
Pentru a-i pregăti pentru viaţă şi societate, este necesar ca şcolile să-i ghideze în direcţia învăţării pe toata durata vieţii, un program de largă amploare al Uniunii Europene, care îi vede pe oameni capabili să înveţe la orice vârstă, rămânând astfel membri vii şi activi ai societăţii.
De aceea am votat cu toată convingerea acest raport, pentru că este necesar să dezvoltăm programele destinate acestor deziderate, referindu-mă, în special la ţările recent aderate la UE.
Marian Zlotea (PPE-DE), în scris. − Acordul de parteneriat şi cooperare (APC) între Comunităţile Europene şi statele lor membre, pe de o parte, şi Republica Uzbekistan, pe de altă parte, a intrat în vigoare la data de 1 iulie 1999, înainte de extinderea Uniunii Europene ce a inclus Republica Bulgaria şi România. Protocolul la APC trebuia să fie elaborat pentru a permite noilor state membre (România şi Bulgaria) să adere la acest acord.
Consider că Parlamentul ar trebui să aibă mai multe iniţiative de acest gen, ţinând cont de parteneriatele semnate şi cu celelalte ţări din regiune. Corelat cu situaţia din regiune, se impune în acest an realizarea unui parteneriat Uniunea Europeană - Azerbaidjan, acordând Europei posibilitatea de a continua proiectele sale energetice.
Azerbaidjanul trebuie să primească o atenţie deosebită din partea Uniunii Europene, plecând şi de la realitatea unei politici foarte echilibrate a acestei ţări în zonă şi de la disponibilitatea acestei ţări de a contribui la realizarea proiectelor energetice ale Uniunii Europene.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – A la suite du référendum qui a eu lieu au Monténégro le 21 mai 2006 sur l'indépendance du pays et au cours duquel la majorité des électeurs (55,4 %) se sont prononcés en faveur de l'indépendance du Monténégro, le parlement monténégrin a proclamé l'indépendance totale du Monténégro au titre du droit international, le 3 juin 2006. La Serbie a reconnu l'indépendance du Monténégro, et le 5 juin 2006, le parlement serbe a adopté une décision définissant la Serbie comme l'État successeur de l'Union étatique de Serbie-et-Monténégro qui a été le nouveau nom de la République fédérale de Yougoslavie aux termes de la nouvelle charte constitutionnelle du 4 février 2003. C’est dans ce contexte que j’ai voté la résolution législative du Parlement européen approuvant telle quelle, selon la procédure de consultation, la proposition de décision du Conseil établissant une responsabilité distincte du Monténégro et réduisant proportionnellement la responsabilité de la Serbie concernant les prêts à long terme accordés par la Communauté à l'Union étatique de Serbie-et-Monténégro (ancienne République fédérale de Yougoslavie).
Brian Simpson (PSE), in writing. − I shall be voting in favour of Helmut Markov’s report. I believe it is absolutely essential for stability and security in Europe that we do all we can to help both Serbia and Montenegro recover from the economic and social upheaval that took place with the break-up of Yugoslavia and the subsequent disastrous wars.
I would hope that, in particular, infrastructure and transportation would feature prominently. If we are to be realistic in our aspirations for both countries, then this agreement is essential and should be strongly supported. It is my hope that at some future date both Serbia and Montenegro can join the European Union.
This agreement is the first step on the road to that aspiration.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – J’ai voté, sur la base du rapport de mon excellent collègue Britannique Neil Parish, la résolution législative approuvant telle quelle, suivant la procédure de consultation, la proposition de règlement du Conseil modifiant le règlement de juin 2007 du Conseil relatif à la production biologique et à l'étiquetage des produits biologiques. Normalement le règlement du Conseil du 28 juin 2007 relatif à la production biologique et à l'étiquetage des produits biologiques devait s’appliquer obligatoirement à compter du 1er janvier 2009. L'objet de la présente proposition est de reporter l'utilisation obligatoire du logo UE dans l'attente de la création d'un nouveau logo permettant de contribuer à évite la confusion dans l'esprit des consommateurs à la suite d'un changement rapide des logos UE et éviter une charge financière supplémentaire pour les opérateurs tenus de modifier leurs emballages et imprimés dans un délai très court. C’est ainsi qu’il est proposé de différer jusqu’au 30 juin 2010 l’utilisation obligatoire du logo UE.
Glyn Ford (PSE), in writing. − I back this report from the Committee on Agriculture and Rural Development on organic production and labelling on organic products. I am not entirely convinced that it is always better to absolutely maximise organic production and consumption. I believe science has improved food productivity and food safety in some important areas. My own consumption reflects this belief. Nevertheless, those who take a more fundamentalist view are entitled to be reassured that ‘organic’ really is organic, and not just a label used to extract a price premium from gullible and ill-informed consumers.
Hélène Goudin och Nils Lundgren (IND/DEM), skriftlig. − Efterfrågan på ekologiskt producerade livsmedel och andra varor är stor och växande och för att denna efterfrågan skall kunna tillgodoses måste naturligtvis konsumenterna kunna identifiera dem på marknaden. Det krävs alltså märkning för att marknaden skall fungera i detta avseende.
Vi har emellertid redan tidigare röstat nej till EU-märkning av ekologiska produkter, eftersom det är vår övertygelse att marknadskrafterna, med medvetna europeiska konsumenter i spetsen, själva klarar denna uppgift. Om det krävs politisk reglering av frågan om märkning av ekologiska produkter bör denna ske på nationell nivå.
Vid omröstningen om detta betänkande stod vi dock bara inför frågan om att senarelägga den obligatoriska användningen av EU-logotypen på ekologiska produkter. Detta förslag har vi röstat ja till.
Ian Hudghton (Verts/ALE), in writing. − I voted in favour of the Parish report which accepts the Commission’s proposal to delay the introduction of the use of a compulsory EU organic label. It should be noted, however, that voluntary use of such a label is not prohibited and any such moves which are of benefit to consumers should be encouraged.
Jan Andersson, Göran Färm, Anna Hedh, Inger Segelström och Åsa Westlund (PSE), skriftlig. − Vi har röstat för betänkandet eftersom de ändringar som parlamentet föreslår skulle innebära att parlamentets samtycke krävs för ingående av avtal. Vi är för en övergripande översyn av EU:s fiskeavtal och ser detta som ett positivt första steg som ger oss större möjligheter att påverka.
Vi tar de vetenskapliga rapporter som visar på att haven håller på att fiskas ut på stort allvar. Därför ser vi inte heller EU:s fiskeavtal som ett långsiktigt hållbart sätt att bekämpa fattigdom och stödja utveckling. Vi vill ändra EU:s fiskepolitik så att den leder till en återuppbyggnad av fiskebestånden. Vi vill också genom förändringar av EU:s handels- och biståndspolitik och olika former av partnerskap stödja en hållbar utveckling i de länder där fiskeavtalen med EU idag utgör en stor inkomstkälla.
Ian Hudghton (Verts/ALE), in writing. − I supported the Morillon report relating to the Southern Indian Ocean Fisheries Agreement. I consider that fishing nations should control their own fisheries whilst cooperating internationally through regional fisheries organisations.
The EU has a coastal interest in the Indian Ocean and accordingly must fulfil obligations under the UN Convention on the Law of the Sea. I look forward, however, to the day when France, and other EU nations, have direct control of their own fishing interests.
Margie Sudre (PPE-DE), par écrit. – Le Parlement européen vient de donner son avis conforme à l'accord relatif aux pêches du sud de l'océan Indien, signé par la Communauté européenne en 2006. Ayant des intérêts de pêche dans la zone, du fait de la présence de La Réunion, la Communauté était en effet tenue de coopérer avec les autres parties impliquées dans la gestion et la conservation des ressources de cette région, aux termes de la convention des Nations unies sur le droit de la mer.
Cette nouvelle organisation régionale de pêche met en place un cadre institutionnel spécifique, dont la pièce maitresse est le Comité scientifique permanent. La principale mission de ce dernier est d'apporter une évaluation scientifique des ressources halieutiques et de l’impact de la pêche sur le milieu marin, en tenant compte des caractéristiques environnementales de la zone. De plus, l'accord encourage la coopération dans le domaine de la recherche scientifique.
Sur la base de ces recommandations scientifiques, les parties seront pleinement en mesure d'élaborer des mesures de conservation et de gestion les mieux à mêmes de répondre aux défis qui touchent la zone. Cet accord constitue un réel pas en avant dans la promotion de la ressource halieutique et du développement durable.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – J’ai voté la résolution du Parlement européen prise sur la base du rapport de mon collègue Kyösti Virrankoski relative à l'avant-projet de budget rectificatif n° 5 au budget 2008 (APBR n° 5/2008) qui couvre la révision des prévisions relatives aux ressources propres traditionnelles (RPT, c'est-à-dire les droits de douane, les droits agricoles et les cotisations «sucre»), les assiettes TVA et RNB et la budgétisation des corrections britanniques correspondantes ainsi que de leur financement, qui ont pour effet de modifier la répartition entre États membres de leurs contributions au budget de l'UE au titre des ressources propres.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – J’ai voté la résolution législative approuvant, selon la procédure de consultation, l'initiative de plusieurs États membres destinée à renforcer le Réseau judiciaire européen sur la base du rapport de ma collègue Allemande Sylvia-Yvonne Kaufmann et qui invite, tout d’abord, tant le Conseil que la Commission à traiter en priorité toute proposition ultérieure visant à modifier le texte de l’initiative dans le cadre de la procédure d'urgence, comme le prévoit le traité de Lisbonne et dès que ce dernier sera entré en vigueur. Je soutiens le renforcement du volet « protection des données » et le fait que les points de contact du Réseau judiciaire informent les membres nationaux d'EUROJUST d’un certain nombre d’informations. En particulier je salue la référence à la future décision-cadre relative à la protection des données à caractère personnel traitées dans le cadre de la coopération policière et judiciaire en matière pénale.
Koenraad Dillen, Carl Lang et Fernand Le Rachinel (NI), par écrit. – Une fois n'est pas coutume, Bruxelles, veut faire passer par la fenêtre ce que les peuples français et néerlandais, en 2005, et irlandais, en juin 2008, ont rejeté par la porte du referendum : la création d'un parquet européen unique.
La tentation est trop forte pour nos apprentis sorciers européistes. Coûte que coûte, il faut dépasser et faire fi des objections, refus et légitimes résistances des peuples d'Europe afin de communautariser de force l'ensemble des questions relatives à la justice, à la sécurité et à l'immigration.
L'Europe se trompe. La nécessaire coopération entre États en matière judiciaire, policière ou encore pénale ne doit pas être la soumission à un ordre juridique supranational établi en dépit de toutes les disparités existantes entre les systèmes et traditions juridiques des États membres.
Nous ne voulons pas cet ordre juridique supranational qui irait à l'encontre même des principes et valeurs qui nous sont propres.
Luca Romagnoli (NI), per iscritto. − Signor Presidente, onorevoli colleghi, esprimo il mio voto favorevole nei confronti della relazione della collega Kaufmann sulla Rete di Giustizia Europea. Ne condivido il senso e l'obiettivo, quello di rafforzare le strutture già esistenti e di unificare la loro azione. Infatti, i notevoli mutamenti occorsi negli ultimi anni in materia di cooperazione giudiziaria penale hanno reso necessaria l'istituzione e il rafforzamento di strutture di assistenza e coordinamento a livello europeo.
Nonostante il principio del mutuo riconoscimento stia cominciando a essere applicato anche nella pratica, permangono difficoltà concrete e si moltiplicano i casi transnazionali di particolare complessità ove l'assistenza e il sostegno alle competenti autorità giudiziarie nazionali diventa sempre più necessario.
Carl Schlyter (Verts/ALE), skriftlig. − Jag är emot att alls inbegripa religion, sexualitet, politisk övertygelse etc. som relevanta uppgifter att skicka som information mellan myndigheter, men i detta betänkande nämns endast detta i samband med inflytandeskydd och som ett försök att strama upp befintlig lagstiftning. Därför röstar jag för.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – J’ai voté la résolution législative, prise sur la base du rapport de mon collègue Portugais Armando França et soutenant l'initiative de plusieurs États membres (République de Slovénie, République française, République tchèque, Royaume de Suède, République slovaque, Royaume-Uni et République fédérale d'Allemagne) et destinée à modifier une série de décisions-cadres (2002/584/JAI relatives au mandat d'arrêt européen, 2005/214/JAI concernant la reconnaissance mutuelle des sanctions pécuniaires, 2006/783/JAI relative au principe de reconnaissance mutuelle des décisions de confiscation et 2008./.../JAI relative au principe de reconnaissance mutuelle des jugements en matière pénale) en vue de prévoir les cas d'exécution des décisions rendues par défaut. Je soutiens le renforcement du volet « droits des personnes jugées par défaut » de l’initiative, en proposant une série de garanties procédurales et le fait de chercher à éliminer les approches divergentes quant aux motifs de "non-reconnaissance" des décisions visées.
Edite Estrela (PSE), por escrito. − Votei favoravelmente o relatório de Armando França sobre a aplicação do princípio do reconhecimento mútuo de decisões em matéria penal, porque considero importante o estabelecimento de regras uniformes para o reconhecimento mútuo das decisões judiciais proferidas na ausência do arguido.
Felicito o relator pelas propostas apresentadas neste relatório, que considero fundamentais para a harmonização das garantias processuais, em todos os Estados-Membros, e também para o reforço da protecção de direitos fundamentais, como o direito à defesa e o direito ao julgamento.
Glyn Ford (PSE), in writing. − I will be supporting this report on mutual recognition of judgments in criminal matters. I take the view that those convicted of crimes should not be able to hide within the interstices of the European Union. Anyone convicted within one Member State should be considered guilty across the Union. If we doubt the independence and integrity of courts in any State of the Union, that State should have its membership suspended. Otherwise, just as we make no distinction between criminals in Manchester or London, neither should we if it is Madrid or Lisbon.
Kartika Tamara Liotard (GUE/NGL), schriftelijk. − Ik heb tegen het verslag "Toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafrechtelijke beslissingen" van rapporteur Franca gestemd, omdat dit verslag een harmonisering van strafrecht op Europees niveau beoogt.
Ik vind dat strafrecht onder de bevoegdheden van de lidstaten valt en niet onder de bevoegdheden van de EU. Er dient dus geen harmonisering plaats te vinden.
Erik Meijer (GUE/NGL), schriftelijk. − Ik heb tegen het rapport "Toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafrechtelijke beslissingen" van rapporteur Franca gestemd, omdat dit rapport een harmonisering van strafrecht op Europees niveau wil bereiken. Ik vind dat strafrecht onder de bevoegdheden van de lidstaten valt en niet onder de bevoegdheden van de EU. Uiteraard ben ik voor het recht op goede vertegenwoordiging bij de verdediging. Er dient echter geen harmonisering plaats te vinden.
Rareş-Lucian Niculescu (PPE-DE), în scris. − Recunoaşterea reciprocă este „piatra de temelie” a cooperării judiciare la nivel european şi orice clarificare a instrumentelor de aplicare a acestui principiu este salutară.
Decizia aprobată astăzi este binevenită. Doresc însă să atrag atenţia asupra unei alte probleme, respectiv modul în care unele state membre pun în practică instrumente importante precum mandatul de arestare european.
În ianuarie 2007, autorităţile române au emis un mandat european de arestare pe numele cetăţeanului ceh Frantișek Priplata, condamnat la opt ani de închisoare pentru instigare la omor deosebit de grav, în cazul asasinării, în anul 2000, a unui lider sindical român. Republica Cehă, pe teritoriul căreia se află condamnatul, aplică însă procedura de predare numai pentru fapte săvârşite după data de 1 noiembrie 2004.
Drept urmare, la opt ani de la comiterea faptei, condamnatul nu a fost încă extrădat şi nu a început executarea pedepsei.
Consider că statele membre care înţeleg să aplice în acest fel instrumentele din domeniul cooperării judiciare ar trebui să mediteze serios asupra oportunităţii menţinerii acestor rezerve.
Nicolae Vlad Popa (PPE-DE), în scris. − Am votat în favoarea raportului Armando França privind aplicarea principiului recunoaşterii reciproce pentru hotărârile de confiscare şi a Deciziei-cadru 2008./.../JAI privind aplicarea principiului recunoaşterii reciproce a hotărârilor judecătoreşti în materie penală care impun pedepse sau măsuri privative de libertate în scopul executării lor în Uniunea Europeană.
Există tot mai numeroase cazuri în care infractori periculoşi se folosesc de libertatea de circulaţie şi de desfiinţarea frontierelor din cadrul Uniunii Europene pentru a evita judecata.
Susţin necondiţionat acest raport deoarece el asigură o reglementare unitară în materie de sentinţe "in absentia", reglementare deosebit de necesară pentru a se evita posibila blocare a sistemului judiciar de cei care fug de justiţie dintr-o ţară în alta a Uniunii Europene.
Carl Schlyter (Verts/ALE), skriftlig. − Parlamentets ändringsförslag fokuserar på ett förstärkt skydd av enskilda personer och syftar alltså till att förbättra existerande regelverk. Därför röstar jag ja.
Andrzej Jan Szejna (PSE), na piśmie. − Wyrażam pełne poparcie dla inicjatywy mającej na celu zmianę przepisów prawnych dotyczących stosowania zasady wzajemnego uznawania wyroków.
Należy dołożyć wszelkich starań, by współpraca sądowa między państwami członkowskimi była jak najbardziej efektywna. Jednocześnie należy dążyć do tego, by wszelkie prawa obywateli, w tym podstawowe prawo proceduralne, jakim jest prawo do obrony, były w pełni przestrzegane.
Moim zdaniem, zaproponowane zmiany nie tylko znacznie ułatwią współpracę między sądami, ale przede wszystkim będą służyć umacnianiu praw obywateli wobec wymiaru sprawiedliwości w całej Unii Europejskiej, w szczególności prawa do obrony oraz do wystąpienia o ponowne rozpatrzenie sprawy.
Jan Andersson, Göran Färm, Anna Hedh, Inger Segelström och Åsa Westlund (PSE), skriftlig. − I detta initiativbetänkande lyfter man fram fiske och vattenbruk inom ramen för den integrerade förvaltningen av kustområden i Europa.
En ekologiskt hållbar förvaltning av vatten- och fiskeresurserna är naturligtvis viktig för att skydda vår livsmiljö. Tyvärr blundar man i betänkandet för de problem som fiskerisektorn i EU dras med. Därför har vi valt att lägga ned våra röster. Överkapaciteten i fiskeflottorna runt om i EU leder till ett alltför stort uttag av fisk. Detta hotar havens ekosystem och tillgången på matfisk.
Vi vill se en kraftig utskotning av fiskefartyg och fiskekvoter som sätts utifrån biologiskt säkra och vetenskapliga grunder. Självklart måste de arbetstagare som drabbas vid omstruktureringarna erbjudas arbetsmarknadsbildning och rimligt ekonomiskt stöd för att kunna ta arbete i andra delar av ekonomin som behöver arbetskraft.
Emanuel Jardim Fernandes (PSE), por escrito. − Votei favoravelmente o relatório do meu colega GKLAVAKIS, que felicito pela qualidade do mesmo, sobre as pescas e a aquicultura no contexto da Gestão Integrada da Zona Costeira (GIZC) na UE, já que salienta a importância económica e social destas actividades para as regiões costeiras, apelando a que recebam apoio financeiro no quadro da GIZC. Também por esta razão, é essencial que os governos nacionais e regionais das regiões ultraperiféricas preparem estratégias integradas de GIZC para assegurar o desenvolvimento equilibrado das suas regiões costeiras.
Também apoio firmemente a sugestão apresentada pelo relator de utilizar o Fundo Europeu das Pescas para financiamento a longo prazo de medidas no quadro da GIZC, já que são acções contributivas para o desenvolvimento sustentável de regiões pesqueiras, numa perspectiva transversal de todas as actividades marítimas exercidas nas mesmas.
Finalmente, importa salientar que, até hoje, o planeamento regional tem sido baseado grandemente em actividades em terra, falhando quanto a tomar em consideração o impacto do desenvolvimento costeiro em determinadas actividades marinhas, gerando a degradação de habitats marinhos, pelo que uma nova abordagem é fundamental.
Ian Hudghton (Verts/ALE), in writing. − The Gklavakis report rightly recognises the importance of fishing to coastal communities and the retention of cultural traditions. All too often, this very human aspect of the fishing industry seems to have been overlooked in the implementation of the CFP. The report correctly notes the need for bodies at EU, national and regional levels to cooperate in matters of coastal management, and I consider that, within this context, coastal areas and nations must take the lead role, with the EU acting as a facilitator.
Sebastiano (Nello) Musumeci (UEN), per iscritto. − La pesca e l'acquacoltura rappresentano due delle principali attività per lo sviluppo socioeconomico delle zone costiere dell'Unione europea. È necessario pertanto che esse vengano gestite in modo da garantire sia uno sfruttamento sostenibile della pesca che la richiesta crescente di prodotti ittici.
A tal fine, occorre che gli Stati UE implementino una serie di misure destinate a salvaguardare le zone costiere e a promuovere un ambiente marino pulito. Data la natura transfrontaliera di numerosi processi costieri, si rende necessaria la cooperazione fra gli Stati membri e fra questi e gli Stati extracomunitari contigui.
Una delle misure riguarda la pianificazione dello sviluppo immobiliare ad uso turistico. Il settore del turismo rappresenta in molte regioni una voce importante del PIL locale. Reputo però necessario sostenere un turismo "ecocompatibile", ossia che interagisca con le politiche a favore della protezione paesaggistica ed ambientale.
Occorre altresì un coordinamento riguardo l'attività industriale: si pensi, ad esempio, all'importanza di una efficace politica comune nella gestione delle acque reflue al fine di rendere compatibile un'importante attività economica con la necessaria e doverosa preservazione dell'ambiente marino.
La pesca costiera e artigianale rappresenta un'importantissima fonte di guadagno per migliaia di famiglie ed è portatrice di una plurisecolare tradizione che l'Europa, a mio parere, deve sostenere e preservare.
Luca Romagnoli (NI), per iscritto. − Esprimo il mio voto favorevole sulla relazione Gklavakis che sottolinea la necessità di una strategia europea di attenzione alle zone costiere nell’ottica di uno sviluppo sostenibile.
Una strategia a favore di una gestione integrata delle zone costiere, infatti, può costituire il quadro appropriato per lo sfruttamento sostenibile di queste zone e delle attività in esse condotte. Condivido pienamente la posizione del relatore quando sostiene la necessità di una programmazione a lungo termine che tenga conto di tutte le istanze coinvolte.
Plaudo pertanto a tale parere e sottolineo inoltre l'esigenza che questi deve essere solo inizio di una maggiore attenzione verso il settore e invito la Commissione ad attuare una politica seria in materia.
Kathy Sinnott (IND/DEM), in writing. − I abstained on this vote because I am in favour of sustainable fisheries everywhere and I support the coastal communities and fishermen of Ireland. The Common Fisheries Policy, while focusing on both of these ends, has led to the opposite: destruction of the marine environment, decrease of fish and impoverishment of the marine environment.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – Sur la base du rapport de mon excellent collègue Slovène Mihael Brejc, j’ai voté la résolution législative approuvant, en 1ère lecture de la procédure de codécision, la proposition de règlement du Parlement européen et du Conseil modifiant le règlement (CE) n° 562/2006 en ce qui concerne l'utilisation du système d'information sur les visas (VIS) dans le cadre du code frontières Schengen. Compte tenu des attentes des citoyens européens en matière de sécurité intérieure, je soutiens totalement les modifications qu’il convient d’apporter au code frontières Schengen pour garantir l’utilisation efficace du système d’information sur les visas (VIS) aux frontières extérieures. Cette proposition de règlement a pour objectif de fixer des règles communes relatives à l’obligation d’utiliser le VIS (c’est-à-dire une recherche systématique à l'aide du numéro de la vignette visa, en combinaison avec la vérification des empreintes digitales) aux frontières extérieures et, partant, de poursuivre l’élaboration d’une gestion intégrée des frontières dans l'Union européenne.
Koenraad Dillen, Carl Lang et Fernand Le Rachinel (NI), par écrit. – Contrairement à ce qu'elle veut afficher, l'Europe n'a pas réalisé de progrès dans le domaine de la liberté, de la sécurité et de la justice. Bien au contraire, la suppression des contrôles aux frontières nationales a provoqué, depuis l'application des criminels accords de Schengen, une augmentation exponentielle de la criminalité organisée et des trafics en tous genres.
L'Union européenne, véritable apprentie sorcière en matière de sécurité, avec ses méthodes qui se révèlent bien trop souvent dangereuses pour la sécurité des États et de leurs peuples, nous a imposé cet espace d'insécurité et d'absence de libertés et de justice.
Le code de frontières Schengen ne servira à rien car ce sont les fondements même des Accords de Schengen qui sont mauvais et à rejeter.
La sécurité commune n'existera que si chaque État retrouve sa pleine souveraineté en matière de gestion de ses frontières et de sa politique migratoire. Le paroxysme de l'aberration est définitivement atteint quand il s'agit ici de transférer toujours plus de responsabilités à cette Union déjà paralysée.
Jörg Leichtfried (PSE), schriftlich. − Ich stimme für den Bericht von Mihael Brejc über die Nutzung des Visa-Informationssystems im Rahmen des Schengener Grenzkodex.
Die gemeinsamen Regeln für die Schengener Außengrenzen müssen geändert werden, die Anwendung des Visa-Informationssystems effizienter und einheitlicher gestaltet werden. Das muss mit viel Augenmaß und vorsichtig passieren, da Datenschutz und Menschenrechte immer im Vordergrund stehen und eingehalten werden müssen.
Eine flächendeckende Überprüfung der Fingerabdrücke an den Grenzen mit Hilfe des Visa-Informationssystems führt zu unnötig langen Staus und zu langen Grenzaufenthalten auch für Bürger, die kein Visum benötigen.
Durch den Bericht sind nun lediglich stichprobenweise Abfragen im Informationssystem durchzuführen. Der Grenzbeamte überprüft weiterhin, ob der Einreisende über alle Voraussetzungen für die Einreise in die EU verfügt. Er kann aber selbst entscheiden, ob er zusätzlich eine Abfrage vornehmen möchte. Mit diesem Vorgehen wird die Sicherheit in einem sehr hohen Maße auch weiterhin gewährleistet, der Aufenthalt an den Grenzen jedoch nicht länger als unbedingt nötig.
Andreas Mölzer (NI), schriftlich. − Die Aufrüstung des Visa-Systems ist sicherlich dazu geeignet, künftig Betrugsbekämpfung zu erleichtern, und ist daher – unter der Prämisse, dass der Datenschutz sichergestellt ist – zu begrüßen. Wenn künftig für die Vergabe von Schengen-Visa die Speicherung von Fingerabdrücken und Gesichtsaufnahmen nötig ist, wird dies zu erheblichen Umstellungen in den Botschaften führen. In Deutschland wird diskutiert, dass einige Botschaften dazu personell und räumlich nicht in der Lage sind. Die im Zuge dessen debattierte mögliche Auslagerung der Datenspeicherung an Fremdfirmen ist jedoch höchst bedenklich. Damit eröffnen sich neue Potentiale für künftige Visa-Skandale.
Das Visa-System hat gute Ansätze, ist aber insgesamt noch nicht ausreichend durchdacht, weswegen ich dem vorliegenden Bericht auch nicht zustimmen konnte.
Luca Romagnoli (NI), per iscritto. − Esprimo il mio voto favorevole alla relazione Brejc. Condivido, infatti, la proposta e le sue finalità. Le nostre frontiere sono, in particolari periodi, sottoposte ad un’alta affluenza di persone che intendono entrare nello spazio Schengen.
È vero che la proposta introduce un affievolimento del normale regime di controlli, ma è anche vero che essa mira a tutelare il viaggiatore, risparmiandogli lunge ore di attesa alle frontiere per espletare i controlli. Occorre però che tale deroga rimanga tale e non diventi regola generale, e sono concorde asu fatto che la durata e la frequenza della deroga vengano limitate al massimo. In tal senso plaudo, in ultima analisi, all'introduzione delle specifiche condizioni ricorrenti le quali tale deroga può essere posta in essere.
Andrzej Jan Szejna (PSE), na piśmie. − Wyrażam swoje poparcie dla zmiany rozporządzenia nr 562/2006 w odniesieniu do korzystania z wizowego systemu informacyjnego VIS na mocy kodeksu granicznego Schengen.
Uważam, iż każdorazowe kontrole posiadania VIS przy przekraczaniu granic przez obywateli państw trzecich posiadających wizę jest niepotrzebne i zbyt czasochłonne. Powoduje ono zbyt długie oczekiwanie na przekroczenie granicy.
Zmniejszenie natężenia dokonywanych kontroli nie wpłynie w mojej ocenie na poziom bezpieczeństwa w UE. Dlatego też ograniczenie kontroli przeprowadzanych przez wykwalifikowanych komendantów straży granicznych do wyrywkowego sprawdzania VIS uważam za celowe rozwiązanie.
Marian Zlotea (PPE-DE), în scris. − Am votat astăzi în favoarea raportului Brejc, deoarece, pentru eficienţa controalelor de frontieră la frontiera externă, utilizarea SIV (Sistemul de Informaţii privind Vizele) este de o importanţă fundamentală. Sistemul de Informaţii privind Vizele trebuie consultat sistematic de către agenţii de poliţie de frontieră pentru orice persoană care deţine o viză pentru a asigura securitatea la frontieră.
Extinderea zonei Schengen a eliminat barierele în Uniunea Europeană. Cetăţenii din ţările terţe încă sunt controlaţi doar o singura data la intrare. 50% din imigranţii ilegali intră în UE legal, dar depăşesc perioada de şedere, deoarece nu există un sistem de control al vizelor.
Dorim ca Europa să fie mai sigură, dar în acelaşi timp primitoare pentru cei care vin în scopuri turistice sau de afaceri. Modificarea votată astăzi în Parlamentul European este în avantajul cetăţenilor UE şi al cetăţenilor provenind din state terţe, care nu au nevoie de viză, deoarece astfel s-ar reduce considerabil ambuteiajele de la punctele de trecere a frontierei terestre.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – Sur la base du rapport de ma collègue Roumaine, Renate Weber, j’ai voté la résolution législative du Parlement européen qui soutient l'initiative de plusieurs États membres (Belgique, la Tchéquie, l’Estonie, l’Espagne, la France, l’Italie, le Luxembourg, les Pays Bas, l’Autriche, la Pologne, le Portugal, la Slovénie, la Slovaquie et la Suède) destinée à renforcer EUROJUST. Je soutiens le renforcement du volet « protection des données » de la proposition et le fait que le Parlement européen soit davantage informé pour mieux contrôler les tâches et missions d’EUROJUST qui a été institué en 2002 en tant qu'organe de l'Union européenne doté de la personnalité juridique afin de promouvoir et d'améliorer la coordination et la coopération entre les autorités judiciaires compétentes des États membres. Il ressort ainsi de l’expérience acquise par EUROJUST, que son efficacité opérationnelle doit être renforcée en faisant notamment en sorte que le statut de ses membres nationaux fasse l'objet d'un rapprochement. Je soutiens, également, la cellule de coordination d’urgence, les systèmes nationaux de coordination, les partenariats avec les autres instruments communautaires de sécurité et de protection (EUROPOL, FRONTEX, OLAF) et la possibilité pour EUROJUST de détacher des magistrats de liaison dans des pays tiers.
Patrick Gaubert (PPE-DE), par écrit. – Je me félicite de l'adoption du rapport de Mme Lambert sur l'évaluation du système de Dublin. Ce rapport rappelle à juste titre que, dans l’ensemble, les objectifs du système ont en grande partie été atteints mais qu'en raison du manque de données précises il n’a pas été possible d’évaluer le coût du système. Certaines inquiétudes persistent, tant au niveau de l’application pratique qu’au niveau de l’efficacité du système.
Le rapport ouvre le débat sur l’avenir de la politique d’asile commune européenne qui a été lancée en juin 2007 avec la publication du Livre vert.
Ce rapport souligne que les aspects suivants du système doivent être clarifiés ou modifiés: respect du principe de base de non-refoulement; les demandeurs doivent recevoir toute information utile sur le système de Dublin dans une langue qu'ils comprennent et avoir accès à une aide juridique durant toute la procédure, ils doivent en outre bénéficier d'un droit d'appel suspensif contre toute décision de transfert; les critères de détermination de l'âge des mineurs devraient être harmonisés; des mécanismes devraient être conçus afin de geler les transferts vers des États qui ne respectent manifestement pas les droits des demandeurs.
Bruno Gollnisch (NI), par écrit. – Ce texte a pour mission principale, sous couvert de renforcement des capacités opérationnelles d'Eurojust dans la lutte contre différentes formes de criminalité, de satisfaire l'obsession du politiquement correct des tenants de la police de la pensée.
L'objectif de contrôle de tous les propos sous menace de pénalisation, qu'ils soient écrits ou proférés en réunion, est à peine voilé. En effet, déjà différentes voix se sont élevées au sein du Parlement européen afin d'adopter une directive-cadre tendant à pénaliser le prétendu racisme et la xénophobie et à créer pour sa rapide transposition, un parquet européen unique, c'est-à-dire un nouveau Torquemada du "politiquement correct" de l'Union.
Malheureusement, plus le Parlement européen, institution qui s'autoproclame temple de la démocratie, acquiert de pouvoir décisionnel, plus les libertés fondamentales, notamment les libertés de recherche, d'opinion et d'expression sont bafouées. En réalité, cette Europe totalitaire est bien plus dangereuse que les soit disants monstres qu'elle prétend combattre. Il s'agit avant tout pour les tenants de l'idéologie euro-mondialiste et immigrationiste d'éliminer leurs gênants adversaires, par l'adoption de législations européennes pénales répressives.
Nous ne l'acceptons pas.
Γεώργιος Τούσσας (GUE/NGL), γραπτώς. – H πρόταση του Συμβουλίου και η σχετική Έκθεση για την τροποποίηση του Kανονισμού της Eurojust αναβαθμίζουν ακόμη περισσότερο τον κατασταλτικό αυτό μηχανισμό της ΕΕ.
Διευρύνει τις αρμοδιότητές της σχεδόν σε όλους τους τομείς ποινικών υποθέσεων, ενισχύει τη δυνατότητα παρέμβασής της στις εθνικές δικαστικές αρχές, καθιστά υποχρεωτική τη διαβίβαση πληροφοριών και προσωπικών δεδομένων (ακόμη και στοιχείων DNA) από τα κράτη μέλη στη Eurojust, δημιουργεί δίκτυο εθνικών συνδέσμων της Eurojust και ενισχύει τη σύνδεσή της με άλλους κατασταλτικούς μηχανισμούς της ΕΕ (Ευρωπαϊκό Δικαστικό Δίκτυο, FRONTEX) και τρίτων χωρών. H ενίσχυσή της προστίθεται στην ενδυνάμωση της Europol, το γενικευμένο φακέλωμα των εργαζομένων της ΕΕ και των αλλοδαπών με τον εκσυγχρονισμό των συστημάτων παρακολούθησης Σέγκεν και VIS, την ένταξη της Σύμβασης του Προύμ στο κοινοτικό δίκαιο. Πίσω από τα προσχήματα της τρομοκρατίας και του οργανωμένου εγκλήματος βρίσκεται η προσπάθεια θωράκισης της εξουσίας του κεφαλαίου, απέναντι στις εντεινόμενες λαϊκές αντιδράσεις που γεννάει η πολιτική της ΕΕ και των κυβερνήσεων των κρατών μελών. H γιγάντωση των μηχανισμών καταστολής σε εθνικό και ευρωενωσιακό επίπεδο φανερώνει ακόμη πιο καθαρά τον αντιδραστικό χαρακτήρα της ΕΕ και κάνει επιτακτική περισσότερο από ποτέ την πάλη των λαών για αντίσταση και ανατροπή του ίδιου του ιμπεριαλιστικού αυτού οικοδομήματος.
John Attard-Montalto (PSE), in writing. − The Maltese Islands are the Southern frontier of the EU. Situated in the middle of the Mediterranean, they are receiving a disproportionate number of irregular immigrants. The majority file for asylum status.
Frontex – which was hailed by Government representatives as a solution to curtailing the number of irregular immigrants – has been a complete failure.
We have been requesting the sharing of the burden, with little or no response. Now that this legislature has entered its final year, we are proposing mechanisms for burden-sharing. Finally we are acknowledging the need ‘to help alleviate the disproportionate load which could fall on certain Member States, in particular the border Member states’.
The fact that we have acknowledged the need ‘for the provision of mechanisms other than financial to correct the adverse effects of the implementation of this system for the smaller Member States at the Union's external borders’ is most welcome, as it refers to Malta in everything but name.
The EU has not lived up to its spirit of solidarity where this issue is concerned. It is about time that we cut the rhetoric and get down to the substance.
The EU must realise that its smallest state cannot continue to absorb the vast number of immigrants seeking refuge and asylum.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – J’ai voté le rapport de ma collègue Britannique Jean Lambert relatif au «système de Dublin» en saluant le travail effectué par le rapporteur pour notre groupe PPE, mon ami Patrick Gaubert. Ce dispositif vise à déterminer l'État membre responsable de l'examen d'une demande d'asile présentée par un ressortissant de pays tiers sur le territoire de l'un des États membres de l'UE, de la Norvège ou de l'Islande. Si, d'une manière générale, les objectifs du système de Dublin, notamment la mise en place d'un mécanisme clair et viable pour déterminer l'État membre responsable de l'examen d'une demande d'asile, ont dans une large mesure été réalisés. Mais, au-delà du coût qui n’a pas été évalué, des problèmes persistent sur l’efficacité du système et les applications pratiques. Le tout montrent l’urgence d’une politique européenne de l’immigration et de l’asile et je salue le travail effectué par l’actuel président du conseil compétent, mon ami monsieur Brice Hortefeux, ministre de la République française de l’immigration, de l’intégration, de l’identité nationale et du développement solidaire qui vient de présider, à Paris, les 8 et 9 septembre 2008, la conférence ministérielle européenne consacrée au droit d’asile.
Jan Březina (PPE-DE), v písemné formě. − Hlasoval jsem proti zprávě o hodnocení Dublinského systému, protože se domnívám, že by nevedla ke zlepšení systému, ale naopak k vytvoření překážek jeho účinného fungování.
Především považuji za nutné varovat před zavedením automatického odkladného účinku při odvolání proti rozhodnutí o přemístění žadatele do jiného členského státu. Rovněž velmi zdrženlivý postoj k používání institutu zajištění za účelem přemístění žadatele o azyl do státu příslušného k posouzení jeho žádosti o azyl rozhodně nepřispěje ke zvýšení efektivity systému, ale naopak k jeho zpochybnění a znejistění.
Zpráva tak vlastně směřuje k odebrání nebo alespoň oslabení nástrojů, kterými mohou členské státy zajistit vynutitelnost svých rozhodnutí v rámci Dublinského systému a s tím nelze souhlasit. Pochybné, protože nijak nedefinované lidské hledisko při posuzování žádostí o azyl nemůže vést k tomu, že rozhodnutí členského státu zůstanou v případě nespolupráce žadatele jen na papíře.
Rovněž se nemohu ztotožnit s výzvou k zavedení evropských mechanismů sdílení břemene, protože jsem toho názoru, že stávající mechanismy finanční kompenzace států s největším nápadem žádostí o azyl jsou plně dostačující a není důvod zasahovat do svrchovanosti členských států v oblasti azylu další regulací.
Koenraad Dillen, Carl Lang et Fernand Le Rachinel (NI), par écrit. – C'est avec une certaine ironie que l'on observe que, pour la première fois, un rapport du Parlement européen qualifie de "fardeau" les arrivées massives d'immigrants sur le territoire d'un Etat membre de l'Union.
L'immigration ne serait-elle plus une chance, un atout pour tous les peuples européens ?
Que l'on se rassure tout de suite, l'absurdité de l'obligation d'accueil des demandeurs d'asile et le respect absolu du principe de non refoulement ne sont absolument pas remis en cause. Seules les insuffisances du système de Dublin visant à définir l'Etat membre responsable de l'examen d'une demande d'asile sont mises en lumière. Constat évident compte tenu de l'augmentation constante des flux migratoires à destination de pays souvent situés à la périphérie Sud de l'Union.
Ce rapport, une fois de plus, propose une solution erronée aux problèmes techniques et humains liés aux déferlantes migratoires. Ce n'est pas un système commun d'asile, forcément inefficace sur un territoire sans cesse plus étendu et aux frontières perméables, qu'il convient de mettre en œuvre. Bien au contraire, il faut laisser aux Etats membres le droit à l'autodétermination en matière de migration et de gestion de leurs frontières.
Kωvσταντίνος Δρούτσας (GUE/NGL), γραπτώς. – Tο σύστημα του Δουβλίνου απέδειξε και στην πράξη ότι αποτελεί έναν μηχανισμό για την προώθηση της γενικότερης αντιπροσφυγικής πολιτικής της EE. Oι διάφορες αδικίες στην εφαρμογή του, που διαπιστώνει και η ίδια η Έκθεση, επιβεβαιώνουν τον αντιδραστικό χαρακτήρα του.
H ΕΕ, η οποία έχει σοβαρό μερίδιο ευθύνης για τη δημιουργία εκατοντάδων χιλιάδων προσφύγων, με τη στήριξη αντιλαϊκών καθεστώτων, την υποδαύλιση εμφύλιων συγκρούσεων, τους πολέμους και τις ιμπεριαλιστικές επεμβάσεις της, αντί να παράσχει στα θύματά της άσυλο και να σεβαστεί τα δικαιώματά τους, σκληραίνει συνεχώς τα τελευταία χρόνια τη στάση της απέναντί τους.
Στην κατεύθυνση αυτή εντάσσονται το απαράδεκτο "πινγκ-πονγκ" των αιτούντων άσυλο από χώρα σε χώρα της ΕΕ, που καθιερώνει ο κανονισμός του Δουβλίνου, η δημιουργία του FRONTEX για την απώθηση των προσφύγων από τα σύνορα της ΕΕ, η πρόσφατη Oδηγία για την κράτησή τους έως και 18 μήνες, η ομολογημένη διεύρυνση της χρήσης του EURODAC και για άλλους σκοπούς φακελώματός τους, η απάνθρωπη συνολικά μεταχείρισή τους.
Προκύπτει λοιπόν η ανάγκη της έντασης του αγώνα για την κατάργηση του κανονισμού αυτού και γενικότερα της αντιπροσφυγικής πολιτικής της ΕΕ, για το σεβασμό του δικαιώματος του αιτούντος άσυλο να καταφύγει σε οποιαδήποτε χώρα αυτός κρίνει ως καταλληλότερη, για τη συμμόρφωση των κρατών-μελών με τη Σύμβαση της Γενεύης του 1951.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL), por escrito. − Consideramos que o relatório integra pontos positivos na avaliação do sistema de Dublin relativo aos pedidos de asilo nos Estados-Membros que são seus signatários.
Entre outros aspectos:
- Valorizamos a denúncia que faz quanto às transferências de requerentes de asilo para Estados-Membros que não garantem um tratamento cabal e justo; à definição restritiva de membro de família; ou que o alargamento do acesso à base de dados EURODAC implique o risco de a informação passar para países terceiros;
- Assim como valorizamos as propostas de assegurar aos requerentes de asilo um direito de recurso com efeito suspensivo automático contra uma decisão de transferência de responsabilidade para outro Estado-Membro; da salvaguarda do princípio da não repulsão e que um pedido jamais possa ser encerrado por questões processuais; a salvaguarda do reagrupamento familiar e do princípio do interesse superior da criança (avaliação da idade, não detenção, definição de membro de família...).
No entanto, discordamos do seu enquadramento e aceitação de instrumentos vigentes ao nível da UE e do seu apoio a um aprofundamento da comunitarização da política de asilo, perspectiva federalista que, aliás, consideramos estar na causa dos actuais retrocessos relativamente aos requerentes de asilo que se verificam ao nível da União Europeia.
Daí a nossa abstenção.
Anna Hedh (PSE), skriftlig. − Jag röstade för Jean Lamberts initiativbetänkande (A6-0287/2008) om Dublinsystemet, även om det innehåller ställningstaganden som jag inte delar. Anledningen till att jag röstade ja är att jag delar den starka kritik som finns i betänkandet om hur de nuvarande EU-reglerna underminerar asylsökandes rättigheter, till exempel genom överföring av asylsökande till medlemsstater som inte kan garantera en fullständig och rättvis behandling. Däremot är jag emot fullständig harmonisering av EU:s asylpolitik.
Ian Hudghton (Verts/ALE), in writing. − I voted in favour of my colleague, Ms Lambert’s, report on the evaluation of the Dublin system. In particular, I would like to highlight the sections which emphasise that in decisions relating to children, the best interests of the child must be paramount at all times.
In my own country, Scotland, we have the disgraceful situation at the Dungavel detention centre, where children of asylum seekers are effectively imprisoned. Such practices can never be described as being in the best interests of the child, and I support the Scottish Government’s efforts to close that institution and return responsibility for immigration to Scottish control.
Andreas Mölzer (NI), schriftlich. − Es ist wichtig, dass im Rahmen der Asylverfahren einige Regeln geklärt sind, und dazu zählt auch die Abklärung der Zuständigkeit, um eine Mehrfach-Antragstellung auszuschließen. Während der Innenausschuss mehr Schutz von Kindern in Asylverfahren fordert, tauchen an Europas Grenzen immer mehr allein reisende Kinder auf, die den besonderen Schutz vor Abschiebung und Zurückweisung ausnutzen wollen. Sie riskieren ihr Leben immer und immer wieder auf der Suche nach neuen, raffinierteren Fluchtwegen.
Wenn das, was zum Schutz gedacht ist, dergestalt zum Lockmittel für immer neue Risiken avanciert, werden wir uns neue Wege überlegen müssen.
Der vorliegende Bericht enthält einige Ansätze, ist aber insgesamt meines Erachtens nicht weitgehend genug, weshalb ich ihm auch nicht zustimmen konnte.
Δημήτριος Παπαδημούλης (GUE/NGL), γραπτώς. – Υπερψήφισα την έκθεση Λάμπερτ σχετικά με την αξιολόγηση του συστήματος του Δουβλίνου, διότι εκφράζει τις ανησυχίες σχετικά με τις ελλείψεις του συστήματος και καλεί την Επιτροπή να λάβει μέτρα εναντίον των κρατών που δεν διασφαλίζουν πλήρη και δίκαιη αντιμετώπιση των αιτήσεων ασύλου που δέχονται.
Mετά την απαράδεκτη πρόταση οδηγίας για την επαναπροώθηση που υπερψηφίστηκε τον Ιούνιο, το Ευρωκοινοβούλιο υπογραμμίζει σήμερα ότι οι αιτούντες άσυλο έχουν δικαιώματα από την ευρωπαϊκή νομοθεσία και τα κράτη μέλη υποχρεώσεις.
H Ελλάδα αποτελεί συστηματικό παραβάτη των θεμελιωδών δικαιωμάτων των αιτούντων άσυλο, με τις απαράδεκτες συνθήκες στα κέντρα υποδοχής και ένα από τα χαμηλότερα ποσοστά αποδοχής αιτήσεων. ´Hδη ορισμένα κράτη μέλη έχουν αρνηθεί να εφαρμόσουν τον κανονισμό του Δουβλίνου όταν αρμόδια χώρα είναι η Ελλάδα και κάποια ακόμη συζητούν να πράξουν το ίδιο. Kαλούμε την Επιτροπή να προτείνει ουσιαστικά και αποτελεσματικά μέτρα για να διασφαλιστεί η ορθή αντιμετώπιση των αιτούντων άσυλο από τις ελληνικές αρχές.
Daciana Octavia Sârbu (PSE), în scris. − Legislaţia şi practicile în materie de azil diferă încă între statele membre, iar solicitanţii de azil sunt trataţi în mod diferit de la un stat la altul.
Dacă nu se ajunge la un nivel satisfăcător şi uniform de protecţie în întreaga Uniune Europeană, sistemul de la Dublin va produce întotdeauna rezultate nesatisfăcătoare, atât din punct de vedere tehnic, cât şi uman, iar solicitanţii de azil vor continua să aibă motive întemeiate de a adresa cererea lor unui anumit stat membru pentru a putea beneficia de deciziile cele mai favorabile la nivel naţional.
Numărul mare al solicitărilor multiple şi numărul redus al transferurilor efectuate indică deficienţe în cadrul sistemului de la Dublin şi necesitatea creării unui sistem comun de azil european.
Punerea în aplicare a Regulamentului de la Dublin poate avea ca rezultat distribuirea inegală a responsabilităţii, în cazul persoanelor care solicită protecţie, în detrimentul unor state membre, expuse în mod special fluxurilor migratoare doar din cauza poziţiei lor geografice.
Din evaluarea Comisiei rezultă că, în 2005, cele 13 state membre aflate la frontierele externe ale Uniunii s-au confruntat cu provocări tot mai mari în urma aplicării sistemului de la Dublin, astfel încât, criteriul privind prima ţară de intrare, prevăzut de sistemul de la Dublin, a pus într-o situaţie foarte dificilă statele membre de la frontierele externe.
Carl Schlyter (Verts/ALE), skriftlig. − I detta initiativbetänkande fokuseras på möjliga förbättringar och förstärkningar av asylsökandes skydd, men jag tar avstånd från påståendet i betänkandet att en gemensam asylpolitik skulle lösa detta problem.
Trots detta röstar jag för eftersom betänkandet till övervägande del är positivt för de asylsökande och det är detta som är betänkandets fokus.
Olle Schmidt (ALDE), skriftlig. − Europaparlamentet har idag antagit ett betänkande som tydligt och kritiskt pekar ut svagheterna med det nuvarande Dublinsystemet. Det råder ingen tvekan om att vi behöver en gemensam migrations- och asylpolitik på EU-nivå i ett allt mer gränslöst Europa. Frågan är bara hur det ska åstadkommas.
Folkpartiet delar en stor del av kritiken och anser det välbefogat att skicka en skarp signal om att en ändring i mer humanitär riktning bör initieras. Därför röstade jag ja, med vissa reservationer.
I ändringsförslag 5 kritiseras vissa länder för att oskäligt frihetsberöva asylsökande genom att placera dem i förvar. Jag ansåg att denna kritik borde kvarstå, inte minst som Sverige är ett av de länder som historiskt gjort sig skyldiga till just detta. Däremot delar jag inte den kommunistiska gruppens förslag om att helt förbjuda användandet av förvar, även om jag anser att det endast är något som bör tillämpas som en sista utväg. Jag lade ned min röst om ändringsförslag 6, som handlade om att införa "en aktiv skyldighet för organisationer som Röda korset och Röda halvmånen att spåra släktingar". En sådan skyldighet kan bara åläggas en myndighet och bör inte läggas på en civil organisation. Eftersom varken ursprungstexten eller ändringsförslaget uttryckte någon annan önskan lade jag ned min röst.
Søren Bo Søndergaard (GUE/NGL), skriftlig. − Selv om Jean Lamberts betænkning om evaluering af Dublinsystemet (A6-0287/2008) indeholder synspunkter og forslag, som jeg ikke deler, valgte jeg at stemme for betænkningen ved den endelige afstemning. Det gjorde jeg først og fremmest for at udtrykke min tilslutning til betænkningens klare kritik af den måde, som de eksisterende EU-regler undergraver asylsøgeres rettigheder på, f.eks. ved at tilskynde til overførsel af asylansøgere til medlemslande, der ikke kan garantere en fuldstændig og retfærdig behandling af deres ansøgninger.
Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. − De afspraken over Dublin II berusten op de politieke fictie dat bij het behandelen van asielvragen er wederzijds vertrouwen is tussen de 27 lidstaten en dat alle lidstaten op eenzelfde hoogstaande wijze hun verantwoordelijkheid opnemen.
Zelf heb ik een onderzoek gedaan naar de opvang van Tsjetsjeense vluchtelingen in Polen omdat een aantal Tsjetsjeense vluchtelingen vanuit België op grond van Dublin teruggestuurd waren naar Polen. Het protest ter zake was zeer groot. Vandaar dus een eigen onderzoek. De beelden ervan zijn trouwens te bekijken op mijn website.
Zolang er geen toereikend en samenhangend niveau van bescherming bestaat in alle 27 lidstaten blijft Dublin II mijn inziens niet veel meer dan politieke fictie en creëert het grove onrechtvaardigheid. Ik heb in Polen met eigen ogen kunnen vaststellen dat de uitgangspunten van de Dublin-regeling geen realiteit zijn. De kwaliteit van de opvang, de opvang van kinderen en het niet-verlenen van onderwijs, de hygiënische voorwaarden waaronder vluchtelingen moeten verblijven, de gebrekkige gezondheidszorg: het zijn evenzoveel zaken die erg verschillen van lidstaat tot lidstaat.
Het verslag Lambert legt de vinger op de zere wonde, gaat uit van een correcte analyse en brengt oplossingen aan op tal van terreinen. Het verdient onze volle steun.
Małgorzata Handzlik (PPE-DE), na piśmie. − Jedną z konsekwencji swobodnego przepływu osób w Unii Europejskiej jest wzrost transgranicznych podroży samochodem. Rodzi to konieczność ustanowienia na szczeblu UE przepisów w zakresie ubezpieczeń komunikacyjnych, tak aby skutecznie chronić poszkodowanych.
Dla osiągnięcia tego celu niezwykle istotna jest skuteczność systemu przedstawicieli ds. roszczeń, wyznaczonego przez zakład ubezpieczeń w kraju stałego miejsca zamieszkania poszkodowanego. Ma on obowiązek poinformować poszkodowanego, jak można dochodzić swojego roszczenia wobec obcokrajowca. Zaufanie konsumentów zostałoby zwiększone, gdyby jako jeden z elementów pakietu informacji, udostępnianych przed zawarciem umowy, konsument otrzymał wyczerpujące informacje na temat zasad funkcjonowania systemu przedstawicieli ds. roszczeń, jego zastosowania i korzyści dla poszkodowanego.
Kolejną istotną kwestią podniesioną przez posła sprawozdawcę jest obowiązkowy charakter ubezpieczenia od ochrony prawnej we wszystkich państwach członkowskich. Popieram stanowisko posła sprawozdawcy, iż utrzymanie obecnie istniejącego systemu o dobrowolnym charakterze jest rozwiązaniem właściwym. W tym przypadku wzrost zaufania konsumentów byłby niewielki w odniesieniu do wzrostu kosztów samego ubezpieczenia, czy obciążeń w postaci opóźnień wynikających z sądowego rozstrzygania sporów, jakie konsument musiałby ponosić w przypadku systemu o obowiązkowym charakterze. Niezbędne jest natomiast podjęcie działań w celu podniesienia świadomości w kwestii dostępności ubezpieczenia od ochrony prawnej, w szczególności w nowych państwach członkowskich.
Ian Hudghton (Verts/ALE), in writing. − The Mladenov report gives an appropriate degree of prominence to consumer organisations in the evaluation of motor insurance. Consumer bodies do indeed have an important role to play in this area, alongside the EU’s institutions, Member States and the insurance industry itself.
Arlene McCarthy (PSE), in writing. − I would like to thank Mr Mladenov, our Committee rapporteur.
This report on aspects of motor vehicle insurance is a good example of how Europe is delivering practical and pragmatic benefits of EU membership for its citizens.
With 1.2 million road accidents in Europe every year, regrettably some citizens will be victims of a car accident, as a driver, passenger or pedestrian.
Yet many people are not aware that EU law exists to help resolve insurance claims without having to deal with a foreign insurance company in a foreign language.
This EU law exists to enable citizens to go home and get the claim settled quickly and easily in their own language.
The 4th Motor Insurance Directive also ensures assistance for accident victims by setting up information centres in each Member State.
As the law does not currently provide for compulsory cover for legal costs, citizens should consider the option of taking out legal protection insurance.
Of course, as the Parliament's rapporteur on mediation, I hope parties will use alternative dispute resolution to find a settlement to conflicts while avoiding the costs and delays of court proceedings.
It is with concrete, practical measures like this law that we can demonstrate Europe's value to our citizens.
Bernard Wojciechowski (IND/DEM), na piśmie. − W latach 2003–2005 około 17 tys. obywateli państw trzecich odesłano do innego państwa UE, aby tam rozpatrzono ich wniosek o udzielenie azylu. 12 proc. stanowiły wnioski osób, które już w przeszłości ubiegały się o azyl.
Obecnie szanse na uzyskanie azylu bardzo różnią się w poszczególnych krajach UE, co najlepiej widać na przykładzie Irakijczyków. W Niemczech mają 75 proc. szansy na otrzymanie azylu, w Grecji zaledwie 2 proc.
Zlikwidowanie zjawiska „krążących uchodźców”, wtórnej migracji i składania wniosków o azyl jednocześnie w różnych krajach poprzez wprowadzenie systemu, w którym jedno państwo członkowskie będzie odpowiedzialne za rozpatrywanie wniosków o udzielenie azylu, jest rozwiązaniem korzystnym dla UE.
Jan Andersson, Göran Färm, Anna Hedh, Inger Segelström och Åsa Westlund (PSE), skriftlig. − Skattebedrägerier orsakar stora ekonomiska förluster för medlemsstaterna och minskar möjligheterna att upprätthålla och utveckla kvalitén på de samhällstjänster vi finansierar gemensamt via skattsedeln.
Vi lade dock ned våra röster i slutomröstningen på grund av flera ändringsförslag där skattekonkurrens mellan medlemsstaterna ses som något positivt och där inställningen till skatteparadisens skadliga effekter för medlemsstaternas ekonomier tonas ned.
Vi valde också att rösta mot den skrivning i andra delen av punkt tre som ger en väl positiv bild av skatteharmonisering mellan medlemsländerna.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), par écrit. – J’ai voté la résolution du parlement européen prise sur le rapport d’initiative préparé par ma collègue Britannique Sharon Bowles et relatif à sur une stratégie coordonnée en vue d'améliorer la lutte contre la fraude fiscale, en réponse à un communication de la Commission sur le même sujet. Les recettes fiscales, c'est-à-dire le montant total des impôts et cotisations sociales obligatoires, ont représenté, en 2004, 39,3% du PIB dans l'Union européenne, soit 4 100 milliards d’euros. Très peu d'estimations sont disponibles quant à l'importance des impôts non collectés en raison de la fraude fiscale qui est estimée à plus ou moins 2 à 2,5% du PIB. Si la fiscalité relève de compétences nationales, la fraude fiscale constitue une entrave au bon fonctionnement du marché intérieur dans la mesure où elle entraîne des distorsions de concurrence entre les contribuables. Il n’est pas contestable que le combat de la fraude fiscale possède une dimension européenne, notamment, au plan international, par le phénomène de mondialisation de l'économie.
Ilda Figueiredo (GUE/NGL), por escrito. − Votámos contra esta resolução final, dado que a maioria do Parlamento Europeu escamoteia as verdadeiras causas da principal fraude fiscal - a existência de paraísos fiscais - apesar de, num ponto ou noutro, haver algumas propostas positivas que votámos favoravelmente .
Embora o relatório da Comissão Parlamentar contivesse algumas propostas positivas, designadamente referências explícitas aos paraísos fiscais e à sua responsabilidade maior na fraude e na erosão fiscal, o que reduz receitas públicas e diminui a capacidade dos Estados de pôr em prática políticas públicas de apoio social, na votação, em plenário, várias destas posições foram rejeitadas ou enfraquecidas.
A maioria política existente no Parlamento Europeu não quer verdadeiramente acabar com os paraísos fiscais que albergam as grandes fortunas e os lucros fabulosos das mais-valias bolsistas, dos diversos tráficos mais ou menos clandestinos. Querem alimentar um dos centros dos lucros escandalosos do capitalismo, mesmo que isso signifique menores ganhos para os Estados e menores possibilidades de resposta em políticas públicas ao serviço dos trabalhadores e das populações.
Bruno Gollnisch (NI), par écrit. – Monsieur le Président, mes chers collègues, le rapport de Mme Bowles est typique de cette assemblée: il propose des solutions à des problèmes qui n'existeraient pas sans l'Europe de Bruxelles, solutions qui de surcroît ne feraient qu'aggraver ces problèmes ou en créer de nouveaux.
En l'occurrence, les solutions proposées pour lutter contre la fraude fiscale consistent à réclamer une taxation dans le pays d'origine, avec la création d'une chambre de compensation qui ferait dépendre les recettes fiscales des États des transferts effectués par les autres États membres. Ou encore à facturer la TVA au taux de l'État membre importateur (au lieu de l'exonération actuelle) ou à appliquer le mécanisme de l'autoliquidation, propositions qui se solderaient, si elles étaient retenues, par des casse-têtes administratifs et fiscaux insolubles pour les entreprises. En outre, pour les administrations fiscales, l'accès direct aux données informatiques sur les contribuables des autres États membres serait généralisé. La fiscalité sur l'épargne et le droit pénal concernant les fraudes seraient uniformisés. Un certain nombre de taux réduits de TVA seraient supprimés.
Tout cela montre bien que le véritable objectif n'est pas tant de lutter contre la fraude, qui est un problème préoccupant et réel, mais bel et bien d'en finir avec la souveraineté fiscale des États membres.
Hélène Goudin och Nils Lundgren (IND/DEM), skriftlig. − Kampen mot skattebedrägerier är givetvis värd allt stöd. Vi har därför röstat ja till förslaget till betänkande i dess helhet, trots att det innehåller åtskilliga ogenomtänkta och omotiverade inslag. I punkt 3 står att för "att ett momssystem grundat på ”ursprungsprincipen” ska kunna fungera i praktiken måste skatterna mellan länderna harmoniseras så att skattekonkurrens kan undvikas". Vi vill inte stödja en sådan skrivning.
En harmonisering av moms och skattesystem mellan medlemsländerna är ett mycket farligt steg bort från nationellt självbestämmande på ett av politikens mest fundamentala områden. Europaparlamentet ska inte uttala sig på detta svepande sätt i en så viktig fråga.
Skattekonkurrens har också fördelar genom att länder kan gå före och utveckla effektivare skatter eller andra lösningar för att finansiera offentliga utgifter om de står fria från ogenomtänkta EU-bestämmelser.
Marian Harkin (ALDE), in writing. − I fully support the fight against fiscal fraud and recognise that there needs to be close cooperation between administrative authorities in each Member State and the Commission in order to achieve this.
However, I do not support the inference in the explanatory memo that the introduction of the CCCTB is in any way necessary to counter fiscal fraud. At this stage the CCCTB is only a technical proposition, there is no communication proposed and as such it is premature to suggest that it could help in the fight against fiscal fraud.
Bogusław Liberadzki (PSE), na piśmie. − Panie Przewodniczący, głosuję za przyjęciem sprawozdania w sprawie wniosku dotyczącego skoordynowanej strategii w celu poprawy walki z oszustwami podatkowymi (2008/2033(INI)).
Pani Sharon Bowles słusznie zauważa, że oszustwa podatkowe mają poważne konsekwencje dla budżetów krajowych. Prowadzą one do naruszania zasady sprawiedliwego opodatkowania i mogą zakłócać konkurencję.
Zakłócenia spowodowane przez nadużycia finansowe związane z VAT wpływają na ogólną równowagę systemu zasobów. Straty w zakresie VAT wynoszą według różnych źródeł 60–100 mld euro rocznie w całej Unii, co powoduje zwiększenie potrzeby pobierania od państw członkowskich zasobów własnych opartych na dochodzie narodowym brutto (DNB).
Zgadzam się więc z inicjatywą pani Bowles. Uważam, że należy zapobiegać zakłóceniom spowodowanym przez nadużycia finansowe związane z VAT. Aby zagwarantować sprawne funkcjonowanie Wspólnoty musimy dbać o sprawiedliwość i przejrzystość jej systemu zasobów.
Andreas Mölzer (NI), schriftlich. − In den letzten 10 Jahren reden wir um den heißen Brei herum und konnten uns noch immer nicht auf Methoden verständigen, mit denen wir dem Mehrwertsteuerbetrug – bei dem immerhin Steuern im Ausmaß von 2-2,5 % der Wirtschaftsleistung hinterzogen werden – wirksam einen Riegel vorschieben.
Das Reverse-Change-System klingt auf dem Papier ganz nett, scheint aber noch zu unausgegoren, weshalb nach wie vor einmal mehr hauptsächlich bessere Zusammenarbeit der Mitgliedstaaten eingefordert wird.
Gerade im Betrugsbereich haben wir einige Mitgliedstaaten, die mit besonderer Betrugsanfälligkeit und laxen Kontrollen auffallen, gleichzeitig herrscht inakzeptables Laissez-faire bei der Wiedereinziehung. Der Parlamentsbericht erscheint mir nicht aussagekräftig und bietet meines Erachtens auch keine neuen Lösungen an, weshalb ich mich der Stimme enthalten habe.
John Purvis (PPE-DE), in writing. − The UK Conservative delegation regrets that it is unable to support the report by Mrs Bowles. We recognise that tax fraud is a serious problem and that it needs to be tackled with great urgency, and in particular that a solution needs to be found to the so called "carousel" fraud in respect of VAT.
Nevertheless, the failure of the report to positively support tax competition and sovereignty; its unrealistic approach towards tax havens; and its lack of recognition of the direct link between high taxation and high levels of tax avoidance and evasion lead us to request that the European Union think very seriously before proposing tax measures that may only serve to create capital flight, discourage inward investment or indeed encourage even more fiscal fraud.
Eoin Ryan (UEN), i scríbhinn. − Táim sásta tacaíocht a thabhairt don tuarascáil seo a aithníonn an gá atá le straitéis a fhorbairt chun dul i ngleic le calaois chánach. Cé gur faoi inniúlacht na mBallstát don chuid is mó é na beartais éifeachtacha a chur i bhfeidhm tá comhoibriú ar leibhéal na hEorpa riachtanach. Ní ceart, áfach, ualach riaracháin díréirach a chur ar ghnó, go háirithe ar ghnóthais bheaga agus mheánmhéide agus i gcomhthéacs bheartas an Choimisiúin an ró-oifigiúlachas agus an t-ualach maorlathach a laghdú.
Thugas tacaíocht do leasú an údair a chuireann béim ar an tábhacht do ghéilleagar an Aontais Eorpaigh iomaíocht chóir a spreagadh i leith cánach. Tá díomá orm go ndearna an t-údar céanna tagairt do CCCTB sa mheabhrán mínithe. Níl dóthain staidéir déanta ar CCCTB chun a áitiú go mbeadh tionchar dearfach ag a leithéid de chóras cánach agus is dóigh go bhfuil níos mó fianaise ann gur a mhalairt a bheadh an cás. Bunaithe ar dhrochthuairimíocht atá an ráiteas seo agus ós rud é nach bhfuil sé ach sa mheabhrán mínithe ní féidir linn vótáil ar an ábhar seo. De thoradh sin, ba mhaith liom an deis seo a thapú mo dhíomá a chur in iúl agus agóid a dhéanamh ar an mbonn sin.