Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/2253(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0303/2008

Ingediende teksten :

A6-0303/2008

Debatten :

PV 22/09/2008 - 23
CRE 22/09/2008 - 23

Stemmingen :

PV 25/09/2008 - 7.4
CRE 25/09/2008 - 7.4
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0459

Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 22 september 2008 - Brussel Uitgave PB

23. Concentratie en pluralisme van de media in de Europese Unie (korte presentatie)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het verslag (A6-0303/2008) van Marianne Mikko, namens de Commissie cultuur en onderwijs, over concentratie en pluralisme van de media in de Europese Unie [2007/2253(INI)].

 
  
MPphoto
 

  Marianne Mikko, rapporteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, het aantal leden van de EU is sinds begin 2004 bijna verdubbeld. Een van de grootste uitdagingen van na de uitbreiding is ervoor te zorgen dat de normen voor de bescherming van de democratie en de basisvrijheden zo goed mogelijk op één lijn worden gebracht. Binnen deze context verwelkomt het verslag elk initiatief dat gericht is op de bescherming van de democratie en wil het duidelijk maken dat de media een invloedrijk politiek middel blijven, dat niet enkel in economische zin mag worden beschouwd.

Het verslag erkent het besluit van de Europese Commissie om het aan een consortium van drie Europese universiteiten over te laten om betrouwbare en onpartijdige indicatoren van mediapluriformiteit vast te stellen.

Dit verslag benadrukt bovendien het belang de toezicht- en uitvoeringssystemen in te stellen op basis van de aldus vastgestelde indicatoren. Het verslag erkent ook de voortdurende inspanningen van vertegenwoordigers van uitgevers en journalisten om een handvest voor mediavrijheid op te stellen. Tevens benadrukt het verslag de noodzaak van maatschappelijke en wettelijke garanties voor journalisten en redacteurs.

In het verslag wordt bepleit dat multinationale ondernemingen zich in elk land waar ze actief zijn, houden aan de goede praktijken voor redactionele en journalistieke vrijheid. Daarbij wordt met enige zorg aangetekend dat in de lidstaten die in 2004 en 2007 tot de EU zijn toegetreden, lagere normen worden gehanteerd.

De ontwikkeling en acceptatie van nieuwe technologieën heeft geleid tot de opkomst van nieuwe mediakanalen en nieuwe vormen van inhoud. De opkomst van nieuwe media heeft gezorgd voor meer dynamiek en diversiteit in het medialandschap. Het verslag bepleit echter wel een verantwoord gebruik van deze nieuwe kanalen.

Weblogs: ik begrijp de zorgen van webloggers, maar ik begrijp ze ook weer niet. Mijn komst in cyberspace heeft geleid tot een snelle reactie van een groot aantal weblogauteurs. Ik wil hier duidelijk stellen dat niemand erin geïnteresseerd is om het internet te reguleren. Daarom steun ik als rapporteur het compromis waarover in de PSE-, ALDE- en Verts/ALE-Fracties algemene overeenstemming is bereikt en dat het volgende onderstreept: ‘moedigt een open gedachtewisseling aan over alle onderwerpen met betrekking tot de status van weblogs’. Punt. Wij verblijven.

In het verslag worden de problemen van de drukkersbranche erkend, die de reclameopbrengsten ten dele ziet verschuiven naar het internet, maar er wordt tevens op gewezen dat het nieuwe commerciële medialandschap wordt gedomineerd door gevestigde publieke en private aanbieders van media-inhoud. Ook wordt het standpunt ingenomen dat de concentratie van media-eigendom een zodanig niveau begint te bereiken dat de pluriformiteit van de media niet langer gegarandeerd wordt door de krachten van de vrije markt. Dit is met name het geval in de nieuwe lidstaten.

Het verslag erkent dat de publiekrechtelijke media een fors en stabiel marktaandeel nodig hebben om aan hun opdracht te voldoen. Ook wordt erop gewezen dat in bepaalde markten de publiekrechtelijke media weliswaar een leidende deelnemer op de markt zijn, maar dat deze veelal lijden onder ontoereikende financiering en politieke druk.

Het verslag erkent de noodzaak om de mediageletterdheid in de EU te vergroten, beveelt aan mediageletterdheid op te nemen in de negen basisvaardigheden en steunt de ontwikkeling van een Europees kerncurriculum voor mediageletterdheid.

Nogmaals, het verslag verwelkomt elk initiatief dat gericht is op de bescherming van de democratie en wil duidelijk maken dat de media een invloedrijk politiek middel blijven, dat niet enkel in economische zin mag worden beschouwd. De vrijheid van meningsuiting is het sleutelbegrip van mijn verslag, en daar sta ik pal voor.

 
  
MPphoto
 

  Ján Figeľ, Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil allereerst mevrouw Mikko feliciteren met haar uitstekende verslag. De Commissie deelt veel van de standpunten die in dit verslag zijn verwoord. We zijn ervan overtuigd dat deze resolutie een heel positief signaal voor mediapluriformiteit afgeeft aan alle betrokken partijen, met inbegrip van de lidstaten en de Europese instellingen, inclusief de Commissie.

Bescherming van de democratie en van de pluriformiteit van uitingen is essentieel, zoals u hebt gezegd. We moeten een goed evenwicht bewaren tussen de doelstellingen van de diversiteit van uitingen in de media en het concurrentievermogen van de media. Eerdere intensieve raadplegingen hebben echter duidelijk gemaakt dat het politiek misplaatst zou zijn wanneer de Commissie en de Europese Unie de regels voor media-eigendom of de mediapluriformiteit zouden harmoniseren. Er valt hier eigenlijk veel te zeggen voor subsidiariteit. Een “one-size-fits-all”-maatregel of -model zou niet geschikt zijn voor de verscheidenheid aan situaties.

Dit is dan ook de reden waarom ik denk dat het een vergissing zou zijn de zeer levendige blogwereld te zeer te reguleren. Ik ben het desalniettemin met u eens dat websites in elk geval bepaalde wettelijke verplichtingen moeten respecteren die ook gelden voor de pers, zoals auteursrechten of het recht op weerwoord. Het lijkt ons een wenselijk doel sites met door gebruikers gegenereerde inhoud op gelijke voet te stellen met andere vormen van publieke meningsuiting. Omgekeerd lijkt het invoeren van een starre en speciale status voor weblogs contraproductief en in strijd met de ware geest van het internet.

De Commissie is het met het Parlement eens dat de mededingingsregels van de Europese Gemeenschap zelf slechts gedeeltelijk de pluriformiteit van de media kunnen waarborgen. Dit is precies de reden waarom artikel 21 van de EG-concentratieverordening de pluraliteit van de media als een gewettigd openbaar belang beschouwt. De lidstaten kunnen derhalve passende maatregelen nemen ter bescherming van de mediapluriformiteit door niet alleen de concentratieverordening, maar ook aanvullende regels ten uitvoer te leggen. Ze moeten echter wel het nationale en communautaire recht toepassen.

Met betrekking tot de mededingingsregels wil ik uw verklaring over het schadelijke karakter van de eigendomsconcentratie op de mediapluriformiteit echter enigszins nuanceren. De mediaondernemingen van Europa, met inbegrip van de geschreven pers, moeten sterk genoeg zijn om opgewassen te zijn tegen de concurrentie op mondiaal, internationaal niveau. We zijn tegen al te restrictieve regels inzake media-eigendom, die het concurrentievermogen van Europese ondernemingen zouden kunnen schaden. De situaties in de verschillende lidstaten zijn echter niet te vergelijken. Er is sprake van sterk uiteenlopende situaties.

Ik ben natuurlijk voor meer transparantie met betrekking tot de eigendom en ik ben ervoor dat het publiek beschikt over volledige informatie over de doelstellingen en de achtergrond van omroepen en uitgevers. Dit is een voorwaarde sine qua non om gezaghebbender en betrouwbaarder media te krijgen.

Zoals u in uw resolutie stelt, zijn publieke omroepen onontbeerlijk voor pluralisme in de media. De Commissie is daarom van mening dat hun publieke opdracht duidelijk moeten worden gespecificeerd en hun financiering moet worden gewaarborgd; anders is grote onzekerheid het gevolg.

Dames en heren, in dit opzicht zijn we het er allemaal over eens dat de vaststelling van de opdracht van publieke omroepen in principe een zaak is waar de lidstaten over beslissen, en niet de Commissie. De lidstaten beslissen ook over de wijze van financiering van de publieke omroepen, zoals is aangegeven in het Protocol van Amsterdam. In dit verband is de rol van de Commissie de verstoring van de mededinging tussen alle typen media te minimaliseren. De Commissie waardeert ook uw standpunt inzake gedragscodes en zelfregulering als instrumenten om mediapluriformiteit te steunen.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Het debat is gesloten.

De stemming vindt donderdag 25 september plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Κaterina Batzeli (PSE), schriftelijk. - (EL) Concentratie en pluralisme zullen in het middelpunt van de discussies op nationaal en communautair niveau blijven staan, daar de burger in de hedendaagse samenleving geïnformeerd wordt door de media en daar de beelden en woorden van ontvangen. In een dergelijke omgeving is de regeling en afbakening van de operationele grenzen en het optreden van de openbare en particuliere media het fundamentele doel Hoe dan ook moet ervoor worden gezorgd dat informatie niet wordt gemanipuleerd en niet wordt verbonden met de politieke macht, dat de media financieel onafhankelijk blijven, de financiering ervan transparant is en wordt gekeken naar de arbeidsomstandigheden van journalisten, evenals naar de kwaliteit en diversiteit van informatie.

Met deze “openstelling” van de democratische dialoog in de media kan zich een nieuw medium ontwikkelen: de blogs, waarmee de meningsuitwisseling een individueel karakter krijgt. Vaak mondt deze uitingsvorm uit in “collectief protest” als cruciale vraagstukken, zoals het milieu en de samenleving, in het geding zijn.

De zelfreguleringscodes kunnen in deze fase een toereikende grondslag zijn voor wederzijds respect van gebruikers en lezers, zonder dat paal en perk wordt gesteld aan eenieders recht van vrije meningsuiting en respons. De media en de internetfora voor informatie-uitwisseling breiden zich uit, worden geëvalueerd en geregeld, zonder dat daarbij echter het beginsel van democratische meningsuiting en deelneming en van de eerbiediging van de mensenrechten uit het oog wordt verloren.

 
  
MPphoto
 
 

  Ivo Belet (PPE-DE), schriftelijk. – Mediapluralisme ligt ons na aan het hart en we staan dan ook achter de grote principes van het verslag. Het is jammer dat we niet over alle punten overeenstemming hebben kunnen vinden.

We onderschrijven volop dat de openbare omroep de ruimte moet krijgen om haar rol te vervullen in een digitale, interactieve mediaomgeving, uiteraard in balans met de commerciële zenders.

Een open discussie over weblogs moet aangemoedigd worden. Weblogs en andere zogenaamde “user-generated content” dragen op een frisse manier bij tot een veelzijdig medialandschap en spelen een steeds grotere rol in nieuwsduiding.

De kwaliteit van een blog staat of valt echter met de auteur ervan en niet alle bloggers hebben even eerbare bedoelingen.

Opdat weblogs niet zouden verworden tot anonieme bronnen van laster, moeten we nadenken over hoe we omgaan met bijvoorbeeld privacy inbreuken of recht van weerwoord. Maar we mogen als Parlement absoluut niet te betuttelend optreden.

 
  
MPphoto
 
 

  Adam Bielan (UEN), schriftelijk. – (PL) Ik zou willen benadrukken dat het de taak is van de Europese Unie om te garanderen dat er in Europa een juist evenwicht bestaat tussen publieke en commerciële media. De inmenging in de inhoud van nieuwsberichten door de eigenaars van radio- en televisiezenders vormt een inbreuk op de democratische normen. Ik ben afkomstig uit een land waar de huidige regering de onafhankelijkheid van de media probeert te beknotten. Ik stel vast dat er een hele reeks maatregelen wordt getroffen om de publieke media ondergeschikt te maken aan de heersende elite.

Ik zou mijn steun willen uitspreken voor ieder initiatief dat erop gericht is de publieke massamedia te beschermen, aangezien zij een invloedrijk politiek instrument vormen. Publieke omroepen hebben extra bescherming nodig omdat ze vaak te kampen hebben met ontoereikende financiering en onder grote politieke druk staan, voornamelijk in de nieuwe lidstaten van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin (IND/DEM), schriftelijk. – (SV) De commissie cultuur en onderwijs van het Europees Parlement lijkt om werk verlegen te zitten; in haar ijver om vraagstukken te vinden waar ze zich mee kan bezighouden, schrijft ze verslagen waar de wereld heel goed zonder had gekund

Het verslag over concentratie en pluralisme in de media in de Europese Unie is daar een voorbeeld van. Dat is een eigen initiatief van de commissie, en de rapporteur heeft in haar oorspronkelijke verslag een vrijwilllige classificatie van blogs voorgesteld op basis van de professionele en financiële verantwoordelijkheid en belangen van de auteur en de uitgever. Er zijn vele bezwaren tegen een dergelijk idee, niet alleen wat betreft de uitvoerbaarheid, maar ook, wat nog belangrijker is, wat betreft de eventuele implicaties ervan voor de vrijheid van meningsuiting.

Hoewel het ontwerpverslag tijdens de behandeling in de commissie is geamendeerd, bevat het nog steeds veel onnodige en schadelijke elementen.

 
  
MPphoto
 
 

  Eija-Riitta Korhola (PPE-DE), schriftelijk. - (FI) Ik wil mevrouw Mikko bedanken voor haar verslag over pluralisme in de media. Een brandende vraag in de Europese samenleving is wat de rol en de invloed van de media is. De geschiedenis heeft ons geleerd dat concentratie van macht nooit goed is. De mens heeft altijd de ziekelijke neiging macht, in welke vorm dan ook, uit te oefenen en geconcentreerde macht maakt de hele samenleving ziek. Dit geldt ook voor de vierde macht: de media.

Een van de hoofdtaken van de Europese Unie is het waarborgen van mededinging op de interne markt. Waarom zou dat ook niet voor de media hoeven gelden? Het in het verslag gepresenteerde idee om mededingingswetgeving en mediawetgeving aan elkaar te koppelen om belangenconflicten te voorkomen tussen de concentratie van media-eigendom en andere vormen van macht in de samenleving, is gerechtvaardigd.

Desondanks ben ik meer bezorgd over de geschiktheid van de media als waakhond van wat goed is in de samenleving, omdat de belangstelling van de media steeds meer alleen naar winst uitgaat.

De kerk heeft het volk al lang niet meer met moraal gevoed. Dit wordt nu gedaan door een bepaald soort pers die leeft van zonde, schaamte en veroordeling. Op een slimme manier weet dit type journalistiek de bewondering voor immoraliteit met buitengewone bekrompenheid te combineren tot een winstgevende handel: provoceer, veroordeel en maak winst.

“Want uit uw woorden zult gij gerechtvaardigd worden, en uit uw woorden zult gij veroordeeld worden.” Deze woorden toonden een goede kennis van de menselijke geest aan. Wanneer stellen de media zichzelf de vraag of zij met hun activiteiten uiteindelijk meer slechts dan goeds in de maatschappij bereiken?

 
  
MPphoto
 
 

  Ramona Nicole Mănescu (ALDE), schriftelijk. (RO) Pluralisme dient, daar zijn we het allemaal over eens, een vitaal element te zijn voor wat betreft de massamedia. Als vitaal element dient het te worden ondersteund en, middels goedkeuring van het Mikko-rapport, is een belangrijke stap gezet in die richting.

De noodzaak van een evenwichtige massamedia-markt dient te worden erkend en ondersteund op het niveau van de lidstaten, en deze moeten zich ervoor inspannen, zowel apart als samen, om de Europese burgers de mogelijkheid van een juiste en gevarieerde informatie te bieden.

Culturele diversiteit alsmede de voortdurend toenemende noodzaak van integratie van de migrantenpopulatie en van minderheden, toegevoegd aan het belang van een goede informatievoorziening van de actieve bevolking, zijn terug te vinden als prioriteitsredenen voor het maken van een boek voor de vrijheid van de media. Derhalve steun ik vol overtuiging de EP-aanbeveling om de openbare mediadiensten te steunen in de richting van een alternatieve informatievoorziening ten opzichte van die welke uitsluitend op commerciële criteria is gebaseerd.

De noodzaak dat de Europese burgers hun rechten en plichten actief zullen invullen, om geïnformeerd te zijn en in staat om de wijze waarop zij geïnformeerd worden te begrijpen en te bekritiseren, moet de leidraad zijn voor iedere in de toekomst aan te nemen maatregel, zowel door de Europese instellingen als die van iedere lidstaat afzonderlijk.

 
  
MPphoto
 
 

  Toomas Savi (ALDE), schriftelijk. (EN) Het verslag van Marianne Mikko weerspiegelt heel goed de algemene tendensen in de media in de Europese Unie en noemt in punt 35 een uiterst belangrijk aspect met betrekking tot de dienstverlening van de publieke omroepen.

Om voldoende mediapluriformiteit en -diversiteit te behouden moeten publieke omroeporganisaties ook programma's aanbieden die misschien niet de hoogste kijkcijfers of reclame-inkomsten opleveren. Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat als een publieke omroep extreem populair wordt bij het volk en winstgevend wordt voor de staat, hij helemaal geen publieke omroep hoeft te zijn.

Het doel van de publieke omroep is ook te voorzien in de uiteenlopende behoeften en interessen van de mensen, die niet altijd behoren tot het weinig veeleisende publiek van commerciële omroepen die geneigd zijn met de grote stroom mee te gaan. De publieke omroepen in de Europese Unie mogen nicheprogramma's van hoge kwaliteit niet verwaarlozen om te concurreren met commerciële omroepen.

Een van de beginselen van het bieden van openbare goederen is solidariteit. Publieke omroepen moeten ook solidair zijn met kijkers met een meer veeleisende of kritischere smaak.

 
  
MPphoto
 
 

  Inger Segelström (PSE), schriftelijk. (EN) Het verslag gaat over een belangrijk onderwerp, mediadiversiteit, dat een belangrijk element is in de bescherming van de democratie en het recht van burgers op toegang tot betrouwbare en onafhankelijke media. Landen waar economische, religieuze of politieke belangen de media beheersen, hebben moeite hun burgers een verscheidenheid aan manieren te bieden om informatie te vergaren. Dit leidt tot grote beperkingen van hun vermogen om informatie op te nemen en vrije en onafhankelijke verkiezingen te waarborgen.

In het Europees Parlement stemmen we nu over een verslag over deze belangrijke kwesties. Wij Zweedse sociaal-democraten hadden echt gehoopt dat we voor dit verslag zouden kunnen stemmen. Zoals het er vandaag voor staat, doen we dat niet. Het bereikte compromisvoorstel bevat veel nuttige elementen, maar er blijven een aantal ambiguïteiten, vooral rond kwesties die de status van weblogauteurs betreffen. We willen er niet toe bijdragen dat het Europees Parlement het schrijven van een weblog vergelijkt met de traditionele media door vragen op te werpen over de status van weblogs en discussies erover voor te stellen, zoals wordt voorgesteld. Dit is voor andere groepen niet nodig, dus waarom wel voor weblogauteurs? We delen, met veel weblogauteurs, echter de mening dat schendingen en smaad op weblogs evenzeer strafbaar zijn als in andere media. We stemmen daarom tegen dit verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Strož (GUE/NGL), schriftelijk. - (CS) Het initiatiefverslag over de concentratie en het pluralisme van de media in de Europese Unie is uiterst belangrijk en ook hard nodig. Het geeft een vlijmscherp beeld van hoe het er al vele jaren in de Tsjechische Republiek aan toe gaat. Ik wil u hier met name wijzen op twee aspecten waarover het verslag terecht kritisch is en die rechtgezet dienen te worden. Allereerst is er de bijna volledige concentratie van de dagbladen in handen van buitenlandse en om precies te zijn, Duitse, ondernemingen waarvan de economische en politieke belangen onweerlegbaar indruisen tegen die van de Tsjechische republiek. Vooral het pluralisme en de onafhankelijkheid van de media zijn het slachtoffer. In de Tsjechische Republiek zijn die een wassen neus, want in de praktijk van alledag zijn de media vooral een spreekbuis van sterk rechts georiënteerde opinies en zijn ze het slachtoffer van ongebreidelde manipulatie. En dan is er nog de publieke omroep. Die dient uitsluitend de belangen van de huidige rechtse regering. Het nieuws dat deze uitzendt en haar journalistieke werkwijze in het algemeen zijn dusdanig tendentieus dat de term “publiek” niet langer gerechtvaardigd is. Ik zou dan ook de organen en instellingen die zich bezighouden met de concentratie en het pluralisme van de media in de Europese Unie willen vragen om wat dit betreft extra aandacht te besteden aan de Tsjechische Republiek.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid