Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 24 september 2008 - Brussel Uitgave PB

9. Plechtige vergadering - Oecumenisch Patriarch Bartholomeos I
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Uwe heiligheid, patriarch Bartholomeos, het is ons een grote eer u welkom te mogen heten op deze plechtige vergadering van het Europees Parlement tijdens het Europees jaar van de interculturele dialoog 2008. De eerste gast die het Europees Parlement in het kader van dit Europees jaar toesprak, was de grootmoefti van Damascus, in januari jongstleden. Hij is afkomstig uit Syrië en heeft het woord tot ons gericht als boodschapper van een vreedzame islam.

Uwe heiligheid, u vertegenwoordigt het christelijk geloof, en opperrabbijn Jonathan Sacks zal het Europees Parlement in november in Straatsburg toespreken als vertegenwoordiger van het joodse geloof.

Aanhangers van deze drie godsdiensten – het christendom, het jodendom en de islam – leven al eeuwenlang naast elkaar, maar helaas niet altijd op vreedzame wijze. Zelfs vandaag nog zijn er, in het Midden-Oosten en elders, gebieden die gekenmerkt worden door spanningen tussen deze gemeenschappen.

Wij in het Europees Parlement steunen elke inspanning die wordt ondernomen om de vreedzame co-existentie van religies en culturen in het Midden-Oosten en elders ter wereld te bevorderen. Er zijn in het Midden-Oosten ook voorbeelden van religieuze verdraagzaamheid en harmonieuze betrekkingen tussen mensen van verschillende godsdiensten. Toen ik onlangs Syrië bezocht, was ik in de gelegenheid de geestelijk leiders van de diverse geloofsgemeenschappen te ontmoeten, en zij verzekerden mij dat de dialoog tussen religies en culturen in hun land geschraagd wordt door goede onderlinge betrekkingen.

De Europese Unie is een waardengemeenschap, en een van onze meest fundamentele waarden is de waardigheid die eigen is aan ieder mens. Godsdienstvrijheid is in dit opzicht een wezenlijk aspect van de menselijke waardigheid en gaat de bevoegdheden waarop overheden zich beroepen verre te boven. De scheiding van kerk en staat, die wij zo hoog in het vaandel dragen, waarborgt de vrijheid van geloofsgemeenschappen om hun interne aangelegenheden en hun externe betrekkingen zelf te regelen. Deze beginselen worden in het Verdrag van Lissabon, waarvan de inwerkingtreding ons zeer welkom zou zijn, nog eens bevestigd.

Het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel, dat zijn zetel heeft in de Phanar te Istanboel, is in de vierde eeuw na Christus gesticht en is voor 300 miljoen orthodoxe christenen over de hele wereld een belangrijk spiritueel centrum. ‘Phanar’ betekent ‘baken’ en u, uwe heiligheid, bent altijd een baken van verzoening en vrede geweest voor de gelovigen in de orthodoxe wereld en daarbuiten.

Tijdens de meest recente uitbreiding hebben zich landen bij de Europese Unie aangesloten waarvan het grootste deel van bevolking orthodox is, zoals Cyprus, Bulgarije en Roemenië, en Griekenland is al sinds 1981 lid van de EU. Wijlen paus Johannes Paulus II, die het Europees Parlement in 1988 heeft toegesproken, gebruikte de volgende metafoor om dit te beschrijven: hij zei dat Europa, nu de scheiding was opgeheven, weer met haar beide longen ademde. We zouden die metafoor vandaag opnieuw kunnen gebruiken om de rijkdom van de uitgebreide EU te beschrijven die de verschillende perspectieven van het westerse en het oosterse christendom met zich meebrengen.

Uwe heiligheid, wij danken u voor uw bezoek. U bent een van de zeer weinigen die het Europees Parlement voor een tweede maal toespreekt. U bent hier 1994 ook geweest, en wij zijn vereerd u opnieuw het woord te mogen verlenen ter gelegenheid van het Europees jaar van de interculturele dialoog. Wij verheugen ons op hetgeen u ons te zeggen heeft.

Gaat uw gang.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Zijne Heiligheid Oecumenisch Patriarch Bartholomeos I. − (EN) Uwe Excellentie, mijnheer de Voorzitter van het Europees Parlement, geachte afgevaardigden van het Europees Parlement, geachte gasten, beste vrienden, allereerst willen wij, met grote achting en respect, u de hartelijke groeten overbrengen van het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel, dat al vele tientallen jaren is gevestigd in het huidige Istanbul. In het bijzonder danken wij onze oude vriend, excellentie Hans-Gert Pöttering, Voorzitter van het Europees Parlement. Wij willen eveneens uiting geven aan onze oprechte waardering voor de buitengewone eer die ons te beurt valt om de plenaire zitting van het Europees Parlement - zoals de Voorzitter al zei - voor de tweede maal toe te mogen spreken, zeer zeker tijdens deze gelegenheid, nu wij het Europees Jaar van de interculturele dialoog vieren.

Ons Oecumenisch Patriarchaat kwijt zich als zuiver spirituele instelling van een daadwerkelijk mondiaal apostolaat dat tot doel heeft het bewustzijn van de mensheid te verhogen en uit te leggen dat wij mensen samen onder één dak wonen. In essentie is dit de betekenis van het woord “oecumenisch”; de oikoumene is de bewoonde wereld, de aarde die wordt gezien als een huis waarin alle volken, bloedverwantschappen, stammen en talen een plek hebben.

Zoals bekend, is de grondslag voor onze religieuze instelling gelegd in het midden van het axiale tijdperk, al vroeg in de geschiedenis van het christendom en ten tijde van de eerste volgelingen van Jezus Christus. Aangezien onze zetel - ons centrale instelling - tevens het centrum en de hoofdstad van het christelijke Romeinse rijk was, werd het bekend als “oecumenisch” en had het bepaalde rechten en plichten, die tot op de dag van vandaag voortbestaan. Een van de voornaamste taken was het uitdragen van de verlossende boodschap van het evangelie aan de wereld over de grenzen van het Romeinse Rijk heen. Vóór het tijdperk van de ontdekkingsreizen dachten de meeste beschavingen dat de wereld was opgedeeld in twee verblijven: een “binnen” en een “buiten”. De wereld werd in tweeën gesplitst: in de ene hemisfeer was sprake van beschaving en daarbuiten vierde barbarisme hoogtij. De geschiedenis toont ons wat de bittere gevolgen van deze vervreemding tussen mensen waren.

Vandaag de dag hebben we de technische middelen om boven de grenzen van onze eigen cultuur uit te stijgen, maar we blijven de vreselijke gevolgen van de verdeeldheid onder de mensen zien. Stammenstrijd, fundamentalisme en phyletisme – een vorm van extreem nationalisme waarin geen rekening wordt gehouden met de rechten van de medemens – staan op de steeds langer wordende lijst van wreedheden waarmee onze “beschaving” in twijfel wordt getrokken.

Ondanks de golven van handel en migratie, ondanks de expansie van volkeren, de religieuze omwentelingen en oplevingen en de grote geopolitieke veranderingen, heeft het afbreken van het star, monolitisch zelfbegrip van de afgelopen eeuwen nog steeds geen veilige haven bereikt. Het Oecumenisch Patriarchaat heeft door de eeuwen heen de golven van de geschiedenis bevaren en woelige baren en stille wateren getrotseerd. Gedurende twintig eeuwen was het Oecumenisch Patriarchaat een lichtbaken voor de mensheid en de christelijke kerk, tijdens de Pax Romana, de Pax Christiana, de Pax Islamica en de Pax Ottomanica (tijdperken die allemaal werden gekenmerkt door culturele botsingen, conflicten en complete oorlog). Dankzij deze eeuwenlange ervaring met het bevaren van de diepe wateren van de geschiedenis zijn wij in staat de hedendaagse wereld een tijdloze boodschap aan te bieden, een boodschap van eeuwig durende menselijke waardigheid.

Vandaag de dag gaat de oecumenische reikwijdte van ons Patriarchaat veel verder dan de grenzen van onze fysieke aanwezigheid op het schiereiland dat Europa en Azië verbindt, de stad waar we sinds onze oprichting al zeventien eeuwen lang gevestigd zijn. Ons aantal is gering, maar wij hebben een ervaring van onschatbare waarde, en die ervaring brengt ons bijeen op deze belangrijke bijeenkomst. Wij zijn hier om met ons allen te delen in die ervaring, want het is noodzakelijk de interculturele dialoog te erkennen, die een hoogstaand hedendaags ideaal is voor de hedendaagse wereld.

U hebt het zelf gezegd - met de woorden van dit hooggeachte Parlement: “Voor de essentie van het Europees project is het van belang dat de middelen voor de interculturele dialoog en de dialoog tussen de burgers wordt aangereikt, teneinde de eerbied voor culturele diversiteit te versterken en te leren omgaan met de complexe realiteit van onze samenlevingen en het naast elkaar bestaan van verschillende culturele identiteiten en geloofsovertuigingen” (Beschikking Nr. 1983/2006/EG). We scharen ons graag in alle bescheidenheid achter dit nobele standpunt, net als wij vorig jaar hebben gedaan toen wij de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa in Straatsburg toespraken: “Dialoog is noodzakelijk, eerst en vooral omdat dialoog inherent is aan de aard van elke mens”.

Dit is de voornaamste boodschap die wij u vandaag ter overdenking willen meegeven: die interculturele dialoog ligt ten grondslag aan het mens zijn, want geen enkele cultuur van de menselijke familie omvat alle mensen. Zonder deze dialoog monden de verschillen tussen de mensen uit in een objectivering van de 'ander' en leiden ze tot misbruik, conflicten en vervolgingen, tot een collectieve zelfmoord, want uiteindelijk zijn wij samen één mensheid. Wanneer deze onderlinge verschillen ons echter ertoe aanzetten elkaar te ontmoeten, en wanneer tijdens die ontmoeting dan een dialoog wordt gevoerd, dan is er sprake van wederzijds begrip en waardering – van liefde zelfs.

In de afgelopen vijftig jaar heeft de mensheid op het gebied van de technologische ontwikkeling sprongen gemaakt waar onze voorouders niet van durfden dromen. Velen vertrouwden erop dat deze vorm van vooruitgang de verdeeldheid onder de mensen ongedaan zou maken, dat wij dankzij onze successen boven de fundamentele realiteit van onze morele en – laten we zeggen - spirituele toestand zouden kunnen uitstijgen. Toch hebben wij, ondanks alle voordelen en al het technisch vernuft – vernuft dat onze antropologische slimheid de loef lijkt af te steken – nog altijd te maken met universele plagen als honger, dorst, oorlog, vervolging, onrecht, ellende, intolerantie, fanatisme en vooroordelen.

Deze cirkel lijkt niet doorbroken te kunnen worden en daarom mag de betekenis van het Europees project niet worden onderschat. De Europese Unie heeft een stempel op de geschiedenis gedrukt door zich in te spannen voor een vreedzaam en productief samenleven van natiestaten die minder dan zeventig jaar geleden nog in een bloedig conflict verwikkeld waren, een conflict dat de nalatenschap van Europa voor eeuwig had kunnen verwoesten.

Hier in deze grote vergaderzaal van het Europees Parlement probeert u banden te smeden tussen staten en politieke partijen en verzoening tot stand te brengen tussen mensen. U erkent daarmee het belang van de interculturele dialoog, in het bijzonder in een fase van de Europese geschiedenis waarin zich, in alle landen en langs alle maatschappelijke scheidslijnen, veranderingen voltrekken. Conflictgolven, economische zekerheid en economische kansen hebben volkeren over de hele aarde in beweging gebracht. Mensen van verschillende culturele, etnische, religieuze en nationale herkomst moeten daarom dicht naast elkaar leven. Soms sluiten deze volkeren zich af van het grotere geheel en leven ze afgezonderd van de maatschappij. Hoe het ook moge zijn, als we met elkaar een dialoog aangaan, mag deze dialoog niet slechts een academische exercitie zijn in het uitspreken van wederzijdse waardering.

Om effectief te zijn en wezenlijke veranderingen in de mens teweeg te brengen mag een dialoog niet gebaseerd zijn op “onderwerp” en “lijdend voorwerp”. De waardering voor de “ander” moet onomstotelijk zijn, zonder objectivering, zodat elke partij in haar hele wezen wordt begrepen.

Voor de orthodoxe christenen is de icoon - of de afbeelding - niet slechts een esthetisch symbool van menselijk kunnen, maar tevens een tastbare verwijzing naar de eeuwige waarheid. Op ieder schilderij – of dit nu een religieuze afbeelding is of niet – wordt, hoe talentvol de kunstenaar ook moge zijn, het onderwerp tweedimensionaal weergegeven. Voor orthodoxe christenen is een icoon niet zomaar een religieuze afbeelding – en het is niet per definitie een religieus voorwerp. Het is een onderwerp waarmee de aanschouwer en de devoot via het zintuig van het zicht een woordeloze dialoog tot stand brengt. Als een orthodoxe christen oog in oog staat met een icoon, komt er een verbinding tot stand met de persoon die op de icoon wordt afgebeeld. Hoe zeer zou dan onze ontmoetingen met levende iconen – met mensen die naar Gods beeld en gelijkenis zijn geschapen – tot een dergelijk verbond moeten leiden!

Om te bereiken dat onze dialoog meer inhoudt dan alleen culturele uitwisseling, moet een beter begrip worden gewekt van het feit dat wij volledig van elkaar afhankelijk zijn. Dit geldt niet alleen voor staten en politieke en economische spelers, maar ook voor mensen. Dat moet het uitgangspunt zijn ongeacht ras, religie, taal, etnische afkomst, nationaliteit, en ongeacht het referentiekader dat we hanteren om onszelf en onze identiteit te definiëren. Is het mogelijk om in een wereld met miljarden mensen te spreken van onderlinge verbondenheid?

Het is inderdaad onmogelijk om je verbonden te voelen met iedere mens op aarde; dat is alleen weggelegd voor het Goddelijke. Het universum kan echter wel gezien worden als een ruimte die wij allen delen, een bestaansvlak dat de realiteit van iedere mens omvat, een ecosysteem waar wij allen deel van uitmaken.

Het Oecumenisch Patriarchaat voelt zich verantwoordelijk voor het “huis”, voor de oikos van de wereld en voor allen die daar wonen. Het strijdt al tientallen jaren voor het milieu en vraagt aandacht voor de ecologische crises in de hele wereld. Wij dragen deze boodschap uit zonder enig eigen belang. Zoals u allen weet, is ons Patriarchaat geen “nationale” kerk, maar eerder de canonicale uitdrukking van de oecumenische dimensie van de evangelische boodschap en van de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid voor het leven binnen de Kerk. Dit is dieper liggende reden waarom de kerkvaders en kerkraden gekozen hebben voor de naam ‘oecumenisch’. De liefdevolle zorg van de Kerk van Constantinopel gaat ieder linguïstische, culturele, etnische en zelf religieuze achtergrond te boven, omdat zij voor alle volken bedoeld is. Ondanks het feit dat het Oecumenisch Patriarchaat net als iedere ander instelling wortelt in een bepaald tijdvak, transcendeert ze de historische categorieën in de eeuwige missie van dienstbaarheid die ze sinds 1700 jaar vervult.

In onze strijd voor het milieu hebben we tot op heden zeven wetenschappelijke symposia gesponsord, waarop de meest uiteenlopende vakgebieden zijn behandeld. Ons initiatief ontsprong op het eiland dat de mensheid de Apocalyps, het boek Openbaringen, heeft gegeven: het eiland Patmos in de Egeïsche Zee. Het was in de Egeïsche zee dat wij in 1995 begonnen met een ambitieus programma voor de integratie van de huidige wetenschappelijke kennis van oceanen in de spirituele benadering van water, en met name oceanen, binnen de wereldgodsdiensten. Na Patmos in 1995 zijn we de Donau, de Adriatische Zee, de Oostzee, de Amazone, de Noordelijke IJszee (afgelopen september) opgegaan, en nu maken we plannen om volgend jaar zowel de Nijl in Egypte als de Mississippi rivier in de Verenigde Staten te bevaren.

We streven niet alleen naar een constante dialoog over praktische doeleinden, maar ook naar een dialoog die het bewustzijn van de mens verhoogt. Al zoekende naar oplossingen voor ecologische problemen en crises maken we de deelnemers er bewust van dat zij onderdeel zijn van een groter geheel. Wij willen de hele ecosfeer van het menselijk bestaan omarmen, niet om het te controleren, maar veeleer als medereiziger op de weg naar groei en verbetering. Zoals de apostel Paulus - wiens 2000 jaar oude nalatenschap zowel de orthodoxe als de rooms-katholieke kerk dit jaar vieren - in één van zijn beroemdste geschriften, zijn Brief aan de Romeinen, zei: “Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt.”

Ieder ecosysteem op deze planeet is, net als iedere natie, per definitie gebonden aan een plaats. De monding van een rivier is niet gelijk aan een toendra en een savanne is geen woestijn. Ieder ecosysteem heeft echter, net als iedere cultuur, een invloedssfeer die tot ver over haar natuurlijke – en in het geval van cultuur, “nationale” – grenzen heen reikt. Wanneer we inzien dat ieder ecosysteem deel uit maakt van die ene ecosfeer, waarbinnen alle levende wezens op aarde wonen, dan krijgen we vat op de onderlinge verbondenheid, op de krachtige onderlinge banden tussen al het leven en op onze waarachtige onderlinge afhankelijkheid. Zonder dat inzicht stevenen we af op milieumoord, op de zelfvernietiging van de ene ecosfeer die al het menselijk bestaan voedt.

Daarom zijn wij hier vandaag bij u, om het Jaar van de interculturele dialoog onder de aandacht te brengen, om parabolen van de natuurlijke wereld te vertellen en de transcenderende menselijke waarden te benadrukken. Het Oecumenisch Patriarchaat heeft eeuwenlang als een relatief klein ecosysteem binnen een veel grotere cultuur bestaan. Staat u ons toe om uit die lange ervaring te putten en het meest praktische aspect naar voren te brengen dat de interculturele dialoog kan doen welslagen.

Het voornaamste en belangrijkste is dat de rechten van de minderheid binnen een grotere meerderheid worden gerespecteerd. Waar en wanneer de rechten van de minderheid worden gerespecteerd, is de maatschappij meestal rechtvaardig en tolerant. In iedere cultuur zal er altijd een dominante factor aanwezig zijn, of die nu gebaseerd is op afkomst, religie of iets anders. Segmentering is onvermijdelijk in onze door verscheidenheid gekenmerkte wereld. Waar we vanaf willen is versnippering! Een maatschappij die is gebouwd op uitsluiting en onderdrukking kan geen stand houden. Of, in de woorden van de goddelijke Vredesprins Jezus Christus: “Indien een koninkrijk verdeeld is en zich tegen zichzelf keert, kan dat koninkrijk niet staande blijven; en iedere stad of ieder huis dat verdeeld is en zich tegen zichzelf keert, gaat vroeg of laat ten onder”.

Wij raden iedereen aan te erkennen dat pas als het volledig tot ons door is gedrongen dat wij allen de ecosfeer van het menselijk bestaan delen, wij in staat zullen zijn om het “anders zijn” van de mensen om ons heen - meerderheid of minderheid – het hoofd te bieden en de diepe verwantschap van de menselijke familie te voelen. Dan zien we de vreemdeling in ons midden niet als een vreemd wezen, maar als een broeder of zuster uit de menselijke familie, uit Gods familie. De Heilige Paulus zet de alomvattende menselijke relatie en broederschap met mooie woorden en bondig uiteen in zijn rede tot de inwoners van Athene in de eerste eeuw.

Daarom moet Europa Turkije in zijn project opnemen en moet Turkije de interculturele dialoog en verdraagzaamheid versterken, als het toegelaten wil worden tot het Europees project. Europa mag geen enkele verdraagzame en respectvolle religie als vreemd beschouwen. De wereldgodsdiensten kunnen net als het Europese project zo machtig zijn dat ze boven nationalisme en zelfs nihilisme en fundamentalisme kunnen uitstijgen, mits ze hun volgelingen voorhouden wat de mensen verbindt en een dialoog mogelijk maken over wat ons verdeelt.

In ons land, Turkije, voelen wij beiderzijds dat een nieuwe, economische en commerciële partner welkom zou zijn, maar wij voelen ook twijfels over de vraag of een overwegend islamitisch land als gelijke toegelaten zal worden. Echter, in Europa wonen miljoenen moslims die uit alle delen van de wereld en om allerlei redenen hier naartoe zijn gekomen, net zoals er in Europa nog talloze joden zouden wonen, indien de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog niet hadden plaatsgevonden.

Sterker nog, Europa moet niet alleen niet-christenen ontmoeten maar ook christenen, christenen die niet tot katholieken of protestanten gerekend kunnen worden. De wereld aanschouwt het wonder van de wederopkomst van de orthodoxe kerk in Oost-Europa na de val van het IJzeren Gordijn. Het uiteenvallen van Oost-Europa heeft op veel plaatsen tot versnippering geleid. Geen enkel centrum houdt stand en het is zelfs lastig om vast te stellen waar het centrum ligt. In dit proces van wederopbouw van natiestaten is het orthodoxe christelijke geloof opnieuw omhoog gekomen en uitgestegen boven de economische factoren; het heeft een status bereikt die twintig jaar geleden niet voor mogelijk was gehouden.

Eén van de belangrijkste taken van ons Oecumenisch Patriarchaat is het proces van groei en ontwikkeling dat zich voltrekt in de traditioneel orthodoxe landen te ondersteunen door vast te houden aan de canonicale regels van de wereldwijde orthodoxe kerk met een kwart miljard volgelingen over de hele wereld. Beste vrienden wij willen u mededelen dat komende maand, oktober, op onze uitnodiging, de leiders van de orthodoxe patriarchaten en van de autocephale kerken in Instanbul bij elkaar zullen komen om gezamenlijke problemen te bespreken en de panorthodoxe band en onderlinge samenwerking te versterken. Tegelijkertijd vieren wij ook het feit dat tweeduizend jaar geleden de heilige Paulus, de apostel van de volken, werd geboren.

Op dit moment zijn wij vol vreugde en enthousiasme in de stad (Istanbul) bezig met de voorbereidingen van de festiviteiten in het kader van de Europese Culturele Hoofdstad 2010. De stad heeft een lange geschiedenis en was altijd een kruispunt waar mensen samen kwamen en een plek waar mensen met verschillende religies en uit diverse culturen samenleefden. Vorige week waren wij aanwezig bij een lunch die de premier van Turkije aanbood ter ere van de premier van Spanje. Zoals bekend steunen beiden de Alliantie der Beschavingen die onder de vlag van de Verenigde Naties vaart. We hebben geluisterd naar hun prachtige toespraken, die geheel in het teken stonden van de tolerante geest die zich door de geschiedenis heen in onze stad heeft ontwikkeld.

En nu, beste vrienden, wil ik afsluiten in het Frans ter ere van het Franse voorzitterschap, en omdat u deze week – aanstaande vrijdag, dacht ik – de Europese Dag van de Talen viert.

(FR) Mijnheer de Voorzitter van het Europees Parlement, dames en heren, de Oecumenisch Patriarch bevestigt nogmaals dat hij van plan is met al zijn krachten te ijveren voor vrede en welvaart in de Europese Unie. Wij zijn bereid om samen met u deel te nemen aan andere constructieve dialogen, zoals deze van vandaag, en luisteren aandachtig naar de huidige problemen.

Het is in deze geest dat ons patriarchaat al vijfentwintig jaar lang een inhoudelijke dialoog nastreeft en cultiveert met de islam en het judaïsme. Wij hebben reeds tal van bilaterale en trilaterale bijeenkomsten belegd. In dit kader zullen wij begin november in Athene voor de twaalfde keer onze academische dialoog met de islam hervatten.

Naast deze uitwisselingen zetten wij de theologische dialoog voort met de rooms-katholieke, anglicaanse, lutherse, gereformeerde en oude oosterse kerken, waaronder de Armeense en de koptische kerk. In de maand oktober hebben wij de gelegenheid, of liever het voorrecht, om op uitnodiging van de paus het woord te voeren tijdens de twaalfde gewone Bisschoppensynode in het Vaticaan.

Hiermee hoop ik te hebben aangetoond dat het oecumenisch patriarchaat bijzonder actief is op het gebied van de oecumenische dialoog en op die manier tracht bij te dragen aan enerzijds de totstandkoming van verzoening, vrede, solidariteit en een betere verstandhouding tussen de volkeren en anderzijds de bestrijding van terrorisme, haat en alle vormen van kwaad.

Ik dank u van harte voor deze unieke kans om hier vandaag voor de tweede maal de plenaire vergadering toe te mogen spreken. Ik smeek God om eindeloze genade en bid Hem al uw goede daden te zegenen.

Staat u mij toe dat ik vanaf dit verheven spreekgestoelte mijn beste wensen overbreng aan de moslims overal ter wereld aan de vooravond van het grote ramadanfeest en aan alle joden ter wereld ter gelegenheid van het ophanden zijnde Rosj Hasjana-feest. Wij zijn broeders en zusters, kinderen van dezelfde hemelse Vader, en op deze wonderbaarlijke planeet, waarvoor wij allen verantwoordelijk zijn, is plaats voor iedereen. Er is echter geen plaats voor oorlog en al evenmin voor mensen die elkaar doden.

Nogmaals hartelijk dank voor de grote eer en het voorrecht om u hier vandaag te mogen toespreken.

(Staand applaus)

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Uwe heiligheid, met deze staande ovatie geeft het Europees Parlement uiting aan zijn grote waardering voor uw toespraak. U heeft gesproken over Pax, over vrede voor het menselijke ras en de schepping. In vrede vindt de eerbiediging van de menselijke waardigheid haar culminatiepunt.

We hoeven het niet eens te zijn met elk geloof dat er bestaat, en we hoeven niet elke opvatting over te nemen. Wat we echter wel moeten doen, is onze medemensen respecteren. Het is dit respect dat de kern vormt van de menselijke waardigheid, en de kern van verdraagzaamheid.

In die geest willen wij u nogmaals onze grote dank betuigen voor uw bijdrage aan het Europees jaar van de interculturele dialoog, een belangrijke bijdrage, die bevorderlijk is voor het begrip tussen de mensen op ons continent en in de wereld, en voor verzoening, vrede en vrijheid.

Hartelijk dank, uwe heiligheid.

(Applaus)

 
  
  

VOORZITTER: LUIGI COCILOVO
Ondervoorzitter

 
Juridische mededeling - Privacybeleid