De Voorzitter. – Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over de situatie van het globaal financieel systeem en zijn effecten op de Europese economie.
Jean-Pierre Jouyet, fungerend voorzitter van de Raad. − (FR) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, wij zijn getuige van het eind van een tijdperk. In de komende jaren zal de internationale financiële wereld er heel anders uit gaan zien dan wij gewend zijn. Wij moeten het hoofd bieden niet alleen aan een Amerikaanse crisis, maar aan een crisis in het hele internationale financiële systeem, die geen enkel regio in de wereld zal sparen.
Er gingen al jaren stemmen op tegen het groeiende gebrek aan evenwicht in de financiële sector, stemmen waarmee het onredelijke risiconiveau waaraan tal van actoren zich blootstelden, het relatieve onvermogen van de financiële controleurs om toezicht te houden op een snelle invoering van steeds complexere financiële producten en - zoals de commissaris ongetwijfeld ook zal signaleren - een in sommige gevallen al te hartstochtelijke begeerte naar geld en goederen aan de kaak werden gesteld. De resultaten spreken voor zich. De Amerikaanse financiële sector is in beroering en de autoriteiten van de VS moeten steeds harder ingrijpen om een systeemcrisis te voorkomen. Sinds de jaren dertig ondervinden Europa en de rest van de wereld de gevolgen van deze weergaloze crisis.
Het Franse voorzitterschap is ervan overtuigd dat door de ontwikkelingen van de laatste dagen een economisch en financieel sterk en verenigd Europa nog noodzakelijker is geworden. Om te beginnen moeten wij onmiddellijk paal en perk stellen aan de financiële turbulentie. De Economische en Monetaire Unie beschikt met de Europese Centrale Bank over een sterke centrale bank die erin is geslaagd om op een moment van maximale spanning snel, doortastend en efficiënt in te grijpen, in nauwe samenwerking met de andere grote centrale banken. Dat is een belangrijke troef in deze woelige tijden. Daarom moeten wij blijk geven van waardering voor het optreden van de Europese Centrale Bank. Zij staat gereed om in te grijpen in om het even welke omstandigheden.
Aangezien de turbulentie de voorbije dagen heftiger is geworden, hebben de marktregulerende instanties in de meeste lidstaten beslist om, net zoals de Amerikaanse autoriteiten, een tijdelijk verbod in te stellen op verkopen vanuit een ongedekte positie. Dit is een noodmaatregel, die echter goed van pas komt omdat daarmee de spanning op de markten kan worden afgebouwd.
Op dit ogenblik zijn wij niet voornemens om het soort initiatieven ten uitvoer te leggen dat de federale overheid van de VS zopas heeft aangekondigd met betrekking tot een grootschalige terugkoop van “toxische” producten die in het bezit zijn van financiële actoren. De verklaringen van commissaris Almunia ter zake waren derhalve volkomen terecht.
Het financiële systeem van de Unie houdt over het geheel genomen stand, en daarom is het niet nodig dat wij dergelijke maatregelen nemen. Wij moeten echter waakzaam blijven en mogen niets uitsluiten in naam van welke ideologie dan ook. Realisme en pragmatisme moeten boven alles komen. Indien nodig moeten wij alle beschikbare middelen aanwenden om het hoofd te bieden aan eventuele systeemrisico’s.
De noodmaatregelen die worden uitgevaardigd door de centrale banken en de regelgevers zijn weliswaar van vitaal belang, maar toch zijn alle deskundigen het erover eens dat zij niet volstaan om de crisis te bezweren. Daarom moeten de Europeanen hun verantwoordelijkheid nemen en ingrijpen op de gebieden die onder hun bevoegdheid vallen.
Wij moeten oplossingen aandragen voor de economische vertraging. Dat is het doel van de gezamenlijke Europese aanpak die de ministers van Economische Zaken en Financiën tijdens de informele Raad van Nice hebben goedgekeurd. Meer in het bijzonder hebben de ministers samen met de Commissie en de president van de Europese Centrale Bank besloten om de automatische begrotingsstabilisatoren in lidstaten met de nodige speelruimte vrij spel te geven.
Bovendien hebben zij hun goedkeuring gehecht aan een financieringsplan voor het Europese MKB in het kader waarvan de Europese Investeringsbank tot 2011 30 miljard euro beschikbaar zal stellen. Hiermee wordt belangrijke steun gegeven aan de activiteiten van de sector, want ofschoon de financiële crisis in Europa minder ernstig is dan in Amerika, zijn de risico’s voor de reële economie hier paradoxaal genoeg even groot of misschien zelfs groter dan in de Verenigde Staten. In de context van een stabiel financieel systeem en solide banken kunnen deze laatste zich er immers toe genoodzaakt zien hun eigen positie te verbeteren door te besluiten de kosten van leningen voor met name het MKB te verlagen of te verhogen. Daarom moesten voor het MKB rechtstreekse maatregelen worden genomen.
Ook ons financiële systeem is aan hervorming toe. Die hervorming moet berusten op twee hoofdpijlers. Ten eerste zijn er dringend maatregelen op wetgevings- en regelgevingsgebied nodig om de transparantie van het financiële systeem te herstellen en de actoren ter verantwoording te roepen. Met het oog daarop hebben de ministers op 13 september 2008 blijk gegeven van hun vastbeslotenheid om de tenuitvoerlegging van de in 2007 aangenomen routekaart te bespoedigen, teneinde een antwoord te bieden op de eerste tekenen van de financiële crisis. Deze routekaart voorziet in vier hoofdmaatregelen waarmee de financiële turbulentie moet worden aangepakt: transparantie, prudentiële regels, waardering van activa en werking van de markten, met inbegrip van ratingbureaus.
Nu is het tijd om maatregelen te nemen met betrekking tot het toezicht op ratingbureaus, tot de herziening van de door banken uitgevoerde controles en de aanpassing van de boekhoudstandaarden, die op financieel gebied ongetwijfeld een procyclische rol hebben gespeeld. Dit is een van de hoofdprioriteiten van het Franse voorzitterschap. Wij zullen over deze kwestie van gedachten wisselen tijdens de volgende Europese Raad. Naar ik vermoed – en de commissaris kan dit bevestigen – zal de Commissie spoedig voorstellen om de sinds 2006 van kracht zijnde richtlijnen inzake kapitaalvereisten te wijzigen.
Die exercitie zal plaatsvinden in het kader van de op diverse terreinen lopende werkzaamheden waarmee een antwoord moet worden gevonden op de financiële turbulentie en waarvan uiteraard ook de recente aanbevelingen van het Forum voor financiële stabiliteit deel uitmaken. Ik ben er zeker van dat de Commissie deze voorstellen zo spoedig mogelijk zal indienen en wij rekenen erop dat het Parlement vóór het einde van deze zittingsperiode over deze dringende kwesties in eerste lezing overeenstemming zal bereiken met de Raad.
Wij verwachten ook dat de Commissie over enkele weken een voorstel zal indienen betreffende de ratingbureaus, waarmee zal worden tegemoetgekomen aan het verzoek van de Raad van ministers van Economische Zaken en Financiën van juli 2008. Ook in dit geval reken ik op de bereidheid van het Parlement om te proberen zo spoedig een akkoord over dit ambitieuze voorstel te bereiken.
Verder neem ik met voldoening nota van het besluit om een werkgroep op te richten voor de bestudering van de manier waarop bij prudentieel toezicht op banken en verzekeringsmaatschappijen rekening kan worden gehouden met het cyclische karakter van de ontwikkelingen, inzonderheid met betrekking tot het kapitaal. Hieruit moeten ook concrete maatregelen voortvloeien.
Dit zijn de hoofdbestanddelen van de hervorming van de financiële sector. Waarschijnlijk zullen zij moeten worden aangevuld met andere initiatieven naarmate het Europese debat over de financiële crisis vordert. In dit kader is voor het Parlement een belangrijke rol weggelegd. Het voorzitterschap heeft dan ook met enorme belangstelling nota genomen van zijn recente bijdragen. Ik denk daarbij met name aan de hefboomfondsen of hedge funds, waarvan sommige deskundigen beweren dat ze het volgende slachtoffer van de crisis zullen zijn. Een ander voorbeeld wordt, zoals ik al zei, gevormd door de boekhoudstandaarden en zeker ook de salarissen in de financiële sector. Van deze kwesties moet onverwijld werk worden gemaakt.
Ik heb sommige Europese leiders horen zeggen dat wij moeten volharden in een laisser-faire-aanpak en dat er geen regelgeving nodig is. Dat is fout. Erger nog, het zou een aanslag zijn op de stabiliteit van het financiële systeem; het zou een aanslag zijn op het gezond verstand. Ik zeg dit ronduit: als er moet worden nagedacht over regelgeving inzake hefboomfondsen, moet de Europese Unie dat doen. Wij moeten ons bezinnen op de transparantie van risico’s, op de controlebevoegdheden van regelgevers en op de salarissen in dat soort instellingen.
De tweede hoofdpijler heeft betrekking op de versterking van het financiële toezicht. De ministers van Financiën hebben hun voldoening uitgesproken over het akkoord dat de Europese comités van regelgevers hebben bereikt over de harmonisatie van de vereisten voor overdracht van gegevens door Europese banken aan toezichthoudende autoriteiten, waarbij de termijn is vastgesteld op 2012. Dit zijn de eerste belangrijke resultaten, maar er moeten er nog andere volgen. De ministers hebben afgesproken om hun inspanningen voor een betere coördinatie van de controle en het toezicht op de financiële actoren voort te zetten. Het voorzitterschap zal samenwerken met het Parlement en de Commissie om de integratie van het toezicht en de prudentiële controle op groepen die steeds meer grensoverschrijdend opereren te versterken. De Unie moet een doeltreffender en beter geïntegreerd controlesysteem ten uitvoer leggen om beter het hoofd te kunnen bieden aan financiële crises.
Dames en heren, Frankrijk bekleedt het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in een periode van grote beroering. In deze moeilijke omstandigheden zijn wij ons ten volle bewust van onze verantwoordelijkheden. Het is tijd om belangrijke beslissingen te nemen met betrekking tot de organisatie en de rol van ons financiële systeem en de plaats ervan in de Europese economie. Het financiële systeem moet ook in de toekomst ten dienste staan van de financiering van bedrijven en particulieren.
De Unie heeft de laatste maanden niet stilgezeten. Daarom kan het voorzitterschap zich verlaten op de studies en werkzaamheden die de Commissie op dit gebied heeft verricht, en op het werk van tal van deskundigen, onder wie de heer Ricol in Frankrijk.
De Europese Raad van oktober biedt een gelegenheid om strenge Europese richtsnoeren vast te stellen: dat is ons streefdoel. Het heeft uiteraard geen zin dat Europa op eigen houtje handelt. De Unie moet proactief optreden en een nieuwe internationale samenwerking op gang brengen, zoals president Sarkozy gisteren in de Verenigde Naties zei. Wij stellen tevens voor om nog voor het einde van het jaar een internationale bijeenkomst te beleggen met de G-8 en hun financiële regelgevers. Doel is om een eerste aanzet te geven tot de nieuwe beginselen en de nieuwe internationale regelgeving die ten grondslag moeten liggen aan de herschikking van het internationale financiële systeem.
Met dit initiatief pleit de Unie voor een nieuw en evenwichtig wereldbestuur. Het Europese en internationale antwoord moet gericht zijn op de korte, middellange en lange termijn. Op de korte termijn zijn noodmaatregelen nodig; op de middellange termijn dringt zich een herziening van onze wetgeving op; en op de lange termijn moeten wij ons meer in het algemeen bezinnen op de rol van ons economisch systeem bij het bevorderen van de groei en de werkgelegenheid en de voortzetting van de structurele hervormingen, die absoluut noodzakelijk blijven.
Tot hier de informatie die ik u vandaag wilde verstrekken.
Joaquín Almunia, lid van de Commissie. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, de reeks gebeurtenissen die we het afgelopen jaar, en met name in de afgelopen paar dagen, op de financiële markten hebben kunnen waarnemen, waren van een omvang die alles heeft overtroffen wat we tot nu toe in ons leven hebben meegemaakt. Velen geloven - en ik ben het met hen eens - dat dit de aanzet zal zijn tot belangrijke veranderingen in het functioneren van het internationaal financieel systeem.
Sinds het begin van de crisis in augustus 2007 zijn de bekendgemaakte verliezen opgelopen tot meer dan 500 miljard dollar, een bedrag dat gelijk is aan het BBP van een land als Zweden, en helaas wordt het uiteindelijke bedrag nog hoger geschat.
De versnelling van de bekendgemaakte verliezen in de VS gedurende de afgelopen paar weken en de daaropvolgende afname van het vertrouwen van investeerders heeft meerdere grote financiële instellingen op de rand van de afgrond gebracht. In de gevallen waar de instorting van één van die instellingen een systeemrisico zou kunnen hebben betekend, dat wil zeggen het hele financiële systeem zou hebben ondermijnd, waren reddingsoperaties nodig.
Sommige van die reddingsoperaties kregen de vorm van overheidsingrijpen, zoals de maatregelen die werden uitgevoerd door het Amerikaanse ministerie van Financiën en de Federal Reserve om het faillissement van 's werelds grootste verzekeringsmaatschappij, AIG, te voorkomen, of dat van de hypotheekverstrekkers Fannie Mae en Freddie Mac, die samen garant staan voor de helft van alle hypotheken in de VS.
Andere reddingsoperaties geschiedden in de vorm van particuliere overnames, zoals de aankoop van investeringsbank Merrill Lynch door de Bank of America.
Voor anderen, zoals de investeringsbank Lehman Brothers of bijna vijfentwintig regionale Amerikaanse banken, was faillissement de enige mogelijke optie. Kortom, we zijn getuige geweest van een buitengewone transformatie van het Amerikaanse banklandschap.
Als gevolg hiervan hebben we een punt bereikt waarop het Amerikaanse financiële systeem te maken krijgt met een aanzienlijk vertrouwensprobleem. Op dit ogenblik is een reeks reddingsoperaties volgens de Amerikaanse autoriteiten niet meer het antwoord. Er is dringend behoefte aan een systeemoplossing.
Op de korte termijn hebben we allemaal een antwoord nodig dat het vertrouwen herstelt en de markten stabiliseert.
Het Amerikaanse plan dat afgelopen week door minister Paulson is aangekondigd, is een goed initiatief. Samengevat stelt de Amerikaanse minister van Financiën voor om een federaal fonds op te richten om de niet-liquide activa - de aan hypotheken gekoppelde effecten die de bron vormen van de problemen waar we nu mee te maken hebben - te verwijderen uit de balansen van de banken. Wanneer deze uit het systeem worden verwijderd, wordt de onzekerheid weggenomen en kan de markt zich weer op de basiszaken richten. Maar de details van dit voorstel moeten helder worden gedefinieerd, en snel, als dit plan moet slagen.
Ik moet hier bij zeggen dat we het over een Amerikaans plan hebben, dat is aangepast aan de omstandigheden in de VS waar, dit ter herinnering, de crisis begon en waar de financiële sector het zwaarst is getroffen. Maar we moeten allemaal nagaan waarom dit is gebeurd. We moeten allemaal omgaan met de gevolgen en reageren op de huidige situatie.
Hiertoe moeten we eerst begrijpen hoe het zover kon komen. De oorsprong van de chaos die we nu zien, ligt in het aanhoudend algemeen gebrek aan evenwicht in de wereldeconomie, waardoor een omgeving ontstond waarin liquiditeit in grote mate beschikbaar was en risicobeoordeling te wensen overliet.
De onderlinge verbondenheid van de mondiale financiële markten, het hoge niveau van kredietverstrekking en het gebruik van – slecht begrepen – innovatieve en complexe financiële technieken en instrumenten hebben er voor gezorgd dat deze risico's zich op ongeëvenaarde schaal konden verspreiden over het internationale financiële systeem.
Wat duidelijk is, is dat marktdeelnemers, maar ook regelgevers en toezichthouders, niet in staat waren om de risico's van deze situatie te doorgronden, en dus de gevolgen die we nu zien, te voorkomen.
Het is waar dat in de maanden voorafgaand aan de crisis, onder andere het IMF, de Europese Centrale Bank en de Commissie allemaal hebben gewaarschuwd voor de onderliggende risico's. We wisten dat de situatie onhoudbaar was, maar wat we niet konden weten, en wat niemand kon voorspellen, was hoe en wanneer de crisis zou worden ontketend door de stijgende wanbetalingen in de subprime-hypotheeksector, en hoe ernstig deze crisis zou zijn.
Nu zien we hoe het proces van de laatste paar jaar wordt omgedraaid en hoe het financieel systeem worstelt met de hieruit voortvloeiende noodzaak van herschikking van de schulden. Vanwege het uitzonderlijk hoge kredietverstrekkingsniveau en de schaal van koppelingen tussen risico's, blijkt dit ontwarringsproces bijzonder pijnlijk te zijn. Het gebrek aan transparantie in het systeem en het onvermogen van toezichthouders om een nauwkeurig en volledig beeld van de situatie te schetsen, heeft tot een dramatische daling van het vertrouwen geleid.
De financiële sector is het hardst getroffen omdat de nervositeit onder banken er toe heeft geleid dat de liquiditeit op de interbancaire leenmarkt opdroogde.
Meerdere belangrijke kredietmarkten blijven verstoord en onlangs is er een nieuwe vlucht naar kwaliteit onder investeerders uitgebroken, die vergezeld gaat van een steeds groter wordende spreiding tussen de opbrengst uit benchmark-obligaties en opbrengsten uit relatief riskante investeringen.
Dankzij het snel en gecoördineerd optreden van de centrale banken - waarbij de ECB een belangrijke rol heeft gespeeld - zijn we er in geslaagd om een ernstig liquiditeitstekort te voorkomen. Niettemin blijven de banken onder druk staan. De vertrouwenscrisis heeft een daling van activaprijzen veroorzaakt, waardoor de druk op de balansen van de banken nog groter is geworden. In combinatie met de situatie op de interbancaire markt is het voor banken moeilijk om te herkapitaliseren.
De situatie in Europa is minder dringend, en lidstaten zijn op dit moment niet van mening dat een plan zoals in de VS nodig is.
Op de middellange termijn gezien is het duidelijk dat er een uitgebreidere structurele reactie nodig is. De meest recente gebeurtenissen op de financiële markten hebben duidelijk gemaakt dat het huidige regulerings- en toezichtmodel nieuw leven moet worden ingeblazen.
Op de korte termijn moeten we snel de zwakheden in het huidige kader aanpakken, en in dit opzicht - en ik ben het volledig eens met het standpunt van de Raad - bevatten de Ecofin-routekaart met regelgevende maatregelen en de aanbevelingen van het Forum voor financiële stabiliteit alle benodigde elementen. Zoals u weet omvat dit concrete initiatieven voor grotere transparantie van investeerders, markten en regelgevers, herziene kapitaalvereisten voor bankgroepen en verduidelijking van de rol van ratingbureaus.
De werkzaamheden gaan door in de Commissie, en de Commissie zal spoedig, volgende week, komen met voorstellen voor een herziening van de richtlijn inzake kapitaalvereisten en naar ik hoop voor het eind van oktober met nieuwe wetgeving over ratingbureaus,. Gezien de recente ontwikkelingen zullen we waarschijnlijk echter ook andere aan het licht gekomen kwesties moeten onderzoeken.
We zullen blijven onderzoeken wat er nog meer kan worden gedaan om de financiële stabiliteit beter te waarborgen en de oorzaken van deze crisis te corrigeren. Wat dit betreft wil ik mij ook volledig aansluiten bij de woorden van waardering die het voorzitterschap van de Raad heeft uitgesproken met betrekking tot uw bijdragen.
Tot slot wil ik het hebben over de gevolgen van de crisis in de financiële sector voor de economie, de reële economie. Er kan geen twijfel over bestaan dat de gebeurtenissen in de financiële sector een negatieve invloed hebben op de reële economie. Deze gevolgen worden nog verergerd door de inflatiedruk tengevolge van de stijgende prijzen voor olie en andere grondstoffen en de ernstige correcties op de huizenmarkt in sommige lidstaten. Deze combinatie van schokken heeft directe gevolgen gehad voor de economische activiteit wegens de gestegen kosten en de negatieve welvaartsgevolgen, en indirect ook wegens een scherpe erosie van het economisch vertrouwen. Het resultaat is een afremming van de binnenlandse vraag op een moment waarop ook de buitenlandse vraag afneemt.
Toonaangevende indicatoren voor economische activiteit wijzen op een duidelijke afremming van de onderliggende groei, zowel in de EU als in de eurozone. Tegen deze achtergrond is de groei van het BBP voor dit jaar in onze laatste tussentijdse prognose behoorlijk naar beneden bijgesteld en staat nu op 1,4 procent in de EU en 1,3 procent in de eurozone. Tegelijkertijd is de inflatieprognose voor dit jaar naar boven bijgesteld: 3,8 procent in de EU en 3,6 procent in de eurozone. De inflatie zou zich echter op een omslagpunt kunnen bevinden, omdat de gevolgen van de recente stijgingen van energie- en voedselprijzen geleidelijk afnemen in de komende maanden. Dit zou mogelijk kunnen worden versterkt door een verdere neerwaartse correctie van de olie- en andere grondstofprijzen, hoewel dit nog te bezien valt.
In het geheel genomen blijven de economische situatie en de economische vooruitzichten ongewoon onzeker. De groeiverwachting blijft laag, terwijl de kans op inflatie hoog is. Nog onzekerder is de economische ontwikkeling volgend jaar, maar we verwachten wel dat de groei in zowel de EU als de eurozone volgend jaar betrekkelijk zwak zal zijn.
Hoe moeten we reageren op deze economische vertraging? Het beste antwoord is gebruik te maken van alle politieke instrumenten die we tot onze beschikking hebben.
Ten eerste moeten we in het begrotingsbeleid ons houden aan de begrotingsdiscipline en aan de regels van het Stabiliteits- en groeipact, en moeten we de automatische stabilisatoren hun rol laten spelen. In dit opzicht blijkt de hervorming van het pact in 2005 zeer nuttig te zijn geweest.
Ten tweede is een duidelijke verplichting tot het uitvoeren van de structurele hervormingen van de strategie van Lissabon en de nationale hervormingsprogramma's van essentieel belang om het vertrouwen van consumenten en investeerders op de korte termijn te stimuleren en de veerkracht en dynamiek van onze economieën op de lange termijn te verbeteren. Maatregelen om het concurrentievermogen te versterken in de detailhandel en op de energiemarkten en om de werking van onze arbeidsmarkten te verbeteren, zouden bijzonder waardevol zijn op dit moment.
Tot slot moet dringender dan ooit worden gezorgd voor verbeteringen van de regelgeving voor de financiële markt en voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Ecofin-routekaart, zoals ik zojuist al zei. Een effectieve en snelle oplossing voor de moeilijke uitdagingen waarvoor we staan, kan erg belangrijk zijn voor een sneller herstel van het vertrouwen dan wij verwachten en een sneller herstel van de schade aan onze economieën.
Op elk van deze beleidsterreinen zal ons optreden doelmatiger en effectiever zijn als we het coördineren op het niveau van de eurozone en de Europese Unie.
Het is onvermijdelijk dat we bij de lidstaten weerstand zullen moeten wegnemen om tot gemeenschappelijk optreden te kunnen besluiten. De consensus die we tijdens de laatste informele Ecofin-vergadering in Nice hebben bereikt, moet dan ook verder worden uitgediept en ontwikkeld.
De Europese landen staan voor gemeenschappelijke uitdagingen. We zullen deze uitdagingen het meest effectief aan kunnen pakken als we samenwerken bij het vinden van gemeenschappelijke oplossingen. In dit opzicht is de Economische en Monetaire Unie een groot goed en we moeten dan ook gebruik maken van de mogelijkheden die zij biedt voor versterkte coördinatie overeenkomstig de in ons EMU@10-verslag en onze mededeling van mei jongstleden uiteengezette lijnen.
Echter, de gebeurtenissen maken duidelijk dat intern Europees optreden niet voldoende is om de mondiale uitdagingen aan te gaan. We moeten het gemeenschappelijk extern optreden versterken in het Forum voor financiële stabiliteit, het Comité van Bazel, en de G-7, en wij moeten meer aandacht besteden aan de toekomstige rol van het Internationaal Monetair Fonds.
Als wij vooruit willen kijken moeten we nadenken over de vraag hoe we de toekomst van onze financiële stelsels en van het mondiaal beheer kunnen vormgeven. Daarbij is de rol van de Europese Unie van essentieel belang. Europa kan een drijvende kracht zijn achter meer mondiale coördinatie en Europa zou een leidende rol op zich moeten nemen in de internationale debatten hierover. Dit vereist echter op de eerste plaats dat de Europese landen onderling samenwerken en het eens worden over interne oplossingen.
Alexander Radwan, namens de PPE-DE-fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de commissaris, dames en heren, terwijl ik naar de verklaring van de commissaris aan het luisteren was, bekroop mij het gevoel dat ik in de verkeerde film terecht was gekomen. De commissaris benadrukte herhaaldelijk dat er snel maatregelen worden genomen. De enige die de afgelopen weken, maanden en jaren snel heeft gehandeld, was de markt, die telkens weer wordt genoemd in onze regelmatige debatten. Feit is dat de markt het probleem van de investeringsbanken heel snel zelf heeft geregeld. Wij waren niet in staat om zo snel te reageren.
We kunnen echter niet van ‘snel’ spreken als we kijken naar de Raad en met name de Commissie. Nu worden wij vriendelijk door Amerika uitgenodigd om ons deel te betalen. Daar wil ik op dit moment verder geen uitspraken over doen. We moeten eerst maar eens de ontwikkelingen volgen. Ik verwacht echter van de Raad – wat betreft de Commissie ben ik er niet zeker van of de Commissie-Barroso daartoe in staat is – dat hij er op zijn minst voor zorgt dat de weerstand van Amerika en Groot-Brittannië ten aanzien van de transparantie van de financiële markten wordt gebroken. Ik hoef u slechts te herinneren aan het Duitse voorzitterschap van de Raad, toen president Sarkozy en bondskanselier Merkel een initiatief presenteerden en de Commissie-Barroso achterover leunde en zei: “Sarkozy en Merkel, wie zijn dat eigenlijk?” en vervolgens niets deed.
‘Snel’ is werkelijk niet het juiste woord. Ik hoef u maar te herinneren aan Enron en Parmalat. Destijds heeft het Europees Parlement een verslag van de heer Katiforis aangenomen – ik was daarbij schaduwrapporteur – betreffende ratingbureaus. Dat was in 2003. Nu, oktober 2008, zal de Commissie wellicht een voorstel presenteren waarvan de IOSCO nu al zegt dat wij niet mogen afwijken van de regels van de Securities and Exchange Commissie en de VS, omdat anders het internationale financiële systeem wordt verstoord.
Europa moet wat dat betreft zijn eigen weg gaan! Daarom maakt het mij eigenlijk niets uit wat de SEC voorstelt, en als de Commissie eventueel dezelfde richting op gaat, mag ze haar borst wel nat maken. Wij moeten doen wat volgens ons juist is en Amerika kan ons dan daarin volgen. Tot zover mijn opmerkingen over de ratingbureaus.
Er is opgemerkt dat we de herziening van Basel II in één lezing moeten afhandelen. Ik hoop dat de vertegenwoordiger van de Raad nu luistert, want dat punt heeft hij aangehaald. Wij kunnen dit in één lezing doen als de Raad zijn verzet staakt tegen een Europees toezichtsregime. Het is beschamend wat de Raad tot dusver heeft bereikt via de nauwere samenwerking met de Europese toezichthoudende autoriteiten. Nice was gebaseerd op intergouvernementele samenwerking. In dat licht zou de Raad over zijn eigen schaduw heen moeten stappen en Europees moeten gaan denken.
Er is tevens gesproken over hedgefondsen, evenals over private equity. Commissaris McGreevy heeft deze week hier in het Parlement gezegd dat we niet overhaast te werk mogen gaan. We kunnen de heer McGreevy weliswaar veel verwijten, maar niet dat hij zich overhaast.
(Interrupties en applaus)
Ik heb de heer McCreevy regelmatig aangevallen als het ging om hedgefondsen en private equity. Wij moeten ervoor zorgen dat de Commissie nu adequate analyses presenteert en niet langer een ontkennende houding aanneemt. Het probleem ligt nu niet meer bij de heer McGreevy, maar bij de heer Barroso.
(Applaus)
Het zou mij deugd doen als wij Amerika nu eens duidelijk zouden maken dat de SEC – de Amerikaanse beurswaakhond – zijn eigen zaakjes eens op orde moet gaan brengen. Siemens wordt onderworpen aan uitgebreide onderzoeken, terwijl niemand naar de VS kijkt. Ik verwacht dat de Commissie en de Raad ervoor zorgen dat wij een Europese beleidskoers voor deze kwestie kunnen uitstippelen.
(Applaus)
Martin Schulz, namens de PSE-fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, wij hebben zeer aandachtig geluisterd naar de heer Radwan. De verkiezingsstrijd in Beieren werpt zijn schaduw vooruit. Ja, mijnheer Radwan, enkele van uw opmerkingen zijn zonder meer terecht. De markt heeft het zo geregeld, maar de rekening is nu voor de Amerikaanse belastingbetaler. De staat betaalt nu de prijs.
Wij zijn op dit moment niet alleen getuige van het faillissement van investeringsbanken en grote verzekeringsmaatschappijen; dit betekent namelijk ook het faillissement van een economische filosofie die ons al jarenlang wordt aangesmeerd, een filosofie die beweert dat in een zogenaamd moderne economie groei en welvaart worden gegenereerd door te speculeren, niet in de echte wereld. Welnu, dat systeem gaat nu failliet!
(Applaus)
Het verslag-Katiforis staat ons overigens nog helder voor de geest, mijnheer Radwan. U bent een behendige politicus, dat moet ik u meegeven. U staat aan de vooravond van de verkiezingen voor de Beierse Landdag aanstaande zondag. Veel succes! Degene die echter de rem op het verslag-Katiforis heeft gezet, was u! Dat kunnen wij ons ook nog heel goed herinneren.
Helaas is de heer McGreevy niet aanwezig. De heer Almunia heeft een heldere analyse gegeven. Commissaris Almunia, ik wil u verzoeken de heer McGreevy te informeren over de noodzakelijke maatregelen. Ik weet niet waar hij is. Wellicht is hij weer op de renbaan; vermoedelijk hebben de bookmakers het daar beter op orde dan de internationale financiële markten. Eén ding staat echter buiten kijf: wij verwachten van de Commissie dat ze alle maatregelen neemt die mogelijk en noodzakelijk zijn, en wel aan het eind van dit jaar of uiterlijk in het voorjaar.
Dit betekent onder andere dat er op korte termijn regels met betrekking tot de ratingbureaus moeten worden uitgevaardigd. Het is eveneens van vitaal belang dat bonussen bij banken worden losgekoppeld van speculatiewinsten. Dat is een zeer belangrijk punt. Als een manager weet dat hij 5 procent krijgt van een miljard winst uit speculaties, omdat zijn salaris is gekoppeld aan dat speculatieve miljard, dan is het niet meer dan menselijk dat hij hoe dan ook zal proberen dat miljard winst te bereiken, ten koste van wat dan ook, zelfs als daardoor tienduizenden banen verloren zullen gaan, zoals we de afgelopen decennia overal ter wereld hebben zien gebeuren.
Zonder met de ogen te knipperen, hebben managers – die wij hier als snelle jongens in de wandelgangen tegenkomen – complete ondernemingen, complete vestigingen ten ondergang gebracht, met alle sociale gevolgen van dien. De kosten van deze verwoestingen zijn opgelopen tot meer dan 700 miljard, die de Amerikaanse belastingbetaler nu moet investeren in de sanering van grote banken en verzekeringsmaatschappijen. Het bestuurlijk amateurisme in de VS blijkt wel uit het feit dat het zelfs in deze tijden van enorme crisis de grote ondernemingen zijn die worden gesaneerd, hetgeen de gewone belastingbetaler meer dan 700 miljard van de Amerikaanse begroting kost. Helaas komt het lot van deze gewone belastingbetalers, hun schulden en hypotheken, niet voor in het saneringsplan van de Amerikaanse regering. Daaruit blijkt nog eens duidelijk dat winsten worden geprivatiseerd, terwijl verliezen worden genationaliseerd. Daar moet een einde aan komen.
(Applaus)
We hebben het allemaal al kunnen horen tijdens het debat op maandag. Ik krijg bijna de indruk dat we lidmaatschapsformulieren kunnen uitdelen aan leden van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten: het lijkt wel alsof ze hun mening niet snel genoeg kunnen veranderen, waarbij ik moet opmerken dat de liberalen nog het ergst zijn.
Tijdens een debat in november jongstleden over de rol van de Europese Unie in de globalisering heb ik het volgende opgemerkt: “Het kapitalisme van het Wilde Westen, dat nu de financiële markten bepaalt en dat complete volkseconomieën bedreigt, waaronder de VS op dit moment, heeft internationale regels nodig. We hebben controle, transparantie en een inperking van de macht van de financiële markten nodig”. Daarop reageerde de voorzitter van de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa fractie met de volgende woorden: “Mister President, we have just heard the language of the past” – verhalen over vroeger. Vandaag is hij in ieder geval niet aanwezig tijdens het debat, en dat betekent al een hele kwalitatieve verbetering. Wat ik destijds echter heb gezegd, was geen language of the past. Meer dan ooit betekenen controle van en toezicht door de overheid op een gedereguleerde markt – die niets en niemand ontziet – de weg vooruit.
Daar zou ik graag nog iets aan willen toevoegen. Wij moeten uiteraard snel handelen, maar we moeten maatregelen nemen op een gebied dat mij en mijn collega’s hier in het Europees Parlement het meest na aan het hart ligt. De speculatiebel zal niet uiteen spatten: zelfs als we tijdelijk short posities verbieden, zullen ze terugkomen. Wat we ongetwijfeld ook weer terug zullen zien is dat investeerders wordt geadviseerd om te speculeren op de stijging van voedselprijzen. De voedselprijzen stijgen als er minder levensmiddelen zijn. Dat betekent dat degenen die belang hebben bij hoge voedselprijzen, ervoor moeten zorgen dat het voedselaanbod krimpt. Voedseltekort betekent echter honger in de wereld en als wij een systeem hebben dat ertoe leidt dat honger in een aantal regio’s ter wereld winst in andere regio’s oplevert, dan helpen ook 700 miljard dollar van een maatregelenpakket niet. Vroeg of laat zal dit systeem, met al zijn perversiteiten, bittere consequenties voor de gehele mensheid hebben.
We discussiëren hier daarom niet alleen over maatregelen die noodzakelijk zijn voor de korte termijn. Het gaat er met name om hoe we op de lange termijn een menselijke en sociale ontwikkeling van de mensheid kunnen veiligstellen.
Silvana Koch-Mehrin, namens de ALDE-fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, de mondiale financiële crisis heeft zich met onvoorziene gevolgen verspreid over de markten. Menigeen mag een gevoel van voldoening krijgen bij het zien van bankiers die van hun voetstuk vallen en hun baan verliezen. Dit is echter behoorlijk kortzichtig, want de echte verliezers zijn niet de bedrijfsbazen of de effectenhandelaren. Gewone gezinnen worden immers het hardst getroffen door de kredietcrisis en de kelderende waarde van aandelen en spaargeld. Hun financiële zekerheid schudt op zijn grondvesten, doordat hun spaargeld en pensioenen in gevaar komen.
Daarom is het van essentieel belang dat wij de financiële crisis evenals de oorzaken ervan grondig analyseren, zodat dit niet opnieuw gebeurt, en ik ben blij dat wij dat vandaag doen. De heer Schulz gebruikte zijn bijdrage om tegen de markten te ageren. Met de voorspellingen die hij in november jongstleden deed - en waar hij ons nog maar eens op attendeerde - krijgt hij een mogelijkheid om wat bij te verdienen als orakel. U zou echter ook moeten weten dat geld de motor van de markten is, niet gebakken lucht.
Het juiste antwoord op de huidige crisis is niet dat wij ons afwenden van zelfstandige ondernemingen. Ondernemers verschaffen arbeidsplaatsen en welvaart. Hebben de financiële markten inderdaad meer regulering nodig? Ludwig Erhard, de vader van het Duitse Wirtschaftswunder, heeft dit goed samengevat. Hij zei: “De overheid moet de spelregels voor de economie en het financiële systeem bepalen, maar net als een scheidsrechter, mag hij niet meespelen.” Dat betekent uiteraard wel dat overtredingen en het niet naleven van de regels bestraft moeten worden.
Regulering is noodzakelijk en goed om excessen te voorkomen, maar het is niet de markteconomie die schuldig is aan de crisis; dat zijn degenen die zich niet willen houden aan raamwerken en regels. Jarenlang hebben deskundigen al gewaarschuwd voor risicovolle leningen, ongedekte kredieten en een luchtbel die op uiteen spatten stond binnen de financiële en onroerendgoedmarkt. We hebben gemeenschappelijke, transparante regels voor heel Europa en voor de hele wereld nodig. Ja, we hebben internationale controle nodig, maar binnen redelijke perken. Niemand is er immers bij gebaat dat door meer regels de kapitaalstromen worden stilgelegd en een economische neergang wordt veroorzaakt.
Boven alles moeten wij het vertrouwen in een open en vrije markt herstellen. De economische stabiliteit van de burgers van Europa en de hele wereld is afhankelijk van de vraag of wij in staat blijken te zijn te handelen. De internationale financiële markten wachten echter niet op besluiten in Europa, en ze wachten evenmin op reacties van het Parlement daarop.
Mijnheer de commissaris, minister Jouyet, mijn fractie verwacht dat u snel, rationeel en adequaat handelt, en wel nu.
Eoin Ryan, namens de UEN-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de president van de Europese Centrale Bank, Jean-Claude Trichet, heeft onlangs gezegd dat wanneer de markten zich stabiliseren, we niet zullen terugkeren naar de normale gang van zaken maar in plaats daarvan een nieuwe werkelijkheid zullen ervaren.
Gezien de tekortkomingen en zwakheden van de markt en instellingen, die in het afgelopen jaar op verwoestende wijze aan het licht zijn gekomen, kunnen wij alleen maar blij zijn dat nu afstand wordt genomen van het misbruik en de fouten uit het verleden. De financiële crisis heeft een vreselijke paniek veroorzaakt, maar heeft ook duidelijk gemaakt dat de duistere dingen moeten worden weggewerkt en transparantie moet worden bewerkstelligd en wij als wetgevers moeten reguleren. Maar we moeten paniek voorkomen, want als we in paniek raken, zullen we slechte besluiten nemen.
In de VS worstelt men om een catastrofe te voorkomen, en het gevolg daarvan is dat zich nu radicale veranderingen in het landschap van de haute-finance voordoen. Onze instellingen zijn standvastiger gebleken dan die van de Verenigde Staten, en dat is ook begrijpelijk want de crisis is aan de andere kant van de Atlantische Oceaan begonnen. In bepaalde gevallen worden wij er echter aan herinnerd dat we geenszins onkwetsbaar zijn. Teneinde de stabiliteit van onze markten in de toekomst te waarborgen, moeten we structurele en systematische hervormingen doorvoeren en bereid zijn om snel te handelen. Wij kunnen drie dingen doen, of die zijn al gedaan. Ten eerste moeten wij hervormen, door bijvoorbeeld te waarborgen dat centrale banken een run op banken en financiële instellingen voorkomen, en op dit gebied is er al behoorlijk wat gebeurd. Ten tweede moeten de ministeries van Financiën de redenen voor deze runs wegnemen, namelijk de aanwezigheid van noodlijdende activa op de balansen van financiële instellingen. Tot slot is het cruciaal dat het financiële systeem wordt geherkapitaliseerd.
De eerste fasen van de crisis zijn achter de rug. Het kan nog even duren voordat de gevolgen voor het bankwezen en de politieke reactie op dit eerste trauma bekend zijn. Maar het is nu onze taak te waarborgen dat de nieuwe financiële werkelijkheid die aan het eind van deze crisis verrijst, sterk en gezond is. Hiertoe is het noodzakelijk de crisis bij de wortels aan te pakken door noodlijdende activa te verwijderen en de balansen op te schonen. Om uit dit crisismoeras te komen is het, voor een gezonde economie op zowel lokaal als mondiaal niveau, ook noodzakelijk te laten zien dat er voldoende kapitaal in het financiële systeem zit. Of dit nu afkomstig is uit particuliere of overheidsinjecties of een combinatie ervan is een andere vraag, maar het moet wel snel gebeuren.
We weten nog niet wat de volledige en blijvende gevolgen zullen zijn van deze mondiale financiële crisis en wat de gevolgen hiervan voor de Europese markten zullen zijn. Wat we wel weten is dat we overeind moeten blijven in deze crisis en er zeker van moeten zijn dat investeerders, markten en burgers worden beschermd in de uiteindelijke nieuwe werkelijkheid, en dat wij daarom onze hoofden koel moeten houden, zelfs in tijden van twijfel en chaos, en concrete stappen moeten nemen voor de uitvoering van structurele en systematische hervormingen om de gezondheid van ons Europese systeem en het financiële welzijn van burgers uit Europese landen en uit de hele wereld te kunnen beschermen.
Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie. – (FR) Mevrouw de Voorzitter, als de voornaamste Europese leiders wilden aantonen hoe diep de kloof is tussen hen en de Europese burgers, hoeven zij niet anders te reageren dan zij recentelijk hebben gedaan naar aanleiding van de financiële crisis, na de bijeenkomst van de ministers van Financiën van 14 september 2008.
Wat zijn de voornaamste maatregelen die zijn aangekondigd, los van de welkome maar absoluut ontoereikende verhoging van de leningen van de EIB aan kleine en middelgrote ondernemingen?
Ik kan ze in drie punten samenvatten. Ten eerste wil ik wat de hoop op een budgettaire impuls betreft Jean-Claude Juncker citeren: "Wij hebben de mogelijkheid van een Europees herstelplan volledig uitgesloten". Het Stabiliteitspact zal worden toegepast, van a tot z.
Ten tweede wil ik wat het aan de gang zijnde dereguleringsproces betreft Christine Lagarde citeren: "Wij mogen niet toestaan dat de structurele hervormingen ook maar enige vertraging oplopen. Alle maatregelen die de flexibiliteit van de economie vergroten, zijn goede maatregelen", en Jean-Claude Trichet: "Wij moeten de arbeidsmarkt en de markten voor goederen en diensten hervormen. De concurrentie moet meer speelruimte krijgen".
Ten slotte is er de vraag waarover iedereen zich het hoofd breekt: wie zal het gelag betalen? Ik citeer nogmaals Jean-Claude Trichet: "In het kader van het banktoezicht mogen geen al te hoge eisen worden gesteld aan kredietinstellingen", terwijl Jean-Claude Juncker verklaart: "Wij moeten al het mogelijke doen om te voorkomen dat de salarissen de pan uitrijzen".
Je krijgt zin om aan de financiële leiders de volgende boodschap over te brengen: stap eens uit uw luchtbel en probeer u te verplaatsen in de gewone mens, als ik zo vrij mag zijn om dat te zeggen. Aan de ene kant zien ze hoe de grote schatkistbewaarders hemel en aarde bewegen om de wereldwijd opererende jumbospeculanten ter wille te zijn – alleen al de ECB heeft 110 miljard euro vrijgemaakt – en aan de andere kant zijn de werknemers de dupe. Door voortdurend de markten gerust te willen stellen drijft u hele samenlevingen tot wanhoop.
De waarheid is dat zij, uit naam van het vrije verkeer van kapitaal en de beruchte openmarkteconomie met haar vrije mededinging, gezamenlijk diabolische mechanismen hebben gevoed waarover zij de controle verloren hebben. Er zij aan herinnerd dat de heer Trichet vijf maanden na het losbarsten van de subprime-crisis namens de tien grootste centrale banken van de wereld nog steeds verklaarde dat het ging om, ik citeer, gewone "marktcorrecties" en aankondigde dat we konden rekenen op, ik citeer nogmaals, "een solide groei, zelfs indien er een lichte vertraging optreedt". Drie maanden later spoorde hij de Commissie economische en monetaire zaken van het Parlement aan “de particuliere sector een kans te geven om zichzelf te reguleren". Wat een wijsheid! Een systeem dat zich zo zijn eigen creaties ziet ontglippen, verkeert in een existentiële crisis.
Om een verdere en dus nog pijnlijkere instorting te voorkomen moeten wij met het verleden durven te breken. In de eerste plaats moeten wij breken met het idee dat productiviteit gekoppeld is aan verlaging van de loonkosten en de sociale uitgaven. De tendens om het aandeel van de lonen in de toegevoegde waarde voortdurend te verlagen moet worden omgekeerd. Daar ligt de oorzaak van de inflatie niet, maar in het schandelijke optreden van de financiële operatoren.
Ten tweede moeten wij een einde maken aan onze volledige afhankelijkheid van de financiële markten om de economie te financieren, want zij financieren de economie niet langer, maar vergiftigen ze. Als kredietverlenende instantie is voor de Europese Centrale Bank een beslissende rol weggelegd, aangezien zij ervoor moet zorgen dat het geld terechtkomt bij de sociale economie, namelijk bij de economie die werkgelegenheid schept, belang hecht aan opleiding, bijdraagt aan openbare dienstverlening, duurzame productie waarborgt, nuttige diensten aanbiedt, voorziet in onderzoek en ontwikkeling, respect opbrengt voor overheidsbedrijven en het algemeen belang en samenwerking laat prevaleren boven economische oorlog.
Om die doelstelling te kunnen verwezenlijken is het evenwel noodzakelijk de missie van de Europese Centrale Bank te wijzigen. Zij moet banken herfinancieren tegen zeer uiteenlopende rentetarieven, al naargelang het gaat om leningen aan de net genoemde gezonde economie of om leningen ter financiering van ongezonde financiële operaties. In het eerste geval moet worden voorzien in zeer gunstige toegangsvoorwaarden en in het tweede geval moeten de voorwaarden mogelijke gegadigden afschrikken. Tegelijkertijd moeten de banken en de fondsen uiteraard worden onderworpen aan een strikte controle en dient een belasting op kapitaalverkeer te worden ingesteld. Verder moet ook een begin worden gemaakt met de hervorming van de internationale economische instellingen waartoe president Lula terecht heeft opgeroepen tijdens zijn recente toespraak voor de Verenigde Naties.
In de derde en laatste plaats moet er een einde komen aan de zelfvoldaanheid en arrogantie van een kleine elite die de burgers wijsmaakt dat de enige mogelijke keuze de hunne is. Als wij er tenminste in zouden slagen om over al deze problemen een ernstig debat te voeren en daarbij blijk te geven van een open geest en verantwoordelijkheidsbesef, dan zou de crisis toch iets hebben opgeleverd.
Hanne Dahl, namens de IND/DEM-Fractie – (DA) Mevrouw de Voorzitter, toen ik maandagochtend vroeg de autoradio aandeed op weg naar de luchthaven, werd in het eerste nieuwsbericht gemeld dat mijn bank zich in een ernstige financiële crisis bevindt. Gelukkig ben ik maar een kleine spaarder, dus verlies ik geen geld, maar de aandeelhouders zitten in zak en as. De wereldomvattende economische crisis heeft nu ook mijn kleine bank bereikt. De kern van het probleem is gelegen in de manier waarop de globalisering zich heeft ontwikkeld, niet in het minst door het recht van grensoverschrijdend vrij verkeer van kapitaal. Er wordt op een ongehoorde manier gespeculeerd met geen ander doel dan een klein aantal eigenaren in staat te stellen winst te maken. Deze transacties zijn alleen maar schadelijk voor de reële economie, precies zoals we momenteel ook zien, nu speculaties op de Amerikaanse huizenmarkt een internationale financiële crisis hebben veroorzaakt.
Daarom moet er een einde komen aan de gedachte dat het vrije verkeer van kapitaal de weg is naar ontwikkeling en welvaart. Dit vrij verkeer komt alleen ten goede aan speculanten en belastingontwijkers. Gewone burgers en mensen die in bedrijven willen investeren en de aan- en verkoop van goederen willen financieren, zullen er helemaal geen problemen mee hebben dat er controles zijn op wie grote sommen geld de grenzen over brengt en met welk doel. Controle op het kapitaalverkeer zou de democratie meer inzicht en mogelijkheden voor het uitoefenen van invloed geven.
Wat is dan de oplossing voor de huidige crisis? Een door belastingbetalers gefinancierd veiligheidsnet zal zonder twijfel leiden tot een toename van agressief en speculatief buitenlands beleid in de financiële sector en het slechtste van het kapitalisme naar boven halen. De banken moeten na krachs en crises zelf de rommel opruimen; dit is niet de taak van de centrale banken en dus de belastingbetalers. De Deense financieel adviseur Kim Valentin stelt een reddingsfonds voor dat door de banken zelf wordt gefinancierd. Van doorslaggevend belang is dat de banken zulke grote bedragen in het nieuwe fonds inleggen dat ze feitelijk een belang hebben om elkaar in de gaten te houden en in te grijpen als er een crisis dreigt, aangezien ze zelf voor de oplossing betalen.
Ik stel voor dat we de EU gebruiken om strikte regels vast te stellen voor de grootte van de reddingsfondsen van de banken. Daarmee zouden we ook tegemoetkomen aan hetgeen de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, zegt, die een wereldwijd, verantwoordelijk economisch beleid wenst. De banken moeten ophouden zich te gedragen als kinderen die nog nooit hebben geprobeerd te vallen en daarom niet weten dat ze zich ook kunnen bezeren.
Piia-Noora Kauppi (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben het niet eens met mijn collega's die de Commissie de schuld geven van het feit dat ze geen spijkers met koppen slaat. Ik denk dat de grootste fout die de Commissie kan maken, is denken dat meer regulering altijd het juiste antwoord is. Alle voorstellen van de Commissie moeten evenredig, evenwichtig en gericht zijn.
Ik ben redelijk tevreden over de manier waarop de Commissie tot nog toe heeft gereageerd, en ik blijf vol vertrouwen dat de Commissie alle juiste middelen in huis heeft om het regelgevend kader voor financiële diensten te verbeteren. Deze verbeteringen moeten in de eerste plaats worden gebaseerd op bestaande wetgeving en rechtsgrondslagen. Op de tweede plaats moet zachte wetgeving worden overwogen en tot slot, als wij zien dat op een andere manier geen verbeteringen mogelijk zijn, moeten wij ons richten op wettelijke, nieuwe regelgeving.
Mijns inziens heeft men soms de neiging te vergeten hoeveel we al hebben gedaan in Europa. Sinds 2000 hebben we onze wetgeving inzake financiële diensten grondig herzien, en we hebben al veel van de relevante regelgevingen geactualiseerd. We hebben een modern en geavanceerd wettelijk kader in Europa. Ik denk dat het de meeste mensen in Amerika het al volgen, dus ik vind niet dat we onze aanpak radicaal moeten veranderen.
Tot slot zou ik willen zeggen dat wij natuurlijk niet uit het oog mogen verliezen dat het toezichtskader niet zo goed is als het had kunnen zijn. We moeten op basis van de Ecofin-routekaart de manier waarop toezichthouders in Europa werken, verder ontwikkelen, maar we mogen ook de mondiale dimensie niet uit het oog verliezen. We moeten bedenken dat de financiële industrie waarschijnlijk de meest mondiale industrie ter wereld is, en we kunnen niet in een vacuüm handelen. We moeten bedenken dat we samen leven met de wereld om ons heen en dat we moeten proberen te zorgen voor normen, wederzijdse erkenning en convergentie met de actoren aan de overkant van de Atlantische Oceaan, omdat dit de manier is om op dit moment de concurrentie open te stellen. Ook moeten wij zeer goede regels hebben voor de bescherming van detailhandelklanten en de manier waarop de dingen zich daar ontwikkelen.
Dan nog een laatste opmerking over de ECB. Ik vind dat we de ECB moeten bedanken. De ECB heeft uitstekend werk verricht. De gevolgen voor de Europese economie, zowel in de financiële als reële economie, zouden veel ernstiger zijn zonder het goede optreden van de ECB ten behoeve van de liquiditeit. Ik ben van mening dat we de ECB hiermee mogen feliciteren.
Pervenche Berès (PSE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Jouyet – wij betreuren de afwezigheid van de bevoegde minister –, mijnheer de commissaris, de socialisten zijn voorstanders van de markt, maar zij weten dat er op elke markt eerlijke zakenlui zijn en dieven, en dat er derhalve politieagenten nodig zijn. Wij stellen met verwondering vast dat wie voorstelt om moderne politieagenten in te zetten om moderne dieven te pakken, plotseling van archaïsme wordt beticht.
Wij hebben een modern toezicht en een moderne regelgeving nodig. De kans is klein dat wij in dit verband overhaast te werk gaan en het risico lopen om een onbezonnen en al te haastige wetgeving à la Sarbanes-Oxley aan te nemen, aangezien er al meer dan een jaar verstreken is sinds het begin van de crisis. Toen commissaris McCreevy op 11 september 2007 de Commissie economische en monetaire zaken toesprak, stak hij een beschuldigende vinger uit naar de ratingbureaus, die daarmee in de rol van zondebok werden geduwd. Meer dan een jaar later ligt er nog steeds geen voorstel op tafel. Dat lijkt mij geen voorbeeld van “betere regelgeving”.
Dan is er de kwestie van de in oktober en december 2007 opgestelde routekaart. Ik heb de tekst hier voor me liggen en ik heb de behandelde punten afgevinkt, één voor één. Laten we eerlijk zijn, ten eerste is deze routekaart wellicht niet opgezet met het oog op de crisis die we thans doormaken, en ten tweede laat de eerbiediging van het tijdschema sterk te wensen over.
De Franse president kondigt ons een initiatief aan: hij zal de verantwoordelijken van de crisis aangeven en iedereen uit nodigen om rond de tafel te gaan zitten en van gedachten te wisselen. Maar waarover gaat hij van gedachten wisselen? Is hij voornemens om terug te keren naar de routekaart die is vastgesteld door het Forum voor financiële stabiliteit en die niemand ten uitvoer kan leggen omdat niemand in het forum over de nodige bevoegdheid beschikt?
Als eerste reactie op de crisis haastte hij zich echter naar Londen, in de herfst van 2007, om zijn fiat te geven aan de strategie van Gordon Brown en diens voorstel om een systeem voor vroegtijdige waarschuwing op te zetten in plaats van het reactievermogen van Europa te versterken, zoals de heer Barroso thans in Washington bepleit. Ik hoop dat de Commissievoorzitter zijn commissaris, de heer McCreevy, zal kunnen overtuigen, zodat Europa op het gebied van de regelgeving en het toezicht op de financiële markten maatregelen neemt die krachtig genoeg zijn om het hoofd te kunnen bieden aan de crisis.
(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)
(Opmerking van de heer Purvis op de achtergrond met betrekking tot de spreektijd)
De Voorzitter. – Neemt u mij niet kwalijk, ik heb mevrouw Kauppi onderbroken en ik heb mevrouw Berès onderbroken. Ik ben over het algemeen billijk, mijnheer Purvis.
Daniel Dăianu (ALDE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, geven we alleen hebzucht, euforie en goedkoop geld de schuld van deze puinhoop? Hoe zit het dan met de tekortkomingen van het originate-and-distributemodel, dat de systeemrisico's heeft vergroot? Hoe zit het met die kromme betalingsschema’s die in ethisch opzicht tekort schieten en roekeloosheid in het nemen van risico's hebben gestimuleerd? Hoe zit het met het label 'goede belegging' dat worden toegekend aan rommel? Hoe zit het met de belangenverstrengeling? Hoe zit het met de banken die zich inlaten met casinoachtige transacties? Hoe zit het met de 'schaduw'-banksector, met zijn extreme kredietverlening en speculatie? Waarom hebben beleidsmakers niet geleerd van eerdere crises, hoewel er stevige waarschuwingen zijn geuit? Denk maar aan wat Lamfalussy, Gramlich, Volcker en Buffett jaren geleden al zeiden.
Het argument dat regulering financiële innovatie verstikt, vind ik belachelijk. Niet alle financiële innovatie is gezond. Moet een zogenaamd internationaal Ponzi-stelsel, zoals dit zich gedurende de afgelopen tien jaar heeft kunnen ontwikkelen via toxische producten, worden getolereerd? De kwestie waar het hier om gaat is het gebrek aan goede regulering en toezicht, het verkeerde begrip van de financiële markten, de manier waarop deze markten werken en het bestaan van systeemrisico's. Een vrije markt is niet synoniem met een gedereguleerde markt. Correctie zal zeer pijnlijk zijn, vooral in de Verenigde Staten, maar Europa is niet immuun voor economische achteruitgang. De oplossingen mogen geen lappendeken zijn. U moet bedenken dat markten mondiaal zijn, en dus is internationale coördinatie nodig om het vertrouwen te herstellen.
(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken.)
VOORZITTER: LUIGI COCILOVO Ondervoorzitter
Roberts Zīle (UEN). – (LV) Ik denk dat we een bekend gezegde kunnen gebruiken om de situatie op de financiële markten te beschrijven: “Het feest is voorbij, dit is de ‘morning after’. Sommigen zullen rondlopen met een maag die van streek is, maar er zijn ook landen en sectoren zijn die zullen profiteren van deze extreem slechte situatie. Met andere woorden: er zijn ontwikkelde landen en sectoren die hun extra winsten aanwenden om hun energiebronnen te diversifiëren, hetgeen natuurlijk zal leiden tot een verschuiving van het politieke centrum en evenwicht in de wereld. Ik denk dat in Europa de kleine, nieuwe lidstaten in deze situatie het kwetsbaarst zijn. Een verkeerd structuur- en belastingbeleid in een tijd van hoge economische groei veroorzaakt nu - logischerwijs - in de meeste van deze landen economische en sociale dreigingen, en dat geldt onder andere voor mijn eigen land, Letland.
Het enorme volume aan particuliere leningen in euro’s van banken in de eurozone, de grote hoeveelheid geld in het bankwezen dat van niet-ingezetenen is, en de snelle groei in de richting van de Europese gemiddelde lonen in euro’s kunnen leiden tot een opwaardering van de nationale valuta. In dat geval kunnen de aflossingen aan de financiële instellingen in de eurozone op de lange termijn een nieuwe last voor burgers en bedrijven van die lidstaten worden. Als de bandbreedte van een nationale valuta ten opzichte van de euro wordt verbreed, kan de inflatie, die toch al hoog is, nog verder toenemen en zal de toetreding van nieuwe lidstaten tot de eurozone verder worden vertraagd.
Als het totale bedrag van de particuliere leningen in de betalingen aan de bank als percentage van het bbp in de dubbele cijfers terechtkomt, zullen de burgers van die landen niet optimistisch zijn. Integendeel: dit zal tot een uitgesproken politiek pessimisme leiden en invloed hebben op de publieke opinie ten aanzien van de Europese Unie als instelling, met alle bijkomende politieke gevolgen van dien in de nieuwe lidstaten, ook voor het Parlement.
John Whittaker (IND/DEM). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, de financiële crisis raast voort en de landen van de eurozone staan voor een recessie. Het antwoord - zo is ons meermalen verteld - is meer regulering om de financiële sector beter te laten fungeren.
Maar we hebben nu een probleem, en de regels veranderen als het probleem er is, helpt ons niet verder met dat probleem.
Ik wil de collega’s dringend vragen om een volstrekt andere reactie op de huidige economische moeilijkheden te overwegen. Deze moeilijkheden geven aan dat we niet gewoon door kunnen gaan, en dat we met de te goedkope leningen en de te goedkope invoer allemaal boven onze stand hebben geleefd, en dat we niet op dezelfde voet door kunnen blijven consumeren.
Aanpassing zal pijnlijk maar noodzakelijk zijn, en in deze moeilijke tijden is er een andere boodschap die zelfs nog pregnanter is maar niet wordt gehoord in deze instellingen, namelijk dat de EU niet kan blijven doorgaan met veelomvattende wetgevende programma's in de naam van bijvoorbeeld gezondheid en veiligheid, consumentenbescherming en sociale gelijkheid, omdat het grootste gevolg van al deze plannen is dat de kosten stijgen en de productieactiviteit, waarvan onze voorspoed afhankelijk is, wordt vernietigd.
In deze zware tijden is er maar één boodschap, namelijk dat de Europese landen zich de Europese Unie, haar instellingen en haar enorme stroom aan wetgeving niet meer kunnen veroorloven.
José Manuel García-Margallo y Marfil (PPE-DE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik zal proberen heel erg duidelijk te zijn, gezien de uiteenlopende meningen die vanuit mijn fractie te horen zijn.
Ten eerste is de crisis waaronder we momenteel gebukt gaan geen Bijbelse vloek of een straf van de goden. De markt heeft gefaald en die mislukking heeft tot interventies geleid waar Keynes in hoogst eigen persoon van zou hebben genoten. Als de markt heeft gefaald, moeten we datgene corrigeren waarin de markt heeft gefaald; met andere woorden: er moet iets gebeuren.
En daarmee bedoel ik verschillende zaken. In de eerste plaats moeten we shocktherapie toepassen om de patiënt uit zijn comateuze toestand te halen. Bij deze herinner ik de Commissie en de Raad aan het feit dat de Europese Centrale Bank de liquiditeitsproblemen kan oplossen. De solvabiliteitsproblemen gaan u – Raad, Commissie en lidstaten – rechtstreeks aan.
In de tweede plaats moeten we, om herhaling te voorkomen, erachter zien te komen waar de markt heeft gefaald en welke beginselen opnieuw moeten worden bekrachtigd. Het risicomanagement heeft gefaald, het bestuur heeft gefaald, en ten slotte heeft de ethische aanpak gefaald.
Dit betekent dat sommige basisbeginselen opnieuw moeten worden bekrachtigd: transparantie in producten, ondernemingen en de markt, verantwoordelijkheid van managers, vertrouwen tussen de financiële markt en de reële economie en de centrale rol van de politiek.
Ik ben het met de Raad eens dat de tijden van totale deregulering voorbij zijn. De markt noch de industrie kan zichzelf reguleren.
En het laatste recept – wat moet er gedaan worden om de patiënt te vaccineren en te voorkomen dat dit niet opnieuw of op een andere manier gebeurt – is dat we moeten doorgaan met marktintegratie. We moeten tot een voldoende kritische dimensie komen, zoals ze in de Verenigde Staten hebben gedaan. We moeten een eurodemocratie invoeren, zodat onze munteenheid gewicht in de wereldschaal legt als een mondiale crisis uitbreekt. Ten slotte moeten we het regulerend kader en het controlekader herzien, want die hebben gefaald.
Daarom ben ik het niet eens met softe wetgeving, met gedragscodes of zelfregulering. Het is aan ons om een antwoord aan onze burgers te geven, want uiteindelijk zijn zij het die het gelag betalen.
Elisa Ferreira (PSE). – (PT) Hoe kan de huidige crisis in hemelsnaam in één minuut worden samengevat? Zij is het resultaat van de keuze om niet te voorzien in een passend toezicht voor de financiële markten. Een correcte regulering doodt niet, maar is daarentegen onontbeerlijk voor de overleving van de markt. De verliezen zijn toe te schrijven aan een aantal actoren, maar het zijn de burgers die nu het gelag betalen voor hun uitwassen en voor het gebrek aan overheidstoezicht.
Er is al een hele tijd geleden aan de alarmbel getrokken. Het verslag-Rasmussen, dat het Parlement gisteren met een overweldigende meerderheid heeft aangenomen, bevat duidelijke voorstellen voor de risico’s van een te groot hefboomeffect, van een gebrek aan transparantie en belangenconflicten. Welnu, dit verslag komt voort uit de werkzaamheden waarmee de socialistische fractie vele jaren, voor het begin van de crisis in 2007, was begonnen.
Het initiatiefverslag van Ieke van den Burg en Daniel Dăianu ligt in dezelfde lijn. De Europese Unie is een belangrijke partner op het wereldtoneel, en ik feliciteer commissaris Almunia met wat hij hier vandaag heeft aangekondigd, maar zal commissaris McCreevy met deze voorstellen akkoord gaan? De verlamming die met betrekking tot deze vraagstukken in de Commissie heerst, kan op geen enkele manier gerechtvaardigd worden. Het Parlement doet wat het moet doen. Deden de overige instellingen dat ook maar.
Margarita Starkevičiūtė (ALDE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het is jammer dat de heer Schulz al weg is. Ik wilde namelijk zeggen dat het voorbarig is te zeggen wie er failliet zal gaan, omdat niemand weet wie de eindinvesteerders in de giftige activa zijn. Misschien zijn het staatsbanken.
Niettemin zou ik u ertoe aan willen moedigen een ruimere blik op de gebeurtenissen te werpen en u in herinnering willen brengen dat het Parlement al begin dit jaar enkele waardvolle voorstellen heeft gedaan, die echter niet zijn overgenomen door de Raad en de Commissie. Allereerst hebben we gevraagd het economisch beheer op EU-niveau aan te passen aan de mondiale ontwikkelingen en de globale economische richtsnoeren bij te werken. We hebben voorgesteld een krachtige handhaving van de Europese mededingingsregels te waarborgen, niet toe te staan dat kleine en middelgrote ondernemingen elkaar van de markt verdringen, en te voorkomen dat monsters ontstaan die te groot zijn om te vallen. We moeten onze nationale, traditionele bedrijfscultuur bevorderen en behouden, omdat het motto van de Europese Unie 'verenigd in diversiteit' is.
John Purvis (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, laten we hopen dat de Amerikaanse voorstellen voor het opkopen van toxische activa ook inderdaad werken, want als ze niet werken, zal de besmetting zeer waarschijnlijk naar ons overslaan. Ik zou van de heer Jouyet en de heer Almunia de verzekering willen hebben dat onze verdedigingsmechanismen paraat zijn. Zijn onze geldschieters in laatste instantie voorbereid op het ergste wat er onder dergelijke omstandigheden kan gebeuren? We zien nu een verschuiving van een liquiditeitsprobleem naar een solvabiliteitsprobleem.
Het is waar dat we te zijner tijd onze regulerende verdedigingsmechanismen zullen moeten herzien, maar dit mag niet overhaast, in het heetst van de crisis, gebeuren. Dan bestaat het risico dat we overreageren en onnodige, verkeerd gerichte en veel te drastische voorwaarden opleggen, die alleen maar nadelig kunnen zijn voor de investeringsvooruitzichten van onze economieën en de werkgelegenheid in de toekomst.
Ons belangrijkste doel is het herstel van het vertrouwen, en dit moeten we onverwijld zien te bereiken. Mijnheer Almunia, u heeft dit woord een aantal keer genoemd, maar laten we nu nagaan hoe we dat kunnen bereiken.
Ik zou de leiders van de belangrijkste economieën ter wereld - Amerika, Europa, het Midden-Oosten en het Verre Oosten - dringend willen vragen om binnen enkele dagen samen te komen en de wereld op niet mis te verstane wijze te verzekeren dat wat er ook nodig is om de vlammen te doven, dit zonder omwegen beschikbaar zal worden gesteld, waar die vlammen ook mogen oplaaien. Pas wanneer de vlammen en sintels zijn gedoofd, kunnen we de balans opmaken en nagaan hoe dit heeft kunnen gebeuren en wat er gedaan moet worden om te voorkomen dat het opnieuw gebeurt.
Vertrouwen is de belangrijkste basis voor een dynamisch financieel systeem en een dynamische wereldeconomie. Het is nu aan de politieke leiders op het hoogste niveau - we kunnen daadwerkelijk spreken van een top - van de vrijemarkteconomieën om samen te komen - geen excuses, geen reserves, geen tegenwerpingen - en de volledige verantwoordelijk te nemen voor het herstel van het vertrouwen.
Wolf Klinz (ALDE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, Henry Paulson, de Amerikaanse minister van Financiën, noemde de afgelopen weken vernederende tijden voor de VS, toen hij zijn reddingspakket van maar liefst 700 miljard dollar voor de Amerikaanse noodlijdende financiële sector presenteerde.
De situatie in de VS is inderdaad alarmerend. Het Amerikaanse financiële systeem met investeringsbanken, hedgefondsen en gestructureerde producten die niet onder het normale bankentoezicht staan, en talrijke commerciële activiteiten door voor bijzondere doelen opgerichte ondernemingen, die op geen enkele balans zichtbaar zijn, is praktisch ingestort. Het is onwaarschijnlijk dat het in zijn oude vorm snel weer zal herrijzen. De laatste twee echte investeringsbanken – Goldman Sachs en Morgan Stanley – zijn nu overgegaan naar de commerciële banksector. De belofte van goedkoop geld voor iedereen voor steeds meer groei, grotere opbrengsten en liquiditeit, is een illusie gebleken. Een dergelijk perpetuum mobile bestaat niet. Een hoge levensstandaard op de pof met een huis, een auto en nog veel meer voor iedere jongeling, is op den duur niet haalbaar. De feiten van de werkelijke economie hebben ons allemaal ingehaald: zonder werk geen spaargeld, zonder spaargeld geen investeringen, zonder investeringen geen duurzame groei.
Europa moet lering trekken uit deze Amerikaanse ramp. Er is geen alternatief voor consolidering van de begroting. De bomen groeien niet tot in de hemel. Goedkoop geld in overvloed, wat de socialisten altijd eisen van de ECB, lost de problemen niet op; het zal de problemen alleen maar erger maken.
De Commissie moet de voorstellen die de steun van het Europees Parlement hebben ten aanzien van de effectisering van kredieten, het opnemen van gestructureerde producten in de boeken van de initiatoren, de verdere ontwikkeling van het toezicht, de code of conduct voor marktdeelnemers en diverse andere maatregelen, zo spoedig mogelijk implementeren, zij het dan voorzichtig en met gevoel voor de juiste balans.
Jean-Paul Gauzès (PPE-DE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Jouyet, mijnheer de commissaris, om te beginnen dank ik de heer Jouyet voor zijn beschikbaarheid en de enorme deskundigheid waarvan hij op al deze terreinen blijk geeft.
Europa kan niet langer keer op keer de gevolgen ondergaan van crises die hun oorsprong hebben in het Amerikaanse kapitalisme. Dit punt is, naar ik meen, reeds uitvoerig toegelicht door de vorige sprekers. Deze houding heeft niets te maken met enige vijandigheid ten aanzien van de Verenigde Staten. Zij komt voort uit een onmiskenbaar feit: de crisis is het resultaat van een reeks ernstige onvolkomenheden die een krachtige remedie behoeven. Zelfregulering is ontoereikend.
Maar de crisis is thans uitgegroeid tot een wereldcrisis. De heer Jouyet zei al dat er op wetgevings- en regelgevingsgebied nieuwe maatregelen moeten komen en dat een evaluatie nodig is waarin met name aandacht wordt besteed aan de balansen en de solvabiliteit van banken, ratingbureaus, staatsfondsen, salarissen, transparantie, toezicht en boekhoudstandaarden. Dit alles moet verder uitgewerkt en verbeterd worden.
Er is tevens meermaals aangedrongen op de noodzaak het vertrouwen in het financiële systeem te herstellen. Dat is een hoofdbestanddeel van het economische leven. Ik kan mij evenwel niet vinden in de hier geuite kritiek en ben van oordeel dat het Franse voorzitterschap snel heeft gereageerd. President Sarkozy heeft in de verklaringen die hij namens de Europese Unie heeft afgelegd krachtige signalen uitgezonden naar New York en zijn voorstel om een uitgebreide bijeenkomst van de G-8 te beleggen zal de verschillende actoren van de wereldeconomie de mogelijkheid bieden samen aan tafel te gaan zitten.
Als het doel is wereldwijde regels vast te stellen, volstaat het niet langer dat wij in Europa onze eigen zaken regelen. Dat neemt uiteraard niet weg dat ook Europa op dit vlak vooruitgang moet boeken, en helaas valt in dit opzicht enige traagheid te betreuren. Hoe het ook zij, het is noodzakelijk dat ook op internationaal niveau regels worden aangenomen, want een mondiale economie heeft mondiale regels nodig.
Er is nog heel wat werk aan de winkel. Ik vertrouw erop, mijnheer Jouyet, dat de voorstellen die u hier hebt aangekondigd, zullen waarborgen dat er de komende weken en maanden mogelijke oplossingen uit de bus komen. Het is absurd te denken dat deze problemen in enkele minuten kunnen worden opgelost.
Karsten Friedrich Hoppenstedt (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, de afgelopen dagen heeft het Amerikaanse financiële systeem een turbulente periode meegemaakt, en dat is nog zacht uitgedrukt. Een van de belangrijkste berichten was dat Lehman Brothers Holding zich genoodzaakt zag surseance van betaling aan te vragen. Ik wil in dit verband twee punten noemen. Ten eerste zijn de VS een immens pakket steunmaatregelen aan het opstellen. Hiermee zal er echter geen einde komen aan de crisis en worden wij evenmin beschermd tegen nieuwe verrassingen die in het verdere verloop van het proces aan het licht kunnen komen.
Ten tweede is het inderdaad noodzakelijk dat wij nagaan welke regelingen mogelijk nog verbeterd kunnen worden en hoe we meer transparantie kunnen scheppen. Zelfs met betere en meer regels zullen wij echter niet in staat zijn alle verrassingen op de financiële markten volledig uit te sluiten, aangezien wij niet alle bestaande bankmechanismen kennen.
Waarom merk ik dat op? Ik zal u een voorbeeld geven. Verrassingen kunnen zich bijvoorbeeld voordoen ten gevolge van vereveningsoverkomsten tussen banken, die uiterst belangrijk zijn voor het minimaliseren van de kredietrisico’s. Uiteraard mogen banken vereveningsovereenkomsten uitsluitend meenemen bij de beoordeling van hun risico’s, als deze vereveningsoverkomsten wettelijk uitvoerbaar zijn. Kunnen betere regels in de toekomst alle onzekerheden uitsluiten over de geldigheid van vereveningsovereenkomsten? Ik betwijfel het. Mijns inziens kunnen zelfs goede en betrouwbare regels derhalve onaangename verrassingen in de toekomst niet uitsluiten.
Manuel António dos Santos (PSE). – (PT) Mijnheer de Voorzitter, de huidige financiële crisis, die op de korte termijn zal uitgroeien tot een economische crisis en ongetwijfeld sociale en misschien zelfs politieke gevolgen zal hebben, had voorkomen kunnen worden, aangezien ze voorspelbaar was. Het is jammer dat het ultraliberale dogmatisme en de economie van de financiële speculatie, de zogenaamde "economie van de duivel", de overhand hebben gekregen op sociale overwegingen en op de economie van ondernemingsgeest en actie, de enige economie die in staat is om rijkdom te genereren en de burgers te dienen.
Zoals commissaris Almunia zei, heeft de regelgeving gefaald. Dat falen moet gestraft worden en daarna moet de regelgeving volledig vervangen worden. De crisis van het mondiale financiële systeem is een structurele crisis, zoals commissaris Almunia ook al zei. Daarom is het gebruik van de politieke instrumenten die wij thans tot onze beschikking hebben, ontoereikend. De houding van de Europese Centrale Bank, die blijft aandringen op de toediening van remedies die op deze ziekte geen vat hebben, het autistisch blinde optimisme van sommige leden van de Ecofin-Raad - die nauwelijks vijftien dagen geleden hun verwondering uitspraken over de omvang van de crisis -, de houding van commissaris McCreevy, die voorstelt dingen te veranderen opdat alles hetzelfde blijft, zijn onaanvaardbaar.
De Commissie heeft nu de verantwoordelijkheid om al haar instrumenten toe te passen en de lidstaten aan te zetten tot het ontwikkelen van nieuwe instrumenten. Een belangrijk onderdeel van die verantwoordelijkheid is ook dat zij rekening moet houden met de correcte en ambitieuze aanbevelingen die het Europees Parlement haar heeft doen toekomen naar aanleiding van het verslag-Rasmussen.
Dumitru Oprea (PPE-DE). – (RO) Er wordt gezegd dat je voor de globalisering kunt vluchten, maar er niet aan kunt ontsnappen. Dat geldt ook voor de mondiale financiële markten. Toen er in heel de wereld winst werd geboekt, was alles normaal. Nu echter verlies algemeen is geworden, is het de schuld van het kapitalisme. Naar onze mening ligt de schuld voor een groot deel bij de staat die een van zijn sleutelinfrastructuren is vergeten, namelijk de financiële infrastructuur, die net zo belangrijk is als wegen, spoorwegen en luchtvaartlijnen.
Wat de Verenigde Staten en de Europese Unie, maar ook de lidstaten van de Europese Unie nu proberen te doen, is de grondslag leggen voor een nieuwe, zeer serieuze infrastructuur: de mondiale financiële infrastructuur. Helaas zijn de landen nogal laat in hun optreden. We spreken niet van nieuwe regelgeving, maar van het vlotter laten doorstromen van en het toezicht houden op de mondiale financiële circuits, waarbij de landen van de wereld zouden moeten samenwerken om de geloofwaardigheid van het financiële systeem te herstellen.
Proinsias De Rossa (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, afgelopen maandag vertelde commissaris McCreevy ons dat hedgefondsen en private equity niet de oorzaak waren van de huidige beroering. De Guardian van vandaag berichtte dat gisteren werd onthuld dat de miljardair John Paulson een van de hedgefondsbazen was die short gingen in aandelen van Britse banken, waarbij zij er voor 1 miljard Britse pond op gokten dat de aandelen spectaculair zouden dalen. Zijn in New York gevestigde bedrijf Paulson & Co heeft geld ingezet op vier vooraanstaande banken, waaronder HBOS, de bank die vorige week gedwongen werd in te stemmen met een reddingsovername door Lloyds TSB na een scherpe daling van het aandeel HBOS.
Als commissaris McCreevy niet bereid is om alle financiële instellingen te reguleren, zou hij gedwongen moeten worden om zich terug te trekken. De Commissie heeft de verantwoordelijkheid om te garanderen dat het deze instellingen niet wordt toegestaan om geld in te pikken ten koste van pensioenfondsen, spaargelden en banen. Hun moet een halt worden toegeroepen en de enige manier om dat te doen is door transparantie en regulering op dit gebied te introduceren. De zogenaamde ‘onzichtbare hand’ van de markt is in feite een dief, en hoe onzichtbaarder die hand is, des te meer geld er verdwijnt.
De Voorzitter. – Ik geloof dat de heer De Rossa voorstelt commissaris McCreevy een abonnement op The Guardian aan te bieden. Het kabinet van de Voorzitter zal zich over dit voorstel buigen.
Olle Schmidt (ALDE). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, we hebben alle reden om te reageren op de absurde vergoedings- en bonussystemen. Ik geloof dat iedereen dat doet en daar heb ik volledig begrip voor, maar na dit debat te hebben beluisterd wil ik toch zeggen dat luidruchtige politieke retoriek zich slecht leent voor het oplossen van wereldwijde financiële crises. U moet niet doen alsof u het kind met het badwater weggooit. Daarmee draagt u bij aan de paniek zoals die vorige week op de financiële markt heerste. Die paniek mag in dit Parlement niet heersen. We moeten redelijk zijn, we moeten verstandig zijn: dat is de verantwoordelijkheid die we van onze kiezers hebben gekregen. Beste vrienden, wij moeten ons niet van ons stuk laten brengen, maar zorgen voor goede en effectieve regels en wetten, waarmee ruimte ontstaat voor groeipotentieel en zelfregulering. Ik maak me zorgen als ik naar deze luidruchtige retoriek luister en ben bang dat die zal leiden tot een overgereguleerde financiële samenleving, die geen mogelijkheid biedt voor het groeipotentieel dat we zo dringend nodig hebben. Groeipotentieel en de mogelijkheid om meer werkgelegenheid te scheppen: dat is waar onze kiezers op hopen.
Jean-Pierre Audy (PPE-DE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, dames en heren, ik heb met verbijstering geluisterd naar de standpunten van de socialisten en de communisten, die verkondigen dat de huidige situatie het failliet van het systeem betekent. Zij hebben een kort geheugen, want in de twintigste eeuw hebben zij zelf alle economieën die zij in handen hadden, failliet laten gaan. Wij hebben hier te maken met een wereldwijd probleem en daarom moet worden voorzien in een Europese oplossing.
Met betrekking tot de financiële kwestie, mijnheer de commissaris, zou ik graag van u vernemen of u voornemens bent uitvoering te geven aan artikel 150, lid 6 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen, waarin wordt bepaald dat de Raad, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van stemmen kan besluiten aan de Europese Centrale Bank een specifieke taak op te dragen betreffende het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen. Volgens mij zijn de burgers van oordeel dat het tijd is dat wij controle uitoefenen op de regelingen inzake het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen. Wij kunnen geen interne markt tot stand brengen zonder een Europees regelgevend beleid.
Dariusz Rosati (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, deze crisis heeft aangetoond dat het mondiale financiële systeem ernstige gebreken heeft. Ten eerste zijn de toezichthoudende instanties er niet in geslaagd onverantwoordelijk gedrag door beleggers te voorkomen. We hebben gezien hoe zich nieuwe financiële instrumenten ontwikkelden, maar die instrumenten zijn niet transparant genoeg en daarvoor kan geen adequate risicobeoordeling worden verricht. Ten tweede hebben de eigenaren en aandeelhouders van financiële instellingen gefaald in het uitoefenen van correct toezicht op hun eigen managers, die zichzelf exorbitante salarissen en bonussen betaalden, en waarvoor? Voor het failliet laten gaan van hun bedrijven!
Tenminste op deze twee gebieden is er dringend behoefte aan actie. Wij willen geen herhaling van het Amerikaanse rampscenario in Europa. Wij willen in Europa geen situatie waarin president-directeuren van financiële bedrijven weggaan met tientallen miljoenen dollars, terwijl de belastingbetalers hun rekeningen moeten betalen. We verwachten dat de Commissie hier serieus werk van maakt.
Jean-Pierre Jouyet, fungerend voorzitter van de Raad. − (FR) Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigde, hartelijk dank voor dit zeer boeiende debat. Wij zouden hier nog uren mee door kunnen gaan, want het onderwerp verdient lang en breed besproken te worden. De overwegingen die u naar voren hebt gebracht zijn uitermate interessant, maar helaas hebben wij niet veel tijd meer.
Ik wil de volgende lering trekken. Wat betreft de opmerking dat alles op zijn beloop wordt gelaten en er geen regelgeving is, meen ik, met de nodige voorbehouden wegens mijn functie, te moeten zeggen dat ik heel duidelijk was. Het is mij dunkt overduidelijk dat wij het debat ‘regelgeving versus geen regelgeving’ achter ons moeten laten. Financiële deregulering is nu achterhaald. Een krachtige, moderne financiële regelgeving zal de weg wijzen naar toekomstige oplossingen. Zij moet worden aangepast, en wij moeten verder gaan dan wij tot nu toe hebben gedaan.
Dat was mijn eerste punt, en ik ben wat dat betreft uitermate duidelijk geweest. Ik heb ook met grote aandacht geluisterd naar de opmerkingen van mevrouw Koch-Mehrin en herhaal wat zij zei, namelijk dat regelgeving niet de vijand is van de markt. Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Het is de taak van de overheid regels uit te vaardigen en de regelgeving aan te passen. Op het spel staat namelijk de stabiliteit van het systeem. Het gaat om de bescherming van kleine spaarders en de bescherming van kleine beleggers. Ik zeg dit ook tegen de heer Wurtz: het gaat in deze crisis ook om werkgelegenheid en groei, om de gevolgen voor de reële economie. Daarom moet men handelen, en wel snel, ook ten behoeve van de kleinsten.
Tweede overtuiging: Europa moet inderdaad handelen in een kader van versterkte internationale samenwerking. Er is geen andere keuze. Europa moet zoals gezegd zijn stem laten horen, anders zullen wij - zoals gewoonlijk, zou ik haast zeggen - lijdzaam moeten accepteren wat ons bereikt via Amerikaanse regelgevingen. Dat is reeds gebeurd in het geval van Sarbane-Oxley en wij hebben gezien wat voor gevolgen dat heeft gehad voor een aantal Europese ondernemingen. Wij hebben ook gezien wat voor gevolgen dat heeft gehad voor de boekhoudstandaarden en de market-normen.
Wij kunnen vandaag een nieuwe start maken. Het enig voordeel nu is dat Europa de mogelijkheid heeft om voor zichzelf op te komen, zoals ook commissaris Almunia zei, en zoals de fungerend voorzitter van de Europese Unie, president Sarkozy, zei. Europa heeft de mogelijkheid om zijn stem laten horen op het internationale toneel, de teugels in handen te nemen en de tijd vóór te zijn. Ik vraag de Europeanen dringend zich te coördineren om ervoor te zorgen dat de Unie nadrukkelijk aanwezig is op het internationale toneel en bijdraagt aan het nadenken over de internationale financiële architectuur en de internationale regelgevende instanties.
Als namelijk geen enkele internationaal initiatief wordt genomen, mag men zich er niet over beklagen dat er geen andere oplossing is dan een beroep doen op overheidsmiddelen, die wij trouwens willen bewaren. Ik spreek geen enkel oordeel uit, maar men moet in dat opzicht wel een beetje consequent zijn en weten wat gedaan kan worden. Als Europa niet handelt, dan zullen wij vaststellen dat wij voor de stabilisering van het financieel bestel ook afhankelijk zijn van andere middelen.
Derde overtuiging: dit is iets waar velen over hebben gesproken, met inbegrip van de heer Schulz. Inderdaad moeten wij de problemen aanpakken van de salarissen en de winsten, die verband houden met de cyclische marktactiviteiten. Het probleem van de salarissen van marktdeelnemers moet ook gezien worden in het kader van deze internationale overpeinzingen. Ik ben niet de eerste die dat zegt: Gordon Brown heeft dat indertijd ook gezegd. Dat lijkt mij ook logisch en mijns inziens moet over deze problemen diep worden nagedacht.
Het is duidelijk dat het niet alleen gaat om een economische en financiële crisis; het gaat ook om een ethische crisis, om een verantwoordelijkheidscrisis. Dit is een crisis in de economische ethiek en daarbij moeten alle marktdeelnemers en alle politici zich geroepen voelen, ongeacht hun gevoeligheid. Zoals reeds werd onderstreept, moeten de financiën in dienst blijven staan van de economie en mag de economie niet het slachtoffer worden van de financiën. Mijnheer Wurtz en andere sprekers hebben hierop gewezen.
Men moet, zoals ik al zei, nadenken over de rol van de financiële instellingen en over de routekaart die de ministers van Financiën met steun van de Commissie en op voorstel van de Commissie hebben afgesproken. Laten wij spreken over concrete stappen vooruit. Ik zeg dit aan het adres van Pervenche Berès: wij moeten een stapje verder zetten en met het oog op de tijd snel handelen. Commissaris Almunia heeft gezegd - en ik heb zijn woorden genoteerd - dat de Commissie in staat moet zijn snel te handelen, omdat - en hiermee sluit ik af - het vertrouwen op het spel staat. Dit vertrouwen moet worden hersteld.
Wat belangrijk is dat wij - ofschoon Europa minder getroffen is - boodschappen van vertrouwen de wereld in sturen. Boodschappen van vertrouwen betekenen dat men moet optreden, internationaal moet samenwerken, onbevreesd de regelgeving moet aanpassen, snel moet handelen en voorstellen op tafel moet leggen met het oog op de Europese Raad van 15 oktober, gebruik moet maakt van de voorstellen uit het Europees Parlement en – zoals werd gezegd – goed moet opletten op het feit dat wij geconfronteerd zijn met bewegingen die niet alleen een weerslag hebben op de liquiditeit maar - zogezegd - ook op de solvabiliteit van heel het financieel stelsel.
Vanaf nu zal nieuwe groei moeten komen van het economische vertrouwen, en daarom moeten wij uitermate krachtig en geheel ondogmatisch optreden en alle beschikbare instrumenten gebruiken.
Joaquín Almunia, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben het eens met al degenen die in dit debat hebben benadrukt dat wij moeten reageren, dat wij moeten reageren op een zeer grote verandering in ons financiële systeem, dat we lessen moeten trekken uit het verleden, en dat wij – dat wil zeggen de Europese instellingen – moeten samenwerken, omdat we allemaal weten dat we geen succes kunnen boeken zonder onze interinstitutionele samenwerking. In onze reactie moeten we ook samenwerken met andere actoren, wetende dat het hier gaat om de mondiale financiële systemen. Als ze niet mondiaal waren, zouden ze ons niet zo sterk hebben beïnvloed als nu. Dus mogen we niet vergeten dat ons leiderschap, onze initiatieven en onze beslissingen gebaseerd moeten zijn op een hoge mate van consensus over onze standpunten ten aanzien van andere partners en andere actoren. Zo niet, dan zullen we – laten we daar eerlijk over zijn – de prijs moeten betalen: we zijn dan weliswaar duidelijk, maar tegelijk ook naïef. Wij zouden dan ook niet concurrerend zijn in de financiële sector, en we moeten concurrerend blijven – niet slechts efficiënt, niet slechts doortastend, niet slechts in staat om lessen uit het verleden te trekken, maar ook concurrerend.
Zoals ik al in mijn inleidende opmerkingen zei – en ik ben het eens met wat de fungerend voorzitter zei – en wat ik bedoel met reactie op de korte termijn is dat we de routekaart van de Ecofin-Raad zo snel mogelijk en volledig moeten uitvoeren, en daar zijn we volop mee bezig, mevrouw Berès. De evaluatie die enkele weken geleden in Nice is verricht, laat zien dat we goed op weg zijn om de besluiten van de Ecofin-Raad uit te voeren. Volgende week zullen we voorstellen doen voor de richtlijn kapitaalvereisten en over enkele weken voor de richtlijn betreffende ratingbureaus.
Daarnaast is het ook van groot belang dat de solvabiliteitsrichtlijn II zo snel mogelijk wordt aangenomen in het Parlement en de Raad. Buiten de grenzen van de EU moet het Forum voor financiële stabiliteit zeer intensief doorgaan met zijn werk; dit is momenteel een erg belangrijke instantie – de comités van niveau 3 op grond van de Lamfalussy-procedure. We zijn zeer bezorgd – Parlement, Commissie en hopelijk ook Raad – over het feit dat sommige reacties op dit niveau geen effect sorteren. Dit zijn zeer belangrijke instanties die veel efficiënter zouden moeten werken dan enkele jaren geleden, toen ze werden opgericht: het Comité van Bazel, de International Accounting Standards Board. Dit is een zeer belangrijke kwestie, zoals de heer Jouyet al heeft gezegd. We staan er dus niet alleen voor. We moeten snel en op een efficiënte manier reageren, en daarbij rekening houden met de grote problemen waarmee we geconfronteerd worden. Tegelijkertijd moeten we er echter ook voor zorgen dat ons leiderschap wordt gevolgd door anderen, zoals – dat is bekend – vaak het geval is op het gebied van regulering.
Structureel gezien kunnen we helaas niet alles vandaag beslissen. Het is echter waar – en daar ben ik het volledig mee eens – dat de relatie tussen regulering en markten ten gevolge van deze crisis zal veranderen. Het lijdt geen twijfel dat hier onder andere sprake is van falende regulering.
Verder denk ik dat we het er allemaal over eens zijn dat we op alle niveaus een intensievere relatie met de Amerikaanse autoriteiten moeten opbouwen, niet alleen bij onze taken als Commissie of als uitvoerende instanties, maar ook in de betrekkingen tussen het Europees Parlement en het Amerikaanse Congres, dat nu een wezenlijke rol speelt in de oplossing van de specifieke problemen in de Verenigde Staten. We moeten op multilateraal niveau reageren. De werkelijke oorsprong van het falen van de financiële systemen – de liquiditeitsoverschotten, de buitensporige risico’s die de betrokkenen hebben genomen, de lage mate van risicoaversie, zoals we in het verleden hebben gezien – de cupidité zoals de heer Jouyet dat noemt – ligt in deze wereldwijde onevenwichtigheden, die de mondiale instellingen tot nu toe niet hebben kunnen herstellen. We moeten nu handelen, als een verenigd Europa, en de andere internationale partners ervan overtuigen dat als we niet in staat zijn om deze mondiale onevenwichtigheden op de juiste manier te corrigeren, hierdoor in de toekomst nieuwe problemen zullen ontstaan. Ook moeten we onszelf binnen de EU op een duidelijkere en efficiëntere manier coördineren.
We leven in een economische en monetaire unie. We hebben een interne markt, we hebben een actieplan voor de integratie van financiële diensten, maar we hebben ook nog veel interne barrières en inefficiëntie. Ik denk dat we ons er allemaal bewust van moeten zijn dat er behoefte is aan meer Europese integratie en niet aan meer nationale reacties of defensieve houdingen van de lidstaten.
Bovendien moeten we ons richten op onze uitdagingen voor de middellange tot lange termijn en moeten we onder deze zeer moeilijke omstandigheden het Stabiliteits- en groeipact handhaven en uitvoering geven aan de strategie van Lissabon en de strategieën voor energie en klimaatverandering, die op dit moment van uitzonderlijk belang zijn. We kunnen het ons niet veroorloven te vergeten dat we, naast de zeer lastige uitdagingen op de korte termijn voor onze financiële markten, ook geconfronteerd zijn met enorme uitdagingen op de middellange tot lange termijn voor de wereldeconomie en voor onze eigen toekomst.
Mijn laatste opmerking hierover is – en dit was geen onderdeel van de routekaart, maar zal wel op de agenda van de volgende Ecofin-Raad staan en de Commissie zal volledig met deze kwestie instemmen – dat we moeten nadenken over de salarisstelsels voor managers, directeuren en president-directeuren en al degenen die trends kunnen creëren en die binnen de markten beslissingen kunnen nemen. Ik kan u echter een ding zeggen, en dit is ook reeds aan de Raad voorgelegd: in 2004 heeft de Commissie, en dan met name mijn collega Charlie McCreevy, de lidstaten een aanbeveling gedaan voor desbetreffende beslissingen. We zijn nagegaan wat daar sindsdien, in de afgelopen vier jaar, van terecht is gekomen. Slechts een van de zevenentwintig lidstaten heeft positief gereageerd op deze aanbeveling van de Commissie. Daarom is de Commissie het volledig eens met het algemeen aanvaarde idee dat deze belangrijke kwesties nu moet worden aangepakt.
De Voorzitter. − Het debat is gesloten.
Schriftelijke verklaringen (artikel 142)
Sebastian Valentin Bodu (PPE-DE), schriftelijk. – (EN) Het Amerikaanse financiële systeem heeft de laatste dagen enorme klappen gekregen, aangezien Lehman Brothers faillissement heeft aangevraagd en Merrill Lynch, dat een soortgelijke instorting vreesde, heeft ingestemd met een overname door de Bank of America. De Dow-Jonesindex daalde op 15 september met 4,4 procent en nog eens met 4,1 procent twee dagen later. De neergang van aandelenkoersen wereldwijd op 15-17 september heeft geresulteerd in 3,6 biljoen dollar aan verliezen voor beleggers. Het aandeel AIG verloor meer dan 90 procent en daalde van 72 dollar vorig jaar tot 2,05 dollar. De Amerikaanse regering nam op 16 september de zeggenschap over AIG over met een noodinjectie van 85 miljard dollar. Deze ‘ontwikkelingen’ duiden erop dat dit de grootste financiële crisis is waar de Verenigde Staten sinds het begin van de Grote Depressie mee te maken heeft gekregen. Deze maatregelen zijn genomen een week nadat de Amerikaanse federale overheid de zeggenschap over de twee hypotheekgiganten Fannie Mae en Freddie Mac overnam. Het probleem is dat Lehman Brothers en AIG vele miljarden aan schuld hebben, niet alleen aan crediteuren in de Verenigde Staten, maar ook in Europa. Is Europa bereid om de schok ten gevolge van de onlosmakelijke band met de Amerikaanse markt op te vangen? Is de 36,3 miljard euro die de Europese Centrale Bank en de Bank of England in de markt hebben geïnjecteerd voldoende om het gevaar te doen verdwijnen?
Zbigniew Krzysztof Kuźmiuk (UEN), schriftelijk. – (PL) Ik zou de aandacht van de leden van het Europees Parlement op de volgende kwesties willen vestigen.
1. De Amerikaanse regering en de Federal Reserve hebben tot dusver bijna 1 biljoen dollar uitgetrokken om de gevolgen van de financiële crisis te bestrijden. Het zogenaamde Paulsen-plan bevat aanvullende voorstellen met een geschatte kostprijs van nog eens 700 tot 800 miljard dollar. Deze maatregelen tonen aan dat de huidige crisis vergelijkbaar is met de grote beurskrach van 1929.
2. De reactie van de ECB, die ongeveer 750 miljard dollar beschikbaar heeft gesteld om de liquiditeit te verbeteren, evenals van de Bank of England, die om en bij de 80 miljard dollar heeft vrijgemaakt, zijn het volgende bewijs van de ernst van de situatie op de Europese financiële markten.
3. Uit alle bovengenoemde maatregelen blijkt dat een krachtig en resoluut overheidsoptreden opnieuw ingang vindt. Zelfs de meest liberale economen erkennen dat er regels moeten worden ingevoerd om de crisis te beteugelen en zijn bereid om de tussenkomst van regeringen en internationale financiële instellingen in deze processen te aanvaarden.
4. De reikwijdte en de omvang van deze crisis zullen een negatieve impact hebben op het verloop van transacties in de reële economie. Dit zal ertoe leiden dat de Amerikaanse economie in een recessie belandt, met een negatieve economische groei tot gevolg. Daardoor zal ook de economische groei in Europa aanzienlijk vertragen.
5. In het licht van deze situatie is het onontbeerlijk dat de instanties voor financieel toezicht in alle lidstaten en met name in de Europese Unie worden versterkt. Deze organen moeten de activiteiten van de belangrijkste banken, beleggingsfondsen en verzekeringsinstellingen strenger kunnen controleren. Strenger toezicht is de enige manier om de financiële zekerheid te verbeteren en in de toekomst financiële stabiliteit te verzekeren.
Esko Seppänen (GUE/NGL). - (FI) Nu weten wij dat de staat nodig is om het kapitalisme te waarborgen, niet alleen militair maar ook financieel. De regering van de Verenigde Staten, het vaderland van het roofkapitalisme, privatiseerde eerst de speculatiewinsten en socialiseert nu de grootste speculatieverliezen in de geschiedenis van zijn economie door deze te dekken.
Raubtier (roofdier) is de Duitse benaming voor het type kapitalisme dat is gebaseerd op een ander woord dat van de stam Raub (roof) is afgeleid, namelijk Raubgier (roofzucht). Beide laatste woorden zijn beter.
Spaarders die zich in de hele wereld op mindere tijden hebben voorbereid, worden de komende jaren beroofd van de waarde van een deel van hun spaargeld, omdat als gevolg van de gebeurtenissen in de afgelopen week de wereldeconomie aan inflatie onderhevig zal zijn en/of wij in een economische recessie zullen belanden. Het is moeilijk voor te stellen hoe de Verenigde Staten anders de enorme schulden die nu ontstaan, kunnen betalen en hoe het land in een tijd van inflatie, geldontwaarding, een antwoord kan vinden op zijn afnemend vermogen om de schulden af te betalen en zijn overgewaardeerde vermogen te normaliseren.
De tijdbommen die door de Amerikaanse overheid zijn getolereerd en door de Amerikaanse banken van het marktterrorisme en roofkapitalisme zijn vervaardigd, en zijn gebaseerd op swapovereenkomsten, virtuele pakketten van financiële producten, op insolventie van onkredietwaardige klanten en ongedekte kredietverzekeringen, zijn in het gezicht van de belastingbetalers uiteengespat en de rest van de wereld moet de prijs hiervan betalen.