Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2631(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0521/2008

Debatten :

PV 08/10/2008 - 22
CRE 08/10/2008 - 22

Stemmingen :

PV 09/10/2008 - 7.9
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0471

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 8 oktober 2008 - Brussel Uitgave PB

22. Opschorting van de Doha-onderhandelingsronde van de Wereldhandelsorganisatie (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is verklaring van de Commissie over de opschorting van de WTO-Doha-Ronde.

 
  
MPphoto
 

  Mariann Fischer Boel, lid van de Commissie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik neem aan dat u hier vanavond commissaris Mandelson verwachtte, maar hij heeft, zoals u waarschijnlijk weet, de Commissie verlaten en ik ben aangewezen om mijnheer Mandelson hier vanavond te vervangen. Omdat ik, als verantwoordelijke voor de landbouwsector, direct betrokken ben geweest bij de onderhandelingen in Genève bij de WTO, doet het mij echter genoegen hier vanavond bij u te kunnen zijn.

Hoewel de onderhandelingen in juli in Genève niet succesvol waren, is de Doha-ronde niet opgeschort. Integendeel, deze is doorgegaan, zelfs de afgelopen weken, en wij zijn van plan om hier constructief aan deel te nemen om te zijner tijd een volledige hervatting op ministerieel niveau te faciliteren, zodra de noodzakelijke technische analyses van de resterende moeilijke kwesties, die nu door de belangrijkste landen worden verricht, zijn afgerond.

Bij de onderhandelingen in juli is nog wel énige echte vooruitgang geboekt. Het pakket dat hieruit naar voren is gekomen, laat een mogelijke evenwichtige uitkomst zien, waarbij op landbouwgebied de belangrijkste eisen van de Europese Unie worden gerespecteerd, terwijl het ook voordelen oplevert voor onze industriële fabrikanten.

Er is een akkoord op grote lijnen bereikt over verschillende essentiële kwesties, waaronder de algehele vermindering van de handelsverstorende binnenlandse steun in de landbouwsector, de ruimte die ontwikkelde en ontwikkelingslanden zouden moeten behouden om een beperkt aantal gevoelige en speciale producten tegen tariefverlagingen te beschermen, de Zwitserse formule die wordt gebruikt om tariefverlagingen voor industriële producten te bepalen, en de flexibiliteit die ontwikkelingslanden moet worden gegund om een aantal industriële producten tegen die verlagingen te beschermen. Naar het oordeel van de Commissie heeft dit pakket werkelijke waarde voor Europese bedrijven en consumenten en zou het een internationaal juridisch kader voor de landbouw verschaffen dat geheel in overeenstemming zou zijn met de hervorming van 2003. Dit pakket zou naar onze mening ook een werkelijke ontwikkelingswaarde voor de armste landen ter wereld hebben.

Een op deze basis afgesloten Ronde zou de wereldtarieven halveren, terwijl ontwikkelingslanden voor een derde aan de besparingen zouden bijdragen envoor twee derde van de toegenomen markttoegang zouden profiteren. Hierdoor wordt ook gegarandeerd dat OESO-economieën zich aansluiten bij het Europese initiatief om de minst ontwikkelde landen rechten- en contingentvrije toegang tot de markt te verlenen – wat we meestal ons ‘alles behalve wapens’- initiatief noemen.

We zouden er dan ook in slagen om een echte landbouwhervorming in de Verenigde Staten teweeg te brengen. Met een dergelijke overeenkomst zouden de Verenigde Staten hun handelsverstorende overheidssteun terug moeten brengen tot 14,5 miljard dollar. Zonder overeenkomst kunnen krachtens de nieuwe ‘farm bill’ tot een bedrag van 48 miljard dollar subsidies worden verstrekt. Het zou ook in ons belang zijn om een permanente internationale juridische bescherming te krijgen voor ons hervormde gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Met een op deze basis gesloten overeenkomst zouden de opkomende landen beheerders van het multilaterale handelsstelsel worden, een stelsel dat overeind moet blijven, maar ook versterkt moet worden. Wij zouden hen dan sterker aan het op regels gebaseerde mondiale handelsstelsel binden, wat voor de toekomst van essentieel belang is.

Het was daarom teleurstellend dat het onmogelijk bleek om de besprekingen over de Doha-uitvoeringsbepalingen in juli af te ronden, vanwege voortdurende onenigheid over een zeer specifiek punt op landbouwgebied. De problemen ontstonden naar aanleiding van de kwestie van speciale beschermende maatregelen in de landbouw voor ontwikkelingslanden, de zogenaamde SSM, voornamelijk binnen de G7-groep. India en China konden het niet eens worden met de Verenigde Staten over de aanleidingen voor en oplossingen bij deze beschermende maatregel, wanneer deze gebruikt wordt om tarieven van vóór de Doha-ronde te doorbreken.

Sinds begin september zijn er op het niveau van hogere ambtenaren contacten geweest om dit voortdurende verschil van mening op te lossen, maar tot nu toe zonder resultaat. Hoewel de Europese Unie zich sterk blijft inzetten, is het onduidelijk in hoeverre de besprekingen in de komende weken worden hervat.

Zoals gewoonlijk zullen we intensief overleg met het Parlement blijven voeren en we hopen uiteraard op uw verdere steun in deze zaak.

 
  
MPphoto
 

  Georgios Papastamkos, namens de PPE-DE-Fractie. – (EL) Mevrouw de Voorzitter, de schade van de mislukte onderhandelingen van de Doha-Ronde kan niet alleen worden uitgedrukt in gemiste kansen, gemiste inkomsten en een verslechtering van het onzekere economische klimaat. Even nijpend zijn ook de systeemkosten, de institutionele kosten. Ik doel op de klap die de geloofwaardigheid van de WTO heeft opgelopen.

Natuurlijk willen we allemaal overeenstemming bereiken, maar voor de EU geldt dat niet tegen elke prijs. Een succesvolle afronding van de huidige onderhandelingsronde vereist een allesomvattende, ambitieuze en evenwichtige overeenkomst. We verzoeken daarom zowel onze ontwikkelde handelspartners als de economisch sterkere ontwikkelingslanden om wezenlijke concessies te doen.

We roepen de Commissie daarom op om in de toekomst een vastberaden onderhandelingspositie in te nemen. Er heeft een herziening plaatsgevonden van het GLB. Ik vraag u: heeft de Commissie dit als onderhandelingsmiddel ingezet? Nee, ze heeft eerder het tegendeel gedaan en is eenzijdig doorgegaan met het doen van allerlei aanbiedingen aan de landbouwsector, steeds zonder succes.

Ik heb veel vragen voor de commissaris voor landbouw. Ik beperk mij tot één vraag: vormt de kwestie van geografische aanduidingen een belangrijk onderdeel van de onderhandelingen?

Onze toewijding aan een multilateraal handelsstelsel kan als iets vanzelfsprekends worden becshouwd. We zien uit naar een vorm van handelsbestuur die een doelmatig beheer van de mondialisering nastreeft alsook een eerlijkere herverdeling van de voordelen die zij met zich meebrengt.

Afsluitend wil ik zeggen dat ik persoonlijk van mening ben dat de negatieve afronding – namelijk het opheffen van de belemmeringen in het kader van de WTO – niet genoeg vergezeld gaat van een positief geluid wat betreft de bereikte noodzakelijke convergentie van de regelgeving.

 
  
MPphoto
 

  Erika Mann, namens de PSE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, wereldhandelsronden zijn bijzonder moeizaam, dat hebben we wel gemerkt. Ik zou de Commissie willen bedanken, omdat ze tot de laatste minuut zeer evenwichtig heeft onderhandeld, en ik zou ook de verantwoordelijke commissaris willen bedanken, omdat ze niet alleen de nodige flexibiliteit aan de dag heeft gelegd, maar ook veel begrip heeft getoond voor de armere ontwikkelingslanden, dat hebben we tijdens de gesprekken telkens weer te horen gekregen. Dat hebben wij als leden van het Parlement ook tijdens de laatste gespreksronden in Genève meerdere malen ervaren. In zoverre stond deze keer niet de Europese Unie aan de schandpaal, maar andere landen, die eigenlijk aanzienlijk hardere onderhandelingspartners waren.

Gezien de financiële crisis die we op dit moment doormaken stellen we helaas vast dat we meer internationale en multilaterale regels nodig hebben, omdat die het korset zijn dat enerzijds leidt tot de integratie van armere landen, en anderzijds de rijkere landen ook in staat stelt om te garanderen dat hun bevolking ervan profiteert, terwijl er tegelijkertijd normen worden vastgelegd. We betreuren echt dat deze wereldhandelsronde daarom blijkbaar niet voor het einde van dit jaar kan worden afgerond, die hoop moeten we laten varen.

Misschien is het wel goed zo, wanneer we dit allemaal met het nieuwe Parlement en de nieuwe Commissie aanpakken, en ook wachten tot na de verkiezingen in de VS, in plaats van te proberen om het er op de één of andere manier toch nog door te krijgen. Mijn fractie pleit voor een zorgvuldige aanpak, in plaats van deze ronde met alle geweld nog af te willen sluiten.

Mevrouw de commissaris, ik heb wel een verzoek – hoe u ook onderhandelt, en met wie het ook verder gaat: breng het Parlement tijdig op de hoogte, en overweeg, of het Verdrag van Lissabon er nu wel of niet komt, of we niet een soort vervroegd “quasi-verdrag van Lissabon” voor de handel kunnen sluiten.

 
  
MPphoto
 

  Ignasi Guardans Cambó, namens de ALDE-Fractie. (ES) Mevrouw de Voorzitter, sommigen van ons zijn getuige geweest van de grote inzet van alle deelnemers aan de ministeriële top die in juli in het kader van de Doha-ronde is gehouden, en vooral van de inspanningen van de Europese Unie, die heel waardig is vertegenwoordigd door commissaris Mandelson. Ook de aanwezigheid bij de onderhandelingen in Genève van de commissaris die vandaag hier is, werd op prijs gesteld. En daarom was er een gevoel van frustratie, dat we persoonlijk hebben kunnen ervaren, toen aan het slot bleek dat al die inspanningen en al die energie geen enkel concreet resultaat opleverden, hoewel er een zodanige toenadering had plaatsgevonden dat er wel degelijk een resultaat mocht worden verwacht.

In de resolutie die we hier presenteren en waarover we in dit Huis zullen stemmen, laten we zien dat het Parlement zich committeert aan wat daar is bereikt. We willen dat hetgeen daar is bereikt, hoewel er niet echt een overeenkomst is gesloten, de basis gaat vormen waarop verder wordt gebouwd, zodat al die energie niet verspild is. We vragen, in al onze naïviteit, in een geest van naïviteit, dat de Doha-ronda zo spoedig mogelijk wordt afgerond.

Het is mogelijk – het is zelfs waarschijnlijk – dat sommige mensen denken dat die verklaring van ons naïef is, en des te naïever omdat zelfs de belangrijkste Europese onderhandelaar er niet voldoende in heeft geloofd, naar zijn land is teruggekeerd en alle onderhandelingen namens Europa in handen heeft gelegd van iemand die niets af weet van alle onderwerpen die op tafel liggen, ook al zal ze in de toekomst mogelijk nog zo veel capaciteiten op dit gebied blijken te hebben.

Daarom is het inderdaad zo dat dit een heel naïeve resolutie is. Maar het is belangrijk dat we een duidelijk en gedecideerd standpunt innemen. Als de Doha-ronde niet wordt afgerond, verliezen de ontwikkelingslanden. Als de Doha-ronde niet wordt afgerond, loopt het multilateralisme ernstig gevaar, met name in een situatie van wereldwijde onzekerheid zoals we die nu beleven. Zolang de Doha-ronde niet wordt afgesloten, kunnen er geen nieuwe fronten worden geopend, terwijl de mondiale agenda dat wel van ons eist, op het gebied van de klimaatverandering en op het gebied van de stijging van de voedselprijzen.

Er zijn andere fronten waar oplossingen nodig zijn, en die oplossingen zullen we niet kunnen vinden zolang we ons niet inspannen om deze onderhandelingsronde tot een goed einde te brengen. Vanuit het Parlement blijven we daaraan gecommitteerd.

 
  
MPphoto
 

  Caroline Lucas, namens de Verts/ALE-Fractie.(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben heel blij dat dit Parlement de laatste jaren wat kritischer ten aanzien van de Doha-ronde is geworden. De voorliggende gezamenlijke resolutie is in feite een zeer getrouwe weergave van de verklaring van de mondiale parlementaire vergadering in september, waarin zeer ernstige bezorgdheid is geuit over het feit dat er in de Doha-onderhandelingen nog maar zeer weinig over is van de ontwikkelingscomponent en waarin veel kritiek is op het feit dat de procedures om overeenkomsten te sluiten, steeds meer onderonsjes worden.

Ik wil hieraan toevoegen, in de geest van de verklaring van die mondiale parlementaire vergadering, dat ik hoop dat het amendement van de PPE-DE-Fractie en de UEN-Fractie, waarin wordt opgeroepen tot een soort bilaterale WTO-plus vrijhandelsakkoorden, bij de stemming van morgen niet wordt aangenomen. Bilaterale vrijhandelszones zijn precies het tegenovergestelde van een goed functionerend multilateralisme en de Groenen zullen de resolutie niet kunnen steunen als dat amendement daadwerkelijk wordt aangenomen.

Wat mij in ons debat vandaag en ook in deze resolutie opvalt, is het gebrek aan moed om een eenvoudige waarheid onder woorden te brengen – dat de Doha-ronde-onderhandelingen zoals wij die hebben leren kennen, nu voorbij zijn. Die opschorting zou wel eens lang kunnen duren, tot het voorjaar van 2010. Het is zo goed als zeker dat de nieuwe onderhandelaren van de VS, de Commissie en India niet nog eens dezelfde snelle reparaties zullen uitvoeren als in juli 2008, die toen ook al niet werkten. Dus dit is eigenlijk een kans. Het is nu precies het juiste moment om de fouten van de laatste zeven jaar van de Doha-besprekingen te evalueren en om opnieuw een gezamenlijke en een eerlijker agenda op te stellen en een opener en democratischer proces in gang te zetten dat volledig gesteund kan worden door alle WTO-leden, en zeker door de minst ontwikkelde.

 
  
MPphoto
 

  Seán Ó Neachtain , namens de UEN-Fractie. – (GA) Mevrouw de Voorzitter, het wordt tijd dat we de wereldhandelsbesprekingen op een andere manier aanpakken. Het is duidelijk geworden dat het systeem en onze rol daarin niet langer functioneren. In Cancun slaagden we er al niet in ons doel te bereiken, in Hongkong evenmin en in Genève lukte het ons opnieuw niet.

Het komt allemaal op het volgende neer: wij proberen in Europa een pakket tot stand te brengen waarbij het onder andere gaat om het verkopen van ons eigen voedsel. Voormalig commissaris Mandelson stelde alles in het werk om het landbouwbeleid omver te gooien ten behoeve van een wereldwijd handelssysteem. Dit is niet de oplossing. Waar moet ons voedsel vandaan komen als we het moeten importeren? Europa moet op zijn tellen passen; we moeten onze huidige voedselvoorziening beschermen.

We hebben ons landbouwbeleid veranderd, maar tenzij de landbouw van de wereldhandelsagenda wordt afgevoerd, komen we nooit verder en bereiken we nooit iets. Het is tijd hier iets aan te doen, zoals ik al zo vaak heb gezegd.

 
  
MPphoto
 

  Helmuth Markov, namens de GUE/NGL-Fractie. (DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, beste collega’s, wanneer je zeven jaar lang onderhandelt en geen resultaat bereikt moet je even aan zelfkritiek doen. Dan moet je je eens afvragen welke fouten je misschien gemaakt hebt, absoluut los van de vraag welke fouten andere landen of onderhandelingspartners hebben gemaakt.

Ik denk dat we wel een lijstje kunnen opstellen, misschien is niet iedereen het daar mee eens, maar de eis dat de ontwikkelingslanden de heffingen moeten afschaffen en hun markten moeten openen is misschien niet het juiste instrument, omdat ze daardoor inkomsten voor hun begroting kwijtraken, terwijl ze niet in staat zijn om dat op de een of andere manier te compenseren. Dan is er in die landen dus geen geld voor gezondheidszorg, onderwijs of infrastructuur.

Misschien is voor sommige van deze landen een vrijhandelsakkoord, in welke vorm dan ook, niet het juiste model, misschien hebben zij meer belang bij een handelsovereenkomst, en wel op basis van SAP+. Misschien is het niveau van ontwikkeling in veel landen werkelijk dusdanig dat ze eerst een eigen economie moeten opbouwen. Ook de Europese Unie en haar lidstaten hebben hun economie op basis van gesloten markten opgebouwd.

Wanneer er geen resultaat tot stand komt, moet je je afvragen waarom dat zo is. De Doha-ronde was oorspronkelijk gebaseerd op de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling. Ik heb er begrip voor dat veel landen zeggen dat ze het gevoel hebben – en in dat opzicht ben ik het dus niet eens met de heer Ó Neachtain – dat de huidige onderhandelingen uitsluitend bedoeld zijn om ervoor te zorgen dat mondiaal actieve ondernemingen nog mondialer kunnen ageren, en dat staat ook in de “global Europe”-strategie. En dat heeft nu eenmaal negatieve gevolgen voor kleine regionale producenten. Het heeft trouwens ook gevolgen voor kleine lokale producenten in Europa.

De Europese Unie is opgericht om vooruitgang te bereiken, en moet aan dat doel vasthouden. Daarom moeten we misschien een andere onderhandelingstactiek kiezen. Ik hoop dat de nieuwe commissaris deze kans zal benutten. Zij komt van buitenaf, ze heeft ervaring op het gebied van onderhandelingen. Ze heeft misschien nog niet de nodige kennis over het handelsbeleid, maar ze heeft een deskundig team, en misschien benut zij de kansen die haar mandaat haar biedt op een andere manier dan de vorige commissaris. En we maken een kans!

 
  
MPphoto
 

  Derek Roland Clark, namens de IND/DEM-Fractie.(EN) De EU wil zich, als het om de handel gaat, graag laten gelden. Herinnert u zich de zes jaar durende bananenoorlog met de VS? Die vond plaats nadat de EU haar voormalige koloniën in het Caribische gebied speciale toegang tot de markt had verleend. De directeur-generaal van de WTO is de voormalige commissaris van Handel Pascal Lamy. Is hier misschien sprake van belangenverstrengeling? Per slot van rekening hangt zijn EU-pensioen misschien af van zijn welwillende houding ten opzichte van het EU-beleid. Kan dat hebben meegespeeld toen hij probeerde met de handelsblokken te onderhandelen?

Volgens Peter Mandelson is het mislukken van de Doha-ronde te wijten aan landbouwsubsidies in de VS. De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet! Decennialang zijn door het gemeenschappelijke landbouwbeleid de zakken van de EU-boeren gevuld met enorme subsidies. Dit heeft net zo goed bijgedragen aan het mislukken van de handelsbesprekingen als alle andere factoren. Hoe het ook zij, het laatste wat de EU moet doen is in handelsoorlogen punten scoren ten koste van andere regio’s in een tijd dat er wereldwijd honger en een financiële crisis heersen.

 
  
MPphoto
 

  Jean-Claude Martinez (NI). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, de huidige financiële crisis bewijst dat er voor een wereldwijd probleem ook wereldwijde actie nodig is. Dat geldt vooral voor landbouw en voeding. Om die reden hebben we de Wereldhandelsorganisatie opgericht, daarover zijn we het eens. Zij probeert globale regels op te stellen.

Dat blijkt niet altijd te functioneren zoals we zouden willen, aangezien we met het volgende probleem kampen: we moeten twee dingen met elkaar verzoenen, vrije handel waarover iedereen het eens is, maar ook de nodige bescherming. De bescherming van nationale economieën of landbouw staat niet synoniem voor protectionisme.

Daartoe zijn we sinds zestig jaar, sinds GATT, een moeizame weg ingeslagen die leidt langs de vermindering van douanerechten met als doel de afschaffing ervan. Technisch gezien lijkt het moeilijk om douanerechten te verminderen. Het bewijs daarvan is een hele reeks wiskundige formules die hiervoor bestaan: de Zuid-Koreaanse formule, de Europese formule of, de bekendste, de Zwitserse formule. Dat werkt niet echt naar behoren omdat een product niet unitair is. Het bestaat uit verschillende onderdelen met heel uiteenlopende oorsprongsregels en daarom is de vermindering van douanerechten technisch niet zo eenvoudig als we wel denken. We bevinden ons bijgevolg in een technische impasse en we proberen langs politieke weg, met onderhandelingen, een uitweg te vinden.

Wetenschappers hebben blijkbaar een nieuwe douanemethodiek ontdekt: de methode van aftrekbare douanerechten door de exporteur bij de economie van het importerende land. Concreet komt dat aftrekbare douanerecht neer op een douanekrediet dat gelijk is aan het bedrag van het douanerecht waarmee de exporteur in het importerende land werd belast.

Dat douanekrediet heeft drie kenmerken: het is terugvorderbaar, verhandelbaar en overdraagbaar. Het is terugvorderbaar: op het moment waarop de exporteur bij de importeur koopt, kan hij het betaalde douanerecht aftrekken. Het is verhandelbaar: wanneer de exporterende onderneming die een bepaald bedrag aan douanerechten moet betalen, bij de importeur niets koopt, kan ze haar douanekrediet op de beurs of in de bank verhandelen. En het is overdraagbaar: om ontwikkelingslanden te helpen, kan de importeur een hoger douanekrediet dan de douanerechten schenken.

Welnu, met die techniek creëren we een internationale handelsvaluta waarvan de geldhoeveelheid gelijk is aan het bedrag van bestaande douanerechten. De Europese Unie zou dan bijvoorbeeld dertien miljard euro aan internationaal handelsgeld aanbieden.

 
  
MPphoto
 

  Mairead McGuinness (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, net als anderen van de aanwezigen ben ik in Genève geweest en het verbaasde me en amuseerde me soms om te zien hoe de WTO werkt. In dit geval werkte zij niet.

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid stond nu eens niet direct in de vuurlinie en ik denk dat we daar blij om mogen zijn. Maar de landbouw op een meer mondiaal niveau stond wel degelijk nog steeds boven aan de agenda. De besprekingen zijn mislukt omdat India en China hun boeren wilden beschermen tegen een te grote landbouwinvoer. Ik denk dat de woorden van de Indiase commissaris voor Handel hier aangehaald moeten worden. Kamal Nath zei: dit is de laatste mijl die we niet konden afleggen omdat we ons levensonderhoud moesten veiligstellen. India meende dat de bescherming van zijn grote en betrekkelijk arme plattelands- en boerenbevolking van essentieel belang was en dat een WTO-akkoord niet in zijn belang was.

We zijn nu zeven jaar met dit proces bezig. Peter Mandelson is na vier jaar aan het roer te hebben gestaan, van het toneel verdwenen. Ik ben van mening dat hij niet heeft geluisterd naar de zorgen van de boeren, vooral van de EU-boeren, en de voedingsindustrie, en dat hij hun stem heeft genegeerd door te stellen dat ontwikkeling centraal stond op de agenda. Door zijn voorstellen zou de EU-veesector gedecimeerd zijn, niet ten gunste van de ontwikkelingslanden, maar eerder ten gunste van de goedkope opkomende economieën en hun grote veefokkerijen en veehouders. Zoals ik al zei, heeft hij nu het toneel verlaten en ik vraag me af of hij het teken aan de wand heeft gezien. Als hij zich echt om de ontwikkelingsagenda bekommerde, waarom is hij dan niet gebleven om het werk af te maken?

Voedselzekerheid heeft nu grote politieke prioriteit. We zien enorme fluctuaties in de prijs van grondstoffen. Ik heb begrepen dat nu de graanmarkt is ingestort. We moeten onszelf afvragen of dit wel de beste manier is om de voedselvoorziening voor alle consumenten tegen redelijke prijzen veilig te stellen. En, wat nog belangrijker is, we moeten kijken naar ons ontwikkelingsbeleid. Met dit beleid is het ons niet gelukt om in de landbouw van de ontwikkelingslanden te investeren. Laten we aansturen op een akkoord, maar dan een akkoord dat eerlijk en evenwichtig is.

 
  
MPphoto
 

  Kader Arif (PSE). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, beste collega's, sinds 2001 onderhandelen de ontwikkelingslanden met de WTO een ronde die als ontwikkelingsronde wordt omschreven. Deze landen kampen vandaag met een plotse en vernietigende voedselcrisis, roepen de wereld dringend op om een globale en evenwichtige oplossing op lange termijn te vinden en verwachten van ons duidelijke antwoorden om hun voedselzekerheid te garanderen.

Ik zou graag willen bevestigen dat we ons doel niet zullen bereiken indien de ronde blijft gaan over markttoegang tot elke prijs. Bovendien weten we dat hoe langer we de ondertekening van een ontwikkelingsovereenkomst uitstellen, hoe verder we verwijderd raken van het perspectief om de millenniumdoelen voor ontwikkeling te halen. Jammer genoeg zitten we al ver achter op schema.

Gezien die crisissituatie vragen we dat er zo snel mogelijk een politieke oplossing wordt gevonden voor het speciale vrijwaringsmechanisme om zo een doeltreffend beschermingsmiddel voor kleine landbouwers in arme landen tot stand te brengen. Dat is een essentiële stap vooraleer de onderhandelingen over andere aspecten voort te zetten. Ik hoop dat de recente hervatting van de gesprekken over landbouw en markttoegang voor niet-landbouwproducten (NAMA) vooruitgang in die zin zal mogelijk maken.

Ten slotte zou ik de amendementen bij de tekst van de gezamenlijke resolutie willen aanhalen. De Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement roept uiteraard op om voor amendement 2 te stemmen, dat absoluut noodzakelijk is om eindelijk de rechten van het Parlement op het vlak van internationale handel uit te breiden.

We ondersteunen eveneens de amendementen die de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie heeft ingediend. We kunnen echter het amendement van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten niet goedkeuren, aangezien we van mening zijn dat het niet opportuun is om in deze resolutie over multilaterale onderhandelingen op te roepen tot het afsluiten van nieuwe, regionale bilaterale overeenkomsten waarvan we weten dat ze meestal ten nadele van de zwaksten worden afgesloten.

 
  
MPphoto
 

  Jorgo Chatzimarkakis (ALDE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, eens te meer is er een Doha-ronde mislukt. Vindt de wereld de WTO gewoon wat saai? Zeker niet! We stonden eigenlijk heel dicht bij een akkoord. Er ontbrak eigenlijk helemaal niet meer zo veel. Op het laatste moment hebben echter uitgerekend India en China deze gesprekken laten stranden. Dat maakt duidelijk dat dit geen technische mislukking was, maar een politiek evenement. Het toont namelijk aan dat het nieuwe zwaartepunt van de wereldhandelsronde in Azië ligt, en eigenlijk niet meer in Europa.

China speelt een belangrijke rol, dit land was altijd voorstander van de vrije handel, en heeft blijkbaar plotseling nieuwe plannen.

Toch zou ik de Commissie, en zeker ook u, mevrouw de commissaris, van harte willen feliciteren. Ik zou ook commissaris Mandelson willen feliciteren vanwege de positieve rol die de EU heeft gespeeld. Anders dan in Hongkong waren we deze keer aanwezig bij de onderhandelingen, waren we actief, waren we bereid om compromissen te sluiten. Het is echter wel jammer dat commissaris Mandelson ons juist nu verlaat, nu moeten we midden in de rivier van paard wisselen. Hij was een goed onderhandelaar, al heeft hij ons in het Parlement heel wat last bezorgd. Lady Ashton zal zich aan hem moeten laten meten. Ik wens u veel succes!

 
  
MPphoto
 

  Nils Lundgren (IND/DEM). (SV) Mevrouw de Voorzitter, ik ben een verbeten euroscepticus, maar er zijn twee terreinen waarop de Europese Unie een centrale internationale rol moet spelen: handelsbeleid en milieubeleid. Nu spreken wij over handelsbeleid.

Vrije wereldhandel is de sleutel tot economische welvaart voor alle landen in de wereld, vooral de armste. De tegenslag in de Doha-onderhandelingsronde afgelopen zomer was daarom zeer ernstig en het is nu aan de Europese Unie, de grootste handelsorganisatie ter wereld, om een nieuw initiatief te nemen. Het is daarom zeer te betreuren dat Peter Mandelson, onze meest competente commissaris, zijn post verlaat als commissaris verantwoordelijk voor het handelsbeleid van de Europese Unie. Tegelijkertijd wordt de wereldeconomie bedreigd door een verwoestende financiële crisis.

In deze omstandigheden stelt de Britse regering een vervanger voor die deze taak duidelijk niet aankan. Het is nu de verantwoordelijkheid van het Europees Parlement te waarborgen dat wij een krachtige en competente commissaris voor handel krijgen in dit gevaarlijke keerpunt in de geschiedenis. Laat ons die verantwoordelijkheid nemen!

 
  
MPphoto
 

  Robert Sturdy (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, graag wil ik het eerst met de commissaris hebben over de situatie na het vertrek van Peter Mandelson. Ik vind dat hij de EU in de steek heet gelaten door zijn functie op te geven. We bevinden ons in een ernstige situatie. U hebt zelf net gezegd dat er echt kansen bestaan voor een nieuwe start van de Doha-ronde. Zonder Peter Mandelson aan het roer zitten we naar mijn idee ernstig in het nauw – en ik heb vaak kritiek op hem gehad, maar hij beschikte in ieder geval over de hersens en als voormalig minister van Handel ook over de kennis om door te kunnen gaan met de strijd.

Gaat u bijvoorbeeld, commissaris, volgende week het akkoord over de EPO’s ondertekenen? Met alle respect, maar wat weet u van de EPO’s? U was niet bij de onderhandelingen of bij het opzetten van de EPO’s betrokken. Ik heb nooit met u gesproken toen ik het verslag hierover voorbereidde.

En kan de Commissie dit Parlement garanderen dat er een fatsoenlijke hoorzitting komt, wanneer barones Ashton voor de Commissie internationale handel verschijnt. Als u het er volgende week doorheen probeert te drukken, of bijvoorbeeld op een maandag, wat een heel moeilijke dag is voor de afgevaardigden, kunt u rekenen op de woede van dit Parlement! Denk maar eens aan wat er met de Commissie-Santer gebeurd is! Ik meen dat er een eerlijke en fatsoenlijke hoorzitting voor haar moet komen en zoals velen hebben gezegd, is het van essentieel belang dat we een goede commissaris aan het roer hebben.

Wat dat betreft, commissaris, vraag ik me af of u en ik wel naar hetzelfde soort debatten luisteren. U hebt gezegd dat de ‘farm bill’ in de VS wordt herzien. Dat kunt u toch niet menen! Obama heeft gisteren nog gezegd dat hij nog meer een protectionist zal zijn dan enige voorganger, en ook de Republikeinse kandidaat heeft dat gezegd. U zult een enorm protectionisme in Amerika zien. Ik wil u nog iets in overweging geven: iemand heeft gezegd dat er sprake is van een voedselcrisis. Laat ik het in dit Parlement heel duidelijk zeggen: er is geen voedselcrisis. De prijs van een ton tarwe is nu 40 euro lager dan de productiekosten.

Mevrouw de Voorzitter, nog even snel een punt van orde. Is er een circus gaande buiten deze vergaderzaal? Dit heeft geen betrekking op het debat van vandaag. Hebben we een circus? Hebben we een restaurant? Hebben we een club? Je moet je met moeite een weg banen om hier te komen. Ik denk dat u dit moet voorleggen aan de Conferentie van voorzitters en dat u een einde moet maken aan dit circus dat buiten deze vergaderzaal plaatsvindt.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Ik neem kennis van uw opmerkingen, mijnheer Sturdy.

 
  
MPphoto
 

  Harlem Désir (PSE). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, beste collega's, wat staat er nu op het spel in het kader van de onderhandelingen binnen de WTO? Ik denk niet dat het gaat om het lot van de heer Mandelson of van Baroness Ashton – hoe nobel zij ook zijn. Ik ben er zelfs niet zeker van dat het belangrijkste punt de kwestie over de tarieven voor industrieproducten, landbouwtarieven of markttoegang is. Uiteraard willen we allemaal een goed akkoord, evenwichtig voor Europa, maar ik denk dat er twee belangrijke elementen zijn.

Het eerste is het behoud van een multilateraal handelskader. We stellen vast hoezeer het gebrek aan een dergelijk kader op een ander vlak van de mondialisering – de financiële markten – de economie, de burgers en onze samenleving duur komt te staan qua risico's. Dat staat er op het spel, want indien deze zes jaar van onderhandelingen op een mislukking uitdraaien, weten we dat de bilaterale verdragen geleidelijk die plaats zullen innemen binnen de WTO. Dat is een gebrekkig kader. Wij willen de WTO hervormen – dat hebben we in onze ontwerpresolutie gesteld –, wij willen dat er beter rekening wordt gehouden met andere dimensies in verband met handel, in het bijzonder met de milieudimensies om de gevolgen van de klimaatverandering aan te pakken en met de sociale standaarden. Dat is absoluut noodzakelijk. Toch zullen we dat aspect van de mondialisering niet oplossen door het multilaterale kader te laten verdwijnen, wel door het te versterken.

Het tweede element – dat ik niet uit de doeken zal doen aangezien mijn collega Kader Arif dat al heeft gedaan – is het opnieuw in evenwicht brengen van de regels die tijdens de Uruguay-ronde, bij de oprichting van de WTO, werden vastgelegd, om beter rekening te houden met de verschillende ontwikkelingsniveaus, de situatie van minder ontwikkelde landen en van ontwikkelingslanden. Ook u, mevrouw de commissaris, heeft daarop gewezen met de vraag naar een initiatief zoals 'Everything but arms', met een vrijwaringsclausule voor gevoelige producten enz. Daartoe moeten we regels invoeren – niet noodzakelijk vrijhandelsregels die geen rekening houden met de situatie. Wij willen een eerlijke handel zodat niet enkel de wet van de jungle geldt.

Dat zijn volgens mij de twee belangrijkste elementen waarop de Europese onderhandelaars zich moeten concentreren. Het is normaal dat ze gefocust zijn op andere punten zoals landbouw, diensten – waarbij ze het recht op het reguleren van openbare diensten voor ontwikkelingslanden niet in twijfel mogen trekken –, en tarieven voor industrieproducten, maar niet ten koste van een geslaagd akkoord voor deze ontwikkelingsronde.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE).(ES) Mevrouw de Voorzitter, we hadden hier graag de heer Mandelson gezien, nog op zijn post als commissaris, maar hij is er niet meer, en dat lijkt de genadeklap voor de inspanningen van de Europese Unie in de Doha-ronde.

De mondiale financiële crisis voorspelt weinig goeds voor de onmiddellijke toekomst van Doha. Deze mislukking verergert op haar beurt de mondiale economische situatie, en de minst ontwikkelde landen zullen daarvoor de rekening gepresenteerd krijgen. De WTO is nodig; het is absoluut noodzakelijk dat de internationale handel wordt gereguleerd. Regulering blijkt in de globalisering van cruciaal belang te zijn, zoals we nu zien. Daarom moet er een akkoord worden bereikt in de Doha-ronde.

We zullen moeten nadenken over het verbeteren van het functioneren en de legitimiteit van de WTO en de rol die in deze ronde wordt gespeeld door de zogeheten opkomende landen, die ontwikkelde landen of ontwikkelingslanden kunnen worden, zoals het hun uitkomt. Zoals in de resolutie wordt verklaard, moet de dialoog niet alleen noord-zuid zijn, maar ook zuid-zuid.

De Europese Unie heeft in deze onderhandelingen belangrijke stappen gezet, meer dan anderen. Die hebben we ook gezet met initiatieven als ‘Alles behalve wapens’. Ook anderen moeten zich in deze richting bewegen, en ondertussen moeten we de overeenkomsten waar nog over wordt onderhandeld, zoals met Mercosur, tot een goed einde brengen, omdat ze in deze nieuwe context onmisbaar zijn.

 
  
MPphoto
 

  Carlos Carnero González (PSE).(ES) Mevrouw de Voorzitter, uit het debat van vandaag blijkt zonder meer dat er op belangrijke gebieden overeenstemming is. Een voorbeeld daarvan is dat we, gezien de crisis die we nu meemaken, meer regulering en meer multilaterale regulering nodig hebben.

Kijken we naar de financiën, dan is de grote rol van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank echt onwenselijk, zelfs voor de grootste vijanden. Ze komen alleen maar met catastrofale prognoses en laten zien dat ze steeds minder greep hebben op wat er gebeurt, dat hun invloed en hun gewicht in de praktijk erg veranderlijk zijn.

Goed, als dat de situatie is en we een instrument als de Wereldhandelorganisatie hebben, moeten we dat ook gebruiken. We hebben nu meer dan ooit regulering nodig, maar ook hebben we nu meer dan ooit een reële economie nodig, in plaats van een financiële en een speculatieve economie. De handel in diensten en goederen is de reële economie en economische groei voor werkgelegenheid is gebaseerd op de reële economie.

Daarom ben ik het er mee oneens dat de crisis duidelijk maakt dat het moeilijker wordt om de Doha-ronde tot een goed einde te brengen. Integendeel: alle verantwoordelijke regeringen zouden zich moeten inspannen om deze ronde tot een goed einde te brengen, of ze nu uit het noorden of uit het zuiden komen, uit een onderontwikkeld land of uit een ontwikkeld land.

Ik denk dat we een mondiale markt hebben en dat we handen moeten zien. In dit geval de handen van de Wereldhandelsorganisatie. We zullen het functioneren van de WTO moeten verbeteren, we zullen een model moeten ontwikkelen waarin meer aandacht is voor ontwikkeling dan voor vrije handel, zeker, en uiteraard is er politieke wil nodig. Ik neem aan dat de Unie, met de nieuwe commissaris, die politieke wil zal blijven behouden.

 
  
MPphoto
 

  Béla Glattfelder (PPE-DE). (HU) Peter Mandelson verlaat het zinkende schip en draagt het roer over aan een matroos. Hij verlaat het schip dat hij zelf op een ijsberg heeft laten lopen. Het was verkeerd om zulke vergaande concessies te doen, met name op landbouwgebied, in het prille begin van de onderhandelingen. Daardoor werden onze handelspartners niet aangemoedigd om zelf ook concessies te doen. We hebben ons belachelijk gemaakt, want terwijl wij het gemeenschappelijk landbouwbeleid aan het afbouwen zijn, beschermen de andere handelspartners aan de onderhandelingstafel hun eigen landbouwbeleid en versterken zij de positie van hun Amerikaanse landbouwbedrijven.

De WTO-onderhandelingen mogen niet verder gaan op het punt waar ze de vorige keer zijn opgehouden. De onderhandelingen kunnen alleen worden voortgezet als er ook over milieubeschermingsproblemen wordt gesproken. Anders zal de verdere liberalisering van de wereldhandel leiden tot een nog tragischere verwoesting van het milieu en tot versnelde klimaatverandering. Is het verstandig om juist nu, terwijl er op hetzelfde moment een voedselcrisis en een financiële crisis woedt, de Europese voedselveiligheid en landbouw op te offeren alleen zodat onze failliete banken nog beter in staat zijn hun nutteloze diensten te exporteren?

 
  
MPphoto
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE-DE). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, de Europese Unie heeft in het gemeenschappelijk landbouwbeleid belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Die hervorming heeft geleid tot een beperking van de landbouwproductie. Dit is met name duidelijk zichtbaar op de suikermarkt, maar ook elders. Ook hebben we het steunniveau voor onze landbouwers beperkt. In welke mate heeft dat geleid tot extra meerwaarde, in welke landen en voor welke maatschappelijke en beroepsgroepen?

Ik wil de commissaris vragen wat de Europese Unie ervoor in de plaats heeft gekregen. Een andere vraag is hoe de symptomen van een mondiale voedselcrisis de WTO-onderhandelingen hebben beïnvloed. Zal de huidige financiële crisis, die zeker gevolgen zal hebben voor de toestand van onze economie, ook gevolgen hebben voor de onderhandelingen binnen de Wereldhandelsorganisatie?

 
  
MPphoto
 

  Mariann Fischer Boel, lid van de Commissie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, eerst wil ik graag zeggen dat we zeer teleurgesteld zijn na tien dagen van intensieve onderhandelingen in Genève. We hadden het idee dat we zo dicht bij een mogelijk akkoord op het gebied van landbouw en NAMA zaten, terwijl we heel goed wisten dat dit uiteindelijk zou bepalen of de Europese Unie een pakket maatregelen acceptabel zou kunnen vinden.

Als verantwoordelijke voor landbouw moet ik zeggen dat het zeer bemoedigend was dat de Europese landbouw voor het eerst eens niet de schuld kreeg van het mislukken van de besprekingen. Dit komt omdat we in de landbouwsector echt ons huiswerk hebben gedaan door de hervorming van ons gemeenschappelijk landbouwbeleid, eerst met de grote hervorming in 2003 en dan alle hervormingen nadien. We hebben dus, zonder onze landbouwsector te schaden, de interne handelsverstorende steun met 80 procent kunnen verminderen. We hadden hierbij de mogelijkheid om de hervormingen te betrekken bij het multilaterale handelsstelsel. Het was niet een overeenkomst tegen elke prijs. Het was binnen die twee gebieden een evenwichtige overeenkomst. We konden onszelf verantwoorden tegenover de Raad en aantonen dat we binnen het aan de onderhandelaars gegeven mandaat zijn gebleven. Voor landbouw kwam dit mandaat er eenvoudigweg op neer dat we ons niet een nieuwe hervorming in de landbouwsector moesten laten opleggen.

Ik ben het eens met degenen onder u die hebben gezegd dat het multilaterale stelsel belangrijk en noodzakelijk is, omdat we alleen binnen dit stelsel maatregelen kunnen nemen tegen bijvoorbeeld handelsverstorende interne steun en alle andere zaken die niet met de handel te maken hebben. Dit kan niet in bilaterale onderhandelingen, dus moeten we de waarden van het multilaterale stelsel in ere houden.

Ik moet ook zeggen dat we in deze onderhandelingen nooit de markt van de ontwikkelingslanden als doelwit hebben gekozen. Integendeel, en daarom waren de SSM zo belangrijk voor de bescherming van speciale producten in de ontwikkelingslanden, zoals ik ook al in mijn eerste interventie heb gezegd. Ik wil hieraan toevoegen dat we in 2002 het ‘alles behalve wapens’-akkoord hebben ingevoerd, wat betekent dat de Europese Unie nu wereldwijd verreweg de grootste importeur van landbouwgrondstoffen is. We zijn groter dan Canada, de Verenigde Staten, Australië en Japan bij elkaar. We hebben in de landbouwsector dus daadwerkelijk onze markten voor deze landen opengesteld.

Voedselzekerheid is hier vanavond ook aan de orde geweest. We moeten ons realiseren dat voedselzekerheid zowel betrekking heeft op de interne productie als op de invoer. Als we de landbouwsector van de Europese Unie bekijken, kun je zeggen dat we nooit zo sterk hadden kunnen zijn als nu, indien we de landbouwmarkt gesloten hadden gehouden. We hebben nu, als ik het land van het voorzitterschap als voorbeeld mag nemen, op het gebied van landbouwgrondstoffen een handelsoverschot van zeven miljard euro. Indien we onze markten zouden sluiten, zouden we onze kwaliteitsproducten nooit intern kunnen verkopen, omdat we gestraft zouden worden als we onszelf zouden beschermen. Anderen zouden dit dan ook doen, waardoor wij voor onze kwaliteitsproducten niet zouden kunnen profiteren van de opkomende en steeds grotere kansen van de open markt. We hebben daarom uiteraard een evenwichtige aanpak nodig.

Geografische aanduidingen (GA’s) zijn ter sprake gekomen, maar ik heb het hier in mijn eerste interventie niet over gehad vanwege de tijdsdruk en het zeer strakke tijdschema dat de Voorzitter hanteert. GA’s zijn van essentieel belang voor de Europese Unie en we hebben er bij de andere onderhandelingspartners geen enkele twijfel over laten bestaan dat we nooit een overeenkomst zouden kunnen sluiten zonder een positief resultaat wat de geografische aanduidingen betreft, omdat dit zo belangrijk is, vooral voor mediterrane kwaliteitsproducten.

Ik zal mevrouw McGuinness nog even een kort antwoord geven. Ik ben het met u eens dat we decennialang te weinig prioriteit hebben gegeven aan onze ontwikkelingssteun in de landbouwsector. Nu we de prijzen omhoog zien vliegen – niet de grondstoffenprijzen, want het is waar dat die prijzen nu zijn gedaald, maar de prijzen van zaden en mest – hebben we voorgesteld om financiële steun te bieden om te proberen de minst ontwikkelde landen, de armste landen ter wereld, te helpen en ze de mogelijkheid te bieden om zaden en mest te kopen. Dit fonds van een miljard euro wordt momenteel hier in het Parlement besproken en ik hoop op een welwillende houding ten aanzien van deze mogelijkheid om ontwikkelingslanden te helpen om hun eigen mensen te voeden en migratie van het platteland naar de steden te voorkomen. Ik hoop dat u dit voor ogen houdt. Het is erg belangrijk.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Tot besluit van het debat zijn er zes ontwerpresoluties(1) ingediend, overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Dăianu (ALDE), schriftelijk. – (EN) Het mislukken van de Doha-ronde zou weleens een voorbode kunnen zijn van wat ons te wachten staat, in een tijd dat de steeds diepere financiële crisis een enorme druk legt op het vermogen van regeringen om zich aan de regels te houden. Tegen de achtergrond van steeds meer wereldwijd opererende markten zijn de voordelen van de vrije handel omarmd. De vrije handel moet echter eerlijk zijn en gepaard gaan met internationaal beleid ter bevordering van de ontwikkeling van arme landen. De steeds grotere inkomensverschillen in de rijke economieën en hun angst voor de groeiende macht van opkomende economieën geven aanleiding voor vlagen van protectionisme. Ook door de moeite die het kost om controle te houden over de eindige natuurlijke hulpbronnen en om tegen redelijke prijzen basisgrondstoffen te verkrijgen, ontstaat de neiging om de handel in veel landen aan banden te leggen.

Ook moet erop worden gewezen dat de geopolitiek steeds ingewikkelder wordt. De EU moet een leidersrol spelen bij het verzachten van de gevolgen van de huidige crisis, om een feitelijke instorting van het multilaterale handels- en financiële stelsel te voorkomen. Dit houdt onder andere in: een hervorming van de IFI’s, het betrekken van de opkomende mondiale machten (BRIC-landen) bij de aanpak van mondiale economische kwesties en een hervorming van de internationale structuren die de financieringsstromen reguleren. Aan het eind van de negentiende eeuw stortte een internationaal systeem dat het vrije verkeer van goederen en kapitaal bevorderde in en hierna is in Europa een verwoestende oorlog ontstaan. Dit mogen we niet vergeten.

 
  

(1)Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid