Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 20 oktober 2008 - Straatsburg Uitgave PB

22. De wetgeving verbeteren 2006 overeenkomstig artikel 9 van het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid (korte presentatie)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0355/2008) van Manuel Medina Ortega, namens de Commissie juridische zaken, over "De wetgeving verbeteren 2006" overeenkomstig artikel 9 van het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid (2008/2045(INI)).

 
  
MPphoto
 

  Manuel Medina Ortega, rapporteur. − (ES) Mijnheer de Voorzitter, hierbij presenteer ik een initiatiefverslag over "De wetgeving verbeteren 2006" overeenkomstig artikel 9 van het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid.

Dit is een tamelijk uitgebreid verslag en daarom wil ik me met name richten op twee of drie aspecten. Het eerste aspect is het belang van het wetgevingsproces in de Europese Unie. Er lijkt een geleidelijke tendens te zijn naar het gebruik van niet-dwingende juridische instrumenten, de zogenaamde soft law, waarbij bepaalde mededelingen, rapporten of documenten beschouwd gaan worden als bindende juridische regels. De zorg die in mijn verslag tot uitdrukking komt is dat er duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen eenvoudige richtlijnen die door de administratieve instanties worden uitgevaardigd en het wetgevingsproces.

Het wetgevingsproces dat verordeningen en richtlijnen omvat, is op dit moment volledig vastgelegd in de verdragen van de Europese Unie en daarvoor is een initiatief van de Commissie vereist dat ofwel alleen door de Raad moet worden goedgekeurd ofwel door de Raad in een medebeslissingsprocedure met het Parlement.

In dat opzicht is het mijns inziens belangrijk om het belang van dit wetgevende karakter te benadrukken, omdat hiermee rekening wordt gehouden met het publieke belang door middel van het indienen van verzoekschriften bij instellingen die wetgevende macht hebben.

Het gevaar bestaat, en daarmee een andere mogelijke afdwaling, dat bepaalde organen of sectoren zichzelf kunnen gaan reguleren. Dat zou wellicht het geval kunnen zijn bij bepaalde verenigingen, beroepsinstanties, corporatieve instellingen, enz., maar het is mijns inziens een ernstige fout om dergelijke sectoren de mogelijkheid tot zelfregulering te geven. Onlangs hebben we de gevolgen van deregulering in de Verenigde Staten kunnen zien, waardoor de financiële sector zichzelf mocht reguleren, met alle desastreuze gevolgen voor de wereldeconomie van dien. Met andere woorden, regulering kan niet worden overgelaten aan degenen die gereguleerd moeten worden. Zelfregulering is een contradictio in terminis en is alleen geschikt waar interne organen zichzelf reguleren. Het is echter niet raadzaam om te denken dat een willekeurige sector in staat is zichzelf te reguleren door middel van een zelfreguleringssysteem, en dat geldt eveneens voor coregulering.

Vanuit het standpunt van het Europees Parlement is het van vitaal belang dat er duidelijke wetgevingsprocedures worden opgesteld. Dat betekent dat voorstellen van de Commissie in het Parlement en de Raad moeten worden besproken en dat er wetgevingsresoluties moeten worden aangenomen.

Het tweede aspect is de toenemende complexiteit van het communautaire recht en de moeilijkheid voor gewone burgers, zelfs voor deskundigen op het gebied van communautair recht, om te begrijpen wat er feitelijk gebeurt. Wij moeten ervoor zorgen dat het eenvoudiger wordt om het communautair recht te begrijpen en de enige manier waarop we dat kunnen bereiken is door middel van codificatie, herziening of iets soortgelijks. We kunnen niet steeds wetgevingsregels blijven uitwerken waar dat nodig is, om vervolgens te vergeten wat we hebben aangenomen.

Het is waar dat er de afgelopen jaren in dat opzicht verbeteringen zijn doorgevoerd doordat het Parlement, de Commissie en de Raad hebben samengewerkt; de comitologieprocedures zijn bijvoorbeeld herzien. In dit IT-tijdperk zou er idealiter echter een automatische codificatieprocedure moeten komen waarmee elke nieuw aangenomen wetgevingsregel onmiddellijk wordt herkend en door middel van codificatieprocedures wordt geconsolideerd.

In het verslag wordt aangedrongen op periodieke codificatie. Dit zou mijns inziens nagenoeg automatisch moeten gebeuren, zodat wetgevingsregels in het communautair recht worden opgenomen, zodra wij deze aannemen, en een nieuwe EU-code vormen. Ik wil geen nieuwe Napoleontische code voorstellen voor het communautair recht, maar juist een permanente codificatie die, zoals ik al eerder heb opgemerkt, mijns inziens niet moeilijk hoeft te zijn in dit IT-tijdperk.

 
  
MPphoto
 

  Joe Borg, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, het verbeteren van de regelgeving is niet een doel op zichzelf. Het gaat om de baten die burgers en ondernemingen hebben van een vereenvoudiging en verbetering van het regelgevingskader in Europa.

Om die reden verwelkomt de Commissie het onderhavige verslag van de heer Medina Ortega over verbetering van de wetgeving. Net als bij vorige soortgelijke initiatieven die het Europees Parlement vorig jaar heeft ingediend, blijft de aandacht ook bij dit verslag gericht op de agenda voor betere regelgeving. Ik heb ook kennis genomen van de zeer inzichtelijke opmerkingen van de heer Medina Ortega.

Naar aanleiding van de verzoeken en zorgen die door het Parlement met betrekking tot betere regelgeving zijn verwoord, zal ik in herinnering brengen welke belangrijke stappen al zijn gezet en ingaan op de lopende werkzaamheden.

Het verbeteren van de regelgeving is een hoofdprioriteit. We hebben in de loop van de jaren belangrijke vorderingen gemaakt met effectbeoordeling, vereenvoudiging en de vermindering van administratieve lasten. De Raad voor Effectbeoordeling die voorzitter Barroso eind 2006 heeft ingesteld, heeft werkelijk effect op de kwaliteit van ons werk. We zijn ons er desalniettemin van bewust dat we voortdurend moeten streven naar verbetering van het systeem.

Veel van de beoogde verbeteringen worden doorgevoerd op basis van onze herziene richtsnoeren inzake effectbeoordeling. Deze herziening is gebaseerd op de ervaringen van de Raad voor Effectbeoordeling en de resultaten van een externe evaluatie en de daaropvolgende raadpleging van de instellingen, belanghebbenden en andere geïnteresseerde partijen.

We versterken de adviesverlening over kwesties als subsidiariteit, nationale en regionale gevolgen en specifieke gevolgen, bijvoorbeeld voor KMO's en consumenten. Samen met de Raad en het Parlement wordt ook onderzocht op welke punten van de gemeenschappelijke aanpak van effectbeoordeling verbeteringen mogelijk zijn. Er is inmiddels een aanvang gemaakt met de werkzaamheden op technisch niveau. Tegen het einde van het jaar hopen we enkele concrete resultaten te hebben bereikt, al was het maar door het uitwisselen van ervaringen tussen de drie instellingen.

Wat vereenvoudiging betreft, heeft de Commissie sinds de lancering van de programma's 2005-2009 119 van de in totaal 162 voorstellen aangenomen. Een belangrijke uitdaging is om vereenvoudigingsvoorstellen die in de Raad en het Parlement in behandeling zijn, zo snel mogelijk aangenomen te krijgen. Wat administratieve lasten betreft, heeft een extern consortium in opdracht van de Commissie de belangrijkste informatieverplichtingen van de EU in kaart gebracht. Tegen het einde van het jaar zal voor deze verplichtingen een kostenberekening zijn opgesteld.

In de strategische evaluatie van januari zullen we verslag doen van de gemaakte vooruitgang en aan de hand van een duidelijk stappenplan aangeven hoe we de ambitieuze reductiedoelstelling van 25 procent tegen 2010-2012 denken te realiseren.

Tot slot, wat de interinstitutionele samenwerking met betrekking tot beter wetgeven betreft, moeten we erkennen dat de uitvoering van het interinstitutioneel akkoord "Beter wetgeven" dat sinds december 2003 van kracht is, niet gemakkelijk is geweest. Dat mag ons echter niet ontmoedigen. Integendeel, de Commissie heeft onlangs te kennen gegeven dat het volgens haar tijd is de besprekingen over kwesties in verband met "beter wetgeven" in het algemeen een grotere politieke lading te geven. Ik heb het Parlement aangemoedigd om in de nabije toekomst op het hoogste politieke niveau een interinstitutionele uitwisseling van opvattingen over "beter wetgeven" te organiseren. Op het hoogste politieke niveau betekent dan in de context van de Technische Groep op hoog niveau voor interinstitutionele samenwerking, de Conferentie van voorzitters of de Conferentie van commissievoorzitters.

Tot besluit wil ik benadrukken dat de zorg voor een betere wetgeving de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle Europese instellingen en ook van de lidstaten is. Als het gaat om het verbeteren van de kwaliteit van onze wetgevingsvoorstellen en ons algemene regelgevingskader, zijn we allemaal tot meer en tot beter in staat.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Het debat is gesloten.

De stemming vindt dinsdag plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Bert Doorn (PPE-DE), schriftelijk. De aanname van het rapport Medina is een sterk signaal voor betere regelgeving. Het rapport bevat de belangrijkste EVP-standpunten, zoals:

Onafhankelijk toezicht op uitvoering effectentoetsingen door de Europese Commissie;

Tijdige en uitvoerige raadpleging van belanghebbenden;

Doelstelling 25% reductie van administratieve lasten moet netto doelstelling zijn. Reductie van lasten voortkomend uit bestaande wetgeving op bepaalde terreinen moet niet teniet worden gedaan door bijkomende administratieve lasten uit nieuwe wetgeving.

Helaas is er onvoldoende steun van andere fracties voor de volgende punten:

Steun voor de Commissie om zelfregulering en co-regulering als serieuze strategische beleidsopties in overweging te nemen.

Bredere toepassing van effectentoetsing op onder meer comitologie regelgeving en belangrijke amendementen van Raad en Parlement op wetgevingsvoorstellen.

Voorts is het voor de EVP belangrijk dat de Commissie de adviezen van de High Level Group on Administrative Burden (de Stoiber Group) ter harte neemt. Hoopvol teken is in dit verband het feit dat DG MARKT heeft aangekondigd kleine ondernemingen te willen vrijstellen van het opstellen van jaarrekeningen, en daartoe de 4e en 7e Richtlijn te wijzigen.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid