De Voorzitter. – Aan de orde is de aanbeveling (A6-0375/2008) voor de tweede lezing van Ulrich Stockmann, namens de Commissie vervoer en toerisme, inzake luchthavengelden (08332/2/2008 – C6-0259/2008 – 2007/0013(COD)).
Ulrich Stockmann, rapporteur. − (DE) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, dames en heren, na dit emotionele onderwerp is het nu tijd voor meer technische aangelegenheden. Morgen willen we de richtlijn inzake luchthavengelden in tweede lezing definitief aannemen, en na de duidelijke stemming in de Commissie vervoer en toerisme ben ik ervan overtuigd dat ons dat gaat lukken.
Waarom gaat het bij deze richtlijn? Hiermee worden uniforme beginselen en procedures in heel Europa vastgelegd voor het heffen van luchthavengelden. Dat betekent dat transparante berekeningsgrondslagen, niet-discriminatie van luchtvaartmaatschappijen en een vaste raadplegingsprocedure als factoren gelden bij het vaststellen van eerlijke luchthavengelden. Een onafhankelijke nationale toezichthoudende autoriteit kan eventuele geschillen op basis van heldere regels beslechten. Daarmee wordt het systeempartnerschap tussen luchthavens en luchtvaartmaatschappijen versterkt en wordt mogelijk misbruik van marktmacht voorkomen.
Wat was de uitgangssituatie? De afgelopen vijftien jaar hebben we in twee pogingen getracht de tegengestelde belangen van luchthavens en luchtvaartmaatschappijen op dit gebied met elkaar te verenigen. Een van de redenen dat we daar niet in zijn geslaagd, was het feit dat we in de lidstaten sterk uiteenlopende procedures en structuren hebben. Groot-Brittannië heeft bijvoorbeeld een strenge regelgevende instantie die bovengrenzen kan vaststellen, vijf lidstaten hebben luchthavennetwerken en een systeem van kruissubsidiëring, er zijn parlementen die over luchthavengelden beslissen, gedecentraliseerde bevoegdheden in Duitsland en nog veel meer. Desalniettemin zijn we er nu in geslaagd om met de Raad tot een solide compromis te komen.
Waaruit bestaat dit compromis nu? De werkingssfeer is vastgesteld voor luchthavens met meer dan vijf miljoen passagiers per jaar plus de grootste luchthaven van een lidstaat. Dat betekent op dit moment dat de richtlijn voor 69 luchthavens in de Europese Unie van toepassing is. We hebben een regelmatige raadplegingsplicht tussen luchthavens en luchtvaartmaatschappijen ingevoerd en we hebben tegelijkertijd een gestructureerde bemiddelingsprocedure met deadlines vastgelegd en uiteraard de toezichthoudende autoriteit opgericht die ik al eerder heb genoemd.
Wat bedoelen we nu met eerlijke luchthavengelden? Luchthavengelden moeten in de toekomst een duidelijker verband met de kosten vertonen, ze moeten met transparante berekeningen kunnen worden onderbouwd en verband houden met het overeengekomen serviceniveau. Tegelijkertijd geldt er een streng discriminatieverbod. Dit betekent in principe dat we dezelfde heffingen voor dezelfde diensten voor elke luchtvaartmaatschappij op dezelfde luchthaven hebben, waarbij er mogelijkheden tot differentiatie zijn. Het doet me bovenal deugd dat we hier voor geluid en vervuiling in zijn geslaagd. In een aantal landen zullen gemeenschappelijke heffingssystemen blijven bestaan voor de eerder genoemde luchthavennetwerken en voor de zogenaamde luchthavensystemen in steden en agglomeraties, maar ook daarvoor geldt dat ze moeten voldoen aan de transparantie-eisen van deze richtlijn.
We hebben getracht om door middel van de mogelijkheid tot voorfinanciering van infrastructuur met behulp van heffingen tegemoet te komen aan enkele zorgen van onze collega’s uit de Oost-Europese lidstaten. Dit zal mogelijk zijn, ook al zal dit op grond van nationale criteria lastig zijn, indien aan de ICAO-normen wordt voldaan.
Wat verwachten wij van de uitwerkingen? Meer concurrentie tussen de Europese luchthavens, meer concurrentie tussen de verschillende luchtvaartmaatschappijen op één luchthaven, wellicht een geleidelijke verlaging van de ticketprijzen indien de luchtvaartmaatschappijen de lagere heffingen doorberekenen aan de passagiers.
De richtlijn moet over twee jaar zijn omgezet.
Hierbij wil ik alle schaduwrapporteurs danken voor de succesvolle onderhandelingen, evenals het Sloveens fungerend voorzitterschap van de Raad, en de Commissie.
Antonio Tajani, vicevoorzitter van de Commissie. − (IT) Mevrouw de Voorzitter, ik zou graag de rapporteur, de heer Stockmann, willen feliciteren met het uitstekende werk dat hij heeft verricht: hij heeft een heel goede beschrijving gegeven van de tekst met het voorstel voor een richtlijn die we straks gaan aannemen. Het is een voorstel dat in de eerste plaats bedoeld is om enkele beginselen die alle lidstaten in het kader van ICAO reeds hebben goedgekeurd in het gemeenschapsrecht op te nemen: niet-discriminatie, transparantie en raadpleging.
Het kader dat met de richtlijn wordt opgericht maakt een gestructureerde dialoog tussen luchtvaartmaatschappijen en luchthavens voor het vaststellen en heffen van luchthavengelden mogelijk. De richtlijn verplicht luchthavens bijvoorbeeld de luchtvaartmaatschappijen te raadplegen voordat ze beslissingen nemen over luchthavengelden. Ik ben zelf op een soortgelijke manier te werk gegaan: ik heb eerst luchtvaartmaatschappijen en de luchthavens geraadpleegd voordat ik dit voorstel heb geformuleerd, dat in wezen door beide partijen is goedgekeurd.
Zoals de heer Stockmann al heeft gezegd, wordt in de richtlijn het concept onafhankelijke toezichthoudende autoriteit geïntroduceerd. Dit orgaan zal een cruciale rol vervullen, omdat het ervoor moet zorgen dat de grondbeginselen die ik heb toegelicht, in acht worden genomen. Dat zijn in grote lijnen de doelstellingen van het voorstel. Ik wil de rapporteur ook bedanken voor het werk dat hij in tweede lezing heeft verricht om met de Raad tot een overeenkomst te komen. Het resultaat heeft weliswaar veel werk gekost, veel vergaderingen en een bijdrage van ons allen, maar ik denk dat we erin geslaagd zijn hier iets goeds van te maken.
De resultaten van de onderhandelingen zijn terug te zien in enkele amendementen die de Commissie nodig acht om er volledig achter te staan. Ik ben zeer verheugd dat ook de Commissie vervoer en toerisme deze overeenkomst unaniem heeft gesteund. Ik ben uiteraard klaar om het debat aandachtig te volgen en alle opmerkingen te verzamelen die eruit voortkomen.
Zsolt László Becsey, namens de PPE-DE-Fractie. – (HU) Dank u, mevrouw de Voorzitter. Commissaris, ondanks de regen belooft het een mooie dag te worden. Graag feliciteer ik zowel de rapporteur als de schaduwrapporteur, aangezien we in samenwerking met de Commissie, het Sloveense en later het Franse voorzitterschap na lange onderhandelingen een goed compromis hebben weten te sluiten. Het is voor ons ook een sprong in het diepe en daarom zou ik graag zien dat de lidstaten deze richtlijn zo snel mogelijk, dus niet pas na de bedongen twee jaar, toepassen. Zodoende zullen we in de praktijk gaan zien hoeveel onze wetgevende activiteiten waard zijn, en vervolgens kunnen we de benodigde corrigerende stappen nemen ten tijde van de vierjaarlijkse toetsing.
Ik hoop dat de lidstaten dit begrijpen en de benodigde institutionele ontwikkelingen, indien vereist, snel uitvoeren. Ik vertrouw er ook op dat de richtlijn transparante prijsvorming en gematigde prijsstijgingen tot gevolg zal hebben, zodat we kunnen voorkomen dat agressieve luchtvaartmaatschappijen misbruik maken van hun overmacht en in het voordeel zijn ten opzichte van anderen door dezelfde dienstverlening aan te bieden tegen lagere prijzen op vliegvelden die zitten te springen om klanten. Tegelijkertijd kunnen we ook voorkomen dat vliegvelden ondoorzichtige, willekeurige en vaak sprongsgewijze prijsstijgingen doorvoeren. In beide gevallen is het doel de Europese consumenten alleen te laten betalen voor wat ze daadwerkelijk hebben gebruikt. Ook om die reden hebben we niet toegelaten dat de kosten voor veiligheidscontroles of hulp aan mensen met een beperking in de prijs worden opgenomen. Ik vind het ook een goed compromis dat we het aan de lidstaat in kwestie overlaten of de opbrengst uit commerciële activiteiten van vliegvelden wordt meegeteld of buiten beschouwing wordt gelaten. Tevens is het een goed resultaat dat we met betrekking tot luchthavennetwerken overeenstemming hebben bereikt over het feit dat er een gemeenschappelijke autoriteit voor beheer kan komen, maar wat betreft de prijsvorming worden de deelnemers – zoals de Commissie heeft beloofd – onderworpen aan een mededingingsonderzoek, zelfs als het gevaar van marktverstoring bestaat ten opzichte van naburige vliegvelden in andere landen. Wat betreft de bevoegdheden is er een goed compromis bereikt.
Zelf had ik graag gezien dat behalve vliegvelden met meer dan vijf miljoen passagiers per jaar en het grootste vliegveld in elke lidstaat ook kleinere en mogelijk concurrerende vliegvelden in de buurt zouden zijn opgenomen, maar om een akkoord te kunnen bereiken, heb ik dit nu terzijde geschoven; bij de volgende toetsing zou ik dit element echter ook nader willen onderzoeken. Ik aanvaard het, al ben ik er niet blij mee, dat we de mogelijkheid van voorfinanciering, daarbij refererend aan het ICAO-beleid, in de overwegingen hebben bevestigd, al had ik dit liever in de hoofdtekst gezien. Ik hoop dat dit via een stapsgewijze toename van de kosten gemakkelijker te aanvaarden is voor de passagiers, en dus niet met een plotselinge stijging, maar ook dit moeten we bij de toetsing nader bekijken. Het resultaat is transparantie van staats- of andere overheidssubsidies en dit is ook een belangrijke factor in de concurrentiestrijd van vliegvelden, evenals de grotere nadruk op milieuaspecten. Ik beschouw het als het belangrijkste resultaat dat er in elke lidstaat een sterke, onafhankelijke nationale autoriteit moet worden opgericht met een cruciale rol. Verder ben ik er trots op dat het voorstel dat er bij geschillen over prijsvorming geen oneindige bemiddelingsprocedure wordt gehouden, is aangenomen en in het verslag is opgenomen. In plaats daarvan moet er een voorlopig besluit worden genomen waarmee de bemiddelingsprocedure van start kan gaan. Dank u wel, mevrouw de Voorzitter.
Brian Simpson, namens de PSE-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik verwelkom het verslag van collega Ulrich Stockmann en ik dank hem voor zijn harde werk aan dit moeilijke dossier.
Tijdens het hele verslagproces is het mijn fractie er om gegaan te zorgen dat het systeem van luchthavengelden in de EU rechtvaardig en transparant is, en dat er een uitgewerkte beroepsprocedure is om geschillen op te lossen. Mensen zien de luchtvaart vaak als één enkele sector, maar wie zich verdiept in zoiets als luchthavengelden, komt al snel tot de ontdekking dat de luchthavens heel andere opvattingen en ambities hebben dan de luchtvaartmaatschappijen.
Het verslag dat voor ons ligt biedt een evenwichtige oplossing, die noch de luchtvaartmaatschappijen noch de luchthavens bevoordeelt. Hoewel ik er persoonlijk de voorkeur aan zou hebben gegeven als de toepasselijkheid zou zijn gebaseerd op een percentage van het nationale aantal passagiers in plaats van op een arbitrair getal, heeft de rapporteur er in zijn verslag in ieder geval voor gezorgd dat het om een redelijk aantal van vijf miljoen passagiers gaat – in plaats van het belachelijk lage aantal van één miljoen van de Commissie – en dat de belangrijkste luchthaven van elke lidstaat is inbegrepen.
Een belangrijk thema in onze gesprekken was de vraag of bepaalde luchthavens een machtspositie innemen. Mijn fractie meent dat waar dit het geval is, luchthavengelden moeten worden gereguleerd. Veel luchthavens concurreren echter onderling en luchtvaartmaatschappijen kunnen zelf bepalen waar ze naartoe vliegen. In mijn eigen regio heeft Manchester Airport 22 miljoen passagiers per jaar, maar heeft het wel te maken met concurrentie van acht luchthavens die zich allemaal op minder dan 150 kilometer bevinden. Het is duidelijk dat de markt zich in zulke omstandigheden zelf wel reguleert.
Het verheugt mij daarom dat het Verenigd Koninkrijk zijn eigen systeem voor het toezicht op de luchthavengelden kan blijven hanteren, omdat het beschikt over een regelgevingskader dat de mededinging bevordert en een eigen toezichthouder heeft die de heffingen reguleert op alleen die luchthavens die een machtspositie innemen. Mogelijk kunnen andere landen dit regelgevingskader overnemen om ook een rechtvaardig en transparant systeem van luchthavengelden te realiseren.
Ik hoop dat we deze richtlijn nu in tweede lezing kunnen aannemen. Zo kunnen we zorgen voor regelgeving die een eind brengt aan geheime vergaderingen waarin heffingen worden bepaald voor luchthavens die een monopolie- of machtspositie innemen. Ik hoop van harte dat de luchtvaartmaatschappijen ook inzien dat we nu een transparant systeem zullen hebben met een gedetailleerde beroepsprocedure, met volledige raadpleging, zodat ze hun eindeloze klaagzang over luchthavengelden kunnen staken en samen met de luchthavens kunnen gaan werken aan een kosteneffectieve dienstverlening met een goede prijs-kwaliteitverhouding voor gebruikers en passagiers.
Arūnas Degutis, namens de ALDE-Fractie. – (LT) Mijnheer de commissaris, geachte collega's, ik denk dat niemand de noodzaak tot transparantie en billijkheid van de luchthavengelden en -kosten binnen de Europese Gemeenschap in twijfel trekt, enkel en alleen omdat sommige luchthavens binnen de Gemeenschap een natuurlijke monopoliepositie genieten. Vanaf het moment dat het document voor de eerste keer werd besproken, heeft het Europees Parlement echter zeer zorgvuldig de voorstellen en de wensen van de Commissie bekeken om op meer dan 150 luchthavens binnen de Gemeenschap toezicht te houden.
Wanneer leden van het Europees Parlement deelnemen aan de voorbereiding van verschillende documenten lopen ze vaak tegen het dilemma aan dat ze moeten bepalen hoeveel controle en regulering noodzakelijk is voordat ze een doel op zichzelf worden en de echte controles verlammen.
Dit is met name relevant in het licht van de huidige crisis waarin gevoeligheid bij het bekijken van vragen die van belang zijn voor het bedrijfsleven een hard vereiste is.
Ik denk dat het Europees Parlement erin is geslaagd om in het document waar morgen over gestemd gaat worden een gulden middenweg te vinden en te verdedigen door het aantal vliegvelden vast te stellen dat moet worden onderworpen aan controles. Het doet me genoegen dat de Raad hier ook zo over dacht en de Commissie blijk heeft gegeven van de nodige flexibiliteit om tot een constructieve compromis te komen.
De andere evenzo belangrijke kwestie was om een evenwicht te vinden tussen de hoofdrolspelers binnen deze sector, dat wil zeggen de belangen van luchthavens en luchtvaartmaatschappijen. Ik ben van mening dat we onszelf hiermee ook hebben laten zien in staat te zijn aan de verwachtingen van beide partijen te voldoen. Des te meer omdat een eenzijdig, onevenwichtig voorstel hoe dan ook van invloed zou zijn op de mogelijkheden van de EU-consumenten om de veiligste transportmethodes te gebruiken.
Dit is allemaal bereikt dankzij de professionele inzet van de rapporteur. De heer Stockmann heeft zich altijd onderscheiden door zich als een onpartijdige politicus op te stellen die alle partijen aanhoort. Dit is de vierde keer dat we samenwerken aan de voorbereiding van documenten inzake de luchtverkeerscontrole. Ook deze keer stelde hij me niet teleur, maar verrijkte me met nieuwe ervaringen. Ik wil de heer Stockmann en mijn andere collega's bedanken en complimenteren nu we de bespreking over dit document binnen het Europees Parlement afsluiten. Ik wil de Europese Commissie succes wensen met de moeilijke taak deze richtlijn ten uitvoer te leggen en de doeltreffendheid ervan op de voet te volgen, en daarnaast wil ik ook alle afgevaardigden veel succes toewensen.
Roberts Zīle, namens de UEN-Fractie. – (LV) Bedankt, mevrouw de Voorzitter en de heer Tajani. Allereerst wil ik de rapporteur, de heer Stockmann, en alle schaduwrapporteurs feliciteren met het compromis dat in tweede lezing is bereikt met de Raad. Naar mijn mening moeten we ook blij zijn met het akkoord over het toepassingsgebied van de richtlijn, omdat het van invloed zal zijn op alle lidstaten, omdat het in ieder geval hun belangrijkste luchthavens zal reguleren. Ik hoop dat binnen nu en twee jaar tijd, wanneer deze richtlijn van kracht gaat, er binnen de Europese Unie niet meer van dit soort juridisch onbegrijpelijke uitspraken van rechtbanken worden gedaan, zoals recentelijk een plaatselijke rechtbank in Litouwen heeft gedaan jegens een Letse luchtvaartmaatschappij en diens voornaamste luchthaven. Door dit besluit legt de rechtbank van de ene lidstaat niet alleen beslag op de luchthaven van een ander land, maar ook op de luchtvaartmaatschappij van een ander land in een ander lidstaat. Het vonnis van de rechtbank was gebaseerd op een ongebruikelijk onderscheid van luchthavengelden op de voornaamste luchthaven in Letland. Ik hoop van ganser harte dat deze richtlijn dergelijke juridisch onduidelijke interpretaties in de toekomst onmogelijk maakt, aangezien ze nadelig uitpakken voor de luchtvaartsector. Dank u wel.
Gerard Batten, namens de IND/DEM-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, dit verslag zou ervoor moeten zorgen dat individuele luchthavens hun machtspositie op de markt niet kunnen misbruiken, dat voor alle exploitanten een gelijke uitgangspositie wordt gecreëerd en dat de consumentenbelangen zijn beschermd.
Hoe vaak hebben we dergelijke argumenten niet eerder gehoord? Bij de tenuitvoerlegging zal deze harmonisatie van luchthavengelden naar alle waarschijnlijkheid net zo’n succes zijn als de harmonisaties die aan de basis lagen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het gemeenschappelijk visserijbeleid en de almaar toenemende administratieve lasten voortvloeiend uit de EU-wetgeving, die voor het Verenigd Koninkrijk ten minste 26 miljard Britse pond per jaar bedragen.
Het een en ander vereist een volledig onnodige wijziging van de Britse wetgeving inzake luchthavengelden en met vervoer verband houdende zaken. Er zal een zogenaamd onafhankelijke toezichthoudende autoriteit moeten worden ingesteld, wat weer een extra laag bureaucratie betekent, en de daarmee onvermijdelijk samenhangende hogere kosten.
Er is in het Verenigd Koninkrijk uiteraard al regulering inzake prijsplafonds, bedoeld om luchthavens te stimuleren om efficiënter en daarmee goedkoper te werken. Deze onophoudelijke wetgevingsstortvloed is bedoeld om alle aspecten van het leven in de Europese Unie te harmoniseren en onder het uiteindelijke gezag van de Europese Unie te brengen. Iedere andere overweging komt op de tweede plaats of is helemaal onbelangrijk. Waar we volkomen zeker van kunnen zijn is dat deze maatregelen zullen leiden tot hogere kosten voor de luchtreiziger.
Georg Jarzembowski (PPE-DE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de vicevoorzitter van de Commissie, dames en heren, volgens mij heeft de voorgaande spreker het dossier gewoon niet begrepen. Wij stellen hier regels op voor transparante bepalingen ter vastlegging van luchthavengelden en het doel daarvan is dat de luchthavengelden objectief worden vastgesteld en ten gunste van de consument worden verlaagd. Dat is onze taak.
In feite zijn er namelijk twee verschillende situaties. Enkele luchthavens zijn zo dominant dat luchtvaartmaatschappijen in wezen onderworpen zijn aan de monopoliepositie van deze luchthavens en wellicht te hoge luchthavengelden betalen. Bij andere, mogelijk kleine luchthavens kan een luchtvaartmaatschappij beslissen of ze van deze luchthaven gebruik wil maken op basis van hoe laag de luchthavengelden zijn, en dat is dus een geheel andere situatie.
Daarom moet ik opmerken dat hetgeen de heer Stockmann in zijn verslag heeft bereikt – en daarvoor wil ik hem bij dezen danken – een uitstekende lijst van criteria is om correcte, goed onderbouwde luchthavengelden vast te stellen, die ook door passagiers gedragen moeten worden, waarbij onafhankelijke nationale toezichthoudende autoriteiten optreden als controlerende instanties.
Mijnheer de vicevoorzitter, u moet er uiteraard de komende twee jaar voor zorgen dat de nationale toezichthoudende autoriteiten ook daadwerkelijk onafhankelijk zijn. Dat betekent derhalve dat deze instanties niet gebonden mogen zijn aan luchthavens dan wel luchtvaartmaatschappijen. Wij dringen er op aan dat de toezichthoudende autoriteiten ten gunste van de consumenten een eerlijk evenwicht bewaren tussen luchtvaartmaatschappijen en luchthavens.
Ten tweede willen wij met deze nieuwe criteria tevens eerlijke concurrentie tussen de luchthavens bevorderen. In sommige gevallen zijn er luchthavens in twee verschillende lidstaten die maar een paar kilometer verwijderd liggen van de onderlinge grens tussen deze lidstaten. Wij willen zeker weten dat hier geen sprake is van oneerlijke concurrentie. Mijns inziens zijn de nieuwe criteria dienaangaande juist.
Tot slot wil ik u een vraag stellen, mijnheer de vicevoorzitter. Het is volgens mij al bijna twee jaar geleden dat de Commissie richtsnoeren voor regionale luchthavens heeft uitgevaardigd. Nu hebt u de afgelopen maanden onderzocht of er bij een aantal luchthavens sprake was van ontoelaatbare subsidiëring, waarmee ik subsidies door nationale overheden bedoel voor specifieke luchthavens die de concurrentie verstoren. Ik denk dat we allemaal graag zouden willen weten wat uw bevindingen zijn. Wij hopen dat u ons vandaag kunt beloven dat u ons binnen afzienbare tijd het onderzoek naar ontoelaatbare dan wel toelaatbare regionale steun kunt presenteren, want er is in deze aangelegenheid één overkoepelend thema: wij willen eerlijke concurrentie tussen de luchthavens ten gunste van de passagiers.
Silvia-Adriana Ţicău (PSE). – (RO) Ik wil de heer Stockmann complimenteren met zijn werkzaamheden betreffende een gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van de richtlijn waarin gemeenschappelijke beginselen worden vastgesteld voor het heffen van luchthavengelden op communautaire luchthavens. Aan de luchthavengebruikers biedt de voorgestelde wetgeving nu een kader voor het vaststellen van de luchthavengelden waarbij zij in de besluitvorming worden betrokken, dat helder is en waarbij beroepsmogelijkheden bestaan.
De Raad is akkoord gegaan met het voorstel van het Parlement om het toepassingsgebied te beperken tot luchthavens met meer dan 5 miljoen passagiersbewegingen per jaar, en in elk geval de grootste luchthaven in elke lidstaat. Iedere differentiatie van luchthavengelden moet berusten op transparante, objectieve en duidelijke criteria. Overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt moeten luchthavens op een kostenefficiënte basis functioneren en er zal ruimte worden geboden aan stimulansen voor nieuwe routes naar achtergestelde en perifere regio’s. Wel moeten deze stimulansen op basis van transparante criteria worden gegeven.
In lijn met de informatie van de Commissie, gebaseerd op de communautaire wetgeving, staan wij achter het idee dat de lidstaten een luchthavenbeheerder toestemming kunnen verlenen om voor luchthavens die de luchtverbindingen van dezelfde stad of agglomeratie verzorgen een gemeenschappelijk en doorzichtig systeem voor het heffen van luchthavengelden toe te passen, op voorwaarde dat iedere luchthaven de eisen inzake transparantie van de richtlijn volledig naleeft. Daarnaast zullen milieucriteria voortaan ook als reden kunnen gelden voor de aanpassing van luchthavengelden. De luchthavenbeheerder zal besluiten over de wijziging van het systeem van luchthavengelden ten minste twee maanden voordat deze van kracht worden, bekendmaken.
Met betrekking tot de voorfinanciering van luchthaveninvesteringen moeten de lidstaten zich aan het ICAO-beleid houden of hun eigen beveiligingsmaatregelen vaststellen. Het Parlement acht het noodzakelijk dat onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten onder hun volledige verantwoordelijkheid de toepassing van de voorschriften van de richtlijn kunnen delegeren aan andere onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten, mits de uitvoering overeenkomstig dezelfde normen geschiedt.
Paweł Bartłomiej Piskorski (ALDE). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, ik zou me willen aansluiten bij de vorige sprekers die de heer Stockmann hebben gefeliciteerd met het resultaat van zijn werk. Dit debat betreft een kwestie waarvoor regelgeving onontbeerlijk is. Dergelijke regelgeving is niet in strijd met mijn liberale geest. Dat geldt evenzeer voor regelgevende instanties. Na het uitbreken van de financiële crisis stellen we vast dat de vrije markt zou moeten functioneren en dat ook doet, maar dat we tegelijkertijd systemen zouden moeten uitwerken die in staat zijn om in een moderne economie de mechanismen te reguleren die het nu en dan laten afweten of die complexer zijn dan de gebruikelijke mechanismen van economische mededinging, van louter vrije mededinging.
We debatteren hier vandaag over het definitieve ontwerp van een specifiek document, over werkzaamheden waarvan ieder van ons van meet af aan wist dat er een lange weg zou moeten worden afgelegd. De reden hiervoor is dat het niet eenvoudig is om natuurlijke monopolies te reguleren en zoals we allemaal weten, vallen luchthavens om voor de hand liggende redenen meestal onder de regels van natuurlijke monopolies. Dit document is een stap voorwaarts in het belang van onze burgers, in het belang van alle burgers van de Europese Unie. Dankzij de inzet van dit Parlement en de werkzaamheden van de Europese Commissie zullen zij opnieuw tastbare voordelen ondervinden in hun dagelijkse leven. Ik wil iedereen gelukwensen die aan deze tekst heeft meegewerkt. Ik hoop ten zeerste dat de lidstaten berekend zullen zijn op hun taak gedurende de twee jaar waarin het systeem ten uitvoer zal worden gelegd.
Luís Queiró (PPE-DE). – (PT) Velen van ons hier in het Parlement maken gebruik van internet om vluchten te boeken en tickets te kopen. Ik denk evenwel dat de meesten onder ons niet weten welke criteria worden gehanteerd voor de berekening van de luchthavengelden die samen met de tickets moeten worden betaald.
Hoewel niet alle heffingen die op de tickets vermeld staan luchthavengelden zijn, verzoek ik u even samen met mij na te denken over het volgende: een passagier die, bijvoorbeeld met Brussels Airlines, van Lissabon naar Brussel vliegt, betaalt 48 euro aan heffingen. Als hij met de Portugese luchtvaartmaatschappij TAP vliegt, betaalt hij twee euro minder. Als hij daarentegen van Brussel naar Lissabon vliegt, verdwijnt dit verschil en bedragen de heffingen vijftien euro extra per traject. Waarom?
Laat ik nog een voorbeeld geven. Als onze denkbeeldige passagier met Brussels Airlines heen en terug van Brussel naar Londen vliegt via Gatwick Airport, moet hij 124 euro aan heffingen betalingen, maar als hij met BMI naar Heathrow vliegt, bedragen de heffingen slechts 65 euro. Als hij naar Heathrow vliegt met BMI en terugvliegt met Lufthansa, betaalt hij 70 euro aan heffingen. Vanwaar deze verschillen? Soms wordt een bepaald bedrag aangerekend voor de heenvlucht en een ander bedrag voor de terugvlucht. Soms rekenen luchtvaartmaatschappijen hetzelfde bedrag aan voor dezelfde luchthaven en soms niet. Het kan zelfs gebeuren dat je niet eens weet hoeveel je precies betaalt.
Het feit dat er verschillende luchthavengelden bestaan, is op zich geen slechte zaak, integendeel. Verschillende diensten vereisen verschillende heffingen. Wat niet goed is, is dat op verschillende diensten dezelfde heffingen worden toegepast en, omgekeerd, dat voor schijnbaar identieke diensten verschillende heffingen worden gehanteerd.
Wat wij willen bereiken, is dat de bedoelde heffingen een alomvattend karakter hebben en berekend worden aan de hand van transparante en duidelijke criteria. Dat is ons uiteindelijke streefdoel. Wij willen garanties bieden voor een eerlijke en transparante concurrentie tussen de grote Europese luchthavens en daarmee bijdragen aan zowel de verdieping van de interne markt als de verlaging van de kosten waarmee passagiers geconfronteerd worden wanneer zij een ticket kopen. Daarom steunen wij dit voorstel voor een richtlijn met een hart vol hoop.
Inés Ayala Sender (PSE). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, allereerst wil ik mijn collega, de heer Stockmann, complimenteren met het uitstekende verslag, en vooral ook met het geduld en de vasthoudendheid waarmee hij te werk is gegaan.
Met dit verslag zetten we een stap naar een gemeenschappelijk luchtruim en bereiden we, mede door transparantie en gelijke behandeling, de grote sprong voorwaarts naar één Europees luchtruim voor.
Door dit gemeenschappelijke systeem voor het heffen van luchthavengelden voor gebruikers zullen we een aantal noodzakelijke voorwaarden voor correcte en transparante concurrentie kunnen vasthouden. We bereiden ons ook voor op de toekomst door rekening te houden met mogelijke veranderingen in tarieven, milieucriteria en ook met vrijstelling van belastingen voor hulp aan passagiers met een beperking.
Ik moet bovendien zeggen dat er voldaan is aan de behoefte om kleine vliegvelden te ontzien, door ze geen buitensporige lasten op te leggen door een minimum van vijf miljoen passagiers per jaar in te stellen.
Ten slotte zijn we erg blij dat er is erkend dat het beheer van luchthavennetwerken bij één enkel orgaan moet worden ondergebracht, aangezien dit goed blijkt te werken, zoals bij de Spaanse luchthavenautoriteit AENA. Daarnaast zijn we blij dat naast onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten alternatieven voor controle en voor het vaststellen van verplichte heffingen die onder wettelijke toezicht vallen, in acht zijn genomen, zoals ook in mijn land het geval is. Ik stel het daarom op prijs dat er rekening is gehouden met deze voorstellen.
Tevens wil ik de rapporteur complimenteren met het feit dat er een concrete termijn is vastgesteld waarop de besluiten bekend worden gemaakt. Dit voorkomt juridische onzekerheid en geeft de gebruikers zekerheid over wanneer deze besluiten toegepast zullen worden. Dit is ook positief omdat bij het vaststellen van deze termijnen en besluiten rekening wordt gehouden met de parlementaire controle.
Fiona Hall (ALDE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik verwelkom de grotere transparantie die met deze nieuwe regels voor luchthavengelden wordt geïntroduceerd. Luchthavens houden al te vaak informatie achter over de deals die ze sluiten, zelfs wanneer ze geheel of gedeeltelijk in het bezit zijn van de overheid. Het publiek heeft er recht op te weten waar zulke luchthavens hun geld aan verdienen en uitgeven. Maar ik ben teleurgesteld dat de drempel voor uitgebreidere verslaglegging is vastgesteld op vijf miljoen, en dat deze niet afhankelijk is gemaakt van het nationale marktaandeel.
Deze drempel zal vooral een slag toebrengen aan regionale luchthavens als die van Newcastle. Met zes miljoen passagiers per jaar komt Newcastle boven de drempel uit, maar toch is het een onderdeurtje vergeleken met reuzen als Heathrow en Gatwick. Aangezien regionale luchthavens vooral concurreren met hun directe buren, zou het eerlijker zijn geweest om een systeem te introduceren dat alle kleine en middelgrote luchthavens gelijk behandelt.
Ik betreur daarom dat de Raad niet heeft gekozen voor de optie om het toepassingsgebied van de richtlijn te beperken tot luchthavens met jaarlijks ten minste vijf miljoen passagiersbewegingen en meer dan 15 procent van de passagiersbewegingen nationaal. Zo’n drempel zou nog steeds garanderen dat de grote luchthavens van Europa niet achter gesloten deuren kunnen uitmaken welke heffingen de luchtvaartmaatschappijen moeten betalen. Ik hoop dat wanneer de Commissie de richtlijn beoordeelt, zij zorgvuldig zal bekijken of regionale luchthavens als Newcastle onder marktverstoringen te leiden hebben.
Emanuel Jardim Fernandes (PSE). – (PT) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, om te beginnen dank ik de heer Stockmann voor de openheid en de bereidheid tot compromisvorming die hij tijdens de voorbereiding van dit verslag aan de dag heeft gelegd. Het is direct van toepassing op luchthavens met meer dan vijf miljoen passagiers en met name op de luchthavens van Faro en Lissabon in mijn land.
Het is belangrijk dat het Parlement en de Raad dit voorstel aannemen om discriminatie bij het heffen van luchthavengelden te voorkomen, behalve waar een dergelijke differentiatie noodzakelijk is en in overeenstemming is met het Verdrag. Er moet een verplichte procedure voor regelmatige consultatie tussen de luchthavenbeheerders en de luchthavengebruikers worden opgesteld. Iedere differentiatie van de heffingen moet op transparante en duidelijke criteria berusten. Luchthavens moeten dezelfde luchthavengelden heffen voor dezelfde dienstverlening. Het is echter mogelijk om aan luchthavengebruikers kortingen toe te kennen op basis van de kwaliteit van een gebruikte dienst, mits alle luchthavengebruikers van die kortingen kunnen profiteren onder publieke, transparante en objectieve voorwaarden. Er kunnen tevens kortingen worden toegekend aan gebruikers die nieuwe routes openen op voorwaarde dat het mededingingsrecht wordt geëerbiedigd. Er moet een nationale onafhankelijke toezichthoudende autoriteit komen die optreedt wanneer er een geschil bestaat over een besluit over de luchthavengelden. De opening van nieuwe routes naar achtergestelde en ultraperifere regio’s moet gestimuleerd worden. Tot slot moeten de lidstaten de beheerder van een luchthavennetwerk toestaan een gemeenschappelijk stelsel van luchthavengelden voor het gehele luchthavennetwerk in te voeren.
Mevrouw de voorzitter, met deze nieuwe richtlijn zullen de toekomstige luchthavengelden van onze luchthavens, zelfs in ultraperifere regio’s zoals die waar ik vandaan kom, waarborgen dat iedereen toegang heeft tot het luchtvervoer. Dat is met name belangrijk in een regio als de mijne, die uitsluitend bereikbaar is met het luchtvervoer. Daarom hoop ik dat dit voorstel morgen zal worden aangenomen en dat de Commissie en de Raad het gunstig zullen onthalen.
Robert Evans (PSE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik sluit mij aan bij de dankzeggingen van mijn collega’s aan de heer Stockman voor wat hij, geloof ik, beschreef als een werkbaar compromis in het belang van 69 Europese luchthavens.
Ik deel ook de opvattingen van de heer Becsey, en inderdaad ook die van mijn collega Brian Simpson, over rechtvaardige en transparante concurrentie. Ik zie dit verslag, zoals het nu is gepresenteerd, als een goede zaak, niet alleen voor de drie luchthavens van Londen – Heathrow, Stansted en Gatwick – maar ook voor de luchthavens in de rest van Europa, of het nu in het Letland van de heer Zīle is, in het Roemenië van mevrouw Ţicău, in Portugal, of in het Italië van de commissaris – en ik meen dat er ook enkele luchthavens in Duitsland zijn, maar daar gaan niet zoveel mensen naar toe.
Maar ik denk dat het ook een goede zaak is voor de Europese passagiers en, uiteraard zijn de luchthavens niets zonder de burgers, de passagiers. Zij zijn onze prioriteit, zoals het milieu dat evenzeer is, hetgeen naar ik meen in dit verslag tot uiting komt.
De heer Batten, mijn collega uit Londen, heeft, in wat het best een bliksembijdrage kan worden genoemd (omdat hij alweer weg is), gesuggereerd dat er nieuwe instanties opgericht zouden moeten worden en zich overgegeven aan allerlei andere paniekpraat. Maar de betreffende instantie – de burgerluchtvaartautoriteit – bestaat al. Dus ik denk dat hij, om het vriendelijk uit te drukken, last heeft van een misverstand.
En wat Fiona Hall betreft, ik geloof niet dat Newcastle direct concurreert met Londen. Er is een flinke afstand tussen de twee plaatsen, en wie ervoor kiest om naar Londen te gaan in plaats van Newcastle moet daarvoor een enorm stuk reizen. Ik denk daarom dat u de twee niet zo met elkaar kunt vergelijken.
Ik geloof dat dit een goed, werkbaar compromis is. Ik denk dat alle vragen en zorgen die we oorspronkelijk hadden goed zijn verwerkt en dat dit, als pakket, precies de balans is die we zochten tussen de belangen van de luchtvaartmaatschappijen en de belangen van de passagiers, terwijl de luchthavens voldoende vrijheid overhouden om concurrerend te blijven.
Ik heb hierdoor de moed nog niet opgegeven dat er nog een dag komt – je weet maar nooit, waarde collega’s, je weet maar nooit – dat we een fatsoenlijke luchtverbinding naar Straatsburg zullen hebben. Het is misschien erg optimistisch, maar je weet maar nooit en het is de moeite waard om voor te knokken.
Bogusław Liberadzki (PSE). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, allereerst zou ik mijn dank willen uitspreken aan het adres van onze rapporteur, de heer Stockmann, die uitstekend werk heeft verricht. Hij heeft met het oog op de ontwerprichtlijn voor een zeer innovatieve aanpak gekozen, aangezien hij het verslag naar behoren wilde voorbereiden in samenwerking met de Commissie en de Raad. Dat is hem zonder twijfel gelukt. Ik zou in het bijzonder de aandacht willen vestigen op zijn initiatief om de definitie van luchthavengelden te verfijnen, alsook van het luchthavennetwerk waarop de tekst van toepassing is en het niveau van de dienstverlening van luchthavens en het verband daarvan met de verplichtingen van de luchthavenbeheerders. Wat even belangrijk is, voornamelijk voor de nieuwe lidstaten, is het financieren van nieuwe infrastructuurprojecten. De ontwerprichtlijn die nu ter tafel ligt, zal er vanuit het oogpunt van de passagier voor zorgen dat al wie in Europa diensten gebruikt, uitbaat of ervoor betaalt, weet hoeveel hij of zij zal moeten betalen, waarom en wat er vervolgens met dat geld gebeurt. Dit is een belangrijke stap in de richting van de totstandbrenging van een echt Europees systeem en een Europees luchthavennetwerk. Ik zou u hiervoor hartelijk willen bedanken, aangezien ik er vast van overtuigd ben dat deze ontwerprichtlijn de burgerluchtvaart ten goede zal komen.
Zuzana Roithová (PPE-DE). – (CS) Het is belangrijk voor de werking van de interne Europese markt dat de luchthavendiensten soepel functioneren. Passagiers en luchtvaartmaatschappijen klagen over ondoorzichtige en soms te hoge luchthavengelden, die onnodig de vervoerskosten verhogen. Daar reageren we eindelijk op door deze richtlijn in tweede lezing aan te nemen. De regulering zal vliegvelden met meer dan vijf miljoen passagiersbewegingen ertoe verplichten de heffingen doorzichtiger te maken en de kosten te verantwoorden. Dit zal geschillen tussen luchthavengebruikers en luchthavenbeheerders vereenvoudigen. Ik ben ervan overtuigd dat dit zal leiden tot een verlaging van de heffingen en een versterking van de concurrentie. Ik ben blij dat de Raad er ook mee heeft ingestemd dat er ruimte moet zijn voor stimulansen voor nieuwe routes naar achtergestelde en perifere regio’s en dat we tot een duidelijke gemeenschappelijke definitie zijn gekomen van de “luchthavennetwerken”, die onder dezelfde luchthavenbeheerder zullen functioneren. Ik feliciteer de rapporteurs met deze resultaten.
Mieczysław Edmund Janowski (UEN). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, wij zijn de heer Stockmann dank verschuldigd. Dit is inderdaad een goed compromis. Ik zou hem daarom van harte willen feliciteren.
We beëindigen vandaag onze werkzaamheden aangaande luchthavengelden. Binnenkort, over twee jaar, zal in de hele Europese Unie een geconsolideerd systeem van kracht zijn voor de heffing van deze luchthavengelden. Deze regeling zal van toepassing zijn op luchthavens met meer dan vijf miljoen passagiersbewegingen per jaar, alsook op de grootste luchthavens in een bepaald land. Hoewel ze nog steeds voor discussie vatbaar zijn, ben ik van mening dat dit goede cijfers zijn. Voor zover ik weet, zullen deze criteria op ongeveer tachtig luchthavens in de Europese Unie van toepassing zijn.
Een pluspunt van de aangenomen bepalingen is het feit dat ze zeer doorzichtig zijn, iets waar ook de onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten toe moeten bijdragen. De luchthavens in achtergestelde regio's zullen de relevante preferenties mogen toepassen. Er is tevens rekening gehouden met milieuaspecten en met de situatie van personen met een handicap. Ik hoop dat deze richtlijn niet alleen voor eerlijke mededinging in de luchthavens zal zorgen, maar ook tot meer veiligheid voor de passagiers zal leiden en de reizigers tegen buitensporig hoge start- en landingsvergoedingen zal beschermen.
Antonio Tajani, vicevoorzitter van de Commissie. − (IT) Ik denk dat het debat heeft aangetoond dat het Parlement en de Commissie goed werk hebben verricht en dat de hulde aan de heer Stockmann bevestigt dat hij een uitstekende benadering heeft gekozen. Ik zou hem nog eenmaal in het openbaar willen bedanken voor wat hij heeft gedaan en voor de manier waarop hij met de Commissie heeft samengewerkt om een goede compromis te vinden, die volgens mij door allen die in dit debat aan het woord zijn gekomen is geprezen.
Ik denk dat dit voorstel voor een richtlijn, dat hopelijk in de plenaire vergadering wordt aangenomen, zoals mevrouw Ayala Sender heeft gezegd, niets anders is dan een stap naar de totstandbrenging van een gemeenschappelijk luchtruim, een doelstelling die de Commissie naar mijn mening moet nastreven, met steun van het Parlement en vervolgens met de goedkeuring van de Raad, om voor het einde van deze zittingsperiode een sterk signaal af te geven. Ik sta achter alle keuzes en beoordelingen over de oprichting van een onafhankelijke instelling, die in veel landen van de Europese Unie al bestaat. Ik denk dat we deze koers moeten vervolgen, ik denk dat het een positieve keuze is die we gezamenlijk hebben gemaakt.
Voordat ik tot mijn slotwoord kom, zou ik graag nog eenmaal de Parlementsleden die hebben gesproken willen bedanken en wil ik graag antwoorden op de vragen die de heer Jarzembowski mij heeft gesteld. Het betreft zeven regionale luchthavens. De procedure is in juli 2007 geopend en duurt 18 maanden. Ik denk dat de resultaten dus niet voor het eind van dit jaar en het begin van volgend jaar beschikbaar zullen zijn.
De uitslag wordt natuurlijk openbaar gemaakt, maar het zou onjuist en niet correct van mij zijn om hierover uitspraak te doen voordat het werk is voltooid. Hoe dan ook zal het Parlement op de hoogte worden gesteld zodra het werk klaar is en de Commissie een besluit heeft genomen. Zodoende krijgt de heer Jarzembowski naast de informatie die ik hem al gegeven heb een volledig antwoord op zijn vraag over wat de Commissie heeft ondernomen omtrent de eerder genoemde zeven gevallen die worden onderzocht.
Ulrich Stockmann, rapporteur. − (DE) Mevrouw de Voorzitter, hierbij wil ik nogmaals alle collega’s danken voor hun werkelijk constructieve samenwerking en voor de spannende discussies. Ik verwacht grote steun morgen. Het is al laat en er zijn genoeg woorden gesproken. Laat morgen daden volgen. Het zou me deugd doen als we de wetgevingsprocedure in tweede lezing zouden kunnen afronden.
(Applaus)
De Voorzitter. – Het debat is gesloten.
De stemming vindt morgen, donderdag 23 oktober, plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 142)
Corina Creţu (PSE), schriftelijk. – (RO) Een Europees kader voor het reguleren van de luchthavengelden is van het grootste belang voor het verlagen van de kosten voor mensen die binnen de Europese Unie reizen, en daarmee ook voor het verbeteren van de mobiliteit van werkenden, met name de hooggekwalificeerden onder hen.
Werknemersmobiliteit is immers van doorslaggevend belang voor een efficiënte arbeidsmarkt binnen de context van de desbetreffende paragraaf van de Lissabonstrategie, gericht op economische groei en groei van de werkgelegenheid. Bovendien leidt het vergemakkelijken van de verplaatsingen van hooggekwalificeerde werkenden tot een intensievere informatiestroom en tot meer nuttige kennis in de productiesectoren met hoge toegevoegde waarde, hetgeen aansluit bij de doelstelling van de Lissabonstrategie om van de Europese economie de meest dynamische kenniseconomie ter wereld te maken.
Christine De Veyrac (PPE-DE), schriftelijk. – Waarde collega’s, de Raad en onze instelling hebben een akkoord bereikt, zodat dit dossier in tweede lezing kan worden gesloten.
Ik ben verheugd over dit akkoord, dat met name misbruik van een machtspositie moet voorkomen en een evenwichtige ontwikkeling van de Europese luchthavensector moet vergemakkelijken.
Deze richtlijn inzake luchthavengelden is een echte sprong voorwaarts: door het transparant maken van de verhoudingen tussen de luchthavens en de luchtvaartmaatschappijen, wordt het mogelijk de soms ondoorzichtige en botsende relaties gezonder te maken en te verbeteren.
Bovendien zorgt de oprichting van een onafhankelijke autoriteit ervoor dat eventuele geschillen tussen de partners op objectieve wijze worden opgelost.
Degenen die uiteindelijk van deze nieuwe regels moeten profiteren, zijn de reizigers in de luchtvaart en daar ben ik blij om.