De Voorzitter. – Het volgende agendapunt zijn de verklaringen door de Raad en de Commissie over de uitkomsten van de Europese Raad van 11 en 12 december, evenals de verklaring door de fungerend Voorzitter van de Raad betreffende het verslag over de werkzaamheden van het Franse voorzitterschap.
Ik wil de voorzitter van de Europese Raad, de Franse president Nicolas Sarkozy, van harte welkom heten. Welkom hier in het Europees Parlement voor de derde maal tijdens het Franse voorzitterschap!
Ook wil ik de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Durão Barroso, en de vertegenwoordigers van de Commissie, zeer hartelijk welkom heten. Ik ben blij om hier vandaag talloze commissarissen te mogen begroeten. Allemaal heel hartelijk welkom!
(Applaus)
Dames en heren, het is de taak van de fractievoorzitter en uw taak als u namens uw fractie het woord voert, om de balans op te maken. Ik wilde echter beginnen met een paar inleidende opmerkingen.
President Sarkozy, u hebt het voorzitterschap overgenomen in een woelige tijd, die vroeg om vastberaden onderhandelen en handelen. U hebt deze uitdagingen het hoofd geboden, waaronder het conflict in Georgië, de financiële crisis, de economische moeilijkheden en ander problemen. U bent hier voor de derde maal in het Parlement in uw hoedanigheid van voorzitter van de Europese Raad, en ook vóór uw aantreden als voorzitter van de Europese Raad nam u hier reeds het woord.
U hebt meermalen de Conferentie van voorzitters ontvangen in uw ambtswoning, het Elysée, en u nodigde de Commissie en het Parlement uit in de hoofdstad van uw land voor een indrukwekkende viering op 1 juli, de dag waarop u het voorzitterschap overnam, waarmee u op indrukwekkende wijze blijk gaf van uw vastberadenheid om Europa te verenigen.
Wij troffen elkaar weer in Parijs op 13 en 14 juli. Op 13 juli was de gelegenheid de Mediterrane Top, waar de Unie voor het Middellandse-Zeegebied het licht zag. Ook op 11 november, 90 jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog, nodigde u ons uit voor een herdenkingsdienst in Verdun.
Bij al deze gelegenheden hebt u uw waardering voor het Europees Parlement tot uiting gebracht. Ik wil u hiervoor hartelijk danken. Nu zou ik u willen vragen het woord te richten tot het Europees Parlement.
Nicolas Sarkozy, fungerend voorzitter van de Raad. − (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren Europarlementariërs, aan het begin van het Franse voorzitterschap stond Europa in het teken van de onderbreking van het ratificatieproces van het verdrag van Lissabon volgend op de verwerping per referendum van dat verdrag door onze Ierse vrienden.
Men kon toen niet bevroeden dat er tussen Georgië en Rusland een oorlog zou uitbreken en evenmin kon men zich de hevigheid voorstellen van wat begon als een financiële crisis en werd tot een economische crisis waaraan Europa het hoofd moest bieden.
Het Franse voorzitterschap, mijnheer de Voorzitter, heeft geprobeerd in al haar initiatieven twee overtuigingen te laten doorklinken. Ten eerste de overtuiging dat de wereld behoefte heeft aan een sterk Europa. Ten tweede de overtuiging dat een verdeeld Europa nooit een sterk Europa kan zijn. Deze ideeën zijn natuurlijk weinig oorspronkelijk, maar daarom zijn zij niet minder dwingend.
In deze zes maanden hebben wij een Europa voorgestaan dat verenigd is, een Europa dat sterk is en een Europa dat zelf initiatieven ontplooit. Wat is een sterk Europa? Een sterk Europa is een Europa dat nadenkt, dat overtuigingen heeft, dat zelf antwoorden formuleert en beschikt over verbeeldingskracht. Een sterk Europa stelt zich niet zomaar volgzaam op en legt zich niet neer bij een zwijgende consensus. Een sterk Europa gaat geen problemen uit de weg en vertrouwt er niet op dat de tijd uiteindelijk alle problemen oplost, want ik ben er van overtuigd dat hoe langer men wacht, hoe groter men de problemen maakt.
Ten slotte zij opgemerkt dat dit voorzitterschap zich heeft ontwikkeld tegen de achtergrond van internationale ontwikkelingen die de organisatie van onze werkzaamheden sterk hebben beïnvloed. Het is zeker niet aan mij om een balans op te maken. Ik doe hier slechts verslag van de manier waarop wij de verschillende uitdagingen hebben benaderd.
Toen zich op 8 augustus een crisis tussen Georgië en Rusland voordeed, werd onze reactie bepaald door één allesoverheersende gedachte: de oorlog moest worden gestopt en een Bosnië-scenario mocht zich niet herhalen. Want laat ons, zonder daar op dit moment een hard oordeel over te willen vellen, eerlijk zijn: toen het conflict in Bosnië uitbrak, was Europa nergens te bekennen. En Bosnië is toch deel van Europa. Het zijn de Verenigde Staten, onze vrienden en bondgenoten, geweest die hun verantwoordelijkheid genomen hebben en Europa kon niet anders dan volgen.
Dat Europa in dit geval zijn verantwoordelijkheid zou nemen was het allesoverheersende uitgangspunt van dit voorzitterschap. Op 12 augustus zijn we een staakt-het-vuren overeengekomen en op 12 september is een akkoord gesloten over terugtrekking van de troepen. Uiteindelijk is een oorlog vermeden, hebben de troepen zich teruggetrokken en heeft Europa zich bovenal als eenheid gepresenteerd. Hiervoor komt alle lidstaten van de Unie eer toe.
Dit alles lag niet voor de hand. Als we rekening houden met de verschillende historische achtergronden van de verschillende landen binnen onze Unie en in het bijzonder de droeve geschiedenis van al die Europeanen die decennia achter het IJzeren Gordijn geleefd hebben in een verdeeld, vernederd en gepijnigd Europa, is het niet meer dan normaal dat bepaalde landen andere gevoelens koesteren naar onze Russische buren dan de landen die in vrijheid leefden ten westen van het IJzeren Gordijn.
Ondanks deze achtergrond is Europa verenigd gebleven en heeft het voorzitterschap samen met de voorzitter van de Europese Commissie alles gedaan om te voorkomen dat Rusland en Georgië in een oorlog verstrikt zouden raken. Op 8 augustus waren Russische troepen Tblisi genaderd tot op 40 kilometer. Op dit moment heeft bijna het gehele Russische leger zich teruggetrokken van Georgisch grondgebied buiten Ossetië en Abchazië.
Europa heeft een duidelijk antwoord gegeven zonder daarmee een agressieve politiek te ontplooien naar onze Russische buren. Naar mijn overtuiging ligt de enig mogelijke toekomst in het samen met onze buren zoeken naar de optimale omstandigheden waaronder economie, vrede en veiligheid zich kunnen ontwikkelen. We moeten onze buren hierbij voorhouden dat waarden, handelswijzen en praktijken uit het verleden niet meer kunnen worden gehanteerd door een land, een groot land, dat mee wil tellen in de wereld.
(Applaus)
Europa was aanwezig. Hierna kwam de financiële crisis. En dat is geen crisis die ontstaan is in augustus 2007 zoals ik soms hoor zeggen. Augustus 2007 tekent het begin van de zorgen. Maar de financiële crisis die we over de hele wereld hebben leren kennen en die het hele financiële systeem heeft aangetast, is pas losgebarsten nadat de Amerikanen op 18 september het achteraf als rampzalig te bestempelen besluit hebben genomen om Lehman Brothers failliet te laten gaan. Pas vanaf dat moment hebben wij ons gesteld gezien voor een financiële crisis zoals de wereld die nog niet gekend had.
Samen met voorzitter Barroso hebben wij geprobeerd twee dingen voor elkaar te krijgen. Ten eerste een Europa dat zich als eenheid presenteert. Dat is een proces geweest in stappen. Om te beginnen zijn de vier grootste landen van Europa, de Commissie, de Europese Centrale Bank en de voorzitter van de Eurogroep bij elkaar gekomen. Daarna zijn voor het eerst sinds 2000 de landen van de Eurogroep, vertegenwoordigd op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders, bijeen gekomen. En ten slotte zijn in september alle staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie bijeen gekomen en is een plan gepresenteerd voor het herstel van de Europese banken. Dit plan wordt gedragen door alle lidstaten. De hevigheid van de financiële crisis immers had enkele landen toen al gedwongen tot het nemen van maatregelen, ik denk hierbij aan onze vrienden uit Ierland, een land waarvan het bancaire systeem onder de speculatieve aanvallen dreigde te bezwijken.
Een maand later had heel Europa zich geschaard rond hetzelfde plan ter ondersteuning van de banken. Samen met voorzitter Barroso hebben we geprobeerd dit Europese ondersteuningsplan ter voorkoming van het uiteenvallen van ons bancaire systeem te introduceren als mondiaal ondersteuningsplan. Ondertussen ging men in Amerika over van plan Paulson I naar plan Paulson II om uit te komen bij plan Paulson III, dat overduidelijk geïnspireerd is door het Europese plan I.
Ik zeg hier niet dat de zaken geregeld zijn. Wat ik zeggen wil, dames en heren, is dat wanneer de lidstaten van de Europese Unie, de Commissie en de Europese instellingen op dat moment niet hun gezamenlijke verantwoordelijkheid hadden genomen, wij ons gesteld hadden gezien voor een situatie zonder precedent, de ineenstorting of het failliet van een aantal lidstaten en de vernietiging van het Europese bancaire systeem.
Europa heeft zijn eenheid en solidariteit getoond. Ik moet hierbij vooral denken aan het befaamde weekeinde waarin 22 miljard euro krediet moest worden vrijgemaakt voor Hongarije, het volgende slachtoffer van een speculatieve aanval nadat al 17 miljard euro was vrijgemaakt voor Oekraïne. En nu gaat onze aandacht, naast de andere problemen die wij in de wereld het hoofd moeten bieden, uit naar een aantal Baltische landen.
Tijdens de financiële crisis heeft Europa zich als eenheid gepresenteerd. Europa heeft verzocht om de top in Washington. Europa heeft verzocht om de G20 en op 2 april zal Europa organisator zijn van de top in Londen over hervorming van het mondiale financiële beheer. Europa heeft zich eensgezind uitgesproken voor een kapitalisme van ondernemers en niet voor een kapitalisme van speculanten. Europa heeft zich uitgesproken voor een hervorming van het financiële systeem, een andere positie voor opkomende landen en een kapitalisme dat is gestoeld op morele uitgangspunten. Europa is met één stem opgekomen voor haar overtuigingen.
Het debat over de economische crisis is niet eenvoudig geweest dames en heren parlementariërs. Hiervoor zijn twee redenen. Ten eerste verschilt de financiële situatie tussen de verschillende lidstaten. Ten tweede verschillen zowel onze economische cultuur als onze politieke identiteit en toch hebben wij ons uiteindelijk gezamenlijk uitgesproken voor een noodzakelijke stimulering van de economie van ongeveer anderhalf procentpunt van het bbp, zoals aanbevolen door de Commissie.
Men kan zich, en dat begrijp ik heel goed, verbazen over onenigheid hier en daar, over aarzelingen, onbegrip en misverstanden. Maar ik zou de beschouwer van Europa willen voorhouden dat het hier gaat om 27 landen en dat het vinden van hetzelfde beleid op hetzelfde moment voor 27 landen geen eenvoudige zaak is. Elk van de landen kan onder druk van komende verkiezingen, want verkiezingen in Europa vinden niet allen op dezelfde dag plaats, een andere koers willen varen. En voor dit Huis, de tempel van de Europese democratie, is het geen nieuws dat de nabijheid van verkiezingen geen stimulerende factor is bij het zoeken naar een consensus. En toch, ondanks alles is Europa er, na het vaststellen van een gemeenschappelijk beleid ten overstaan van de financiële crisis, ook in geslaagd een min of meer gemeenschappelijk beleid vast te stellen ten overstaan van de economische crisis.
Dan was er in dit half jaar de Unie voor het Middellandse-Zeegebied. Ik aanvaard van harte het overleg en de compromissen die nodig zijn geweest om twee dingen duidelijk voor het voetlicht te krijgen. Om te beginnen is het zo dat wanneer Europa geen aandeel neemt in vredesonderhandelingen voor het Midden-Oosten, niemand dat zal doen in zijn plaats. Er bestaat geen land op de wereld dat zonder de hulp van andere landen vrede tot stand kan brengen tussen Israël en de Arabische wereld. Europa moet zijn rol waarnemen. Europa moet zijn plaats opeisen om te voorkomen dat er een frontale botsing plaatsvindt tussen de Arabische wereld enerzijds en de grootste wereldmacht, de Verenigde Staten, anderzijds.
En de Unie voor het Middellandse-Zeegebied? De Unie voor het Middellandse-Zeegebied staat garant voor een constante dialoog tussen Europa en het Middellandse-Zeegebied, waaronder dus de Arabische landen. Een dialoog waaraan zowel wij als de Arabische landen behoefte hebben. Een dialoog waaraan Europa behoefte heeft als het meer wil zijn dan een geldschieter en waarin Europa de ruimte krijgt haar politieke overtuigingen ten dienst te stellen van de vrede. Een dialoog waar Europa geen genoegen neemt met betalen alleen, maar ook vraagt om een evenwichtige vrede, en dan met name tussen de Palestijnen, die het recht hebben op een moderne, democratische en onbetwiste staat en Israël, een land dat een wonder van democratie is en dat recht heeft op haar veiligheid.
Als het gaat om de Unie voor het Middellandse-Zeegebied hebben we overtuigend moeten optreden. Welke zorg hebben we moeten wegnemen? De zorg dat de Unie voor het Middellandse-Zeegebied een bedreiging zou vormen voor de eenheid van Europa. Het is integendeel zo dat de Unie voor het Middellandse-Zeegebied de eenheid van Europa versterkt. Laat ons Europeanen tenslotte trots zijn, dames en heren; de Unie voor het Middellandse-Zeegebied wordt gezamenlijk voorgezeten door het voorzitterschap van de Europese Unie en Egypte, de Unie voor het Middellandse-Zeegebied telt vijf secretarissen-generaal waaronder een Palestijn en een Israëliër. Het is de eerste keer dat de Arabische landen een Israëliër accepteren in het uitvoerend comité van een regionale organisatie als de Unie voor het Middellandse-Zeegebied. Dat is een historisch succes.
Een eerbetoon is op zijn plaats aan Bernard Kouchner die op de top van Marseille met een briljant optreden in de onderhandelingen is gekomen tot dit absoluut niet verwachte resultaat. In ruil hebben de Israëliërs de deelname geaccepteerd van de Arabische Liga aan de activiteiten van de Unie voor het Middellandse-Zeegebied. Overigens staat de Unie voor het Middellandse-Zeegebied op geen enkele manier in de weg dat het Tsjechische voorzitterschap en daarna het Zweedse voorzitterschap vanaf morgen doorgaat met de ontwikkeling van de oostelijke partnerschappen waaraan Europa behoefte heeft.
En dan is er de kwestie van energie en klimaatverandering. Laat hierover duidelijkheid bestaan. De strijd was op dit gebied gedenkwaardig en ik ben er goed van doordrongen dat er voor alle betrokkenen reden bestaat voor ontevredenheid. Voor de een wordt de industrie overvraagd, voor de ander worden aan de industrie te weinig offers gevraagd, voor weer anderen had men deze weg moeten gaan, voor nog weer anderen die weg. Het Duitse voorzitterschap heeft uiteindelijk een deadline vastgesteld voor het einde van 2008. Het Duitse voorzitterschap heeft drie doelen geformuleerd: de “3 x 20”. Het akkoord dat gesloten is binnen de Europese Raad en dat morgen zal worden behandeld door het Europese Parlement is in wezen een akkoord dat tegemoet komt aan de doelstellingen die u zichzelf hebt gesteld.
De waarheid gebiedt te zeggen dat alle partijen op hun verantwoordelijkheid moesten worden gewezen. Het zou absurd zijn dat op het moment dat de nieuw gekozen president van de Verenigde Staten ambitieuze doelstellingen vaststelt op het gebied van milieubescherming, Europa zijn eigen doelstellingen op dit gebied zou opgeven. Onverantwoord bovendien, want als Europa zich niet zou verenigen achter het energie-klimaatpakket van de Commissie, hoe moeten wij dan verlangen dat Europa gehoord wordt door landen als India, China, Brazilië, door alle landen die zich nu op hun beurt moeten ontfermen over de bescherming van het klimaat van onze planeet?
Om tot een resultaat te komen hebben we moeten overtuigen en hebben we compromissen moeten zoeken. Wat voor compromissen? Ik heb aangegeven dat we nooit hebben overwogen de 3 x 20-doelstelling op te geven. Maar iedereen hier moet zich realiseren dat landen zoals de nieuwe oostelijke lidstaten, waar de zware industrie is geofferd tijdens de overgang van het communistische systeem naar de markteconomie, het jaar 2005 hebben aanvaard als referentiejaar waar voor hen alle reden bestond te vragen om een ander referentiepunt in de tijd, bijvoorbeeld het jaar 1990, wat niet onredelijk zou zijn geweest als men rekening houdt met wat er is gebeurd in die landen en wat zij hebben ondergaan. In wat ik hierover zeg, sta ik onder toezicht van minister Jean-Luis Borloo, die tijdens deze onderhandelingen een steun en toeverlaat is geweest, doeltreffend en altijd paraat. Ik heb nooit gewild dat vastberadenheid op milieugebied zou leiden tot een sociale politiek die explosief zou blijken voor deze nieuwe lidstaten van de Europese Unie.
Ik zou de fundamentalisten op dit gebied willen zeggen dat het nooit mijn voornemen is geweest om geen verplichtingen op te leggen aan Polen, Hongarije en andere landen, maar dat het mijn voornemen is geweest om deze landen niet in een explosieve sociale situatie te manoeuvreren en ze te behoeden voor een keuze tussen groei en bescherming van het milieu. Het is een nieuw soort groei, een duurzame groei, een groene groei die wij hen hebben voorgesteld. Een groei waarbij een explosie van de prijzen wordt vermeden en waarbij Poolse, Hongaarse of andere arbeiders uit de voormalige Oostbloklanden consequenties bespaard blijven die voor geen enkel democratisch land ter wereld dragelijk zouden zijn.
Ten slotte wil ik zeggen dat ik bij mijn laatste komst naar dit Parlement goed naar uw zorgen heb geluisterd. Sommigen onder u, en dat is begrijpelijk, hebben me toegevoegd: “U hebt uw doelstellingen opgegeven, meneer de president, want u hebt geaccepteerd dat het besluit in de Raad unaniem genomen wordt”. Ik heb deze unanimiteit aanvaard om de eenvoudige reden dat Europa’s keuze voor het milieu geen opgelegde keuze moet zijn maar een keuze uit overtuiging. Stelt u zich de zwakte voor van een akkoord dat was aangenomen met een meerderheid, maar waaraan een groep landen zich niet gebonden voelde. Wat zou de geloofwaardigheid zijn van een energie-klimaatpakket dat is geratificeerd door een meerderheid terwijl iedereen zal inzien dat juist unanimiteit de garantie biedt voor het nakomen van onze politieke toezeggingen?
(Applaus)
Ik wil hieraan toevoegen dat een aantal van u mij heeft voorgehouden dat het hier gaat om een medebeslissingsprocedure, en dat ik daar ook gebruik van heb gemaakt. In de discussie met mijn mede-staatshoofden en regeringsleiders moet ik zeggen, mijnheer de Voorzitter, dat de wakende aanwezigheid van een Parlement dat erop gebrand was te komen tot een akkoord over het energie-klimaatpakket een machtige factor is geweest in het doen bewegen van de respectieve staatshoofden en regeringsleiders, ook hen die minder dan de anderen geneigd waren tot het bereiken van een resultaat.
Ik presenteer u vandaag, en doet u er mee wat u goeddunkt, een unaniem akkoord van de 27 staatshoofden en regeringsleiders over het energie-klimaatpakket.
Ik wil besluiten met twee punten die ik snel zal aanhalen. Ten eerste het immigratiebeleid. Hoe kan Europa, waarvan het merendeel der landen zich binnen de Schengen-ruimte voor vrij verkeer van personen en goederen bevindt, doorgaan zonder gemeenschappelijke principes als basis voor een gemeenschappelijk immigratiebeleid? Deze gemeenschappelijke principes zijn opgesteld en zonder veel ophef, mag ik daaraan toevoegen. U hebt als Europees Parlement sterk bijgedragen aan het beschaafd houden van een debat over immigratiebeleid dat op nationaal niveau niet altijd een lichtend voorbeeld is van respect voor personen, van kalmte, van beheersing en een geest van verantwoordelijkheid. Wij hebben nu unaniem ingestemd met de grondbeginselen voor een gemeenschappelijk immigratiebeleid.
Dan ten tweede nog een paar woorden over defensie. Volgend jaar zal ik, samen met Bondskanselier Merkel, in de gelegenheid zijn om de NAVO-top Kehl-Straatsburg te organiseren. Wat in dit kader onze belangrijkste vordering is geweest, is dat de 27 landen voortaan inzien dat het gaat om een veiligheids- en defensiebeleid van Europa mét de NAVO, dat het hier gaat om een complementaire politiek en dat Europa op het gebied van veiligheids- en defensiebeleid nooit tegenover de NAVO kan komen te staan.
En dan tenslotte het institutionele probleem. Na de “nee”-stem van Ierland tegen het Verdrag van Lissabon, ben ik op uitnodiging van de premier van Ierland, Brian Cowen, met Bernard Kouchner naar Dublin gegaan en heb ik erop gewezen, wat indertijd als een schok werd ervaren, dat de enige manier om dit probleem op te lossen, is om onze Ierse vrienden opnieuw naar hun mening te vragen. Deze verklaring heeft een waar debat teweeg gebracht. Alsof het niet van respect zou getuigen om een volk te vragen zich opnieuw uit te spreken!
Wat is de situatie op dit moment? Op dit moment hebben 25 landen de ratificatie van het Verdrag van Lissabon bijna afgerond. Het 26e land, Tsjechië, heeft met de beslissing van het constitutionele hof dat het proces van ratificatie doorgang kan vinden een belangrijk besluit genomen en premier Topolanek heeft in een moedige en verantwoordelijke verklaring aangegeven dat het zijn voornemen is zich op te stellen achter de ratificatie van het Verdrag van Lissabon. Zo blijft alleen Ierland nog over.
Dit is het akkoord waartoe wij in unanimiteit gekomen zijn. Het is een heel eenvoudig akkoord. Het bestaat om te beginnen uit de belofte dat, indien het Verdrag van Lissabon in werking treedt, elke lidstaat een Europees commissaris mag leveren. Ik weet dat dit niet makkelijk is voor een aantal onder u, zoals het niet makkelijk is voor een aantal regeringen die geloofden in de noodzakelijkheid van een kleinere en efficiëntere Europese Commissie. Ik zou een beroep willen doen op het inzicht van u allen. Indien we willen dat het Verdrag van Lissabon in werking treedt, en Europa heeft behoefte aan sterke en duurzame instellingen, kan dit alleen wanneer onze Ierse vrienden stemmen en ja zeggen tegen het verdrag. Om te zorgen dat de Ieren ja zeggen, moet een nieuw feit worden gepresenteerd. En de Europese Raad stelt één commissaris per lidstaat als nieuw feit voor.
Tweede element. We hebben een aantal politieke toezeggingen gedaan op het vlak van specifieke Ierse thema´s zoals neutraliteit, belastingbeleid en gezinsleven. Het doen van deze politieke toezeggingen is niet moeilijk geweest. Wat is dan het probleem? Laat ons liever alles op tafel leggen. Het probleem is de rechtskracht van deze politieke toezeggingen. Ook in Ierland bestaat een constitutioneel hof en niemand twijfelt eraan dat de voorvechters van het nee, en dat is hun goed recht, zich zullen wenden tot dit constitutionele hof om een uitspraak te vragen over de rechtskracht van de politieke toezeggingen die zijn gedaan.
Het voorzitterschap is met het volgende compromis gekomen. Niet opnieuw een ratificatie van het Verdrag van Lissabon voor de landen die het verdrag al hebben geratificeerd en geen wijzigingen van het Verdrag van Lissabon. Het is in niemands belang, lijkt mij, om 26 problemen te creëren door er één op te lossen. De zaak is duidelijk. Daar staat tegenover dat op het moment van de volgende uitbreiding van Europa, hoogstwaarschijnlijk gaat het dan om Kroatië en hoogstwaarschijnlijk zal dat gebeuren in 2010 of in 2011, als de zaken lopen zoals ze zouden moeten lopen, dat op dat moment, mijnheer de Voorzitter, een nieuw verdrag gesloten wordt voor een Europa dat is uitgebreid met de nieuwkomer. Wij hebben dus voorgesteld om niet vóór het moment van de uitbreiding van Europa twee elementen toe te voegen aan het verdrag van toetreding van Kroatië. Ten eerste het zogenaamde Ierse protocol en ten tweede de kwestie van het aantal parlementariërs. Omdat bij het verdrag van Lissabon een aantal lidstaten meer parlementariërs toegezegd hebben gekregen, zullen de Europese verkiezingen plaatsvinden op basis van de verhoudingen als vastgesteld in het Verdrag van Nice. Dat lijkt me onder de omstandigheden de enige juiste wijze van handelen. Ook dit probleem zou naar aanleiding van de eerstvolgende uitbreiding kunnen worden opgelost.
Op deze gronden heeft de regering van Ierland, en dat is moedig, zich verbonden aan een nieuwe raadpleging van het Ierse volk over het Verdrag van Lissabon, een raadpleging die vóór eind 2009 moet plaatsvinden. Dat betekent dat, als de dingen lopen zoals ik hoop dat ze lopen, maar dat is natuurlijk aan de Ieren om te besluiten, het Verdrag van Lissabon met slechts een jaar vertraging in werking treedt.
Dames en heren, ook hier is sprake geweest van een gecompliceerde organisatie en discussie. Het zijn zaken die noch voor de Ieren, noch voor anderen eenvoudig liggen, maar de geest van Europa is vooral een geest van compromissen. Als men met zevenentwintig lidstaten niet in staat is tot compromissen, kan men een Europees ideaal wel opgeven. Het Europese ideaal bestaat uit luisteren naar de ander en uit het zoeken naar een gezamenlijke oplossing voor problemen.
Ten slotte zou ik in de eerste plaats het Europees Parlement willen bedanken. Het veelvuldig contact met alle fracties die in dit Parlement vertegenwoordigd zijn, zijn voor het voorzitterschap erg makkelijk, erg prettig en erg nuttig geweest, onafhankelijk van de politieke gezindte, links of rechts, liberaal of groen, soevereinen of federalisten. Ieder op zijn eigen wijze, maar allen hebt u de wil getoond om Europa verder te brengen. De waarheid gebiedt mij te zeggen, mijnheer de Voorzitter, dat het Europees Parlement voor het presidentschap een bepalend onderdeel is geweest van de bereikte resultaten. Ik wil zelfs zover gaan te zeggen dat het met het Europees Parlement makkelijker was de discussiëren en te onderhandelen dan met, en ik zal hier niet in detail treden, bepaalde andere gesprekspartners. Aan het eind van het voorzitterschap behoort men expliciet te zijn in het complimenteren en laat men de minder geslaagde ervaringen liever onbesproken.
Hieraan wil ik toevoegen dat wij hebben geprobeerd een tandem te vormen met, laat ons hem recht doen, de voorzitter van de Europese Commissie. Ieder is zich hierbij bewust geweest van zijn verantwoordelijkheden. En het resultaat van dit voorzitterschap zou nooit behaald zijn als wij daar niet hand in hand met voorzitter Barroso aan gewerkt hadden. Zo heb ik het ervaren en zo wil ik het uitdrukken.
Ter afsluiting zou ik de staatshoofden en regeringsleiders willen bedanken. Dames en heren, Europa komt niet tot stand ten koste van de Europese naties. Dat is overduidelijk. Hoe Europees u ook bent, Europa is nooit een vijand van de nationale staten en de nationale staten zijn nooit een vijand van Europa. Dit Europa was nooit bereikt zonder dat we hadden geprobeerd de problemen van elke afzonderlijke Europese democratische regering te doorgronden. Het is een fout te willen regeren over de hoofden van hen die zijn gekozen in hun eigen land. Dat is geen Europees ideaal maar zou neerkomen op fundamentalisme en fundamentalisme, ook Europees fundamentalisme, heb ik mijn leven lang bestreden. Want als ik de uitdrukking Europees fundamentalisme hoor, hoor ik eigenlijk alleen het woord fundamentalisme en dat woord fluistert nooit een zinnige boodschap in. Een Europa bouwen ten koste van de Europese nationale staten zou een historische fout zijn. Elke regeringsleider heeft zijn verantwoordelijkheden genomen en elk land heeft zijn verantwoordelijkheden aanvaard.
Ten leste wil ik op persoonlijk vlak zeggen dat ik van dit voorzitterschap van zes maanden veel geleerd heb en dat ik het werk heel graag gedaan heb. Ik begrijp heel goed dat de leden van het Europees Parlement gepassioneerd zijn over hun werk. Wanneer men gedurende zes maanden de mogelijkheid heeft om de problemen van 27 landen te leren kennen en te moeten oplossen, dan wint men aan tolerantie, dan wint men aan openheid van geest en begrijpt men dat Europa zondermeer de mooiste vondst is van de twintigste eeuw en dat we meer dan ooit behoefte hebben aan dat Europa. Ik heb geprobeerd Europa in beweging te krijgen maar Europa heeft mij veranderd. Eén diepe overtuiging wil ik nog kwijt.
(Applaus)
Ik geloof werkelijk dat het voor elk staatshoofd en elke regeringsleider goed zou zijn om deze taak op enig moment op te nemen. Om te beginnen zou men inzien dat nationale problemen vaak niet anders kunnen worden opgelost dan in samenwerking met de buurlanden. Men zou begrijpen dat naast de zaken waarin wij verschillen er heel veel zaken zijn waarin wij elkaar vinden, en men zou bovenal iets heel belangrijks inzien: namelijk dat het makkelijker is voor Europa om grote ambities te hebben dan om hele kleine ambities te hebben.
Een zaak waarvan ik persoonlijk sterk overtuigd ben, is dat het in de Europese Raad, in het Europees Parlement en binnen de Europese Commissie eenvoudiger is om grote projecten van de grond te krijgen dan om kleine projecten van de grond te krijgen omdat de kleine projecten niet de noodzakelijke adem en kracht hebben om uit te stijgen boven nationaal egoïsme. Nationaal egoïsme is te overwinnen met grote projecten, grote ambities en grote ideeën. Laat Europa daarom ambitieus blijven en laat Europa begrijpen dat de wereld behoefte heeft aan Europese besluiten. Als men vandaag de problemen onder het tapijt veegt, vergroot men de problemen van morgen. Problemen moeten zo snel mogelijk, liefst meteen, worden aangepakt en het is niet waar dat Europese instellingen het nemen van besluiten bemoeilijken. Het nemen van besluiten wordt geblokkeerd door gebrek aan moed, gebrek aan vastberadenheid en gebrek aan een helder ideaal. Laat ons voor beslissingen niet wachten op het Verdrag van Lissabon. Laat ons niet wachten op morgen. Laat ons vandaag de beslissingen nemen en ik heb er alle vertrouwen in dat het werk van dit Franse voorzitterschap een voortzetting zal vinden in het werk van het Tsjechische voorzitterschap.
(Levendig applaus)
De Voorzitter. – Mijnheer de fungerend Voorzitter van de Raad, we willen u graag bedanken – en het applaus was daar een duidelijke blijk van – voor uw toespraak, maar met name voor uw moed en uw vastberadenheid om Europa van dienst te zijn.
Alvorens ik de voorzitter van de Commissie het woord geef, wilde ik de ministers Bernard Kouchner en Jean Louis Borloo van harte verwelkomen, die een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het succes van het Franse voorzitterschap. Ik heet beide ministers van harte welkom.
Ik wil allereerst Bruno Le Maire, onderminister van Europese Zaken, die het stokje heeft overgenomen van Jean-Pierre Jouyet, in ons midden verwelkomen. Jean-Pierre Jouyet is tegenwoordig voorzitter van de Franse toezichthouder voor de financiële markten en wij hebben in het verleden zeer succesvol met hem samengewerkt. Ik wilde deze gelegenheid te baat nemen om hem daarvoor oprecht te bedanken.
In aanwezigheid van de andere Europese instellingen – ik weet dat dit niet gebruikelijk is – wilde ik verder een felicitatie richten aan Klaus Hänsch, voormalig voorzitter van het Europees Parlement van 1994 tot en met 1997 en lid van het Europees Parlement sinds de eerste rechtstreekse verkiezingen, die gisteren zijn zeventigste verjaardag vierde. Ik zou onze welgemeende dank en waardering willen uitspreken voor zijn grote inzet voor het Parlement en de Europese Unie.
Nu zou ik de Voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Durão Barroso, willen vragen het woord te richten tot het Europees Parlement.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (FR) Mijnheer de Voorzitter van het Europese Parlement, mijnheer de voorzitter van de Raad, dames en heren afgevaardigden, de balans opmakend kunnen we stellen dat dit voorzitterschap een historisch voorzitterschap is geweest. Zelden heeft de Europese Raad zoveel fundamentele politieke beslissingen moeten nemen. Zelden heeft Europa zich kunnen laten voorstaan op zulke positieve resultaten en zelfs op een driedubbel succes. In een gecompliceerde situatie, een crisissituatie waarin urgente maatregelen noodzakelijk waren, hebben we aanzienlijke vooruitgang weten te boeken voor de toekomst van Europa en de Europeanen. Dat is het Europa dat wij allen in ons hart dragen, een Europa dat tot het beste in staat is.
Naast andere belangrijke resultaten, met name op het gebied van veiligheids- en defensiebeleid, de Unie voor het Middellandse-Zeegebied en het nieuw oostelijk partnerschap, wil ik hier drie punten benadrukken: Het Verdrag van Lissabon, de stimulering van de economie en het energie-klimaatpakket.
27 lidstaten hebben samengewerkt op zoek naar de weg waarlangs het politieke proces kon worden voortgezet in de richting van het Verdrag van Lissabon. Wij als Europese Commissie zijn altijd achter dit verdrag blijven staan en we zijn bevestigd in ons uitgangspunt dat wanneer we de tijd zouden nemen om te luisteren naar de zorgen van onze Ierse vrienden, we samen de elementen voor een oplossing zouden vinden.
In een positieve reactie op het initiatief van 26 november, gepresenteerd door de Commissie, hebben de 27 lidstaten besloten hun stimuleringsplannen voor de economie te coördineren en zo een storm van zeldzame kracht het hoofd te bieden. Momenteel bestaat er een akkoord voor een stimuleringsinspanning van de economie in de orde van 1,5 procent van het bbp van de Unie, als aanbevolen door de Commissie. Met dit gecoördineerde plan wordt de recessie bestreden, waarbij de grootste inspanningen gericht zijn op de maatschappelijk meest kwetsbaren. Tegelijkertijd wordt geïnvesteerd in onze economieën om ze weerbaar te maken voor de uitdagingen van morgen. Dit betekent dat deze crisis ook de gelegenheid biedt om nog meer te investeren in een sociaal Europa en in een Europa van hervormingen.
Invulling gevend aan de wetsvoorstellen van de Commissie van 23 januari 2008 en op basis van een grote bijdrage van het Europees Parlement hebben de zevenentwintig lidstaten zich unaniem verbonden tot een groene Europese economie met een lager energieverbruik dat rekening houdt met de komende generaties. Dit akkoord over de energie- en klimaatpolitiek is conform de doelstelling om te komen tot “3 x 20 procent” in 2020. Wanneer dit Parlement deze historische doorbraak morgen bekrachtigt, betekent dit een overwinning van een Europa in de rol van partner, waarmee ik wil zeggen dat verschillende Europese instellingen nauw hebben samengewerkt met de lidstaten in een opbouwende sfeer en met het vaste voornemen om tot een resultaat te komen.
Ik wil het Franse voorzitterschap van de Raad nogmaals bedanken voor de geslaagde rol van Europa als partner. Meneer de president, beste vriend, uw voorzitterschap heeft zich afgespeeld tegen de achtergrond van buitengewoon intensieve politieke omstandigheden. U hebt er zojuist nog aan herinnerd. De financiële crisis zonder precedent en de oorlog tussen Rusland en Georgië. Uw voorzitterschap heeft deze situaties doeltreffend, beheerst en, waarom zou ik het niet zeggen, met meesterschap en elegantie het hoofd geboden. Frankrijk is terug in Europa, zo heeft u gesteld op de avond van uw verkiezing. Daar twijfelen wij geen moment aan. Ik zou zelfs willen zeggen dat ons geen seconde de tijd gegund is om daar aan te twijfelen en wij prijzen onszelf daar gelukkig mee.
Mijn meest oprechte felicitaties gaan daarom uit naar president Sarkozy en naar het hele team van het Franse voorzitterschap, naar de leden van de Franse regering, de diplomaten en de specialisten. U hebt een opmerkelijke prestatie geleverd.
Dank hiervoor uit naam van Europa.
(Applaus)
Europa in de geslaagde rol van partner heeft, zo stel ik trots vast, veel baat gehad bij de centrale positie van de Commissie, die zich heeft onderscheiden door solide voorstellen en politieke initiatieven die zijn geankerd in een degelijke technische voorbereiding. De Commissie heeft aangetoond dat zij de onmisbare hefboom blijft bij de omzetting van politieke wensen in concrete voorstellen. Voortbouwend op voorstellen van de Commissie inzake klimaat en energie, om te beginnen met de bijeenkomst in Hampton Court in de herfst van 2005, via het politieke doelstellingenakkoord onder Duits voorzitterschap uit maart 2007 en uitkomend bij de wetsvoorstellen van januari 2008, zijn de lidstaten erin geslaagd om unaniem tot een akkoord te komen. En het is in het licht van de voorstellen die de Commissie heeft gedaan op 29 oktober en 26 november dat de lidstaten een overeenkomst hebben bereikt over een gemeenschappelijk actieplan voor economisch herstel.
De grote steun voor onze voorstellen brengt ons in de gelegenheid om een nieuw tijdperk in te luiden voor Europa en ik wil benadrukken dat zonder de ambitie van het voorzitterschap om tot een meer politiek Europa te komen, het moeilijk zo niet onmogelijk zou zijn geweest tot deze overeenkomsten te komen. Ik zeg dit na te hebben gewerkt met negen verschillende voorzitters van de Europese Raad en ik kan u wat dit aangaat vertellen dat het uiterst moeilijk is om vandaag de dag een consensus te bereiken tussen 27 lidstaten waarvan de prioriteiten vanzelfsprekend niet altijd dezelfde zijn. En dat is de reden waarom wij in Europa de geest van partnerschap zo nodig hebben.
Ten slotte wil ik met betrekking tot de geslaagde rol van Europa als partner eer betonen aan het Europees Parlement en het waarlijk opmerkelijke werk dat het met name op het gebied van het klimaatpakket heeft verricht gedurende deze laatste maanden. Zonder betrokkenheid van het Europees Parlement en zonder het volhardende werk van de rapporteurs, voorzitters van parlementaire commissies en beleidsgroepcoördinatoren was er niets mogelijk geweest. Het uiteindelijke compromis zoals dit is voortgekomen uit de trialoogvergaderingen van dit weekend draagt duidelijk sporen van deze betrokkenheid, of het nu gaat om het systeem van uitruil van emissierechten, de verdeling van de inspanningen, duurzame energie of het afvangen en de opslag van CO2. Wat dit laatste punt aangaat, hebben de voorstellen van het Europees Parlement het mogelijk gemaakt het binnen deze financiering beschikbare quotum te verhogen tot 300 miljoen ton.
Van aanvang af heeft het Europees Parlement blijk gegeven van inzicht in de wereldomvattende context van het vraagstuk. Zeker gaat het om een Europees project, maar het is tegelijkertijd een bijdrage aan de mondiale inspanningen op dit gebied en het is het uitgangspunt van onze strategie met het oog op de onderhandelingen in Kopenhagen volgend jaar.
Ik hoop daarom dat de plenaire zitting van morgen de resultaten van alle inspanningen zal belonen met een hele ruime meerderheid. U als leden van het Europees Parlement hebt de laatste sleutel in handen die de laatste deur zal openen waardoor Europa zijn vleugels zal uitslaan in de 21ste eeuw. Europa zal de eerste wereldspeler zijn die wettelijk bindende regels aanvaardt om te komen tot een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 20 procent, waarbij een helder geformuleerd voornemen blijft bestaan om in het kader van een internationaal akkoord te komen tot een vermindering van 30 procent.
Door dit akkoord met een grote meerderheid aan te nemen, brengt het Parlement een zeer duidelijke boodschap over aan onze partners. Wij hebben immers de betrokkenheid van onze partners nodig, en dan met name de betrokkenheid van onze Amerikaanse partners. Zoals ik al heb gezegd ter afsluiting van de Europese Raad, nemen wij Europeanen op dit gebied de leiding en zijn wij in de gelegenheid om ons te wenden tot onze Amerikaanse vrienden met de volgende woorden: “Yes, you can! We can, yes, you can!”. Dat is de boodschap die wij moeten overbrengen aan de Amerikanen opdat zij met ons kunnen werken aan de totstandkoming van een werkelijk mondiaal akkoord.
(EN) De wereld om ons heen verandert, en dat geldt ook voor Europa. We hebben samen een aantal cruciale besluiten genomen om de Europese Unie de middelen te geven om te slagen in het tijdperk van de mondialisering, om burgers te beschermen tegen de bijverschijnselen van de economische en financiële crisis, om de voorwaarden te scheppen voor een terugkeer naar duurzame groei, en ook om leiding te geven aan de inspanningen voor een hervorming van het financiële stelsel en voor global governance. We zijn in de afgelopen paar maanden een heel eind gekomen met het aanpakken van deze uitdagingen, maar laten we duidelijk zijn, er moet in de komende weken en maanden nog veel gebeuren.
Op het gebied van klimaatverandering moeten we onze aandacht nu vestigen op de weg naar Kopenhagen. Op het gebied van global governance, en vooral op dat van de hervorming van het financiële stelsel, moeten we de G20-top in Londen voorbereiden. Op het gebied van het economische herstelplan moeten we het politieke akkoord vertalen naar concrete actie. Op al deze gebieden blijft verdere nauwe samenwerking tussen de communautaire instellingen bepalend voor succes. Met name waar het om de financiële en economische crisis gaat, zullen we de steun van het Parlement en de Raad als medewetgever en begrotingsautoriteit nodig hebben. Ik krijg morgenochtend de gelegenheid om dit uitvoeriger te bespreken met de Conferentie van voorzitters van het Europees Parlement, maar ik zal u nu een korte indruk geven van wat in het verschiet ligt.
Wat betreft de communautaire begroting, voeren we de voorschotbetalingen vanaf begin 2009 op, zodat de lidstaten eerder toegang hebben tot een bedrag van maximaal 1,8 miljard euro. Vandaag keurt de Commissie een voorstel goed om het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering aan te passen aan de huidige situatie en de toegang te vergemakkelijken. Wat betreft het gebruikt van onuitgegeven middelen uit de communautaire begroting, heeft de Europese Raad de Commissie het groene licht gegeven om een nieuwe toewijzing voor te stellen voor projecten op het gebied van de trans-Europese energie-interconnectie en breedbandinfrastructuur en om energie-efficiëntie te bevorderen. We denken voor 2009 en 2010 aan een bedrag van vijf miljard euro. Een aanzienlijk bedrag zal worden gereserveerd voor de demonstratieprojecten op het gebied van het vangen en opslaan van koolstof; dit bedrag is een aanvulling op de financiering uit hoofde van het emissiehandelssysteem.
Ik vertrouw op de steun van dit Parlement om al degenen te overtuigen die zich nog steeds verzetten tegen het gebruik van deze onuitgegeven middelen. Ik vertrouw erop dat het Franse voorzitterschap de duidelijke politieke conclusies van de Europese Raad tot werkelijkheid maakt. Laten we hier duidelijk over zijn. Het is belangrijk dat de door de Europese Raad getoonde ambitie nu op alle niveaus van het besluitvormingsproces wordt aanvaard.
Teneinde investeringen door de lidstaten te versnellen, zal de Commissie deze week ook een tijdelijke vrijstelling voor de duur van twee jaar boven de de minimis-drempel voor staatssteun voorstellen, tot 500 000 euro. Ik noem, gezien de huidige uitzonderlijke omstandigheden, ook het gebruik voor 2009 en 2010 van versnelde procedures in de richtlijnen betreffende openbare aanbestedingen. Maar laat ik duidelijk zijn. De huidige crisis vraagt weliswaar om versnelling van de procedures, maar kan onder geen voorwaarde een excuus zijn om de regels inzake de mededinging of staatssteun op te schorten, die de ruggengraat zijn van onze interne markt. We moeten de integriteit van onze interne markt bewaren. Die is een van de belangrijkste Europese verworvenheden, net als de euro overigens. Dat is ook de reden waarom we het stabiliteits- en groeipact en de regels voor de interne markt in acht moeten nemen als we een Europees antwoord willen dat ook echt Europees is.
De Commissie zal er ook voor zorgen dat de lidstaten zich houden aan hun toezegging om hun nationale inspanningen op een gecoördineerde manier voort te zetten. We zullen dat doen door middel van onze goed geteste instrumenten, te weten de strategie van Lissabon voor groei en banen en het stabiliteits- en groeipact.
We leven nu in uitzonderlijke tijden die om uitzonderlijke maatregelen vragen. Het Franse voorzitterschap speelt een cruciale rol in het crisisbeheer op korte termijn, alsook in het op de rails zetten van Europa naar een herstel op de lange termijn en een terugkeer naar duurzame groei. Er moet de komende maanden echter nog veel worden gedaan. Ik vertrouw erop dat we zullen slagen, door een Europa in stand te houden van samenwerking tussen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad, ten voordele van alle Europeanen.
De Voorzitter. − Mijnheer de Commissievoorzitter, wij danken u voor uw redevoering, maar vooral ook voor uw inzet.
Joseph Daul, namens de PPE-DE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de voorzitter van de Europese Commissie, geachte collega´s, om te beginnen wil ik de opmerkelijke activiteit verwelkomen die het voorzitterschap van de Raad in de loop van de laatste zes maanden heeft getoond.
Mijnheer de president, u bent er in korte tijd in geslaagd een waarlijk politiek Europa te doen ontstaan, een Europa dat zich een eenheid heeft betoond ten overstaan van Rusland, die een bijeenkomst van de G20 mogelijk heeft gemaakt, een Europa waarnaar geluisterd wordt en dat gerespecteerd wordt met betrekking tot de hervorming van het mondiale financiële stelsel en een Europa dat voor zichzelf een immigratiebeleid heeft opgezet dat even pragmatisch is als ambitieus. Een Europa ten slotte, waar eensgezindheid bestaat over een gecoördineerd antwoord op de economische crisis en een Europa dat het leiderschap op zich heeft genomen bij de mondiale onderhandelingen over de strijd tegen klimaatverandering.
Mijnheer de president, de balans van dit voorzitterschap illustreert het soort politieke actie waarvan centrumrechts altijd voorstander is geweest. Onze medeburgers verwachten concrete actie, zij verwachten pragmatische en rationele besluiten genomen door leiders die in staat zijn het hoofd koel te houden. En dat is waar de Europese Commissie en het Europese Parlement gezamenlijk toe in staat zijn gesteld, alles onder de leiding van het Franse voorzitterschap.
Kettingreacties en het verlies van duizenden banen zijn voorkomen door een gecoördineerd beleid dat zich ten overstaan van de financiële crisis kenmerkte door de garantie van bankdeposito’s, de herkapitalisering van instellingen met een verhoogd risico en de injectie van liquiditeit om de kredieten weer op gang te brengen.
De laatste maanden hebben aangetoond dat alleen een sterk en verenigd Europa de juiste antwoorden heeft op een uitdaging als deze financiële en economische crisis en de laatste maanden hebben bovendien aangetoond dat alleen ons maatschappelijk model, een sociale markteconomie, garant staat voor een goed evenwicht tussen ondernemers en mensen in loondienst, voor de mogelijkheid van loon naar werk voor iedereen, voor de realisering van ambities zonder nodeloze belemmeringen en voor een waarachtige solidariteit. Dit is het sociale model waaraan wij als centrumrechtse politieke familie voort willen bouwen.
Mijnheer Barroso, mijnheer Sarkozy, geachte collega’s, ik wil het resultaat verwelkomen dat de Europese Raad heeft behaald over het energie-klimaatpakket. Dit resultaat maakt Europa tot pionier op dit gebied en toont aan dat wij ook bij een dergelijk complexe aangelegenheid in staat zijn met 27 landen tot overeenstemming te komen, unaniem en in een recordtijd.
Het pakket dat vrijdag door de Raad en zaterdag tijdens de trialoogvergadering is aangenomen, verzoent de noodzaak van een antwoord op de uitdaging van klimaatverandering met onze sociale en economische belangen.
We staan aan het einde van een weg van langdurige onderhandelingen en ik wil alle deelnemers, en met name de Europese Parlementariërs van mijn eigen fractie, feliciteren. Er is noch sprake van een winnaar noch van een overwonnene. Er is een overeenkomst tussen de drie instellingen en de Europese Unie heeft aangetoond dat zij in staat is de leiding te nemen in de strijd tegen klimaatverandering. Deze voordelige uitgangspositie moet leiden tot uitbreiding en versterking van onderzoek en de bevordering van innovatie en nieuwe technologieën.
Bovendien moeten wij onze handelspartners aansporen om hun verantwoordelijkheden te nemen, ook de opkomende landen die zich onder de grootste vervuilers bevinden. En in het bijzonder van de volgende Amerikaanse regering onder president Obama verwachten wij een tastbare bijdrage op dit vlak.
Het is in deze turbulente tijden onvermijdelijk om vast te stellen dat wij behoefte hebben aan een politiek stabieler Europa dat effectiever opereert bij de besluitvorming. Ja, we zijn deze laatste maanden vooruitgekomen en dat ondanks de eis van algemene stemmen, maar uit niets blijkt dat dit succes in de toekomst eenvoudig te herhalen is.
De fractieleden van de PPE-DE roepen ieder land en elke kiesgerechtigde burger op om zijn verantwoordelijkheid te nemen en zich, met volledige kennis van zaken, uit te spreken vóór de ratificatie van het Verdrag van Lissabon. Wij vragen hen een onderscheid te maken tussen makkelijke slogans en de werkelijkheid, tussen populisme en verantwoordelijkheid.
Wat willen onze medeburgers? Willen zij een klimaatplan om trots op te zijn, een sociaal model dat ze kunnen doorgeven aan hun kinderen, of eerder demagogische voorstellen die slechts leiden tot verlies aan tijd? De vraag stellen is haar beantwoorden. Ja zeggen tegen Lissabon betekent handen en voeten geven aan de ambities. Ik zou ter afsluiting het Franse voorzitterschap nogmaals willen bedanken voor het politieke veldwerk en ik verwacht van het volgend voorzitterschap eenzelfde betrokkenheid. Dat is mijn wens voor het jaar 2009.
(Applaus)
Martin Schulz, namens de PSE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, u hebt, mijnheer de president, uw toespraak afgesloten met de vaststelling dat u hebt geprobeerd Europa in beweging te krijgen, maar dat Europa u veranderd heeft. U staat hierin niet alleen.
Het Franse voorzitterschap heeft ook anderen veranderd. Neem Daniel Cohn-Bendit. Bij het verlaten van het Elysée de afgelopen week na onze ontmoeting daar, hebt u ons een politie-escorte met zwaailichten ter beschikking gesteld en ik bevond mij met Dany in de auto achter de politie-escorte. Toen heb ik hem gezegd: “Kijk toch hoe de tijden veranderd zijn. In 1968 was het de politie die achter jóu aanzat en nu ben jij het die zich door Parijs haast, achter de politie aan.”
(Applaus)
Tijden veranderen en het Franse voorzitterschap verandert ook een heleboel zaken.
Mijnheer de president, de afgelopen week heeft het Duitse weekblad Der Spiegel een portret van u gepubliceerd onder de titel “De omnipresident”. En dat klopt, u bent een beetje een omnipresident. De ene dag in Parijs, de andere dag in Brussel, vandaag in Straatsburg, een andere dag in Londen, ook al was mevrouw Merkel daar niet uitgenodigd. Het is niet aan mij om de balans op te maken van uw activiteiten in Frankrijk. Onderwerpen als sociale ongelijkheid of mediapolitiek worden door mijn collega’s in Parijs bediscussieerd en niet door mij.
Ik op mijn beurt praat over, bediscussieer en maak de balans op van uw voorzitterschap van de Europese Unie, en die balans slaat beslist in uw voordeel uit.
(DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, ik ben van mening dat het Franse voorzitterschap positieve resultaten heeft opgeleverd. Het klimaatveranderings- en energiepakket is een groot succes. Ik ben dankbaar dat u het Europees Parlement de lof hebt toegezwaaid die het verdiend, want zonder het Parlement zou dit succes niet mogelijk zijn geweest. Ik wilde ook een speciaal woord van dank richten aan onze rapporteurs. In tegenstelling tot de Commissie met haar 22 000 medewerkers en de grote overheidsapparaten die u tot uw beschikking hebt, hebben onze rapporteurs maar drie, vier of vijf medewerkers. De kwaliteit van het werk dat ze afleveren is uitstekend, omdat het van het Europees Parlement komt. Het is goed dat u dit hebt erkend.
(Applaus)
Laten we het voorbeeld nemen van de richtlijn inzake de CO2-etikettering van auto’s. Daarin zit heel veel werk van de heer Sacconi, en een klein beetje van de heer Sarkozy, maar alles bij elkaar is het een groot succes. Het is een succes voor mijn fractie, omdat de Sociaal-Democratische Fractie in het Europees Parlement veel moeite heeft gedaan om een evenwicht tot stand te brengen tussen de economische noodzakelijkheden die we niet kunnen uitvlakken en de milieuverplichtingen waaraan we allemaal moeten voldoen. Ik denk dat de kritiek die we hebben gehoord, met name uit de door u beschreven hoeken, aangeeft dat we op de goede weg zijn. Om deze redenen zal onze fractie unaniem voor dit pakket stemmen. Ik hoop, beste Joseph, dat de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten hetzelfde zal doen! Of moeten we vrezen dat er nu een amendement wordt ingediend om de invoering van het emissiehandelssysteem uit te stellen? In de afgelopen paar dagen hebben we beter inzicht gekregen in waar PPE-DE voor staat. PPE is eenvoudig te vertalen, maar DE lijkt ons te staan voor Europese verwarring. U moet weten wat u wilt. Wilt u de heer Sarkozy prijzen, maar hem niet steunen, of wilt u dit pakket samen met ons aannemen? Wij zijn benieuwd hoe de PPE-DE-Fractie gaat stemmen.
Ik zou hieraan willen toevoegen dat het akkoord in eerste lezing een uitzondering is. Als Parlement zullen we niet toestaan dat de volgende Raad tegen ons zegt: ”Jullie hebben dit bij het klimaatveranderings- en energiepakket zo mooi gedaan.” Nu u duidelijk hebt gemaakt dat de eerste lezing een pressiemiddel was om halsstarrige staatshoofden en regeringsleiders tot rede te brengen, kunnen we daar goed mee leven – in dit geval. Het moet echter in alle andere gevallen geen gewoonte worden.
U hebt juist gehandeld in de financiële crisis. Laat mij u echter herinneren aan wat mijn collega Poul Nyrup Rasmussen en ik hier hebben gezegd tijdens het debat in juli, bij het begin van uw voorzitterschap. Wij zeiden dat de sociale onevenwichtigheden in Europa die voortkomen uit de oneerlijke verdeling van winsten en de oneerlijke welvaartsverdeling in Europa, een tikkende tijdbom zijn. De respons van het Franse voorzitterschap was: ‘Dat is niet onze top prioriteit.’ In de afgelopen zes maanden hebt u kunnen zien dat het wel degelijk een topprioriteit is. U hebt juist gehandeld, maar als u eerder had gehandeld, had veel van wat nu moet worden opgelost kunnen worden voorkomen. Goed gedaan, maar misschien iets te laat.
We hebben het Verdrag van Lissabon niet en nu hebben we gehoord wat de Raad heeft besloten. We moeten hiermee leven en we moeten ons erbij neerleggen. Alle besluiten die u hebt genomen over de Commissie, over de zetels in het Parlement, over de concessies aan het Ierse volk, zullen echter niets uithalen zolang een premier of een regering van Ierland niet de stoute schoenen aantrekt en tegen de Ierse burgers zegt: “Kijk wat er is gebeurd! Kijk naar de solidariteit van de Europeanen, van de Europese Staten met Ierland en bedenk wat er zou zijn gebeurd als Ierland deze financiële crisis alleen het hoofd had moeten bieden!” Als de Ierse premier niet tegen zijn volk zegt: “Nu moeten jullie voor jullie eigen bestwil uit solidariteit de handen ineenslaan met de Europeanen!”, dan loopt het allemaal weer op niets uit. Dan geven we het hele Europese project prijs aan deze mensen, aan de heer Ganley en zijn machinaties. We hebben een moedige Ierse regering nodig die niet een of ander halfbakken compromis voor ogen heeft, maar die zegt: “Wij willen Europa en wij willen dit verdrag!”
(Applaus)
Het Franse voorzitterschap was een succes. Ik wilde u met name gelukwensen met het feit dat u zich hebt ontpopt als een pro-Europeaan door te zeggen: ”Ik sta in voor dit Europese project”. In het verleden heb ik soms mijn twijfels gehad. Ik ken veel van uw toespraken. Als Voorzitter hebt u woord gehouden. Als het volgende Voorzitterschap hetzelfde doet, ben ik tevreden. Hartelijk dank! U hebt veel goede dingen gedaan en sommige niet zo goed, maar dat vergeten we vandaag even. Over de hele linie denk ik dat het Franse voorzitterschap Europa verder heeft geholpen en daar ging het allemaal om. Het ging niet alleen om Frankrijk, maar om Europa als geheel en het uiteindelijke resultaat is goed. Hartelijk dank!
(Levendig applaus)
Graham Watson, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de kwaliteiten van dit Franse voorzitterschap zijn bijna sprookjesachtig: een doortastende prins die eropuit trekt op het mythische witte paard van de Europese militaire afschrikking om onze Vrouwe van Georgië te redden, de Assepoester uit Londen die eindelijk wordt toegelaten tot het bal, en een blonde prinses in Berlijn die, als antwoord op een briefje van het Kanzleramt aan het Elysée, hoort dat ze bereid moet zijn om een kikker te kussen als ze bij haar droomprins Charming wil zijn.
(Gelach)
Fungerend voorzitter, ik vermoed dat u de uitdagingen waarmee uw voorzitterschap is geconfronteerd, niet zou hebben gekozen, maar u hebt ze wel energiek en met enthousiasme en creativiteit het hoofd geboden en u hebt de kracht van Europese solidariteit laten zien. Wij feliciteren u met het succes van de Raad van vorige week. Uw tijdschema voor economisch herstel zal het vertrouwen in de markten helpen herstellen. U hebt protectionisme op bewonderenswaardige wijze afgewend. Uw concessies op het gebied van staatssteun en openbare aanbestedingen zijn redelijk, net als uw streven om deze vergezeld te laten gaan van de structurele hervorming die is vastgelegd in de strategie van Lissabon.
De conclusies van de top laten ruimte om het btw-tarief te verlagen. De liberaal-democraten dringen er bij Ecofin op aan om de btw op energiebesparende apparatuur en apparatuur voor hernieuwbare energie nu te verlagen, teneinde de industrie en het milieu te helpen. We verwelkomen ook de vernieuwde beloften met betrekking tot duurzame overheidsfinanciën en een snelle terugkeer naar de begrotingsdoelstellingen voor de middellange termijn. Ons antwoord op de recessie moet zijn gebaseerd op solidariteit en een gezonde staathuishoudkunde.
U lijkt een praktisch antwoord te hebben gevonden op de zorgen van Ierland over het nieuwe Verdrag. Het is misschien niet elegant, maar Hendrik IV van Frankrijk waardig: “Si Paris valait une messe, Dublin vaut un commissaire.” Op het gebied van het veiligheids- en defensiebeleid is echte vooruitgang geboekt: de vorming van één planningstructuur voor EVDB-missies, een gestructureerde vorm van samenwerking met de NAVO en een verklaring over onze doelen en doelstellingen in de strijd om veiligheid.
Het is echter het gebied van klimaatverandering waarop u wel eens hardvochtiger zou kunnen worden beoordeeld. In de conclusies van de Raad is een vloed van concessies aan ondernemingen opgenomen, worden nieuwe lidstaten afgekocht met een solidariteitspotje, worden “cap and trade”-emissierechten weggegeven die eigenlijk hadden moeten worden geveild, en krijgen grote spelers zoals elektriciteitsbedrijven ontheffingen die neerkomen op supersubsidies. Dit alles drukt de kosten van koolstof, verlaagt de hoeveelheid geld die wordt verdiend, en maakt het moeilijker om de emissiedoelstellingen te halen. Sterker nog, het emissiehandelssysteem treedt pas in 2013 in werking.
Desalniettemin erkent mijn fractie dat u met het bereiken van deze overeenstemming een succes hebt geboekt. We verwelkomen de afspraken over energiebesparing, over het oormerken van de helft van de inkomsten uit emissies voor een verdere verlaging van de broeikasgasemissies en over het afvangen en opslaan van koolstofdioxide. Wij zullen het morgen bij de stemming steunen.
Je kunt van elk voorzitterschap altijd meer verlangen. We hebben ontwikkeling gezien op het gebied van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. We wilden een opening zien. Op het gebied van de immigratie komt er de blauwe kaart, maar wel met veel bureaucratische formaliteiten, en op het gebied van de handel biedt de annulering van de Doha-gesprekken van deze week weinig hoop op vooruitgang. Dit voorzitterschap is echter een succes voor Europa, en u, fungerend voorzitter, verdient daarvoor alle lof.
Na deze zes maanden bent u waarschijnlijk ook toe aan wat rust. U hoeft niet alles te doen. Laat de ministers van Financiën over aan Jean-Claude Juncker. Laat de euro over aan Jean-Claude Trichet. Geef een sprookjesachtig voorzitterschap een sprookjesachtig einde en volg het advies op van uw favoriete zanger: “C’est le temps du départ, retournez à d’autres étoiles et laissez-nous la fin de l’histoire.”
(Applaus)
Daniel Cohn-Bendit, namens de Verts/ALE-Fractie. – (FR) Mijnheer de president, mijnheer Sarkozy, mijnheer Barroso, ja, wij herkennen uw vastberadenheid, u hebt Europa beslist vooruit willen brengen. Maar Nicolas is hier in verschillende gedaanten verschenen. Persoonlijk heb ik een voorkeur voor Nicolas de Eerste, die hier in juli 2008 de verbouwereerde parlementariërs voorhield dat “unanimiteit de democratie om zeep helpt”. Dat was het verhaal van Nicolas de Eerste, in juli 2008 voor het Europese Parlement. Nicolas de Eerste had gelijk, deze Nicolas de Derde zit ernaast!
Ziehier mijn probleem met het Franse voorzitterschap. Het is een windvaan die nu eens de juiste richting aangeeft en dan weer de verkeerde richting. De balans opmakend grijp ik alle waarachtige geluiden aan die ik gehoord heb en laat de windvaan voor wat het is. Er is namelijk iets dat ons doet verschillen.
U reduceert het Europees Parlement tot een viagrapil voor de Europese regeringen. Het is niet onze rol te worden gebruikt voor het aanzetten van anderen tot stappen die zij niet willen nemen. Niemand hier heeft ooit gezegd dat wij een Europa willen oprichten dat is gericht tegen de verschillende Europese naties, niemand. De communautaire instellingen zijn juist een afspiegeling van een Europa van verschillende staten en volkeren en wij, hier, vertegenwoordigen die verschillende volkeren. U wilt het Verdrag van Lissabon laten ratificeren, maar wat impliceert het Verdrag van Lissabon? Het Verdrag van Lissabon impliceert een afname van de mogelijkheden van unanimiteit. Waarom? Omdat unanimiteit de democratie om zeep helpt en omdat als wij hiermee doorgaan wij onze mogelijkheden voor het voeren van een Europees beleid om zeep helpen.
U hebt natuurlijk gelijk wanneer u zegt dat de voorzitters van de Raad hun ervaring moeten opdoen, maar mevrouw Merkel, die vóór u de voorzitter van de Raad was, deze kanselier van het klimaat heeft zich, eenmaal weer bondskanselier van Duitsland, opgesteld ten dienste van de Duitse industrie en niet ten dienste van Europa. Hiermee bent u geconfronteerd binnen de Raad van Europa. En uit het nationale egoïsme van de verschillende regeringsvertegenwoordigers hebt u een compromis moeten smeden. Een compromis waarover wij ons oordeel gaan vellen. Een oordeel dat verschillende kanten uit kan. Wat goed is, daar stemmen wij voor en wat niet goed is, daar stemmen wij tegen en we aanvaarden hierbij geen chantage.
Ik denk inderdaad dat de eerste lezing door de Raad neerkomt op chantage. Het democratische proces wil dat een voorstel in een parlement wordt neergelegd, dat er kritiek wordt geleverd op dat voorstel en dat er over het voorstel opnieuw onderhandeld wordt. En hierom is het dat ik, zelfs als het gaat over het klimaatpakket, mijn twijfels heb over de gang van zaken bij de eerste lezing door de Raad.
Ik weet dat u van het Franse chanson houdt, meneer de president, maar laat het duo Sarkozy en Barroso met Françoise Hardy’s “la main dans la main, et les yeux dans les yeux, ils s'en vont amoureux sans peur du lendemain” andere mensen zand in de ogen strooien, niet ons. Niet ons, want wat is hier gebeurd? U hebt de Commissie gemaakt tot een secretariaat van de Raad. Dat, en alleen dat is de functie geweest van de Commissie van meneer Barroso.
Ja heren, binnenkort hebben wij verkiezingen, en onder andere zal ter sprake zal komen hoe u buigt voor regeringsbelangen. Dat is hier in het Parlement niet onze rol. Wij buigen niet voor de belangen van onze nationale partijen. Onze rol is op te komen voor het belang van Europa, het gemeenschappelijke belang en niet het nationale belang. En dit is wat ik u, ter linker- zowel als ter rechterzijde wilde zeggen.
Wij hadden een sterk klimaatpakket. We bevonden ons in de voorhoede en het is waar dat, ofschoon het, als men ons toen al zei, niet voldoende was, de “3 x 20”" een goed uitgangspunt was. Maar we zijn van “3 x 20” afgegleden naar een samenleving waarin de economie wordt uitgedrukt in “4 x 4”. Dat is waar we zijn beland met het klimaatpakket. Waarom? Dat zal ik u vertellen. Omdat het herstelplan zoals u zich dat hebt voorgesteld… Dat is niet uw fout, dat zeg ik niet, maar er zijn dingen die zelfs u, meneer Sarkozy, niet kunt bereiken. Zelfs u niet.
U hebt het bijvoorbeeld afgelegd tegen het Duitse economische nationalisme. Meneer Barroso en u houden ons 1,5 procent voor van het bbp maar uiteindelijk weet heel de wereld dat het plan van president Obama neerkomt op 3 tot 4 procent van het bbp voor herstel van het milieu en herstel van de economie. Daar komen we niet in de buurt. En u weet wat president Obama u gaat zeggen: “No, you cannot, you are not able, it is not enough”, zoals meneer Krugman dat gezegd heeft tegen minister Steinbrück. En meneer Krugman is de winnaar van de Nobelprijs voor de economie. Als ik nu de enige was die het zei, zou u kunnen zeggen dat ik er niets van begreep, maar ook meneer Krugman heeft het gezegd.
Eén ding ter afsluiting. Ik heb u gezegd dat dit milieuherstelplan niet werkt omdat het te weinig omvat. Dat is niet alleen úw fout en het gaat hier niet om een Europees plan.
Maar nu wil ik dit zeggen. Een week geleden is de grote dissident Liu Xiaobo gearresteerd in Peking. Wij zijn getuige geweest van uw politieke houding naar China. U heeft ons gezegd dat men de Chinezen niet moet vernederen. En u hebt de Chinezen niet vernederd. Het zijn de Chinezen die u vernederd hebben. Het zijn de Chinezen die over ú heenlopen. Hierop hebt u ons gezegd dat niemand u zou verhinderen om de Dalai Lama in stilte te ontmoeten in Gdansk. Maar zo behoren de zaken niet te lopen. Ik ben trots dat dit Parlement de Sacharovprijs heeft gegeven aan een dissident, Hu Jia, en ik ben er trots op dat wij niet hebben toegegeven aan de neiging van het voorzitterschap om door de knieën te gaan voor de Chinezen die dagelijks mensen gevangen zetten en martelen zonder dat de Europese Unie daarover ook maar iets zegt. Zoals de Europese Unie ook niets gezegd heeft toen meneer Poetin overging tot de arrestatie van een massa demonstranten. En wat vroegen die demonstranten? Sociale gelijkheid! Dat is de politiek waarover ik het heb, waarbij een knieval gemaakt wordt zodra machtige lieden zich roeren. En dat is de reden waarom dat wij dit beleid afwijzen.
(Applaus)
Cristiana Muscardini, namens de UEN-Fractie. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, ik wil u ook graag bedanken. Als lid van de Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten waardeer ik uw woorden natuurlijk zeer.
Uw voorzitterschap heeft aangetoond dat het project voor een Europees beleid, een politiek Europa, wel degelijk kan bestaan. Het enige dat nodig is, is het soort moed dat we hebben getoond in het conflict tussen Rusland en Georgië en de capaciteit om de financiële crisis te beheersen met nieuwe werkmethoden en open interpretaties, in plaats van de rigiditeit van het stabiliteitspact. We hebben onze waardering en steun uitgesproken voor de politieke visie van een voorzitterschap dat politiek weer in het centrum van het debat heeft geplaatst en als gevolg daarvan Europa weer in het centrum van het mondiale debat.
We zijn ervan overtuigd dat de onafhankelijkheid van de ECB zou moeten betekenen dat die bank de plicht heeft sneller op de behoeftes van instellingen te reageren. Inmiddels is wel duidelijk geworden dat crises niet door de centrale banken kunnen worden opgelost zonder een duidelijke politieke visie en een gedeelde ontwikkelingsstrategie. De creatie van het energie- en klimaatpakket, om het probleem van de nationale natuurlijke hulpbronnen op te lossen, is een groot succes en biedt hoop voor de toekomst, samen met de Unie voor het Middellandse-Zeegebied, een routekaart voor vrede en ontwikkeling.
Er zijn echter nog enkele prioriteiten waarvan we hopen dat ze, in samenwerking met de trojka en het volgende voorzitterschap, kunnen worden opgelost. Naast immigratie en grensbewaking en een heropleving van de landbouw omvatten deze ook een werkelijke gelijke beloning voor mannen en vrouwen. Vandaag de dag heeft Europa het over gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen in de zin van de pensioenleeftijd, maar ik denk dat we eerst voor gelijke beloning moeten zorgen.
Voorzitter, ik geloof dat de oplossing van één commissaris voor elk land de eerlijkste oplossing is, dat hebben we in het Verdrag al gezegd. Wij danken het Franse voorzitterschap dat het dit voorstel nieuw leven heeft ingeblazen. Tot slot: u hebt deze crisis een systeemcrisis genoemd en daarom steunen wij u, Voorzitter, in uw roep om een hervorming van het systeem, een hervorming die gebaseerd is op de capaciteit om de reële economie te laten prevaleren boven de financiële economie, en werkelijk vermogen boven vermogen op papier.
Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Raad, mijnheer de voorzitter van de Commissie, dit Franse voorzitterschap zal ons ongetwijfeld bijblijven. Het zal ons bijblijven vanwege de ernst van de gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tijdens deze periode en vanwege de bijzondere strekking van enkele agendapunten, maar ook zullen wij ons dit voorzitterschap herinneren, zo moet ik erkennen, vanwege de ongebruikelijke stijl van de fungerend voorzitter van de Raad. Een stijl die zich kenmerkt door vastberadenheid, het vermogen om in te spelen op veranderende situaties en een iconoclastische benadering van communautaire canons, allemaal dingen die mij beslist niet tegenstaan. En naast de stijl zal men zich bovenal de oorspronkelijke manier herinneren waarop de Europese Unie is geleid, en dan in het bijzonder de eruptie van politiek in een omgeving waar het niet gebruikelijk is om politiek een plaats te geven, iets wat ik altijd heb betreurd.
Ik ben er daarnaast van overtuigd dat de voorzitter van de Raad, als hij het al niet waardeert, toch zeker welwillender dan tijdens zijn laatste interventie in het Europese Parlement zal accepteren dat ik mij niet beperk tot een voorgekookt en geruststellend verhaal. In alle vrijheid wil ik enkele punten over het voorzitterschap ter sprake brengen, want echt beleid veronderstelt een uitwisseling van ideeën in een respectvolle maar open sfeer.
Om te beginnen wil ik het hebben over het energie-klimaatpakket. Het zou werkelijk een drama zijn als de Europese Raad zich ten aanzien van deze kwestie van beschaving in een patstelling zou bevinden. Ik begrijp daarom dat het, zowel voor de Europese Unie als voor de voortgang van het proces, belangrijk is het succes te onderstrepen van een compromis tussen de 27 landen van de Unie.
Moet men hier evenwel spreken over een historisch akkoord dat van de Europese Unie een rolmodel maakt? Dat geloof ik niet. Komt dit compromis voor het overgrote deel van de Europese industrie niet neer op een vrijstelling van enige verplichting op milieugebied? Is het risico niet levensgroot dat slechts een klein deel van Europa’s eigen uitstoot aan broeikasgassen zal afnemen en dat men genoegen neemt met een bijdrage aan de reductie buiten Europa via het mechanisme van compensatie? Hebben de ontwikkelingslanden geen gelijk als zij hun verbittering uitdrukken over het gebrek aan een mechanisme waarmee financiële solidariteit ten opzichte van deze landen kan worden afgedwongen?
Als dit model op deze manier zou worden uitgevoerd, zou het onmogelijk zijn de normen te halen die wereldwijd door de wetenschap als noodzakelijk zijn vastgesteld. Het is dan ook goed dat er een Europees akkoord is, maar in dit stadium voldoet de strekking ervan noch aan de verwachtingen, noch aan de behoeften.
(Applaus)
Ik bepleit eenzelfde helderheid als het gaat om de waardering voor het herstelplan dat is aangenomen in Brussel. Luidruchtige felicitaties aan het eigen adres geven volgens mij hier een contraproductieve boodschap aan onze medeburgers. Nu de bestedingen per huishouden afnemen, de banenreductieplannen niet te tellen zijn en de sociale onrust zich verscherpt, men kijke naar Griekenland, roept dit plan een boel vragen op.
Herstel voor wie? Wie gaat deze nieuwe miljardendans betalen? Waar gaat dit toe leiden? Waarom verhoogt de ene staat, binnen het kader van één en hetzelfde plan, de koopkracht van de bevolking en helpt de andere staat alleen de industrie? Waarom gaan de kredieten die zijn toegekend aan de banken niet naar de ondernemingen waarvan het duidelijk is dat die op dit moment directe hulp nodig hebben? Waarom nemen de lidstaten die banken ondersteunen niet automatisch een evenredig deel van de controle over bij die banken teneinde de voorwaarden te scheppen voor een verantwoord beheer dat is gericht op het scheppen van banen en een welvaart die ten goede komt aan de hele maatschappij? Er zijn meer dan genoeg zinnige vragen en het zou wijs zijn alvorens ook maar iets te overwegen eerst hierop een antwoord te formuleren.
Het zal tenslotte niemand verbazen dat mijn fractie de Raad niet feliciteert met de druk die zij uitoefent op het Ierse volk. U weet dat, wanneer het gaat om veranderingen, de verwachtingen van het Ierse volk, als die van elk Europees volk, een stuk verder gaan dan het beeld wat u schetst. U zult daar weldra een nieuwe demonstratie van krijgen in de straten van Straatsburg. Men moet naar de mensen luisteren en men moet ze antwoorden want, en dat heeft u zelf uitstekend uitgedrukt, mijnheer de president, als men vandaag de problemen onder het tapijt veegt, vergroot men de problemen van morgen.
Nigel Farage, namens de IND/DEM-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de heer Sarkozy heeft zijn voorzitterschap energie en dynamiek gegeven, maar heeft ook in alle fasen duidelijk gemaakt dat hij meer macht wil voor de Unie en dat hij het Verdrag van Lissabon wil.
Nu Tsjechië op het punt staat het voorzitterschap over te nemen, denk ik dat we met de afschuwelijke aanval op president Klaus het ware gezicht van de hedendaagse Europese Unie hebben gezien. Ik vraag u, president Sarkozy, wat voor Europese Unie wilt u? We hebben hier namelijk een Unie die minachting toont voor democratie.
Brian Crowley zei tegen president Klaus dat de Ieren het Verdrag van Lissabon willen. Welnu, het spijt mij, maar ze hebben nee gezegd! Accepteert u de uitslag alstublieft! Bij eerdere gelegenheden is Martin Schulz opgestaan en heeft hij gezegd dat een nee-stem zal leiden tot fascisme en dat we niet mogen buigen voor populisme. Dit is dus een Unie die democratie veracht, en het is ook een Unie die niet kan omgaan met alternatieve gezichtspunten. ‘Ik geef niets om uw standpunten,’ aldus Danny Cohn-Bendit tegen president Klaus. En bij een eerdere gelegenheid heeft de heer Cohn-Bendit in dit Parlement gezegd dat tegenstanders van dit Verdrag niet goed bij hun hoofd zijn.
Dit is voor de Unie een bijzonder gevaarlijke stap om te nemen. Het is een Unie die zich gedraagt als een schurk en een bullebak. Toen de heer Cohn-Bendit de Europese vlag op het bureau van president Klaus plaatste en hem vertelde dat hij deze ook op de burcht moest laten wapperen, had hij net zo goed een Duitse ambtenaar van zeventig jaar geleden kunnen zijn of een sovjetambtenaar van twintig jaar geleden. Danny de vrijheidsgezinde, wie is nu de voorstander van autoritaire principes, de man die alles is geworden waarvan hij veertig jaar geleden zei dat hij ertegen was? Dit is dan het gezicht van deze Europese Unie, president Sarkozy. En dit alles aangespoord door voorzitter Pöttering, die leden van dit Parlement in het verleden heeft beboet voor het beledigen van andere staatshoofden.
Meneer Sarkozy, is dit de soort Unie die u wilt, of veroordeelt u met mij de vreselijke manier waarop president Klaus afgelopen week is behandeld in Praag?
(Applaus)
Bruno Gollnisch (NI). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, de huidige crisis is de crisis van het Europese mondiale systeem. U hebt er een groot aantal inspanningen aan gewijd, maar juist de context van deze inspanningen toont aan dat de Europese Unie nog niet tegen haar taak is opgewassen.
Ik heb het reeds bij een eerdere gelegenheid onder woorden gebracht: de maatregelen die zijn genomen, zijn hetzij in een nationale context, hetzij in een context van klassieke, multilaterale diplomatie genomen. Voorbeelden van een nationale context zijn de economische herstelplannen die van lidstaat tot lidstaat verschillen – wat op zichzelf niets schokkends is – maar vervolgens voor de vorm in een gemeenschappelijke context worden goedgekeurd. Iedereen weet het. U bent erin geslaagd verschillend beleid, soms zelfs tegenovergesteld beleid, van de heer Brown, van mevrouw Merkel en van vele anderen, van een Europees sausje te voorzien, maar schijn bedriegt. De nationale context betekent juist dat de grenzen een beschermende rol vervullen, dat nationale staten onontbeerlijk zijn en dat soevereiniteit snel en doeltreffend handelen mogelijk maakt.
In de bilaterale of multilaterale, klassieke diplomatieke context zagen we uw inspanningen om de crisis in Georgië te beteugelen of waren we, in het kader van de economische crisis, getuige van de bijeenkomst van de G20 in Washington, waarin slechts een klein aantal Europese landen zitting had met de VS, China, India, Japan, Canada, Saoedi-Arabië en andere landen. Het is een onomstotelijk bewijs dat de Unie niet genoeg body heeft om de ernstige problemen op te lossen die wij momenteel op ons pad vinden.
Een hoop zaken zijn, in een soort gekunstelde euforie, aan de Unie toegerekend, maar enige relativering is hier op zijn plaats. Het klimaat- en energiepakket bevat, genoopt door de crisis, bijvoorbeeld inmiddels zoveel afwijkingen dat het in wezen van zijn ziel is ontdaan. Zo gelden de nieuwe verplichtingen niet voor sectoren waar de kosten met meer dan 30 procent stijgen of die meer dan 30 procent van hun productie exporteren, dat wil zeggen driekwart van de betrokken sectoren. Het economisch herstelplan omvat, zoals gezegd, 1 procent of 1,5 procent van het bbp tegenover 4 procent in de VS en meer dan 10 procent in China. De inkt was nog niet droog of het immigratiepact werd al geschonden door de Italiaanse regering, die de legalisering van 170 000 illegale immigranten aankondigde. Waar zullen die blijven? En het is duidelijk dat de zogenoemde “gekozen immigratie” en een andere Europese blauwe kaart geen ander effect zullen hebben dan dat de derdewereldlanden worden ontdaan van het geschoolde personeel dat ze voor hun ontwikkeling zo ontzettend hard nodig hebben. Deze maatregelen lossen het probleem van de ongecontroleerde immigratie dus niet op, maar zijn weer extra maatregelen die de situatie alleen nog maar erger maken.
Op internationaal gebied ten slotte, veroordelen wij de afschuwelijke praktijk die erin bestaat dat mensen die de rampzalige ontwikkelingen van een Unie waarvan ze meer verplichtingen dan weldaden ervaren, afwijzen, worden gedwongen om eindeloos opnieuw te gaan stemmen totdat ze zwichten, waarna ze nooit meer de kans zullen krijgen de excessen van die Unie opnieuw aan de kaak te stellen.
U weet heel goed, mijnheer de Voorzitter, dat het Verdrag van Lissabon geen mini-verdrag of vereenvoudigd verdrag is, maar dat het dezelfde Europese grondwet is die door de Fransen en de Nederlanders is verworpen. Het verdrag staat voor een Europese superstaat die steeds autoritairder en totalitairder wordt, als ik mag afgaan op de weinig tegenspraak duldende orders van de heer Cohn-Bendit aan uw opvolger of de vrijheidsberovende initiatieven van de heer Barrot, die voorstelt om wetten op heel Europa toe te passen die in de tijd dat ze werden aangenomen, door onze collega mijnheer Toubon nog als stalinistisch werden aangemerkt.
Zo’n soort Europa is, wat u er ook over gezegd mag hebben, inderdaad de vijand der naties. Het is een kruiwagen voor het mondialisme; het is het begin van onze economische, morele en culturele omverwerping. Het is niet de plek waar bescherming en vrijheid zegevieren en waar onze burgers recht op hebben, de plek waar wij voor zullen blijven vechten.
Martin Schulz (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, neemt u mij niet kwalijk dat ik uw tijd in beslag neem. Ik heb gevraagd een persoonlijke verklaring te mogen afleggen over hetgeen de heer Farage heeft gezegd. Godzijdank dat hij nog in de Kamer is, zodat ik hem van repliek kan dienen. Normaliter vertrekt hij direct na zijn toespraken, maar vandaag is hij gebleven.
Om te beginnen: ik heb nooit gezegd dat een ‘nee’ tot een of andere vorm van fascisme zou leiden. Dat heb ik nooit gezegd! Wat u beweert is gewoonweg uit de lucht gegrepen.
Ten tweede: de heer Cohn-Bendit, de heer Watson en ikzelf, de heer Pöttering en de heer Crowley hebben een bijeenkomst in de Praagse Burcht bijgewoond.
(Interruptie)
Wie? Mevrouw Belohorská.
Ons is vooraf niet medegedeeld dat onze beraadslagingen op een bandrecorder zouden worden opgenomen. Iedereen in de zaal ging ervan uit dat de bijeenkomst vertrouwelijk was, net zoals de Conferentie van voorzitters vorige week vertrouwelijk overleg heeft gevoerd met de heer Sarkozy in het Élysée.
Vervolgens ontdekten wij dat de Tsjechische pers verslag had gedaan van de inhoud van dit overleg, die door president Klaus zonder ons medeweten in de openbaarheid is gebracht. Ik weet niet in wat voor systeem zoiets door de beugel kan, maar in een democratisch land in ieder geval niet.
De Voorzitter. − Bovendien was de weergave van het gesprek niet volledig en dus niet correct, omdat veel verbanden niet duidelijk naar voren kwamen. Maar we willen de situatie niet laten escaleren, daarom heb ik tot nu toe hierover in de openbaarheid geen uitspraak gedaan. In elk geval was de weergave van het gesprek niet volledig en daarom niet correct.
Nicolas Sarkozy, fungerend voorzitter van de Raad. – (FR) Mijnheer Daul, het Franse voorzitterschap heeft de voortdurende steun van uw fractie zeer op prijs gesteld en beseft dat het niet makkelijk is geweest om, soms zelfs binnen uw eigen fractie, als scheidsrechter op te treden, compromissen te sluiten en iedereen op één redelijke, geloofwaardige politieke lijn te krijgen. Ik ben me ervan bewust welke rol u daar als voorzitter bij hebt gespeeld, mijnheer Daul, en dit is voor ons van onschatbare waarde geweest.
Ik moet u zeggen dat uw fractie, bij haar steun aan het Verdrag van Lissabon, blijk gaf een Europa voor ogen te hebben dat samenhang vertoont, een krachtig Europa met stabiele instellingen en een voorzitterschap voor tweeënhalf jaar dat zich volledig op het voorzitterschap van Europa richt.
Ik ben van mening dat dit verstandige ideeën zijn die iets concreets bieden aan iedereen die, zoals wij, mijnheer Daul, en uw fractie, staan voor een Europa dat beschermt, dat ons voorbereidt op de toekomst en geen Europa dat zich huiverig en bezorgd toont over wat komen gaat. U kunt er in ieder geval van op aan dat de onwrikbare steun van uw fractie beslissend is geweest voor het Franse voorzitterschap en voor de resultaten die we hebben bereikt.
Mijnheer Schulz, er is moed voor nodig om in gesprek te treden met iemand die niet tot uw politieke familie behoort. Toen wij elkaar ontmoetten, samen met mijnheer Daul, hebben we in eerste instantie tegen elkaar gezegd dat het niet gemakkelijk zou worden, want de Europese verkiezingen die in het vooruitzicht lagen, zouden de verhoudingen aardig op scherp kunnen zetten. Ik moet u eerlijk zeggen dat u met uw fractie voor ons, voor het voorzitterschap een veeleisende partner bent geweest (maar wie kan u verwijten dat u uw ideeën met vuur verdedigt?), maar wel een partner met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Op persoonlijk vlak heb ik met veel plezier met u samengewerkt, maar tegelijkertijd inspireerde het me ook iedere keer weer uw adviezen of die van mijnheer Daul te horen en dan realiseerde ik me weer dat we nooit zover hadden kunnen komen als deze samenwerking niet had plaatsgevonden. Ik zeg de heer Cohn-Bendit dat er veel meer moed voor nodig is om een stap in de richting van de ander te zetten dan om vanuit uw stoel een hoop herrie te maken en het onheil over de wereld uit te roepen.
Moed huist in degenen die opbouwen, niet in degenen die beschuldigen. Mijnheer Schulz en mijnheer Daul hebben ons in staat gesteld Europa verder op te bouwen, Europa vooruit te helpen. Er zijn anderen die ons hebben vergezeld, zonder onze standpunten te delen. Zo wil ik mevrouw Sarnez bijvoorbeeld graag laten weten dat ik de wijze waarop zij ons heeft gesteund, uitermate heb gewaardeerd. Dit doet niets af aan onze eigen overtuigingen, mijnheer Schulz en mevrouw De Sarnez. Dat is nou precies de Europese beschaving: rationeel denkende, welwillende mannen en vrouwen die hun best doen om op bepaalde dossiers vooruitgang te boeken. U hebt mij niet gekozen, mijnheer Schulz en ik heb u niet gekozen, maar het was onze plicht om samen te werken. Dat hebben we ook gedaan en ik moet u zeggen dat het, vanuit deze zienswijze, voor mij een onvergetelijke ervaring was.
Het is mogelijk om Europa te veranderen en we kunnen de handdoek nu niet in de ring werpen. U hebt gezegd dat ik veel heb gereisd, maar als voorzitter van de Raad kun je, als je niet van reizen houdt, je beurt beter voorbij laten gaan, want de enige manier, lijkt mij, om Europa dichterbij de burgers te brengen, is Europese burgers, Europeanen te laten zien dat de personen die tijdelijk de leiding hebben over de Europese instellingen, naar de burgers toe komen en met ze praten en die instellingen een menselijk gezicht verschaffen. Ik kwam tijdens mijn reizen tot de ontdekking, mijnheer Schulz, vooral in Dublin, maar ook in Gdańsk, in Warschau en op andere plekken, dat het Europa niet zozeer aan instellingen als wel aan een gezicht ontbrak. Mensen willen een Europa van vlees en bloed zien en tegen zichzelf kunnen zeggen dat Europa niet zomaar een institutioneel monster is, waarvan niemand precies weet wie of wat het is, maar dat het mensen zijn, met hun zwakheden. Het gaat er uiteraard niet om de dingen te verpersoonlijken, dat zal de zaken er niet beter op maken, maar misschien zijn we te ver doorgeslagen met het onpersoonlijk maken van de verantwoordelijkheden van mensen.
Niettemin wil ik u één ding zeggen, en misschien vindt u dat naïef, maar ik heb dit werk met veel plezier gedaan en ik ben van mening dat de mensen die in Europa de touwtjes in handen hebben, hun werk ook met plezier moeten doen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen positief naar Europa kijken, als we zelf niet positief tegenover ons werk staan? In Frankrijk moest ik één van mijn ministers vertellen dat het Europees Parlement extreem belangrijk is, dat Europa extreem belangrijk is. Maar als we zelf geen blijdschap, geen trots, geen passie voelen bij ons werk, een gevoel dat u allen hebt, hoe wilt u dan dat de Europeanen warm lopen voor Europa?
De aanpak die werd gehanteerd om Europa op te bouwen werd tot nog toe als nogal afstandelijk ervaren, een beetje technocratisch. Maar met technocratie wordt niet de kennis van techniek bedoeld, maar het ontbreken van ieder sentiment. Europa verdient het, mijns inziens, dat er gevoel wordt ingestopt. In ieder geval waardeer ik uw kritiek, mijnheer Schulz: we waren het weliswaar niet altijd met elkaar eens, maar we vulden elkaar aan. U bent op geen enkele manier van uw standpunten afgeweken en ik evenmin van de mijne. Wij hebben eenvoudigweg aangetoond dat we de ander nodig hadden om te kunnen bouwen aan Europa en voor mij blijft dat een belangrijk democratisch moment.
Mijnheer Watson, de vorige keer, ik weet het nog heel goed, sprak u over Carla. Vandaag spreekt u over Angela. U bent een man met smaak, mijnheer Watson. Ik waardeer uw opmerkingen!
(Gelach)
(Applaus)
Ik heb het erg prettig gevonden, moet ik zeggen, om met mijnheer Watson samen te werken. U stelt hoge eisen, maar ik waardeer uw plichtsgevoel, uw dossierkennis en uw nauwgezetheid. Ik heb compromissen moeten sluiten, en u zei dat die billijk waren. Ik zal hier voor het Europees Parlement de laatste zijn die zal ontkennen dat we compromissen hebben gesloten. Wie kan in Europa zeggen dat hij bij de Raad aan tafel is geschoven, niet naar de anderen heeft geluisterd en bij zijn vertrek op alle vlakken genoegdoening heeft gekregen? De enige echte vraag ligt niet in de vraag of er compromissen moeten worden gesloten, want die zitten in de Europese constructie verweven. De enige echte vraag is: zijn die compromissen billijk?
Ik kom tot de ontdekking dat ik het over één onderwerp nog niet heb gehad, excuseert u mij, en dat is de btw. Het is toch vreemd, en voorzitter Barroso zal me indien nodig corrigeren, dat als een land de btw op alle producten wil verlagen, het hier zelfstandig over mag beslissen. Maar als een land de btw voor één enkele categorie producten wil verlagen, moet het de toestemming van alle andere landen afwachten. Begrijp me goed, mijnheer Watson, ik probeer ieder van ons alleen maar op zijn verantwoordelijkheden te wijzen. Welke Europese burger begrijpt zoiets nu?
Ik spreek geen oordeel uit over het besluit van Gordon Brown, een regeringsleider die ik zeer waardeer en die een buitengewone steun is geweest in de strijd tegen de financiële crisis, maar hij heeft besloten om de btw in zijn land te verlagen. Alle andere Europese burgers, iedereen heeft recht op zijn eigen mening hierover, zien dit gebeuren en stellen hun eigen regeringen vragen. Als één van ons de btw voor één enkel product wil verlagen, moet hij diezelfde Europese burgers antwoorden: “Het spijt ons, er moet een unaniem besluit worden genomen!”. Ik zeg u, deze regel kan geen stand houden. De regel moet voor iedereen gelijk zijn. En ik zeg tegen de Commissie dat ik niet denk dat het redelijk is om de unanimiteit te handhaven. Een ieder heeft het recht ideeën te hebben en laten we niet bang zijn voor een nieuw idee. Ik ben hierover benaderd door mijnheer Watson en ik wil deze kwestie dan ook graag grondig onderzoeken.
Wij hebben samen met voorzitter Barroso een voorstel voor een besluit ingediend bij de Raad. Dit is een belangrijke stap, want we praten al drie jaar over een verlaagd btw-tarief. We hebben nu de stap gezet – en dit is overigens een akkoord dat ik met bondkanselier Merkel heb gesloten – om te stoppen met praten en tijdens de Ecofin, in maart volgend jaar, een besluit te nemen. Ik vind het een billijk akkoord, de tijd is nu echt gekomen om een besluit te nemen.
We hebben bijvoorbeeld het grote probleem van schone producten. Ik zou willen opmerken, mijnheer Watson, dat het niet logisch is dat schone producten duurder zijn dan vervuilende producten. Landen zouden dus de mogelijkheid moeten krijgen een verlaagd btw-tarief toe te passen om milieuvriendelijke vormen van bouwen, de productie van minder vervuilende auto’s of de verkoop van ecologische producten te bevorderen. Ik wil nog een klein puntje maken. De btw op pure chocolade is een verlaagd tarief, terwijl er op melkchocolade 19,6 procent btw wordt geheven. Dat is toch niet uit te leggen? Ik vind het persoonlijk jammer, want ik houd meer van melkchocolade dan van pure chocolade, maar dan spreek ik natuurlijk alleen voor mijzelf.
De situatie is nog schrijnender voor boeken en culturele producten. Europa zou er baat bij hebben meer over cultuur en sport te praten. Wat culturele producten betreft, de btw op boeken bedraagt 5,5 procent, een zeer goede zaak. Maar het is dan toch onbegrijpelijk dat de btw op dvd’s en cd’s 19,6 procent is? Dit zijn ook culturele producten. Binnenkort zullen er geen dvd’s en cd’s in Europa meer worden verkocht (die worden illegaal gekopieerd). Wij hebben er alle belang bij ons open te stellen voor de problemen op het gebied van cultuur. Dezelfde redenering is van toepassing op de diensten die werkgelegenheid creëren. Ik hoop dat de ministers van Financiën in de Raad Ecofin in maart de boodschap van de staatshoofden en regeringsleiders oppikken.
Een opmerking, mijnheer Watson, over het aantal commissarissen. Ik zal u mijn mening geven. Of de Commissie nu 24 commissarissen heeft of 27 en morgen 33, verandert niets aan de kwestie. Ik ben ervan overtuigd dat we uiteindelijk de voorzitter van de Commissie meer bevoegdheden moeten geven. Dat is een persoonlijk advies dat ik u meegeef. Want alleen de voorzitter van de Commissie kan een gemeenschappelijke doctrine geven aan al die commissarissen die zich, in dezelfde markt, met verschillende problemen geconfronteerd zien.
Ik voeg daar nog een laatste punt aan toe. Ik denk niet dat het billijk was de lidstaten uit te leggen dat er een gekozen voorzitter voor tweeënhalf jaar zou worden aangesteld, en dat op grond daarvan het voorzitterschap van de Raad, dat iedere zes maanden wisselt, zou blijven bestaan, maar virtueel zou worden, en dat er tegelijkertijd één Europees commissaris per land minder mocht worden geleverd. Ik denk niet dat de Commissie daar sterker van wordt. Het is derhalve een compromis waarover ik heb onderhandeld en dat ik heb voorgesteld, vooral omdat ik denk dat het nuttig zal zijn voor de toekomst.
Beste mijnheer Cohn-Bendit. Ik sta altijd weer versteld van u. U bent altijd een hoffelijk, tolerant, vriendelijk mens als ik u privé ontmoet. Als ik u uitnodig voor de lunch, staat u open voor de ideeën van anderen. Je denkt dan: nou, dat is iemand die ik nog wel een keer zou willen ontmoeten. Maar zodra er een televisiecamera op uw neus gericht staat, lijkt zich een soort waanzinnigheid van u meester te maken. Dezelfde man waar we privé zo goed mee kunnen opschieten…
(Applaus)
… met wie we met plezier omgaan, diezelfde man verandert plotseling als een blad aan een boom, en ik wil tegen het publiek dat naar ons kijkt dan ook zeggen: “Geloof geen woord van de beelden die u zojuist hebt gezien: Daniel Cohn-Bendit is veel meer dan dat, hij lijkt niet op de karikatuur die hij hier van zichzelf neerzet”.
Ik zal u zeggen waarom, mijnheer Cohn-Bendit, want ik ken u al een hele tijd. We spreken elkaar regelmatig telefonisch, u hebt drie keer de lunch genoten op het Élysée; zeker, u bent één keer te laat gekomen maar ik heb de motorescorte niet gelijk op u afgestuurd. Om ervoor te zorgen dat u de volgende keer wel op tijd kwam, heb ik u toen wel door een motorescorte laten ophalen. U hebt ze niet geweigerd, wat aantoont dat u bereid bent zich bij de republikeinse regels neer te leggen, maar, bovenal mijnheer Cohn-Bendit, u bent een echte Europeaan als u het over Europa hebt. Maar als u spreekt zoals u zojuist hebt gedaan, toont u zich geen Europeaan, want overdrijving is niet Europees, want overdrijving is het tegenovergestelde van Europa. Blijf de persoon van wie we houden en die we kennen, zodat ik tegen mijnheer Schulz kan zeggen: “Ziet u wel, ik heb Europa een klein beetje kunnen veranderen, maar Daniel Cohn-Bendit niet”.
(Applaus)
Mevrouw Muscardini, hartelijk dank voor uw steun. Ik zou overigens één ding willen zeggen en dat is dat ik, na het over Duitsland te hebben gehad, dat ons heeft gesteund en over Groot-Brittannië, erg verheugd was over de steun van Italië voor het klimaat- en energiepakket, een steun die helemaal niet zo vanzelfsprekend was en de voorzitter van de Commissie zal me corrigeren als dat nodig is. Een groot aantal landen nam vanaf het begin af aan een standpunt in en ik moet zeggen dat de Italiaanse regering en mijnheer Berlusconi onze taak in de laatste Europese Raad makkelijker hebben gemaakt. Ik zeg het omdat het de waarheid is, ik zeg het niet om het voor de één of voor de ander op te nemen. Ik zeg het omdat we ons ervan bewust moeten worden dat het om consensus te bereiken in Europa, noodzakelijk is dat een ieder weet dat hij of zij niet wordt beoordeeld op basis van zijn verdediging van nationale twistpunten, maar op basis van zijn bijdrage aan het Europees belang. U hebt absoluut gelijk, mevrouw Muscardini, de reële economie moet nu onze absolute prioriteit worden. We zullen overigens in de loop van het jaar 2009 zien of we, bijvoorbeeld voor een bepaald aantal industriële sectoren, niet meer moeten doen dan we tot nog toe hebben besloten, afhankelijk van de ernst van de crisis.
Mijnheer Wurtz, ik heb de contacten die we hebben gehad zeer gewaardeerd, en met name het feit dat u het recht steunt om politiek te bedrijven in Europa. En echt politiek bedrijven in Europa, Europese burgers hun politieke keuzen teruggeven, waarbij de tolerantie en openheid naar elkaar worden gerespecteerd, zijn dingen waar het nogal eens aan heeft ontbroken in Europa. De politiek moet terugkomen in Europa! Dat betekent keuzes voorleggen. Dat betekent niet de mensen één keuzemogelijkheid opdringen, en dat brengt me, in antwoord op mijnheer Wurtz, op de uitspraak van mijnheer Farage. De dingen moeten duidelijk zijn!
Er is een land dat nee heeft gezegd tegen het Verdrag van Lissabon. We hebben die nee-stem gehoord, we proberen het te begrijpen en er antwoorden op te geven. U zegt: let op, dit is bijna dictatoriaal. Maar zou het niet dictatoriaal zijn als één land 26 andere landen een situatie, een politiek oplegt die zij niet willen?
(Applaus)
Ik bevond me, mijnheer Farage, en ik zeg het ook tegen mijnheer Wurtz, in Frankrijk in dezelfde situatie. Frankrijk heeft de grondwet met 55 procent van de stemmen verworpen. Het was hard nodig dat Frankrijk moeite deed om terug te komen. Wat voor moeite? Tijdens de campagne heb ik beloofd, en ik was de enige van alle kandidaten, om geen referendum te organiseren. Ik draag daar de politieke verantwoordelijkheid voor, ik was overtuigd van het Verdrag van Lissabon. Hoe is het mogelijk dat iemand zegt dat het bijna fascistisch is om onze Ierse vrienden opnieuw te laten stemmen? Wat moeten we dan zeggen over die 26 andere landen die het Verdrag hebben geratificeerd, waarvan sommige ook met een referendum, en die daar, vanuit die optiek, vanaf zouden moeten zien?
De waarheid is dat Europa Ierland nodig heeft. Wij zijn nu eenmaal met 27 landen en we willen alle 27 landen in het Verdrag van Lissabon meenemen. Iedereen is zich nu bewust van zijn verantwoordelijkheden. Als de Ieren een Europees commissaris willen, dan krijgen we met Lissabon te maken, want met Nice was er niet voor iedereen een Europees commissaris. Als de Ieren een goed beeld hebben van de situatie zijn ze, mijns inziens, blij dat heel Europa achter ze stond toen de financiële storm Ierland bijna van de kaart veegde en zeer gelukkig dat de voorzitter van de Commissie een oplossing vond, en dat was nog niet zo makkelijk, toen de Ierse regering in een eerste opwelling zo ver ging dat ze zei in te staan voor alle banken en alle bankproducten en voor het gemak even vergat dat buitenlandse banken die in Ierland gevestigd waren, op dezelfde manier behandeld moesten worden als Ierse banken.
Ik denk dat de crisis de publieke opinie tot nadenken dwingt. Mijnheer Wurtz, een mens moet niet alleen in de storm blijven staan. Ik denk dat het belangrijk is dat de Ieren opnieuw stemmen en ik zal er samen met de Ierse regering met heel mijn hart voor strijden dat ze “ja” zeggen. Als ze “nee” zeggen, is dat een politieke keuze die voor hun rekening komt: moeten 26 andere landen hun politieke ambities daarvoor opgeven? Dat is een onderwerp waar we, ondanks alles, over zullen debatteren als die situatie zich voordoet.
Tot slot, mijnheer Farage, wil ik mijn lof uitspreken voor de moedige en verstandige houding van Voorzitter Pöttering ten opzichte van mijnheer Klaus. Iedereen wil gerespecteerd worden, maar om gerespecteerd te worden, is respect voor anderen nodig en soms roepen sommige uitspraken van de president van een groot land van de Europese Unie nogal verbazing op. Hij wil gerespecteerd worden, dat begrijp ik volkomen, maar eerlijk gezegd, was het voor de Europeanen die hier zijn, nogal kwetsend te zien dat de Europese vlaggen van de openbare gebouwen in dit grote land Tsjechië waren verwijderd. Het strekte niemand tot eer om zo te handelen en ik ben verheugd te merken dat eerste minister Topolánek de moed had hier niet in mee te gaan.
Voorzitter Pöttering en de fractievoorzitters kunnen in ieder geval rekenen op de volledige steun van het voorzitterschap. Het is onjuist de fractievoorzitters zo te behandelen, het is onjuist de Voorzitter van het Europees Parlement zo te behandelen en het is onjuist de symbolen van Europa zo te behandelen; wat voor politieke overtuigingen iemand ook aanhangt, dit kan en mag niet gebeuren.
(Applaus)
Mijnheer Gollnisch, u zegt dat de Europese Unie niet tegen haar taak is opgewassen. Dat is een standvastig standpunt en dat verdient uiteraard mijn respect, maar u ziet toch ook wel in dat de verschillende landen in hun eentje ook niet adequaat kunnen reageren. U zegt dat we afzonderlijk hebben gehandeld, maar dat is niet waar. Als ieder voor zichzelf had besloten om de banken te steunen, zou er geen enkele bank steun hebben ontvangen. Geen enkele! De reden daarvoor is eenvoudig: de Europese banken hebben hun leningen en risico’s onder elkaar verdeeld. Als iemand van ons had gezegd: “wij redden ons hier alleen wel uit”, dan zou het hele systeem ten val zijn gebracht zonder een kans op steun, succes of herstel. Natuurlijk zijn het de lidstaten die de beslissingen moeten nemen, want zij stemmen over hun begroting, maar deze beslissingen moesten in samenspraak met elkaar worden genomen.
En daar wil ik mee eindigen. Europa is sterk als het op verantwoordelijke, sterke lidstaten rust en omdat die lidstaten sterk zijn, kunnen ze compromissen sluiten in naam van het Europees belang. Het is een grote fout te denken dat de lidstaten zwak moeten zijn om Europa sterk te maken. Ik ben van mening dat de lidstaten sterk moeten zijn om een sterk Europa op te bouwen, want alleen de sterken zijn in staat een ander de hand te reiken en compromissen tot stand te brengen. Het zijn de zwakken die bekrompen denken en zich van de buitenwereld afsluiten. Uit deze les van de crisis zouden we, mijns inziens, lering moeten trekken.
En daar wil ik mee eindigen. Dat wil niet zeggen dat de grote landen in Europa meer rechten hebben dan de kleinste landen, maar wel dat ze wellicht meer verantwoordelijkheden hebben. Wat de laatste jaren niet heeft gewerkt, is dat de grote landen soms hun verantwoordelijkheden uit de weg gingen of ontdoken, terwijl het hun plicht was deze te aanvaarden. En in de crisis heeft niet alleen het voorzitterschap zijn verantwoordelijkheid genomen, maar hebben alle grote landen hun verantwoordelijkheden opgepakt. We hebben allemaal dezelfde rechten, maar sommigen hebben meer plichten dan anderen. En dat zeg ik omdat ik vanuit de grond van mijn Europese overtuigingen denk dat dat zo is.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik zou graag heel kort twee dingen willen zeggen. Ten eerste wat betreft de ambitie van het pakket: ik wil hierbij benadrukken dat de ambitie van het klimaatpakket dat de Commissie heeft gepresenteerd, in het uiteindelijke compromis dat door de Europese Raad is goedgekeurd, behouden is gebleven.
Natuurlijk zijn er een aantal concessies gedaan met betrekking tot de inhoud van de doelstellingen. Die concessies waren noodzakelijk om bepaalde eisen van sommige lidstaten in te willigen, maar het is ons gelukt een goed pakket tot stand te brengen en ik denk dat we elkaar daarmee mogen feliciteren, want dit was in de huidige tijden van economische en financiële crisis zeker geen vanzelfsprekendheid. Het is ons gelukt, ik zeg het nogmaals, de ambitie van de doelstellingen van 20 procent voor 2020 te handhaven.
Overigens bent u er waarschijnlijk van op de hoogte dat de historische beslissing van de Europese Unie met vreugde is onthaald door de secretaris-generaal van de Verenigde Naties op de VN-klimaattop in het Poolse Poznań en ik zou daarom ook willen voorstellen dat Europa zich op dit vlak niet aan nog meer zelfkwelling blootstelt. Wij liggen op mondiaal niveau momenteel aan kop op dit dossier. Geen ander land, geen andere regio in de wereld, of het nu Amerika, Zuid-Amerika of Azië betreft, heeft iets vergelijkbaars of gelijkaardigs gedaan. En dus als iemand nog meer wil, dan kan dat met name door de anderen te vragen het Europese voorbeeld te volgen, en niet door vraagtekens te zetten bij een overeenkomst die een voorbeeldfunctie vervult voor de rest van de wereld.
Natuurlijk, de Commissie heeft een ambitieus pakket op tafel gelegd, dat wisten we vanaf het begin, maar ik moet zeggen dat we er, met onze bereidheid compromissen te sluiten, in zijn geslaagd die belangrijke doelstellingen van het klimaatpakket te behouden.
Voor wat betreft het herstel van de economie en het economisch herstelplan in vergelijking tot de Verenigde Staten, moeten er een aantal uitspraken worden rechtgezet. De waarheid is dat de Amerikanen tot op heden nog geen voorstel hebben ingediend. Er doen een aantal ideeën de ronde, maar we moeten nog zien waar ze mee zullen komen. Sta mij eveneens toe u te zeggen dat het op economisch en monetair gebied wellicht niet de Amerikanen zijn die ons de beste adviezen kunnen geven. Wij zijn er overigens van overtuigd dat aan deze crisis, naast de problemen van financiële aard, in oorsprong een aantal fundamentele macro-economische onevenwichtigheden ten grondslag lagen. Het Amerikaanse monetair en budgettair beleid was op zijn minst irrealistisch te noemen. Ik wil ons dus hoeden voor het idee dat zou kunnen gaan leven – en ik zie het hier en daar al wortel schieten – dat wij precies hetzelfde zouden moeten doen als de Amerikanen. Wij bevinden ons niet in dezelfde situatie en overigens denk ik dat een gezonde dosis voorzichtigheid hier op zijn plaats is, als we ook in termen van duurzaamheid op middellange en lange termijn willen denken.
Dit gezegd hebbende, kan ik u melden dat de president van de Europese Centrale Bank de Europese Raad inderdaad heeft verteld dat we er in Europa vanuit mogen gaan dat ten minste 1,2 procent van ons bbp een automatisch stabiliserend effect zal hebben. Dat betekent dat als we het deel van de economische stabilisatoren optellen bij de 1,5 procent die door de Europese Raad is aangenomen, we niet ver af zijn van de aangekondigde voornemens, en ik bedoel wel degelijk aangekondigd, door de verkozen president van de Verenigde Staten.
In ieder geval ben ik een groot voorstander van een grotere afstemming met de Amerikanen op economisch gebied. Het is duidelijk, zo luidden ook de conclusies van de G20, dat er een wereldwijde inspanning nodig is om de wereldwijde economie uit het slop te trekken. Deze crisis heeft aangetoond op welk niveau onze economieën vandaag de dag van elkaar afhankelijk zijn. Dat is overigens ook de reden waarom we een gemeenschappelijke agenda voor de mondialisering hebben voorgesteld, zodat we de economie weer op gang kunnen brengen, ook in de Atlantische ruimte.
Over het vraagstuk van de Commissie en de rol van de Commissie in de instellingen wil ik graag duidelijk mijn standpunt naar voren brengen. Ik behoor tot de groep die van mening is dat je in Europa niet sterker bent als de anderen zwakker zijn en ik denk dat het een fundamentele fout is van sommige analisten en van sommigen van mijn Europese vrienden, van wie sommigen overigens – ik geef het direct toe – Europeanen in hart en nieren zijn, om te denken dat de rol van de Commissie lijdt onder een sterk voorzitterschap van de Raad. Precies het tegenovergestelde is waar. Na met negen verschillende voorzitterschappen van de Raad te hebben gewerkt, kan ik dat zonder meer uit eigen ervaring zeggen.
Als iemand denkt dat het Parlement sterker is, omdat de Commissie zwakker is of dat de Commissie sterker is omdat de Raad zwakker is, vergist hij zich volkomen. Allereerst is het een bekrompen visie. En ik onderschrijf die visie niet.
De Europese Unie van vandaag is zo complex, met 27 lidstaten met zulke verschillende prioriteiten, dat de Europese instellingen alleen met een instelling die berust op partnerschap en wederzijdse ondersteuning, resultaten kunnen bereiken. Daarom waren de voorstellen met betrekking tot de klimaatverandering bijvoorbeeld de voorstellen die een aantal jaar geleden door de Commissie waren gedaan.
Natuurlijk is het in ons aller belang als het voorzitterschap van de Raad sterk is en een consensus tussen de lidstaten weet te bereiken. Natuurlijk is het optreden, het initiatief, het werk van het Europees Parlement in dit dossier belangrijk. Op dat gebied denk ik echt dat sommigen van paradigma moeten veranderen. We bevinden ons in een situatie waarin de instellingen hun gezag, hun leiderschapsrol moeten doen gelden, niet door de rol van de andere instellingen naar beneden te halen, maar juist door hun vaardigheid te vergroten om positieve compromissen te sluiten, compromissen die het Europese idee op een hoger plan brengen.
Ten slotte wil ik, naar aanleiding van sommige uitspraken van sommige Tsjechische politici eenvoudigweg zeggen dat als iemand de vergelijking trekt tussen de Sovjet-Unie en de Europese Unie, die persoon drie dingen aantoont. Ten eerste dat hij niet begrijpt waar de Sovjet-Unie voor stond, ten tweede dat hij niet begrijpt waar de Europese Unie voor staat en ten derde dat hij weinig idee heeft van de democratie en de beginselen van de democratie, in het bijzonder de vrijheid en de solidariteit die tot onze Europese beginselen behoren.
(Applaus)
Timothy Kirkhope (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil beginnen met de rol te erkennen die president Sarkozy heeft gespeeld in zijn tijd als voorzitter van de Raad. Zijn tijd aan het roer is ongetwijfeld een tijd in de schijnwerpers geweest en een tijd met een duidelijke focus. We herinneren ons in het bijzonder zijn bijdrage aan het vredesproces in Georgië en na de invasie door de Russische troepen. We herinneren ons ook zijn vastbeslotenheid om een akkoord tot stand te brengen over het belangrijke pakket op het gebied van klimaatverandering en energie, dat de Britse conservatieven volledig steunen, ook al kunnen we het Verdrag van Lissabon helaas niet diezelfde steun geven.
Wij zijn van mening dat de EU het voortouw moet blijven nemen in klimaataangelegenheden. De financiële en economische crisis heeft de afgelopen zes maanden echter onvermijdelijk gedomineerd. Ondanks de beweringen van de Britse premier dat zijn antwoord op de crisis breed gedeeld wordt, mogen we de opmerkingen die de Duitse minister van Financiën vorige week heeft gemaakt, niet vergeten. Hij zei over de Britse regering dat “dezelfde mensen die zich nooit met overbesteding” zouden inlaten in het verleden, nu “met miljarden smijten” en dat “de radicale ommezwaai van aanbodpolitiek naar een absoluut keynesiaans beleid adembenemend is”. Verwijzend naar het BTW-tarief in het Verenigd Koninkrijk, zei hij ook: “Het enige effect dat dit zal hebben, is verhoging van de schuld van het Verenigd Koninkrijk tot een niveau dat een hele generatie zal kosten om weg te werken”. Ik betreur dat, want hij had absoluut gelijk: de Britse economie stevent af op waarschijnlijk de langste en diepste recessie van alle grote EU-economieën, en de Britse premier is alle aanspraken op het voeren van een voorzichtig begrotingsbeleid en deugdelijk staathuishoudkundig beheer kwijtgeraakt.
President Sarkozy, hier was nu een situatie waarin de Britse premier het voorbeeld van andere Europese leiders had moeten volgen, en hij eigenlijk de discipline had moeten tonen die andere landen hebben laten zien op het gebied van het staathuishoudkundig beheer. Mag ik u nogmaals feliciteren met uw zes maanden in functie. Ik hoop dat de komende zes maanden goed zullen zijn voor de bevolking van Europa.
Bernard Poignant (PSE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, het zou onrechtvaardig zijn om uw voorzitterschap perfect te noemen, maar oneerlijk om het als mislukt te beschouwen. Ik trek er twee tot drie lessen uit.
Het zijn tijden van omschakeling, want vanaf dit voorzitterschap zal het zo zijn dat als de markt een probleem heeft, de staat de oplossing is. Ik hoop dat deze omschakeling oprecht en duurzaam is, en aangezien ik een Franse socialist ben, doet het me enorm veel plezier te ontdekken dat het niet de 35-urige werkweek is die de bron van onze problemen vormt, maar de banken, en dat “mevrouw 35 uur” beter is dan “mijnheer Madoff”.
Tweede les: ik denk dat u aan het einde van dit voorzitterschap de betrekkingen tussen Frankrijk en Duitsland weer zal moeten aanhalen, aangezien deze aan het begin van het voorzitterschap een flinke dreun hebben gehad door de Unie voor het Middellandse-Zeegebied. De Duitse bondkanselier wordt niet uitgenodigd op een belangrijke bijeenkomst en vervolgens vragen we haar en Duitsland wel met geld over de brug te komen. Net als in 1918 in het kader van de herstelbetalingen, net als in 1945 in het kader van de wederopbouw, net als in 1955 in het kader van de Duitse defensiebijdrage en net als in 1990 vanwege de hereniging. Ja, ik verdedig Duitsland, Martin, zie je dat? U kent wellicht het Afrikaanse spreekwoord: “Klim niet in een kokospalm met een gat in uw broek”. Ik denk dat we orde op zaken moeten stellen en de Frans-Duitse betrekkingen moeten herstellen.
En ten slotte nog een mooie les: om een voorzitterschap te laten slagen moet men zich blijkbaar laten omringen door twee socialisten: Bernard Kouchner, die minister was onder president Mitterrand en mijnheer Jouyet, die met mijnheer Jospin en mijnheer Delors heeft gewerkt. Ik richt me hierbij tot mijnheer Le Maire, de nieuwe minister: kijk uit, mijnheer Sarkozy, hij is een “Villepinist”. Ik neem aan dat u dit andere gezegde ook kent: “Ik vergeef iedereen die mij beledigt, maar ik houd wel een lijstje bij!”
(Applaus)
De Voorzitter. − Hartelijk dank, mijnheer Poignant! We zouden ons bijna afvragen of u niet een regeringspost ambieert.
Marielle De Sarnez (ALDE). – Mijnheer de Voorzitter, misschien kunnen we het weer over Europa hebben.
Een regionale, financiële, economische en sociale crisis plus een klimaatcrisis, het Franse voorzitterschap is van alle kanten belaagd door de agenda van de wereld. Maar het voorzitterschap is in staat gebleken hierop te reageren en, gestimuleerd door u, was het tegen de uitdagingen opgewassen en ik ben van mening dat het rechtvaardig en nuttig is dat uit te spreken. Maar het is ook nuttig samen te kijken naar wat er nog moet gebeuren, opdat ons handelen in antwoord op deze crises zo volledig mogelijk is.
We hebben in samenhang en goed doordacht op de financiële crisis gereageerd, maar nu moeten we mijns inziens overgaan tot daden en de eerste palen slaan voor een systeem voor mondiaal bestuur, en niet alleen op het gebied van regelgeving. De zaak Madoff toont haarscherp aan dat we niet zonder controle en sancties kunnen. We hebben behoefte aan een Europese toezichthouder en op termijn zullen we behoefte hebben aan een Europees openbaar ministerie.
Op dezelfde wijze hebben we nog genoeg te doen om de economische en sociale crisis het hoofd te bieden. Het Europese plan gaat, zoals u weet, helaas lang niet zo ver als het Amerikaanse plan. Wij hebben behoefte aan grote projecten, innovatie, onderzoek, infrastructuur, duurzame aanpassingen. Dit onderwerp moet de komende maanden op de Europese agenda komen.
Op dezelfde wijze moeten wij nota nemen van de lessen die we uit deze crisis hebben getrokken voor de toekomst, werkend aan een betere financiële en monetaire samenhang, met name binnen de eurozone, wat en passant zal helpen om de misverstanden tussen Frankrijk en Duitsland uit de weg te ruimen. We kunnen dit doen door enerzijds onszelf wat meer bewegingsruimte te gunnen wat handig is in tijden van recessie, waarbij de groei, naar ik hoop, zo snel mogelijk weer zijn intrede zal doen, en door anderzijds de centrale rol van de Commissie in ere te herstellen, want de Commissie mag onder geen beding haar recht van initiatief opgeven. In tijden van crisis is het eerder een plicht van initiatief, lijkt mij, die u zou moeten hebben.
Ten slotte hebben we onder uw voorzitterschap een compromis bereikt over de klimaatcrisis. Het is een compromis, het is niet ideaal, maar het is er. Ik vind één ding jammer en dat is dat op dit moment de cruciale vraag met betrekking tot de steun voor derdewereldlanden onaangeroerd is gebleven, terwijl zij onophoudelijk worden geconfronteerd met de gevolgen van de ontregeling van het klimaat zonder daarvoor ook maar enige verantwoordelijkheid te dragen.
Daarom, mijnheer de Voorzitter, hoop ik dat Europa, met betrekking tot al deze zaken, morgen sterk genoeg zal zijn om aan de verwachtingen van al onze medeburgers te voldoen.
Ian Hudghton (Verts/ALE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het Franse voorzitterschap is inderdaad geconfronteerd met veel uitdagingen, maar er valt over te twisten of de recente Raad de uitdaging van de bestrijding van klimaatverandering adequaat heeft aangepakt.
Op het gebied van de economie merk ik op dat de heer Sarkozy heeft erkend dat Ierland het eerste land was dat zijn banken heeft gesteund, en dat nu de hele Europese Unie volgt. Dat is volgens mij juister dan Gordon Browns recente verspreking toen hij verklaarde dat hijzelf de wereld in zijn eentje had gered.
Ik wil de Ierse regering bedanken voor het feit dat zij opnieuw heeft laten zien hoe invloedrijk kleine lidstaten kunnen zijn in de Europese Unie. Ik bedank echter ook het Ierse volk voor het ‘onderbreken’, zoals president Sarkozy het noemde, van het ratificatieproces van het Verdrag van Lissabon. De garanties die aan Ierland zijn gegeven, zullen ook mijn land, Schotland, helpen, doordat ze onderstrepen dat er in Europa fiscale onafhankelijkheid is, en dat we, als onafhankelijke lidstaat, een commissaris zouden kunnen benoemen.
Mijnheer Sarkozy heeft gezegd dat we geen sterk Europa kunnen hebben als Europa niet vereend is. Laten we alstublieft onthouden dat “eenheid in verscheidenheid” niet slechts een leus is, maar iets is waarnaar we moeten streven: we mogen niet uit het oog verliezen wat ons trots maakt om Schots, Welsh, Iers, Frans, Tsjechisch of wat dan ook te zijn, maar ook burgers – geen onderdanen – van de Europese Unie.
Brian Crowley (UEN). – (GA) Mijnheer de Voorzitter, de top van de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie van vorige week was zeer positief vanuit het gezichtspunt van Ierland en van Europa. De Europese Raad heeft het Europese economisch herstelplan ter waarde van tweehonderd miljard euro goedgekeurd.
(EN) Het is van essentieel belang dat we eren wie ere toekomt, wanneer we naar de resultaten van de Europese Raad kijken. Het zoeken naar oplossingen en compromissen voor wat lastige problemen waren, of leken, werd plotseling de room die op de melk kwam boven drijven. President Sarkozy, ik feliciteer u met uw inspanningen, onder meer met betrekking tot Ierland. Wij hebben grote waardering voor het compromis dat is bereikt en dat een tweede besluit van het Ierse volk over het Verdrag van Lissabon mogelijk maakt.
Ik wil me heel kort richten tot bepaalde collega's die vandaag en gisteren hebben gesproken over wat ik vorige week in Praag gezegd zou hebben. Op de eerste plaats heb ik nooit mijn vader genoemd, zoals werd aangegeven in het transcript dat president Klaus heeft vrijgegeven. Op de tweede plaats heb ik nooit gezegd dat de Ieren Europa willen. Ik heb gezegd dat het aan de Ieren was om te bepalen wat er met het Verdrag van Lissabon gaat gebeuren.
Gezien onze ervaring in vooral de afgelopen zes maanden, is wat we echt nodig hebben, nu we de verdergaan, een Europa dat samenwerkt, coördineert en eendrachtig werkt om gemeenschappelijke doelen te verwezenlijken op basis van begrip en tolerantie voor de verschillende standpunten en de verschillende economische cycli die er binnen de Europese Unie bestaan.
(FR) Mijnheer de Voorzitter, verontschuldigt u mij voor mijn belabberde Frans. Onder uw voorzitterschap is het grote Europese project weer nieuw leven in geblazen, het project van een Europese Unie met een groot hart, die haar grondslag heeft in gelijkheid en inzet, in Europa en ook in de rest van de wereld. Hartelijk dank en veel succes!
(Applaus)
Bairbre de Brún (GUE/NGL). – (GA) Mijnheer de Voorzitter, Ierland moet onderdeel zijn van de Europese Unie. De samenwerking met onze Europese partners is bijzonder waardevol. De manier waarop er met het ‘nee’ van de Ierse burgers is omgegaan kweekt echter geen goodwill en kan zelfs het verzet tegen de EU aanwakkeren, en niet alleen in Ierland.
De Raad heeft geweigerd om het Verdrag van Lissabon te wijzigen. In plaats daarvan moeten de mensen in Ierland bemoedigend worden toegesproken en worden verteld dat ze van mening moeten veranderen.
De Raad is niet ingegaan op de reële zorgen van de Ierse burgers met betrekking tot de militarisering van de EU, de rechten van werknemers en openbare diensten. De kloof tussen de leiders van de Unie en de burgers wordt door de reactie op de nee-stem van Ierland en andere landen alleen maar dieper.
In de conclusies van de Raad worden geen geloofwaardige waarborgen geboden op de gebieden waar ze nodig zijn. Er worden geen positieve redenen gegeven om voor het Verdrag van Lissabon te stemmen. In plaats daarvan laat de Raad toe dat er angst blijft bestaan. Bepaalde zaken worden door elkaar gehaald. Angst en desinformatie zullen bij een nieuw referendum hoogtij vieren.
Wat betreft de conclusies van de Raad met betrekking tot het energie- en klimaatpakket is het heel belangrijk dat er wetgeving komt met wettelijk bindende doelstellingen. Een deel van het pakket is echter onbevredigend en is niet zo sterk als het zou moeten zijn.
Bernard Wojciechowski (IND/DEM). – (PL) Mijnheer de president, al in oktober van dit jaar werd er in de pers gezegd dat het Tsjechische voorzitterschap wel eens onopgemerkt voorbij zou kunnen gaan. Ook werd gezegd dat uw wens om voorzitter van de eurogroep te worden een poging was om indirecte controle over de Tsjechen uit te oefenen. Ik zou daarom van u willen horen, mijnheer de president, hoe het vertrekkende voorzitterschap van plan is zich op te stellen tegenover het Tsjechische voorzitterschap.
Mijnheer de president, in antwoord op een vraag die ik had gesteld over president Kaczyński hebt u twee maanden geleden in dit Huis verklaard dat u hem zou weten te overtuigen en dat overeenkomsten zouden worden geëerbiedigd. Niemand kon op dat moment echter vermoeden dat de heer Kaczyński zich op andere gedachten zou laten brengen door de burgers van Ierland, in plaats van door zijn broer. Bent u van plan op dezelfde wijze te werk te gaan als gaat om het overtuigen van president Klaus? Zullen er gesprekken plaatsvinden? Tot slot hoop ik dat u van de muziek van Elvis Presley houdt, mijnheer de president.
Sylwester Chruszcz (NI). – (PL) Mijnheer de president, ik ben een van de leden van dit Huis die u niet zullen feliciteren met het succes van uw voorzitterschap van een half jaar. Ik ben namelijk van mening dat twee van de vlaggenschipprojecten die u er de afgelopen maanden hebt doorgedrukt schadelijk zijn, en niet alleen voor mijn land, Polen, maar ook voor Europa als geheel. Het klimaatpakket, hoewel het nu een heel klein beetje meer acceptabel is, is nog steeds slecht, en het aannemen ervan onder de huidige omstandigheden is eenvoudigweg belachelijk. Bovendien maakt het weer tot leven wekken van het Verdrag van Lissabon, dat in een nationaal referendum in Ierland is afgewezen, de democratie tot een schijnvertoning. U moet vooral niet denken dat u met een extra zetel in het Europees Parlement meer steun voor het Verdrag van Lissabon van Polen kunt kopen.
Ik wil tegen u zeggen, mijnheer de president, dat ik oprecht hoop – ook al hebt u met uw diplomatieke talenten vorige week in Brussel de andere staatshoofden en regeringsleiders over weten te halen om uw controversiële ideeën te steunen – dat de burgers van soevereine naties bij de verkiezingen voor het Europees Parlement van volgend jaar nee tegen die ideeën zullen zeggen.
Hartmut Nassauer (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, als zelf de heer Schulz zich lovend uitlaat over het Franse Voorzitterschap, dan moet het wel briljant geweest zijn, want tot op heden zijn de sociaaldemocraten geen grote bewonderaars van president Sarkozy geweest.
Namens de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten zou ik u willen verzekeren, president Sarkozy, dat uw Voorzitterschap uitstekend en op alle fronten een succes is geweest. U hebt beslissend en succesvol opgetreden bij beide crises die zich dit jaar hebben voorgedaan. U hebt de Europese Unie meer politiek gewicht gegeven en haar reputatie in de wereld verbeterd. U hebt ongetwijfeld wat van het vertrouwen van haar burgers teruggewonnen, en niet te vergeten hebt u in deze moeilijke tijden het heilzame en stabiliserende effect van onze gemeenschappelijke munteenheid, de euro, voor het voetlicht weten te brengen. Kortom: gelukkig voor ons was u de juiste man op de juiste plaats op het juiste moment. Ik hoop dat we na het volgende Voorzitterschap hetzelfde kunnen zeggen.
Met het klimaatveranderings- en energiepakket heeft de Raad een succes geboekt. We moeten echter niet vergeten dat het een besluit is dat ver in de toekomst reikt en dat de effecten ervan pas ten volle merkbaar zullen worden wanneer de meeste mensen die er verantwoordelijk voor zijn, niet langer actief zijn of niet langer de verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de gevolgen. We zullen een moeilijke keuze moeten maken tussen de klimaatbeleidsdoelstellingen, waar we ons volledig achter scharen, en de onvermijdelijke last die we de economie daarmee opleggen.
De heer Schulz heeft de PPE-DE-Fractie verzocht deze beslissing te nemen. Uiteraard zullen we deze beslissing nemen, maar we zullen eerst proberen ons in te lezen over datgene waarover we moeten beslissen. Als u het besluit gisteren al hebt genomen, kunt u de teksten onmogelijk hebben gelezen. U hebt er dan gewoon blind voor gekozen om links aan te houden. Wat uw kritiek op het akkoord in eerste lezing betreft – ook de heer Cohn-Bendit heeft krokodillentranen geplengd – ben ik het inhoudelijk volledig eens met deze kritiek. Maar wie heeft ons hiertoe gedwongen? Heeft de Raad ons tijdens de procedure gekneveld? Heeft de Commissie ons gechanteerd? Een meerderheid in het Parlement heeft de beslissing genomen. Tijdens de Conferentie van Voorzitters stemde alleen Joseph Daul vóór een eerste lezing, hetgeen de juiste procedure zou zijn geweest. Ik hoop dat we hieruit de les trekken dat in de toekomst akkoorden in eerste lezing niet langer moeten worden geaccepteerd, tenminste niet bij dit soort doorslaggevende projecten.
Poul Nyrup Rasmussen (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil tot president Sarkozy graag het volgende zeggen:
(FR) “proactief zijn in de politiek, dat is de moeilijkste opgave die er is.”
(EN) U en ik weten dat, president.
Zoals u zelf hebt gezegd, gaat het in Europa om compromissen sluiten, maar ook om het waarborgen van de dynamiek. Dat is mijn punt. Ik denk dat u met Europa zover bent gegaan als u kon gaan, en zover als u de 27 ministers-presidenten en staatshoofden mee kon krijgen, maar probeert u alstublieft de resultaten niet overdreven aan te prijzen. Dat geldt in het bijzonder voor voorzitter Barroso. Probeer het resultaat niet overdreven aan te prijzen. Als u dat wel doet, zal dat een averechtse uitwerking hebben op het vertrouwen van gewone mensen in de Europese Unie. We hebben op dit moment een economische crisis, en zoals u zelf hebt gezegd, is die nog niet voorbij. Vertelt u mensen dan alstublieft niet dat het economische stimuleringspakket overeenkomt met 1,5 procent van het bbp. Dat is niet zo. Als we de kredietgaranties eventjes weglaten uit deze berekening en kijken naar de werkelijke investeringen en de echte vraag, komen we uit op een gemiddelde van niet meer dan circa 0,6 procent van het bbp van de Europese Unie. Ja, daarop komen we uit, meneer Barroso. De economische berekeningen van Brueghel en van de universiteit van Kopenhagen bevestigen dit. Dus wees hier voorzichtig.
De enige twee landen – en Groot-Brittannië is door Duitsland bekritiseerd – die de 1 procent van het BBP aan echte economische stimulans halen, zijn het land van Gordon Brown en dat van Zapatero. Frankrijk komt in de buurt. Maar het echte probleem ligt voorlopig in Berlijn. Ik begrijp gewoon niet hoe Angela Merkel, de Duitse bondskanselier, mensen kan vertellen dat wat zij momenteel doen voor de werkgelegenheid in Europa, voldoende is. Dat is niet zo.
Mijnheer de Voorzitter, ik ben het niet eens met hetgeen Graham Watson heeft gezegd. U zou zich niet lekker moeten ontspannen. U moet uw energie vasthouden, want we hebben nog een stimuleringspakket nodig en we zullen dat al vrij snel nodig hebben, al tegen het voorjaar. Ik hoop dat u op 2 april in Londen en zeker ook op de voorjaarstop actief zult zijn. Zoals u zelf hebt gezegd: als we Europa dichter bij de mensen willen brengen, dan moeten we hun banen veiligstellen.
De Voorzitter. − Dames en heren, president Sarkozy moet ons zo weer verlaten. Hij krijgt nog eenmaal het woord, maar minister Borloo en minister Le Maire zullen nog hier blijven.
Nicolas Sarkozy, fungerend voorzitter van de Raad. − (FR) Dames en heren, mijnheer Kirkhope, ik dank u voor uw steun. Dat geeft me de gelegenheid me te wenden tot een lid van de Britse conservatieven om te zeggen hoe belangrijk het is voor ons in Europa dat deze grote partij, de Britse conservatieve partij, zich hard blijft inspannen voor de Europese integratie.
Ik heb niets te maken met de politiek in het Verenigd Koninkrijk. U hebt een jonge leider, de heer Cameron, en u bent een partij met een lange geschiedenis. We hebben u nodig in Europa, en niemand in Europa, mijnheer Kirkhope, kan in zijn eentje succesvol zijn. Ik weet niet wat de toekomst te bieden heeft voor de heer Gordon Brown noch wat de toekomst te bieden heeft voor de heer Cameron, maar wie ook de leider van het Verenigd Koninkrijk wordt, hij zal anderen nodig hebben om vooruitgang te boeken, om zijn belangen te verdedigen, om te slagen in Europa. Dat kan men niet alleen doen en ik zou één ding willen zeggen en dat is dat ik er altijd van overtuigd ben geweest dat het Verenigd Koninkrijk een bijzondere rol te vervullen heeft binnen Europa. Ik heb hiervoor soms kritiek gekregen, omdat het Verenigd Koninkrijk de belangrijkste wereldtaal spreekt, omdat het een dynamische economie heeft, maar denk er eens over na. Kijk eens welke prijs het Verenigd Koninkrijk heeft betaald voor zijn te exclusieve openheid voor de Verenigde Staten en welke prijs het heeft betaald voor zijn te exclusieve gerichtheid op financiële diensten; kijk, Europa heeft het Verenigd Koninkrijk nodig, maar ik blijf ervan overtuigd dat het Verenigd Koninkrijk Europa ook nodig heeft.
Toen ik naar het Verenigd Koninkrijk ging, heb ik gezegd dat de entente cordiale tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk niet volstond. Gordon Brown stelde een entente formidable voor. Persoonlijk denk ik echt dat we sterker uit de financiële crisis zijn kunnen komen, omdat het Verenigd Koninkrijk duidelijk voor Europa heeft gekozen. Sta me toe te zeggen dat we in het verleden niet al te goed hebben kunnen opschieten, en ik wil me niet mengen in de interne politiek, maar dat is de waarheid.
Mijnheer Poignant, het Franse voorzitterschap is niet perfect, dat is zeker, noch is het een mislukking, en wat uzelf betreft, u blijft trouw aan de heer Mitterrand, het perfecte voorbeeld van “het een noch het ander”. U denkt er dus goed noch slecht over. In feite denkt u alleen dat, indien ik succesvol geweest ben, dat komt doordat ik twee goede socialisten aan mij zijde had... Maar geen twee zonder drie, mijnheer Poignant: Jouyet, Kouchner... Ik bespeur daarin enige afgunst! In ernst: staat u mij toe te zeggen dat al degenen die dachten dat Duitsland en Frankrijk het structureel oneens waren, ongelijk hebben. Ik benut deze kans om de zaken uit te leggen, en ik richt me hiermee ook tot mevrouw Marielle De Sarnez.
De Frans-Duitse as, de vriendschap tussen Frankrijk en Duitsland, is geen keuze: het is een absolute plicht. Onze twee landen hebben een centrale rol gespeeld in de grootste tragedie van de twintigste eeuw. Ik zeg dat het geen keuze is, niet omdat ik er niet achter sta, maar omdat het onze plicht is voor de wereld en voor Europa. We moeten hand in hand gaan. Ik ben er ten stelligste van overtuigd, mijnheer Poignant, dat het een verantwoordelijkheid is die verder gaat dan mevrouw Merkel en mezelf, of vroeger de heer Schröder en de heer Chirac: het is een historische realiteit. Onze wegen kunnen zich niet scheiden, precies omwille van onze geschiedenis van de laatste eeuw.
Tegelijkertijd moet ik echter zeggen, zonder dat ik hiermee iemand wil beledigen, dat de Frans-Duitse as in het Europa van 27 landen niet van dezelfde aard kan zijn als in het Europa van zes landen. In een Europa van zes of negen landen, misschien zelfs van twaalf landen, volstond het als Duitsland en Frankrijk een akkoord bereikten. De rest volgde wel.
Zo was het vroeger, maar zo is het niet in het Europa van vandaag en daarom heb ik opgeroepen tot de wederopbouw van de Frans-Duitse as, op bilaterale basis. We hebben deze as nodig, maar we kunnen er niet me omgaan alsof we nog altijd maar met zijn twaalven zijn. Ik herinner me dat toen Duitsland en Frankrijk – dat was vóór mijn tijd – het eens waren geworden over een kandidaat voor het voorzitterschap van de Commissie, de andere het opgaf, om niet de indruk van arrogantie te wekken. Bijgevolg is vriendschap tussen Frankrijk en Duitsland onmisbaar, maar het mag geen andere overeenkomsten, of andere vriendschappen, uitsluiten. Dat is het eerste wat ik wou zeggen, want ik heb soms de indruk dat sommige mensen Europa nog bekijken door een dertig jaar oude bril, terwijl er zou moeten worden gekeken naar wat Europa over dertig jaar zal zijn.
De tweede zaak is dat mevrouw Merkel de belangen van Duitsland met klem verdedigt. Als zij het niet deed, wie zou het dan doen? We kunnen haar dat zeker niet kwalijk nemen. Ze doet dat met talent, ze doet dat met kracht en ze doet dat met vastberadenheid. Ik verdedig ook de belangen van mijn land. Daarvoor ben ik toch verkozen?
Soms zijn we het niet onmiddellijk eens. En wat dan nog? Dat is toch niet meer dan normaal. Is er dan geen democratie of geen zin voor compromis mogelijk wanneer het om Duitsland gaat en wanneer het om Frankrijk gaat? Inderdaad, ik heb concessies moeten doen aan mevrouw Merkel en zij heeft concessies moeten doen aan mij. En wat dan nog? Dat is in het voordeel van Duitsland. Moeten wij over niets meer debatteren, over niets meer discussiëren, simpelweg omdat het Duitsland is of simpelweg omdat het Frankrijk is? Onze Duitse vrienden waren niet heel enthousiast over de Unie voor het Middellandse-Zeegebied. Er waren misverstanden. Ik heb deze misverstanden uit de weg geruimd door ze te bespreken. Waar zit het probleem?
In ieder geval ben ik niet van plan om mezelf te rechtvaardigen telkens als mevrouw Merkel en ik het eens zijn met elkaar, elkaar steunen of elkaar helpen. Maar ik vergeet één zaak niet uit het oog, dat is dat Duitsland een federale staat is, terwijl Frankrijk veel meer gecentraliseerd is, ondanks de decentralisatie. Het tempo, de tijd die nodig is om beslissingen te nemen, is niet hetzelfde. Dat heeft niets te maken met de capaciteiten van mevrouw Merkel of gebreken van mijn zijde; dat heeft te maken met het feit dat de structuur van de twee staten niet dezelfde is. Bovendien heeft Duitsland een coalitieregering. Ik weet niet zeker of mevrouw Merkel de socialisten in haar regering spontaan heeft gekozen. Ik was verantwoordelijk voor het kiezen van de socialisten in mijn regering. Dat is een tweede verschil, maar ook een verschil dat de tijd die nodig is om beslissingen te nemen, verklaart.
Maar wees gerust dat Duitsland niet aangevallen wordt. Duitsland is de grootste economie in Europa. We hebben Duitsland nodig en Duitsland heeft Europa nodig. Maar het moet ook worden gezegd dat Frankrijk en Duitsland niet méér rechten hebben dan de andere landen; wij hebben meer verantwoordelijkheden en deze moeten we ook samen dragen. Maakt u zich geen zorgen. Ik ben me daar terdege van bewust.
Mevrouw Sarnez, u hebt gelijk, er is nog veel werk voor de boeg. Ik ga niet terugkomen op uw commentaar over het voorzitterschap. Er is nog veel werk voor de boeg. U had het over de behoefte aan een Europese regelgever, en u hebt absoluut gelijk. Laten we er geen doekjes om winden. We hebben dat op dit moment nog niet verwezenlijkt, omdat een aantal kleinere landen van mening zijn dat het problemen zou geven met hun nationale soevereiniteit wanneer ze het moeten stellen zonder nationale regelgever. We moeten daarmee rekening houden, maar ik ben van mening dat we op zijn minst een college van Europese regelgevers moeten hebben.
De volgende vraag is of we een Europese openbare aanklager nodig hebben. Dat is een fascinerend debat, waarbij ook andere zaken, en zeker een betere samenwerking, komen kijken.
Met betrekking tot de grote projecten is het nu mijn beurt om aan u te vragen niet te hard te zijn voor ons, want de voorzitter van de Commissie heeft 5 miljard euro vrijgemaakt. Dat was een hele strijd, mevrouw Sarnez, want niet alle landen waren het erover eens, alleen om grote projecten te financieren, en de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat de Commissie veel grotere ambities had dan sommige lidstaten. Gewoon opdat de Commissie deze vijf miljard zou kunnen gebruiken voor grote projecten, moest iedere lidstaat zijn toestemming geven. Maar we hebben deze toestemming gekregen en nu hebben we toch die vijf miljard.
Wat ten slotte de hulp voor ontwikkelingslanden betreft, vrees ik dat uw standpunt niet deel. Met de heer Barrot hebben we de 1 miljard euro gebruikt die sommige lidstaten – ik zeg het nog maar eens – niet wilden, en op de topconferentie van Hokkaido heb ik mijn Europese partners moeten overtuigen om de heer Barrot de toestemming te geven om het niet-bestede geld te gebruiken voor de millenniumontwikkelingsdoelstellingen. Dat is dus 1 miljard euro die in de pot is gegaan.
Ik was zeer verbaasd, mevrouw Sarnez, dat ik op de topconferentie van Doha als enig westers staatshoofd aan tafel zat. Van alle staatshoofden en regeringsleiders van de G20, waren er maar twee aanwezig: de president van Zuid-Afrika en de voorzitter van de Europese Raad alsmede de heer Barrot. De anderen waren er niet. Beeldt u zich maar eens wat u tegen mij zou hebben gezegd als ik niet de moeite zou genomen hebben daarheen te reizen! Wij waren daar, omdat de crisis niet mag worden gebruikt als een excuus om de armste landen het meest te laten betalen voor een crisis waarvoor ze op geen enkele manier verantwoordelijk zijn. Ik denk dat dat opnieuw een twistpunt kan zijn.
Mijnheer Hudghton, verscheidenheid en eenheid: u kunt gerust zijn, op het gebied van verscheidenheid kan er geen vooruitgang meer worden geboekt! Om eerlijk te zijn, als ik mijn energie maar in één doel zou mogen investeren, zou ik kiezen voor eenheid, omdat ik merk dat niemand aan de tafel van de Raad vergeet van waar hij komt. Het is iets moeilijker om te weten waar ze naartoe gaan. Een groot Frans etnoloog, Lévi-Strauss, heeft een categorische uitspraak gedaan, die buitengewoon was toen hij ze zelf deed. Hij zei: “Identiteit is geen ziekte”. Identiteit is geen ziekte in Europa, maar een eventueel teveel aan energie moet echt naar het streven naar meer eenheid gaan.
Mijnheer Crowley, bedankt voor uw steun bij de Europese Raad. Het deed me veel genoegen u te ontvangen in het Elysée als vertegenwoordiger van uw partij, en ik moet zeggen dat ik veel waardering heb voor de moed en de eerlijkheid die u altijd aan de dag hebt gelegd.
Mevrouw de Brún, we moeten de Ieren geruststellen en overtuigen. U hebt tegen mij gezegd dat we niet ver genoeg zijn gegaan. Het spijt me dat ik dit moet zeggen, maar we kunnen niet verder gaan, want anders zou dit direct zaken overhoop gooien in andere landen. Als we om het Ierse probleem op te lossen, het debat over de ratificatie in andere landen heropenen, met name in het Verenigd Koninkrijk, plaatsen we onszelf in een onmogelijke situatie, en het moeilijkste compromis was de bespreking zeer vroeg op een vrijdagochtend in de Europese Raad, tussen de Ierse premier en de Britse premier, die trachtten tot overeenstemming te komen. De heer Brown – ik kan dit begrijpen – wilde het debat over de ratificatie in het Verenigd Koninkrijk niet heropenen, aangezien iedereen weet dat het bijzonder pijnlijk is geweest. Ik ben daarom van mening dat we niet verder kunnen gaan. Maar eerlijk gezegd gaan we toch tamelijk ver door een protocol bij het eerste toetredingsverdrag over twee jaar te beloven.
Mijnheer Wojciechowski, wij zullen het Tsjechische voorzitterschap helpen. Daaraan hoeft u niet te twijfelen. Wat heeft de heer Kaczynski tegen mij gezegd? Ik heb moeite om het u te vertellen, want de laatste keer dat hij iets tegen mij heeft gezegd, heeft hij zijn woord niet gehouden. Hij zei op de Europese Raad dat hij zich niet zou verzetten tegen de ratificatie van het Verdrag van Lissabon indien de Ieren ja zouden stemmen. Ik heb hem slechts aan één zaak herinnerd – en ik heb dat gedaan zonder me te mengen in het debat met premier Tusk – dat was dat we in mijn kantoor, om drie uur 's morgens in juli 2007, onder het Duitse voorzitterschap, met de heer Zapatero, Tony Blair en de heer Juncker, bereikt hebben dat de Poolse president zijn handtekening plaatste onder wat later het Verdrag van Lissabon zou worden, terwijl hij in gesprek was met zijn tweelingbroer, die toen premier was, in Warschau.
Ik heb respect voor de Poolse president, maar ik moet zeggen dat het mij verraste dat iemand een verdrag kon ondertekenen in Brussel en later kon weigeren om hetzelfde verdrag te ondertekenen in Warschau. Echt! Ik wil alleen maar zeggen dat wanneer men zijn handtekening plaatst in naam van een staat, dat dan een belofte is! U begrijpt wat ik bedoel. Ik zal er niet meer over zeggen, maar dat is toch hetgeen er tegen mij gezegd is. Er is onderhandeld over het Verdrag van Lissabon door de premier, de heer Tusk, er is over onderhandeld door de Poolse president, de heer Kaczynski en zijn tweelingbroer, die toen premier was. Zo, dat is alles. Uiteindelijk is het niet volledig geratificeerd omdat er één handtekening ontbreekt, maar het is geratificeerd door het parlement. Dat is alles.
Ik meng mij niet in de interne politiek door dat te zeggen. Ik ben gewoon eerlijk en ik moet, met de verantwoordelijkheden die ik draag, eerlijk zijn. Ik moet zeggen wat er precies is gebeurd, met wie we hebben onderhandeld en wanneer. Anders is er geen vertrouwen meer mogelijk. Het gaat hier niet om links gezind of rechts gezind, het gaat hier niet om landen van het oosten of het westen, het gaat er gewoon om dat men zijn beloften nakomt. Als men zijn beloften niet nakomt, is er geen rechtsstaat, is er geen Europa. Zo simpel is het.
(Applaus)
Mijnheer Chruszcz, u weet dat ik gewoonweg alles gedaan heb wat ik kon opdat Polen tot een compromis zou kunnen komen. Op de Europese Raad in juli 2007, onder het Duitse voorzitterschap, waren we niet ver verwijderd van een ramp, toen bepaalde lidstaten zeiden dat we moesten doorgaan zonder Polen. Pas op het laatste moment konden we tot een compromis komen over het Verdrag van Lissabon. Dat is de waarheid. Niemand wou Polen laten vallen. Polen heeft 38 miljoen inwoners en behoort daardoor tot de zes landen met de grootste bevolking in Europa. We hebben Polen nodig. Voor het compromis was ik in Gdansk om te onderhandelen met Polen en acht andere lidstaten. We begrepen de problemen van Polen. We zullen Polen steunen, maar Polen moet ook begrijpen dat het, als een van de grotere landen van Europa, niet alleen rechten heeft maar ook plichten.
Tegenover rechten staan immers plichten, en we zouden er geen goed aan doen te zeggen dat u, omdat u minder lang lid bent van de Europese Unie, minder plichten hebt. Polen is een groot Europees land. U mag ons niet kwalijk nemen dat wij het ook als dusdanig behandelen, dat wil zeggen dat wij een beetje meer verlangen van Polen, simpelweg omdat het een groot land is. Dat is precies wat ik wilde doen en ik hoop dat de Polen dat begrijpen.
Mijnheer Nassauer, dank u voor uw steun als zeer ervaren parlementslid, als lid van het Duitse parlement. Het stoorde mij niet dat u de industrie in het algemeen en de Duitse industrie in het bijzonder verdedigde, want ik zie maar al te vaak – en ik richt me hiermee tot de heer Schulz en de heer Daul – ik zie maar al te vaak welke vernieling de financiële crisis heeft aangericht in landen die hun industrie niet sterk genoeg hebben verdedigd. Ik denk dat dat de scheidslijnen tussen ons overstijgt, want we willen niet dat Europa een industriële woestijn wordt. Een industriële woestijn betekent miljoenen meer werklozen, want als we nu onze werkgelegenheid in de industrie laten schieten, zal onze werkgelegenheid in de dienstensector volgen. Het zou een vergissing zijn te zeggen dat we onze diensten verdedigen, maar niet onze industrie.
Wat we bedoelden, was dat het verdedigen van de industrie erop neerkomt dat men die industrie dwingt om te moderniseren, want Europeanen zullen geen industrie meer aanvaarden die vervuiling veroorzaakt. Dat is het evenwicht dat we trachtten te vinden. Het was een pijnlijk en moeilijk proces, omdat Duitsland een groot industrieland is en een groot industrieland onvermijdelijk harder getroffen wordt dan een land dat geen industrie meer heeft. Uw land ligt naast Polen. We zouden niet kunnen voorzien in een afwijking voor Polen in 2013-2020, zonder stil te staan bij de kwestie van nieuwe krachtcentrales in Duitsland, om concurrentieverstoring tussen twee buurlanden te voorkomen. Ook dat was volgens mij eerlijk.
Mijnheer Rasmussen, maak u niet te veel zorgen over de resultaten. U hebt absoluut gelijk. Vergeet echter de sociale stabilisatoren niet. Onze Amerikaanse vrienden hebben immers een echt talent om te communiceren, om fantastische cijfers bekend te maken. Voorlopig zijn het niet meer woorden. Ik herinner me het plan Paulson I. We waren allemaal stomverbaasd: plots had de staatssecretaris van Financiën het over 700 miljard! Iedereen vroeg zich af of Europa in staat zou zijn dit te evenaren. En wat gebeurde er toen? Drie dagen later werd het plan verworpen door het congres en de Amerikanen konden van voren af aan beginnen.
En wat gebeurde er daarna? Het uiteindelijke bedrag was niet wat er verwacht werd. Het sociale stelsel in de Verenigde Staten is niet te vergelijken met het sociale stelsel in Europa, in elk van onze landen. Bij het bedrag dat wordt toegewezen aan het herstel, moeten de sociale stabilisatoren worden bijgeteld, dat wil zeggen alle uitkeringen, wat we doen om ze te beschermen tegen de ontwikkeling van de inflatie, en alle andere bijdragen die we in de pot doen. Maar laat ons in 's hemelnaam geloven in het plan dat we ten uitvoer leggen! Misschien zal de crisis zo ernstig zijn dat we iets anders moeten doen. Maar dan nog! Wat we hebben bereikt, is niet niets. U zegt mij dat het Verenigd Koninkrijk en Spanje meer hebben gedaan. Maar Spanje had een begrotingsoverschot en heeft te kampen met een onroerendgoedcrisis van nooit geziene omvang. De heer Zapatero heeft bijzonder goed gereageerd, maar de situatie van de Spaanse economie is nauwelijks te benijden.
Wat betreft het Verenigd Koninkrijk en de banken, wordt er vaak tegen mij gezegd: “De heer Brown heeft meer gedaan dan u”. Ja, maar het verschil is dat de Engelse banken, omdat ze volledig verwikkeld waren in het Amerikaanse systeem, een risico van faillissement liepen dat de andere lidstaten – dit was overigens een punt van discussie tussen de Commissie en onszelf – niet in die omvang ervoeren. We moeten zo verstandig zijn om even af te wachten hoe de tenuitvoerlegging van de verschillende plannen evolueert. Ik blijf optimistisch over het vermogen van Europa om samen te werken.
Tot slot, nog één punt, mijnheer Rasmussen, u zegt me dat ik moet doorgaan. Ja, dat ik moet doorgaan zoals ik nu bezig ben! Wel, ik kan u geruststellen. U kunt er zeker van zijn!
(Applaus)
VOORZITTER: ALEJO VIDAL-QUADRAS Ondervoorzitter
Silvana Koch-Mehrin (ALDE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Le Maire, mijnheer Borloo, in de afgelopen maanden heeft de EU haar waarde ruimschoots bewezen. Dat is ook uw verdienste, de verdienste van het Franse voorzitterschap.
Ik had president Sarkozy graag persoonlijk willen bedanken dat hij de vinger op de zere plek heeft durven leggen toen hij de Duitse bondskanselier ronduit heeft gezegd wat hij vond van de lethargie van de Duitse regering. Andere Europese landen nemen maatregelen om de crisis te voorkomen, maar Duitsland wacht totdat de crisis een feit is of tot de volgende Bondsdagverkiezingen zich aandienen. Duitsland is de grootste economie in de EU en daarom is het een goede zaak dat de EU-partners de Duitse regering aan haar verantwoordelijkheid hebben herinnerd. President Sarkozy heeft dat hier zojuist nogmaals gedaan.
Als de EU niet had bestaan, zouden we haar uiterlijk naar aanleiding van de financiële crisis hebben moeten uitvinden. Geen van de EU-landen zou op eigen houtje in staat zijn of zijn geweest de crisis het hoofd te bieden. Ook de euro is een belangrijke stabiliserende factor. Eens te meer is gebleken hoe belangrijk de gemeenschappelijke markt is voor welvaart en stabiliteit in Europa. De financiële crisis mag echter geen excuus zijn om datgene wat we gezamenlijk hebben bereikt op het spel te zetten. Daarom zou de onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank niet onderhandelbaar moeten zijn. We moeten waken voor een terugkeer naar protectionisme, en ook een hernieuwd isolationistisch beleid of een subsidiewedloop tussen de lidstaten zou rampzalige gevolgen hebben voor onze burgers.
Daarnaast mag in geen geval worden getornd aan de EU-verordeningen inzake mededinging en staatssteun. Dit geldt ook voor het Stabiliteitspact met de Maastricht-criteria. Het is zaak deze verworvenheden te behouden. De EU moet echter gezamenlijke, gecoördineerde en doortastende maatregelen nemen om ons voor het ergste te behoeden. Dit is een kans voor Europa, en president Sarkozy heeft deze benut. Hij heeft onze burgers laten zien wat Europa kan doen en Europa een menselijk gezicht gegeven. Ik wil hem daarvoor hartelijk bedanken.
Adam Bielan (UEN). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, het Franse voorzitterschap heeft het niet gemakkelijk gehad. Het viel samen met een periode waarin de wereld, inclusief de Europese Unie, werd geschokt door een dramatische financiële crisis. Gelukkig dacht president Sarkozy, anders dan bepaalde Europese politici, niet dat wij niet door de crisis zouden worden geraakt. Hij heeft heel snel actie ondernomen en daar wil ik hem oprecht voor bedanken.
Een andere crisis deed zich in de afgelopen zes maanden voor toen Rusland Georgië binnenviel, een van onze oostelijke buurlanden. Ondanks mijn alles bij elkaar gunstige oordeel over president Sarkozy moet ik zeggen dat hij niet adequaat op die uitdaging heeft gereageerd. Zijn eerste fout was dat hij president Saakasjvili dwong een ondeugdelijke overeenkomst met Rusland te ondertekenen. De overeenkomst was ondeugdelijk omdat Georgië daarin geen essentiële garantie kreeg, namelijk die van territoriale integriteit. De heer Sarkozy wilde op dat moment niet luisteren naar collega’s van wie hij vandaag heeft erkend dat ze tientallen jaren ervaring achter het IJzeren Gordijn hebben. Hij moet wel niet naar ze geluisterd hebben, want als hij acht had geslagen op hun advies, had hij geweten dat de ervaring hen geleerd had dat Russen dergelijke concessies als een teken van zwakte beschouwen. En dat is wat er is gebeurd. De Russen leven zelfs die ondeugdelijke overeenkomst niet na. De president van Polen is een paar dagen geleden op Georgisch grondgebied beschoten en de Russen hebben het Georgische dorp Perevi ingenomen. En desondanks heeft president Sarkozy zijn beleid van het sussen van Rusland gewoon voortgezet en de onderhandelingen over een nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst heropend.
De termijn van president Sarkozy als leider van de Europese Unie loopt over twee weken af. Hij zal echter niet van het Europese toneel verdwijnen, maar een belangrijke rol blijven spelen. Ik wens hem daarom alle succes in de toekomst en ik vertrouw erop dat hij zal leren van zijn fouten uit het verleden.
Kathy Sinnott (IND/DEM). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de gelegenheid graag benutten om wat vriendschappelijk advies te geven, want veel Ierse kiezers ergeren zich aan het debat over het Verdrag van Lissabon. Uit een enquête die twee weken geleden is gehouden, blijkt dat een overweldigend aantal kiezers geen tweede referendum wil. Ze hebben hun besluit genomen en het heeft in hun ogen geen zin om het debat midden in een wereldwijde economische ineenstorting voort te zetten. Ze maken zich druk om werkloosheid en bezuinigingen die de kwetsbaarste mensen treffen. Ze voelen zich alleen in deze problemen, nu hun leiders de hersenschim van Lissabon najagen.
Het is vooral ergerlijk omdat de kwesties die hebben geleid tot de nee-stem, te beginnen met het gebrek aan democratie in het Verdrag zelf, niet zijn aangepakt; in plaats daarvan is ons verteld dat het Verdrag ongewijzigd zal blijven, en dat wat er wordt aangeboden, cosmetisch is.
We zijn een eilandnatie, maar onze vis en visserijsector verdwijnen. Mensen die gekant zijn tegen abortus, blijven zich zorgen maken over de vernietiging van embryo's in onderzoek dat door de EU wordt gefinancierd. Door nee te stemmen, hebben kiezers gestemd voor bescherming van hun baan, hun boerenbedrijf, hun familie en hun grondwet.
U hebt het over het verenigen van Europa, maar ik zeg u dat wat ons zou moeten verenigen, democratie is, en dat wat ons verdeelt, Lissabon is.
Peter Baco (NI). – (SK) Ik was enthousiast over de voorstellen van de Europese Unie om het internationale financiële systeem te hervormen om daar als prioriteit ook voedselzekerheid in op te nemen, maar in de conclusies van de Raad wordt verzuimd dit als prioriteit te noemen.
Daarom wil ik de zich opstapelende bewijzen voor de verslechterende financiële situatie van boeren onder uw aandacht brengen. In de Europese Unie worden voornamelijk de nieuwe lidstaten hierdoor getroffen; verder hebben Zuid-Amerika en andere delen van de wereld hiermee te maken. De prijzen van landbouwproducten zijn in een jaar met wel de helft gedaald, terwijl de kosten van meststoffen zijn verdubbeld en leningen duurder zijn geworden, waardoor de oogsten gestaag zijn gedaald.
Nu de voedselvoorraden zich op een kritiek laag niveau bevinden, bestaat de reële dreiging van een voedselcrisis, waarvan de gevolgen niet te overzien zijn. Het voorkomen van een voedselcrisis moet een prioriteit worden. We moeten de voorraden vergroten en daarom moet de productie worden gestimuleerd, waarvoor voldoende herfinancieringsmogelijkheden nodig zijn. Ik roep de Raad daarom op om de herfinanciering van oogsten en voedselvoorraden tot zijn prioriteit nummer één te maken.
Jacek Saryusz-Wolski (PPE-DE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, dit was een belangrijk voorzitterschap, niet omdat, zoals Voorzitter Sarkozy heeft gezegd, er grote landen en kleine landen zijn, maar omdat Voorzitter Sarkozy er persoonlijk in geslaagd is de uitdagingen het hoofd te bieden.
Het Franse voorzitterschap heeft het niet gemakkelijk gehad, verre van. Het had te kampen met de crisis in Georgië, de financiële crisis en andere problemen, waaronder het Verdrag van Lissabon. Al deze zaken vereisten een reactie, een actie en dat is altijd het moeilijkste aan leiderschap. Dit leiderschap was er een vol vertrouwen. Het Franse voorzitterschap heeft aangetoond dat het capabel is en dat strekt het tot eer en is goed voor de Europese Unie.
Ik noem drie punten, behalve de kwestie van Georgië en de economische crisis: nabuurschapsbeleid, klimaatbeleid en veiligheids- en defensiebeleid. Het nabuurschapsbeleid heeft een krachtige impuls gekregen, zowel de Mediterrane dimensie, met de Unie voor het Middellandse-Zeegebied, als de oostelijke dimensie, met het oostelijk partnerschap, dat evenveel aandacht verdient als de zuidelijke dimensie.
Het was tijd om de stap te zetten van woorden naar energieke daden inzake het nabuurschapsbeleid. We moesten de burgers van deze landen een sterk signaal geven dat we hun inspanningen tot hervorming en hun streven naar een beter leven steunen. Het is van essentieel belang vrede, stabiliteit en behoorlijk bestuur te consolideren in de regio's nabij onze grenzen. Ik zou zelfs durven te zeggen dat het een essentieel onderdeel is van ons streven naar integratie.
Inzake klimaat en energie wil ik het Franse voorzitterschap bedanken voor zijn empathie en begrip met betrekking tot de gevoeligheden van de nieuwe lidstaten.
Het derde thema dat het voorzitterschap en de Raad behandeld hebben, was de versterking van het veiligheids- en defensiebeleid, met name door een aanzienlijke verbetering van de civiele en militaire vermogens. Daarvoor mijn felicitaties!
Tot slot, weten hoe men zaken moet aanpakken is een kwestie van zichzelf te voorzien van de nodige middelen. Dat is de uitdaging waar het voorzitterschap en de top voor staan. Of het nu gaat om het klimaat- en energiepakket, het economisch herstel of het veiligheidsbeleid, we moeten ons allemaal op een gecoördineerde manier toeleggen op deze inspanningen, en met “we” bedoel ik zowel de instellingen als de burgers.
Hannes Swoboda (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wilde ik minister Borloo oprecht bedanken voor zijn toezeggingen in het kader van het klimaatveranderingspakket omdat het echt een heel goede oplossing, is waar we volledig achter staan.
Ik wilde het echter hebben over externe betrekkingen en daarmee richt ik me ook tot de nieuwe minister van Europese Zaken. De Raad heeft de grondslagen van het Oostelijk Partnerschap goedgekeurd. President Sarkozy heeft al gezegd dat, als we succesvol willen zijn in het Zwarte-Zeegebied, we beslist niet om Rusland heen kunnen. Uiteraard moet dit een Rusland zijn dat ook de territoriale integriteit en onafhankelijkheid van de landen daar eerbiedigt en bereid is de problemen in het Zwarte-Zeegebied te helpen oplossen.
We hebben zeker ook Turkije nodig. Ik ben nogal verbaasd dat Turkije helemaal niet genoemd is! Hoe kunnen we in deze situatie en in deze regio iets oplossen zonder Turkije? Onlangs heb ik een delegatie van dit Parlement naar Turkije geleid. De heer Rocard, die deel uitmaakte van de delegatie, heeft herhaaldelijk de vraag gesteld: “En wat vindt u van het Franse voorzitterschap? Stelt het zich neutraal op?” En steeds kwam daarop een bevestigend antwoord: het Franse voorzitterschap heeft zich inderdaad neutraal opgesteld. Als we verder gaan op de door Frankrijk ingeslagen weg – ik heb het nu over Frankrijk als lidstaat – zullen de onderhandelingen met Turkije snel worden afgerond, omdat er niks meer te bespreken valt.
Maar wat doen we dan met een Turkije dat we nodig hebben als een partner in deze regio? Ik wil uw antwoord niet voorkauwen, Minister, maar u moet nagaan hoe we nu verder gaan, want als we iets willen bereiken in deze regio in termen van stabiliteit en het oplossen van de crises, dan hebben we behoefte aan samenwerking met Turkije en moeten we Turkije erkennen als een belangrijke partner voor Europa. Hiervoor moeten we niet langer een beroep doen op het Franse voorzitterschap maar op Frankrijk als land.
Jean-Marie Cavada (ALDE) . - (FR) Mijnheer de Voorzitter, terwijl de tanks Tbilisi bedreigden en het Franse voorzitterschap Europa meenam in de rol van vredesbemiddelaar, een rol die het nooit had mogen laten varen, heb ik de Hongaarse auteur Sándor Márai herlezen.
Hij beschrijft de oorzaken van het onheil dat Hongarije, half Europa en uiteindelijk heel Europa tweemaal vernietigd heeft en de wereld diep getroffen heeft, zijnde nazisme en stalinisme. De geschiedenis en het daarmee gepaard gaande geweld zijn nu teruggekeerd, en de crisis in Georgië, de financiële crisis en de te verwachten sociale en politieke gevolgen zijn uiteraard ernstige basiselementen.
De Europese politieke wil moet opgewassen zijn tegen deze gebeurtenissen en dit nieuwe geweld, en wij zijn het Franse voorzitterschap en alle instellingen dankbaar voor hun competente aanpak van deze problemen, die een bedreiging vormen voor onze stabiliteit en onze vrede. De financiële crisis is natuurlijk nog niet definitief opgelost en is nog niet voorbij. Natuurlijk hebben de relaties met de mediterrane gebieden een nieuw institutioneel kader. Men kan echter niet ontkennen dat het klimaatplan een historische ommekeer inhoudt. Europa is onmiskenbaar een leider aan het worden, ook al is niet alles helemaal zoals het moet zijn.
Europa heeft behoefte aan een duurzame politieke inspanning van hoog niveau, die de rechtse, linkse en radicale centrumpartijen overstijgt, om het hoofd te bieden aan bedreigingen die terugkeren met een geweld dat we reeds kennen van het verleden.
“Volkeren die hun geschiedenis niet kennen, zijn gedoemd deze opnieuw te beleven”, zegt de filosoof. Deze crisis heeft ons eraan herinnerd dat het de mensen zijn die de geschiedenis maken en niet de geschiedenis die de mensen maakt.
Mogens Camre (UEN). - (DA) Mijnheer de staatssecretaris, ik zal mij op dit late tijdstip beperken tot een enkel punt. Zonder twijfel bent u op de hoogte van de uitspraak van het Europees Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen – of beter gezegd, het Gerecht van eerste aanleg – van 4 december, waarin het gerecht voor de derde keer de opname van de Iraanse bevrijdingsbeweging in de EU-lijst van terroristische organisaties nietig verklaarde. Ik verzoek u derhalve om te bevestigen dat de organisatie Iraanse Volksmojahedin niet meer op de lijst staat, en ik wil het voorzitterschap verzoeken om de drie uitspraken van het Gerecht van eerste aanleg te respecteren om er mede voor te zorgen dat we de vrijheidsbeweging van de Iraanse bevolking niet meer als terroristen bestempelen. Dat is niet in het belang van Europa binnen een democratische toekomst voor de Iraanse bevolking.
Margie Sudre (PPE-DE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, dit is een heel goed Frans voorzitterschap geweest. Er zijn maar heel weinig afwijkende stemmen die het niet eens zijn met deze conclusie. De 27 lidstaten hebben hun verschillen overwonnen en zijn gekomen tot een reeks voorbeeldige beslissingen.
Inzake het energie- en klimaatpakket zet Europa nu zijn eerste stap en er moet worden gezegd dat deze eerste stap gigantisch is. Europa heeft nu de middelen om zijn milieuverantwoordelijkheden op te nemen zonder daarvoor zijn economie op te offeren. We kunnen nu het voortouw nemen op milieugebied en de andere continenten meenemen op de weg naar duurzame ontwikkeling.
Bovendien stelt Ierland nu een oplossing voor om te ontsnappen aan zijn isolatie. Onze Ierse vrienden zullen zich nogmaals uitspreken over het Verdrag van Lissabon, maar deze keer met alle troeven in de hand, aangezien nagenoeg alle andere lidstaten hun definitieve beslissing dan al zullen hebben genomen.
De huidige crises tonen ons dat de Europese Unie nu meer dan ooit nood heeft aan de beste institutionele middelen om efficiënt te zijn. De Europese Raad heeft een grootscheeps, gecoördineerd economisch herstelplan goedgekeurd, dat gebaseerd is op langetermijninvesteringen in productie en gerichte steun aan de zwaarst getroffen industriële sectoren.
Voorzitter Sarkozy heeft de kwestie van de verlaging van bepaalde btw-tarieven aangekaart en ik deel zijn standpunt volledig. Laat ons hopen dat de ministers van Economische Zaken en Financiën in maart de overeenstemming bereiken die vorig weekend onmogelijk leek voor de staatshoofden en regeringsleiders. De uitdagingen waarmee de Europeanen worden geconfronteerd, bieden de EU de kans om aan zijn burgers te laten zien dat het beter verenigd is, meer reageert en er meer opuit is zijn burgers te beschermen.
We zijn het Franse voorzitterschap dankbaar dat het deze nieuwe dynamiek op gang heeft gebracht. Net als de heer Sarkozy hopen wij dat het nog een hele tijd duurt voor de beraadslagingen weer duren tot vier uur 's ochtends en nauwelijks iets opleveren, zoals vroeger het geval was. Gedurende de laatste zes maanden is Europa volledig veranderd van mentaliteit, omvang en geloofwaardigheid. Daarvoor zijn we dank verschuldigd aan het Franse voorzitterschap, en we weten maar al te goed dat het daarin een rol heeft gespeeld.
Robert Goebbels (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, tegen een voorzitter voor wie de geschiedenis niet mild is geweest – ik heb het over voorzitter Mao, niet over Voorzitter Sarkozy – zou men het volgende kunnen zeggen: “Zolang men nog aan het vallen is, heeft men de bodem nog niet bereikt”. De wereldeconomie heeft de bodem nog niet bereikt. De financiële crisis heeft een verlenging gekregen. Een nieuw financieel schandaal bewijst het ongelofelijke gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel van bankiers ten aanzien van speculatiekapitalisme, terwijl dezelfde bankiers al hun hooghartige starheid herontdekken wanneer het gaat om kredietaanvragen van consumenten en ondernemers.
Terwijl de Europese Centrale Bank de rentevoeten verlaagt, verhogen de banken hun marge. De staten die hun banken net uit de problemen hebben gered, zouden deze ertoe moeten verplichten de aanzienlijke verlagingen van de basisrente van de ECB onmiddellijk ten goede te laten komen aan hun cliënten. Dit zou een herstelmaatregel zijn die de nationale begrotingen niets kost. Het economisch herstelplan dat is goedgekeurd door de Europese Raad, volstaat niet. Behalve de aanvullende leningen van de Europese investeringsbank is er nagenoeg geen extra geld.
De Verenigde Staten zullen grotere bedragen in hun economie investeren. Ze kunnen dit omdat de rest van de wereld hun krediet blijft geven ondanks de kolossale schulden van de Amerikaanse staat, ondernemingen en burgers. Europa betaalt een heel hoge prijs voor het ontbreken van een werkelijk gemeenschappelijk macro-economisch beleid. De terughoudendheid van de ECB en de landen van de eurozone weerhoudt ons ervan een doeltreffender economisch herstelbeleid te financieren door de uitgifte van euro-obligaties die gegarandeerd zijn door een Europese Unie waarvan het financieringsvermogen intact blijft.
Mijnheer de Voorzitter, dank u, ik zal hier stoppen, maar Voorzitter Sarkozy heeft gedurende 72 minuten gesproken, terwijl wij maar 90 seconden krijgen om onze standpunten kenbaar te maken.
Andrew Duff (ALDE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het pakket over het Verdrag zou voldoende moeten zijn om de Ieren over te halen om van gedachten te veranderen. Ik was er veel minder zeker van dat de kwaliteit van de besluiten over het economische beleid ook zo overtuigend zijn. Tot welke conclusies is men gekomen over het denkbeeld van een “absoluut keynesiaans beleid” dat is verspreid door de heer Steinbrück, een partijgenoot van Martin Schulz?
Ik vermoed dat de heer Sarkozy zichzelf na deze ervaringen met de financiële crisis zal beschrijven als een keynesiaan. Bij het ontbreken van een verstandige stimulans voor productieve werkgelegenheid vanuit Duitsland, vermoed ik dat een zeker herstel uit de economische recessie er niet in zal zitten.
Guntars Krasts (UEN). – (LV) Dank u, mijnheer de Voorzitter. Na het bereiken van overeenstemming in de Raad over het klimaatpakket, is 2008 het belangrijkste jaar voor het voorkomen van de klimaatverandering sinds 2001, toen het Protocol van Kyoto werd aangenomen. De aanneming van het klimaatpakket markeert ook een verschuiving naar een nieuwe manier van economisch denken, die de Europese Unie minder afhankelijk van geïmporteerde energie zal maken en de economische en politieke risico’s van een onzekere toevoer zal verminderen. De periode van economische problemen waarin we ons nu bevinden vormt een gelegenheid om de ideeën die we tot nu toe hebben gehuldigd bij het oud vuil te zetten, gezien ook het feit dat dit een moment is waarop we het meest openstaan voor innovatie. We verwelkomen het succes bij het bereiken van een compromis over de sectoren waarin de aanpassing aan de nieuwe omstandigheden tijd zal kosten. Het is redelijk dat de landen die hun CO2-emissies sinds 1990 met meer dan 20 procent hebben verlaagd extra steun krijgen. Wat betreft het voorzitterschap kan het resultaat van de afgelopen Europese Raad als een succes voor het voorzitterschap worden beschouwd, evenals de actieve rol van het voorzitterschap bij het oplossen van het conflict tussen Rusland en Georgië, ware het niet dat de Europese Unie Rusland het recht heeft gegeven om de uitvoering van de onder auspiciën van het voorzitterschap gesloten overeenkomst naar eigen inzicht te interpreteren. Het voorzitterschap is er niet in geslaagd om alle oude tekortkomingen te vermijden. Dank u.
Laima Liucija Andrikienė (PPE-DE). – (LT) Ik wil Frankrijk feliciteren met de voortreffelijke wijze waarop het de afgelopen zes maanden het voorzitterschap heeft bekleed. De mondiale financiële crisis, het conflict tussen Rusland en Georgië en de betrekkingen tussen de EU en China zijn maar enkele voorbeelden van de uitdagingen die zich hebben voorgedaan. Dat is de context van deze zes maanden geweest en we moeten erkennen dat Frankrijk de rol van voorzitter van de EU op effectieve en indrukwekkende wijze heeft ingevuld.
Ik wil enkele gedachten wijden aan het Europees nabuurschapsbeleid, en met name aan het Oostelijk Partnerschap, dat tijdens de Europese Raad van oktober en vorige week in Brussel is besproken. De gebeurtenissen in Georgië zijn een duidelijk voorbeeld van de manier waarop de Europese Unie in het epicentrum van de gebeurtenissen kan optreden en deze gebeurtenissen positief kan beïnvloeden. Nog belangrijker is dat dit ook heeft aangetoond dat de Europese Unie verenigd kan zijn en solidariteit kan tonen.
Een ander voorbeeld is Wit-Rusland, dat nu al vele jaren niet kan profiteren van de kansen die het Europees nabuurschapsbeleid biedt. Ik wil er nadrukkelijk op wijzen dat er dit najaar ook in Wit-Rusland veranderingen te zien zijn geweest, die de hoop doen leven dat de betrekkingen tussen de EU en Wit-Rusland in kwalitatieve zin kunnen worden verbeterd en werkelijk betrekkingen tussen buren kunnen worden.
De mogelijkheden voor samenwerking zijn zeer reëel als het Wit-Russische leiderschap zich bewust is van zijn verplichtingen met betrekking tot persvrijheid, verkiezingen, het internet en andere kwesties die tegenover ons zijn genoemd.
Vandaag heeft president Sarkozy gezegd, en ik citeer : “Ik heb geprobeerd Europa in beweging te brengen, maar in de afgelopen zes maanden heeft Europa míj veranderd. Ik ben toleranter en opener geworden”. Dames en heren, het lijkt erop dat Europa veel mensen helpt te veranderen, met inbegrip van onszelf, en wat Wit-Rusland betreft zelfs de leider van dat land, Alexander Loekasjenko. Dat is geweldig.
Pervenche Berès (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, besturen betekent vooruitkijken. Men zou willen dat men de geschiedenis kon herschrijven en het verhaal van de crisis kon laten beginnen met de val van Lehman Brothers op 15 september 2008, maar iedereen weet dat al in augustus 2007 alle waarschuwingssignalen aanwezig waren en dat het toen reeds tijd was om van het toezicht op de financiële markten en de crisisbeheersing een van de prioriteiten van het Franse voorzitterschap te maken.
Helaas hebben we moeten wachten tot de val van Lehman Brothers alvorens voorzitter Sarkozy de kwestie ter harte nam en van de ene top naar de andere begon te springen. Waar de voorgedragen voorstellen en oplossingen in feite op neerkomen, is een plan van onvoorwaardelijke steun voor de banken, ondersteund door een monetair beleid dat nu inschikkelijk is.
Wat is nu het resultaat hiervan? Banken die hun marges weer verhogen in plaats van hun werk te doen, dat wil zeggen de echte economie en investeringen financieren. Dat is niet wat Europa nodig heeft. We hebben een Europese maatregel nodig die ervoor zorgt dat de banksector ten dienste staat van de economie, en ik denk dat we dat in de komende periode echt nodig zullen hebben. Ik ben er niet zeker van dat we op dit moment voldoende stevige fundamenten hebben om het te redden.
Marian Harkin (ALDE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het Ierse nee tegen het Verdrag van Lissabon is nooit alleen maar een Ierse zaak geweest: het moest als een Europese zaak worden behandeld, en dat is ook gebeurd.
Een van de verantwoordelijkheden van een politicus is oplossingen te vinden. De Ierse regering heeft geluisterd naar de zorgen van de Ierse bevolking en heeft, samen met haar Europese collega’s, een aantal wettelijke garanties opgesteld die tegemoetkomen aan de kernzorgen van de Ierse burgers.
Als de conclusies bevredigend zijn, zal de Ierse regering een tweede referendum houden, en dat is de essentie van democratie: politici werken aan een oplossing en vragen het volk vervolgens om zijn toestemming.
Ik moet echter een heel duidelijke waarschuwing laten klinken: we mogen niet nogmaals onderschatten welke krachten er spelen. We moeten heel goed letten op degenen die proberen de uitkomst te beïnvloeden, en op degenen die een deel van de nee-campagne financieren. We moeten terdege begrijpen dat sommige mensen aan de nee-kant, die beweren pro-Europees te zijn, willen dat de EU en haar instellingen uiteenvallen. Ierland was en zal een slagveld zijn voor het hart en de ziel van Europa. Dat is wat er op het spel staat – niets minder dan dat – en het is al onze samenwerking, al onze inzet en al onze inspanningen waard.
Tot degenen, zoals de heer Farage, die ons de les lezen over democratie en anderen die beweren dat de mensen van Europa nee zouden zeggen tegen het Verdrag van Lissabon als ze de kans kregen om direct te stemmen, wil ik zeggen dat u bent vergeten de feiten en cijfers te controleren. De uitslag van vijf directe stemmingen – vier over de Grondwet en een over het Verdrag van Lissabon – was dat 27 miljoen EU-burgers ja hebben gezegd en 23 miljoen nee, dus de meerderheid van de burgers van de EU die direct hebben gestemd, heeft ja gezegd.
Tot slot: de heer Sarkozy is weliswaar vertrokken, maar ik wil hem toch bedanken voor zijn energie, zijn inzet voor de EU en zijn inspanningen om oplossingen te vinden voor moeilijke problemen.
Jana Hybášková (PPE-DE). - (CS) Namens de delegatie van het Europees Parlement voor de betrekkingen met Israël zou ik het Franse voorzitterschap graag willen bedanken voor de enorme resultaten die het geboekt heeft ter verbetering van de betrekkingen tussen Israël en de Europese Unie. Een van de gevolgen van de oorlog in Irak was dat Israël zich realiseerde dat het niet langer de enige bondgenoot was van de VS in het Midden-Oosten. Israël heeft toen besloten zijn veiligheid te diversifiëren en nauwere aansluiting te zoeken bij Europa.
Op 14 juni jongstleden werden wij aangenaam verrast door de Associatieraad, toen deze zich de resultaten van de studiegroep ter harte nam en het voornemen uitsprak de betrekkingen op een hoger plan te brengen. Het was toen volledig aan het Franse voorzitterschap om te bepalen hoe om te gaan met de voorbereiding van het nieuwe actieplan EU-Israël en met name om te bepalen hoe er een politieke consensus tot stand gebracht moesten worden in de Raad hieromtrent. De conclusies van de Raad met betrekking tot het Middellandse-Zeegebied, Marokko en Israël zijn overweldigend. Zij vormen een uitdrukking van een ware politieke wil om samen te werken, om ministers van Buitenlandse Zaken elkaar te laten ontmoeten, om samen te werken in het kader van het Politiek en Veiligheidscomité (COPS), om Israël mogelijk deel te laten nemen aan missies van de EVDB, om elkaar op ad-hocbasis politiek te raadplegen en zelfs om een topontmoeting te beleggen. Door het aantrekken van de betrekkingen heeft Europa nu meer mogelijkheden om meer invloed te krijgen voor haar geld, alsook om het vredesproces in het Midden-Oosten directer te beïnvloeden.
Geachte Voorzitter, ik ben er heilig van overtuigd dat ook ons Parlement binnen afzienbare tijd zijn goedkeuring verlenen zal aan mogelijke deelname van Israël aan communautaire programma's. Dit te verbinden aan de voorwaarde dat de situatie in de Gazastrook eerst verbeteren moet, is surrealistisch en een duidelijke blijk van onbegrip voor de verantwoordelijkheid en de rol van Europa. Ik hoop dat we dit binnen afzienbare tijd rechtzetten en ons waardig zullen aansluiten bij de consensus in de Raad en dat we de inspanningen van de Commissie zullen ondersteunen. Ik hoop dat het Tsjechisch voorzitterschap op basis van gezamenlijke politieke inspanningen een Europees-Israëlische topontmoeting zal weten te beleggen, de eerste topontmoeting in de geschiedenis tussen Europa en Israël sinds de Tweede Wereldoorlog.
Libor Rouček (PSE). - (CS) Ik zou mij graag aan willen sluiten bij de complimenten aan het Franse voorzitterschap voor zijn uitstekende werk. De Europese Unie heeft onder leiding van Frankrijk op doeltreffende wijze weten op te treden tijdens de crisis in Georgië en eendrachtig de schouders onder de zware financiële en economische crisis gezet. Er is een goed en evenwichtig compromis bereikt wat het energie-klimaatpakket betreft en tevens is men erin geslaagd om samen met de Ierse regering een oplossing te vinden voor de ratificatie van het Verdrag van Lissabon in Ierland.
De strijd rond het Verdrag van Lissabon is echter nog niet gestreden. Het land dat over veertien dagen de voorzittershamer overneemt, de Tsjechische Republiek, heeft het Verdrag nog niet geratificeerd. De premier van dat land, de heer Topolánek, in de woorden van president Sarkozy een moedig man, is zijn belofte niet nagekomen, en wel zijn belofte aan president Sarkozy dat Praag vóór het einde van dit jaar het Verdrag van Lissabon ratificeren zou. Praag heeft dat niet gedaan en zit behoorlijk in de knoei met die ratificatie. Parlementsleden en senatoren van de ODS-partij, die tevens zitting hebben in de PPE-DE, wijzen het Verdrag categorisch af. Dat stelt het aanstaand Tsjechisch voor ernstige problemen. Het Franse voorzitterschap wil ik echter bij deze nogmaals hartelijk bedanken.
Werner Langen (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, Minister, geachte afgevaardigden, ik denk dat onze conclusie moet zijn dat het Franse voorzitterschap bijzonder geslaagd is. Minister Borloo, ik herinner me dat ik in het begin nog vrij sceptisch was over de vraag of het mogelijk was dit ambitieuze programma ten uitvoer te leggen. Ook al ben ik het niet met alles eens, het resultaat mag er wezen. De Franse ambtenaren en ministers hebben uitstekend werk verricht, en dat geldt niet alleen voor de President zelf, maar voor alle betrokkenen. Petje af.
We hebben hier echte debatten meegemaakt. De heer Rasmussen heeft Angela Merkel het vuur na aan de schenen gelegd. We weten allemaal dat conventionele economische stimuleringspakketten de staatsschuld verhogen en op de lange termijn geen effect sorteren. De heer Rasmussen bracht hier de verkiezingsstrijd op gang, maar hij is vergeten dat de Duitse minister van Financiën Steinbrück heet en een sociaaldemocraat is. De heer Steinbrück dringt er nadrukkelijk op aan voorlopig geen verdere economische stimuleringsmaatregelen te nemen omdat we de omvang van de crisis nog volstrekt niet kunnen overzien.
Integendeel: het is juist noodzakelijk dat landen begrotingsdiscipline handhaven en binnen de grenzen van het stabiliteits- en groeipact blijven. Ik heb de voorstellen van de Franse president op dit punt niet begrepen, namelijk om het stabiliteits- en groeipact domweg af te danken, in een poging blijk te geven van werkzaamheid. Het is dan ook goed dat individuele staatshoofden en regeringsleiders aan de rem hebben getrokken en deze overlopende dadendrang van de Franse president wat hebben getemperd. Onze kracht is dat we – tijden van crises zijn tijden van overheidsingrijpen – in Europa onze voet van het gaspedaal halen, dat we hier in het Europees Parlement debatteren, dat we niet te hard van stapel lopen en dat we de identiteit van de lidstaten, hun achtergronden en hun verschillende politieke structuren volledig en onvoorwaardelijk accepteren. Dit is ook ons succes.
Alles bij elkaar is het een gedegen pakket, en de aan het Franse voorzitterschap gerichte dank is zonder meer terecht. Minister, gelieve deze dankbetuigingen over te brengen aan alle instellingen. Hartelijk dank!
Enrique Barón Crespo (PSE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, mevrouw de vicevoorzitter van de Commissie, dames en heren, ik neem mijn petje af voor het Franse voorzitterschap. President Sarkozy is een musketier voor Europa geweest, in de beste Franse traditie. Hij heeft een eigentijdse versie ontwikkeld van het motto van de musketiers, hij heeft gezegd dat de wereld een krachtig Europa nodig heeft, en dat Europa alleen maar krachtig is wanneer het één lijn trekt. Ik zou daaraan nog iets willen toevoegen, Europa functioneert beter met de communautaire methode, en ik denk dat president Sarkozy dat begint te begrijpen en toe te passen.
Mijnheer de Voorzitter, ik ben nu al 22 jaar lid van het Europees Parlement. Dit is de eerste keer dat ik meemaak dat de voorzitters van de drie instellingen – Raad, Commissie en Parlement – het komende voorzitterschap een serieuze waarschuwing meegeven. De Tsjechische regering heeft de ratificatie van het Verdrag van Lissabon uitgesteld. Daarbij komt nog dat er voor 2010 geen voorzitterschap komt van een land uit de eurozone.
De inzet van het Franse voorzitterschap zal alleen maar vruchten dragen wanneer de continuïteit gegarandeerd is, en ik doe een beroep in die zin op de Tsjechische regering.
Colm Burke (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Ierse regering is erin geslaagd om een succesverhaal te verzinnen waarin zij verhaalt van haar moedige inspanningen om op de recente Top van de Europese Raad de rechten van het Ierse electoraat te verdedigen. Zij heeft de wil van het volk van Ierland in Brussel verdedigd en heeft gezorgd voor juridisch verbindende garanties met betrekking tot alle voor Ierland gevoelige kwesties.
Het voornaamste punt is dit: de zorgen die tijdens het referendum over het Verdrag van Lissabon zijn geuit met betrekking tot belastingheffing, militaire neutraliteit en abortus, waren grotendeels gebaseerd op verkeerde informatie. In werkelijkheid raakt het Verdrag van Lissabon deze kwesties niet of er zijn reeds protocollen bijgevoegd om de positie van Ierland te waarborgen. Protocol 35 bij het huidige Verdrag van Lissabon beschermt bijvoorbeeld het Ierse standpunt ten aanzien van abortus.
Mijn partij, Fine Gael, heeft onlangs een aantal concrete voorstellen gedaan naar aanleiding van het verslag van de subcommissie over haar analyse van het Ierse nee. Met deze voorstellen probeert Fine Gael de oorzaken van het Ierse nee aan te pakken. Wettelijke garanties zullen voor de Ieren niet voldoende zijn om in de herfst van volgend jaar ja te zeggen. Er moet bij de Ierse bevolking ook een betekenisvol engagement zijn, om het begrip van en de steun voor het Europese proces weer op te bouwen.
Uit onderzoek onder kiezers na het referendum is gebleken dat het publiek heel weinig wist van de rol en de functies van de Europese Unie. Deze onverschilligheid is een grote uitdaging voor zowel de Europese Unie zelf als voor de nationale politiek en mag door de Ierse regering niet nog eens worden onderschat.
Een van de voorstellen die we hebben gedaan, is een wijziging van de grondwet, zodat toekomstige internationale verdragen aan het Ierse hooggerechtshof kunnen worden voorgelegd wanneer ze zijn overeengekomen, teneinde vast te stellen welke bepalingen aan het Ierse volk moeten worden voorgelegd. Zo’n mechanisme zou de kwesties eruit lichten waarover in Ierland een debat moet plaatsvinden, zou de Ierse kiezers de gelegenheid geven hun stem te laten horen, en zou Ierland tot slot de kans geven om de geest van dergelijke verdragen in het algemeen te ratificeren, zonder de vooruitgang voor andere betrokken partijen te vertragen.
We stellen ook voor om de nieuwe constitutionele functie van “Functionaris voor de burgers van de Europese Unie” in het leven te roepen. De te benoemen persoon zou een onafhankelijke functionaris zijn die advies geeft met betrekking tot alle aspecten van de Europese wetgeving, met inbegrip van de omzetting van deze wetgeving in Iers recht. Deze functionaris zou verantwoordelijk zijn voor het verstrekken van onpartijdige feitelijke informatie over Europese aangelegenheden, ook wanneer zich conflicten met botsende argumenten voordoen.
Richard Corbett (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, over het Ierse akkoord in de Europese Raad moet ik zeggen dat dit een enorm succes is voor de Ierse diplomatie. Ik was, eerlijk gezegd, verrast dat de andere lidstaten zo snel toegaven op het punt van de grootte van de Commissie, zodat wordt teruggekeerd naar één commissaris per land. Ik weet dat veel lidstaten daar bedenkingen bij hadden. Maar het feit dat zij toegaven, laat zien dat andere lidstaten bereid zijn om van positie te veranderen om tegemoet te komen aan de zorgen die zijn geuit in de Ierse nee-campagne en die blijken uit de uitslag ‘nee’. Dit is geen poging om het Ierse nee te negeren. Het is een poging om te reageren op dat nee, om de Ieren halverwege tegemoet te komen en te proberen een oplossing te vinden die aanvaardbaar is voor alle 27 landen.
In deze Unie proberen we de kloof te overbruggen wanneer er verschil van mening is. De andere lidstaten hebben laten zien dat zij bereid zijn om tegemoet te komen aan de Ierse zorgen. Ik hoop van harte dat dit voldoende zal zijn om een positief resultaat te waarborgen in het nieuwe referendum dat komend jaar wordt gehouden, wanneer het aan de Ieren is om hun keuze te maken.
Mario Mauro (PPE-DE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, ook ik wil het Franse voorzitterschap feliciteren, of eigenlijk de paar mensen van de Raad die ons lange debat hebben overleefd, maar ook onze commissaris, die het grootste uithoudingsvermogen heeft gehad.
Ik moet zeggen dat deze zes maanden inderdaad de geest van de tijd van de oprichters bij mij hebben opgeroepen. Diepe overtuigingen hebben ons laten zien dat wat ons bindt sterker is dan wat ons uiteendrijft. Ik denk dat dit een belangrijke les is van het Franse voorzitterschap, dat ons tevens een zeer interessante horizon heeft geopend. Het heeft ons doen inzien dat het Europees extremisme niet de juiste weg is. Sterker nog, de evenwichtige manier waarop we met het “klimaatpakket” zijn omgegaan toont aan dat integratie niet een op zichzelf staand doel is, maar een visie biedt waarmee wij allen weer worden teruggebracht naar onze gemeenschappelijke doelen.
Ik wil in dit verband nog even opmerken dat als deze lessen zo belangrijk zijn geweest, we misschien ook onze les op het gebied van moed moeten leren en die helemaal doortrekken. Met name op het gebied van de economische en financiële crisis dienen we meer moed te tonen. De maatregelen die we tot nu toe hebben genomen dienen dan ook gepaard te gaan met daadkrachtiger initiatieven, zoals de goedkeuring van euro-obligaties. Ik denk dat dit de beste manier is om het perspectief van het Franse voorzitterschap goed af te ronden.
Proinsias De Rossa (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik verwelkom de besluiten over het Verdrag van Lissabon door de Europese Raad. Het is niet verrassend dat de eurofobe aanvoerders van de ‘nee’-campagne hun versleten argumenten blijven herhalen, die hier vandaag zijn verwoord door mevrouw de Brún, mevrouw Sinnott en de heer Farage.
Het recht van elke lidstaat om een commissaris voor te dragen is gewaarborgd. Na onderhandelingen zijn er ook garanties gegeven om andere zorgen aan te pakken, maar over de inhoud en aard daarvan moet nog nader worden onderhandeld. Kwesties met betrekking tot werknemersrechten die voortkomen uit het arrest in de zaak Laval en andere arresten, moeten uitgebreid aan de orde komen. Deze arresten van het Europees Hof van Justitie zijn echter niet gebaseerd op het Verdrag van Lissabon, maar op de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers; dat is de richtlijn die niet alleen moet worden gewijzigd, maar door de lidstaten ook volledig ten uitvoer moet worden gelegd.
De inhoud van de garanties moet de brede meerderheid van de Ierse en Europese burgers tevredenstellen. Ze mogen niet worden gebruikt om de sociale vooruitgang in Ierland of Europa te bevriezen of om een van ons de voordelen van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie te onthouden. Dit Parlement en alle politici in Ierland hebben de verantwoordelijkheid om deel te nemen in het vormgeven van de inhoud van deze garanties en om ervoor te zorgen dat de conclusies geen achteruitgang betekenen.
Simon Busuttil (PPE-DE). – (MT) Ik wil het Franse voorzitterschap vooral feliciteren met wat het bereikt heeft met betrekking tot het Verdrag van Lissabon. Ik doel hier op de kwestie van het aantal commissarissen. Ik verwelkom het besluit dat elke lidstaat een commissaris zal krijgen en dat dit als beginsel in het Verdrag zal worden opgenomen. In de eerste plaats zouden we er goed aan doen om niet te vergeten dat het besluit om het aantal commissarissen te verminderen al in het jaar 2000 is genomen, in het kader van het Verdrag van Nice, en dat dit niet voor het eerst in het Verdrag van Lissabon is ingevoerd. Ik denk dat dit een belangrijk akkoord is, dat moet worden verwelkomd, omdat het belangrijk is dat elk land het gevoel heeft dat het vertegenwoordigd wordt in de Commissie. Waarom? Om te beginnen houdt dit verband met het vertrouwen dat de burgers in de Commissie moeten hebben. In de tweede plaats wordt op die manier de bijdrage weerspiegeld die elk land, hoe groot of klein ook, binnen de Commissie zou moeten leveren. Niet dat de commissaris de belangen van zijn of haar land vertegenwoordigt, maar de commissarissen moeten ervoor zorgen dat geen enkel land wordt gemarginaliseerd. Tot slot is de effectiviteit van de Commissie niet zozeer afhankelijk van het aantal commissarissen, maar veeleer van haar interne organisatie. Naar mijn mening heeft de huidige constellatie van de Commissie, met 27 leden, bewezen een effectieve organisatievorm te zijn. Daarom denk ik dat achter de wolken de zon schijnt. In zekere zin hebben we nu dankzij de bevolking van Ierland een overeenkomst over het beginsel van één commissaris per lidstaat. Ik hoop dat de Ierse bevolking nu ook steun aan dit beginsel zal geven.
Jo Leinen (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, het is goed nieuws dat het ratificatieproces voor het Verdrag van Lissabon vordert met het tweede referendum en dat we nu in 2009, wellicht, dit Verdrag krijgen waar we acht jaar op hebben gewacht. Het slechte nieuws is dat we hiervoor een hoge prijs betalen en, op één aspect, een naar mijn idee te hoge prijs.
Voorlopig is de hervorming van de Commissie van de baan. Het hervormen van de Commissie maakte deel uit van een pakket met hervormingen voor de instellingen. Ik denk dat wat hier is besloten over een paar jaar als een boemerang terugkomt. Wanneer de zeven staten van het voormalige Joegoslavië lid zijn van de EU, zal het voormalige Joegoslavië meer Commissarissen hebben dan de zes grootste lidstaten binnen de Unie. Dan is het evenwicht verstoord. Deze kwestie hebben we slechts voor ons uitgeschoven, niet opgelost.
Ik vind dat het bij dit vraagstuk ook aan leiderschap ontbreekt. Het Voorzitterschap van de Raad heeft – net als de Commissievoorzitter – verzuimd tijdig grenzen te stellen. We kunnen immers zien dat het nee-kamp niet tevreden is; ze zullen nieuwe stenen des aanstoots vinden.
Het is nu zaak een voorlichtingscampagne op poten te zetten en het tweede referendum niet aan de populisten over te laten. Dat is de opgave waar we nu voor staan.
José Manuel García-Margallo y Marfil (PPE-DE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, we zijn het er allemaal over eens dat de huidige crisis veel ernstiger en veel dieper is dan we hadden verwacht. Dit zijn buitengewone tijden die buitengewone maatregelen vereisen, en het Franse voorzitterschap is daarin geslaagd.
Het is nu onze taak, of eigenlijk de taak van het Parlement en de Commissie, om erop toe te zien dat deze buitengewone steunbedragen geen onomkeerbare nevenschade toebrengen aan de Europese eenwording.
Ik wil beginnen met het concurrentiebeleid. We leven in tijden van oorlog, en daar geldt het krijgsrecht. Maar zelfs in tijden van oorlog geldt ook de Conventie van Genève, en die laat natuurlijk niet toe dat banken die met overheidsgeld hun kapitaal hebben verhoogd die steun gebruiken om andere banken op te kopen, en de minister weet wel waar ik het over heb.
Verder wil ik het stabiliteitspact noemen, dat volgens mij een sleutelelement van de Europese eenwording is. De overheid heeft grote bedragen ter beschikking gesteld, en dat is volgens mij een goede zaak, maar het lijkt me geen goede zaak dat de schatkist wordt beschouwd als een soort spaarvarken dat we blindelings mogen stukslaan, in de hoop dat het geld dat wel op de goede plaats terechtkomt. Dit is geen Marshallplan dat wordt betaald door Uncle Sam, dit is een plan voor economisch herstel dat door de belastingbetalers van morgen zal moeten worden betaald.
Laten we dus niet vergeten dat de schulden van vandaag de belastingen van morgen zijn. De winnaar is niet degene die het meeste uitgeeft, maar degene die het verstandigst uitgeeft, en dat kan alleen maar worden bepaald aan de hand van de vraag of het ertoe bijdraagt om de economische crisis te bestrijden en werkgelegenheid te creëren.
Daarom ben ik niet in staat om de visie te delen van de heer Rasmussen, die zegt dat de slimste leerlingen in de klas diegenen zijn die zo snel mogelijk het meeste geld hebben uitgegeven.
Tot slot wil ik ingaan op de financiële stabiliteit, waarnaar de president van de Republiek heeft verwezen. Ook ik ben van mening dat er een hervorming moet komen, dat het regelgevend kader moet worden herzien en dat we een enorme inspanning moeten leveren om te komen tot een betere samenwerking tussen de verschillende Europese toezichthouders, zolang we geen gezamenlijke Europese toezichthouder hebben.
Gary Titley (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, net als de heer Schulz maakte ik me aan het begin van dit voorzitterschap zorgen over de traagheid waarmee werd gereageerd op de dreigende financiële crisis. Ik denk dat Europa als geheel schuldig was aan zelfgenoegzaamheid door te denken dat dit niet ons probleem was, maar een Amerikaans probleem.
Maar aangezien die financiële tsunami ons toch heeft getroffen, verwelkom ik het antwoord dat we hebben gekregen; ik verwelkom het leiderschap dat we hebben gekregen van mijn eigen premier, Gordon Brown, en van president Sarkozy.
Wat we hebben geleerd, is dat Europa samen staat of valt. Als we elk afzonderlijk handelen, zijn we verloren, en de gebeurtenissen hebben dat aangetoond. We verkeren in een situatie die we nog nooit eerder hebben meegemaakt, en dat is de reden waarom ik het dynamische leiderschap verwelkom dat we hebben, dit in tegenstelling tot de partij van de heer Kirkhope, waarvan de leden als konijnen verstard in de koplampen denken dat nietsdoen de enige oplossing is voor deze grote crisis.
Ik constateer dat president Sarkozy heeft gesproken over “onze vrienden, de Amerikanen”. Het Westen als geheel staat voor een gigantische crisis. We kunnen daar alleen uit komen als we van samenwerking een prioriteit maken. We moeten dus benadrukken dat het belangrijk is dat Europa in januari samenwerkt met de nieuwe regering, zodat we een gemeenschappelijk front vormen tegen de grote uitdagingen zoals klimaatverandering en de financiële crisis.
Elmar Brok (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de vicevoorzitter van de Commissie, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, twee gebeurtenissen hebben laten zien dat Europa een rol van betekenis kan spelen en invloed kan uitoefenen. In Georgië waren het Europeanen die de oorlog een halt toeriepen, en bij de financiële crisis waren het Europeanen die de anderen in de wereld ertoe dwongen, via de G8 en de G20, in te stemmen met regelingen en te onderhandelen, zodat zoiets in de toekomst niet meer mogelijk zal zijn.
Maar kunnen we het er echt op gokken dat we de volgende keer weer een actief voorzitterschap van de Raad door een grote lidstaat krijgen? Ik zeg dit omdat Frankrijk en president Sarkozy zich voortreffelijk van hun taak hebben gekweten. Ik denk dat we een stabieler institutioneel kader nodig hebben om ervoor te zorgen dat het in de toekomst zal kunnen functioneren. Daarom is de ratificatie van het Verdrag van Lissabon om vele redenen uiterst belangrijk, en dat is de derde gebeurtenis waarmee ik het Franse Voorzitterschap wil complimenteren. Op basis van wat het Ierse Parlement heeft uitgewerkt is namelijk overeengekomen naar oplossingen te zoeken betreffende de verhelderingen – of welke benaming ook zal worden gebruikt – omtrent het vraagstuk van de commissarissen en wat dies meer zij.
Ik denk dat het nu aan Ierland is hier positief op in te spelen. Zoals velen van ons al hebben gezegd, zijn deze zaken, met name de kwestie van de commissarissen, voor velen niet eenvoudig te aanvaarden geweest. Ik geloof echter dat op een andere wijze toch efficiëntie kan worden bereikt.
Er is één belangrijk aspect waar in deze zaak op moet worden gewezen, en dat is dat de reactie van de tegenstanders van het Verdrag van Lissabon laat zien dat ze nieuwe argumenten bedenken nu hun argumenten uit het eerste referendum zijn ontkracht. Hieruit blijkt dat ze geen vrienden van Europa zijn die een beter Europa willen, maar dat ze juist fel gekant zijn tegen de Europese eenwording en steeds weer nieuwe argumenten uit de hoge hoed toveren om hun doel te bereiken.
Dit zou voldoende aansporing moeten zijn om spijkers met koppen te slaan en deze zaak af te ronden. Ik weet zeker dat het Tsjechische voorzitterschap – het eerste Raadsvoorzitterschap door een voormalig Warschaupactland – hiermee vanuit een bijzonder verantwoordelijkheidsbesef een begin zal maken en deze kwestie samen met zijn Franse en Zweedse collega’s tot een goed einde zal brengen.
Adrian Severin (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, wat kunnen we leren van het Franse voorzitterschap? Drie dingen.
Het eerste is dat de Europese Unie behoefte heeft aan een sterk voorzitterschap dat wordt uitgeoefend over een periode die langer is dan de processen die het voorzitterschap moet beheren en dat wordt uitgeoefend door een dynamische, competente persoonlijkheid die zich volledig kan wijden aan de Europese belangen en aangelegenheden. Daarom hebben we het Verdrag van Lissabon nodig, als minimum. Het is waar dat Europa niet mag worden gepersonaliseerd, maar het zou moeten worden gepersonifieerd.
Het tweede wat we kunnen leren, is dat de Europese Unie behoefte heeft aan een voorzitterschap, dat erin slaagt compromissen te sluiten tussen de vertegenwoordigers van de landen, met de steun van de vertegenwoordigers van de Europese burgers. Daarom hebben we een sterker Parlement nodig, want een verenigd Europa is geen bedreiging voor de natiestaten. Het zijn anarchie en neofeodale versnippering die de onvermijdelijke alternatieven zijn voor het proces van Europese integratie, en die een bedreiging vormen voor de integriteit van de naties.
Het derde wat we kunnen leren, is dat de Europese Unie behoefte heeft aan een economisch bestuur dat in staat is om het evenwicht te vinden tussen duurzame groei met sociale solidariteit en cohesie. Indien een Europa met meerdere snelheden onvermijdelijk blijkt, ook al is het ongewenst, moet de structuur van dit Europa afgestemd zijn op het verschil in proactieve beleidsvormen en niet op het verschil in niveaus van economische ontwikkeling.
Voor het overige wens ik het voorzitterschap te feliciteren en te bedanken. Ere wie ere toekomt.
Andrzej Jan Szejna (PSE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, de afgelopen Europese top zal worden gezien als een keerpunt in de geschiedenis. Wat betreft de nieuwe lidstaten is deze top qua belang vergelijkbaar met de toetredingsonderhandelingen en -verdragen. Dit vanwege het belang van het energie- en klimaatpakket.
Ik was blij met het nieuws over de eenheid van de Unie en met het vermogen van de Unie om een moeilijk compromis over het energie- en klimaatpakket te bereiken. Ik wil echter een waarschuwend woord laten horen en het Huis erop wijzen dat dit compromis slechts het begin is van de weg die voor ons ligt. Pas in 2010 zullen we weten of we op het gebied van energie en het klimaat succes hebben geboekt. Met andere woorden: pas dan zullen we weten of de “3 maal 20”-doelstelling is verwezenlijkt en of de economieën van de nieuwe lidstaten, met name die van Polen, daadwerkelijk zijn gemoderniseerd, zonder onnodige ernstige sociale en economische gevolgen.
De besluiten over de ratificatie van het Verdrag van Lissabon zijn een reden voor optimisme. Daar staat tegenover dat de voorstellen voor gezamenlijke actie om de financiële crisis te bestrijden teleurstellend zijn. Dat geldt ook voor de zich verdiepende economische crisis in de Europese Unie, die zich bij de burgers steeds sterker laat voelen. Ik roep de Commissie en het komende voorzitterschap daarom op om te komen met een echt gezamenlijk actieprogramma dat een stijging van de werkloosheid en een daling van de economische groei in de Unie zal voorkomen.
Véronique De Keyser (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, president Sarkozy, dit is een voorzitterschap dat van bijzondere betekenis zal blijken te zijn. Erin slagen Europa te laten spreken met één stem is geen peulenschil, maar op het gebied van de mensenrechten hebt u ons teleurgesteld en gechoqueerd.
De laatste verloochening was de politieke upgrading van Israël, die in alle snelheid is uitgevoerd in de Raad. Zoals u weet, bereikt zelfs Europese hulp Gaza niet meer. U weet dat commissaris Michel spreekt van collectieve straf. Het Europees Parlement heeft honderden e-mails ontvangen met het dringende verzoek om de upgrading te laten afhangen van de naleving van de internationale wetgeving. Wij stellen onze stemming uit, maar wat doet u? U dwingt een onvoorwaardelijk ja af en rechtvaardigt dit door te zeggen dat we dan meer invloed over Israël zullen hebben. Ben ik aan het dromen? Sinds juli heeft Israël een principeakkoord en bovendien het vicevoorzitterschap van de Unie voor het Middellandse-Zeegebied.
Heeft het de nederzettingen bevroren, de checkpoints verminderd of zijn greep op Gaza versoepeld? Nee. Daardoor, om mevrouw Livni een electoraal zetje te geven, veegt u mensenrechten van tafel en versterkt u diegenen die, in de twee kampen, geloven dat alleen misdaad en geweld lonen en die de confrontatie willen aangaan. Mijnheer Sarkozy, dit is geen realpolitik meer, maar ofwel blindheid ofwel onaanvaardbaar cynisme.
Tunne Kelam (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik bewonder het Franse voorzitterschap vanwege zijn vastbesloten leiderschap. Dat is ook nodig om de ambities tegen te gaan van het militante Iraanse regime, dat zijn eigen natie al jaren terroriseert en op grote schaal terrorisme exporteert, en ik vrees in de toekomst ook massavernietigingswapens. Het is ironisch dat de Raad van de Europese Unie de enige serieuze oppositiebeweging op de lijst van vermoedelijke terroristische organisaties laat staan. Ik doel daarbij op de Organisatie van Volksmujahedeen van Iran (PMOI); deze beweging heeft tot doel op geweldloze wijze een seculier en democratisch Iran tot stand te brengen.
Op 4 december 2008 heeft het Europees Hof van Justitie zijn derde uitspraak gedaan waarin het het besluit van de Raad van juli om de PMOI op die lijst te laten staan nietig en ongegrond heeft verklaard. Ik reken op het staatsmanschap van het Franse voorzitterschap om de uitspraken van de Europese rechterlijke macht te respecteren en de Iraanse oppositie een kans te geven om echte verandering tot stand te brengen.
Avril Doyle (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben het helemaal eens met de laatste uitspraak van Tunne Kelam.
Het was een belangrijke top met een belangrijke agenda. Ik wil het onvermoeibare werk van het Franse voorzitterschap aan het herstelpakket en het klimaat- en energiepakket erkennen en het voorzitterschap daarvoor bedanken. Nu wil ik me echter concentreren op een derde belangrijk agendapunt.
Afgelopen week hebben onze minister-president en onze minister van Buitenlandse Zaken op de top een positief antwoord van alle andere regeringsleiders weten te krijgen op de zorgen die op 12 juni 2008 door een meerderheid van de Ierse kiezers zijn geuit toen zij nee zeiden op de vraag of Ierland het Verdrag van Lissabon moest ratificeren. Tot de lidstaten die twijfels hadden over aspecten van datgene dat we nastreven, zoals onze minister Martin het formuleerde, zeg ik dat ik u bedank dat u de moeite hebt genomen om ons tegemoet te komen met een commissaris per lidstaat en wettelijke garanties op het gebied van de belastingheffing, neutraliteit, het recht op leven, onderwijs en het gezin. Er zullen nog steeds mensen zijn die blijven pleiten tegen een tweede referendum. De meerderheid van de Ieren blijft echter ons lidmaatschap van de EU erkennen en volledig waarderen, in het bijzonder in deze tijd van ongekende wereldwijde economische problemen, nu marginalisatie en verlies van invloed voor ons geen optie kunnen zijn en nu vrije toegang tot de gemeenschappelijke markt van vijfhonderd miljoen consumenten van kritisch belang is voor de Ierse export – overigens met inbegrip van ons heerlijke varkensvlees – zodat we via handel de weg terug kunnen vinden naar groei.
Er is een “maar”, en dat is dat onze steeds ongelukkigere en stuurlozere regering moet zien te doen wat haar in juni niet is gelukt, namelijk haar schouders er collectief onder zetten en het Verdrag met zijn doelstelling en voordelen uitleggen. Als de leden van de regering dat niet doen, kan het besef dat zij anders op straat worden gezet, hen misschien helpen zich op hun taak te concentreren.
Csaba Sándor Tabajdi (PSE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik zou het Franse voorzitterschap willen feliciteren, omdat het zeer ambitieus, zeer consequent en zeer succesvol is geweest.
Ten eerste ben ik zeer verheugd over uw maatregelen om de financiële en economische crisis onder controle te krijgen. Ik zou de heer Sarkozy en de heer Barrot persoonlijk willen bedanken namens het Hongaarse volk voor de steun die ze aan mijn land hebben gegeven.
Ten tweede wil ik u feliciteren met uw aanpak op agrarisch gebied. De goedkeuring van de gezondheidscontrole en het begin van de periode van bezinning zijn zeer positieve maatregelen. Ze moeten worden voortgezet met Franse steun.
Ten derde is het energie- en klimaatpakket het resultaat van een historisch compromis. De compensatie voor de nieuwe lidstaten kan het gevoel dat we worden gediscrimineerd, echter niet helemaal wegnemen.
Tot slot, de crisis tussen Georgië en Rusland is heel goed aangepakt en daardoor is een verkoeling van de betrekkingen tussen Rusland en de Europese Unie voorkomen.
Carlo Fatuzzo (PPE-DE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, ik verzoek u president Sarkozy te berichten dat Carlo Fatuzzo het voor 100 procent eens is met wat het Franse voorzitterschap in deze zes maanden heeft gedaan.
Vertelt u hem alstublieft ook dat ik de zaal binnenkwam op het moment dat president Sarkozy zei dat betrokkenheid bij grote projecten overeenstemming bevordert en de verwezenlijking ervan vergemakkelijkt. Ik wil hem bedanken, omdat hij mij heeft aangemoedigd om zelf, als vertegenwoordiger van gepensioneerden die voor de tweede keer voor dit Parlement zijn verkozen, mijn eigen grote project te verwezenlijken, namelijk om Europese burgers als gepensioneerden beter af te laten zijn dan toen ze nog werkten. Als gepensioneerden zouden zij meer geld, meer respect en meer waardigheid moeten hebben. Het is een groot project, maar de woorden die ik vandaag heb gehoord van president Sarkozy moedigen mij des te meer aan.
Mairead McGuinness (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag zeggen dat president Sarkozy heel wat te verantwoorden heeft, want de Irish Times van vandaag meldt dat zijn stormachtige termijn van zes maanden als voorzitter van de EU zijn einde nadert en dat zowel de diplomaten als de journalisten hard toe zijn aan vakantie! Ik wil daaraan toevoegen dat we, nu Kerstmis nadert, allemaal toe zijn aan vakantie, niet het minst degenen onder ons die een Europese verkiezing en een tweede referendum over het Verdrag van Lissabon voor de boeg hebben. Daarover zal in de toekomst nog heel wat worden gediscussieerd.
Voor Ierland is het probleem niet zozeer de inhoud van het Verdrag – die kennen we al van de eerste stemming – maar het omgaan met de kwesties waarover mensen zich zorgen maken, en dat heeft de Raad gedaan. Wat de Raad niet voor Ierland kan doen, is de mensen overtuigen die momenteel ontevreden zijn over hun regering die dit Verdrag steunt. Het is daarom aan degenen onder ons die volledig achter het Verdrag en de wettelijke afspraken staan waarvan we hopen dat zij zullen worden uitgevoerd, om op grote schaal stemmen te werven voor de waarden die in het Verdrag zijn vervat, en om de kwesties van nationaal belang te scheiden van de Europese aangelegenheden. Ik denk dat u wel begrijpt dat het een zware klus wordt, maar met de steun van dit Parlement is het te doen.
Gábor Harangozó (PSE). – (HU) Allereerst wil ik het Franse voorzitterschap feliciteren met het werk van historische waarde. Het plan om de economie te stimuleren met 200 miljard euro, de vereenvoudiging van de regels en het sneller functioneren van het institutionele systeem zijn stuk voor stuk effectieve veranderingen. Dit zijn maatregelen die de Europese economie kunnen stimuleren.
Het gebrek aan sociaal evenwicht is echter tot nu toe ook al een ernstig probleem geweest voor Europa. Door de effecten van de crisis worden de sociale verschillen in veel landen op de spits gedreven. In het belang van de meest kwetsbare burgers moeten we emblematische en effectieve stappen zetten om verdere maatschappelijke spanningen te beheersen en om te verhinderen dat de agressie zich verspreidt. Ik ben blij dat we de renovatie van de sociale huurwoningen kunnen uitbreiden naar de renovatie van flats waarin mensen met lage inkomens wonen, maar we mogen niet vergeten dat bepaalde plattelandsgebieden zodanig zijn verarmd dat het verkeerd zou zijn ze te renoveren; daarom moeten we de sloop van gesegregeerde wijken mogelijk maken. We moeten een einde te maken aan de armoede, anders kan de economische crisis wel eens een gevaarlijke maatschappelijke wending nemen.
Bruno Le Maire, fungerend voorzitter van de Raad. − (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Wallström, dames en heren, het is een grote eer voor mij om het Europees Parlement voor de eerste keer toe te spreken. U weet dat ik afkomstig ben van het Franse nationale parlement, de tempel van de Franse democratie; het is dus een grote eer te mogen spreken in de tempel van de Europese democratie.
Zoals u reeds gezegd hebt, mijnheer de Voorzitter, is het al laat. Ik zal me daarom beperken tot vier punten met betrekking tot de vier belangrijkste opmerkingen die hier gemaakt zijn over de economie, het klimaatpakket, politieke kwesties en, tot slot, het Verdrag.
Wat betreft de economie ben ik van mening dat de Europese Unie heeft aangetoond in staat te zijn haar verantwoordelijkheden op te nemen en, ten tijde van een grote economische crisis die al onze burgers treft, een herstelplan ten uitvoer te leggen dat onze werkgelegenheid en onze industrie beschermt en ons in staat stelt de crisis het hoofd te bieden.
(DE) Ik wilde enkele woorden richten tot mevrouw Koch-Mehrin: we moeten de Europese industrie steunen, en als Europese staten moeten we ons solidair tonen. Dat is van groot belang.
(FR) Wat betreft de financiële crisis heeft de heer Goebbels het heel goed verwoord toen hij zei dat we nood hebben aan een betere economische coördinatie en ook veiliger regels inzake regelgeving voor de banksector. Ik ben van mening dat we volgend jaar vooruitgang moeten boeken in die richting.
Er is ook kritiek geuit, met name door mevrouw Berès en daarnet door de heer Schulz. “Was het te laat?” Dat is de vraag.
Wat voor mij het belangrijkste is, is dat we erin geslaagd zijn te reageren. In 2007 hadden slechts enkele waarnemers de crisis zien aankomen. Misschien zou het beter geweest zijn als we vroeger hadden gehandeld. Het belangrijkste is echter, mevrouw Berès, dat we hebben gehandeld.
Wat betreft de strikt financiële reactie die is aangekaart door de heer Titley en de heer Duff, moet ik zeggen dat ik het volledig met hen eens ben.
(EN) De financiële crisis ligt nog niet achter ons en we moeten onthouden dat niets zal zijn opgelost, zolang niet alles is opgelost.
(FR) Ik denk dat we heel voorzichtig moeten blijven in het volgende jaar; we moeten het initiatief behouden en de nodige financiële regels opleggen.
Over het klimaatpakket zal ik kort zijn, want de Franse staatsminister Jean-Louis Borloo, die samen met zijn staatssecretaris, Nathalie Kosciusko-Morizet, uitzonderlijk werk heeft geleverd, zal u hierover na de middag meer vertellen, maar ik wil mevrouw Sudre, de heer Krasts, de heer Langen, de heer Szejna en mevrouw Doyle bedanken voor hun grote bijdrage aan het klimaatplan. Ik zou hen willen bedanken voor de positieve feedback die ze hebben gegeven over het plan.
Ik denk dat dit klimaatplan het belangrijkste is sinds Kyoto en bovenal dat het ervoor zal zorgen dat het Europese continent een uitstekend voorbeeld wordt voor de conferentie van Kopenhagen.
Wat betreft de politieke kwesties, met name de kwestie van Rusland en Georgië, is het waar dat niet alle problemen opgelost zijn. Maar ik denk dat het veel gevraagd is, te verwachten dat de Europese Unie alle problemen in een van de meeste complexe regio’s ter wereld, de Kaukasus, oplost. Het belangrijkste is geregeld. En het belangrijkste is de vrede. Vrede is het belangrijkste voor deze regio en het is het belangrijkste voor de Europese Unie, want de bestaansreden van de Europese Unie is vrede.
Ik moet ook zeggen dat ik er als Europees burger bijzonder trots op ben dat de President van de Franse Republiek, het Franse voorzitterschap, het initiatief neemt om samen met alle Europese landen vrede te brengen waar er oorlog zou kunnen zijn. Bovendien, en hiermee herhaal ik wat de heer Cavada en mevrouw Andrikiené reeds gezegd hebben, want dit lijkt me zeer belangrijk, de Europese stabilisatiemacht die nu aanwezig is in Georgië, moet haar rol volledig kunnen vervullen en mag niet toelaten dat er afbreuk wordt gedaan aan haar verantwoordelijkheden, dat lijkt mij belangrijk.
Dit brengt me tot een tweede punt dat al eerder is aangehaald, met name door de heer Saryusz-Wolski, en dat is de kwestie van de Europese defensie. Ik ben van mening dat we goede resultaten geboekt hebben op het gebied van de Europese defensie, en wel om twee redenen. Allereerst zijn dit concrete resultaten. Het zijn niet alleen resultaten op papier, maar er zijn effectief soldaten ter plaatse om in te staan voor de stabilisatie van de regio.
Het zijn ook goede resultaten omdat ze verkregen zijn in nauwe coördinatie met de NAVO. We moeten ermee ophouden de Europese defensie tegenover de NAVO te plaatsen. De twee zijn complementair: we hebben een onafhankelijke Europese defensiemacht nodig, net zoals we een NAVO nodig hebben die haar rol ten volle kan vervullen.
Wat betreft de kwestie van Turkije, ter sprake gebracht door de heer Swoboda: het proces gaat zijn natuurlijke gang overeenkomstig hetgeen is vastgelegd door de Europese regels. We hebben vrijdag een Raad Algemene Zaken over deze kwestie en we zullen de relevante hoofdstukken onderzoeken. Ik ben van mening dat het allemaal verloopt overeenkomstig hetgeen is goedgekeurd door alle Europese landen.
De kwestie van het Midden-Oosten is door verscheidene sprekers aangekaart, vooral door mevrouw Hybášková en mevrouw De Keyser. Dit is een groot conflict. Het is waarschijnlijk de wortel van alle geweld in het Midden-Oosten, en de Europese Unie heeft een verantwoordelijkheid te dragen aangezien het de belangrijkste donor is, de grootste leverancier van hulp aan de Palestijnse gebieden. De Europese Unie moet bijgevolg haar verantwoordelijkheden opnemen.
Ik ben immers van mening dat, als we met alle Europese landen vooruitgang kunnen boeken in deze richting, we voldoen aan alle verwachtingen die het Midden-Oosten, Israël en de Palestijnse gebieden van ons kunnen hebben. Als we erin slagen vrede en stabiliteit te brengen waar er geweld is, zal Europa zijn rol hebben gespeeld.
Wat ten slotte het Verdrag betreft: mevrouw Sinnott heeft het zeer goed verwoord: we hebben Ierland nodig in Europa. We moeten ook de democratische keuze van de Ierse bevolking in acht nemen en een andere gelegenheid tot democratische uiting bieden. Er is geen andere manier om het Verdrag aan te nemen. De heer Brok heeft gezegd dat we het Verdrag van Lissabon nodig hebben.
“We hebben het Verdrag van Lissabon nodig. Daar bestaat geen twijfel over.”
Ik ben daar absoluut van overtuigd.
We moeten ook zeer methodisch te werk gaan, zeer open en met veel dialoog, om de Ierse bevolking in staat te stellen een beslissing te nemen. Dat lijkt mij helemaal onmisbaar. Mijnheer Corbett en mijnheer Burke, u hebt hierover enige twijfel geuit. Dat is normaal. Een referendum is altijd een gok.
(EN) En u hebt gelijk. We mogen de politieke moeilijkheden niet onderschatten. Maar aan de andere kant mogen we ook onze bereidheid om het Ierse volk te helpen niet onderschatten, want uiteindelijk blijft de keuze wel aan de Ierse bevolking.
(FR) Wat betreft het aantal Commissieleden, een onderwerp dat is ter sprake gebracht door onder anderen de heer Leinen: we zien elkaar later deze middag weer om dit opnieuw te bespreken. Ik beschouw dit niet als de belangrijkste kwestie.
De belangrijkste kwestie is tweeledig. Het eerste belangrijke punt is dat ieder land het gevoel moet hebben dat het correct vertegenwoordigd is in deze Commissie en, als we moeten veranderen om dat te bereiken, laat ons dan maar veranderen. Ik ben van mening dat de genomen beslissing de juiste is.
Het tweede belangrijke punt is uiteraard, zoals de president van de Franse Republiek al verscheidene keren heeft gezegd, dat de Commissie moet worden geleid met de nodige vastberadenheid en dat er een sterke voorzitter moet zijn, want dit garandeert de legitimiteit van de Commissie.
"Dat is de taak waar we nu voor staan".
Ik denk dat het de heer Burke was, die dat daarnet heeft gezegd. Wel, we moeten in deze richting werken.
Dat was alles wat ik wou zeggen als reactie op de interventies. Ik wens ook van deze gelegenheid gebruik te maken, om u te zeggen dat het voor mij een grote eer is dat de president van de Franse Republiek deze verantwoordelijkheid aan mij heeft toevertrouwd. Ik wil nog zeggen dat ik tot uw beschikking sta, ’s morgens, ’s middags en ’s avonds, om samen te werken met het Europees Parlement, dat nu een essentiële plaats bekleedt, niet alleen in onze instellingen, maar ook in het hart van onze medeburgers. De Europese democratie zal samen met u worden gebouwd.
(Applaus)
Margot Wallström, vicevoorzitter van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil u bedanken voor dit zeer interessante debat – ik vond het althans het grootste deel van de tijd zeer interessant – en ik denk dat de belangrijkste argumenten wel naar voren zijn gebracht. Ik zal me beperken tot enkele opmerkingen in telegramstijl en ik zal een paar dingen noemen die ik in het debat niet heb gehoord.
Allereerst wil ik zeggen dat de Commissie geen secretariaat van de Raad is. Ik bestrijd dat dit wel zo zou zijn. Verwart u het feit dat we heel nauw samenwerken met het Franse voorzitterschap – en we hebben goed samengewerkt met het Franse voorzitterschap – alstublieft niet met de misvatting dat we een secretariaat zouden zijn. Door het energiepakket, het klimaatpakket en het economisch herstelplan te presenteren en ambitieus te zijn en initiatief te nemen, hebben we laten zien dat we geen secretariaat zijn, maar een Commissie met initiatiefrecht, en we zullen op deze manier blijven optreden.
Wat betreft het Verdrag van Lissabon kan ik aan de hier aangevoerde argumenten nog toevoegen dat ik denk dat de Raad – met natuurlijk de Commissie – een lange lijst aangeboden heeft gekregen van problematische punten waarover het Ierse volk zich zorgen maakt, opdat de zorgen van het Ierse volk kunnen worden gerespecteerd. We hebben deze lijst nauwkeurig kunnen bestuderen. Samen hebben we naar oplossingen gezocht, en zoals u weet, heeft de Raad er nu mee ingestemd om een besluit te nemen over het aantal commissarissen. Ik ben er altijd voorstander van geweest om één commissaris per lidstaat te hebben, ook al ben ik trouw aan het standpunt van de Commissie. Ik denk, eenvoudig gezegd, dat je wint aan legitimiteit wat je verliest aan efficiency – en ik ben er nog niet zeker van dat je iets aan efficiency verliest, want de Franse regering bijvoorbeeld heeft volgens mij circa 33 leden. We hebben die legitimiteit meer dan ooit nodig en het is heel belangrijk dat we een commissaris per lidstaat houden. Ik verwelkom dit besluit. Maar we hebben ook de rest van de lijst van zorgen doorgenomen, en er zijn manieren om deze aan te pakken.
Wat we zullen bijdragen is dat we ervoor zullen zorgen dat we met de Ierse regering zo spoedig mogelijk een memorandum van overeenstemming kunnen ondertekenen over de wijze waarop betere informatie kan worden verstrekt. Dit omvat onder andere ervoor zorgen dat jongeren en vrouwen in Ierland hun eigen mening kunnen vormen en dat zij kunnen zeggen dat zij tenminste een kans hebben gehad om alle benodigde informatie te vergaren. Dat is wat we in de nabije toekomst zullen bijdragen.
Ik heb geen argumenten gehoord over een energiepakket dat ook een aantal kansen voor Europa biedt. Ik denk dat investeren in energie-efficiëntere industrieën of een energie-efficiënter elektriciteitsnet ons fantastische kansen biedt, niet alleen om banen te scheppen en de recessie door te komen, maar ook voor duurzame ontwikkeling. Ik denk dat dit niet voldoende kan worden herhaald. Wij zouden degenen moeten zijn die wijzen op de Europese toegevoegde waarde die het heeft als we nu samenwerken.
Enkelen van u hebben het gehad over arme landen en de ontwikkelingslanden, omdat we niet mogen vergeten dat zij de eerste slachtoffers zijn en degenen zijn die het hardst door dit alles worden getroffen. We mogen onze doelstelling om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te realiseren niet opgeven en we mogen de rest van de wereld niet uit het oog verliezen terwijl we druk bezig zijn te proberen de recessie en de problemen die het gevolg zijn van de economische crisis, te bestrijden.
Ik wil nog toevoegen dat tijdens het Franse voorzitterschap een stukje geschiedenis is geschreven. Met ondervoorzitter Vidal-Quadras en de heer Jouyet hebben we een partnerschap over communicatie kunnen ondertekenen; dit is een overeenkomst om in partnerschap te communiceren met de lidstaten, het Europees Parlement en de Commissie. Dit zal een waardevol hulpmiddel zijn en we moeten het vooral gebruiken om ervoor te zorgen dat we de kiezers mobiliseren, nu de Europese verkiezingen eraan komen. Ik moet zeggen dat ik de samenwerking met zowel de heer Vidal-Quadras en de heer Jouyet zeer heb gewaardeerd en ik weet zeker dat we ook in de toekomst tot een goede samenwerking zullen komen.
Ik denk dat het Franse voorzitterschap met zoveel lof is overladen, omdat we echt leiderschap, betrokken leiderschap, waarderen wanneer we het zien. Ook al behoren we niet tot dezelfde politieke familie, we geven de voorkeur aan mensen die duidelijk zijn over hun waarden, die bereid zijn om veel energie te steken in het debat over Europa en daarin hun eigen ideeën inbrengen, en we zien in dit alles iemand die Europa verdedigt. Dat is wat we waarderen en waar we dankbaar voor zijn.
Tot slot wens ik u allemaal een vrolijk kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar.
De Voorzitter. – Het debat is gesloten.
Schriftelijke verklaringen (artikel 142)
Jean-Pierre Audy (PPE-DE), schriftelijk. – (FR) Allereerst wil ik duidelijk maken hoe trots ik ben op het feit dat ik Fransman ben, nu het einde nadert van het voorzitterschap van de Europese Unie dat werd uitgeoefend door Frankrijk in de persoon van zijn president, Nicolas Sarkozy. Of het nu gaat om de Euro-mediterrane betrekkingen, de oorlog in de Kaukasus, de inspanningen voor de aanpak van de financiële en economische crisis in de wereld of om belangrijke dossiers als de regelgeving (energie- en klimaatpakket) voor een koolstofarme economie in de eenentwintigste eeuw, immigratie, landbouw, enzovoort, bij alles is blijk gegeven van de kwaliteit van het Franse voorzitterschap van de Unie, van de kwaliteit van zijn regering en het opmerkelijk optreden van de ministers die de Raad hebben voorgezeten, in het bijzonder Jean-Pierre Jouyet. Dit voorzitterschap toont – waarschijnlijk ten overvloede – aan dat wij behoefte hebben aan een vast voorzitterschap van de Europese Unie als wij de huidige wereldwijde uitdagingen het hoofd willen bieden, en dus aan de ratificatie van het Verdrag van Lissabon. Ik ben dan ook verheugd over de wijsheid van de staatshoofden en regeringsleiders, die een goed compromis hebben weten te bereiken met onze Ierse vrienden. Ik hoop van harte dat het Tsjechische voorzitterschap opgewassen zal zijn tegen de Europese uitdagingen en blijk zal geven van zijn gehechtheid aan de Unie door om te beginnen als Tsjechische Republiek het Verdrag van Lissabon definitief te ratificeren.
Sebastian Valentin Bodu (PPE-DE), schriftelijk. – (RO) De huidige economische crisis vraagt om buitengewone maatregelen, nu voor een steeds groter aantal Europeanen het spookbeeld van werkloosheid en financiële recessie opdoemt. Het verhogen van het plafond van de bankdepositogarantie voor de bevolking is een welkome maatregel, die het vertrouwen in het bankwezen in stand zal houden. Een eerste plafond van 50 000 euro en later nog een plafond van 100 000 euro zijn meer dan voldoende voor landen waar het bankwezen geen lange traditie heeft, zoals het geval is in Roemenië en andere voormalige communistische landen. Op het ogenblik is het van belang dat elk land deze maatregel treft, omdat anders de kans groot is dat er onder de bevolking paniek uitbreekt. Roemenië is niet een van de landen waarin veel deposito’s het bedrag van 50 000 euro overschrijden. Maar psychologisch gezien kan het verhogen van het gegarandeerde bedrag alleen maar een positief effect hebben, aangezien de deposito’s van de bevolking in vergelijking met september alleen al in Boekarest met 6 procent zijn gedaald. Dit betekent dat in slechts een paar weken tijd ongeveer 600 miljoen euro is opgenomen, iets wat de laatste jaren niet is voorgekomen.
Anderzijds zou ik als lid van het Europees Parlement uw aandacht willen vestigen op het feit dat deze maatregel dient te worden aangevuld met een onderzoek naar het kredietverleningsbeleid en naar de omvang van het risico dat wordt aangegaan.
Dragoş Florin David (PPE-DE), schriftelijk. – (RO) Allereerst moet ik het Franse voorzitterschap complimenteren met de wijze waarop het gedurende deze gehele moeilijke periode die de Europese Unie heeft doorgemaakt, zijn taken heeft vervuld. Het model dat u achterlaat, zal een ijkpunt worden voor volgende Europese voorzitterschappen, gebaseerd op snelle reacties, flexibiliteit en het vermogen zich aan moeilijke in- en externe situaties aan te passen. Het oplossen van de interne problemen verband houdend met de dynamiek van de Europese integratie, de duurzame economische en sociale ontwikkeling in de EU en het buitenlandse beleid dat stoelt op een van de hoekstenen van de Europese Unie, het bevorderen van vrede, is van essentieel belang voor de toekomst van Europa. Tegelijkertijd is het in overeenstemming met de grondbeginselen van de Europese integratie.
Op de tweede plaats wil ik het belang benadrukken van de drie c’s: communicatie, coöperatie en compromis, die wezenlijke onderdelen zijn van het Europese beleid. Tijdens het Franse voorzitterschap zijn ze alle drie maximaal ingezet, de moeilijke periode die we hebben doorgemaakt in aanmerking genomen, waar het gaat om de betrekkingen met de meest democratische instellingen van de EU: het Europees Parlement en de nationale parlementen.
Genowefa Grabowska (PSE), schriftelijk. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, dames en heren, ik wil de voorzitter bedanken voor een geslaagd Frans voorzitterschap. Ik noem het succes op internationaal gebied, waarbij ik aan de crisis aan Georgië denk, en aan het succes betreffende kwesties die belangrijk zijn voor gewone burgers. Persoonlijk ben ik zeer verheugd dat het Franse voorzitterschap het werk aan de verordening inzake grensoverschrijdende onderhoudsverplichtingen in de Europese Unie heeft voltooid. Ik heb zelf lang en hard aan deze verordening gewerkt. Ik ben dan ook verheugd dat we, na de goedkeuring van de Raad, eindelijk fatsoenlijke financiële steun kunnen garanderen voor de kinderen die eenvoudigweg vergeten lijken te zijn door een van hun ouders, wanneer die ouder in het buitenland woont.
Aan de andere kant ben ik als lid van de Commissie constitutionele zaken bezorgd over de concessies en institutionele beloften die aan Ierland zijn gedaan, wat betekent dat we teruggaan naar het beginsel van één commissaris per land. Naar verwachting zal de Europese Unie nog verder worden uitgebreid naar dertig of meer lidstaten. Een net zo groot aantal commissarissen zou leiden tot verdere bureaucratisering van het werk van de Europese Commissie. De bevoegdheden van de benoemde commissarissen zouden worden verdeeld. De Commissie zelf zou duurder, minder effectief en moeilijker te beheren worden. Ik hoop eveneens dat het debat dat voorafgaat aan een verder referendum in Ierland wordt gevoerd in de geest van Europese solidariteit, waarbij rekening wordt gehouden met de wezenlijke inhoud van het Verdrag van Lissabon, die duidelijk moet worden uitgelegd, inclusief de institutionele veranderingen. Deze zaken zijn niet alleen belangrijk voor de burgers van Ierland maar ook voor het functioneren van de hele Europese Unie.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) De besluiten van de Europese Raad – de retoriek en demagogie waarmee deze altijd gepaard gaan daargelaten – leggen het feitelijke doel en beleid van de EU bloot.
Nadat voorkomen was dat de andere volkeren zich konden uitspreken in een referendum, wordt het volk dat het vorige verdragsvoorstel op democratische wijze resoluut afwees, opnieuw een referendum opgelegd.
Sterker nog, het Ierse volk zal worden geconfronteerd met een referendum over hetzelfde verdrag (met dezelfde inhoud), dat voorlopig samengaat met een “politieke verbintenis” die wettelijk haar beslag zal krijgen met de toekomstige toetreding van Kroatië in 2010 of 2011.
Hiermee wordt getracht om een kwalitatieve sprong te maken naar het neoliberalisme, het federalisme en het militarisme dat dit verdrag vertegenwoordigt, waarmee het belang gediend wordt van het grootkapitaal en de grootmachten.
Bovendien beweegt de Europese Raad zich richting een nieuwe fase in de militarisering van de EU en de internationale betrekkingen in de aanloop naar de volgende NAVO-top (april 2009), door de positie van de EU als Europese pijler te versterken.
Zoals we al eerder hebben benadrukt, bewijzen dergelijke besluiten het antidemocratische karakter van de EU, dat niet te scheiden is van de positie die het inneemt als imperialistisch blok.
Voor het zogenaamde “Europees economisch herstelplan” wordt dezelfde politiek bedreven, waarbij vooral gehoor wordt gegeven aan de belangen van de grootmachten en het kapitaal.
Anneli Jäätteenmäki (ALDE), schriftelijk. – (FI) Ik ben blij dat de staatshoofden en regeringsleiders een verstandige en in feite de enige juiste oplossing hebben gevonden voor de commissariskwestie. Een eigen commissaris is vooral voor de kleinere lidstaten een belangrijk contactkanaal naar de Commissie.
In Frankrijk wonen ruim 60 miljoen mensen en de Franse regering telt 38 ministers. In de Europese Unie wonen bijna 500 miljoen mensen. Hoe is het mogelijk dat er in de Commissie geen plaats is voor een eigen commissaris voor elk land, zelfs al zouden er enkele lidstaten bij komen?
Dank u wel!
Lívia Járóka (PPE-DE), schriftelijk. – (HU) In december 2007 riep de Europese Raad de Europese Commissie op om de instrumenten te evalueren die ter beschikking staan voor de maatschappelijke integratie van de Roma. Het gepubliceerde werkdocument is ondanks de verwachtingen binnen de nauwe kaders gebleven van de evaluatie van het bestaande communautaire beleid. In september heeft de eerste Europese Roma-top plaatsgevonden, waar geen enkele concrete aanbeveling of routekaart werd geformuleerd. Op 8 december heeft de Raad Algemene Zaken de Commissie gemaand om voor het begin van 2010 verslag uit te brengen over de behaalde resultaten.
De uitwerking van een progressieve communautaire strategie zou moeten worden gebaseerd op een zo breed mogelijk gedragen forum, op initiatieven die gericht zijn op de civiele samenleving van zowel Roma als niet-Roma en op de samenwerking van de vertegenwoordigers van de wetenschap, kerken en het economische leven. Er is veel meer nodig dan de presentatie van overgewaardeerde goede praktijken alleen, namelijk een alomvattende strategie waarmee alle terreinen met betrekking tot de Roma tegelijk worden behandeld, en een beeld wordt gegeven van de manier waarop communautaire initiatieven ter plaatse worden gerealiseerd en hoe deze het vanuit het oogpunt van maatschappelijke integratie meest cruciale lokale beleid kunnen stimuleren en ondersteunen. De lidstaten moeten een routekaart krijgen die op bindende juridische grondslagen rust en eventueel zelfs via sancties kan waarborgen dat de duidelijke en controleerbare doelstellingen ervan worden gehaald. Verder moeten in de strategie kwesties in verband met de maatschappelijke integratie van de Roma worden aangesneden, zoals milieubescherming, gezondheidszorg, meervoudige discriminatie en het optreden tegen anti-Roma-sentimenten die kunnen worden waargenomen in de media en op andere terreinen van het maatschappelijk leven.
Thomas Mann (PPE-DE), schriftelijk. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, 'Europa trad eensgezind op', dat was de voornaamste boodschap waarmee Nicolas Sarkozy de balans van het Franse voorzitterschap van de Raad opmaakte. Hij heeft ongetwijfeld het dynamische tempo aangegeven dat duidelijk tot het succes van dit halfjaar heeft bijgedragen.
Ik juich toe dat hij als fungerend voorzitter van de Raad bij de ontmoeting van de Nobelprijswinnaars voor de vrede in Gdańsk in Polen de Dalai Lama heeft ontmoet. Twee weken geleden hadden we in het Europees Parlement in Brussel de eer om Zijne Heiligheid de Dalai Lama te ontvangen toen hij het halfrond heeft toegesproken. Met een vastenactie, die meer dan 500 handtekeningen kreeg, en met Tibetaanse sjaals toonden we onze solidariteit met de Dalai Lama en het Tibetaanse volk. We steunen zijn middenweg, zijn wil om de dialoog aan te gaan en zijn vastberaden geweldloosheid. Hij heeft zich altijd voor de autonomie van Tibet uitgesproken, nooit voor separatisme, zoals China beweert.
Tijdens de laatste maanden is duidelijk geworden dat de Raad, de Commissie en het Parlement het erover eens zijn dat er geen andere weg is. Ik vraag me af wat Europa zal doen nu Peking de officiële besprekingen tussen de EU en China heeft afgezegd. Hoe kan de Raad erin slagen om ook China er eindelijk toe te bewegen de mensenrechten daadwerkelijk na te leven? De regering in Peking probeert feitelijk om mensenrechten als 'westerse waarden' te bestempelen in plaats van die in het beleid te integreren.
Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN), schriftelijk. – (PL) De sprekers in het debat van vandaag over de beoordeling van het Franse voorzitterschap vallen in drie categorieën. De eerste heeft niets dan kritiekloze lof voor het voorzitterschap. De tweede is kritisch en de derde is stil. In feite worden we, ongeacht in welke categorie we ons vandaag bevinden, allemaal verantwoordelijk gehouden voor het toekomstige lot van de landen van Europa.
We zijn daarom ook verantwoording schuldig voor het Franse voorzitterschap. Ondanks intensieve activiteit en wijdverbreide publiciteit is dit voorzitterschap er eigenlijk niet in geslaagd om positieve resultaten te boeken. Erger nog, president Sarkozy denderde over de geest van de democratie heen waarvan hij beweert voorstander te zijn. Hij heeft dit gedaan door druk uit te oefenen op de Ierse autoriteiten en de leiders van andere soevereine staten en landen, aandringend op erkenning van het Verdrag van Lissabon dat door de inwoners van Ierland is verworpen.
Het democratisch tekort van de Europese Unie heeft een duidelijk negatief gevolg voor het klimaatpakket. Dit pakket gaat voorbij aan zich ontwikkelende economieën, inclusief die van Polen, om de economieën van de oude lidstaten te sparen die worden bedreigd door de huidige crisis. President Sarkozy heeft cynisch genoeg niet vermeld dat mensen verantwoordelijk zijn voor een klein percentage van de CO2-emissies en Europa zelf voor tussen de 10 en 20 procent. Er wordt dan ook niets bereikt tenzij er andere landen en werelddelen bij worden betrokken, met inbegrip van China en India, zoals al duidelijk is geworden. Het enige dat wordt bereikt is dat er nog een belasting bijkomt. Voor de nieuwe lidstaten, inclusief Polen, komt dit neer op een straf voor het lidmaatschap van de Europese Unie.
Tot slot wil ik er op wijzen dat democratie het maken van een weloverwogen keuze betekent. Het opleggen van schadelijke oplossingen aan een vrij land grenst aan totalitarisme, en dat leidt nergens toe.
Nicolae Vlad Popa (PPE-DE), schriftelijk. – (RO) In onze beoordeling van het mandaat van het Franse voorzitterschap kunnen we zonder enige aarzeling bevestigen dat het een groot succes is geweest. Het actieprogramma van het voorzitterschap was een succesvolle combinatie van politieke vastberadenheid, pragmatisch handelen en tactvolle diplomatie, zaken die absoluut noodzakelijk zijn om de crises die zich hebben voorgedaan, te kunnen overwinnen.
De richtsnoeren voor actie van het Franse voorzitterschap waren zeer ambitieus en stelden ons in staat op EU-niveau enkele belangrijke besluiten te nemen: de Europese overeenkomst betreffende migratie- en asielregelingen, de overeenkomst betreffende het energie- en klimaatveranderingspakket, de Unie voor het Middellandse Zeegebied en een nieuwe overeenkomst betreffende het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Er waren drie onvoorziene gebeurtenissen die hoog op de agenda stonden, maar die een bewijs vormden voor de effectiviteit van de taskforce die namens de EU kan worden gemobiliseerd: de verwerping van het Verdrag van Lissabon door de burgers van Ierland, het conflict in Georgië (8 augustus) en de ondergang van de Lehman Brothers Bank, die de huidige financiële en economische crisis inluidde (15 september).
Ik complimenteer het Franse voorzitterschap met dit succesvolle mandaat. Het heeft met succes ingespeeld op de gevolgen van het Ierse ‘nee’ (tijdens de vergadering van de Europese Raad van 11 en 12 december verplichtte Ierland zich ertoe om het Verdrag van Lissabon vóór het einde van 2009 opnieuw ter goedkeuring aan de bevolking voor te leggen) en het leidde een missie die bemiddelde tussen Moskou en Tbilisi, die een diplomatiek succes was, maar opnieuw de aandacht vestigde op de noodzaak van een effectief, samenhangend, gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid op EU-niveau. Last but not least heeft het Franse voorzitterschap met succes de instemming van de lidstaten met een reeks zeer belangrijke communautaire projecten verkregen, zoals die op het gebied van milieubescherming en immigratie.
Czesław Adam Siekierski (PPE-DE), schriftelijk. – (PL) Wat de economie betreft, waren de belangrijkste uitdagingen voor de Europese Unie tijdens het Franse voorzitterschap de acties op het vlak van het klimaat- en energiepakket en de financiële crisis.
Na de aanzienlijke uitbreiding kent Europa een grotere verscheidenheid en omvat het veel verschillende gebieden, elk met hun eigen kenmerken. De verschillen betreffen meer dan alleen het niveau van de economische ontwikkeling van de lidstaten. Daarom is het zo moeilijk om één instrument te vinden waarmee de diverse problemen die de afzonderlijke economieën van de lidstaten bedreigen, kunnen worden opgelost.
Maatregelen om de crisis te bestrijden moeten daarom bestaan uit een pakket met gevarieerde instrumenten die tijdens de crisis kunnen worden gebruikt. Ik noem bijvoorbeeld het verlagen van het btw-tarief of het opschorten van enkele voorwaarden van het Stabiliteits- en groeipact.
Het klimaat- en energiepakket moet worden aangepast aan de staat en specifieke kenmerken van de afzonderlijke economieën en hun sectoren. Ik geloof niet dat het scala van maatregelen in het kader van het pakket geschikt is voor de huidige situatie.
De concessies en voordelen die door afzonderlijke landen zijn verkregen, zullen de verschillen in hun ontwikkeling niet vereffenen, omdat de uitgangspunten zo ver uit elkaar liggen. Ik pleit daarom voor een systematische herziening van dit pakket en een analyse van de staat en progressie ervan. Dit moet als basis dienen voor het indienen van essentiële amendementen.
Silvia-Adriana Ţicău (PSE), schriftelijk. – (RO) Ik zou het Franse voorzitterschap graag willen complimenteren met het werk dat het heeft gedaan en dat ons in staat heeft gesteld een aanvaardbaar compromis te bereiken over het energie- en klimaatveranderingspakket. Het aannemen van dit pakket maakt de Europese Unie tot hoofdrolspeler in de strijd tegen klimaatverandering, op basis van het voorbeeld dat zij heeft gegeven en de verbintenissen die zij is aangegaan. In Kopenhagen zal de Europese Unie argumenten hebben die zij kan gebruiken om met andere landen uit de hele wereld te onderhandelen, zodat we, door onze gezamenlijke inspanningen, op wereldschaal kunnen bijdragen tot vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.
Ik wil het Franse voorzitterschap ook complimenteren met de rol die het heeft gespeeld bij het goedkeuren van het Derde pakket maritieme veiligheid (‘Erika III’) via bemiddeling. Op basis van de lessen die te trekken zijn uit ongevallen op zee die de laatste jaren hebben plaatsgevonden, heeft de EU de voorschriften voor de veiligheid van de zeescheepvaart aangescherpt en specifieke maatregelen en duidelijke oplossingen uitgewerkt voor het omgaan met ongevallen op zee. Ook is vooruitgang geboekt, zij het onvoldoende, op het gebied van duurzaam vervoer, het gemeenschappelijke Europese luchtruim en de verkeersveiligheid. Ik had graag gezien dat we onder het Franse voorzitterschap ook vooruitgang hadden geboekt op het gebied van het wegvervoerpakket, het energiepakket en het telecommunicatiepakket.
Voorts hebben de in het Parlement en de Raad gehouden uitvoerige debatten over de invloed van de gestegen energie- en voedselprijzen de Europese burgers laten zien dat de sociale agenda voor de Europese Unie een van de topprioriteiten is.
Andrzej Tomasz Zapałowski (UEN), schriftelijk. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, nu we de prestaties van het Franse voorzitterschap beoordelen, zou ik de aandacht willen vestigen op een aantal punten die van invloed zijn op het algemene oordeel over deze periode. Het is waar dat de interventie van president Sarkozy in augustus betreffende de situatie in Georgië heeft geleid tot het staken van de militaire actie. Maar eigenlijk had het staken van de militaire actie meer te maken met de economische belangen van Rusland en zijn relatie met Frankrijk dan met een daadwerkelijk verlangen om de problemen op te lossen die tot de oorlog hadden geleid.
Het volgende punt dat ik wil noemen is de toekomstige ontwikkeling en het beheer van de Europese Unie. Het betreft de benadering van de ratificatie van het Verdrag van Lissabon. In het geval van Ierland moeten er achtereenvolgende referenda worden gehouden totdat er een resultaat wordt bereikt dat in het belang is van de grootste lidstaten van de Europese Unie. Dit toont aan dat de belangen van Duitsland, Frankrijk en diverse andere landen verworven beginselen en democratisch debat terzijde kunnen schuiven. Verder toont het feit dat het Ierse volk kan worden omgekocht door opt-outclausules aan dat elk land in de Europese Unie anders behandeld kan worden en kan worden omgekocht. Dit besluit bevestigt hoe het vrij interpreteren van de wetgeving steeds meer gangbare praktijk is geworden in de instellingen van de Europese Gemeenschap.
Ik wil het Parlement er aan herinneren dat onder dit voorzitterschap het besluit is genomen om bepaalde Poolse scheepswerven te sluiten. Dit besluit werd genomen op hetzelfde moment dat industrie en banken weer werden genationaliseerd op andere plaatsen in de Europese Gemeenschap, zoals het geval is in uw land, mijnheer. Eveneens onder uw leiding is het voorzitterschap het niet eens kunnen worden over het verhogen van de landbouwsubsidies naar een gelijk niveau. Het Franse voorzitterschap heeft de subsidies op een niveau kunnen houden dat zeer schadelijk is voor de nieuwe lidstaten.
Mijnheer de voorzitter, u hebt zich gericht op het behartigen van de belangen van Frankrijk in plaats van op de belangen van alle lidstaten van de Europese Unie.
(De vergadering wordt om 14.10 uur onderbroken en om 15.05 uur hervat)