Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2026(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0486/2008

Ingediende teksten :

A6-0486/2008

Debatten :

PV 17/12/2008 - 3
CRE 17/12/2008 - 3

Stemmingen :

PV 18/12/2008 - 6.6
PV 18/12/2008 - 6.7
CRE 18/12/2008 - 6.6
CRE 18/12/2008 - 6.7
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0622

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 17 december 2008 - Straatsburg Uitgave PB

3. Ontwerp van algemene begroting 2009, als gewijzigd door de Raad (alle afdelingen) (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0486/2008) van Jutta Haug en Janusz Lewandowski, namens de Begrotingscommissie, over het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, als gewijzigd door de Raad (alle afdelingen) (16257/2008 – C6-0457/2008 – 2008/2026(BUD)).

 
  
MPphoto
 

  Jutta Haug, rapporteur. (DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, het lijkt erop dat het voorzitterschap van de Raad nog niet helemaal aanwezig is in de zaal. Morgen staat in ieder geval de tweede lezing van de Europese begroting op de agenda. Naar alle waarschijnlijkheid zal de stemming niet lang duren. Dat we nog maar over weinig zaken hoeven te stemmen en dat er daarvan nog minder ter discussie staan, is te danken aan de constructieve samenwerking tussen alle collega's – zowel in de vakcommissies als in de Begrotingscommissie – en daarvoor wil ik iedereen heel hartelijk bedanken. Dit doet mij des te meer genoegen omdat ik weet dat dit niet vanzelfsprekend is. Dit geldt ook voor het ondersteunende werk dat is gedaan door het hele team van de Begrotingscommissie, het werk van alle fractiemedewerkers en de hulp van de persoonlijke assistenten, dus bedankt daarvoor!

Ik wil ook graag de Commissie bedanken voor haar bereidheid tot samenwerking. Niet iedereen was altijd even blij met wat de Commissie ons te zeggen had, maar we hadden er altijd wat aan, en ze heeft vooral op de verschillende niveaus met mij gesproken, wat we niet kunnen zeggen van het voorzitterschap van de Raad. Het Franse voorzitterschap van de Raad heeft het gepresteerd om tot nu toe niet één keer met mij, de algemeen rapporteur, te spreken – niet één keer! Ik heb zelfs tot op heden geen reactie ontvangen op een brief die ik vóór de trialoog van 13 november had geschreven, wat heel merkwaardig, heel verontrustend is.

Helemaal niet merkwaardig of verontrustend was evenwel het gedrag van de Raad als dusdanig tijdens de bijeenkomst van het bemiddelingscomité. Daar waren het gedrag en de attituden van de Raad als altijd. Ten eerste komt er in ieder geval geen herziening, ook geen kleine. Ten tweede gaan de betalingen hoe dan ook omlaag, ook als het gat tussen betalingen en vastleggingen een ravijn wordt. Ten derde wil men het niet uitgegeven geld van het lopende begrotingsjaar het liefst meteen terughebben. Sowieso zal er ongeveer 4,9 miljard euro terugvloeien naar de schatkisten van de nationale ministers van Financiën. Het Parlement is zielsblij dat het de Commissie ervan heeft kunnen overtuigen om een carry-over van 700 miljoen euro toe te zeggen voor plattelandsontwikkeling. We denken ook dat de bindende gezamenlijke verklaringen over de vereenvoudiging van de procedure en de versnelling van de implementatie van de structuurfondsprogramma’s, en ook de toezegging dat zo nodig snel meer geld voor betalingen zal worden voorgesteld, van pas zullen komen om het hoofd te bieden aan de taken van het komende begrotingsjaar.

Deze taken zullen niet echt klein zijn. De impact van de crisis op de financiële markten en de gevolgen ervan voor de reële economie zullen in al onze lidstaten worden gevoeld. Daarom is het Parlement best bereid om middelen vrij te maken voor het creëren of behouden van werkgelegenheid en voor het geven van economische stimulansen – naast het scala aan instrumenten dat de Europese Unie al tot haar beschikking heeft. We zijn bereid om zo snel mogelijk al het nodige te doen – natuurlijk niet lukraak, maar als duidelijk is voor welke projecten de middelen beschikbaar moeten worden gesteld en hoe zinvol deze zijn, zal niemand voor een gesloten deur komen te staan.

Het Parlement is ook bereid de financiële planning op middellange termijn onder de loep te nemen. Maar eerst moet de Raad een gemeenschappelijk standpunt innemen.

We stemmen daar morgen over in tweede lezing, maar ik heb het vage gevoel dat we stemmen over een begroting die nog in de steigers staat. De details zullen beetje bij beetje in de loop van het jaar van ons worden verwacht.

 
  
MPphoto
 

  Janusz Lewandowski, rapporteur. − (PL) Mevrouw de Voorzitter, de tweede lezing van de begroting van de Europese instellingen zal in beginsel een herhaling van de eerste lezing worden, en het is aan mij om uit te leggen waarom dat zo is.

In het geval van de Raad respecteren we het ‘gentlemen’s agreement’ en waarderen we de terughoudendheid van de Raad waar het gaat om de begrotingsuitgaven voor 2009, terwijl we erkennen dat er extra middelen nodig zijn voor de Reflectiegroep. Met betrekking tot de andere instellingen is het vermeldenswaardig dat de toegenomen behoefte aan middelen van de Europese Rekenkamer is toe te schrijven aan de aanbetalingen voor het nieuwe hoofdkantoor (uiteindelijk zal deze methode om het nieuwe hoofdkantoor te financieren kosteneffectief voor de Europese belastingbetaler zijn) en dat de extra middelen voor het Europees Hof van Justitie nodig zijn voor de nieuwe urgentieprocedure, waarvoor extra personeel moet worden aangenomen.

Wat het Europees Parlement betreft hebben we dit jaar het proefproject uitgevoerd. Het proefproject heeft bemoedigende resultaten opgeleverd, dankzij de voortreffelijke medewerking van de administratieve diensten van het Parlement, waarvoor ik de secretaris-generaal, de heer Rømer, persoonlijk wil bedanken. Dit testproject was niet zonder belang, omdat dit een bijzonder jaar voor het Europees Parlement wordt, vanwege de komende verkiezingen, de noodzaak om de verkiezingscampagne te financieren en de volledig nieuwe regeling aangaande de status van de leden van het Parlement, samen met een grotere transparantie bij het pensioenfonds en nieuwe regels voor het aannemen en financieren van medewerkers. Het feit dat de kwestie van de leden van het Parlement en hun medewerkers wordt aangepakt, is goed nieuws in een verkiezingsjaar.

Natuurlijk zal dit extra druk op de begroting van het Parlement leggen. We hebben echter ons best gedaan en het doel bereikt waar we al een aantal jaren naar streven, namelijk dat onze begroting, ondanks de specifieke behoeften van het Europees Parlement, niet meer dan 20 procent van de administratieve uitgaven van de Europese Unie uitmaakt. Het lijkt erop dat de stemming van donderdag kort zal zijn, dankzij de goede samenwerking tussen de coördinatoren en de geweldige medewerking van het secretariaat van het Europees Parlement. In dit verband wil ik speciaal Marianna Pari en Richard Wester noemen: dit zijn mensen die het verdienen om bij dit soort gelegenheden genoemd te worden.

 
  
MPphoto
 

  Dalia Grybauskaitė, lid van de Commissie. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil benadrukken dat de onderhandelingen over de begroting voor 2009 zeer specifiek en belangrijk zijn geweest en moeilijker dan ooit tevoren. In deze begroting ligt de grootste nadruk op groei en werkgelegenheid. Dit jaar waren de voorbereidingen voor de begroting ook gericht op de financiering van het instrument voor voedselhulp aan ontwikkelingslanden. Samen hebben we een evenwichtig akkoord weten te bereiken om dit bedrag van een miljard euro veilig te stellen.

Een begroting hebben is niet genoeg; we moeten die begroting ook correct en tijdig uitvoeren. In dat opzicht heeft het Parlement, gezien het feit dat cohesie een essentiële factor is voor het stimuleren van economische groei, het belang van een effectieve begrotingsuitvoering en de noodzaak van verbetering en vereenvoudiging benadrukt. We hebben daar tijdens de onderhandelingen mee ingestemd. De Commissie deelt deze doelstelling en heeft op 26 november voorstellen gepresenteerd voor versnelling van de tenuitvoerlegging en vereenvoudiging van het beheer van de structuurfondsen.

Afgelopen week heeft de Europese Raad zich volledig achter deze aanpak geschaard, en ik hoop nu dat we het gemakkelijk eens kunnen worden over de vereiste wijzigingen in de relevante juridische handelingen.

Vooruitkijkend naar de nabije toekomst moeten we allemaal erkennen dat we op korte termijn andere uitdagingen het hoofd zullen moeten bieden om de financiële en economische crisis in Europa aan te pakken. Het herstelplan voor de Europese economie dat de Commissie heeft gepresenteerd, bevat elementen die van invloed zullen zijn op de communautaire begroting voor volgend jaar. De Europese Raad steunde vorige week dit herstelplan. De Commissie heeft daarom een voorstel gepresenteerd om het meerjarige financiële kader te herzien in overeenstemming met het Interinstitutioneel Akkoord.

Dit moet in de komende maanden worden goedgekeurd door zowel het Parlement als de Raad en ik reken zoals gebruikelijk op medewerking, in het bijzonder van het Parlement.

Ik wil u er nog aan herinneren dat de onderhandelingen over de begroting voor 2009 van alle betrokkenen compromissen hebben geëist. Het is ook gebleken dat de beste resultaten kunnen worden bereikt in een sfeer van eerlijke samenwerking tussen de instellingen. Dat zou niet mogelijk zijn geweest zonder de constructieve en verantwoordelijke rol die het Parlement in alle fasen van het onderhandelingsproces heeft gespeeld. Ik wil ook nog wijzen op de cruciale rol van het voorzitterschap bij het bespreken van de standpunten van de lidstaten.

Tot slot wil ik mijn dank uitpreken aan het onderhandelteam van het Parlement en in het bijzonder de voorzitter, de heer Böge, de rapporteurs voor 2009, mevrouw Haug, met haar innovatieve benadering dit jaar, en de heer Lewandowski, en ook alle politieke coördinatoren van COBU, die de Commissie en het Parlement veel hulp hebben geboden.

Ik wens ons allemaal een positieve stem morgen en ik wens u allemaal een beter nieuw jaar dan verwacht.

 
  
MPphoto
 

  László Surján, namens de PPE-DE-Fractie. – (HU) We hebben gehoord over de moeilijkheden waarmee we te maken hadden. Ik denk dat we deze problemen onder leiding van Jutta Haug behoorlijk succesvol hebben weten op te lossen. Zij verdient dank voor haar werk en voor het feit dat alle fracties dit als hun eigen begroting kunnen zien.

Een begroting is politiek in cijfers. Wat is nu eigenlijk de boodschap die de Europese Volkspartij in deze begroting ziet? Wij denken dat er meer zekerheid moet worden geboden aan de Europese burgers, en de Europese Unie is hiertoe in staat en bereid. Ongeveer een derde van de begroting wordt besteed aan doelen die dit gevoel van veiligheid versterken. Dankzij de amendementen van de Europese Volkspartij en de Europese Democraten is het hiervoor gereserveerde bedrag met ongeveer 1 miljard euro verhoogd en daarmee is het onderwerp zichtbaarder geworden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de toename van de kredieten voor kleine ondernemingen, het behoud van arbeidsplaatsen en waar mogelijk het creëren van nieuwe banen, aan de ontwikkeling van achterstandsgebieden, energiezekerheid en de steun aan het plannen van projecten zoals Nabucco. Maar juist in deze tijd is ook voedselveiligheid heel belangrijk, om nog maar niet te spreken over de bescherming van de grenzen van het Schengengebied en het voorkomen van illegale immigratie.

Hoe goed deze begroting ook is, zij is uiteraard verre van perfect. Een deel van de fouten kan aan de lidstaten worden toegeschreven. Het is onaanvaardbaar dat de lidstaten geen gebruik maken van de mogelijkheden die de Europese Unie hun biedt, want miljarden euro’s blijven onbenut achter in de kas van de Europese Unie. Enkele lidstaten werpen kunstmatige barrières op en bemoeilijken de toegang tot aanbestedingen nog meer dan wij dat hier zelf al doen. Het streven van de Commissie om deze processen te vereenvoudigen is verheugend, maar we mogen niet toelaten dat de lidstaten effecten teweegbrengen en veranderingen in het leven roepen die averechts werken.

De fout ligt echter niet alleen bij de lidstaten. De Europese Unie is niet in staat snel te reageren op de uitdagingen in een veranderende wereld. Natuurlijk hebben we het probleem van voedselhulp opgelost, maar pas na verhitte discussies. En nu we vooruitgang zouden moeten boeken, hebben we ook problemen met de beheersing van de economische crisis. Ik denk dat we in de loop van de volgende periode en het volgende jaar wezenlijke vereenvoudigingen moeten doorvoeren binnen de bestaande kaders, in het belang van grotere flexibiliteit. Ik dank u voor uw aandacht en ik hoop op een goede begroting.

 
  
MPphoto
 

  Catherine Guy-Quint , namens de PSE-Fractie. – (FR) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, staat u mij toe dat ik tegen de Raad, die er niet is, “nou, de groeten hoor” zeg, evenals tegen het Franse voorzitterschap dat ook straalt door afwezigheid. Dit is echt uniek! Tegen jou, Jutta, zou ik het volgende willen zeggen. Jij dacht dat het Franse voorzitterschap jou niet had ontvangen als blijk van minachting. Ik denk echter dat deze afwezigheid juist de minachting vertolkt van dit voorzitterschap, en in ieder geval van zijn ministers, voor de begroting van de Europese Unie.

Ik zal de woorden van onze rapporteurs niet herhalen maar alleen even stil blijven staan bij een aantal opmerkingen. Ik moet er ook dit jaar weer op wijzen dat deze begroting ontoereikend en het financiële meerjarenkader inadequaat is. Er is gebrek aan kredieten voor de economische stimuleringsbeleiden, voor onderzoek, voor opleiding gedurende de hele levensloop, voor netwerken, voor steun aan kleine en middelgrote ondernemingen en micro-ondernemingen, en aan een territoriaal solidariteitsbeleid. Wat dit laatste aangaat, zijn met name de cohesiefondsen moeilijk uitvoerbaar, zodat er voor miljarden euro’s aan betalingskredieten ongebruikt blijven. Er is te veel geld voorzien voor de marktgeoriënteerde landbouw en door rechtsgrondslagen die nieuwe vastleggingen verbieden, blijft een ruime hoeveelheid geld onbesteed. De bedragen die voor plattelandsontwikkeling en voor het milieu bestemd zijn, worden vaak ook met moeite volledig besteed, de kredieten voor het veiligheidsbeleid en het justitieel beleid worden versnipperd en liggen ver beneden de openlijke toezeggingen van de Raad, terwijl de beleiden voor burgerschap en informatie ronduit armzalig zijn en geen echte communicatie naar de burgers toe mogelijk maken.

Maar het toppunt van gebrek aan werkelijkheidszin wordt toch wel gevormd door de beloften die gedaan worden in het kader van het externe optreden. De behoeften blijven groeien, conflicten en armoede worden steeds meer een vast verschijnsel - Somalië, Darfur, Azië, cyclonen, hongersnood, oorlog in Palestina, Kosovo, en nu ook nog Georgië -, terwijl de ter beschikking gestelde middelen niet verhoogd worden. Van jaar tot jaar wordt de mission impossible steeds meer een onmogelijke missie.

Het enige dat een sprankje hoop gewekt heeft, is het oprichten van een fonds van 1 miljard euro, nodig om in de armste landen te proberen de op de teelt van voedinggewassen gerichte landbouw te stimuleren. Door vertrouwen te stellen in de financiële vooruitzichten hoopten wij de uitvoering van de traditionele beleiden te kunnen voortzetten en binnen de beschikbare marges voldoende geld te vinden om deze wel heel bijzondere urgente situatie het hoofd te kunnen bieden, waar dan ook nog het opstarten van de strijd tegen de klimaatverandering bovenop komt. Maar je moet natuurlijk niet vergeten dat over het begrotingsakkoord onderhandeld wordt met de Raad, en dat de Raad – of ik kan beter zeggen: de 27 regeringen van de lidstaten – naast de traditionele problemen te kampen heeft met een financiële crisis waar de Europese economie door wordt bedreigd, maar die beleefd wordt als 27 nationale begrotingscrises.

Zo zien wij ons dus genoodzaakt over een begroting te stemmen die de verwachtingen van de afgevaardigden beschaamt, een begroting waar het verschil tussen vastleggingen en betalingen uiterst ongerust maakt over de eerlijke bedoelingen ervan. Zo min mogelijk willen bijdragen aan de inkomsten van de Unie noopt de lidstaten tot het innemen van gemakzuchtige en vruchteloze standpunten: ten eerste de betalingen minimaal willen spekken met als gevolg dat de betalingskredieten onder de 0,9 procent van het BBP blijven, waarbij de betalingsbeloftes nooit worden nagetrokken en ten tweede de uitvoering van de Europese beleiden in het eigen land niet willen bevorderen teneinde cofinanciering te vermijden en er zo voor te zorgen dat de ongebruikte kredieten terugkomen in het laatje van elke lidstaat.

Natuurlijk zullen de gebruikelijke beleiden van de Europese Unie, zo goed en zo kwaad als het gaat, worden uitgevoerd. Innoverende acties worden vaak aangezwengeld door onze proefprojecten en voorbereidende acties, maar worden door de Commissie uitgevoerd. Maar typerend voor de Europese begroting is dat men van alles belooft zonder dat er voldoende geld wordt geïnvesteerd of procedures worden opgestart waar elke lidstaat zich voor wil inzetten.

Dit jaar moeten wij ook twee dringende en nieuwe uitdagingen aangaan. De eerste is de strijd tegen de klimaatverandering. De conclusies van de Raad zijn op dat gebied bescheiden maar ze bestaan ten minste. Wij moeten de investeringen van dit jaar verwezenlijken en in 2010 verruimen. De tweede uitdaging is de aangekondigde economische stimulering van 200 miljard euro. Voor slechts 5 miljard zijn nieuwe bestedingen nodig. Er is dus behoefte aan een kleine herziening van de financiële vooruitzichten.

Gisteren heeft de fungerend voorzitter ons gezegd dat deze herziening een voldongen feit is maar van de Raad hebben wij te horen gekregen dat er geen meerderheid voor is. Hoe staat het er nu eigenlijk mee? In de Europese socialistische partij zijn wij er klaar voor.

Tot slot wil ik nog het volgende zeggen. Zo kan het niet verder, want het politieke Europa brokkelt zienderogen af. Het is hoog tijd om over te gaan tot een herziening van de financiële vooruitzichten, waardoor de ontvangsten en de uitgaven van Europa opnieuw in evenwicht worden gebracht, bepaalde onaantastbare beleiden niet langer heilig zijn en op doeltreffende en daadwerkelijke wijze beleiden worden gefinancierd die ten dienste staan van de bewoners van deze aarde.

Tot slot moet ik de Commissie veel geluk wensen. Aan u de taak nauwgezet deze begroting uit te voeren zonder ook maar een euro te verspelen, aan u de zorg de sceptische lidstaten aan te tonen en ervan te overtuigen dat de Europese Unie, politiek en budgettair, meerwaarde levert.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Anne E. Jensen, namens de ALDE-Fractie. (DA) Mevrouw de Voorzitter, ik wil graag eerst de rapporteurs, mevrouw Haug en de heer Lewandowski, bedanken voor hun intensieve en professionele werk aan de begroting. Ik wil ook graag onze voorzitter, Reimer Böge, en de commissaris, mevrouw Grybauskaité, bedanken voor hun bijdrage aan het vinden van oplossingen. De begroting is volledig onflexibel. Het begrotingskaders is onflexibel, aangezien we niet alleen onbenut geld vanuit het begrotingskader voor de landbouw overhevelen naar andere delen van de begroting, en de Commissie heeft er de laatste tijd bijna een gewoonte van gemaakt om dat gebrek aan flexibiliteit, die starheid, aan te vechten. Dat moeten we de Commissie niet kwalijk nemen. Ik ben van mening dat het goed is om nieuwe wegen uit te proberen en ik wil zeggen dat de ALDE-Fractie deze begroting en de oplossing die voor de voedingsmiddelenfaciliteit is gevonden, dat wil zeggen die miljard euro die gevonden is om meer voedsel in ontwikkelingslanden te genereren, van harte steunt. Het verheugt ons dat we erin zijn geslaagd een oplossing te vinden zonder dat daarvoor in andere programma's moet worden gesneden, aangezien we deze middelen hebben gevonden in het flexibiliteitsinstrument en de noodhulpreserve.

Het verheugt mij tevens dat de commissaris heeft toegezegd te onderzoeken of de structuurfondsprogramma’s vereenvoudigd kunnen worden. De komende jaren zullen we de historische taak hebben om ervoor te zorgen dat de nodige ontwikkelingen in de nieuwe lidstaten worden doorgevoerd, en dit is naar mijn mening een van de belangrijkste aspecten van de EU-begroting.

Natuurlijk hebben we ons er ook al over beklaagd dat er in de begroting een gebrek is aan initiatieven op het gebied van energie en vervolgens is er te elfder ure een memorandum gekomen, naar aanleiding van de financiële crisis, dat beoogt de groei ook via de EU-begroting te stimuleren. Wij hebben voorgesteld om vijf miljard te reserveren voor diverse initiatieven op energiegebied. Namens mijn fractie wil ik ook graag zeggen dat wij bereid zijn om hiervoor een oplossing te vinden, om de nodige financiering te vinden en snel aan de slag te gaan, maar als we kijken naar hoe de individuele programma’s zijn samengesteld – meer geld voor TEN-e, meer geld voor onderzoeksprogramma’s en meer geld voor CIP, programma’s dus die we goed kennen – moeten we er ook goed de tijd voor nemen om te onderzoeken of we dit op een verstandige manier doen. Niettemin kijk ik uit naar een goede samenwerking wat betreft deze aspecten en wil ik de Commissie bedanken voor het initiatief. Het is misschien een beetje treurig dat het zo laat komt, maar wij willen graag constructief aan deze aspecten werken.

 
  
MPphoto
 

  Helga Trüpel, namens de Verts/ALE-Fractie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, de begroting 2009 is niet minder, maar ook niet meer dan een compromis. Dat is ook geen wonder, zoals we net hebben gehoord. De financiële vooruitzichten staan ons niet toe om grote sprongen te maken. Daarvoor is de structuur van de Europese begroting momenteel veel te rigide, veel te onflexibel.

Toch gaan er een paar belangrijke signalen uit van de begroting 2009. We zijn er bijvoorbeeld in geslaagd om 1 miljard euro meer vrij te maken voor voedselhulp, dus voor de armsten der armen, en hopelijk voor een duurzaam landbouwbeleid in de armste landen. We zullen ook wat meer uitgeven aan het midden- en kleinbedrijf – heel belangrijk voor de economische ontwikkeling – en wat meer aan het tegengaan van klimaatverandering.

Maar er zijn nieuwe prioriteiten nodig. De Europese begroting moet worden herzien, en ik wil me in deze toespraak in het bijzonder richten tot de lidstaten, ook tot de regering van mijn vaderland, Duitsland. We moeten een antwoord hebben op de crisis voor de korte termijn, maar natuurlijk ook voor de middellange en lange termijn. De begroting van de EU kan natuurlijk geen vervanging zijn voor nationale begrotingen of nationaal beleid, maar als je je niet aanpast aan de crisis, heb je zeker al verloren.

Onlangs zag ik op de televisie een uitzending met een persconferentie waarin het hoofd van General Motors het Amerikaanse congres vroeg om nieuwe kredieten. Zijn argumenten luidden: “We need to build green cars, we need to invest in green technologies”, en hij had gelijk. Helaas was deze manager vrij laat tot dit inzicht gekomen, en de berg onverkochte Amerikaanse auto’s groeit. Het is inderdaad waar dat we onze economie anders moeten inrichten. Europa moet nieuwe, milieuvriendelijke, hoogtechnologische, ecologische producten maken, als we de komende jaren economisch succes willen boeken, zowel op de interne markt als de wereldmarkt.

We moeten de uitstoot van schadelijke stoffen flink reduceren. We moeten minder afhankelijk worden van olie. We moeten meer investeren in hernieuwbare energiebronnen en veel meer in onderzoek. Dit zal mogelijkheden creëren voor nieuwe producten dus ook voor nieuwe arbeidsplaatsen. We moeten zeker het landbouwbeleid veranderen; we moeten het koppelen aan ecologische energieproductie. Ook dat zal een nieuwe mogelijkheid bieden voor de Europese landbouwers.

We moeten ook meer uitgeven aan welbestede ontwikkelingshulp – niet uit liefdadigheid, maar omdat het een verstandig en strategisch beleid is om wereldwijd eerlijke handel te introduceren en echt een strategische benadering te ontwikkelen voor het wegnemen van de welvaartsverschillen op wereldniveau. We moeten ook eindelijk inzien dat we groei moeten koppelen aan milieubescherming en de strijd tegen klimaatverandering. We hebben een nieuwe kijk op groei nodig, en dat geldt niet alleen voor Europa, maar ook voor jonge industrielanden als India en China, en natuurlijk ook voor de Verenigde Staten.

We hopen van harte dat de nieuwe regering van president Obama een verandering zal brengen in de Amerikaanse manier van denken en in haar mening over het vervolg van het Kyoto-protocol. Dat moet echter ook allemaal zijn weerslag vinden in de Europese begroting en daarom zijn nieuwe prioriteiten zo belangrijk. We moeten een antwoord geven op de vraag waar het geld vandaan moet komen. Mijn fractie – de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie in het Europees Parlement – is van mening dat er meer milieubelasting nodig is. We moeten het CO2-verbruik belasten en we moeten eindelijk kerosinebelasting gaan heffen. De Europese begroting moet hierdoor voor een groot deel worden gespekt.

Alles wat we momenteel – dat wil zeggen om de paar maanden – van de Commissie horen, wijst er toch op dat de interne logica aangeeft dat we een herziening nodig hebben van de Europese begroting om de burgers te laten zien dat we het inderdaad begrepen hebben, dat we dingen willen veranderen, dat we nieuwe prioriteiten nodig hebben, dat we meer willen uitgeven aan onderzoek en ontwikkeling en dat we nieuwe aandrijftechnologieën nodig hebben.

Dan moeten we natuurlijk ook meer onderzoek gaan doen; dat gaat gewoon niet anders. We hebben het er al over gehad dat graan op tafel hoort en niet in een tank – ook dat moet de Europese Unie duidelijk maken. Tijdens de economische crisis moeten we meer geld steken in onderwijs, in het Erasmus Mundus-programma voor studentenmobiliteit en academische samenwerking en in levenslang leren. Dit is de enige manier om jonge mensen in Europa nieuwe mogelijkheden te bieden op de arbeidsmarkten van de toekomst en ook in hun persoonlijke levens.

We moeten meer investeren in culturele diversiteit – dit is de schat van de Europese Unie en burgers zullen ons ervoor bedanken als ze merken dat Europees geld ook echt bij hen in de buurt terechtkomt. Als we ons verantwoordelijk willen gedragen, moeten we meer doen aan preventief buitenlands beleid en niet pas reageren als het al te laat is. Ook dat hoort bij onze politieke verantwoordelijkheid. Het is belangrijk dat we op tijd in actie komen. Daarom hebben we meer middelen nodig voor het stabiliteitsinstrument.

Met het oog op de komende verkiezingen in juni moeten we de Europese burgers laten zien dat we het hebben begrepen, dat we moedig zijn en dat we bereid zijn om het Europese beleid te veranderen, ook met gepaste gematigdheid ten aanzien van de Europese begroting. Ik hoop en denk dat burgers dit zullen waarderen als het verkiezingstijd is.

 
  
MPphoto
 

  Wiesław Stefan Kuc, namens de UEN-Fractie. − (PL) Mevrouw de Voorzitter, ik verwelkom het feit dat er nog maar een paar amendementen op de begroting over zijn. Het is moeilijk te beoordelen wie er gelijk heeft, en we zullen de waarheid pas eind 2009 kennen. Het is een geluk dat we, na de goedkeuring van de begroting, veranderingen meteen aan het begin van het jaar kunnen doorvoeren, zoals we elk jaar doen.

Gisteren heeft de voorzitter van het Franse voorzitterschap, president Sarkozy, gezegd dat er minder over grote dan over kleine zaken wordt gedebatteerd. Dat kan hetzelfde betekenen als de uitspraak van commissaris Grybauskaitė dat we in de toekomst een volledig andere begroting moeten opstellen en dat we niet alleen de rubrieken van de begroting moeten veranderen, maar er ook voor moeten zorgen dat deze beter geïntegreerd zijn.

De huidige, gefragmenteerde begroting, die een groot aantal rubrieken heeft, is niet erg leesbaar. Het kost veel tijd om deze begroting op te stellen en het leidt tot veel discussie. In feit is deze begroting maar een paar dagen, zo niet een paar uur, echt actueel. Dat was het geval met de begroting voor 2008, waarin al tijdens de eerste vergadering van de Begrotingscommissie correcties werden aangebracht. Het zou te verkiezen zijn om bredere rubrieken in te voeren en vast te stellen voor welke doeleinden de middelen kunnen worden gebruikt. Dat zou de tenuitvoerlegging van de begroting aanzienlijk flexibeler maken en de Europese Commissie en het Europees Parlement meer mogelijkheden geven, omdat ze zo gedurende het hele jaar dat de begroting van kracht is, kunnen volgen hoe de middelen worden besteed en onmiddellijk kunnen reageren op behoeften die zich voordoen.

De recente verhoging van de middelen door de Raad in 2008, of de toename van de begrotingsmiddelen met 200 à 250 miljard euro voor de komende jaren, bewijst dat het geen zin heeft om het hele jaar door te debatteren over de details van de begroting voor het jaar daarop.

 
  
MPphoto
 

  Esko Seppänen, namens de GUE/NGL-Fractie. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, het totale bedrag van de betalingskredieten in de ontwerpbegroting voor volgend jaar is lager dan ooit. Er zal genoeg geld voor betalingen zijn als hetzelfde betalingsbeleid wordt gevoerd als in de afgelopen jaren. De Commissie zal de begroting niet volledig ten uitvoer leggen.

Gisteren besloot het Parlement de lidstaten bijna vijf miljard euro terug te betalen van de zes miljard euro die dit jaar niet voor betalingen is gebruikt, ook al was dat bedrag begroot om uit te geven. Aan de begroting voor volgend jaar werd een miljard toegevoegd voor voedselhulp. Nadat de Commissie dat had voorgesteld, halveerde de prijs van voedsel. De Europese Unie zal nu spoedig in haar eigen productie moeten ingrijpen. Er zijn in de wereld een miljoen mensen die honger lijden en hulp is natuurlijk nodig, maar de argumenten voor het Commissievoorstel zijn in een halfjaar verouderd.

Vorige week liet de Commissie zich bij de voorbereiding van de begroting in met pr en propaganda om reclame te maken voor haar programma voor het economisch herstel van de lidstaten. Dat is begrotingsacrobatiek en een schijnvertoning. De bijdrage van de Europese Unie van vijf miljard euro houdt in dat het geld van de ene begrotingslijn naar de andere wordt overgeheveld zonder dat de lidstaten gebonden zijn nieuw geld ter beschikking van de Europese Unie te stellen. Dat zijn geen adequate maatregelen om de schade door de mondialisering te herstellen. Wij hebben robuuste maatregelen nodig als medicijn tegen de “gekgeldziekte” en die maatregelen neemt de Europese Unie simpelweg niet. De Commissie en de Raad zijn niet bereid besluiten over dergelijke maatregelen te nemen.

 
  
MPphoto
 

  Nils Lundgren, namens de IND/DEM-Fractie. – (SV) Mevrouw de Voorzitter, zoals gewoonlijk hebben we hier een document dat een voorbeeldig stuk parlementair handwerk is van degenen die de begroting hebben voorbereid. Tezelfdertijd bevinden we ons in de absurde situatie dat we iets aan het doen zijn wat we niet zouden mogen doen. Wij bespreken momenteel hoe we meer geld moeten uitgeven. Dit Parlement vertegenwoordigt niet de belastingbetalers, probeert de uitgaven niet te beperken, maar maakt er zich zorgen over dat er onvoldoende geld wordt uitgegeven. Niet alleen wordt meer dan tweederde van het geld uitgegeven aan dingen waar we ons als Parlement niet bezig mee zouden mogen houden, het wordt ook voor volkomen verkeerde doeleinden gebruikt. Het geld gaat nog steeds naar landbouwbeleid, plattelandsontwikkeling en regionaal beleid, met andere woorden naar alle beleidsterreinen die de verantwoordelijkheid van de lidstaten zelf zijn en waar zij zelf voor zouden moeten betalen.

Er wordt, volkomen terecht, ook veel gezegd over 2009 als crisisjaar in Europa, de VS en de facto de hele wereld, en dan vragen wij ons af: wat moeten we doen? Hier? Mijn antwoord is dat we er hier niets aan kunnen doen. De landen in de EU spenderen misschien 40 à 45 procent van hun geld voor overheidsuitgaven. Eén procent komt deze kant op en wordt voor de verkeerde dingen gebruikt. Met deze aanpak zetten we onszelf buitenspel. Dank u wel.

 
  
MPphoto
 

  Sergej Kozlík (NI). – (SK) Mevrouw de Voorzitter, ik wil mijn waardering uitspreken voor de tekst van de resolutie van de Begrotingscommissie en haar rapporteur, mevrouw Haug, over de algemene begroting van de Europese Unie voor 2009. In deze tekst worden de risico’s van de EU-begroting voor volgend jaar op een grondige en alomvattende wijze in kaart gebracht.

In mijn opvatting is de belangrijkste nog openstaande kwestie de begrotingsmaatregel voor de impact van het EU-plan om de gevolgen van de financiële crisis op te vangen. De omvang van de crisis en de richting waarin deze zich zal ontwikkelen zijn nog niet bekend. De belangrijkste initiatieven zullen gericht zijn op duurzame ontwikkeling, het creëren van werkgelegenheid en steun aan kleine en middelgrote ondernemingen, evenals steun voor het vergroten van de cohesie tussen de regio’s, omdat dat van cruciaal belang is wanneer we de economische groei in Europa willen stimuleren.

In 2009 kunnen we verwachten dat er sneller een beroep zal worden gedaan op de middelen uit de structuur- en cohesiefondsen, vooral in de nieuwe lidstaten. Het is daarom op zijn plaats om nadrukkelijk te wijzen op de verplichting van de begrotingsautoriteiten om op tijd aanvullende betalingen ter beschikking te stellen. Een mogelijke bron van deze betalingen zou de reserve van 7,7 miljard euro onder het betalingsplafond van het meerjarig financieel kader kunnen zijn. In dit verband is het van essentieel belang om maatregelen te nemen die tot een vereenvoudiging van de mechanismen van de structuur- en cohesiefondsen leiden, om het voor de EU-lidstaten gemakkelijker te maken om daar gebruik van te maken.

 
  
MPphoto
 

  Salvador Garriga Polledo (PPE-DE). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, mevrouw de commissaris, ik zou de vertegenwoordiger van het Franse voorzitterschap, de heer Sorel, een compliment willen maken. Hij heeft namelijk laten zien hoe de samenwerking met de Begrotingscommissie eruit zou moeten zien en is bij al onze debatten aanwezig geweest.

Ook dit jaar kon het Parlement de behandeling van de EU-begroting met succes afsluiten, dankzij de ervaring van vele jaren onderhandelen tussen de Commissie, de Raad en het Europees Parlement. We kennen de grenzen van iedere instelling en zijn erin geslaagd om een akkoord te bereiken over de minima, waardoor de stemming morgen kan worden beschouwd als een institutioneel succes van de Europese Unie.

Op basis van al die jaren van samenwerking kunnen we echter ook zeggen dat dit akkoord over de minima dit jaar onder het niveau ligt dat onder normale omstandigheden het minimum zou moeten zijn.

Het probleem is dat deze ontwerpbegroting in maart of april is opgesteld. Dat is lang geleden en daardoor is geen rekening gehouden met de enorme omvang van de economische en financiële crisis. Dat hoeft ons echter niet te verbazen; ook bepaalde lidstaten hebben hun planning niet op tijd gemaakt.

Onze begrotingsprocedure is eigenlijk erg star. Het is niet mogelijk om tussendoor bij te sturen, maar het Europees Parlement heeft in eerste lezing voorstellen gedaan om het economisch herstel te bevorderen en de veiligheid van de burgers te verhogen, met name via amendementen van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten en van de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa. Sommige daarvan heeft de Raad overgenomen, andere niet.

Pas op het laatste moment, toen de bemiddeling al had plaatsgevonden, kwamen de Raad en de Commissie met grote ideeën over hoe de begroting van de Gemeenschap zou kunnen worden gebruikt om de economische groei weer op gang te brengen. Haastige spoed is zelden goed; de meest waarschijnlijke uitkomst is dan namelijk teleurstelling.

Het antwoord op de economische crisis moet uiteindelijk van de lidstaten komen, en niet van de Gemeenschap, en de begroting van de Europese Unie kan helaas niet het krachtige instrument voor het economisch beleid zijn dat het had moeten zijn.

Het is onbegrijpelijk dat er in tijden van economische voorspoed, indertijd in de periode 2005-2006, financiële vooruitzichten zijn goedgekeurd die zo krap en zo beperkt waren dat het jaarlijkse begrotingsbeleid daardoor niet kan worden gebruikt als anticyclisch instrument.

De jaarlijkse plafonds en het financieel meerjarenkader zijn een keurslijf, en zijn in crisistijden onbruikbaar.

Ik zou nog een laatste overweging willen noemen: de twee communautaire programma’s die het sterkst worden geraakt door het akkoord over de financiële vooruitzichten uit 2006, de trans-Europese netwerken en de plattelandsontwikkeling, zijn nu uitgekozen om vanuit Brussel de economische groei weer aan te zwengelen.

De vraag is dus: wie was er indertijd voor verantwoordelijk dat er zo in gesnoeid is?

 
  
MPphoto
 

  Göran Färm (PSE).(SV) Mevrouw de Voorzitter, collega’s, als rapporteur voor de begroting van de Commissie industrie, onderzoek en energie moet ik zeggen dat wij het er in de commissie al in een erg vroeg stadium, nog voor de crisis toesloeg, over eens werden dat we met name klimaat- en energiemaatregelen alsmede kleine en middelgrote ondernemingen een hoge prioriteit moesten toekennen. In de Begrotingscommissie zijn we nu tot dezelfde conclusie gekomen en ik zou de rapporteurs willen bedanken voor de buitengewoon goede samenwerking met betrekking tot de begroting dit jaar. We beklemtonen ook de noodzaak om ons toe te spitsen op investeringen in gemeenschappelijke groei en infrastructuur

Ik heb zonet naar de heer Lundgren van de Fractie Onafhankelijkheid/Democratie geluisterd. Hij heeft dit natuurlijk volkomen verkeerd begrepen. Niemand gelooft dat we een zo grote EU-begroting zouden kunnen hebben dat de EU zelf de inspanningen om de economische situatie te verbeteren tegen zou kunnen gaan. Wat we moeten doen zijn gemeenschappelijke dingen die de lidstaten niet zelf aankunnen, de EU uitbouwen tot een gemeenschappelijke markt, een echt gemeenschappelijke markt. Nu we de belemmeringen voor de handel uit de weg hebben geruimd, moeten we ook voor gemeenschappelijke infrastructuur zorgen, met name gemeenschappelijke energie-infrastructuur, en gemeenschappelijk onderzoek om wereldwijd het voortouw te nemen. Dat is natuurlijk waar het om gaat; het gaat er niet om de lidstaten iets af te nemen.

In 1999 voerde ik voor het eerst het woord in dit begrotingsdebat. Waar hadden we het toen over? Wel, over dezelfde dingen als vandaag – banen en groei, vereenvoudiging, betere effectiviteit, meer flexibiliteit voor de begroting om de EU meer mogelijkheden te geven om snel op nieuwe uitdagingen te reageren. Helaas gaan we echter nog te veel op de oude voet voort. Daarom zijn we ingenomen met het initiatief van de Commissie in verband met het herstelplan, ook al is het wel heel snel opgesteld.

Ik denk in ieder geval dat het belangrijkste wat we nu kunnen doen erin bestaat een realistischere en stabiele verandering van het communautair begrotingsbeleid tot stand te brengen. Uit de resultaten van de open coördinatie van de Commissie betreffende de langetermijnbegroting blijkt waar het om gaat: een stabiele investering op lange termijn in groei-, milieu- en klimaatbeleid. Dat betekent ook dat we een einde kunnen maken aan de huidige situatie met ad-hocinspanningen om de financiële vooruitzichten voortdurend te herzien. De langetermijnbegroting heeft nu een andere structuur nodig. Dat is het belangrijkste wat de Commissie nu kan doen. Dank u.

 
  
MPphoto
 

  Nathalie Griesbeck (ALDE) . – (FR) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, geachte collega’s, ook dit jaar heeft de begrotingsprocedure ons Parlement er toe gedwongen vinnig te onderhandelen over zowel het totale bedrag van de begroting 2009 als over de prioriteiten die wij hebben gesteld om op het gebied van de groei en de werkgelegenheid – in het kader van een goed doordachte economie maar ook in een context van mondiale crisis – evenals op dat van het buitenlands beleid en van de in rubriek 3 :“Burgerschap, vrijheid, justitie” beoogde beleiden de gestelde doelen te halen.

Zoals wij altijd al hebben gezegd en herhaald, is het financieel meerjarenkader krap bemeten en is deze diepgaande hervorming absoluut nodig, want anders zullen wij in de toekomst nog minder dan nu kunnen voldoen aan de vele behoeften die inherent zijn aan een Europa dat tot 27 leden is uitgebreid.

In dit verband is de door de rapporteurs ingediende begroting eigenlijk het maximaal haalbare en ik ben blij vanmorgen van mevrouw de commissaris te hebben gehoord dat er een akkoord is bereikt over de hoogst noodzakelijke herziening van het meerjarenkader. Ik dank haar geen moment van onze zijde te zijn geweken en ook ik uit mijn spijt dat de minister voor begrotingszaken, die in het begin van de vergadering even op het elektronisch informatiebord aangekondigd werd, het niet wenselijk heeft geacht hier naar toe te komen.

Ik verheug me, met betrekking tot de begroting, vooral over de inspanningen die zijn geleverd ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen en micro-ondernemingen, de opwarming van het klimaat, de strijd tegen energieafhankelijkheid en ook over de maatregelen die zijn genomen voor een menselijker, humanistischer en slagvaardiger Europa, zodat in de migratiebeleiden de fundamentele problemen kunnen worden aangepakt.

Ik wil toch nog mijn ongerustheid naar voren brengen over de voor de plattelandsontwikkeling uitgetrokken kredieten en nogmaals aan de kaak stellen dat dit beleid ten gunste van de plattelandsgebieden het kind van de rekening is geworden.

Rest mij nog Jutta Haug, Janusz Lewandowski en de voorzitter van de Begrotingscommissie hartelijk dank te zeggen.

 
  
MPphoto
 

  Zbigniew Krzysztof Kuźmiuk (UEN). − (PL) Mevrouw de Voorzitter, ik wil in dit debat drie punten naar voren halen.

In tijden van een zich verdiepende financiële en daardoor ook economische crisis in de Europese Unie, is deze begroting buitengewoon klein. Vastleggingen die maar net iets meer dan 1 procent van het bni bedragen, betalingen die slechts 0,9 procent bedragen en vooral de marge van 3,2 miljard euro zijn een teken dat de grootste lidstaten van de Europese Unie de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie niet willen financieren.

In de tweede plaats gaat de Europese Unie heel gemakkelijk extra verplichtingen aan die niet in de financiële vooruitzichten zijn voorzien. Onlangs is een miljard euro extra gereserveerd voor het voorkomen van honger in de derde wereld, terwijl er een half miljard is toegezegd voor steun aan de wederopbouw van Georgië. Deze uitgaven, die absoluut gerechtvaardigd zijn, zullen ten koste moeten gaan van andere belangrijke activiteiten, activiteiten waaraan de Unie heeft zich al veel eerder financieel heeft verbonden.

Tot slot hebben individuele lidstaten, en in het bijzonder de rijkere, zoals Polen, om uit de economische crisis te komen, hun hoop gevestigd op financiering vooraf van projecten met behulp van de structuurfondsen. Ik hoop dat we uit deze buitengewoon bescheiden begroting op deze manier toch grote investeringsprojecten zullen kunnen financieren.

 
  
MPphoto
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL).(PT) Zoals we in oktober al hebben aangegeven zou de kern van de EU-begroting voor 2009 moeten bestaan uit beleidsmaatregelen voor het doeltreffend bestrijden van de steeds ernstiger wordende economische crisis en uit met die maatregelen verband houdende begrotingslijnen.

Het zou dus een goede zaak zijn geweest als er meer middelen waren vrijgemaakt voor de fondsen ter bevordering van de economische en sociale cohesie, en als deze fondsen zouden worden aangesproken voor het verhogen van de koopkracht van de werknemers. In het voorstel voor de EU-begroting 2009 worden de betalingen echter tot een nooit eerder vertoond laag niveau teruggebracht – het totaal aan kredieten bedraagt 4 miljard euro minder dan in de begroting voor 2008. Dat is minder dan het bedrag dat is vastgelegd in het meerjarig financieel kader 2007-2013 en dat hoe dan ook al ontoereikend was. Relatief gezien is dit de laagste begroting sinds Portugal tot de EEG toetrad.

De voor 2009 voorgestelde begroting zou het Europees herstelplan ondersteunen en invulling geven aan de zogenaamde Europese solidariteit. In werkelijkheid luidt het devies “iedereen voor zich”. Met andere woorden: we hebben hier te maken met een beleid dat de ongelijkheden tussen de economisch sterker ontwikkelde landen en de cohesielanden nog eens accentueert.

En dat terwijl we nu juist dringend behoefte hebben aan begrotingsmaatregelen die werkelijk steun inhouden voor kleinschalige landbouw en familiebedrijven in de landbouw, voor de visserij, de textiel- en schoeiselindustrie, de scheepsbouw en micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, ofwel maatregelen ten behoeve van productieve sectoren in elke lidstaat, maar zeker in de cohesielanden, en banen met rechten en een waardig loon voor de werknemers.

 
  
MPphoto
 

  Jeffrey Titford (IND/DEM). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ‘arrogantie’ is het woord dat in mij opkomt als ik dit lange verslag lees, want de tekst is ervan doordrongen. Paragraaf 25 betreurt bijvoorbeeld het feit dat de beschikbare financiële middelen ‘zoals ze nu zijn onvoldoende zijn om de EU een rol te laten spelen als wereldwijde speler’. Dezelfde paragraaf heeft het over het vermogen van de EU om ‘haar rol als wereldwijde partner te spelen’. Wie heeft ooit gewild dat de EU een dergelijke rol zou spelen? Waarom vindt zij zichzelf zo belangrijk? In mijn land heeft in elk geval niemand mogen stemmen over de ontwikkeling van de EU als een wereldwijde speler. Ons is verteld dat het een gemeenschappelijke markt was, die goedkope wijn en leuke vakanties zou opleveren.

Ik merk ook op dat de ‘wereldwijde speler’ een handelsmerk wil, dat moet worden gebruikt in alle communicatie met de massa, en een grote voorlichtingscampagne voor de verkiezingen van 2009. ‘Voorlichting’ betekent in dit geval ‘hersenspoeling’, want de EU zal zichzelf ongetwijfeld verkopen als het beste wat de mensheid is overkomen na de uitvinding van de penicilline, en niet als de potsierlijke vijand van democratie en vrijheid van gedachte die zij in werkelijkheid is.

De eerder genoemde arrogantie druipt over alles wat zij aanraakt. Er is geen beter voorbeeld dan de recente schandalige en respectloze behandeling door aanwezige leden van president Klaus, een staatshoofd, tijdens een bijeenkomst in Praag. Ik verzeker u dat de EU geen enkel democratisch mandaat heeft voor het in deze begroting vastgelegd imperialisme.

 
  
MPphoto
 

  Jean-Claude Martinez (NI ). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, met kerst krijgen jongetjes rode autootjes om brandweer te spelen en meisjes Barbiepoppen en daar mogen zij dan zelf allerlei spelletjes mee bedenken.

Met de Europese Commissie en de Raad is het net zo. Deze hebben de beschikking over een kleine begroting om openbare financiën mee te spelen en delen daarmee kleine porties uit: een schepje voor Galileo, een schepje voor Kosovo en ook nog een schepje voor Palestina. Er is zelfs wat voor fruit op school.

Een ware economische en financiële tsunami beukt los op de auto-industrie, op de onroerendgoedsector, op de dienstensector, terwijl wij zitten te spelen met een begroting van 116 miljard dollar, hetgeen neerkomt op de omvang van de Spaanse begroting voor 42 miljoen of misschien 45 miljoen inwoners, terwijl wij 400 miljoen inwoners tellen. En dan heb ik het maar niet over de Amerikaanse begroting van 2000 miljard euro.

Een heel continent staat aan de vooravond van een recessie, terwijl wij begrotingstechnisch vliegepoepjes zitten te wegen op een weegschaal van spinnenweb. En wij blijven maar rondbazuinen dat één procent van het bruto nationaal inkomen de regel is en dat de tekorten niet hoger mogen zijn dan drie procent.

Er vallen hier twee lessen uit leren. Ten eerste moet je je de vraag stellen hoe je een financieel meerjarenkader kan hebben voor zeven jaar als je de prijs van een vat olie niet kunt inschatten, en deze van 100 naar 40 daalt terwijl Goldman Sachs een raming van tweehonderd hanteerde. Wetenschappelijk gezien, pure nonsens!

De tweede les is dat de hele begrotingshistorie aangeeft dat de juridische plafonds, de Gramm-Rudiman-Hollingswet in de Verenigde Staten, en de éénprocentregel van het nationaal inkomen op dezelfde dwaasheid berusten. De openbare financiën worden empirisch en niet dogmatisch gestuurd. Voor een verandering van het economisch klimaat hadden wij een budgettair energieplan nodig. Zoiets zou dan een grote continentale lening heten. Maar daarvoor was een trendbreuk nodig en zoiets vraagt om een ruimere visie!

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Ik zou alle leden willen vragen niet te snel te spreken, want de tolken kunnen het niet bijhouden.

 
  
MPphoto
 

  Reimer Böge (PPE-DE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, om te beginnen wil ik de rapporteurs bedanken, de heer Lewandowski en mevrouw Haug, evenals de coördinatoren en de medewerkers van het secretariaat en de fractie. Vooral de laatsten hebben soms bovenmenselijk veel moeten overwerken, zoals elk jaar weer. Ik bedank ook het Franse voorzitterschap van de Raad voor de goede en eerlijke onderhandelingen. Ik weet dat het Franse voorzitterschap bereid zou zijn geweest om een stukje verder te gaan, als hiervoor een meerderheid was geweest in de Raad. Ik wil ook benadrukken dat de Commissie zich in de onderhandelingen zeer constructief heeft opgesteld. Mevrouw de commissaris – als ik dit hier openlijk mag zeggen – aangezien we uiteindelijk een goede werkrelatie tot stand hebben gebracht, zou ik er niets op tegen hebben als u volgend jaar hier weer als kandidaat zou optreden.

Dames en heren, de begroting 2009 is verdeeld in drie fasen. Over de eerste fase stemmen we morgen. We financieren de basisbehoeften van de Europese Unie met 133,7 miljard euro aan vastleggingen en 116 miljard euro aan betalingen en we zijn er in geslaagd om met een noodoperatie – via aanpassing van het Interinstitutioneel Akkoord, gebruikmaking van het flexibiliteitsinstrument en een herschikking in rubriek 4 – een levensmiddelenfonds op de rails te krijgen. Het is goed dat dit nu op de rails staat, maar we moeten ook duidelijk maken dat een heroverweging van de bestaande ontwikkelingsinstrumenten, in zowel de ontwikkelingssamenwerking binnen deze begroting als het Europees Ontwikkelingsfonds, ook bij dit pakket hoort, als we een betere oplossing en betere vooruitzichten willen realiseren op de lange termijn, ook voor de voedselveiligheid in de ontwikkelingslanden. Hieruit blijkt overigens ook het grote belang en de noodzaak van een grondige herziening van rubriek 4 – De EU als globale partner.

Over fase 2 zullen we moeten hebben zodra het financiële voordeel van de overeengekomen verklaring effect gaat sorteren. Dan zal het namelijk gaan over het versnellen en vereenvoudigen van de bestaande regels voor de structuurfondsen en de implementatie van de plattelandsontwikkeling. Als we hier allemaal ons huiswerk doen in het eerste kwartaal, moet en zal dit resulteren in aanvullende begrotingen met hogere betalingen voor de structuur- en landbouwfondsen, wat ook de economische ontwikkeling zal ondersteunen. Als we er dan niet in slagen om in de loop van het jaar 120 miljard euro extra betalingskredieten te verkrijgen, moet dat administratieve en politieke gevolgen hebben. Een ander scenario is niet te verdedigen.

Het derde punt heeft te maken met het economisch herstelprogramma. De cijfers uit de Europese begroting waarover wij discussiëren, gaan veeleer over een later stadium, en daarom wil ik hier twee dingen over kwijt. Ten eerste is het goed en belangrijk dat de Europese Investeringsbank erbij betrokken raakt, maar er mag op lange termijn geen nieuwe schaduwbegroting ontstaan naast de Europese begroting; dat zou onacceptabel zijn. Ten tweede zijn wij bereid om de beoogde herziening te garanderen op basis van de juiste projecten en de vereiste procedures, samen met de prioriteiten voor de interconnectie van energienetwerken overeenkomstig het solidariteitsbeginsel uit het Verdrag van Lissabon ten aanzien van het energiebeleid, en willen wij breedbandbekabeling in achtergebleven gebieden op de rails zetten, als aanvulling op alle andere nodige maatregelen die al op de agenda staan.

 
  
MPphoto
 

  Costas Botopoulos (PSE) . – (FR) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, geachte collega's, ik zou allereerst willen opmerken dat de afwezigheid van de vertegenwoordiger van de Franse regering vandaag een andere kant laat zien van een voorzitterschap dat overigens warm geprezen is voor zijn politieke successen. Deze andere kant van dit voorzitterschap, dat niet meedoet met het collectieve spel, steekt ook schril af bij de reactie van onze commissie en van mevrouw de rapporteur, die de begroting juist in onderling samenspel heeft behandeld.

(EL) Geachte collega´s, ik wil graag zeggen dat de begroting waarover wij vandaag debatteren en morgen stemmen gekenmerkt wordt door een succes, dat echter nog hard gemaakt moet worden, en drie grote problemen. Het succes is natuurlijk het feit dat wij erin geslaagd zijn om, zij het dan te elfder ure, in de begroting voedselsteun op te nemen. Voedselsteun is hard nodig en toont aan dat Europa de problemen van deze tijd begrijpt.

Er zijn echter ook drie grote problemen.

Ten eerste is deze begroting, in deze tijd van economische crisis – die niet in september 2008 is begonnen maar waarvan wij een jaar geleden al voortekenen hadden ontvangen – in het geheel niet opgewassen tegen de moeilijkheden. Zij staat geheel buiten de realiteit. Er is een heel laag niveau van vastleggingen en het is zelfs niet zeker dat deze ook allemaal zullen worden verwezenlijkt. Het tweede probleem is ook al door vele anderen genoemd en betreft de structuurfondsen. Het is ongelooflijk hoeveel geld van de structuurfondsen uit de begroting van het voorafgaand jaar terugvloeit en er niets gedaan wordt om ervoor te zorgen dat het de volgende keer wel zal lukken. Heel het systeem moet worden hervormd. Het derde probleem betreft de twijfels die wij hebben over het programma voor economische steun, die fameuze 200 miljard waarvan er 30 uit de communautaire begroting moet komen. Opnieuw hebben wij ook hier geen enkele aanwijzing dat dit geld ook inderdaad gevonden zal worden, ofschoon het gevonden moet worden, want wij hebben het nodig.

 
  
MPphoto
 

  Jan Mulder (ALDE). - Voorzitter, om te beginnen, zou ik ook al de acteurs willen bedanken voor hun rol dit jaar in het begrotingsproces. We zijn er weer in geslaagd om een begroting voor 2009 vast te stellen. Het gebruikelijke ritueel heeft weer plaatsgevonden in de Raad met een dag vergaderen.

Als ik daaraan terugdenk, dan is een van de dingen die me opviel, wat voor belang sommige groeperingen hechten aan een bepaald percentage van betalingskredieten. Ik zie niet in dat het belangrijk is of het 0,88, 0,92 of 0,9 is; het moet voldoende zijn. Misschien is het wel zo dat volgend jaar het bruto nationaal product zou kunnen dalen. Dan zou het boven de 0,9 uitstijgen die nu is afgesproken. Zou dat werkelijk een gevoel van voldoening geven aan de verschillende groeperingen in het Parlement? Ik begrijp dat niet. Dus, betalingspercentages moeten voldoende zijn, niet meer of minder. En anders kan er altijd nog een aanvullende begroting komen later in het jaar.

Eén proefproject zou ik naar voren willen brengen, namelijk een proefproject in het kader waarvan een studie wordt verricht over de rechtvaardiging van de inkomenstoeslagen na de periode van 2013. Ik zou dat warm in de belangstelling van de Commissie willen aanbevelen, want als wij volgend jaar de discussies daarover beginnen, dan denk ik dat het belangrijk is dat wij weten waarom wij die inkomenstoeslagen geven. Is dat werkelijk een betaling voor verleende diensten, ja of nee?

 
  
  

VOORZITTER: MAREK SIWIEC
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Seán Ó Neachtain (UEN). – (GA) Mijnheer de Voorzitter, ik verwelkom de aanbevelingen die worden gedaan in de ontwerpbegroting van de Europese Unie voor volgend jaar, en in het bijzonder de aanbevelingen met betrekking tot het vredesproces in Noord-Ierland. Er wordt financiële steun gegeven voor het programma PEACE III en voor het Internationaal Fonds voor Ierland.

Ik ben ook blij dat in de begroting financiële steun wordt gegeven aan het vredesproces op de Balkan en in Palestina. De Europese Unie zal ook helpen bij de wederopbouw van Georgië. Dat is het grootste vredesproces van de wereld. Ook wordt financiële steun gegeven aan de arme landen, en die gewoonte proberen we in stand te houden. De Europese Unie moet in het voorste gelid strijden als het erom gaat de millenniumontwikkelingsdoelen in 2015 te verwezenlijken.

 
  
MPphoto
 

  Søren Bo Søndergaard (GUE/NGL). - (DA) Mijnheer de Voorzitter, een van de meest elementaire taken van een parlement is het controleren van de boekhouding. Daarvoor moet het parlement natuurlijk inzicht kunnen krijgen in de verschillende posten. Om deze reden is het volledig onacceptabel dat de Raad doorgaat met zijn gesloten houding. We hebben vandaag vernomen dat het Franse voorzitterschap heeft nagelaten op iedere vraag van de verantwoordelijke rapporteurs van het Parlement voor de begroting van 2009 te antwoorden en als rapporteur voor de Commissie begrotingscontrole voor het verlenen van kwijting aan de Raad voor de begroting van 2007 kan ik daaraan toevoegen dat de Raad ook niet bereid was op mijn vragen te antwoorden. De Raad heeft dus niet alleen een gesloten houding als het gaat om de toekomst, maar ook als het gaat om het verleden. Dit probleem speelt niet alleen bij het Franse voorzitterschap, maar is meer een algemeen probleem van de Raad. De Raad noemt als argument onder andere een zogenaamd "gentlemen's agreement" tussen de Raad en het Parlement uit 1970. Neem me niet kwalijk, maar 1970? Dat was toen de Europese Unie nog de Europese Gemeenschappen heette. Destijds bestonden de Europese Gemeenschappen uit een handvol lidstaten en werd het Parlement niet gekozen, maar benoemd. Dit "gentlemen's agreement" behoort daarom tot het verleden en heeft vandaag de dag geen enkele waarde meer. Als Parlement moeten we openheid, volledig inzicht en medewerking van de Raad eisen.

 
  
MPphoto
 

  Patrick Louis (IND/DEM) . – (FR) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, de Europese Rekenkamer heeft voor het veertiende opeenvolgende jaar geweigerd een betrouwbaarheidsverklaring af te leggen over de begroting van de Europese Unie.

De boekhoudprocedures van de Commissie zijn weliswaar positief bejegend door de Rekenkamer - hetgeen natuurlijk weinig om het lijf heeft- maar het is opvallend dat slechts acht procent van de rekeningen van de Europese Unie een betrouwbaarheidsverklaring heeft gekregen. Het is voor iedereen duidelijk dat met dit tempo geen enkele particuliere onderneming zo'n kritiek lang zou overleven. Dat betekent dat 92 procent van de Europese begroting, ofwel meer dan 100 miljard euro, nog steeds besmet is door een veel te hoog percentage onjuistheden en onregelmatigheden.

Ik herhaal letterlijk wat er in het verslag staat. Naast onregelmatigheden zien wij talloze onbezonnenheden. Als een communicatiebureau bijvoorbeeld een begroting van 15,4 miljoen euro opstelt om een stembus met de leuze "Stemmen kan je overal" de ruimte in te sturen, mogen de gewone mensen terecht denken dat ze voor de gek worden gehouden.

In de huidige situatie, waarin zowel de huishoudingen als de overheden de buikriem moeten aansnoeren en Frankrijk voor zeven miljard euro nettobetaler is, moeten wij er mee ophouden de Franse en Europese belastingbetalers te zien als de sinterklazen van de Europese Unie want dan krijgen wij in juni geen lekkers maar de roe.

 
  
MPphoto
 

  Andreas Mölzer (NI).(DE) Mijnheer de Voorzitter, door constant het dogma van de zelfregulerende markt te herhalen heeft de EU niet alleen nagelaten om duidelijke grenzen af te bakenen, regels op te stellen en overzicht te behouden, maar heeft ze ook continu verzuimd zichzelf los te maken van de financiële markten van de Verenigde Staten. Ze heeft daarmee haar plicht verzaakt om de Europeanen te beschermen tegen de negatieve gevolgen van globalisering.

Jarenlang is ons verteld dat er geen geld was voor de sociale sector en de zorg, en toch werden er miljoenen euro’s over de balk gesmeten voor prestigieuze projecten, zoals het Europees Bureau voor de grondrechten dat zijn budget bijna verviervoudigd zag ondanks hevige kritiek van de Rekenkamer. Nu de burgers zich opnieuw in de steek gelaten voelen door de EU en er massawerkloosheid dreigt, bewapent Brussel zich met een nieuw economisch herstelprogramma van 200 miljard euro dat volgens mij een lege doos is.

Uiteindelijk zal het waarschijnlijk niet echt aankomen op de hoogte van het bedrag, maar op de trefzekerheid van de maatregelen die daadwerkelijk worden genomen.

 
  
MPphoto
 

  Ville Itälä (PPE-DE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteurs, mevrouw Haug en de heer Lewandowski, en de coördinatoren bedanken voor hun uitstekende en zeer verantwoordelijke werk. Ik wil ook de voorzitter van de Begrotingscommissie, de heer Böge, bedanken voor zijn krachtige optreden. Daarmee heeft hij bijgedragen aan het bereiken van dit goede eindresultaat.

Wij zitten midden in een belangrijke tijd: er staat een economische crisis voor de deur en wij moeten overwegen hoe het Europees Parlement de juiste signalen aan de burgers kan geven. Ik wil rapporteur Lewandowski bedanken voor het feit dat hij niet de volledige 20 procent toename gebruikt. Dat toont aan dat wij onze verantwoordelijkheid tegenover de belastingbetaler kennen. Als wij in ogenschouw nemen dat volgend jaar een verkiezingsjaar is en dat er een nieuw Statuut van de leden komt, dan was dit zeer lastig werk, maar het eindresultaat is uitstekend.

Ik wil één punt uit het verslag van mevrouw Haug lichten en dat is de nieuwe begrotingslijn ‘Oostzeestrategie’. Hier is enig debat over geweest en ik ben blij dat er een besluit over is genomen, omdat deze begrotingslijn een mogelijkheid biedt: zij is een grote stap naar verbetering van de toestand van de Oostzee.

Aangezien de Commissie haar Oostzeestrategie voor volgend jaar voorbereidt, is het belangrijk dat hiervoor ook een begrotingslijn bestaat. Strategieën betekenen niets als zij alleen op papier bestaan en dus moeten wij inhoud aan de strategie geven. Zodra de Commissie haar eigen werk klaar heeft, is het voor ons natuurlijk gemakkelijker inhoud aan de relevante begrotingslijn te geven.

Aangezien wij bovendien weten dat het komende Zweedse voorzitterschap de Oostzeestrategie tot zijn prioriteit maakt, is dit exact de juiste tijd om haar in de begroting op te nemen. Daarom wil ik iedereen wijzen op deze belangrijke zaak en één van de prioriteiten van volgend jaar.

 
  
MPphoto
 

  Vicente Miguel Garcés Ramón (PSE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, we zijn aan het einde van het moeizame en ingewikkelde begrotingsproces gekomen. Morgen gaan we stemmen, en ik ga er van uit dat er een goed resultaat uit de bus zal komen.

De wereld maakt een ernstige crisis door, en het epicentrum ervan is het financiële systeem, dat ook de reële economie heeft besmet. Dat betekent dat we ons beleid moeten aanpassen om ons economisch model op een nieuw fundament te plaatsen, het verval van de productiestructuur op te vangen en de perverse gevolgen te beperken die dit heeft voor de samenleving en voor het klimaat.

Ook wij moeten onze verantwoordelijkheid nemen. We moeten van de begroting voor 2009 een goed instrument maken, een instrument dat ertoe bijdraagt om de crisis te overwinnen. We moeten verder gaan met de opbouw van het sociale Europa, het Europa van de burgers en de grondrechten; dat is onze bestemming. Ons Europa moet integratie in zijn vaandel schrijven, en als voorbeeld zou ik de opname in de begroting willen noemen van het proefproject voor de integratie van de Roma. Ons Europa moet solidair zijn, naar binnen en naar buiten, en we moeten beginnen bij onze zuider- en oosterburen.

Ik wil nog graag ingaan op de begrotingsdimensie van het Proces van Barcelona, dat we nu de Unie voor het Middellandse Zeegebied noemen, en waarvan we zoveel verwachten. We willen een Europa dat in staat blijft om zijn bevolking te voeden, en effectief te strijden tegen de gesel van de honger en de sociale uitsluiting overal ter wereld. Het eigenlijke doel is altijd om duurzame ontwikkeling en vrede voor de volkeren mogelijk te maken.

Beste collega’s, de stemming morgen is de eerste stap in het leven van de begroting van de Unie voor 2009. Daarna moet die begroting efficiënt worden uitgevoerd, en zo nodig gerevideerd. Wij blijven waakzaam.

Ik zou van de gelegenheid gebruik willen maken om iedereen het beste te wensen voor het komende jaar.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Dăianu (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de EU-begroting wordt besproken in een tijd van toenemende angst met betrekking tot de economische crisis die de lidstaten overspoelt. Deze crisis dwingt de Commissie, de Raad en het Europees Parlement na te denken over manieren waarop de begrotingsmiddelen van de EU kunnen worden gebruikt om de economische neergang te bestrijden.

Een aanzienlijk snellere uitbetaling van de structuurfondsen in de nieuwe lidstaten is in deze nieuwe omstandigheden essentieel en de intentie van de Commissie met betrekking daartoe is zeer welkom. Deze intentie moet echter wel worden vertaald in concrete handelingen en de EU-begroting moet klaar zijn voor het geval er extra betalingen moeten worden toegekend, zoals het verslag terecht benadrukt. Dat hangt overigens af van de vereenvoudiging van de procedures.

Voor de nieuwe lidstaten buiten de eurozone is de speelruimte om de begrotingsimpuls vanuit hun eigen middelen te gebruiken erg beperkt door deze financiële crisis en de kredietcrisis zal de internationale markten in 2009 waarschijnlijk blijven teisteren. Daarom zijn EU-fondsen en andere vormen van EU-hulp binnen het kader van wat ik ‘kredietverbetering’ zou noemen hard nodig om de verwachte ernstige economische vertraging te bestrijden.

De landen die netto bijdragers zijn, zijn misschien voorstander van lagere betalingen vanuit de structuurfondsen van de EU, om deze middelen voor andere toepassingen te kunnen gebruiken, maar laten we onszelf niet voor de gek houden. Als de nieuwe lidstaten zwaarder worden getroffen door deze crisis dan op basis van hun intrinsieke zwakheden te verwachten was, zijn de gevolgen nadelig voor heel de Unie.

 
  
MPphoto
 

  Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN).(PL) Mijnheer de Voorzitter, het huidige begrotingsdebat is belangrijker dan de begrotingsdebatten in het verleden. Er hangt veel af van de omvang van de begroting van de Unie en de wijze waarop de middelen worden verdeeld, met name in deze tijd van een ernstige economische crisis en een dreigende voedselcrisis.

Behalve op de economie en de voedsel- en energiecrisis moeten we onze aandacht ook richten op de ontwikkeling van regio’s met een ontwikkelingsachterstand, zoals het oostelijke deel van de Europese Unie. Ook moeten we de manier waarop we onze middelen beheren verbeteren, met inbegrip van het beheer van de herstructureringsfondsen. In de begroting wordt duidelijk te weinig geld uitgetrokken voor cultuur, onderwijs, wetenschap en armoedebestrijding. Dit is te wijten aan de beperkte omvang van de begroting en laat zien dat 1 procent van het bbp niet genoeg is om de taken van de EU naar behoren uit te voeren.

De ontwerpbegroting is zeer uitgebreid en gedetailleerd en als gevolg daarvan niet erg leesbaar. Het is hoog tijd dat we over dit probleem gaan nadenken en dat we in de toekomst een ander formaat aannemen.

 
  
MPphoto
 

  Kyriacos Triantaphyllides (GUE/NGL). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, de ontwerpbegroting 2009 bewijst dat de conservatieve beleidsprioriteiten van de Europese Unie niet tegemoet komen aan de behoeften van de Europese volkeren. In deze tijd van ernstige economische crisis en stijgende werkloosheid zijn, wat de fondsen van de Europese Unie betreft, de betalingskredieten nog geen 50 procent van de vastleggingskredieten. De ontwikkelingssector wordt niet gebruikt als een instrument in de aanpak van de problemen. Integendeel, in bepaalde gevallen blijven de fondsen doorwerken onder dezelfde omstandigheden als voor de crisis. Op het gebied van de veiligheid heeft het FRONTEX-agentschap – dat volgens onafhankelijke studies met zijn activiteiten conventionele individuele rechten en vrijheden schendt – echter helemaal geen begrotingskorting hoeven te incasseren. Op onderzoeksgebied wordt subsidie gegeven aan ruimteonderzoek waarvan het doel is de hele wereld in de gaten te houden, terwijl voor de meeste maatregelen voor maatschappelijke integratie, sociale uitsluiting en jeugd geen middelen beschikbaar zijn. Op landbouwgebied volgt de begroting 2009 het afgesproken financieel kader, dat gekenmerkt wordt door kredietvermindering. Voor plattelandsontwikkeling zullen in 2009 de betalingen gelijk zijn aan of minder bedragen dan de vastleggingskredieten 2007, ofschoon de sector van de kleine telers steeds verder inkrimpt. Dit feit staat zelfs haaks op de titel van de begroting waarin sprake is van het behoud van de natuurlijke hulpbronnen.

 
  
MPphoto
 

  Hans-Peter Martin (NI).(DE) Mijnheer de Voorzitter, deze begroting moet geïnteresseerde Europeanen treurig stemmen en zal hen, naar ik hoop, woedend maken bij de Europese verkiezingen in juni, want het geeft opnieuw aan dat de Unie verstard is en er, helaas, niet in slaagt de boodschap over te brengen: ja, we hebben het begrepen.

Begrepen hebben zou inhouden dat men eindelijk ieder groot blok bij de hoorns vat, nuchter analyseert – dat kunnen adviseurs, dat kunnen economische onderzoeksinstellingen – en tegen het licht van onze doelstellingen houdt. Dit zou tot de conclusie hebben geleid dat het helemaal geen probleem zou zijn om een derde, en misschien zelfs wel de helft van de 114 of 116 miljard euro, zinnig te investeren in deze grote crisis. In plaats daarvan blijven we het geld over de balk smijten, op verkeerde terreinen uitgeven en vooral een ongelooflijke bureaucratie en politieke kaste vetmesten. Dat is tragisch voor Europa.

 
  
MPphoto
 

  Simon Busuttil (PPE-DE). - (MT) Om te beginnen wil ik de rapporteurs feliciteren met hun uitstekende werk. Ik wil me richten op het begrotingsterrein ´justitie en binnenlandse zaken´, en in het bijzonder op immigratie, en daarbinnen twee punten aansnijden. In de eerste plaats hebben we voor het derde jaar op rij de begroting van Frontex verhoogd, wat naar mijn mening een positief teken is. We hebben deze begroting niet verhoogd omdat we tevreden zijn met het werk van Frontex, maar juist omdat we daar ontevreden over zijn. We willen dat dit agentschap meer doet en dat het effectiever wordt. Daarom hebben we genoeg geld uitgetrokken om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat de missies van Frontex op zee op een permanente basis kunnen worden uitgevoerd. In de tweede plaats hebben we vijf miljoen euro extra gereserveerd voor het Europees Vluchtelingenfonds, om een Europees programma voor de interne herverdeling van immigranten over de landen van de Europese Unie op te zetten, zodat personen die in landen aankomen die al zware en buitenproportionele lasten dragen naar een ander land binnen de Europese Unie kunnen worden overgebracht. Ik doel hier op het hervestigings- of herverdelingsprogramma. Met dit fonds en dit geld zullen we dit programma voor het eerst in werking kunnen stellen en ik hoop dat dit programma nu zal worden opgestart, want dat is nodig om de landen die te zware lasten dragen te helpen. Ik denk daarom dat we, nu we in de begroting voor volgend jaar geld hebben uitgetrokken voor deze twee gebieden, eindelijk vooruitgang zullen kunnen boeken.

 
  
MPphoto
 

  Brigitte Douay (PSE) . – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, om te beginnen zou ik onze rapporteurs hartelijk willen danken, die onder moeilijke omstandigheden deze begroting 2009, de laatste voor het democratisch rendez-vous van juni, van de grond hebben weten te krijgen.

Met 36 procent van de begroting is het cohesiebeleid een van de voornaamste communautaire beleidsvormen, een instrument voor solidariteit en sociale en economische rechtvaardigheid. Wij moeten dat instrument sterker en doeltreffender maken en meer bekendheid geven. In wezen is het een tastbare uiting van solidariteit binnen de Europese ruimte, de in de praktijk meest zichtbare uiting van solidariteit, die het dichtst bij de burgers en de gewesten staat, daar waar zij leven en waar de Europese Unie ieder concreet kan aanspreken. Catherine Guy-Quint heeft zo-even nadrukkelijk gewezen op de problemen in verband met het volledig gebruikmaken van de jaarbegrotingen en met name met betrekking tot de structuurfondsen.

Op het gebied van de cohesie erkennen alle actoren dat het lastig is in de praktijk ook echt gebruik te maken van de Europese kredieten: het samenstellen van de dossiers is ingewikkeld en is een ingewikkeld en langdurig proces waardoor vergissingen kunnen ontstaan die schadelijk zijn voor de begunstigden, voor het imago van de Europese Unie en in de toekomst zelfs voor het beleid zelf. Door een vereenvoudiging van de procedures, een betere voorlichting, en een betere scholing van de lokale en nationale actoren inzake dit nieuwe cohesiebeleid en door een uitwisseling van ervaringen en goede praktijken zal zeer zeker een beter gebruik van deze kredieten worden gestimuleerd. Want in deze periode van een steeds sterker wordend euroscepticisme zal door een goed functioneren van het cohesiebeleid en een goed gebruik van de Europese kredieten het vertrouwen weer terugkomen en de betrokkenheid van de Europese burgers worden vergroot, omdat zij dan het gevoel hebben actief bij dit project betrokken te zijn. Een voorwaarde hierbij is wel dat daar waar dit beleid wordt uitgevoerd, het duidelijker zichtbaar wordt gemaakt en er beter wordt uitgelegd wat de voordelen ervan zijn. Dat is de verantwoordelijkheid van alle instellingen van de Unie in een optimaal partnerschap.

 
  
MPphoto
 

  István Szent-Iványi (ALDE). (HU) Mijnheer de Voorzitter, het is al jaren een terugkerend, serieus probleem dat er in onze begroting een enorm onderscheid bestaat tussen vastleggingen en werkelijke betalingen. Dit verschil is dit jaar tot een onacceptabele hoogte gestegen en hierdoor wordt zelfs de geloofwaardigheid en de zin van de gehele begrotingsprocedure in gevaar gebracht. Dit kunnen we ons in 2009, ten tijde van een economische en financiële crisis, eenvoudigweg niet permitteren. Het is de gezamenlijke plicht van de Commissie en de lidstaten om de betalingen te versnellen en te vereenvoudigen en daarmee de geloofwaardigheid van de EU-begroting te herstellen.

Verder bedank ik mijn collega’s dat ze verscheidene belangrijke wijzigingen die ik had voorgesteld voor het begrotingspakket hebben gesteund. In dit pakket werden vijf hoofdprioriteiten geformuleerd: geavanceerde milieubescherming (inclusief de verhoging van het bedrag voor het LIFE-programma met 10 procent), innovatieve bedrijfsontwikkeling, de strijd tegen corruptie, een progressief sociaal beleid en een wezenlijke toename voor ‘s werelds grootste uitwisselingsprogramma voor studenten, Erasmus Mundus. Ik dank u zeer dat u mij hierin hebt gesteund; het gaat hier volgens mij om belangrijke zaken.

Ten slotte voel ik mij elk jaar genoodzaakt erop te wijzen dat de financiering van de doelstellingen voor het buitenlands beleid ontoereikend is. In de begroting voor volgend jaar is dat nog duidelijker. Alleen met behulp van begrotingstrucs hebben we fondsen kunnen vrijmaken voor de belangrijkste doelen. Er is slechts één geruststellende oplossing voor deze vervelende situatie: een echte, alomvattende tussentijdse evaluatie. Als we dat niet doen, zal het moeilijk worden de ambitie van de Europese Unie om een mondiale speler te worden serieus te nemen.

 
  
MPphoto
 

  Paul Rübig (PPE-DE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, de Europese begroting begint met een nul: 0,89 procent van het bni wordt volgend jaar uitgegeven – dat is 116 miljard euro. Nationale begrotingen hebben doorgaans twee cijfers voor de komma staan. Ik denk dat we de afgelopen jaren hebben laten zien dat we heel veel kunnen bereiken met een zeer zuinige besteding van het geld van de belastingbetalers.

We bevinden ons nu echter in een begrotingscrisis en ik geloof niet dat de vijf miljard euro die de Commissie hier heeft voorgesteld, genoeg zal zijn om de nodige impulsen te geven. Daarom moeten we er samen met de Raad naar streven dat er geen geld heen en weer wordt verschoven en nu weer geld wordt teruggegeven aan de lidstaten. Dit Parlement moet unaniem een pakket goedkeuren voor de trans-Europese netwerken, onderzoek en ontwikkeling, het Europees Instituut voor Technologie, Eureka, het Erasmus-programma en onderwijs. We moeten bij elkaar gaan zitten om snel en efficiënt een pakket samen te stellen dat echt effect sorteert in ons midden- en kleinbedrijf.

Dit is dan ook de reden waarom het Parlement staat op het introduceren van een eigen begrotingslijn voor de ‘Small Business Act’ en vooral een begrotingslijn voor klimaatverandering. Met name op het gebied van energie-efficiëntie kunnen we onmiddellijk een intensief programma opstarten waarmee we de dreigende hoge werkloosheid die ons volgend jaar te wachten staat, massaal te lijf kunnen gaan en daardoor werkgelegenheid kunnen behouden.

Per slot van rekening werkt twee derde van de werknemers in het midden- en kleinbedrijf – dat 50 procent van het bruto nationaal product voor zijn rekening neemt – en er zouden hier miljoenen nieuwe arbeidsplaatsen kunnen ontstaan in verband met deze actie op het gebied van energie-efficiëntie.

 
  
MPphoto
 

  Vladimír Maňka (PSE). - (SK) Ik wil Jutta Haug, de heer Lewandowski en de coördinator bedanken voor hun uitstekende werk. Ook zij zijn zich er ongetwijfeld van bewust dat er in het begrotingsjaar 2009 veranderingen zullen optreden en dat we flexibel moeten reageren op de ontwikkelingen in de financiële crisis.

Wat het cohesiebeleid betreft zal het buitengewoon belangrijk zijn dat we ons flexibel opstellen om de benodigde middelen veilig te stellen. We moeten klaar staan om snel te voorzien in extra betalingen met begrotingsmiddelen, met name in het geval van een versnelde uitvoering van structuurbeleid.

Voor de nationale economieën van de nieuwe lidstaten met een relatief laag ontwikkelingsniveau creëert het cohesiebeleid de mogelijkheid om de afstand tot de ontwikkelde landen sneller in te halen. Vooral nu, in de huidige financiële crisis, is het belangrijk dat we dit instrument op een effectieve manier inzetten. In sommige landen hebben analisten berekeningen gemaakt van de negatieve gevolgen van late betalingen voor de werkgelegenheid, de arbeidsproductiviteit en de economische groei in deze regio’s. Als we erin waren geslaagd om de in het meerjarig financieel kader geraamde percentages aan financiële middelen te gebruiken, was de arbeidsproductiviteit in de nieuwe lidstaten meer dan 2 procent hoger geweest dan nu het geval is, was de economische groei meer dan 2 procent en de werkgelegenheid 1 procent hoger geweest. Vanuit dit oogpunt moeten we overwegen om het cohesiebeleid te steunen en te gebruiken als essentiële factor om doorslaggevende macro-economische indicatoren in de EU te stimuleren.

Het feit dat de verschillende lidstaten uiteenlopende bureaucratische lagen hebben, heeft een negatief effect op het gebruik van de financiële middelen. Het is daarom essentieel dat we overal in de EU de bureaucratie bij het gebruik van middelen uit de Europese fondsen terugdringen.

Dames en heren, u wenst ongetwijfeld dat we het huidig mondiale probleem kunnen aanpakken op basis van het beginsel van solidariteit en binnen het kader van de hele Gemeenschap. Daarom moeten we ervoor zorgen dat we kunnen blijven beschikken over de middelen die we in de toekomst nodig zullen hebben voor het cohesiebeleid.

 
  
MPphoto
 

  Jean Marie Beaupuy (ALDE).(FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, een groot aantal collega's heeft er zo-even nog op gewezen dat de begrotingen niet volledig worden gebruikt en dat dit met name het geval is bij de structuurfondsen. Wij moeten er dus absoluut voor zorgen dat deze situatie wordt rechtgezet door relevante en concrete acties op poten te zetten. Ik zie dan ook tot mijn genoegen dat er een bedrag van twee miljoen euro geboekt staat voor het Erasmus-proefproject dat voor lokale en regionale afgevaardigden bestemd is. Ik heb dit project een paar maanden geleden persoonlijk voorgesteld.

Deze begrotingspost is dan ook een uitvloeisel van de concrete voorstellen in mijn verslag over governance dat afgelopen oktober met een zeer grote meerderheid door ons Parlement is aangenomen.

Om regionaal ontwikkelingsbeleid doeltreffend ten uitvoer te leggen is het namelijk niet voldoende verordeningen en begrotingen goed te keuren maar komt het er vooral op aan dat de gekozenen die de lokale en regionale projecten begeleiden, dankzij hun knowhow echte trekpaarden kunnen worden voor de doelstellingen van Lissabon en Göteborg. Met dit Erasmus-proefproject van de lokale en regionale afgevaardigden kunnen wij de menselijke betrekkingen versterken maar tegelijkertijd vooral ook de middelen verschaffen voor een efficiëntere en snellere gebruikmaking van de structuurfondsen.

Heel veel verenigingen van afgevaardigden hebben mij reeds op de hoogte gesteld van hun enthousiasme over dit Erasmus-proefproject van de lokale afgevaardigden. Wij zullen, met de ondersteuning vanuit DG REGIO, dit nieuwe mechanisme dus kunnen opstarten en daarmee de formule “Think global, act local" kunnen toepassen.

 
  
MPphoto
 

  Valdis Dombrovskis (PPE-DE). - (LV) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, met betrekking tot de ontwerpbegroting van de Europese Unie voor 2009 wil ik benadrukken dat het belangrijkste aan deze begroting niet is wat er is gedaan, maar juist wat er nog niet is gedaan. Op de ontwerpbegroting 2009 zijn de betalingskredieten 3 procent lager dan dit jaar, en bovendien heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend om de betalingskredieten nog verder te verlagen, namelijk met 3,5 miljard euro dit jaar en nog eens 1,1 miljard euro volgend jaar. Ik betwijfel of een verlaging van de betalingskredieten het meest bevredigende antwoord op de financiële en economische crisis is. De maatregelen van het Europese herstelplan met betrekking tot de structuurfondsen en het Cohesiefonds, de vereenvoudiging van de procedures voor de financiering van plattelandsontwikkeling en het sneller verkrijgen van middelen, de betaling van voorschotten uit EU-fondsen en een toename van het cofinancieringspercentage van de EU komen nog niet tot uiting in de hoeveelheid betalingskredieten op de begroting van de Europese Unie voor 2009. De waarheid is echter dat het juist van deze maatregelen afhangt, en van de vraag in hoeverre deze maatregelen echt tot een verhoging van de betalingskredieten zullen leiden, of we de begroting voor volgend als een succesvol antwoord van de Europese Unie op de financiële en economische crisis zullen kunnen beschouwen. Ik hoop dat de instellingen van de EU zullen laten zien dat ze in staat zijn snel te reageren op uitdagingen en niet zullen verzanden in de gebruikelijke bureaucratie. In algemene zin moeten we het voorstel van de Europese Commissie om vijf miljard euro extra uit te trekken voor het vergroten van het concurrentievermogen van de Europese Unie verwelkomen. Het is echter moeilijk te begrijpen waarom deze middelen juist uit de desbetreffende bron – het gemeenschappelijk landbouwbeleid – worden gehaald. Als er vijf miljard euro kan worden bespaard op het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Europese Unie, waarom doet de Europese Commissie dan niets om eerlijke concurrentie in de interne landbouwmarkt te waarborgen en om de ongepaste verschillen in de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in de verschillende lidstaten althans voor een deel op te heffen? Dank u voor uw aandacht.

 
  
MPphoto
 

  Marusya Ivanova Lyubcheva (PSE).(BG) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, ik wil om te beginnen de rapporteurs en de coördinatoren gelukwensen en wijzen op de enorme inspanningen die ze zich hebben getroost om ervoor te zorgen dat bij de procedure voor de goedkeuring van de begroting steeds de strengste normen zijn aangehouden.

Men heeft al het mogelijke ondernomen om de betalingskredieten op een zo hoog mogelijk niveau te houden, vlak onder het plafond zoals dat in het meerjarig financieel kader is vastgelegd. Uitdagingen zijn er natuurlijk meer dan voldoende. We moeten dit verslag zien als een eerste reactie van de Europese Unie op de economische en financiële crisis. Daarom is het ook zo’n moeilijke onderneming.

Het is volkomen normaal dat wij bij de behandeling van de begroting vooral kijken naar onze belangrijkste prioriteiten bij de tenuitvoerlegging van het beleid van de Europese Unie. Voor prioriteit 1B, die betrekking heeft op duurzame groei en cohesie voor groei en werkgelegenheid, geldt helaas dat er onvoldoende fondsen beschikbaar worden gesteld om de belangrijkste projecten van de lidstaten – de projecten met de hoogste prioriteit – te financieren. En het Cohesiefonds is toch specifiek bedoeld om de economisch zwakkere lidstaten steun te verlenen en ze zo te helpen een oplossing te vinden voor de problemen op het gebied van infrastructuur, hun concurrentievermogen te vergroten en de regionale ontwikkeling in deze landen te bevorderen.

Het Cohesiefonds is dan ook het fonds dat helpt de levensstandaard te verhogen, zeker in de nieuwe lidstaten. Als deze landen geen nieuwe fondsen toegewezen krijgen zal de vooruitgang daar veel langzamer verlopen, zeker nu er een crisis is. Deze begroting zal op dit punt niet helpen, reden waarom we er stevige kritiek op uitoefenen. Belangrijk is ook hoe de begroting wordt geïmplementeerd. Het reeds in gang gezette debat over het vereenvoudigen van de procedures om de haalbaarheid te verbeteren en de risico’s op misbruik zo klein mogelijk te houden moet worden aangezwengeld. De bestaande kloof moet nauwer worden, en het niveau van de betalingen moet omhoog.

Het voorstel om het meerjarig financieel kader te herzien is zeker niet slecht – het verschaft ons de mogelijkheden om voor de periode 2009-2010 extra geld vrij te maken voor groei. Het idee om die groei te verbinden met doelstellingen op het gebied van de CO2-uitstoot bij de energieproductie is op zich goed, maar niet van cruciaal belang. We moeten op dit punt meer flexibiliteit tonen.

Om af te sluiten zou ik graag willen zeggen dat we deze begroting moeten goedkeuren, maar we moeten dan wel een aantal preventieve maatregelen nemen om deze financiële en economische crisis het hoofd te bieden. Het kan moeilijk zijn overeenstemming te bereiken, maar het is wel een dringende noodzaak. Wij moeten deze begroting daarom steunen.

 
  
MPphoto
 

  Kyösti Virrankoski (ALDE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik de rapporteurs, mevrouw Haug en de heer Lewandowski, bedanken voor hun uitstekende werk. Ook wil ik de commissaris, mevrouw Grybauskaitė, en haar naaste assistent, de heer Romero, bedanken voor de uitstekende samenwerking gedurende dit hele jaar, alsmede het Tsjechische voorzitterschap voor zijn constructieve bijdrage aan de voorbereiding van de begroting.

Ik wil mij slechts op één zaak richten: de structuurfondsen. Dit jaar hebben wij in de een of andere vorm geld aan de lidstaten teruggegeven als niet-bestede kredieten. Met gewijzigde begroting nr. 2 hebben wij 2,8 miljard euro herschikt en met gewijzigde begroting nr. 9 hebben wij 4,5 miljard euro aan niet-bestede betalingen teruggegeven.

Tegen deze achtergrond is het verbazingwekkend dat de Commissie een herstelpakket van 5 miljard euro voorstelt, terwijl zij tegelijkertijd niet eens al het voor structuurbeleid begrote geld heeft gebruikt. De reden hiervoor is het beheers- en controlesysteem, dat zeer complex is. In veel landen is het nog niet eens aangenomen.

Het Europees Parlement stelde bij de bemiddeling een gezamenlijke verklaring voor waarin de noodzaak van vereenvoudiging en het bestaan van structurele tekortkomingen worden erkend. De Commissie en de Raad wilden zich niet bij deze verklaring aansluiten. De Raad heeft onlangs echter een standpunt gepresenteerd dat bijna woordelijk met deze verklaring overeenkomt en het is inderdaad goed te onderstrepen dat vereenvoudiging en meer doeltreffendheid hard nodig zijn.

 
  
MPphoto
 

  Margaritis Schinas (PPE-DE).(EL) Mijnheer de Voorzitter, dit is de laatste begroting van de huidige zittingsperiode en de eerste begroting die in stemming wordt gebracht sinds de economische crisis op onze deur klopte. Daarom heeft deze ook een bijzondere betekenis; dit is een begroting die de burgers van dichtbij zullen bekijken.

Deze begroting laat bij mij persoonlijk een zuurzoete smaak achter. Er zijn namelijk successen maar ook schaduwzijden. Een van de successen van deze begroting is voor mij het feit dat wij er, zij het marginaal, in geslaagd zijn de betalingskredieten te verhogen ten opzichte van het standpunt van de Raad, dat wij verhoudingsgewijs meer middelen hebben gevonden voor concurrentievermogen, milieu en veiligheid, dat wij voor het eerst een duidelijk signaal geven wat de aanpak van de illegale immigratie aan de zuidgrenzen van de Europese Unie betreft, waar landen als het mijne jaarlijks honderdduizend wanhopige mensen ontvangen die op de deur van Europa aan de zuidgrenzen kloppen. Dat zijn dingen waar wij terecht voldaan over mogen zijn.

Ik ben echter enorm teleurgesteld over het feit dat deze eerste begroting van de crisis niet de boodschap de wereld in kon sturen dat Europa wil en kan. Er zijn tweehonderd miljard euro en wij zijn nog aan het zoeken hoe wij vijf miljard ervan zullen uitgeven. Nu willen de lidstaten die terughebben, in plaats van ze in dienst te stellen van het concurrentievermogen. Dat is een gemiste kans. Volgens mij hadden wij voor dit jaar meer kunnen doen. Ik heb nog een kleine hoop dat in de Raad de gebruikelijke verdachten, die de overschotten dolgraag terugsturen naar de nationale ministeries, een extra inspanning zullen ondernemen om ervoor te zorgen dat wij tenminste volgend jaar een ambitieuzere aanpak hebben.

 
  
MPphoto
 

  Emanuel Jardim Fernandes (PSE).(PT) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur, mevrouw Haug, graag gelukwensen met haar uitstekende verslag, en voorts een aantal collega’s bedanken voor hun bijdragen. Ik wil graag iets zeggen over de visserijsector en daarbij zowel de negatieve als de positieve aspecten aan de orde stellen.

De betalingskredieten zien er grosso modo hetzelfde uit als in het voorgaande begrotingsjaar. Ik noem dat een negatief aspect: de voorgaande begrotingen vertegenwoordigden immers al het absolute minimum dat nodig was voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en het maritiem beleid. Het verlagen van de kredieten en het feit dat er geen afdoend antwoord wordt geformuleerd op de specifieke behoeften van de ultraperifere regio’s zijn ook negatieve ontwikkelingen.

De visserijsector staat hoe dan ook onder druk als gevolg van de ondercapaciteit van de vloot en het langzaam verdwijnen van de hulpbronnen. De huidige financiële crisis en de schommelende brandstofprijzen verhogen die druk nog eens.

De Commissie stelt weliswaar voor om de visserijsector te herstructureren op basis van de huidige macro-economische situatie, maar er zullen toch concrete maatregelen moeten worden genomen om garanties te bieden voor het overleven van de Europese visserijvloot, en van degenen die zo hard werken om ons te voorzien van één van de meest elementaire voedingsmiddelen.

Ik heb voorgesteld een waarnemingspost voor visserijprijzen op te zetten. Dat zou 4 miljoen euro kosten. Ik ben blij dat dit initiatief bij wijze van voorbereidende actie is aanvaard. En ik ben ook tevreden met de extra steun voor het beheer van de visstand, de niet-verplichte bijdragen aan internationale projecten, het versterken van de dialoog binnen de zo belangrijke visserijsector. Wat dat betekent hebben we met de Commissie visserij kunnen vaststellen tijdens een bezoek aan de Portugese ultraperifere regio Madeira. Er is daar bij de afsluiting van het Zesde Kaderprogramma een project opgezet voor netwerkvorming en uitwisseling van beste praktijken. Positief is ook dat de kredieten voor de samenwerking op het vlak van bio-economische ontwikkeling, het Communautair Bureau voor Visserijcontrole en de voorbereidende actie ten behoeve van het maritiem beleid worden voortgezet.

Tot slot wil ik graag aangeven dat ik ingenomen ben met het feit dat de Commissie een begrotingslijn heeft opgezet – vooralsnog zonder kredieten – voor een ad hoc financieel instrument om de visserijvloot te helpen zich aan te passen aan de economische gevolgen van de brandstofprijzen, en dat is reden om …

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  Péter Olajos (PPE-DE). (HU) Zoals ik al bij de eerste lezing in oktober heb aangegeven, verwelkom ik als rapporteur voor advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid de EU-begroting 2009 om verschillende redenen. Aan de ene kant is het op zich al een beduidend en heugelijk feit dat er volgend jaar 14 miljard euro beschikbaar zal komen voor doeleinden op het gebied van milieubeheer en natuurbescherming en daarbinnen in de eerste plaats voor de doelstellingen van LIFE+, maar aan de andere kant kan het geen kwaad te beseffen dat dit bedrag ongeveer 10 procent hoger ligt dan vorig jaar, wat een goede indicatie is voor het feit dat vandaag de dag niemand meer het belang van dit thema, in het bijzonder in verband met klimaatverandering, in twijfel trekt. Dit onderwerp is overigens een van de prioriteiten van de begroting voor volgend jaar. Uiteraard is dit alles nauw verbonden met de stemming van 12 uur vanmiddag, als we een besluit nemen over het klimaatpakket.

Hoewel deze ontwerprichtlijnen in meer dan één opzicht achterblijven bij onze oorspronkelijke verwachtingen, zijn ze wel ambitieus vergeleken bij het voorstel dat de Commissie in januari vorig jaar publiceerde. Om de hierin geformuleerde doelen te bereiken, zijn echter geld en politieke wil vereist. Ook al is het een klein bedrag, toch is het belangrijk de proefprojecten te noemen die volgend jaar van start gaan met 7,5 miljoen euro. Het echte werk, het opstellen en publiceren van de aanbestedingen wordt begin volgend jaar verwacht, maar de Commissie heeft al verschillende keren aangegeven hoe belangrijk zij de implementatie van deze projecten vindt en zij heeft ons haar volledige samenwerking toegezegd. Sinds de plenaire vergadering van oktober heeft alleen de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, de EFSA, geen wezenlijke vooruitgang geboekt. In dit geval voelen we ons nog steeds genoodzaakt voor te stellen dat de 10 procent reserve gehandhaafd blijft, maar ik hoop dat ook dit probleem spoedig zal worden opgelost. Dit zijn mijn opmerkingen en voorstellen die in de kern overeenkomen met de amendementen die in de eerste lezing zijn ingediend. Ik wil alle collega’s dus vragen ook in tweede lezing vóór te stemmen. Tevens feliciteer ik Jutta Haug met het verslag. Dank u wel.

 
  
MPphoto
 

  Maria Martens (PPE-DE). - Voorzitter, allereerst mijn complimenten aan de rapporteur, collega Haug. Het was een buitengewoon plezierige samenwerking en de Commissie ontwikkelingssamenwerking is tevreden. Voor ons waren drie dingen belangrijk. Ten eerste, dat er antwoord kwam op de voedselcrisis, en we zijn blij dat het voorstel van de Commissie is bijgesteld en dat er een compromis gevonden is dat gesteund kon worden door het Parlement en de Raad, waardoor 1 miljard beschikbaar kwam voor de voedselcrisis.

Waar het uiteindelijk om gaat is een duurzame oplossing. En dat betekent voedselzekerheid voor de ontwikkelingslanden zelf, en daar gaat ons proefproject over. Een groot probleem is dat kleine boeren geen toegang hebben tot microkredieten. Voor hen is het moeilijk om aan goed zaaigoed en mestgoed te komen en te kunnen investeren in irrigatie, als ze niet kunnen voorfinancieren. We zijn dan ook blij dat ons voorstel voor het proefproject voor microkredieten aan kleine boeren brede ondersteuning heeft gevonden. Wij vertrouwen erop dat de wil er is bij de Commissie om dit proefproject te implementeren.

Voorzitter, het tweede punt betreft de evaluatie. We kunnen vandaag de dag veel kritiek horen op ontwikkelingssamenwerking. Om draagvlak te verwerven, moeten we niet alleen uitleggen wat we bedoeld hebben, maar vooral wat we bereikt hebben. En het is jammer dat de rapportages van de Commissie nog vooral op de intenties zijn gericht. Vandaar dat wij gepleit hebben voor meer capaciteit in de Commissie om de evaluatie op resultaten te verbeteren. We zijn blij met de steun van het Parlement voor deze voorstellen.

Ten derde, Voorzitter, blijven wij pleiten voor een verhoging van de begroting voor hoofdstuk 4, de buitenlandse uitgaven. Als wij onze ambities en verantwoordelijkheden willen waarmaken, die terecht zijn als het gaat om Kosovo, het Midden-Oosten, enz. waarbij het niet alleen gaat om ontwikkelingssamenwerking, maar ook om conflictgebieden, dan is het duidelijk dat er meer geld en flexibiliteit nodig is.

 
  
MPphoto
 

  Mairead McGuinness (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb twee korte opmerkingen. Ik wil de rapporteur bedanken voor haar werk.

Als het gaat om ontwikkelingshulp, is het mijns inziens belangrijk erop te wijzen dat het proces om de een miljard euro te vinden weliswaar moeizaam was, maar dat het positief is dat Europa iets doet om op een probleem te reageren. Het is echter goed te onthouden dat de grondstofprijzen sterk zijn gedaald, evenals de energieprijzen, dus met deze een miljard euro zouden we veel meer moeten kunnen doen dan we hadden gehoopt, als we het geld verstandig uitgeven. Ik denk dat we heel goed moeten controleren of het geld op de juiste plaats terecht komt, waar de nood het hoogst is, namelijk aan de basis, zodat er voedsel wordt geproduceerd waar dat voedsel kan worden geproduceerd.

Mijn tweede opmerking heeft ook betrekking op de landbouwsector, maar heeft meer te maken met de toekomst dan met deze specifieke begroting. Ik maak me zorgen over de opmerkingen van de commissaris over het zogenoemde gebrek aan toegevoegde waarde van de landbouwuitgaven. Ik weet dat we hier in de toekomst nog over kunnen debatteren, maar dat moet een zorgvuldig en krachtig debat worden. Ik ben van mening dat de Europese landbouwers het meest gebaat zijn bij een gemeenschappelijk beleid, en niet bij een beleid dat de lidstaten de mogelijkheid geeft zelf te kiezen, want dan zullen de burgers aan het kortste eind trekken als het gaat om voedselkwaliteit en -veiligheid.

 
  
MPphoto
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE-DE).(PL) Mijnheer de Voorzitter, bij de goedkeuring van de begroting botsen onze verwachtingen altijd op de realiteit. Het begrotingskader is niet erg flexibel en het is moeilijk om middelen te herschikken. Hoewel dit de stabiliteit van de financiering van bepaalde activiteiten weerspiegelt, betekent het ook dat het moeilijk is om op de voortdurend veranderende werkelijkheid te reageren.

In de huidige begroting komen, gelet op de huidige situatie, de wensen van veel afgevaardigden niet tot uiting, zoals de noodzaak om maatregelen tegen de groeiende economische crisis te nemen of om nieuwe technologieën te financieren waarmee het milieu kan worden verbeterd en de klimaatverandering kan worden bestreden. De begroting komt niet tegemoet aan de verwachtingen van jongeren, schoolkinderen en studenten als we kijken naar de financiële steun voor uitwisselingsprogramma’s voor jongeren, de toegang tot onderwijs en de mogelijkheid om in het buitenland te studeren.

Tot slot wil ik zeggen dat de achtereenvolgende begrotingen en financiële vooruitzichten meer zijn afgestemd op het continueren van eerdere begrotingsplannen en -doelstellingen dan op het vinden van een antwoord op huidige en toekomstige uitdagingen. Daarom moeten de financiële vooruitzichten regelmatig worden herzien, want voor een goede begrotingsplanning is zeven jaar te lang.

 
  
MPphoto
 

  Reinhard Rack (PPE-DE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag ingaan op een opmerking die mijn Oostenrijkse collega, de heer Rübig, eerder vandaag maakte. We geven minder dan 1 procent van het bruto binnenlands product van de EU uit aan Europa en willen tegelijkertijd dat de Europese Unie steeds meer taken voor steeds meer lidstaten uitvoert. Die vlieger kan niet opgaan! Het is dan ook echt ongeloofwaardig dat we al jarenlang bezuinigen, niet alleen omdat we zuinig willen omgaan met ons geld, maar in feite omdat de ministers van Financiën aan het einde van het jaar geld terugvorderen en in hun nationale begroting opnemen.

Er zijn genoeg nieuwe taken waar we ons geld aan zouden moeten uitgeven. Er zijn ook taken die al jarenlang niet krijgen waar ze volgens de begroting recht op hebben. De uitgaven voor het informatiebeleid van de EU zouden veel hoger moeten zijn, als we de Europese burgers echt dichterbij Europa willen brengen. Er liggen nog heel veel taken op het gebied van de uitwisseling van studenten en leerlingen waar Europa zich voor zou kunnen inzetten.

 
  
MPphoto
 

  Jutta Haug, rapporteur. (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik dank alle collega’s voor hun discussiebijdragen aan dit debat, ook al was de begroting 2009 in een aantal gevallen slechts een aanleiding voor hun toespraken en niet zozeer het onderwerp ervan. Ik dank vooral de collega’s die tot het eind hier zijn blijven zitten om met ons de discussiëren.

Het economisch herstelplan dat de Commissie ons heeft voorgelegd, werd in een groot aantal toespraken genoemd en blijft de gemoederen bezighouden. Ik kan alleen maar herhalen wat ik al een aantal keren eerder heb gezegd: ons cohesiebeleid is de Europese motor van de economische ontwikkeling in de lidstaten. Indien we dit beleid op de juiste manier en consequent uitvoeren, zullen we weer een koppositie innemen, zullen we volgend jaar ook vast en zeker niet meer zoveel problemen met de conjunctuur hebben. Natuurlijk zal het bedrag van 116 miljard betalingen dan ook niet volstaan, maar in dat geval zal het voltallige Parlement bereid zijn om middels gewijzigde en aanvullende begrotingen de nodige betalingen te waarborgen.

Mevrouw de commissaris heeft natuurlijk gelijk: een begroting is altijd een compromis. Dat geldt voor de begrotingen tot dusver en dat geldt ook voor de begroting 2009. We moesten de Raad tegemoet komen op het punt van de lage betalingen, de Commissie moest ons tegemoet komen wat betreft de herschikking van 700 miljoen voor plattelandsontwikkeling en wij moesten toegeven met betrekking tot onze prioriteiten. Toch hebben we aan een groot deel van onze prioriteiten kunnen vasthouden, dat wil zeggen meer betalingen voor maatregelen ter bestrijding van klimaatverandering en meer betalingen voor de sociale dimensie in de zin van meer banen en meer ondersteuning voor het mkb. Daar zijn we in geslaagd, waarvoor ik alle collega’s dankbaar ben. Hartelijk dank!

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Janusz Lewandowski, rapporteur.(PL) Mijnheer de Voorzitter, in het deel van de begroting waar ik verantwoordelijk voor ben, is het enige wat onduidelijk blijft de toekomst van het Verdrag van Lissabon, dat de bevoegdheden van het Parlement zal uitbreiden en dat gevolgen voor de begroting kan hebben. Gezien het feit dat de andere problemen zijn opgelost, wil ik de sprekers steunen die om een herziening van de financiële vooruitzichten hebben gevraagd. Dit is iets wat al duidelijk nodig was in het tweede jaar van de huidige vooruitzichten, als we de internationale doelstellingen en verplichtingen van de Europese Unie tenminste willen kunnen blijven financieren.

Het is ook jammer dat in de bemiddelingsprocedure met de Raad moest worden onderhandeld over miljoenen euro, terwijl er miljarden waren beloofd in een mistig crisispakket. Daarom zal de begroting die we morgen waarschijnlijk zullen aannemen eerder worden gewijzigd dan ooit tevoren het geval is geweest.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Het debat is gesloten.

De sprekers waren zo gedisciplineerd dat we op tijd klaar zijn, en dat is een goed signaal voor de begrotingsdiscipline in de toekomst.

De stemming vindt morgen, donderdag 18 december 2008, plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Gábor Harangozó (PSE), schriftelijk. – (EN) We zouden ons, net als onze rapporteur, zorgen moeten maken over de negatieve effecten van de wereldwijde recessie voor de Europese burgers. Onze bezorgdheid zou zich met name moeten richten op die burgers die het meest benadeeld zijn, degenen die zonder twijfel het meeste te lijden zullen hebben van het effect van de financiële onrust. De Unie zou zich maximaal moeten inspannen om – binnen de grenzen van het overeengekomen meerjarig financieel kader 2007-2013 – toegang tot de beschikbare middelen mogelijk te maken voor rechthebbenden aan de basis, en we moeten daarom in het bijzonder de maatregelen verbeteren en vereenvoudigen om de tenuitvoerlegging van de structuur- en cohesiefondsen te versnellen. De lage betalingsniveaus in de tenuitvoerlegging van het cohesiebeleid komen niet overeen met de behoeften aan de basis om de uitdagingen van de huidige economische crisis het hoofd te kunnen bieden. Het cohesiebeleid is het beste instrument van solidariteit in de Unie en voor de rol van de Unie in de bestrijding van de negatieve effecten van een wereldwijde crisis van deze omvang is essentieel.

 
  
 

(De vergadering wordt om 10.50 uur onderbroken en om 11.30 uur hervat)

 
  
  

VOORZITTER: HANS-GERT PÖTTERING
Voorzitter

 
Juridische mededeling - Privacybeleid