De Voorzitter. − Aan de orde is de gecombineerde behandeling van:
- het verslag van de heer Medina Ortega, namens de Commissie juridische zaken, houdende aanbevelingen aan de Commissie inzake de Europese authentieke akte (2008/2124(INI)) (A6-0451/2008),
- het verslag van mevrouw Wallis, namens de Commissie juridische zaken, met aanbevelingen voor de Commissie over e-justitie (2008/2125(INI)) (A6-0467/2008),
- het verslag van de heer López-Istúriz White, namens de Commissie juridische zaken, met aanbevelingen aan de Commissie betreffende de rechtsbescherming van volwassenen: grensoverschrijdende gevolgen (2008/2123(INI)) (A6-0460/2008).
Manuel Medina Ortega, rapporteur. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, voor ons ligt een initiatief van de Commissie juridische zaken van het Europees Parlement dat tot doel heeft de erkenning te verkrijgen van Europese openbare documenten.
In dit initiatief roept het Parlement de Commissie op om de maatregelen te nemen die zij noodzakelijk acht. Het is gebaseerd op het Haags Programma, dat niet alleen voorziet in de erkenning van gerechtelijke uitspraken maar ook die van authentieke akten.
Doel van dit initiatief is de positie van de consument binnen de Europese Unie te vergemakkelijken.
De procedurele vereisten voor de erkenning van deze documenten leiden enerzijds tot hoge kosten en anderzijds tot tijdverlies.
Het lijkt dan ook opportuun het verkeer of de erkenning van dit soort openbare documenten te vergemakkelijken, zodat het niet langer nodig is om bij elke grensoverschrijdende handeling, bijvoorbeeld bij het sluiten van een huwelijk of het opmaken van een contract, een hele reeks vervelende procedures te doorlopen.
Het probleem dat dit verslag met zich mee kan brengen, is de aard van de Europese authentieke akte of het Europese openbare document zelf, dat in de meeste maar niet in alle landen van de Europese Unie erkend wordt.
Er zijn landen die het systeem van de Europese authentieke akte, die wordt afgegeven door een overheidsambtenaar, niet kennen. In plaats daarvan hebben ze gewone onderhandse akten die worden gewaarmerkt door een notaris, ofschoon de aard van het document hetzelfde blijft.
Het precedent van dit voorstel is het Unibank-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarin een reeks vereisten is vastgelegd voor de erkenning van authentieke akten. De eerste vereiste was, om precies te zijn, dat deze akten moesten worden afgegeven door overheidsambtenaren. Met andere woorden, degene die het document waarmerkt, dient op de een of andere manier overheidsambtenaar te zijn, een positie die in sommige landen van de Europese Unie niet bestaat, waardoor ze deze mogelijkheid dus niet hebben.
In de tweede plaats dient deze akte te waarborgen dat de wil van de partijen past in het streven naar verwezenlijking van bepaalde juridische doeleinden. Een notariële akte heeft, in het continentale recht althans, een zeker constituerend karakter in die zin dat de partijen hierin hun wil aangeven, maar het de notariële ambtenaar is die deze handeling verricht.
In de derde plaats mag de rechtskracht van het document niet verder gaan dan die welke in het land van oorsprong erkend wordt. Dat wil zeggen dat als een document in het land van oorsprong uitsluitend een bewijsstuk is, het geen uitvoerbaar karakter kan krijgen.
De volgende drie elementen zou ik fundamenteel willen noemen: in de eerste plaats moet degene die het document waarmerkt, overheidsambtenaar zijn; in de tweede plaats moet de akte een constituerend karakter hebben en niet alleen een handtekening waarmerken, en ten derde mag het document geen andere juridische gevolgen hebben dan die welke het zou hebben in het land van oorsprong.
Er is één gebied dat hiervan zonder meer moet worden uitgesloten, en dat is het vastgoedrecht. Het vastgoedrecht blijkt bijzonder nauw verbonden met de locatie van de grond waarop de goederen zich bevinden, wat de mogelijkheid tot overdracht beperkt door het bestaan van de openbare registers en vanwege het feit dat ieder land een vrij strikte wetgeving kent op dit gebied, waarop specifieke vereisten van toepassing zijn.
Ik hoop dat de Commissie dit voorstel in overweging neemt en met een initiatief komt. De toepasselijke rechtsgrondslagen zouden artikel 65, punt a) en artikel 67, lid 5, tweede streepje van het EG-Verdrag zijn.
Ik denk dat er voldoende rechtsgrond bestaat en dat dit soort initiatieven het rechtsverkeer tussen de burgers zou vergemakkelijken, en vooral dat het voor de burgers verbeteringen zou brengen.
Het probleem dat de Commissie aan de orde kan en zal stellen, betreft de verscheidenheid van onze rechtsstelsels, maar ik denk dat we naderhand tijd genoeg zullen hebben om deze kwestie te bespreken, wanneer de Commissie haar voorstel eenmaal heeft voorgelegd.
Diana Wallis, rapporteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, het lijkt erop dat zowel het vorige, Sloveense als het huidige, Franse voorzitterschap zich erg beziggehouden hebben met e-justitie en we weten dat het naderende Tsjechische voorzitterschap dat goede werk ook wil voortzetten.
In dit Parlement, en zeker binnen de Commissie juridische zaken, sluit e-justitie ook heel goed aan bij een onderwerp dat ons na aan het hart ligt, namelijk dat van de toegang tot het recht en hoe we die toegang grensoverschrijdend mogelijk maken. Binnen je eigen land is het al moeilijk genoeg je recht te halen; we denken daarbij aan toegang tot een advocaat, de betaalbaarheid van rechtshulp en het vermogen het rechtssysteem te begrijpen of te doorzien. Binnen een Europees, grensoverschrijdend kader, met alle verschillende juridische culturen en talen, wordt het voor onze burgers nog veel ingewikkelder en moeilijker hun recht te halen.
Toch moet het mogelijk zijn deze problemen onder controle te krijgen en er door middel van alle moderne, technologische hulpmiddelen oplossingen voor te vinden. Europa heeft geen grenzen, maar het internet ook niet; talen zijn moeilijk, maar technologische hulpmiddelen bieden ons nu de mogelijkheid van een onmiddellijke vertaling. We moeten in staat zijn de technologische mogelijkheden te ontwikkelen waarmee we de toegang tot rechtspraak over de grens heen kunnen verbeteren.
Het is duidelijk dat sommige lidstaten die mogelijkheden binnen hun eigen grenzen hebben gezien en bezig zijn hun eigen systemen te ontwikkelen. Dat is een goede zaak! Ook is men bezig met samenwerking aan een aantal projecten, waaronder de koppeling van bedrijfsregisters en kadasters. Ook dat is een goede zaak.
Maar wat wij, leden van het Parlement, echt willen is iets dat een rechtstreekse oplossing biedt aan onze burgers en voor hun zorgen over recht en rechtspraak in hun dagelijks leven. We willen dat de burgers van Europa het verschil voelen van een e-justitie-project op Europees niveau.
Het lijkt erop dat het werk aan het portaal voor e-justitie die mogelijkheid gaat bieden – dat het informatie kan verschaffen over wie, wat en waar, welke advocaten, welke tolken, waar je rechtshulp kunt krijgen, kortom: alle soorten informatie. Het is een ambitieus project en dat is ook nodig.
Wat we niet willen is dat het daar ophoudt, bij de informatie. We willen dat het voor onze burgers echt mogelijk wordt via de computer over de grens toegang tot rechtspraak te krijgen, om Europese betalingsbevelprocedures te voeren, om geschillen over geringe vorderingen te beslechten. Het is duidelijke dat sommige lidstaten aan gezamenlijke projecten werken en, nogmaals, het is goed dat we van dat enthousiasme en die ambitie profiteren, maar toch hebben we de Commissie nodig om dit alles in een Europees raamwerk te houden – om de ambitie Europees te houden – zodat we gecoördineerd vooruitgang boeken. Daarom zit er als bijlage bij het verslag van het Parlement een actieplan waarin veel van deze punten in detail vermeld staan. Hiermee kunnen we misschien onze droom van een werkelijk grensoverschrijdende Europese rechtspraak waarmaken. Laten we zorgen dat dat echt gebeurt!
Antonio López-Istúriz White, rapporteur. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de vicevoorzitter van de Commissie, het onderhavige verslag gaat over de bescherming van de volwassenen in de Europese Unie. Het is moeilijk geweest om dit onderwerp in zo korte tijd te behandelen, vooral omdat het zo breed is en een dwarsdoorsnede geeft.
Bovendien bestonden er in de Commissie juridische zaken verschillende gezichtspunten ten aanzien van de richting die het verslag op moest.
Deze tekst wordt nu behandeld in het kader van een gezamenlijk debat over nog twee verslagen van de Commissie juridische zaken: dat over de Europese authentieke akte, van de heer Medina Ortega, en het verslag over e-justitie, van mevrouw Wallis.
De verbeterde coördinatie van deze verschillende instrumenten die de Commissie juridische zaken heeft opgesteld, heeft onze voorstellen ongetwijfeld een stuk doeltreffender gemaakt, zodat we de Europese burger beter van dienst zijn.
In de eerste plaats zou ik het Franse voorzitterschap willen gelukwensen met het belangrijke werk dat het het afgelopen half jaar gedaan heeft aan het hoofd van de Unie. In dit geval wil ik met name de Franse minister van Justitie, mevrouw Dati, bedanken voor het belang dat zij eraan gehecht heeft om deze materie boven de bestaande maatregelen uit te tillen, teneinde nieuwe, praktische en doeltreffende oplossingen te bereiken voor alle lidstaten.
Nu we het toch over Frankrijk hebben, wil ik ook met name de rechter en adviseur van de Franse minister van Justitie, mevrouw Amélie Durand, vermelden, alsook mijn Franse collega’s die een actieve bijdrage hebben geleverd, zoals de heer Gauzès en de heer Toubon.
De Commissie juridische zaken deelde de zorg van het voorzitterschap ten aanzien van de kwestie die ons hier vandaag bijeen brengt: de bescherming van kwetsbare volwassenen. Daarom besloot zij op eigen initiatief een wetgevingsverslag op te stellen om vooruitgang te realiseren en nieuwe oplossingen te vinden waarbij onze meerderjarigen het meest gebaat kunnen zijn.
Verder is onze commissie de laatste tijd nauw betrokken geweest bij de goedkeuring van een pakket maatregelen op het gebied van het civielrecht, waaronder bemiddeling, een documentendienst en het recht inzake onrechtmatige daad.
Bewijs hiervan was de zitting van het forum over gerechtelijke samenwerking op het gebied van civiele zaken die op twee december jongstleden gehouden is in de Commissie juridische zaken, met deelname van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. Een van de agendapunten op die zitting was de noodzaak om volwassenen in onze samenleving te beschermen.
Dames en heren, dit is een kwestie die al onze lidstaten aangaat, omdat de bevolking van de Europese Unie immers steeds ouder wordt. In 2050 zal 37 procent van de mensen meer dan zestig jaar oud zijn, en 10 procent boven de tachtig.
We mogen niet vergeten dat deze situatie zowel economische als budgettaire en medische implicaties heeft, die voor ons allemaal gevolgen hebben en waarvoor we zo spoedig mogelijk een oplossing moeten zien te vinden.
Dit verslag op zijn beurt probeert een ruimte van rechtvaardigheid, vrijheid en veiligheid te creëren, hoofdzakelijk op de volgende twee manieren: door toepassing van de wet, en door samenwerking tussen de bevoegde overheden van elke staat.
Zoals ik hierboven al zei, heeft dit verslag een lange weg afgelegd voordat het op 17 december met eenparigheid van stemmen werd aangenomen door de Commissie juridische zaken.
Er kwam een compromisamendement tot stand waarmee overeenstemming werd bereikt tussen de verschillende standpunten van de leden van onze commissie. Dit amendement, dat nu artikel 2 van het eindverslag geworden is, is voor het verslag van essentieel belang, omdat het voor de lidstaten de mogelijkheid opent het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 in hun wetgeving op te nemen.
Daarnaast wordt de Commissie verzocht om in de toekomst, zodra er voldoende ervaring op dit gebied is opgedaan, een wetsvoorstel in te dienen inzake versterking van de samenwerking tussen de lidstaten en verbetering op het stuk van de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen met betrekking tot de bescherming van meerderjarigen en van volmachten wegens handelingsonbekwaamheid.
Ik zou het Parlement erop willen wijzen dat tot op heden slechts vier landen het Verdrag van Den Haag ondertekend hebben en dat maar acht landen het geratificeerd hebben. Wij dringen er bij de lidstaten op aan dit Verdrag te ratificeren om ervoor te zorgen dat deze kwestie die ons allen aangaat, met meer samenhang en doeltreffender kan worden aangepakt.
Er zij op gewezen dat de wetgevende bevoegdheid uit hoofde van het Verdrag van de Europese Gemeenschap berust bij de Europese Commissie. Zoals wij allen weten, bevat het Verdrag echter nog een kleine bepaling – artikel 192 – die het Parlement het recht geeft de Commissie te verzoeken een wetsontwerp op te stellen.
Dames en heren, wij pleiten ervoor dat dit artikel wordt toegepast. Ten slotte wil ik nog zeggen dat de Commissie in de toekomst, zoals ook in het verslag staat, toezicht dient te houden op de ervaring die is opgedaan met het Verdrag van Den Haag, om communautaire bepalingen te kunnen voorstellen die een aanvulling zijn op het Verdrag en die voorzien in de mogelijkheid om extra instrumenten in te zetten voor de toekomst.
Rachida Dati, fungerend voorzitter van de Raad. − (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, ik ben blij dat ik weer deze prachtige kans krijg om met dit Huis van gedachten te wisselen en ik wil u bij deze, in naam van het voorzitterschap, bedanken voor de voortgang die geboekt is op het gebied van justitie.
Ging het vorige debat over het klimaat voor ondernemingen, de verslagen die we nu gaan bespreken betreffen het dagelijks leven van de Europese burger. Het zijn onderwerpen die onder het Frans voorzitterschap al heel vaan aan de orde zijn geweest, vooral tijdens colloquia die hebben plaatsgevonden over het vrije verkeer van authentieke aktes en over de rechtsbescherming van volwassenen.
Zoals u weet heeft het Frans voorzitterschap zich ervoor ingezet om voortgang te boeken ten aanzien van het Europa van rechtvaardigheid, om de Europese instellingen dichter bij de burger te brengen; zoals mevrouw Wallis net al zei had het Sloveens voorzitterschap in dat opzicht al veel gedaan en wij hebben dat werk voortgezet.
De drie teksten die vandaag op de agenda staan vormen hiervan het bewijs: het verslag Medina over de Europese authentieke akte, het rapport Wallis over e-justitie en het verslag López-Istúriz White over de rechtsbescherming van volwassenen. Deze zijn volkomen in lijn met de wens van het voorzitterschap om nieuwe initiatieven te stimuleren voor de invoering van nieuwe instrumenten, maar ook voor het uitwisselen van methoden en het vergelijken van bestaande praktijken, en om naar de toekomst te kunnen kijken.
Om te beginnen met het verslag over authentieke aktes: het voorzitterschap is verheugd over het initiatief van de heer Medina en de kwaliteit van zijn verslag. Het belang dat uw Parlement hecht aan de wederzijdse erkenning en het vrije verkeer van authentieke aktes in Europa, laat zien dat het om een belangrijk onderwerp gaat op het gebied van civielrechtelijke samenwerking. Dit werk maakt deel uit van ons streven naar vereenvoudiging van het dagelijks leven van onze burgers én onze bedrijven. Wetgeving is vooral bedoeld om de sociale betrekkingen soepeler te laten verlopen en tussenkomst van de rechter moet het laatste redmiddel zijn.
Het is ook van belang dat de Europese Unie zich hiervoor inzet. De authentieke akte speelt een grote rol in het dagelijks leven van gezinnen en ondernemingen, of het nu gaat om een huwelijksakte, een donatie, een testament, een verkoopakte of een contract tussen bedrijven. Mensen kunnen hierdoor, in een niet-contentieuze situatie, een daartoe bevoegde persoon of instantie inschakelen om een overeenkomst te legaliseren en alle consequenties vooraf duidelijk vast te leggen, door deze akte rechtsgeldigheid te verlenen. Maar uw inspanningen laten ook zien dat we ons vandaag de vraag moeten stellen aan welke voorwaarden een authentieke akte moet voldoen om vrij verkeer ervan in Europa mogelijk te maken, ongeacht het terrein waarop het van toepassing is.
Deze vraag moet zonder meer meegenomen worden in het toekomstige wetgevings- en werkprogramma van de Europese Commissie. Dat we ons nu buigen over de authentieke aktes neemt niet weg dat we later ook moeten nadenken over de verbetering van het vrije verkeer van andere soorten aktes. We moeten dit stap voor stap aanpakken, maar ook moeten we een uiterst helder kader uitwerken. De condities en procedures voor de wederzijdse erkenning van authentieke aktes kunnen minder zwaar worden omdat hiermee betere garanties worden geboden.
Als we hier aktes onder willen laten vallen die minder garanties bieden, moeten we onze ambities naar beneden bijstellen, wat uiteraard problematisch zou zijn. Het standpunt van het Europees Parlement zoals dat in dit verslag neergelegd is, komt in grote lijnen overeen met de uitgangspunten van het voorzitterschap. Mijnheer Medina, uw verslag zal een goede werkbasis vormen voor verdere werkzaamheden, want het voorzitterschap zal terdege kennis nemen van het debat van vandaag.
Verbetering en ontwikkeling van de Europese rechtsruimte betekent tegelijkertijd het verbeteren en moderniseren van het functioneren van het justitiële apparaat. Dat gebeurt onder andere door het inzetten van nieuwe communicatiemiddelen. Dat is waar het actieplan inzake e-justitie over gaat. Het doel daarvan is, in een grensoverschrijdend Europees kader, het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën te bevorderen. Daardoor moet een betere afstemming mogelijk worden tussen onze justitiële systemen en moet uitwisseling eenvoudiger worden. Overigens speelt het kaderbesluit over de uitwisseling van gegevens uit het strafregister van de lidstaten hierbij een belangrijke rol. Het Europees actieplan inzake e-justitie, dat op 28 november jongstleden aan de laatste Raad Justitie en Binnenlandse Zaken is voorgelegd, past ook in de lijn van de werkzaamheden van de achtereenvolgende voorzitterschappen, sinds het Duitse voorzitterschap.
In de loop van het afgelopen half jaar hebben we ons ervoor ingezet een zo evenwichtig mogelijk Europees actieplan inzake e-justitie vorm te geven, rekening houdende met de lidstaten die bij dit plan betrokken zijn en met het standpunt van uw Parlement, maar ook met de rol die de Commissie daarbij zou moeten spelen. Het Parlement staat achter deze doelstellingen en het voorzitterschap wil nogmaals mevrouw Wallis bedanken voor haar grote inzet en de kwaliteit van haar verslag. De diepgaande gedachtewisseling met het Parlement is een verrijking geweest voor het voorstel van het voorzitterschap en heeft tot een voorstel geleid dat breed gedragen wordt.
Het vereenvoudigen van de toegang en het vrije verkeer van personen en het rondsturen van justitiële beslissingen is een doelstelling die uitsluitend volledig gehaald kan worden als rekening wordt gehouden met de meest kwetsbare groepen. Dat is één van de redenen dat het Frans voorzitterschap de situatie wenste te verbeteren van volwassenen die onder een juridische beschermingsmaatregel vallen.
Meerderjarigen die onder curatele of voogdij staan moeten dezelfde vrijheid van verkeer hebben als andere burgers, ongeacht de beschermingsmaatregel die op hen van toepassing is. Het voorzitterschap is blij dat het Parlement deze kwestie heeft opgepakt en bedankt zijn rapporteur, de heer López-Istúriz White, voor zijn voorstellen over de rechtsbescherming van volwassenen. We hebben duidelijk een gedeeld belang.
Het Verdrag van Den Haag, van 13 januari 2000, treedt op 1 januari aanstaande in werking, tussen Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. In de afgelopen zes maanden hebben ook andere landen het verdrag ondertekend: Finland, Griekenland, Ierland, Luxemburg en Polen. Het is belangrijk dat alle lidstaten dit instrument gaan gebruiken. Ik weet dat het Tsjechisch en het Zweeds voorzitterschap zich ook hiervoor willen inzetten. Dat hebben ze ons tijdens ons voorzitterschap verzekerd. Het rondsturen van beslissingen die in het kader van de rechtsbescherming van volwassenen worden genomen, moet een van onze doelstellingen daarbij zijn.
Alleen dan kunnen we laten zien dat Europa in staat is een antwoord te bieden op de vragen van haar burgers, ook de meest kwetsbaren onder hen. Uw verslag levert hieraan een belangrijke bijdrage. Het Frans voorzitterschap vindt het wenselijk dat ook dit punt wordt opgenomen in het toekomstige wetgevings- en werkprogramma van de Commissie, mijnheer Barrot. Dat is van groot maatschappelijk belang. Ik weet dat dit onderwerp grote prioriteit heeft binnen de Commissie en vooral bij u, mijnheer Barrot. Hieruit blijkt dat Europa bij het creëren van meer rechtszekerheid ook rekening houdt met de meest kwetsbare groepen.
Het voorzitterschap dankt u voor uw bijdragen en ik zal uiteraard met veel belangstelling kennis nemen van alle standpunten die tijdens dit debat naar voren zullen worden gebracht.
Jacques Barrot, vicevoorzitter van de Commissie. − (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik ben blij dat ook ik op mijn beurt de auteurs van deze drie verslagen mag feliciteren en tegen mevrouw Dati wil ik zeggen dat deze verslagen inderdaad perfect passen in de activiteiten die het Frans voorzitterschap ontplooid heeft en die uiteraard onze volle aandacht hebben gekregen. Ik denk dat we hiermee echt de basis hebben gelegd voor die Europese rechtsruimte waar ik zelf zo sterk voorstander van ben en die we samen tot stand gaan brengen, vooral door middel van het Stockholm-programma.
Dit debat komt dus echt op het juiste moment. Mevrouw Dati heeft de drie verslagen al heel goed doorgenomen, maar ik wil toch nog kort ingaan op wat zij gezegd heeft om de intenties van de Commissie duidelijk naar voren te brengen.
Allereerst wil ik u bedanken, mijnheer Medina Ortega. De heer Medina Ortega heeft een uitstekend verslag geleverd over de Europese authentieke akte. Dit gaat zonder meer het dagelijks leven aan van consumenten en burgers en de aanbevelingen die u aan de Commissie doet zijn echt van waarde voor de dagelijkse realiteit van de burgers, zowel personen als het bedrijfsleven.
Iedere burger, ieder bedrijf, neemt regelmatig beslissingen, in hun privéleven of bij zakelijke transacties, die worden vastgelegd in een eenvoudige overeenkomst die door een openbare instantie gelegaliseerd wordt en het moge duidelijk zijn dat in het kader van het vrije verkeer ook vrij verkeer van authentieke aktes nodig is.
Dat vrije verkeer is momenteel slechts ten dele gerealiseerd en zoals u weet willen wij, naast de reeds bestaande instrumenten, nieuwe maatregelen invoeren. Ik ben daar momenteel mee bezig: enkele daarvan zijn al aangenomen – en ik wil u bedanken, mevrouw Rachida, wat betreft de onderhoudsverplichtingen – en ik ben ook bezig de maatregel inzake het successierecht voor maart 2009 voor te bereiden, mijnheer Medina Ortega. Maar ik ben me er terdege van bewust dat er nog heel wat werk verzet moet worden en daarom gaat de Commissie een groenboek opstellen over de authentieke akte, en wellicht over andere openbare documenten, zodat er een echte brede consultatie over dit onderwerp zal kunnen plaatsvinden.
Uw verslag en het onderzoek dat door het Europees Parlement is gedaan zullen hierbij vanzelfsprekend uitermate nuttig zijn en, zoals u hebt benadrukt – en ik ben het daarmee eens – er is ook een juridische grondslag nodig om een dergelijk initiatief te kunnen nemen, waarbij duidelijk is dat er vanwege de grote diversiteit van de rechtssystemen zeer grondig werk verricht zal moeten worden om een dergelijk initiatief mogelijk te maken. Maar ik bedank u nogmaals voor dit uitstekende werk.
Ik wend me nu tot mevrouw Wallis die sterk heeft aangedrongen op de noodzaak het functioneren van justitie te moderniseren en inderdaad mag het actieplan dat onder het Frans voorzitterschap is aangenomen zich verheugen in grote belangstelling van het Tsjechisch voorzitterschap. Aan de hand van uw verslag, mevrouw Wallis, zullen we kunnen bekijken hoe we het gebruik van e-justitie kunnen optimaliseren.
U hebt er met name op gewezen dat dit bijvoorbeeld grote diensten kan bewijzen bij de afhandeling van geringe vorderingen. Uw aanbevelingen zullen zonder meer behulpzaam zijn bij de acties die de Commissie al in gang heeft gezet en ze zullen een verrijking vormen voor de discussies en voor de besluiten die binnen de Europese Raad genomen zullen worden.
We zullen er samen aan werken dat de Europese wetgeving – zowel de nationale wetgeving als de Europese regelgeving en procedures – door de Europese e-justitie beter toegankelijk wordt. Ik wil hieraan nog toevoegen dat het justitieportaal uiterlijk eind december 2009 toegankelijk zal zijn. We zullen hierbij uiteraard nauw samenwerken met het Parlement. Dit Europese e-justitie-portaal moet dus absoluut uiterlijk eind december 2009 operationeel zijn. Dit is bedoeld voor de burgers, maar we gaan ook bekijken hoe we de vraagstukken kunnen aanpakken die meer direct van belang zijn voor gerechtelijke instanties.
Nogmaals, ik ben erg blij met deze synergie tussen onze Europese instellingen, de Raad, het Parlement en de Commissie. Ik denk, mevrouw Wallis, wat betreft uw aansporing om ons ambitieniveau niet te verlagen, maar juist zeer ambitieus te zijn op het gebied van om e-justitie, dat het Frans voorzitterschap en mevrouw Dati dat soort ambitie hebben vertoond. U kunt ervan verzekerd zijn dat ik mij als commissaris hier sterk voor zal inzetten.
Tot slot kom ik bij het verslag van de heer López-Istúriz White. Ook hem wil ik bedanken dat hij het initiatief van mevrouw Dati – die ons met name in Lille aan dit onderwerp heeft laten werken dat zo enorm belangrijk is voor onze samenlevingen – op zo'n uitstekende manier heeft opgepakt. We weten dat er in onze samenlevingen steeds meer mensen zijn die ouder zijn dan 65 jaar. Momenteel vormt deze groep al 16 procent van de Europese bevolking. We zijn dan ook overtuigd van de noodzaak van rechtsbescherming van kwetsbare volwassenen. Daarom steunen we dit Franse initiatief volledig en roepen we de lidstaten op het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 te ratificeren. Het is te danken aan het doorzettingsvermogen van mevrouw Dati dat dit Verdrag op 1 januari 2009 in werking treedt.
De minister heeft een aantal landen genoemd die dit Verdrag momenteel al ondertekend hebben en ik ben ervan overtuigd dat dit een sneeuwbaleffect zal hebben en ons zal helpen alle lidstaten over te halen dit Verdrag te ratificeren.
Inderdaad zijn er momenteel op communautair niveau geen bestaande instrumenten. We hebben het nog niet gehad over het uitwerken van een bestaand instrument. We gaan heel nauwkeurig kijken naar de uitvoering van dit Verdrag en verder gaan we dit voorstel uiteraard meenemen in het kader van het Stockholm-programma. We gaan alle maatregelen onderzoeken die de samenwerking tussen de lidstaten zouden kunnen verbeteren en vervolgens kunnen we eventueel een communautair initiatief op dit gebied nemen.
Dit is wat ik nu over dit onderwerp kan zeggen, een onderwerp dat ik persoonlijk van groot belang vind. In ieder geval wil ik u bedanken. Dit debat, in aanwezigheid van mevrouw Dati, laat al zien dat we tot een ambitieus Stockholm-programma zullen proberen te komen, dat voldoet aan de verwachtingen van de burgers, die deze Europese rechtsruimte willen. Ik dank het Parlement.
VOORZITTER: MIGUEL ANGEL MARTÍNEZ MARTÍNEZ Ondervoorzitter
Panayiotis Demetriou, rapporteur voor advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. − (EL) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik het Franse voorzitterschap feliciteren met alles wat het tot nu toe heeft bereikt, vooral op het gebied van justitie. Ik wil ook de commissaris feliciteren. De Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderschrijft de standpunten van de rapporteur Antonio Lopéz-Istúriz White, zoals die zijn uitgedrukt in zijn verslag. Onze bejaarde medemensen, die beperkte mogelijkheden hebben, zoals alle mensen met problemen, moeten rechtsbescherming kunnen krijgen. Ze mogen niet aan hun lot worden overgelaten in handen van opportunistische beschermers, die ze soms niet alleen vernederen maar ook misbruik maken van hun positie. Elke maatschappij, elke staat met een rechtsstaat heeft de plicht om rechterlijke en bestuurlijke besluiten en wetten aan te nemen die de waardigheid van bejaarden waarborgen alsook hun financiële middelen, hierbij heeft de Europese Unie een grensoverschrijdende verantwoordelijkheid. Ik roep de Commissie op om druk uit te oefenen op de lidstaten om het Verdrag van Den Haag, dat een kader biedt voor dergelijke bescherming, te ondertekenen en te ratificeren. Ik roep alle collega’s op om, mochten ze dat nog niet gedaan hebben, ervoor te zorgen dat dit werkelijkheid wordt.
Luca Romagnoli, rapporteur voor advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. − (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik wil het Franse voorzitterschap, commissaris Barrot en alle rapporteurs feliciteren, want de technologische ontwikkeling schrijdt onverbiddelijk voort en justitie kan daarbij niet achterblijven.
Ik denk dat de introductie van ICT in het justitiële apparaat velerlei oplossingen kan bieden door een beter functioneren van het rechtsstelsel met snellere en efficiëntere procedures en lagere kosten. E-justitie kan bovendien onbetwistbare voordelen met zich meebrengen en in diverse behoeften voorzien, in de eerste plaats de toegang tot justitie, maar ook de verbetering van de efficiëntie en de besparing van tijd en kosten. Het is daarom van essentieel belang dat e-justitie gericht is op het ontwikkelen van het gebruik van nieuwe informatietechnologieën op het gebied van justitie, des te meer als we bedenken dat bijna tien miljoen Europese burgers belang hebben bij een grensoverschrijdende civiele procedure en dat dit cijfer waarschijnlijk verder zal toenemen.
Maar naast de belangen van de burgers moeten we ook de voordelen voor de mensen die werkzaam zijn in de justitiële sector, meewegen, dus we mogen de procedures op het gebied van samenwerking in rechtszaken en strafzaken niet vergeten. Zoals ik als rapporteur van het verslag over het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS) al heb ervaren, is het potentiële toepassingsgebied van e-justitie behoorlijk groot en zal dit toenemen naargelang van de vorderingen van de Europese justitiële ruimte en de technologische ontwikkelingen. Ik ben dus verheugd dat commissaris Barrot pas geleden heeft aangekondigd dat het portaal eind 2009 operationeel zal zijn.
Tot besluit wil ik de hoop uitspreken dat ons Europa uiteindelijk een rechtvaardig rechtsbestel zal krijgen en dat de verantwoordelijkheid van de rechtsbeoefenaars uiteindelijk gelijk zal zijn verdeeld. Het komt maar al te vaak voor – bijvoorbeeld in mijn eigen land – dat het proces de aanklager enorm veel geld kost en de kwellende rechtsprocedure in vrijspraak eindigt. In Italië is de rechter niet burgerlijk aansprakelijk bij rechterlijke dwalingen en dat is een ernstig sociaal onrecht dat moet worden rechtgezet. Ik hoop dat de Europese justitiële ruimte vroeg of laat zal helpen deze ernstige misstand recht te zetten.
Nogmaals dank aan het Franse voorzitterschap voor zijn inspanningen op dit gebied en dank ook aan mevrouw Wallis.
Jean-Paul Gauzès, namens de PPE-DE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Dati, mijnheer Barrot, ik wil op de allereerste plaats mijn waardering uitspreken voor de inspanningen van het Frans voorzitterschap en voor uw persoonlijke inspanningen, mevrouw Dati, om bij te dragen aan de verbetering van de ruimte van juridische vrijheid en efficiëntie, in het belang van onze medeburgers.
Onze rapporteurs hebben uitstekend werk geleverd. Daarom zal de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten deze drie verslagen – het verslag-Wallis, het verslag-Istúriz en het verslag-Medina – steunen. Ik wil nog een korte toelichting geven op het standpunt van onze fractie over het verslag van de heer Medina, waarmee ik nauw heb samengewerkt.
Zoals u al zei, mevrouw Dati, mijnheer Barrot, in dit verslag wordt erop aangedrongen dat we ons inzetten voor een wederzijdse erkenning van authentieke aktes. Toen dit verslag verscheen was er discussie over een mogelijke aanpassing van de terminologie.
Wat ons betreft gaat dit verslag over authentieke aktes, waarvan de kenmerken duidelijk gedefinieerd zijn, op grond van jurisprudentie. In dit stadium is het verstandig ons te beperken tot authentieke aktes en geen juridische verwarring te creëren door het introduceren van onduidelijke termen om het begrip authentieke akte te verbreden.
U hebt aangegeven, mevrouw Dati, mijnheer Barrot, wat de kenmerken van de authentieke akte zijn en ik ga daar niet opnieuw op in. Ik wil alleen stellen dat, indien er een discussie komt over andere kwesties, over aktes met een ander karakter, die in essentie privéovereenkomsten zijn, dit niet binnen het bestek van dit verslag valt, omdat dit gaat over de wederzijdse erkenning van wat op grond van jurisprudentie gedefinieerd is als authentieke aktes. Ik wil de heer Medina nogmaals bedanken voor zijn uitstekende verslag over dit onderwerp.
Manuel Medina Ortega, namens de PSE-Fractie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik heb nu mijn andere pet opgezet: ik spreek niet langer als rapporteur van mijn verslag maar namens de Socialistische Fractie in het Europees Parlement om de gecombineerde verslagen toe te lichten.
De drie verslagen hebben één eigenschap gemeen, en wel dat ze er alle drie op gericht zijn de positie van de burgers te verbeteren. Op dit gebied van het recht moet een verbetering van de positie van de burgers worden ingevoerd aan de hand van bepaalde evenwichtscriteria, waarbij allerlei overwegingen mee moeten spelen. Zo mogen we ons, als het om e-justitie gaat, niet door een al te groot enthousiasme over de nieuwe technologie laten meeslepen als die de waarborgen voor de burger zou blijken te schaden. Met andere woorden, het streven om iedereen een e-mailadres te bezorgen zou er bijvoorbeeld toe kunnen leiden dat mensen die geen toegang hebben tot het internet van de rechtspraak worden uitgesloten.
Op het specifieke gebied van mijn verslag over de authentieke akte denk ik dat zowel de fungerend voorzitter van de Raad, mevrouw Dati, als de heer Barrot duidelijk hebben gemaakt hoe belangrijk de juridische waarborgen ook op dit punt zijn. Het gaat erom dat rechtsgeldige documenten van het ene naar het andere land worden overgedragen, niet dat alle mogelijke documenten erkend worden als we hun doeltreffendheid betwijfelen. Met andere woorden, zelfs als een onderhandse akte gelegaliseerd is in een land waarin authentieke akten niet bestaan, dan nog kan hij niet de vatbaarheid voor tenuitvoerlegging hebben die notariële akten in het continentaal recht hebben, waarvan de bindende vatbaarheid voor uitvoerbaarheid volkomen anders is.
Zo mag het evenwicht tussen de behoefte van de markt om goed te functioneren en de behoefte aan doeltreffend verkeer binnen de Europese Unie ons er niet toe brengen de essentiële juridische waarborgen op te geven. Zonder juridische waarborgen, zonder waarborgen voor de burgers, bestaat er geen recht. Daarom, om die reden, zal de Socialistische Fractie in het Europees Parlement, wanneer er over de verschillende verslagen gestemd wordt, haar standpunten blijven bijschaven, met als doel vooral de belangen van de gewone burgers te beschermen en niet alleen die van degenen die meer macht hebben.
Diana Wallis, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik denk, of ik hoop, dat mijn fractie er geen moeite mee heeft mijn verslag, en zeker dat van de heer López-Istúriz White, te steunen.
Waar ik het over wil hebben is het verslag van de heer Medina Ortega, omdat dat problemen oplevert voor allerlei leden van dit Huis. We zijn het er allemaal over eens dat we vrij verkeer van rechterlijke uitspraken hebben. We zouden graag zien dat het vrije verkeer van authentieke akten er kwam en ik zou daaraan willen toevoegen: ‘of gelijkwaardige documenten’. Er is hier veel gesproken over het gemakkelijker maken van het leven van onze burgers. Voor mij betekent dat het leven van alle Europese burgers, en het zou niet goed voor ons zijn als sommige landen en sommige juridische tradities van dit juridische terrein werden uitgesloten. Dat gebeurt namelijk als we niet wat verder om ons heen kijken en geduldig en verdraagzaam zijn tegenover juridische stelsels die er op het eerste gezicht misschien anders uitzien, maar dingen op ongeveer dezelfde manier blijken te benaderen als je je er wat meer in verdiept.
We zijn zover gekomen dat we elkaars documenten erkennen. Er is absoluut geen goede reden te bedenken waarom we in verdraagzaamheid en zorgvuldigheid elkaars akten niet zouden kunnen erkennen als die opgemaakt zijn als contract of notariële akte, alleen niet op precies dezelfde manier of in dezelfde vorm.
Ik pleit ervoor om alsjeblieft de amendementen die vandaag ingediend zijn, te respecteren. Misschien worden ze niet aangenomen, maar de strekking ervan is dat dit een Europa van recht voor alle burgers en alle juridische culturen is. Het moet geen exclusief clubje worden.
Ryszard Czarnecki, namens de UEN-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, we bespreken vandaag drie erg belangrijke verslagen. Ik zou met name mevrouw Wallis willen danken voor haar uiterst volledige, evenwichtige, deskundige en uitstekende verslag waarin alle aspecten van dit probleem aan bod komen. Het Parlement is het volkomen eens met mevrouw Wallis, die de aandacht vestigt op het belang van een probleem dat minstens 2 procent van de burgers van de EU-lidstaten treft. Van de vijfhonderd miljoen inwoners van de Europese Unie zijn maar liefst tien miljoen burgers betrokken bij grensoverschrijdende rechtszaken. Voor hen kan de tenuitvoerlegging van de meest actuele IT-systemen op het gebied van justitie van doorslaggevend belang zijn, aangezien ze de juridische procedures efficiënter, eenvoudiger en korter kunnen maken.
Als onze voorstellen door de Europese Commissie worden aangenomen, zullen ze niet alleen de toegang tot justitie vergemakkelijken, maar verder ook de kosten van juridische procedures beperken, iets wat belangrijk is voor onze burgers. Onze steun aan het idee om twee e-justitie-portalen te creëren, lijkt gerechtvaardigd. Het eerste portaal zou de burgers ten goede komen en ervoor zorgen dat zakenmensen toegang hebben tot juridische bijstand in een groot aantal talen. Het tweede portaal, dat zich specifiek op juridische beroepen richt, zou een instrument zijn ter ondersteuning van de werkzaamheden van juristen, rechters, openbare aanklagers, advocaten en ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de rechtsbedeling.
Bovendien kunnen nieuwe technologieën van nut zijn bij de bestrijding van de internationale criminaliteit en de preventie van misdaden. Dit geldt uiteraard ook voor het algemeen gebruik van videoconferenties als aangewezen methode om in juridische procedures bewijsmateriaal te verkrijgen en te verzamelen.
Rareş-Lucian Niculescu (PPE-DE) . – (RO) Het is van groot belang dat er in het justitiële proces waar mogelijk nieuwe technologieën worden geïntroduceerd en gebruikt. Wij kunnen niet toestaan dat het justitiële systeem in dit opzicht zo ver achter blijft bij andere terreinen. Ook spreekt het voor zich dat elke strategie op dit vlak met de grootst denkbare zorg moet worden bekeken. Als wij echter naar de huidige situatie kijken, moeten wij wel met beide benen stevig op de grond blijven staan.
Binnen de Europese Unie van de 21e eeuw zijn er nog steeds rechtbanken die niet beschikken over een computer of over internettoegang, een feit dat wordt benadrukt in het verslag. Welke zoekmethode ook wordt gebruikt, het is uitzonderlijk lastig om toegang te krijgen tot justitiële gegevens, zowel voor rechtsbeoefenaars als, in het bijzonder, voor de gewone burger die zijn rechten wil beschermen. Ik ben ervan overtuigd dat als onderdeel van de Europese financieringsregelingen, zowel op het vlak van het civiele als het strafrecht, er in de toekomst meer middelen beschikbaar zullen komen voor het verhelpen van deze tekortkomingen. Evenzo is het duidelijk dat er aanvullende inspanningen van de lidstaten vereist zijn om effectief gebruik te maken van de middelen die momenteel beschikbaar zijn.
In het verslag wordt ook aandacht gevraagd voor vergelijkbare problemen met betrekking tot het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken. Nog maar twee dagen terug hebben wij hierover gestemd. Ik betreur het dat er niet over dit verslag is gedebatteerd. Het is zonder twijfel van belang om de manier waarop het netwerk functioneert, te verbeteren. Dit zal een meerwaarde vormen voor de Europese burger. De eerder genoemde problemen op dit vlak duren echter nog altijd voort. Daarbij spelen tevens het gebrek aan informatie, het gebrek aan vertalingen naar alle officiële talen en de moeilijke toegang tot het justitiële systeem op grensoverschrijdende basis.
Ik dank u voor uw aandacht. Ik zou opnieuw de hoop willen uitspreken dat deze problemen, die een grote zorg vormen voor het Parlement, in de toekomst een prominentere plaats zullen innemen op de agenda’s van de Commissie en de Raad, met name omdat gewone burgers concrete maatregelen van de Europese Unie verwachten, die het alledaagse leven voor hen vereenvoudigen.
Neena Gill (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij met alle drie verslagen, maar wil het graag eerst over bescherming hebben. De bescherming van de kwetsbaarste burgers is een onderwerp dat mij zeer na aan het hart ligt. We weten dat de bevolking van Europa steeds ouder wordt: de levensverwachting is nu gestegen tot 80 jaar en in 2050 zal 37 procent van de bevolking ouder dan 60 jaar zijn. De bevolking wordt ook steeds mobieler. In mijn eigen land waren er vorig jaar 400 000 mensen die naar het buitenland emigreerden om van hun pensioen te genieten; daarom is het belangrijk ervoor te zorgen dat zij de zelfde bescherming krijgen als die ze in hun eigen land zouden krijgen.
Door deze demografische veranderingen ziet de Europese samenleving zich voor vele uitdagingen gesteld; de uitdagingen op het gebied van gezondheid en maatschappelijke zorg zijn al genoemd. Ik vind dat het heel belangrijk is dat de oudere generatie een zelfstandig en waardig leven kan leiden.
Vorig jaar was ik rapporteur van een verslag dat als doel had ervoor te zorgen dat oudere burgers gezonder blijven en langer en zelfstandiger leven dan nu. Ik vind dat het verslag waar we vandaag over spreken, heel goed aansluit bij de voorstellen die moeten garanderen dat die oudere burgers, onafhankelijk van de vraag waar ze wonen, voor hun eigen eigendommen kunnen blijven zorgen en hun eigen leven kunnen leiden, zonder dat ze uitgebuit of misbruikt worden. Toch maak ik me ook zorgen over het Verdrag van Den Haag. Ik ben blij met de maatregelen van de minister in dit verband, maar we moeten er niet alleen voor zorgen dat de bestaande wetgeving geratificeerd wordt: we moeten ervoor zorgen dat ze doeltreffend is.
Ik wil graag een paar dingen zeggen over de authentieke akte. Ik ben blij met de initiatieven ter verlichting van administratieve lasten voor onze burgers, maar ik maak me ook wel zorgen dat er in dit verslag geen rekening wordt gehouden met de verschillende rechtstradities binnen de Gemeenschap, bijvoorbeeld de verschillende instrumenten zoals de Engelse ‘deed’ of de verschillende notariële beroepen zoals die in Engeland bestaan. Ik ben van mening dat het huidige verslag het risico in zich bergt dat de nationale wetgeving van bepaalde lidstaten, in het bijzonder die van mijn eigen land, met betrekking tot het beheer over nalatenschappen ondermijnd wordt. Ik vind dat men met het negeren van dergelijke verschillen ingaat tegen het beginsel van wederzijdse erkenning en het doel van gelijke toegang tot de rechtspraak voor alle burgers. Om die redenen steunen mijn delegatie en ik de amendementen van mevrouw Wallis.
Ik ben heel blij met het verslag van mevrouw Wallis over e-justitie. Ik vind dat sommige problemen die wij in de andere verslagen behandelen, met elkaar samenhangen. Dat betekent dus dat mensen gelijke toegang tot de rechtspraak hebben, waar ze zich ook in de Europese Unie bevinden.
Cristian Silviu Buşoi (ALDE) . – (RO) Ik zou de rapporteurs, Diana Wallis, Manuel Medina Ortega en Antonio López-Istúriz White, willen feliciteren met hun voortreffelijke verslagen. In een tijd dat het aantal mensen dat betrokken is bij grensoverschrijdende geschillen binnen Europa naar schatting 10 miljoen bedraagt, is e-justitie onontbeerlijk. Sterker nog, het gebruik van informatietechnologie in het justitiële systeem zou een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan de toegankelijkheid en efficiëntie van de rechts- en justitiële stelsels in Europa. Het verslag en de inspanningen van mevrouw Wallis verdienen dan ook onze volledige aandacht.
Verder geloof ik dat de resolutie inzake de authentieke akte van bijzonder belang is. Als advocaat uit Roemenië kan ik alleen maar benadrukken hoe groot de voordelen zijn van de authentieke akte en een minnelijk en niet-contentieus rechtsstelsel. Sterker nog, de belangrijkste manier waarop preventieve justitie zich in Roemenië, evenals in overige Europese landen met een jurisdictie op basis van civiel recht, manifesteert is aan de hand van de authentieke notariële akte. Ik heb begrepen dat de heer Medina Ortega liever uitsluitend spreekt van authentieke akten en onderscheid maakt tussen authentieke openbare akten die uitsluitend worden uitgereikt door een gespecialiseerde beroepsbeoefenaar, die daartoe bevoegd is door een overheidsinstelling, en akten die worden gecertificeerd met een particuliere handtekening.
Ongeacht de uitkomst van de debatten en ongeacht de vraag of vergelijkbare akten onder dit verslag vallen of op de agenda staan voor een volgend initiatief, denk ik dat de doelstelling van dit verslag moet zijn dat de bescherming van burgers en hun wettelijke veiligheid worden gegarandeerd, ook ten aanzien van grensoverschrijdende familie- en vermogensrechtelijke betrekkingen.
Bogusław Rogalski (UEN). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de Europese Unie dient een antwoord te bieden op het probleem van de snelle vergrijzing van de bevolking in de lidstaten, dat verband houdt met een belangrijke stijging van de levensverwachting. Als gevolg daarvan zal in 2050 ongeveer 40 procent van de Europese bevolking ouder zijn dan zestig jaar en meer dan 10 procent daarvan tachtig jaar en ouder.
Deze demografische veranderingen zullen ernstige gevolgen hebben voor onze economie, onze samenleving, onze gezondheid en onze begroting. Er moeten bijgevolg passende en specifieke beschermingsmechanismen worden ingesteld die op alle terreinen gelijke rechten en plichten garanderen. Beschermde personen brengen steeds meer tijd door in andere lidstaten dan waar zij hun verblijfplaats hebben of worden in een ander land in een ziekenhuis behandeld dan in de lidstaat waar zich hun vermogen bevindt. Daarom moeten de rechtsbeschermingssystemen niet alleen de continuïteit van rechterlijke en administratieve besluiten verzekeren, maar ook van de beslissingen die door de beschermde personen zelf zijn genomen. Dit geldt met name voor volmachten aangaande de toekomstige rechtsbescherming, die in de EU-lidstaten moeten worden toegepast.
We dienen dus een mechanisme in te stellen voor de efficiënte overdracht van documenten, in het bijzonder in noodsituaties, bijvoorbeeld wanneer beschermde personen in het ziekenhuis moeten worden opgenomen terwijl ze tijdelijk buiten hun land van oorsprong verblijven. Op deze manier zouden de Europeanen zonder problemen in een andere lidstaat dan hun land van oorsprong kunnen verblijven of wonen zonder het voordeel van een snelle en doeltreffende toegang tot behandeling te verliezen.
Dushana Zdravkova (PPE-DE). – (BG) Mevrouw de minister, mijnheer de commissaris, dames en heren, ik kan u verzekeren dat het debat van vandaag over deze drie verslagen van groot belang is, zowel voor de Europese Unie als voor mijn collega-juristen. Daarom wil ik de rapporteurs graag gelukwensen met hun verslagen.
Mijn carrière heeft zich tot nu toe geheel binnen het judiciële systeem voltrokken: ik ben president van één van de grootste rechtbanken van Bulgarije – de eerste rechtbank die online technologie heeft gebruikt om zaken af te handelen – en ben tot het jaar 2000 voorzitter geweest van het deskundigencomité voor informatietechnologie en recht van de Raad van Europa. Ik ben daarom vertrouwd met al hetgeen te maken heeft met e-justitie. Toen we informatietechnologie in 1995 introduceerden, had ik geen idee dat dit onderwerp binnen het Europees Parlement zoveel commotie zou veroorzaken.
Ik wil mevrouw Wallis graag in het bijzonder gelukwensen met haar verslag over e-justitie. Ik geloof namelijk dat het gebruik van informatietechnologie en de nieuwe communicatietechnologieën binnen het kader van de rechtspleging de ontwikkeling van grensoverschrijdende judiciële samenwerking zal bevorderen. Het zal bovendien de toegang tot het judicieel systeem voor de burgers van de Europese Unie vergemakkelijken.
Ik wil er echter wel op wijzen dat we, als we een doeltreffend Europees systeem op dit gebied willen opzetten, op institutioneel niveau een algemene strategie moeten ontwikkelen en algemeen geldende normen zullen moeten vastleggen voor een betere communicatie tussen de nationale systemen. We mogen dan niet vergeten dat je daarvoor veel goed opgeleide deskundigen nodig hebt.
De nieuwe technologieën vertegenwoordigen een enorm potentieel voor de bestrijding van grensoverschrijdende misdaad. Bovendien kunnen ze het judicieel systeem met betrekking tot burgerlijke en handelsmaterie toegankelijker maken voor de burgers. Om één en ander te verwezenlijken zullen we er echter wel voor moeten zorgen dat aan alle basisvoorwaarden is voldaan.
Daarom wil ik erop aandringen dat al de relevante projecten in dezen worden uitgevoerd, of het nu gaat om een online netwerk voor strafrechtregisters of faillissementsregisters dan wel het Europees Judicieel Netwerk inzake burgerlijk en handelsrecht. Alleen op deze wijze kunnen we één van de fundamentele doelstellingen van de Europese Unie, te weten meer interactie met de burgers, verwezenlijken.
Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (PSE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, in haar mededeling over het Haags programma van 10 mei 2005 aan het Parlement en de Raad heeft de Europese Commissie bepaald dat het een van haar specifieke prioriteiten is om tegen 2011 een doeltreffende Europese rechtsruimte te waarborgen in het kader van het civiel recht, met name voor de erkenning en de uitvoering van rechterlijke beslissingen en van het beginsel van wederzijdse erkenning, aangezien deze maatregelen een doeltreffend instrument zijn voor het verzekeren van de grensoverschrijdende rechtsbescherming van de Europese burgers.
De Europese Unie breidt zich uit en haar burgers worden aangespoord om steeds mobieler te worden. Tegelijkertijd wordt het verkeer van personen binnen de Gemeenschap belemmerd door problemen in verband met de overdracht van authentieke aktes. De sterk uiteenlopende oplossingen die door de lidstaten op het gebied van de wederzijdse erkenning van authentieke aktes worden toegepast, hebben ertoe geleid dat het verkeer van deze aktes momenteel een complexe aangelegenheid is en dat er talrijke beperkingen bestaan, zowel met betrekking tot het aantal documenten als tot de soorten aktes die overgedragen mogen worden.
De Commissie dient concrete maatregelen te nemen met het oog op de onverwijlde invoering van een op maat gesneden en uniform systeem voor de uitvoering en wederzijdse erkenning van authentieke aktes in alle lidstaten. Dit zal het dagelijks leven van zowel de burgers als het bedrijfsleven aanzienlijk vergemakkelijken.
Tegelijkertijd zouden de inschrijvingen in openbare grond- en eigendomsregisters van dit communautaire instrument moeten worden uitgesloten, gezien de verschillen qua structuur en organisatie van de stelsels van openbare registers op het gebied van eigendom van vastgoed. Afgezien van deze uitzondering kan de erkenning van de echtheid, de bewijskracht en de uitvoerbaarverklaring van een authentieke akte met het oog op het gebruik ervan in de aangezochte lidstaat alleen worden geweigerd als er ernstige en gemotiveerde twijfel bestaat over de echtheid ervan of als erkenning in strijd is met de openbare orde van de aangezochte lidstaat.
Tot slot zou ik de rapporteur, de heer Medina Ortega, van harte willen bedanken voor dit zeer goed voorbereide document.
Toomas Savi (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben er heel blij mee dat de Commissie een actieplan over e-justitie voorbereidt. Ik was verbaasd toen ik hoorde dat dat nog niet eerder gebeurd was. Ik wil mijn college Diana Wallis graag bedanken dat zij dit urgente probleem zo goed heeft aangepakt. Door de snelle technologische ontwikkelingen beschikken we nu over nieuwe, efficiënte hulpmiddelen en we moeten niet aarzelen die te gebruiken.
Helaas hebben we daardoor ook te maken met nieuwe uitdagingen, bijvoorbeeld e-criminaliteit, zoals ‘unauthorised monitoring’ (onbevoegde inzage en bewerking van communicatiemiddelen), fraude, cyberoorlogsvoering en nog vele andere misdrijven. Het wordt hoog tijd dat de Europese Unie wetgeving opstelt inzake de omschrijving van, het onderzoek naar en de straffen voor e-misdrijven. E-criminaliteit overschrijdt de grenzen van landen en moet daarom op supranationaal niveau aangepakt worden. Ik verwacht van de Commissie dat zij op dit terrein heel binnenkort wetgevingsinitiatieven neemt.
Costas Botopoulos (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, e-justitie, elektronische rechtspraak: kunnen we zeggen dat zoiets mogelijk is op een terrein dat onderhevig is aan menselijke zwakheden en deugden – heel menselijke eigenschappen? Nee! Is rechtspraak zonder grenzen mogelijk? Zoals u al zei: nee, ook niet! Omdat het hier om menselijke activiteiten gaat, die in verschillende delen van de wereld heel verschillend zijn.
Betekenen deze twee ‘nee’s’ dat we technologische vernieuwing de rug moeten toekeren? Nee, natuurlijk niet! We moeten proberen gebruik te maken van menselijke innovatie. Een portal voor informatie: ja! Uitwisseling van gegevens: ja! Bewustzijn van de onderlinge afhankelijkheid van de verschillende rechtssystemen: ja! Bijdragen aan de totstandbrenging van een Europees volk: ja! Maar een rechtspraak zonder gezicht – en ik zeg niet dat u dat in uw verslag doet: nee!
Mijn vader, die rechter was, zou niet graag willen dat ik voor het Europees Parlement elektronische rechtspraak zou verdedigen. Als ik vanuit het Europees Parlement tot mijn vader spreek, die in de hemel is, dan kan ik hem zeggen dat ik weet dat de rechtspraak altijd gaat over een man, zijn raadsman en de rechter – niet voor God maar voor hun geweten.
Nicolae Vlad Popa (PPE-DE). – (RO) Ik zou graag mijn gelukwensen willen uitspreken over het initiatief met betrekking tot het verkeer van authentieke akten in Europa, aangezien dit zal bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de vrijheid van verkeer van personen en handelsondernemingen binnen de Europese Unie. Hoewel de fysieke grenzen zijn weggenomen, zijn de wettelijke grenzen wel degelijk nog aanwezig. Bewijs hiervan zijn de complexe procedures, die van staat to staat verschillen, voor de toepassing van contracten die zijn ondertekend in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de overheid.
Het is onze plicht om elke burger de mogelijkheid te bieden de bepalingen van de Europese authentieke akte in een lidstaat van de Europese Unie zonder aanvullende procedures te laten gelden, ook wanneer deze authentieke akte is opgesteld in een andere lidstaat.
Ik verwelkom het initiatief en het verslag van mevrouw Wallis over e-justitie, omdat ik geloof dat indien wij dit verslag goedkeuren, dit zal zorgen dat de Europese burger toegang krijgt tot de Europese rechts- en justitiële stelsels door middel van gebruik van informatie- en communicatietechnologie. Snelle verwerking van bewijsmateriaal tegen lage kosten en vereenvoudiging van de rechtsprocedures met behulp van eenvoudige, praktische instrumenten vergoten voor de burger in het geval van grensoverschrijdende geschillen de toegang tot het rechtsstelsel. Om dit te bereiken …
Armando França (PSE). – (PT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, mevrouw Dati, e-justitie is bij het verzekeren van de toegang tot het recht en de rechtbanken een belangrijke stap voorwaarts. Ik ben heel blij met dit initiatief en wil de rapporteur en het Frans voorzitterschap graag gelukwensen. Het e-justitie-project is één van de onderwerpen die tijdens het Portugees voorzitterschap aan de orde zijn gebracht. Daarom viel Portugal de eer toe om de ontwikkeling en uitvoering van dit proefproject te begeleiden. Met dit systeem krijgen alle burgers op een eenvoudigere, goedkopere en prettigere manier toegang tot de diensten van andere lidstaten – in de eigen taal.
Deze polyglotte portaalsite moet zodanig worden opgezet dat hij hulp kan bieden aan burgers en bedrijven die elementair juridisch advies willen inwinnen met betrekking tot grensoverschrijdende juridische problemen. De e-justitie-portaalsite moet worden gecoördineerd en beheerd door een speciale eenheid. Diezelfde eenheid zal ook verantwoordelijk zijn voor het coördineren van de bijdragen van de verschillende lidstaten. Ze moet er dus voor zorgen dat die bijdragen op elkaar aansluiten. Het e-justitie-project staat ten dienste van de burger en zal zo de democratie versterken. Het stemt mij heel tevreden dat deze portaalsite in december 2009 van start zal gaan.
Marcin Libicki (UEN). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, in de eerste plaats zou ik mevrouw Wallis willen gelukwensen met haar uitstekende verslag en twee kwesties onder de aandacht willen brengen. Als voorzitter van de Commissie verzoekschriften stel ik vast dat de burgers van de Europese Unie zich vaak niet bewust zijn van hun rechten, terwijl ze in andere situaties denken dat ze tussenbeide kunnen komen in bepaalde aangelegenheden zonder dat ze daartoe het recht hebben. Daarom zal deze portaalsite, het zogenaamde e-justitie-portaal, zonder enige twijfel bijdragen tot betere contacten tussen de burgers van de Unie enerzijds en het Europees Parlement en zijn Commissie verzoekschriften anderzijds.
Ik zou voorts uw aandacht willen vestigen op een andere kwestie die mevrouw Wallis in haar uiteenzetting heeft aangehaald, met name het feit dat we de lokale wetgeving in acht moeten nemen. De beroemde Franse filosoof Charles de Montesquieu zei hierover 250 geleden al dat bij het opstellen van wetgeving op een hoger territoriaal niveau nooit uit het oog mag worden verloren dat kleine regio's en grondgebieden – in dit geval de lidstaten van de Europese Unie – eigen tradities hebben die moeten worden geëerbiedigd.
De Voorzitter. – Dames en heren, tijdens een recente discussie in het Bureau van het Parlement was het algemene standpunt dat het woord niet moest worden verleend aan sprekers die al in het debat betoogd hadden. Op grond van wat wij in Spanje “de geest van Kerstmis” noemen, maken wij hierop nu echter een uitzondering, en geven wij het woord aan de heer Romagnoli.
Luca Romagnoli (NI). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik kan niet namens allen spreken, maar ik hoop dat de niet-ingeschrevenen het ermee eens zijn dat de Europese justitiële ruimte een onbetwistbaar voordeel biedt voor de burgers van de Europese Unie en het initiatief dienaangaande dus steunen.
Dames en heren, ongeveer ieder van u was enkele minuten geleden ook al aanwezig, en ik wil niet onnodig herhalen wat reeds is gezegd. Ik vind het daarom nuttiger om in plaats daarvan u allen, en vooral ons Europa en de vele burgers van de Europese Unie, die voelen dat hun levenskwaliteit in gevaar is, een voorspoedig nieuw jaar en natuurlijk gerechtigheid toe te wensen.
Reinhard Rack (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, het is een positieve ontwikkeling dat de justitiële sector, een traditioneel aan de lidstaten voorbehouden terrein, steeds verder geïntegreerd raakt. Dat is in lijn met de veranderde levensomstandigheden in onze Unie. Het mag echter niet zo zijn – en deze opmerking is al meerdere keren gemaakt – dat de integratie te ver ingrijpt in structuren die door traditie zijn ontstaan, en, belangrijker nog, structuren die goed functioneren. We mogen niet alles over één kam scheren.
De regeling voor authentieke akten en openbare ambtenaren is in veel lidstaten compleet verschillend. In Oostenrijk, maar ook in andere landen, kennen notarissen als openbare ambtenaren een lange traditie en staan zij bekend om hun veiligheid en betrouwbaarheid. Dat mag niet zo maar op het spel worden gezet, enkel omdat elders dergelijke beroepsgroepen niet bestaan. Ik sta daarom positief tegenover integratie en wederzijdse openheid, echter op een evenwichtige wijze.
Czesław Adam Siekierski (PPE-DE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, elke lidstaat heeft een verschillend rechtsstelsel en past andere beginselen toe voor de erkenning van administratieve documenten. We moeten derhalve al het mogelijke doen om het grensoverschrijdende verkeer van authentieke aktes zo eenvoudig mogelijk te maken. We moeten echter in het achterhoofd houden dat het waarborgen van de zekerheid en de veiligheid van rechtssituaties en juridische transacties belangrijker is dan het bevorderen van het verkeer van documenten.
Daarnaast dienen we de beginselen voor de erkenning van authentieke aktes te harmoniseren, teneinde het dagelijks leven van onze burgers te vergemakkelijken en de activiteiten van het bedrijfsleven te vereenvoudigen. Dat is inderdaad wat zij van ons verwachten. Het lijdt geen twijfel dat dergelijke regels hen in staat zullen stellen om tijd en geld te besparen. We moeten er alles aan doen om een geharmoniseerde basis vast te stellen voor de wederzijdse erkenning van authentieke aktes in de afzonderlijke lidstaten, maar mogen het toepassingsgebied van deze regeling zeker niet uitbreiden tot documenten die niet aan de basiscriteria voldoen.
Rachida Dati, fungerend voorzitter van de Raad. − (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, het voorzitterschap heeft met grote belangstelling kennis genomen van uw werkzaamheden inzake deze drie onderwerpen.
Uw verslagen tonen op de eerste plaats het belang dat u aan deze kwesties hecht en ik weet dat we hier in de toekomst nog vaker over zullen kunnen spreken. Ik wil nogmaals de heer Medina Ortega bedanken voor zijn voorstellen en zijn bijdrage. We moeten doorgaan met het ontwikkelen van het vrije verkeer en de erkenning van authentieke aktes.
U hebt terecht opgemerkt dat het arrest in de zaak Unibank hier een actiekader voor schept en definieert wat onder een authentieke akte dient te worden verstaan. Zoals de heer Gauzès zojuist onderstreept heeft, is dit een uitstekend verslag dat een bijdrage zal gaan leveren aan een betere justitiële samenwerking. Ik wil ook nog het volgende zeggen tegen mevrouw Wallis: dit moet alle Europese burgers aangaan, maar we moeten ook zorgen dat we de voorwaarden creëren voor daadwerkelijk wederzijds vertrouwen. Dat is noodzakelijk met het oog op de rechtszekerheid.
Ook wil ik nog eens wijzen op de grote inzet van mevrouw Wallis voor e-justitie. U hebt gelijk, dit is een manier om justitie toegankelijker te maken. We moeten niet vergeten dat naar schatting zo'n tien miljoen mensen betrokken zijn bij grensoverschrijdende geschillen, hetgeen goede communicatiemiddelen onontbeerlijk maakt. Ik zeg met de heer Barrot dat we achter deze ambitie blijven staan. De interventie van mevrouw Zdravkova gaat in die richting, want de uitwisseling van gegevens tussen justitiële systemen opent een groot aantal mogelijkheden.
Mijnheer López-Istúriz White, ik ben het met u eens dat kwetsbare volwassenen beter beschermd moeten worden, vooral ouderen, en het verheugt mij dat dit verslag wordt aangenomen, omdat het volkomen in de lijn ligt van de aanbevelingen en van onze ambities. Ook dank ik mevrouw Gill voor haar opmerkingen, omdat het verslag daarmee uitermate concreet wordt.
Mijnheer de commissaris, u hebt ook uw belangstelling getoond voor dit onderwerp en ik hoop dat ons debat van vandaag een verrijking kan zijn voor de raadpleging die u, naar ik meen, op dit moment organiseert.
Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, ik wil uit naam van het voorzitterschap alle sprekers bedanken. De bijdragen die u hebt geleverd zijn zeer professioneel en zeer concreet. Bovendien geeft dit vertrouwen in de toekomst en laat het zien dat de Unie belang hecht aan dit soort onderwerpen, die de bescherming van de Europese burger betreffen.
Als ik een balans opmaak van de bijdrage van het Frans voorzitterschap op het gebied van justitie, constateer ik dat de onderwerpen concreet waren, dat de besluiten concreet waren en dat de ambities die we op dit terrein hebben nog concreter zijn. Dit was weer een prima gelegenheid voor mij om met het Parlement van gedachten te wisselen, tijdens de plenaire vergadering en in de commissies, maar ook tijdens alle themabijeenkomsten die in Frankrijk over dit onderwerp georganiseerd zijn.
Ik dank u voor de geweldige samenwerking tussen de Raad en het Parlement, waardoor we overigens zeer snel voortgang hebben kunnen boeken. Ik herinner me nog dat we het aan het begin van dit voorzitterschap over de doelstellingen en de prioriteiten hadden. Ik kan u zeggen dat de doelstellingen bereikt zijn en dat de prioriteiten versterkt zijn, en ik denk dat de voorzitterschappen die het Frans voorzitterschap volgen, deze lijn absoluut zullen voortzetten.
De Voorzitter. – Mevrouw Dati, vanuit mijn positie als Voorzitter zou ik u en het voorzitterschap van de Raad willen bedanken voor het werk dat u verzet heeft en voor de inspanningen die u, niet in de laatste plaats uzelf, tijdens het afgelopen half jaar heeft geleverd.
Jacques Barrot, vicevoorzitter van de Commissie. − (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Dati, dames en heren, ik wil ermee volstaan erop te wijzen, allereerst met betrekking tot het verslag van de heer Medina Ortega, dat we in het kader van de Brussel I-Verordening bijeenkomsten zullen gaan houden over de erkenning van authentieke aktes. We zullen begin 2009 een verslag aannemen over de toepassing van Brussel I en in de loop van 2009 zullen we naar de herziening van Brussel I gaan kijken.
Ten tweede zullen we, zoals ik zojuist ook al zei, elkaar ook weer tegenkomen in het kader van het instrument voor successierecht en huwelijksvermogensstelsels. De kwestie van de authentieke aktes zal ook aan de orde komen in het kader van een groenboek dat over alle openbare aktes zal gaan. Dit groenboek is gepland voor eind 2009.
Het staat vast dat het vrije verkeer van aktes en documenten verbeterd moet worden en zoals mevrouw Dati al zei, moeten we daarbij de rechtszekerheid goed in het oog houden, die slechts gebaseerd kan zijn op een daadwerkelijk wederzijds vertrouwen. Dat wat betreft de bijeenkomsten met betrekking tot authentieke aktes die veel aandacht zullen krijgen in het jaar 2009.
Ten aanzien van het onderwerp van e-justitie wil ik graag bevestigen dat de Commissie bezig is de contracten af te sluiten op grond waarvan de eerste versie van een Europees portaal voor e-justitie kan worden ontwikkeld, binnen de daarvoor afgesproken tijd. En zoals al aangegeven werd, is de koppeling van strafregisters al een uiterst veelbelovende stap op weg naar het welslagen van dit initiatief op het gebied van e-justitie.
Tot slot zullen we, zoals ik al heb aangegeven, met grote aandacht de toepassing van het Verdrag van Den Haag volgen, met betrekking tot de rechtsbescherming van kwetsbare volwassenen. We zullen in de loop van 2009 kijken welke verbeteringen denkbaar zijn en kijken of er een communautair initiatief op dit gebied nodig is om de praktische uitvoering van de bepalingen van het Verdrag van Den Haag te ondersteunen. Ik denk aan de overdracht van dossiers en aan informatie aan kwetsbare personen over hun rechten. Tot zover het antwoord van de Commissie.
Als u mij toestaat, voorzitter, wil ik echt heel persoonlijk mevrouw Dati feliciteren, omdat we een uitermate actief Frans voorzitterschap hebben gehad op het gebied van justitie, met de seminars waarvoor wij – zowel het Parlement als de Commissie – zijn uitgenodigd, die een verrijking zijn geweest voor het debat en die de basis hebben gelegd, zou ik zeggen, voor het nieuwe Stockholm-programma.
Heel erg hartelijk dank voor uw persoonlijke inzet, voor het vermogen tot luisteren waarvan het Frans voorzitterschap blijk heeft gegeven en, heel simpel, voor de manier waarop u gewerkt hebt, zowel aan de onderhoudsverplichtingen als aan de communicatie tussen strafregisters als aan de versterking van Eurojust. Een resultaat dat er mag zijn. Bravo!
Manuel Medina Ortega, rapporteur. – (ES) Ondanks het feit dat dit Parlement niet echt gul is met het toekennen van spreektijd, vanwege zijn eigen aard, zijn we, gedurende het krappe uur dat we aan de kwestie van de justitie gewijd hebben, in zekere mate in de gelegenheid geweest om een aantal van de gegeven onderwerpen te bespreken. Wat betreft het specifieke onderwerp van de authentieke akte, denk ik dat er één punt moet worden opgehelderd: een authentieke akte is één ding, en een onderhandse akte is iets heel anders, ook al is er een notaris bij betrokken geweest.
De onderhandse akte waarbij een notaris betrokken is geweest, wordt erkend als zijnde de uitdrukking van de wil van de partijen. Er zijn rechtsstelsels waarin de notaris zich beperkt tot het legaliseren van de vastlegging van de wil van de partijen, een handeling die wereldwijd erkend wordt krachtens het beginsel van de onafhankelijkheid van de wil en de erkenning daarvan.
In het onderhavige geval gaat het echter om een heel ander instrument. Het gaat hier om een openbare akte, waarbij een ambtenaar betrokken is geweest, die in de meeste landen met continentaal recht een notaris is, die overheidsbevoegdheid bezit. Daarom is de door hem opgemaakte akte van een niveau dat vergelijkbaar met dat van een juridische uitspraak.
Er is hier op dit moment nergens sprake van discriminatie van een land. Als wij een aantal normen zouden aannemen inzake de Europese authentieke akte, dan zou elk willekeurig Europees land dat document kunnen krijgen en die erkenning kunnen verkrijgen, maar daartoe zou het in het betreffende rechtsstelsel dezelfde erkenning moeten krijgen die het in de overige rechtsstelsels heeft.
Met andere woorden, het derde element voor erkenning van de authentieke akte is dat zij buiten het zich onderscheidende land geen ander effect heeft dan die welke zij in dat land heeft. In de praktijk betekent dit dat een Engelse notariële akte op het continent wel erkend wordt, maar in dezelfde mate waarin zij in het Engelse recht erkend wordt. Verder kan die erkenning niet gaan. Zo kan een Engels juridisch document in Frankrijk niet de erkenning krijgen die een Frans juridisch document zou krijgen, omdat het van andere, totaal verschillende aard is.
Daarom is er hier geen sprake van discriminatie. Het gaat om het voornemen een gemeenschappelijk stelsel voor de Europese Unie als geheel op te zetten, en ik denk dat het mogelijk is dat sommige landen die het nog niet hebben, dit type document in gebruik nemen. Daartoe zou het aannemen van één Europese akte een belangrijk instrument zijn.
Diana Wallis, rapporteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben bang dat ik het niet kan laten. De heer Medina zegt dat de authentieke akte een openbare akte moet zijn – en daarom zeg ik dat we heel zorgvuldig moeten kijken en heel grondig moeten kijken. Als je kijkt naar de Engelse common law en naar een Engelse solicitor die akten opstelt, dan zie je dat een Engelse solicitor een gerechtsfunctionaris is, die door het gerecht gemachtigd is en daarom een openbaar document kan opstellen. Kijk er alsjeblieft naar en begrijp het. Er zijn dingen die gemeenschappelijk zijn en die in andere rechtsgebieden en andere juridische culturen meer onderzoek en aandacht verdienen.
Nu wil ik ophouden met redekavelen en mij tot het Franse voorzitterschap wenden om te zeggen: mevrouw de minister, heel veel dank voor de samenwerking en het werk dat uw staf en anderen in de maanden van uw voorzitterschap verricht hebben. Het was geweldig. We hebben zoveel bereikt en uw vastbeslotenheid en motivatie om echt dingen te veranderen in het leven van onze burgers op het terrein van het recht worden zeer gewaardeerd. Dank u wel. We zullen u missen.
De Voorzitter. – Ik zou nu het woord moeten geven aan de heer López-Istúriz White, maar deze landgenoot van mij heeft me laten weten dat hij een minuut spreektijd wil afstaan aan de heer Toubon.
Jacques Toubon (PPE-DE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, minister van Justitie, juist in deze hoedanigheid richt ik mij tot u aan het einde van dit debat. Ik denk namelijk echt – en ik zeg dit gezien mijn ervaring als voormalig minister van Justitie – dat wij met het Portugese voorzitterschap, het Sloveense voorzitterschap en nu het Franse voorzitterschap, dat wil zeggen met Rachida Dati als minister van Justitie, in Europa een mijlpaal hebben bereikt en niet op onze schreden zullen terugkeren.
Vandaag proberen we om het juridische en het justitiële stelsel – die elkaar echter van nature wantrouwen – dichter bij elkaar te brengen, elkaar te doen erkennen en te harmoniseren. Op bepaalde punten wordt er zelfs gedacht aan wetgeving met een volledig of gedeeltelijk communautair karakter, zoals bijvoorbeeld de wetgeving inzake onderhoudsverplichtingen. Naast hetgeen wij uit noodzaak hebben gedaan, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, strafrecht en bestrijding van terrorisme, richten wij ons nu op deze manier tot degenen die behoefte hebben aan regels en geschillenbeslechting die in heel Europa gelden, omdat deze mensen per definitie in hun eigen land, maar ook elders leven en omdat zij in heel Europa werken en relaties aanknopen.
Dit punt moet worden benadrukt, mijnheer de Voorzitter. Het is ontegenzeggelijk het kenmerk van het Franse voorzitterschap. Al mijn collega's hebben dit weliswaar al gezegd, maar er moet worden onderstreept dat er nu ongetwijfeld een historische mijlpaal is bereikt met betrekking tot samenwerking en wetgeving op het gebied van justitie. Ik denk dat Europa niet meer hetzelfde zal zijn als mensen echt het gevoel hebben dat de Europese justitiële ruimte meer is dan louter mooie woorden.
Antonio López-Istúriz White, rapporteur. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik denk dat dit een heel goede oplossing was, en ik bedank u voor dit hoffelijk gebaar jegens mij en mijn collega.
Wat mij betreft, ik ben gewoon blij met alle betogen en dankbetuigingen, vooral enkele betogen die vol waardering waren voor het verslag, en met de samenwerking met de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken voor mijn verslag.
Ik zou de aandacht willen vestigen op het betoog van de heer Rogalski. Als afgevaardigde die de regio de Balearen vertegenwoordigt en als Spaanse afgevaardigde zeg ik u dat u er alle vertrouwen in kunt hebben dat ik daarom dit verslag op mij genomen heb, om die mensen te helpen, die meerderjarigen die op dit ogenblik op onze eilanden wonen, in Spanje, als ingezetenen of als toeristen. Het is voor ons van essentieel belang dat zij die bescherming krijgen.
Het zal dan ook wel niemand ontgaan zijn dat ik mijn land genoemd heb, in het streven dat het binnenkort het Verdrag van Den Haag moge ratificeren en ondertekenen.
Er is maar één punt waarop ik het niet met de minister van mening eens ben. Zoals u gemerkt heeft, heb ik het niet over de andere voorzitterschappen gehad, en ik schaar mij achter al degenen die gezegd hebben dat we eigenlijk zouden willen dat dit Franse voorzitterschap veel langer geduurd had. Voor velen onder ons was het te kort.
Op dat ene punt was ik het dus niet met de minister eens.
De Voorzitter. − Het debat is gesloten.
De stemming vindt vandaag om 11.30 uur plaats.
(De vergadering wordt om 11.00 uur onderbroken en om 11.35 uur hervat)
Schriftelijke verklaringen (artikel 142)
Louis Grech (PSE), schriftelijk. – (EN) In dit initiatief wordt geprobeerd een helder en veelomvattend kader te bieden voor een verdere erkenning en gemakkelijkere tenuitvoerlegging van authentieke akten.
Tot nu toe zijn lidstaten met de erkenning van authentieke akten uit andere lidstaten inconsequent omgegaan, waardoor er voor burgers en bedrijven juridische onzekerheid en onvoorspelbaarheid is ontstaan.
Door een gemeenschappelijk stelsel voor de wederzijdse erkenning en uitvoering van authentieke akten te vormen, zal de Europese Unie tijd en kosten kunnen besparen en, nog belangrijker, vereenvoudigde procedures kunnen toepassen. Als authentieke akten veiliger worden, zal ook het verkeer ervan bevorderd worden.
De uitvoerbaarheid van de authentieke akte en de onovertroffen bewijswaarde ervan zullen bijdragen aan de economische ontwikkeling en integratie van de Unie door de bevordering van het verkeer van goederen en diensten. Dat is vooral van belang tijdens een economische crisis en daarom zie ik de tenuitvoerlegging van deze wetgeving graag zo spoedig mogelijk gerealiseerd worden.
Het stemt mij ook tot tevredenheid dat dit verslag zich heeft beperkt tot authentieke akten en dat het eigen karakter van onderhandse overeenkomsten en andere, tussenliggende categorieën gerespecteerd wordt.