Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 12 januari 2009 - Straatsburg Uitgave PB

18. Gemeenschappelijk landbouwbeleid en mondiale voedselzekerheid (korte presentatie)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0505/2008) van Mairead McGuinness, namens de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, over het gemeenschappelijk landbouwbeleid en mondiale voedselzekerheid [2008/2153(INI)].

 
  
MPphoto
 

  Mairead McGuinness, rapporteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, toen ik de aanzet gaf tot dit verslag, stond het onderwerp van de mondiale voedselzekerheid heel hoog op de politieke agenda. Het is tot op zekere hoogte uit de schijnwerpers verdwenen. Het is echter zeker een onderwerp dat van belang is, want er zijn nog steeds meer dan een miljard mensen in de wereld die lijden onder honger of ondervoeding. Elke dag sterven er dertigduizend kinderen van de honger of aan armoedegerelateerde ziekten. Dit zijn vreselijke cijfers, die de vraag hoe we voldoende voedsel kunnen produceren en mensen toegang tot dat voedsel kunnen geven, tot een hoofdvraag maken.

Ik wil de Commissie bedanken dat zij mij heeft geholpen bij de opstelling van dit verslag, en ik bedank ook de vele commissies in dit Huis, met name de Commissie ontwikkelingssamenwerking, die natuurlijk betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van dit verslag.

Het is onmogelijk om in vier minuten recht te doen aan de inhoud van het verslag, maar laat ik enkele punten naar voren halen die in mijn ogen belangrijk zijn. Allereerst heb ik het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de mondiale voedselzekerheid samen in de titel opgenomen. Dit wijst erop dat de oude gewoonte om het gemeenschappelijk landbouwbeleid de schuld te geven van alle kwaad in de ontwikkelingslanden passé is, en dat we ons er nu van bewust zijn dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid de Europese burgers voedselzekerheid heeft opgeleverd en dat het ons als model lessen kan leren voor wat we in de ontwikkelingslanden moeten doen op het gebied van de voedselproductie.

Het is heel duidelijk dat we grofweg het afgelopen decennium de ontwikkeling van de landbouw op de politieke en ontwikkelingsagenda hebben laten zakken. Er was een tijd toen een groot deel van ons geld voor ontwikkelingshulp ging naar stimulering van de landbouw en naar projecten die verband hielden met de voedselproductie. Dat is tegenwoordig niet meer zo, al denk ik dat onze aandacht zowel in de EU als mondiaal weer begint te verschuiven naar de landbouw sinds de voedselprijzen omhooggaan.

Dit betekent dat we de landen die de middelen hebben om voedsel te verbouwen, de gelegenheid geven dat te doen, dat we hen en hun kleinschalige boerenbedrijven helpen lokaal voedsel te verbouwen om te voorzien in hun behoeften. Het gaat niet alleen om het verschaffen van basisingrediënten voor de voedselproductie, zoals zaden en meststoffen, maar ook de knowhow, de adviesdiensten, hulp aan boerenfamilies in de ontwikkelingslanden om hen in staat te stellen voedsel te produceren om in hun eigen behoeften te voorzien.

Het kan. We hebben de voorbeelden van Malawi en andere landen die erin zijn geslaagd zich te ontworstelen aan situaties van extreme hongersnood en nu voedsel produceren. Er zijn wel beleidsinitiatieven van de overheden voor nodig. Ook moet de Europese Unie, gezien haar zeer grote betrokkenheid bij de ontwikkelingslanden, er bij landen op aandringen dat ze naar hun landbouw kijken en de voedselproductie in hun eigen land gaan stimuleren.

Het vraagstuk van vraag en aanbod is een heel delicaat vraagstuk. De wereldbevolking groeit namelijk, en wel met 40 procent tot 2050. We zullen dus naar deze vraagstukken moeten kijken. Het probleem van de concurrentie tussen voedselproductie, voederproductie en brandstof is, zoals we hebben gezien, duidelijk een belangrijk punt van zorg. Ik denk dat wij, als sturende krachten achter dit alles, moeten kijken naar de kwestie van onderzoek en ontwikkeling.

Ik denk dat we onvoldoende hebben gedaan op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. We hebben in Europa gekeken naar het produceren van minder voedsel en hebben daardoor misschien niet gekeken naar de noodzaak te kijken naar de productiviteit van de landbouw en de noodzaak om in de toekomst meer te produceren.

Een van de belangrijkste boodschappen die ik echt wil overbrengen in de korte tijd die ik heb, is dat boeren wereldwijd voedsel zullen produceren als ze daarmee een inkomen kunnen verdienen. De beleidsmakers staan dus onder druk om dat in orde te maken en beleid op te stellen dat boeren een stabiel inkomen geeft. Hoe doen we dat? Door te zorgen voor stabiele prijzen en ook te kijken naar de kosten van de voedselproductie. Boeren zullen zich terugtrekken, tenzij ze die inkomensstimulans krijgen.

Ik geef een waarschuwing af. Ruim een jaar geleden hebben we gesproken over de hoge grondstoffenprijzen. Nu liggen er overschotten van onder meer graan opgeslagen waar geen markt voor is. De boeren zullen komend seizoen minder produceren, en dat zou het probleem van de mondiale voedselzekerheid op lange termijn kunnen verergeren.

Er staat veel in dit verslag. Ik hoop dat u het wilt steunen en ik bedank nogmaals de vele mensen die er belangstelling voor hebben getoond.

 
  
MPphoto
 

  Androulla Vassiliou, Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Commissie verwelkomt het verslag dat mevrouw McGuinness heeft opgesteld, en het intensieve debat dat in de verschillende commissies van het Europees Parlement heeft plaatsgevonden over de aspecten van dit zeer actuele onderwerp, variërend van de handel tot biobrandstoffen, prijstoezicht, investeringsbeleid, de financiële crisis, klimaatverandering en het watergebruik in de landbouw.

De Commissie deelt de brede analyse van de oorzaken van de voedselcrisis waar veel ontwikkelingslanden in de eerste helft van 2008 door werden getroffen. De Commissie zal het verband tussen de voedselprijzen en de energieprijzen blijven analyseren. Het vraagstuk van de causaliteit is heel ingewikkeld, omdat het ook te maken heeft met de wisselwerking van diverse vraag- en aanbodfactoren. De energieprijzen zijn slechts een van die factoren, maar wel een factor die zowel directe als indirecte gevolgen heeft. Het onderwerp van de biobrandstoffen is in de verschillende vergaderingen van het Europees Parlement in detail besproken. Er is een duidelijk verschil tussen het beleid van de EU en dat van de VS met betrekking tot de mate waarin de graanproductie wordt vervangen door die van biobrandstoffen. Het beleid van de EU inzake biobrandstoffen leidt niet tot een geringere beschikbaarheid van voedsel, want de gebruikte hoeveelheden basismaterialen zijn op mondiale schaal heel klein.

Zelfs als de EU dichter bij haar doelstelling van 10 procent komt, zal het effect op de voedselprijzen beperkt zijn, en met name om twee redenen. In de eerste plaats zullen steeds meer biobrandstoffen afkomstig zijn van non-food grondstoffen, of zullen ze worden gemaakt van overschotten of afval. In de tweede plaats zal de efficiency van de productietechnieken van biobrandstoffen verder verbeteren en valt ook te verwachten dat de gemiddelde opbrengst zal blijven stijgen.

Een duurzaam Europees beleid inzake biobrandstoffen is over het algemeen een beleid voor de armen. Het zal het tweederde deel van de armen in de wereld die in plattelandsgebieden leven en dus afhankelijk zijn van een bloeiende landbouwsector, extra kansen bieden. Niet alle groepen zullen echter in dezelfde mate profiteren. De Commissie hecht eraan de gevolgen voor de voedselzekerheid en voedselprijzen nauwlettend in de gaten te houden.

De EU heeft al stappen ondernomen om het probleem van de mondiale voedselzekerheid aan te pakken door het gemeenschappelijk landbouwbeleid aan te passen aan de veranderde markt en de mondiale situatie. De gezondheidscontrole waarover onlangs overeenstemming is bereikt, zal het gemeenschappelijk landbouwbeleid moderniseren, vereenvoudigen en stroomlijnen en ook beperkingen voor boeren wegnemen, teneinde hen te helpen beter te reageren op signalen uit de markt en hen te helpen het hoofd te bieden aan nieuwe uitdagingen.

Het akkoord over de gezondheidscontrole schaft de braakleggingsregeling af, verhoogt geleidelijk de melkquota en schaft deze uiteindelijk in 2015 af, en maakt van marktinterventie een echt vangnet.

Ook nieuwe uitdagingen, zoals de klimaatverandering, waterbeheer, hernieuwbare energiebronnen en biodiversiteit, die gevolgen zullen hebben voor de ontwikkelingslanden, worden erin aangepakt.

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid zal na 2013 niet statisch blijven, en het voorbereidende debat daarvoor is al gaande sinds de informele zitting van de ministers van Landbouw in september in Annecy. Het toekomstige gemeenschappelijk landbouwbeleid moet worden bekeken in de context van een bredere visie waarvan duurzame ontwikkeling, concurrentievermogen en het mondiale voedselevenwicht een integraal deel zullen uitmaken.

Verschillende gebeurtenissen op hoog niveau hebben de mondiale voedselzekerheid hoog op de internationale agenda geplaatst. Internationaal wordt duidelijk beseft en erkend dat de landbouw en plattelandsontwikkeling op nationaal, regionaal en mogelijk continentaal niveau hoger op de beleidsagenda moeten komen te staan. We hebben tijdens de vergadering van de commissarissen van de Europese Unie en de commissie van de Afrikaanse Unie in oktober bijvoorbeeld gedetailleerd gesproken over het onderwerp van de landbouw en de voedselzekerheid; we zijn van plan dit debat in de loop van dit jaar te intensifiëren.

Last but not least moet de Commissie vervolg geven aan de verklaring van de leiders van de G8 over de mondiale voedselzekerheid. De Europese Commissie heeft in de aanloop naar de vaststelling van de voedselfaciliteit door de Raad op 16 december al zeer vruchtbare gesprekken gehad met de werkgroep op hoog niveau van de VN.

De Europese Commissie kijkt uit naar de tenuitvoerlegging van het veelomvattend kader voor optreden. De Commissie is ervan overtuigd dat het mondiale partnerschap voor landbouw en voedselzekerheid dat geleidelijk vorm krijgt, een belangrijke rol zal spelen in de tenuitvoerlegging van de verschillende aanbevelingen in dit verslag, met inbegrip van de manier waarop de productie van kleinschalige landbouwers kan worden gesteund, en het type handelsbeleid dat moet worden aangenomen om bij te dragen tot voedselzekerheid, in het bijzonder in de kwetsbaarste gemeenschappen.

Het is duidelijk dat exportbeperkingen en -verboden moeten worden vermeden. De weg vooruit is meer in plaats van minder liberalisering van de handel. Grotere handelsstromen maken deel uit van de oplossing op weg naar voedselzekerheid.

De Commissie hoopt dat de doortastende stappen die de Europese instellingen hebben genomen om de een miljard euro te mobiliseren, die een aanvulling zal zijn op andere financiële instrumenten die zijn geoormerkt als middelen om zowel op korte termijn als op middellange tot lange termijn op de voedselcrisis te reageren, navolging zullen vinden bij andere donoren.

De Conferentie over wereldvoedselzekerheid op 26 en 27 januari in Madrid is zeker een belangrijke gebeurtenis om het debat naar een hoger niveau te tillen, waar getracht wordt de hoofdprioriteiten te identificeren om de honger in de wereld aan te pakken.

De Europese Commissie zal pro-actief blijven bijdragen tot mondiale voedselzekerheid, en het verslag McGuinness bevat zeker een goede analyse van enkele mogelijke wegen die de Europese Gemeenschap en de bredere internationale gemeenschap kunnen overwegen.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Het debat is gesloten.

De stemming vindt dinsdag om 12.00 uur plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Kader Arif (PSE), schriftelijk. (FR) Op aandringen van het Parlement naar aanleiding van de voedselrellen is 1 miljard euro vrijgemaakt ter bestrijding van de voedselcrisis. Er is meer nodig dan een dergelijke noodmaatregel. Er moet een mondiale strategie worden uitgestippeld voor de lange termijn, die is gebaseerd op de lokale landbouw en de teelt van voedselgewassen en aansluit op de behoeften van de bevolking en de mogelijkheden van grondgebieden.

De toename van de wereldbevolking, de opwarming van de aarde, de ongebreidelde productie van biobrandstoffen en agressieve speculatie zijn factoren die de spanningen op de landbouwmarkten verhogen. Dit alles wijst erop dat de crisis niet van voorbijgaande aard is en dat de koers van openbaar beleid wereldwijd moet worden veranderd, zodat er betere productiemethoden worden toegepast en de internationale markten beter worden gereguleerd.

Naar mijn oordeel kan het GLB, wanneer het is ontdaan van zijn excessen en onvolmaaktheden, zich ontpoppen tot een voorbeeld van doeltreffend, eerlijk en verantwoordelijk beleid dat inspeelt op de uitdaging van het voedseltekort en waarbij de economie, de maatschappij en het milieu baat hebben. Het moet ontwikkelingslanden ondersteunen door het delen van de technieken, kennis en ervaring waarover Europa beschikt. Maar Europa moet zich vooral hard maken voor hervorming van de regels voor de wereldhandel, zodat deze stroken met het recht van landen op ondersteuning van hun landbouw om de voedselvoorziening te waarborgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Κaterina Batzeli (PSE), schriftelijk. – (EL) De huidige internationale en regionale overeenkomsten zijn ontoereikend gebleken om een normale bevoorrading van de markt en handel te waarborgen en transparantie en stabiliteit te brengen in de prijzen van de landbouwproducten.

De regulering van de landbouwmarkten moet gebaseerd zijn op een langetermijnstrategie strategie met efficiënte maatregelen, evenals op organisaties van producenten en op voorlichting van producenten over marktsituaties en marktvooruitzichten.

Het grondbeginsel van een dergelijk beleid moet gevormd worden door een veiligheidsnet voor landbouwinkomens, die beschermd moeten worden tegen risico’s en crises ten gevolge van natuurverschijnselen, marktverstoringen of uitzonderlijk langdurige en scherpe prijsdalingen.

Daarvoor zijn geïntegreerde en efficiënte beleidsmaatregelen nodig, zoals

- Europese en internationale systemen voor toezicht op de productie en de markt opdat tijdig gewaarschuwd wordt voor productietrends,

- een mondiaal register voor levensmiddelen en voedselvoorraden,

- een Europees systeem voor markttoezicht waarmee prijsveranderingen in landbouwproducten en imputkosten worden geregistreerd. Dit systeem kan gekoppeld worden aan een soortgelijk systeem op internationaal niveau in het kader van de FAO.

Eveneens zou men ervoor moeten zorgen dat in de toekomstige overeenkomst van de Doha-ronde, ook gewag wordt gemaakt van de noodsituaties waarin voedselsteun mag worden verstrekt, aangezien de huidige regels geen bindend karakter hebben.

 
  
MPphoto
 
 

  Constantin Dumitriu (PPE-DE), schriftelijk. (RO) De conclusies die mevrouw McGuiness in haar verslag over de mondiale voedselveiligheid trekt, zijn ook in Roemenië maar al te herkenbaar. We worden geconfronteerd met prijsstijgingen voor alle basislevensmiddelen, veroorzaakt door de devaluatie van onze nationale munteenheid, de gestegen kosten van grondstoffen en de schulden die de voedselverwerkende bedrijven gemaakt hebben.

Daar komt bij dat gewassen ten gevolge van het broeikaseffect steeds vaker door natuurrampen vernietigd worden. Het is zelfs zo dat boeren in de nieuwe lidstaten het meest onder dergelijke situaties te lijden hebben, aangezien zij lagere subsidies krijgen dan in de andere lidstaten.

Om die reden heb ik op basis van de ingediende amendementen de Commissie opgeroepen om te onderzoeken of er op communautair niveau bepaalde interventiemechanismen geschapen zouden kunnen worden, waarmee, geheel los van de gerichte steun voor oogstverzekeringen, de gevolgen van de klimaatverandering bestreden zouden kunnen worden.

De normen die de Gemeenschap aan voedselproducenten oplegt zijn streng, waardoor de voedselprijzen in de EU hoog liggen. Toch ben ik ervan overtuigd dat de landbouw als aanjager kan dienen om de Europese economie de gevolgen van de wereldwijde crisis te laten overwinnen en dat de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen een positieve uitwerking op de landbouw- en voedingssector kan hebben.

Als we de nodige voorzorgsmaatregelen treffen kunnen we een groei in de biobrandstoffenproductie realiseren zonder het milieu of de wereldbehoefte aan voedingsmiddelen in gevaar te brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Roselyne Lefrançois (PSE), schriftelijk. (FR) Dit verslag over het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de mondiale voedselzekerheid was een mooie gelegenheid om te bekijken hoe de Europese landbouw volledig kan bijdragen aan de verwezenlijking van een evenwichtige voedselvoorziening op aarde. De voedselbehoeften blijven wereldwijd alleen maar toenemen, terwijl het aandeel van ontwikkelingshulp voor de landbouw sinds de jaren tachtig constant is afgenomen. Om die reden heb ik bij de Commissie landbouw een aantal amendementen ingediend om het verslag ambitieuzer te maken en bij de Europese Commissie aan te dringen op een globale strategie voor kwesties met betrekking tot voedselzekerheid, waardoor meer samenhang kan ontstaan tussen de communautaire beleidsterreinen.

Ik vind het een goede zaak dat in de tekst de nadruk wordt gelegd op de essentiële rol die het gemeenschappelijk landbouwbeleid speelt bij voedselzekerheid, maar ik betreur het feit dat de rapporteur meer marktwerking van het landbouwbeleid voorstaat en een verlaging van de landbouwproductie in Europa toeschrijft aan initiatieven op het gebied van milieubescherming. Hiermee wordt de plank mijns inziens volledig misgeslagen. Ik denk juist dat de problematiek van de klimaatverandering moet worden aangegrepen om een impuls te geven voor nieuwe modellen waarmee meer en beter kan worden geproduceerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Véronique Mathieu (PPE-DE), schriftelijk. (FR) De Europese Unie moet de veiligheid van landbouwproducten voor de gezondheid dringend versterken en grote uitdagingen aangaan. Allereerst moet de landbouwproductie in 30 jaar worden verdubbeld, want de wereldbevolking zal in 2050 9 miljard mensen tellen. En er lijden nog steeds 860 miljoen mensen honger. Deze ontwikkeling moet duurzaam zijn en voornamelijk zijn gestoeld op de lokale landbouw.

Een andere uitdaging wordt gevormd door de grote prijsschommelingen van levensmiddelen op de wereldmarkt en een goed beheer van de wereldvoedselvoorraad. Voor een eerlijk inkomen voor Europese landbouwers sta ik achter het idee om landbouwers door middel van verzekeringspolissen beter te beschermen tegen prijsschommelingen en ook achter het initiatief om een mondiaal systeem in te voeren waarmee de voedselvoorraad kan worden bijgehouden.

Gezien de toename van de handel in dieren en planten moet de Europese Unie tevens een doeltreffende strategie ten uitvoer leggen om gezondheidscrises in Europa te voorkomen op basis van preventie, traceerbaarheid en reactiviteit. Met het recente besluit van de Raad van ministers tot versterking en harmonisering van invoercontroles kan de kwaliteit van voedselproducten beter worden gewaarborgd voor onze medeburgers.

Landbouw vervult meer dan ooit een centrale rol bij groei en ontwikkeling, dus wij moeten alles in het werk stellen om deze sector te beschermen!

 
  
MPphoto
 
 

  Daciana Octavia Sârbu (PSE), schriftelijk. (RO) De wereldwijde voedselcrisis, veroorzaakt door de voortdurend stijgende prijs van maïs, tarwe en energie, heeft, evenals de groei van de wereldbevolking en de klimaatverandering, een reeks onlusten veroorzaakt, die overal ter wereld landen of delen daarvan kunnen destabiliseren, als er niet snel een oplossing voor gevonden wordt. Verontrustend is de tegenstelling tussen de bevolkingsaanwas (mogelijk in 2050 leidend tot een wereldbevolking van negen miljard) en de wereldwijd slinkende voedselvoorraden. Dit scenario leidt er hoogstwaarschijnlijk toe dat conflicten om aardolie verdrongen worden door een strijd om drinkwater en voedsel, of om het naakte overleven. Op dit moment is de Europese Unie de grootste verstrekker van humanitaire hulp, maar de voedselvoorraden dreigen op te raken en ontwikkelingslanden, vooral die in Afrika, hebben meer steun nodig in hun strijd tegen armoede en honger. Het terugdringen van de agrarische afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, het gebruik van ecologische producten, het behoud van vruchtbare landbouwgrond en het aanpassen van het landbouwbeleid aan de voedselcrisis zijn enkele van de speerpunten die ertoe kunnen bijdragen deze impasse te overwinnen.

 
  
MPphoto
 
 

  Csaba Sándor Tabajdi (PSE), schriftelijk. (HU) De belangrijkste vraag binnen de Europese agrarische sector in 2009 is in hoeverre de economische wereldcrisis de productievoorwaarden voor agrarische producten en consumptie zal beïnvloeden. Deze vraag zal ook centraal staan bij de Tweede Hongaarse Agrarische Academie, die ik samen met staatssecretaris Zoltán Gőgös van Landbouw en Plattelandsontwikkeling op 17 april 2009 in Pápa organiseer. Sinds 2006 is de prijs van maïs verdrievoudigd, de prijs op de wereldmarkt van tarwe met 180 procent gestegen, terwijl de prijzen van levensmiddelen over de hele linie met 83 procent zijn gestegen. In 2050 zal de wereldbevolking gegroeid zijn naar 9 miljard mensen, en om te voorzien in hun behoefte moet het huidige agrarische productieniveau worden verdubbeld; aan de periode van goedkope levensmiddelen is dus een eind gekomen. Daarom is het bij uitstek belangrijk dat we de agrarische capaciteit van de Europese Unie behouden en waar mogelijk laten stijgen. Het is onaanvaardbaar dat als gevolg van de sectorhervormingen in het GLB de landbouwproductie van de Europese Unie is gedaald. Goede voorbeelden hiervan zijn de suikerhervorming, die heeft geleid tot de verdwijning van de Hongaarse suikerindustrie, en de subsidies voor het rooien van wijnstokken in het kader van de wijnhervormingen. Deze kant gaat het ook op met de directe landbouwsubsidies die worden losgekoppeld van productie.

We moeten de juiste balans zien te vinden tussen de productie van voedingsmiddelen en die van biobrandstoffen, waarbij laatstgenoemde de wereldwijde voedselzekerheid niet in gevaar mag brengen. Het bio-ethanolprogramma van de Verenigde Staten heeft een belangrijke rol gespeeld bij de explosieve stijging van de prijs van levensmiddelen in 2008 en door lering te trekken uit deze ervaringen moet de Europese Unie haar eerdere toezeggingen voor de biobrandstofratio’s toetsen. Ten slotte dring ik aan op actie op Europees niveau tegen de vorming van monopolies onder detailhandelaren in levensmiddelen, om zo de producenten te beschermen.

 
  
MPphoto
 
 

  Silvia-Adriana Ţicău (PSE), schriftelijk. - (RO) Gestegen energieprijzen, ongunstige weersomstandigheden en de toegenomen vraag naar energie die de groei in de wereldbevolking met zich meebrengt, hebben de voedselprijzen opgedreven. Ik verzoek de Commissie met klem een onderzoek in te stellen naar het verband tussen hoge voedsel- en hoge energieprijzen en zich daarbij met name op het brandstofgebruik in de landbouw te richten.

De agrarische sector dient haar energierendement te verhogen. Een vergroting van het aandeel van gewassen voor biobrandstoffen en het gebruik van hernieuwbare energie kan een positieve uitwerking hebben op de agro-alimentaire sector, die te lijden heeft gehad van dure meststoffen en bestrijdingsmiddelen, evenals van de gestegen kosten van verwerking en transport. Ik verzoek de Commissie met klem om minutieus te registreren welke effecten de productiestijging bij biobrandstoffen in de Europese Unie en in derde landen heeft voor het bodemgebruik, de voedselprijzen en de toegang tot voedingsmiddelen.

Stimuleringsmaatregelen voor de duurzame teelt van energiegewassen mogen de voedselproductie niet in gevaar brengen. Het lijkt mij dat agronomisch onderzoek nodig is om de landbouwproductie aanzienlijk te verhogen. Tevens roep ik de lidstaten op om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden die het zevende kaderprogramma biedt voor onderzoek en technologische ontwikkeling en om maatregelen te treffen die de agrarische productie op een duurzame, energiezuinige manier verhogen.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid