Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2152(INI)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A6-0488/2008

Debatten :

Stemmingen :

PV 15/01/2009 - 6.1
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0023

Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 15 januari 2009 - Straatsburg Uitgave PB

7. Stemverklaringen
Video van de redevoeringen
Notulen
  

Mondelinge stemverklaringen

 
  
  

- Verslag-Riera Madurell (A6-0491/2008)

 
  
MPphoto
 

  Daniel Hannan (NI).(EN) Mijnheer de Voorzitter, het gebied van gelijke beloning en gendergelijkheid is misschien wel het voorbeeld bij uitstek van gerechtelijk activisme in de Europese Unie, waarbij in het Verdrag iets wordt vermeld waar het Europees Hof vervolgens een ruime en creatieve interpretatie aan geeft.

Het Verdrag van Rome bevat één zin over het onderwerp waarvan je zou denken dat hij heel gemakkelijk te begrijpen is: Mannen en vrouwen ontvangen een gelijke beloning voor gelijke arbeid. In een reeks omstreden arresten, zoals in de zaak Defrenne tegen Sabena, de zaak Barber tegen Guardian Royal Exchange en andere zaken, is de definitie steeds verder verruimd. In eerste instantie zijn ook het recht op vakantie en pensioenen enzovoort opgenomen, en daarna arbeid van gelijke waarde.

Het is helemaal niet duidelijk hoe een werkgever geacht wordt te beoordelen of vormen van arbeid gelijkwaardig zijn, of hij bijvoorbeeld rekening moet houden met de beschikbaarheid van passend gekwalificeerde sollicitanten. Mijn punt heeft niet echt te maken met gendergelijkheid, maar met de vraag of het eerlijk is dat de lidstaten denken dat ze een bepaald verdrag hebben ondertekend, en vervolgens merken dat er in de rechtbanken door rechters een uitleg aan wordt gegeven die onmogelijk zo bedoeld kan zijn.

Voordat we de deur openzetten voor substantiële nieuwe uitbreidingen door het Verdrag van Lissabon, moeten we het onderwerpen aan een referendum. Pactio Olisipiensis censenda est!

 
  
  

VOORZITTER: GÉRARD ONESTA
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  Philip Claeys (NI). - Mijnheer de Voorzitter, ik kan mij niet terugvinden in het verslag Riera Madurell, niet omdat ik mij verzet tegen het principe van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Integendeel natuurlijk, maar het probleem met dit verslag en eigenlijk met alle vergelijkbare verslagen in dit politiek correcte Huis is de betutteling die erin vervat zit. Hoe kan men nu bijvoorbeeld de omkering van de bewijslast toejuichen? Het is nochtans een principe dat elementair is in een rechtsstaat dat men moet aantonen dat iemand niet onschuldig is in plaats van het omgekeerde.

Waarom worden bedrijven opgezadeld met de verplichting om elk jaar een bedrijfsplan voor gendergelijkheid voor te leggen. Dit is pure betutteling, dit is puur het opzadelen van bedrijven met nutteloze rompslomp, enkel en alleen om een aantal principes door te drukken die door iedereen aanvaard worden, maar die in de praktijk niet altijd gemakkelijk te realiseren zijn. Hoe kan men een bedrijf verplichten om elk jaar evenveel mannen als vrouwen aan te werven in plaats van gewoon te kijken naar wie het bekwaamst is voor de job.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B6-0051/2009 (Situatie in het Midden-Oosten/Gaza)

 
  
MPphoto
 

  Laima Liucija Andrikienė (PPE-DE). (LT) Ik heb voor de resolutie over de situatie in Gaza gestemd, omdat veel zaken die belangrijk zijn voor de inwoners van Litouwen, die mij naar dit Parlement hebben afgevaardigd, in deze resolutie zijn opgenomen.

Wat heel belangrijk is: een onmiddellijk en blijvend staakt-het-vuren. De cijfers die gisteren door nieuwszenders over de hele wereld zijn uitgezonden zijn ontstellend – meer dan 1 000 doden, honderden gewonden, verminkten, huilende kinderen. Dit kan zo niet doorgaan.

Als lid van het subcomité mensenrechten van het Europees Parlement ben ik bijzonder alert op mensenrechtenschendingen en de humanitaire situatie in Gaza. Humanitaire hulp zou niet belemmerd moeten worden. Er zou hulp moeten worden geboden aan degenen waarvoor deze is bestemd en degenen die haar het meest nodig hebben – burgers.

Ik ben blij met deze resolutie van het Europees Parlement. Ze was erg nodig. Het Europees Parlement zwijgt nooit en mag ook niet zwijgen als er mensen sterven.

 
  
MPphoto
 

  Mairead McGuinness (PPE-DE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, het lijkt tamelijk zinloos om deze ontwerpresolutie over de situatie in de Gazastrook te verwelkomen, wat ik natuurlijk wel doe, want tot nu toe zijn alle woorden verloren gegaan in het lawaai van raketvuur, kogels en de kreten van mannen, vrouwen en kinderen die in de regio gewond zijn geraakt en zijn gestorven. Maar misschien worden vandaag wel verdere stappen gezet op weg naar een staakt-het-vuren in de regio, dat zeer welkom zou zijn.

In dit opzicht steunen wij de pogingen van Egypte om te bemiddelen in de totstandkoming van een staakt-het-vuren. Egypte en de Arabische leiders kunnen misschien invloed uitoefenen op Hamas. Wat Israël betreft, denk ik dat het de VS zijn die deze invloed hebben. Wel hoop ik dat deze ontwerpresolutie, die vandaag in het Parlement op overweldigende steun kon rekenen, de druk zal opvoeren voor onmiddellijke en effectieve humanitaire steun, voor een staakt-het-vuren en voor blijvende vrede in de regio.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Hannan (NI).(EN) Mijnheer de Voorzitter, allereerst ben ik blij dat er geen actie is ondernomen tegen de leden die hebben besloten tijdens deze stemming met ‘Stop de oorlog’-borden en Palestijnse vlaggen te demonstreren. Ik hoop dat we nu het precedent scheppen dat we, anders dan degenen die voor een referendum hebben gedemonstreerd, het recht accepteren om als onderdeel van het democratische proces op een passende manier een vreedzaam punt duidelijk te maken.

Net als iedereen in dit Huis ben ook ik natuurlijk ontzet over wat er nu in het Midden-Oosten gebeurt. De verliezers zijn niet de ene of de andere partij, maar alle mensen van goede wil in de regio. Er zijn families in de Gazastrook die proberen hun kinderen op vreedzame wijze groot te brengen, die ontzet zijn over de hel die de raketaanvallen over hen hebben doen losbarsten. Er zijn Israëli's die begrijpen dat op een dag een onafhankelijk Palestina hun buurland zal zijn, en dat dit soort acties er waarschijnlijk niet voor zal zorgen dat dit een welwillende buur zal zijn. In de huidige situatie wil echter niemand naar zulke geluiden luisteren.

Ik wil slechts zeggen dat ik niet snap waarom in de ontwerpresolutie wordt vastgehouden aan proportionaliteit. Ik weet niet goed wat proportionaliteit inhoudt. Zouden de critici van de Israëlische regering liever zien dat een gelijk aantal raketten willekeurig op dorpen in de Gazastrook was gevallen? Ik zie dat u de voorzittershamer oppakt, dus ik zeg alleen nog dat ik hoop dat de onderhandelingen snel zullen leiden tot een staakt-het-vuren en dat we kunnen terugkeren naar praten en zoeken naar een vreedzame oplossing.

 
  
MPphoto
 

  Bernd Posselt (PPE-DE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik dank de fungerend voorzitter van de Raad, de Tsjechische minister van Buitenlandse Zaken, de heer Schwarzenberg, en de commissaris voor buitenlandse betrekkingen en het Europees nabuurschapsbeleid, mevrouw Ferrero-Waldner, voor hun aanwezigheid bij het debat van gisteren. Ik dank ook de medeafgevaardigden voor de uitslag van de stemming, die bijna unaniem was.

De EU is in feite veel eensgezinder dan wordt beweerd. Wanneer we zo eensgezind blijven, kunnen we in het Midden-Oosten ook iets bereiken. Daarom moeten we voortgaan op deze weg.

De elementen van onze opstelling zijn eigenlijk duidelijk: we zeggen ja tegen het bestaansrecht van Israël, nee tegen oorlog en bloedvergieten, nee tegen de raketbeschietingen door Hamas en nee tegen de stelselmatige terreur door Hamas. Van belang is echter vooral dat er onderhandelingen komen over de omstreden kwesties, waaronder het probleem van de kolonisten, dat naast de onaanvaardbare terreur door Hamas de kern van de zaak vormt.

De bouwstenen liggen dus op tafel. Daarom is het de taak van de EU om de zaken energiek en voortvarend aan te pakken in plaats van te ontaarden in een debatingclub die intern verdeeld is, zoals de afgelopen jaren met betrekking tot het Midden-Oostenbeleid helaas het geval was.

 
  
MPphoto
 

  Hannu Takkula (ALDE). - (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik denk dat wij allemaal in de Europese Unie en het Europees Parlement vrede willen voor de betreffende regio - vrede en een wapenstilstand. En om een wapenstilstand te bereiken, moeten wij grote inspanningen verrichten om te waarborgen dat de terroristische organisatie Hamas volledig wordt ontwapend.

Naar mijn mening had in deze ontwerpresolutie de aard van Hamas als terroristische organisatie nog duidelijker naar voren moeten komen, maar ik weet dat als een dergelijk compromis tussen de verschillende partijen wordt opgesteld, het moeilijk kan zijn dit te realiseren. In ieder geval moeten wij als Europeanen onpartijdig en objectief blijven en vooral in alle omstandigheden steeds de beginselen van democratie, mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting verdedigen en ons tegen terreur uitspreken. Dat is het allerbelangrijkste. Wij moeten ook beseffen dat dit allemaal met een terroristische aanslag is begonnen en nu moeten wij de terreur elimineren.

 
  
MPphoto
 
 

  Kristian Vigenin (PSE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, het doet mij genoegen dat dit Parlement deze ontwerpresolutie met zo'n indrukwekkende meerderheid heeft aangenomen, zonder ook maar één stem tegen. Wij, en ook ik persoonlijk, hebben deze ontwerpresolutie gesteund omdat het Europees Parlement een duidelijk standpunt moet innemen en het eens moet worden, ook al komt de resolutie die vandaag is aangenomen, niet helemaal overeen met het standpunt van de Sociaal-democratische Fractie.

Laat ik herhalen dat de Sociaal-democratische Fractie haar grote woede uitspreekt over het geweld in de Gazastrook, over de gevolgen van het disproportionele gebruik van geweld door het Israëlische leger en over de militaire escalatie die vele honderden slachtoffers maakt – van wie de meeste burgers, waaronder veel kinderen – en dat we het diep betreuren dat burger- en VN-doelen zijn geraakt.

We beklemtonen opnieuw dat elke versterking van de politieke betrekkingen tussen de EU en Israël gekoppeld moet worden aan de strikte voorwaarden van respect voor het internationaal humanitair recht, werkelijke inzet voor een veelomvattend vredesakkoord, een einde aan de humanitaire crisis in de Gazastrook en de bezette Palestijnse Gebieden en respect voor de volledige tenuitvoerlegging van de Interim-associatieovereenkomst EG-PLO.

 
  
  

- Verslag-Riera Madurell (A6-0491/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Astrid Lulling (PPE-DE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag iets verduidelijken, want een van onze collega's heeft in een mondelinge stemverklaring gesteld dat er zaken in de resolutie voorkomen die er in werkelijkheid niet in staan. Werkgevers zijn niet verplicht plannen te maken. We hebben al deze verplichtingen en eisen in het verslag zoals het door de Commissie rechten van de vrouw was aangenomen, ingetrokken. We hebben een gezamenlijke resolutie gepresenteerd en ik hoop dat deze collega niet te hoop loopt tegen het feit dat wordt benadrukt dat de sociale dialoog tussen sociale partners moet worden bevorderd, opdat het beginsel van gelijke behandeling wordt toegepast, en het evenmin bezwaarlijk vindt dat de lidstaten wordt verzocht werkgevers ertoe aan te sporen werknemers en hun vertegenwoordigers regelmatig informatie te verstrekken over de inachtneming van het beginsel van gelijke behandeling. Alle door hem gehekelde punten zijn dus uit de goedgekeurde resolutie geschrapt en dat wilde ik verduidelijken.

 
  
  

- Ontwerpresolutie RC-B6-0028/2009 (Wit-Rusland)

 
  
MPphoto
 

  Laima Liucija Andrikienė (PPE-DE). (LT) Ik heb voor onze resolutie over de strategie van de Europese Unie inzake Wit-Rusland gestemd. Ik ben van mening dat dit document uitstekend de veranderingen weergeeft die de afgelopen zes maanden in dit land hebben plaatsgevonden en die beoordeeld moeten worden.

We moeten natuurlijk niet te vroeg juichen, maar Wit-Rusland is een groot en belangrijk land, een buur van de Europese Unie en we zijn ongetwijfeld verrukt over elke positieve verandering. De vrijlating van politieke gevangenen, de afschaffing van bepaalde beperkingen op de vrijheid van drukpers en de dialoog met de Europese Unie over energie, milieu en andere zaken zijn positieve veranderingen.

Vandaag zou ik graag mijn overtuiging kenbaar willen maken dat het tijd is dat een delegatie van het Europees Parlement een bezoek brengt aan Wit-Rusland, en deze resolutie noemt deze belangrijke zaak nadrukkelijk. Ik hoop dat we het moment naderen waarop Wit-Rusland van de positieve kansen die het Europees nabuurschapsbeleid biedt kan profiteren. Laten we niet halverwege stoppen: dit geldt zowel voor Wit-Rusland als voor de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  Roberto Fiore (NI). (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, ik heb tegen de resolutie gestemd ondanks dat het evenwichtige en aanvaardbare elementen bevat. Ik denk dat er niet langer voldoende reden bestaat om het sanctiebeleid tegenover Wit-Rusland in stand te houden. In termen van economische, politieke en religieuze vrijheid is het een land dat bijna volledig voldoet aan de criteria van vrijheid waar wij in geloven.

In plaats daarvan acht ik het noodzakelijk om oprechte, goede betrekkingen met Wit-Rusland aan te knopen, zodat dit land kan integreren in Europa, met name in een tijdperk waarin we behoefte hebben aan een open relatie met Rusland. Wit-Rusland zou een uitstekende brug kunnen vormen tussen Europa en Rusland. In plaats van sancties op te leggen, doen we er naar mijn gevoel beter aan oprechte en winstgevende betrekkingen aan te gaan met dit land.

 
  
  

Schriftelijke stemverklaringen

 
  
  

- Verslag-Mathieu (A6-0488/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Laima Liucija Andrikienė (PPE-DE), schriftelijk. ?(LT) Ik heb voor het verslag over de begrotingscontrole op de financiële middelen van de EU in Afghanistan gestemd en voor de resoluties van het Europees Parlement over deze zaak die mijn collega, Véronique Mathieu, heeft opgesteld.

Het is een uitputtend en goed voorbereid document, waarin niet minder dan drie commissies van het Europees Parlement hun advies geven, waaronder de Commissie begrotingscontrole, waarvan ik het advies heb opgesteld.

Ik zou nogmaals de aandacht willen vestigen op de belangrijkste zaken waar de resultaten van onze hulp aan Afghanistan van afhangen. Dat zijn met name de coördinatie van de financiële steun, niet alleen tussen de EU-lidstaten en de Europese Commissie, maar ook tussen de lidstaten onderling, en de samenwerking met andere donoren.

Ten tweede zou ik graag het belang van prioriteiten willen onderstrepen. De ontwikkeling van infrastructuur, het ondersteunen van andere middelen van bestaan om zo bij te dragen aan vermindering van de armoede en vervanging van de opiumproductie door andere activiteiten, en ten slotte gezondheids- en onderwijsinstellingen zouden naar mijn overtuiging op de prioriteitenlijst van de EU moeten staan.

 
  
MPphoto
 
 

  Robert Atkins (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Mijn Britse conservatieve collega's en ik scharen ons volkomen achter de inspanningen van de EU en de internationale gemeenschap om de vrede, democratie en welvaart te bevorderen voor de bevolking van Afghanistan. De toekomstige stabiliteit van Afghanistan is van cruciaal belang voor de veiligheid van de lidstaten van de EU en de landen verder weg.

We staan achter financiële steun voor ontwikkeling en de bevordering van goed bestuur in Afghanistan, maar we vinden evenzeer dat effectief toezicht moet worden gehouden op deze financiering. Transparantie in het gebruik van het geld van belastingbetalers is van groot belang, en elk teken van verduistering of misbruik moet op de juiste wijze worden aangepakt.

We willen duidelijk maken dat onze steun voor dit verslag in geen enkel opzicht erkenning inhoudt van het Verdrag van Lissabon, dat in de elfde overweging van het verslag wordt genoemd. We zijn uit principe tegen het Verdrag van Lissabon.

 
  
MPphoto
 
 

  Călin Cătălin Chiriţă (PPE-DE), schriftelijk.(RO) Ik heb voor het verslag van Véronique Mathieu over de begrotingscontrole op de financiële middelen van de EU in Afghanistan gestemd. Het is een weloverwogen verslag en van groot belang omdat het succes van de financiële, politieke, civiele en militaire pogingen tot stabilisering van Afghanistan bijzonder belangrijk is voor de EU en de hele democratische wereld.

Roemenië draagt aan deze internationale inspanningen in Afghanistan bij met 721 militairen in het kader van de ISAF-missie (onder auspiciën van de NAVO) en 57 militairen die betrokken zijn bij de operatie Enduring Freedom (een coalitiemissie). Tijdens deze missies zijn verscheidene Roemeense militairen om het leven gekomen of gewond geraakt, wat hun families en de Roemeense samenleving veel verdriet heeft gedaan. Wij willen niet dat deze offers vergeefs zijn geweest. Wat wij willen is dat de financiële, militaire en menselijke bijdrage van Roemenië aan de Europese en internationale inspanning op de lange duur tot stabiliteit in Afghanistan en tot uitschakeling van terroristische broeinesten leidt.

 
  
MPphoto
 
 

  Dragoş Florin David (PPE-DE), schriftelijk.(RO) Ik heb voor het verslag gestemd omdat de Commissie meer middelen zou moeten uittrekken voor de strijd tegen de drugshandel.

De door de EU verleende steun in de periode 2004-2007 bestond uit directe en indirecte hulp. Tussen 2002 en 2007 beliep de directe hulp 70 procent (970 miljoen euro) van de totale Gemeenschapshulp en bedroeg de indirecte hulp, beheerd door internationale organisaties, 30 procent van de Gemeenschapshulp (422 miljoen euro).

Daarbij moet echter worden erkend dat er op internationaal niveau sprake is van een gebrek aan coördinatie tussen de donorlanden. Dat is ook het geval tussen verschillende EU-lidstaten en de Commissie, juist in een tijd waarin zij een bindende rol zouden kunnen spelen. Als direct gevolg van deze situatie is de kosteneffectiviteit veel lager dan zij zou moeten zijn en heeft de overtuiging postgevat dat de Afghaanse bevolking veel meer profijt had kunnen hebben van de internationale en communautaire middelen die aan het land zijn toegewezen.

 
  
MPphoto
 
 

  Koenraad Dillen (NI), schriftelijk. De EU is een van de grootste donoren van ontwikkelingshulp en humanitaire steun aan Afghanistan. Tussen 2002 en 2007 heeft de Europese Commissie voor een totaal bedrag van 1 400 000 000 euro steun toegekend.

Dit is een goed verslag, want het gaat uit van een aantal correcte stellingen en het geeft een aantal goede aanbevelingen. Zo moet de controle op EU-gelden uitgebreid worden en de welig tierende corruptie in het land drastischer worden aangepakt. (Geldt dat overigens niet voor alle ontwikkelingslanden waarnaar onze steun gaat?)

Anderzijds pleit het Europees Parlement voor meer ontwikkelingssteun en de uitbreiding van de delegatie van de Commissie in Kaboel om de nodige verificaties, audits en controles uit te voeren.

Met Afghanistan staat of valt de strijd tegen het internationale terrorisme. Bijkomende budgettaire inspanningen zijn dus meer dan welkom.

 
  
MPphoto
 
 

  Carl Lang (NI), schriftelijk.(FR) Uit de constateringen in het verslag over de begrotingscontrole op de financiële middelen van de EU in Afghanistan blijkt eens te meer dat ingrijpen door het westen in deze regio's geen zoden aan de dijk heeft gezet. Door onze aanwezigheid duren de oorlog en het lijden alleen maar langer voort en komt er geen einde aan.

Praten over democratie en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in een land waar de gebruiken soms aan barbarij grenzen, is typerend voor de zalige onwetendheid van de europafielen die zich altijd liever met het buitenland bezighouden in plaats van problemen op het eigen continent aan te pakken.

De etnische groepen in Afghanistan, een land waar al eeuwen oorlog wordt gevoerd, zullen nooit akkoord gaan met een buitenlandse bezetting, zelfs wanneer deze een "humanitaire" inslag heeft. De positie van de Taliban en andere extremistische groepen wordt hierdoor alleen maar versterkt en er kan geen sterke legitieme macht ontstaan die het land stabiliteit zal brengen.

Europeanen moeten zich zo snel mogelijk terugtrekken uit het Afghaanse wespennest.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Liberadzki (PSE), schriftelijk. − (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik stem voor de aanneming van het verslag over de begrotingscontrole op de financiële middelen van de EU in Afghanistan (2008/2152 (INI)).

Mevrouw Mathieu merkt terecht op dat de sociale indicatoren in Afghanistan een dramatisch beeld vertonen. Er is zowat altijd een conflict of oorlog aan de gang, er zijn stammenconflicten en internationale conflicten, drugshandel en corruptie – door dit alles heeft Afghanistan internationale hulp nodig.

Ik wil mijn steun uitspreken voor hulp aan Afghanistan. Ik ben blij met het langetermijnengagement dat er nu is om het land te ondersteunen. Naar mijn mening komen de prioriteiten, beschreven in het landenstrategiedocument van de Commissie voor de jaren 2007-2013, tegemoet aan de behoeften van de Afghaanse maatschappij.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexandru Nazare (PPE-DE), schriftelijk.(RO) De Europese Unie is een van de grootste donoren in Afghanistan en draagt bij tot stabilisering en verbetering van de veiligheid in de regio, met tastbare resultaten zoals een gestegen levensverwachting.

De EU moet de steunverlening aan Afghanistan voortzetten. Zij mag echter niet de ogen sluiten voor de verkwistende besteding van het geld dat vanuit de Gemeenschapsbegroting wordt toegewezen en uiteindelijk door de belastingbetaler betaald wordt. Daarom meen ik dat dit verslag een welkom instrument is om de toewijzing van EU-hulp aan Afghanistan te stroomlijnen en het financiële effect van deze fondsen te maximaliseren. In dit verband zijn coördinatie en controle van de ontwikkelingshulpgelden die aan Afghanistan worden toegekend de belangrijkste elementen die kunnen bewerkstelligen dat de doelen die het geld dient ook worden gerealiseerd.

In het ontwerpverslag wordt een aantal problemen met de toekenning van EU-middelen aan Afghanistan samengevat en een aantal uitvoerbare aanbevelingen gedaan. Ik wil mijn steun uitspreken voor dit verslag en ik hoop dat het zal worden gevolgd door de uitvoering van een aantal specifieke maatregelen die zijn gericht op vergroting van het effect van de besteding van EU-fondsen en op het waarborgen van striktere controle op die besteding. Hoewel ik ook rekening houd met de huidige economische situatie in de meeste van onze landen, geloof ik dat het de plicht van het Parlement als instelling met begrotingstaken in de Europese Unie is om maximale doelmatigheid bij de besteding van overheidsgeld te garanderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, ik heb vóór het verslag van mevrouw Mathieu gestemd over de begrotingscontrole van EU-middelen in Afghanistan.

Het verslag trekt zeer duidelijke conclusies over de resultaten die door de steun van de Gemeenschap zijn geboekt vanaf het moment dat de overeenkomst werd ondertekend tot aan nu: ondanks dat ze een verstrekkender gevolg hadden kunnen hebben, zijn de resultaten positief en noemenswaardig. Ik verwijs in het bijzonder naar het terugdringen van het sterftecijfer onder kinderen, de verbeterde toegang tot de basisgezondheidszorg en de aanzienlijke toename van het aantal schoolgaande kinderen. Ik ben het ook met de rapporteur eens dat er extra inspanningen moeten worden geleverd om de coördinatie tussen de Gemeenschap en internationale geldschieters te verbeteren om dubbel werk en mogelijke bronnen van corruptie in het land te vermijden.

Verder is het meer dan ooit tevoren van essentieel belang dat, als er financiële steun wordt verleend aan een land dat ernstig kampt met sociale en politieke problemen, het controlesysteem doeltreffend is; anders bestaat het gevaar dat de situatie niet verbetert maar verslechtert. Daarom hoop ik dat het controlesysteem, met name ex-ante, verbetert en strenger gehandhaafd wordt dan tot op heden is gebeurd.

 
  
  

- Verslag-Riera Madurell (A6-0491/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Robert Atkins (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Mijn Britse conservatieve collega's en ik ondersteunen ten volle het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van alle aspecten van het leven, met inbegrip van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden.

We zijn echter van mening dat dit primair zaken zijn waar de lidstaten zich mee moeten bezighouden, en niet de Europese Unie. We hebben daarom besloten ons van stemming over dit verslag te onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Gerard Batten, Godfrey Bloom, Derek Roland Clark, Nigel Farage, Michael Henry Nattrass en John Whittaker (IND/DEM), schriftelijk. − (EN) De UK Independence Party staat volledig achter gelijkheid voor mannen en vrouwen. Het Verenigd Koninkrijk heeft echter al wetgeving inzake gelijkheid en kan deze wetgeving wijzigen en verbeteren zoals en wanneer ons parlement en volk dat nodig vindt. Het is dus niet nodig dat de EU ons verdere wetgeving en bureaucratie oplegt. De EU is bovendien ondemocratisch en geen betrouwbare hoedster van de rechten van wie dan ook, ook niet van de rechten van vrouwen.

 
  
MPphoto
 
 

  Koenraad Dillen (NI), schriftelijk. Ik heb tegen dit zoveelste politiek-correcte verslag gestemd, dat ons in dit Parlement ter goedkeuring wordt voorgelegd. In de eerste plaats wil ik erop wijzen dat gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de EU al lang bestaat en dat dit verslag dus overbodig is. Verder bekritiseer ik de in dit verslag toegejuichte omkering van de bewijslast bij rechtszaken (§20), een rechtsstaat onwaardig, terwijl ook nog eens totale almacht wordt gegeven aan organisaties die deze richtlijn moeten uitvoeren (§19).

Het feit dat lidstaten ondernemingen moeten verplichten om jaarlijkse bedrijfsplannen voor gendergelijkheid te ontwikkelen en een evenwichtige genderverdeling binnen bedrijfsdirecties moeten waarborgen, staat volledig haaks op de vrijheid van ondernemen. Voor bedrijven in moeilijkheden door de internationale financiële crisis zou een dergelijke verplichting nog eens voor verpletterende bijkomende bureaucratische rompslomp kunnen zorgen. In een vrije markt met gezonde bedrijven komt kwaliteit, mannelijk of vrouwelijk, vanzelf bovendrijven. Daarvan zijn voorbeelden te over.

 
  
MPphoto
 
 

  Constantin Dumitriu (PPE-DE), schriftelijk.(RO) In de huidige economische crisis behoren vrouwen tot degenen die het meest worden getroffen door werkloosheid of salarisverlaging. Op Europees niveau moeten de lidstaten de bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG uitvoeren en moet de Europese Commissie de omzetting volgen en daarvan regelmatig verslag doen aan het Europees Parlement.

Zoals het verslag van mevrouw Madurell ook aangeeft, is een van de grootste problemen bij de bestrijding van genderdiscriminatie op de arbeidsmarkt het gebrek aan informatie over de rechten van discriminatieslachtoffers. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt in gelijke mate bij de lidstaten, bij Europese instellingen zoals het Europees Instituut voor Gendergelijkheid, en bij de werkgevers. Maatschappelijke organisaties spelen hierbij eveneens een belangrijke rol. Zij kunnen met voorlichtingscampagnes en voortgangsverslagen het gebrek aan activiteiten op nationaal of Europees niveau goedmaken.

De Commissie is verplicht erop toe te zien dat lidstaten maatregelen treffen die zijn gericht op bevordering van de balans tussen werk en leven, verkleining van het verschil in beloning tussen mannen en vrouwen, en openstelling van managementfuncties voor vrouwen. In Roemenië zijn het de Europese verordeningen geweest die ons hebben geholpen een institutioneel stelsel tot stand te brengen waarin wordt gegarandeerd dat rechten voor mannen ook rechten voor vrouwen zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (PSE), schriftelijk. (PT) Ik heb voor het verslag-Madurell over de omzetting en toepassing van Richtlijn 2002/73/EG betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, gestemd omdat ik het belangrijk acht dat het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen wordt toegepast op de door deze richtlijn bestreken terreinen.

De omzetting van de richtlijn vertoont tal van tekortkomingen. In dit verband wil ik met name onderstrepen dat in de wetgeving van diverse lidstaten geen specifieke verwijzing naar de discriminatie op grond van geslacht is vervat. Zoals de rapporteur verklaart, bestaan er nog steeds grote loonverschillen. De lonen van vrouwen liggen gemiddeld 15 procent lager dan die van mannen, en tussen 2000 en 2006 is dit verschil met nauwelijks 1 procent gedaald. In het kader van de strategie van Lissabon is het van essentieel belang dat in deze status-quo verandering komt. Daarom ben ik het met de rapporteur eens dat de Europese Commissie moet worden aanbevolen actief toezicht uit te oefenen op de omzetting van de richtlijn en de naleving ervan door de nationale wetgevingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Mieczysław Edmund Janowski (UEN), schriftelijk. (PL) Ik heb gestemd vóór aanneming van het verslag van mevrouw Madurell over de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen. Gelijke behandeling van mensen ongeacht hun geslacht, ras, geloof enz. is een fundamenteel recht van de mens. Uiteraard mogen wij de natuurlijke biologische verschillen tussen vrouwen en mannen niet over het hoofd zien.

Naar mijn mening is het overal toepassen van een 50/50-balans tussen mannen en vrouwen geen bewijs dat we echt bezig zijn met gelijke behandeling. Als het gaat om zware beroepen, zoals mijnwerker of staalsmelter e.d. leidt dit enkel tot absurde situaties, net als bij het beroep van verpleegkundige of leerkracht. We kunnen net zo min meisjes dwingen om een technische opleiding te volgen louter en alleen om de 50/50-verdeling. De basisproblemen betreffen toegang tot onderwijs op elk niveau, toegang tot leidinggevende functies (ook in politieke instellingen), de toepassing van het beginsel ”gelijk loon voor gelijk werk”, adequate toegang tot sociale zekerheid, maatschappelijke hulpverlening en geneeskundige behandeling (rekening houdend met zwangerschapsverlof). Een belangrijke rol is hier weggelegd voor de vakbonden. Deze problematiek is van wezenlijk belang zowel op lokaal, regionaal en nationaal niveau, als op het niveau van de EU-instellingen.

Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om uw aandacht te vestigen op gerechtelijke uitspraken waarbij mannen worden gediscrimineerd. Bij een echtscheiding krijgt de moeder namelijk bijna altijd en automatisch de voogdij over de kinderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jörg Leichtfried (PSE), schriftelijk. – (DE) Ik heb voor het verslag gestemd van mevrouw Riera Madurell over de omzetting van de richtlijn betreffende gelijke behandeling.

Het is naar mijn mening de hoogste tijd dat vrouwen en mannen niet slechts ten dele, maar in alle opzichten gelijk worden behandeld.

Van gelijke kansen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces en het beroepsleven in het algemeen is nog lang geen sprake. De inkomenskloof tussen mannen en vrouwen wordt in sommige lidstaten heel aarzelend gedicht, terwijl de kloof in andere lidstaten zelfs weer groter wordt.

Vanwege deze aperte onrechtvaardigheid en vooral omdat ik als familieman veel respect en waardering heb voor vrouwen, ligt mij de tenuitvoerlegging van deze richtlijn na aan het hart.

 
  
MPphoto
 
 

  Astrid Lulling (PPE-DE), schriftelijk.(FR) De Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid toont zich bezorgd over de toepassing van de richtlijn betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden.

Aangezien de Europese Commissie geen verslag heeft opgesteld, heeft onze commissie zelf onderzoek uitgevoerd bij nationale parlementen en organisaties voor gelijke behandeling. Aan 22 lidstaten is een aanmaningsschrijven gericht en in 15 lidstaten zijn definities onjuist omgezet. Op 5 oktober 2008 hadden 9 lidstaten nog geen kennisgeving bij de Commissie ingediend van maatregelen om de richtlijn om te zetten.

Ons initiatiefverslag vormt een noodkreet en een waarschuwing aan de lidstaten. Helaas zijn er bij stemming door de commissie overtrokken beweringen en eisen goedgekeurd. Ik heb daarom een alternatieve resolutie ingediend.

We hebben overeenstemming weten te bereiken over een gezamenlijke resolutie, waarvoor ik heb gestemd, in afwachting van het verslag over de tenuitvoerlegging dat we in het eerste halfjaar van 2009 zullen ontvangen. Op basis daarvan kunnen we een degelijke analyse maken en de consequenties trekken die nodig zijn voor naleving van het Verdrag en de wetgeving op het gebied van gelijke kansen voor en behandeling van vrouwen en mannen.

 
  
MPphoto
 
 

  Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. (SV) Discriminatie en ongewenst gedrag horen niet thuis in een liberale samenleving. Dit verslag drukt ons met de neus op het vreselijke feit dat veel lidstaten nog een lange weg te gaan hebben om mannen en vrouwen een gelijke positie in het leven en in het arbeidsproces te geven. De verantwoordelijkheid om de onrechtvaardigheden op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt te bestrijden, rust echter niet op de EU- instellingen, maar is, en zou dit moeten blijven, een aangelegenheid van burgers met een verantwoordelijkheidsgevoel en hun vertegenwoordigers in de politiek en bij de vakbonden in de lidstaten. Ik ben absoluut gekant tegen de formuleringen die als doel hebben om deze onrechtvaardigheden als argument te gebruiken om het supranationalisme uit te breiden ten koste van de zelfbeschikking van de lidstaten. De afstand vergroten tussen degenen die besturen en degenen die bestuurd worden, is niet de weg naar een liberale samenleving die is gebaseerd op ieders gelijkheid.

Het hoofddoel van het verslag is echter om te verduidelijken hoe discriminatie en ongewenst gedrag nog steeds iemands mogelijkheden in het leven en de vooruitzichten op zelfverwezenlijking kunnen verpesten. Het is zo belangrijk dat ik er ondanks alles toch voor heb gekozen om voor het alternatieve voorstel voor een resolutie te stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Iosif Matula (PPE-DE), schriftelijk.(RO) Ik heb voor het verslag gestemd over de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en promotiekansen, en ten aanzien van arbeidsvoorwaarden.

Hoewel gendergelijkheid in de Europese Unie een grondrecht is, laten de officiële cijfers zien dat er nog altijd verschillen in arbeidsdeelname bestaan, vooral met de landen die recentelijk zijn toegetreden tot de Europese Unie.

In de wetenschap dat gelijke behandeling van mannen en vrouwen een structureel probleem is gebleven heeft de Europese Raad in maart 2000 in Lissabon de Europese Unie het doel opgelegd de arbeidsdeelname van vrouwen te verhogen tot meer dan 60 procent in 2010, een doelstelling die in de nieuwe lidstaten nauwkeurig moet worden gevolgd.

Ik geloof dat het van essentieel belang is dat we de Europese richtlijn uitvoeren om ervoor te zorgen dat er een einde komt aan de discriminatie van vrouwen op de arbeidsmarkt in een tijd waarin aanvullende inspanningen zijn vereist om de houding tegenover deze kwestie te veranderen, vooral in plattelandsgebieden.

 
  
MPphoto
 
 

  Nicolae Vlad Popa (PPE-DE), schriftelijk.(RO) Ik heb voor dit verslag gestemd omdat ik geloof dat het verzoek dat daarin aan de Commissie wordt gedaan, om de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/73/EG en de naleving van de wetgeving na het uitvoeringsproces nauwgezet te volgen, gerechtvaardigd en noodzakelijk is.

Door dit verslag aan te nemen heeft het Europees Parlement de lidstaten een bruikbaar instrument verschaft voor de consolidatie van hun nationale wetgeving met betrekking tot gelijke behandeling van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt.

Op basis van de verstrekte statistieken is er echter nog altijd een verschil van 28,4 procent tussen de arbeidsdeelname van mannen en die van vrouwen, hetgeen onderstreept dat genderongelijkheid op de arbeidsmarkt een probleem blijft dat moet worden opgelost.

Daarom vind ik dat de lidstaten elke nodige inspanning moeten verrichten om de strategieën ter bevordering van gendergelijkheid ten uitvoer te leggen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, ik breng mijn stem uit vóór het verslag van mevrouw Riera Madurell over de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden.

Ik ben het met de constatering van mijn collega eens dat het gelijkheidsbeginsel binnen de arbeidsmarkt nog altijd niet in praktijk wordt gebracht, ondanks de inspanningen die de Europese Unie heeft geleverd om het percentage werkende vrouwen te laten toenemen volgens de Lissabon-doelstellingen. Ik ben het eens met de opvattingen van de rapporteur over de omzetting van Richtlijn 2002/73/EG door de lidstaten en over de noodzaak dat ze allemaal de instrumenten invoeren die uit deze richtlijn voortvloeien om de nationale wetgeving inzake de gelijke behandeling van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt aan te scherpen: gendergelijkheid op de arbeidsmarkt is niet alleen in ethisch opzicht een waardevol principe, maar vormt, en zal de basis vormen voor een duurzame economische ontwikkeling van de gehele Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. − (EN) Gelijkheid tussen mannen en vrouwen is een fundamenteel beginsel van de Europese Unie. Er moet nog steeds veel gebeuren om dit beginsel te verwezenlijken. Ik hoop dat we het tot een politieke prioriteit zullen maken op alle gebieden waarop we in het Europees Parlement werken. Het zou niet alleen de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid moeten zijn die deze kwesties ter sprake brengt.

 
  
MPphoto
 
 

  Andrzej Jan Szejna (PSE), schriftelijk. (PL) Ondanks het feit dat gelijkheid van vrouwen en mannen een fundamenteel recht is, blijft ongelijkheid op de arbeidsmarkt op het gebied van salaris, participatiegraad en kwaliteit van de werkgelegenheid nog altijd een ernstig structureel probleem. Helaas zien we dat een hoger opleidingsniveau niet altijd leidt tot een kleiner salarisverschil tussen werknemers van verschillend geslacht.

Het verslag van mevrouw Madurell onthult tekortkomingen van lidstaten in de omzetting en toepassing van Richtlijn 2002/73/EG betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden.

De rapporteur benadrukt vooral dat veel lidstaten de definitie van discriminatie foutief hebben omgezet in hun rechtsstelsel. In veel landen is de enige bindende definitie van algemene aard, waarbij discriminatie op grond van geslacht niet wordt vermeld. In andere landen ontbreekt een verwijzing naar seksuele intimidatie of is het begrip slechts opgenomen in een algemene definitie van intimidatie (in Polen is seksuele intimidatie gedefinieerd in §6, art. 183a van het Arbeidswetboek), waardoor slachtoffers merkbaar moeilijker recht kunnen halen.

Initiatieven op de laagste niveaus om het maatschappelijk bewustzijn te doen toenemen, alsook initiatieven om slachtoffers van discriminatie te helpen, zijn buitengewoon belangrijk in de strijd tegen discriminatie.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B6-0051/2009 (Situatie in het Midden-Oosten/Gaza)

 
  
MPphoto
 
 

  Marco Cappato (ALDE), schriftelijk. (IT) Om onderscheid te maken tussen het standpunt van de Radicale Partij en dat van degenen die redenen tot uitdrukking brengen die tegengesteld zijn aan die van ons in deze Kamer, hebben we geloot wie van ons zich van stemming zou onthouden en wie niet zou deelnemen aan de stemming. De oplossing die de EU aandraagt voor structurele langdurige vrede in het Nabije Oosten, vandaag hier in Straatsburg herhaald door Voorzitter Pöttering, geldt voor twee soevereine, onafhankelijke staten.

De oprichters van Europa waren een tegengestelde mening toegedaan: om vrede te bereiken, moet er afstand worden gedaan van absolute nationale soevereiniteit. Dat stond in het Manifest Ventotene.

We moeten nu luisteren naar de overgrote meerderheid van Israëlische burgers die Israël graag bij de EU opgenomen zien worden en genegeerd worden door de Israëlische, en ook Europese, heersende klassen.

Het 'inclusieve' Europa van na de Tweede Wereldoorlog, dat openstaat voor nieuwe toetreders en als referentiepunt fungeert voor naburige landen, vormt een factor voor vrede, zelfs al is het op een ontoereikende manier. Het 'exclusieve' Europa van natiestaten, dat streeft naar Europese 'grenzen' en beweert 'joods-christelijke wortels' te hebben, is een Europa dat oorlogen veroorzaakt, in het Nabije Oosten evenals in de Balkan en de Kaukasus, en dat leidt tot spanningen, zoals in het Oeralgebergte, Turkije en de Maghreb.

Net als de niet-gewelddadige Radicale Partij zijn wij van mening dat de structurele oplossing voor vrede schuilgaat onder de noemer Europees federalisme, een Verenigde Staten van Europa die de deuren openstelt voor Turkije, Israël en in de toekomst voor democratische landen die afstand doen van hun eigen absolute soevereiniteit.

 
  
MPphoto
 
 

  Proinsias De Rossa (PSE), schriftelijk. − (EN) Ik veroordeel onvoorwaardelijk het lukraak en wreed doden van burgers in de Gazastrook, alsook het meedogenloos en niet te verdedigen doden van Israëlische burgers door raketten van Hamas.

Ik heb voor de resolutie van het Europees Parlement over de situatie in de Gazastrook gestemd, omdat zij expliciet de resolutie van de VN-Veiligheidsraad steunt die oproept tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. Zij vestigt ook de aandacht op het besluit van het Parlement in december om het aanhalen van de banden van de EU met Israël uit te stellen. De taal van de resolutie is zwakker dan ik had gewild, maar een resolutie die wordt gedragen door een overweldigende meerderheid van het Parlement, zal waarschijnlijk meer invloed hebben op de besluiten van Israël en Hamas dan resoluties van de afzonderlijke fracties.

Ik ben tegen het aanhalen van de banden van de EU met Israël en ik vind dat de handelsovereenkomst met Israël moet worden opgeschort, totdat het land voldoet aan de mensenrechtennormen en constructieve, wezenlijke onderhandelingen met zijn buurlanden aangaat om de tweestatenoplossing voor het conflict ten uitvoer te leggen. Alle lidstaten zouden nu moeten afspreken om terug te komen op hun eerdere besluit om de banden met Israël aan te halen, als manier om ze met realistische voorstellen aan de onderhandelingstafel te brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Manuel António dos Santos (PSE), schriftelijk. (PT) Ik heb ervoor gekozen om mij van stemming over de ontwerpresolutie over de situatie in het Midden-Oosten/Gaza te onthouden, uitsluitend omdat een resolutie van het Europees Parlement mijns inziens in de huidige omstandigheden niet gerechtvaardigd is.

Ik ben van oordeel dat een debat zonder stemming een meer doeltreffende manier zou zijn om het Europees Parlement bij deze kwestie te betrekken.

 
  
MPphoto
 
 

  Koenraad Dillen (NI), schriftelijk. Une fois n'est pas coutume, dit is een zeer evenwichtige resolutie die alle steun verdient omdat ze duidelijk aan beide partijen in het conflict vraagt af te zien van geweld. Ook al moeten we ons geen enkele illusie maken over de impact die Europa en a fortiori het Europees Parlement kan hebben op de evolutie van de situatie in het Midden-Oosten. De eerste voorwaarde voor het zoeken naar een oplossing bestaat erin dat Hamas zijn raketaanvallen op Israël stopzet. Israël moet zijn overproportioneel geweld, waarvan onschuldige kinderen en burgers het slachtoffer worden, eveneens terugschroeven. Toch herinner ik er, ondanks mijn steun voor deze resolutie, aan dat de terreurorganisatie Hamas de grote schuldige van de escalatie blijft.

 
  
MPphoto
 
 

  Glyn Ford (PSE), schriftelijk. − (EN) Ik heb voor de gezamenlijke ontwerpresolutie gestemd, ook al was deze minder streng in haar veroordeling van de actie van Israël in de Gazastrook dan ik had gewild.

De willekeurige raketaanvallen van Hamas zijn niet te verdedigen, maar het was niet helemaal de schuld van Hamas dat er een einde kwam aan het staakt-het-vuren. De actie van de Israëli's is volstrekt disproportioneel, en het als doelwit nemen van onschuldige burgers – mannen, vrouwen en kinderen – is een vorm van collectieve straf die in strijd is met het internationaal humanitair recht.

De aanvallen op VN-kantoren en de hulpverlening door de VN lijken opzettelijk gericht op het afsnijden van de hulp aan de hulpbehoevenden en op de verwijdering van de onafhankelijke waarnemers van de wrede acties van de Israëli's.

 
  
MPphoto
 
 

  Mathieu Grosch (PPE-DE), schriftelijk. – (DE) Ik vind het een goede zaak dat het Europees Parlement met één stem spreekt. Onze inspanningen moeten erop gericht zijn om zowel Israël als Hamas duidelijk te maken dat we tegen iedere vorm van oorlogsgeweld zijn en dat we vinden dat de vredestroepen en hulporganisaties absoluut moeten worden ontzien.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) Ofschoon wordt aangedrongen op een staakt-het-vuren en wij deze dringende eis onderschrijven, is de door het Europees Parlement aangenomen resolutie over de bijzonder ernstige situatie in de Gazastrook volkomen ontoereikend. Ze bevat zelfs negatieve elementen, vooral in vergelijking met de resolutie van de Raad van de mensenrechten van de Verenigde Naties (UNHRC) van 12 januari. De resolutie van het Parlement:

- bevat geen kwaad woord over Israël ondanks de brutale agressie, de misdaden en de schendingen van de meest elementaire mensenrechten;

- geeft opnieuw blijk van dubbelzinnigheid, aangezien ze verdoezelt dat in Palestina sprake is van een kolonist en een gekoloniseerde, een agressor en een slachtoffer, een verdrukker en een verdrukte, een uitbuiter en een uitgebuite, en de verantwoordelijkheden van Israël verhult;

- wast de verantwoordelijkheden van de EU wit, ondanks de medeplichtigheid met de straffeloosheid van Israël. De recente beslissing om de bilaterale betrekkingen met dit land te versterken en de schandelijke onthouding van stemming van de lidstaten van de EU over de UNHRC-resolutie spreken in dit verband boekdelen.

- oefent, ondanks de ernst van de huidige situatie, geen kritiek uit op de Israëlische schending van de VN-resoluties, roept Israël niet op om een einde te maken aan de bezetting, de nederzettingen, de scheidingsmuur, de moorden, de aanhoudingen, de ontelbare vernederingen die de Palestijnse bevolking moet ondergaan, en dringt niet eens aan op de eerbiediging van het onvervreemdbare recht van de Palestijnse bevolking op een staat, met de grenzen van 1967 en Oost-Jeruzalem als hoofdstad.

 
  
MPphoto
 
 

  Jens Holm en Eva-Britt Svensson (GUE/NGL), schriftelijk. (SV) Wij juichen het toe dat de resolutie een onmiddellijke beëindiging eist van het doden van de inwoners van Gaza door Israël. Wij betreuren het echter dat in de resolutie niet wordt opgeroepen om de associatieovereenkomst met Israël op te schorten en een punt te zetten achter de intensivering van de samenwerking met dat land. Het zijn vanzelfsprekende eisen die gesteld zouden moeten worden aan een land dat zich zo overduidelijk niet aan de gemaakte afspraken houdt, namelijk het respecteren van de mensenrechten en het internationaal recht.

Wij trekken ook in twijfel dat de aanval van Israël is ingezet als antwoord op het raketvuur van Hamas. Israël heeft de wapenstilstand voortdurend geschonden, onder andere op 4 november vorig jaar toen een Israëlische militair de Gazastrook binnendrong en zes Palestijnen doodde, net als de collectieve bestraffing van het Palestijnse volk in de vorm van embargo’s, afsluiting van elektriciteit, het uitbreiden van de nederzettingen, het bouwen van muren, kidnapping van vooraanstaande Palestijnse politici, enzovoort.

Ondanks dit juichen wij de gezamenlijke resolutie en de eis dat Israël het moorden onmiddellijk stopt, toe.

 
  
MPphoto
 
 

  Mikel Irujo Amezaga (Verts/ALE), schriftelijk. (ES) Voorzitter Pöttering was wat voorbarig door aan te nemen dat er geen stemmen tegen zouden zijn. Ik heb echter tegen deze resolutie gestemd. Hoewel ik moet toegeven dat de resolutie zeer positieve elementen bevat, met name het gebruik van de term ‘collectieve straf’ voor de bevolking van de Gazastrook, acht ik deze toch ontoereikend. Het enige dat het Parlement in de praktijk kan doen is verzoeken om de associatieovereenkomst met Israël te bevriezen; de rest is niets dan woorden, mooie en positieve woorden, maar niet meer dan woorden. Mooie woorden betekenen niets in de politiek: er moeten maatregelen worden genomen en na deze resolutie zal er NIETS in Gaza veranderen. Als we over een andere staat dan Israël gesproken zouden hebben, zou de resolutie aanzienlijk krachtiger zijn geweest. Ik vind dat Israël het recht heeft om in vrede te leven, maar daarbij is niet alles geoorloofd, en dat moet Israël weten. Bovendien zal dit offensief er alleen maar toe leiden dat het conflict wordt versterkt. Vandaag is geen goede dag voor het Parlement, want het heeft ervoor gekozen om te praten in plaats van daadwerkelijk actie te ondernemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Carl Lang (NI), schriftelijk.(FR) De tekst die door alle fracties van het Parlement is ingediend en de belangen van de Europese volkeren moet behartigen, bevat op zich uitstekende aanbevelingen, zoals de oproep tot het staken van de strijd, maar gaat geenszins in op het overwaaien van dit conflict naar Europa. In de demonstraties tegen het Israëlische optreden, die met geweld gepaard gaan, zijn er twee beelden bijzonder schokkend.

Enerzijds de demonstranten, waarvan het merendeel uit immigranten bestaat, die zwaaien met Palestijnse en Algerijnse vlaggen, vlaggen van Hamas en Hezbollah... en spandoeken met Arabische opschriften.

Anderzijds de leiders van extreemlinks, in Frankrijk Besancenot voor de LCR en Buffet voor de communistische partij, die zij aan zij met de imams voorbijtrekken.

Deze beelden illustreren twee zorgwekkende ontwikkelingen: het geleidelijk opgaan van massa's immigranten uit de moslimwereld in islamitische organisaties; de samenspanning tussen islamitische bewegingen en communistisch extreemlinks, twee revolutionaire invloedssferen die onze beschaving te gronde willen richten. Meer dan ooit moeten dergelijke demonstraties worden verboden en is beleid geboden voor omkering van de migratiestromen, want alleen zo kunnen de identiteit en de vrijheid van de Europese volkeren worden gewaarborgd.

 
  
MPphoto
 
 

  Roselyne Lefrançois (PSE), schriftelijk.(FR) In het licht van de ernst van de situatie in Gaza kon het Europees Parlement zich niet in stilzwijgen blijven hullen. Daarom heb ik deze resolutie gesteund, waarin wordt opgeroepen tot een onmiddellijk en permanent staakt-het-vuren, met beëindiging van de militaire actie van Israël in de Gazastrook en stopzetting van de raketaanvallen van Hamas op Israël.

Ik betreur het echter dat de aanvallen van het Israëlische leger niet ferm en zonder voorbehoud worden veroordeeld. Hierbij zijn al meer dan 1 000 doden gevallen, voornamelijk burgerslachtoffers. Ik sluit me aan bij de woorden die Martin Schulz, voorzitter van de Sociaal-democratische Fractie, voor de stemming heeft uitgesproken en waarin hij erop heeft gewezen dat deze aanvallen onaanvaardbaar zijn, maar ik had deze verontwaardiging liever op papier gezien.

Voorts wordt de Israëlische autoriteiten in de resolutie verzocht ervoor te zorgen dat humanitaire hulp continu kan worden verleend en de internationale pers vrij toegang heeft tot Gaza. Ik zou graag hebben gezien dat aan de intensivering van de betrekkingen tussen Israël en de EU de voorwaarde was verbonden dat Israël het humanitaire recht in acht moet nemen.

Europa heeft een essentiële rol te vervullen bij de oplossing van dit conflict, maar een duurzaam vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnen kan naar mijn oordeel alleen worden bereikt als er een levensvatbare Palestijnse staat wordt opgericht die Israël erkent en door Israël wordt erkend.

 
  
MPphoto
 
 

  Willy Meyer Pleite (GUE/NGL), schriftelijk. (ES) De gezamenlijke resolutie over Gaza bevat positieve aspecten, zoals de oproep tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, het erkennen van de duizend doden door de aanvallen van het Israëlische leger, onder wie vrouwen en kinderen, en zelfs de erkenning van het feit dat het embargo door Israël tegen de Gazastrook een schending is van het internationale humanitaire recht.

Toch heb ik niet voor de resolutie gestemd, omdat deze Hamas hetzelfde niveau van verantwoordelijkheid toedicht als Israël. Met deze resolutie wordt niet erkend dat het Israëlische leger de wapenstilstand op 4 november heeft verbroken door een inval over land en diverse luchtaanvallen uit te voeren; in plaats daarvan wordt de schuld bij Hamas gelegd voor het verbreken van het staakt-het-vuren. Deze resolutie schiet duidelijk tekort door bij de Commissie en de Raad niet aan te dringen op harde maatregelen. De EU moet de huidige associatieovereenkomst EU-Israël bevriezen wegens schending van artikel 2, waarin wordt bepaald dat eerbiediging van de mensenrechten een bindende voorwaarde is voor de overeenkomst. Verder eist de gezamenlijke resolutie niet dat de Israëlische blokkade van de Gazastrook wordt opgeheven, noch dat de 27 lidstaten van de EU alle export van wapens naar Israël stopzetten.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexandru Nazare (PPE-DE), schriftelijk.(RO) Deze resolutie heeft de belangrijkste fracties in het Europees Parlement weten samen te brengen om een uitspraak te doen die absoluut noodzakelijk is gezien de huidige humanitaire en veiligheidssituatie in het Midden-Oosten.

Wat ook de ontwikkelingen zijn geweest die tot de uitbraak van dit conflict hebben geleid, het heeft nu al negatieve gevolgen voor een belangrijk deel van de burgers in het gebied en voor de aanwezigheid van de Verenigde Naties in Gaza. Ook ik geloof met mijn collega-leden dat we op een punt zijn beland waar duurzame resultaten alleen bereikbaar zijn door middel van een dialoog die alleen gevoerd kan worden als een staakt-het-vuren wordt overeengekomen.

Bovendien komen de consistente standpunten van Roemenië over dit onderwerp in invloedrijke mate in dit document tot uiting. Ik ben blij dat ik in de gelegenheid ben voor een document te stemmen dat niet alleen de zienswijze van de Europese politieke familie waartoe ik behoor maar ook die van mijn land uitdrukt.

 
  
MPphoto
 
 

  Vural Öger (PSE), schriftelijk. – (DE) Ik ben blij dat de ontwerpresolutie over de situatie in de Gazastrook is aangenomen. Het Europees Parlement ontkomt er niet aan zich over de crisis uit te spreken. Het is de plicht van het Europees Parlement om de humanitaire ramp te veroordelen, aangezien het Parlement op het gebied van de mensenrechten een morele gidsrol wil vervullen. Juist daarom kan het Europees Parlement niet langer zwijgen. Daarom heb ik voor de resolutie gestemd. Toch had het Parlement een duidelijker signaal kunnen afgeven. Op sommige punten is de resolutie te zwak. Het is belangrijk dat we aandringen op een langdurige wapenstilstand en het lijden van de burgerbevolking veroordelen. Het behoort echter ook tot onze taak concrete oplossingen voor de beëindiging van het conflict aan te dragen en de EU ertoe op te roepen zich daarvoor als lid van het Kwartet voor het Midden-Oosten in te zetten. Aangezien de Verenigde Staten vanwege de machtswisseling op dit ogenblik vleugellam zijn, moet de EU nog meer haar verantwoordelijkheid nemen. Een dergelijk buitensporig militair optreden is voldoende aanleiding om de besprekingen over het intensiveren van de betrekkingen met Israël op te schorten. Helaas zegt de resolutie daar niets over. Als Israël niet rechtstreeks wil onderhandelen met Hamas, is het aan de EU om ervoor te zorgen dat anderen met Hamas praten. Voortzetting van het militaire offensief kost te veel mensenlevens. Lippendienst is bij een humanitaire crisis van deze omvang niet voldoende.

 
  
MPphoto
 
 

  Athanasios Pafilis (GUE/NGL), schriftelijk.(EL) De gezamenlijke resolutie negeert bewust de oorzaken van de agressieve en wrede oorlog in Israël, ervan uitgaande dat die een reactie was op de raketaanvallen van Hamas. Iedereen weet dat de oorlog van tevoren al was gepland en dat de oorzaken bij de Israëlische bezetting liggen: de weigering van Israël om de VN-resoluties toe te passen voor een onafhankelijke Palestijnse staat met Oost-Jeruzalem als hoofdstad. Dit komt door de strijdlustige politiek van Israël, gesteund door de VS en de EU, de illegale nederzettingen en het feit dat Israël weigert om terug te keren naar de grenzen van 1967.

Hoewel in de resolutie wel wordt verwezen naar het beëindigen van de oorlog, kenmerkt zij zich tegelijkertijd door afzijdigheid en wordt er om geen enkele maatregel van de EU gevraagd, noch om de bevriezing van de nieuwe preferentiële betrekkingen, om druk uit te kunnen oefenen op Israel. Zij veroordeelt het agressieve beleid van Israël niet, terwijl zij zich aan de andere kant wel bemoeit met de interne problematiek van de Palestijnen.

De machten die de resolutie hebben ondertekend roepen op tot en stemmen in met een sterkere rol van de EU in overeenstemming met haar imperialistische ambities in de regio. Ze ondersteunen het plan van de VS en de NAVO voor een “Breder Midden-Oosten”, waar de EU mee akkoord is gegaan en dat gericht is op de onderwerping door de imperialisten van de gehele regio.

Met dit in het achterhoofd stemt de Communistische Partij van Griekenland (KKE) niet voor de gezamenlijke resolutie van de fracties, en roept zij op tot versterking van de anti-imperialistische strijd, waarbij aangetekend dat er niet zoiets bestaat als goed en slecht imperialisme.

 
  
MPphoto
 
 

  Dimitrios Papadimoulis (GUE/NGL), schriftelijk.(EL) Ik heb niet voor de gezamenlijke resolutie van het Europees Parlement over de situatie in de Gazastrook gestemd, omdat in deze resolutie, hoewel ze enkele positieve punten bevat, de overdreven militaire reactie die lijkt uit te lopen op een humanitaire ramp, niet onomstotelijk wordt veroordeeld. Weliswaar toonde het Europees Parlement zich geschokt en betreurde het de aanvallen op burgers en de belemmering van de toegang tot internationale humanitaire hulp, maar dat is bij lange na niet voldoende. Europa moet haar verantwoordelijkheid nemen en eisen dat er een definitief einde komt aan de agressie van Israël. Daarnaast moet Europa zich inspannen om een levensvatbare langetermijnoplossing te vinden. Deze sterke politieke wil is helaas niet terug te vinden in de compromisresolutie die het Parlement heeft aangenomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. − (PT) Het recht van Israël om in vrede en veiligheid te leven is onvervreemdbaar. Ook het recht van de Palestijnse bevolking om te leven op een vrij grondgebied dat zij zelf bestuurt in vrede, democratie en met eerbiediging van de mensenrechten is onvervreemdbaar. Elke oplossing voor de regio moet waarborgen dat deze rechten niet langer worden bedreigd.

In tegenstelling tot de confrontatie in Gaza blijkt uit de situatie op de Westelijke Jordaanoever dat beide partijen in staat zijn betrekkingen te onderhouden, al zijn die gespannen en conflictueus, op voorwaarde dat zij bereid zijn het bestaan van de ander te accepteren. Dat is niet het geval met de Hamas-beweging, die het grondgebied waarvan ze zich meester heeft gemaakt gebruikt om haar openlijk verklaarde doelstelling na te streven: het bestaan van Israël uitwissen.

Deze omstandigheden doen evenwel geen afbreuk aan de tragedie en de doden in Gaza. Wij weten dat Hamas de Palestijnen, zonder enig respect voor hun leven, inzet als menselijke schilden tegen de aanvallen van Israël en de doden gebruikt als propagandamiddel. Israël, dat vastbesloten is om zijn veiligheid op legitieme wijze te beschermen, zet de gevechten voort ondanks dit tragische resultaat. Om deze ontwikkeling een halt toe te roepen is het absoluut noodzakelijk dat de internationale gemeenschap, met inbegrip van de Arabische landen, pleit voor de levensvatbaarheid van de ene partij en de veiligheid van de andere als doelstelling van het vredesproces in het Midden-Oosten.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, ik verklaar hierbij mijn stem aan de ontwerpresolutie over de tragische situatie in de Gazastrook.

Ik deel volkomen de zorg dat het einde van dit conflict nog niet in zicht is, ondanks de hoop op stopzetting van de vijandelijkheden door de gehele internationale gemeenschap. Ik wil net als mijn collega's mijn diepe droefheid uitspreken over het lijden van de burgerbevolking in de Gaza en ik denk dat de enige mogelijke oplossing, en niet alleen in dit gebied maar in het hele Heilige Land, te vinden is in een dialoog, onderhandelingen en diplomatie, en nooit in oorlog, die alleen maar meer haat kan zaaien.

De Europese Unie kan en moet een voorname rol spelen in dit proces, zowel bij het bereiken van een staakt-het-vuren als bij de opening van kanalen voor humanitaire doeleinden. Daarom stem ik vóór de ontwerpresolutie en hoop ik dat de pogingen tot verzoening zo spoedig mogelijk resulteren in concrete vooruitgang richting vrede.

 
  
MPphoto
 
 

  Martine Roure (PSE), schriftelijk.(FR) Het conflict tussen Israël en Gaza duurt al veel te lang.

Nu het dodenaantal in de duizenden loopt, is het onze absolute plicht om de strijd onverwijld een halt toe te roepen.

De isolatiepolitiek voor Gaza is op een fiasco uitgelopen. De bevolking, het voornaamste slachtoffer van dat beleid, is erdoor geradicaliseerd.

Er bestaat geen militaire oplossing voor het conflict tussen Israël en de Palestijnen.

De enige mogelijke uitweg is een duurzaam en alomvattend vredesakkoord tussen de partijen. Daarom vragen wij dat er zo snel mogelijk een internationale conferentie wordt georganiseerd op instigatie van het Kwartet, waarbij alle regionale actoren worden betrokken, op basis van het vorige akkoord tussen Israël en de Palestijnen en op initiatief van de Arabische Liga.

In afwachting van een dergelijk akkoord zijn wij van oordeel dat inachtneming van het internationaal humanitair recht een strikte voorwaarde moet zijn voor intensivering van de politieke betrekkingen tussen de EU en Israël. Wij houden dan ook vast aan ons negatieve standpunt betreffende de stemming voor grotere deelname van Israël aan communautaire programma's.

 
  
MPphoto
 
 

  Flaviu Călin Rus (PPE-DE), schriftelijk.(RO) Ik heb voor de resolutie van het Europees Parlement over de situatie in de Gazastrook gestemd, waarin wordt gepleit voor een onmiddellijk staakt-het-vuren in het gebied.

Ongeacht de standpunten van de strijdende partijen geloof ik dat de dialoog de enige manier is om problemen in het algemeen belang op te lossen.

 
  
MPphoto
 
 

  Olle Schmidt (ALDE), schriftelijk. (SV) De resolutie die het Europees Parlement vandaag aannam over de situatie in Gaza hield geen veroordeling in van de terroristische organisatie Hamas, die de wapenstilstand in december schond en die de burgerbevolking als menselijk schild gebruikte. Ondanks dat dit in de resolutie ontbrak, vond ik het belangrijk om voor een oproep tot wapenstilstand in het gebied te stemmen, dit was de reden waarom ik voor de resolutie heb gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Brian Simpson (PSE), schriftelijk. − (EN) De situatie in de Gazastrook is zeer slecht. Honderden onschuldige burgers zijn gedood en duizenden lopen momenteel dagelijks het risico ook te worden gedood. Ja, ik accepteer dat Israël de kans moet krijgen om in vrede te leven. Ja, raketaanvallen over de grens heen zijn onaanvaardbaar en moeten stoppen.

Maar het antwoord van Israël is volstrekt disproportioneel en kan niet worden gesteund.

De Israëli's respecteren de internationale gemeenschap niet. Ze hebben de VN-compound onder vuur genomen, ze hebben scholen en kinderen aangevallen. Dit is volstrekt onaanvaardbaar en moet stoppen. Er moet onmiddellijk een staakt-het-vuren komen.

Ik zal voor deze resolutie stemmen, want het Europees Parlement moet zijn stem laten horen, zodat onschuldige Palestijnen die gevangenzitten in de Gazastrook, niet worden vergeten.

Tot Israël zeg ik: jullie hebben het recht in vrede te leven. Jullie hebben niet het recht onverantwoord vernielingen aan te richten en dood en verwoesting te zaaien onder onschuldige burgers. Jullie acties betekenen dat jullie de agressor zijn geworden en niet het slachtoffer zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. Ik heb het voorliggende compromis goedgekeurd, hoewel het minder krachtig en kordaat is dan wat ikzelf wil. Ik ben onthutst en kwaad over het grootschalige, disproportionele offensief van de Israëlische luchtmacht en grondtroepen in een dichtbevolkt gebied.

Ik ben solidair met en bezorgd over het lot en de veiligheid van de 1,5 miljoen in Gaza gevangen zittende Palestijnen die geen mogelijkheid hebben de Gazastrook te verlaten alsook over de humanitaire situatie van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever, die ondanks de coöperatieve opstelling van de Palestijnse Nationale Autoriteit geen verbetering van hun levensomstandigheden zien.

Ik betreur dat in het compromis niets gezegd wordt over de problematische upgrade van de betrekkingen tussen de EU en Israël. Ik roep de Raad op de opwaardering van de betrekkingen met Israël te bevriezen, totdat een volledig, compleet en permanent staakt-het-vuren door alle partijen is overeengekomen en Israël onbelemmerde toegang verleent voor humanitaire hulp.

Opwaardering van de betrekkingen tussen de EU en Israël kan enkel onder voorwaarde van de eerbiediging van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht, beëindiging van de humanitaire crisis in de Gazastrook en de bezette Palestijnse gebieden, werkelijke inzet voor een omvattende vredesregeling en volledige uitvoering van de interim-associatieovereenkomst EG-PLO.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. − (EN) Ik steun de ontwerpresolutie over de situatie in de Gazastrook en steun de oproepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B6-0033/2009 (Situatie in de Hoorn van Afrika)

 
  
MPphoto
 
 

  Alessandro Battilocchio (PSE), schriftelijk. (IT) Dank u, mijnheer de Voorzitter. Ik stem vóór. De situatie in de Hoorn van Afrika is nog altijd buitengewoon zorgwekkend. De aaneenschakeling van problemen en conflicten is zodanig dat de EU continu aandachtig moet toekijken om te voorkomen dat de situatie dramatisch verslechtert. Ik ben, samen met mijn fractie, van mening dat de situatie in de Hoorn van Afrika een dringende en uitgebreide aanpak vereist.

Zoals gezegd vloeien de grootste moeilijkheden voort uit de talrijke conflicten tussen de verschillende landen in het gebied. Daarom is het absoluut noodzakelijk om aan veiligheid en alle daaraan verwante facetten te werken, bijvoorbeeld hoe veranderingen van regering gemonitord moeten worden; de regeringen in kwestie moeten aangespoord worden tot een proactieve inzet ter verbetering van de mensenrechten.

 
  
MPphoto
 
 

  Marie-Arlette Carlotti (PSE), schriftelijk.(FR) In de Hoorn van Afrika stapelen de problemen zich op:

- er woeden oorlogen, zowel burger- als regionale oorlogen,

- er is geen democratie, noch vrijheid,

- er is hongersnood en er is een voedselcrisis.

En de piraterij, die uit een ander tijdperk afkomstig lijkt, is nog een recente beproeving in deze chaos.

In het licht van deze drama's, die de regio verscheuren en bezoedelen, hoeven wij ons niet in stilzwijgen of onmacht te hullen.

Nu de internationale gemeenschap moegestreden lijkt in deze eindeloze crisis, komt het meer dan ooit aan de EU toe om het voortouw te nemen.

Met de operatie "Atalante" ter bescherming van kwetsbare schepen en voor de verstrekking van voedselhulp aan Somalische vluchtelingen heeft de Unie bewezen dat zij in een noodsituatie concrete en doeltreffende oplossingen weet te vinden.

Zij moet echter ook antwoorden vinden op de algemene politieke crisis in de regio.

Zij moet het "regionale politieke EU-partnerschap voor vrede, veiligheid en ontwikkeling in de Hoorn van Afrika" opzetten waarvoor de Commissie ontwikkelingssamenwerking met haar verslag van april 2007 een impuls heeft gegeven.

We mogen de Hoorn van Afrika niet aan haar lot overlaten en laten ontaarden in een no-go-area.

 
  
MPphoto
 
 

  Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. (SV) Het is mijn stellige overtuiging dat het Europees Parlement zich niet met buitenlands beleid moet inlaten, en daarom heb ik tegen de resolutie in haar geheel gestemd. Dit houdt niet per se in dat ik alles dat in de resolutie staat onjuist of ongewenst vind. Het bevat namelijk ook positieve punten, die ik oprecht zou hebben gesteund als het bijvoorbeeld om een uitspraak van de Zweedse regering zou gaan. Dat is bijvoorbeeld het geval met de Zweeds-Eritrese journalist Dawit Isaak die sinds 2001 zonder enige vorm van proces gevangenzit.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexandru Nazare (PPE-DE), schriftelijk.(RO) De kans dat de EU en de internationale gemeenschap verandering zullen brengen in de basisrealiteit in Somalië is klein. Bestrijding van een van de gevolgen van die realiteit, zeeroverij, is echter veel haalbaarder voor ons. We moeten niet vergeten dat zeeroverij voor bevolkingsgroepen in het zuiden en midden van Somalië primair een middel is om inkomsten te genereren. Deze inkomsten worden op hun beurt gebruikt om de conflicten aan te wakkeren die in het land en de regio worden uitgevochten.

Een sterkere aanwezigheid van zeemachten in de regio kan een positieve invloed hebben op het veiligheidsklimaat in Somalië en dus in de regio als geheel. De EU moet derhalve steun geven aan de gematigde elementen in het Somalische leiderschap die vastberaden streven naar stabiliteit en vrede in de regio. Bestrijding van zeeroverij is een optie voor de Europese Unie, die over de noodzakelijke militaire slagkracht beschikt om bij te dragen aan het herstel van de veiligheid van een cruciale doorvoerroute en aan het bevorderen van stabiliteit en vrede in de regio.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, ik stem vóór de ontwerpresolutie over de situatie in de Hoorn van Afrika.

De precaire situatie in dit Afrikaanse gebied vraagt om een ferm standpunt van de Europese instellingen. Daarom sta ik achter het verzoek aan de Raad om een speciale EU-afgevaardigde of afgezant voor de Hoorn van Afrika aan te stellen. Ethiopië, Eritrea, Somalië en Djibouti zullen moeten samenwerken als ze uit de huidige impasse willen geraken.

Daarom moet de Eritrese regering de huidige stopzetting van haar deelname aan IGAD in heroverweging nemen. Daarom moet Djibouti zijn uiterste best doen om voor een betere wettelijke bescherming van de vakbondsrechten te zorgen. Daarom moet Ethiopië de proclamatie inzake registratie en regulering van maatschappelijke organisaties en liefdadigheidsinstanties intrekken. Daarom moet Somalië een eind maken aan één van de ergste crisis op het gebied van humaniteit en veiligheid ter wereld.

 
  
  

- Ontwerpresolutie RC-B6-0028/2009 (Wit-Rusland)

 
  
MPphoto
 
 

  Alessandro Battilocchio (PSE), schriftelijk. (IT) Het lijkt erop dat, zij het met enige aarzeling, het regime-Loekasjenko eindelijk signalen afgeeft dat het zich openstelt voor de internationale gemeenschap. Laten we hier akte van nemen en snel toewerken naar een gemeenschappelijk proces om de betrekkingen met dit land, dat zich zo dicht bij onze grenzen bevindt, te verbeteren. We mogen echter geen duimbreed toegeven op onze verzoeken met betrekking tot het respect voor de mensenrechten en de garanties op de vrijheid van meningsuiting en informatie. De beelden van de onderdrukking tijdens verschillende pogingen tot vreedzame, democratische demonstraties door de oppositie staan ons nog helder voor de geest.

Daarnaast vraag ik extra inzet om tot gemeenschappelijke regels te komen voor de gevoelige kwestie inzake het verblijf van Wit-Russische kinderen bij gastgezinnen in de EU gedurende de zomermaanden. Elk jaar wijzigt de Wit-Russische regering haar strategie inzake deze kwestie, wat dikwijls leidt tot lastige situaties die een negatief effect hebben op, met name, de kinderen zelf, die al op allerlei andere manier minder bedeeld zijn. De huidige vooruitgang is welkom, maar de weg die we moeten afleggen is nog steeds zeer lang: we hopen dat de heer Loekasjenko, na veel valse starten, deze route – in ieder geval deels – samen wil bewandelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Martin Callanan (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Wit-Rusland wordt door de Europese Unie nog steeds grotendeels buitengesloten vanwege het autoritaire bewind van president Loekasjenko. In de afgelopen vijf jaar heeft het Europees Parlement twee keer de Sacharovprijs toegekend aan dissidenten uit Wit-Rusland, en andere zijn voor de prijs voorgedragen. Dit is een expliciete erkenning dat de mensenrechten en politieke vrijheden in Wit-Rusland worden onderdrukt.

Desondanks zijn er tekenen dat de heer Loekasjenko langzamerhand wat toeschietelijker wordt naar het Westen. De situatie in Wit-Rusland is natuurlijk nog steeds ernstig. We moeten echter beseffen dat een manier om Wit-Rusland met zachte hand in de richting van de Europese Unie te leiden is de toenaderingspogingen van de heer Loekasjenko te erkennen en erop te reageren. Kortweg, het is een situatie van de wortel en de stok.

Als iemand met een grote belangstelling voor de voormalige Sovjetrepublieken in Centraal-Azië zie ik parallellen tussen die regio en Wit-Rusland. Deze ontwerpresolutie is niet terughoudend met kritiek op de heer Loekasjenko, maar formuleert ook een soort van routekaart voor hem om de betrekkingen met de EU te normaliseren.

We moeten geen illusies koesteren over Wit-Rusland en we moeten niet aarzelen de dialoog af te breken als de situatie verslechtert. Deze resolutie biedt echter enige hoop dat de betrekkingen in de loop van de tijd kunnen verbeteren, en om die reden heb ik voor de resolutie gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Koenraad Dillen (NI), schriftelijk. Ik heb voor deze resolutie gestemd. Het Europees Parlement juicht toe dat de persvrijheid een beetje versoepeld is in Wit-Rusland en dat enkele politieke gevangenen werden vrijgelaten. Anderzijds wordt erop gewezen dat andere dissidenten nog in de gevangenis zitten. Om de betrekkingen te verbeteren, stelt deze resolutie dat Wit-Rusland een land moet worden zonder politieke gevangenen, dat de regering de vrijheid van meningsuiting moet waarborgen, enz. Ook moet de wetgeving veranderd worden en moeten Wit-Russen vrijheid van beweging krijgen.

Iedereen is het daarmee eens. Maar toch een opmerking. Zou het Europees Parlement dergelijke resoluties ook niet moeten opstellen voor landen waar Europa wél hartelijke banden mee onderhoudt? Ik denk bijvoorbeeld aan China waar de mensenrechtensituatie minstens even dramatisch is als in Wit-Rusland. Of spelen daar misschien commerciële overwegingen mee om dat níet te doen? Waarom deze twee maten en twee gewichten?

 
  
MPphoto
 
 

  Alexandru Nazare (PPE-DE), schriftelijk.(RO) De resolutie betekent voortzetting van een lopende en productieve dialoog met de regering in Minsk en is kenmerkend voor de zorgen van het Europees Parlement en de burgers die het vertegenwoordigt over de situatie met betrekking tot de mensenrechten en over de ontwikkelingen in Wit-Rusland in het algemeen.

De Wit-Russische autoriteiten hebben enige voortgang gemaakt, wat prijzenswaardig is, maar wij hopen dat zij een proces van democratisering in gang zetten en niet slechts een tijdelijk cosmetisch gebaar maken. Deze resolutie is voldoende stellig maar ook uiterst genuanceerd; zij verwoordt onze voldoening over het eerste en tevens onze zorgen over het tweede punt.

De huidige gebeurtenissen in de regio onderstrepen opnieuw het belang van transparantie in regeringszaken en van de democratische verantwoordelijkheid van overheden tegenover de burgers die zij vertegenwoordigen. De aangenomen democratische waarden zijn verbonden met de stabiliteit en ontwikkeling van zowel samenlevingen als markten, met inbegrip van de energiemarkten. Deze resolutie is een stap voorwaarts in de herbevestiging van deze waarden.

 
  
MPphoto
 
 

  Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN), schriftelijk. (PL) De betrekkingen van de Europese Unie met Wit-Rusland zijn afhankelijk van beide kanten. Als er aan beide kanten goede wil is, dan is een dialoog mogelijk, evenals een passend nabuurschapsbeleid en een oostelijk partnerschap. Partnerschappen bouw je niet op geboden en verboden, daarom ben ik blij met de recente initiatieven van de Europese Commissie om de betrekkingen met Wit-Rusland te verbeteren. Objectief gezien moeten we toegeven, dat ook Wit-Rusland een flink aantal positieve gebaren heeft gedaan. Hiervan getuigen onder andere de registratie van de beweging ”Voor vrijheid”, de toestemming die werd gegeven om kranten van de oppositie te drukken en te verspreiden, de openheid omtrent het initiatief van een oostelijk partnerschap. De Europese Unie verwacht echter meer en heeft daar uiteraard goede redenen voor. Veel verwachtingen van de kant van Wit-Rusland zijn echter ook goed te verklaren.

Op veel gebieden zijn symmetrie en onderling begrip nodig bij de partners. Als we bijvoorbeeld de Wit-Russische autoriteiten oproepen om niet langer uitreisvisa af te geven aan hun burgers, vooral dan aan kinderen en studenten, waarom onderneemt de EU dan geen stappen om de visumprocedures voor Wit-Russische burgers te vereenvoudigen en te liberaliseren? Deze problemen zijn vooral belangrijk voor de bewoners van de grensstreken, want wij hebben een culturele en vaak ook een familieband met elkaar.

Behalve culturele en nationaliteitsaangelegenheden zijn ook economie en grensoverschrijdende samenwerking belangrijk. Ook op dit punt kunnen, en moeten, de Commissie en de Raad meer doen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. − (PT) De huidige situatie en de toekomst van de betrekkingen met Wit-Rusland stellen het buitenlands beleid van de Europese Unie voor een uitdaging. Sommige gebaren van Minsk rechtvaardigen dat bepaalde betrekkingen worden hervat. Het spreekt evenwel vanzelf dat de factor energie in de huidige omstandigheden een significante rol speelt als drijvende kracht achter dit proces. En dat is begrijpelijk. Realisme is een onderdeel van het buitenlands beleid. Maar dat realisme kan, hoeft en mag niet gescheiden worden van waarden en strategie. De bevordering van de democratie in Wit-Rusland is een kwestie van zowel waarden als strategie. De aandacht voor het Europees belang op de middellange en lange termijn moet in deze nieuwe fase van onze betrekkingen met Wit-Rusland een centrale plaats innemen. Anders zullen wij een toekomstige afhankelijkheid creëren waarbij de waarden ondergeschikt zullen zijn aan weinig succesvolle kortetermijnstrategieën.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, ik wil graag mijn stem uitbrengen vóór de ontwerpresolutie over de strategie van de Europese Unie tegenover Wit-Rusland.

Ik ben verheugd dat de minister van Buitenlandse Zaken van Wit-Rusland heeft bevestigd dat zijn land voornemens is deel te nemen aan het oostelijk partnerschap met andere Oost-Europese landen. Wit-Rusland zal echter de internationale veiligheidsvoorschriften en -eisen bij de bouw van een nieuwe kerncentrale strikt moeten opvolgen en zich aan het Verdrag inzake nucleaire veiligheid moeten houden.

Tot slot betreur ik het feit dat Wit-Rusland het enige land binnen Europa is waar de doodstraf nog van kracht is. Bij een eventuele toekomstige uitbreiding van de Unie zal deze barbaarse straf afgeschaft moeten worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Flaviu Călin Rus (PPE-DE), schriftelijk.(RO) Ik heb voor de resolutie over Wit-Rusland gestemd omdat ik vind dat elke actie waarmee meer democratie kan worden gebracht in welk land dan ook een positieve stap is.

Het democratiseringsproces in Wit-Rusland zal de eerbied voor de rechten en vrijheden van de burgers van dat land bevorderen.

Ik verwelkom deze resolutie omdat ik hoop dat daardoor een groeiend aantal Wit-Russische burgers eenvoudig toegang zal krijgen tot visa voor de lidstaten van de Europese Unie, zodat zij van ons iets kunnen leren over onze waarden en traditie. Ik hoop ook dat er in Wit-Rusland binnenkort geen mensen meer om politieke redenen gevangen of in huisarrest zitten.

 
  
MPphoto
 
 

  Charles Tannock (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Mijn Britse conservatieve collega's en ik zijn het er volledig mee eens dat de democratische oppositie in Wit-Rusland deel moet uitmaken van het proces van geleidelijke hernieuwing van de betrokkenheid van de EU bij Wit-Rusland. President Loekasjenko, de plaatselijke machthebber die een autoritair regime leidt, zoekt momenteel toenadering tot de EU en neemt afstand van Moskou. We zouden dit proces moeten aanmoedigen door onze politieke betrekkingen met Minsk te verbeteren.

We steunen ook de oproepen aan de regering van Wit-Rusland om de mensenrechten hoog te houden en te respecteren, wat een belangrijk onderdeel is van het proces van verbetering van de betrekkingen tussen de EU en Wit-Rusland.

We hebben om die redenen en om het belang te benadrukken dat we hechten aan een democratische toekomst voor Wit-Rusland, besloten deze gezamenlijke ontwerpresolutie te steunen. We willen ook duidelijk maken dat, wat betreft paragraaf 16 van deze gezamenlijke ontwerpresolutie, de kwestie van de doodstraf een gewetenskwestie is voor de Britse conservatieve afgevaardigden.

 
  
  

- Ontwerpresolutie RC-B6-0022/2009 (Srebrenica)

 
  
MPphoto
 
 

  Alessandro Battilocchio (PSE), schriftelijk. (IT) Ik heb vóór gestemd.

Srebrenica is een wond die een diep litteken heeft achtergelaten in de Europese geschiedenis. Degenen die het hebben overleefd, vertellen nog altijd uitvoerig over hoe, tussen april 1992 en april 1993, duizenden vluchtelingen, in een poging de Bosnisch-Servische aanvallen te ontvluchten, zich verstopten in kelders, garages en zelfs in verlaten huizen van Serviërs; over hoe ze leefden op uitsluitend wortels; over hoe ze onder de vlooien zaten; over hoe ze zich, bevroren tijdens de lange winter in 1992, verwarmden door autobanden en plastic flessen te verbranden; en over hoe de lijken van de mensen die waren gestorven door ondervoeding en onderkoeling werden opgegeten door honden. Zeventien jaar na het bloedbad moeten er nog steeds honderden lijken worden geïdentificeerd.

Daarom denk ik dat de invoering van een herdenkingsdag ervoor kan zorgen dat we niet vergeten, en solidariteit uitdraagt naar de familieleden van de slachtoffers van dit onzinnige bloedbad en ons beleid richting een Europa van vrede, sociale rechtvaardigheid en vrijheid op een meer gedecideerde wijze nieuw leven in kan blazen, in de overtuiging dat respect voor gelijkheid alleen bereikt kan worden door erkenning van verschillen.

 
  
MPphoto
 
 

  Glyn Ford (PSE), schriftelijk. − (EN) Deze resolutie herinnert mij er op tragische wijze aan dat ‘de wreedheid van de mens tegenover de mens’ niet iets is dat is geëindigd met de Holocaust in de Tweede Wereldoorlog. Die wreedheid is in Europa gewoon doorgegaan met Srebrenica en gaat nu nog door in de Gazastrook!

 
  
MPphoto
 
 

  Erik Meijer (GUE/NGL), schriftelijk. Ik ondersteun de vaste herdenkingsdag voor de genocide in Srebrenica, juist omdat het optreden van de EU en haar lidstaten een vals gevoel van veiligheid heeft veroorzaakt, waardoor de inwoners niet op tijd konden vluchten. Voorstanders van militaire interventies horen die kritiek niet graag. Gisteravond werd mijn betoog door de Voorzitter afgehamerd, misschien mede vanwege irritatie over de inhoud ervan. Het laatste gedeelte, dat slecht verstaanbaar was door het hameren van de Voorzitter, hoort thuis in dit verslag.

Srebrenica is daarnaast ook het symbool van de mislukking van optimistische denkbeelden over humanitaire interventies en safe havens. Vanaf het begin had duidelijk moeten zijn dat buitenlandse militaire aanwezigheid alleen maar valse illusies kon bieden. Het maakte Srebrenica tot een uitvalsbasis tegen de Servische omgeving, terwijl het onvermijdelijk was dat het uiteindelijk door diezelfde omgeving zou worden opgeslokt.

Zonder Nederlandse legermacht in Srebrenica zou er geen oorlogssituatie zijn ontstaan en zou er van Servische kant geen behoefte aan wraak zijn ontstaan. De slachtoffers zijn niet alleen reden om Mladić en Karadžić te berechten, maar ook reden om kritisch na te denken over de mislukking van militaire interventies en van alle pogingen om een eenheidsstaat tot stand te brengen in het etnisch verdeelde Bosnië.

 
  
MPphoto
 
 

  Athanasios Pafilis (GUE/NGL), schriftelijk. (EL) De gezamenlijke resolutie van het Europees Parlement over Srebrenica is een poging tot geschiedvervalsing, een poging om de misdaden die door Amerikaans-Europese imperialisten in het voormalige Joegoslavië zijn begaan en de verbrokkeling van en wrede oorlog tegen dat land door de NAVO, met deelneming van de EU, te vergoelijken en onder het tapijt te schuiven dan wel in de schoenen te schuiven van de slachtoffers.

Tegelijkertijd is de resolutie een poging om de status van dat verfoeilijke Tribunaal in Den Haag, afkomstig uit de koker van de Amerikanen, op te vijzelen, die speciale rechtbank die de imperialisten gebruiken als instrument om hun slachtoffers te veroordelen en dat zelfs al het leven heeft gekost van de Joegoslavische leider Slobodan Milosevic.

Door de gebeurtenissen in Srebrenica als de grootste naoorlogse misdaad te kenschetsen, en voor te stellen een dag in te voeren waarop de EU-landen deze gebeurtenissen herdenken, terwijl er nog steeds serieuze vragen bestaan over wat er toen echt is gebeurd, treedt er wel een heel erge verdraaiing van de geschiedenis op, want de grootste naoorlogse misdaad in Europa tot op heden zijn in werkelijkheid de massamoorden op de bevolking van Joegoslavië door de Amerikaans-Europese imperialisten.

De Communistische Partij van Griekenland (KKE) verzet zich tegen de aanneming van dergelijke onaanvaardbare resoluties, vooral nu wij allen getuige zijn van de dagelijkse moorden op honderden kinderen en burgers in Palestina door Israël, met de steun van de imperialistische machten, die nu wel bereid zijn een oogje toe te knijpen, en de bevolking van Joegoslavië part noch deel heeft aan de onderhavige resolutie.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. − (PT) De zwarte geschiedenis van Europa, van het vermogen van de mens om het slechtste van zichzelf te laten zien, is nog niet afgelopen. Srebrenica en zijn vreselijke tragedie zijn niet alleen de meest recente uiting van de menselijke horror. Zij herinneren er tevens aan − alsof dat nodig is − dat de verwoesting altijd op de loer ligt, dat de mens per definitie in een voortdurende strijd om de vrede is verwikkeld en dat niets wat wij bereiken van blijvende aard is. Maar de herinnering aan dat bloedbad, de herdenking van die tragedie, is tegelijkertijd ook een eerbewijs van het kwade aan het goede.

Wij, Portugezen, zijn vanuit geografisch en cultureel oogpunt ver verwijderd van de plaatsen waar zich de grootste Europese gruweldaden uit de twintigste eeuw hebben voltrokken, en wij hebben een andere geschiedenis. Daarom juist is het des te belangrijker dat wij deze gruweldaden herdenken. Geografische en culturele kenmerken zorgen weliswaar voor verschillende geschiedenissen, maar de menselijke conditie is overal hetzelfde. Het is dan ook belangrijk dat de herinnering aan wat we hadden kunnen meemaken een onderdeel vormt van ons erfgoed.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, ik stem vóór de ontwerpresolutie waarin 11 juli als herdenkingsdag voor de slachtoffers van het bloedbad in Srebrenica wordt uitgeroepen.

Die tragische maand juli in 1995 leeft nog altijd in al onze harten voort, toen Servische troepen onder leiding van Ratko Mladić meer dan 8 000 Bosniërs afslachtten. De beste manier om de slachtoffers van de gruwelijkheden tijdens de oorlog in ex-Joegoslavië te eren, is door een herdenkingsdag uit te roepen ter herinnering aan alles wat er is gebeurd.

Verdere inspanningen en opofferingen zijn eveneens noodzakelijk om ervoor te zorgen dat degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan deze genocide worden berecht (de belangrijkste is generaal Ratko Mladić) uit eerbied voor de vaders, moeders, kinderen, en broers en zussen van de onschuldige slachtoffers die tijdens deze jaren zijn gestorven, en ook uit eerbied voor het Europa dat in vrijheid wil leven.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid