Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2212(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0035/2009

Ingediende teksten :

A6-0035/2009

Debatten :

PV 09/03/2009 - 26
CRE 09/03/2009 - 26

Stemmingen :

PV 11/03/2009 - 5.18
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0118

Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 9 maart 2009 - Straatsburg Uitgave PB

26. Uitdagingen in verband met de aardolievoorziening (korte presentatie)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is een korte presentatie van het verslag (A6-0035/2009) van Herbert Reul, namens de Commissie industrie, onderzoek en energie, over suggesties om de uitdagingen in verband met de aardolievoorziening tegemoet te treden [2008/2212(INI)].

 
  
MPphoto
 

  Herbert Reul, rapporteur. (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, in dit verslag over de aardolievoorziening heb ik er bij onze commissie met succes voor gepleit om de betekenis van aardolie voor de toekomstige Europese energievoorziening te benadrukken. Het is evident dat aardolie ook op de middellange en lange termijn tot de belangrijkste primaire energiebronnen in de EU zal blijven behoren.

Door bevolkingstoename en economische groei, maar ook door individuele mobiliteitswensen, doet zich een sterke stijging in de aardoliebehoefte voor. Wij hebben ons de laatste maanden en jaren op verschillende manieren beziggehouden met de meest voor de hand liggende kwestie, namelijk de kwestie van terugdringing van het verbruik van en de vraag naar aardolie. Daardoor kon het verslag ook een stuk beknopter uitvallen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we minder verbruiken of – als dat niet lukt – dat we ook met andere energiebronnen in onze bestaande energiebehoefte voorzien?

Dit verslag is een poging ons als politici ook rekenschap te geven van de noodzaak om te kijken naar mogelijkheden om aan de aanbodzijde de beschikbaarheid van grondstoffen te vergroten. Daarbij werden drie, vier punten genoemd. Allereerst het besef dat er gigantische investeringen nodig zijn om de beschikbare aardolievoorraad daadwerkelijk te winnen en te gebruiken. Jaarlijks 350 miljard dollar is het bedrag dat in dit verband steeds genoemd wordt.

Verder dient erop gewezen te worden dat we op het gebied van nieuwe technologieën nog veel meer oplossingen aan zullen moeten dragen. Zo moeten we nadenken over mogelijkheden om de beschikbare reserves optimaal te gebruiken. Daarbij dringen het technologische aspect, evenals de hoeveelheid nuttig landoppervlak en al zeer snel ook geopolitieke overwegingen op de voorgrond. Ook hier komt het verslag met een aantal aanbevelingen, die ik niet stuk voor stuk kan opnoemen, om onze inspanningen te vergroten – om niet-commerciële aardoliebronnen toch commercieel te kunnen uitbaten, om een bijdrage aan diversificatie te leveren, om wellicht transportwegen aan te passen, of om te kijken in hoeverre ons buitenlands beleid kan helpen om tot stabielere betrekkingen tussen de Europese Unie en aardolieproducerende landen te komen.

In dit verslag wordt niet geprobeerd om antwoord te geven op alle vragen die er rond de aardolievoorziening bestaan, maar wil slechts op een aantal vragen ingaan die tot nu toe een ondergeschikte rol speelden. Alle overwegingen van rendementsverhoging en energiebesparing zijn buiten beschouwing gelaten, niet omdat die niet belangrijk zouden zijn, maar omdat ze in een ander verband aan de orde komen. Hier willen we alleen een paar nieuwe vragen opwerpen, waaronder ook die hoe we voldoende nieuwe technologen krijgen, jonge mensen die bereid zijn zich voor energiekwesties in te zetten en naar nieuwe oplossingen te zoeken.

Dat is in het kort waar dit verslag over gaat.

 
  
MPphoto
 

  Jacques Barrot, vicevoorzitter van de Commissie. (FR) Mijnheer de Voorzitter, namens de Commissie wil ik de heer Reul bedanken voor het opstellen van zijn verslag over suggesties om de uitdagingen in verband met de aardolievoorziening tegemoet te treden. Tevens wil ik de leden van de verschillende commissies die adviezen hebben gegeven over dit onderwerp, bedanken voor hun waardevolle bijdrage aan dit belangrijke debat.

Sinds de mededeling van de Commissie van juni 2008, getiteld “Maatregelen tegen de stijgende aardolieprijzen”, zijn de economische omstandigheden aanzienlijk veranderd. Toen kostte ruwe aardolie 140 dollar per vat, wat grote gevolgen had voor de algemene economie en voor individuen in de Europese Unie. Sindsdien is de prijs van ruwe aardolie met ruim 100 dollar gedaald tot onder 40 dollar per vat.

Desondanks is de analyse die de Commissie toen heeft uitgevoerd, nog steeds relevant wat betreft de structurele omstandigheden op de aardoliemarkten, de wereldwijde vraag naar energie op de middellange en lange termijn en het belang van het beleid van de Europese Unie ten aanzien van de energie en de klimaatverandering. Al deze factoren zullen namelijk onze vormen van productie en consumptie en ons gedrag veranderen.

Vele van deze vragen zijn gedetailleerd behandeld in de tweede strategische toetsing van het energiebeleid, die is aangenomen in november 2008 en waarover bij andere gelegenheden in het Parlement is gedebatteerd. Bovendien vormde de aanneming door de Raad en het Europees Parlement van het pakket voorstellen ten aanzien van de energie en de klimaatverandering in december 2008 een belangrijke stap in de richting van vastberaden acties in verband met onze toekomstige energiebehoefte, met name door vaststelling van de doelstelling van 20 procent hernieuwbare ernergie in het totale energieverbruik in 2020.

De Commissie juicht het merendeel van de punten toe die in het verslag van de heer Reul ter sprake worden gebracht. Wij nemen nota van de steun voor nieuwe investeringen in alternatieve energiebronnen zoals hernieuwbare energie, en van de prioriteit die wordt gegeven aan energie-efficiënte goederen en diensten. De Commissie heeft deze aspecten naar voren gebracht in het Europees economisch herstelplan.

Wij staan vanzelfsprekend positief tegenover het belang dat wordt gehecht aan de intensivering van de dialoog met de aardolieproducerende landen om pragmatische oplossingen te zoeken voor de ontstane problemen. Gezien de toenemende verwevenheid van het energiebeleid en het buitenlands beleid en de noodzaak de energiezekerheid te waarborgen, staat het als een paal boven water dat wij onze goede betrekkingen met de aardolieproducerende landen moeten bevorderen om het functioneren van de internationale markten voorspelbaarder te maken.

Wij moeten de kwestie van de transparantie ten aanzien van de aardoliereserves in deze context behandelen. Wat betreft de transparantie van de aardolievoorraden, deze kwestie hebben we aangesneden in het kader van de tweede strategische toetsing. In dit verband onderzoeken wij momenteel de optie van een wekelijkse publicatie van informatie over de commerciële voorraden.

Wat betreft de kwestie van de energiebesparing en de diversificatie van de bronnen nemen wij nota van de naar voren gebrachte argumenten met betrekking tot het energiebesparingspotentieel in de gebouwensector en zien wij de afronding van de debatten over de herschikking van de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen met belangstelling tegemoet.

Ten aanzien van de passages over de noodzaak van diversifiëring van de energiedragers in de vervoerssector en van gebruikmaking van het potentieel van energie-efficiënte voertuigen wil ik opmerken dat het herstelplan voorziet in een initiatief ten aanzien van groene auto’s.

Tot slot zou ik u willen wijzen op de inzet van de Commissie voor de verdere ontwikkeling van acties ten aanzien van alle kwesties die ter sprake zijn gebracht in verband met de aardolieprijzen. Die kwesties maken deel uit van het algemene energie-, klimaat- en onderzoeksbeleid.

Wij verheugen ons erop de samenwerking met het Europees Parlement op al deze gebieden voort te zetten, en ik wil de heer Reul nogmaals bedanken dat hij informatie en een toelichting heeft verstrekt, die een zeer waardevolle leidraad vormen voor ons toekomstige energiebeleid.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Dit punt is afgehandeld.

De stemming vindt woensdag plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Constantin Dumitriu (PPE-DE), schriftelijk. (RO) Het verslag van de heer Reul is van het grootste belang in het licht van de huidige economische crisis en de problemen die samenhangen met de klimaatverandering.

Als lid van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling heb ik mij steeds op het standpunt gesteld dat we nooit het belang mogen bagatelliseren dat investeringen in schone technologieën en hernieuwbare energie hebben voor een vermindering van onze afhankelijkheid van aardolie, voor een beperking van de koolstofuitstoot en niet het minst voor het scheppen van nieuwe banen en de bevordering van economische groei.

Ik ben blij dat ook dit verslag biobrandstoffen noemt als een energiebron die tot nu toe onvoldoende benut is en ik hoop dat de aanbeveling om de marktdrempels voor deze producten te verlagen door de Europese Commissie wordt overgenomen. De toepassing van biobrandstoffen biedt een reëel economisch en sociaal alternatief in de plattelandsontwikkeling en milieubescherming.

Tegelijkertijd ben ik ingenomen met verhoogde aandacht die is gegeven aan de energiezuinigheid van gebouwen, die als prioriteit is opgenomen in het Europees economisch herstelplan en in het verslag van de heer Reul genoemd wordt als mogelijkheid om de vraag naar fossiele energiebronnen te reduceren. Energiezuinigheid heeft voor de consument tevens het niet geringe voordeel dat zijn energierekening omlaag gaat in een tijd waarin de economische crisis zich in de portemonnee doet gevoelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Anni Podimata (PSE), schriftelijk. – (EL) De Europese Unie heeft meer dan ooit behoefte aan een gemeenschappelijk Europees energiebeleid. Zij heeft een beleid nodig dat energiezekerheid en energiesolidariteit bevordert en tegelijkertijd hernieuwbare energiebronnen steunt. Aardolie is nog steeds de belangrijkste energiebron op Europees grondgebied, vooral wegens het grootschalig gebruik ervan in de vervoerssector. Bij wijze van voorbeeld wil ik vermelden dat de EU in 2030 waarschijnlijk voor 95 procent afhankelijk zal zijn van geïmporteerde aardolie. Daarbij mag bovendien niet uit het oog worden verloren dat deze import vooral komt uit landen waarin de politieke situatie onstabiel is en daarom als onzeker moet worden beschouwd.

Bovendien wordt Europa tegenwoordig geconfronteerd met een drievoudige uitdaging: financiën, energie en milieu. Deze drievoudige uitdaging stelt onvermijdelijk paal en perk aan onze keuzemogelijkheden. Aardolie is een ouderwetse energiebron. De winningskosten ervan zijn sinds 2005 verdubbeld en de prijs ervan schommelt voortdurend. Aardolie veroorzaakt ook hoge CO2-emissies. De bijsturing van het Europees energiebeleid is bijgevolg eenrichtingsverkeer. Ondersteuning van kernenergie is geen oplossing, net zo min als nieuwe oliewinning in het Zuidpoolgebeid. De oplossing moet veeleer gezocht worden in de ondersteuning van Europese en nationale maatregelen ter bevordering van energie-efficiëntie en voor investeringen in projecten waarin gebruik wordt gemaakt van hernieuwbare energiebronnen.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid