Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2005/0236(COD)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A6-0069/2009

Debatten :

PV 10/03/2009 - 12
CRE 10/03/2009 - 12

Stemmingen :

PV 11/03/2009 - 5.12
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0112

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 11 maart 2009 - Straatsburg Uitgave PB

6. Stemverklaringen
Video van de redevoeringen
PV
  

Mondelinge stemverklaringen

 
  
  

- Verslag-Ferreira (A6-0063/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Richard Corbett (PSE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben blij dat dit verslag kijkt naar wat er op Europees niveau kan worden gedaan om economieën te stimuleren, terwijl ik onderken dat de meeste instrumenten hiervoor op nationaal niveau blijven: 99 procent van de overheidsuitgaven is nationaal, niet Europees; het merendeel van alle regulering is nationaal, niet Europees. Als we echter kijken naar wat we op Europees niveau kunnen doen, kan en zal het door de Commissie voorgestelde plan voor een bijdrage van 30 miljard EUR, inclusief vooruitbetalingen van structuurfondsen en nieuwe leningen van de Europese Investeringsbank, een wezenlijke bijdrage vormen om uit deze crisis te komen.

We moeten er ook voor zorgen dat protectionisme in Europa wordt voorkomen. Als diverse landen de houding 'de een zijn dood is de ander zijn brood' zouden aannemen, zou onze gemeenschappelijke markt hierdoor verzwakken en zouden de vooruitzichten voor het scheppen van arbeidsplaatsen en economische groei op lange termijn ernstige schade oplopen. Integendeel: vrij verkeer van werknemers en initiatieven om de export van bedrijven naar de interne markt te ondersteunen helpen juist om ons economisch herstel de nodige impuls te geven.

 
  
  

- Verslag-Costa (A6-0102/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Carlo Fatuzzo (PPE-DE).(IT) Mevrouw de Voorzitter, ik heb voor de gemeenschappelijke ontwerptekst over de verbetering van de veiligheid van passagiers over zee gestemd. Het is erg belangrijk dat ik daar nog aan toevoeg dat er meer uitgegeven dient te worden aan de professionaliteit van alle bij de besturing van schepen betrokken zeelieden - van de kapitein tot de hoofdwerktuigkundige, de bootsman, de provoost-geweldiger, de stuurman, kortom alle zeelieden - want het leven en de veiligheid van mensen op zee hangt rechtstreeks van hen af. Ik wil dan ook pleiten voor meer professionaliteit bij en betere salarissen voor degenen in wier handen het leven rust van passagiers over zee.

 
  
  

- Verslag-El Khadraoui (A6-0066/2009)

 
  
MPphoto
 

  Simon Busuttil (PPE-DE). (MT) Ondanks dat het initiatief in dit verslag het milieu ten goede komt, wordt te weinig rekening gehouden met de negatieve en onevenredige effecten daarvan op de gebieden en landen die in de periferie van de Europese Unie liggen, zoals Malta. Dit initiatief kan een aanzienlijke prijsstijging teweegbrengen voor het goederenvervoer van en naar deze perifere gebieden. Deze prijsstijging kan op haar beurt leiden tot hogere prijzen voor producten die uit deze gebieden of landen komen of er binnenkomen. Daarom heb ik tegen dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Leopold Józef Rutowicz (UEN). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, een aanvullende heffing voor vrachtwagens komt neer op een belastingverhoging. Het vrachtwagenvervoer levert diensten voor de hele economie, ook voor de burgers. De kosten ervan beïnvloeden de prijzen van alle producten die wij als consumenten kopen. Nu we voor onbepaalde tijd te kampen hebben met een crisis, is het maatschappelijk onverantwoord om het transport naast de reeds af te dragen belastingen extra kosten op te leggen, met een brandstofaccijns en nu het vignet.

Luchtvervuiling, het opwarmen van de aarde en ongevallen worden in hoge mate bepaald door de constructie van voertuigen en infrastructuur. Op dat vlak is de afgelopen tien jaar flinke vooruitgang geboekt, die ons allen ten goede komt. Ik kan de richtlijn in deze vorm niet steunen en ben van mening dat deze radicaal moet worden herschreven.

 
  
  

- Verslag-Cashman (A6-0077/2009)

 
  
MPphoto
 

  Hannu Takkula (ALDE). - (FI) Mevrouw de Voorzitter, ik wil allereerst zeggen dat ik het verslag van mijnheer Cashman steun en dat ik hem ervoor bedank. Het werd veel beter door de behandeling in het Parlement, als wij bedenken wat het oorspronkelijke voorstel van de Commissie was.

Het uitgangspunt moet zijn dat besluitvorming transparant is. Mensen moeten de mogelijkheid hebben toegang tot documenten te krijgen, omdat alleen op die manier vertrouwen kan ontstaan. Hierbij is het van groot belang dat wij er in heel Europa voor zorgen dat mensen kunnen zien hoe het wetgevingsproces vordert. Op elk administratief niveau moet er transparantie zijn met betrekking tot documenten.

Iedereen begrijpt natuurlijk dat er enkele gebieden zijn, zoals zaken met betrekking tot de gezondheid van een individu, die privé moeten worden gehouden, maar in het wetgevingsproces moet alles in principe transparant zijn. Wat dat betreft ben ik blij met dit resultaat en ik ben van mening dat eerlijke en open besluitvorming de manier is om het vertrouwen van de burgers te winnen.

 
  
MPphoto
 

  Martin Callanan (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, uit een recent verslag van de Britse ngo TaxPayers’ Alliance bleek dat het EU-lidmaatschap GBP 2 000 per jaar kost voor elke man, elke vrouw en elk kind in het Verenigd Koninkrijk.

Ik moet bekennen dat veel van mijn kiezers in het noordoosten van Engeland van mening zijn dat zij voor zo'n groot geldbedrag maar weinig waar voor hun geld krijgen. De toegang van het publiek tot de documenten van de Europese instellingen is daarom het minste wat die kiezers mogen verwachten in ruil voor de jaarlijkse afdracht van zulke grote bedragen aan de EU. In de ogen van veel mensen blijft de EU een zeer obscuur en monolithisch geheel. Alles wat wij kunnen doen om de toegang te verbeteren, om het publiek meer informatie te geven over sommige zaken die sommige leden van onze Commissie en anderen mogelijk liever vertrouwelijk zouden houden, is zeer welkom.

We hebben al gezien dat klokkenluiders en andere personen zijn belasterd en weggetreiterd uit hun baan omdat zij vertrouwelijke informatie aan het licht brachten. Als al die informatie meteen al beschikbaar was geweest, waren veel van die overspannen reacties wellicht niet nodig geweest.

 
  
MPphoto
 
 

  Syed Kamall (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben dankbaar dat ik de gelegenheid krijg uit te leggen hoe ik heb gestemd over dit zeer belangrijke verslag. We weten allemaal dat, wanneer er verschillende partijen betrokken zijn bij gevoelige politieke onderhandelingen, geheimhouding soms noodzakelijk is om te voorkomen dat een overeenkomst op niets uitloopt. Daar hebben we het in dit geval echter niet over.

Recentelijk hebben er onderhandelingen plaatsgevonden over de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak, en sommige van de kwesties die zijn besproken, komen neer op een enorme uitholling van de individuele burgerlijke vrijheden. Zo zijn er bijvoorbeeld voorstellen gedaan om iPods en laptops te doorzoeken wanneer personen een land binnengaan, zodat materiaal met en zonder copyright op deze apparaten kan worden gecontroleerd. Hebben wij deze voorstellen op open en transparante wijze kunnen bespreken? Nee, want deze documenten zijn geheim gehouden; mogelijk om gegronde redenen, maar desondanks om redenen die wij niet echt begrijpen. Wat we daarom echt nodig hebben is meer openheid en meer transparantie, zodat we echt kunnen doordringen tot de kern van de zaak.

Ik ben het volledig eens met mijn collega, de heer Callanan, wanneer hij zegt dat het feit dat deze voorstellen niet transparant waren, weinig goeds voorspelt voor de EU.

 
  
  

- Verslag-Andersson (A6-0052/2009)

 
  
MPphoto
 

  Carlo Fatuzzo (PPE-DE).(IT) Ik zou graag alle fans willen bedanken die hier al zo lang onvermoeibaar zitten te luisteren. Mevrouw de Voorzitter, ik ben een van de 74 Parlementsleden die vandaag tegen het verslag van de heer Andersson gestemd hebben. Niet dat ik tegen werkgelegenheid ben, integendeel, maar er wordt in deze richtlijnen voor het beleid van de Europese Unie en de lidstaten niets specifieks vermeld over een van de mogelijke vormen van werkgelegenheidsbevordering, namelijk werknemers die dat willen en daarom vragen in staat stellen met pensioen te gaan. Dit beleid van verplichte optrekking van de pensioensgerechtigde leeftijd in alle lidstaten, heeft enkel en alleen tot gevolg dat jonge mensen die graag de plaats innemen van oudere werknemers die graag hun plaats afstaan aan jongeren, het brood uit de mond wordt gestoten.

 
  
MPphoto
 
 

  Martin Callanan (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, dit verslag gaat uit van een onjuiste veronderstelling, namelijk de veronderstelling dat de EU altijd gelijk heeft wat betreft het werkgelegenheidsbeleid. Veel van mijn kiezers zouden het hier sterk mee oneens zijn; zij zouden liever zien dat de EU zich verre houdt van alles wat te maken heeft met het werkgelegenheidsbeleid. Ik ben van mening dat mijn land zich moet terugtrekken uit de sociale paragraaf van de EU.

Het mag zeer ironisch genoemd worden dat de EU haar wijsheid over het werkgelegenheidsbeleid wil overbrengen aan de lidstaten, terwijl de EU tegelijkertijd verantwoordelijk is voor enorme hoeveelheden administratieve rompslop en regulering waardoor zo veel bedrijven in mijn regio en in heel Europa worden ingeperkt en waardoor zeer veel werkloosheid is ontstaan, die zij nu weer wil oplossen.

Het Europese sociale model is achterhaald, vernietigend, voorkomt het scheppen van banen en belemmert ondernemerschap. Het zou het beste zijn als de EU zich niet zou bemoeien met het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten en zou zorgen voor minder administratieve rompslomp en minder regulering. Dat is het beste wat wij zouden kunnen doen om voor meer banen in de economie te zorgen.

 
  
  

- Ontwerpresolutie over artikel 139 van het Reglement (B6-0094/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Jim Allister (NI).(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb voor dit voorstel gestemd omdat hierdoor de dwaasheid van het volkomen onnodig verspillen van nog meer geld aan vertaaldiensten in dit Parlement voor het Iers, wordt opgeschort.

Ik zou liever hebben gezien dat deze hele dwaze verspilling zou zijn afgeblazen, maar dit beperkt de onnodige geldverkwisting voor onze belastingbetalers tenminste nog enigszins.

Het is duidelijk dat er in dit Parlement vrijwel geen Iers wordt gesproken, ook al trakteert mevrouw de Brún ons op het gebruik van die dode taal, als onderdeel van haar agressieve republikeinse agenda. Gelukkig kan bijna niemand die online naar het Parlement luistert, daar een woord van verstaan. Ik kan hun verzekeren dat ze erg weinig missen.

Haar Sinn Féin-collega, mevrouw McDonald, is nog niet verder gekomen dan wat gestamel en gestotter in Pidgin-Iers, maar zelfs dán verspillen we geld als we dat vertalen.

 
  
  

- Verslag-Kósáné Kovács (A6-0038/2009)

 
  
MPphoto
 

  Miroslav Mikolášik (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik dank mevrouw Kovács voor haar informatieve en nuttige verslag over de situatie van de Roma.

Zoals u weet groeit de Roma-bevolking nog steeds en is zij in heel Europa een zeer grote, invloedrijke macht aan het worden. Deze groep van tien tot twaalf miljoen mensen is een van de armste van het continent, maar beschikt over enorme mogelijkheden.

Als Europeanen en leden van het Europees Parlement, dat op gelijkheid is gebaseerd, moeten we zo snel mogelijk op dit probleem reageren. Het is beschamend en inefficiënt dat een van de grootste minderheidsgroepen in Europa voortdurend wordt onderdrukt. Door betere regelgeving en intensievere samenwerking zouden de landen deze grote groep potentiële arbeidskrachten aan werk kunnen helpen. Gezien de dreiging van de economische crisis zouden de Roma Europa kunnen helpen bij de oplossing van enkele van zijn grootste problemen. Bovendien wordt het tijd dat er een einde komt aan de vooroordelen jegens deze mensen en hun achterstelling. Alle burgers van Europa verdienen gelijke rechten en kansen, ook de Roma.

Nog aan het begin van deze maand zijn in Hongarije twee Roma-mensen als beesten neergeschoten, toen ze hun brandende huis probeerden te ontvluchten. Hoe is het mogelijk dat er zich in een verenigd Europa zulke situaties voordoen?

 
  
MPphoto
 

  Philip Claeys (NI). - Voorzitter, ik heb tegen het verslag-Kovács gestemd, omdat dit hele verslag doordrongen is van het slachtofferdenken en omdat ik van oordeel ben dat een minderheidsgroep, zoals de Roma-zigeuners, eigenlijk veel meer baat zou hebben bij een strategie van responsabilisering.

Ook ik ben natuurlijk van oordeel dat de Roma correct behandeld moeten worden, zoals iedereen trouwens, maar de meerderheid van de problemen die in dit verslag vermeld worden, hebben te maken met een levensstijl, met een manier van leven waar die mensen zélf voor gekozen hebben. En dan kunnen we nog zoveel verslagen en resoluties aannemen en zoveel geld geven als we willen, op het terrein zal dat helemaal niets aan de situatie veranderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Frank Vanhecke (NI). - Voorzitter, ik heb in dit Parlement, in al de jaren dat ik hier ben, al heel veel politiek correcte onzin zien passeren, die meestal werd goedgekeurd met zeer grote meerderheden, maar dit verslag slaat in mijn ogen toch werkelijk alles. Indien dit Parlement zich per se wil bemoeien met de sociale situatie van de Roma en met hun toegang tot de arbeidsmarkt, is het dan echt teveel gevraagd om een minimum aan objectiviteit na te streven?

De waarheid is dat de problemen van de zigeunerbevolking voor het grootste deel het simpele gevolg zijn van hun eigen weigering om zich aan te passen aan de maatschappij waar zij wonen, zeker wat onderwijs betreft, zeker wat beroepsopleidingen betreft. Al decennia lang pompen wij miljoenen euro's in allerhande programma's vol idyllische, maar vooral onrealistische onzin in de sfeer van dit verslag. Zonder enig resultaat. Wordt het dan geen tijd om te stoppen met pamperen, en eens naar de echte oorzaken van de problemen te zoeken vooraleer wij oplossingen voorstellen?

 
  
  

- Verslag-Reul (A6-0035/2009)

 
  
MPphoto
 

  Avril Doyle (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, hoewel de gewijzigde versie een verbetering was, kostte het me toch moeite om in te stemmen met dit initiatiefverslag, omdat het niet in overeenstemming is met het klimaat- en energiepakket dat op 17 december 2008 met grote meerderheid in dit Parlement is aangenomen.

Ik wil graag in herinnering brengen dat mijn eigen EU-ETS-verslag, waarop dit pakket was gebaseerd, is aangenomen met 610 stemmen voor en 29 stemmen tegen, bij 60 onthoudingen. Het behoeft geen betoog dat de heer Reul niet behoorde tot de groep van 610 afgevaardigden – van in totaal 699 afgevaardigden – die mijn verslag steunde.

Ik heb mijn bedenkingen bij verwijzingen naar boringen in het noordpoolgebied of onderzoek naar alternatieve oliebronnen, zoals teerzanden. In de laatste maanden is gebleken dat het belang van energiezekerheid nog nooit zo acuut is geweest. De samenwerking die in heel Europa nodig is en de noodzaak om te profiteren van de stimuleringsmaatregelen die onlangs door bijna alle lidstaten en de Commissie zijn ingevoerd, onderstrepen de behoefte aan investeringen in hernieuwbare energiebronnen om onze energiezekerheid te vergroten, onze koolstofemissies te reduceren en ons te leren niet meer zo afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen, al is het maar voor een bepaalde afgesproken tijd.

 
  
MPphoto
 
 

  Martin Callanan (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik was de schaduwrapporteur bij het verslag-Sacconi over CO2-emissies van personenvoertuigen, en op basis van mijn werk in dat verband kan ik begrijpen dat we minder afhankelijk moeten worden van olie.

We moeten die afhankelijkheid verminderen omdat de meeste olievoorraden zich natuurlijk in zeer onstabiele en onplezierige delen van de wereld bevinden. Veel te lang hebben we door onze dringende behoefte aan olie steun verleend aan regimes die ten enenmale vijandig staan tegenover alles wat wij hoog in het vaandel dragen, tegenover onze eigen belangen en onze eigen waarden, vooral op het gebied van de mensenrechten en goed bestuur.

We moeten natuurlijk in het bijzonder onze afhankelijkheid van Russische olievoorraden verminderen. Rusland heeft in het verleden laten zien dat het er niet voor terugschrikt om zijn controle over een groot deel van onze energievoorziening voor politieke en economische doeleinden te gebruiken. We moeten er dus alles aan doen om deze machtspositie te breken en hiertoe moeten we natuurlijk onze afhankelijkheid van olie verminderen.

 
  
  

- Verslag-Jarzembowski (A6-0055/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Neena Gill (PSE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb mij bij dit verslag van stemming onthouden omdat ik van mening ben dat het eenvoudigweg niet ver genoeg gaat. We hebben eerder in dit Parlement afspraken gemaakt over emissiereductie. In de strijd tegen klimaatverandering vervult het vervoer een zeer belangrijke rol en het zou hierin gesteund moeten worden, maar dit verslag is hierbij van weinig nut.

Dit is jammer, want het bevat wel een paar goede voorstellen. Bij de geluidsheffingen voor treinen wordt rekening gehouden met de gevolgen van vervoer voor het milieu in ruime zin en deze heffingen passen goed bij de voorstellen op het gebied van de vermindering van geluidshinder door autobanden, die momenteel door de Commissie industrie, onderzoek en energie worden bestudeerd.

Er had echter veel meer gedaan kunnen worden voor de luchtvaartsector. Het is vreemd dat in dit verslag het vervoer per spoor, over zee en over de binnenwateren wordt genoemd, maar dat geen aandacht wordt besteed aan deze sector, die als een van de belangrijkste geldt als het gaat om de bijdrage aan koolstofemissies. Ik heb mij van stemming onthouden omdat het dit verslag ontbreekt aan daadkracht op dit gebied en nog veel andere gebieden.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B6-0107/2009 (Lissabon-strategie)

 
  
MPphoto
 

  Hannu Takkula (ALDE). - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de strategie van Lissabon verdient steun, maar hierbij moet worden gezegd dat het idee dat Europa in 2010 de leidende op kennis gebaseerde economie in de wereld zal zijn, niet zal worden gerealiseerd. Wij leven nu in 2009 en als wij iets willen bereiken, moet er overal in Europa zeer snel de juiste instelling komen. Dan kunnen wij dit doel misschien in 2020 of 2030 bereiken.

Dit betekent vooral dat Europa zich zeer snel op onderwijs en onderzoek moet toeleggen. Nu wij midden in een economische crisis zitten, moeten wij beseffen dat als wij willen beschikken over menselijk potentieel – arbeidskrachten voor onze arbeidsmarkt – dat goed genoeg is, wij vooral in onderwijs en lerarenopleidingen moeten investeren. Dat is de speerpunt als wij de doelen van de strategie van Lissabon daadwerkelijk willen bereiken.

 
  
MPphoto
 

  Philip Claeys (NI). - Voorzitter, ik heb mij onthouden van stemming over de resolutie over de Lissabon-strategie, hoewel de resolutie in feite globaal genomen een zeer evenwichtige resolutie is die een goede diagnose maakt van de situatie en ook tal van voorstellen bevat waar ik mij volledig achter kan scharen. Maar ik heb mij van stemming onthouden, omdat hier opnieuw gewag wordt gemaakt van die fameuze blue cards van de economische immigratie en deze ook uitdrukkelijk wordt gesteund, juist op een moment waarop wij in de Europese Unie met meer dan 20 miljoen werklozen zitten en de werkloosheid door de economische crisis nog verder zal toenemen.

Juist op zo'n moment moeten wij ophouden met terug te grijpen naar gemakkelijker kortetermijnrecepten zoals nog maar eens economische immigranten massaal naar hier halen, en moeten we integendeel investeren in opleiding en herscholing van de bestaande werklozen, in plaats van deze mensen zomaar te laten vallen ten voordele van een massale nieuwe immigratie.

 
  
MPphoto
 

  Christopher Heaton-Harris (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik kan me niet herinneren hoe ik ten aanzien van de Lissabonstrategie heb gestemd. Ik denk dat deze volkomen waardeloos is, omdat Europa tegen 2010 de leidende kennismaatschappij zou moeten zijn. In de tien jaar dat ik in dit Parlement zit, heb ik me afgevraagd hoe we dat konden bereiken, terwijl de ene verordening na de andere werd aangenomen die een verstikkend effect op bedrijven en mogelijkheden had en waardoor bedrijven zelfs werden aangemoedigd het Europese continent te verlaten.

Ik ben altijd terughoudend als het gaat om dit soort verslagen. Nu ik hier vandaag een paar uur in dit Parlement heb doorgebracht, stemmend over het opleggen van steeds meer regels aan bedrijven en mensen, heb ik het idee dat we met dit Parlement precies de verkeerde kant opgaan en dat we onmiddellijk rechtsomkeert moeten maken.

 
  
MPphoto
 

  Martin Callanan (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben het eens met veel van wat mijn collega, de heer Heaton-Harris, heeft gezegd. Zoals hij terecht opmerkte, moet de EU op grond van de Lissabonstrategie – nogal ironisch – tegen 2010 de meest concurrerende economie ter wereld zijn. Met nog maar één jaar te gaan voor die deadline die de EU zichzelf heeft opgelegd, kan ik niet de enige in dit Parlement zijn die zich afvraagt of we dit ooit zullen bereiken en die op dit punt behoorlijk sceptisch wordt.

We nemen voortdurend resoluties aan en de Commissie produceert voortdurend strategiedocumenten waarin de weg wordt gewezen die we moeten volgen. Het is alleen jammer dat het eindpunt nooit lijkt te worden bereikt.

In de Lissabonstrategie werd altijd al veel meer van de EU gevraagd dan zij kon geven. De strategie was in veel opzichten in strijd met de gehele geest van de EU in de laatste vijftig jaar, omdat, zoals de heer Heaton-Harris ons in herinnering bracht, veel van de werkgelegenheids- en economische wetgeving van de EU in feite de verwezenlijking van de doelen van de Lissabonstrategie het meest van alles in de weg staat. We creëren voortdurend meer lasten en regels die de bedrijven uit Europa wegjagen en er is geen enkele kans dat we een van de doelen van de Lissabonstrategie zullen bereiken. Het wordt tijd dat we eerlijk zijn tegenover onszelf en dat we dit toegeven.

 
  
MPphoto
 

  Syed Kamall (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, volgens de aanvankelijke doelen van de Lissabonstrategie moest de EU tegen 2010 een kenniseconomie, een innovatieve economie en een digitale economie worden. Ik heb nieuws voor ons allemaal hier in dit volle Parlement: we hebben te weinig tijd. Het is u misschien ontgaan, maar we hebben tot nu toe zeer weinig vooruitgang geboekt.

Voordat ik politicus werd, werkte ik met veel vernieuwers en hielp ik veel startende ondernemingen. Toen ik de wereld van de Europese politiek betrad, zag ik dat hier totaal anders wordt omgegaan met innovatie dan hoe wij daar mee omgingen. Als we hier spreken over innovatie, hebben we te maken met commissies, strategiedocumenten, stemmingen, met van alles behalve innovatie, tenzij je het produceren van meer papier als innovatie beschouwt.

Als je spreekt met de vernieuwers in het veld, de mensen die voor welvaart gaan zorgen in de Europese Unie en overal in de wereld, verlangen ze van overheden dat deze hen met rust laten. Het wordt tijd dat het leven niet langer uit bedrijven wordt gezogen door de plunderaars van de overheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Neena Gill (PSE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, met tegenzin neem ik nogmaals het woord over Lissabon. Het is niet mijn gewoonte om hier te spreken en alleen maar een negatief geluid te laten horen. Ik denk dat de Europese Unie wel zegt wat er moet gebeuren op het punt van de Lissabonstrategie. Nu, bijna tien jaar na de top, is zij echter nog ver verwijderd van het punt waarop zij haar woorden in daden omzet.

We horen veel warme woorden over de behoefte aan geschoolde arbeidskrachten die zich kunnen aanpassen aan economische veranderingen, zoals de verandering die zich op dit moment voordoet. We kampen in heel Europa echter nog steeds met een chronisch tekort aan goed opgeleid personeel. In mijn regio, West Midlands, heeft het opzetten van opleidingen voor de beroepsbevolking bijzonder veel tijd en moeite gekost. Van alle Britse regio’s hebben wij helaas het hoogste percentage vacatures door een gebrek aan gekwalificeerd personeel. Ik verzoek de Commissie daarom de structurele hervormingen die nodig zijn om de Lissabonstrategie nieuw lezen in te blazen, niet uit het oog te verliezen, in deze periode die het stempel draagt van economische wanorde, hogere olie- en grondstoffenprijzen en voortdurende beroering op de financiële markten.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B6-0134/2009 (Klimaatverandering)

 
  
MPphoto
 

  Christopher Heaton-Harris (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil een stemverklaring over dit specifieke verslag afgeven, omdat ik de hypocrisie van dit Parlement in de manier waarop altijd over klimaatverandering wordt gesproken, ongelooflijk vind.

Waarom is dit Parlement hypocriet? Kijkt u maar eens om zich heen. We bevinden ons in ons tweede Parlement. We hebben een uitstekend Parlement in Brussel. We zijn hier maar drie of vier dagen per maand. Het klopt dat we deze maand een extra vergaderperiode krijgen, maar dat is alleen maar om uit te komen op die ene van twaalf zittingen die we moeten houden.

Honderden mensen moeten hun normale werkplek verlaten om hiernaartoe te komen. Ze reizen en ze veroorzaken zo koolstofemissies. We zijn waarschijnlijk het minst groene parlement dat er bestaat. Toen ik hier binnenkwam, moest dit een parlement zonder papier zijn, maar als je om je heen kijkt, zie je dat al onze tafels vol liggen met papieren. Van alle parlementen die ik ken, zijn wij op dit gebied de ergste hypocrieten.

 
  
MPphoto
 
 

  Syed Kamall (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben het volkomen eens met wat de vorige spreker heeft gezegd. We moeten bedenken dat het Europees Parlement over twee parlementsgebouwen beschikt – in Straatsburg en in Brussel – en we hebben ook drie locaties, met inbegrip van die in Luxemburg, waarover niet vaak wordt gesproken. We zijn niet alleen bezig met de bouw van een nieuw complex in Luxemburg, hetgeen tot nog meer koolstofemissies leidt die misschien een bijdrage leveren aan de klimaatverandering – of niet, het hangt ervan af hoe je over die kwestie denkt – maar het is ook gewoon hypocriet dat wij voortdurend discussiëren over klimaatverandering, terwijl we vanuit drie plaatsen ons werk blijven verrichten.

Zelfs als we uiteindelijk maar vanuit één plaats zouden opereren – Brussel – is het nog zo dat je ’s avonds maar door de straten van Brussel hoeft te lopen en vanaf het Place du Luxembourg naar het gebouw van het Europees Parlement hoeft te kijken, om dit grote verlichte baken van hypocrisie te zien. Als we de klimaatverandering willen aanpakken, wordt het tijd dat we ons eigen huis op orde brengen.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B6-0133/2009 (Werkgelegenheidsbeleid)

 
  
MPphoto
 

  Frank Vanhecke (NI). - Voorzitter, ook deze resolutie staat eigenlijk bol van de goede bedoelingen, maar een mens moet zich toch een keer afvragen of met dat soort resoluties ook maar één morzel grond aan de dijk wordt gezet.

Voor mij is het bijvoorbeeld onbegrijpelijk dat een resolutie over werkgelegenheid, voorzover dat al een Europese bevoegdheid is - en ik vind dat dat geen Europese bevoegdheid is - voorbijgaat aan zeer essentiële vragen zoals: hoeveel werklozen zijn er op dit ogenblik in de Europese Unie? 20 miljoen nog? Of zijn we al op weg - meer waarschijnlijk - naar de 25 miljoen?

Vraag: Houdt de Commissie nog altijd vast aan haar waanzinnige optie om meer dan 20 miljoen nieuwe vreemdelingen aan te trekken naar de Europese Unie? Vraag: Gaat de Commissie eindelijk afzien van haar rekruteringscentra in landen als Mali of Senegal om nog meer werkloosheid te importeren? Dat soort vragen hadden we in de resolutie verwacht in plaats van de nietszeggende catalogus van goede voornemens die het nu jammer genoeg is geworden.

 
  
MPphoto
 

  Syed Kamall (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, we spreken weer eens over iets waar we zeer weinig aan doen, namelijk het werkgelegenheidsbeleid. Een collega heeft eens tegen me gezegd dat het Europees Parlement, wanneer het over werkgelegenheid spreekt, in feite veel meer werkloosheid veroorzaakt dan je zou verwachten. We moeten onderkennen dat we, als we banen willen scheppen, de vrije hand moeten geven aan degenen die voor welvaart zorgen. We moeten zorgen dat zij als vrije ondernemers kunnen blijven opereren, om welvaart en banen te creëren.

Maar wat doen we hier? We proberen, met onze regelgeving en in ons debat, juist de innovatiegeest, de ondernemersgeest te smoren en dat hebben we ook vandaag gedaan. Vandaag nog sprak de heer Schulz – met wie ik het vaak oneens ben, maar vandaag niet – over de sociaaldemocratisering van de PPE-DE. Nu het zo ver is gekomen, weten we dat er geen hoop meer is op het scheppen van banen in Europa.

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Hannan (NI).(EN) Mevrouw de Voorzitter, is het u opgevallen dat de harmonisatie van het beleid altijd in dezelfde richting gaat? Meer integratie betekent steevast dat er meer wordt ingegrepen.

Laten we de zaken eens omdraaien: pluralisme is een garantie voor concurrentie. Als landen met elkaar concurreren en verschillende belastingniveaus hanteren, kun je de belasting maar tot op zekere hoogte verhogen, anders verdwijnt je geld naar het buitenland. Als landen met elkaar concurreren en een verschillend werkgelegenheids- en sociaal beleid voeren, kun je de arbeidsmarkt slechts tot op zekere hoogte reguleren, anders verdwijnen er banen naar het buitenland.

In de goede jaren kon de Europese Unie aan deze waarheid voorbijgaan en kon zij achter haar muren een verregaand gereguleerde en gecentraliseerde markt creëren. Die tijd is echter voorbij. We dreigen ons nu van dynamischer economieën af te sluiten en steeds armzaliger en onbelangrijker te worden en ten slotte, als Tolkien’s Eldar, naar het westen te trekken en langzaam weg te kwijnen.

 
  
  

- Verslag-de Grandes Pascual (A6-0097/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Richard Corbett (PSE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb gemerkt dat in elk geval enkelen van de mensen die altijd afgegeven hebben op alle Europese wetgeving, toch hebben gestemd voor het derde maritieme pakket, een pakket dat ik verwelkom omdat hierdoor de gezondheid en veiligheid van mensen op schepen worden verbeterd. Uiteindelijk zullen hierdoor kosten worden bespaard, omdat er op den duur levens worden gered en omdat veiligheidssystemen van verschillende lidstaten op elkaar worden afgestemd, waardoor deze efficiënter, effectiever en goedkoper worden, terwijl tegelijkertijd de gezondheid en veiligheid worden verbeterd. Ik ben verheugd over het aannemen van dit pakket, dat van groot belang is voor de veiligheid van honderden van mijn kiezers in Yorkshire en Humber.

 
  
  

- Verslag-Ferreira (A6-0063/2009)

 
  
MPphoto
 

  Neena Gill (PSE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb voor dit verslag gestemd omdat ik blij verrast was dat onze voorstellen tegen belastingparadijzen door dit Parlement zijn aangenomen. Ook steun ik in dit verslag de brede taakstelling voor de aanpak van de huidige crisis.

Ik wil het vooral hebben over het herstelplan tot nu toe. We moeten ervoor zorgen dat er nog duurzame arbeidsplaatsen zijn en dat mensen een duurzame carrière kunnen opbouwen, wanneer de economie weer aantrekt en we moeten belangrijke sectoren, zoals de auto-industrie, ondersteunen. Traditionele industrieën kunnen een voorbeeld nemen aan de auto-industrie, als het gaat om de vraag hoe ze zich in de komende jaren moeten aanpassen. Ik heb onlangs een bezoek gebracht aan de Jaguar Land Rover-fabriek in mijn kiesdistrict, waar ik heb gezien hoe dit bedrijf zich een positie van wereldleider in de groene autotechnologie heeft weten te verwerven en waar de nieuwe typegoedkeuringsrichtsnoeren die wij in dit Parlement hebben aangenomen, met veel enthousiasme zijn ontvangen.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Hannan (NI).(EN) Mevrouw de Voorzitter, we geven ons weer eens over aan het fantasie-idee dat je schulden te boven kunt komen door geld uit te geven en recessies kunt bestrijden met wetgeving. In het beste geval houden we onszelf voor de gek, in het slechtste geval maken we ons moedwillig schuldig aan bedrog jegens onze kiezers.

De waarheid is dat niets deze correctie kan tegenhouden: rentetarieven werden te lang te laag gehouden en nu de lucht in de ballon is gepompt, zal hij er ook weer uit ontsnappen. We zouden kunnen proberen om enkele slachtoffers te redden, maar in plaats daarvan houden we ons bezig met het voorwendsel dat we dit kunnen tegenhouden. De schuld zal worden betaald door onze nog ongeboren en nog niet verwekte kinderen en deze zal het hoogst zijn in mijn land, waar ieder kind nu wordt geboren met een schuld van 30 000 Britse pond, vanwege de incompetentie en onbeheerstheid van zijn regering.

Zoals onze nationale dichter zegt: ‘Dit land van dierbaar volk, dit dierbaar land, … Wordt nu verpacht – ik sterf terwijl ik ’t zeg – zoals een huurstee of een boerenerf.’ (‘This land of such dear souls, this dear dear land, ... Is now leased out – I die pronouncing it – like to a tenement or pelting farm.’).

En nu, bovenop die nationale schuld, worden we geacht bij te dragen aan deze Europese herstelprogramma’s. Ik sluit weer af met de woorden van onze nationale dichter: ‘Weersta 't, verhoed het, laat niet dat gebeuren waarover heel uw nageslacht zal treuren.’ (‘Prevent it, resist it, let it not be so, Lest child, child’s children, cry against you, “Woe!”’).

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Claude Martinez (NI).(FR) Mevrouw de Voorzitter, we kunnen als voorbeelden van zware internationale financiële criminaliteit uiteraard de zaak-Madoff noemen, maar ook de speculatie op de markt voor landbouwgrondstoffen in 2007.

Om die reden hebben een hele reeks juristen, met name de praktijken van Carlos Sotelo in Spanje, en netwerken van grote advocatenkantoren gepleit voor de invoering van een internationaal financieel tribunaal.

We zouden de zware financiële criminaliteit ook gewoon kunnen toevoegen aan de bevoegdheden van het Internationaal Strafhof, want speculatie op landbouwproducten heeft in 2007 miljoenen kinderen het leven gekost. Er heeft zich een financieel Darfur voltrokken.

Dit internationaal financieel tribunaal zou de bevoegdheid krijgen onderzoek te doen naar speculatie en speculanten, toezicht uit te oefenen op belastingparadijzen, te reguleren en sancties op te leggen.

Dit is de lakmoesproef voor Obama, voor president Sarkozy en voor de andere leiders. Dit is de politieke boodschap die we moeten richten aan de publieke opinie, en dit zou het eerste stadium zijn van een wereldwijde organisatie, een wereldwijd fenomeen en een wereldwijde aanpak van een wereldwijde economische crisis.

 
  
  

- Verslag-Kirilov (A6-0075/2009)

 
  
MPphoto
 

  Christopher Heaton-Harris (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, het is erg prettig om in dergelijke debatten na de heer Corbett aan het woord te zijn, omdat de heer Corbett hier altijd gelijk heeft. Hij is vaak in de war, zoals ook vandaag, omdat hij de verkeerde stemverklaring gaf op het verkeerde tijdstip, maar hij heeft duidelijk nooit ongelijk! Ik vraag me echter toch af of we in dit Parlement weten wat de reële economie is. Bestaat de reële economie uit een stelletje papierverplaatsers en bureaucraten, terwijl wij wetten schrijven die anderen moeten uitvoeren, zoals de ambtenarij in het Verenigd Koninkrijk, waar we de publieke sector een stuk sneller hebben later groeien dan de particuliere sector in de laatste tien jaar? Of bestaat de reële economie eigenlijk uit mensen die echt werken en innoveren en eigen bedrijven beginnen? Ik vraag me eigenlijk alleen maar af of we met dit verslag wel de goede kant op gaan. Nu ik het heb gelezen, weet ik wel zeker van niet.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Hannan (NI).(EN) Mevrouw de Voorzitter, wij in dit Parlement weten, misschien wel beter dan sommigen daarbuiten, in hoeverre de Europese Unie nu een mechanisme voor een massale herverdeling van welvaart is geworden.

Lange tijd heeft dat systeem heel goed gewerkt, omdat er maar heel weinig mensen geld in de gemeenschappelijke pot stortten. De enige twee nettobijdragers aan de begroting zijn voor het grootste deel van de geschiedenis van de Europese Unie het Verenigd Koninkrijk en, vooral, Duitsland geweest.

De situatie is nu echter veranderd en het geld raakt op. We hebben hiervan een levendig voorbeeld gezien op de top van twee weken geleden, toen de Hongaarse premier om ondersteuning ter waarde van 190 miljard euro voor Midden- en Oost-Europa vroeg en hem in niet mis te verstane bewoordingen door de Duitse bondskanselier werd gezegd dat hiervoor nu en ook in de toekomst geen geld was.

Het hele systeem is altijd overeind gehouden door de Duitse belastingbetalers (en dit wordt bijna nooit onderkend). De integratie berust op hun lijden, en ze hebben dit nu doorzien. Ze reageren niet meer op het onuitgesproken beroep op hun historische verantwoordelijkheid. Het zijn verstandige, nuchtere mensen en ze herkennen een argument uit eigenbelang en doorzien bedrog. Als u denkt dat ik het mis heb, laat ze dan een referendum houden, laat iedereen een referendum houden: leg het Verdrag van Lissabon ter stemming aan het volk voor. Pactio Olisipiensis censenda est!

 
  
  

Schriftelijke stemverklaringen

 
  
  

- Verslag-Geringer de Oedenberg (A6-0060/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. − (IT) Ik heb voor het verslag van mevrouw Geringer de Oedenberg gestemd over de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen (gecodificeerde versie). Aangezien het slechts de codificatie van een reeds bestaande wetstekst betreft en er geen sprake is van een substantiële wijziging van deze tekst, ben ik van mening dat we het Commissievoorstel en de aanbevelingen van de juridische diensten van het Parlement, de Raad en de Commissie zelf kunnen overnemen.

 
  
  

- Verslag-Díaz de Mera García Consuegra (A6-0106/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. − (IT) Ik heb me onthouden van stemming over het verslag van de heer Díaz de Mera García Consuegra inzake de aanpassing van de basissalarissen en vergoedingen van personeelsleden van Europol. Ik ben het wat dit betreft slechts gedeeltelijk eens met de rapporteur en dus denk ik dat het niet correct is er een standpunt over in te nemen.

 
  
  

- Verslag-Böge (A6-0106/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Alessandro Battilocchio (PSE), schriftelijk. (IT) Mevrouw de Voorzitter, ik heb voor gestemd.

Ik ben van mening dat de natuurramp in Roemenië niet onopgemerkt voorbij mag gaan. Roemenië is uitgeput uit de overstromingen tevoorschijn gekomen, niet alleen economisch en milieutechnisch gezien, maar ook sociaal.

De persoonlijke verhalen die zijn opgetekend zijn ronduit hartverscheurend. Gezinnen zijn hun hele hebben en houden kwijtgeraakt, veelal de vrucht van een leven lang hard werken.

Er zijn reeds vele hulporganisaties ter plekke werkzaam, wat niet wegneemt dat het nu de hoogste tijd is dat ook de instellingen en de leden van het Parlement persoonlijk hun steentje bijdragen.

Daarom ben ik ingenomen met het advies van de Begrotingscommissie en hoop dat de toegezegde 11 785 377 euro uit het Solidariteitsfonds zo snel mogelijk aan Roemenië ter beschikking wordt gesteld om de bevolking zowel economisch, milieutechnisch als sociaal weer op de been te helpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Genowefa Grabowska (PSE), schriftelijk. – (PL) Het solidariteitsprincipe is binnen de Unie fundamenteel en onomstotelijk. Het is juist dit principe, dat niet alleen maar op papier bestaat, dat de Unie onderscheidt van andere internationale organisaties. Een praktische uitdrukking van dit principe is absoluut het Solidariteitsfonds, dat in 2006 middels een interinstitutioneel akkoord is opgericht voor de compensatie van negatieve gevolgen van grootschalige natuurrampen. Het is goed dat dit fonds operationeel is en dat vorig jaar vijf landen er gebruik van hebben kunnen maken. Dit laat zien dat geen enkele lidstaat van de EU in geval van een tragedie alleen komt te staan. De overstroming die in juli 2008 vijf regio’s trof in Noordoost-Roemenië, richtte ernstige materiële schade aan (0,6 procent van het BNI) en verstoorde het leven van meer dan twee miljoen mensen uit 214 gemeenten.

In deze situatie vind ik het verzoek van Roemenië om steun terecht, ook al voldoet het niet aan de kwantitatieve criteria die zijn vastgelegd in artikel 2, lid 1 van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie. Het staat voor mij overigens buiten kijf dat we in dit geval het criterium van buitengewone ramp moeten hanteren, dat eveneens is opgenomen in genoemde verordening en gebruikmaking van het fonds voor Roemenië mogelijk maakt. Als Poolse afgevaardigde kom ik zelf uit een regio die in de zomer van 2008 eveneens is getroffen door een natuurramp (de tornado in de provincie Silezië), die gelukkig minder destructief en omvangrijk was. Ik heb dan ook begrip voor deze tastbare uiting van Europese solidariteit en geef hieraan mijn volledige steun.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria Petre (PPE-DE), schriftelijk. (RO) Ik heb vóór dit verslag gestemd omdat daardoor sneller middelen beschikbaar kunnen komen uit het Solidariteitsfonds. In 2006 heeft de betaling van de Europese Unie aan Roemenië vanuit het Solidariteitsfonds, na de overstromingen van april en augustus, een jaar vertraging opgelopen. Ik ben blij te zien dat de procedures vereenvoudigd zijn en dat de EU daardoor onmiddellijk kan reageren als landen getroffen worden door grote natuurrampen of andere calamiteiten.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. − (IT) Ik heb voor het verslag van de heer Böge gestemd betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie. Ik ben van mening dat deze na de overstromingen van juli vorig jaar door Roemenië ingediende aanvraag inderdaad aan de criteria voor de beschikbaarheidstelling van middelen uit het fonds voldoet. De overstromingen hebben namelijk voor grote schade aan het landschap gezorgd en heeft de bewoners van de vijf betrokken regio's buitengemeen hard getroffen. Ik vind het dan ook niet meer dan terecht dat het fonds wordt ingeschakeld, niet in het minst omdat het bedrag in kwestie binnen de jaarlijkse in het institutionele akkoord van mei 2006 vastgelegde grenzen valt.

 
  
  

- Verslag-Haug (A6-0113/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Călin Cătălin Chiriţă (PPE-DE), schriftelijk. (RO) Ik heb vóór het verslag van Jutta Haug (Duitsland) gestemd, omdat daarin gevraagd wordt middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU (SFEU) beschikbaar te stellen voor een bedrag van 11,8 miljoen euro, om de slachtoffers van de overstromingen in Roemenië in juli 2008 te helpen.

Dit gebaar is het antwoord van de EU op het hulpverzoek van Roemenië. De aanvraag betreft vijf regio's (Maramureş, Suceava, Botoşani, Iaşi en Neamţ). Roemenië is op 241 locaties, met in totaal 1,6 miljoen inwoners, getroffen door de ramp, die huizen en oogsten geheel of gedeeltelijk verwoest heeft.

Met de mensen die hun huizen, bezittingen, dieren en zelfs familieleden bij de overstromingen verloren hebben in gedachten, heb ik mijn stem uitgebracht. Gheorghe Flutur, de voorzitter van de regionale raad van Suceava, heeft hun zaak in Brussel voor het Europees Parlement bepleit.

Ik denk dat Roemenië een omvangrijker bedrag nodig heeft om de schade die door de overstroming veroorzaakt is te herstellen, maar de hulp van de EU is noodzakelijk en welkom.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) De eerste gewijzigde begroting voor 2009 heeft betrekking op de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie ten behoeve van Roemenië, dat in juli 2008 getroffen is door hevige overstromingen.

Terwijl de directe schade op ongeveer 471,4 miljoen euro wordt geraamd, wordt (nu pas!) voorgesteld om in het kader van dit fonds slechts 11,8 miljoen euro uit te trekken, wat nog maar eens bewijst dat het Solidariteitsfonds dringend aan herziening toe is.

Doel van dit fonds is om de Gemeenschap in de gelegenheid te stellen snel, doeltreffend en op flexibele wijze te reageren op “noodsituaties” in de lidstaten. Daarom gaan wij er, ondanks alle tekortkomingen, mee akkoord dat het fonds wordt ingezet ten behoeve van Roemenië.

De steun ten bedrage van 11,8 miljoen euro zal echter worden afgetrokken van de begroting van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (convergentiedoelstelling). Met andere woorden, de aan Roemenië betuigde “solidariteit” wordt gefinancierd met middelen die bestemd zijn voor de economisch minder ontwikkelde landen en regio’s, waaronder Roemenië zelf! Dit is wat je noemt solidariteit tussen “armen” of, anders gezegd, tussen zogenaamde “cohesielanden”/convergentieregio’s ...

Wij kunnen niet accepteren dat “cohesiemiddelen” worden gebruikt – zeker niet op een moment dat de ernst van de sociaaleconomische crisis blijft toenemen – zolang er andere middelen bestaan, te beginnen met het geld dat is bestemd voor de militarisering van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Iosif Matula (PPE-DE), schriftelijk. – (RO) Ik heb voor het verslag gestemd over de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor Roemenië, omdat ik van mening ben dat deze financiële hulp voor ons land een belangrijke steun betekent voor de locaties die in juli vorig jaar door overstromingen getroffen zijn. Het noordoosten van Roemenië is zwaar getroffen. Op 214 locaties ondervonden meer dan 1,6 miljoen mensen de directe gevolgen van deze ramp. De Europese Commissie heeft een financiële bijdrage van 11,8 miljoen euro geleverd om te helpen bij investeringen om de infrastructuur voor vervoer en afwatering te repareren, rivierbeddingen te versterken en dammen te bouwen om dergelijke natuurrampen in de toekomst te voorkomen.

Ik denk dat vroegtijdige signalering van de oorzaken die tot natuurrampen van een dergelijke of nog ernstigere, omvang leiden, de belangrijkste stap is om de Europese burgers te beschermen.

Gelet op de klimaatverandering ben ik er voorstander van dat er instrumenten worden ingevoerd waarmee milieufactoren in elke regio bewaakt kunnen worden, en dat er voor dit doeleinde voldoende financiële middelen worden vrijgemaakt. De convergentieregio's lopen het grootste risico om door een natuurramp te worden getroffen. Dat betekent dat aan deze aspecten bijzondere aandacht moet worden besteed om een beleid te voeren dat gericht is op economische, sociale en territoriale cohesie.

 
  
MPphoto
 
 

  Rovana Plumb (PSE), schriftelijk. (RO) De gebieden waarop de effecten van de klimaatverandering met name voelbaar zijn, zijn de volgende: watervoorziening, landbouw, energie, bosbouw en biodiversiteit en, niet in de laatste plaats, volksgezondheid.

De extreme weersomstandigheden waaraan Roemenië in de afgelopen jaren is blootgesteld, hebben overstromingen en droogte veroorzaakt en duidelijk gemaakt dat het vraagstuk van de klimaatverandering serieus en met grote deskundigheid en verantwoordelijkheidsgevoel aangepakt moet worden.

Als sociaaldemocraat heb ik voor dit verslag gestemd, omdat de 11,8 miljoen euro die door deze begrotingswijziging wordt vrijgemaakt voor Roemenië, het land helpt bij de aanpassing aan de klimaatverandering, zodat de effecten van overstromingen geneutraliseerd kunnen worden door werkzaamheden op lokaal niveau (zoals het beschermen van bevolkte gebieden, betere stroomgebiedinrichting door verbetering van het stroomverloop en uitbreiding van bosgebieden) en niet in de laatste plaats door de bevolking erbij te betrekken en de mensen ervan bewust te maken hoe ze vóór, tijdens en na een overstroming moeten reageren.

 
  
MPphoto
 
 

  Nicolae Vlad Popa (PPE-DE), schriftelijk. (RO) Ik heb vóór het verslag gestemd over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2009 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009. Het doel van het verslag is middelen beschikbaar te stellen uit het Solidariteitsfonds van de EU voor een bedrag van 11,8 miljoen euro aan vastleggings- en betalingskredieten in verband met de gevolgen van de overstromingen in Roemenië in juli 2008.

Ik steun dit initiatief van de Europese Commissie waarmee de EU haar solidariteit betuigt met de regio's Suceava, Iaşi, Neamţ, Botoşani en Maramureş, die door de overstromingen van juli 2008 getroffen zijn.

Het Europees Parlement bekrachtigt met zijn stemming vandaag in de plenaire vergadering het besluit van de Begrotingscommissie van 24 februari 2009. Tijdens de betreffende vergadering heeft Gheorghe Flutur, de voorzitter van de regionale raad van Suceava, gesproken over de situatie in zijn regio en het verzoek om financiële steun onderbouwd met foto's en cijfers over de schade die is aangericht door de natuurramp die het gebied getroffen heeft.

Hij gaf daarbij aan dat er waarschuwingen waren uitgegaan en hij vertelde dat er samen met de overheid in de Oekraïense regio Chernivtsi besloten is een systeem voor snelle waarschuwing op te zetten voor natuurrampen, naast andere grensoverschrijdende calamiteitenprogramma's die in navolging van dit project zullen worden opgezet.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Ik heb voor het verslag van mevrouw Haug gestemd over de gewijzigde begroting voor het begrotingsjaar 2009, waarmee rekening wordt gehouden met de ernstige, door de overstromingen van juli 2008 in Roemenië veroorzaakte schade. Ik heb reeds mijn steun uitgesproken voor het verslag van de heer Böge inzake de inzet van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor dit specifieke doeleinde en wil hierbij opnieuw blijk geven van mijn steun voor de maatregel, mits deze zich echter, zoals bepaald in het interinstitutionele akkoord van 2006, zal richten op een snel en doeltreffend herstel van behoorlijke levensomstandigheden in de door de natuurramp getroffen regio’s en niet gebruikt zal worden voor de uitkering van schadevergoedingen aan individuen.

 
  
MPphoto
 
 

  Flaviu Călin Rus (PPE-DE), schriftelijk. (RO) Ik heb vóór de ontwerpresolutie van het Europees Parlement over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2009 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009 (6952/2009 – C6 0075/2009 – 2009/2008 (BUD)) gestemd, omdat deze beoogt middelen beschikbaar te stellen uit het Solidariteitsfonds van de EU voor een bedrag van 11,8 miljoen euro aan vastleggings- en betalingskredieten in verband met de gevolgen van de overstromingen in Roemenië in juli 2008.

 
  
  

- Verslag-de Grandes Pascual (A6-0097/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  John Attard-Montalto (PSE), schriftelijk. (EN) Malta is een van de voornaamste lidstaten met een aanzienlijke tonnage in zijn registers. Anderzijds voldoet het als vlaggenstaat, overeenkomstig internationale afspraken, aan zijn verplichtingen.

De drie belangrijkste verplichtingen zijn: (a) het toepassen van de regels van de code van de vlaggenstaat; (b) het nemen van de nodige maatregelen voor een onafhankelijke controle van hun administratie die ten minste eens in de vijf jaar, overeenkomstig de regels van de IMO, moet plaatsvinden; (c) het nemen van de nodige maatregelen met betrekking tot de inspectie en controle van schepen en de afgifte van wettelijk voorgeschreven certificaten en certificaten van vrijstelling, zoals in de internationale verdragen is vastgesteld.

Een nieuwe eis houdt in dat, voordat wordt toegestaan dat een schip, waaraan het recht is verleend de vlag van een lidstaat te voeren, in gebruik wordt genomen, de desbetreffende lidstaat de maatregelen neemt die hij geschikt acht om te waarborgen dat het bewuste schip aan de toepasselijke internationale regelgeving voldoet, in het bijzonder op het gebied van de veiligheid van het schip.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Door deze wetgeving wordt de bestaande veiligheidswetgeving van de EU versterkt en worden belangrijke internationale instrumenten naar het Gemeenschapsrecht omgezet. Ik steun deze wetgeving, omdat er de noodzaak in onderkend wordt van streng toezicht op classificatiebureaus. Vanwege de concentratie van bevoegdheden die deze bureaus hebben, spelen ze een fundamentele rol bij de handhaving van de veiligheid op zee.

 
  
  

- Verslag-de Grandes Pascual (A6-0098/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Carl Lang en Fernand Le Rachinel (NI), schriftelijk. – (FR) Het Europees Parlement heeft zojuist acht wetgevingsteksten aangenomen die onderdeel zijn van een maritiem pakket. Daar zijn wij blij mee, want dit pakket omvat niet alleen schadeloosstelling van passagiers, maar ook inspecties, havenstaatcontroles, onderzoeken naar vervoersongevallen en de keuze van de instantie die besluit over de wijkplaats van schepen in nood.

Nu zijn de lidstaten aan zet, want wetgeven alléén is niet voldoende; deze wetgeving moet nog worden omgezet in hun nationale wetten.

De eerste test zal zijn om de goedkope vlaggen van Europese landen te controleren. Deze vlaggen worden gebruikt om de vakbonds-, belasting-, wervings- en veiligheids- en milieuvoorschriften in de landen die daadwerkelijk eigenaar zijn van de schepen te omzeilen.

Qua aantal verloren gegane schepen behoren Cyprus en Malta nog altijd tot de top-vijf van goedkope vlaggen.

Het is helaas opmerkelijk dat ondanks de inspanningen sinds het zinken van de olietankers Prestige en Erika, de situatie nauwelijks is verbeterd. Substandaardschepen, onder goedkope vlag, kraken de vervoerstarieven. Als reactie hierop creëren de zogenaamde rijke landen hun eigen (tweede) vlag teneinde het verlies van vracht tegen te gaan.

Om echt van deze drijvende wrakken af te komen moet de Europese Unie in feite de strijd aanbinden met het ultraliberalisme.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. − (IT) Ik heb voor het verslag van de heer de Grandes Pascual betreffende gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties gestemd. Ik heb al eerder een toelichting gegeven op het waarom van mijn steun aan de werkzaamheden van de rapporteur met betrekking tot het derde maritieme pakket, alsook op het mogelijke nut van de beoogde maatregelen als het gaat om de veiligheid van het zeevervoer en verbetering van de bestaande regelgeving. Gezien dit alles wil ik mijn stem vóór dit verslag hierbij nog eens bevestigen.

 
  
  

- Verslag-Vlasto (A6-0099/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Liberadzki (PSE), schriftelijk. – (PL) Ik stem voor het verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende havenstaatcontrole (herschikking). Ik ben het eens met de doelstellingen die zijn geformuleerd in het derde maritieme pakket.

De zeven voorstellen in het pakket hebben tot doel ongevallen te voorkomen door de kwaliteit van Europese schepen te verbeteren, de wetgeving betreffende de havenstaatcontrole te herzien, de bewegingen van schepen te monitoren en de regels voor classificatiebureaus te verbeteren. Ook hebben ze tot doel een doeltreffende reactie te garanderen als zich toch ongevallen voordoen, door de ontwikkeling van een geharmoniseerd kader voor onderzoek na een ongeval, de invoering van regels voor schadevergoeding voor passagiers na een ongeval en de invoering van regels omtrent de aansprakelijkheid van scheepseigenaren, gekoppeld aan een systeem van verplichte verzekering.

Ik wil mijn steun betuigen aan het bereikte akkoord en met name aan de volgende punten: de uitbreiding van het toepassingsgebied zodat ook schepen die voor anker liggen worden afgedekt; het vaker inspecteren van schepen; onder bepaalde voorwaarden een permanent verbod voor schepen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. − (IT) Ik heb voor het verslag van mevrouw Vlasto inzake havenstaatcontrole gestemd, dat onderdeel uitmaakt van het derde maritieme pakket. Ik ben ingenomen met het deel van het akkoord over uitbreiding van de werkingssfeer van de richtlijn tot schepen die voor anker liggen en met het deel over intensievere inspectie van schepen in de hoogste risicocategorie. Wat dit betreft wil ik erop wijzen dat bij de beoordeling van dergelijke risico's zo nauwgezet en onafhankelijk mogelijk te werk dient te worden gegaan. Verder sluit ik me aan bij degenen die zeggen dat schepen onder bepaalde voorwaarden permanent de toegang geweigerd dient te worden om aldus te kunnen zorgen voor adequate veiligheidsniveaus voor zowel personeel als passagiers.

 
  
  

- Verslag-Sterckx (A6-0100/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Bairbre de Brún en Mary Lou McDonald (GUE/NGL), schriftelijk. (EN) Wij juichen het toe dat het accent is verlegd in deze resolutie, en door sommige positieve voorstellen met betrekking tot de regulering van de financiële sector, innovatie, energie-efficiëntie en investeringen, en ook doordat onderkend wordt dat de werkgelegenheid moet worden beschermd, kunnen er banen geschapen worden, kan armoede bestreden worden en wordt de aandacht gericht op de kwestsbaarste groepen in de samenleving.

Maar de logica van de Lissabonstrategie klopt niet en we moeten die strategie fundamenteel herzien, vooral gezien de nieuwe economische situatie.

Bovendien bevat de resolutie een aantal specifieke voorstellen die kortzichtig en contraproductief zijn, bijvoorbeeld het aandringen op deregulering en op flexwerkpraktijken, die leiden tot een aantasting van de rechten van werknemers.

Om die redenen hebben we ons bij de eindstemming over dit verslag van stemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Liberadzki (PSE), schriftelijk. – (PL) Ik stem voor het verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2002/59/EG betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart.

Ik ben het eens met de doelstellingen die zijn geformuleerd in het derde maritieme pakket.

De zeven voorstellen in het pakket hebben tot doel ongevallen te voorkomen door de kwaliteit van Europese schepen te verbeteren, de wetgeving betreffende de havenstaatcontrole te herzien, de bewegingen van schepen te monitoren en de regels voor classificatiebureaus te verbeteren. Ook hebben ze tot doel een doeltreffende reactie te garanderen als zich toch ongevallen voordoen, door de ontwikkeling van een geharmoniseerd kader voor onderzoek na een ongeval, de invoering van regels voor schadevergoeding voor passagiers na een ongeval en de invoering van regels omtrent de aansprakelijkheid van scheepseigenaren, gekoppeld aan een systeem van verplichte verzekering.

Als schaduwrapporteur van het verslag van de heer Sterckx betuig ik mijn volledige steun aan het in stemming gebrachte document.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. − (IT) Het maritieme pakket dient als één groot samenhangend geheel te worden beschouwd overeenkomstig de aanpak van het Parlement bij de behandeling van de afzonderlijke onderdelen ervan. Ik heb dan ook voor het verslag van de heer Sterckx betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart gestemd, aangezien dit systeem onderdeel is van een groter geheel dat tot doel heeft de veiligheid van het maritieme verkeer te verbeteren en beter beheersbaar te maken, iets waarvoor ik reeds bij herhaling mijn volmondige steun uitgesproken heb. In het onderhavige geval zal het met de inzet van technologie voor het monitoren van schepen veel eenvoudiger worden om zowel de voor een ongeval verantwoordelijke partij aan te wijzen als de procedures voor de opvang van schepen in nood in “toevluchtsoorden” te verbeteren. Daarom kan ik instemmen met dit verslag.

 
  
  

- Verslag-Kohlíček (A6-0101/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Guy Bono (PSE), schriftelijk. – (FR) Ik heb vóór dit verslag gestemd van Jaromir Kohlíček, Tsjechisch lid van de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links, over het onderzoek van ongevallen in de zeescheepvaartsector.

Deze tekst legt het accent op de noodzaak om op Europees niveau duidelijke en bindende richtsnoeren vast te stellen om ervoor te zorgen dat scheepsongevallen naar behoren in kaart worden gebracht. Het verslag vloeit voort uit de bezorgdheid die ontstond na het zinken van de olietanker Erika voor de Franse kust. Om te voorkomen dat dergelijke gevallen van wanbeheer zich herhalen heeft de Europese Unie besloten een strikt kader op te leggen, dat alle technische aspecten en alle te volgen procedures in geval van een ongeluk vastlegt, waaronder de onderzoeksmethodologie, een Europese gegevensbank voor ongevallen op zee, en veiligheidsaanbevelingen.

Ik deel de mening dat het cruciaal is om de Europese maritieme ruimte tot een van de meest voorbeeldige en veilige maritieme ruimten ter wereld te maken. Dat is wat beoogd wordt met het maritieme pakket ‘Erika III’, waarvan dit verslag deel uitmaakt. Dit is een echte doorbraak voor de scheepvaartsector, en ook voor het milieu, dat vaak een indirect slachtoffer is van wangedrag op zee.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Liberadzki (PSE), schriftelijk. – (PL) Ik stem voor het verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen in de zeescheepvaartsector en tot wijziging van de Richtlijnen 1999/35/EG en 2002/59/EG. Ik ben het eens met de doelstellingen die zijn geformuleerd in het derde maritieme pakket.

De zeven voorstellen in het pakket hebben tot doel ongevallen te voorkomen door de kwaliteit van Europese schepen te verbeteren, de wetgeving betreffende de havenstaatcontrole te herzien, de bewegingen van schepen te monitoren en de regels voor classificatiebureaus te verbeteren. Ook hebben ze tot doel een doeltreffende reactie te garanderen als zich toch ongevallen voordoen, door de ontwikkeling van een geharmoniseerd kader voor onderzoek na een ongeval, de invoering van regels voor schadevergoeding voor passagiers na een ongeval en de invoering van regels omtrent de aansprakelijkheid van scheepseigenaren, gekoppeld aan een systeem van verplichte verzekering.

Ik wil mijn steun betuigen aan het bereikte akkoord en met name aan de volgende punten: de methodologie voor het onderzoek van ongevallen; besluiten over het onderzoek; een behoorlijke behandeling van zeevarenden; de bescherming van getuigen/vertrouwelijkheid van documenten.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. − (IT) Ik heb voor het verslag van de heer Kohlíček inzake het onderzoek van ongevallen in de zeescheepvaartsector gestemd. Maar al te vaak is het moeilijk om bij kleinere maar ook ernstigere ongevallen op zee te bepalen wie er aansprakelijk is. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de gang van zaken rond het onderzoek naar de enorme, door het ongeluk met de olietanker Prestige veroorzaakte natuurramp en alle andere rampen die helaas telkens weer plaatsvinden. Het vervoer over zee verdient onze speciale aandacht. Afgezien van het feit dat het verhoudingsgewijs het zuinigst is, is het namelijk gezien de gevolgen van een ongeval voor het milieu een van de gevaarlijkste vormen van transport. Ik acht het dan ook noodzakelijk dat er duidelijke en bindende richtsnoeren komen voor de methodologie van het technisch onderzoek naar scheepsrampen, alsook voor de wijze van terugkoppeling van informatie daarover ter voorkoming van toekomstige ongevallen. Dit is, al met al, de reden waarom ik voor het verslag gestemd heb.

 
  
  

- Verslag-Costa (A6-0102/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. − (IT) Ik heb voor het verslag van de heer Costa betreffende de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen gestemd. Ik ben het met hem eens dat het hoogst opportuun zou zijn indien de bepalingen van het Verdrag van Athene van 1974 inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee opgenomen zouden worden in het Europees recht. Door de nog altijd aanwezige nationale verschillen is het namelijk niet mogelijk om te zorgen voor een adequaat aansprakelijkheidsniveau, noch voor een verplichte verzekering voor ongevallen waarbij passagiers betrokken zijn. Hoewel dit voor andere vervoersvormen niet gebeurt, denk ik dat de wetgeving ook geschikt dient te zijn voor zeevervoer.

 
  
  

- Verslag-Savary (A6-0072/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. − (IT) Ik ben van plan voor het verslag van de heer Savary betreffende de wettelijke aansprakelijkheid en financiële zekerheden van scheepseigenaren te stemmen. Ik sluit mij namelijk volledig aan bij de aanbevelingen van de rapporteur met betrekking tot de noodzaak tot toezicht op de naleving van de verplichting voor scheepseigenaren die onder de jurisditctie van lidstaten vallende wateren binnenvaren om voor verzekering te zorgen, alsook bij zijn aanbevelingen met betrekking tot het toepassen van strafmaatregelen indien vastgesteld wordt dat het schip geen certificaat aan boord heeft. Ik ben het ermee eens dat de dekkingsgraad overeen dient te komen met de bij het LLMC-verdrag van 1996 vastgestelde plafonds, aangezien op die manier kan worden gezorgd voor een correcte compensatie van slachtoffers van ongevallen op zee. Ik sluit mij om die reden aan bij de aanbeveling van de rapporteur om de met de Raad overeengekomen ontwerpaanbeveling goed te keuren.

 
  
  

- Verslag-Fernandes (A6-0069/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. − (IT) Ik ben voorstander van het verslag van de heer Fernandes betreffende de naleving van vlaggenstaatverplichtingen. Uit het verslag blijkt de vastberadenheid van het Parlement om het derde maritieme pakket als één totaalpakket in stand te houden ondanks de onderbrekingen van de werkzaamheden van de Raad op een aantal punten, waaronder het onderwerp van deze aanbeveling. Om deze reden steun ik de werkzaamheden van de heer Fernandes en de leden van de Commissie vervoer en toerisme. Ik denk dat de meerwaarde van het politieke akkoord groot is, met name gezien het feit dat de lidstaten erin opgeroepen worden een kwaliteitsbeheerssysteem in te richten voor hun maritieme autoriteiten, alsook om te voldoen aan de internationale regelgeving op dit vlak en dan met name de regelgeving die voortvloeit uit de verschillende verdragen van de Internationale Maritieme Organisatie. Het voorstel biedt de nodige voordelen wat betreft de Europese vlaggenstaatkwaliteit en -veiligheid en brengt tevens verbetering van de mededingingsvoorwaarden in de Gemeenschap binnen handbereik. Om al deze redenen verdient het onze volste steun.

 
  
  

- Verslag-El Khadraoui (A6-0066/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Brian Crowley (UEN), schriftelijk. (GA) De Europese landen moeten samenwerken om de milieudoelstellingen van de Unie te halen. Voor een duurzaam Europees milieubeleid moeten de beginselen van de EU en de verschillende kenmerken en behoeften van elke afzonderlijke lidstaat echter worden meegenomen.

Het Eurovignet-verslag gaat in het geval van de perifere lidstaten van de Unie tegen deze doelstellingen in.

Als de aanbevelingen uit het Eurovignet-verslag zouden worden gevolgd, zouden perifere landen worden gestraft, en zouden landen in het midden van Europa profiteren. Mijns inziens druisen de Eurovignet-aanbevelingen in tegen de beginselen van de interne markt, en worden bepaalde landen op basis van hun ligging gediscrimineerd. Ierland is een eiland aan de rand van Europa. Vrachtwagens uit andere landen zullen niet door Ierland rijden, maar onze zware vrachtvoertuigen zullen in veel landen van Europa een heffing moeten betalen. We kunnen er niet omheen: we blijven handel drijven, en moeten onze goederen exporteren en importeren. Volgens het Eurovignet-voorstel hebben landen in het centrum van Europa concurrentievoordelen omdat zij niet dezelfde heffingen hoeven te betalen. Dit soort discriminatie op basis van de geografische ligging van een land is verkeerd en onrechtvaardig.

 
  
MPphoto
 
 

  Avril Doyle (PPE-DE), schriftelijk. (EN) De Eurovignet-richtlijn is opgesteld om de heffingssystemen op wegen in Europa, zoals voertuigbelastingen, tol en heffingen voor het gebruik van de wegeninfrastructuur, te harmoniseren en om infrastructurele kosten op een eerlijke manier aan vervoerders in rekening te brengen. Het recente voorstel van de Commissie voor herziening van de richtlijn omvat aanvullende wijzigingen van de richtlijn, bijvoorbeeld een beoordeling van de kosten van de milieu-effecten van zware vrachtwagens, zoals geluidsoverlast, verkeersopstoppingen en luchtvervuiling.

Landen met veel doorvoerverkeer hebben daar heel andere opvattingen over dan landen aan de rand van de Unie, zoals mijn land, die afhankelijk zijn van grote verkeersstromen voor de import en export van goederen. De wijzigingen zijn in principe redelijk, maar ze moeten geleidelijk en op een billijke manier doorgevoerd worden. We kunnen ons niet veroorloven deze problemen te negeren. Zware vrachtwagens hebben vaak te maken met tijdgebrek en dienstregelingen van anderen, bijvoorbeeld van veerdiensten. Door de aanleg van een haventunnel in Dublin kunnen zware vrachtwagens het stadscentrum veel vaker mijden en is de luchtkwaliteit verbeterd en de geluidsoverlast verminderd. Die investering is de moeite waard geweest.

Ik ben niet overtuigd van de noodzaak van een onafhankelijke Europese instantie voor het vaststellen van toltarieven en ben van mening dat het subsidiariteitsbeginsel hierop van toepassing is.

 
  
MPphoto
 
 

  Françoise Grossetête (PPE-DE) , schriftelijk. – (FR) Ik heb vóór het verslag-El Khadraoui betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen gestemd.

Het is van belang de lidstaten de gelegenheid te bieden ‘intelligentere’ heffingen toe te passen voor de wegvervoersector om de externe kosten te dekken en aldus duurzamer gedrag te stimuleren.

Luchtvervuiling en geluidsoverlast moeten wel in aanmerking worden genomen, maar dat geldt niet voor files, die niet alleen veroorzaakt worden door goederenvervoer over de weg; een dergelijke heffing zou discriminatoir zijn omdat personenauto’s ook verantwoordelijk zijn voor files.

Bovendien draait deze sector op voor de gevolgen van de economische crisis via de olieprijzen en de kosten die voortvloeien uit de levering van goederen. Kleine en middelgrote wegtransportbedrijven zullen niet in staat zijn deze extra kosten te dragen nu ze zich midden in deze economische crisis bevinden.

Er moet meer worden gedaan om het wegennet aan te passen aan het toenemende verkeer, maar we moeten ons vooral vastleggen op duurzaam transport door de voorkeur te geven aan koolstofarme vervoerswijzen.

Als afgevaardigde voor de regio Rhône-Alpes kan ik ervan getuigen dat tal van wegennetbeheerders in het Rhône-dal zich niet weten aan te passen.

 
  
MPphoto
 
 

  Małgorzata Handzlik (PPE-DE), schriftelijk. – (PL) Tijdens de stemming heeft het Europees Parlement vandaag de ontwerprichtlijn inzake de zogeheten Eurovignetten goedgekeurd. Deze richtlijn stelt de lidstaten in staat om tol te heffen voor het gebruik van wegeninfrastructuur door vrachtwagens.

Tijdens de eindstemming heb ik mij uitgesproken tegen deze richtlijn. Ik ben namelijk van mening dat de tenuitvoerlegging van deze richtlijn leidt tot hogere kosten voor ondernemingen die transportdiensten leveren. Dergelijke kosten kunnen bijzonder pijnlijk zijn voor kleine en middelgrote ondernemingen die niet over voldoende financiële middelen beschikken om hun vloot te vervangen. Ook kunnen de bepalingen van deze richtlijn pijnlijk zijn nu veel bedrijven door de financiële crisis moeilijker toegang hebben tot krediet.

We moeten absoluut zoeken naar manieren om milieuvriendelijker voertuigen op de weg te krijgen. We moeten hiervoor echter geen middelen gebruiken die in feite alleen maar een nieuwe vorm van bedrijfsbelastingen zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Jim Higgins (PPE-DE), schriftelijk. (EN) Namens mijn Fine Gael-collega's in het Parlement wil ik graag toelichten dat we niet voor het verslag-El Khadraoui over de heffingen voor zware vrachtwagens gestemd hebben vanwege onze twijfels over de rechtsgrondslag van het voorstel, twijfels over de verplichte invoering van elektronische tolheffing en vanwege de bepaling over de bestemming van de ontvangsten. Wij zijn het volledig eens met de beginselen achter het voorstel, maar vinden dat de toepassing daarvan in het verslag tekortkomingen vertoont.

 
  
MPphoto
 
 

  Stanisław Jałowiecki (PPE-DE), schriftelijk. (EN) Ik heb niet alleen tegen dit verslag gestemd, maar ik vind het ook gevaarlijk voor de Europese gemeenschappelijke markt. Dat vind ik vooral vanwege het oneerlijke karakter ervan en omdat het hier gaat om een verkapte belastingheffing. Het draagt ook nog eens niet bij aan bescherming van het milieu. In deze financiële crisis is het gewoon absurd. Dit soort regelingen laat zien dat de EU zich van de burgers afwendt.

 
  
MPphoto
 
 

  Jörg Leichtfried (PSE), schriftelijk. (DE) Ik stem voor het compromis inzake het nieuwe Eurovignet, het is een heel redelijk compromis. Met de Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement – en in weerwil van heftig verzet van delen van de conservatieve Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten – vecht ik er al jaren voor dat de externe kosten (lawaai, files, milieuvervuiling) ook moeten worden meegeteld bij de berekening van de tol, zodat de financiële last niet wordt gedragen door de belastingbetaler, maar door de veroorzaker, en wel het goederenvervoer over de weg.

Ik ben tegen het resultaat dat waarschijnlijk uit de bus komt voor de filekosten, omdat de erkenning daarvan als externe kosten vanwege de bestaande meerderheden slechts op één voorwaarde haalbaar was, en wel dat dit niet alleen zou gelden voor het goederenvervoer, maar voor alle voertuigen die files veroorzaken, dus ook personenwagens.

Vanwege het onbegrijpelijke verzet van de PPE-DE zal ook het in rekening brengen van CO2 het waarschijnlijk niet halen. Voor mijn amendement over een minimumtol voor alle TEN-trajecten is in de commissie geen meerderheid tot stand gekomen. Ik zal dit voorstel tijdens de verdere behandeling zeker opnieuw indienen.

Voor Oostenrijk is het volgens mij een bijzonder goede zaak dat de externe kosten waarschijnlijk niet zullen worden verrekend met de zogenaamde Alpentoeslag (een hogere tol voor het Alpengebied). Dat betekent dat Oostenrijk in het gevoelige Alpengebied een hogere tol mag innen, en dat de externe kosten daarnaast ook in rekening kunnen worden gebracht. Dat betekent dat voor de Brennerpas een hogere tol mag worden vastgelegd.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Ik steun dit verslag, dat ervoor moet zorgen dat er een verschuiving komt van vrachtvervoer over de weg naar vrachtvervoer per spoor. Het verslag maakt deel uit van een pakket aan initiatieven dat het vervoer duurzamer wil maken en ervoor wil zorgen dat gebruikers alleen maar de transportkosten hoeven te betalen die rechtstreeks betrekking hebben op hun gebruik van die specifieke vorm van vervoer. Er zal tol geheven worden voor bestrijding van plaatselijke geluidsoverlast, plaatselijke luchtvervuiling en infrastructurele schade resp. kosten. Daardoor ontstaat een eerlijker systeem dat gebaseerd is op het principe "De vervuiler betaalt", met ingebouwde waarborgen voor transparantie van de markt en tegen discriminatie.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) Met name sinds de toetreding van de Oost-Europese landen is het vrachtvervoer over de weg in Europa gestegen, en meerdere lidstaten, waaronder Oostenrijk, ondervinden dat aan den lijve. Het probleem is nu dat er sectoren zijn die hoge externe kosten met zich mee brengen, die door de samenleving moeten worden gedragen. Het vrachtvervoer over de weg dwars door heel Europa is één voorbeeld daarvan, kerncentrales zijn een ander belangrijk voorbeeld.

Wanneer we alleen de tolheffing voor vrachtwagens verhogen, maar niet tegelijkertijd de spoorweginfrastructuur uitbreiden, en de hindernissen voor internationaal spoorvervoer definitief uit de weg ruimen, dan leidt ons besluit alleen maar tot duurdere producten, zonder dat we iets bereiken voor de volksgezondheid en zonder dat de gevolgen voor het milieu verminderen, zoals we hadden gehoopt.

Het lijkt me contraproductief om degenen die in de file staan daarvoor ook nog te bestraffen, en het zou er waarschijnlijk toe leiden dat de auto’s weer via kleine dorpen en steden rijden, en dat willen we zeker niet. Op de lange termijn moeten we de infrastructuur uitbreiden, en dat betekent dat we het personenvervoer op de korte afstand aantrekkelijker moeten maken. Het Eurovignet dat we vandaag bespreken lijkt me in dat verband een redelijk compromis, reden waarom ik vóór heb gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Cristiana Muscardini (UEN), schriftelijk. (IT) Mevrouw de Voorzitter, milieubescherming en verkeersveiligheid, de achterliggende doelstellingen van de onderhavige ontwerprichtlijn, zijn twee doelstellingen waarvoor de Europese Unie flink aan de weg moet timmeren. Alleen op die manier kan zij komen tot een verkeersbeleid dat beter aansluit op de verwachtingen en rechten van de Europese burger. Om die reden is een aantal wijzigingen in de EG-richtlijn van 1999, die voorziet in heffingen voor zware vrachtvoertuigen in verband met het gebruik van bepaalde wegen, meer dan welkom. Dergelijke stappen in de goede richting dienen echter evenredig te zijn en geleidelijk te worden uitgevoerd om in de huidige economische crisistijden te vermijden dat een belangrijke economische sector het loodje legt, een sector die bovendien vrijwel geheel uit kleine en middelgrote ondernemingen bestaat.

Daar komt nog eens bij dat Europa nog altijd geen veelomvattend en doeltreffend intermodaal systeem heeft weten te creëren waarmee een aanzienlijk deel van het vrachtvervoer overgeheveld zou kunnen worden naar minder vervuilende sectoren. Gezien dit feit, alsook gezien zijn aard en efficiëntie, is het wegvervoer verreweg het meest gebruikte vervoerstype in de productiesector.

Ik wens daarom met mijn stem van vandaag het belang van geleidelijke, doch aanzienlijke en dus niet louter symbolische stappen richting veiliger en groener wegvervoer te benadrukken, maar dan wel zonder onlogische en voor de bedrijfstak contraproductieve sancties.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Ik ben ingenomen met de werkzaamheden van de heer El Khadraoui in de vorm van zijn verslag betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen en heb dan ook voor dit verslag gestemd. Ik ben het dan wel niet eens met een aantal daarin genoemde punten, zoals het al dan niet internaliseren van een aantal externe kosten, maar ik ben het wel eens met het beginsel van "de vervuiler betaalt". In zijn uitstekende verslag wijst de heer El Khadraoui er terecht op dat de in rekening gebrachte gelden weer in hun geheel ten goede dienen te komen aan de sector zelf. Tot slot ben ik van mening dat het systeem van internalisering van de externe kosten niet mag uitdraaien op een verkapte vorm van belasting.

 
  
MPphoto
 
 

  Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. − Het voorstel waarover we vandaag stemden is een herziening en uitbreiding van de vorige Eurovignet-richtlijn en gaat over de regels voor tolheffing op de Europese wegen. Lidstaten kunnen volgens de aangenomen voorstellen voortaan de kosten van luchtvervuiling, lawaai en files doorrekenen aan vrachtwagens. Dit is goed nieuws voor de belastingbetaler. Nu betalen we nog met z'n allen voor de schade als gevolg van luchtvervuiling. Straks is het de vervuiler die betaalt. Bovendien stimuleren we transportbedrijven op deze manier om in schonere vrachtwagens te investeren.

Ik heb dus voor dit voorstel gestemd, te meer daar ook de fileheffing als bijkomende externe kosten voor bergregio's werd opgenomen. Files dragen sterk bij aan luchtvervuiling, geluidsoverlast en brandstofverspilling. Indien we de opbrengst van deze heffing kunnen gebruiken om te investeren in transport per spoor of over water, dan verhelpen we zowel het fileprobleem als de klimaatverandering. Bovendien zorgen de vertragingen als gevolg van files voor flinke economische schade in de transportsector.

Jammer genoeg werden klimaatkosten als gevolg van het vele vrachtverkeer niet opgenomen, dit terwijl de transportsector een grote verantwoordelijkheid heeft in het uitstoten van emissies.

 
  
  

- Verslag-Cashman (A6-0077/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Alessandro Battilocchio (PSE), schriftelijk. (IT) Mevrouw de Voorzitter, ik heb voor het verslag gestemd. Transparantie is niet een kwestie van symboliek, maar behoort het basisprincipe te zijn van alle institutionele procedures. Burgers en gekozen organen dienen verzekerd te zijn van de best mogelijke toegang tot in het bezit van de Europese instellingen zijnde documenten, zodat zij op doeltreffende wijze kunnen deelnemen aan het politiek proces en overheden ertoe kunnen bewegen rekenschap af te leggen van hun daden. Om deze reden heb ik mij in het verleden sterk gemaakt voor de publicatie van de presentielijsten van het Parlement.

Ondanks alle vooruitgang die de Europese instellingen inmiddels geboekt hebben op het vlak van openheid en transparantie, kan nu niet bepaald gezegd worden dat de situatie ideaal is. Deze herschikking van Verordening (EEG) nr. 1049/2001 betreffende de toegang van het publiek tot documenten van de Europese instellingen dient in dat licht te worden bezien als een volgende stap richting een overheid waar de beschikbaarheid van en eenvoudige toegang tot informatie de regel zijn en geen uitzondering. Tot besluit zou ik willen wijzen op een groot recent succes, namelijk dat het Europees Parlement sinds kort niet minder dan 23 officiële talen hanteert en dat de documenten van de Europese Gemeenschap in al deze talen beschikbaar zijn. Dit is een belangrijke waarborg voor de democratie.

 
  
MPphoto
 
 

  Charlotte Cederschiöld (PPE-DE), schriftelijk. − (SV) Wij Zweedse conservatieven hebben vandaag gestemd voor het verslag-Cashman (A6-0077/2009) over herziening van openbaarheidsverordening (EG) nr. 1049/2001, ter bevordering van meer openheid binnen de Europese instellingen. Wat betreft de amendementen 61 en 103 op artikel 5 vinden wij dat bemiddelingsdocumenten van de derde lezing onmiddellijk na afsluiting van de laatste bemiddelingsbijeenkomst openbaar moeten zijn, in tegenstelling tot de documenten die bij de behandeling zelf worden onderzocht. Documenten van trilogen in eerste en tweede lezing moeten tijdens de hele procedure openbaar zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Chris Davies (ALDE), schriftelijk. (EN) Ik betreur het zeer dat het Parlement met nadruk heeft aangegeven dat de procedures voor de ontwikkeling van het beginsel dat het publiek het recht heeft EU-documenten in te zien, niet voor leden van het Parlement gelden. Het argument hiervoor is dat dit alleen maar bevestigt wat al vastgelegd is in het Statuut van de leden van het Parlement, maar veel mensen zullen het zien als weer een geval van "Wat voor ons geldt, geldt niet voor hen", en ik ben blij dat de liberaal-democratische fractie de door de heer Nassauer ingediende amendementen niet heeft gesteund.

Het is met name van belang dat de details van alle door het Parlement vergoede onkosten van leden openbaar gemaakt worden. Onze eigen accountants hebben laten weten dat sommige leden van het Parlement beslist niet 'edelachtbaar' zijn, maar dat sommigen eigenlijk oplichters en schurken zijn. Als we willen dat de burgers van Europa vertrouwen hebben in deze instelling, zal het beginsel van volledige transparantie zo spoedig mogelijk gestalte moeten krijgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Ik heb voor het verslag van de heer Cashman gestemd betreffende de toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Ik steun dit lovenswaardige initiatief omdat het beoogt de kloof tussen de verschillende communautaire regels inzake “geheime informatie” (de in de huidige Verordening (EG) nr. 1049/2001 genoemde zogeheten gevoelige documenten) te dichten, en wel door een aantal goede beginselen uit de interne veiligheidsregels van de Raad en de Commissie - voor zover deze toepasbaar zijn op een parlementair orgaan - te handhaven op verordeningsniveau. Tot slot schaar ik mij achter de algemene intentie van de heer Cashman deze verordening te wijzigen ter vergroting van de transparantie, zonder echter dit instrument te specifiek en te moeilijk uitvoerbaar te maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. − De verordening van 2001 zorgde zeer zeker voor een grotere openheid naar de bevolking toe door het publiek toegang te verlenen tot documenten van de Europese instellingen. Het is goed dat we na zeven jaar praktijkervaring deze verordening opnieuw bekijken. Wat is de stand van zaken? Reeds in 2006 stelde het EP heel wat voorstellen tot aanpassing van de verordening voor. Doel? De transparantie nog verbeteren. Maar de Commissie hield daar niet erg rekening mee.

Meer zelfs, het voorstel van de Commissie ter herziening van de verordening uit 2001 dat nu op tafel ligt, betekent een verstrenging, dus minder transparantie. Zo worden documenten over handelsonderhandelingen als vertrouwelijk beschouwd. Uiteindelijk is het kiezen tussen pest en cholera. Ik stem dus voor het verslag-Cashman, omdat het, alhoewel onvolledig, al met al een verbetering is ten opzichte van het voorliggende Commissievoorstel. Een meer radicale aanpak met een totale verwerping van de Commissievoorstellen ware echter nog beter geweest, want dan zou de Commissie gedwongen zijn met een nieuw en beter voorstel op de proppen komen. Dat zou de transparantie van de Europese instellingen enkel maar ten goede komen en de befaamde kloof tussen de EU-instellingen en de burger echt dichten.

 
  
  

- Verslag-Andersson (A6-0052/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Alessandro Battilocchio (PSE), schriftelijk. (IT) Mevrouw de Voorzitter, zoals we allemaal weten, heeft Europa te lijden onder de huidige economische en financiële crisis. Ik maak me ernstige zorgen over mijn eigen land, Italië. De crisis maakt mensen werkloos en maakt dat gezinnen steeds minder geld hebben en steeds minder uitgeven. Dat vraagt om krachtig ingrijpen. Naar het zich laat aanzien is dit een zeer ernstige crisis, maar hoe diep die gaan zal en hoe lang die zal duren, hangt volledig af van wat wij doen. We dienen onze krachten te bundelen; het is van cruciaal belang te komen tot een gecoördineerde Europese aanpak. We zien nu meer dan ooit dat indien we willen zorgen voor hoogwaardige banen en welvaart voor de Europese burger, het bitter noodzakelijk hervormingen rigoureus door te voeren. We dienen de trend richting radicale herstructurering te keren, verlies van werkgelegenheid te voorkomen en niet toe te geven aan verdere druk om te snijden in lonen en sociale uitkeringen.

We dienen onze mouwen op te stropen en zaken als werkloosheid en maatschappelijke uitsluiting de kop in te drukken. Verder dienen we de coördinatie van onze inspanningen te verbeteren, zowel van EU- als van lidstaatzijde en last but not least erop toe te zien dat de maatregelen die getroffen worden in het kader van het economisch herstelplan ter bestrijding van de crisis op de korte termijn, blijven stroken met de langetermijndoelstellingen van de Gemeenschap van de Lissabonstrategie. Daarom heb ik voor dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Carl Lang (NI), schriftelijk. – (FR) Opmerkelijk genoeg geeft dit verslag toe dat de Europese Unie op sociaal gebied meerdere malen de mist in is gegaan. Allereerst erkent de rapporteur dat de doelstellingen uit de strategie van Lissabon in 2010 niet zullen worden gehaald. Vervolgens vinden we belangwekkende cijfers over de ontwikkeling van de werkloosheid, die toeneemt van 7 procent in 2008 tot 8,7 procent in 2009 en, meer bepaald in de eurozone, van 7,5 procent tot 9,2 procent, ofwel een verwacht verlies van 3,5 miljoen banen.

Deze pijnlijke constatering zou de pro-Europeanen stof tot nadenken moeten geven als het gaat om de radicale hervormingen die in de lidstaten moeten worden doorgevoerd teneinde de rampzalige gevolgen van de economische en financiele crisis zoveel mogelijk te beperken, een crisis die voortkomt uit het ultraliberalisme en de mondialisering die door Brussel zo worden gekoesterd.

Hiertoe is het niet geloofwaardig verder te gaan met een dergelijk beleid, dat gericht is op handhaving van richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten. Integendeel: we moeten deze autoritaire logica vaarwel zeggen en de staten weer zeggenschap geven over hun economische en financiële middelen, waarbij we nationale en communautaire preferentie en bescherming invoeren om de interne markt weer in handen te krijgen en opnieuw groei te bewerkstelligen.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) De financiële crisis is in de VS begonnen en heeft intussen ook de reële economie bereikt. De deskundigen zijn het er niet over eens hoe we op deze crisis moeten reageren, en hoe we de economie optimaal kunnen aanzwengelen, en op die manier ook de werkloosheid in toom kunnen houden.

Ook vóór de financiële crisis was de situatie op de arbeidsmarkt echter allesbehalve rooskleurig: al meer werknemers zagen zich gedwongen om parttime te werken, om mini- of midibaantjes aan te nemen, en er was al steeds minder werk dat werd omringd met sociale zekerheid. Er zijn al meer mensen arm, hoewel ze werk hebben, dat is al een tijd aan de gang. Met het oog op de duistere economische vooruitzichten valt te verwachten dat het aantal personen met een volledige baan verder zal dalen, en vroeger of later worden waarschijnlijk ook diegenen werkloos die nu al korter werken. We moeten alles in het werk stellen om te vermijden dat we een leger van werklozen krijgen. Of de in dit verslag genoemde maatregelen daarvoor geschikt en afdoende zijn valt te betwijfelen. Daarom heb ik ertegen gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Ik heb tegen het verslag van de heer Andersson gestemd. Hoewel ik aan de ene kant geloof dat we onze krachten moeten bundelen om de trend richting radicale herstructureringen te keren en we verder verlies van arbeidsplaatsen dienen te voorkomen en een halt dienen toe te roepen aan verdere verlaging van lonen en sociale uitkeringen, ben ik aan de andere kant van mening dat de door de Commissie voorgestelde maatregelen voor het leeuwendeel onvoldoende zullen zijn om te zorgen voor een voldoende dekking voor en bescherming van het sociale bestel en de werkgelegenheid in de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Flaviu Călin Rus (PPE-DE), schriftelijk. – (RO) de huidige economische crisis heeft zijn weerslag op de arbeidsmarkt en zal dat ook in de nabije toekomst nog hebben.

Ik heb vóór de ontwerpresolutie van het Europees Parlement over de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten gestemd, omdat ik mij aansluit bij de rapporteur in zijn steun voor het voorstel van de Commissie, om de richtsnoeren betreffende het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten, zoals vastgelegd in de bijlage bij Besluit 2006/618/EG van de Raad van 15 juli 2008, te handhaven in 2009. Volgens de Commissie bieden deze richtsnoeren een degelijk kader, enerzijds om te kunnen reageren op de huidige economische en financiële crisis en anderzijds voor continue structurele hervormingen.

 
  
MPphoto
 
 

  José Albino Silva Peneda (PPE-DE), schriftelijk. (PT) De huidige crisis is meer dan alleen maar een economische en financiële crisis. Het is bovenal een vertrouwenscrisis. De meest dramatische aanwijzing is de hoge werkloosheid. Werkloosheid impliceert niet alleen inkomensverlies, maar leidt ook tot een gebrek aan vertrouwen in onszelf en in de anderen.

Om het vertrouwen te herstellen moeten wij een zeer duidelijke middellangetermijnstrategie opzetten.

Daarbij is een beslissende rol weggelegd voor de politieke leiders, die voortdurend boodschappen en signalen uitzenden. Voorzichtigheid, zekerheid, de waarheid spreken, zich niet overgeven aan simplistische propaganda over onhaalbare doelstellingen en zelfverheerlijking zijn enkele voorbeelden van goede praktijken die het vertrouwen kunnen helpen herstellen.

Anderzijds moeten wij ook nieuwe banen scheppen en daarvoor moeten de voorwaarden aanwezig zijn voor bedrijfsinvesteringen.

Wij moeten snel actie ondernemen, want als er op dit niveau niets wordt gedaan, zullen de financiële problemen van de landen met de grootste tekorten van de eurozone leiden tot een verdieping van de recessie, een niet-aflatende stijging van de werkloosheid en een daling van de inkomsten van ondernemingen en gezinnen.

Daarom heb ik mijn steun gegeven aan het verslag van de heer Andersson, waarin wordt gepleit voor de instandhouding van de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid in 2009.

 
  
  

- Ontwerpresolutie over artikel 139 van het Reglement (B6-0094/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Het is onbegrijpelijk en onaanvaardbaar dat de opschorting van het erkende recht volgens welk alle afgevaardigden zich van hun eigen taal mogen bedienen in het Parlement en alle documenten moeten worden opgesteld in de officiële talen van de Europese Unie, voor de zoveelste maal wordt verlengd. Het gebruik van de taal van sommige lidstaten blijft aan beperkingen onderhevig omdat er nog steeds niet genoeg linguïsten zijn gevonden, al zijn er reeds verschillende jaren verstreken sinds de toetreding van tal van deze landen, zoals het geval is met Ierland en de Tsjechische Republiek. De opgegeven redenen zijn vaag en onsamenhangend. Het feit dat er geen financiële prioriteit is gegeven aan de opleiding van linguïsten wekt ons wantrouwen. Wij kunnen niet aanvaarden dat het onvervreemdbare recht op culturele en linguïstische verscheidenheid in de Europese Unie op de helling komt te staan. In dat geval loopt ook het Portugees gevaar. Wij kunnen niet dulden dat bepaalde talen worden gediscrimineerd.

Wij verklaren hier nogmaals dat de culturele identiteit van elke lidstaat en van alle nationale talen als werktalen onze absolute bescherming geniet. Daarom kunnen wij niet anders dan tegen dit besluit stemmen. Per slot van rekening gaat het hier om een overdracht naar het culturele en linguïstische niveau van het begrotingsbeleid van de Unie, dat voorrang verleent aan investeringen in wapens in plaats van de cultuur op te waarderen en de werkgelegenheid te beschermen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Ik heb voor het voorstel van het Bureau tot verlenging van de toepasbaarheid van artikel 139 van het Reglement van het Europees Parlement tot het einde van de zevende zittingsperiode gestemd.

 
  
  

- Verslag-Kósáné Kovács (A6-0038/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Alessandro Battilocchio (PSE), schriftelijk. (IT) Mevrouw de Voorzitter, ik heb voor het verslag gestemd. Ik maak me ernstig zorgen over de recente gebeurtenissen in Italië. Er is een zeer intolerant klimaat, een soort heksenjacht, aan het ontstaan jegens Roemeense burgers en Roma, gepaard gaand met talrijke klopjachten. De Italiaanse regering is betrokken bij een obsessieve veiligheidscampagne. Ze zou er echter met het treffen van allerlei extreme maatregelen ten aanzien van de Romagemeenschappen wel eens voor kunnen zorgen dat de reeds miserabele situatie waarin deze minderheden verkeren verder verslechtert en hun kansen op integratie en opname in de samenleving ondermijnd worden. We mogen niet vergeten dat in een rechtsstaat strafrechtelijke aansprakelijkheid op individuele leest geschoeid is en nooit en te nimmer betrekking kan hebben op collectieve groepen. Wanneer van dit beginsel wordt afgeweken, zou er wel eens een gevaarlijk precedent kunnen ontstaan dat leidt tot criminalisering van complete etnische groepen of groepen immigranten uit bepaalde landen.

Immigratie is bij uitstek een kwestie die om Europese coördinatie vraagt. Alleen zo kunnen de juridische en politionele middelen ter bestrijding van de georganiseerde misdaad daadwerkelijk versterkt worden. Maar dat alleen is niet voldoende. Er dient tevens een doelgericht werkgelegenheidsbeleid voor achtergestelde groeperingen zoals de Roma te worden gevoerd, met maatregelen ter ondersteuning van hun geleidelijke integratie in de arbeidsmarkt en meer aandacht voor onderwijsbeleid voor jongeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM), schrftelijk. – (SV) De EU is een unie van waarden en is daarom verantwoordelijk voor handhaving van de eerbiediging van de mensenrechten binnen haar grenzen. Daarom heeft de EU ook de taak om via haar lidstaten aandacht te schenken aan de situatie waaraan de Roma zijn blootgesteld en om hun integratie in de samenleving te vergemakkelijken. Daarom hebben wij voor dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Anna Ibrisagic (PPE-DE), schriftelijk. – (SV) Wij hebben vandaag gestemd voor het initiatiefverslag van Kósáné Kovács (A6-0038/2009) over de sociale situatie van de Roma en de verbetering van hun toegang tot de arbeidsmarkt in de EU. In dit verslag wordt een zeer ernstig probleem aan de orde gesteld en er wordt duidelijk gewezen op de behoefte aan maatregelen voor de aanpak van de uitgebreide sociale uitsluiting die op dit moment vele Roma treft. Wij juichen het toe dat er wordt samengewerkt tussen de lidstaten om deze enorme problemen te lijf te gaan.

Wij willen echter benadrukken dat wij allerlei speciale regelingen niet als de oplossing zien om de sociale uitsluiting te verminderen. Speciale belastingtarieven voor werkgevers die Romavrouwen in dienst nemen en dergelijke maatregelen dreigen de sociale uitsluiting juist te bevestigen en de integratie in de rest van de samenleving tegen te gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Marian-Jean Marinescu (PPE-DE), schriftelijk. – (RO) Ik verwelkom het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken omdat het een nieuw aspect belicht van de integratiestrategie voor de Roma, die vanaf 2005 is neergelegd in diverse resoluties van het Europees Parlement. De huidige situatie van de Roma wijst uit dat er nog onvoldoende vooruitgang is geboekt met de integratie van de Roma, sinds de eerste oproep van de Commissie hiertoe in 2005.

Het verslag doet voorstellen voor belangrijke richtlijnen voor actie ten aanzien van beleid om onderwijs voor de Roma en positieve discriminatie op de arbeidsmarkt te stimuleren. De ondersteuning van de integratie van Roma op de arbeidsmarkt door het financieren van maatregelen voor scholing en omscholing, maatregelen ter stimulering van onafhankelijke activiteiten onder Roma, het verstrekken van leningen tegen gunstige voorwaarden of het toekennen van overheidssubsidies, en het zoeken naar innoverende vormen van landbouwactiviteit zijn allemaal doelstellingen die de EU moet coördineren. De vorming op EU-niveau van een groep deskundigen die mede bestaat uit vertegenwoordigers van de Roma, kan helpen om de strategie van de lidstaten ten aanzien van de Roma en de aanwending van de structuurfondsen en het Cohesiefonds te coördineren.

Ik verwacht dat deze voorstellen de Europese Commissie voldoende motiveren om met wetsvoorstellen te komen die gericht zijn op tastbare resultaten op dit gebied.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) De Roma vormen de grootste minderheid in de Europese Unie en hun integratie in de Europese samenleving is een van de grootste uitdagingen waarvoor de EU in het komende decennium zal komen te staan. De Roma - ongeveer tien tot twaalf miljoen mensen - hebben geen enkele kans om aan hun situatie van armoede en uitsluiting te ontsnappen. Een dergelijk grote maatschappelijke achterstand belet de Roma een basisniveau van menselijke waardigheid en gelijke kansen te bereiken. Ik juich dit verslag toe, dat de noodzaak van betere omstandigheden voor alle Europeanen, zonder onderscheid naar ras, belicht.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexandru Nazare (PPE-DE), schriftelijk. – (RO) het creëren van gelijke kansen voor de Romaminderheid in de EU is de juiste benadering om sociale uitsluiting te voorkomen en de rechten van deze groep te respecteren. Daarom heb ik vóór het verslag van mevrouw Kovács gestemd, dat ik zeer nuttig vind.

Ik wil echter mijn standpunt in deze op een aantal punten toelichten.

Gezien het feit dat het hier om een transnationale minderheid gaat, kan de situatie van de rechten van de Roma alleen op Europees niveau worden aangepakt. Daarom heb ik voorgesteld een Europees agentschap voor Roma op te richten, dat belast wordt met de coördinatie op Europees niveau van beleid gericht op deze minderheid.

Ten tweede wordt de integratie van de Romaminderheid niet geholpen door fiscale maatregelen, aangezien daardoor de structurele problemen van de Romagemeenschappen niet worden opgelost. De ideale manier om deze minderheid te helpen is met onderwijsprogramma's, die erop gericht zijn deze groepen de vaardigheden te verschaffen die nodig zijn om deel te kunnen nemen aan de arbeidsmarkt.

Tegelijkertijd moet een Europees beleid voor de Romaminderheid gericht zijn op het stimuleren van tolerantie en acceptatie van culturele verschillen, met de nadruk op vreedzame coëxistentie, binnen de grenzen die bepaald worden door de wetgeving van het betreffende land en de EU-verordeningen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Ik heb tegen het verslag van mevrouw Kósáné Kovács over de sociale situatie van de Roma en de verbetering van hun toegang tot de arbeidsmarkt in de EU gestemd. Ik ben er namelijk van overtuigd dat er op deze manier een nieuwe vorm van fundamentele discriminatie jegens de Roma gecreëerd wordt. De Roma dienen juist dezelfde behandeling te krijgen als alle andere burgers, zonder dat zij allerlei buitensporige voordelen en concessies genieten ten nadele van de overige Europese burgers die dezelfde rechten (en vooral ook plichten) hebben als deze bevolkingsgroep.

 
  
MPphoto
 
 

  Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. − De Roma-gemeenschap is de grootste en meest benadeelde minderheidsgroep binnen Europa. Wie de situatie op de voet volgt, weet dat er noodzaak is aan een gecoördineerde aanpak om hun werk- en leefomstandigheden te verbeteren. Ik ben blij dat het voorliggende verslag ervoor pleit aangepaste opleidingen aan te bieden om de kansen van Roma op de arbeidsmarkt te vergroten. Daarnaast moet het menselijke en sociale kapitaal versterkt worden door vanaf het begin te werken aan hun integratie in de Europese samenleving.

Het is goed dat er een Europese expertgroep, met vertegenwoordigers uit de Roma-gemeenschap, wordt opgericht. Ook het voorstel om partnerschappen uit te werken en voldoende financiële middelen in te zetten en dit alles via een database te volgen, zijn bijzonder goede voorstellen. Ik steun dit verslag omdat het aangeeft hoe we een verbetering van de situatie van Roma-gemeenschap kunnen bewerkstelligen. De alternatieve resolutie die de PSE-Fractie voorstelt, valt jammer genoeg te zwak uit. Ik zal deze dus niet ondersteunen.

 
  
  

- Verslag-Reul (A6-0035/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Šarūnas Birutis (ALDE), schriftelijk. (LT) Het beheer van de vraag naar olie moet niet beperkt blijven tot de EU alleen. De komende jaren zal het aandeel van de EU in het wereldwijde olieverbruik geleidelijk dalen. Dit is het gevolg van de enorme toename van de vraag buiten de Europese grenzen. Vanuit het oogpunt van de zekerheid van de energievoorziening in de EU is het daarom van groot belang de toename van de vraag ook op mondiaal niveau terug te brengen, zonder echter de ontwikkelingsdoelstellingen van derde landen of van de EU zelf in gevaar te brengen. Daarnaast is het belangrijk prijsstellingsmechanismen van de markteconomie in derde landen te stimuleren – bijvoorbeeld nadat brandstofsubsidies zijn afgeschaft.

Voor al deze maatregelen zijn investeringen nodig. Er kan alleen worden geïnvesteerd als er voldoende kapitaal is en men verwacht wat winst te maken. Daarom moet de huidige financiële crisis, die een economische crisis kan worden, zo snel mogelijk worden overwonnen. In de afgelopen tien jaar is de problematiek rond de toekomstige voorzieningszekerheid van olie in de EU toegenomen. Als we de politieke wil kunnen vergroten en de internationale coördinatie en samenwerking en het scheppen van innovaties weten uit te breiden, kunnen we deze problemen echter oplossen, wat zowel op de vraag- als de aanbodzijde zijn weerslag zal hebben.

 
  
MPphoto
 
 

  Avril Doyle (PPE-DE), schriftelijk. (EN) Alles bij elkaar kan ik mij vinden in dit initiatiefverslag van mijn collega Reul. In de afgelopen maanden is gebleken dat energiezekerheid nog nooit zo dringend noodzakelijk is geweest. De noodzakelijke samenwerking tussen alle lidstaten en de noodzaak ons voordeel te doen met de stimuleringspakketten die nu door bijna alle lidstaten en de Commissie worden gepresenteerd, onderstrepen de noodzaak van investeringen in duurzame technologie, waardoor onze energiezekerheid toeneemt en onze CO2-emissies dalen. Onze jarenlange afhankelijkheid van fossiele brandstoffen kan slechts tot twee duidelijke conclusies leiden:

1. we moeten onafhankelijk zijn van mondiale geopolitieke krachten, gezien de impasse waarin Rusland en Oekraïne deze winter beland zijn en de vernietigende effecten van de prijspolitiek van de OPEC;

2. de tijdsdruk voor de vermindering van CO2-emissies, een zaak die de allerhoogste prioriteit moet blijven genieten, is onverminderd hoog.

We mogen niet terugschrikken voor de uitdagingen met betrekking tot de economie en het milieu waarmee we op dit moment geconfronteerd worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Ik heb tegen het verslag van de heer Reul over uitdagingen in verband met de aardolievoorziening gestemd. Ik ben het namelijk oneens met de rapporteur wanneer hij beweert dat er volgens meerdere ramingen voldoende olie gewonnen zou kunnen worden om te voorzien in de toekomstige vraag, zij het onder de voorwaarde dat de consument meer in rekening gebracht wordt en het investeringsklimaat verbeterd. Ook al ben ik voorstander van de Commissie-initiatieven die zouden moeten helpen voorkomen dat de olieprijzen de komende jaren weer de pan uitrijzen, ik ben er niet van overtuigd dat situatie als geheel correct in kaart is gebracht.

 
  
  

- Verslag-Jarzembowski (A6-0055/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Avril Doyle (PPE-DE), schriftelijk. (EN) In het door Parlementslid Jarzemboswki gepresenteerde verslag wordt de 'vergroening' van het vervoer tot een prioriteit gemaakt en het verslag is een eerste stap in de richting van een bredere benadering van het milieuvriendelijker maken van vervoer. Een belangrijk onderdeel van de reactie op klimaatverandering is een verandering in vorm en middelen van vervoer, bijvoorbeeld door gebruikmaking van geavanceerde hybride auto's, een toename van 'groen' openbaar vervoer of grotere doelmatigheid van andere vormen van vervoer.

De rapporteur heeft in dit verslag mogelijkheden aangedragen voor heffingen op zware vrachtwagens voor de vervuiling die ze veroorzaken, en ook op het treinvervoer voor geluidsoverlast. Het is van belang dat we acht slaan op de behoeften van landen aan de rand van Europa die tegen verscheidene geografische barrières aanlopen en afhankelijk zijn van een sterk vervoersnetwerk voor hun bevoorrading en hun economische groei. We moeten ervoor zorgen dat deze maatregelen rechtvaardig worden uitgevoerd. Onder die voorwaarden steun ik het verslag van harte.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Ik heb voor het verslag van de heer Jarzembowski over groener vervoer en internalisering van externe kosten gestemd. Naar mijn mening - een mening die overigens naadloos aansluit op die van de rapporteur, die een uitmuntend verslag geschreven heeft - dient de nadruk te worden gelegd op de grote voordelen van mobiliteit voor de Europese burger in termen van levenskwaliteit, groei en werkgelegenheid binnen de Europese Unie, alsook wat betreft sociaaleconomische en territoriale cohesie, de handel met landen van buiten de EU en de voordelen ervan voor de direct en indirect bij de vervoers- en logistieke sector betrokken bedrijven. Wat dit betreft ben ik ingenomen met het feit dat de Commissiemededeling een balans opmaakt van de tot op heden getroffen EU-maatregelen ter bevordering van een duurzaam vervoersbeleid. Dit is een kleine stap op weg naar een groots doel.

 
  
MPphoto
 
 

  Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. − De Commissie publiceerde een pakket van mededelingen over het "vergroenen van transport", een "strategie voor het internaliseren van externe kosten" en "maatregelen die het geluid reduceren van goederenmaterieel". Ik vind het heel positief dat er gewerkt wordt aan groene maatregelen op het gebied van transport en moedig dit ook aan.

Met het verslag-Jarzembowski zouden de voorstellen van de Commissie echter worden afgezwakt. Daarom legden de Groenen positieve amendementen op tafel, zoals de vraag om meer medefinanciering tussen de EU en de lidstaten, een kerosinetaks voor vluchttransporten en het loskoppelen van toename in transport van economische groei. Onze amendementen werden evenwel niet aanvaard, waardoor dit verslag geen toegevoegde waarde heeft voor de voorstellen van de Commissie; ik heb dan ook tegen dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. (EN) Ik ben vóór maatregelen die een 'vergroening' van het vervoer bevorderen. Dat helpt ons in onze strijd tegen klimaatverandering. Toch moeten bepaalde maatregelen strenger gemaakt worden en daarom heb ik mij van stemming moeten onthouden.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B6-0107/2009 (Lissabon-strategie)

 
  
MPphoto
 
 

  John Attard-Montalto (PSE), schriftelijk. (EN) Ik ben het er volledig mee eens dat van de effecten van de economische crisis de stijging van de armoede in de EU het grootste probleem is. Het is absoluut noodzakelijk dat we de huidige stijging van de werkloosheid in de EU een halt toeroepen. Ik vind een strategie die gebaseerd is op de doelstellingen volledige werkgelegenheid, hooggekwalificeerde banen, maatschappelijke integratie, maatregelen om ondernemerschap te bevorderen en activiteiten om de rol van het KMO’s en van investeringen te vergroten, de efficiëntste manier om de armoede te verminderen en te voorkomen. Dit is in een notendop het belangrijkste deel van de preambule van de resolutie.

Als we er niet in slagen de als gevolg van de huidige uitzonderlijke omstandigheden toenemende armoede in de EU te stoppen, dan zal de EU in gebreke zijn gebleven het belangrijkste probleem op te lossen dat voortkomt uit deze economische en financiële calamiteit.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) De laatste tijd hebben wij kunnen vaststellen dat de armoede, de precaire arbeidsverhoudingen en de ongelijkheden in de Europese Unie zijn toegenomen. Het risico bestaat dat deze situatie nog verslechtert ten gevolge van de huidige economische en financiële crisis, aangezien de voorspellingen wijzen op een mogelijke recessie en een stijging van het aantal werklozen.

Dit is mede te wijten aan het beleid dat vooropstaat in de strategie van Lissabon en de Europese werkgelegenheidsstrategie, aangezien de beoogde maatregelen bijdragen aan de deregulering van de financiële sector, de liberalisering van de markten en het ontstaan van precaire arbeidsverhoudingen. Daarom moeten wij van deze beleidslijnen afstappen. Het antwoord (of het gebrek daaraan) van de Europese Unie op de verslechtering van de sociale en economische omstandigheden weerspiegelt haar klassenmentaliteit. Zij kiest ervoor om het huidige beleid voort te zetten en op die manier de grote economische en financiële groepen in de gelegenheid te stellen nog meer winst op te strijken ten koste van de levensomstandigheden van de werknemers en de bevolking in het algemeen.

Wat nodig is, is een ommekeer in het huidige macro-economische beleid en een betere bescherming van de werkgelegenheid en de werknemersrechten. Er is een ander beleid nodig dat een rechtvaardige inkomensverdeling waarborgt, de economische activiteit nieuw leven inblaast, werkgelegenheid schept, de rol van de staat in de economie versterkt, de vraag stimuleert, de groei van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in de hand werkt en de investeringen bevordert, met inachtneming van de behoeften en eigen kenmerken van elke lidstaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Glyn Ford (PSE), schriftelijk. (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd, ondanks mijn teleurstelling over het door de Groenen ingediende amendement 10, waarin opgeroepen wordt tot een EU-brede belasting op financiële transacties. Als voorzitter van de intergroep globalisering in het Parlement ben ik ee groot voorstander van een soort Tobin-tax om financiële speculaties onder controle te houden en miljarden euro's bijeen te brengen voor verlichting van de diepe armoede in de wereld onder de ruim één miljard mensen die van minder dan een euro per dag leven. Wie kan er nu tegen zo'n simpele en doeltreffende maatregel zijn?

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. (PT) De strategie van Lissabon is opgezet in een welbepaalde context en voor een welbepaalde economische conjunctuur die sterk verschilt van de situatie die wij thans doormaken. Dit impliceert echter niet dat alle onderliggende concepten aan herziening toe zijn. Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen het uitzonderlijke karakter van de huidige omstandigheden en de beleidsmaatregelen die ten uitvoer moeten worden gelegd om de ontwikkeling en het concurrentievermogen van de Europese Unie op de lange termijn te bevorderen. Dit onderscheid mag ons evenwel niet doen besluiten dat de huidige crisissituatie maatregelen vergt die in strijd zijn met wat wordt verstaan onder goed beleid. Integendeel. Ofschoon het antwoord op de huidige situatie uitzonderlijke maatregelen vereist, moet het gebaseerd zijn op het beginsel van goed beleid en op de bereidheid om te investeren in innovatie en in het Europese concurrentievermogen. Anders zullen wij falen in onze opzet om enerzijds de crisis aan te pakken en anderzijds de lidstaten van de Europese Unie klaar te stomen voor de volgende fase van de mondiale economie.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Na zorgvuldige bestudering van de ontwerpresolutie over de Lissabonstrategie heb ik uiteindelijk besloten om mij te onthouden van stemming en er dus noch voor, noch tegen te stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Eoin Ryan (UEN), schriftelijk. − (EN) De financiële en daaruit voortvloeiende economische crisis heeft een zware slag toegebracht aan de Europese groei en de stabiliteit op de arbeidsmarkt. In deze moeilijke tijden moet ons voornaamste doel zijn, zoals verwoord in deze gemeenschappelijke resolutie, dat we de burgers van de EU beschermen tegen de gevolgen van de crisis, of het nu werknemers, ondernemers of huiseigenaren zijn. De huidige crisis is zonder meer een ramp, maar biedt ook kansen, namelijk de kans onze manier van denken te veranderen, de kans een stevig raamwerk voor duurzame groei op te bouwen dat bestand is tegen eventuele schokken, en de kans een gezond en sociaal fundament voor de toekomst te leggen.

Een van de elementen van deze resolutie die mij vooral aanspreekt, is de erkenning van de cruciale rol van kleine en middelgrote ondernemingen en de steun die ze moeten krijgen. KMO’s bieden niet alleen waardevolle werkgelegenheid – in de afgelopen jaren 80 procent van alle nieuwe banen in de EU –, maar spelen ook een uiterst belangrijke rol bij het stimuleren van lokale economieën, bij de diversificatie van de werkgelegenheid en bij de bevordering van ondernemerschap. Ook de nadruk op innovatie, vooral in de milieusector, is zeer welkom en vormt een illustratie van het feit dat de doelstellingen energie-efficiëntie en economische stabiliteit heel goed hand in hand kunnen gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Peter Skinner (PSE), schriftelijk. (EN) De Labour-afgevaardigden in het Europees Parlement zijn van mening dat de Lissabonstrategie een belangrijk platform voor groei en werkgelegenheid in de EU blijft. Dat is nog steeds een haalbare doelstelling, ook al doet het huidige economische klimaat afbreuk aan het werkelijke potentieel. Zij zijn het er echter niet mee eens dat een EU-brede belasting op transacties noodzakelijk is om een aantal doelstellingen van de Lissabonstrategie te bereiken en hebben die maatregel niet gesteund.

Deze afgevaardigden konden zich echter wel vinden in de essentie van de goedgekeurde tekst en hebben daarom voor het verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. (EN) Volgens het afgelopen maandag gepubliceerde verslag van de Allianz Group zorgt de recessie er dit jaar voor dat de EU langzamer haar doel bereikt om de belangrijkste op kennis gebaseerde economische ruimte in de wereld te worden. Om de Lissabondoelstellingen te realiseren moeten we allemaal doen wat we kunnen om deze doelen wél te bereiken, zelfs in deze moeilijke tijd. Als we deze doelen halen, zullen we door de recessie heen kunnen komen en de EU in de toekomst een sterkere positie kunnen verschaffen. We moeten ook vasthouden aan de in Barcelona afgesproken kinderopvangdoelstellingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Georgios Toussas (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) In de resoluties van de politieke krachten van het kapitaal worden de werkelijke oorzaken en de werkelijke aard van de kapitalistische crisis verhuld. Daarin worden de lasten van de crisis op de schouders gelegd van de werknemers, die de superwinsten van het kapitaal hebben betaald en nu de rekening krijgen gepresenteerd voor de crisis. Wie moet anders de kapitalistische winsten redden en verhogen? In de resoluties wordt de EU opgeroepen de arbeidersvijandige strategie van Lissabon verder uit te diepen, het Stabiliteitspact en het economisch herstelplan toe te passen en over te gaan tot volledige liberalisering van de interne markt. Daarin worden maatregelen voorgesteld om de monopolistische concerns te voeden met stromen liquide middelen die uit de zak komen van de werknemers, om de belasting op het kapitaal te verminderen en de financiering van de grote monopolistische ondernemingen te verhogen. Daarmee wordt aangedrongen op een snellere uitvoering van de kapitalistische herstructureringen met als spil de flexizekerheidsstrategie en de arbeidstijdenrichtlijn, hetgeen betekent dat de arbeidstijd wordt verhoogd tot 13 uur per dag en 78 uur per week en wordt opgesplitst in actief en onbetaald inactief.

Met de ontwikkeling van de “groene economie”, met de liberalisering van onderzoek en energie en met de innovatie worden nieuwe wegen geopend voor het kapitaal om winstgevende investeringen te doen ten koste van de werknemers en de volksklassen.

De informele top van 1 maart heeft bevestigd dat de tegenstellingen in het imperialistische kamp weliswaar zijn toegenomen, maar de monopolies één front vormen tegen de volkeren.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B6-0134/2009 (Klimaatverandering)

 
  
MPphoto
 
 

  John Attard-Montalto (PSE), schriftelijk. (EN) Ik ben het ermee eens dat de EU in het internationale beleid ten aanzien van het klimaat een leidende rol moet blijven spelen. Ze moet dan wel met één mond spreken, anders verliest ze haar geloofwaardigheid. De EU als geheel lijkt op op schema te liggen wat betreft de klimaatdoelstellingen, maar alle landen, inclusief Malta, moeten ervoor waken achterop te raken, omdat anders de geloofwaardigheid van de Unie aangetast wordt.

Het beperken van de gemiddelde temperatuur over de hele wereld is niet alleen in de ontwikkelde wereld noodzakelijk, maar ook in de landen die zich aan het ontwikkelen zijn. Het is onnodig te zeggen dat dergelijke maatregelen een groot beroep zullen doen op de financiële middelen. De EU moet met een voorstel komen waarin de betrokken sectoren en financieringsbronnen in kaart gebracht zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (PSE), schriftelijk. (PT) Ik heb voor de resolutie van het Europees Parlement over het tegengaan van de klimaatverandering gestemd. De Europese Unie moet een voortrekkersrol blijven vervullen in het internationale klimaatbeleid en zij moet haar uiterste best doen om in Kopenhagen een akkoord te bereiken waarmee de uitstoot van kooldioxide in de atmosfeer kan worden teruggedrongen en de wereldwijde stijging van de temperatuur kan worden beperkt tot minder dan twee graden Celsius ten opzichte van de pre-industriële niveaus.

Gelet op de huidige financiële en economische crisis is het essentieel dat in Kopenhagen een nieuw akkoord over de bestrijding van de klimaatverandering wordt bereikt. De economische crisis en de klimaatcrisis kunnen op zodanige wijze worden gecombineerd dat belangrijke economische kansen ontstaan om nieuwe technologieën te ontwikkelen en werkgelegenheid te scheppen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Deze resolutie bevat een reeks positieve elementen die wij ten zeerste appreciëren. Wij wensen met name nadruk te leggen op het verzoek aan de Europese Unie om zich in Kopenhagen actief in te zetten voor een akkoord waarin rekening wordt gehouden met de jongste wetenschappelijke rapporten inzake klimaatverandering, waarin bindende stabilisatieniveaus en temperatuurwaarden worden vastgesteld die de kans op gevaarlijke klimaatontwikkelingen aanzienlijk beperken en waarin garanties worden geboden voor regelmatige herzieningen die moeten waarborgen dat de doelstellingen te allen tijde in lijn zijn met de meest recente wetenschappelijke gegevens. Het is eveneens een goede zaak dat de aandacht wordt gevestigd op de noodzakelijke substantiële verhoging van de financiële middelen om de gevolgen van de klimaatverandering in de ontwikkelingslanden te kunnen verlichten.

Wij gaan echter niet akkoord met de herhaalde verwijzingen naar de EU-regeling inzake de handel in emissierechten − al blijven die beperkt tot de overwegingen − en zeker niet met het voorstel om deze regeling als model te gebruiken voor de ontwikkeling van de handel in emissierechten in andere ontwikkelde landen en regio's. Wij kunnen ons evenmin vinden in de sterk economische invalshoek die sommige punten van de resolutie duidelijk beïnvloedt.

 
  
MPphoto
 
 

  Glyn Ford (PSE), schriftelijk. (EN) Ik heb voor deze resolutie van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid gestemd. Ondanks de omvang van de huidige financiële crisis – veroorzaakt door een combinatie van deregulering, laffe regelgevende instanties en graaiende bankiers – moeten we oog blijven houden voor de noodzaak maatregelen tegen de klimaatverandering te blijven nemen. We moeten de crisis zien als een kans om te investeren in een omslag in onze manier van leven en om in dit werelddeel en over de hele wereld een groene "New Deal" in gang te zetten. We kunnen onze doelen niet bereiken als we niet als partners samenwerken met de VS en met Japan, China en India.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Ik ben het op een aantal punten eens met de ontwerpresolutie over het tegengaan van de klimaatverandering. Bij een aantal andere paragrafen van het verslag heb ik echter ernstige bedenkingen. Ik heb daarom besloten om mij te onthouden van stemming over dit onderwerp.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. (EN) We moeten de groene economie gebruiken om werkgelegenheid in de hele EU te scheppen. Dat moet in deze financiële crisis een prioriteit zijn.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B6-0133/2009 (Werkgelegenheidsbeleid)

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. − (SV) Deze resolutie bevat vele behartigenswaardige aanbevelingen. Maar de meeste zaken die in de resolutie worden behandeld, vallen onder de politieke verantwoordelijkheid van de nationale parlementen.

De voorstellen in de resolutie leiden er ook toe dat er meer middelen vereist zijn voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering. Dat betekent dat de bijdragen van de lidstaten aan de EU moeten worden verhoogd. Dit terwijl de lidstaten hun verminderde financiële middelen moeten behouden voor hun eigen sociaal beleid en werkgelegenheidsbeleid. Wij geloven niet dat het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering het meest effectieve instrument is voor steun aan werknemers die hun baan verloren hebben. De lidstaten zijn beter in staat om op dit gebied een effectief beleid te voeren. Bovendien besteden alle lidstaten afzonderlijk bedragen aan het stimuleringspakket in dezelfde orde van grootte als hun totale bijdrage aan de begroting van de EU.

Vooral vanwege de passages over het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering hebben wij tegen deze resolutie gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Ik heb tegen de ontwerpresolutie over de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid gestemd. Gezien het feit dat de mondiale financiële en economische crisis vraagt om een vastberaden en gecoördineerd antwoord van de kant van de EU om te voorkomen dat er banen verloren gaan en om te zorgen voor de handhaving van een bevredigend inkomensniveau voor de Europese burger, alsook om een recessie te voorkomen en om de huidige uitdagingen op het vlak van economie en werkgelegenheid om te buigen in kansen, ben ik namelijk van mening dat de maatregelen die nu onder auspiciën van de eurocraten genomen worden verre van voldoende zijn om de huidige crisis het hoofd te bieden, zeker als het gaat om een kwetsbaar iets als werkgelegenheid.

 
  
  

- Verslag-Ferreira (A6-0063/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  John Attard-Montalto (PSE), schriftelijk. (EN) Het initiatief tot dit herstelplan is een reactie op de ernstige en voortdurende economische neergang. Het herstelplan moet als topprioriteit hebben het stimuleren van de economie en de concurrentiekracht van de EU en het voorkómen van grotere werkloosheid. De leden dringen erop aan dat alle financiële steun tijdig, gericht en tijdelijk is. De huidige buitengewone omstandigheden moeten gezien worden in de bredere context van een duidelijke toezegging de normale begrotingsdiscipline weer te hanteren zodra de economie aantrekt.

Bovendien moet het herstelplan tot doel hebben eerlijke internationale afspraken te maken om door financiering van grootschalige investeringen armere landen de kans te geven aan hun armoede te ontsnappen, zonder bij te dragen aan de opwarming van de aarde.

Ten slotte moeten gecoördineerde acties van lidstaten gericht worden op het verminderen van de onzekerheid op de kredietmarkten en steun aan het functioneren van die markten.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Ofschoon enkele positieve voorstellen zijn aangenomen, die wij uiteraard gesteund hebben, met name dat van de belastingparadijzen, zijn de voorstellen van onze fractie helaas grotendeels verworpen. De voortzetting van het neoliberale beleid loopt als een rode draad door het verslag, met hier en daar een vleugje roze om de aandacht van de kiesgerechtigde burger te trekken aan de vooravond van de verkiezingscampagne.

In de afgewezen voorstellen drong mijn fractie onder meer aan op een aanzienlijke verhoging van de financiële middelen en een snellere terbeschikkingstelling van de middelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid, alsmede op een heroriëntering van de steunprogramma’s voor de meest kwetsbare groepen in de samenleving, met inbegrip van de programma's voor het verzekeren van aanvaardbare levensomstandigheden en toegang tot hoogwaardige diensten van algemeen belang voor iedereen. Het is jammer dat ook geen gevolg is gegeven aan de voorstellen waarin het bedrag van het herstelplan (1,5 procent van het bbp van de Europese Unie) als ontoereikend wordt aangemerkt voor een succesvolle aanpak van de huidige crisis, met de waarschuwing dat de Europese Unie ver achter zal komen te liggen op landen als de Verenigde Staten en China. Ten slotte betreur ik ook de afwijzing van onze kritiek op de Commissie, omdat zij het herstelplan koppelt aan de verdieping van neoliberale “structurele hervormingen”, en op de strikte naleving van het Stabiliteits- en groeipact, aangezien we dat alles juist overboord moeten zetten en van koers moeten veranderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Glyn Ford (PSE), schriftelijk. (EN) Ik kan mijn collega Elisa Ferreira alleen maar feliciteren met haar verslag over het Europese economische herstelplan. Ik onderschrijf het gevoel van Poul Rasmussen dat we nog niet genoeg gedaan hebben. Het overeind houden van de banken was noodzakelijk, maar niet voldoende. We moeten ook maatregelen nemen om de problemen op de arbeidsmarkt aan te pakken. Werktijdverkorting moet aangemoedigd worden en wanneer er om gedeeltelijke werkloosheid gevraagd wordt, moeten we stimuleren dat de vrijgekomen uren op de werkplek benut worden voor opleidingen, om vaardigheden te vergroten.

De echte crisis is niet gelegen in de markt voor risicohypotheken, maar eerder in de tien keer zo grote casino-economie van de steeds duisterder fantasiewereld van de derivatenmarkt. Die moet onder controle gebracht worden. Daarom juich ik maatregelen voor toezicht op belastingparadijzen en de introductie van een EU-brede belasting op financiële transacties toe, om de ernstigste gevolgen van de crisis te overwinnen, speculatie tegen te gaan en geld binnen te halen om op schema te blijven bij het bereiken van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling.

 
  
MPphoto
 
 

  Małgorzata Handzlik (PPE-DE), schriftelijk. – (PL) Het vandaag goedgekeurde verslag over een Europees economisch herstelplan steunt de door de Europese Commissie voorgestelde maatregelen die moeten helpen de Europese economie weer vlot te trekken.

De gegevens van de afgelopen weken zijn geen aanleiding tot al te veel optimisme. De economische groei voor 2009 blijft naar schatting onder nul. Bovendien neemt de werkloosheid binnen de hele EU toe. Dit is de ernstigste recessie waar de Europese Gemeenschap ooit door is getroffen en de eerste sinds de invoering van de gemeenschappelijke munt.

Daarom zijn stevige maatregelen nodig die nieuwe banen scheppen en de economische situatie werkelijk verbeteren. Een zaak van doorslaggevend belang is uiteraard het 'genezen' van het financiële systeem, zodat bedrijven en burgers weer toegang krijgen tot krediet. Dit is met name van belang voor kleine en middelgrote ondernemingen, die immers de basis vormen van de Europese economie. We moeten er dan ook absoluut voor zorgen dat de kredietstromen weer snel en doeltreffend op gang komen. De steun voor het bestrijden van de crisis mag niet alleen maar gebruikt worden voor het redden van een aantal geselecteerde sectoren. Dergelijke steun is onvermijdelijk, maar er moet wel voortdurend rekening worden gehouden met de concurrentiepositie van de Europese industrie. Voorts mag de crisis niet te baat worden genomen om nieuwe, overdreven belastende maatregelen te treffen.

Ik reken erop dat het Europese economische herstelplan op korte termijn effect zal hebben en we de eerste signalen van economische opleving zullen zien.

 
  
MPphoto
 
 

  Astrid Lulling (PPE-DE), schriftelijk. – (FR) Een uitzonderlijke situatie vraagt om uitzonderlijke middelen.

De economische situatie is zozeer verslechterd dat de gezamenlijke maatregelen van de lidstaten gerechtvaardigd zijn om te proberen de economische bedrijvigheid nieuw leven in te blazen. Hierbij moeten echter een aantal kanttekeningen worden geplaatst. De uitzonderlijke situatie waarmee we geconfronteerd worden doet geen afbreuk aan de elementaire regels van de economie. De leningen van vandaag zijn de schulden van morgen, die de lidstaten op een bepaald moment zullen moeten aflossen. Tekorten zijn dan misschien noodzakelijk, er hangt een fiks prijskaartje aan. Dat moeten we beseffen. Er wordt al gerept over belastingverhogingen in de nabije toekomst om de overheidsfinanciën op orde te houden.

Daarnaast leggen de uitgaven die in de herstelplannen zijn toegezegd niet allemaal evenveel gewicht in de schaal. Investeringsuitgaven voor het moderniseren van het productieapparaat of voor onderzoek wegen heel anders dan huishoudelijke uitgaven. De lidstaten zouden er dan ook goed aan doen zichzelf de passende middelen te verschaffen om de beste keuzes te maken.

Tot slot, aangezien woorden echt wat willen zeggen, laten we duidelijk stellen dat het herstelplan in feite geen Europees plan is, maar een samenstel van nationale, door de verschillende lidstaten genomen maatregelen. Moeten we meer doen? Die vraag is gerechtvaardigd, maar het opstellen van een gemeenschappelijk herstelplan voor de hele Europese Unie zou grondige herzieningen van Europese beleidslijnen en middelen vereisen.

 
  
MPphoto
 
 

  Adrian Manole (PPE-DE), schriftelijk. (RO) Het Europees economisch herstelplan is met name van belang vanwege twee centrale elementen: ten eerste de fiscale maatregelen voor de korte termijn, die gericht zijn op het stimuleren van de vraag, het veiligstellen van arbeidsplaatsen en herstel van het vertrouwen van de consument, en ten tweede intelligent investeren om de economische groei te stimuleren.

De allerhoogste prioriteit van de Europese Unie is zorgen dat de burger beschermd wordt tegen de negatieve gevolgen van de financiële crisis. In het geval van de Roemeense economie zullen deze maatregelen effect sorteren, zeker voor KMO’s, door de vereenvoudiging en versnelling van de procedures en doordat middelen uit de structuurfondsen en het Cohesiefonds en uit fondsen voor plattelandsontwikkeling, vooruit betaald worden.

Vóór dit verslag stemmen betekent ook dat het Europees Sociaal Fonds maatregelen moet financieren om de werkgelegenheid te stimuleren, vooral voor de meest kwetsbare groeperingen. Ook zullen randvoorwaarden moeten worden geschapen om de gevolgen voor de bedrijfssector te verlichten, aangezien deze sector een centrale rol speelt in het economisch herstel, bijvoorbeeld door banen te scheppen, waardoor de vraag in de interne markt wordt gestimuleerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Rovana Plumb (PSE), schriftelijk. (RO) Ik heb vóór het verslag van mevrouw Ferreira gestemd, omdat ik ervan overtuigd ben dat dit ertoe zal bijdragen dat we de moeilijke economische periode zullen doorstaan die Europa momenteel doormaakt, na het neoliberale beleid van de afgelopen tien jaar.

De rijke Europese landen moeten zich solidair tonen met Oost-Europa en de financiële hulp voor landen in die regio moet worden verhoogd. Wij, Europese socialisten, zijn van mening dat de acties erop gericht moeten zijn de verschillen op te heffen tussen de meer ontwikkelde landen en de zich ontwikkelende landen, te meer omdat de economieën van die laatste landen sterk verbonden zijn met de financiële instellingen in het Westen. Daarom hebben we een plan nodig om de economieën van alle lidstaten te coördineren.

We staan achter de invoering van maatregelen die zich ertegen verzetten dat mensen met een zeer hoog inkomen hun bedrijf in belastingparadijzen kunnen vestigen, zodat ze geen belasting hoeven te betalen, terwijl de meeste Europese burgers belasting betalen en hun baan verliezen. De cijfers zijn alarmerend: naar verwachting zal eind 2009 het aantal werklozen in Europa 25 miljoen bedragen (500 000 in Roemenië). Door een einde te maken aan belastingparadijzen lossen we de werkloosheid op.

We moeten Europese solidariteit stimuleren tussen de oude en de nieuwe lidstaten en daarmee wordt de stemming over het amendement waarin deze kwestie aan de orde komt een test voor het Europees Parlement.

 
  
MPphoto
 
 

  John Purvis (PPE-DE), schriftelijk. (EN) De economische situatie in en buiten Europa is, voor zover iemand van ons zich kan herinneren, nog nooit zo ernstig geweest en het is volstrekt juist dat de Europese Unie en de lidstaten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat een recessie geen ineenstorting wordt en dat regeringen de kans krijgen de economische activiteit een impuls te geven.

Dit verslag is niet perfect en we zijn het niet met alles wat erin staat eens, maar de kernpunten, namelijk dat de neergang geen excuus is voor protectionisme, excessieve schulden of het opzijschuiven van mededingingsregels, worden erin herhaald. Wij hebben ons verzet tegen pogingen van links, die amendementen ingediend hebben die tot doel hadden een redelijk verslag te veranderen in een onbetaalbare boodschappenlijst of een aanval op het kapitalisme en op het financiële stelsel in het algemeen.

Het is voor ons allemaal nu belangrijk de mouwen op te stropen en de economie weer te laten draaien. In dit verslag wordt erkend dat de vrije markt en de Europeanen en de Europese ondernemingen essentieel zijn voor het wederopbouwproces en op grond daarvan ondersteunen de Britse Conservatieven dit verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. (PT) Ofschoon het verslag van mevrouw Ferreira over het Europees economisch herstelplan positieve elementen bevat, vertoont het dezelfde tekortkomingen als het plan zelf: het beschrijft de situatie zonder een definitieve, alomvattende interpretatie te geven van de oorzaken die aan de huidige crisis ten grondslag liggen; het voorziet in een lijst van initiatieven die het vertrouwen van de economische actoren moeten herstellen zonder dat tot dusver signalen zijn waargenomen waaruit blijkt dat deze aanpak effect sorteert; en het heeft weinig te bieden op het gebied van Europese steun. Hieraan moet worden toegevoegd dat het gebrek aan concrete oplossingen is toe te schrijven aan het feit dat het Europees Parlement op dit vlak maar weinig bewegingsruimte heeft. Hetzelfde geldt voor de Europese Commissie.

Slechts 15 procent van de begroting van dit plan wordt gefinancierd met middelen die op communautair niveau worden beheerd. Het is een feit dat het antwoord op de crisis op Europees niveau moet worden gezocht, maar dat vereist in de eerste plaats dat de lidstaten de nodige politieke wil aan de dag leggen om hun oplossingen voor de huidige economische situatie onderling te coördineren. De lidstaten moeten de eerste aanzet geven, als zij dat al doen, want de huidige tekenen van gebrek aan Europese politieke wil zijn zorgwekkend. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de tegenstrijdige standpunten die de Duitse en de Oostenrijkse sociaaldemocraten innemen in het Europees Parlement of wanneer zij de regering van hun land vertegenwoordigen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Ik ben het weliswaar op een aantal punten eens met het verslag van mevrouw Ferreira over een Europees economisch herstelplan, maar kan me niet vinden in het geheel ervan. Om die reden heb ik besloten om me te onthouden van stemming en om dus niet voor het verslag van mijn collega te stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  José Albino Silva Peneda (PPE-DE), schriftelijk. (PT) Het grootste probleem waarmee de huidige crisis ons confronteert, is de stijging van de werkloosheid. De enige manier om deze situatie te keren is een toename van de investeringen.

Als wij willen dat er meer wordt geïnvesteerd, moeten wij zorgen voor toegankelijke en goedkope leningen. Het ziet er echter naar uit dat deze voorlopig schaars zullen zijn en een stuk duurder zullen uitvallen voor de meest kwetsbare landen, waaronder Portugal.

Deze landen krijgen steeds moeilijker toegang tot financiering. Daarom verleen ik resoluut mijn steun voor de mogelijkheid om in de eurozone één centrale emittent van Europese overheidsschuld aan te wijzen. Dat is overigens het meest aangewezen scenario om de duurzaamheid van de euro op de lange termijn te waarborgen.

In de huidige omstandigheden is het van vitaal belang dat de Europese kredietmarkt nieuw leven wordt ingeblazen door aan gezinnen en levensvatbare bedrijven verantwoorde leningen toe te kennen.

De financiële steun aan banken en bedrijven moet doelgericht, tijdelijk en transparant zijn en dient te worden onderworpen aan een kosten-batenanalyse en een strikte controle.

Het risico bestaat dat de soliditeit en de solidariteit van het Europees project gevaar lopen. Daarom is het essentieel dat wij onze acties coördineren en de regels van de interne markt eerbiedigen zonder ons tot protectionistische maatregelen te laten verleiden.

Ik steun het verslag over het Europees economisch herstelplan van mijn collega, mevrouw Ferreira, omdat ik me op hoofdlijnen kan vinden in de benadering die zij voorstelt.

 
  
MPphoto
 
 

  Peter Skinner (PSE), schriftelijk. (EN) Dit verslag vergezelt het herstelplan van de Europese Commissie, die probeert de Europese economie weer sterk te maken. De Labour-afgevaardigden in het Europees Parlement kunnen zich vinden in de essentie van de ideeën van de rapporteur en zijn van mening dat veel van de geschetste onderwerpen essentieel zijn voor een werkelijk herstel.

De Commissie heeft tijdens de economische crisis ingehouden gereageerd en het Parlement vindt dat er doeltreffender middelen nodig zijn om een herstel te bewerkstelligen. Een milieubewuste benadering zou in feite tot meer innovatie kunnen leiden, de productie weer op gang kunnen brengen en ook een positief effect op het milieu hebben. Toch moeten we er voor waken specifieke bedrijfstakken te schaden of onze economische mogelijkheden in het algemeen te beperken; daarom is nadenken over een gerichte aanpak absoluut noodzakelijk. Ook een nieuwe aanpak van het financiële toezicht, zoals aangegeven in het rapport van de commissie van wijze mannen onder voorzitterschap van de heer de Larosière, is hoogst belangrijk om systeemrisico's tegen te gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. − Als Groenen zijn we van oordeel dat wat we nu meemaken een samenkomst van drie met elkaar verbonden crises is: een economische, een ecologische en een sociale. De Verts/ALE-Fractie verzet zich daarom tegen het promoten van een ‘Europees herstelplan’, in het licht van de aanstaande Europese Voorjaarstop, dat enkel bestaat in het weer op gang brengen van het oude laissez-faire model.

Het pompen van enorme sommen in dat model brengt een serieus risico met zich voor het verdiepen van de ecologische en sociale crises. Het is contraproductief om domweg de vraag aan te jagen om zo de productie weer op peil te brengen. Dit is juist wel wat het verslag-Ferreira voorstelt en daarom stemde ik tegen.

Het economisch herstelplan moet nieuwe financiële financieringsinstrumenten mogelijk maken en tegelijkertijd het systeem, via regulering, snel weer stabiel en betrouwbaar maken. De prikkel om via bepaalde bonussen voor kortetermijnwinst te gaan moet worden weggenomen en regels voor zogenaamde hefboomfondsen en private equityfondsen zijn noodzakelijk. Transparantie, open boekhouding en supervisie moeten belastingparadijzen onmogelijk maken. Aan de hand van een precieze taakomschrijving kunnen banken opnieuw dienaars van de reële economie worden, waarbij de Europese Centrale Bank als waakhond kan dienen.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. (EN) De financiële crisis is de eerste test van de mondialisering. Nu we een door hebzucht gevoede crisis hebben en door angst verteerd worden, moeten we kijken naar onze fundamentele waarden en ons afvragen in wat voor soort maatschappij we willen leven. Het is nu geen tijd voor bekrompen nationalisme; een sterk Europa is nog nooit zo belangrijk geweest. De behoefte aan een gecoördineerde aanpak – niet alleen in de EU, maar in de hele wereld – maakt de G20 in Londen zo belangrijk.

 
  
MPphoto
 
 

  Silvia-Adriana Ţicău (PSE), schriftelijk. (RO) Ik heb vóór het verslag-Ferreira gestemd, waarin de Commissie wordt gevraagd met sterke en heldere richtsnoeren te komen voor een betere coördinatie tussen alle lidstaten om deze grote economische crisis te beheersen en de werkgelegenheid zoveel mogelijk veilig te stellen. Ik dring er bij de Commissie op aan de betreffende procedures zo snel mogelijk in gang te zetten.

De Europese Unie nodigt de Europese voorjaarsraad met dit verslag uit, een sterke politieke impuls te geven en een stappenplan te maken voor alle wetsvoorstellen, zodat samen met het Parlement gezorgd kan worden dat deze tijdig worden aangenomen.

Het verslag benadrukt de bijzonder ernstige economische en sociale gevolgen van de crisis in veel nieuwe lidstaten, die een groot risico met zich meebrengen voor destabilisering en toename van de armoede. Verwacht wordt dat maatregelen elders negatieve effecten kunnen hebben op de euro en de economieën van de eurozone. We dringen erop aan dat er op het niveau van de Unie wordt gekozen voor een gecoördineerde aanpak, met solidariteit tussen de lidstaten en gezamenlijke verantwoordelijkheid als uitgangspunten. We nodigen de Commissie ook uit alle instrumenten die gericht zijn op stabilisering van de getroffen lidstaten te herzien en te consolideren, onder andere door het stabiliseren van de wisselkoersen, zodat er maatregelen kunnen worden getroffen op het gebied van sociale zekerheid en snelle, effectieve crisispakketten kunnen worden geïmplementeerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Marianne Thyssen (PPE-DE), schriftelijk. − Ik heb goed geluisterd naar de tussenkomsten van de rapporteurs en de fractievoorzitters, waaronder ook de uithaal van de fractievoorzitter van de PSE-Fractie tegen het stemgedrag van de PPE-DE-Fractie ten aanzien van amendement 92. Wij zijn het inderdaad niet eens met de draagwijdte van dat amendement en samen met mijn fractiecollega's heb ik met overtuiging tegengestemd. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat wij kortetermijnmaatregelen nemen die de langetermijndoelstellingen ondermijnen?

Derhalve is het niet verantwoord om aan de lidstaten een budgettaire inspanning op te leggen ongeacht hun schuldgraad, die een belangrijke factor is om uit te maken tot waar "deficiet-spending" verantwoord kan zijn. Mijn fractie is terecht op de lijn van de Commissie gebleven, die ervan uitgaat dat we ook aan de toekomstige generaties moeten denken. Daarom is het verantwoord de budgettaire stimulansen te moduleren naar gelang van de schuldgraad van de lidstaten. Een uniforme inspanning vragen van 1,5% van het BBP is om die reden niet haalbaar en onverantwoord.

 
  
MPphoto
 
 

  Georgios Toussas (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) Met het herstelplan voor de Europese economie worden de lasten van de kapitalistische crisis op de schouders gelegd van de werknemers. Daarmee worden ook de meer algemene doelstellingen van de EU nagestreefd en de winsten en de collectieve belangen van de plutocratie beschermd.

Met de frontale aanval op de socialezekerheids- en arbeidsrechten en op het inkomen en de levensstandaard van het volksgezin moet de EU in staat worden gesteld haar monopolies “een “bevoorrechte positie te verzekeren” in de internationale mededinging “zodra de economie aantrekt”.

De EU en de regeringen proberen het volk zover te krijgen dat het hiermee instemt. Om de in de strategie van Lissabon vastgestelde kapitalistische herstructureringen erdoor te drukken en het verzet daartegen zoveel mogelijk in te perken passen zij de “wortel en stok”-methode toe: afwisselend werk en werkloosheid, verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en drastische vermindering van lonen, pensioenen en sociale voorzieningen.

Uit de besluiten van de topconferenties en uit het feit dat de maatregelen uitsluitend gefinancierd worden door de lidstaten, blijkt zonder meer hoe scherp de interne tegenstellingen in het imperialistische kamp zijn, waarin eenieder probeert zijn eigen vege lijf te redden.

De werknemers hebben maar één keuze: verzet – ongehoorzaamheid – tegenaanval. Zij moeten zich scharen aan de zijde van de Communistische Partij van Griekenland, en het beleid van het Europees eenrichtingsverkeer en zijn ondersteunende krachten veroordelen! De volksbeweging moet haar krachten hergroeperen en strijden voor volksheerschappij en volkseconomie!

 
  
  

- Verslag-Kirilov (A6-0075/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Alessandro Battilocchio (PSE), schriftelijk. (IT) Mevrouw de Voorzitter, ik heb voor het verslag gestemd. Transparantie is niet een kwestie van symboliek, maar behoort het basisprincipe te zijn van alle institutionele procedures. Burgers en gekozen organen dienen verzekerd te zijn van de best mogelijke toegang tot in het bezit van de Europese instellingen zijnde documenten, zodat zij op doeltreffende wijze kunnen deelnemen aan het politiek proces en overheden ertoe kunnen bewegen rekenschap af te leggen van hun daden. Om deze reden heb ik mij in het verleden sterk gemaakt voor de publicatie van de presentielijsten van het Parlement.

Ondanks alle vooruitgang die de Europese instellingen inmiddels geboekt hebben op het vlak van openheid en transparantie, kan nu niet bepaald gezegd worden dat de situatie ideaal is. Deze herschikking van Verordening (EEG) nr. 1049/2001 betreffende de toegang van het publiek tot documenten van de Europese instellingen dient in dat licht te worden bezien als een volgende stap richting een overheid waar de beschikbaarheid van en eenvoudige toegang tot informatie de regel zijn en geen uitzondering.

Tot besluit zou ik willen wijzen op een groot recent succes, namelijk dat het Europees Parlement sinds kort niet minder dan 23 officiële talen hanteert en dat de documenten van de Europese Gemeenschap in al deze talen beschikbaar zijn. Dit is een belangrijke waarborg voor de democratie.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean Marie Beaupuy (ALDE), schriftelijk. – (FR) Dit initiatiefverslag moet worden gezien in samenhang met het wetgevingsdebat dat beoogt de verordeningen voor de structuurfondsen, met name de EFRO-verordening (verslag-Angelakas) en de ESF-verordening (verslag-Jöns), te wijzigen.

Om in eerste lezing een akkoord te bereiken en snel te kunnen inspelen op deze crisis die de Europese burger rechtstreeks treft, heeft de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa besloten geen amendementen in te dienen bij de wetgevingsvoorstellen. Omwille van de consistentie is deze benadering ook gevolgd bij deze stemming.

Mijn collega’s van de MoDem-partij en ikzelf hechten evenveel belang aan het tegengaan van de klimaatverandering, die aangemerkt zal moeten worden als een prioriteit van het cohesiebeleid na 2013.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) U zult van ons geen lof horen over het holle Europees economisch herstelplan, dat voor het grootste deel gefinancierd zal worden door de lidstaten zelf (“Europese solidariteit” op z’n best...) en dat geen vraagtekens plaatst bij de neoliberale beleidsmaatregelen, ofschoon die ten grondslag liggen aan de verslechtering van de arbeids- en levensomstandigheden van het overgrote deel van de bevolking.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de meerderheid van het Parlement onze voorstellen heeft verworpen. In deze voorstellen:

- tekenden wij protest aan tegen het feit dat de communautaire begroting voor 2009 “lager is dan ooit tevoren” terwijl een verslechtering van de sociaaleconomische crisis in de Europese Unie wordt waargenomen;

- drongen wij aan op een versterking van de structuurfondsen en het Cohesiefonds;

- onderstreepten wij dat de beschikbaarstelling van “extra voorschotten” uit deze fondsen de komende jaren een daling van de communautaire financiering tot gevolg zou hebben;

- oefenden wij kritiek uit op de onderbesteding van deze fondsen, met name gelet op de verslechtering van de sociaaleconomische omstandigheden in de Europese Unie;

- eisten wij dat deze fondsen als uitgavendoelstelling worden beschouwd en stelden wij voor om het communautaire cofinancieringspercentage op te trekken en de N+2- en N+3-regel met betrekking tot deze fondsen af te schaffen;

- drongen wij aan op de noodzaak deze fondsen effectief te gebruiken om reële convergentie in de hand te werken en ze niet langer ten dienste te stellen van de neoliberale doelstellingen van de “Lissabon-strategie”;

- pleitten wij voor maatregelen om de verplaatsing van bedrijven tegen te gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Ik kan me vinden in dit verslag, waarin aanbevelingen gedaan worden voor snellere en flexibelere betalingen uit de structuurfondsen. Dit verslag zal een ruim gebruik van de structuurfondsen voor het veiligstellen en scheppen van banen tot gevolg hebben. Ik juich dit verslag toe, omdat erin opgeroepen wordt tot eerdere financiering van projecten en omdat er minder bankleningen nodig zullen zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Ik heb tegen het verslag van de heer Kirilov over het cohesiebeleid: investeren in de reële economie gestemd. Het is namelijk zo - en dat is heel erg belangrijk - dat het cohesiebeleid van de EU een omvangrijke bijdrage levert aan het Europees economisch herstelplan en dat het de grootste communautaire bron is van investeringen in de reële economie. Middels dit beleid worden verschillende speerpunten en zaken met groeipotentieel doelgericht ondersteund, zowel in de private als in de publieke sector. Dit zou ons echter tot nadenken moeten stemmen over de in het verleden gemaakte fouten die geleid hebben tot deze ernstige economische situatie. Ook in deze sector is er strikte regelgeving nodig, want anders zitten we met de regelmaat van de klok weer met dezelfde fouten.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid