Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 25 maart 2009 - Straatsburg Uitgave PB

10. Europees geweten en totalitarisme (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over het Europees geweten en totalitarisme.

 
  
MPphoto
 

  Alexandr Vondra, fungerend voorzitter van de Raad. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben u bijzonder dankbaar voor deze gelegenheid om u toe te spreken over een onderwerp dat zowel voor het voorzitterschap als voor ons allen van groot belang is. Het is ook een onderwerp dat de kern raakt van wat het betekent om deel uit te maken van de Europese Unie.

Twintig jaar geleden lukte het een groot deel van Midden- en Oost-Europa – ook mijn eigen land – om de ketenen van de communistische heerschappij af te schudden. Dit was een keerpunt voor ons en voor Europa. Het maakte de weg vrij voor de herontdekking van individuele vrijheid: vrijheid van meningsuiting en vrijheid van handelen – en ook de vrijheid om de kwaliteit van ons leven te verbeteren.

Het Tsjechische voorzitterschap vond dat de twintigste verjaardag van deze gebeurtenis moest worden gevierd als een belangrijke mijlpaal in de Europese geschiedenis. Het is niet alleen een gelegenheid om de val van het IJzeren Gordijn te herdenken, maar ook om lessen te trekken uit het totalitaire verleden van Europa als geheel.

Er is vervolgens afgesproken dat het jaar 2009 wordt gemarkeerd als de twintigste verjaardag van de democratische veranderingen in Midden- en Oost-Europa. Het Tsjechische voorzitterschap is bijzonder verheugd dat dit een van de communicatieprioriteiten is die de instellingen voor 2009 zijn overeengekomen. In feite was dit ons voorstel. De lidstaten zijn aangemoedigd en hebben ermee ingestemd om dit thema op passende wijze op te nemen in hun communicatieactiviteiten voor dit jaar.

Ik ben dit Parlement dankbaar voor zijn steun aan het Tsjechische voorzitterschap en zijn bereidheid om deel te nemen aan verschillende, aan dit thema gekoppelde evenementen. Ik bedank met name een groot aantal leden voor hun steun bij de organisatie van een openbare hoorzitting over “Het geweten van Europa en de misdaden van het totalitaire communisme” vorige week in Brussel, waar wij samen met commissaris Figel’ waren.

Dit Parlement heeft voorgesteld een bepaalde dag te kiezen ter nagedachtenis aan de slachtoffers van het nazisme en het totalitaire communisme. De afzonderlijke lidstaten moeten zelf beslissen of en hoe zij zich zouden willen aansluiten bij zo’n evenement. Namens het Tsjechische voorzitterschap kan ik dit Parlement verzekeren dat wij onze steun willen verlenen aan een dergelijk initiatief.

Het voorzitterschap heeft daarnaast het initiatief “Platform Europese nagedachtenis en Europees geweten” gelanceerd, dat gericht is op een grotere bewustwording van de Europese geschiedenis en de door totalitaire regimes gepleegde misdaden. Het doet mij deugd dat er voor dit initiatief veel belangstelling bestaat bij de lidstaten, waarvan een groot aantal heeft onderstreept hoe belangrijk het is zich erop te focussen dat de democratische waarden en het respect voor de fundamentele rechten essentiële beginselen zijn van de Europese Unie.

Zo’n herdenking en het opzetten van een permanent communicatie- en onderzoeksproject zoals het door het Tsjechische voorzitterschap voorgestelde platform zijn om meerdere redenen waardevol.

Ten eerste zijn we het de slachtoffers van totalitaire misdaden verschuldigd dat we niet alleen herdenken wat zij door dominerende en onverantwoordelijke staatsregimes hebben moeten ervaren, maar dat we het verleden ook collectief onder ogen zien. Alleen door onszelf te verzoenen met de geschiedenis kunnen we ons echt losbreken uit de ketenen van de regimes uit het verleden.

Ten tweede kunnen wij het heden alleen helemaal begrijpen door ons volledig bewust te zijn van het leed dat dergelijke regimes hebben veroorzaakt. De Europese Unie staat voor alles dat tegenovergesteld is aan totalitarisme. Voor degenen onder ons die zich hebben ontworsteld aan de greep van het communisme is het lidmaatschap van de Europese Unie een van de belangrijkste garanties dat wij nooit meer zullen terugkeren tot het totalitarisme. Deze garantie hebben wij allemaal. Zij moet op waarde worden geschat en mag nooit licht worden opgevat. Een collectief geweten en collectieve nagedachtenis aan het verleden is een manier om de waarde van het heden te vergroten.

Ten derde zijn wij het verplicht aan onze kinderen. Er moeten lessen worden getrokken uit ons totalitaire verleden, met als belangrijkste les misschien wel de noodzaak om de mensenrechten en fundamentele waarden te eerbiedigen. Mensenrechten en vrijheid kunnen niet in een vacuüm worden gedoceerd. De kiem van schendingen van de mensenrechten ligt in de geschiedenis, soms in de verre geschiedenis. Kennis van de geschiedenis en een notie van de gevaren van totalitarisme zijn van essentieel belang, willen we een herhaling van een aantal van de verschrikkelijkste gebeurtenissen uit het verleden voorkomen. Niet alleen cynisme en manipulatie moeten worden voorkomen: ook apathie en ongevoeligheid moeten worden overwonnen.

Over enkele maanden vinden de Europese verkiezingen plaats, die hopelijk zullen worden gekenmerkt door levendige en heftige debatten. Dat is het kenmerk van democratie. Wij zouden dit moeten waarderen. Ik geloof echt dat het onderwerp van ons debat vandaag de partijpolitiek ontstijgt. Het gaat over waarden die belangrijker zijn dan de partijverschillen. Het gaat erover hoe wij onze samenlevingen zo kunnen organiseren dat iedereen een stem heeft en de gelegenheid om zijn mening te uiten.

Gezien het recente verleden van mijn land heb ik mij vooral gericht op de tragedie van de totalitaire communistische heerschappij. Er zijn in dit Parlement vandaag echter relatief weinig landen vertegenwoordigd die in de vorige eeuw niet op de een of andere manier te maken hebben gehad met totalitarisme. In het soort samenlevingen dat wij in het kader van de Europese Unie proberen vorm te geven, is geen plaats voor welk systeem dan ook dat de staat boven kritiek en tegenspraak verheft, dat de willekeur van het regime loslaat op de creativiteit van mensen of de rol van het individu verkleint.

Ik zeg dan ook mijn steun toe – en die van het Tsjechische voorzitterschap – voor de door dit Parlement ingediende initiatieven en verheug mij erop deze samen te ondersteunen door een grotere publieke bewustwording en erkenning.

 
  
  

VOORZITTER: RODI KRATSA-TSAGAROPOULOU
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Ján Figel’, lid van de Commissie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, een jaar geleden, in april 2008, is er in de Europese Unie voor het eerst een hoorzitting gehouden over de door totalitaire regimes gepleegde misdaden. Deze door de Commissie en het Sloveense voorzitterschap georganiseerde hoorzitting vormde het begin van een proces en de Commissie is vastbesloten dit stap voor stap te vervolgen.

Het is een moeilijk, doch noodzakelijk proces aangezien het hier niet alleen een belangrijk onderwerp betreft dat ons de gemeenschappelijke geschiedenis van de Europese Unie, het verleden, beter zal doen begrijpen, maar ook een dat de toekomst van de Europese integratie beïnvloedt – een proces dat niet louter economisch is, maar natuurlijk ook culturele en historische vertakkingen heeft.

De lidstaten zullen uiteraard hun eigen weg moeten vinden bij het nemen van beslissingen om aan de verwachtingen van de slachtoffers te voldoen en verzoening in de hand te werken. De rol van de Europese Unie kan er slechts in bestaan dit proces te vergemakkelijken door gedachtewisselingen aan te moedigen en de uitwisseling van ervaringen en beste praktijken te bevorderen.

De Commissie beschouwt de schriftelijke verklaring van het Parlement over het uitroepen van 23 augustus tot Europese herdenkingsdag voor de slachtoffers van het stalinisme en nazisme als een belangrijk initiatief, dat zij steunt in het belang van de instandhouding van de herinnering aan totalitaire misdaden en een grotere bewustwording, met name van de jongere generaties.

De hoorzitting van 8 april 2008 leerde dat de lidstaten in West-Europa zich bewuster moeten zijn van de tragische geschiedenis van de lidstaten in het oosten, die ook deel uitmaakt van onze gedeelde, gemeenschappelijke Europese geschiedenis. Als we willen voorkomen dat de Unie verdeeld raakt over een ernstig onderwerp dat ons juist zou moeten verenigen, moeten we reageren op deze te geringe gevoeligheid.

De Commissie hoopt dat de parlementen van de lidstaten, tot wie deze verklaring is gericht, eraan gevolg zullen geven op een in het kader van hun eigen geschiedenis en gevoeligheden passende wijze.

De Commissie richt haar aandacht nu op het verslag dat zij volgend jaar, in 2010, op verzoek van de Raad zal indienen. Dit verslag zal een gelegenheid bieden voor verdere politieke discussie over de noodzaak van nieuwe EU-initiatieven.

Om de weg voor dit verslag te plaveien, is er een studie opgezet die een feitelijk overzicht moet geven van de verschillende juridische instrumenten, methoden en praktijken waarmee de lidstaten de herinnering aan totalitaire misdaden in stand houden. Deze studie zal tegen het einde van dit jaar worden voltooid.

Ook maken wij gebruik van de tijdens de hoorzitting geleverde bijdragen, die door het Sloveense voorzitterschap zijn gepubliceerd.

Bij de opstelling van dit verslag zal daarnaast rekening worden gehouden met een aantal ideeën en voorstellen uit de verklaring van Praag van 3 juni 2008 over “Het geweten van Europa en het communisme.” De Commissie is bereid te onderzoeken welke ruimte zij heeft om een bijdrage te leveren aan projecten zoals het zojuist door vicepremier Vondra genoemde “Platform Europese nagedachtenis en Europees geweten”, dat informatie-uitwisseling en netwerkvorming tussen de op dit gebied actieve nationale organisaties moet bevorderen.

De Commissie zal meer in het algemeen bestuderen hoe de Gemeenschapsprogramma’s – bijvoorbeeld het “Europa voor de burger”-programma, waarvoor ikzelf verantwoordelijk ben – de Europese burgers bewuster zouden kunnen maken van deze kwesties.

Ik verheug mij op het debat.

 
  
MPphoto
 

  Jana Hybášková, namens de PPE-DE-Fractie. – (CS) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter, mijnheer de commissaris, het is mij een grote eer dat ik vandaag hier spreken mag. In 2005 hebben we een resolutie aangenomen ter gelegenheid van de 60-jarige herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog. We moesten constateren dat het Europees Parlement en de Europese Unie onvoldoende politieke wil hadden om zich in te zetten voor een gemeenschappelijke visie op en beoordeling van de Europese geschiedenis. Terwijl de slachtoffers van het fascisme en nazisme een fatsoenlijke schadevergoeding hebben gekregen, is er voor de miljoenen slachtoffers van het communisme van iets dergelijks geen enkele sprake. Het doet mij dan ook deugd dat ik kan melden dat de resolutie “Europees geweten en totalitarisme” waaraan het leeuwendeel van de fracties vanmiddag gewerkt heeft bijna gereed is. Zolang west en oost er niet voor kiezen gezamenlijk de wederzijdse geschiedenis van het fascisme, communisme en nazisme te bestuderen, te ontdekken, er een dialoog over te voeren en samen dit alles te begrijpen, zal Europa nooit echt één worden. En daarom hebben we – om te zorgen voor gemeenschappelijk en wederzijds begrip – een vraag voor de Raad en de Commissie uitgewerkt op basis van de resolutie van de Raad van Europa, het kaderbesluit van de Raad tegen racisme en vreemdelingenhaat, alsook op basis van het proces van de Verklaring van Praag.

Ik wil dan ook het volgende aan de Raad en de Commissie vragen: welke concrete stappen onderneemt u om te komen tot de oprichting van een platform van wetenschappelijke instituten uit oost en west ter bestudering van het communisme, het nazisme en het fascisme? Commissie, verstrekt u financiële middelen uit het programma Europa voor de burger? Hoe steunt u de instelling van 23 augustus als dag van de slachtoffers van totalitaire regimes op 23 augustus? Hoe staat u, Raad en Commissie, tegenover de gelijke officiële symbolische erkenning van de onschuldige slachtoffers van het totalitaire communisme? Wat doen de Raad en de Commissie om in het reine te komen met de erfenis van het totalitaire communisme als een misdaad tegen de menselijkheid, vergelijkbaar met die van het nazisme en het fascisme? En dan tot slot, is het Tsjechische voorzitterschap voornemens om zijn uitzonderlijke rol in dezen over te dragen aan het Zweedse voorzitterschap?

 
  
MPphoto
 

  Jan Marinus Wiersma, namens de PSE-Fractie. – Voorzitter, mijn fractie is op zich niet tegen de discussie die vandaag gevoerd wordt, maar heeft grote moeite met het samenvatten van het resultaat daarvan in een resolutie. Het wekt de indruk dat we bij resolutie kunnen vastleggen hoe we met de geschiedenis van Europa moeten omgaan en met name met het totalitaire verleden. Zoals al bleek bij de onderhandelingen die zojuist gevoerd zijn, liepen die al snel vast over wat voor woorden we wel en niet kunnen gebruiken in zo’n resolutie.

Laten we alsjeblieft aan historici overlaten hoe onze geschiedenis precies te interpreteren, wetend dat objectiviteit onmogelijk is. Natuurlijk kunnen politici eraan bijdragen dat er voldoende aandacht is voor het verleden en dat geldt zeker ook voor de misdaden begaan door Hitler en Stalin. Die mogen nooit vergeten worden en we moeten de slachtoffers eren. We moeten ook allemaal beseffen dat onze mede-Europeanen in Centraal- en Oost-Europa onder twee totalitaire systemen hebben geleden en dat die ervaring niet geldt voor mensen zoals ik, die in Nederland geboren ben. Geremek, onze voormalige collega, heeft terecht ooit opgemerkt: “Aan de hereniging van onze herinneringen zijn we nog niet toegekomen”.

Wij hebben als politici een verantwoordelijkheid inzake de organisatie van wat we ons speciaal willen herinneren, maar laten we dat samen doen met historici. Een dag om alle slachtoffers van de totalitaire systemen in Europa uit de vorige eeuw te herdenken is op zich een goede suggestie, maar laten we in overleg met historici vaststellen wat het juiste formaat en de juiste datum van zo’n dag moet zijn, zodat iedereen zich daarin kan vinden. Ik ben zelf historicus, ik denk dat als we die dag alleen maar verbinden aan het Molotov-Ribbentrop Pact, dat dit niet recht doet aan wat er allemaal gebeurd is in de 20e eeuw.

De discussie is belangrijk. Wat zijn de scheidslijnen tussen politici en historici? Wat willen we gedenken en hoe? Het debat gaat ongetwijfeld door. Wij als fractie zullen ons daar zeker engageren. Als voorbeeld daarvan laat ik dit boek zien dat over twee weken uitkomt, getiteld “The politics of the past, the use and abuse of history”, waarin wij juist de historici aan het woord hebben gelaten, en we hopen dat dit een wezenlijke bijdrage zal leveren aan de kwaliteit van het debat, hier in het Parlement maar natuurlijk ook daarbuiten.

 
  
MPphoto
 

  István Szent-Iványi, namens de ALDE-Fractie. – (HU) De Europese Unie is ontstaan in de schaduw van twee totalitaire systemen. Ze was een antwoord op de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, de gruwelijkheden van de holocaust, maar minstens even belangrijk was de missie om de opkomst van het stalinisme en het communisme een halt toe te roepen, en de hoop levend te houden dat Europa opnieuw verenigd zou kunnen worden in democratie en vrede.

De Europese Unie heeft, als een van de meest succesvolle ondernemingen in de geschiedenis van de mensheid, beide missies tot een goed einde weten te brengen. Er brak een periode van vrede en welzijn aan die nooit eerder zo lang had geduurd. Het is geen toeval dat landen als Griekenland, Spanje en Portugal die zich net onder het juk van een autoritaire heerschappij hadden bevrijd, zich aan wilden sluiten, noch is het toeval dat na de ineenstorting van het communisme alle Midden- en Oost-Europese landen voor de Europese Unie kozen en niet voor een derde weg.

Het succes blijkt eveneens uit het feit dat ook de landen op de Balkan hierin hun toekomst zien, en dat de landen van Oost-Europa die vaak nog in een systeem van onderdrukking leven, alsmede de landen van de zuidelijke Kaukasus hun blik op de EU richten.

Als we over totalitarisme spreken, doen we dat niet omdat we in het verleden willen leven. Nee, we willen vooruit kijken, maar we kunnen de fouten en de misdaden van het verleden alleen achter ons laten als we het verleden leren kennen en kunnen verwerken. Zonder verzoening, de verwerking van het verleden en kennis over de waarheid is dat niet mogelijk. Dit is een van de belangrijkste lessen uit de geschiedenis van de afgelopen decennia en daarom is het van belang dat we de verschrikkingen van het totalitarisme niet vergeten.

Maar er is ook nu nog veel werk te verzetten. In bepaalde lidstaten – waartoe helaas ook mijn land, Hongarije, behoort – zijn de documenten van de geheime dienst van het onderdrukkende communistische regime nog steeds niet volledig toegankelijk. Het is gewoonweg schandalig dat mensen hun eigen verleden niet kunnen leren kennen. De Europese Unie heeft de belangrijke taak deze landen op te roepen die erbarmelijke situatie te herstellen.

Ten tweede winnen de vertegenwoordigers van extreme denkbeelden helaas in een behoorlijk aantal landen, zo ook in mijn land, steeds meer terrein. Tegenwoordig is dat vooral extreem-rechts, althans in mijn land, maar er zijn landen waar juist extreem-links oprukt. Het is van belang dat we ook aan hen de verschrikkingen van deze twee systemen duidelijk maken.

Bij onze naaste buren bestaan vandaag de dag ook nog onderdrukkende regimes – we hadden het net over een daarvan, Wit-Rusland – dus onderdrukking kan nog niet uitsluitend worden besproken als onderdeel van de geschiedenis.

Europa kan geen rein geweten hebben zonder grondig onderzoek naar het verleden en zonder herdenking. Als we de slachtoffers herdenken, vervullen we in feite alleen onze plicht, want het is onze gezamenlijke plicht en verantwoordelijkheid om te zorgen dat de 21e eeuw zich anders ontwikkelt dan de 20e eeuw en dat de verschrikkingen van totalitarisme nooit meer terugkeren in Europa.

 
  
MPphoto
 

  Hanna Foltyn-Kubicka, namens de UEN-Fractie. – (PL) Mevrouw de Voorzitter, in het debat over de misdaden van totalitaire regimes gaat veel aandacht uit naar de slachtoffers. Er wordt echter maar weinig gesproken over degenen die hun leven gaven in de strijd tegen nazisme en communisme.

Ik zou opnieuw aandacht willen vragen voor een man die een symbool zou moeten worden van een onwrikbare houding en verzet tegen totalitaire regimes: ritmeester Witold Pilecki. Hij liet zich vrijwillig opsluiten in het vernietigingskamp Auschwitz om een opstand te organiseren en informatie te verzamelen over massamoorden. Hij wist te ontsnappen, maar werd enkele jaren later opgepakt en doodgeschoten op bevel van de Russische sovjetmisdadigers. Ik wil daarom nogmaals de oproep doen om 25 mei, de dag van zijn executie, in te stellen als Internationale Dag van de helden van de strijd tegen het totalitarisme. Er zijn immers nog vele onbekende mensen net als Pilecki die om het leven kwamen in de strijd om fundamentele rechten en vrijheden: we moeten de herinnering aan hen levend houden.

Ik wil nog een aanvullende opmerking maken. Gisteren hebben we in het Parlement de Europese Dag van ‘home-made’ roomijs gevierd. Ik herhaal, we vierden de Europese Dag van ‘home-made’ roomijs. Ik begrijp daarom niet waarom we 25 mei niet zouden kunnen aanwijzen als de dag waarop we de helden herdenken van de strijd tegen totalitarisme.

 
  
MPphoto
 

  László Tőkés, namens de Verts/ALE-Fractie. – (HU) Twintig jaar geleden begon de opstand van Temesvár (Timişoara), die heeft geleid tot de jammerlijke ondergang van de Ceauşescu-dictatuur. We kunnen niet emotieloos en objectief terugdenken aan het enthousiasme van de Roemenen, Hongaren, Duitsers en alle andere mensen en gemeenschappen van verschillende nationaliteiten en religieuze overtuigingen in Temesvár en aan hun dappere optreden om gezamenlijk weerstand te bieden aan de tirannie.

De eenduidige veroordeling van de onderdrukkende communistische dictatuur die mensen van hun rechten beroofde, is voor ons geen willekeurige partijpolitieke optie maar bovenal een morele kwestie. Het is onacceptabel en onverdraaglijk dat het hier gedurende twintig jaar nog niet van is gekomen.

Vorige week namen Roemeense, Hongaarse en Bulgaarse sprekers deel aan een openbare hoorzitting waarbij de misdaden van het communisme naar aanleiding van de Verklaring van Praag op de agenda stonden. De resolutie die vervolgens werd aangenomen, luidt als volgt: de Europese Gemeenschap moet breken met de dubbele standaard die zich openbaart in de verschillende benadering waarmee het nazisme en het communisme worden beoordeeld. Beide onmenselijke dictaturen verdienen dezelfde veroordeling.

Ik vraag het Europees Parlement solidariteit te betuigen aan de slachtoffers van het fascistische communisme en mee te helpen in de strijd tegen de nog altijd voortdurende erfenis van het communisme, in overeenstemming met de eerder genoemde morele, historische en politieke vereisten. Het verdeelde Europa kan daardoor pas echt één worden, of zoals premier Gordon Brown gisteren in zijn toespraak in verband met de twintigste herdenkingsdag verwoordde: „Vrienden, er bestaat geen oud Europa meer, geen nieuw Europa, geen Oost- of West-Europa, er is slechts één Europa: ons gemeenschappelijke huis.” Laat dit dan ook zo zijn!

 
  
MPphoto
 

  Vladimír Remek, namens de GUE/NGL-Fractie. – (CS) Mevrouw de Voorzitter, geachte aanwezigen. Pogingen om het communisme over één kam te scheren met het nazisme en het fascisme en de oprichting van zogeheten instellingen of onderzoeksplatformen riekt naar politiek opportunisme. Radicaal rechts heeft het nodig, onder meer omdat we binnenkort verkiezingen hebben. Met een objectieve en daadwerkelijk onafhankelijke analyse heeft dit alles niets van doen. Voor dat doeleinde zijn er al geschiedkundige instellingen en instituten genoeg. Natuurlijk ben ik niet blind. Ook het communisme ging gepaard met onderdrukking, rechteloosheid en geweld. Het is inderdaad noodzakelijk deze wederrechtelijke handelingen te onderzoeken en rechtvaardig te veroordelen. Maar zelfs collega Jan Zahradil, die lid is van de Tsjechische partij ODS, zei tijdens de hoorzitting over dit thema: “Gelijkstelling van het communisme en het Duitse nazisme is zowel terecht als onterecht. Alles dient in zijn verband en op analytische wijze bezien te worden.” En als iemand niet het verschil zien wil tussen communisten en nazi’s, tussen de communisten toentertijd en de communisten nu, oftewel mensen die zoals ik na democratische verkiezingen een niet onaanzienlijk aantal communistische kiezers hier in het Parlement vertegenwoordigen, dan wil die me wellicht ook op één hoop te gooien met de nazi’s.

 
  
MPphoto
 

  Philip Claeys (NI). - Voorzitter, het is een goede zaak dat er meerdere initiatieven genomen worden om de slachtoffers van totalitaire systemen op gepaste wijze te herdenken. Maar het heeft natuurlijk geen zin om de slachtoffers van regimes die ter ziele gegaan zijn, zoals die van het communisme en het nationaal-socialisme te herdenken, en tegelijkertijd de ogen te sluiten voor de slachtoffers van een actuele totalitaire dreiging zoals die van het islamisme.

De veroordeling van de totalitaire islam houdt geenszins een veroordeling in van individuele moslims in Europa die zich schikken naar de regels, de waarden en de normen van een democratische rechtsstaat en voor wie een geloof een privézaak is. Maar we moeten durven erkennen dat de politieke islam, de totalitaire islam, vele slachtoffers blijft maken wereldwijd, niet alleen islamitische staten, of bepaalde islamitische staten, maar ook terreurorganisaties zoals Al-Quaeda en aanverwanten.

Het is dan ook aangewezen dat de Europese Unie een aantal sterke initiatieven neemt om ook die slachtoffers te herdenken en ervoor te zorgen dat er in de toekomst zo weinig mogelijk, om niet te zeggen geen slachtoffers meer komen van dergelijke totalitaire islamitische organisaties en landen. Want we moeten durven toegeven – en ook dat is een probleem in de Europese Unie – dat kritiek geven op de totalitaire islam niet altijd in dank afgenomen wordt omdat hier een geest van politieke correctheid heerst. We hebben daarnet ook moeten vaststellen dat de totalitaire islam niet eens vernoemd is in de verklaringen van de Commissie en de Raad terwijl men eigenlijk de moed moet hebben om ook dat probleem voor ogen te zien en de nodige maatregelen te nemen.

 
  
MPphoto
 

  Tunne Kelam (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, in 1948 schreef president Truman: ”Nu worden wij geconfronteerd met precies dezelfde situatie als Groot-Brittannië en Frankrijk in 1939 in hun strijd tegen Hitler. Een totalitaire staat is een totalitaire staat, of het nu gaat om een nazistische, fascistische of communistische staat of om het Spanje van Franco. De oligarchie in Rusland is een Frankenstein-dictatuur die nog erger is dan alle andere, inclusief die van Hitler.”

De vraag is dus waarom we 61 jaar later nog steeds over dezelfde problemen moeten discussiëren. Wat we op dit moment nodig hebben, is denk ik niet alleen de economische en politieke uitbreiding van Europa, maar ook de vergroting van het Europese bewustzijn van de massale misdaden tegen de menselijkheid die in de 20e eeuw overal in Europa hebben plaatsgevonden. De integratie van Europees historisch besef – de integratie van vooroordelen en verschillende zienswijzen van de geschiedenis – is noodzakelijk omdat we alleen op deze manier verder kunnen gaan naar het betere Europa van de toekomst.

Nee, we moeten niet discussiëren over de kwestie van dictaturen, maar deze aanpakken. We moeten beginnen bij de slachtoffers – bij hun gelijkheid – omdat alle slachtoffers van alle totalitaire regimes gelijk zijn in termen van menselijke waardigheid en gerechtigheid en herinnering verdienen, evenals erkenning in heel Europa en garanties dat het ‘nooit weer’ zal gebeuren.

Ik vind het dan ook hypocriet om dit debat over deze zaken en het trekken van conclusies uit de weg te gaan of uit te stellen. Dit onderwerp behoeft geen academische studie. We hebben genoeg getuigenissen van massamisdaden. Er moet een politieke en morele wil zijn om verder te gaan. Ik ben het Tsjechische voorzitterschap en commissaris Figel bijzonder dankbaar voor hun uiteenzettingen, die de hoop voeden dat we het op Europees niveau eens kunnen worden.

 
  
MPphoto
 

  Józef Pinior (PSE). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, geachte commissaris, ik wil mijn toespraak graag beginnen met een citaat uit een gedicht van Osip Mandelstam, een van de grootste Russische dichters uit de 20e eeuw. Ik zal de woorden uitspreken in de taal waarin ze zijn geschreven, in het Russisch:

(de spreker citeert in het Russisch)

Dit zijn verschrikkelijke woorden. Vanwege dit gedicht is Osip Mandelstam verbannen. Hij stierf in de buurt van Vladivostok, onderweg naar zijn bestemming. In december 1938 werd zijn lichaam bijgezet in een gemeenschappelijk graf. Osip Mandelstam symboliseert de miljoenen slachtoffers van de totalitaire regimes in Europa in de 20e eeuw.

Het huidige Europa mag de wereldwijde slachtoffers van de totalitaire regimes van de 20e eeuw niet vergeten. Deze slachtoffers vormen de basis van ons geheugen, het blijvende geestelijke fundament van de Europese democratie. Tegelijkertijd bezien we de gehele geschiedenis van de 20e eeuw. We denken terug aan de slachtoffers van autoritaire systemen, de slachtoffers in Europese landen, onder nationalistische en militaristische regimes, in Spanje, in Portugal en in Griekenland.

Ik zou de aandacht willen vestigen op een seminar dat werd gehouden in onze fractie, de Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement, en verder op een boek dat onze fractie gaat publiceren. Dit boek is gewijd aan problemen van geschiedkundige en politieke aard. We willen dit probleem serieus aanpakken. Wij vinden het onacceptabel als deze nagedachtenis nu wordt gemanipuleerd en geschaad in het kader van een ideologische strijd, een strijd tussen de partijen van het Europese politieke systeem. We herinneren ons de slachtoffers. De slachtoffers van de totalitaire regimes in de 20e eeuw moeten de basis vormen van de hedendaagse Europese democratie.

 
  
MPphoto
 

  Ģirts Valdis Kristovskis (UEN) . – (LV) Dames en heren, helaas bevatten de gemeenschappelijke Europese waarden nog steeds niet de eis een uitgebreide en waarheidsgetrouwe beoordeling te maken van de misdaden van diverse totalitaire regimes in Europa en de gevolgen die daaruit voortvloeiden. Halve waarheden, eenzijdige interpretaties en de ontkenning van de historische waarheid verzwakken de Europeanen. Het kaderbesluit inzake racisme en vreemdelingenhaat stelt alleen grove bagatellisering van nazimisdaden strafbaar, maar zwijgt over de misdaden van het totalitaire communisme in Europa. We hebben dringend behoefte aan een objectieve methode voor het beoordelen van totalitaire regimes. Hierbij kunnen we gebruik maken van de ervaring van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Deze is gebaseerd op universeel erkende schendingen van internationale rechten en beginselen, die iedereen bekend zijn en in elk geval sinds de processen van Neurenberg worden toegepast. We moeten eindelijk eerlijk uitkomen voor de recente totalitaire geschiedenis van Europa omwille van de toekomst en de gemeenschappelijke waarden van Europa!

 
  
MPphoto
 

  Gisela Kallenbach (Verts/ALE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, beste collega’s, bijna twintig jaar na de val van het IJzeren Gordijn bespreken we in dit Parlement voor het eerst een onderwerp dat zelfs binnen onze Gemeenschap een wig kan drijven tussen de burgers in het Oosten en het Westen. Waarom? Totalitaire regimes worden van buitenaf heel anders beoordeeld dan van binnenuit. De Europese geschiedenis van de 20e eeuw is in de verschillende lidstaten op allerlei verschillende manieren behandeld en verwerkt. Bovendien zijn er in bepaalde lidstaten in Centraal- en Oost-Europa personen die de mensenrechten hebben geschonden, mensen zonder rechtmatig proces in kampen hebben gestopt of hun dood hebben veroorzaakt, maar die desondanks nog steeds een ambt bekleden en hoog in aanzien staan – ook in dit Parlement. Wanneer we daar niet echt nota van nemen is dat gif voor onze gezamenlijke toekomst. Daarom mag Europa de handen niet in de schoot leggen!

Ik ben heel blij dat er nu een Europees platform komt voor dit onderwerp. Ik hoop dat het niet bij de discussie van vandaag blijft, maar dat we samen met de Commissie een proces op gang kunnen brengen en de projecten die u heeft genoemd kunnen uitvoeren. Ik hoop dat we erin slagen om de nog levende daders met behulp van dit proces ter verantwoording te roepen en de slachtoffers te herdenken, zodat we in het belang van onze gezamenlijke toekomst meer begrip voor elkaar kunnen ontwikkelen.

 
  
MPphoto
 

  Athanasios Pafilis (GUE/NGL).(EL) Mevrouw de Voorzitter, de Europese Unie escaleert haar afschuwelijke anticommunistische campagne. Dit is een uitermate brutale provocatie aan het adres van de volkeren. Door de geschiedenis te vervalsen, te lasteren en te liegen worden fascisme en communisme over een kam geschoren. Het meest progressieve dat het menselijk brein ooit heeft voortgebracht, het communisme, dat wil zeggen de afschaffing van de exploitatie van de mens door de mens, wordt over een kam geschoren met het meest reactionaire en barbaarse regime dat het kapitalisme ooit heeft voortgebracht, het fascisme.

Dit is een belediging voor de nagedachtenis van de 20 miljoen Sovjetburgers die hun leven hebben gegeven voor de overwinning van het fascisme. Dit vulgaire anticommunisme is niet zozeer op het verleden gericht als wel op het heden en op de toekomst. Het doel ervan is de weerstand van het volk te verzwakken, de werknemers op te zadelen met de lasten van de kapitalistische crisis en een stokje te steken voor de onvermijdelijke en algemene betwisting en omverwerping van het kapitalistische systeem in de nabije toekomst. Daarom worden de communisten aangepakt en wordt het socialistisch communistisch perspectief zwart gemaakt. Ook probeert men de communistische partijen, die hun principes hoog houden, te chanteren en ertoe aan te zetten om deze principes over boord te gooien en ‘in te burgeren’.

U koestert illusies. De communisten zullen hun hoofd niet buigen. Zij zullen hun ideologie verdedigen zelfs indien ze daarvoor hun leven moeten geven. Spijtverklaringen aan het imperialisme ondertekenen wij niet. De omverwerping van het imperialisme is een sociale noodzaak, en wij zullen deze consequent dienen. Wij zijn niet bang voor u! De sociale ontwikkeling zal doorgaan; daar bent u bang voor en daarom voert u deze campagne.

 
  
MPphoto
 

  Roberto Fiore (NI). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik denk dat het vandaag de dag goed te zien is welke landen totalitaristisch zijn. Het eerste land dat mijzelf te binnen schiet is China. China is op dit moment een land waar vrouwen gedwongen worden te aborteren, het is het land van de Laogai, een heus concentratiekamp, waar overigens voor de grote multinationals of voor de Chinese staat wordt gewerkt. China is ook het land waar priesters en leden van de oppositie in de gevangenis worden gegooid. Dit is dus de eerste vorm van totalitarisme die mij te binnen schiet.

Het tweede voorbeeld is naar mijn gevoel het islamitisch totalitarisme, vooral in verband met de sharia. Waar de islam daadwerkelijk in totalitaire wet verandert, worden de rechten van de andere godsdiensten of van vrouwen of van wie dan ook onderdrukt. Voorts is er ook in Europa een terugkeer naar een zeker totalitarisme te bespeuren, en daar wil ik nog een paar seconden aan wijden.

Zojuist was er sprake van Hongarije. Ik heb persoonlijk in Hongarije betogingen meegemaakt ter herdenking van de nationale opstanden in 1956, en ik heb gezien hoe de politie repressief optrad tegen de betogers. Ikzelf ben ook gefouilleerd en ik werd gevraagd me te legitimeren terwijl men heel goed wist wie ik was.

Dus daar is ook een soort totalitarisme in opkomst. Maar er is nog een andere vorm van totalitarisme in opkomst, zoals goed blijkt uit de verklaringen van premier Zapatero, maar ook van bondskanselier Merkel en president Sarkozy, naar aanleiding van de woorden van de paus in Afrika of andere gebeurtenissen waarbij de katholieke kerk betrokken is. Deze staatshoofden en regeringsleiders zijn nooit opgetreden tegen andere religies, maar ze worden wel heel radicaal als de katholieke kerk aangevallen moet worden. Dat leidt dan weer tot een sfeer van intolerantie in sommige landen. Daar hebben we kort geleden een voorbeeld van gehad, toen een paar gelovigen in de Notre Dame werden belaagd door antikatholieke betogers.

 
  
MPphoto
 

  József Szájer (PPE-DE). (HU) Het christendom en de doctrine van universele mensenrechten leggen ons één enkele maatstaf op, de maatstaf van menselijke waardigheid en onvoorwaardelijk respect voor het menselijk leven. Daarom moeten we alle berekeningen die tegenwoordig in zwang zijn om te bepalen welke onmenselijke dictatuur het grootste aantal mensen heeft vermoord of vernederd, veroordelen.

Voor een democraat en voor een Europeaan is het onaanvaardbaar dat er ook nu nog, ook in dit Parlement, mensen zijn voor wie de misdaden van de communistische dictatuur verklaarbaar zijn en door de vingers kunnen worden gezien. Een dubbele maat voor slachtoffers, misdaden, lijden en dood is onaanvaardbaar.

Degenen die vandaag de dag de misdaden van de communistische dictatuur vergoelijken, redeneren dat deze verschrikkingen zijn begaan door de regimes in kwestie uit naam van de nobele idealen ‘gelijkheid’ en ‘broederschap’. Dames en heren, mevrouw de Voorzitter, dit is een grote leugen, en dit alles moet niet vóór maar tegen hen spreken, want onder het voorwendsel van nobele doelen zijn mensen bedrogen, zoals de Hongaarse schrijver István Örkény het op de Hongaarse Radio onder woorden bracht ten tijde van de revolutie van 1956: „We hebben dag en nacht gelogen, we hebben op elke golflengte gelogen.”

Juist om die reden vragen we, eisen we in naam van vrijheid, democratie en de idee van een verenigd Europa: er moet een gemeenschappelijke Europese herdenkingsdag en een monument komen voor de slachtoffers van het communisme en daarnaast moeten er een Europees museum, archief en onderzoeksinstituut worden opgericht om de misdaden van het communisme te documenteren. We moeten diegenen uit ons democratische midden weren die de daden van het communisme ook nu nog goedpraten, en Europa moet de veroordeling van elke onmenselijkheid hartgrondig veroordelen. Laten we met zoveel mogelijk stemmen de Verklaring van Praag steunen.

 
  
MPphoto
 

  Katrin Saks (PSE). – (ET) Ik weet zeker dat niemand in dit Parlement – zelfs niet diegenen die momenteel iets beters te doen hebben – de gebeurtenissen in de Baltische staten zestig jaar geleden vergoelijkt, waarbij bijna 100 000 mensen, voornamelijk vrouwen en kinderen, naar Siberië werden gedeporteerd. Dat sommigen in de huidige verkiezingsstrijd met een beschuldigende vinger naar de sociaaldemocraten wijzen, als zouden wij het criminele karakter van deze gebeurtenissen niet inzien, maakt de zaak er niet beter op.

De woorden ‘socialisme’ en ‘communisme’ zullen voor de verschillende leden van onze partij inderdaad verschillende dingen betekenen, maar niemand kan de misdaden die zijn gepleegd rechtvaardigen.

Waarom moeten wij het hierover hebben – niet alleen historici, maar ook politici? Omdat we zonder eerlijke beoordeling van het verleden niet zeker weten dat we alles in het werk hebben gesteld om een herhaling van deze gebeurtenissen te voorkomen. Dit is belangrijk, omdat de schaduwen van het verleden nog niet zijn verdwenen. Het is vandaag de dag weliswaar moeilijk voor te stellen dat Hitler op een voetstuk wordt geplaatst, maar het monument van Stalin staat fier op het centrale plein in zijn geboorteplaats Gori. Vorig jaar is Stalin in Rusland verkozen tot een van de twaalf meest vooraanstaande figuren uit de geschiedenis.

 
  
MPphoto
 

  Wojciech Roszkowski (UEN). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, er wordt wel eens gezegd dat het nazi-totalitarisme afkomstig is van het politieke rechts en het communistische totalitarisme van het politieke links. Deze bewering is niet erg nauwkeurig. Rassenhaat en klassenhaat zijn in feite twee varianten van hetzelfde, namelijk haat. Door haat wordt het menselijke geweten uitgeschakeld en worden sociale relaties vernietigd. Een verklaring van deze strekking is zojuist afgelegd door de heer Pafilis.

Haat leidt tot onderdrukking en onderdrukking is onverenigbaar met de beginselen van een republiek, een democratie en een rechtsstaat. In een democratisch systeem bestaan zowel linkse als rechtse partijen. De totalitaire nazi- en communistische regimes vernietigden de democratie. Dat betekent dat het nazisme geen rechtse beweging was en het communisme geen linkse. Het nazisme en het communisme beheersten het gehele politieke spectrum.

Als iemand vandaag de dag het criminele karakter van het totalitarisme relativeert, of het nu gaat om het totalitarisme van de nazi’s of de communisten, gaat hij daarmee in tegen de tradities van de rechtsstaat en de democratie. Het is overigens typerend dat hoewel de rechtse Europese partijen de misdaden van het nazi-regime niet relativeren, de linkse Europese partijen dat wel doen ten aanzien van de communistische misdaden. Dat is overduidelijk gezien de houding van de socialisten en communisten tegenover de ontwerpresolutie over het onderwerp dat vandaag besproken is. We stemmen in dit Parlement niet over de waarheid van de geschiedenis, we stemmen over de waarheid over onszelf en over onze morele opvattingen.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Christopher Beazley (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, waarom stellen democraten zich zo terughoudend op bij het noemen van dictators en personen die hun loopbaan hebben gewijd aan de bestrijding van de democratie, de onderwerping van landen en de vervolging van personen die zich tegen hen durfden uit te spreken, en die verantwoordelijk zijn voor misdaden?

Hedenmiddag hebben we het niet over totalitarisme, we spreken niet in eufemismen: we hebben het over Hitlers fascistische, criminele dictatuur en Josef Stalins communistische, criminele dictatuur. Toen ik zestien jaar oud was woonde ik in Frankfurt am Main, dat met een tank vanuit Praag binnen twee uur bereikt kan worden.

Minister, Alexander Dubček, die wij in dit Huis geëerd hebben, heeft uitermate hard geprobeerd het systeem te liberaliseren. Hij sprak over het menselijke gezicht van het communisme. Het onmenselijke gezicht van het communisme waren Leonid Brezjnev en zijn voorgangers en opvolgers.

Commissaris, als we onze overtuigingen trouw willen blijven moeten we mijns inziens eer betuigen aan zowel de slachtoffers van het communisme als van het fascisme. We moeten geen onderscheid maken tussen deze criminelen van hetzelfde slag – dat is wat ze waren. Het enige verschil is dat Hitler de oorlog heeft verloren en Stalin deze heeft gewonnen.

Vandaag heeft de Voorzitter van dit Parlement degenen die gedeporteerd werden uit drie Baltische staten, te weten Estland, Letland, en Litouwen, herdacht. Minister, uw land heeft echter geleden: Jan Palach heeft zijn leven verloren. Hij probeerde wanhopig te laten zien tot welke uitersten hij zou gaan om aan te tonen dat het regime waaronder hij leefde onacceptabel was. Ik herinner me dat ik, zestien jaar oud, luisterde naar Radio Praag terwijl de tanks uw hoofdstad bezetten op het Wenceslasplein in Praag. “Vergeet ons niet”, dat zijn de woorden van uw moedige landgenoten. Commissaris, hedenavond vergeten we degenen die hebben geleden niet. We zouden de moed moeten hebben om diegenen die verantwoordelijk waren bij de naam te noemen; we zouden echter ook naar de toekomst moeten kijken om te garanderen dat dit continent nooit meer onder nazisme of stalinisme te lijden zal hebben.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Luis Yañez-Barnuevo García (PSE). − (ES) Mevrouw de Voorzitter, ik ben het ermee eens dat we niet mogen vergeten, en laten we daarbij vanuit politiek oogpunt niet te veel nuanceren, dat alle totalitaire systemen verwerpelijk zijn en dat het communisme en het fascisme onherstelbare schade hebben aangericht op dit continent.

Nu zijn we een verenigd continent van 27 naties en vijfhonderd miljoen mensen die een aantal waarden gemeenschappelijk hebben – vrijheid, democratie, mensenrechten – en we moeten het totalitaire communisme dat Midden- en Oost-Europa heeft geteisterd en het nazi-fascisme dat in de jaren daarvoor in veel landen van Europa, waaronder het mijne, heeft huisgehouden, in even krachtige bewoordingen veroordelen.

Ik heb 32 jaar onder de dictatuur van Franco geleefd en dat zal ik niet vergeten, zoals andere sprekers, bijvoorbeeld uit Griekenland of Portugal, ook hun dictatuur niet zullen zijn vergeten.

Ik ben me er altijd van bewust geweest, ook toen ik jong was, hoezeer volkeren onder de communistische dictatuur hebben geleden. Ik ben nooit communist geweest en ik heb het communisme altijd veroordeeld. Maar dat is nooit een belemmering geweest om tegen het Franco-regime te strijden en om het Franco-regime te veroordelen.

De strijd is dezelfde. We moeten voor dezelfde principes en voor dezelfde waarden strijden en we moeten de slachtoffers van al deze vormen van totalitarisme permanent herdenken.

 
  
MPphoto
 

  Inese Vaidere (UEN). – (LV) Dames en heren, zestig jaar geleden werden 43 000 onschuldige mensen, waaronder kinderen en ouderen, zonder proces uit Letland gedeporteerd. Als hetzelfde nu in Frankrijk zou gebeuren, zou het om 1,3 miljoen mensen gaan. Het is daarom van belang dat we vandaag over de misdaden van het totalitaire communisme kunnen praten. Als we deze misdaden overlaten aan de historici, zoals hier eerder werd voorgesteld, en wachten tot degenen die deze misdaden hebben meegemaakt en ondergaan overlijden, begaan we een fout. We mogen de betekenis van deze misdaden niet bagatelliseren, en niet ontkennen dat ze hebben plaatsgevonden. Het Europees Parlement heeft in zijn schriftelijke verklaring duidelijk gesteld dat 23 augustus erkend moet worden als de dag waarop we de slachtoffers van het stalinisme en nazisme herdenken, en ook dat kan niemand hier ontkennen. De Raad moet dit besluit van het Europees Parlement onverwijld ten uitvoer leggen, opdat dit soort misdaden nooit meer wordt gepleegd.

 
  
MPphoto
 

  Rihards Pīks (PPE-DE). – (LV) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Vondra, commissaris, dames en heren, zij die de Europese geschiedenis hebben bestudeerd, naar ik aanneem de meesten onder u, weten dat de Tweede Wereldoorlog op 1 september 1939 is begonnen met de invasie van Hitler in Polen. Wat veel minder mensen weten, is dat Hitler dit kon doen doordat hij en Stalin op 23 augustus 1939 een akkoord hadden getekend, een niet-aanvalsverdrag. Nog minder mensen weten dat Stalins regime Hitler en Hitlers leger twee jaar lang voorzag van brandstof en industriële materialen zodat Hitler West-Europa kon veroveren. Nog minder mensen weten dat gedurende de gehele jaren dertig aanvalswapens, tanks en parachutisten voor Stalin klaarstonden. Hitler kon beschikken over 400 parachutisten, maar Stalin over 1 miljoen parachutisten die klaar waren voor de aanval. Bovendien ondersteunden de beslissingen van de communistische partij van bolsjewieken in de Sovjet-Unie dit buitenlands beleid. Tijdens verschillende gesloten vergaderingen van de communistische partij werden resoluties aangenomen volgens welke onenigheid moest worden gezaaid tussen de West-Europese landen zodat de Sovjet-Unie deze landen vervolgens kon komen bevrijden. Maar er is meer: op het gebied van binnenlands beleid werden de Letten die in de Sovjet-Unie waren gebleven vanaf 5 december 1937 opgepakt en als groep geëlimineerd. Gedurende de twee jaar die volgden, werden 70 000 Letten die in de Sovjet-Unie woonden gedood, enkel en alleen om het feit dat zij Letten waren. Hoe moeten we dus een regime noemen waarvan het buitenlands beleid agressief was, en wiens binnenlands beleid erop gericht was de eigen burgers om zeep te helpen? Het was een totalitair, misdadig regime, net als het nazisme. Dank u.

 
  
MPphoto
 

  Csaba Sándor Tabajdi (PSE). (HU) Het is moeilijk een gemeenschappelijke Europese geschiedenis op te tekenen, aangezien de westelijke en de oostelijke helft van Europa na de Tweede Wereldoorlog een andere geschiedenis hebben doorgemaakt. De Midden- en Oost-Europese landen en de Baltische staten zijn stuk voor stuk slachtoffer geworden van de nazi- en de Sovjetdictaturen, maar desondanks kunnen we het nazisme niet gelijk stellen aan het stalinisme.

Niemand kan betwisten dat miljoenen mensen het slachtoffer zijn geworden van de stalinistische dictatuur en dat er volkeren werden verdreven; dat kan niemand goedpraten of relativeren. De Shoah, het Duitse nazisme, heeft met industriële georganiseerdheid getracht het joodse volk uit te roeien op grond van afkomst, een verschrikking van een omvang die zijn weerga niet kent in de geschiedenis van de mensheid.

In West-Europa beseft men vaak niet dat voor ons de bevrijding van het nazisme tegelijkertijd het begin betekende van een nieuwe bezetting, de Sovjetoverheersing. Daarom wordt 9 mei anders beleefd door de oude en de nieuwe lidstaten, vooral de Baltische staten, die hun onafhankelijke staat verloren en hun intelligentsia uitgeroeid zagen worden.

Het zou goed zijn de geschiedenis zonder politiek of actuele politiek – zoals de Hongaarse dichter Attila József het formuleerde – onder ogen te zien, een gemeenschappelijk historisch discours tot stand te brengen. „Het kost al voldoende strijd om het verleden onder ogen te zien,” aldus József.

 
  
MPphoto
 

  Roberts Zīle (UEN). – (LV) Mevrouw de Voorzitter, een aantal collega’s heeft al gememoreerd dat we vandaag de deportaties van mensen naar Siberië door het Sovjetregime zestig jaar geleden herdenken. We weten echter ook hoe moeilijk het is om het communistische regime te veroordelen net als we dat met andere totalitaire regimes doen. Dat komt omdat we het niet alleen over het verleden hebben, maar ook over de toekomst. Deze week werd bekend dat Alfrēds Rubiks bij de Europese verkiezingen lijsttrekker is voor de Saskaņas Centrs-partij. Alfrēds Rubiks was leider van de Letse afdeling van de communistische partij van de Sovjet-Unie, en heeft in Letland terechtgestaan voor misdaden van het regime. Hij is een aanhanger van de communistische ideologie die het herstel van de Letse onafhankelijkheid tot het laatst heeft proberen tegen te houden; nu staat hij op het punt gekozen te worden door een land dat hij zelf heeft afgewezen. Dit is ook de reden waarom het voor het Europees Parlement lastig zal blijven om misdaden op dezelfde manier te veroordelen, en waarom goede en slechte totalitaire regimes zullen blijven bestaan. Dank u.

 
  
MPphoto
 

  Marian-Jean Marinescu (PPE-DE).(RO) Communisme is een bedrieglijk denksysteem. Het heeft de mond vol van welzijn, gelijkheid en het respecteren van de mensenrechten, maar in de praktijk bracht het leugens, discriminatie, haat en zelfs misdaad.

We dienen het communisme met alle tot onze beschikking staande middelen te veroordelen. In Roemenië gebeurde dat in 2006 bij monde van de president, naar aanleiding van een verslag dat was opgesteld door een speciaal voor dit doel ingestelde presidentiële commissie.

Communisme doet alles wat met vrijheid te maken heeft teniet en maakt mensen afhankelijk van een systeem. Wie nooit onder het communisme geleefd heeft, kan niet begrijpen hoezeer iemands leven en manier van denken door een totalitair systeem kan worden aangetast.

Als ik de klok terug kon zetten, zou ik de mensen die altijd onder het kapitalisme hebben geleefd en toch hunkeren naar communisme laten leven in het Roemenië van de jaren tachtig.

In Roemenië werd het communistische regime gevestigd met behulp van Russische troepen, ten koste van honderdduizenden doden in werkkampen en gevangenissen. Met als enige misdaad de weigering zich te onderwerpen aan het totalitaire systeem verdwenen politici, intellectuelen, boeren, vertegenwoordigers van verschillende geloofsovertuigingen, mensen die doorgaans een toonbeeld van burgerzin waren.

Waar de macro-economische problemen van een bankroet systeem met adequate maatregelen te verhelpen zijn, hebben mensen tijd nodig om te vergeven, vergeten en zich aan te passen aan een nieuwe manier van leven, ook al is die onvergelijkelijk veel beter.

Democratie bracht de vrijheid van gedachte, meningsuiting en verkeer. Ze dient tevens zekerheid voor de dag van morgen te brengen. Er bestaat geen verschil tussen armoede door een gebrek aan materiële goederen en armoede door een gebrek aan middelen om goederen te kopen. Op de dag dat we voor eens en voor altijd een einde aan armoede maken, zal ook het spook van het communisme voorgoed verdwijnen.

Geachte collega’s, Roemenië en de andere landen in Oost-Europa raakten met dit systeem opgescheept door de besluiten van de wereldleiders, van wie er slechts één communist was. De overigen vertegenwoordigden democratische stelsels.

Deze historische waarheid mag u niet vergeten bij het beoordelen van of beslissen over de huidige of toekomstige situatie in voormalig communistische landen, ongeacht of die lid van de Europese Unie zijn.

 
  
MPphoto
 

  Ljudmila Novak (PPE-DE). - (SL) Jammer genoeg is het in geen enkel voormalig communistisch land al gekomen tot een volledig onderzoek en een erkenning van de misdaden van het communisme na de Tweede Wereldoorlog.

Omdat die regimes nog decennialang na de oorlog aan de macht waren, konden ze ook de meeste bewijzen vernietigen. Daarom zijn de misdadigers en schuldigen niet eens bij naam genoemd, laat staan veroordeeld. De winnaars hebben de geschiedenis geschreven.

De Europese Unie moet alle landen met een voormalig communistisch regime oproepen om historici in staat te stellen de volledige waarheid over de naoorlogse gebeurtenissen te onderzoeken en in de handboeken op te nemen. Ze zouden ook moeten schrijven over de verantwoordelijkheden van de Westerse geallieerden die vluchtelingen afgewezen hebben en ze aan de communisten hebben uitgeleverd.

De Europese Unie zou ook alle landen moeten oproepen om na te denken over de naamgeving van straten en pleinen naar omstreden helden, zoals in Joegoslavië bijvoorbeeld Tito, die omwille van hun functie in die tijd voor talrijke naoorlogse slachtpartijen verantwoordelijk waren.

 
  
MPphoto
 

  Ewa Tomaszewska (UEN). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, ik ben verbaasd en verontwaardigd wanneer ik in dit Parlement bemerk dat de communisten niet bereid zijn het hoofd te buigen, ondanks de tientallen miljoenen slachtoffers door de bouw van het Witte Zee-Oostzeekanaal, de miljoenen mensen die naar Siberië zijn gedeporteerd vanuit verschillende landen (onder meer Russen, maar ook miljoenen Polen), en de terdoodveroordeling van complete naties, zoals de Krim-Tataren.

Ritmeester Pilecki, die zich vrijwillig in Auschwitz liet opsluiten, en later door de communisten werd opgepakt, vertelde zijn vrouw: ”Auschwitz was maar een spel.” Mijn land heeft geleden onder beide totalitaire systemen en de wonden zijn nog altijd niet genezen. Dergelijke systemen hebben geen enkel bestaansrecht. We moeten hen die streden tegen totalitarisme eren en de herinnering aan de slachtoffers hoog houden.

 
  
MPphoto
 

  Bogusław Sonik (PPE-DE). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, de Europese Gemeenschap moet er alles aan doen om de herinnering aan de helden levend te houden. De totalitaire misdaden mogen niet gebagatelliseerd worden. Het lot van hen die in verzet kwamen, van hen die, zoals ritmeester Pilecki, werden omgebracht, moeten wij altijd in gedachten houden. Vooral omdat het idee van Europese integratie ontstond bij deze mensen, die in verzet kwamen tegen het nazisme en het communisme. Door dit idee konden conflicten in de toekomst worden voorkomen en kreeg de vorming van totalitaire regimes na de oorlog geen kans.

Het instellen van een Internationale Dag van de helden van de strijd tegen het totalitarisme zou een goede stap zijn in de richting van een gemeenschappelijk begrip van de Europese geschiedenis van de 20e eeuw. Het zou verder deel uitmaken van de gemeenschappelijke strijd tegen onderlinge vooroordelen en onwetendheid ten aanzien van historische feiten. Door de misdaden van totalitaire regimes – het naziregime en het communistische regime – in het bewustzijn van de Europeanen te griffen, kunnen we de hoop koesteren dat ons continent nooit meer het toneel zal zijn van dergelijke tragische gebeurtenissen.

 
  
MPphoto
 

  György Schöpflin (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, dit debat heeft een bredere dimensie. Niet alleen het verenigd Europa moet dringend naar het verleden in zijn geheel kijken, maar hetzelfde geldt vooral voor Europees links.

Zonder een grondig zelfonderzoek van het eigen verleden zal politiek links in sommige van de voormalige communistische landen gedoemd en zelfs gedwongen zijn te leven met een vertekend verleden, een verleden waaruit allerhande pijnlijke gebeurtenissen worden weggehouden. Dat dwingt links ertoe dit vertekende verleden nog meer te beschermen, waardoor de democratische geloofwaardigheid wordt aangetast. Aangezien de linkse partijen uit het Westen dit niet gereconstrueerde postcommunistische links volledig accepteren als een legitieme partner, voelen zij zich ook verplicht om een onvergeeflijk verleden te verdedigen. Het gevolg is dat de eigen democratische overtuiging in dat opzicht wordt verzwakt.

 
  
MPphoto
 

  Csaba Sógor (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, Europa kent met betrekking tot totalitarisme en het aan banden leggen van basale vrijheden een turbulent verleden. In bepaalde delen van Europa werd de 20e eeuw gekenmerkt door dergelijke totalitaire regimes.

Het is vandaag de dag onze morele plicht ervoor te zorgen dat iedere burger van de Europese Unie dezelfde rechten geniet. Daarnaast is het van groot belang dat de EU de rechten van minderheden ondersteunt, met name omdat veel landen over de gehele wereld zeer basale rechten in deze zin niet respecteren.

Tegelijkertijd wil ik er graag op wijzen dat voor ons allen vaststaat dat er binnen de Europese Unie, terwijl deze zich uitspreekt tegen discriminatie en de schending van mensenrechten in kwesties zoals Tibet, ook etnische en taalminderheden bestaan die zeer vaak het slachtoffer zijn van culturele en taalkundige assimilatie. Deze door enkele Europese natiestaten gebezigde praktijken vormen een aspect dat serieus opnieuw moet worden bekeken en overwogen.

De Hongaren in Roemenië, de bevolkingsgroep die ik vertegenwoordig, zijn hiervan een voorbeeld.

 
  
MPphoto
 

  Zbigniew Zaleski (PPE-DE). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, ik steun het voorstel van de heer Szájer om een dag aan te wijzen ter herinnering aan de geschiedenis van de slachtoffers van het totalitarisme. Het zou mijns inziens goed zijn om de volgende reden: hoewel de verschrikkingen van het nazi-regime behoorlijk bekend zijn en zelfs sommige Duitsers hebben geprobeerd deze te verwerken, is er paradoxaal genoeg maar weinig bekend over het stalinisme. De paradox ligt in het feit dat zelfs de Siberiërs, afkomstig uit Stalins eigen land, dachten dat hij een goed man was en dat de problemen van Rusland andere oorzaken hadden.

De miljoenen mensen die in Siberië om het leven kwamen, kunnen wij niet meer horen en we zullen nooit weten welk leed zij moesten doorstaan. Ik ken echter een van de slachtoffers die nog in leven is. Deze persoon heeft nog altijd het gevoel, zelfs bij het maken van een wandeling over straat, dat hij niet meer leeft. Dat is kenmerkend voor hen die verbannen werden naar Siberië. De overlevenden weten hoe het was. Er is een Russisch gezegde (de spreker zegt enkele woorden in het Russisch), hetgeen betekent ‘als je er niet geweest bent, zul je er komen en als je wel geweest bent, zul je het niet vergeten’. Ik denk dat we in alle openheid moeten spreken over elk van deze twee vormen van totalitarisme.

 
  
MPphoto
 

  Vytautas Landsbergis (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, we moeten alles doen wat in onze macht ligt om het morele verval van Europa tegen te gaan. Opportunisme komt het duidelijkst naar voren wanneer grove misdaden tegen de menselijkheid, die gedurende de afgelopen eeuw zijn begaan, worden ontkend. Een dergelijke ontkenning van de misdaden van communistische totalitaire regimes brengt helaas een vergevingsgezinde houding ten aanzien van alle neonazi’s in Duitsland, Rusland of elders met zich mee. Een willekeurige neonazi zou de vraag kunnen stellen waarom hun voorlopers niet worden vergeven, zoals dat bij de Sovjets gebeurt.

Dit ernstige verschijnsel is geworteld in Neurenberg, waar de nazi’s eenvoudigweg werden vrijgesproken van het smeden van een complot met Stalin tijdens de Tweede Wereldoorlog. De grootste misdaad werd genegeerd vanwege het recht op een eerlijk proces. Waarom? Omdat de schaduw van Stalin – Hitlers gelijke – gedurende twee cruciale jaren over het tribunaal hing. Zelfs toentertijd capituleerde het Westen in morele zin al voor de Sovjets. Er is echter geen reden om voor altijd beperkt van geest en angstig te blijven.

 
  
MPphoto
 

  Alexandr Vondra, fungerend voorzitter van de Raad. − (CS) Dames en heren, ik eindig hier vandaag in het Tsjechisch en zal proberen de zaken samen te vatten en antwoord te geven op een aantal hier gestelde vragen. Het gaat mijns inziens met name om drie zaken. Allereerst zou ik graag iedereen die zowel deelgenomen heeft aan de hoorzitting van vorige week als aan dit plenaire debat daarvoor hartelijk willen bedanken. Dit debat was de eerste in zijn soort sinds lange tijd. Het is goed dat het heeft plaatsgevonden en ik denk dat we in de eerste plaats kunnen concluderen dat een dergelijk debat nodig is en ook dat we het moeten voortzetten. Dat is het doel van het Platform Europese nagedachtenis en Europees geweten. Waarom is een dergelijk platform op Europees niveau zo belangrijk? Het is belangrijk als middel tegen het vergeten van het verleden. Indien we het verleden vergeten dan kan het uiteraard maar zo gebeuren dat het zich weer herhaalt. Ook is het een manier om te strijden tegen de relativering van de misdaden in het verleden. Hitler en Stalin zijn gewoon één pot nat. Uiteraard waren er landen waar het nazisme de weg bereid heeft of in ieder geval heeft helpen bereiden voor het misdadige communisme. Maar elke relativering – en ik moet oppassen niet in een politieke polemiek te belanden – maar elke relativering is uitermate gevaarlijk.

Ten tweede is het belangrijk om door middel van het Europese onderwijscurriculum het historisch besef op peil te houden. Wat dit betreft zijn we van mening – en dit was tevens een van de conclusies van de hoorzitting van vorige week – dat de financiële instrumenten versterkt moeten worden om een volwaardige plaats in te kunnen ruimen in het onderwijscurriculum voor het totalitaire verleden van het Europese continent. Er is geld voor nodig en ik zou graag de Commissie en met name commissaris Figel’ hartelijk willen bedanken voor het feit dat de Commissie bereid is om ter zake samen te werken.

En dan niet in de laatste plaats nog datgene wat het debat uiteindelijk zou moeten opleveren. Een voorzitterschap duurt maar kort. Zes maanden. We bevinden ons nu op de helft ervan en we koesteren geen enkele illusie dat wanneer dit Parlement straks uit elkaar gaat we het onmogelijke tot stand hebben weten te brengen. Desalniettemin hebben we de gedachte dat er een pan-Europees instituut tot stand zou kunnen worden gebracht – ongeacht de vraag of dat nu op museaal niveau of op het niveau van onderzoeksinstituten of stichtingen is – denk ik wel hard nodig. Bij de hoorzitting van vorige week waren vertegenwoordigers aanwezig van dergelijke – nationale – instituten en ik denk dat een soortgelijk instituut op pan-Europees niveau meer dan wenselijk is. Maar dat is uiteraard eerder een taak van de instellingen, aangezien die garant staan voor een zekere continuïteit, en niet zozeer van een elke zes maanden roterend voorzitterschap. Maar het was onze taak een zeker debat over dit onderwerp op gang te brengen en daarom zou ik graag nogmaals willen bedanken voor het welslagen ervan en zou ik de hoeders van de genoemde continuïteit willen oproepen dit debat voort te zetten, opdat we misschien eens zo ver mogen komen dat er daadwerkelijk een dergelijk instituut in het leven geroepen wordt.

 
  
MPphoto
 

  Ján Figeľ, lid van de Commissie. – (SK) Ik heb in mijn inleiding al uitgelegd wat de Commissie in wezen voor ogen heeft, en ik wil hier nogmaals benadrukken dat we er klaar voor zijn, wat ook niet onbelangrijk is. Als de Europese Commissie een rol wil spelen in dit proces, heb ik de volgende stappen al aangegeven, waaronder de voltooiing van studies naar diverse methoden en mechanismen van lidstaten op dit vlak en de presentatie van het verwachte verslag volgend jaar. Ik heb echter nog een aanvulling die slechts zijdelings met dit debat te maken heeft. Sommige sprekers hebben erop gewezen dat we dit jaar vieren dat het communisme in Europa twintig jaar geleden ineenstortte en de Berlijnse Muur en het IJzeren Gordijn vielen; sindsdien is veel tijd verstreken. Volgens mij is het nooit te laat, en zou dit Parlement, dat onlangs is uitgebreid, tekortschieten als het zich niet zou uitlaten over de misdaden van het totalitaire communisme en geen discussie op gang zou brengen, omdat deze gebeurtenissen velen van ons hier hebben gebracht; het merendeel van de deelnemers in dit debat komt zelfs uit de nieuwe lidstaten.

Ook ik heb het grootste deel van mijn leven in een totalitair systeem geleefd, in Tsjecho-Slowakije, en uit deze persoonlijke en algemene ervaringen van de betrokkenen moeten we een Europees collectief geheugen, een Europese broederschap creëren, en tegelijkertijd de processen versterken die de terugkeer van totalitarisme en bagatellisering en ontkenning van misdaden of ontkenning van de waarheid tegenhouden. De ontkenning van deze misdaden komt in feite neer op een relativering van de waarheid, maar ook van de ethiek, waardoor de problemen zich opstapelen en het idee ontstaat dat je een probleem kunt elimineren door mensen te elimineren. Het idee dat je problemen kunt elimineren door mensen te elimineren is een van de principes van het stalinisme.

Ik zie de uitbreiding van de EU in een bredere context, en juist om die reden kan ik de verschillende vormen van totalitarisme die zijn genoemd, de verschillende vormen in de verschillende landen, onderscheiden. We hebben de verantwoordelijkheid deze te onderscheiden en niet te vergeten, en passende stappen te zetten uit het oogpunt van schadeloosstelling, rehabilitatie, gerechtigheid, hooghouden van de suprematie van de waarheid, respect voor menswaardigheid en alle andere factoren die voor vrijheid en democratie staan.

Wij denken vaak dat bedreigingen van ver en van buiten komen, en dat de scheidslijnen van de wereld van vandaag niets te maken hebben met religie of civilisatie of cultuur, maar met respect voor het leven en mensen enerzijds (onder de noemer mensenrechten) en eender welk fanatisme anderzijds. Fanatisme is er in vele vormen. Zelfs in de wereld van vandaag komt het voor, en precies daarom is onderwijs, waarover Alexander Vondra het had, zo belangrijk, zodat jongeren, maar ook degenen die wat ouder zijn, respect voor mensen kunnen onderscheiden van extremisme, populisme, nationalisme of fanatisme in hun vele verschijningsvormen.

Tot slot wil ik benadrukken dat de Europese Commissie dit proces oprecht steunt en graag haar bijdrage wil leveren. Dit debat is slechts één stap, maar er zullen meer kwesties volgen. We moeten meer op lidstaatniveau doen. Daarnaast wil ik nog opmerken dat de huidige uitbreiding van de EU mogelijk is dankzij het offer dat veel mensen hebben gebracht, en niet automatisch tot stand is gekomen. Een verenigd Europa, democratie, vrijheid of de rechtsstaat: geen van deze dingen is vanzelf tot stand gekomen, maar ontstaan als gevolg van enorme inspanningen en veelvuldig bloedvergieten. Dat mogen we niet vergeten.

Tot slot wil ik nog iets zeggen over de opmerking van – ik geloof – Tunne Kelam dat de uitbreiding van de Unie niet alleen over geografie, markten en het aantal landen gaat, maar ook over een groeiend bewustzijn, een groeiend collectief geheugen en een toename van respect en verantwoordelijkheid. Als we dit kunnen opnemen in het proces dat we nu vieren, de vijf jaar sinds de uitbreiding, dan zijn we klaar voor verdere processen en voor de toekomst. Als dat niet lukt, wordt alles veel moeilijker. Dank u, en mijn beste wensen voor een uitbreiding, niet alleen van het collectieve geheugen, maar ook van de verantwoordelijkheid.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt tijdens de volgende vergaderperiode plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Slavi Binev (NI), schriftelijk. – (BG) Rechtvaardigheid is een van de fundamentele waarden van Europa.

Ik steun mijn collega’s van de UEN-Fractie en de door hen ingediende resolutie RC-B6-0165/2009 waarin zij benadrukken dat de EU is gegrondvest op de rechtsstaat, een van de wezenlijke kenmerken van de democratie. Dit is ook een beginsel waarop de parlementsverkiezingen moeten zijn gebaseerd. De problemen die zich in Bulgarije met het kopen van stemmen hebben voorgedaan, laten echter zien dat hier precies het tegenovergestelde het geval is.

Nadat de vorige gemeenteraadsverkiezingen herhaaldelijk zijn vervalst doordat op schaamteloze wijze stemmen werden gekocht door de GERB (Burgers voor de Europese Ontwikkeling van Bulgarije), de DPS (Beweging voor Rechten en Vrijheden) en de BSP (Bulgaarse Socialistische Partij), kreeg de gewone man de indruk dat hij niet het recht had om zelf te kiezen. Als gevolg daarvan heeft hij geen zin meer om nog te gaan stemmen.

Ondanks het bestaande strafrecht en de talrijke aanwijzingen voor schendingen van de wet is tot dusver geen van de in het verslag van de Commissie genoemde personen voor deze misdrijven veroordeeld, aangezien de bevoegde handhavingsinstanties kennelijk niet bereid zijn een eind te maken aan het kopen van stemmen. In Bulgarije leggen de gerechtelijke autoriteiten nog steeds een gebrek aan doortastendheid aan den dag, en de schuldigen, die alom bekend zijn, zijn nu weer bezig verkiezingscampagnes voor te bereiden, terwijl degenen die hun stemmen hebben verkocht, op zoek zijn naar nieuwe kopers die het hoogste bod doen.

Zolang dergelijke schendingen van de wet in Bulgarije mogelijk zijn en de overheid hier niets tegen onderneemt, worden eerlijke kiezers feitelijk van een fundamenteel mensenrecht beroofd – namelijk het recht om zelf te kiezen! Ik dring er bij het Parlement op aan dit niet over zijn kant te laten gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Filip Kaczmarek (PPE-DE), schriftelijk. – (PL) Dames en heren, het probleem met totalitarisme in Europa is dat de lidstaten in dit opzicht zeer verschillende ervaringen hebben opgedaan. Veel Europeanen weten niet hoe het was om onder een totalitair systeem te moeten leven. Wie het totalitarisme niet begrijpen, hebben de natuurlijke neiging om geen acht te slaan op de misdaden die binnen deze systemen zijn begaan, maar om deze af te doen als iets van het verleden. Door het communisme en fascisme werden echter niet alleen de meeste waarden van Europa ernstig ondermijnd, maar was men ook bereid alle ethische principes te schenden in naam van zieke en verdorven ideeën. De schending van deze principes onder totalitair bewind veroorzaakte veel pijn en leed en de dood voor miljoenen mensen.

Hoe meer Europeanen het ware gezicht van het totalitarisme kennen, des te beter is het voor de toekomst van de Europese Unie. Het gaat er niet om dat we het leed van miljoenen mensen vieren. Het gaat erom dat mensen de dramatische gevolgen begrijpen van de totalitaire praktijken uit het verleden, die echter ook nu nog plaatsvinden in veel Europese landen. Solidariteit, vrijheid, medeleven, tolerantie en dialoog – elk van deze waarden zien we in een ander licht vanuit het perspectief van het totalitaire verleden. Laten we dit niet vergeten. Het instellen van een Internationale Dag van de helden van de strijd tegen het totalitarisme zou ongetwijfeld bijdragen aan het vergroten van de kennis over het pijnlijke verleden. Dat zou weer leiden tot een vermindering van vooroordelen en stereotypes en dat zou de hoop doen groeien dat Europa nooit meer onder een totalitair systeem zal hoeven te lijden.

 
  
  

(De vergadering wordt om 20.15 uur onderbroken en om 21.00 uur hervat)

 
  
  

VOORZITTER: EDWARD McMILLAN-SCOTT
Ondervoorzitter

 
Juridische mededeling - Privacybeleid