De Voorzitter. − Aan de orde is het verslag van Klaus-Heiner Lehne, namens de Commissie economische en monetaire zaken, over het witboek betreffende schadevergoedingsacties wegens schending van de communautaire mededingingsregels (2008/2154(INI)) – (A6-0123/2009).
Klaus-Heiner Lehne, rapporteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte dames en heren, allereerst zou ik de schaduwrapporteurs willen bedanken, met name de heer Sánchez Presedo van de socialisten, en mevrouw Bowles van de liberalen, die er samen met mij in geslaagd zijn om dit compromis uit te werken dat nu als verslag over het witboek van de Commissie is voorgelegd. Deze keer zijn we erin geslaagd om een uitstekend compromis te sluiten waarvoor over de fracties heen een zeer ruime meerderheid kon worden gevonden, en dat ook een richtsnoer is voor de verdere werkzaamheden van de Europese Commissie en later ook voor het Parlement en de Raad als Europese wetgevers.
In dit verslag hebben we volgens mij terecht duidelijk gemaakt dat het Parlement van mening is dat wanneer de mededingingsregels worden geschonden het volgens de Europese traditie primair een taak is voor de overheid – zowel voor de nationale mededingingsautoriteiten als voor de Europese mededingingsautoriteit – om daar iets aan te doen. We vinden ook dat er niet zogezegd een tweede arm mag worden gecreëerd die bij de bestrijding van kartels optreedt, op voet van gelijkheid met de overheid. We hebben in Europa heel bewust een andere weg gekozen dan de VS, die in dit verband vaak als vergelijking worden gebruikt.
Er bestaat in het Parlement een politieke consensus dat er een oplossing moet komen voor het zogenaamde massafenomeen. Wanneer onwettig gedrag van individuele burgers een zeer groot aantal personen schade toebrengt, die echter relatief klein is, dan moet er een speciale regeling komen voor dergelijke processen, omdat het normale procesrecht gewoon niet doelmatig is. Een dergelijk instrument is ook nodig met het oog op de toegang tot het recht en de verdere ontwikkeling van de interne markt. Daarover bestaat een consensus.
Er bestond ook een consensus dat we niet willen dat er in Europa een hele schadevergoedingsindustrie ontstaat, zoals die in Amerika bestaat, met een omzet van 240 miljard dollar. We weten dat uiteindelijk meestal niet de consument hiervan profiteert, maar vooral de Amerikaanse advocatenkantoren, u hoeft alleen maar de boeken over dit onderwerp te lezen. Dat heeft allemaal heel weinig te maken met de rechtsstaat, en dat willen we niet. Daarom waren we het erover eens dat we de procesrechtelijke martelinstrumenten van het Amerikaanse systeem niet willen invoeren in Europa. Dat geldt met name voor de bewijsvoering en voor de regels over de toewijzing van de kosten. Dat is een heel belangrijk punt.
We hebben ook afgesproken dat we in principe van mening zijn dat de Europese wetgeving altijd gebaseerd moet zijn op het opt-in-principe, en dat een opt-out-oplossing alleen maar toelaatbaar is in lidstaten die zoiets al hebben, op basis van hun eigen constitutionele recht. Dat is niet in alle landen het geval, en staat trouwens ook haaks op het principe van de mondige consument.
De Europese Commissie is in haar witboek helemaal vergeten om aandacht te besteden aan de kwestie van de buitengerechtelijke schikking, en dat betreuren wij ten zeerste. Het directoraat-generaal Concurrentie en de Commissie gaan volledig voor de optie ‘rechtszaken’. We weten uit het debat in dit Parlement over de rechtspraak echter al sinds jaren dat dit eigenlijk niet altijd de beste weg is, en dat de problemen meestal veel beter kunnen worden opgelost met een buitengerechtelijke schikking. Het directoraat-generaal Consumentenbescherming houdt zich trouwens ook bezig met deze kwestie, en is al veel verder gekomen. Dat directoraat-generaal heeft in zijn groenboek – dat is dus een eerdere fase van de raadpleging – veel aandacht besteed aan deze alternatieve schikkingsprocedures. We zijn van mening dat de Europese Commissie hierover absoluut nog eens goed moet nadenken.
Ik wil nog een laatste punt noemen, dat ook bijzonder belangrijk is: we willen geen versplintering van het recht. Nu wil men een dergelijk instrument creëren voor het mededingingsrecht. Bij de consumentenbescherming is het binnenkort zover. Vroeger of later gebeurt dit op de ene of andere manier ook voor het kapitaalmarktrecht, het milieurecht en het sociale recht, dat weten we. Het is volgens ons van het grootste belang dat we ook nadenken over een horizontale aanpak, en dat we ten minste een horizontale regeling treffen voor de procesrechtelijke instrumenten, die voor alle sectoren vrijwel gelijk zijn. Ook dat is heel belangrijk.
Ján Figeľ, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, namens de Commissie betuig ik mijn instemming met het verslag van de heer Lehne, dat is aangenomen door de Commissie economische en monetaire zaken (ECON) en waaruit een krachtige consensus onder de fracties blijkt. We zijn ook blij dat dit verslag het witboek nadrukkelijk steunt.
De Commissie merkt op dat het verslag overeenkomt met de bevindingen van dit witboek, dat slachtoffers van schendingen van het communautaire mededingingsrecht tegen aanzienlijke problemen aanlopen wanneer ze proberen een vergoeding te krijgen voor de schade die ze hebben geleden. We zijn het erover eens dat er maatregelen moeten worden genomen om volledige compensatie voor die slachtoffers te waarborgen.
We delen de opvatting dat collectieve acties van wezenlijk belang zijn voor consumenten en kleine ondernemingen, zodat ze een realistische en efficiënte mogelijkheid hebben om een vergoeding te ontvangen wanneer ze verspreid schade hebben geleden. De Commissie is het ook volledig eens met het verslag van de Commissie ECON, dat moet worden voorkomen dat er overbodige of onterechte processen worden aangespannen. Daartoe moeten mechanismen voor collectieve schadeacties geschikte waarborgen bevatten.
Tot slot zijn we het er volledig mee eens dat collectieve acties consequent moeten worden benaderd en dat daarom moet worden gewaarborgd dat initiatieven die verschillende gebieden bestrijken, zoals het mededingingsrecht of consumentenbeschermingsrechten, niet met elkaar in strijd zijn. Tegelijkertijd verwelkomt de Commissie de erkenning dat een consequente benadering van collectieve acties niet automatisch betekent dat alle gebieden binnen één enkel horizontaal instrument moeten worden behandeld. De vraag naar consistentie mag geen onnodige vertraging opleveren voor het opstellen van de nodig geachte maatregelen voor de volledige handhaving van het communautaire mededingingsrecht.
Gabriela Creţu, rapporteur voor advies van de Commissie interne markt en consumentenbescherming – (RO) De Commissie interne markt en consumentenbescherming heeft zich voor haar standpunt gebaseerd op een vaststaand feit: dat de negatieve economische gevolgen van overtreding van de mededingingsregels vaak aan het eind van de commerciële keten voelbaar worden, bij de consumenten en de kleine ondernemingen.
In dit geval is vergoeding van de geleden schade belangrijk, maar tegelijk ook moeilijk af te dwingen, aangezien er veel benadeelden zijn en het om kleine bedragen gaat. Vandaar dat wij vragen om een pakket van juridische en niet-juridische maatregelen om alle getroffen Europese burgers een middel aan de hand te doen waarmee zij hun recht op volledige, passende schadevergoeding af kunnen dwingen.
We ondersteunen alle maatregelen die erop gericht zijn belemmeringen van dit streven weg te nemen: het bieden van inzage in documenten, vermindering van de kosten van gerechtelijke procedures en omkering van de bewijslast.
We verwelkomen het voorstel van de Europese Commissie om schadeacties door belangenbehartigers, ingesteld door daartoe bevoegde entiteiten, te combineren met collectieve acties, waarbij uitdrukkelijk toestemming wordt gegeven voor krachtenbundeling. We blijven echter van mening dat naast deze opt-in ook de opt-out-variant van collectieve acties onderwerp van gesprek moet zijn, gezien de voordelen die zij bieden: oplossing van een geschil ‘voor eens en voor altijd’ en minder onzekerheid.
Ioan Lucian Hămbăşan, namens de PPE-DE-Fractie. – (RO) Hoewel het EU-Verdrag kartels en andere inbreuken op de vrije mededinging ondubbelzinnig verbiedt, blijft het voor benadeelde klanten in de Europese Gemeenschap nog altijd moeilijk hun recht op schadevergoeding te doen gelden.
Zo kreeg in Roemenië onlangs een kartel in de cementindustrie een boete van enkele miljoenen euro opgelegd. De wetgeving die momenteel van kracht is, verplicht de instanties die belast zijn met het toezicht op de mededinging echter niet om mee te werken aan schadevergoeding voor slachtoffers.
Ik ben van mening dat deze instanties de schadevergoeding die betaald is of had moeten worden, zouden moeten meewegen bij het opleggen van boetes aan bedrijven die de regels hebben overtreden, om geen wanverhouding te laten ontstaan tussen de aangerichte schade en de opgelegde straf, en dat ze bovenal zeker moeten stellen dat zij die de nadelen van dergelijke praktijen ondervonden hebben een schadevergoeding krijgen.
Om die reden ben ik ook blij met het voornemen van de Commissie om de rechtsbescherming voor consumenten te verbeteren, waar die ook maar in Europa getroffen zijn door overtredingen van de wet op de mededinging.
Het Parlement heeft er geen twijfel over laten bestaan dat een opt-out-systeem in Europa ongewenst is. Daarom dient op het moment dat er een claim wordt ingediend zo snel mogelijk vastgesteld te worden wie de slachtoffers zijn.
Het opt-in-systeem garandeert dat zij die van overtreding van de wet op de mededinging te lijden hebben gehad daadwerkelijk schadeloos worden gesteld. Het Parlement wil niet dat enige andere partij – of die nu uit advocaten, beroepsverenigingen of het Bureau voor de Mededinging en de Voorlichting van de Consument bestaat – profiteert van een particuliere actie.
Ik denk overigens dat het Parlement een belangrijk element toevoegt dat de Commissie over het hoofd gezien heeft. Slachtoffers met aanspraken op vergoeding hebben in menig geval veel meer baat bij alternatieve geschillenoplossing dan bij gerechtelijke procedures. Daarom zou op het moment dat schadevergoeding in beeld komt eerst geprobeerd moeten worden buiten de rechtbank om tot een vergelijk te komen. Dat is een stuk goedkoper dan particuliere actie, aangezien de consument de geleden schade veel sneller vergoed krijgt.
Antolín Sánchez Presedo, namens de PSE-Fractie. − (ES) Mijnheer de Voorzitter, commissaris Figel’, geachte collega’s, het voorliggende verslag is met eenparigheid van stemmen aangenomen in de Commissie economische en monetaire zaken. Het resultaat kan zeker uitstekend worden genoemd, maar gezien de moeilijkheidsgraad, de complexiteit en het controversiële karakter van de onderwerpen die in het verslag worden behandeld wil ik het zelfs als uitzonderlijk goed bestempelen. Dit verslag moet de nieuwe pijler van de particuliere acties, die onontbeerlijk is voor een doelmatig communautair mededingingsbeleid, een stimulans en een stevige fundering geven. We zetten hiermee een nieuwe stap op weg naar een meer geavanceerd, doelmatiger mededingingsbeleid waarin meer rekening wordt gehouden met de rechten van slachtoffers en waarin de overtreders effectiever aansprakelijk kunnen worden gesteld.
Ik wil daarom beginnen met het feliciteren van de rapporteur, de heer Lehne, die er in de eerste plaats voor verantwoordelijk is dat deze missie tot een goed einde is gebracht. De kwaliteit van zijn ideeën, zijn open en op dialoog gerichte geest en zijn intelligentie, waarmee hij de beste compromissen uit het vuur heeft gesleept, zijn hierbij van essentieel belang geweest. Deze felicitatie is ook bedoeld voor de rapporteurs voor advies, de schaduwrapporteurs en de indieners van amendementen, die zo’n positieve bijdrage aan de verrijking van dit verslag hebben geleverd.
Het Witboek van de Commissie “Schadevergoedingsacties wegens schending van de communautaire mededingingsregels” is de reactie op een uitdrukkelijk verzoek van het Europees Parlement in zijn resolutie naar aanleiding van het groenboek, waarvan de inhoud in belangrijke mate is overgenomen. Dat is bijvoorbeeld het geval waar in het witboek het aanvullende karakter van publieke en particuliere actie wordt verdedigd; waar de Commissie zich in het witboek uitspreekt ten gunste van collectieve acties, waarbij de excessen van de Amerikaanse ‘class actions’ moeten worden vermeden, waardoor het eisen van schadevergoeding gemakkelijker wordt; waar in het witboek toegang tot relevante informatie onder gerechtelijk toezicht wordt voorgesteld, zonder dat zogeheten ’fishing expeditions’ worden geautoriseerd; en waar in het witboek de instelling van autonome of vervolgacties en een systeem van vrijwillige compensatie wordt erkend en aanbevolen.
In het verslag wordt gepleit voor medebeslissing door het Europees Parlement bij het vaststellen van een juridisch kader voor het instellen van schadeacties wegens schending van de communautaire mededingingsregels. Dit standpunt moet niet worden begrepen als een afwijzing van het communautaire mededingingsbeleid als juridische grondslag voor de regelgeving, maar als een opwaardering van de eisen van de gewone procedure op dit gebied om daarmee te voldoen aan de hogere waarden die in het Verdrag worden erkend.
Wanneer regelgeving een significant effect heeft op een grondrecht, zoals het recht van burgers op een effectieve rechtsbescherming – dat onderdeel is van de rechtsorde van de Europese Unie en van de rechtsorde van de lidstaten –, het beginsel van democratie en de eerbiediging van de juridische tradities van de afzonderlijke lidstaten – die vereisen dat er op deze gebieden alleen regels kunnen worden aangenomen met een wettelijke status, ofwel regels waar de rechtstreekse vertegenwoordigers van de burgers een stem in hebben gehad – moet het Europees Parlement als medewetgever optreden.
Ook wordt een horizontale en geïntegreerde aanpak voorgesteld om oplossingen te vinden voor gemeenschappelijke problemen die de instelling van particuliere acties in het kader van het mededingingsrecht kunnen veroorzaken op andere gebieden van het recht, teneinde op die manier een gefragmenteerde en onsamenhangende behandeling te voorkomen.
Particuliere acties kunnen worden ingesteld door een publieke entiteit en ook door middel van individuele of collectieve acties. Deze tweede modaliteit kan direct door de slachtoffers worden aangewend, of indirect, door gekwalificeerde entiteiten, die daarvoor van te voren zijn aangewezen of ad hoc zijn gemachtigd, zoals verenigingen van consumenten of ondernemers. Wanneer de acties door gekwalificeerde entiteiten worden gevoerd, moet de groep van slachtoffers bij de indiening van de vordering worden afgebakend, maar kan de identificatie van de individuele eisers op een later moment plaatsvinden, hoewel dit wel duidelijk en zo snel mogelijk moeten gebeuren, zodat onnodige vertragingen worden voorkomen en de bestaande wetgeving wordt gerespecteerd. Deze oplossing is heel belangrijk in gevallen van beperkte en verbrokkelde schade.
In het verslag wordt op evenwichtige wijze aandacht besteed aan de toegang tot de benodigde informatie bij het instellen van vervolgacties. De bescherming van het industrieel geheim moet worden gewaarborgd, evenals de doelmatigheid van de clementieprogramma’s, waarvoor richtsnoeren worden gevraagd.
Ook worden de voorwaarden vastgesteld waaronder de besluiten van een autoriteit die lid is van het communautaire mededingingsnetwerk juridisch bindend kunnen worden in een andere lidstaat en waaronder, met volledige eerbiediging van het schuldbeginsel, de bewijslast kan worden omgedraaid en nalatigheid of schuld kan worden verondersteld wanneer er een inbreuk is vastgesteld.
Tot slot verdient ook de toelaatbaarheid van het “passing-on”-verweer voor indirecte slachtoffers vermelding, evenals het eenvoudiger en goedkoper maken van de procedures. Ook wil ik wijzen op de positieve interactie tussen publieke en particuliere acties, zowel voor de bevordering van schadeloosstelling van slachtoffers als voor de vaststelling van de termijn van vijf jaar voor het instellen van acties.
Ik sluit af door mijn erkentelijkheid aan de Commissie uit te spreken voor de dialoog die we gedurende deze hele procedure hebben gevoerd en door de commissaris te vragen om onverwijld met de nodige initiatieven te komen voor een verdere ontwikkeling ervan.
Diana Wallis, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik graag de heer Lehne bedanken voor zijn verslag en bevestigen dat mijn fractie dat verslag zal ondersteunen.
Ik zou ook graag willen zeggen dat ik het een beetje vreemd vind dat we dit debat laat in de avond aan het voeren zijn, terwijl we een vraag over hetzelfde onderwerp voor morgenochtend op de agenda hebben staan. Het zou veel logischer zijn geweest om die twee samen te voegen.
Mijn complimenten dus voor het verslag, maar ik wil hierbij opmerken dat het uitgangspunt van mijn fractie “recht doen” zal zijn – recht doen aan kleine en middelgrote ondernemingen en consumenten in de hele Europese Unie, wanneer ze met ongepaste en concurrentieverstorende acties te maken hebben. Een aantal weken geleden heeft mijn fractie op het Parlement in Brussel een seminar gehouden en ik was erg aangegrepen door een paar van onze bezoekers die het meeste last had van deze concurrentieverstorende acties, in de cementindustrie nog wel. Wat zeiden zij? Alstublieft, ga hiermee door: we hebben iets nodig dat ons de kans geeft om deze spelbrekers in de Europese markt te vervolgen.
We willen een Europese oplossing, en liever vandaag dan morgen, want krijgen we die niet, dan is mijn voorspelling en waarschuwing de volgende: een paar van onze lidstaten zullen systemen ontwikkelen die, als gevolg van het vrij verkeer van vonnissen, zullen leiden tot ‘forum shopping’, ofwel het voorleggen van een geschil aan die rechtbank van wie men de gunstigste uitspraak verwacht. Dus alstublieft – een Europees systeem, zo snel mogelijk.
De Voorzitter. − Ik zal ervoor zorgen dat uw punt met betrekking tot de agenda wordt doorgegeven aan de Conferentie van voorzitters, die de agenda vaststelt – waarbij soms fouten worden gemaakt.
Nils Lundgren, namens de IND/DEM-Fractie. – (SV) Mijnheer de Voorzitter, de interne markt is veruit de belangrijkste bijdrage van de EU tot vrijheid en welvaart in Europa. Zij vereist onder andere een effectieve mededingingswetgeving. Nu denken we na over de kwestie van schadevergoedingsacties wegens schending van de mededingingswetgeving.
Er zijn goede principiële redenen om burgers en ondernemingen de mogelijkheid te geven om schadevergoeding te eisen. In zijn verslag wijst de heer Lehne, ten dele onbedoeld, op de problemen en de risico’s. Het witboek heeft het over een Europese gerechtelijke cultuur, maar die bestaat niet. We mogen geen regelgevingskader tot stand brengen op basis van vrome wensen. De rapporteur wil dat we een veramerikanisering van de schadevergoedingscultuur vermijden. Ook dat is een vrome wens. Het risico op een dergelijke cultuur is integendeel groot.
Er wordt voorbijgegaan aan de functiescheiding tussen de instellingen van de EU en de lidstaten. Er is geen objectieve analyse van wat het subsidiariteitsbeginsel voorschrijft. Dat beginsel wordt gewoon niet ernstig genomen.
Er zijn ook veel andere onduidelijkheden en risico’s van willekeur. De combinatie van de paragrafen 7 en 11 wekt bange vermoedens. Een schadeactie wegens schending van de mededingingswetgeving moet een vanzelfsprekend uitgangspunt zijn. Dat vereist dat het misdrijf door een rechtbank is vastgesteld. Daarna moet zelfs in het kader van een individuele actie redelijkerwijze het principe res judicata gelden, zodat niet op het vonnis teruggekomen kan worden als het om dezelfde zaak gaat.
De combinatie van de paragrafen 15 en 18 bieden de eiser de mogelijkheid om de gunstigste rechtsorde te kiezen. Dat creëert rechtsonzekerheid en leidt ertoe dat de dreiging van ’forum shopping’ reëel is.
Asymmetrische informatie moet worden teruggedrongen door ondernemingen te verplichten informatie aan de eiser te verstrekken. Dat zal leiden tot een subjectieve omgang met belangrijke bedrijfsinformatie die misbruikt kan worden.
Er zijn in dit stadium te veel onduidelijkheden en risico’s. Het Parlement zou daarom tegen dit verslag moeten stemmen en een grondigere doorlichting van deze kwestie moeten eisen voor we een besluit nemen.
Andreas Schwab (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, beste collega’s, allereerst zou ook ik de rapporteur, Klaus-Heiner Lehne, van harte willen bedanken voor het uitstekende werk dat hij heeft geleverd. Hij heeft heel nauw samengewerkt met de collega’s uit de andere fracties, en heeft in overleg met de collega’s uit de andere fracties realistische oplossingen gevonden voor een bijzonder moeilijk onderwerp.
Tijdens het debat heb ik vastgesteld dat we het er allemaal over eens zijn dat we een horizontale aanpak moeten vinden voor alle collectieve instrumenten voor de rechtshandhaving. Daarom verzoeken we de Commissie om ervoor te zorgen dat niet ieder directoraat-generaal zijn eigen voorstellen doet, maar dat we zo mogelijk een horizontaal en collectief mechanisme voor de rechtshandhaving voor alle onderwerpen krijgen, in het belang van de Europese interne markt, van de Europese burgers en natuurlijk ook van de Europese kleine en middelgrote ondernemingen, zoals mevrouw Wallis al zei. We zijn namelijk allemaal van mening dat de belangen van degenen die door een kartel schade hebben gelden efficiënt moeten worden behartigd, en dat we het Europese bedrijfsleven volgens de principes van de sociale markteconomie moeten onderwerpen aan een kartelcontrole. Bovendien willen we ook niet dat er misbruik wordt gemaakt van de verschillende nationale regelingen in de lidstaten, dus geen ‘forum shopping’.
Vanavond heb ik tijdens het debat echter niet veel te horen gekregen over wat de beste manier is om dit te bereiken. Ik geloof namelijk dat de mogelijkheden van de collectieve rechtshandhaving vaak worden overschat. Daarom is het belangrijk dat we nogmaals bepaalde benchmarks vastleggen waaraan we alle collectieve procedures voor de rechtshandhaving moeten toetsen. We moeten de vraag beantwoorden of er werkelijk een bijkomende rechtsbescherming nodig is van de consumenten of van de betrokken burgers die betrokken zijn bij massaclaims, grensoverschrijdende geschillen en geschillen die meer dan één lidstaat betreffen. We moeten in de Europese regelingen rekening houden met de beperkingen die voortvloeien uit de grondwet van de verschillende lidstaten: opt-out, opt-in en nog heel wat andere punten. Wanneer blijkt dat dit niet zomaar kan – en dat heeft de Commissie zelf ten dele al toegegeven –, dan moeten we rekening houden met de rechtsinstrumenten van de lidstaten en samen met de nationale parlementen een gezamenlijke procedure uitwerken om de belangen van de Europese consument te behartigen.
We willen absoluut vermijden dat we in Europa massaclaims krijgen zoals we ze kennen uit de Verenigde Staten. We willen garanderen dat er een schadevergoeding wordt betaald, maar alleen aan diegenen die daadwerkelijk schade hebben geleden. We willen ongemotiveerde klachten zoveel mogelijk ontmoedigen, en sterker de nadruk leggen op alternatieve schikkingsprocedures.
Olle Schmidt (ALDE). – (SV) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wil de heer Lehne bedanken voor een goed en grondig verslag waarin belangrijke kwesties inzake het mededingingsrecht aan bod komen en dat de consumentenbescherming versterkt.
Het Europese Hof van Justitie kent natuurlijke personen en rechtspersonen recht op schadeloosstelling toe bij schending van de mededingingsregels, maar desondanks krijgen natuurlijke personen die door schending van de communautaire mededingingsregels schade hebben geleden in de praktijk zelden een schadeloosstelling. Daarom moeten we mechanismen in het leven roepen die het vertrouwen doen toenemen en het voor natuurlijke personen gemakkelijker maken om grensoverschrijdende vorderingen in te kunnen stellen.
We weten dat consumenten en kleine ondernemingen bang zijn om een rechtszaak aan te spannen omdat ze ongerust zijn over de lange duur van het proces en vooral de hoge kosten. Veranderingen in dit opzicht zullen de grensoverschrijdende handel ten goede komen.
Als we in de hele EU een werkende interne markt willen, waar mensen er zeker van kunnen zijn dat hun zaak op een rechtszekere manier wordt behandeld en dat zij volledig vergoed worden voor de geleden schade, met andere woorden het geleden verlies, dan moeten we ook nieuwe mechanismen vinden die collectieve schadeacties gemakkelijker maken.
Wanneer we het over collectieve schadeacties hebben, komen altijd de VS en de Amerikaanse ervaringen en extreme toestanden ter sprake. We moeten daar natuurlijk lering uit trekken, maar we mogen er ons niet door laten afschrikken. Europa moet een Europees systeem hebben, geen Amerikaans. Als we niets doen, zal de situatie er alleen maar slechter op worden.
Ján Figeľ, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, bedankt voor al uw zeer interessante bijdragen, vooral het inleidende exposé van Klaus-Heiner Lehne. Dit was erg interessant en nu zie ik waarom u zo eensgezind bent en niet alleen binnen de commissie samenwerkt over deze kwesties maar ook plenair.
Ik kan niet veel toevoegen, behalve misschien over de rechtsgronden. Het hangt natuurlijk van de doelstellingen en de inhoud van de voorgestelde maatregelen af, en ik wil u verzekeren als commissaris – misschien dan wel voor een andere portefeuille, maar ik spreek namens de Commissie – dat we, in beginsel, ernaar streven om nauw met het Parlement samen te werken. Hoe we hier vorm aan kunnen geven in specifieke of concrete gevallen is nog de vraag, maar we zullen een nauwe samenwerking met het Parlement nastreven of zo nauw als onder de toepasselijke rechtsgrond mogelijk is.
U had het over versplintering en een horizontale benadering. Wat dat betreft biedt het antwoord van de Commissie – en dat is heel erg zichtbaar in het witboek – mijns inziens een consequente en duidelijke aanpak. Ook denk ik dat de Europese rechtstraditie en de wortels van onze rechtscultuur verschillen van de veelvuldig aangehaalde Amerikaanse. Maar ik ben van mening dat we van de anderen kunnen leren om verder ons systeem op te bouwen.
Over publieke handhaving en rechtspleging, ik denk dat het erg belangrijk is dat we deze handhaving niet gaan beperken en de artikelen 81 en 82 zijn natuurlijk erg belangrijke pijlers van de interne markt en de beleidsvormen van de EU. Ze gaan over rechtspleging, en schadevergoedingsacties vormen een aanvulling op deze rechtshandhaving.
Als laatste – maar daarom misschien niet minder belangrijk – een opmerking over wat er gezegd is over buitengerechtelijke schikkingen. De Commissie is daar voorstander van, maar de allereerste voorwaarde of basis voor een dergelijke aanpak, die zou worden toegejuicht, is een bestaand en functionerend efficiënt stelsel voor de behandeling van geschillen over schadevergoedingen op het niveau van de lidstaten. Dus ik vind dat we onze lidstaten niet alleen moeten aanmoedigen maar ze ook moeten helpen, zodat alle 27 landen van de EU over dergelijke stelsels beschikken. Ik ben van mening dat we het dan pas over deze zaken kunnen gaan hebben.
Maar ik wil u vooral bedanken voor wat, ook voor mij, een erg interessant debat was, en ik wens u het allerbeste.
Klaus-Heiner Lehne, rapporteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, allereerst zou ik mijn collega’s hartelijk willen bedanken voor hun vriendelijke woorden. Ik denk dat we allemaal samen een mooi resultaat tot stand hebben gebracht.
Ik wil de Commissie echter nog iets zeggen, in alle duidelijkheid, om misverstanden te vermijden: het Parlement zal niet dulden dat u het wetsontwerp dat u waarschijnlijk al kant-en-klaar in de la heeft liggen zomaar op tafel legt. Daarvan kan geen sprake zijn. Wij verwachten dat de Commissie ook rekening houdt met wat wij vandaag hebben besloten en dat dit wordt meegenomen in uw uiteindelijke wetsontwerp.
De horizontale aanpak is belangrijk, niet alleen vanwege de argumenten die ik net heb uiteengezet, ook u, mijnheer de commissaris, heeft zelf gesproken over de kwestie van de rechtsgrondslag. Dit onderwerp is zo belangrijk dat de keuze van de aanpak uiteindelijk moet garanderen dat het Parlement als wetgever op voet van gelijkheid kan meewerken. Wanneer een aanpak wordt gekozen die uitsluitend gebaseerd is op het mededingingsrecht bestaat die garantie volgens het nu geldende Verdrag van Nice niet. Dat is volgens ons ook een heel belangrijk politiek argument voor een horizontale aanpak. Ik denk dat de Commissie daarover heel serieus moet nadenken.
Een ander essentieel punt is volgens mij dat we nog steeds geen regeling hebben voor de buitengerechtelijke schikkingen. U heeft net gezegd dat uw activiteiten al sterker overeenstemmen met die van het directoraat-generaal Concurrentie. Wanneer ik het Groenboek inzake consumentenbescherming vergelijk met het Witboek inzake mededinging krijg ik niet per se de indruk dat er echt veel overeenstemming heerst. Het meest extreme voorbeeld is de verschillende aanpak – of eigenlijk moeten we het een niet-aanpak noemen – van de mechanismen voor buitengerechtelijke schikkingen in het witboek.
Er zijn nog veel andere problemen die volgens ons ook moeten worden opgelost. Ik wil alleen maar even ingaan op de kwestie van de toegang tot de documenten van de Europese Commissie. In ieder strafproces waarin een schadevergoeding wordt geëist mogen de strafdossiers van het openbaar ministerie worden geraadpleegd. Waarom kan dat eigenlijk niet bij de Europese Commissie? Ik heb daar geen begrip voor!
Hetzelfde geldt voor de strafmaat: aangezien er in de toekomst schadevergoeding kan worden geëist moet ook daarmee rekening worden gehouden. Ook dat moet de Commissie absoluut nog rechtzetten, ze moet voorstellen doen die concreter zijn dan wat nu in het witboek staat. Om alle misverstanden te vermijden wil ik namens het Parlement het volgende in alle duidelijkheid zeggen: wij verwachten meer dan wat er nu in het witboek staat, en wij verwachten ook dat het directoraat-generaal Concurrentie en de hele Commissie onze voorstellen overneemt, anders komt er verzet van het Parlement!
De Voorzitter. − Ik wil u allen bedanken voor uw bijdragen aan dit belangrijke onderwerp; tevens mijn dank aan de commissaris, de medewerkers en de tolken.
Het debat is gesloten.
De stemming vindt op donderdag 26 maart 2009 plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 142)
Katrin Saks (PSE), schriftelijk. – (ET) In het verslag van het Parlement wordt het nut van clementieregelingen bij het ontmaskeren van kartelafspraken benadrukt, en ik ben verheugd over het feit dat in het Estse parlement momenteel wordt gedebatteerd over een ontwerpclementieregeling. Deze regeling moet een belangrijk wapen worden in de strijd tegen kartels. Dit is van belang voor een beter functioneren van de interne markt en voor de bescherming van consumentenrechten, omdat consumentenprijzen door kartelafspraken met wel 25% kunnen stijgen.
Ik ben echter van mening dat acties door belangenbehartigers ook een belangrijke rol kunnen spelen bij de effectieve uitvoering van het mededingingsrecht en de verbetering van de consumentenbescherming, en daarom moeten we ook hier aandacht aan besteden, zowel in Estland als in de Europese Unie. Uit onderzoek is gebleken dat de bereidheid van consumenten om voor hun rechten op te komen door acties door belangenbehartigers aanmerkelijk toeneemt, en in landen waar consumenten nauwelijks actie ondernemen vanwege de complexiteit en de kosten die ermee gemoeid zijn, zijn maatregelen zoals acties door belangenbehartigers van cruciaal belang.