Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2184(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0186/2009

Ingediende teksten :

A6-0186/2009

Debatten :

PV 01/04/2009 - 22
CRE 01/04/2009 - 22

Stemmingen :

PV 02/04/2009 - 9.8
CRE 02/04/2009 - 9.8
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0203

Debatten
Woensdag 1 april 2009 - Brussel Uitgave PB

22. Recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (korte presentatie)
Video van de redevoeringen
PV
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is een korte presentatie van het verslag (A6-0186/2009) van Adina-Ioana Vălean, namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, over de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden [2008/2184(INI)].

 
  
MPphoto
 

  Adina-Ioana Vălean, rapporteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, van alle grondrechten die de burgers van de EU zijn toegekend, is het recht van vrij verkeer het grondrecht dat het meeste bijdraagt aan onze eenmaking.

Dit in de Verdragen neergelegde recht is geïmplementeerd met Richtlijn 2004/38/EG, waarin zowel de voorwaarden als de beperkingen zijn vastgelegd waaronder de burgers van de Unie en hun familieleden het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de EU kunnen uitoefenen.

Op 1 januari 2006 hadden meer dan acht miljoen EU-burgers hun recht van verblijf in een andere lidstaat uigeoefend en hadden ettelijke miljoenen meer dat recht gebruikt om ongehinderd door de Unie te reizen.

Als rapporteur van het Europees Parlement voor de evaluatie van de uitvoering van deze richtlijn moet ik zeggen dat de concrete toepassing van het recht van vrij verkeer ernstig wordt bemoeilijkt door de lidstaten die, in strijd met de Verdragen en de richtlijn, barrières oprichten.

Om te beginnen was de omzetting door de lidstaten op zijn zachtst gezegd pover. De Commissie wijst op een reeks problemen – die ook uit twee door het Parlement bestelde studies naar voren zijn gekomen –, waarbij het in sommige gevallen gaat om een schending van de grondrechten van EU-burgers. Deze problemen worden in mijn verslag uiteengezet.

Er zijn tal van ongerechtvaardigde administratieve lasten, met name voor familieleden die onderdaan van een derde land zijn. Ik noem bijvoorbeeld de toelatingseisen die worden gesteld en de onnodig lange procedures, de niet-erkenning van het recht van vrij verkeer voor bepaalde ingeschreven partners, waaronder partners in een homoseksuele relatie, de toepassing van uitzonderingen om redenen van openbare orde voor economische of veiligheidsdoelen die niet beantwoorden aan het evenredigheidsbeginsel, wat ertoe leidt dat oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van uitzettingsbevelen, en de discriminatie van bepaalde staatsburgers en etnische gemeenschappen met betrekking tot de rechten die hen volgens de richtlijn toekomen.

Verder ben ik het met degenen die alleen kijken naar misbruik en oneigenlijk gebruik van dit recht, in zoverre eens dat dit inderdaad een belangrijk probleem is, maar artikel 35 van de richtlijn geeft de lidstaten het instrument voor het bestrijden van misbruik en fraude in bijvoorbeeld de vorm van schijnhuwelijken. Maar dan moet dat artikel natuurlijk wel worden omgezet.

Ik wil niet onvermeld laten dat ik constructief hebben kunnen samenwerken met de nationale parlementen, de Europese Commissie en de rapporteur voor de Commissie juridische zaken, Monica Frassoni, die allemaal mijn zorgen over voornoemde omzettingsproblemen delen en net als ik van mening zijn dat alle partijen moeten helpen die problemen onmiddellijk op te lossen.

Mijn verslag bevat ook een aantal maatregelen voor het oplossen van die problemen. Een van de belangrijkste en eerste maatregelen die moet worden genomen, is het opstellen van veelomvattende omzettingsrichtsnoeren door de Commissie. Die richtsnoeren zouden duidelijkheid moeten verschaffen over de betekenis van begrippen als “voldoende middelen” en “openbare veiligheid”. Zodra dat is gebeurd, is het aan de lidstaten om die richtsnoeren uit te voeren, bij voorkeur vóór het einde van 2009.

Discriminerende overgangsregelingen die beperkingen opleggen aan het vrije verkeer van werknemers van lidstaten die na 2004 tot de EU zijn toegetreden, moeten eindelijk worden ingetrokken of herzien.

Er moeten meer middelen worden toegewezen aan lokale maatregelen voor de integratie van EU-burgers die in een andere lidstaat woonachtig zijn. Tot slot moet de Commissie niet aarzelen om tegen lidstaten die de richtlijn niet naleven, een inbreukprocedure in te stellen.

We moeten erkennen dat het hoog tijd wordt dat de lidstaten de richtlijn op de juiste wijze omzetten en toepassen, zodat deze en andere problemen snel worden opgelost. De lidstaten mogen niet proberen om onder hun verplichtingen met betrekking tot het vrij verkeer van burgers onderuit te komen door aan te dringen op een verwatering van de richtlijn. Het Europees Parlement verzet zich krachtig tegen een daartoe strekkende herziening en dankt de Commissie dat zij zich daar eveneens tegen verzet.

Het wordt tijd dat de lidstaten en de Raad ervoor zorgen dat Europa een plaats is waar niet alleen kapitaal, diensten en goederen zich vrij kunnen bewegen, maar ook burgers. Zonder vrij verkeer is er geen Europa.

Tot besluit kan ik u meedelen dat ik van een gewijzigd mondeling amendement een voetnoot in mijn verslag zal maken, zodat degenen die zich op nationalistische, racistische of xenofobe gronden tegen vrij verkeer verzetten, maar daar niet openlijk voor durven uitkomen, geen enkel excuus hebben om tegen mijn verslag te stemmen.

Bij de hoofdelijke stemming morgen zullen we zien wie wel en wie niet vóór Europa, Europees burgerschap, vrij verkeer en burgerrechten zonder discriminatie is.

 
  
MPphoto
 

  Günter Verheugen, vice-voorzitter van de Commissie. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik zou de rapporteur van ganser harte willen bedanken voor haar opmerkelijke verslag, en ook voor de uitstekende en constructieve samenwerking op dit zeer moeilijke en gevoelige gebied.

Het vrij verkeer van personen is één van de meest fundamentele vrijheden in de Europese interne markt. Deze vrijheid ligt ten grondslag aan het functioneren van de interne markt, en dus ook aan het concurrentievermogen van de Europese economie. Het is glashelder dat tekortkomingen bij de uitvoering van het gemeenschapsrecht op dit gebied werkelijk een inbreuk zijn op de fundamentele principes waarop Europa is opgebouwd. Het gaat dus om een absoluut essentiële kwestie.

Daarom verwelkom ik het verslag, dat een aanvulling is op het verslag over de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG dat de Commissie op 10 december 2008 had goedgekeurd. Ik ben blij dat vrijwel alle resultaten van het verslag van het Europees Parlement overeenstemmen met die van het verslag van de Commissie.

Ik geloof dat we nu een volledig beeld hebben van de omzetting en de concrete uitvoering van de richtlijn in de lidstaten, en ik denk dat de tijd nu rijp is om aan de slag te gaan. In het verslag wordt er – absoluut terecht – op gewezen dat de bevoegdheid voor de juiste omzetting en tenuitvoerlegging van de richtlijn bij de lidstaten ligt. Er wordt echter ook aan de Commissie gevraagd om op bepaalde vlakken initiatieven te nemen. Staat u mij daarom toe om toe te lichten wat in dit verband de prioriteiten van de Commissie zijn.

De Commissie hecht er veel waarde aan dat de richtlijn volledig en correct wordt uitgevoerd. Het is één van de prioriteiten in het 25ste jaarverslag van de Commissie over de controle op de tenuitvoerlegging van het gemeenschapsrecht in 2009.

De Commissie zal er ook naar blijven streven dat de richtlijn in de hele Unie perfect wordt omgezet en uitgevoerd. In de komende maanden zullen we bilaterale bijeenkomsten hebben met de lidstaten om te spreken over de gevallen van verkeerde omzetting en tenuitvoerlegging, wat buitengewoon vaak voorkomt. Wanneer er geen tevredenstellende vooruitgang kan worden geboekt zal de Commissie niet aarzelen om meteen inbreukprocedures tegen de betrokken lidstaten in te stellen.

De Commissie is van plan om zowel de lidstaten als de burgers zelf informatie en hulp te bieden, bijvoorbeeld door richtsnoeren te publiceren voor allerlei vraagstukken die bij de omzetting of tenuitvoerlegging van de richtlijn tot problemen hebben geleid, zoals de kwestie van uitzetting en de strijd tegen verschillende vormen van misbruik. In de richtsnoeren worden ook moeilijke onderwerpen behandeld, die ook in het verslag van het Parlement worden genoemd.

De Commissie zal de samenwerking met de lidstaten op technisch niveau, in de deskundigengroepen, voortzetten, teneinde vast te kunnen stellen waar de knelpunten liggen en hoe de richtlijn moet worden geïnterpreteerd.

Ik moet echter wel zeggen, geachte afgevaardigde, dat de Commissie niet kan instemmen met voorstel 23, waarin staat dat teams van deskundigen ter plaatse bezoeken moeten verrichten en er op basis van deze bezoeken een systeem van wederzijdse beoordeling moet worden ingevoerd. Ik moet u erop wijzen dat dergelijke wederzijdse toetsingen meestal op basis van de derde pijler plaatsvinden en niet van het gemeenschapsrecht. Dergelijke toetsingen zullen vanwege de juridische en administratieve tradities en oplossingen die de lidstaten voor de omzetting van de richtlijn hebben gekozen, waarschijnlijk een tamelijk beperkte toegevoegde waarde hebben. Zoals u weet kunnen de lidstaten namelijk vrij bepalen in welke vorm en met welke middelen ze richtlijnen omzetten.

De Commissie zal echter bijzondere aandacht blijven besteden aan het verstrekken van informatie over de richtlijn. Ze zal de burgers een geactualiseerde en vereenvoudigde leidraad ter beschikking stellen en voor het verstrekken van informatie gebruik maken van internet. Bovendien zal ze de lidstaten met nadruk verzoeken om de burgers met voorlichtingscampagnes op de hoogte te brengen van hun rechten en de lidstaten daarbij ook ondersteunen.

Het doet me genoegen u mee te kunnen delen dat Commissie bereid is om verreweg de meeste voorstellen uit het verslag van het Parlement over te nemen. Ik zou het Europees Parlement willen danken voor zijn steun en voor zijn voorstellen voor een correcte uitvoering van deze belangrijke richtlijn, waarbij veel op het spel staat, namelijk de correcte toepassing van één van de vier fundamentele vrijheden die aan de Europese integratie ten grondslag liggen.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Dit punt is afgehandeld.

De stemming vindt morgen plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Alin Lucian Antochi (PSE), schriftelijk.(RO) Ik geef mijn volledige steun aan het verslag van mevrouw Vălean over de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG, temeer daar met de recente gebeurtenissen in sommige lidstaten de aandacht werd gevestigd op de flagrante schending van een van onze vier fundamentele vrijheden, namelijk het recht van de burgers op vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten.

Bovendien heeft de ondoeltreffende of zelfs uitblijvende omzetting van deze richtlijn in het nationaal recht van de lidstaten geresulteerd in een reeks schendingen wegens administratieve formaliteiten en een restrictieve interpretatie van de wettelijke bepalingen inzake het concept van ‘verblijf zonder vergunning’. Deze schendingen zijn geculmineerd in de ongerechtvaardigde opsluiting en uitwijzing van Europese burgers. De oplossing moet echter niet worden gezocht in het sluiten van de grenzen maar in concrete maatregelen die de integratie van de burgers in de verscheidenheid van de Europese samenlevingen vergemakkelijken.

Ik ben van mening dat het verslag dat hier aan de orde is, in belangrijke mate tot de controle op de omzetting van de voorschriften van deze richtlijn zal kunnen bijdragen indien de lidstaten en de Commissie in dezen tot een succesvolle samenwerking kunnen komen.

Tegenwoordig wil iedere Europese burger in een Europese Unie leven waar de fundamentele waarden, zoals het vrij verkeer van personen, worden geëerbiedigd. We mogen echter niet vergeten dat eenieder een bijdrage moet leveren om dit doel te kunnen bereiken.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid