Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/0142(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0233/2009

Ingediende teksten :

A6-0233/2009

Debatten :

PV 23/04/2009 - 3
CRE 23/04/2009 - 3

Stemmingen :

PV 23/04/2009 - 8.12
CRE 23/04/2009 - 8.12
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0286

Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 23 april 2009 - Straatsburg Uitgave PB

3. Rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het verslag (A6-0233/2009) van John Bowis, namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (COM(2008)0414 – C6-0257/2008 – 2008/0142(COD)).

Zoals velen van u weten, is John Bowis onlangs ziek geworden in Brussel en in een ziekenhuis opgenomen. Hij herstelt momenteel van een geslaagde operatie en is daarmee zelf een voorbeeld van grensoverschrijdende gezondheidszorg. Zijn plaats zal vandaag worden ingenomen door mijn vriend en collega Philip Bushill-Matthews.

 
  
MPphoto
 

  Philip Bushill-Matthews, rapporteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb een heel moeilijke en een heel makkelijke taak. Het is een heel moeilijke taak omdat dit dossier erg ingewikkeld en erg gevoelig is, bovendien is het een dossier waaraan ik zelf weinig heb gewerkt. Anderzijds is het een heel makkelijke taak omdat het om een verslag gaat van mijn eerbare collega, John Bowis, die, zoals u zei, momenteel herstellende is van een zware hartoperatie, die hij een aantal weken geleden in Brussel onderging.

Hij heeft een geweldige prestatie geleverd door dit dossier tot zo'n goed einde te brengen vandaag, een succes waarvoor hij de grondslagen al heeft gelegd in juni 2005 met zijn oorspronkelijke verslag over de mobiliteit van patiënten. Hij wil vast graag dat ik de commissaris persoonlijk bedank voor haar steun, evenals de schaduwrapporteurs en het secretariaat van onze fractie en natuurlijk zijn eigen onderzoeksassistent, voor de enorme inspanningen die ze allemaal hebben geleverd om te zorgen voor brede consensus over zoveel controversiële kwesties. Met hun hulp is het John gelukt om licht te werpen op een terrein dat voorheen uiterst ondoorzichtig was, en om duidelijkheid te verschaffen waar eerst alleen onzekerheid was, steeds gebaseerd op het dubbele principe dat de patiënt altijd op de eerste plaats komt en dat de keus van de patiënt moet worden bepaald door zijn zorgbehoeften en niet door zijn bankrekening.

De afgelopen tien jaar hebben Europese burgers rechtszaken aangespannen om voor hun recht op te komen om in een andere lidstaat gezondheidszorg te ontvangen. Het is duidelijk dat patiënten dit recht willen, dat ze dit recht verdienen en dat dit recht hun toekomt. Ze zouden hiervoor niet naar de rechtbank moeten hoeven te gaan. Het voorstel dat vandaag voor ons ligt geeft ons de kans om dit te verwezenlijken. Het is nu aan ons, als politici, om onze verantwoordelijkheid te nemen en om de gang naar de rechter overbodig te maken, door zelf voor rechtszekerheid te zorgen.

De meeste mensen zullen nog steeds dicht bij huis willen worden behandeld. Er zullen echter ook altijd patiënten zijn die, om wat voor reden dan ook, naar een andere lidstaat willen reizen voor gezondheidszorg. Als patiënten voor deze mogelijkheid kiezen, moeten we ervoor zorgen dat de voorwaarden waaronder ze dit doen transparant en eerlijk zijn. We moeten ervoor zorgen dat ze weten hoeveel ze moeten betalen, wat voor kwaliteits- en veiligheidsnormen ze kunnen verwachten en welke rechten ze hebben wanneer er iets mis gaat. In dit verslag komen al deze kwesties aan bod.

Laat het duidelijk zijn dat dit recht voor patiënten op geen enkele wijze ten koste mag gaan van het vermogen van de lidstaten om al hun burgers een goede gezondheidszorg te bieden. Dit verslag vertelt de lidstaten niet hoe ze hun gezondheidszorgstelsels moeten inrichten. Het legt geen kwaliteitsnorm op met betrekking tot de zorg die ze moeten bieden. Er zijn juist waarborgen ingebouwd om de eigen nationale zorgstelsels van de lidstaten te beschermen, bijvoorbeeld door in bepaalde gevallen te kiezen voor een systeem van voorafgaande toestemming.

Deze voorafgaande toestemming mag echter niet worden gebruikt om de keuzemogelijkheid van de patiënt te beperken. Sterker nog, de verhoogde beschikbaarheid van grensoverschrijdende gezondheidszorg zou op haar beurt de nationale stelsels moeten stimuleren om zelf ook voor steeds betere gezondheidszorg te zorgen.

Ik ben benieuwd naar wat mijn collega’s hierop te zeggen hebben in het debat dat nu volgt.

 
  
MPphoto
 

  Daniela Filipiová, fungerend voorzitter van de Raad. (CS) Dames en heren, het is een grote eer dat ik vandaag samen met u mag deelnemen aan de discussie over een aantal belangrijke kwesties op het gebied van volksgezondheid die vandaag op de agenda staan. Het gaat om de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg, om het waarborgen van de veiligheid van patiënten, en om gemeenschappelijk optreden van de EU op het gebied van zeldzame ziekten.

Allereerst zou ik u erop willen wijzen dat deze drie thema's tot de prioriteiten van het Tsjechisch voorzitterschap behoren en dat zij ook op de agenda staan van de Raad voor werkgelegenheid, sociale zaken, volksgezondheid en consumentenbescherming van 7 juni 2009 in Luxemburg. Daarom ben ik zeer ingenomen met het nu aankomende debat.

Het Tsjechisch voorzitterschap is zich ten volste bewust van de belangrijke rol van het Europees Parlement in het wetgevingsproces als het om de volksgezondheid gaat en beschouwt nauwe samenwerking tussen de Raad en het Parlement als een conditio sine qua non. De behandeling van uw verslagen over de drie genoemde thema's komt dan ook precies op het juiste moment.

Ik zou graag nu een aantal woorden willen wijden aan het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg.

Het Tsjechisch voorzitterschap is zich ten volste bewust van de noodzaak om patiënten die gebruik maken van geneeskundige diensten in een andere lidstaat, de nodige rechtszekerheid te bieden en het borduurt wat dat betreft voort op wat het Franse voorzitterschap op dit terrein heeft bereikt. Het is ons doel om te komen tot de goedkeuring van een voor de burger van de Europese Unie duidelijke en begrijpelijke wetstekst die volledig strookt met het primaire recht zoals het subsidiariteitsbeginsel en die daadwerkelijk zorgt voor de beoogde rechtszekerheid voor EU-burgers wanneer zij een beroep doen op geneeskundige diensten in het buitenland. Daarbij dient goed te worden gekeken naar de mogelijke gevolgen van de tenuitvoerlegging van dit voorstel voor de stabiliteit van de gezondheidszorgstelsel in de lidstaten van de Europese Unie.

Gezien de grote belangen die met het voorstel zijn gemoeid, zijn de discussies in de werkgroepen van de Raad buitengewoon intensief en nog altijd niet afgerond. Daarom kan ik u op dit moment nog niet zeggen of de Raad aan het einde van het Tsjechische voorzitterschap, dat wil zeggen in juni tijdens de Raad EPSCO, tot een politiek besluit zal kunnen komen. Desondanks zou ik nu reeds graag een aantal algemene conclusies willen trekken. Het is de bedoeling om met de toekomstige richtlijn tot een bundeling te komen van alle jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie op het vlak van de tenuitvoerlegging van het beginsel van vrij verkeer van goederen en diensten op het gebied van de volksgezondheid, alsook om de verordening inzake de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels aan te vullen en de lidstaten de mogelijkheid te bieden de gebruikmaking van geneeskundige diensten in een andere lidstaat te onderwerpen aan voorafgaande toestemming, oftewel om het systeem van “gate-keeping” toe te passen.

Deze beginselen treffen we aan in het verslag van de heer John Bowis inzake het voorstel voor een richtlijn dat wij straks in behandeling zullen nemen. Er zijn ook nog andere thema's waar het Europees Parlement en de Raad op eendere wijze tegenaan kijken, namelijk het belang van volledige en juiste informatieverstrekking aan patiënten over de mogelijkheid tot gebruikmaking van geneeskundige diensten in het buitenland, alsook de nadruk op de verstrekking van hoogwaardige dienstverlening en de veiligheid van de verstrekte hulp.

Het Tsjechisch voorzitterschap is ingenomen met de nauwgezette werkwijze van het Parlement bij het opstellen van het verslag. Het is het resultaat van talloze niet al te makkelijke doch vruchtbare bijeenkomsten van de desbetreffende commissies. Ik realiseer me dat het verslag een compromis is tussen de verschillende politieke fracties dat de nodige voeten in de aarde gehad heeft. Daarom zou ik iedereen die aan het compromis heeft bijgedragen en dan met name de rapporteur, John Bowis, die we uiteraard allemaal snel beterschap wensen, van harte willen bedanken. Dit is een belangrijke stap vooruit in het hele proces richting goedkeuring van de voorgestelde richtlijn. De Raad zal het verslag en alle goedgekeurde amendementen met grote aandacht bestuderen en er bij de bepaling van het gemeenschappelijk standpunt van de Raad grondig rekening mee houden, en zo haar steentje bijdragen aan goedkeuring in tweede lezing.

Mijnheer de Voorzitter, geachte aanwezigen, zoals ik reeds gezegd heb is het nog altijd te vroeg om te kunnen zeggen of de Raad EPSCO in juni een politiek besluit zal kunnen nemen over de voorgestelde richtlijn, aangezien de discussies op basis van het door het Tsjechisch voorzitterschap ingediende compromisvoorstel nog niet afgerond zijn. De Raad zal hoe dan ook verder blijven werken aan dit thema en daarbij rekening houden met het goedgekeurde verslag van het Europees Parlement.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Ik weet zeker dat mevrouw Filipiová er geen bezwaar tegen heeft dat ik het Parlement vertel dat zij zelf rolstoelgebruikster is.

 
  
MPphoto
 

  Androulla Vassiliou, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, voordat ik iets ga zeggen over de rechten van patiënten met betrekking tot grensoverschrijdende gezondheidszorg, wil ik eerst hulde brengen aan de rapporteur, de heer John Bowis, die helaas niet bij ons kan zijn vandaag, maar aan wie we zoveel te danken hebben wat dit dossier betreft. Ik wens hem beterschap en ook gezondheid en geluk na zoveel jaren van trouwe dienst aan de Europese burgers.

(Applaus)

Ik wil ook alle schaduwrapporteurs bedanken voor hun positieve inspanningen en natuurlijk de heer Bushill-Matthews, die vandaag namens de heer Bowis spreekt.

Gisteren hebben we hier in Straatsburg de Europese dag van de patiëntenrechten gevierd. Door dit te vieren erkennen we de groeiende rol van patiënten in de gezondheidszorg en erkennen we dat het belangrijk is dat patiënten zowel vertrouwen hebben in als kennis over de zorg die ze ontvangen.

De kernvraag in dit verband is: wat kan de Europese Unie voor patiënten doen? We hebben deze morgen de kans om een belangrijk stap voorwaarts te zetten naar een Europa voor patiënten, voor elke Europese burger die u, geachte Parlementsleden, vertegenwoordigt.

Als eerste wil ik zeggen dat ik het vele werk dat het Parlement heeft verricht bij de analyse van het voorstel voor een richtlijn betreffende de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg, waarover u zo meteen kunt stemmen, enorm waardeer. Ik wil u allen bedanken en feliciteren voor uw interessante en vaak uitdagende debatten en voor het zeer efficiënte verloop.

Ik wil graag kort aan de gedachtegang achter deze voorgestelde richtlijn herinneren, alsook aan haar voornaamste doelen en beginselen. Het voorstel vindt zijn oorsprong in tien jaar jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie, die bepaalde dat patiënten het recht hebben om de kosten voor in het buitenland ontvangen gezondheidszorg vergoed te krijgen, zelfs als ze die zorg in eigen land hadden kunnen ontvangen.

Dit is belangrijk. Dit is een recht dat het Verdrag rechtstreeks aan de EU-burger verleent. De uitspraken waren dan wel duidelijk voor de betrokkenen, het was onduidelijk hoe ze op andere gevallen konden worden toegepast. Daarom werd duidelijk dat er behoefte was aan een rechtskader, zodat alle patiënten in Europa hun recht op vergoeding van grensoverschrijdende gezondheidszorg kunnen uitoefenen.

Dit recht zou niet alleen moeten gelden voor patiënten die toegang hebben tot niet-openbare informatie en die zich een advocaat kunnen veroorloven. Daarom heeft de Commissie, na zich grondig te hebben beraden en breed overleg te hebben gevoerd, op 2 juli 2008 haar voorstel voor een richtlijn aangenomen.

Allereerst: haar algemene doelstelling is om patiënten te voorzien van betere mogelijkheden en toegang tot gezondheidszorg in heel Europa. Patiënten staan in deze ontwerpwet centraal, die ook volledig de verscheidenheid van zorgstelsels in heel Europa respecteert. Laat ik hier duidelijk over zijn. Ik weet dat er veel angst bestaat, maar deze wetgeving zal geen veranderingen voorschrijven in de organisatie en de financiering van nationale zorgstelsels. De voorgestelde richtlijn heeft drie doelen: ten eerste om de voorwaarden te verduidelijken waaronder patiënten grensoverschrijdende gezondheidszorg vergoed krijgen volgens het in de eigen lidstaat geldende tarief; ten tweede om zekerheid te verschaffen omtrent de kwaliteit en veiligheid van de zorg door heel Europa; en ten derde om Europese samenwerking tussen gezondheidszorgstelsels aan te moedigen.

Op basis van deze drie pijlers kan er veel voor onze burgers worden gedaan, vooral voor degenen die gebruik willen maken van grensoverschrijdende gezondheidszorg, maar, buiten dat, voor alle patiënten in heel Europa. Ik kijk uit naar uw debat.

 
  
MPphoto
 

  Iles Braghetto, rapporteur voor advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, hoe zouden we deze richtlijn kunnen omschrijven? De richtlijn biedt een mogelijkheid voor patiënten om te kiezen voor een passende behandeling en snelle toegang tot gezondheidsdiensten, een mogelijkheid voor regionale gezondheidsstelsels om de kwaliteit en doeltreffendheid van hun gezondheidsdiensten te verbeteren en een mogelijkheid tot een betere Europese integratie in de zorgsector. Door Europese referentienetwerken, normen op technologisch gebied en de ontwikkeling van telegeneeskunde zal de reeds bestaande grensoverschrijdende samenwerking zich verder ontwikkelen.

Dit vraagt om een geschikt informatiesysteem, controle van de kwaliteit en doelmatigheid van de gezondheidszorginstellingen, garanties met betrekking tot de beroepscode van de medewerkers in de gezondheidszorg en een niet-bureaucratische procedure om de grensoverschrijdende mobiliteit te regelen. De richtlijn voldoet op weloverwogen wijze aan deze eisen.

 
  
MPphoto
 

  Françoise Grossetête, rapporteur voor advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie. − (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, om te beginnen zou ik onze collega, de heer Bowis, willen gelukwensen, ook al is hij niet aanwezig. Ik vind het trouwens jammer dat hij niet in ons midden is, want hij heeft zich zo volledig ingezet voor zijn verslag over de rechten van patiënten, dat hij het echt verdiend had om er hier vandaag bij te zijn.

Wel, het spreekt voor zich dat het hier beslist niet om een nieuwe dienstenrichtlijn gaat. Het gaat erom dat wij niet willen dat het Hof van Justitie Europees recht opstelt, in plaats van de politici, want dat is onaanvaardbaar.

Europese burgers hebben het recht zich in een andere lidstaat te laten behandelen, maar wel onder bepaalde voorwaarden. Ik kan onze collega's die zich zorgen maken over mogelijk toekomstig misbruik geruststellen: de soevereiniteit van de lidstaten ten aanzien van hun gezondheidsstelsel wordt in deze ontwerprichtlijn volledig geëerbiedigd. In tegenstelling tot wat sommige tegenstanders ervan ook beweren, richt deze tekst zich op alle patiënten en zorgt hij voor meer rechtvaardigheid en meer gelijkheid, want tot nu toe hebben alleen de meest welgestelden toegang tot grensoverschrijdende gezondheidszorg.

Met deze ontwerprichtlijn kunnen alle burgers van deze zorg gebruikmaken, op voorwaarde dat hun, in het geval van ziekenhuiszorg, voorafgaande toestemming door de lidstaat van aansluiting wordt verleend, zodat de kosten kunnen worden vergoed tegen de in de lidstaat van herkomst geldende tarieven.

Op voorwaarde dat alles in het werk wordt gesteld om medisch toerisme te voorkomen, zie ik dit alleen maar als vooruitgang. Het is een grote stap voorwaarts voor een Europa van de gezondheidszorg; het betekent meer rechtvaardigheid, meer voorlichting voor onze medeburgers over de beschikbare zorg, en meer samenwerking in het kader van nieuwe gezondheidstechnologieën.

 
  
MPphoto
 

  Bernadette Vergnaud, rapporteur voor advies van de Commissie interne markt en consumentenbescherming. − (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, wij gaan ons uitspreken over een tekst waar ik al lange tijd reikhalzend naar heb uitgezien, met name in het kader van mijn verslag inzake de impact en gevolgen van uitsluiting van gezondheidsdiensten uit de dienstenrichtlijn.

Toch ben ik bang dat de stemming van zo dadelijk een bittere smaak bij mij zal achterlaten. Het verslag, zoals dat – met de steun van de meeste fracties, met uitzondering van de socialisten – in de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid is goedgekeurd, is namelijk niet meer dan een reactie op de arresten van het Hof van Justitie, aangevuld met enkele verbeteringen. Het verslag speelt niet in op de belangrijke uitdagingen op het gebied van het gezondheidsbeleid in de Unie. Bovendien lost het de rechtsonzekerheid voor patiënten niet op en ademt het een marktgerichte visie op de gezondheidszorg.

Wat de rechtsonzekerheid betreft, ligt het volgens mij voor de hand dat de onduidelijkheid tussen de respectieve toepassingsvoorwaarden van deze ontwerprichtlijn enerzijds en Verordening (EEG) nr. 1408/1971 – en binnenkort de gisteren aangenomen Verordening (EG) nr. 883/2004 – anderzijds, er alleen maar toe zal leiden dat het Hof van Justitie zich opnieuw zal moeten uitspreken.

Wat de marktgerichte visie betreft, ligt de strekking van dit verslag al besloten in de rechtsgrondslag ervan, namelijk artikel 95 van het EG-Verdrag, dat betrekking heeft op de regels van de interne markt. Gezondheidszorg zou dus niet meer dan koopwaar zijn, net als ieder ander goed, en aan dezelfde regels inzake vraag en aanbod worden onderworpen.

Dat kan alleen maar leiden tot ongelijke toegang tot gezondheidszorg, waarbij welgestelde en goed geïnformeerde burgers de beste zorg kunnen kiezen die in de EU beschikbaar is, terwijl de overige burgers zich tevreden moeten stellen met diensten die in tal van lidstaten al verzwakt zijn, een omstandigheid waarin deze ontwerprichtlijn in geen geval verbetering beoogt te brengen.

In dezelfde geest komt amendement 67 erop neer dat de nationale ziektekostenverzekeringsstelsels elkaars concurrenten worden, aangezien het iedereen vrij staat om aangesloten te zijn bij het stelsel van zijn keuze in de EU, op voorwaarde uiteraard dat er premie wordt betaald.

Tot slot wil ik de kwestie van de voorafgaande toestemming voor intramurale zorg aan de orde stellen. De invoering hiervan is onderworpen aan een hele reeks beperkingen voor de lidstaten, terwijl dit principe juist de mogelijkheid biedt het financiële evenwicht van de socialezekerheidsstelsels te bewaren en daarnaast patiënten de voorwaarden voor terugbetaling garandeert.

Om al deze redenen, en omdat ik mij weinig illusies maak over de uitkomst van de stemming van vandaag, gezien de fraaie unanimiteit...

(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  Diana Wallis, rapporteur voor advies van de Commissie juridische zaken. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, namens de Commissie juridische zaken zouden we dit voorstel willen verwelkomen en benadrukken wat het ons aan brengt op het vlak van rechtszekerheid – wat te verwelkomen is – en op het vlak van de bevordering van de keuzemogelijkheid van de patiënt. Maar we vonden als commissie ook – en ik denk dat dit belangrijk is, gezien de bezorgdheid die vanochtend is geuit – dat het wel degelijk het subsidiariteitsbeginsel eerbiedigt en het daarmee ook de integriteit van de nationale gezondheidszorgstelsels.

Het enige vlak waarop we misschien van het leidende verslag afwijken, is dat we graag hadden gezien dat er meer was gedaan voor de patiënten waar het helaas bij misgaat. We vinden dat het toepasselijke rechtsstelsel en de vastgestelde regels met betrekking tot de rechtsbevoegdheid niet duidelijk genoeg zijn: deze hadden meer patiëntgericht kunnen zijn om ervoor te zorgen dat, zoals we dat ook op andere gebieden hebben gedaan, patiënten hun claims in het land van verblijf kunnen indienen en schadevergoeding kunnen ontvangen volgens het recht van hun land van verblijf. Het zou niet slecht zijn om hier nog eens naar te kijken.

 
  
MPphoto
 

  Anna Záborská, rapporteur voor advies van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. − (SK) Als rapporteur van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid wil ik de heer Bowis bedanken voor de nauwe samenwerking en onze vele discussies tijdens de voorbereiding van dit verslag. Tevens wens ik hem veel beterschap.

Het verslag heeft direct te maken met de rechten van patiënten en daarbij moeten de Europese wetgevers er goed voor zorgen dat absolute gelijkheid wordt betracht bij de verstrekking van medische zorg aan vrouwen en mannen. Elke vorm van discriminatie op grond van geslacht veroorzaakt door zorginstellingen, verzekeringsmaatschappijen of ambtenaren is onaanvaardbaar. Het gevaar van het voorgestelde systeem is dat vooral de welgesteldere burgers gebruik zullen maken van gezondheidszorg in het buitenland. Dat impliceert in feite een vorm van voorkeursbehandeling.

Een manier om dit probleem op te lossen is de mogelijkheid van interregionale samenwerking. Internationale regionale overeenkomsten tussen financiële instellingen en zorginstellingen kunnen ertoe bijdragen dat de behoeften van patiënten, de stabiliteit van overheidsgelden en vooral de hoofdzorg van de staat dat zijn burgers in een goede gezondheid verkeren, op elkaar worden afgestemd.

 
  
MPphoto
 

  Avril Doyle, namens de PPE-DE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, vanaf 1998 heeft het Europees Hof van Justitie bepaald dat patiënten het recht hebben om gezondheidszorg die ze in een andere lidstaat hebben ontvangen, vergoed te krijgen. Dit verslag verduidelijkt, op basis van het ontwerpvoorstel van de commissaris, hoe de beginselen die in die arresten van het Hof zijn uiteengezet, dienen te worden toegepast.

Ik ben blij met het uitstekende verslag van John Bowis en zijn bekwame oplossing voor de vele terechte zorgen die er over het oorspronkelijke ontwerpvoorstel bestonden. Het verslag is gebaseerd op de behoeften van patiënten en niet op hun financiële middelen. De definities van intramurale zorg en voorafgaande toestemming zijn besproken en naar ik begrijp overeengekomen met de Raad en de Commissie. Kwaliteitsnormen blijven onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, terwijl veiligheidsnormen onder de bevoegdheid van de EU vallen. Het is van belang dat er in elke lidstaat een éénloketsysteem voor patiënteninformatie komt, zodat patiënten met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen. De bepaling van wederzijdse erkenning van recepten zal denk ik een belangrijke toevoeging zijn aan dit stuk wetgeving en moet snel worden verwezenlijkt.

Hoewel gezondheidsdiensten aanvankelijk in het ontwerpvoorstel van het voorstel van voormalig commissaris Bolkestein over grensoverschrijdende diensten opgenomen waren, bleek al snel dat deze zeer belangrijke gezondheidskwestie, die consequenties heeft voor alle aspecten van de gezondheidszorg in al onze 27 lidstaten, om een zelfstandige richtlijn vroeg. Patiënten zullen altijd de voorkeur geven om in eigen land gezondheidszorg te ontvangen. Momenteel wordt slechts één procent van onze begroting uitgegeven aan grensoverschrijdende gezondheidszorg. Laten we dit in het achterhoofd houden.

Echter, onder bepaalde omstandigheden kan het heilzaam zijn om in een ander EU-land gezondheidszorg te ontvangen – vooral in grensgebieden, waar de dichtstbijzijnde zorginstelling zich bijvoorbeeld in een ander land bevindt, of als er daar meer expertise voorhanden is, bijvoorbeeld in het geval van zeldzame ziekten, of een bepaalde behandeling die misschien sneller in een ander land zou kunnen worden verschaft. Ik moet volledig erkennen dat de algemene bevoegdheid op het gebied van het gezondheidsbeleid en de financiering van dit beleid op het niveau van de lidstaten blijft, en dat ook zal blijven.

Ik heb één opmerking bij het verslag van Trakatellis. Er heerst veel bezorgdheid over amendement 15 en het wordt vaak verkeerd uitgelegd. Ik ben blij met de mogelijkheid om in onderdelen te stemmen, zodat het mogelijk wordt om tegen het concept van “uitroeiing” van zeldzame ziekten te stemmen, dat voor veel ophef heeft gezorgd. De rest van het amendement zal ik echter steunen, alsook het uitstekende werk dat mijn collega professor Antonios Trakatellis met betrekking tot zeldzame ziekten heeft verricht.

 
  
MPphoto
 

  Dagmar Roth-Behrendt, namens de PSE-Fractie. (DE) Mijnheer de Voorzitter, in de eerste plaats wens ik John Bowis namens mijn fractie een voorspoedig herstel toe. Ik weet dat hij tot op de dag van de stemming in de commissie veel werk heeft verzet. Ik hoop dat hij na zijn operatie herstelt en dat hij spoedig zodanig zal zijn aangesterkt dat we hem hier voor het zomerreces mogen terugzien.

Allereerst zou ik willen opmerken dat mijn fractie heel tevreden is met dit verslag. Wij vinden dat het voorstel van de Commissie door de vele amendementen van de Milieucommissie en de compromissen die we gezamenlijk hebben gesloten flink is verbeterd. Mevrouw Vassiliou, u en uw team hebben goed werk verricht. Toch was er nog ruimte voor verbetering en die hebben we benut.

We hebben bereikt dat alle patiënten nu zeker weten dat zij net als ieder ander rechten hebben in de Europese Unie. Zij kunnen zich verplaatsen, iets wat voor werknemers en studenten vanzelfsprekend is en ook voor vervoersdiensten en dergelijke als normaal wordt beschouwd. Ook patiënten moeten binnen de interne markt rechten hebben. Dat is de boodschap van deze wetgeving en daarom juichen we deze ten volle toe.

We moeten echter ook aangeven welke delen van de wetgeving we vooral goed vinden. Daartoe behoort dat patiënten vrij zijn om te bepalen waar zij ambulante behandelingen ondergaan. Maar wij vinden ook dat de lidstaten de zeggenschap over hun eigen gezondheidszorg moeten behouden. Zij moeten de intramurale en gespecialiseerde zorg zelf kunnen organiseren en de investeringen die zij daarin doen betaalbaar kunnen houden. Wij willen de lidstaten deze invloed, deze zeggenschap niet ontnemen, maar we willen evenmin dat deze wordt uitgehold. Daarom is het goed dat er voor speciale soorten behandelingen voorafgaande toestemming nodig is. Ook dit heeft de volledige steun van mijn fractie – ik kom hier aan het einde nog op terug. Het is een goede benadering, en dat geldt ook voor het verslag als geheel.

Persoonlijk juich ik zeer toe dat er nu eindelijk referentienetwerken zijn. Wij pleiten er tenslotte al heel lang voor dat binnen de Europese Unie duidelijk moet zijn waar de beste praktijk bestaat. Waar worden behandelingen het beste uitgevoerd, waar zijn ze het meest succesvol? Welk team in welk ziekenhuis in welke lidstaat komt met iets nieuws? Dat berust tegenwoordig op toeval. Wellicht is men in een klein deel van de wetenschappelijke wereld wel op de hoogte, maar niet in elke huisartsenpraktijk. Het is een enorme verbetering dat de referentienetwerken hierin verandering kunnen brengen. De informatiepunten bieden iedere patiënt in elke lidstaat de mogelijkheid om er langs te gaan of op te bellen met de vraag: Wat zijn mijn rechten? Hij krijgt dan in z'n eigen taal te horen wat zijn rechten zijn en krijgt antwoord als hij een probleem heeft. Dat is een positieve ontwikkeling.

Tot slot van mijn toespraak moet ik ook de punten noemen waarover de meerderheid van mijn fractie teleurgesteld is. Voor de overgrote meerderheid van mijn fractie gaat het om twee cruciale punten die ons stemgedrag vandaag in zeer sterke mate zullen beïnvloeden. Ten eerste verlangen wij een dubbele rechtsgrondslag. We hebben het gezondheidsartikel – artikel 152 van het EG-Verdrag – nodig om de boodschap goed uit te kunnen dragen dat het zowel om volksgezondheid als om vrij verkeer gaat. Dit is nodig en is tevens een voorwaarde voor onze steun.

Ten tweede zijn wij van mening dat de voorafgaande toestemming die in artikel 8, lid 3 is vastgelegd, niet duidelijk genoeg is omschreven. Als de amendementen op dit punt geen verbetering brengen, zal mijn fractie vandaag helaas niet met het verslag in zijn huidige vorm kunnen instemmen. Persoonlijk zou ik dit betreuren, maar misschien spoort het ons aan om het in de tweede lezing beter te doen, mochten we vandaag onvoldoende vooruitgang boeken.

 
  
MPphoto
 

  Jules Maaten, namens de ALDE-Fractie. – Deze richtlijn gaat over patiënten. Ik kan dat niet genoeg benadrukken, want wij hebben het natuurlijk in het kader van de grensoverschrijdende gezondheidszorg over een heleboel andere dingen gehad: vrij verkeer van medische diensten en wat er moet gebeuren met de markt in de gezondheidszorg. Daarover hebben wij het nu heel uitdrukkelijk níet.

Wij hebben het over een pragmatische benadering. Hoe kunnen wij het systeem zo maken dat de patiënten er baat bij hebben? En als wij dat niet doen, wie doet het dan wel? Patiënten zijn in zo'n zwakke positie! Je wilt niet dat mensen die ziek zijn, ook nog eens de strijd moeten aangaan met kille gezondheidsbureaucraten, die het gezondheidsbeleid bekijken op hun spreadsheet, op hun computer met getallen en statistieken. Dat mag niet het geval zijn.

Derhalve is dit ook een sociale richtlijn. Grensoverschrijdende zorg is natuurlijk al lang mogelijk voor wie het kan betalen, maar voor wie het niet kan betalen moet dus ook iets gedaan worden. Daarover gaat het hier vandaag, mijnheer de Voorzitter.

Het is ook om die reden dat onze fractie belang hecht aan de voorafgaande toestemming, die hier natuurlijk een cruciaal element vormt, mevrouw de minister. Ik stel het trouwens zeer op prijs dat de Raad hier vandaag aanwezig is. Voorafgaande toestemming, niet om de grensoverschrijdende zorg onmogelijk te maken, dat uitdrukkelijk niet. Maar wel om de serieuze ondermijning van de nationale systemen te voorkomen. Wij gaan daarmee akkoord en wij gaan daarin verder dan wij misschien normaal gesproken zouden hebben gedaan. Een compromis is echter noodzakelijk. Wij vinden wel dat uitzonderingen voor zeldzame ziekten of levensbedreigende situaties op wachtlijsten noodzakelijk zijn. Graag zouden wij de definitie van ziekenhuiszorg Europees willen vastleggen en niet in de lidstaten afzonderlijk, domweg om voor rechtszekerheid voor de patiënten en voor zekerheid voor die nationale systemen te zorgen.

Daarnaast vinden wij dat patiënten die dan toch al zo ziek zijn, als er iets misgaat, niet ook nog eens een keer in een ellenlange rechtsprocedure terecht moeten komen, maar dat er een systeem van een Europese ombudsman voor patiënten moet komen.

Wij hebben natuurlijk in de Commissie volksgezondheid een conflict gehad en ik roep de collega's ter linkerzijde op om met zijn allen nu gewoon die ideologie een keer opzij te zetten en te zorgen dat wij komen met een goede richtlijn voor patiënten en een pragmatische benadering. Ik heb wat dat betreft met veel respect geluisterd naar hetgeen mevrouw Roth-Behrendt hier heeft gezegd.

Tenslotte, veel dank inderdaad aan rapporteur John Bowis. Hij heeft geweldig werk verricht en ik wens hem van hieruit van harte beterschap.

 
  
MPphoto
 

  Salvatore Tatarella, namens de UEN-Fractie.(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, vandaag nemen wij een zeer belangrijke richtlijn aan, een richtlijn die betrekking heeft op patiënten – zoals reeds naar voren is gebracht – en op alle Europese burgers. Aan de vooravond van de Europese verkiezingen, kunnen alle Europese burgers nogmaals zien hoe het Parlement een positieve bijdrage kan leveren aan het leven van ieder van hen.

Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bevestigt het recht op gezondheidszorg en met deze richtlijn maken wij dit recht vandaag concreet. Het is een vraagstuk dat betrekking heeft op enorm veel burgers. Uit een recent Eurobarometeronderzoek blijkt dat 50 procent van de Europese burgers op dit moment bereid is voor behandeling naar het buitenland af te reizen, in de hoop op een betere en snellere behandeling van hun aandoening, en dat 74 procent van de burgers van mening is dat, mochten zij naar het buitenland gaan voor zorg, deze zorg vergoed moet worden door hun eigen lidstaat.

Op dit moment wordt deze materie alleen geregeld door nationale wetgeving, en burgers worden slecht geïnformeerd over de mogelijkheden, de vergoedingen en de behandeling die in het buitenland mogelijk is. Vandaag de dag wordt dan ook slechts 4 procent van de Europese burgers in het buitenland behandeld. In de Europese Unie bestaat er alleen uniforme regelgeving in geval van spoedeisende zorg die in het buitenland is verleend op grond van de regelgeving omtrent de Europese ziekteverzekeringskaart.

Vandaag komt het Parlement tegemoet aan de vraag van de Europese burgers om hun gezondheid te beschermen en bereidt Europa zich voor om ook op het gebied van gezondheidszorg de grenzen op te heffen en alle patiënten de mogelijkheid te geven zelf te kiezen waar ze worden behandeld.

 
  
MPphoto
 

  Claude Turmes, namens de Verts/ALE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, de ontwerprichtlijn die wij vandaag behandelen moet vooral worden gezien als een aanvulling op de reeds drie decennia bestaande samenwerking tussen de lidstaten en hun socialezekerheidsstelsels.

In mijn lidstaat, Luxemburg, is ruim dertig procent van de gezondheidszorg nu al grensoverschrijdend, en het geval van de heer Bowis, die ik een voorspoedig herstel wens, is er trouwens het perfecte voorbeeld dat de bestaande verordening goed functioneert, aangezien hij in Brussel als spoedgeval in het ziekenhuis is opgenomen. Hij is goed behandeld, en voor een Brits burger is er geen enkel probleem met de terugbetaling.

Wat valt er met deze ontwerprichtlijn dan nog te verbeteren? Ten eerste moet hiermee de voorlichting aan de burger worden verbeterd: voorlichting over de geboden diensten, voorlichting over de expertisecentra, waar mevrouw Roth-Behrendt een duidelijke toelichting over heeft gegeven, maar vooral ook voorlichting over de kwaliteit van de gezondheidszorg. Ik denk dat in veel lidstaten, waaronder de mijne, vooruitgang moet worden geboekt op het gebied van de kwaliteitscriteria en de voorlichting over de kwaliteit van de zorg. En als ik in het buitenland ben en in de problemen kom, dan moet er uiteraard een plek zijn waar ik terecht kan.

Dit alles is in de huidige tekst goed geregeld, maar wat ons betreft zijn er drie dingen die verbeterd moeten worden. Ten eerste denken wij dat een systeem van voorafgaande toestemming voor ziekenhuiszorg een dubbel voordeel heeft: allereerst is het een groot voordeel voor de Europese burgers, want zij weten precies wanneer ze worden terugbetaald, terwijl er ook sprake zal zijn van een financiering vooraf. Bovendien maakt dit systeem een goede planning van de voornaamste medische infrastructuur in ziekenhuizen mogelijk, want de totstandkoming van een goed functionerend gezondheidsstelsel kan niet aan de onzichtbare hand van de markt worden overgelaten. Daar is planning voor nodig.

Het tweede verzoek van de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie betreft een dubbele rechtsgrondslag, want wij willen niet dat gezondheidszorg als een markt wordt beschouwd. Het moet heel duidelijk zijn dat het systeem georganiseerd wordt, in de eerste plaats door de lidstaten.

Ten derde willen wij voor zeldzame ziekten een specifieke wetgeving, omdat dit te belangrijk is. Wij zouden de Europese burgers misleiden als wij zeiden: "Ga maar ergens rondkijken in Europa, dan wordt er wel voor gezorgd". Wij willen hiervoor een specifieke wetgeving. Wij willen dus geen tweede Bolkestein; wij willen een tekst die rechtszekerheid biedt en die de meerderheid van de Europese burgers ten dienste staat.

 
  
MPphoto
 

  Kartika Tamara Liotard, namens de GUE/NGL-Fractie. – Ook ik wil de heer Bowis hartelijk bedanken. Hij heeft heel hard gewerkt aan dit verslag en ik hoop dat hij heel snel weer beter zal zijn.

Toch moet ik zeggen dat de Europese Commissie onder de misleidende noemer "rechten van patiënten" probeert om marktwerking in de zorg te introduceren voor heel Europa. Vanzelfsprekend is mijn fractie voor meer rechten van patiënten en voor mobiliteit van patiënten in grensregio's. Wij gaan zelfs veel verder. Wij vinden het een recht voor iedereen, arm en rijk, om goede toegang tot kwalitatief goede gezondheidszorg te hebben.

Ik heb echter heel grote problemen met het feit dat het voorstel gebaseerd is op het artikel inzake de interne markt, hetgeen al aangeeft dat economische belangen voor de patiëntenbelangen gaan. Daarnaast is het voorstel overbodig. De teruggave van de kosten is immers al geregeld. Dat sommige verzekeringen en lidstaten zich niet hieraan houden moet beter geregeld worden.

Ook bemoeit het voorstel zich onevenredig met een zaak die binnen de bevoegdheid van een lidstaat valt en zo ertoe leidt dat mensen met een dikke portemonnee toegang hebben tot betere zorg. Het voorgestelde systeem van vergoedingen en kosten overeenkomstig de regels van het land van oorsprong introduceert een vorm van patiëntenmobiliteit die in strijd is met het beginsel van gelijke toegang voor iedereen tot gezondheidszorg. Dit voorstel bergt ook nog eens een groot risico in zich dat het straks geen recht is van de patiënt om in het buitenland zorg te halen, maar dat verzekeringen of lidstaten de patiënt ertoe kunnen verplichten om naar de goedkoopste aanbieder te gaan. Het wordt dan dus een plicht in plaats van een recht van de patiënt.

Door het feit dat wij in 27 landen 27 verschillende zorgstelsels hebben zal het voorstel van de Commissie dat alleen gebaseerd is op artikel 95, het beruchte harmoniseringsartikel, tot afbraak van de nationale zorgstelsels leiden en dus de verantwoordelijkheden bij de lidstaten weghalen. Wij zijn voor gelijke toegang van de patiënt als uitgangspunt en niet voor meer markt in de zorg.

 
  
MPphoto
 

  Hanne Dahl, namens de IND/DEM-Fractie. – (DA) Mijnheer de Voorzitter, in de huidige vorm kan de patiëntenrichtlijn als consequentie voor de gezondheidszorgsector hebben dat het moeilijker wordt om de overheidsuitgaven te sturen. Daarom wil ik u allen verzoeken om te stemmen voor amendement 122, dat gaat over voorafgaande toestemming. Ik ben van mening dat alle burgers vrije en gelijke toegang tot behandeling moeten hebben, dat die medische zorg naar behoefte moet zijn en dat iedereen op zijn beurt moet wachten. Dat betekent ook dat het de arts is die bepaalt welke behandeling een patiënt krijgt en wanneer.

Helaas weerspiegelt deze richtlijn een duidelijke trend waarbij we allemaal van burgers in consumenten worden getransformeerd. In plaats van dat we burgers zijn binnen een samenleving die is gebaseerd op het beginsel van wederzijdse verplichtingen, zijn we nu allemaal consumenten binnen een grote interne markt. Het punt is echter dat als men burger is, men ook als mens wordt gezien. We zijn allemaal zowel burgers als mensen, maar als consument wordt men gereduceerd tot doelgroep van een marketingcampagne. Dat betekent dat men het lijdend voorwerp is in plaats van het onderwerp. Patiënten moeten het onderwerp zijn, en niet het lijdend voorwerp van een marketingcampagne.

 
  
MPphoto
 

  Jim Allister (NI). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wil onze rapporteur beterschap wensen. Ik wens hem een spoedig herstel en een spoedige terugkeer.

Het zorgen voor de hoogste kwaliteit van zorg voor onze kiezers is ongetwijfeld in ons aller belang. Voor mij is het echter essentieel dat deze richtlijn het juiste evenwicht weet te vinden tussen vrij verkeer en patiëntenveiligheid en -aansprakelijkheid. Ik voel er niets voor om medisch toerisme aan te moedigen en geloof daarom dat de nationale autonomie met betrekking tot regelgeving beschermd moet worden en dat we een harmonisatie naar beneden van normen moeten voorkomen. We moeten er ook voor waken dat er een verhoogde druk ontstaat op de plaatselijke diensten ten nadele van autochtone patiënten. Dit is vooral van belang in gebieden waar specialisaties te vinden zijn waar veel vraag naar is.

Verder moet de kwestie van nazorg na een behandeling in het buitenland goed worden aangepakt. Ik maak me zorgen dat diensten zoals fysiotherapie en andere diensten door de behoefte aan nazorg worden overbelast.

 
  
MPphoto
 

  Colm Burke (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zou het verslag van mijn gewaardeerde collega, de heer Bowis, over het recht van patiënten op grensoverschrijdende gezondheidszorg, van harte willen verwelkomen. Ik vind het jammer dat de heer Bowis vanmorgen niet bij ons is, en ik wens hem veel beterschap.

Ik vond het een eer om mee te werken aan de verbetering van de rechten van patiënten op grensoverschrijdende gezondheidszorg. Ik heb zelf ook gebruik gemaakt van grensoverschrijdende gezondheidszorg. Ik was in de gelukkige omstandigheid dat ik het kon betalen. Nu wil ik dat degenen die zich niet in die positie bevinden, gebruik kunnen maken van het recht om gezondheidszorg te ontvangen in het buitenland, zonder dat ze zich druk hoeven te maken om de kosten, en dat ze volledig op de hoogte zijn van hun rechten en van de kwaliteit van de zorg die ze kunnen verwachten.

Het debat over en de bekendmaking van de rechten van patiënten wat betreft grensoverschrijdende gezondheidszorg is de afgelopen jaren via het Europees Hof van Justitie gelopen. Daarom is dit het juiste moment en is het terecht dat wij als volksvertegenwoordigers voor de mensen duidelijk en onmiskenbaar het onomstotelijke recht van patiënten op toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg, ongeacht hun middelen of hun woonplaats, vaststellen.

We zouden ook het recht moeten hebben op toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg in eigen land. Echter, we moeten toegeven dat dit niet altijd mogelijk is, vooral in het geval van zeldzame ziekten, waarbij er wellicht geen behandeling beschikbaar is in de lidstaat van de patiënt.

Als we naar het buitenland moeten reizen voor gezondheidszorg, zouden we niet onzeker hoeven te zijn over of we wel of niet de rekening kunnen betalen van wat meestal geen goedkope behandelingen zijn. Daarom ben ik verrukt dat deze onzekerheid en verwarring voor eens en voor altijd is opgelost. Als er eenmaal onder normale omstandigheden voorafgaande toestemming wordt gegeven, hoeven patiënten alleen de kosten van de behandeling te dragen die boven de kosten van dezelfde of een vergelijkbare behandeling in eigen land uitkomen.

Informatie over de kwaliteit van de zorg in andere lidstaten is ook een belangrijke factor voor degenen onder ons die voor een behandeling wellicht naar het buitenland moeten reizen. We hebben ons best gedaan om ervoor te zorgen dat deze informatie voor patiënten beschikbaar is, mochten ze willen of moeten reizen voor een behandeling. De nationale contactpunten die in dit document worden voorgesteld vormen dus één van de kerninnovaties en zullen een belangrijk rol spelen bij het vooruit helpen en bevorderen van de patiëntenmobiliteit. Ik ben blij met dit verslag en ik hoop dat het er vandaag doorheen komt.

 
  
MPphoto
 

  Guido Sacconi (PSE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, mevrouw Roth-Behrendt heeft het standpunt van onze fractie uitstekend verwoord. Ze heeft met name perfect duidelijk gemaakt waarom wij de vooruitgang die is geboekt bij het verbeteren van deze tekst, zeer op prijs stellen. Maar ze heeft ook duidelijk gemaakt hoe belangrijk de laatste stap is die nog moet worden gezet, namelijk een dubbele rechtsgrondslag en een duidelijkere en betere wettelijke mogelijkheid voor de lidstaten om voorafgaande toestemming voor ziekenhuiszorg te verlenen of te weigeren.

Kortom, laten we niet eindeloos doordiscussiëren, we kennen deze richtlijn maar al te goed, aangezien we er maanden over hebben gediscussieerd. Ik stel twee overduidelijk politieke vragen, want dit is het moment om beslissingen te nemen. De eerste vraag, voor commissaris Vassiliou, luidt: hoe staat de Commissie tegenover de dubbele rechtsgrondslag? Vervolgens wend ik me in het bijzonder tot de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten. Ik vind het jammer dat mijn vriend John Bowis niet aanwezig is. Samen met hem als coördinator van de belangrijkste fracties van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid hebben we gedurende deze zittingsperiode talloze kwesties opgelost en natuurlijk wens ook ik hem een spoedig herstel toe. Ik vraag aan de PPE-DE-Fractie en waarschijnlijk ook aan de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa: vindt u het beter om over te gaan tot de tweede lezing zonder de steun van de Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement? Zonder een grote meerderheid?

Ik roep u dus op om serieus na te denken over de amendementen 116 en 125 aangaande de dubbele rechtsgrondslag en over de amendementen 156 en 118 aangaande de voorafgaande toestemming. Alleen als deze stukken worden aangenomen zullen wij voor stemmen, een andere mogelijkheid is er niet. Neem dit in overweging en kies zelf naar welk scenario uw voorkeur uitgaat.

 
  
MPphoto
 

  Karin Riis-Jørgensen (ALDE). - (DA) Mijnheer de Voorzitter, we bevinden ons midden in een Europese verkiezingsstrijd, een verkiezingsstrijd waarin we de afstand tussen ons en de Europese burgers moeten zien te verkleinen. Nu hebben we hier te maken met een wet die Europa daadwerkelijk dichter bij de burgers kan brengen. Laten we deze kans grijpen en de patiënt centraal stellen. Als een van de rapporteurs voor de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa fractie heb ik als doelgroep een type man in mijn achterhoofd dat u allen zult herkennen uit uw eigen thuisomgeving. Ik kom van het platteland en als ik daar naar de supermarkt ga, kom ik steevast een man tegen op een brommer met een houten kistje achterop. Dit type man staat centraal als het gaat om patiëntenmobiliteit, want alle burgers moeten de mogelijkheid hebben om desgewenst naar het buitenland te gaan voor behandeling, ongeacht de financiële middelen waarover ze kunnen beschikken. Bovendien willen slechts weinigen daadwerkelijk naar het buitenland. Het zijn de wanhopige mensen die naar het buitenland gaan.

Echter, van deze man op zijn brommer kan natuurlijk niet worden verwacht dat hij zelf het geld opbrengt om naar het buitenland te gaan voor behandeling. Gelukkig bestaat er binnen het Parlement brede overeenstemming over dat de individuele patiënt geen geld uit eigen zak zal hoeven te betalen. Dit is werkelijk een verbetering van het voorstel van de Commissie. Het kernamendement van de ALDE-Fractie betrof de aanstelling van een Europese patiëntenombudsman. Ik dank u voor uw steun daarvoor. Het is de patiëntenombudsman die ervoor moet zorgen dat de EU-burger, de patiënt, het door deze wet verleende recht daadwerkelijk kan uitoefenen. De bal ligt nu bij de Raad, bij de ministers die steeds zeggen dat we dichter bij de EU-burgers moeten komen en dat de afstand tussen de EU en EU-burgers moet worden verkleind. Hier wordt u de mogelijkheid om dat te bereiken op een presenteerblaadje aangereikt. Grijp die kans! Laat haar niet glippen!

 
  
MPphoto
 

  Ewa Tomaszewska (UEN).(PL) Mijnheer de Voorzitter, het vastleggen van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg is een dringende taak. Patiënten hebben het recht te weten op welke basis zij medische hulp krijgen, of zij nu op reis zijn en onverwachts hulp nodig hebben, of omdat zij besluiten naar een andere EU-lidstaat te reizen vanwege problemen met het krijgen van toegang tot specifieke medische diensten in hun eigen land.

Zij moeten worden geïnformeerd over eventuele extra kosten die zij moeten betalen en tevens over de mogelijkheden van financiering vooraf. Ook moet de toegang tot betrouwbare informatie over de kwaliteit van de beschikbare diensten in aanbevolen behandelcentra worden gewaarborgd. Ik denk hierbij aan referentienetwerken en informatiepunten. Patiënten moeten gegarandeerd informatie krijgen over hun rechten in geval van letsel als gevolg van een slechte behandeling, evenals informatie over de wederzijdse erkenning van recepten. Toezicht op grensoverschrijdende gezondheidszorg zal nuttig zijn voor de beoordeling van de situatie op dit gebied. Ik wens de heer Bowis een spoedig herstel toe.

 
  
MPphoto
 

  Margrete Auken (Verts/ALE). - (DA) Mijnheer de Voorzitter, ik dank de heer Bowis voor de voortreffelijke manier waarop hij de onderhandelingen heeft geleid, die geenszins eenvoudig waren. Een van de lastige onderwerpen was hulp aan patiënten met zeldzame aandoeningen – een onderwerp waar we later vanmorgen nog een debat over zullen hebben. Allemaal willen we deze patiënten de beste behandelingsmogelijkheden geven en zien we natuurlijk de grote voordelen van nauwe Europese samenwerking op dit gebied. Echter, het heeft geen enkele zin om patiënten in Europa rond te laten reizen, zonder dat de thuislanden daar controle op kunnen uitoefenen, zowel in medisch als financieel opzicht. Als de tekst in deze vorm wordt aangenomen, krijgen alle patiënten met een zeldzame aandoening de mogelijkheid om naar het buitenland te reizen en elke willekeurige behandeling te krijgen, waarvoor het thuisland moet betalen. Hoe worden de uitgaven in de hand gehouden en hoe wordt voorkomen dat patiënten de verkeerde behandeling krijgen of overbehandeld worden? Ze zijn ten slotte volkomen overgeleverd aan de behandelaars. Daarnaast lopen ze ook het risico zwaar in conflict te raken met hun thuislanden, die kunnen besluiten niet te betalen door te verklaren dat de aandoeningen waaraan patiënten lijden niet zeldzaam zijn. Er bestaat immers geen overeenstemming over hoe deze soort ziekte moet worden geïdentificeerd. Daarom zouden wij sterk de voorkeur geven aan speciale wetgeving op dit gebied, zodat mensen met zeldzame aandoeningen op de best mogelijke manier worden geholpen.

 
  
MPphoto
 

  Adamos Adamou (GUE/NGL). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wens mijn vriend John Bowis van harte beterschap en het allerbeste. Ik wil hem tevens bedanken voor zijn harde werk.

Om te beginnen wil ik zeggen dat wij in geen geval tegen grensoverschrijdende gezondheidszorg zijn. Integendeel, wij erkennen dat de lidstaten gebruik moeten maken van de bevoegdheden die het Verdrag betreffende de Europese Unie hun geeft, dat wil zeggen van artikel 152. Helaas is deze richtlijn gebaseerd op artikel 95 en daarom wil ik ook de commissaris vragen ons te verduidelijken wat er aan de hand is met de rechtsgrondslag.

Wij willen geen beleid dat de financieel draagkrachtige patiënten bevoordeelt ten koste van de lagere maatschappelijke groepen. De heer Maaten is niet aanwezig; beste Jules, ik geloof niet dat wij ideologisch `vastgeroest` zijn als wij zeggen dat er patiënten `met twee snelheden` kunnen ontstaan.

Wij moeten streven naar gelijke gezondheidszorg voor iedereen, zonder ingrepen van de Europese Unie in de socialezekerheidsstelsels en zonder commercialisering van de gezondheidssector.

 
  
MPphoto
 

  Urszula Krupa (IND/DEM).(PL) Mijnheer de Voorzitter, de verordening betreffende de mogelijkheden om in andere lidstaten van de Europese Unie een behandeling te ondergaan, die van kracht zal worden na de goedkeuring van de richtlijn betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg, zal leiden tot inmenging van de Gemeenschap in gezondheidszorgstelsels, wat in strijd is met eerdere bepalingen. Bovendien worden behandelmogelijkheden gecreëerd, met name voor vermogende patiënten, en wordt tegelijkertijd de toegang tot gezondheidszorg belemmerd, met name voor patiënten in arme lidstaten. De strategie om de elite speciale privileges toe te kennen in de zin van toegang tot hoogkwalitatieve gezondheidszorg wordt momenteel uitgevoerd door de liberale regering in Polen. Het leidt tot de privatisering van staatsziekenhuizen en ontneemt het grootste deel van de maatschappij de mogelijkheid om zich medisch te laten behandelen. Ongeacht het standpunt van het Hof van Justitie, is de volksgezondheid geen verhandelbaar goed, maar een onvervreemdbaar recht dat door de gezondheidsdiensten van de overheid moet worden gewaarborgd, overeenkomstig het beginsel van respect voor en bescherming van het recht op leven en dood, evenals de onvervreemdbare waarde van elk mens.

 
  
MPphoto
 

  Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, pensioenrechten, werkloosheidsverzekering en ziektekostenverzekering – binnenkort is het 25 jaar geleden dat het Schengenakkoord werd ingevoerd, maar nog altijd staat de sociale zorg in de kinderschoenen. Vakantiegasten worden vaak schaamteloos uitgebuit en moeten ter plaatse exorbitant hoge bedragen neertellen, die dan bij terugkeer in hun eigen EU-lidstaat niet of slechts gedeeltelijk worden vergoed.

De Europese ziekteverzekeringskaart wordt spijtig genoeg niet altijd geaccepteerd. Verder loopt ook de wederzijdse betaling van bedragen tussen de lidstaten niet erg soepel. Juist in tijden van krappe begrotingen moet de patiënt een centralere plaats krijgen in de gezondheidszorg. Om dat te bereiken, moeten natuurlijk de rechten van patiënten worden uitgebreid. Het is echter maar de vraag, of de patiënt in een medische noodsituatie vooraf toestemming kan krijgen voor terugbetaling van de kosten voor ziekenhuisdiensten. Als we vanwege de kosten steeds meer gaan bezuinigen op medisch personeel, dan gaat het naar mijn mening de verkeerde kant op met onze gezondheidszorg. Het is dus zinvol om beter samen te werken, maar dit mag in geen geval leiden tot een wirwar van bureaucratische procedures.

 
  
MPphoto
 

  Péter Olajos (PPE-DE). (HU) „Wie een hamer in zijn hand heeft, denkt bij alles aan een spijker,” luidt het gezegde. Ik heb datzelfde gevoel bij de huidige crisis, ik denk bij alles aan groei en herstel.

Ik denk dat zich met deze richtlijn een scala aan mogelijkheden aan ons openbaart. Naast de radicale hervorming van de gezondheidszorg kan hiermee ook een nieuwe impuls worden gegeven aan het creëren van werkgelegenheid en de ontwikkeling van de economie. De mobiliteit van patiënten zal niet alleen effect hebben op de gezondheidszorg, maar kan ook een gunstige invloed uitoefenen op het culturele aanbod en de gastronomie van het ontvangende land. In de horeca kunnen er duizenden nieuwe werkplekken bijkomen. De toename aan inkomsten zou niet alleen, en zelfs niet in eerste instantie, in de gezondheidszorg optreden, maar op het gebied van aanverwante diensten.

Ook de financiële sector kan ontwikkeling tegemoet zien, want voor het operationeel maken van het nieuwe systeem is tevens een groot aantal clearinginstituten, zorgmakelaars, adviseurs, verzekeringsexperts, tolken en vertalers nodig. Tijdens de revalidatieperiode kunnen alle dienstverleners in en om het medische toerisme profiteren van dit voordeel. De grootste verdienste van de richtlijn is dat er geen verliezers zijn, want als lidstaten niet willen dat hun burgers gebruik maken van de nieuwe mogelijkheid, zullen ze hun eigen gezondheidsniveau en wachttijden gaan verbeteren. Als een lidstaat patiënten uit het buitenland aantrekt, genereert dit geld in het land en de gezondheidszorg, wat ook weer resulteert in een hoger zorgniveau.

Als Hongaars parlementslid zie ik de bevordering van medisch toerisme dat is gebaseerd op de mobiliteit van patiënten in Europa, als een buitenkans. Ook nu al komen talloze zieken uit het buitenland naar mijn land voor een behandeling, maar tot nu toe was er veel onduidelijkheid over vergoeding door de verzekering. Dit hing voor een groot deel af van de op dat moment geldende wetgeving van het verwijzende land. Ik ben er zeker van dat deze richtlijn de kwaliteit van ons leven ten goede zal komen. Ik wens de heer Bowis beterschap. Overigens heeft hij zich eerder al eens langdurig laten behandelen in Hongarije. Ik feliciteer hem met de richtlijn. Het is een uitstekend document dat ik met alle plezier zal steunen.

 
  
MPphoto
 

  Anne Van Lancker (PSE). - Het allerbelangrijkste, collega's, voor een goed gezondheidsbeleid is dat alle mensen goede en betaalbare gezondheidszorg kunnen krijgen, liefst dichtbij huis. Maar als maar 1 procent van de patiënten naar het buitenland gaat om zich te laten verzorgen, heeft dat alles te maken met de onzekerheid over de kwaliteit en de terugbetaling.

Juist daarom is deze richtlijn goed nieuws, vooral voor mensen in de grensregio's, voor patiënten op lange wachtlijsten, voor mensen met aandoeningen waarvoor in het buitenland betere behandelingen bestaan. Maar het recht van die patiënten om zich in het buitenland te laten verzorgen mag niet de mogelijkheid van lidstaten om hun gezondheidszorg op een goede manier te organiseren en te financieren in het gedrang brengen, want dat garandeert gezondheidszorg voor iedereen. Daarom doet het Parlement er goed aan een aantal rode lijnen te trekken. Ik noem er drie.

Ten eerste, deze richtlijn regelt terecht alleen de mobiliteit van patiënten en niet die van gezondheidswerkers. Het kan niet de bedoeling zijn om een markt te creëren voor gezondheidsdiensten. Op dit punt is het verslag dik in orde.

Ten tweede, de lidstaten moeten zelf kunnen beslissen welke gezondheidszorg zij aan mensen verschaffen en wat terugbetaald kan worden. Dit wordt zeer goed geregeld in de richtlijn.

Ten derde, de terugbetaling van ambulante zorg moet eenvoudiger worden, maar voor ziekenhuiszorg en gespecialiseerde zorg moeten lidstaten voorafgaande toestemming kunnen vragen, omdat die zorg duur is. Een land dat gezondheidszorg voor iedereen wil garanderen, moet die zorgen dus kunnen plannen. Op dit punt, beste Philip Bushill-Matthews, schiet het verslag nog te kort, want de voorafgaande toestemming wordt nog aan te veel voorwaarden verbonden en dat maakt het lidstaten moeilijk. Ik wil mijn collega's bijvallen die zeggen dat dit punt voor mijn fractie werkelijk een breekpunt is om deze richtlijn te kunnen goedkeuren.

Tenslotte zou ik nog een lans willen breken voor een dubbele rechtsgrondslag want, inderdaad, gezondheidszorg is een publieke verantwoordelijkheid van de lidstaten ten opzichte van hun bevolking en kan dus niet alleen aan de vrije markt worden overgelaten. Hopelijk halen deze twee rode lijnen ook nog de eindstreep.

 
  
MPphoto
 

  Elizabeth Lynne (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, waarom zou een patiënt bijvoorbeeld zijn gezichtsvermogen moeten verliezen terwijl hij op de wachtlijst staat voor een staaroperatie in het Verenigd Koninkrijk, wanneer een dergelijke operatie gemakkelijk in een andere lidstaat kan worden uitgevoerd? Waarom zou iemand die met ondraaglijke pijn op een kunstheup zit te wachten, niet mogen profiteren van het feit dat sommige lidstaten geen wachtlijsten kennen – wat soms zelfs voordeliger is voor het thuisland? En waarom moeten sommige hartpatiënten onnodig maandenlang op een dotterbehandeling wachten? Als een klinisch medicus een behandeling aanraadt die niet in het thuisland kan worden verricht, dan hebben we absoluut een rechtkader nodig om ervoor te zorgen dat patiënten die behandeling elders kunnen ondergaan.

Het gebeurt maar al te vaak – zoals al is gezegd – dat het de armsten zijn die met discriminatie en ongelijkheid te maken krijgen bij toegang tot de gezondheidszorg. Daarom ben ik zeer blij dat de rapporteur mijn amendement heeft goedgekeurd, waardoor duidelijk wordt dat de lidstaten de verantwoordelijkheid dragen om behandelingen in een ander land toe te laten en te betalen.

We moeten grensoverschrijdende gezondheidszorg niet voorbehouden aan degenen die het kunnen betalen. Ook mogen we gehandicapte personen niet uitsluiten, daarom ben ik ook zo blij dat veel van mijn amendementen over deze kwestie goedgekeurd zijn. De rechten en veiligheid van patiënten moeten op de eerste plaats komen. Nogmaals, daarom ben ik blij dat de rapporteur mijn amendementen met betrekking tot de regelgeving van gezondheidswerkers heeft gesteund. Ik zou de Parlementsleden er nog aan willen herinneren dat deze voorstellen waarborgen bevatten van wat al een recht van EU-burgers was onder een arrest van het Europees Hof van Justitie van een paar jaar geleden.

Tot slot zou ik John Bowis beterschap willen wensen. Zijn ervaring toont het belang van samenwerking tussen de lidstaten van de EU.

 
  
MPphoto
 

  Jean Lambert (Verts/ALE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb al een tijdje een probleem met deze richtlijn, omdat de titel niet echt de lading van de richtlijn dekt. Een aantal bijdragen die we vandaag gehoord hebben over plannen om banen te creëren en dergelijke, doen mijn zorg toenemen. Veel van de zaken in kwestie gaan, zoals we weten, over keuzemogelijkheid en betaling, en daarom gaat dit evenzeer over sociale zekerheid als over gezondheidszorg.

Deze week hebben we de regelgeving bijgewerkt die het onderdeel van ons stelsel vormt dat nu al samenwerking waarborgt en ook waarborgt dat gezondheidszorg in een andere lidstaat, in noodgevallen, niet kan worden geweigerd. Ik verzoek de Parlementsleden dringend om te lezen hoe de regelgeving er nu uitziet.

Deze richtlijn gaat over keuzemogelijkheid. Ze gaat over het geld dat samenhangt met de keuzen van patiënten. Ik zou mensen willen verzoeken om deze twee verschillende stelsels niet met elkaar te verwarren, zoals in enkele amendementen gebeurt. Omdat we deze twee verschillende opvattingen hebben, hebben we naar mijn mening ook een dubbele rechtsgrondslag nodig.

 
  
MPphoto
 

  Jens Holm (GUE/NGL). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, het hele uitgangspunt van dit verslag is verkeerd. Het is gebaseerd op artikel 95 van het Verdrag, dat de vrije werking van de markt garandeert en dus niet over volksgezondheid of patiënten gaat. Het recht op goede zorg in alle lidstaten zou een prioriteit moeten zijn, maar in plaats daarvan is het uitgangspunt van de Commissie een markt waarop zorg ook maar gewoon handelswaar is. Met deze richtlijn wordt de prioriteit gegeven aan de burgers die grote bedragen kunnen betalen voor reis en verblijf en die goed op de hoogte zijn van en contacten hebben in de zorgbureaucratie. Het gaat om burgers met een hoog inkomen en goede opleiding, niet om diegenen met de grootste behoefte.

Sommigen denken misschien dat het amendement van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid waardoor de lidstaten voorafgaande toestemming moeten kunnen geven, voordat de zorg wordt verleend, goed is. Het probleem is echter dat hier veel beperkingen aan vastzitten en de lidstaten een grote bewijslast opgelegd krijgen voor het verlenen van de toestemming. Openbare planning zal moeilijker worden en de nationale zorg dreigt te worden leeggezogen.

Ten slotte zullen het de Commissie en het Hof van Justitie zijn die beslissen of de voorafgaande toestemmingen van de lidstaten proportioneel zijn. Als de richtlijn op artikel 95, dat op de markt slaat, gebaseerd is, zal de markt en niet goede zorg doorslaggevend zijn.

 
  
MPphoto
 

  Johannes Blokland (IND/DEM). - De afgelopen maanden is er hard gewerkt aan dit verslag over patiëntenrechten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg. Ik bedank rapporteur Bowis voor alle inspanningen die hij heeft geleverd en wens hem een spoedig herstel.

Grensoverschrijdende zorg is een feit en daarbij moeten de patiëntenrechten gewaarborgd zijn. Wij moeten echter wel oppassen dat dit niet te ver gaat. De gezondheidszorg moet voorbehouden blijven aan de lidstaten. Samenwerking op EU-niveau mag niet ten koste gaan van de zorgkwaliteit en van principiële ethische keuzes die lidstaten maken. De ethische diversiteit moet gewaarborgd blijven en ik ben dan ook blij dat deze kwestie in het verslag is opgenomen.

Een heel moeilijk punt vind ik de rechtsgrondslag. Ik vind het ongelukkig dat gekozen is voor artikel 95. Ook de Commissie juridische zaken gaf dat advies. Naar mijn mening druist dit in tegen de subsidiariteit op dit beleidsterrein en wordt het voor lidstaten moeilijk om onafhankelijke keuzes te maken zonder dat het Hof van Justitie ingrijpt.

 
  
MPphoto
 

  Lydia Schenardi (NI).(FR) Mijnheer de Voorzitter, op 2 juli 2008 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg gepresenteerd, met de bedoeling om de bestaande belemmeringen weg te nemen.

Dit onderwerp vormt een prioriteit voor alle lidstaten. Niet alle lidstaten beschikken evenwel over de middelen om patiënten een bepaald niveau van kwaliteit en veiligheid te waarborgen, of dat nu op het vlak van de gezondheidszorg of zelfs op dat van de beroepskwaliteit van de gezondheidswerkers is. Het lijkt dus noodzakelijk om de verantwoordelijkheden van de lidstaten op dit gebied te preciseren.

Hoewel er sprake is van een grote verscheidenheid in de organisatie van de gezondheidszorgstelsels in de Unie, moeten wij niet uit het oog verliezen dat gezondheidszorg een voornamelijk nationale bevoegdheid moet blijven, en dat het iedere lidstaat vrijstaat om zijn eigen gezondheidsbeleid te bepalen.

Rekening houdend met de mobiliteit van de Europese werknemers – hoewel dit slechts drie à vier procent van de burgers betreft en er jaarlijks iets minder dan tien miljard euro mee is gemoeid – blijven er echter tal van onzekerheden bestaan met betrekking tot de kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg, patiëntenrechten, gegevensbescherming en beroepsmogelijkheden in geval van schade.

Helaas koersen wij echter af op een onvermijdelijke harmonisatie naar beneden, en in dat opzicht zullen wij uiterst waakzaam blijven wat onze steun aan dit verslag betreft, teneinde de sociale verworvenheden van onze medeburgers zo goed mogelijk te verdedigen.

 
  
MPphoto
 

  Pilar Ayuso (PPE-DE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, in de eerste plaats wil ik de heer Bowis bedanken voor zijn streven naar consensus en hem namens ons allen van harte een spoedig herstel toewensen.

Het ontwerpdocument waarover we gaan stemmen, is een belangrijke stap vooruit, omdat het de lidstaten verenigt in een gemeenschappelijk project voor de gezondheidszorg. Het is een heel complexe zaak, aangezien de gezondheidszorg in de Europese Unie een gebied is waarop het subsidiariteitsbeginsel van toepassing is. Die hindernis hebben we hier echter weggenomen en wel met het oog op de noodzaak patiënten te helpen.

Dat is zonder meer een hele prestatie, want deze richtlijn, de rechtsgrond buiten beschouwing gelaten, erkent onbetwistbare rechten van patiënten en biedt hun een reeks nieuwe mogelijkheden om een betere behandeling te kiezen.

Het is een richtlijn die is gemaakt voor de patiënt en waarin de patiënt centraal staat.

Het betreft een zeer complexe richtlijn die wantrouwen wekt in bepaalde landen, zoals het mijne, waar we een universeel gezondheidszorgstelsel kennen voor ruim een miljoen Europese burgers.

In die zin is het duidelijk dat voor stelsels als dat van Spanje moet worden erkend dat patiënten uit het buitenland niet meer rechten kunnen hebben dan die uit de lidstaat waar de behandeling plaatsvindt zelf.

Daarom hebben we een amendement ingediend dat zou moeten worden opgenomen in het voorstel en dat stelt dat patiënten uit andere lidstaten onderworpen zijn aan de wetten en normen van de lidstaat van behandeling, met name wat betreft de keuze van arts en ziekenhuis.

Wij menen derhalve dat de komst van patiënten uit een andere lidstaat geen nadelen voor de burgers van de lidstaat van behandeling met zich mee mag brengen.

Evenmin kunnen we patiënten een onbeperkt recht op mobiliteit toekennen.

Voorts staan we positief tegenover de uitsluiting van transplantaties van de werkingssfeer van de richtlijn.

Al met al hebben we een belangrijke stap in de goede richting gezet, reden waarom de PPE-DE-Fractie deze richtlijn steunt, hoewel we van mening zijn dat we wat verder hadden moeten gaan, meer specifiek wat betreft de situatie van Europese burgers met een vaste verblijfplaats in een andere lidstaat, met name diegenen onder hen met een chronische ziekte.

 
  
MPphoto
 

  Edite Estrela (PSE). - (PT) Voorzitter, mijn collega's Roth-Behrendt en Sacconi hebben het standpunt van onze fractie al heel goed weergegeven. We vinden het absoluut noodzakelijk dat de rechtsgrondslag gewijzigd wordt.

Mevrouw de commissaris, gezondheidszorg mag geen handelswaar zijn. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de Commissie artikel 152 van het Verdrag hier niet bij betrokken heeft. Ook is het vereiste van voorafgaande toestemming voor de vergoeding van de kosten van intramurale of gespecialiseerde zorg essentieel, in het belang van de patiënt. De veiligheid en kwaliteit van de gezondheidszorg kan alleen gewaarborgd worden door het verplicht stellen van voorafgaande toestemming.

Ik wil tot slot mijn collega John Bowis beterschap wensen. Zijn geval laat zien dat grensoverschrijdende gezondheidszorg al bestaat, ook zonder deze richtlijn.

 
  
MPphoto
 

  Siiri Oviir (ALDE) . (ET) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, juristen kennen het volgende gezegde: met twee juristen zijn er drie meningen. Ik wil de besluiten van het Europees Hof niet in twijfel trekken, maar ik kan me er niet in vinden dat het juristen zijn die tot nu toe hebben beslist over het beleid inzake patiëntenmobiliteit. De diverse vormen van medische hulp mogen dan van elkaar verschillen, ze vallen allemaal onder het toepassingsgebied van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Het doel van het programma van sociale maatregelen dat wij verleden jaar goedkeurden, zal alleen worden verwezenlijkt als we een belangrijk onderdeel ervan, namelijk de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg, aanvaarden. Het is onze plicht als gekozen volksvertegenwoordigers om te zorgen voor politieke en rechtszekerheid op dit uiterst belangrijke terrein. Als zij wordt aangenomen zal de voorliggende richtlijn de ongelijkheden tussen de lidstaten op gezondheidszorggebied niet opheffen, maar zij is wel een grote stap voorwaarts waar het gaat om eerlijkheid en gelijke rechten van patiënten.

Het is onacceptabel dat we eerlijkheid in theorie bevestigen, maar er in de praktijk volledig aan voorbijgaan vanwege binnenlandse financiële beperkingen. Financiële beperkingen kunnen, hoe legitiem ook, nooit een rechtvaardiging vormen voor het negeren van patiëntenrechten, of die rechten zelfs in gevaar brengen. Tot slot wil rapporteur Bowis bedanken voor zijn uiterst kundige, van verantwoordelijkheidszin getuigende arbeid.

 
  
MPphoto
 

  Roberto Musacchio (GUE/NGL).(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, allereerst wil ik John Bowis graag van harte beterschap wensen. De rechtsgrondslag is de lakmoesproef voor deze richtlijn.

Als het gaat om iedereen het recht op de beste zorg, waar dan ook, te garanderen, wat heeft de rechtsgrondslag van de markt er dan mee te maken? De rechtsgrondslag zou het recht op gezondheid moeten zijn. Bovendien zou het recht op gezondheid in de eerste plaats moeten voorzien in het recht op de beste behandeling in eigen land, waaraan Europese kwaliteitsnormen zouden moeten worden opgelegd, zonder zich te verschuilen achter subsidiariteit.

Als de markt echter de rechtsgrondslag is, zou men kunnen denken dat deze richtlijn bedoeld is om gezondheid te Bolkesteiniseren en om de belangen te beschermen van de verzekeringsmaatschappijen of van degenen die winst willen maken op gezondheid.

Het is dus onvoorstelbaar dat uitgerekend parlementaire amendementen die over de cruciale kwestie van de rechtsgrondslag gaan, het risico lopen om onaanvaardbaar te worden geacht. Voordat het Parlement tot stemmen overgaat, moet hierover absoluut duidelijkheid worden verschaft, ook door de commissaris.

 
  
MPphoto
 

  Kathy Sinnott (IND/DEM). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, er is hard gewerkt om ervoor te zorgen dat zieke mensen de behandeling krijgen die ze nodig hebben, waar ze zich ook bevinden, wie ze ook zijn.

Helaas is er ook hard gewerkt om er voor te zorgen dat ze die hulp niet krijgen. In deze richtlijn worden de rechten van patiënten, door de voorafgaande toestemming door gezondheidsautoriteiten in plaats van een medische diagnose, genegeerd. We zijn weer terug bij af. Voorafgaande toestemming was in eerste instantie ook de reden dat patiënten naar het Europees Hof van Justitie gingen, en de arresten van het Hof zijn de reden dat we hier vandaag met een richtlijn zijn gekomen.

Nu zijn we weer terug bij af: sterven als gevolg van geografische obstakels blijft de regel. Gezondheidsautoriteiten, zoals die in mijn eigen land Ierland, zullen goedkeuring om voor een behandeling te reizen weigeren onder deze richtlijn, net zoals ze dat doen onder het huidige E112, dat we van plan waren te verbeteren.

 
  
MPphoto
 

  Ria Oomen-Ruijten (PPE-DE). - Voorzitter, allereerst de allerbeste wensen voor John Bowis. In deze richtlijn staat de patiënt centraal, de mondige burger die kan en ook wil kiezen voor de beste behandeling, liefst dichtbij, maar als die verderaf is, ook veraf.

Deze wetgeving hebben wij te danken aan heel dappere burgers van de Europese Unie die naar het Hof zijn gestapt om daar waar de eigen lidstaat hen in de steek liet voor de goede behandeling, die zorg over de grens te krijgen. Het Hof van Justitie heeft hen in het gelijk gesteld. Vandaag leggen wij vast wat het Hof van Justitie heeft beslist en formuleren wij tevens de nadere voorwaarden waaronder dat recht op grensoverschrijdende zorg voor die mondige burger kan worden verwezenlijkt.

Voorzitter, deze richtlijn is geweldig nieuws voor alle mensen in grensregio's, geweldig nieuws voor mensen met zeldzame ziekten, geweldig nieuws voor mensen die geconfronteerd worden met wachtlijsten, want in september zijn de heupen op. Deze mensen kunnen nu kiezen.

Wij hebben de informatie beter geregeld, wij hebben de regels voor terugbetaling nader gedefinieerd, wij hebben Europese referentienetwerken vastgelegd die ervoor zorgen dat de kwaliteit van de zorg wordt verbeterd. Wij hebben gezorgd voor geschillenbeslechting via een ombudsman, die ook anders zou kunnen. Ik verwijs dan naar het Nederlandse model voor geschillenbeslechting in de zorg dat onlangs van start is gegaan. Wij hebben de mogelijkheid van proefgebieden waaraan wij in de grensregio Limburg, waar ik vandaan kom, graag zouden meedoen. Ook hebben we vastgelegd dat de gezondheidssystemen in de lidstaten niet worden aangetast. Wel krijgt de burger het recht om te kiezen en die keuzevrijheid vind ik van zeer groot belang.

 
  
MPphoto
 

  María Sornosa Martínez (PSE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, allereerst een woord van dank aan de heer Bowis en de schaduwrapporteurs, en een spoedig herstel voor de heer Bowis.

Mijns inziens is met deze richtlijn geprobeerd een ruimer rechtskader tot stand te brengen dan de huidige regelingen, waarin het recht van de burger op gezondheidszorg in andere lidstaten al is verankerd, om de rechtspraak van het Hof van Justitie tot uitdrukking te brengen, maar is dat niet gelukt omdat er meer rechtsonzekerheid kan ontstaan doordat er nu twee instrumenten voor mobiliteit zijn die elkaar niet uitsluiten, namelijk de verordeningen en de richtlijn, en bovendien doordat het ontbreekt aan een duidelijke omschrijving van de basisrechten, zoals het dienstenaanbod, de voorzieningen of de benodigde – onontbeerlijke, zou ik zeggen – voorafgaande toestemming; er is maar één rechtsgrondslag, en dat is die van de interne markt.

Geachte afgevaardigden, dat een universeel en dermate elementair beginsel als de toegankelijkheid van de gezondheidszorg uitsluitend op de regels van de interne markt zou worden gebaseerd, is onaanvaardbaar. Daarmee kunnen de gezondheidsdiensten in veel lidstaten worden ondermijnd en bovendien laten we na onze burgers werkelijk duidelijkheid te bieden over dit basisrecht, dat voor ons allemaal geldt.

 
  
MPphoto
 

  Holger Krahmer (ALDE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega's, het Europees Hof van Justitie heeft ons een duidelijke opdracht gegeven. Het Hof heeft namelijk bepaald dat patiënten recht hebben op vergoeding van de kosten voor behandelingen in het buitenland. In dat opzicht, mevrouw Vassiliou, is het Commissievoorstel uitstekend en verdient het onze steun. Ik betreur wat er in de afgelopen weken hier in het Parlement is gebeurd met deze richtlijn. Hier worden de schrikbeelden van de markt opgeroepen en worden verbanden met de Dienstenrichtlijn gelegd die kant noch wal raken. Er zijn enkele amendementen die mij, als iemand die in de voormalige DDR is opgegroeid, ijskoude rillingen bezorgen. "Lidstaten kunnen passende maatregelen treffen om de instroom van patiënten te beperken", wordt er bijvoorbeeld gezegd. Wat is dat nu voor een mentaliteit? Blijkbaar moeten er opnieuw IJzeren Gordijnen komen. Voorstellen als deze zijn des te opmerkelijker, nu ze nota bene door de Groenen worden gedaan.

Het gaat om het sociale Europa. Dat is dezer dagen een veelbesproken onderwerp – met name de sociaaldemocraten roeren het graag aan. Vanmiddag hebben we de kans om deze toets te doorstaan en te laten zien of het ons te doen is om de rechten van patiënten of dat nationale gezondheidsbureaucraten ons gezichtsveld bepalen.

 
  
MPphoto
 

  Frieda Brepoels (PPE-DE). - Gezondheid wordt inderdaad alsmaar belangrijker in Europa en ik denk dat de patiënten heel duidelijk verwachten dat zij meer zekerheid krijgen over hun rechten, maar ook correcte en goede informatie verwachten. Dit voorstel over de patiëntenmobiliteit komt dan ook niets te vroeg. Wij hebben er met zijn allen lang op gewacht. Het is dan ook heel jammer dat de man die een groot deel van zijn carrière hieraan gewijd heeft, nu zelf om gezondheidsredenen verstek moet laten gaan en ik sluit mij dan ook heel graag aan bij de wensen voor een spoedig herstel van John.

Ik wil mij vooral concentreren op een aantal positieve punten in het belang van de patiënt. De oprichting van een contactpunt in het land van de patiënt waar deze voor alle informatie terecht kan, maar ook de ombudsman voor de patiënten en zeker ook de schaalvergroting dankzij een betere samenwerking tussen de lidstaten bieden zeker een meerwaarde voor de patiënten, in het bijzonder voor hen die lijden aan een zeldzame ziekte.

Ik denk dat voor het heikele punt van de voorafgaande toestemming voor ziekenhuiszorg een heel creatief compromis werd uitgewerkt dat zowel de patiënt als de zorgverzekeraar ten goede komt. Maar om het omgekeerde fenomeen van een te grote instroom onder controle te houden, en dat is toch wel belangrijk voor mijn regio Vlaanderen, werd er expliciet in het verslag opgenomen dat een ziekenhuis nooit kan worden verplicht om patiënten uit het buitenland op te nemen, indien eigen burgers hierdoor op een wachtlijst dreigen te komen.

Als inwoner van een grensregio tussen Vlaanderen, Nederland, Duitsland en Wallonië ben ik dan ook heel blij met de vraag aan de Commissie om sommige grensregio's aan te duiden als proefgebieden voor innovatieve projecten inzake grensoverschrijdende gezondheidszorg. Ik denk dat de resultaten hiervan zeker leerzaam zijn voor andere regio's. Ik hoop dat de Euregio daarvoor als voorbeeld kan dienen.

 
  
MPphoto
 

  Dorette Corbey (PSE). - Ik begin met een woord van dank aan John Bowis voor zijn zeer gedreven en betrokken inzet voor de volksgezondheid en de patiëntenmobiliteit en ik wil hem een spoedig herstel toewensen.

Gezondheidszorg is een nationale bevoegdheid, maar er zijn raakvlakken met Europa. Patiënten zijn zich bewust van behandelingsmogelijkheden in andere landen en willen gebruikmaken van voorzieningen in andere landen. Dat geldt zeker voor patiënten in grensregio's of als er in eigen land lange wachtlijsten bestaan.

Er is niets op tegen om zorg en behandeling in andere landen te zoeken, maar het moet dan wel goed geregeld worden. Allereerst geen gedwongen gezondheidstoerisme. Het mag niet zo zijn dat verzekeringen patiënten onder druk zetten om goedkope zorg elders te aanvaarden.

Ten tweede moeten er minimale kwaliteitsgaranties zijn. Wie patiënten in het buitenland laat behandelen moet goede informatie verstrekken en zeker weten dat de kwaliteit in orde is.

Ten derde - en dat is zeer belangrijk -, lidstaten moeten het recht behouden om voorafgaande toestemming te eisen. Gezondheid is geen vrije markt. Om voorzieningen in stand te houden moeten planningen gemaakt worden en moeten ziekenhuizen weten welke patiëntenstroom zij kunnen verwachten.

Voor mij is het belangrijkste dat deze richtlijn ertoe zal bijdragen dat vooral behandelingsmethoden de grens overschrijden. Er is grote ongelijkheid tussen lidstaten, maar die los je niet op door patiënten over de grens te sturen, maar juist door behandelingen uit te wisselen en ook daaraan kan deze richtlijn een bijdrage leveren.

 
  
MPphoto
 

  Zuzana Roithová (PPE-DE). - (CS) Mevrouw de minister, dames en heren. Al jaren stel ik het feit aan de kaak dat de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg geheel en al bepaald worden door het Europees Hof van Justitie. Het Hof garandeert dat burgers niet hoeven te wachten op toestemming van de zorgverzekeraar en zonder omhaal naar de dokter kunnen wanneer dat nodig is, alsook dat zij op zijn minst recht hebben op vergoeding van de kosten ter hoogte van een vergelijkbare behandeling in eigen land, dit allemaal omdat doktersbezoek geen belemmering mag vormen voor het vrije verkeer van personen. Dit staat ondubbelzinnig in de Verdragen, maar toch verzetten de socialisten zich er al vijf jaar met hand en tand tegen. Ondertussen hebben verschillende regeringen meerdere rechtszaken met hun burgers verloren. Honderden keren hebben we van de verzekeringslobby kunnen aanhoren dat het hele verzekeringswezen anders over de kop gaat. Ze zijn bang dat patiënten naar landen gaan waar ze niet zoals in eigen land maanden of zelfs jaren hoeven te wachten op een operatie. Daarom moet een patiënt nu voorafgaand toestemming vragen aan zijn of haar zorgverzekeraar. Patiënten en artsen in de hele EU snakken naar eenvoudigere regels met betrekking tot de meldingsplicht. Daarom ben ik geen voorstander van het voorstel om 27 definities tot stand te brengen van wat in verband hiermee nu precies gespecialiseerde en dure zorg is. Dat is buitengewoon huichelachtig, want het gaat puur en alleen om wat de zorgverzekeraars bereid zullen zijn uit te geven aan de behandeling van burgers in het buitenland. Dus waarom berekenen we het geheel eigenlijk niet meteen in euro’s?

Ik heb mij ingezet voor voorstellen om een systeem te ontwikkelen ter verhoging van de kwaliteit en de veiligheid van de gezondheidszorg, met inbegrip van openbare toegankelijkheid van de resultaten van onafhankelijke kwaliteitsbeoordelingen van gezondheidszorginstellingen. In concreto gaat het om nationale of internationale accreditatie van ziekenhuizen. Het compromisvoorstel is weliswaar wat oppervlakkiger, maar vormt desalniettemin een goede impuls voor landen die tot op heden niet over een dergelijk systeem beschikken. Ik wil geloven dat alle ziekenhuizen snel over een vrijwillige nationale of Europese accreditatie zullen beschikken, met andere woorden, over een beoordeling van hun kwaliteitsniveau, zoals de ziekenhuizen in de Tsjechische Republiek nu reeds. Tevens ben ik van mening dat de Commissie niet precies dient te bepalen wat er in de grensregio's gebeurt, maar dat zij deze regio’s dient te coördineren als proefgebieden voor het testen van grensoverschrijdende gezondheidszorgprojecten. Ik betreur het dat de socialisten huichelachtig, onder valse voorwendselen, blijven strijden tegen opheldering van de patiëntenrechten in de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  Genowefa Grabowska (PSE).(PL) Mijnheer de Voorzitter, het is geen goede zaak als het Hof van Justitie besluiten neemt over de rechten van burgers, maar het is vooral erg wanneer deze situatie zich herhaalt en het Europees Hof van Justitie, in plaats van het Parlement en de Raad, dit constant doet. Daarom ben ik verheugd over het verslag-Bowis en wens de auteur een spoedig herstel toe. Ik zie in dit verslag een kans voor een verbetering van de gezondheidszorgnormen in mijn eigen land, Polen.

Ik wil echter graag de aandacht vestigen op drie belangrijke onderdelen van dit verslag. In de eerste plaats denk ik het onjuist is de gezondheidszorg alleen als verhandelbare dienst te zien. Zowel de nationale grondwetten als het Gemeenschapsrecht waarborgen het recht op gezondheidszorg van EU-burgers. Daarom moet de rechtsgrondslag worden veranderd. In de tweede plaats moet het gebruik van grensoverschrijdende gezondheidszorg gebaseerd zijn op een weloverwogen keuze van de patiënt en niet op dwang. In de derde plaats moet het besluit om een behandeling in een ander land te ondergaan gebaseerd zijn op behoefte en niet op de dikte van de portemonnee van de patiënt.

Ik ben ervan overtuigd dat de Europese open ruimte voor gezonde burgers ook open moet zijn voor burgers die ziek zijn en in een andere lidstaat medische hulp nodig hebben.

 
  
MPphoto
 

  Christofer Fjellner (PPE-DE). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, het besluit van vandaag is één van de besluiten waarvan ik het meest trots ben dat wij ze hier in het Europees Parlement nemen. Het is een besluit om Europa te openen en vrij verkeer te garanderen voor wie ziek en zorgbehoevend is, voor wie vrij verkeer een kwestie van leven of dood kan zijn, het besluit dat iedereen de mogelijkheid moet hebben om over de eigen behandeling te beslissen en dat het niet alleen diegenen die goed geïnformeerd of rijk zijn die mogelijkheid hebben, maar dat wij het voor iedereen mogelijk zullen maken om de behandeling te krijgen waar ze dat willen.

U, sociaaldemocraten, wilt de mensen dwingen om voorafgaande toestemming te vragen. In normale mensentaal betekent dit dat u wie ziek is, wilt verplichten om toestemming te vragen voor ze naar de dokter gaan, in ieder geval als ze dat in een ander EU-land doen. Waarom doet u dat? Omdat u nee wilt kunnen zeggen, natuurlijk. U wilt de mogelijkheid om te sturen, regelen en plannen – de patiënten de macht ontnemen. Wij hebben echter uw voorafgaande toestemming niet nodig om te voorkomen dat de mensen zelf moeten betalen. Als ik vandaag naar de dokter ga in Stockholm, hoef ik geen toestemming te vragen en hoef ik geen geld voor te schieten. De waarheid is dat u van meet af aan tegen dit voorstel was. U hebt geprobeerd het te begrenzen, te belemmeren en teniet te doen. Nu doet u opnieuw hetzelfde.

Toen wij deze kwestie in Zweden bespraken, probeerde u ervoor te zorgen dat men in Zweden niet behandeld mag worden waar men wil. Nu wil u dat men niet behandeld mag worden waar men wil in Europa. U zegt dat u het voorstel steunt, maar toen wij in de commissie stemden, onthield u zich van stemming. Kan het nog laffer? U weet vandaag niet eens hoe u zult stemmen. U weet niet eens waarover u zult stemmen.

Vandaag hebben wij allemaal een keuze. Wij hebben de keuze om op te komen voor de rechten van de patiënten of voor de rechten van bureaucraten en politici om te beslissen en reguleren. Ik weet wat ik vandaag zal kiezen. Ik zal stemmen om de patiënten in het middelpunt te zetten. Ik vind dat allen in dit plenum dat zouden moeten doen, als u vanavond met een goed geweten wil gaan slapen.

 
  
MPphoto
 

  Åsa Westlund (PSE). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, alle patiënten moeten recht hebben op behandeling wanneer zij die nodig hebben. Wij, sociaaldemocraten, vinden het belangrijk dat mensen voor een behandeling naar het buitenland kunnen gaan, bijvoorbeeld wanneer de wachtlijsten in hun eigen land te lang zijn. Daarom was het ook de sociaaldemocratische regering in Zweden die het initiatief voor een richtlijn ter zake nam. Het mag echter niet de dikte van de portemonnee zijn die bepaalt waar iemand behandeld wordt, en de beslissing over de behandeling moet dicht bij de mensen worden genomen, niet door bureaucraten in het EU-systeem.

De ontwerprichtlijn van de Europese Commissie geeft te veel macht aan Europese bureaucraten. Bovendien houdt zij geen rekening met al die mensen die geen honderden Zweedse kronen kunnen betalen. Desondanks hebben de Zweedse centrumrechtse leden hier in het Europees Parlement kritiekloos hulde gebracht aan het Commissievoorstel. Wij, daarentegen, hebben voorstellen gedaan en hard gewerkt om het mensen zonder dikke portemonnee gemakkelijker te maken voor een behandeling naar het buitenland te reizen. Wij hebben ook hard gewerkt om duidelijk te maken dat gezondheidszorg de verantwoordelijkheid van de lidstaten is, niet iets waar EU-bureaucraten over moeten beslissen. Wij hebben niet alles bereikt wat wij willen. Daarom wil ik alle leden oproepen ons amendement betreffende artikel 8, lid 3 te steunen. Dan kunnen wij ons ook achter deze richtlijn scharen en kunnen we snel een oplossing krijgen voor alle patiënten in Europa.

 
  
MPphoto
 

  Emmanouil Angelakas (PPE-DE).(EL) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, mevrouw de minister, allereerst wil ik de commissaris, mevrouw Vassiliou, gelukwensen met het feit dat zij het initiatief heeft genomen tot deze ontwerprichtlijn en de rapporteur van het verslag, de heer Bowis, van harte bedanken voor zijn uitstekende werk en hem snelle beterschap toewensen.

Ik weet dat het allesbehalve gemakkelijk was om dusdanig resultaten te bereiken dat het mogelijk werd vorderingen te maken bij het vraagstuk van de grensoverschrijdende gezondheidszorg, zeer zeker gelet op, ten eerste, de grote verschillen tussen de socialezekerheids- en verzekeringsstelsels van de lidstaten, ten tweede, de verschillende niveaus van economische ontwikkeling tussen de lidstaten en, ten derde, de verschillende niveaus van dienstverlening in de gezondheidssector tussen de lidstaten. Gelet op dit alles heeft de rapporteur uitstekend werk verricht.

In het onderhavige verslag worden vraagstukken met betrekking tot patiëntenmobiliteit behandeld. Daarbij gaat het vooral om de aanpak en de behandeling van ziekten in gespecialiseerde medische inrichtingen. Zeker is dat hierdoor het medisch toerisme niet zal toenemen. Veeleer krijgen de Europese burgers de mogelijkheid om de best beschikbare zorg te ontvangen, wel wetend wat hun rechten zijn en zonder dat zij hoeven te bedelen om kostenvergoeding. De lidstaten zullen immers de beschikking hebben over een duidelijk systeem van voorafgaande toestemming voor kostenvergoeding.

Wij mogen ook niet vergeten dat er heel wat arresten van het Hof van Justitie zijn over dit punt. In het verslag worden belangrijke vraagstukken behandeld en wordt gesteld dat de definitie van intramurale zorg een bevoegdheid van de lidstaten blijft; dezelfde kosten worden vergoed als wanneer de behandeling had plaatsgevonden in de lidstaat zelf; het vraagstuk met betrekking tot de behandeling van patiënten met zeldzame ziekten hoe dan ook wordt geregeld, ongeacht of deze ziekten behoren tot de door de lidstaat van herkomst van de patiënt verstrekte prestaties; de voorstellen betreffende de instelling van een Europese ombudsman die alle klachten van patiënten behandelt, de juiste richting uitgaan; en tot slot dat het noodzakelijk is een campagne op touw te zetten om patiënten te informeren over hun rechten.

Er blijven echter nog talrijke vraagstukken hangend, zoals, ten eerste, de verdere uitwerking van het mechanisme voor de berekening van de kosten, ten tweede, de lijst van ziekten die in het systeem worden opgenomen, ten derde, de erkenning van recepten, daar niet altijd dezelfde geneesmiddelen in alle lidstaten in de handel zijn en, ten vierde, de bevordering van e-gezondheid.

Deze hele exercitie gaat hoe dan ook de juiste kant uit en het is jammer dat de socialisten vandaag terugkrabbelen. Ik hoop dat de besprekingen snel zullen vorderen, en heb de indruk dat het Europees Parlement met zijn bijdrage reageert op een cruciale hedendaagse eis van de Europese burgers.

 
  
  

VOORZITTER: LUIGI COCILOVO
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Charles Tannock (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de meeste mensen in mijn kiesdistrict Londen hebben weinig interesse in en weet van wat een Parlementslid nou doet of wat het nut is van de EU. Echter, deze week zijn er twee plenaire verslagen waar het publiek echt tevreden over kan zijn. Het eerste verslag gaat over de bovengrens van roamingkosten in het telecompakket, en het tweede over het recht van patiënten om te kiezen voor een medische behandeling in een ander EU-land.

Ook ik wil graag het verslag van mijn collega uit Londen, John Bowis, steunen. Helaas kan hij hier vandaag niet zijn, door zijn slechte gezondheid, en ik wens hem veel beterschap. Hij zal natuurlijk erg worden gemist in het nieuwe Parlement.

Voor een behandeling door de nationale gezondheidsdiensten in het Verenigd Koninkrijk moet vaak lang worden gewacht en de kosten zijn erg hoog vergeleken met andere EU-landen. Een flexibelere EU-markt, met redelijke toestemmingswaarborgen binnen de gezondheidszorg, is een win-winsituatie voor zowel de algemene bevolking alsook voor de nationale gezondheidszorgbegrotingen van de lidstaten.

 
  
MPphoto
 

  Catiuscia Marini (PSE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, vandaag behandelen we een belangrijke richtlijn om het recht op mobiliteit van patiënten in Europa en het recht op gezondheidszorg in de lidstaten van de Europese Unie, daadwerkelijk te garanderen.

Maar gezondheidszorg mag niet op een lijn worden gesteld met welke andere dienstverlening op de interne markt dan ook en burgers die patiënt zijn, mogen niet beschouwd worden als gewone consumenten; het recht op gezondheid wordt concreet door het recht op behandeling en zorg, in de eerste plaats in eigen land. Het recht op mobiliteit van patiënten mag voor bepaalde lidstaten geen uitvlucht zijn om niet te investeren in nationale gezondheidsdiensten, waardoor zij burgers in wezen dwingen tot medisch toerisme en hun niet de vrije keuze laten.

Met de richtlijn zou beter de ongelijkheid op het gebied van toegang tot en kwaliteit van de diensten kunnen worden aangepakt in het land waar de patiënt woont. Gezondheid is geen handelswaar, het is een maatschappelijk recht. De juridische kwestie en de kwestie omtrent voorafgaande toestemming zijn in wezen een manier om het recht op gezondheid van de hand te wijzen.

 
  
MPphoto
 

  Marios Matsakis (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, dit verslag is een keerpunt voor de zorgverlening aan EU-burgers. Het verslag zet de gezondheid van de patiënt duidelijk en stellig op de eerste plaats en zorgt ervoor dat de zorgstelsels in de verschillende lidstaten verantwoord voor verbeteringen kunnen concurreren. Deze wetgeving zal ongetwijfeld een aanzienlijke verbetering tot gevolg hebben voor de gezondheidszorg in Europa. Ze zal ook gelijkheid brengen voor de patiëntenzorg, waarbij alle burgers, rijk en arm, bekend en onbekend, toegang zullen hebben tot betere behandelingen in het buitenland.

Mijn aanvankelijke zorg met betrekking tot eventuele nadelige gevolgen voor de nationale stelsels van kleinere en armere lidstaten is verdwenen door de voorafgaande-toestemmingsbepaling die als een waarborg is toegevoegd. Ik kan nu met zekerheid zeggen dat deze wetgeving goed is voor zowel de patiënten als de gezondheidszorgstelsels in alle lidstaten, en ze verdient onze volledige en unanieme steun. Ik ben verbaasd over de negatieve houding die mijn socialistische collega’s in dit kader hebben ingenomen.

 
  
MPphoto
 

  Elisabeth Schroedter (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik ben het helemaal niet eens met de heer Matsakis. Het Commissievoorstel biedt namelijk geen rechtszekerheid aan patiënten die zich in het buitenland laten behandelen. Het verandert evenmin iets aan de grijze gebieden van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van socialezekerheidsstelsels. Alleen een helder systeem waarin voor dure behandelingen vooraf toestemming wordt gegeven biedt patiënten de zekerheid dat de kosten worden vergoed.

De richtlijn laat ook de rechtsgrondslag in het midden – dit hebben mijn collega’s al duidelijk aan de orde gesteld – en daarmee ook de verdeling van bevoegdheden tussen de lidstaten en Europa. De gezondheidszorgstelsels van de lidstaten zijn solidariteitsstelsels op basis waarvan iedereen, ongeacht financiële situatie en woonplaats, in dezelfde mate toegang heeft tot de gezondheidszorg. De Europese wetgeving mag deze solidariteitsstelsels niet in gevaar brengen. Ook op dit punt schiet het Commissievoorstel tekort. Wij kunnen het dan ook pas goedkeuren als onze amendementen worden aangenomen.

 
  
MPphoto
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL). - (PT) Voorzitter, het is onacceptabel dat de Europese Commissie en de meerderheid van het Parlement, onder het voorwendsel van de toepassing van de rechten van patiënten op het gebied van gezondheidszorg, eigenlijk aan de poten van de nationale openbare gezondheidszorg zagen, zoals in het geval van Portugal.

Door dit voorstel te baseren op artikel 95 van het EG-Verdrag, dat betrekking heeft op de harmonisering van de interne markt, wordt de liberalisering van de sector nagestreefd, hetgeen onacceptabel is. Dit is een sector die niet moet worden geregeerd door de logica van marktwerking en winst, waarmee slechts de belangen van economische en financiële groepen worden gediend. Gezondheid mag geen handel worden. Daarom hebben wij voorgesteld dit voorstel van de Europese Commissie te verwerpen.

Er bestaan al verordeningen en verdragen die grensoverschrijdende zorg mogelijk maken. Deze kunnen worden verbeterd, zonder dat er getornd hoeft te worden aan de bevoegdheden en rechten van de lidstaten wat betreft het eigendom en de aansturing van de nationale gezondheidszorg, die naar onze overtuiging openbaar en voor iedereen toegankelijk moet zijn.

 
  
MPphoto
 

  Christel Schaldemose (PSE). - (DA) Mijnheer de Voorzitter, we praten al de hele dag over hoe enorm belangrijk het is dat we met dit voorstel zorgen voor goede gezondheidszorg en goede beschermingsmaatregelen voor de burgers. Het voorstel bevat ook een behoorlijk aantal goede maatregelen, bijvoorbeeld een groot aantal vereisten met betrekking tot de toegang van patiënten tot informatie en dergelijke, maar laten we nu eens heel eerlijk zijn. Echte bescherming kunnen we patiënten alleen bieden, als we ervoor zorgen dat er een voorafgaande toestemming komt, voordat de patiënten naar het buitenland gaan. In dat geval kunnen patiënten er voor honderd procent zeker van zijn dat ze recht hebben op de behandeling. Daarnaast weten ze dan welk deel van de kosten wordt vergoed, maar ook waar ze precies heen moeten gaan om de juiste behandeling te krijgen. Voor mij is deze zekerheid van doorslaggevend belang. Daarbij komt dat een voorafgaande toestemming de gezondheidsautoriteiten een instrument in handen geeft om de patiënten die thuisblijven te beschermen.

 
  
MPphoto
 

  Olle Schmidt (ALDE). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, eindelijk, eindelijk. Mevrouw de commissaris en de heer Bowis hebben uitstekend werk geleverd. De verhitte discussie die aan deze richtlijn vooraf is gegaan, is verbazend. Met deze richtlijn hebben de Europese Unie en wij in dit Parlement een buitengewone kans om de band met de burgers te herstellen, reconnect to the people, waar wij zo lyrisch naar streven en wat we telkens weer benadrukken. Maar wat gebeurt er nu? We aarzelen, en velen in dit Parlement – zelfs de Zweedse sociaaldemocraten – wil het patiënten moeilijk maken en hun kansen om in het buitenland behandeld te worden een spaak in het wiel steken. Waarom? Ik kan het niet anders interpreteren dan dat het gaat om het redden van de stelsels, niet om het redden van patiënten die een behandeling nodig hebben. Ik ben blij dat we zo ver zijn geraakt, mevrouw de commissaris. U hebt uw verantwoordelijkheid genomen. Wij hebben in dit Parlement de mogelijkheid om onze verantwoordelijkheid te nemen. Laat ook de Raad zijn verantwoordelijkheid nemen!

 
  
MPphoto
 

  Proinsias De Rossa (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de verlening en financiering van betaalbare en hoogwaardige gezondheidszorg is een verantwoordelijkheid voor elke lidstaat afzonderlijk. Europa heeft een coördinerende rol. Natuurlijk bestaat er een sterk argument voor een betere coördinatie van onze gezondheidsdiensten door heel de Europese Unie en vooral in grensgebieden, maar dat kan geen streven van deze richtlijn zijn. Haar doel zou moeten zijn om ervoor te zorgen dat het recht van burgers op gezondheidszorg in een andere lidstaat zorgvuldig wordt geformuleerd, zodat de capaciteit van elke lidstaat om haar binnenlandse diensten te financieren en te organiseren niet wordt ondermijnd door medisch toerisme.

Ik moet zeggen dat mevrouw Sinnott, met haar opportunistische kreten vandaag in dit Parlement, zoals altijd weer eens ongelijk heeft. Niemand in Ierland is ooit dood gegaan ten gevolge van een weigering om naar een andere lidstaat te reizen voor zorg – sterker nog, er bestaat een potje voor degenen die dergelijke zorg nodig hebben.

Uiteindelijk zijn het de medische behoeften van patiënten waar het om gaat en niet de keuze van de consument. Voorafgaande toestemming en een gepaste rechtsgrondslag zijn van wezenlijk belang en, zolang deze niet in de richtlijn worden opgenomen, kan ik deze richtlijn niet steunen.

 
  
MPphoto
 

  Daniela Filipiová, fungerend voorzitter van de Raad. (CS) Dames en heren, ik zou graag alle afgevaardigden willen bedanken voor hun opmerkingen, voorstellen en aanmerkingen. Ik kan hier constateren dat de Raad en het Europees Parlement het over vele deelonderwerpen eens zijn, ook al zijn er nog steeds een paar kwesties waarover we ons nog eens goed gezamenlijk buigen moeten. De heer Bushill-Matthews, rapporteur namens de heer Bowis, heeft in zijn inleiding gezegd dat dit een ingewikkeld en gevoelig onderwerp betreft. Zoals de heer Maaten reeds zei, dienen zowel het Europees Parlement als uiteraard ook de Raad tot een compromis te komen. Het doet mij deugd dat de commissie JURI zich achter het voorstel tot verhoging van de rechtszekerheid geschaard heeft. Tevens wil ik mijn instemming betuigen met de heer Braghetto die gezegd heeft dat het voorstel een kans inhoudt voor de nationale volksgezondsheidsstelsels. Bovendien leidt dit voorstel, zoals mevrouw Roth-Behrendt terecht opmerkte, tot uitbreiding van de patiëntenrechten. Desalniettemin wil ik erop wijzen dat de richtlijn eveneens praktisch uitvoerbaar dient te zijn en dus in lijn moet zijn met de financiële, juridische alsook organisatorische mogelijkheden van de verschillende lidstaten. Verder is het duidelijk dat, gezien de hoeveelheid amendementen, de Raad enige tijd nodig zal hebben om deze allemaal tegen het licht te houden. De Raad en het Europees Parlement blijven met elkaar in gesprek hierover. Daarbij dient het juiste evenwicht te worden gevonden tussen alle verschillende meningen en voorstellen. Ik vertrouw er echter op dat we hier gezamenlijk uit zullen weten te komen.

 
  
MPphoto
 

  Androulla Vassiliou, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, zoals we vandaag maar weer eens gezien hebben zijn de parlementaire debatten over deze kwestie vruchtbaar en vol vuur. De discussies voegen veel toe aan het initiatief van de Commissie, en de amendementen waarover ze zal stemmen vormen ook een hoogst waardevolle inbreng met betrekking tot een aantal kernpunten.

Over het recht van patiënten op toegang tot hoogwaardige en veilige gezondheidszorg, hebben velen van u bevestigd dat het van fundamenteel belang is om voor helderheid en garanties te zorgen. Daar ben ik het volledig mee eens en hoop heel erg dat dit streven zal worden goedgekeurd.

Met betrekking tot het vraagstuk van de vergoeding van de kosten van een behandeling in het buitenland, is er duidelijke zorg geuit over het aanzienlijke aantal patiënten dat zich geen grensoverschrijdende gezondheidszorg kan veroorloven. Dit is zeker een belangrijk en heel gegrond punt. Er bestaan door heel Europa duidelijke inkomensverschillen en dit heeft ernstige gevolgen met betrekking tot de toegankelijkheid van een aantal fundamentele diensten, waaronder de gezondheidszorg. Deze kwestie moet worden aangepakt. Het terugbrengen van zulke ongelijkheden is echter een moeilijke uitdaging, en is nu, tegen de achtergrond van de huidige economische crisis, zelfs nog moeilijker. Er is een belangrijke en gecoördineerde inspanning vereist vanuit de EU en de lidstaten op alle niveaus.

Helaas kunnen we in het kader van de ontwerprichtlijn niet veel doen. Het voorstel van de Commissie laat het aan de lidstaten over om een rechtstreekse vergoeding van de kosten voor grensoverschrijdende behandelingen aan te bieden, bijvoorbeeld door middel van een schriftelijke bevestiging van het bedrag dat zal worden uitgekeerd. Als het Parlement wil dat de richtlijn hier duidelijkheid over verschaft, ben ik daar alleen maar blij om. Er is binnen de voorgestelde richtlijn niet gepoogd om dit te voorkomen, maar de verantwoordelijkheid van de lidstaten om de gezondheidszorg te organiseren wordt des te meer gerespecteerd. Daarom waren we er huiverig voor om de financiële effecten van grensoverschrijdende gezondheidszorg op de nationale gezondheidsstelsels en de ziekteverzekeringsfondsen te beperken. Die twee doelstellingen zijn echter niet onverenigbaar. Het is aan de lidstaten om ze zoveel mogelijk te verzoenen ten gunste van de patiënten, vooral voor degenen met een klein inkomen.

Met betrekking tot de wijze waarop deze richtlijn zich tot de verordening betreffende de sociale zekerheid verhoudt, zijn we het denk ik eens dat er behoefte is aan klare taal, wat zou betekenen dat wanneer er eenmaal om voorafgaande toestemming is verzocht door een patiënt, en aan de voorwaarden van de verordening is voldaan – met andere woorden, wanneer er buitensporige vertraging is – de verordening zou moeten gelden. Er mag geen twijfel over bestaan dat dit inhoudt dat de tarieven van de verordening van toepassing zijn, zodat patiënten kunnen profiteren van het meest gunstige systeem.

Wat betreft voorafgaande toestemming voor intramurale zorg zijn de voorgestelde bepalingen op twee overwegingen gebaseerd. Ten eerste, de jurisprudentie: het Hof heeft bepaald dat een dergelijk systeem onder bepaalde omstandigheden kan worden gerechtvaardigd. Dit hebben we in artikel 8, lid 3, vastgelegd. Ten tweede zou het niet gepast zijn om zulke bepalingen te vervangen door een soepeler – of werkelijk onvoorwaardelijk – systeem van voorafgaande toestemming, dat wettig of de facto in alle lidstaten geldt. We weten allemaal dat patiëntenmobiliteit een erg beperkt verschijnsel zal blijven. Dat betekent dat ook de impact op de begroting beperkt zal blijven. Daarom is er geen reden om patiënten onnodige barrières op te leggen. Voorafgaande toestemming voor intramurale zorg moet een beschermingsmechanisme blijven, dat kan worden toegepast wanneer dat echt nodig is.

Tegen deze achtergrond, zouden systemen van voorafgaande toestemming zoals de rapporteur heeft voorgesteld kunnen leiden tot een indirect – en in feite onnodig – controleren van patiënten, wat het proces zou belemmeren in plaats van bevorderen. Ik begrijp dit niet het beoogde effect van dit voorstel was, maar ik geloof dat het de rechten van patiënten zoals bepaald door het Hof echt zou beperken. Een risico van zulke administratieve processen is dat ze zowel hinderlijk als willekeurig zijn.

Ik heb mijn bedenkingen bij de voorgestelde definitie van intramurale zorg. Deze definitie is werkelijk van wezenlijk belang voor de rechten van patiënten omdat zij de grenzen voor het systeem van voorafgaande toestemming bepaalt. We hebben voorgesteld om het begrip intramurale zorg via een communautaire lijst te definiëren die gebaseerd is op de gedeelde kennis van deskundigen, die rekening zouden houden met de ontwikkelingen binnen de technologie. Dit zou een redelijke en moderne benadering van het begrip intramurale zorg mogelijk maken.

Sommigen van u verlangen dat er onafhankelijk nationale lijsten worden opgemaakt en de meeste lidstaten vragen hier ook om. Een definitie die op nationale lijsten zou zijn gebaseerd, zou tot discrepanties leiden met betrekking tot de vraag wat intramurale zorg in elke lidstaat precies inhoudt, waardoor er een aanzienlijk risico bestaat dat de rechten van patiënten worden ingeperkt. Als we deze weg zouden inslaan, zouden zulke lijsten gebaseerd moeten zijn op duidelijk gedefinieerde criteria en onderworpen aan een evaluatieproces. Anders zouden de rechten van patiënten, zoals vastgesteld door de Europese rechters, ondermijnd worden.

Sommigen van u hebben gezegd dat met het aannemen van deze voorgestelde richtlijn slechts een aantal patiënten geholpen zijn, namelijk de kleine groep geïnformeerde patiënten. Aan de andere kant ben ik van mening dat we onder deze richtlijn elke patiënt de mogelijkheid en het recht geven om, voordat hij of zij van huis vertrekt, volledig geïnformeerd te zijn zodat hij of zij een gefundeerde keuze kan maken.

Ik begrijp de zorg die geuit is met betrekking tot de moeilijkheid van het verwerven van heldere informatie over gezondheidswerkers bij de zoektocht naar gezondheidszorg in het buitenland. Dit is puur een kwestie van patiëntenveiligheid. We moeten het hier eens worden over praktische oplossingen die ook een aantal basisbeginselen in acht houden, zoals het recht op de bescherming van persoonsgegevens en het vermoeden van onschuld. Ik weet zeker dat er overeenstemming kan worden bereikt over de basis van uw eerste suggesties.

Er is verwezen naar amendement 67 met betrekking tot de verzwakking van de regel voor aansluitingen bij sociale zekerheidsstelsels. Dit kan helaas niet worden geduld.

Wat betreft de rechtsgrondslag voor de voorgestelde richtlijn zouden velen van u artikel 152 willen toevoegen aan artikel 95. Ik begrijp dat dit voor enkele fracties een belangrijke zaak is, maar het is moeilijk om in dit stadium van de behandeling van de richtlijn geanalyseerd definitieve uitspraken te doen. Het is belangrijk om deze kwestie in het licht van de ontwikkeling van de tekst te bezien, om te bepalen wat de geschikte rechtsgrondslag is. Als de inhoud van de uiteindelijke tekst het toelaat, zou de toevoeging van artikel 152 aan artikel 95 zeker in aanmerking kunnen worden genomen. Ik blijf open staan om dit op elk toekomstig stadium van de medebeslissingsprocedure te overwegen.

(Applaus)

Sommigen van u hebben weer de kwestie van de mogelijk buitensporige toestroom van patiënten uit andere lidstaten opgeworpen en hoe het ontvangende zorgstelsel beschermd kan worden. Mijn antwoord luidt, en het is hetzelfde antwoord dat ik zou geven op degenen die zonder het bestaan van voorafgaande toestemming voor intramurale zorg buitensporige uitstromen vrezen, dat dit voorstel niet de intentie heeft om de patiëntenmobiliteit te bevorderen. Zoals ik al zei is patiëntenmobiliteit een beperkt verschijnsel en we verwachten niet dat dit gaat veranderen. Daarom zou het simpelweg disproportioneel zijn om de lidstaten een vrijbrief te geven om maatregelen te nemen om patiënten te weigeren om de toestroom te controleren. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat patiënten uit andere lidstaten niet worden gediscrimineerd. Bij elke vorm van regulering van binnenkomende patiënten zou er nagegaan moeten worden of deze leidt tot een aanvaardbare uitzondering op het beginsel van non-discriminatie op grond van nationaliteit zoals bepaald in het EU-Verdrag.

Wat patiënten die onder zeldzame ziekten lijden betreft, begrijp ik dat u zoekt naar de beste aanpak zodat ze gebruik kunnen maken van de gezondheidszorg die ze nodig hebben, maar soms is het beste de vijand van het goede. Vandaag gaat u over het verslag van de heer Trakatellis stemmen, dat betrekking heeft op de recente strategie die de Commissie met betrekking tot zeldzame ziekten reeds heeft opgesteld, waaronder de voorgestelde aanbeveling van de Raad. Zoals u weet zijn snelle diagnosen en toegang tot behandeling onder deze omstandigheden ingewikkeld en niet altijd mogelijk of beschikbaar in het thuisland. Om de Europese samenwerking van voordeel te laten zijn op patiënten met zeldzame ziekten, moeten ze daarom werkelijk aan deze richtlijn betreffende de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg worden toegevoegd. Zo denk ik dat er brede overeenstemming bestaat over de noodzaak van Europese samenwerking met betrekking tot referentiecentra voor zeldzame ziekten. Ik zou u daarom dringend willen verzoeken om zeldzame ziekten binnen het bereik van deze richtlijn te houden.

Met de voorgestelde uitsluiting van orgaantransplantatie kan ik het simpelweg niet eens zijn. Transplantatie is een medische procedure en het is moeilijk om te rechtvaardigen waarom patiënten geen recht zouden mogen hebben om voordeel te halen uit grensoverschrijdende gezondheidszorg, zoals het Hof heeft bepaald. Het vraagstuk van de toekenning van organen is echter een andere zaak. Ik heb daarom deskundigen binnen de Commissie gevraagd om deze vraag nader te onderzoeken om te kijken hoe orgaantoekenning binnen een andere context kan worden aangepakt.

Vandaag kunnen we een belangrijke vooruitgang boeken met betrekking tot het aannemen van deze richtlijn. Nu we nog maar een paar weken van de Europese verkiezingen verwijderd zijn, wil ik graag hulde brengen aan dit Parlement en aan zijn bestuur voor alle inspanningen om deze stemming vandaag mogelijk te maken, waar ik u allen voor bedank. Ik wil graag nogmaals de heer Bowis bedanken en de schaduwrapporteurs voor hun inspanningen en harde werk en wens de heer Bowis veel beterschap. We hopen hem snel weer te zien zodat hij zijn werkzaamheden kan hervatten en een normaal leven kan leiden.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Philip Bushill-Matthews, plaatsvervangend rapporteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zou graag alle collega’s willen bedanken voor dit zeer vruchtbare debat. Ik zou in het bijzonder – en mijn excuses dat ik dit niet eerder heb gezegd – de rapporteurs van de zes commissies, die zulke waardevolle adviezen hebben uitgebracht, persoonlijk willen bedanken voor hun opmerkingen en hun inzichten deze ochtend. Ik wil ook alle collega’s in het Parlement bedanken voor hun warme eerbetoon aan John Bowis, zowel op professioneel vlak voor zijn werk als op persoonlijk vlak, door hun beterschapswensen, die ik graag aan hem doorgeef.

Zoals met alle verslagen, is dit verslag op compromissen gebaseerd en het is niet altijd mogelijk dat iedereen het overal met elkaar over eens is. Ik erken en respecteer het feit dat er nog steeds wat bezwaren bestaan voor sommige fracties en enkele delegaties, er zijn dus nog een aantal amendementen waarover plenair later vanochtend een besluit zal worden genomen.

Ik zou daarom graag de commissaris in het bijzonder willen bedanken voor haar afsluitende opmerkingen, die het hopelijk voor sommige collega’s in andere fracties makkelijker zal maken om te beslissen over hoe ze gaan stemmen. Ik hoop van harte dat als gevolg van deze opmerkingen, het algehele verslag brede steun zal ontvangen in de verschillende fracties, want het maken van een prioriteit van de behoeften van patiënten zou zeker belangrijker moeten zijn dan partijpolitiek.

Ik geef toe dat een akkoord vandaag hoe dan ook te laat zal komen voor een formeel akkoord in eerste lezing tijdens het Tsjechische voorzitterschap, maar ik begrijp dat er al een krachtige politieke overeenkomst binnen de Raad ligt, dankzij het werk dat het voorzitterschap al heeft verricht, en daar ben ik erg dankbaar voor.

Ik weet dat John graag zou willen dat dit akkoord liever vandaag nog dan morgen in de praktijk wordt gebracht en dat zouden ook veel patiënten in de hele EU willen die al lang genoeg hebben gewacht. Namens de rapporteur verzoek ik de Commissie, het nieuwe voorzitterschap van de Raad en natuurlijk de nieuwe Parlementsleden, om in de nieuwe zittingsperiode een echte prioriteit te maken van een vroege tweede lezing in de tweede helft van dit jaar, zodat alle resterende problemen snel kunnen worden opgelost. We willen nu geen tijd verliezen. Dit verslag zal niet alleen echte voordelen brengen voor echte mensen in de hele EU, maar zal ook laten zien dat samenwerking op EU-niveau mensen op individueel niveau, waar ze ook wonen en ongeacht hun financiële middelen, voordeel kan opleveren. De stemming van vandaag zal duidelijkheid geven over de toekomst. Laten we samen die weg inslaan zo snel als we kunnen, want u weet maar nooit wanneer u, net zoals de rapporteur, plotseling zelf zulke grensoverschrijdende gezondheidszorg nodig zult hebben.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt vandaag om 12.00 uur plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Cristian Silviu Buşoi (ALDE), schriftelijk. – (RO) Ik dank de rapporteurs van de verschillende commissies voor het werk dat zij hebben verricht. Dit rapport vormt een belangrijke stap voorwaarts voor een betere mobiliteit van de patiënt binnen de EU.

In een Europa waarin verkeersvrijheid een grondrecht is, is het garanderen van mobiliteit van de patiënt iets vanzelfsprekends en absoluut noodzakelijk om medische zorg van de grootste kwaliteit te kunnen verlenen aan degenen die dergelijke diensten nodig hebben. Dit zou op de lange termijn ook kunnen leiden tot een verbetering van de nationale gezondheidszorgstelsels, door een zekere mate van onderlinge concurrentie.

Toch zijn er, ondanks de substantiële verbeteringen, een aantal problemen die door dit voorstel niet worden opgelost. Ik denk dat er wat meer duidelijkheid gewenst is met betrekking tot de voorwaarden betreffende vergoedingen en de normen die ten grondslag liggen aan het systeem van voorafgaande toestemming wanneer dat nodig blijkt. Verder betreur ik het dat de mobiliteit van het medisch personeel buiten dit voorstel is gebleven, omdat de mobiliteit van de patiënt en die van gezondheidswerkers nauw met elkaar zijn verbonden. Om effectief te kunnen inspelen op de behoeften van de patiënt hebben we ook een aantal regels nodig die de mobiliteit van het medisch personeel mogelijk maken, waarbij tegelijkertijd het evenwicht wordt bewaard tussen op het niveau van de nationale medische stelsels, zodat geen enkele staat te maken krijgt met een tekort aan medisch personeel.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. – (EN) Het voorgestelde stelsel van grensoverschrijdende gezondheidszorg moet allereerst een stelsel zijn dat de rechten van patiënten eerbiedigt, dat zowel de volksgezondheid als de beginselen van de interne markt als rechtsgrondslagen heeft, en dat niet discrimineert op grond van de financiële middelen van patiënten. Ik ben zelf van mening dat het nationale gezondheidszorgstelsel in het Verenigd Koninkrijk, de NHS (National Health Service), het recht moet hebben om aan voorafgaande toestemming vast te houden bij patiënten die gebruik willen maken van een medische behandeling in het buitenland. Er mag geen onderscheid worden gemaakt tussen patiënten uit het Verenigd Koninkrijk die het zich niet kunnen veroorloven om naar het buitenland te reizen voor een medische behandeling, en patiënten die zich een vooruitbetaling op de kosten voor een medische behandeling wel kunnen veroorloven, maar die bij terugkomst in het Verenigd Koninkrijk die kosten wensen terug te vorderen van de NHS. Ik vind deze praktijken oneerlijk omdat ze patiënten de mogelijkheid geven om een voorrangsbehandeling in het buitenland te krijgen, waardoor ze binnen het NHS-stelsel de wachtlijsten kunnen ontspringen.

 
  
MPphoto
 
 

  Iosif Matula (PPE-DE), schriftelijk. – (RO) De nieuwe kansen voor de Europese patiënten betekenen een belangrijke stap bij de coördinatie van de Europese zorgstelsels en de garantie voor medische behandelingen van goede kwaliteit voor alle Europese burgers. Het voorstel voor een richtlijn voorziet in gemeenschappelijke principes voor alle zorgstelsels, de oprichting van Europese referentienetwerken, informatiepunten patiënteninformatiepunten in alle lidstaten en e-gezondheid.

Dit rapport brengt voor alle lidstaten, dus ook voor Roemenië, aanzienlijke voordelen met zich mee. De richtlijn beantwoordt beter aan de behoeften van de patiënt, die gebruik kan maken van de gezondheidszorg in een andere lidstaat, wanneer deze niet verleend kan worden in een ziekenhuis in het thuisland of wanneer de verlening hiervan vertraging oploopt. De kosten zullen worden gedragen door het thuisland.

Een ander belangrijk aspect betreft de uitwisseling van beste praktijken en de mobiliteit van gespecialiseerde gezondheidswerkers en de vrije toegang van de burger tot informatie met betrekking tot grensoverschrijdende zorg. De lidstaten dienen ervoor zorgen dat de burgers de noodzakelijke kennis hebben van de procedures en de behandelingscriteria, maar ook van de reiskosten en de medische standaards in het behandelingscentrum in het buitenland. Juist daarom ben ik voorstander van de oprichting van deze informatiecentra, zodat de burgers zelf zowel de wijze als de plaats van behandeling kunnen kiezen.

 
  
MPphoto
 
 

  Mary Lou McDonald (GUE/NGL), schriftelijk. – (EN) De lidstaten zijn het tegenover hun burgers verplicht om gezondheidszorg te organiseren en te leveren.

Gezondheid is geen handelswaar die binnen de interne markt gekocht en verkocht kan worden.

Dit voorstel is een schande. Het laat zien dat de Commissie blind haar schandalige en achterhaalde liberaliseringsagenda volgt. Ze wil gewoon zoveel mogelijk privatiseren en de macht verder naar zich toe trekken. Ze discrimineert de minder rijken in rijke landen, en iedereen in de minder rijke landen op de superrijken na. Het is een vrijbrief voor de ondergang van de openbare gezondheidsdiensten in de lidstaten.

De Europese Commissie zou zich dood moeten schamen en zou dit voorstel per direct moeten intrekken.

 
  
MPphoto
 
 

  Nicolae Vlad Popa (PPE-DE), schriftelijk. – (RO) Het voorstel voor een richtlijn betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg probeert een samenhangend communautair kader te scheppen dat patiënten zekerheid biedt op dit gebied, waarin tot nu toe de algemene lijnen werden bepaald door het Europese Hof van Justitie. Hoewel de principes van het Hof perfect toepasbaar zijn, zijn bepaalde "grijze" gebieden nu opgehelderd door het bovengenoemde verslag.

In het proces van de omzetting in communautaire wetgeving van de besluiten van het Europese Hof van Justitie met betrekking tot het recht van patiënten op gebruikmaking van medische zorg in een andere lidstaat, bewaart het voorstel voor een richtlijn het noodzakelijke evenwicht aangaande de bevoegdheden van de lidstaten op dit gebied.

De bepalingen van de richtlijn beogen ook de vergemakkelijking van de toegang tot diensten binnen de gezondheidszorg en benadrukken de noodzaak van het instellen van een systeem waarbij het ziekenhuis rechtstreeks wordt betaald door de financierende instantie van het thuisland.

Een ander onderwerp van belang in het verslag betreft de wederzijdse erkenning van medische voorschriften. De tekst biedt alleen aanbevelingen aangaande de mogelijkheid van een apotheek in het thuisland om een medisch voorschrift dat is uitgeschreven door een arts in een ander land, te laten gelden; het is aan de lidstaten om te beslissen of er medicijnen beschikbaar zullen zijn op basis van een medisch voorschrift.

 
  
MPphoto
 
 

  Richard Seeber (PPE-DE), schriftelijk. (DE) De bereikte overeenstemming over verbetering van de patiëntenmobiliteit is als zodanig toe te juichen. Vereenvoudiging van het grensoverschrijdend gebruik van gezondheidszorg is een belangrijke stap op weg naar een daadwerkelijk vrij verkeer van personen. Ook in economisch opzicht heeft het beter benutten van gespecialiseerde klinieken voordelen. Behalve de positieve kanten mogen we echter niet de enorme uitdagingen vergeten waarvoor een betere onderlinge koppeling van nationale systemen ons plaatst. Allereerst moet er meer duidelijkheid komen over het kostenvraagstuk. De lidstaat waar een behandeling plaatsvindt mag niet de dupe worden van onduidelijkheid over de vraag of de patiënt dan wel de uitzendende staat de kosten van de behandeling draagt.

Ook het systeem voor de regels inzake verrekening moet nauwkeurig worden vastgelegd en dient rekening te houden met de nationale omstandigheden.

Verder mag een verhoogde patiëntenmobiliteit niet ten koste gaan van de toegang tot de nationale gezondheidszorg. Gelukkig wordt dit punt in de tekst bevestigd. Met het oog op de toekomst is het grensoverschrijdend gebruik van gezondheidszorg een nieuwe mijlpaal op weg naar Europese integratie. Bij de uitvoering moet echter nauwlettend in de gaten worden gehouden dat verbeterde patiëntenmobiliteit niet ontaardt in ziekenhuistoerisme.

 
  
MPphoto
 
 

  Esko Seppänen (GUE/NGL), schriftelijk. (FI) In een lidstaat als Finland, waar de ligging en de taal voor de armen een belemmering vormen om gezondheidsdiensten over de landsgrenzen heen te verwerven, kan een richtlijn als deze de ongelijkheid van de toegang tot die diensten verhogen. Alleen de rijken kunnen kiezen voor alternatieve diensten in andere landen, waarmee zij het stelsel van openbare gezondheidszorg, dat als vangnet voor de armen fungeert, ondermijnen. Overheidsgeld lekt weg naar buitenlandse diensten voor de rijken. Daarom kan ik de richtlijn niet steunen. Bovendien is het pervers dat de rechtsgrondslag van de richtlijn blijkbaar de levensvatbaarheid van de interne markt moet zijn, en niet de rechten van patiënten.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid