De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A6-0231/2009) van Antonios Trakatellis, namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, over het voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende Europees optreden op het gebied van zeldzame ziekten (COM(2008)0726 – C6-0455/2008 – 2008/0218(CNS)).
Antonios Trakatellis, rapporteur. – (EL) Mijnheer de Voorzitter, deze aanbeveling van de Raad komt als geroepen omdat gecoördineerd optreden van zowel de Europese Unie als de lidstaten op het gebied van zeldzame ziekten absoluut noodzakelijk is.
Ofschoon zeldzame ziekten weinig voorkomen worden in de Europese Unie toch miljoenen mensen het slachtoffer ervan, omdat er duizenden van dit soort ziekten zijn. Het aan het Parlement voorgelegde voorstel is echter in zijn huidige vorm ontoereikend en het is onmogelijk op de grondslag ervan een uitvoerbaar programma op te stellen. Dit komt doordat de noodzakelijke financiering door de EU en de cofinanciering door EU en lidstaten of andere organisaties niet eens in algemene termen wordt beschreven.
Op die manier kunnen bepaalde wezenlijke aspecten van zeldzame ziekten niet daadwerkelijk worden bevorderd. Te denken valt aan het opzetten van netwerken van expertisecentra, de catalogisering van ziekten, het verzamelen van gegevens, noodzakelijk speciaal onderzoek, enzovoort. In het document wordt aangedrongen op een tenuitvoerleggingsvoorstel van de Commissie vijf jaar na de goedkeuring. Tijdens deze lange periode kan praktisch niets worden gedaan, aangezien er geen financiering beschikbaar is.
Daarom stel ik als rapporteur voor de Commissie te verzoeken het tenuitvoerleggingsvoorstel uiterlijk eind 2012 in te dienen, daar de vereiste gegevens van de lidstaten over deskundigencentra en deskundigheid inzake zeldzame ziekten tegen die tijd beschikbaar zullen zijn.
In dit tenuitvoerleggingsvoorstel moet specifiek worden verwezen naar de financiering en cofinanciering op de volgende gebieden:
Ten eerste de verzameling van epidemiologische gegevens en de samenstelling van een catalogus met betrekking tot deze ziekten, daar dit noodzakelijk is voor een helder beeld van de situatie in de EU met betrekking tot deze ziekten.
Ten tweede het opzetten van desbetreffende netwerken.
Ten derde het opzetten van deskundigencentra in lidstaten waar dergelijke centra momenteel niet bestaan, het opzetten van speciale opleidingen in de huidige centra om vakmensen in de gelegenheid te stellen ervaring op te doen, het mobiliseren van deskundigen en vakmensen om de voorwaarden te scheppen die noodzakelijk zijn om de huidige kennis vooruit te helpen, en onderzoek naar diagnostische instrumenten en tests op het gebied van met name genetische zeldzame ziekten.
We moeten dit voorstel voor een aanbeveling van de Raad zien als een draaiboek om op het gebied van zeldzame ziekten gunstige omstandigheden te scheppen, Ook moeten wij wel beseffen dat het voorstel algemeen van aard is, ofschoon ik er nogmaals op wil wijzen dat het, met het oog op doelmatigheid en geslaagde toepassing, nauwkeuriger en duidelijker omlijnd dient te zijn wat betreft het tijdschema van tenuitvoerlegging en de financiering.
Een belangrijk thema voor de bestrijding van zeldzame ziekten is de mobiliteit van patiënten, zoals reeds werd gezegd in het verslag-Bowis. Ik denk dat patiëntenmobiliteit hier volkomen gerechtvaardigd is, omdat niet in alle lidstaten speciale centra en deskundigen aanwezig zijn die deze ziekten kunnen behandelen. Hier is het dus absoluut noodzakelijk te voorzien in mobiliteit van patiënten en vakmensen om ofwel deskundigheid te kunnen verwerven ofwel ervaring over te brengen.
Tot slot wil ik nog zeggen dat gezien het grote aantal zeldzame ziekten dat erfelijk van aard is, onderzoek en innovatie absoluut van wezenlijke betekenis zijn om het diagnostische vermogen via genetische tests op te voeren
Het grootste gedeelte van het verslag betreft therapie, diagnose, verwerven van deskundigheid en het opzeggen van centra en netwerken. Er staat in het verslag ook iets ook preventie. Men kan tegenwoordig genetisch bepaalde ziekten voorkomen met een combinatie van in-vitrofertilisatie en pre-implantatiediagnostiek. Aangezien dit, mijnheer de Voorzitter, een aanbeveling is, is er geen sprake van een verplichting voor de lidstaten. In het verslag wordt verklaard dat iets dergelijks alleen kan plaatsvinden indien de wetgeving van de lidstaten dit toestaat en indien degenen die deze genetische bijdrage willen benutten, daarvoor uit eigen vrije wil kiezen. Daarom zie ik ook geen enkele schending van het subsidiariteitsbeginsel ten opzichte van de bestaande situatie.
Daniela Filipiová , fungerend voorzitter van de Raad. − (CS) Mevrouw de commissaris, dames en heren, zeldzame ziekten zijn gevaarlijk en gecompliceerd. Ze zijn levensbedreigend of leiden tot blijvende invaliditeit. Ook al kennen deze ziekten een lage prevalentie, toch is het aantal patiënten in de EU met dergelijke ziekten relatief hoog en is communautair optreden hiertegen meer dan welkom. Onder meer om deze reden vormen
zeldzame ziekten een van de speerpunten van de volksgezondheidstrategie van de EU.
Het Tsjechische voorzitterschap is van mening dat met goedkeuring van het voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende Europees optreden op het gebied van zeldzame ziekten er beduidende vooruitgang geboekt wordt wat betreft de diagnosticering van zeldzame ziekten, iets dat op dit moment gezien de aard van zeldzame ziekten nogal problematisch is. Tevens wordt hiermee gezorgd voor een verbetering van de zo broodnodige uitwisseling van kennis en ervaringen op dit gebied.
Mede om deze redenen heeft de Tsjechische voorzitterschap zich actief ingezet voor de behandeling van dit voorstel, daarbij inhakend op de werkzaamheden van het Franse voorzitterschap en op de besprekingen een van de Raad EPSCO in december 2008.
Ik denk dat de standpunten van het Europees Parlement en de Raad op dit gebied sterk overeenkomen. Dit initiatief is uitermate nuttig omdat ermee gezorgd kan worden voor verbetering van de levensomstandigheden van miljoenen aan deze ziekten lijdende patiënten, alsook omdat hun kansen op het verkrijgen van dienovereenkomstige zorg en toegang tot informatie ermee vergroot worden.
Een middel om hiertoe te komen zijn bijvoorbeeld een gemeenschappelijke definitie van zeldzame ziekten, verdere ontwikkeling van de EU-activiteiten op dit vlak middels het Orphanet-netwerk, coördinatie van het Europees onderzoek met inbegrip van samenwerking met derde landen, de oprichting en ondersteuning van expertisecentra en de ontwikkeling van Europese referentienetwerken voor zeldzame ziekten. De Raad onderkent ten volste dat er bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van nationaal beleid op het gebied van zeldzame ziekten een sleutelrol is weggelegd voor onafhankelijke patiëntenorganisaties.
Het Tsjechisch voorzitterschap rond op dit moment de onderhandelingen af in de werkgroepen van de Raad over het voorstel voor een aanbeveling en zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat het in juni dit jaar wordt goedgekeurd door de Raad EPSCO. De Raad heeft echter gezien het belang van deze kwestie besloten het Europees Parlement te raadplegen en zal de inbreng van het Parlement dan ook aandachtig bestuderen.
Tot slot zou ik graag nog iedereen die heeft meegewerkt aan de totstandkoming van het EP-verslag en dan met name de rapporteur, Antonios Trakatellis, willen bedanken voor het opstellen ervan.
Androulla Vassiliou, lid van de Commissie. – (EL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil alle afgevaardigden bedanken die hebben deelgenomen aan de werkzaamheden van het Parlement bij de behandeling van het voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende zeldzame ziekten.
Met name wil ik de rapporteur, rector Antonios Trakatellis, van harte bedanken voor de coördinatie van de besprekingen en natuurlijk voor zijn verslag.
Elke zeldzame ziekte afzonderlijk treft slechts een heel klein aantal mensen en is meestal genetisch bepaald, maar kan wel overlijden of chronische handicaps tot gevolg hebben. Ofschoon zeldzame ziekten een lage frequentie hebben, wordt in totaal 6 procent van de bevolking van de Europese Unie gedurende een bepaalde levensfase door de een of andere zeldzame ziekte getroffen.
Dat betekent dat in de Europese Unie 29 à 36 miljoen mensen onder een zeldzame ziekte lijden of zullen gaan lijden. Aangezien het gaat om zeldzame ziekten kan niet elke lidstaat voor elk van deze zieken beschikken over de noodzakelijke specialisatie voor diagnosestelling en behandeling van de patiënten. Op gezondheidsgebied is dit dus een voorbeeld bij uitstek van de bijzondere toegevoegde waarde die Europa kan creëren, en daarom heeft de Commissie de actiestrategie goedgekeurd.
De Europese strategie wordt aangevuld met dit voorstel voor een aanbeveling van de Raad voor optreden in de lidstaten. Het doel van deze ontwerpaanbeveling is de lidstaten te helpen bij een effectievere, efficiëntere en veelomvattende aanpak van zeldzame ziekten. Een belangrijk actiegebied betreft het bijeenbrengen van deskundigheid via Europese referentienetwerken. Deze netwerken kunnen toegevoegde waarde creëren voor het optreden van de lidstaten in het geval van zeldzame ziekten, maar ook in andere gevallen. Eveneens kunnen zij uitwisseling van kennis en deskundigheid vergemakkelijken en, waar nodig, patiënten zeggen waar zij naar toe moeten om deskundigheid te verkrijgen indien deze deskundigheid niet onmiddellijk voorhanden is.
In de ontwerprichtlijn van de Commissie betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg zijn speciale bepalingen opgenomen voor de ondersteuning van patiëntenmobiliteit en wordt een rechtskader geboden voor Europese referentienetwerken.
Met Europees optreden kunnen de lidstaten op talloze manieren worden geholpen bij de aanpak van zeldzame ziekten. Ik noem bijvoorbeeld een betere identificatie en herkenning van aandoeningen, steunverlening aan onderzoek naar zeldzame ziekten en mechanismen als de regeling voor weesgeneesmiddelen.
Ik dank dan ook het Parlement voor zijn steun aan de brede waaier van vraagstukken die in het verslag aan de orde komen en wacht met belangstelling uw debat af.
Françoise Grossetête, rapporteur voor advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie. − (FR) Mijnheer de Voorzitter, patiënten die aan een zeldzame ziekte lijden, hebben te maken met foutieve diagnoses en krijgen vaak geen enkele behandeling.
Omdat deze ziekten zo zelden voorkomen, vormen ze zowel vanuit wetenschappelijk als vanuit economisch oogpunt een uitdaging. Aangezien ik tien jaar geleden rapporteur was voor de verordening inzake weesgeneesmiddelen, weet ik dat het aantal patiënten niet groot genoeg is om op lokaal of regionaal niveau mee te tellen, en dat het aantal ziekten daarentegen te groot is om in de opleiding van gezondheidswerkers te behandelen. Daarom is er weinig expertise op dit gebied.
Het antwoord moet dus noodzakelijkerwijs uit Europa komen, en onze Commissie industrie, onderzoek en energie steunt de heer Trakatellis in zijn streven naar meer onderzoek en preventie. Als bijvoorbeeld een echtpaar dat twee kinderen heeft die aan taaislijmziekte lijden, naar een derde kind verlangt, hoe zouden wij hun dan de onderzoeksontwikkelingen kunnen ontzeggen waarmee kan worden voorkomen dat dit derde kind door deze zelfde ziekte wordt getroffen? Daarom is er meer coördinatie, meer veiligheid en meer duidelijkheid voor de patiënten nodig. Dit zijn fundamentele kwesties die inspelen op de verwachtingen die de Europese burgers van een Europa van de gezondheidszorg hebben.
Peter Liese, namens de PPE-DE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, de hulp aan patiënten met een zeldzame ziekte baart het Europees Parlement al lange tijd veel zorgen. Patiënten met een zeldzame ziekte – het is reeds gezegd – hebben Europese steun nodig. Op nationaal niveau alleen kan er onvoldoende voor hen worden gedaan. De ziekten zijn dermate zeldzaam dat niet in alle Europese lidstaten de juiste centra en deskundigen beschikbaar zijn. Voor onderzoek – dit is een heel belangrijk punt – is een bepaald aantal patiënten nodig. Alleen dan kan een ziekte worden onderzocht en kunnen nieuwe therapieën worden ontwikkeld. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Françoise Grossetête had het over de verordening inzake weesgeneesmiddelen en die is heel belangrijk.
Ook het initiatief van de Commissie, mevrouw de commissaris, is een erg belangrijk punt. U hebt de steun van de voltallige Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten. Ook steunen wij veel van de verbeteringen die de heer Trakatellis in het verslag heeft aangebracht. Tot mijn spijt moet ik namens de mijn fractie opmerken dat één amendement uit het verslag van collega Trakatellis deze belangrijke doelstelling, namelijk hulp bieden aan patiënten, helemaal onderuithaalt.
In amendement 15 gaat het erover dat erfelijke ziekten dienen te worden voorkomen en uitgeroeid, onder meer via erfelijkheidsadvisering en via selectie van embryo's. Door deze formulering is niet alleen een groot aantal ethisch deskundigen en vertegenwoordigers van mensen met een handicap, maar ook veel wetenschappers de schrik om het hart geslagen. De Europese Vereniging voor menselijke genetica roept ons op, amendement 15 te verwerpen. Zij maakt vergelijkingen met de eugenetica uit de eerste helft van de vorige eeuw.
De politiek mag geen druk uitoefenen. Ook erfelijkheidsadvisering mag niet afhankelijk worden gemaakt van een politiek doel. Om die reden dienen wij amendement 15 te verwerpen. Zodra amendement 15 is verworpen kunnen wij vóór het verslag stemmen, want het is een goed verslag. Doen we dat niet, dan komen de mensen met een zeldzame ziekte in grote problemen. Wij moeten hen juist helpen en hun niet het gevoel geven dat ze er eigenlijk niet toe doen!
Dorette Corbey, namens de PSE-Fractie. – Dank aan collega Trakatellis voor zijn goede verslag. Als er één gebied is waar samenwerking in Europa nut heeft en toegevoegde waarde heeft, dan is het wel bij zeldzame ziekten. Bij zeldzame stofwisselingsziekten, spierziekten, maar ook bij zeldzame kankers is het praktisch en nuttig om samen te werken om informatie uit te wisselen over behandelingstechnieken en de krachten te bundelen. Allemaal heel belangrijk. Die informatie moet ook toegankelijk gemaakt worden en in al deze zaken voorziet het verslag-Trakatellis.
Ik vraag nog de aandacht voor drie zaken. Ten eerste moeten patiënten een stem hebben in Europa. De laatste jaren zien wij steeds meer goed georganiseerde patiëntengroepen die ook hun weg vinden naar Europa, naar Brussel. Dat is allemaal heel erg belangrijk en informatief voor politici, want vele van deze zeldzame ziekten zijn logischerwijze erg onbekend. Het is echter goed om na te gaan hoe deze patiëntenorganisaties gefinancierd worden en het is ontzettend belangrijk om ervoor te zorgen dat deze organisaties onafhankelijk gefinancierd worden en niet eenzijdig afhankelijk zijn van de farmaceutische industrie. Daarom pleit ik voor een systeem van financiering van deze patiëntenorganisaties.
Ten tweede is de ontwikkeling van medicijnen voor zeldzame ziekten, de zogenaamde weesgeneesmiddelen, van cruciaal belang. Daarvoor hebben wij richtlijnen, maar het zou goed zijn om daaraan nog eens wat aandacht te besteden om te bekijken of dat echt wel goed werkt.
Ten derde, een controversieel onderwerp dat ook door Peter Liese is aangesneden. Veel zeldzame ziekten zijn erfelijk. Onderzoek en embryoselectie kunnen heel veel leed voorkomen, maar het is belangrijk dat lidstaten zelf blijven beslissen over de eventuele behandelingen zoals pre-implementatie en embryoselectie. Wij steunen amendement 15, maar wij willen de verwijzing naar de uitroeiing van ziekten schrappen. Dat roept, zoals Peter Liese al heeft gezegd, zeer onaangename associaties op. Wij vinden het ook belangrijk dat de behandelingen vrijwillig zijn en plaatsvinden binnen de grenzen die door nationale regeringen zijn vastgesteld. Als aan deze voorwaarden is voldaan, zijn wij vóór dat amendement en wij roepen eigenlijk iedereen op om dat amendement wél te steunen, maar de verwijzing naar de uitroeiing van ziekten te schrappen. Onder die voorwaarden kunnen wij helemaal instemmen met het verslag en wij zijn enthousiast over het werk van de heer Trakatellis. Dank voor uw aandacht.
Frédérique Ries, namens de ALDE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik wil onze rapporteur, de heer Trakatellis, graag bedanken, en ik verzoek u mij te willen verontschuldigen voor mijn late aankomst in dit debat; tevens verwelkom ik de groep bezoekers, aan wie deze enigszins late aankomst te danken is.
Tijdens een hoorzitting over zeldzame ziekten die ik vorig jaar in het Parlement heb georganiseerd met Eurordis – de Europese patiëntenorganisatie op het gebied van zeldzame ziekten – heb ik erop gewezen dat het onze taak was, dat het de taak van Europa was, om de lat zeer hoog te leggen voor deze patiënten die al hun hoop hebben gevestigd op onderzoek, en dat is precies wat onze rapporteur hier heeft gedaan door de tekst van de Commissie aanzienlijk te versterken.
Het beperkte aantal patiënten waar het per land om gaat en de versnippering van de kennis over de gehele Unie maken zeldzame ziekten tot het voorbeeld bij uitstek waarvoor gezamenlijk optreden op Europees niveau een absolute noodzaak is. Het is ons unanieme streven om meer kennis over deze ziekten te verwerven, tot een betere diagnose en een betere behandeling te komen, en de patiënten en hun familie een betere zorg te bieden.
Dan houden we, uiteraard, nog de kwesties van het tijdschema en van de financiering over. Er zijn verschillende mogelijkheden, en die onderzoeken wij. Het is nuttig om afgezien van de fondsen die door de Europese Unie of de staten zijn toegekend, ook naar andere financieringsbronnen te zoeken. Eén optie die in veel lidstaten goed werkt, is het publiek-private partnerschap.
Ik zou het mezelf kwalijk nemen als ik hier geen melding maakte van de aanzienlijke financiële steun die ook door burgerinitiatieven wordt ingebracht, zoals Téléthon in Frankrijk en Télévie in Franstalig België. Dankzij de actie Télévie kon het budget voor wetenschappelijk onderzoek maar liefst verdubbeld worden – een schamel budget, als ik dat even mag opmerken: 13 euro per burger per jaar, vergeleken met 50 euro in Frankrijk of 57 euro in Duitsland, om slechts twee voorbeelden te noemen.
Ik zal afronden, mijnheer de Voorzitter. Miljoenen patiënten in Europa kijken naar ons. De wil is er. Wij moeten ervoor zorgen dat dit meer is dan slechts een opsomming van goede bedoelingen. Tot slot nog één ding: de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa steunt amendement 15.
Hiltrud Breyer, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega's, natuurlijk steunen wij onomwonden de hulp aan mensen met een zeldzame ziekte. Amendement 15 is uit ethisch oogpunt echter volstrekt onaanvaardbaar.
Nooit mag er in Europa meer worden gediscussieerd over de vraag of een leven al dan niet de moeite waard is. In Europa mag het niet zo zijn dat ouders onder druk van de politiek en van hun omgeving bewust besluiten om geen gehandicapt kind te willen. De selectie van embryo's zou een grote ethische dijkdoorbraak betekenen. Om die reden moet dit amendement worden verworpen. Het volstaat dan niet om het woord "uitroeien", een woord dat inderdaad helaas ook in fascistische kringen wordt gebruikt, te schrappen. Dan zou de selectie van embryo's nog steeds tot de mogelijkheden behoren. Het zou onverdraaglijk zijn als dit amendement, dat het heeft over de selectie van embryo's, daarmee een opstap zou vormen naar een nieuwe ethiek in Europa.
Wij moeten ons vastberaden teweerstellen tegen genetische discriminatie. Amendement 15 dient dan ook in z'n geheel te worden verworpen. Gebeurt dit niet, dan ziet onze fractie zich helaas gedwongen om dit verslag, dat verder een heel positieve indruk maakt, af te wijzen.
Philip Claeys (NI). - In het verslag-Trakatellis wordt gewezen op een aantal tekortkomingen in de aanbeveling van de Raad en die vaststelling is volgens mij terecht. Ook ik ben er trouwens van overtuigd dat een gecoördineerd optreden van de Europese Unie op het vlak van zeldzame ziekten noodzakelijk is. Maar noch in de aanbeveling, noch in het verslag wordt het aspect van de zeldzame ziekten vermeld die komen overwaaien uit de derde wereld.
Zo maken wij bijvoorbeeld de terugkeer van tuberculose mee, een ziekte die in Europa tot voor kort volledig, of zo goed als volledig verdwenen was en die nu via massale immigratie opnieuw geïmporteerd wordt. Ook hier is dus dringend actie nodig, actie in de vorm van het bepalen van risicogebieden, in het uitwisselen van informatie, in het uitvoeren van steekproeven bij het overschrijden van de gemeenschappelijke buitengrenzen enz. Het is natuurlijk ook van het grootste belang dat in het beleid de volksgezondheid wel degelijk primeert boven de politieke correctheid.
Christa Klaß (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, waarde collega's, we streven allemaal naar de gunstigste voorwaarden voor de Europese gezondheidszorg. Vooral in de Europese plattelandsgebieden in de grensregio's, waaronder mijn geboortestreek in de "Grande Région" van Duitsland, België, Luxemburg en Frankrijk, levert het vergroten van de zojuist besproken patiëntenmobiliteit een heel belangrijke bijdrage aan een betere en efficiëntere gezondheidszorg. Bij alles wat we ondernemen, moeten we echter wel de ethische normen van de lidstaten in acht nemen en behoeden. Dat geldt voor DNA-analyse evenzeer als voor kunstmatige bevruchting en is ook van toepassing op de zeldzame ziekten die in het verslag-Trakatellis aan de orde zijn. Onderzoek en behandeling van zeldzame ziekten moeten met meer politieke randvoorwaarden worden omgeven, willen zij tot betere resultaten leiden. Bedrijven investeren namelijk bij voorkeur in grote afzetgebieden.
In de strijd om de gezondheid van mensen mogen we echter niet spreken over uitroeiing van zeldzame ziekten door bijvoorbeeld de selectie van embryo's. Het gaat hier tenslotte toch om genezing. We hebben hier te maken met een verslag dat goede uitgangspunten bevat, maar dat vervolgens een richting kiest die helemaal verkeerd en moreel gevaarlijk is. Amendement 15 plaatst niet de genezing maar de selectie op de voorgrond. Maar wie bepaalt er dan welk leven de moeite waard is? Moeten we preventie gelijkstellen aan het voorkomen van leven? Dat denk ik niet. In mijn land en in veel andere lidstaten is de genetische diagnose voor inplanting met recht verboden. Ik ben onthutst over het feit dat in officiële Europese documenten zonder omhaal begrippen als "uitroeiing" en "selectie van gezonde embryo's" worden gebruikt. Het druist volledig in tegen het doel dat wij nastreven, namelijk de maatschappelijke erkenning en integratie van mensen met een handicap en mensen met een ziekte.
Ik doe een dringend beroep op u allen om tegen amendement 15 te stemmen. Op die manier kan het verslag-Trakatellis, dat voor de rest heel goed is, een ruime meerderheid halen.
Siiri Oviir (ALDE). – (ET) Ik ben van mening dat gecoördineerd optreden van de Europese Unie en de lidstaten op het gebied van zeldzame ziekten zonder meer cruciaal is. Ik onderschrijf het standpunt van de rapporteur dat deze aanbeveling van de Raad en het actieplan in zijn huidige vorm ontoereikend zijn, en dat het onmogelijk is om op die grondslag een functionerend programma in de Europese Unie op te stellen. Er zijn geen concrete aanbevelingen, noch exacte deadlines voor de tenuitvoerlegging.
Zonder inspanningen en financiële steun van de Europese Unie en de lidstaten is een doorbraak op dit terrein al helemaal niet mogelijk. Voor mij staat het volledig buiten kijf dat zeldzame ziekten bijzondere aandacht moeten krijgen, en we moeten tegemoetkomen aan de concrete behoeften van miljoenen burgers om hun een waardig leven in de toekomst te kunnen garanderen. Ik ben het niet eens met de bewering van de spreker van zo-even, de heer Claeys, dat derde landen debet zijn aan de terugkeer van tuberculose in de lidstaten. Ik kan me daar niet in vinden. Tuberculose is het gevolg van armoede en ontheemding, en in lidstaten met een lagere levensstandaard komt deze ziekte tegenwoordig weer vaker voor.
Daniela Filipiová , fungerend voorzitter van de Raad. − (CS) Dames en heren, ik wil uiteraard alle afgevaardigden bedanken voor hun voorstellen, opmerkingen en aanmerkingen. Met groot genoegen heb ik kunnen constateren dat de standpunten van het Parlement en de Raad wat deze kwestie aangaat in grote mate overeenkomen. Uiteraard kan ik het niet anders dan eens zijn met de rapporteur, de heer Trakatellis, dat deze ziekten weliswaar zeldzaam zijn, maar dat er toch nog altijd duizenden patiënten zijn die er aan lijden. Ik denk dat niet vaak genoeg gezegd kan worden dat patiënten dankzij betere coördinatie en samenwerking tussen de lidstaten middels gespecialiseerde instituten er op dit gebied verregaand op vooruit zouden kunnen gaan. In dergelijke instituten zouden de door commissaris Vassiliou genoemde schaalvoordelen gerealiseerd kunnen worden. De Raad zal alle amendementen van het Europees Parlement uiteraard zorgvuldig bestuderen en zal op basis daarvan besluiten of zij deze al dan niet zal opnemen in de finale versie van het voorstel voor een aanbeveling.
Androulla Vassiliou, lid van de Commissie. – (EL) Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, het debat van vandaag heeft aangetoond dat er enorme belangstelling bestaat voor deze belangrijke sector van de volksgezondheid.
Het Europees optreden op het gebied van zeldzame ziekten is een vraagstuk waarover overeenstemming bestaat tussen alle Europese instellingen. Ik ben het Parlement dan ook dankbaar voor zijn steun aan dit initiatief.
Zonder meer wordt erkend dat zeldzame ziekten een volksgezondheidssector zijn waarin men met zevenentwintig verschillende nationale aanpakken weinig kan bereiken en weinig efficiënt kan zijn. Met de onderhavige aanbeveling kunnen wij de bijzondere problemen aanpakken die zeldzame ziekten met zich meebrengen en het leven van de getroffen mensen verbeteren. Met dit optreden benaderen wij niet alleen patiënten maar ook familieleden en vrienden.
Dit alles zal in grote mate verwezenlijkt kunnen worden met de aanbeveling aan de lidstaten om plannen en strategieën op te stellen voor zeldzame ziekten, maar ook met de totstandbrenging van Europese referentienetwerken.
Wat het voorstel van rector Trakatellis aan de Commissie betreft om voor eind 2012 een verslag op te stellen en te presenteren met de resultaten van de aanbeveling, kan ik zeggen dat wij daar geen enkel bezwaar tegen hebben en er rekening mee zullen houden.
(EN) Vervolgens zou ik me graag willen richten op twee of drie verwijzingen die de geachte Parlementsleden hebben gemaakt. Allereerst wil ik verwijzen naar amendement 15 en zeggen dat ik graag zou willen benadrukken dat ethische kwesties buiten de reikwijdte van de EU vallen. Dat is vooral zo in dit geval, dit komt door de juridische verschillen tussen de lidstaten met betrekking tot bevolkingsonderzoeken en de ethische keuzen die gemaakt moeten worden op grond van die informatie.
Er werd gesproken over de behoefte aan financiering. Het is aan de lidstaten om te oordelen over de financiering van de behandeling van zeldzame ziekten. De Commissie hoopt dat deze voorstellen zullen helpen om het belang van een dergelijke investering te bekrachtigen, alsook een zo goed mogelijk gebruik van de financiële middelen die door Europese samenwerking beschikbaar zijn, te ondersteunen.
Wat aanvullende financiële steun door de Gemeenschap betreft: de grenzen van het huidige gezondheidsprogramma zijn te wijten aan de algemene financiële vooruitzichten die het Parlement en de Raad hebben vastgesteld. Als het Parlement vindt dat er meer communautaire financiële middelen nodig zijn voor zeldzame ziekten, dan moet het Parlement dit middels de begrotingsprocedures aan de orde stellen.
Mevrouw Corbey verwees tevens naar de steun die we patiëntenorganisaties moeten geven. De Commissie is het eens met het belang van patiëntenorganisaties. We werken er nauw mee samen en vooral met Eurordis. Onlangs heb ik als gastvrouw opgetreden bij de lancering van een boek waarin 12 000 verklaringen van patiënten staan. Die betrokkenheid van burgers is een wezenlijk onderdeel van het werk op dit gebied.
(EL) Mijnheer de Voorzitter, tot slot wil ik nog erop wijzen dat wij met een betere toegang van patiënten tot gespecialiseerde gezondheidszorg, met steun aan onderzoek voor de ontwikkeling van efficiënte therapieën en de totstandbrenging van grensoverschrijdende samenwerking, patiënten in staat hopen te stellen om gemakkelijker de specialisaties te vinden die zij nodig hebben.
Antonios Trakatellis, rapporteur. – (EL) Mijnheer de Voorzitter, ik dank de collega´s voor hun opmerkingen. Ook dank ik de Raad en commissaris Vassiliou voor hun interventies. De commissaris heeft blijk gegeven van een open geest en van bereidheid om tenminste in te stemmen met het amendement waarin wij de Commissie oproepen om uiterlijk eind 2012 een voorstel in te dienen. Dan kunnen wij snel vorderen op het gebied van zeldzame ziekten in Europa.
De Voorzitter. − Het debat is gesloten.
De stemming vindt over enige minuten plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 142)
Carlo Casini (PPE-DE), schriftelijk. – (IT) De preventie en behandeling van alle ziekten, ook de zeldzame, vergt een maximale inspanning van de publieke instellingen, maar het opofferen van mensenlevens is een te hoge prijs voor preventie en behandeling, ook al hebben andere mensen er baat bij. Dit zou fundamenteel in strijd zijn met de geest van de Europese Unie, die gebaseerd is op de erkenning van de gelijkwaardigheid van een ieder die tot de mensheid behoort. Genetisch onderzoek van embryo’s, uitgevoerd om de beste en de gezondste te selecteren en de andere om te brengen, is een onacceptabele discriminatie van mensen. Er zijn bepaalde lidstaten die dit toestaan, maar de Europese Unie mag wetten en praktijken die dit toestaan, niet aanmoedigen.
Ondanks mijn verbetenheid om alle ziekten te bestrijden, ben ik daarom tegen een tekst waarvan de waardevolle gedeelten in strijd zijn met de zeer negatieve inhoud van artikel 4, zoals die geamendeerd zal worden met amendement 15.