Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2009/2581(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0248/2009

Debatten :

PV 24/04/2009 - 5.3
CRE 24/04/2009 - 5.3

Stemmingen :

PV 24/04/2009 - 7.3
CRE 24/04/2009 - 7.3
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0311

Volledig verslag van de vergaderingen
Vrijdag 24 april 2009 - Straatsburg Uitgave PB

5.3. Humanitaire situatie van de bewoners van kamp Ashraf
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het debat over zes ontwerpresoluties over de humanitaire situatie van de bewoners van kamp Ashraf(1).

 
  
MPphoto
 

  Ana Maria Gomes, auteur. (EN) Mijnheer de Voorzitter, sommige leden van dit Parlement willen de leden van de Iraanse Volksmojahedin als helden of als een valabel alternatief voor het Iraanse regime voorstellen. Dat zijn ze echter niet.

Tijdens mijn bezoeken aan Irak heb ik Koerdische, soennitische, sjiitische, christelijke, Turkmeense en andere leiders horen klagen over de rol van de Iraanse Volksmojahedin als instrument van Saddam Hoessein tijdens de operatie Anfar in 1988, die uitmondde in moordpartijen zoals het bloedbad van Halabja. Ook de Iraakse delegatie die hier deze week aanwezig was, heeft dat bevestigd. Zij heeft ons tevens verzekerd dat de Iraakse grondwet de regering van Irak ertoe verplicht het volste respect op te brengen voor de mensenrechten van de bewoners van kamp Ashraf, ongeacht of zij met de hulp van het Bureau van de hoge commissaris voor de vluchtelingen van de VN en het Internationale Rode Kruis naar Iran of een andere bestemming willen vertrekken of als politieke vluchtelingen in Irak wensen te blijven met inachtneming van de Iraakse wetgeving.

Wij moeten begrip opbrengen voor het standpunt van de Iraakse regering, die wil voorkomen dat kamp Ashraf de betrekkingen van goed nabuurschap met Iran blijft schaden. De Irakezen kunnen Iran niet wegdenken. Het is er nu eenmaal. Het is een machtig buurland. Ofschoon de Volksmojahedin niet langer op de lijst van terroristische organisaties staat, is deze nog steeds een duistere beweging die hardhandig optreedt tegen leden die uit de organisatie willen stappen. Hoe het ook zij, de bewoners van kamp Ashraf zijn bovenal mensen wier mensenrechten geëerbiedigd moeten worden, los van het lot van de organisatie zelf of haar verleden. Zij moeten behandeld worden overeenkomstig de Conventie van Genève van 1951 betreffende de status van vluchtelingen en geen van de bewoners – ik herhaal, geen van de bewoners – mag worden gedwongen om naar Iran terug te keren.

Maar laat één ding duidelijk zijn. Deze resolutie gaat niet over het Iraanse regime, dat zich al decennialang schuldig maakt aan onderdrukking van de eigen bevolking, wanbeheer en destabilisatie van het Midden-Oosten. Degenen die beweren dat een stem voor de amendementen van de PSE-Fractie en de Groenen, waarmee wordt getracht om de toon van deze resolutie in evenwicht te brengen, een stem voor het Iraanse regime is, zijn te kwader trouw of hebben geen argumenten meer.

De geest van onze amendementen is eenvoudig. Wij willen een volledig beeld geven van de schendingen en de bedreigingen van de mensenrechten in en rond kamp Ashraf. Daarom verlangen wij bijvoorbeeld dat aan alle bewoners van het kamp toestemming wordt verleend om op een neutrale plaats geïnterviewd te worden door het Internationale Rode Kruis of het Bureau van de hoge commissaris voor de vluchtelingen van de VN, zonder de aanwezigheid van het kader van de Volksmojahedin, om op die manier inzicht te krijgen in hun reële wensen. Tevens verzoeken wij de leiders van de Volksmojahedin niet langer controle uit te oefenen op het leven van de bewoners van kamp Ashraf en hun met name toestemming te verlenen om het kamp te verlaten. Bovenal drukken wij echter onze bezorgdheid uit over de fysieke en psychologische dwang en de ernstige schendingen van de mensenrechten waarvan is aangetoond dat zij binnen de sekteachtige organisatie plaatsvinden. Om kort te gaan, wij hebben het hier over de individuele mensenrechten van de bewoners van kamp Ashraf. Ik stel dan ook voor dat wij bij de stemming de situatie van deze mensen en hun rechten voor ogen houden.

 
  
MPphoto
 

  Alejo Vidal-Quadras, auteur. (EN) Mijnheer de Voorzitter, wij gaan vanochtend stemmen over een gezamenlijke ontwerpresolutie, medeondertekend door vier fracties, over de situatie in het vluchtelingenkamp Ashraf in Irak. In dat kamp wonen 3500 volkomen weerloze Iraanse mannen en vrouwen, leden van de democratische oppositie tegen het fundamentalistische Iraanse regime. Tijdens de jongste weken heeft de factie van de Iraakse regering die onder invloed van het Iraanse regime staat hen onder druk gezet en geïntimideerd. De kans op een tragedie is groot. Er kan ieder moment een drama losbarsten dat te vergelijken is met de ontwikkelingen in de Balkan waarvan wij nog niet zo lang geleden getuigen zijn geweest.

Srebrenica ligt nog vers in ons geheugen en ik twijfel er niet aan dat alle leden van dit Parlement een tweede Srebrenica in Irak willen voorkomen. Onze ontwerpresolutie is een oproep om de publieke opinie over de gehele wereld te waarschuwen voordat zich een ramp voltrekt. Helaas hebben sommige collega’s amendementen ingediend die de bewoners in kamp Ashraf nog meer in gevaar brengen en het Iraanse regime en zijn afgevaardigden in Irak argumenten in de mond legt om onder deze mensen een bloedbad aan te richten.

Ik heb onlangs zelf een bezoek aan het kamp gebracht en ik kan u verzekeren dat de aantijgingen die in de bedoelde amendementen worden geformuleerd volkomen ongegrond zijn. De bewoners van Ashraf verblijven er vrijwillig. Zij zijn vrij om het kamp te verlaten wanneer zij willen en zij onderhouden vriendschappelijke betrekkingen met de Iraakse bevolking uit de omgeving. Onze ontwerpresolutie heeft ten doel deze mensen te beschermen. Als de genoemde amendementen worden aangenomen, zal het tegenovergestelde resultaat worden bereikt, en dat zou niemand begrijpen.

Waarde collega’s, dit is geen politieke kwestie: dit is een louter humanitaire aangelegenheid die bovendien ook nog bijzonder dringend is. Ik verzoek u dan ook met klem tegen alle amendementen op deze ontwerpresolutie te stemmen en de tekst te steunen zoals hij in onderling overleg is opgesteld door de vier ondertekenende fracties van zeer uiteenlopende politieke signatuur. Het leven van vele onschuldige en ongevaarlijke mensen is afhankelijk van uw stem. Laat hen alstublieft niet in de steek!

 
  
MPphoto
 

  Angelika Beer, auteur. (DE) Meneer de Voorzitter, waarde collega's, mijn fractie heeft deze resolutie niet ondertekend. Wij zullen dit alleen doen als de amendementen worden goedgekeurd die ik samen met Ana Gomes van de Sociaaldemocratische Fractie en met de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie heb ingediend.

Het gaat hier om de kwestie van de Mojahedin, ofwel de Mojahedin-e Khalq (MKO), een verzetsbeweging die niet op democratische leest is geschoeid. Ik kan er het volgende over zeggen: het gaat om een gedegenereerde organisatie die te vergelijken is met een religieuze sekte en die de eigen leden, ook die in het kamp, meedogenloos onderdrukt. De leden worden psychisch en fysiek onder druk gezet om in het kamp te blijven. Bij degenen die weigeren hieraan gehoor te geven, worden alle relaties verbroken. Ook vinden er gedwongen scheidingen en ontvoeringen van kinderen plaats. Een wredere vorm van onderdrukking is nauwelijks denkbaar.

Alle leden van de MKO leven zowel binnen als buiten het kamp in een volledig isolement. De MKO heeft iedere vorm van contact met de internationale pers en de media verboden. Bij interviews door de Amerikanen waren telkens kaderleden van de MKO aanwezig, waardoor mensen niet vrijuit konden spreken over hun echte problemen en zorgen.

In het verleden is de MKO ertoe overgegaan om leden uit het noorden van Irak uit te leveren aan de beulsknechten van Saddam Hoessein. Die mensen zijn in de Abu Ghraib-gevangenis vervolgens vreselijk gemarteld en ter dood gebracht. Dit zijn slechts enkele voorbeelden die duidelijk maken hoe belangrijk deze gemeenschappelijke amendementen zijn, en daarom vraag ik u om vóór de amendementen te stemmen. Als de amendementen worden verworpen – ik wil hier geen misverstand over laten bestaan – en als de tekst van de resolutie in zijn huidige vorm wordt goedgekeurd, dan stemt u ermee in dat de MKO doorgaat met de onderdrukking in een kamp waarover zij de regie voert. Maar u bent dan ook medeverantwoordelijk voor wat de MKO nu al doet, namelijk dat zij haar leden oproept tot zelfverbranding, mocht het kamp vallen en niet langer onder internationaal toezicht staan. Dat is het tegendeel van wat we willen bereiken, en daarom doe ik een klemmend beroep op u om de amendementen goed te keuren die de PSE en mijn fractie hebben ingediend.

 
  
MPphoto
 

  Erik Meijer, auteur. (EN) Mijnheer de Voorzitter, Iran wordt al dertig jaar lang bestuurd door een theocratische dictatuur. Die dictatuur dwingt haar onderdanen niet alleen zich aan de religieuze voorschriften te houden, maar probeert al wie zich niet voegt naar haar systeem te vermoorden. Gevolg hiervan is dat vele Iraniërs in ballingschap moeten leven, niet alleen in Europa maar ook in de naburige landen.

Na de Anglo-Amerikaanse militaire invasie van Irak werd de Iraniërs die daar in ballingschap leven bescherming tegen Iran toegezegd. Nu staan de buitenlandse troepen op het punt zich terug te trekken uit Irak. Ik steun die terugtrekking, maar ben mij bewust van een mogelijk onvoorzien gevolg, namelijk dat het theocratische regime in Iran de gelegenheid aangrijpt om de oppositie buiten de eigen grenzen aan te vallen. Iran stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat deze mensen naar Iran worden uitgezet om ze vervolgens te kunnen vermoorden. In Irak kunnen de Iraanse ballingen op heel wat solidariteit rekenen. De invloed van Iran op Irak is evenwel toegenomen omdat het merendeel van de inwoners van Irak ook sjiitische moslims zijn.

Ik heb schriftelijke vragen ingediend om de aandacht van de Raad te vestigen op de situatie van de 3400 mensen die in kamp Ashraf wonen. Het enige antwoord was dat de Raad deze kwestie nog niet had besproken. Vandaag behandelen wij hier een zeer belangrijke dringende resolutie over kamp Ashraf. In twee eerdere resoluties van 2007 en 2008 heeft dit Parlement de juridische status van de bewoners van Ashraf overeenkomstig de vierde Conventie van Genève bevestigd. Vandaag besteden wij bijzondere aandacht aan de huidige situatie door een resolutie aan te nemen die uitsluitend op Ashraf betrekking heeft. Deze tekst is een gezamenlijke tekst die is aangenomen door het merendeel van de fracties en die als evenwichtig kan worden aangemerkt. Doel is om een sterke boodschap uit te dragen naar de Iraakse regering en duidelijk te onderstrepen dat de rechten van de 3400 mensen in Ashraf, met inbegrip van duizend vrouwen, niet geschonden mogen worden onder druk van de Iraanse moellahs.

Daarom is het belangrijk dat wij een eenduidige boodschap uitdragen, zonder amendementen die de resolutie ondermijnen en afzwakken, aangezien het hier uitsluitend gaat om de humanitaire situatie van de bewoners van Ashraf. Wij moeten vermijden om wijzigingen in de slottekst van de resolutie aan te brengen die de situatie nog bemoeilijken of het leven van deze weerloze mensen in gevaar brengen.

De bewoners van Ashraf werden aan het begin van de invasie in 2003 door de VS-strijdkrachten met bommen bestookt. Later werden zij door de VS gescreend. Ook de Iraakse regering heeft elk van de mensen in Ashraf gescreend. Dat gebeurde in april van dit jaar. Alle bewoners zijn geïnterviewd, buiten Ashraf. Zij zijn aangemoedigd en aangespoord om het kamp te verlaten of terug te keren naar Iran. Slechts zes van hen zijn vertrokken: zes op 3400 mensen! Dat is de situatie, en wij moeten hun beslissing respecteren.

 
  
MPphoto
 

  Mogens Camre, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, de situatie in kamp Ashraf, waar 3500 leden van de voornaamste democratische Iraanse oppositiepartij verblijven, is sinds enige tijd reden tot grote bezorgdheid en is hier in dit Parlement tijdens de laatste jaren behandeld in diverse resoluties. In oktober vorig jaar heb ik samen met een delegatie van vier leden van dit Parlement een bezoek gebracht aan kamp Ashraf. Wij hebben er Amerikanen, Irakezen en VN-ambtenaren ontmoet. Zij beaamden allen onze bezorgdheid over de juridische status van de bewoners van Ashraf. De situatie is met name verontrustend sinds de VS-troepen de veiligheid van deze mensen begin dit jaar hebben overgedragen aan de Iraakse strijdkrachten.

Sindsdien is de situatie danig verslechterd. De Iraanse Opperste Leider heeft de president van Irak eind februari, tijdens een bezoek aan Iran, in een officiële bekendmaking verzocht uitvoering te geven aan de wederzijdse overeenkomst om kamp Ashraf te sluiten en al zijn bewoners uit Irak te zetten.

Sindsdien belegeren de Iraakse strijdkrachten het kamp. De Iraakse troepen hebben familieleden van bewoners van Ashraf, parlementaire delegaties, mensenrechtenorganisaties, advocaten, journalisten en zelfs artsen de toegang tot het kamp ontzegd en zij laten ook lang niet al het logistieke materiaal toe.

Gelet op deze omstandigheden achtte dit Parlement het absoluut noodzakelijk om deze zaak te behandelen als een dringende kwestie. Wij hebben met alle fracties samengewerkt en hebben een gezamenlijke tekst opgesteld die evenwichtig is, rekening houdt met al onze zorgpunten en de internationale organisaties oproept om op lange termijn een juridische status te vinden voor de bewoners van kamp Ashraf.

Helaas hebben de woordvoerders van Teheran, en hiermee bedoel ik degenen die de leugens uit de Iraanse hoofdstad geloven, een reeks amendementen ingediend. Ik meen dat wij duidelijk voor ogen moeten houden dat deze amendementen de veiligheid van de bewoners van Ashraf in gevaar brengen en derhalve verworpen moeten worden. Wij verzoeken u dan ook dringend de gezamenlijke tekst te steunen en tegen alle ingediende amendementen te stemmen.

 
  
MPphoto
 

  Marco Cappato, auteur. (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, wij spreken hier over een 'kamp' terwijl het in feite om een kleine gemeenschap van mensen gaat die op basis van een moeilijk politiek besluit de wapens heeft neergelegd; mensen die hun eigen bescherming feitelijk hebben toevertrouwd aan de internationale gemeenschap. De reden waarom we dit onderwerp vandaag als urgente kwestie behandelen, is het gevaar dat deze mensen massaal worden uitgezet en dat al hun rechten met betrekking tot het Iraanse regime voor eens en voor altijd worden geschonden.

Er kunnen ongetwijfeld vraagtekens worden gezet bij het niveau en de mate van democratie binnen de Volksmojahedin van Iran, hun organisatie, maar dat is niet de discussie die we moeten voeren en vormt ook niet de reden waarom we hebben verzocht de urgente procedure te gebruiken. De reden waarom we hebben verzocht om toepassing van de urgente procedure is dat we willen voorkomen dat deze kleine gemeenschap als geheel wordt aangevallen, dat de grondrechten van de bewoners met voeten worden getreden en dat ze in de handen van de Iraanse dictatuur terechtkomen.

Vandaar dat de amendementen die ter tafel zijn gebracht simpelweg kunnen leiden tot verwarring over de regelrechte urgentie en noodzaak van deze boodschap en daarom hoop ik dat ze niet worden aangenomen.

 
  
MPphoto
 

  Tunne Kelam, namens de PPE-DE-Fractie.(EN) Mijnheer de Voorzitter, wij proberen hier vandaag een mogelijke grootschalige, menselijke tragedie te voorkomen.

Bijna vierduizend mensen, leden van de Iraanse oppositie, lopen het gevaar spoedig door de Iraakse autoriteiten te worden uitgezet naar Iran, waar reeds meer dan tweeëntwintigduizend van hun vrienden zijn terechtgesteld. Er zij op gewezen dat dit de mensen zijn die ruchtbaarheid hebben gegeven aan het geheime nucleaire programma van Teheran en met vreedzame middelen oppositie voeren tegen een regime dat terrorisme exporteert.

Het is in het belang van de democratische geloofwaardigheid van de Iraakse regering en van de regering van de VS, die aan deze mensen de status van beschermde personen heeft toegekend, om hun leven te beschermen, hun vrije wil en waardigheid te eerbiedigen en hun overeenkomstig het internationaal recht een veilige toekomst te garanderen. Maar in de eerste plaats verzoeken wij de Iraakse regering de blokkade van kamp Ashraf op te heffen.

 
  
MPphoto
 

  Nicholson of Winterbourne, namens de ALDE-Fractie.(EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben van oordeel dat de heer Vidal-Quadras, een goede vriend van mij, en andere collega’s die hier eerder het woord hebben gevoerd, zich grondig vergissen en dat wij de amendementen wel degelijk moeten steunen, vooral omdat de Iraakse regering recentelijk meermaals heeft verklaard dat het niet in haar bedoeling ligt om de bewoners van kamp Ashraf te dwingen naar Iran terug te keren of naar een ander land uit te wijken.

De Iraakse regering heeft reeds herhaaldelijk verzoeken ingediend bij verschillende landen, met inbegrip van diverse EU-lidstaten, om deze mensen op te vangen, maar wij hebben die verzoeken afgewezen.

Van de 3400 mensen die in het kamp verblijven zijn er 1015 die een verblijfsvergunning bezitten en de status van ingezetene hebben in een bepaald land, waaronder tal van EU-lidstaten. Wij weigeren evenwel om deze mensen op te nemen. Waarom?

De meeste kampbewoners hebben onder het vroegere regime van Saddam Hoessein professionele militaire training gekregen en zij maakten deel uit van de presidentiële wacht en andere veiligheidstroepen tijdens de gewelddadige onderdrukking van de opstand van de Iraakse bevolking na de bevrijding van Koeweit in 1991.

Er zijn bewijzen te over dat deze mensen de Iraakse bevolking hardhandig hebben aangepakt toen het Iraakse leger weigerde om de door Saddam Hoessein opgedragen moorden uit te voeren. De families van de Iraakse slachtoffers kunnen dat niet vergeten en de Iraakse grondwet verbiedt de aanwezigheid van groeperingen als de NKO of de PKK op Iraaks grondgebied.

Tweeduizend van deze mensen hebben zich geregistreerd bij het Bureau van de hoge commissaris voor de vluchtelingen van de VN in de hoop te worden overgeplaatst naar landen die bereid zijn hen op te nemen, en de Iraakse regering werkt reeds enkele jaren nauw samen met dat bureau om andere landen ertoe aan te sporen deze mensen op te vangen.

Waarde collega’s, dit is een Iraakse aangelegenheid. Wat hier op het spel staat, is de soevereiniteit van Irak. Wij moeten dan ook vertrouwen hebben in de democratisch gekozen regering van het land. Het gaat hier om het recht en de plicht van de Iraakse regering en u kunt ervan op aan dat dit recht en deze plicht op correcte wijze worden vervuld.

 
  
MPphoto
 

  Charles Tannock (PPE-DE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben nooit een grote fan van de Iraanse Volksmojahedin geweest. Zij belijden een filosofie met islamitisch-marxistische wortels – wat op zich reeds een contradictio in terminis is – en zij genoten uiteraard gedurende vele jaren de bescherming van Saddam Hoessein, de Slager van Bagdad, die zij militair steunden.

De laatste jaren zijn zij echter van houding veranderd en hebben zij aan het Westen waardevolle informatie verschaft over de schending van de mensenrechten in Iran en de geografische ligging van de geheime Iraanse installaties voor de verrijking van uranium. Daarom was het betwistbaar of zij nu wel of niet op de EU-lijst van verbonden terroristische organisaties moesten blijven staan. Wat ik echter onbetwistbaar acht, is dat de bewoners van kamp Ashraf in Irak recht hebben op juridische bescherming van de regering en de geallieerde strijdkrachten en niet mogen worden uitgezet naar Iran, waar zij haast zeker gefolterd en mogelijkerwijs terechtgesteld zullen worden.

 
  
MPphoto
 

  Richard Howitt (PSE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, dit debat confronteert ons opnieuw met de beperkingen waaraan dringende kwesties onderhevig zijn. Het grote aantal verklaringen is te wijten aan het feit dat er onvoldoende tijd was voor behoorlijke onderhandelingen en raadpleging.

Ik wil hier onderstrepen dat de oorspronkelijke socialistische tekst duidelijk verzet aantekent tegen elke vorm van gedwongen uitzetting en aandringt op strikte naleving van de Conventie van Genève en onbelemmerde toegang voor internationale mensenrechtenorganisaties. Aangezien ikzelf een compromis heb bereikt waarin verschillende fracties hun steun hebben toegezegd voor de amendementen 2, 3 en 6 en de sociaaldemocratische fractie haar fiat heeft gegeven aan de gezamenlijke resolutie, wens ik de heer Vidal-Quadras en de andere sprekers erop te attenderen dat wie beweert dat deze amendementen gebruikt kunnen worden als voorwendsel om de bewoners van het kamp te vermoorden, de waarheid geweld aandoet. Ongeacht of mensen de PMOI goed- of afkeuren zou niemand hier in dit Parlement tijdens een debat over de mensenrechten protest mogen aantekenen tegen amendementen die ten doel hebben te waarborgen dat enige of alle betrokkenen overal ter wereld hun verplichtingen op het gebied van de mensenrechten nakomen.

 
  
MPphoto
 

  Jan Zahradil (PPE-DE ). – (CS) Mijnheer de Voorzitter, ik heb aan dertig seconden genoeg. Ik wil graag zeggen dat het mij een genoegen doet dat juist tijdens het Tsjechisch voorzitterschap de organisatie PMOI geschrapt is van de lijst van verboden organisaties van de Europese Unie, en dat we nu met de resolutie over kamp Ashraf de oppositie tegen het Iraanse regime blijven beschermen. Ik wil mijn dank uitbrengen aan iedereen die aan dit voorstel heeft meegewerkt, ongeacht hun politieke kleur en overtuiging, en ik hoop dat deze resolutie zal worden aangenomen in de vorm zoals zij is voorgesteld, zonder de wijzigingsvoorstellen, die de oorspronkelijke tekst in zeker zin zouden vervormen.

 
  
MPphoto
 

  Paulo Casaca (PSE).(PT) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wil graag bezwaar aantekenen tegen de stemming over deze gemeenschappelijke resolutie. De hier ingediende amendementen zijn in een ernstige mate misleidend.

Het is beslist niet waar dat er ook maar één vluchteling uit kamp Ashraf is die uit het alternatieve kamp naar Europa of zelfs maar naar een plaats binnen Irak is overgebracht met de hulp van het Hoge Commissariaat. Ik daag al degenen die beweren van wel uit om de Hoge Commissaris te vragen of er inderdaad iemand is overgebracht.

Dat zijn allemaal valse voorstellingen die maar één doel dienen – het vergemakkelijken van een bloedbad. Dat is waar het om gaat, niet meer en niet minder. Daarom vraag ik de indieners van deze amendementen om ze in te trekken. Het is beslist een schande; deze amendementen zijn een belediging voor dit Parlement.

 
  
MPphoto
 

  Antonio Tajani, vicevoorzitter van de Commissie. (IT) Mijnheer de Voorzitter, ik vraag u om te mogen spreken, maar dan wel op een moment waarop dat mogelijk is. Het feit dat alle afgevaardigden rondlopen, maakt dit wel heel erg lastig. Ik koester veel respect voor dit Parlement, maar het lijkt me echt onmogelijk om onder deze omstandigheden te spreken.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − U hebt gelijk.

Collega’s, het debat wordt niet gesloten voordat iedereen weer zit en stil is.

Ik richt mij tot de collega’s die zich in de gang bevinden en die aan het praten zijn: het debat wordt pas gesloten als de gesprekken zijn beëindigd en we naar de vicevoorzitter van de Commissie kunnen luisteren met gepast respect!

 
  
MPphoto
 

  Antonio Tajani, vicevoorzitter van de Commissie. (IT) Mijnheer de Voorzitter, ik wil u bedanken, omdat ik denk dat het een goede zaak is om deel te nemen aan debatten door te luisteren naar wat er wordt gezegd en door op gepaste wijze te spreken.

vicevoorzitter van de Commissie. (FR) Ik zal verder gaan in het Frans. Mijnheer de Voorzitter, dames en heren afgevaardigden, de Commissie blijft de ontwikkelingen van de toestand in Irak volgen, en zeker als het gaat om kamp Ashraf.

Zoals we allemaal weten heeft de regering van Irak in januari 2009 het bestuur over deze zone weer overgenomen. Wat de humanitaire situatie in het kamp betreft: de Commissie heeft van het Internationale Comité van het Rode Kruis en andere internationale organisaties die de ontwikkelingen in de regio volgen begrepen dat de levensomstandigheden in het kamp niet ernstig zijn verslechterd en dat er geen schendingen van de internationale overeenkomsten zijn gesignaleerd.

De Commissie sluit zich aan bij het standpunt dat de sluiting van het kamp binnen een zeker juridisch kader haar beslag dient te krijgen en dat daaruit geen bedreiging mag volgen voor het leven, en de fysieke en morele integriteit van degenen die er nu verblijven. De internationale normen moeten worden toegepast en het beginsel van niet-uitwijzing dient te worden gerespecteerd.

De Iraakse regering heeft herhaaldelijk aangegeven dat ze bereid is de inwoners van het kamp op een behoorlijke manier te behandelen en dat ze niet van plan is de leden van deze organisatie op een illegale wijze het land uit te zetten dan wel anderszins te dwingen Irak te verlaten.

De Commissie dringt hoe dan ook – zoals altijd – aan op het respect voor de rechtsstaat, en ze gaat ervan uit dat de regering van Irak zich dienovereenkomstig zal gedragen.

De Iraakse autoriteiten hebben bij een ontmoeting met de Commissie in maart 2009 herhaald dat ze de internationale humanitaire normen zullen respecteren en geen geweld zullen gebruiken – en zeker niet om gedwongen terugkeer naar Irak te bewerkstelligen.

Het Iraakse ministerie voor de mensenrechten voert nu individuele gesprekken met de kampbewoners om vast te stellen wat hun rechten zijn en uit te vinden of ze naar Irak willen terugkeren dan wel er de voorkeur aan geven naar een derde land uit te wijken.

In de loop van de afgelopen weken hebben sommige leden ervoor gekozen het kamp te verlaten en ze hebben dat zonder problemen kunnen doen. De Commissie steunt deze ontwikkeling. Als de kampbewoners willen vertrekken, dient de regering van Irak ze toe te staan zich in een ander land te vestigen en de daartoe benodigde formaliteiten te vergemakkelijken.

De Commissie zal de ontwikkelingen samen met de vertegenwoordigers van de lidstaten ter plaatse blijven volgen.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Het debat is gesloten.

De stemming vindt zo dadelijk plaats.

 
  
  

VOORZITTER: MARTINE ROURE
Ondervoorzitter

 
  

(1)Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid