Michl Ebner (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, de nieuwe rol van het Parlement na inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is buitengewoon belangrijk en ik hoop dat het Parlement de mogelijkheden die hieruit voortvloeien, kan benutten. Als lid van een van oudsher bestaande etnische minderheid ben ik met name blij dat de rechten van etnische minderheden in artikel 2 voor het eerst als individuele rechten vermeld worden. Ik hoop dat de groepsrechten zo snel mogelijk zullen volgen.
Na vijftien jaar als afgevaardigde in dit Parlement en vijftien jaar als afgevaardigde in Rome te hebben gewerkt, vertrek ik vrijwillig, uit eigen beweging, maar niet zonder een gevoel van weemoed. Als Italiaans staatsburger, met Duits als moedertaal, een Oostenrijks-Sloveense afkomst en een Tirools karakter – een ware Europeaan dus – doet het mij deugd dat wij elkaar hier allemaal als minderheden hebben teruggevonden en dat minderheden hier kansen krijgen. Velen hebben nog niet echt ervaren dat zij tot een minderheid horen. Ik hoop echter dat zij dat meer en meer zullen beseffen, en dat hoop ik evenzeer voor de landen. Ik dank u voor het begrip dat hier voor minderheden getoond is.
Laima Liucija Andrikienė (PPE-DE), – (LT) Ik heb voor het rapport en de resolutie van de heer Leinen gestemd om de volgende redenen. Wij roepen regelmatig dat het Europees Parlement de enige instelling van de Europese Unie is waarvan de leden rechtstreeks door de burgers worden gekozen. Desondanks waren de bevoegdheden van het Europees Parlement, gezien het een door het volk gekozen instelling betreft, mijns inziens tot nog toe onvoldoende.
Om die reden ben ik van mening dat de nieuwe bevoegdheden voor het Parlement die we vandaag hebben goedgekeurd, zijnde nieuwe medebeslissingsbevoegdheden, nieuwe begrotingsbevoegdheden, een nieuwe instemmingsprocedure en nieuwe toezichtsbevoegdheden, zeer belangrijk zijn. Ik ben tevens van mening dat het Verdrag van Lissabon de democratische legitimiteit van de Europese Unie aanzienlijk zal versterken, met name doordat de medebeslissingsbevoegdheid van het Parlement wordt uitgebreid.
Daniel Hannan (NI). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, nu begrijp ik de tactiek: de stemmen worden gewoon genegeerd en het Verdrag van Lissabon wordt uitgevoerd alsof het Franse, Nederlandse en Ierse electoraat ervoor heeft gestemd.
Een voor een worden de meest omstreden artikelen en bepalingen binnengesmokkeld: de minister van buitenlandse zaken en het buitenlandse beleid, het Handvest van de grondrechten en de harmonisatie van justitie en binnenlandse zaken. Daarna gaan de collega's naar de Ierse stemmers toe en zeggen: “Het is nu te laat om 'nee' te stemmen, want alles is al geregeld, dus jullie zouden alleen maar ergernis oproepen en jezelf isoleren nu in feite het grootste deel van het Verdrag van Lissabon de facto al van kracht is – al is het niet de jure.'
Ik weet niet of dat wel gaat werken. Dat zullen de Ierse kiezers zelf bepalen, maar het zou me teleurstellen als ze voor de druk zouden bezwijken. Ze moeten natuurlijk zelf beslissen, maar dit zijn wel de mensen wier voorouders de Britten van hun eiland verjoegen. Als ze nu het Europees Parlement zijn zin geven, denk ik dat ze als volk verzwakt zullen worden.
Syed Kamall (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik sluit mij graag aan bij al degenen die al lovende woorden over u gesproken hebben. Ik dank u zeer voor uw voorzitterschap en het geduld waarmee u ons altijd bejegend hebt als we het woord voerden.
Met betrekking tot het Verdrag van Lissabon vind het heel belangrijk dat we ons realiseren dat het nog niet geratificeerd is; we moeten niet doen alsof het al geratificeerd is. We mogen de wil van de kiezers die het nog niet geratificeerd hebben, en de landen die het nog niet geratificeerd hebben, niet negeren.
Laten we ook denken aan de aan het begin vastgestelde spelregels en niet proberen die regels halverwege te veranderen. De regels bij het begin van het grondwettelijk proces waren dat elk land het Verdrag tot vaststelling van de Europese Grondwet moest ratificeren, anders zou het van de baan zijn. Frankrijk en Nederland ratificeerden het niet, dus had de Grondwet afgedaan. Zo is het ook met het Verdrag van Lissabon: de spelregels waren dat elk land het moest ratificeren, anders zou het van de baan zijn. Toch besloten we, toen het Ierse volk 'nee' stemde, wel door te gaan en de Ieren opnieuw te laten stemmen.
Als u echt wilt dat het verdrag de wil van het volk weergeeft, dan doe ik het voorstel aan de Britse regering om de belofte in haar manifest na te komen en een referendum over het Verdrag van Lissabon te organiseren.
Gay Mitchell (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, het zou absoluut heel dom zijn van de Ieren als ze zouden luisteren naar de sceptische vleugel van de Britse Conservatieve Partij. Ik kan de heer Hannan verzekeren dat de Ieren zich niet zullen laten leiden door de sceptische vleugel van de Britse Conservatieve Partij en dat ook nooit hebben gedaan.
De agenda van die vleugel van de partij is ook zeker niet in het belang van Groot-Brittannië – alleen in het belang van de Conservatieve Partij. Het is een schande dat een land dat ons Winston Churchill geschonken heeft, deze mensen naar dit Parlement gestuurd heeft – mensen die hun eigen kleine belangen voorrang geven boven de belangen van het Britse volk en de belangen van Europa.
Het is raar deze Britse Conservatieven in het gezelschap te zien van de verzuimende Sinn Féin-partij; geen van beide groeperingen is vandaag of gisteren in dit Huis geweest. Ze komen niet opdagen. Ze doen niet mee in de commissies van dit Huis. Ik heb geen idee hoe ze hun salaris en onkostenvergoedingen ontvangen, maar ze hebben ons verteld dat goedkeuring van dit verslag – en andere verslagen – het ergste was dat in deze zittingsperiode kon gebeuren, en vervolgens komen ze niet eens stemmen. Dat is schandalig.
Robert Evans (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, na vijftien jaar wordt dit mijn laatste toespraak in het Europees Parlement en ik vind dat er maar weinig onderwerpen belangrijker zijn dan de hele asielzoekerskwestie en de manier waarop de Europese landen daarmee omgaan.
Er is ook geen eenvoudige oplossing van dit probleem. Als die er wel was, dan was er zo langzamerhand wel een land dat die oplossing gevonden had. De werkelijkheid is naar mijn mening dat de enige manier om het aantal wanhopige mensen te verminderen dat zijn toevlucht zoekt of asiel aanvraagt in een ander land dan het eigen land, is dat we iets doen aan de factoren die ertoe leiden dat ze zich gedwongen zien hun huis en land te verlaten. Daarom is het zo belangrijk dat wij in de EU, en in alle ontwikkelde democratische landen, advies, hulp en ondersteuning – inclusief financiële ondersteuning – bieden aan landen die te lijden hebben onder oorlog, geweld, ontbrekende mensenrechten of discriminatie.
Evenzeer moeten we de armoede in de wereld aanpakken, die bijdraagt aan de migratiedruk. We mogen mensen die gedwongen zijn asiel of een vluchtelingenstatus aan te vragen, nooit veroordelen. In plaats daarvan moeten we hen medeleven betonen en hen onze steun aanbieden. Dat is de uitdaging waar we in deze tijd mee geconfronteerd worden.
Daniel Hannan (NI). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, het recht je eigen grenzen te bewaken is een kenmerkende eigenschap van een soevereine staat en het gunnen van een verblijfsvergunning of van nationaliteitsrechten is een kenmerk van nationaliteit. Als we dat van een nationaal naar een Europees niveau overhevelen, behandelen we de EU als één rechtsgebied met eigen buitengrenzen en de overige attributen van nationaliteit. Daar is geen mandaat voor: niemand heeft gestemd voor de oprichting van zo'n Europees asielbureau. Maar natuurlijk roepen we hiermee een nieuwe bureaucratie in het leven, zodat er een gevestigd belang ontstaat in blijvende harmonisering van beleid op Europees niveau door de jaren heen, met of zonder de steun van de bevolking.
Met betrekking tot een ander onderwerp moet ik nog reageren op de aan mij gerichte opmerkingen van Gay Mitchell, de afgevaardigde van Dublin, even geleden. Hij wierp mij Winston Churchill voor de voeten en zei dat het een schande is dat de partij van Churchill mensen als ik naar Straatsburg gestuurd heeft.
Ik zal mijn toespraak afronden met een citaat van Churchill zelf over dit onderwerp. Hij zei: 'Wij hebben onze eigen droom en onze eigen taak. Wij zijn bij Europa, maar niet van Europa. We zijn ermee verbonden, maar er niet mee samengevoegd. We zijn geïnteresseerd en betrokken, maar er niet door opgeslorpt. En mochten Europese staatslieden de volgende, eeuwenoude woorden tot ons richten: “Is er iets om voor u te spreken tot den koning, of tot den krijgsoverste?”, dan moeten we hetzelfde antwoord geven als de Sunamitische vrouw: “Nee, heer, ik woon in het midden mijns volks”.'
Hannu Takkula (ALDE). – (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik wil heel kort zeggen dat ik voor het verslag van mevrouw Hieronymi heb gestemd. Ik wil mevrouw Hieronymi ook bedanken voor het feit dat zij in de Commissie cultuur en onderwijs zulk uitstekend werk heeft verricht op het gebied van audiovisuele zaken. Ik weet dat zij het Parlement gaat verlaten en dat dit haar laatste verslag was voor ons in het Europees Parlement, in ieder geval voorlopig.
Het is heel belangrijk dat het audiovisuele onderdeel van het programma MEDIA Mundus zodanig wordt uitgebreid dat het ook toegankelijk wordt voor derde landen, waaronder de Afrikaanse landen. Op die manier kan de samenwerking met deze landen worden uitgebreid. Dit is ook een uitstekende vorm van ontwikkelingssamenwerking en een manier om deze landen te helpen op hun weg naar een beter leven en betere ontwikkeling. Op die manier kunnen wij ook een ethische verantwoordelijkheid dragen, zoals dat hoort, voor de volken in Afrika. Maar bovenal wil ik met mijn interventie mevrouw Hieronymi bedanken voor haar uitstekende werk.
Neena Gill (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik vraag het woord om mijn steun uit te spreken voor het verslag-Costa. Ik maak me er echter zorgen over – en ik wil dat onder de aandacht van dit Huis brengen – hoe dit soort voorschriften gebruikt wordt om de concurrentie te verstikken, in plaats van om luchtvaartmaatschappijen te beschermen, wat het doel van deze wetgeving is.
Het is niet ongebruikelijk dat luchtvaartmaatschappijen 'slots' hamsteren. Ik zal u een voorbeeld geven: het vliegveld Birmingham in mijn eigen kiesdistrict. We hebben de opschorting door Air India van rechtstreekse vluchten naar Amritsar meegemaakt. Die uiterst populaire en winstgevende verbinding werd in oktober geannuleerd, waardoor klanten extra moesten reizen en extra moeite moesten doen om van andere vliegvelden te kunnen vertrekken. De reden voor de annulering was dat Air India haar uiterst waardevolle Heathrow-slots niet kwijt wilde. Het is werkelijk ongelooflijk dat er talloze andere luchtvaartmaatschappijen zijn die bereid zouden zijn van de slots gebruik te maken, maar dat niet kunnen omdat Air India er geen afstand van wil doen.
Ik hoop dat het gevolg van deze wetgeving zal zijn dat we ervoor kunnen zorgen dat luchtvaartmaatschappijen niet onnodig aan slots vasthouden. De Commissie moet goed opletten dat er geen misbruik van gemaakt wordt. Het is niet alleen dat ik een achterdochtig type ben, maar de kans bestaat dat de consument anders heel weinig meer te kiezen zal hebben.
Daniel Petru Funeriu (PPE-DE), – (RO) De situatie in de Republiek Moldavië is nu zonneklaar. We hebben te maken met een communistische partij die zich op dezelfde manier gedraagt als de communistische partijen in Sovjetstijl, die de helft van Europa in de twintigste eeuw in hun greep hielden. Er is een door democratie geïnspireerde oppositie die strijdt voor een Republiek Moldavië die naar Europese waarden wordt ingericht.
De resolutie waar we vandaag over stemmen zendt een krachtig politiek signaal aan Chisinau uit, maar dit signaal moet duidelijk wel worden ondersteund door specifieke acties van de Commissie en de Raad. Ik roep de Europese Commissie derhalve op actief met de democratische oppositie in Chisinau samen te werken om effectieve manieren te vinden om het democratisch bewustzijn in de Republiek Moldavië te versterken. De meest effectieve manier om dit te doen is, mijns inziens, door de visumplicht voor burgers uit de Republiek Moldavië binnen de Gemeenschap af te schaffen.
Ik wil de Raad duidelijk te kennen geven dat we ons geen illusies moeten maken. De sleutel naar democratisering in de Republiek Moldavië ligt nog altijd in Moskou. De Europese Unie moet actie ondernemen om deze invloed in te dammen. Bovendien toont de geschiedenis ons dat deze acties krachtdadig moeten zijn. De burgers van Moldavië verwachten van de Europese Unie exact hetzelfde als wat de burgers van Oost-Europa voor 1989 van het westen verwachtten.
Laima Liucija Andrikienė (PPE-DE), – (LT) Ik heb voor de resolutie inzake de situatie in Moldavië gestemd omdat ik op 5 april een van de internationale waarnemers was die toezicht hielden op de parlementaire verkiezingen in dat land. We waren allemaal getuige van de onlusten die na de verkiezingen in Moldavië uitbraken, maar nu, een maand na de verkiezingen, ben ik van mening dat het met name belangrijk is opnieuw te benadrukken dat de banden tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië zich verder moeten kunnen blijven ontwikkelen en dat we dit willen omdat we naar meer Europese stabiliteit, veiligheid en welzijn streven en omdat we naar nieuwe grenzen streven.
Nochtans moet de samenwerking van de Europese Unie met Moldavië gepaard gaan met een oprechte en duidelijke verplichting van de kant van de Moldavische regeringsinstanties om naar democratie te streven en de mensenrechten te respecteren.
Laima Liucija Andrikienė (PPE-DE), – (LT) Ik ben zeer opgetogen over de uitslag van de stemming over het verslag over de mensenrechten in de wereld in 2008. Ik ben met name verheugd over het standpunt van het Europees Parlement tijdens de stemming over het tweede amendement dat ging over paus Benedictus XVI.
Ik ben van mening dat de taal, beweringen en vocabulaire die in dit amendement werden gebruikt absoluut onaanvaardbaar zijn en ik kan me nauwelijks een situatie voorstellen waarin dit Parlement zijn zittingsperiode zou afsluiten met de goedkeuring van een verklaring die paus Benedictus XVI veroordeelt omwille van zijn uitspraken en zijn leer van de Kerk.
Ik feliciteer het Parlement derhalve met de goedkeuring van dit document, een belangrijk document over de situatie van de mensenrechten in de wereld in het afgelopen jaar, dat de belangrijkste problemen aankaart (doodstraf, marteling en andere wrede, onmenselijke behandelingen, de situatie van mensenrechtenactivisten, de situatie van vrouwen- en kinderrechten en allerlei andere zaken).
Bernd Posselt (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wil het Parlement bedanken dat het de schandalige aanvallen van de liberale fractie tegen de paus heeft afgewezen. Ook in de enigszins bijgeschaafde formulering van collega Lambsdorff zou het een schandalige verklaring geweest zijn. Ik wil duidelijk stellen dat hier geprobeerd wordt de grootste autoriteit op moreel gebied in de 21e eeuw, die meer dan een miljard katholieke aanhangers heeft en Europa en de wereld houvast biedt, over één kam te scheren met folteraars, schenders van mensenrechten en dictatoren. Dit is een ongehoorde gang van zaken waarvan de liberale fractie en de Duitse FDP de gevolgen nog zullen ondervinden.
Daniel Hannan (NI). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, elke keer als we over mensenrechten discussiëren, lijkt het wel alsof we het over een virtuele EU hebben: een Europese Unie die alleen in resoluties van het Parlement, persberichten van de Commissie en communiqués van de Raad bestaat. Het is een prachtige, vredige mensenrechten-EU, die haar waarden niet door middel van fragmentatiebommen verspreidt, maar door handelsakkoorden en partnerschapsovereenkomsten.
Maar ik vind dat er iemand moet zijn die er van een afstandje naar kijkt en vraagt waar die Europese Unie in de echte wereld ligt. In de echte wereld probeert Brussel wapens aan het communistische regime in Peking te verkopen en Taiwan te isoleren, bij de ayatollahs in Teheran in de gunst te komen, weigert Brussel zaken te doen met de anti-Castro-dissidenten in Cuba en worden er pogingen gedaan geld naar Hamas door te sluizen. Er worden protectoraten in Bosnië en Kosovo gerund – oftewel satraapschappen, zoals in de Ottomaanse tijd – en binnen haar eigen grenzen negeert de EU in referenda de wil van het volk.
Pas als we het grondrecht eerbiedigen dat we onze regering door onze keus in het stemhokje en het overheidsbeleid door onze stem binnen de Europese Unie kunnen wijzigen, misschien hebben we dan het morele recht verdiend om anderen de les te lezen.
Syed Kamall (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, een van de dingen waar een aantal van mijn kiezers zich zorgen over maakt is de enorme afkalving van burgerlijke vrijheden sinds de Labourregering in 1997 aan de macht is gekomen. Ze maken zich nog meer zorgen over de enorme uitholling van de burgerlijke vrijheden op EU-niveau. Een aantal verdragen, bijvoorbeeld het Verdrag van Prüm, heeft voor grote onrust gezorgd. Gelukkig heeft een recente uitspraak van het EHvJ ervoor gezorgd dat de Britse regering de gegevens en profielen van mensen wier onschuld bewezen is, heeft moeten teruggeven, terwijl die regering ze wilde behouden.
Uit de beslissing van de Britse regering om de profielen van onschuldige mensen pas te verwijderen na ten minste zes jaar, blijkt echter dat zij weinig respect heeft voor onze vrijheden. De beslissing geeft duidelijk aan dat in Groot-Brittannië het recht om als onschuldig beschouwd te worden tot het tegendeel bewezen is, alleen maar een loze kreet is en geen grondregel van de samenleving. Het is al erg genoeg dat de Britse politie toegang heeft tot deze grote hoeveelheid gegevens en persoonlijke informatie, maar nu zullen andere Europese regeringen er ook inzage in krijgen.
Het Verdrag van Prüm is de Europese wetgeving binnengedrongen zonder deugdelijk democratisch onderzoek. Het lijkt erop dat de persoonlijke gegevens van meer dan 3,5 miljoen mensen over de hele EU uitgestrooid zullen worden. Weinig mensen zullen dat een vertrouwenwekkende gedachte vinden.
Christopher Heaton-Harris (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik weet dat men hier weinig idee heeft van wat de mensen in Europa echt willen. Dit Parlement geeft er verre de voorkeur aan hen te vertellen wat het vindt dat ze zouden moeten willen. Ik ben niet aardig; ik neem aan dat de leden van dit Parlement echt wel begrijpen wat onze kiezers willen en wat ze van Europa vinden, maar velen van ons hier kan het gewoon niet schelen.
Het boeit ze niet om te luisteren naar minderheden in dit Parlement die vinden dat de EU de verkeerde richting opgaat, en ze laten zich zeker niets gelegen liggen aan de tegenstemmen in de in de EU gehouden referenda. Het kan ze niet schelen of ze hun zin krijgen doordat regeringen – zoals de regering van het Verenigd Koninkrijk – hun kiezers voorliegen, een vals mandaat krijgen, een referendum over deze kwesties beloven en die belofte vervolgens verbreken. Wat de mensen hier interesseert, is tijd. Waarom? Waarom is er zo'n haast bij om het Verdrag van Lissabon door alle 27 lidstaten te laten ratificeren? Het antwoord is heel eenvoudig: om het Britse volk invloed op dit onderwerp te ontzeggen.
Ik vertrek hier vandaag en hoop terug te keren in het parlement van mijn lidstaat, het House of Commons, om de mensen in Woodford Halse, Daventry, Long Buckby, Guilsborough, Brixworth, Earls Barton and elders in het kiesdistrict Daventry te vertegenwoordigen. Dat zijn mensen die er genoeg van hebben genegeerd te worden door de huidige Britse regering, de leden van dit Parlement en de Europese Commissie. Als ik in het House of Commons gekozen wordt, zal ik niet rusten voordat mijn kiezers iets te zeggen zullen hebben over dit verdrag. Gelukkig denk ik dat dat in het Verenigd Koninkrijk spoedig het geval zal zijn. Gaat u dus maar lekker door hier; het Britse volk zal heus wel een stem in het kapittel krijgen.
Glyn Ford (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag een stemverklaring afleggen over het verslag-Brok. Dat doe ik in de eerste plaats als eerbewijs aan het werk dat de heer Brok in dit Huis verricht heeft. In de tweede plaats wil ik laten zien dat ik de ratificering van het Verdrag van Lissabon steun, maar het allerbelangrijkste is dat ik er bij mijn regering op wil aandringen de extra zetel die het Verenigd Koninkrijk krijgt als het Verdrag van Lissabon wordt geratificeerd, toe te wijzen aan de bevolking van Gibraltar.
Ik ben er trots op dat ik Gibraltar de afgelopen vijf jaar in dit Parlement heb vertegenwoordigd en ik ga daar graag mee door. Toch moet ik eerlijk zeggen dat het moeilijk is voor de zeven leden die als vertegenwoordigers van Gibraltar gekozen zijn, om recht te doen aan het scala aan onderwerpen dat op ons bordje komt: mensenrechten, klokkenluiders, pensioenen, grensoverschrijdende vervuiling en, uiteraard, de bilaterale betrekkingen met Spanje.
Sommigen vinden dit buiten proportie. Gibraltar zou met een eigen zetel naar verhouding te veel krijgen. Ik kan u zeggen dat Denemarken jarenlang een zetel in dit Huis aan Groenland heeft gegeven. Groenland heeft ongeveer twee keer zoveel inwoners als Gibraltar. Denemarken gaf 8 procent van zijn zetels aan 50 000 mensen. Ik vraag de Britse regering minder dan 1,5 procent van de zetels te geven aan 26 000 mensen in Gibraltar.
Daniel Hannan (NI). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, in de tien jaar dat ik in dit Huis gezeten heb, heb ik naar heel veel onzin moeten luisteren, maar ik geloof niet dat ik ooit zulke onversneden kletskoek heb gehoord als gisteren in het debat over dit verslag uit de mond van archetypische federalisten als de heren Brok en Corbett, met hun gehuichel over de soevereiniteit van nationale parlementen – alsof ze daar ook maar iets om geven.
De soevereiniteit van een parlement betekent: de soevereiniteit van een volk. Een parlement is er niet om de privileges van parlementariërs te garanderen. Als we een parlement kiezen, vertrouwen we het voor een beperkte periode de bescherming van onze vrijheden toe. Nationale parlementariërs hebben niet het recht permanent van die vrijheden af te wijken zonder ruggenspraak te houden en het volk om een uitdrukkelijk mandaat te vragen.
In het Verenigd Koninkrijk hebben we 646 parlementariërs. 638 daarvan zijn gekozen op basis van de expliciete belofte dat zij de Europese Grondwet aan een referendum zouden onderwerpen voordat ze haar zouden ratificeren. Dit geklets over de wettigheid van de Europese Grondwet nu al die parlementariërs ermee ingestemd hebben, ontkracht niet het pleidooi voor een referendum; nee, het ontkracht de representatieve democratie die we hebben.
Als we eerbaarheid, betekenis en zin willen terugbrengen in de bestaande systemen van representatieve overheid, dan moeten we het volk vertrouwen en het zijn referendum gunnen – zoals we beloofd hebben. Pactio Olisipiensis censenda est!
Edite Estrela (PSE), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor het verslag gestemd over gendermainstreaming in de externe betrekkingen van de EU. Een betere integratie van vrouwen in de politiek, met name in de externe betrekkingen en de diplomatie, is essentieel voor de succesvolle uitvoering van het externe beleid van de EU, inclusief de beleidslijnen inzake steun, ontwikkeling, uitbreiding, nabuurschapsbeleid, het oplossen van conflicten, veiligheid, vredesopbouw en internationale handel.
Hoewel er op het niveau van de EU veel beleidsdocumenten zijn aangenomen op het terrein van gendergelijkheid en rechten van vrouwen, laat het praktische engagement op dit terrein te wensen over en zijn de begrotingsmiddelen die specifiek bestemd zijn voor genderkwesties ontoereikend. Ik vind het van belang te onderstrepen dat voor echte gendermainstreaming verklaringen op hoog politiek niveau niet volstaan, maar dat daarvoor ook de politieke wil nodig is van de leiders van de EU en van de lidstaten.
Charles Tannock (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) De Britse Conservatieve leden van dit Parlement zijn onverdeeld voorstander van een beleid van gelijke kansen voor en non-discriminatie van vrouwen bij de overheid en in het bedrijfsleven, op alle gebieden. De voorschriften in dit document zijn echter te gedetailleerd; er wordt geprobeerd tot in details alle aspecten van het externe beleid te beheersen. Men wil een Europees Instituut voor Gendergelijkheid oprichten, maar houdt geen rekening met de grote vorderingen die alle EU-instellingen al gemaakt hebben bij het bieden van alle beschikbare kansen aan vrouwelijk personeel. In het verslag wordt melding gemaakt van benchmarks en doelstellingen die wel erg op quota lijken, alleen niet zo genoemd worden, en er wordt gepleit voor de inzet van vrouwen in EVDB-missies, maar zonder duidelijkheid over hun gevechtsstatus te bieden. Daarom hebben de Britse Conservatieven zich van stemming over dit verslag onthouden.
Jan Andersson, Göran Färm, Inger Segelström en Åsa Westlund (PSE), schriftelijk. − (SV) Het Parlement heeft vandaag over een verslag over de nieuwe rol en bevoegdheden van het Parlement bij de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Lissabon gestemd. In het verslag worden adviezen gebundeld van verschillende commissies betreffende de veranderingen die het Verdrag van Lissabon inhoudt. In het verslag zegt het Parlement ingenomen te zijn met de grotere invloed die het op het wetgevingswerk in de EU zal hebben.
Wij hebben ervoor gekozen om voor dit verslag te stemmen omdat het Parlement zich moet voorbereiden om de veranderingen die in verband met zijn werkzaamheden zullen plaatsvinden als het Verdrag van Lissabon in werking treedt, uit te kunnen voeren. Onze stem mag echter op geen enkele manier worden gezien als het vooruitlopen op het ratificatieproces van de individuele lidstaten. Wij eerbiedigen het recht van elke lidstaat om zelf een beslissing te nemen over de ratificatie van het Verdrag van Lissabon volkomen.
Martin Callanan (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Het Europees Parlement heeft geen rol of verantwoordelijkheid bij de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Lissabon. Waarom niet? Omdat het verdrag nog niet in werking getreden is: de Ieren hebben er vorig jaar immers massaal 'nee' tegen gezegd. Het gepraat over de nieuwe rol en verantwoordelijkheden bij de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Lissabon is daarom ongelooflijk arrogant en symptomatisch voor de institutionele onverschilligheid voor de publieke opinie die de EU kenmerkt.
Ik hoop dat de Ierse kiezers die later dit jaar naar de stembus gaan, het Verdrag van Lissabon opnieuw zullen verwerpen. De leider van mijn partij, de Conservatieve Partij, David Cameron zet zich in voor een nationaal referendum over het Verdrag van Lissabon als het nog niet in werking is getreden. Ik hoop daarom dat de Britten de kans zullen hebben de laatste nagel in de doodskist van dit vervloekte verdrag te spijkeren. De Britse Conservatieven hebben een heel andere visie op de EU dan de visie die het Verdrag van Lissabon representeert; het is daarom terecht dat wij een nieuwe politieke groepering in het Europees Parlement gaan vormen om onze visie uit te dragen.
Edite Estrela (PSE), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor het verslag van rapporteur Jo Leinen gestemd. In dit verslag wordt een gedetailleerde analyse gepresenteerd van de nieuwe rol en bevoegdheden van het Europees Parlement bij de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Lissabon, vooral met betrekking tot de nieuwe medebeslissingsbevoegdheden, nieuwe begrotingsbevoegdheden, een nieuwe instemmingsprocedure, nieuwe toezichtsbevoegdheden, nieuwe rechten op informatie en nieuwe rechten van burgers.
Het eindresultaat is dat het Europees Parlement meer macht krijgt, met name in de vorm van medebeslissingsrecht, en meer invloed krijgt op de besluitvorming, wat de democratische legitimiteit van de Europese Unie ten goede komt.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) Deze resolutie maakt deel uit van een pakket van vijf resoluties, die vandaag worden goedgekeurd door het Europees Parlement, en die blijk geven van een uitgesproken minachting voor de democratische en soevereine wil van de Franse, Nederlandse en Ierse bevolking, die de zogenaamde Europese grondwet en het Verdrag van Lissabon hebben afgewezen. Daarmee is dit een onderdeel van het antidemocratische proces dat dit onacceptabele ontwerpverdrag wil doordrukken.
Met een totaal gebrek aan respect voor de democratische wil die deze bevolkingen tot uitdrukking hebben gebracht en voor de bepalingen uit de Verdragen zelf – goedgekeurd door de gezamenlijke rechtse en sociaal-democratische krachten – wordt de Ierse bevolking gedwongen tot een nieuw referendum (en wordt aan andere bevolkingen deze weg onthouden) en worden de druk en de bemoeienissen opgevoerd om mensen te dwingen dit verdrag te accepteren, dat het federalisme, neoliberalisme en militarisme van de EU zal opvoeren.
Dat is de hypocriete en cynische 'Europese democratie': diezelfde mensen die doen alsof er niet gezegd is wat er gezegd is (zoals de Portugese Socialisten en Sociaaldemocraten), onthouden de bevolking het recht op debat en volksraadpleging door middel van een referendum over het ontwerpverdrag van Lissabon; diezelfde mensen die de wil van het volk alleen respecteren als deze met die van hen strookt, vragen nu de inwoners van alle EU-landen hun vertrouwen aan hen te schenken en bij de komende verkiezingen voor het Europees Parlement op hen te stemmen ...
Je moet maar durven ...
Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. − (SV) Het Verdrag van Lissabon, dat voor 96 procent identiek is aan het ontwerp van grondwettelijk verdrag, is in het referendum in Ierland verworpen. Voordien werd het ontwerp van grondwettelijk verdrag verworpen in referenda in Frankrijk en Nederland.
De meerderheid in dit Parlement weigert haar politiek verlies toe te geven. Dat is een stuitende schending van de democratische beginselen en een al even stuitend voorbeeld van de arrogantie van de macht die kentekenend is voor de EU-samenwerking.
Het verslag van de heer Leinen over de nieuwe rol van het Parlement brengt hulde aan de stappen naar de Verenigde Staten van Europa die met het Verdrag van Lissabon worden gezet en aan het feit dat de EU ook op het gebied van onderwijs, waaronder sport, enzovoort actief zal worden.
Het zou wenselijk zijn geweest dat het verslag in plaats daarvan het probleem van het gebrek aan democratische legitimiteit van dit Parlement zou hebben behandeld. We steven opnieuw op verkiezingen af waarbij de opkomst volgens de voorspellingen erg laag zal liggen. De kiezers in de lidstaten voelen zich nog altijd erg weinig betrokken bij het uitermate centralistisch Europees Parlement. Zolang als het politieke debat van de representatieve democratie gericht blijft op de verkiezingen voor de nationale parlementen, zouden het de nationale parlementen moeten zijn die de hoogste besluitvormingsorganen in de Unie zijn, niet het Europees Parlement.
Martin Callanan (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Waarom praten we eigenlijk over het Verdrag van Lissabon terwijl het nog niet eens in werking getreden is? Waarom negeren we in feite de democratische wil van het Ierse volk, dat een jaar geleden tegen het verdrag gestemd heeft? Natuurlijk omdat de EU heel weinig geeft om de mening van het volk en vastbesloten is zo snel mogelijk tot een steeds hechter verbond te komen, ondanks het gebrek aan legitimatie daartoe van de bevolking. De Ierse kiezers zullen nogmaals hun stem moeten uitbrengen, alleen maar omdat de EU gewoon geen 'nee' accepteert.
De kloof tussen de EU en haar bewoners wordt steeds groter. Verwijzingen naar het Verdrag van Lissabon alsof het onontkoombaar is, bevestigen dit democratische tekort alleen maar. Om die reden, maar ook om vele andere redenen, ben ik blij dat de Britse Conservatieven in het volgende parlement deel zullen uitmaken van een nieuwe politieke groepering die zich wijdt aan de hervorming van de EU en aan bestrijding van het heersende dogma van een steeds hechtere unie – een gedachte die zo impopulair is gebleken en zoveel schade heeft aangericht in het noordoosten van Engeland, mijn regio.
Charlotte Cederschiöld, Christofer Fjellner, Gunnar Hökmark en Anna Ibrisagic (PPE-DE), schriftelijk. − (SV) Wij hebben voor het verdrag over de financiële aspecten van het Verdrag van Lissabon gestemd, dat gaat over hoe de begrotingsprocedure eruit zal zien als het Verdrag van Lissabon in werking treedt.
De delen van het verslag waarin wordt gesteld dat de EU eigen middelen moet hebben door de bevoegdheid om belastingen te heffen, steunen wij niet. Wij zijn ook tegen de invoering van flexibiliteitsmechanismen.
Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. − (SV) Het Verdrag van Lissabon, dat voor 96 procent identiek is aan het ontwerp van grondwettelijk verdrag, is in het referendum in Ierland verworpen. Voordien werd het ontwerp van grondwettelijk verdrag verworpen in referenda in Frankrijk en Nederland.
De meerderheid in dit Parlement weigert haar politiek verlies toe te geven. Dat is een stuitende schending van de democratische beginselen en een al even stuitend voorbeeld van de arrogantie van de macht die kentekenend is voor de EU-samenwerking.
Ik vind niet dat het Europees Parlement grotere invloed op de EU-begroting moet hebben. Tijdens mijn tijd in dit Parlement heb ik keer op keer vastgesteld hoe de federalistische meerderheid gul subsidies wil uitdelen aan alles gaande van culturele projecten tot structurele steun en meer EU-bureaucratie. Volgens de meerderheid in het Europees Parlement moeten alle verschillende belangengroepen in het regionaal beleid, de visserij- en de landbouwsector een deel van de Europese koek krijgen. In een aantal gevallen gaat het om uitgaven die pure pr-stunts zijn. Dat gulle uitgavenbeleid wordt door de EU gevoerd in een tijd van financiële crisis waarin de lidstaten in hun uitgaven voor gezondheidszorg, onderwijs en sociale zorg moeten snoeien.
Het belangrijkste van allemaal is dat het Europees Parlement tot dusver gelukkig geen al te grote invloed op het EU-landbouwbeleid heeft gehad, want anders zou de Unie in een val van protectionisme en zware subsidies aan alle verschillende groepen in de landbouwsector zijn gelopen.
Philip Bradbourn (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) De Britse Conservatieven hebben tegen het asielpakket gestemd omdat wij niet geloven in een communautaire benadering van het asiel- en immigratiebeleid, al vinden we samenwerking op dat gebied wel belangrijk. De beveiliging van nationale grenzen blijft voor ons een essentieel element van het overheidsbeleid op nationaal niveau.
Carl Lang en Fernand le Rachinel (NI) , schriftelijk. – (FR) Vijftien dagen geleden nam het Europees Parlement een verslag aan betreffende het gemeenschappelijk beleid inzake immigratie voor Europa, en daarmee legde het de basis voor een massale en door de Europese Commissie reeds geprogrammeerde immigratie. Vandaag is het de beurt aan de asielzoekers. Het is zaak een “Europa van het asiel” tot stand te brengen.
De niet onder stoelen of banken gestoken doelstelling is om hogere normen voor de behandeling van asielzoekers op het gebied van opvangvoorzieningen te waarborgen. Dat betekent niet alleen het harmoniseren van de minimumnormen voor de opvang van asielzoekers tussen alle lidstaten, maar ook het bevorderen van hun massale vestiging.
Hiertoe zal de werkingssfeer van deze toekomstige richtlijn worden verruimd tot alle personen die al dan niet rechtmatig het grondgebied van de Europese Unie betreden. De in de lidstaten bestaande administratieve beperkingen betreffende de toegang tot de arbeidsmarkt moeten allemaal worden afgeschaft. De lidstaat van opvang moet zorg dragen voor sociale, medische, psychologische, huisvestings- of rechtsbijstand. Op het verlenen van deze vormen van bijstand zal toezicht worden uitgeoefend en bij weigering zullen gerechtelijke stappen worden genomen … hetgeen heel vaak niet het geval is voor de onderdanen zelf …
Door deze tweede fase van het 'asielpakket' goed te keuren vergemakkelijkt en bevordert Brussel de wereldwijde immigratie richting Europa.
Wij zijn en blijven gekant tegen deze mondialistische visie die slechts beoogt de volken van Europa en de Europese naties te gronde te richten, niet meer en niet minder.
Martine Roure (PSE), schriftelijk. – (FR) Voor de laatste stemming van deze zittingsperiode wordt ons verzocht ons uit te spreken over het 'asielpakket'. Het betreft de uitkomst van een proces dat deze hele zittingsperiode heeft bestreken. Er is weliswaar enige vooruitgang geboekt, maar helaas blijven er verschillen van inzicht tussen de lidstaten als het gaat om de erkenning van de vluchtelingenstatus. Dit blijkt mijns inziens uit de tekortkomingen in de richtlijn betreffende de voorwaarden voor opvang van asielzoekers. Het zijn nog altijd de lidstaten die de eerste viool spelen, ten koste van de Europese eenheid die op dit punt noodzakelijk is. Ik hoop dat we deze situatie in de volgende ambtsperiode, in tweede lezing, kunnen omkeren om te komen tot een volwaardig Europees asielrecht dat deze uiterst kwetsbare mannen en vrouwen daadwerkelijk beschermt.
Charlotte Cederschiöld, Christofer Fjellner, Gunnar Hökmark en Anna Ibrisagic (PPE-DE), schriftelijk. − (SV) Wij, Zweedse conservatieven, hebben vandaag voor het verslag A6-0284/2009 van mevrouw Hennis-Plasschaert gestemd over de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze wordt ingediend.
Wij zijn ons ervan bewust en hebben er begrip voor dat het grote aantal mensen dat met boten via de Middellandse Zee aankomt, sommige van de kleine landen aan de zuidelijke zeegrens van de EU in een moeilijke situatie brengt, en wij zijn het ermee eens dat er iets moet worden gedaan om de situatie op te lossen.
Het is belangrijk dat het zogenaamde opschortingsmechanisme niet op een manier wordt geformuleerd die de prikkel voor de lidstaten om de norm voor de asiel- en opvangprocedure te verbeteren, weg dreigt te nemen, wat indruist tegen het basisidee van de gemeenschappelijke regelgeving.
Jan Andersson, Göran Färm, Anna Hedh, Inger Segelström en Åsa Westlund (PSE), schriftelijk. − (SV) Wij, sociaaldemocraten, zijn ingenomen met alle initiatieven die de situatie van asielzoekers en mensen zonder papieren verbeteren. Wij bepleiten een genereus gemeenschappelijk asiel- en migratiebeleid waarin de behoeften van de mensen centraal staan in overeenstemming met de verbintenissen die de lidstaten in de Verdragen van Genève aan zijn gegaan. Ook al houdt het “asielpakket” in dat een aantal goede stappen worden gezet, toch hebben wij ervoor gekozen om tegen de verslagen van mevrouw Hennis-Plasschaert en de heer Masip Hidalgo te stemmen.
Wij, sociaaldemocraten, betreuren het beleid dat door de rechtse meerderheid inzake asiel- en migratieaangelegenheden in het Europees Parlement wordt gevoerd. Wij distantiëren ons met name van het feit dat mondelinge informatie niet hoeft te worden verstrekt in een taal die ze begrijpen en dat inbewaringstelling niet hoeft te gebeuren binnen het kader van de Verdragen van Genève, alsmede van medische onderzoeken om de leeftijd te bepalen en van de kwestie van de gratis rechtsbijstand. Wij betreuren ook dat de rechtse meerderheid asielzoekers niet binnen zes maanden toegang tot de arbeidsmarkt wil geven.
Martin Callanan (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) De oprichting van dit bureau is weer een nieuwe stap in de richting van een gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid, een beleid dat ik ten zeerste afkeur. Ik ben van mening dat de vraag wie toegelaten moet worden tot het Verenigd Koninkrijk de verantwoordelijkheid dient te zijn van gekozen parlementariërs en rekenschap verschuldigde ministers in het Verenigd Koninkrijk zelf, niet de verantwoordelijkheid van de EU.
Als we de controle over het asiel- en immigratiebeleid afstaan aan de EU, dan zou dat ons nationaal belang ten zeerste schaden en zouden we in potentie blootgesteld worden aan grotere risico's in verband met terrorisme en georganiseerde misdaad.
De ontwikkeling naar een gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid is opnieuw een teken van de vastbeslotenheid van de EU om een gemeenschappelijke politieke entiteit met uniforme regels voor iedereen te creëren. Die visie op de EU delen de Britse Conservatieven niet en wij zullen een heel andere visie op de EU propageren wanneer we in het volgende Parlement een nieuwe politieke groepering vormen.
Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. – (FR) Alle verslagen inzake asiel waarover vandaag wordt gestemd hanteren een lakse en uitgebreide interpretatie van het asielrecht, die uiteindelijk nadelig zal uitpakken voor mensen die echt behoefte hebben aan internationale bescherming, om hun leven, hun lichamelijke integriteit of hun vrijheid te redden.
De nieuwe sociale, financiële en familiale rechten die u de lidstaten verplicht wilt laten toekennen aan asielzoekers, zullen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefenen op al diegenen in aanmerking willen komen voor economische immigratie, de diensten die zich met deze problemen bezighouden verder doen dichtslibben, en de behandeling van dossiers nog meer vertragen. En dat alles omdat u eens te meer de ogen sluit voor misbruik en omzeiling van procedures, en omdat u de rechten en de status die erkende vluchtelingen zouden kunnen krijgen, en de status die u wilt toekennen aan gewone asielzoekers nog altijd over één kam scheert.
Het meest onaanvaardbaar is echter het verslag-Lambert, dat voorziet in de oprichting van een zogenaamd Europees ondersteuningsbureau, dat naar eigen goeddunken asielzoekers kan verdelen over de landen van de Europese Unie.
Wij zijn geen tegenstander van intergouvernementele samenwerking op deze terreinen, met eerbiediging van het soevereine recht van de lidstaten om te beslissen wie hun grondgebied mag betreden, en onder welke voorwaarden, maar wij zijn wél tegen uw beleid.
Edite Estrela (PSE), schriftelijk. – (PT) Ik heb voor het verslag-Zwiefka gestemd, omdat ik het van groot belang vind dat er een procedure komt voor de onderhandelingen over en de sluiting van internationale overeenkomsten door lidstaten op gebieden die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen, in gevallen waarin de Gemeenschap niet heeft besloten haar bevoegdheid uit te oefenen.
Met andere woorden: op dit moment kan Portugal bepaalde internationale overeenkomsten niet afsluiten om juridische samenwerking te versnellen, onder andere op het gebied van echtscheidingen en nietigverklaring van huwelijken, omdat de Gemeenschap geacht wordt gedeeltelijke bevoegdheid op deze terreinen te hebben verworven. Dankzij dit voorstel kunnen dergelijke overeenkomsten worden afgesloten, mits de Gemeenschap niet voornemens is een overeenkomst op dit terrein af te sluiten met een derde land, of deze al heeft afgesloten. Ik vind het van groot belang dat de onderhandelingen over deze verordening zo snel mogelijk wordt afgerond, aangezien dit niet alleen in het belang van de Portugese burgers is, maar van alle burgers in Europa.
Marie-Hélène Descamps (PPE-DE), schriftelijk. – (FR) De betrekkingen die zich hebben ontwikkeld tussen de audiovisuele sectoren in de lidstaten van de Unie en die in derde landen moeten worden voortgezet en versterkt in het belang van vakmensen maar ook van de consument. Het audiovisuele samenwerkingsprogramma MEDIA Mundus dat vandaag door het Europees Parlement is goedgekeurd, en dat ik steun, past in dit streven.
Het biedt namelijk een geschikt kader om het concurrentievermogen en de wereldwijde verspreiding van audiovisuele werken te bevorderen. Dit door het Europees Parlement geïnitieerde programma zou bovendien moeten bijdragen aan de culturele diversiteit en een echte toegevoegde waarde vormen ten opzichte van de acties die de Unie en de lidstaten op dit terrein reeds op touw hebben gezet.
De inspanningen van onze rapporteur om te komen tot een akkoord in eerste lezing zouden dan ook snel nieuwe afzetmogelijkheden moeten opleveren en vakmensen in de audiovisuele sector uitzicht moeten bieden op duurzame arbeidsrelaties met hun collega's in derde landen.
Jim Higgins (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Ik heb tegen het rapport-Costa over luchthavenslots gestemd om aandacht te vragen voor het volledig ontbreken van overleg met de luchtvaartautoriteiten, het ontbreken van een debat met leden van het Parlement en de gehaaste aanpak van deze wetgeving. Deze maatregel zal de problemen in de luchtvaartsector alleen maar verergeren.
Edite Estrela (PSE), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor het verslag-Deprez gestemd. Deze verordening dient ter vaststelling van een procedure voor de onderhandelingen over en de sluiting van bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen. Ik vind het van groot belang dat er een procedure komt voor de onderhandelingen over en de sluiting van internationale overeenkomsten door lidstaten in gevallen waarin de Gemeenschap niet heeft besloten haar bevoegdheid uit te oefenen.
Om een voorbeeld te noemen: op dit moment kan Portugal bepaalde internationale overeenkomsten niet afsluiten om juridische samenwerking te versnellen, onder andere op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid, onderhoudsverplichtingen en echtscheiding, omdat de Gemeenschap geacht wordt gedeeltelijke bevoegdheid op deze terreinen te hebben verworven. Dankzij dit voorstel kan de Commissie toestemming verlenen voor het afsluiten van dergelijke overeenkomsten.
Gezien de nauwe banden die Portugal onderhoudt met bepaalde landen, vooral met landen van de Gemeenschap van Portugeessprekende landen, is het van groot belang dat Portugal op het gebied van het familierecht voortgang kan maken met de erkenning van de rechten van Portugese burgers in die landen, door het afsluiten of wijzigen van bilaterale overeenkomsten. Hoewel ik Portugal als voorbeeld neem, ben ik van mening dat het minstens net zo belangrijk is voor burgers uit andere EU-landen dat deze verordening zo snel mogelijk wordt aangenomen.
Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. − (SV) Het Europees Hof van Justitie heeft vastgesteld dat de Gemeenschap geen exclusieve bevoegdheid heeft om op bepaalde gebieden internationale overeenkomsten met derde landen te sluiten. Dezelfde bepalingen beletten individuele lidstaten die eerder bilaterale overeenkomsten met derde landen hebben gesloten of in toekomst willen sluiten, om dat te doen, omdat dit niet verenigbaar wordt geacht met het EG-Verdrag. In uitzonderlijke gevallen kan de EU lidstaten echter machtigen om bilaterale overeenkomsten te sluiten: als de Gemeenschap geen belang heeft om een overeenkomst met het derde land te sluiten, als de individuele lidstaat een specifiek belang heeft in de overeenkomst en als de overeenkomst geen negatieve gevolgen heeft voor het Gemeenschapsrecht.
Wij van Junilistan zijn voor de verwezenlijking van de interne markt en steunen het werk om op EU-niveau oplossingen te vinden voor de uitdagingen waar wij op het gebied van milieu mee worden geconfronteerd. Op die gebieden aanvaarden wij een bepaalde mate van supranationalisme. Wij verzetten ons echter tegen de bovenstaande supranationale wetgevingsmaatregelen. Individuele lidstaten moeten vanzelfsprekend de mogelijkheid hebben om bilaterale rechtsgeldige overeenkomsten met derde landen te sluiten als ze van oordeel zijn dat zulke overeenkomsten beter voor hen zijn dan de op EU-niveau bestaande overeenkomsten. Dat nu een beperkte mogelijkheid tot zelfbeschikking wordt voorgesteld door de invoering van een onderhandelingsprocedure is natuurlijk goed, maar het is een schrale troost die niets verandert aan het duidelijke, zij het onuitgesproken doel om een EU-staat tot stand te brengen.
Erik Meijer (GUE/NGL), schriftelijk. − Met betrekking tot de recente protesten tegen de verkiezingsuitslag in Moldavië heeft mijn fractie een afzonderlijke resolutie ingediend, die afwijkt van het compromis tussen vier fracties. Tussen beide resoluties bestaat geen verschil als het gaat om de keuze voor vrije en eerlijke verkiezingen. Er bestaat wel verschil waar het gaat om de beoordeling van de regering en de meerderheidspartij in dat land.
Mijn fractie volgt de redenering dat de protesten zijn georganiseerd door niet-democratische krachten die de herhaalde keuze van de helft van de kiezers voor de communistische partij willen aanvechten. Bovendien wordt ervan uitgegaan dat die protesten zijn georganiseerd vanuit het buurland Roemenië, dat Moldavië wil inlijven. Op grond van die overweging stemt mijn fractie in meerderheid tegen de gezamenlijke resolutie. Ik zal daarentegen vóór deze resolutie stemmen.
Veel Moldaviërs hebben de Roemeense nationaliteit aangevraagd. Politieke contacten met de huidige regeringspartij mogen niet verhinderen dat we de eventuele wens van een groot deel van de bevolking voor aansluiting bij Roemenië respecteren. Die wens wordt gestimuleerd, doordat verdere uitbreiding van het aantal lidstaten binnen de EU geen steun meer heeft van de publieke opinie. Aansluiting bij Roemenië wordt dan de enige weg om de EU binnen te komen.
Czesław Adam Siekierski (PPE-DE), schriftelijk. − (PL) Moldavië heeft met grote politieke en economische problemen te kampen. De dramatische gebeurtenissen na de verkiezingen, die zich op 5, 7 en 8 april in de straten van Chisinau hebben voorgedaan, maken duidelijk dat de samenleving, met name de jongeren, verlangen naar verandering en een snelle aansluiting bij de Europese Unie. De communisten houden essentiële hervormingen tegen en onderhandelen met Rusland, hoewel ze officieel achter de toenadering tot de Europese structuren staan.
We zouden Moldavië hierbij moeten helpen. Een grotere betrokkenheid van de Europese Unie zal de Moldavische regering en bevolking meer zekerheid bieden dat de Europese Unie en een mogelijk lidmaatschap een haalbare kaart zijn.
De regering moet werk maken van een aantal fundamentele hervormingen, zodat het land zich zowel op politiek als op economisch gebied normaal kan ontwikkelen. Deze hervormingen zijn gericht op de invoering van een markteconomie, de democratisering van het burgerlijke leven en de eerbiediging van de burgerrechten.
Silvia-Adriana Ţicău (PSE), schriftelijk. – (RO) Ik heb voor de resolutie van het Europees Parlement over de situatie in de Republiek Moldavië gestemd. Ik denk dat het buitengewoon belangrijk is dat alle fracties aandacht en steun aan dit onderwerp schenken.
Als lid van de Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement, sta ik erachter dat de Europese Unie de Republiek Moldavië alle steun blijft verlenen die zij nodig heeft om haar Europese roeping te kunnen vervullen, overeenkomstig de aspiraties van haar bevolking. Het is van belang dat de Republiek Moldavië zich economisch ontwikkelt en dat ze haar burgers zo goed mogelijke levensomstandigheden biedt en de kans om hun potentieel te verwezenlijken. Ik vind dat Roemenië, als EU-lidstaat die aan de Republiek Moldavië grenst, in het kader van een overeenkomst ter bevordering van samenwerking, goed nabuurschap en wederzijds respect, aan de economische en sociale ontwikkeling van dit land moet bijdragen.
Martin Callanan (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Een van de positieve aspecten van de EU is de manier waarop zij probeert waarden als democratie, mensenrechten en goed bestuur over de hele wereld te verspreiden door middel van haar relaties met derde landen. Maar het is wel zeer ironisch dat de EU zo gespitst is op democratie elders in de wereld, terwijl binnen de EU zelf de democratie genegeerd wordt, zoals blijkt uit de reactie op de Ierse verwerping van het Verdrag van Lissabon.
Ik wil graag uw aandacht vragen voor twee delen van de wereld. De eerste regio is Centraal-Azië. Ik ben me bewust van het strategische belang van die regio voor de EU, maar ik vind dat blijvende betrokkenheid van de kant van de EU gepaard moet gaan met vooruitgang op het gebied van de mensenrechten en de democratisering in Centraal-Azië.
In de tweede plaats wil ik graag de mensenrechtensituatie in de autoritaire communistische dictatuur China afzetten tegen de krachtige, vrije democratie Taiwan. Het niveau van de mensenrechten in Taiwan is uitzonderlijk hoog voor het oosten van Azië en Taiwan kan een voorbeeld zijn voor China bij de vraag wat samenlevingen kunnen bereiken als ze de moedige beslissing nemen werkelijk vrij te worden.
Avril Doyle (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) In dit verslag over het jaarverslag over de mensenrechten in 2008 worden acties op het gebied van de mensenrechten in de wereld geëvalueerd en wordt opgeroepen tot verbetering op sommige belangrijke terreinen.
Wat betreft amendement 2: ik ben het zeer oneens met het geciteerde standpunt van paus Benedictus over het profylactische gebruik van condooms om de verspreiding van hiv/aids te voorkomen, maar ik kan dit amendement vanwege de gratuite en onnauwkeurige formulering ervan niet steunen.
Edite Estrela (PSE), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor het jaarverslag over de mensenrechten in 2008 gestemd. Dit verslag heeft twee belangrijke doelstellingen. Enerzijds voorziet het verslag in een referentiebasis om te weten welke maatregelen de EU gedurende een jaar heeft genomen en om het optreden te bespreken en beoordelen, teneinde eventueel overige maatregelen te verbeteren, corrigeren of uit te breiden. In de tweede plaats heeft het verslag tot doel, zoals het zelf aangeeft, een zo groot mogelijk publiek, zowel in Europa als buiten de Uniegrenzen, te informeren over de acties van de EU ter bevordering van de mensenrechten wereldwijd.
Ik vind het van groot belang dat er een debat komt om prioriteiten vast te stellen, te bepalen welke kwesties Europees optreden vereisen en situaties die bijzonder toezicht vereisen. te blijven volgen en regelmatig te beoordelen.
Dit verslag gaat ook in op de situatie van de rechten van vrouwen en laat zien dat daar nog een kloof gaapt die gedicht moet worden door specifiek beleid en acties van de EU, in het belang van de mensenrechten van vrouwen.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) Je hoeft maar naar de inhoud van de resolutie over de situatie in Palestina te kijken om te zien dat dit een onacceptabele exercitie in hypocrisie en cynisme is van een meerderheid van het Europees Parlement ten aanzien van de mensenrechten (in de wereld).
De resolutie bevat niet één woord ter veroordeling van de wrede agressie van Israël tegen het Palestijnse volk, die door niets te rechtvaardigen valt. De resolutie praat de barbaarse praktijken goed die tegen de Palestijnse bevolking op de Gazastrook worden uitgevoerd – en die zijn aangeklaagd en veroordeeld in de resolutie van de VN-Raad voor de mensenrechten – en heeft geen woord van solidariteit over voor het Palestijnse volk, dat het slachtoffer is van grove schendingen van de mensenrechten door het Israëlische leger, door het Israëlische staatsterrorisme.
Deze resolutie bevat elementen waar wij achter zouden kunnen staan, maar die wegen niet op tegen het feit dat dit jaarlijkse initiatief van het Europees Parlement in essentie niet meer is dan een vileine exercitie in het manipuleren van de mensenrechten en het onacceptabele misbruik daarvan als interventiewapen door de grootmachten van de EU (en haar grote financiële en economische belangen) tegen volkeren die opkomen voor hun soevereiniteit en hun rechten.
We verklaren hierbij nogmaals dat men op ons kan rekenen bij het verdedigen van de mensenrechten, maar reken niet op ons bij dit soort hypocriete exercities.
Filip Kaczmarek (PPE-DE), schriftelijk. − (PL) Ik heb voor het verslag van de heer Obiols i Germà gestemd met betrekking tot de mensenrechten in de wereld in 2008 en het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie. Ik heb voor gestemd omdat het schandalige amendement met aantijgingen aan het adres van paus Benedictus XVI is verworpen. Wie de paus als een bedreiging voor de mensenrechten beschouwt, zet de wereld op zijn kop. Ik begrijp de auteurs van dit amendement niet.
Helaas worden de mensenrechten op tal van plaatsen in de wereld geschonden. De Europese Unie moet haar betrokkenheid tonen, dit soort situaties veroordelen en vastberaden optreden. De katholieke kerk en een groot aantal andere godsdiensten zijn onze bondgenoten in de strijd om de eerbiediging van de menselijke waardigheid te garanderen. De aanval op de paus geeft alleen blijk van cynisme aan de vooravond van de verkiezingen en van gevaarlijk radicalisme. Het is jammer dat bepaalde Parlementsleden aan het einde van deze zittingsperiode in een zo pijnlijke situatie verzeild zijn geraakt.
Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. − (SV) Een zelfstandig buitenlands beleid is noodzakelijk voor het behoud van de nationale soevereiniteit. De buitenlandse betrekkingen van elke lidstaat moeten aan democratische controle zijn onderworpen. De EU mag geen gemeenschappelijk buitenlands beleid voeren omdat dat het volk zijn mogelijkheden kan ontnemen om zijn gekozen politici verantwoording af te laten leggen voor hun optreden in hun betrekkingen met vreemde landen.
Het onderhavige verslag bevat een aantal belangrijke formuleringen ter ondersteuning van specifieke aspecten van de mensenrechten. Ik heb vanzelfsprekend voor die formuleringen gestemd. Het verslag als geheel is echter een manier om de standpunten van de EU in het buitenlands beleid te bevorderen.
Daarom heb ik bij de eindstemming tegengestemd.
Søren Bo Søndergaard (GUE/NGL), schriftelijk. − (DA) Ik erken het belang van de in de resolutie opgenomen doelstelling om de mensenrechtensituatie in een aantal kwetsbare landen te verbeteren. Ik deel de in de resolutie vervatte ambitie om de toepassing van de doodstraf uit te bannen en de arbeidsomstandigheden van mensenrechtenactivisten en ngo's te verbeteren. Tegelijkertijd ben ik het ermee eens dat er eisen moeten worden gesteld aan de mensenrechten in de landen waarmee de EU samenwerkt.
Desondanks kan ik niet voor de resolutie stemmen, aangezien ik er absoluut op tegen ben dat er in de resolutie wordt gesproken over een vertraging in de ratificatie van het Verdrag van Lissabon, wat een belediging is voor de Ierse bevolking, die dit verdrag heeft afgewezen. Tevens ben ik tegen de ambitie om gemeenschappelijke structuren en personeel te hebben voor het creëren van de feitelijke EU-ambassades. Ik ben van mening dat de EU op dit gebied noch bevoegdheid heeft, noch bevoegdheid zou moeten hebben.
Charles Tannock (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Ik ben het niet eens met amendement 2, waarin de rooms-katholieke kerk en haar leider, paus Benedictus, bekritiseerd worden vanwege zijn standpunten over het gebruik van condooms. Het Parlement is zo verstandig geweest dit amendement te verwerpen. Er is weinig bewijs dat de bevordering van condoomgebruik de besmetting met aids daadwerkelijk voorkomt.
Paus Benedictus heeft recht op zijn eigen standpunten. Dat is zijn mensenrecht, of anderen het nu wel of niet met hem eens zijn. Ik vraag me af of de auteurs van dit verslag een leider van een andere belangrijke wereldgodsdienst op dezelfde vijandige wijze hadden durven bekritiseren. Het is de rol van de rooms-katholieke kerk de gelovigen te leiden, niet om geleid te worden. We moeten een kerk en een godsdienst waarop de waarden van onze Unie zijn gegrondvest, meer respect betonen.
De Britse Conservatieven in dit Parlement zijn voorstander van strenge mensenrechtennormen in de wereld, maar hebben zich over het algemeen van stemming onthouden bij de eindstemming, omdat in het verslag onderwerpen als 'voortplantingsrechten' – waarmee feitelijk abortus bedoeld wordt – en de doodstraf behandeld worden, onderwerpen die voor ieder individueel lid gewetenskwesties zijn, en omdat erin gepleit wordt voor zaken als het Internationaal Strafhof en het Verdrag van Lissabon, waar onze partij tegen is.
Geoffrey Van Orden (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Ik ben een groot voorstander van werkelijke mensenrechten en heb daarom geen enkel probleem met vele elementen in dit verslag. Ik ben zelf verantwoordelijk geweest voor de introductie van een alinea waarin de Raad en de lidstaten verzocht wordt doeltreffender maatregelen te nemen met betrekking tot de door het Mugabe-regime in Zimbabwe veroorzaakte mensenrechtencatastrofe.
In het verslag wordt echter consequent en op onverantwoordelijke wijze naar de EU verwezen alsof deze organisatie een soevereine staat is. Bij de behandeling in de commissie heb ik, samen met andere leden van het Parlement, zonder succes geprobeerd die verwijzingen te laten verwijderen. De gedachte dat individuele lidstaten hun nationale privilege wat betreft mensenrechtenzaken zouden overdragen aan de Europese Unie, hetzij in het forum van de Verenigde Naties, hetzij elders, is volstrekt onaanvaardbaar. Ik maak ook bezwaar tegen de gratuite en onnodige verwijzingen naar het Verdrag van Lissabon, waar de Conservatieven en vele anderen zich steeds tegen verzet hebben. Daarom heb ik mij bij de eindstemming over het verslag van stemming onthouden.
Anna Záborská (PPE-DE), schriftelijk. – (SK) Artikelen 84 en 96 van het verslag gaan over de mensenrechtensituatie op Cuba. Helaas moet worden opgemerkt dat, ondanks internationale druk, er nog steeds sprake is van aanhoudende intimidatie, ondervragingen en geraffineerde vormen van geweld tegen de Dames in het Wit, zelfs in 2008. Een aantal weken geleden probeerde het regime ze op alle mogelijke manieren te verhinderen een stil protest te organiseren ter ere van de zesde verjaardag van de gevangenneming van hun mannen. Als teken van steun werd er in Bratislava op 28 april 2009 een solidariteitsbetoging gehouden voor de Dames in het Wit en hun mannen. Van de 75 activisten die zes jaar geleden achter de tralies belandden en wier zaak door een groot aantal organisaties, waaronder de EU, werd gesteund, zijn er 54 nog steeds niet op vrije voeten. Alleen als we hun toestand in de gaten blijven houden, kunnen we ze uit de gevangenis krijgen voor ze in menselijke wrakken zijn veranderd Laten we niet vergeten dat we binnenkort de twintigste verjaardag gedenken van de val van het communisme in Midden- en Oost-Europa. Het enige wat we nu voor de Cubaanse gevangenen en hun vrouwen kunnen doen, is de paragrafen over de schendingen van de mensenrechten in Cuba in de tekst van het verslag laten staan.
Ik ben voorts van mening dat ik amendement 2 moet noemen, waarin paus Benedictus XVI scherp wordt bekritiseerd. Dit amendement belastert het hoofd van de katholieke kerk. Daarnaast zet het zijn uitspraken op gelijke lijn met misdaden die worden gepleegd in landen waar de doodstraf wordt misbruikt, waar mensen worden gemarteld en vermoord voor het geven van hun mening en waar geen respect heerst voor de meest basale mensenrechten. Laten we dit amendement verwerpen.
Philip Bradbourn (PPE-DE), schriftelijk. − De Britse Conservatieven zijn van mening dat grensoverschrijdende strafrechtelijke samenwerking belangrijk is, maar in het verslag wordt getracht te komen tot een gemeenschappelijke strafrechtruimte op EU-niveau, waardoor de tradities van de landen waarvan het rechtssysteem op de common law gebaseerd is, sterk aangetast zouden worden. Daarom kunnen we dit voorstel niet steunen.
Martin Callanan (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) De strafrechtspleging is terecht de verantwoordelijkheid van EU-lidstaten. Ik kan accepteren dat lidstaten moeten samenwerken bij grensoverschrijdende vraagstukken in verband met het strafrecht, maar ik accepteer de ontwikkeling van een EU-ruimte voor strafrechtspleging niet. Uitbreiding van de zogenaamde 'bevoegdheid' van de EU naar de strafrechtspleging zou een ongerechtvaardigde en onaanvaardbare inbreuk zijn op de Britse soevereiniteit. De mensen in het noordoosten van Engeland, waar mijn kiesdistrict is, willen dat het strafrecht gemaakt wordt door aan de kiezers rekenschap afleggende Britse parlementariërs en dat het toegepast wordt door Britse rechters.
Dat de EU probeert haar macht uit te breiden naar gebieden die tot nu toe uitsluitend voor lidstaten gereserveerd waren, geeft aan wat het werkelijke doel van de EU is: de vorming van een federale superstaat. Waar ik vandaan kom willen de mensen dat niet. Ze verwerpen de gangbare opvatting van een steeds nauwere unie en willen juist een losser, flexibeler systeem van intergouvernementele samenwerking. Ik hoop dat de nieuwe groepering waartoe de Britse Conservatieven in het volgende Parlement zullen behoren, in staat zal zijn datgene tot stand te brengen wat de meest Britten van Europa willen.
Carl Lang (NI), schriftelijk. – (FR) Onder het mom van de strijd tegen allerlei soorten maffiose en criminele organisaties willen de eurocraten in Brussel wederom hun federalistische zienswijzen opleggen, die de ondergang betekenen voor de naties, de volken en de identiteiten.
Want terwijl iedereen het erover eens is dat elke lidstaat van de Unie zijn eigen wetten, rechtstradities, of gebruiken heeft, is dit een zoveelste offensief van deze fanatieke eurofederalisten: de wens om een “Europese rechtscultuur” tot stand te brengen.
Hiertoe moeten echter worden opgericht: een Europese juridische beroepsopleiding voor rechters, procureurs en raadslieden, en een Europese rechtsacademie voor alle andere partijen die een rol spelen bij de rechtspleging.
Wat gebeurt er met de nationale rechtenstudies? Wat gebeurt er met de onlosmakelijke verschillen tussen wetgeving die voortkomt uit het gewoonterecht en wetten die ontleend zijn aan het geschreven recht?
Uiteraard worden deze vragen niet beantwoord.
In de praktijk betekent dit dat de rechts- en strafrechtsystemen van de lidstaten bij deze gedwongen harmonisatie naar beneden volledig zullen verdwijnen.
Deze tovenaarsleerlingen van Europa hebben er niets van begrepen; alleen de natiestaten, als voornaamste exponenten, kunnen Europa verrijken, zodat het weer volop meetelt in de wereld.
De Europese eenwording mag niet ten koste gaan van zijn naties en zijn volken.
Jan Andersson, Göran Färm, Inger Segelström en Åsa Westlund (PSE), schriftelijk. − (SV) Het Parlement heeft vandaag over een verslag over de gevolgen van het Verdrag van Lissabon op de ontwikkeling van het institutioneel evenwicht van de Europese Unie gestemd. In het verslag wordt voorgesteld om de bijkomende leden, die Zweden en andere lidstaten zullen krijgen als het Verdrag van Lissabon in werking treedt, al tijdens de komende verkiezingen voor het Europees Parlement worden gekozen en vervolgens de status van waarnemer in het Parlement krijgen. Het verslag stelt ook voor om de benoeming van een nieuwe voorzitter van de Commissie in overeenstemming met het Verdrag van Lissabon te laten gebeuren. Dat betekent dat de keuze van de voorzitter de politieke meerderheid in het Europees Parlement moet weerspiegelen en dat de keuze van de kandidaat moet worden voorafgegaan door besprekingen tussen de Raad en de fracties in het Parlement.
Wij hebben ervoor gekozen om voor dit verslag te stemmen omdat het Parlement zich moet voorbereiden om de veranderingen die in verband met zijn werkzaamheden zullen plaatsvinden als het Verdrag van Lissabon in werking treedt, uit te kunnen voeren. Onze stem mag echter op geen enkele manier worden gezien als het vooruitlopen op het ratificatieproces van de individuele lidstaten. Wij eerbiedigen het recht van elke lidstaat om zelf een beslissing te nemen over de ratificatie van het Verdrag van Lissabon volkomen.
Edite Estrela (PSE), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor het verslag gestemd over de gevolgen van het Verdrag van Lissabon voor de ontwikkeling van het institutionele evenwicht van de EU. In dit verslag worden de gevolgen geanalyseerd voor de ontwikkeling van het institutionele evenwicht van de Europese Unie. Het verslag wijst op het belang van de tenuitvoerlegging van de nieuwe bepalingen en van de eerste benoemingen.
De mogelijke inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon tegen het eind van 2009 vereist een politiek akkoord tussen de Europese Raad en het Europees Parlement om er in ieder geval voor te zorgen dat de procedure voor de keuze van de voorzitter van de volgende Commissie en voor de benoeming van de toekomstige Commissie zodanig is dat de nieuwe bevoegdheden die het Verdrag van Lissabon het Europees Parlement hieromtrent toekent, worden geëerbiedigd.
Het verslag bevat een aantal aanbevelingen die gericht zijn op een institutioneel evenwicht en benadrukt dat het Verdrag van Lissabon de positie van elk van de Europese instellingen versterkt op de terreinen die onder hun bevoegdheden vallen.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) Deze resolutie maakt deel uit van een pakket van vijf resoluties, die vandaag worden goedgekeurd door een meerderheid van het Europees Parlement, en die blijk geven van een uitgesproken minachting voor de democratische en soevereine wil van de Franse, Nederlandse en Ierse bevolking, die de zogenaamde Europese grondwet en zijn tweelingbroertje, het Verdrag van Lissabon, in een referendum hebben afgewezen. Het is daarmee een van de vele pogingen om dat onacceptabele ontwerpverdrag door te drukken.
In plaats van dat het Europees Parlement het Verdrag van Lissabon ten grave draagt, keurt het weer een resolutie goed, die de loftrompet afsteekt over het antidemocratische 'institutioneel evenwicht van de EU' en onder andere probeert te verhullen dat hiermee:
- soevereine bevoegdheden van het Portugese volk worden overgedragen aan de supranationale instellingen van de EU, die gedomineerd worden door de grote machten; een voorbeeld daarvan is het beheer van de mariene biologische rijkdommen in onze exclusieve economische zone;
- de toepassing van de meerderheidsregel bij de besluitvorming uitgebreid wordt, hetgeen inhoudt dat de macht van de grootmachten versterkt wordt en dat Portugal geen veto meer kan uitspreken over besluiten die tegen het nationaal belang ingaan;
- de nationale democratische instellingen verder worden uitgekleed (de enige die rechtstreeks gekozen zijn door het volk); een voorbeeld hiervan is de overdracht van bevoegdheden van de nationale parlementen, die op fundamentele terreinen hun beslissingsbevoegdheid verliezen en daarmee een soort adviesorganen worden zonder vetorecht ten aanzien van besluiten van de Gemeenschap die tegen de nationale belangen ingaan.
Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. − (SV) Het Verdrag van Lissabon, dat voor 96 procent identiek is aan het ontwerp van grondwettelijk verdrag, is in het referendum in Ierland verworpen. Voordien werd het ontwerp van grondwettelijk verdrag verworpen in referenda in Frankrijk en Nederland.
De meerderheid in dit Parlement weigert haar politiek verlies toe te geven. Dat is een stuitende schending van de democratische beginselen en een al even stuitend voorbeeld van de arrogantie van de macht die kentekenend is voor de EU-samenwerking.
Het is opvallend dat in paragraaf 4 van het verslag van de heer Dehaene staat (citaat): "juicht het toe dat het Verdrag van Lissabon bepaalt dat de Europese Raad, met eenparigheid van stemmen en met instemming van het Europees Parlement, en op voorwaarde dat er geen verzet is door een nationaal parlement, het stemmen met gekwalificeerde meerderheid alsmede de gebruikelijke wetgevingsprocedure mag uitbreiden tot terreinen, waarop zij tot nu toe niet van toepassing zijn."
Hoewel de kiezers in vele lidstaten duidelijk sceptisch staan tegenover een toenemend supranationale unie, wijst de federalistische meerderheid in het Europees Parlement op de mogelijkheid om de Unie op basis van het Verdrag van Lissabon nog supranationaler te maken en nog meer macht over te dragen aan de EU zonder het eens te hoeven worden over een nieuw verdrag.
Jan Andersson, Göran Färm, Inger Segelström en Åsa Westlund (PSE), schriftelijk. − (SV) Het Parlement heeft vandaag over een verslag gestemd over de ontwikkeling van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen in het kader van het Verdrag van Lissabon. Dat verslag is ingenomen met de nieuwe bevoegdheden die onder het Verdrag van Lissabon zijn toegekend aan nationale parlementen. Het verslag onderzoekt ook de mogelijkheden voor de toekomstige ontwikkeling van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en nationale parlementen.
Wij hebben ervoor gekozen om voor dit verslag te stemmen omdat het Parlement zich moet voorbereiden om de veranderingen die in verband met zijn werkzaamheden zullen plaatsvinden als het Verdrag van Lissabon in werking treedt, uit te kunnen voeren. Onze stem mag echter op geen enkele manier worden gezien als het vooruitlopen op het ratificatieproces van de individuele lidstaten. Wij eerbiedigen het recht van elke lidstaat om zelf een beslissing te nemen over de ratificatie van het Verdrag van Lissabon volkomen.
Edite Estrela (PSE), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor het verslag van de heer Brok gestemd. Dit verslag juicht de nieuwe bevoegdheden toe die de nationale parlementen krijgen onder het Verdrag van Lissabon en onderzoekt de mogelijkheden voor toekomstige samenwerking tussen de nationale parlementen en het Europees Parlement.
De aanneming van het Verdrag van Lissabon in Tsjechië vormt een belangrijke stap voor een snelle inwerkingtreding daarvan. Dit verslag laat zien hoe belangrijk dit nieuwe Verdrag van de Europese Unie is.
Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. – (FR) Wij hebben tegen dit verslag gestemd, in de eerste plaats omdat het doelloos is: het Verdrag van Lissabon bestaat niet, het is door drie referenda verworpen.
Daarnaast omdat het de onderwerping van de nationale parlementen aan het Europees Parlement voorstaat: laatstgenoemde, vanwege zijn superioriteit en allicht ook zijn onuitstaanbare arrogantie, zou de nationale parlementen, in zijn ogen waarschijnlijk samengesteld uit botteriken en barbaren, bijstaan om de Europese teksten te beoordelen. Bijstaan of onder druk zetten? Zou het de plenaire zittingen van de nationale parlementen bijwonen, adviezen verstrekken, invloed uitoefenen op de wijze waarop ze de teksten omzetten om de uniformiteit te bevorderen, zich mengen in debatten over defensiebegrotingen … hun tevens voorschrijven hoe ze de regeringen en hun activiteiten binnen de Raad moeten controleren?
Tot slot hebben we tegengestemd omdat dit verslag berust op een dubbele hypocrisie: de nationale parlementen hebben slechts een uiterst lastig uit te oefenen en dus nauwelijks werkzaam recht gekregen om toe te zien op de naleving van het subsidiariteitsbeginsel; dit beginsel is een wassen neus omdat talloze zogenaamd exclusieve bevoegdheden van de Europese Unie heilig zijn verklaard en de door de verdragen gehanteerde definitie van subsidiariteit de bevoegdheden van Brussel feitelijk versterkt.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) Deze resolutie maakt deel uit van een pakket van vijf resoluties, die vandaag worden goedgekeurd door een meerderheid van het Europees Parlement, en die blijk geven van een uitgesproken minachting voor de democratische en soevereine wil van de Franse, Nederlandse en Ierse bevolking, die de zogenaamde Europese grondwet en zijn tweelingbroertje, het Verdrag van Lissabon, in een referendum hebben afgewezen. Het is daarmee een van de vele pogingen om dat onacceptabele ontwerpverdrag door te drukken.
Deze resolutie over de 'ontwikkeling van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen in het kader van het Verdrag van Lissabon' is het toppunt van misleiding.
Het Europees Parlement is verheugd over 'de rechten en plichten van de nationale parlementen uit hoofde van het Verdrag van Lissabon (...), waardoor hun rol in de politieke processen van de Europese Unie wordt vergroot.' Als het niet zo ernstig was, zou je er om moeten lachen. Het Europees Parlement verhult het feit dat de nationale parlementen, als het gaat om hun rol in het besluitvormingsproces, onder het Verdrag van Lissabon in werkelijkheid meer verliezen dan (schijnbaar) winnen, als je kijkt naar de enorme overdracht van bevoegdheden naar de instellingen van de Europese Unie. Zelfs de (schijn-) controle die gestoeld is op het respecteren van het zogenaamde 'subsidiariteitsbeginsel' (op de uitoefening door de Europese instellingen van bevoegdheden die dan door de nationale parlementen aan de EU zijn overgedragen) geeft de nationale parlementen geen vetorecht.
Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. − (SV) Het Verdrag van Lissabon, dat voor 96 procent identiek is aan het ontwerp van grondwettelijk verdrag, is in het referendum in Ierland verworpen. Voordien werd het ontwerp van grondwettelijk verdrag verworpen in referenda in Frankrijk en Nederland.
De meerderheid in dit Parlement weigert haar politiek verlies toe te geven. Dat is een stuitende schending van de democratische beginselen en een al even stuitend voorbeeld van de arrogantie van de macht die kentekenend is voor de EU-samenwerking.
Het verslag van de heer Brok brengt hulde aan de Conventie die een ontwerp van grondwettelijk verdrag produceerde. Die Conventie heeft veel kritiek gekregen omdat ze volkomen ondemocratisch was en van boven af gestuurd werd door haar voorzitter, de heer Giscard d´Estaing.
Volgens mij zou het verslag van de heer Brok tot de conclusie moeten zijn gekomen dat zolang het politieke debat van de representatieve democratie gericht blijft op de verkiezingen voor de nationale parlementen, het de nationale parlementen zouden moeten zijn die de hoogste besluitvormingsorganen in de Unie zijn, niet het Europees Parlement.
Jan Andersson, Göran Färm, Inger Segelström en Åsa Westlund (PSE), schriftelijk. − (SV) Het Parlement heeft vandaag gestemd over een verslag met het verzoek aan de Commissie om een voorstel in te dienen betreffende de implementatie van het burgerinitiatief zodra het Verdrag van Lissabon geratificeerd is. Het burgerinitiatief houdt in dat één miljoen personen uit een significant aantal lidstaten de Commissie verzoeken om een wetgevingsvoorstel in te dienen. Op die manier krijgen de burgers hetzelfde recht als de Raad om de Commissie te verzoeken een wetgevingsvoorstel te starten.
Wij hebben ervoor gekozen om voor dit verslag te stemmen omdat het Parlement zich moet voorbereiden om de veranderingen die in verband met zijn werkzaamheden zullen plaatsvinden als het Verdrag van Lissabon in werking treedt, uit te kunnen voeren. Onze stem mag echter op geen enkele manier worden gezien als het vooruitlopen op het ratificatieproces van de individuele lidstaten. Wij eerbiedigen het recht van elke lidstaat om zelf een beslissing te nemen over de ratificatie van het Verdrag van Lissabon volkomen.
Richard Corbett (PSE), schriftelijk. − (EN) Mijn collega's van de Labour-delegatie en ik zijn voorstander van de introductie van het burgerinitiatief in het geval van een geslaagde ratificering van het Verslag van Lissabon. Door dit initiatief kunnen de rechten van burgers op participatie in het Europese politieke proces uitgebreid worden en kan het burgerinitiatief toegevoegd worden aan het al bestaande, waardevolle recht een verzoekschrift aan het Parlement te richten.
Ik maak me echter zorgen dat de voorstellen van mevrouw Kaufmann ertoe zullen leiden dat het burgerinitiatiefproces vastloopt of gehinderd wordt door ingewikkelde bureaucratische voorschriften (zoals dat lidstaten elke handtekening moeten controleren en dat de Commissie vooraf de rechtmatigheid ervan moet vaststellen). Om participatie aan te moedigen moeten we handelen naar de geest van het burgerinitiatief, namelijk dat het zo toegankelijk en gebruiksvriendelijk mogelijk moet zijn. We hadden daarom geen andere keus dan ons van stemming over dit verslag te onthouden.
Edite Estrela (PSE), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor het verslag over de implementatie van het burgerinitiatief gestemd. Dankzij het Verdrag van Lissabon wordt het Europees burgerinitiatief ingevoerd, waardoor burgers rechtstreeks betrokken worden bij het Europese wetgevingsproces. Het is een geheel nieuw instrument ter versterking van de democratie en de rechten van burgers.
Dit is zonder meer een goede manier om de Europese burgers en de Europese instellingen dichter bij elkaar te brengen en burgers zich meer bewust te laten worden van en meer te betrekken bij de besluitvorming.
Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. – (FR) Het verslag Kaufmann bevat richtsnoeren voor de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan een 'burgerinitiatief”, zoals gedefinieerd in artikel 11 van het doodgeboren Verdrag betreffende de Europese Unie: “Wanneer ten minste één miljoen burgers van de Unie, afkomstig uit een significant aantal lidstaten, van oordeel zijn dat inzake een aangelegenheid een rechtshandeling van de Unie nodig is ter uitvoering van de Verdragen, kunnen zij het initiatief nemen de Europese Commissie te verzoeken binnen het kader van de haar toegedeelde bevoegdheden een passend voorstel daartoe in te dienen.”
Het verslag legt dan ook precieze ontvankelijkheidsvoorwaarden en concrete procedures vast die het overigens bijzonder moeilijk maken een dergelijk 'initiatief' tot een goed einde te brengen.
Ik raad de burgers aan op hun hoede te zijn. Dit nieuwe 'recht' is een wassen neus. Het voorziet maar in één ding: de mogelijkheid om de Commissie om nieuwe Europese wetten te verzoeken, maar niet om bestaande wetten in te trekken of te wijzigen; niet om beleid te wijzigen. En hoe dan ook, de Commissie is absoluut niet verplicht om naar ze te luisteren.
Als de eurocraten zoveel waarde hechten aan het toekennen van rechten aan de Europese burger, laat ze dan eerst maar eens hun stem respecteren en eindelijk begrijpen dat 'nee' echt 'nee' is, in het Frans, in het Nederlands, in het Engels, in het Gaelic, en in alle talen.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) Deze resolutie maakt deel uit van een pakket van vijf resoluties, die vandaag worden goedgekeurd door een meerderheid van het Europees Parlement, en die blijk geven van een uitgesproken minachting voor de democratische en soevereine wil van de Franse, Nederlandse en Ierse bevolking. Het is daarmee een van de vele pogingen om dat onacceptabele ontwerpverdrag van Lissabon door te drukken.
Deze resolutie valt op door het absurde en hypocriete karakter ervan.
Het Europees Parlement kan het dan wel op retorische wijze toejuichen dat 'de burgers van de Unie hun participatierecht op een flexibele, transparante en efficiënte wijze kunnen uitoefenen' en eveneens juichen over het zogenaamde 'burgerinitiatief', dat wordt ingevoerd dankzij het ontwerpverdrag 'van Lissabon'; de waarheid is echter dat dezelfde krachten die zo hard roepen over 'Europese integratie' er alles aan doen en gedaan hebben om te verhinderen dat de bevolking van de verschillende landen kennis kunnen nemen van de inhoud van dit voorstel, het kunnen bespreken en er hun mening over kunnen geven middels een referendum.
Bovendien doen ze er, sinds het moment dat het Ierse volk dit federalistische, neoliberale en militaristische ontwerpverdrag heeft afgewezen, alles aan om een nieuw referendum af te dwingen in dat land (net zolang tot de Ieren ja zeggen).
Dat wil zeggen: eerst verhinderen ze de mensen uitdrukking te geven aan hun democratische en soevereine wil en vervolgens strooien ze iedereen zand in de ogen en prijzen ze met zalvende woorden een zogenaamd 'burgerinitiatief' aan, dat vanaf het begin al aan vele voorwaarden is verbonden.
Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. − (SV) Het Verdrag van Lissabon, dat voor 96 procent identiek is aan het ontwerp van grondwettelijk verdrag, is in het referendum in Ierland verworpen. Eerder al werd het ontwerp van grondwettelijk verdrag verworpen in referenda in Frankrijk en Nederland.
De meerderheid in dit Parlement weigert haar politiek verlies toe te geven. Dat is een stuitende schending van de democratische beginselen en een al even stuitend voorbeeld van de arrogantie van de macht die kentekenend is voor de EU-samenwerking.
Het verslag van mevrouw Kaufmann verkoopt de huid van de beer nog voor hij geschoten is. Het is uitzonderlijk arrogant jegens de democratie en met name jegens het Ierse volk dat nog maar eens een referendum opgedrongen krijgt omdat het de vorige keer volgens het politiek establishment verkeerd koos. In deze situatie heeft het geen zin dit verslag in het Europees Parlement te behandelen. Het voorstel voor een burgerinitiatief is op zich een erg onduidelijk voorstel betreffende de invloed van burgers ten aanzien van gekozen politici. Die politici kunnen besluiten om die initiatieven volkomen te negeren als hun dat uitkomt.
Kartika Tamara Liotard (GUE/NGL), schriftelijk. − Hoewel het een goede resolutie is, heb ik tegen gestemd omdat, het Europees Parlement er in de resolutie mee instemt dat de Commissie een uitzondering maakt op het asbestverbod voor bepaalde elektrolyse-installaties. Ik vind dat als je zegt dat je in Europa een algeheel asbestverbod hebt, je consequent moet zijn en dus geen uitzonderingen moet maken. Nog steeds zijn er mensen die doodziek zijn van asbest en ik vind het onbegrijpelijk dat de Commissie hier geen rekening mee houdt. Uit solidariteit met de slachtoffers van asbest heb ik tegen de resolutie gestemd.