De Voorzitter. − Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over de strategie van de EU voor de regio van de Baltische Zee.
Cecilia Malmström, fungerend voorzitter van de Raad. − (SV) Mijnheer de Voorzitter, het is mij een waar genoegen een van de hoofdprioriteiten van het Zweedse voorzitterschap – de ontwikkeling van de strategie voor de regio van de Baltische Zee – te mogen presenteren. Dit voorstel is in grote mate geïnspireerd op het initiatief dat het Europees Parlement al in 2005 nam in een werkgroep onder leiding van de heer Christopher Beazley en waaraan alle fracties deel konden nemen. Zweden is van plan het voorzitterschap te gebruiken om een coherente en omvattende strategie voor de regio tot stand te brengen die op voorstellen van de Commissie is gebaseerd.
Eén van de belangrijkste gebeurtenissen is een grote vergadering op hoog niveau die morgen en overmorgen in Stockholm plaatsvindt. Zweden en de andere landen die aan de Baltische Zee grenzen, hebben vanzelfsprekend veel belang bij de strategie voor die regio, maar we denken ook dat ze als model zou kunnen dienen voor andere regio’s en andere regionale strategieën waar de hele EU baat bij kan hebben. Door in een specifieke regio over de grenzen heen en met verschillende sectoren samen te werken, kunnen we gemeenschappelijke uitdagingen, zoals vervuiling en de teloorgang van het milieu, gezamenlijk en effectiever aanpakken, nieuwe zakelijke mogelijkheden en banen creëren en de transportverbindingen verbeteren.
Daarom is het belangrijk dat regionale strategieën deel uitmaken van een breder Europees beleid. De voorgestelde strategie voor de regio van de Baltische Zee is het gevolg van een verzoek van de Raad aan de Commissie uit december 2007, en in een resolutie van 12 december 2007 kreeg het initiatief de steun van het Europees Parlement. We hopen dat de strategie tijdens de vergadering eind oktober de steun van de Europese Raad zal krijgen.
Het doel van de strategie bestaat erin het milieu in de regio van de Baltische Zee te verbeteren en de integratie en de concurrentiekracht in de regio te versterken. De strategie is gericht op vier specifieke uitdagingen: een duurzaam milieu verzekeren, de welvaart vergroten, de toegankelijkheid en aantrekkingskracht verbeteren en veiligheid en zekerheid garanderen in de regio. Een van de belangrijkste prioriteiten is vanzelfsprekend het aanpakken van de milieukwestie. Het milieu in de Baltische Zee wordt ernstig bedreigd, wat op zijn beurt gevolgen dreigt te hebben voor de economische ontwikkeling. Het is een erg gevoelig maritiem milieu dat aan diverse soorten milieu-invloeden blootgesteld is.
Er zijn snelle en resolute inspanningen nodig. Met name de overbemesting en de algenbloei die door een teveel aan voedingsstoffen wordt veroorzaakt, bedreigen het ecologisch evenwicht in de Baltische Zee. Tezelfdertijd wordt de Baltische Zee ook beïnvloed door verontreiniging waarvan de bronnen zich aan land bevinden, gevaarlijke stoffen en de gevolgen van de klimaatverandering. Door de acute en ernstige bedreigingen van het milieu is de Baltische Zee een vanzelfsprekende prioriteit op milieugebied en wij hopen hierover in december conclusies vast te kunnen stellen.
De ernstige gezondheidstoestand van de Baltische Zee is echter niet de enige uitdaging waarmee de regio wordt geconfronteerd. Door de economische crisis is de kwestie van banen en groei erg actueel. De meeste landen in de regio van de Baltische Zee zijn klein en afhankelijk van de export. Daarom moeten we de integratie versterken, zodat de concurrentiekracht in de hele regio van de Baltische Zee wordt versterkt. Wat dat betreft, hebben we duidelijke ambities en doelstellingen. We willen dat de interne markt in onze regio beter werkt dan elders en we willen dat de nieuwe Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid in dit deel van Europa effectief wordt uitgevoerd.
We moeten de crisis met meer samenwerking en engagement in onze directe omgeving aanpakken. Mondiale concurrentiekracht vereist grensoverschrijdende samenwerking tussen landen en bedrijven, op het gebied van onderzoek en door innovaties.
Het doel van de strategie voor de regio van de Baltische Zee is niet om nieuwe instellingen in het leven te roepen. We streven er veeleer naar de reeds bestaande instrumenten en beleidsgebieden te gebruiken zodat ze samen de regio op een meer strategisch gecoördineerde en intelligentere manier ten goede kunnen komen. De strategie stelt ook geen nieuwe middelen ter beschikking aan de regio. Ze is gebaseerd op bestaande EU-programma’s en bestaande structuren en op het tot stand brengen van betere coördinatie.
We zullen onze doelstelling natuurlijk niet van vandaag op morgen kunnen bereiken, maar onze doelen zijn ambitieus. We verdienen een schonere Baltische Zee in het centrum van een regio die mogelijkheden biedt voor duurzame economische ontwikkeling over de grenzen heen, met steun van de hele EU. Als we dat kunnen bereiken, ben ik ervan overtuigd dat we de belangen van de regio van de Baltische Zee zullen dienen en hopelijk ook een model zullen creëren dat kan worden aangepast en effectief in andere regio’s kan worden toegepast. Ik wil de Commissie bedanken voor de goede samenwerking die we met betrekking tot deze kwestie hebben gehad, en vooral ook het Europees Parlement dat immers de instelling is die oorspronkelijk het initiatief heeft genomen en steeds de drijvende kracht is geweest met betrekking tot samenwerking in de regio van de Baltische Zee.
Paweł Samecki, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik het Parlement bedanken voor het feit dat het de nieuwe strategie voor de regio van de Baltische Zee op de agenda voor de plenaire vergadering heeft gezet.
Het is heel goed dat er op deze manier prominent aandacht wordt besteed aan de strategie. Natuurlijk verrast het me niet volledig dat het Parlement de strategie zo belangrijk vindt. Met name het pionierswerk dat het Parlement in de Baltische interparlementaire groep heeft verzet, heeft de macroregionale strategie als zodanig een belangrijke impuls gegeven.
De strategie voor de regio van de Baltische Zee noopte de Europese Commissie tot het hanteren van een totaal nieuwe aanpak. Het is immers de eerste keer dat we een integrale strategie hebben ontwikkeld voor een groep lidstaten die voor dezelfde uitdagingen staan en van dezelfde mogelijkheden kunnen profiteren. Ik wil u niet verhelen dat ook de voorbereidende werkzaamheden zelf ons voor uitdagingen hebben geplaatst. We hebben deze evenwel met succes het hoofd kunnen bieden.
De vier pijlers van de strategie vormen een overkoepelend kader voor een algemene verbetering van de situatie in de regio van de Baltische Zee. De strategie voorziet in een geïntegreerde benadering van diverse beleidsterreinen en zorgt voor een nauwe samenwerking tussen de betrokken sectoren, teneinde de problemen op het gebied van milieu, economie, energie, vervoer en veiligheid aan te pakken.
De Commissie heeft de strategie in juni aangenomen. Sindsdien heeft het Zweeds voorzitterschap in de Raad positieve en constructieve besprekingen gevoerd. Dit mondde in oktober al uit in conclusies. We komen nu in de uitvoeringsfase van de strategie en moeten snel vorderingen maken als we de vaart erin willen houden.
Ik wil dit punt graag benadrukken, want het moet duidelijk zijn dat al onze voorbereidende werkzaamheden ten aanzien van het geschetste strategisch kader pas hun vruchten zullen afwerpen als we ter plaatse de eerste concreet zichtbare resultaten kunnen boeken. Daarom is het strategisch actieplan, dat eveneens tijdens de voorbereidende werkzaamheden is opgesteld, zo belangrijk.
Het is voor de tenuitvoerlegging van een actieplan als dit noodzakelijk dat de lidstaten en regionale belanghebbenden daadwerkelijk samenwerken, blijk geven van betrokkenheid en leiderschap tonen. Alleen dan is het mogelijk de ongeveer 80 geselecteerde projecten tot een goed einde te brengen. Ook al is er geen sprake van extra financiering uit de EU-begroting, toch wordt er in financieel opzicht wel een beter gecoördineerd gebruik van bestaande fondsen voorgesteld, evenals een creatievere benadering van andere financieringsbronnen, zoals de Europese Investeringsbank of de Noordse Investeringsbank.
Dan zou ik het nu kort willen hebben over het geplande bestuurssysteem dat is voorgesteld voor de operationele tenuitvoerlegging van de strategie. Dit is een gebied waarover de lidstaten uitvoerig met elkaar hebben gesproken, maar de algemene aanpak is als volgt: de Raad zal beleidsoriëntaties vaststellen. De Commissie neemt de coördinatie, monitoring en verslaglegging voor haar rekening. De lidstaten of organisaties uit de regio van de Baltische Zee zorgen voor de tenuitvoerlegging ter plaatse.
Verder stelt de Commissie voor dat zij een bemiddelende rol vervult als er problemen zijn. Ik wil er echter met nadruk op wijzen dat de Commissie niet in staat is en evenmin de wens heeft om zelf het actieplan ten uitvoer te leggen.
De verantwoordelijkheid moet blijven liggen bij de betrokken lidstaten en andere belanghebbenden die er ter plekke direct bij betrokken zijn. Dat is de enige manier om ervoor te zorgen dat de lidstaten en andere belanghebbenden de regie voeren over de strategie.
Wat zijn dan de volgende stappen? Zodra we de conclusies hebben van de Raad en van de Europese Raad, gaan we door met de uitvoeringsfase van de strategie. We verwachten een hele reeks coördinatievergaderingen, waarmee het startsein wordt gegeven voor de diverse prioritaire gebieden en afzonderlijke projecten die in het actieplan zijn opgenomen.
Het eerste officiële voortgangsverslag zal in de tweede helft van 2011 onder Pools voorzitterschap worden gepresenteerd. Maar daaraan voorafgaand zal volgend jaar eerst nog het eerste jaarlijkse forum van de strategie voor de regio van de Baltische Zee worden gehouden. Dat biedt alle belanghebbenden de kans om na te gaan hoe de eerste maanden van de strategie zijn verlopen en welke lessen er op dat moment wellicht al te trekken zijn.
Ter afsluiting wil ik zeggen dat ik mij erop verheug om ten aanzien van alle facetten van de strategie nauw te blijven samenwerken met het Parlement. De Commissie wil dolgraag dat het Parlement actief wordt betrokken bij evenementen als het jaarlijks forum. Uw steun is absoluut noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de strategie prominent aandacht blijft krijgen, dat de strategie politieke steun op hoog niveau blijft krijgen en om de lidstaten en de regionale actoren ertoe te bewegen resultaat te boeken door druk te blijven uitoefenen.
Tunne Kelam, namens de PPE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de PPE-Fractie feliciteert het Zweeds voorzitterschap met het leiderschap dat het heeft getoond door een begin te maken met de tenuitvoerlegging van de strategie voor de regio van de Baltische Zee. Deze strategie is een afspiegeling van een fundamentele verandering die vijf jaar geleden in deze regio heeft plaatsgevonden. Sinds 2004 is de Baltische Zee de binnenzee van de EU. Derhalve heeft de Unie behoefte aan een alomvattende aanpak om op gecoördineerde wijze te kunnen inspelen op de kansen en uitdagingen die deze nieuwe situatie met zich meebrengt.
Bovendien is deze strategie een voorbeeld van uitstekende samenwerking tussen de belangrijkste instellingen van de EU. Zo u wellicht weet – het is hier al genoemd – is het Parlement drie jaar geleden begonnen met het ontwikkelen van de strategie, om precies te zijn in de Interfractionele Werkgroep "Baltisch Europa" onder het uitstekende voorzitterschap van Christopher Beazley. Een speciaal woord van dank wil ik ook richten tot Commissievoorzitter Barroso. Het begrip en de steun die hij sinds 2007 heeft getoond, zijn van doorslaggevend belang geweest bij de praktische uitwerking van de strategie. Dit heeft afgelopen juni geleid tot de mededeling van de Commissie.
Ik zou drie punten naar voren willen brengen. Allereerst was het de bedoeling van de initiatiefnemers om de Baltische Zee tot een van de meest concurrerende en snelst groeiende regio's van de EU te maken. Als we optimaal gebruik maken van de strategie, kan deze regio heel goed uitgroeien tot een succesverhaal binnen wat nu het Lissabonprogramma heet.
Ten tweede heeft de regio juist nu meer dan ooit behoefte aan een betere toegang tot en grotere veiligheid van de energievoorziening. De EU en de lidstaten moeten het eens worden over alternatieve kanalen voor het leveren van energie. Dat betekent dat er in de allereerste plaats een geharmoniseerd energiestelsel moet komen rond de Baltische Zee.
Tot slot dient de kwestie van het bilaterale en in de eerste plaats politieke Nord Streamproject te worden geregeld door de gerechtvaardigde belangen van alle landen rond de Baltische Zee te eerbiedigen. Bovendien moet Rusland eerst nog toetreden tot het Verdrag van Espoo.
Constanze Angela Krehl, namens de S&D-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Malmström, dames en heren, ik ben bijzonder blij dat Zweden de samenwerking in de regio van de Baltische Zee tot een centraal thema in zijn voorzitterschap maakt. Het lijdt geen twijfel dat we de grondstoffen moeten beschermen en dat we onze bijdrage moeten leveren aan de bescherming van het klimaat en de natuur. Aan de andere kant moeten we bij de samenwerking in de regio van de Baltische Zee natuurlijk ook de economische ontwikkeling centraal stellen. Dat staat buiten kijf. Op dat punt hebt u onze volledige steun.
Er rijzen echter nog wel enkele vragen. U hebt zojuist gezegd dat er geen extra financiële middelen zijn. Zoals we al in de commissie hebben besproken, moeten alle financiële middelen uit het huidige cohesiebeleid ter beschikking worden gesteld. Dan komt bij mij inderdaad de vraag op of het daarbij om bestaande projecten gaat die al met cohesiemiddelen worden gefinancierd of om nieuwe projecten? In dat geval moeten we ons namelijk afvragen bij welke projecten die we op het gebied van het cohesiebeleid al hadden vastgesteld, we de middelen eigenlijk weer weg gaan halen.
Dit punt is erg belangrijk, omdat ik nu al weet dat de steden, gemeenten en regio’s mij zullen benaderen met vragen als: "Wij willen ook een rol spelen bij de Baltische Zeestrategie, wat moeten we doen?" "Hoe kunnen wij geld krijgen om te helpen bij de coördinatie van dergelijke projecten?" Als we daarop geen goed antwoord geven en we niet kunnen wijzen op de manier waarop deze samenwerking wordt georganiseerd, dan slaat het enthousiasme dat nu heerst bij de burgers voor de samenwerking in de regio van de Baltische Zee mogelijk snel om in frustratie. Dat is niet het doel dat we gezamenlijk nastreven. Daarom moeten we ons intensief bezighouden met de vraag hoe deze samenwerking moet worden georganiseerd.
Om die reden verzoek ik u – en ik verzoek ook mijnheer de commissaris dit mee te nemen in de bespreking –, ervoor te zorgen dat niet alleen de Raad en de Commissie bij de Baltische Zeestrategie worden betrokken, maar dat ook het Parlement in voldoende mate bij deze samenwerking en bij de omzetting van deze strategie wordt betrokken. We zouden namelijk graag willen dat ook andere regio’s profiteren, zoals dat ook gebeurd is bij het beleid voor de Zwarte Zee of bij de samenwerking van de Donaulanden. Dat is erg belangrijk voor ons.
Anneli Jäätteenmäki, namens de ALDE-Fractie. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, mijn fractie is zeer blij dat de Commissie het eerste communautaire document over de Baltische Zeestrategie heeft opgesteld. Dit is überhaupt het eerste dergelijke strategiedocument voor deze regio en wij hopen dat het vooral goed is voor een versnelde zuivering van de door eutrofiëring getroffen Baltische Zee. De problemen van de regio worden het beste opgelost door samenwerking tussen de mensen, landen, organisaties en ondernemingen in de regio van de Baltische Zee. Mijn fractie is vooral blij dat Zweden het belang van de strijd tegen de mensenhandel en criminaliteit naar voren heeft gebracht. Ik wil vooral mevrouw Malmström hiervoor bedanken, omdat ik denk dat ook zij hier voor heeft gezorgd. Het is een belangrijke zaak en het is nogal vreemd dat wij in 2009 nog moeten spreken over het bestaan van mensenhandel in de regio van de Baltische Zee. Er is nu een actieplan voor die regio nodig om de mensenhandel te stoppen.
Satu Hassi, namens de Verts/ALE-Fractie. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het is uitstekend dat de Commissie een voorstel voor een Baltische Zeestrategie heeft opgesteld en dat Zweden het op zijn agenda heeft gezet. Ik hoop dat Zweden de bescherming van het mariene milieu wat concreter maakt, vooral op het gebied van de landbouw en de scheepvaart. De Baltische Zee is immers een van de meest vervuilde zeeën ter wereld en haar grootste milieuprobleem is eutrofiëring. De voornaamste veroorzaker daarvan is de landbouw: uit de velden van EU-landen vloeit stikstof en fosfor. Deze onttrekken zuurstof aan de zeebodem en voeden giftige algen aan het wateroppervlak. Of de Baltische Zee wordt gezuiverd ligt grotendeels in handen van de Europese Unie. De Commissie onderkent dit in haar strategie, maar de voorstellen voor maatregelen zijn vaag. Vrijwel de enige concrete maatregel is het verbod op het gebruik van fosfaten in wasmiddelen. Dat is noodzakelijk, maar wij hebben ook hard nieuwe regels voor de landbouw nodig, zodat wij voedsel kunnen produceren zonder gelijktijdig de Baltische Zee te verstikken.
Marek Gróbarczyk, namens de ECR-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag de aandacht vestigen op het feit dat de strategie van de Europese Unie voor de regio van de Baltische Zee er oorspronkelijk op gericht was een allesomvattend programma voor de ontwikkeling van dit deel van Europa te bevorderen, onder meer door de totstandbrenging van de meest natuurlijke en zo kort mogelijke vervoersverbindingen om de ontwikkeling van de landen van het 'oude' en het 'nieuwe' Europa te compenseren. Ik ben bijgevolg bijzonder verbaasd over het voorstel van de Commissie en de Raad om het traject van de Centraal-Europese verbinding te wijzigen.
De meest rendabele verbinding tussen de Adriatische en de Baltische Zee is de Centraal-Europese corridor langs de Oder, die in de haven van Szczecin-Świnoujście uitmondt. Ik pleit voor een duidelijk memorandum om de oorspronkelijke strategie nieuw leven in te blazen. De Centraal-Europese verbinding moet deel uitmaken van een strategie waarbij grote havens als Szczecin-Świnoujście – een haven die nu reeds zwaar te lijden heeft onder het besluit van de Europese Commissie om de Poolse scheepsbouwindustrie te liquideren – niet uit de Europese ontwikkelingsplannen worden geschrapt.
Rolandas Paksas, namens de EFD-Fractie. – (LT) Na precies 2 564 uur zal de reactor van de kerncentrale van Ignalina in Litouwen – de enig overgebleven onafhankelijke energiebron in Litouwen – worden gesloten. Europa heeft al 200 miljoen euro geïnvesteerd in de veiligheid van deze energiecentrale. Om deze nu te ontmantelen, zullen de Europese lidstaten nog eens 800 miljoen euro moeten bijdragen. Vanuit een juridisch standpunt heeft Europa waarschijnlijk gelijk; elk land moet de beloftes nakomen die het heeft gedaan. Maar heeft Europa ook anderszins gelijk? Heeft Europa gelijk ten opzichte van de burgers van Litouwen en andere landen? Ik denk van niet. Het geld dat nodig is voor de ontmanteling van de reactor zal moeten komen van de mensen die getroffen zijn door de economische crisis. Is het logisch of terecht nu er een crisis is in Europa, nu het bbp in Litouwen met 22 procent is gedaald, nu de werkloosheid 15 procent bedraagt en nu de winter voor de deur staat, om een werkende kerncentrale te sluiten die veilig is, ik herhaal veilig? Nee, dit is niet terecht. Litouwen zal woord houden en de voorwaarden van het toetredingsverdrag nakomen, maar het zal een enorme opoffering zijn. Als gevolg van dit offer zal het voor Litouwen aanzienlijk moeilijker worden de crisis te boven te komen. De werkloosheid in het land zal nog verder toenemen, evenals de armoede.
Dames en heren, heeft Europa werkelijk een dergelijk offer nodig op dit moment? Zijn er nu geen betere manieren om 800 miljoen euro te besteden? Ik doe een beroep op het geweten, de economische logica en het gezonde verstand van u allemaal. Ik verzoek u aan de strategie die wij vandaag bespreken een bepaling toe te voegen dat de kerncentrale van Ignalina open zal blijven tot 2012, met andere woorden tot het eind van zijn veilige leven. Ik hoop dat het Europees Parlement met de goedkeuring van het beleidsprogramma van Voorzitter J. Buzek op het gebied van energie, met andere woorden diversificatie van de energievoorziening en de ontwikkeling van kernenergie in de lidstaten, de benodigde concrete stappen zal nemen. Dames en heren, er resten slechts 2 563 uur en 58 minuten totdat de reactor wordt stilgelegd.
Franz Obermayr (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, in principe zijn dergelijke projecten die gericht zijn op de regionale ondersteuning van de grensoverschrijdende samenwerking erg nuttig en juich ik deze toe. Het nadeel van strategieën is echter vaak dat er weliswaar doelen worden gesteld en ook bereikt, maar dat de duurzaamheid al bij de tenuitvoerlegging uit het oog wordt verloren. Daarom moet duurzaamheid al in de planningsfase worden opgenomen.
Bij de tenuitvoerlegging van deze geïntegreerde strategie voor de regio van de Baltische Zee – een prestigieus project van de EU – is het daarom belangrijk dat de regio’s en de organisaties hecht samenwerken. Deze organisaties weten immers het best wat voor hen op de verschillende terreinen – natuur, sociale structuur, infrastructuur – van belang is en zij hebben de expertise op deze terreinen. Het gaat om een regio waarin honderd miljoen mensen wonen en om een investering van vijftig miljard euro. Het is voor het slagen van dit proefproject belangrijk dat we hier zeer zorgvuldig te werk gaan. Dit proefproject is – zoals al ter sprake is gebracht – ook erg belangrijk voor andere projecten in de Donauregio, voor de Donaulanden in Midden- en Zuidoost-Europa.
Andrzej Grzyb (PPE). – (PL) Een macroregio heeft behoefte aan een gecoördineerd beleid dat gericht is op duurzame ontwikkeling. Dat was de overtuiging van het Europees Parlement en vervolgens ook van de Raad toen zij de Europese Commissie in 2007 hebben verzocht een strategie voor de regio van de Baltische Zee en een actieplan op te stellen. Ik zou in dit verband de nadruk willen leggen op de rol die de toenmalige commissaris voor regionaal beleid, mevrouw Hübner, bij het uitwerken van deze strategie heeft gespeeld. Haar werk wordt nu voortgezet door commissaris Samecki, die ik eveneens van harte wil feliciteren.
De strategie biedt onder meer een antwoord op de fundamentele uitdagingen die hier reeds ter sprake zijn gebracht, zoals het creëren van welvaart in een regio waar de mogelijkheden voor de ontwikkeling van innovatie of ondernemerschap beperkt zijn of het gebrek aan erkenning van de regio van de Baltische Zee als een gemeenschappelijke troef zonder het tot stand brengen van duurzame ontwikkeling of van veiligheid in de regio, met inbegrip van energiezekerheid, zonder de bouw van nieuwe productiefaciliteiten en interconnecties. Hetzelfde geldt voor het garanderen van de veiligheid van de burgers en de toegankelijkheid van de regio door de aanleg van trans-Europese vervoersverbindingen.
Ik zou willen wijzen op de belangrijke rol van de opiniemakers die over deze ontwerpstrategie zijn geraadpleegd. Voornamelijk burgerorganisaties, lokale en regionale overheden, nationale regeringen en verenigingen uit landen rond de Baltische Zee hebben een aanzienlijke bijdrage geleverd. De actieve deelname van deze organisaties zal erg nuttig zijn bij de verwezenlijking van deze strategie.
De strategie voor de regio van de Baltische Zee is een goed voorbeeld van hoe we politieke wil concreet vorm kunnen geven met behulp van communautaire beleidsinstrumenten die op een uitgestrekte macroregio in de Europese Unie van toepassing zijn.
Ik wil graag vier opmerkingen maken, mijnheer de commissaris. Ten eerste ben ik van oordeel dat het van essentieel belang is ervoor te zorgen dat de strategie voor de regio van de Baltische Zee zodanig wordt beheerd dat de belangstelling van de betrokken partijen niet afneemt, zowel op lokaal als op nationaal en op Europees niveau. We zouden eveneens werk moeten maken van een passende financiering voor de tenuitvoerlegging en de werking van de strategie zelf. We hebben hierover ook een begrotingsamendement ingediend. Ten tweede is het absoluut noodzakelijk om de beginselen van de eengemaakte markt volledig ten uitvoer te leggen in deze macroregio, daarbij rekening houdend met de ervaringen en de betrokkenheid van lokale en regionale partners. Mijn twee laatste punten betreffen het verlenen van institutionele steun voor de financiering van activiteiten die onder het toepassingsgebied van de strategie vallen en het in stand houden van goede betrekkingen met onze partners in deze regio, onder meer met Rusland, Noorwegen en Wit-Rusland.
Diana Wallis (ALDE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik vind het geweldig dat naast de Commissie nu met name ook het Zweeds voorzitterschap werk maakt van de plannen en ambities van het Parlement ten aanzien van dit kwetsbare gebied.
We weten allemaal dat er problemen zijn met het milieu van de Baltische Zee en dat zich in het gebied zeer specifieke economische problemen voordoen. Maar dit Parlement blijft ambitieus, en ik denk dat het Parlement bij deze zaak betrokken wil worden. Een van de instrumenten die u niet hebt genoemd is de mogelijkheid om op regelmatige basis verslag uit te brengen aan dit Parlement. Net als vandaag zouden we dan met elkaar kunnen spreken over de vooruitgang die wordt geboekt.
Als ondervoorzitter van het Parlement heb ik het genoegen deel te kunnen nemen aan de conferentie die op vrijdag wordt gehouden. Ik denk dat er nog steeds zorgen bestaan omtrent de financiering. Het Parlement heeft er recht op de resultaten van deze strategie te zien.
Een macroregionale economische strategie zou een goede oplossing kunnen bieden, ook voor andere plaatsen in Europa. Laten we hopen dat deze strategie goed werkt.
Isabella Lövin (Verts/ALE). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, ik ben verheugd dat milieukwesties een hoofdprioriteit zijn van de nieuwe strategie voor de regio van de Baltische Zee. De Baltische Zee heeft te lijden van twee grote acute milieuproblemen. Het eerste, overbemesting, is door mevrouw Hassi al aan de orde gesteld. Het tweede is overbevissing. Alle onderzoekers zijn het daar volkomen over eens. Uit relatief nieuwe wetenschappelijke kennis blijkt dat het tekort aan roofvissen aan het eind van de voedselketen, met andere woorden kabeljauw, de algenbloei nog heeft verergerd. Het probleem is dat de Baltische Zee een gezond ecosysteem nodig heeft. Daarom zou het erg goed zijn als in het kader van de nieuwe strategie voor de regio van de Baltische Zee een proefproject, een zogenaamd fast track project, zou worden opgestart voor het regionaal beheer van de visserij in de Baltische Zee. We zouden ook met onmiddellijke ingang een dumpingverbod voor kabeljauw moeten invoeren. Momenteel worden grote hoeveelheden jonge kabeljauw gedumpt die nog maar net naar de Baltische Zee zijn gekomen. Ik roep het Zweeds voorzitterschap op mijn aanmaningen ter harte te nemen en deze problematiek aan te pakken.
Oldřich Vlasák (ECR). - (CS) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, reeds tijdens de vorige zittingsperiode hebben we tegen elkaar gezegd dat de Baltische Zee een bij uitstek geschikte regio is voor het uitvoeren van proefprojecten met het oog op de invoering van de interne EU-strategie voor macroregio's. Ik ben ingenomen met het feit dat er in het kader van deze strategie, die tot doel heeft het communautaire recht consequenter ten uitvoer te leggen en de fondsen van de Europese Unie doeltreffender in te zetten, geen nieuwe wetten of instellingen in het leven worden geroepen en dat er ook geen speciale financiële middelen voor worden uitgetrokken.
Ik denk dat er nog winst te behalen valt wat betreft de betrokkenheid van de lokale en regionale organen in het geheel. Het is voor de praktische tenuitvoerlegging van de strategie voor de Baltische zee een conditio sine qua non dat de bevoegdheden van de verschillende overheidsinstanties in het kader van het gelaagde bestuur herzien worden om ervoor te zorgen dat de verschillende instanties en organisaties geen dubbel werk gaan zitten doen. Het zou tevens goed zijn om bij de komende debatten over het toekomstige cohesiebeleid duidelijkheid te scheppen in de vraag hoe de macroregionale substrategieën en de hoofdlijnen van het regionaal beleid van de Europese Unie zich tot elkaar dienen te verhouden. Ook zou het nuttig zijn te verduidelijken hoe de strategie voor de Baltische Zee past in het uitvoeringsconcept van het territoriale cohesiebeleid.
Anna Rosbach (EFD). - (DA) Mijnheer de Voorzitter, we praten hier over een gaspijpleiding van 1 200 km onder de Baltische Zee tussen Vyborg in Rusland en Greifswald in Duitsland, door een ecologisch kwetsbare binnenzee met grote niveauverschillen in de zeebodem en door een gebied waar doorlopend onontplofte explosieven uit twee wereldoorlogen en giftige chemische stoffen uit de papierindustrie worden aangetroffen. Ongeveer honderd miljoen euro is gespendeerd aan een milieubeoordeling die wordt uitgevoerd door Nord Stream, het bedrijf dat de gaspijpleiding moet gaan aanleggen – een gasleveringsovereenkomst tussen Gerhard Schröder en Vladimir Poetin. Ik zal niet ingaan op de veiligheidsaspecten die verbonden zijn aan het feit dat de invloed van Rusland in de Baltische regio sterk toeneemt, maar me uitsluitend beperken tot de milieuproblematiek. Helaas heeft Finland het project reeds goedgekeurd, maar namens Timo Soinis en mijzelf zou ik graag willen vernemen waar de informatie over dit project te vinden is die de burgers van alle Baltische staten nodig hebben, voordat de aanleg van de gaspijpleiding van start gaat.
Inese Vaidere (PPE). – (LV) Mevrouw Malmström, mijnheer de commissaris, dames en heren, de opstelling van een strategie voor de regio van de Baltische Zee is een zeer belangrijk resultaat voor het Parlement, waarin leden van de interfractiewerkgroep voor de Balkan een belangrijke rol hebben gespeeld. Deze strategie is vergelijkbaar met de Mediterrane Strategie die indertijd een impuls heeft gegeven aan snelle economische groei in het Zuiden. Het zal een goed instrument zijn voor de ontwikkeling van de Baltische regio en als gevolg daarvan ook voor de hele Europese Unie. Wat prioriteiten betreft, wil ik graag eerst de ontwikkeling van een gemeenschappelijk Europees energiebeleid noemen, met inbegrip van een concurrerende Baltische energiemarkt. Dit omvat niet alleen aspecten als zekerheid van energievoorziening en energie-efficiëntie, maar uiteraard ook de ontwikkeling van hernieuwbare energie.
Letland, Litouwen en Estland moeten worden opgenomen in het gemeenschappelijke regionale energienetwerk, inclusief NORDEL. Onze tweede prioriteit is verdere ontwikkeling van de infrastructuur. Als gevolg van klimaatomstandigheden en soms ook van inefficiënte beleidsmaatregelen bevinden de wegen in sommige landen van de regio van de Baltische Zee zich in een behoorlijk slechte staat. De ontwikkeling van transitcorridors en communicatienetwerken zal een stimulans vormen voor het bedrijfsleven en nieuwe banen scheppen. Om te kunnen spreken van daadwerkelijke economische ontwikkeling en bescherming van het milieu, is onze derde prioriteit een innovatieve economie, met andere woorden een evenwichtige en op kennis gebaseerde groei. Om de strategie ten uitvoer te leggen is aanvullende financiering noodzakelijk. Daar dient het komende financiële kader van de Europese Unie dan ook zeker in te voorzien.
We moeten nu gebruik maken van zowel het energieprogramma van 5 miljard als het globaliseringsfonds en andere financiële instrumenten. Ook is een effectief mechanisme voor de tenuitvoerlegging en de monitoring van de strategie van belang. Het dient simpel en transparant te zijn en vrij van onnodige bureaucratie. Regelmatige controles op de introductie van de strategie en tussentijdse verslagen zijn van essentieel belang. De eerste dient reeds in 2010 te worden opgesteld. Ik ben verheugd over de actieve rol van het Zweedse voorzitterschap bij de opstelling van de strategie. Ik hoop dat het ons zal lukken dit specifieke actieplan op efficiënte en flexibele wijze ten uitvoer te leggen.
Tomasz Piotr Poręba (ECR). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, vijf jaar geleden is de Baltische Zee daadwerkelijk een interne zee van de Europese Unie geworden. Wij debatteren vandaag over een ontwerpstrategie die ons in staat moet stellen om het enorme sluimerende potentieel van deze regio zo goed mogelijk te benutten. Dit ontwerp was overigens een initiatief van het Europees Parlement. Toch zijn niet al onze aanbevelingen aangenomen door de Commissie. De voornaamste lacune is mijns inziens het gebrek aan en het afzien van een afzonderlijke begrotingslijn voor de regio van de Baltische Zee. De Commissie verzekert ons dat de strategie uit de bestaande instrumenten zal worden gefinancierd, in eerste instantie uit de structuurfondsen. Ik vrees echter dat we er zonder specifieke financiering die uitdrukkelijk voor dit doel is bestemd niet in zullen slagen om al onze doelstellingen te verwezenlijken.
De auteurs van de strategie wijzen op de noodzaak van nauwe samenwerking met Rusland. In dit verband mogen we echter niet vergeten dat de aanleg van de noordelijke gaspijpleiding momenteel de grootste bedreiging is voor de Baltische Zee. Het Europees Parlement heeft hierover vorig jaar een negatief standpunt ingenomen. Ik hoop dat de nieuwe Commissie bij de uitvoering van het aan de strategie verbonden actieplan ook rekening zal houden met deze resolutie.
Danuta Maria Hübner (PPE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het gaat met recht om een uniek initiatief en een baanbrekend project in het kader van het Europees regionaal beleid. Welvaart op basis van innovatie, het milieu, toegankelijke vervoers- en energieverbindingen en veiligheid zijn de vier belangrijkste gebieden voor gezamenlijke activiteiten van alle partners die betrokken zijn bij de voorbereiding van de strategie: alle drie de Europese instellingen – het Parlement, de Commissie en de Raad – alsook nationale overheden, regionale en lokale autoriteiten, het bedrijfsleven, de academische wereld en niet-gouvernementele organisaties. Tijdens het proces waarin de strategie is voorbereid, zijn zij werkelijk partners geworden.
Als gevolg van ontwikkelingsuitdagingen worden bestuurlijke of beleidsmatige grenzen in toenemende mate overschreden. Op basis van de strategie wordt het mogelijk om de vaak zeer versnipperde beleidsmaatregelen plaats te laten maken voor een echt gemeenschappelijk antwoord op gemeenschappelijke ontwikkelingsproblemen en -uitdagingen.
De Commissie regionale ontwikkeling – de commissie ten principale voor dit project – zal bij haar werkzaamheden veel belang hechten aan dit thema. We hebben op 6 oktober een gesprek hierover met de Commissie en de Raad; het initiatiefverslag wordt in de komende maanden voorbereid. We zullen ook de tenuitvoerlegging van de strategie blijven volgen. Ik heb er vertrouwen in dat de Unie op basis van deze actiegerichte strategie beter in staat is tot het ontwikkelen van "groene", moderne en concurrerende economieën.
Liisa Jaakonsaari (S&D). - (FI) Mijnheer de Voorzitter, de Europese Unie werd zich vrij laat bewust van de Baltische Zeekwestie. In totaal wonen 100 miljoen mensen aan haar kusten en dan is er nog Rusland, ook niet onbelangrijk. Deze strategie heeft een grote milieudimensie en dat is zeer terecht, want de milieuproblemen van de Baltische Zee zijn enorm: eutrofiëring, afnemende biodiversiteit, het afvalwater van Sint-Petersburg, de problemen in Kaliningrad enzovoort. Hier is gezegd dat dit ook het communautair cohesiebeleid zal wijzigen, wat naar mijn mening vrij belangrijk is, en ik hoop dat daar meer over gesproken gaat worden. Minister Malmström zegt hoe het gewijzigd gaat worden, omdat wijziging van het cohesiebeleid bijvoorbeeld het gevaar kan inhouden dat als wij over de Donaustrategie en de Zwarte Zeestrategie spreken, een deel van Europa, onder andere de noordelijke regio’s, niet in acht wordt genomen, en in feite ondergaan de Arctische gebieden momenteel de snelste veranderingen in de wereld en dat is belangrijk te constateren.
Riikka Manner (ALDE). - (FI) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de commissaris, het Baltische Zeegebied is op velerlei wijzen uniek en daarom ben ik zeer blij dat het Zweedse voorzitterschap deze strategie tot een van zijn speerpunten heeft gemaakt. Het is belangrijk dat wij de strategie bevorderen en op die manier ook implementeren. Ik ben van mening dat de Baltische Zee niet alleen een zeer grote milieudimensie heeft, maar ook een grote invloed op het regionaal beleid. Het Zweedse voorzitterschap heeft de kwesties van het regionaal beleid ook stevig aan de Baltische Zeestrategie verbonden. De strategie wordt vooral gezien als een document dat betrekking heeft op de landen aan haar kust en de kustgebieden van die landen, maar zij heeft beslist ook een grote regionale dimensie. De manier waarop wij deze strategie verbinden aan knowhow op het gebied van milieutechnologie, kwesties met betrekking tot binnenwateren en haar grote impact op het vervoerbeleid, zal ook van grote invloed zijn op de gebieden die in het binnenland liggen. De Baltische Zeestrategie moet daarom deel gaan uitmaken van de gemeenschappelijke Europese agenda. Ik hoop dat de strategie grote steun krijgt van het Parlement, zodat het niet alleen bij mooie woorden blijft en wij iets concreets tot stand brengen.
Tatjana Ždanoka (Verts/ALE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben in Letland verkozen tot Parlementslid en ben dan ook blij dat het eerste voorbeeld van een strategie voor een macroregio betrekking heeft op de regio van de Baltische Zee. Niettemin is in mijn ogen een aantal communautaire doelstellingen over het hoofd gezien, bijvoorbeeld een hoog niveau van sociale bescherming. Letland is, evenals een aantal andere lidstaten in de regio, zwaar getroffen door de economische crisis. Onze financiële sector en die van Scandinavië zijn nauw met elkaar verweven. Dat betekent dat onze problemen ook daar tot problemen leiden. Het gaat dus niet om een nationaal vraagstuk.
Onlangs heeft de Commissie financiële ondersteuning op de middellange termijn verleend voor de betalingsbalans van Letland. Helaas ontbreekt een sociale structuur voor dergelijke ondersteuning. De regering verlaagt dus de pensioenen en uitkeringen, en de Commissie staat dat gewoon toe.
Mijn tweede punt van zorg betreft de fundamentele rechten. In twee lidstaten in de regio, namelijk Letland en Estland, vormen de massale staatloosheid en de bescherming van minderheden nog altijd een groot probleem. Ik vind dat de strategie ambitieuzer moet zijn en alle doelstellingen van de Europese Unie moet trachten te verwezenlijken.
Ville Itälä (PPE). - (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de Commissie en de Zweedse regering bedanken voor hun zeer actieve rol en ik ben van mening dat de Baltische Zeestrategie goed en belangrijk is. Zonder goede financiering zal het project echter niet slagen. In dat geval zal alles stoppen, nadat de strategie is aangenomen. Het Parlement heeft er jarenlang over nagedacht hoe de financiering moet worden georganiseerd en vorig jaar kwam het eensgezind overeen dat de Baltische Zeestrategie haar eigen begrotingslijn moet hebben. Dat is het middel, het instrument, om de talrijke projecten bij elkaar te brengen die de Baltische Zeestrategie nu nodig heeft om uitgevoerd te worden. Ik weet dat er in de Begrotingscommissie nu voorstellen zijn gedaan om in deze begrotingslijn wat geld onder te brengen en ik hoop dat ook de Raad en de Commissie dit steunen, omdat het project anders beslist niet zal slagen. Iets anders wat wij moeten doen om het milieu in de Baltische Zee te redden, is Rusland hier nauw bij betrekken. Ik vind het onbegrijpelijk dat sommigen bereid zijn een gaspijplijn door de Baltische Zee goed te keuren, zonder dat Rusland ook maar wordt verplicht zich te verbinden aan de conclusies van het Verdrag van Espoo. Dat is het minste wat wij moeten doen.
Victor Boştinaru (S&D). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij dat de strategie voor de regio van de Baltische Zee kan dienen als proefproject voor de macroregionale strategieën.
Op basis van initiatieven als deze kunnen we de communautaire beleidsinstrumenten beter coördineren, waardoor de betrokken regio’s zich op een coherente, stabiele en duurzame wijze kunnen ontwikkelen.
Bij de laatste Raad is gezegd dat er tegen het einde van 2009 een strategie zou zijn ontwikkeld voor de regio van de Baltische Zee. Het gaat hier om een zeer belangrijk initiatief, omdat het kan leiden tot een geharmoniseerde ontwikkeling van en welvaart voor de regio die, afgezet tegen het gebied rond de Baltische Zee als geheel, veel complexer is wat betreft de partijen die erbij betrokken zijn en het belang voor de veiligheid, stabiliteit, energie en het milieu.
Derhalve wil ik het Zweeds voorzitterschap vragen wanneer de strategie voor de regio van de Baltische Zee een feit zal zijn en ook wanneer het Parlement op de hoogte wordt gesteld en wordt betrokken bij deze kwestie.
Werner Kuhn (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Malmström, mijnheer Samecki, als nieuwe afgevaardigde uit de Duitse deelstaat Mecklenburg-Vorpommern sta ik volledig achter de ontwikkeling van een strategie voor de Baltische Zee en het bijbehorende actieplan. De commissaris heeft zo-even al over de – in totaal tachtig – vlaggenschipprojecten gesproken.
Tot onze gemeenschappelijke doelstellingen behoren natuurlijk de verbetering van het concurrentievermogen van onze economie in de regio van de Baltische Zee, waarbij met name aandacht is voor de ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen, maar ook een gemeenschappelijk energiebeleid waarbij ook rekening wordt gehouden met duurzame energie. Ik vraag mij daarbij af wat onze houding is ten opzichte van offshore-installaties in de Baltische Zee. Daarbij spelen maatregelen tegen waterverontreiniging – schoon water is immers een primair goed en een onmisbare hulpbron – een ontzettend belangrijke rol, bijvoorbeeld met het oog op de visserij of het toerisme. Daarom moeten investeringen in zuiveringsinstallaties worden bevorderd.
Ik ben van mening dat we met alle lidstaten in de regio van de Baltische Zee overeenstemming moeten bereiken over een gemeenschappelijk programma voor de ruimtelijke ordening. We moeten namelijk het antwoord vinden op de volgende vragen: Waar gaan we de infrastructuur in de toekomst realiseren? Waar zullen de offshore-installaties worden gebouwd? En hoe pakken we de veiligheid op zee aan? Daarom moeten we opheldering verschaffen over de vraag waar de energieroutes gaan lopen voor Nord Stream, voor de elektriciteitsvoorziening, enzovoorts.
(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Cecilia Malmström, fungerend voorzitter van de Raad. − (SV) Mijnheer de Voorzitter, ik wil alle afgevaardigden bedanken voor de krachtige steun die u ons hebt verleend voor ons verdere werk met betrekking tot de strategie voor de regio van de Baltische Zee. Die steun in het Europees Parlement is niet meer dan normaal, want het hele idee van een strategie voor de regio van de Baltische Zee stamt oorspronkelijk van u en ik ben blij dat u er ook voor zal zorgen dat deze strategie daadwerkelijk realiteit wordt. Ze kan immers alleen maar een succes worden – ze kan alleen maar iets echt concreets worden, en niet in mooie woorden en retoriek verzanden – als alle lidstaten echt het gevoel hebben dat deze strategie ook de hunne is en zich echt verantwoordelijk voelen om te verzekeren dat het project gerealiseerd wordt.
Werk maken van deze projecten, duidelijke deadlines vastleggen voor hun realisatie en regelmatig overleg zijn garanties om te slagen. Ik ben er zeker van dat het Parlement en de Commissie druk uit zullen blijven oefenen op ons om de strategie echt te verwezenlijken.
De regio telt honderd miljoen inwoners. Er bevinden zich altijd tweeduizend schepen in de Baltische Zee. Het is duidelijk dat we hier met enorme uitdagingen worden geconfronteerd. We hebben een erg ruim verankeringsproces gehad en ik wil de Commissie – eerst mevrouw Hübner en nu de heer Samecki – bedanken voor het werk dat ze hebben verricht. In het maatschappelijk middenveld en in de gemeenten rond de Baltische Zee bestaat grote steun om de strategie te verwezenlijken.
Meerdere leden, mevrouw Krehl en de heer Itälä, hebben de kwestie van middelen aan de orde gesteld. Het is niet de bedoeling om aan de strategie nieuwe middelen toe te wijzen. Er zijn echter veel middelen in de regio die we kunnen gebruiken. In de huidige financiële vooruitzichten zijn 55 miljoen euro vastgelegd voor de regio. We weten ook dat we op bijdragen kunnen hopen van internationale instellingen zoals de EIB, die grote belangstelling voor de regio van de Baltische Zee heeft getoond. Het doel is alle administratieve kosten zo laag mogelijk te houden en voor de diverse projecten die als visitekaartje moeten dienen uitsluitend met de lokale en nationale verantwoordelijken te werken.
Een van die projecten betreft mensenhandel, een onderwerp dat mevrouw Jäätteenmäki aansneed. Er is een project met betrekking tot verbeteren van de opleiding van douaneambtenaren en politiemensen in de regio om de kwestie van mensenhandel beter te kunnen identificeren en aan te kunnen pakken. Mevrouw Hassi en mevrouw Lövin sneden de kwestie aan van het maritiem milieu, de landbouw en visserij. Op dit gebied zijn er enkele projecten, maar ik zou er graag meer zien. Ik denk ook dat de strategie ons de mogelijkheid kan bieden om een beter overzicht te krijgen van onze milieu-inspanningen en ons visserij- en landbouwbeleid en om ervoor te zorgen dat daarmee naar dezelfde doelen wordt toegewerkt.
Er zijn natuurlijk ook andere partnerschappen in de regio van de Baltische Zee. We hebben uitgebreide en groeiende partnerschappen op het gebied van energiebeleid om de energie-infrastructuur in de regio met elkaar te verbinden, de afhankelijkheid te reduceren en de effectiviteit te vergroten. Dat is natuurlijk iets waar de Unie verder aan zal werken. De Ignalina-centrale heeft niets met de strategie voor de regio van de Baltische Zee van doen. Dat is een oud besluit dat deel uitmaakte van de toetredingsonderhandelingen met Litouwen. Nord Stream heeft er evenmin iets mee van doen. Het houdt natuurlijk verband met de Baltische Zee, maar maakt geen deel uit van de strategie. Het is een commercieel project dat in overeenstemming met gangbare internationale milieuovereenkomsten en relevante nationale wetgeving is getoetst.
De strategie voor de Baltische Zee is een interne strategie van de EU. Ze wordt wat wij ervan maken. Maar, zoals meerdere leden hebben opgemerkt, het is ook belangrijk dat derde landen erbij betrokken zijn. We hebben ervoor gezorgd dat bijvoorbeeld Rusland en Noorwegen erbij betrokken zijn en dat we hen de aanpak van de strategie uitleggen en duidelijk maken dat we graag met hen als partners willen samenwerken aan concrete projecten van gemeenschappelijk belang.
We kijken uit naar de conferentie van morgen en vrijdag en zijn verheugd dat ondervoorzitter Wallis naar Stockholm komt. Op die conferentie zullen we de strategie voor de regio van de Baltische Zee bespreken en hopelijk zullen de betrokken landen zich er sterk toe verbinden om ervoor te zorgen dat de strategie concreet wordt, maar we zullen ook macroregio’s in het algemeen bespreken. De Donauregio en de regio van de Zwarte Zee zijn in dit verband vermeld. Ik denk dat er op dit gebied ontzettend veel te doen is en ontzettend veel als inspiratiebron kan dienen. We hopen vooruitgang te kunnen boeken in de discussies, ook al is het nog iets te vroeg om vandaag al concreet tijdsplannen vast te leggen. Ik wil u nogmaals bedanken voor de krachtige steun die in het Europees Parlement bestaat voor de strategie voor de regio van de Baltische Zee en ik kijk ernaar uit om dit bij de toekomstige gelegenheden met de Parlementsleden te bespreken.
Paweł Samecki, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik de Parlementsleden bedanken voor hun commentaar en opmerkingen ten aanzien van diverse facetten van de strategie. Uit de mate waarin u betrokkenheid toont, blijkt dat de strategie de komende jaren hoog op de politieke agenda blijft staan. Dat is positief.
Ik zie geen kans om in te gaan op alle opmerkingen en punten die tijdens het debat of in uw verklaringen naar voren zijn gebracht. Ik zou mij willen beperken tot drie algemene groepen punten. Het eerste punt betreft de vorm. De strategie is ontwikkeld overeenkomstig de doelstellingen en intenties van de lidstaten. De Commissie heeft zich niet bemoeid met het vaststellen van de prioriteiten. De Commissie heeft de prioriteiten niet uitgekozen, dus er blijft natuurlijk ruimte voor ideeën om bepaalde projecten op te nemen en sommige prioriteiten bij te stellen. Maar daar moeten dan in de toekomst wel afspraken over worden gemaakt in het kader van de tenuitvoerlegging van de strategie.
Ik kan u verzekeren dat de strategie een soort levend organisme is en dat zij in hoge mate vatbaar is voor verandering, mochten lidstaten en belanghebbenden die wensen.
Het tweede punt betreft management en goed bestuur. Hier wil ik onderstrepen dat er behoefte bestaat aan een heldere taakverdeling, een duidelijke verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Ik denk dat we duidelijkheid moeten scheppen over de verantwoordelijkheden van de lidstaten, de Commissie en van andere organisaties die betrokken zijn bij het bestuur.
Ik wil hier nog aan toevoegen dat we niet alleen de lokale regeringen willen betrekken bij het tenuitvoerleggingproces van de strategie, maar ook derde landen, zoals de minister al heeft gezegd.
Natuurlijk zullen wij aan het Parlement verslag uitbrengen met betrekking tot de vooruitgang die bij de tenuitvoerlegging wordt geboekt.
Als laatste punt noem ik de financiering. Diverse lidstaten hebben gezegd dat er extra subsidies moeten komen voor nieuwe projecten enzovoort. Ik wil erop wijzen dat we in het vroegste ontwikkelingsstadium van de strategie hebben afgesproken dat er in beginsel geen extra subsidies worden verstrekt.
Op dit moment hebben we min of meer drie mogelijkheden. We kunnen regelgeving ontwikkelen voor het gebruik van bestaande EU-fondsen, bijvoorbeeld door de criteria voor het selecteren van nieuwe projecten te wijzigen. In de tweede plaats kunnen we onze toevlucht nemen tot andere bronnen, zoals internationale financiële instellingen. Tot slot kunnen we nog steeds trachten nationale middelen in te zetten, al zal dit in tijden van economische recessie lastig zijn. In dit verband kijk ik uit naar de werkzaamheden van de conferentie in Stockholm. Deze conferentie kan namelijk bepalend worden voor de manier waarop de lidstaten en de Commissie in de toekomst invulling geven aan de macroregionale aanpak. Daarnaast zal het tijdens de conferentie ook gaan over de financiering van eventuele nieuwe strategieën. Ik denk dus dat dit een goed moment is om de komende dagen in Stockholm de macroregionale aanpak als geheel onder de loep te nemen.
De Voorzitter. − Het debat is gesloten.
Schriftelijke verklaringen (artikel 149)
Eija-Riitta Korhola (PPE), schriftelijk. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik wil het Zweedse voorzitterschap bedanken voor het feit dat het de moed heeft gehad zijn eigen regio, de Baltische Zee, en de daaraan gerelateerde vraagstukken tot zo’n belangrijk thema te maken in het programma van het voorzitterschap. Het is goed dat de Baltische Zeestrategie, die wij zo lang hebben voorbereid, nu wordt behandeld: er is geen tijd te verliezen. Het belangrijkste doel van de Baltische Zeestrategie en het actieprogramma, verbetering van het milieu en het mededingingsvermogen in de regio, moet serieus worden genomen, zowel wat betreft de toe te wijzen financiering als de uit te voeren maatregelen. De doelen moeten in de praktijk worden gerealiseerd: het mag in de strategie niet bij loze woorden blijven. Wij hopen vooral dat de strategie de zuivering zal versnellen van de Baltische Zee, die nu last heeft van eutrofiëring, en zal helpen gemeenschappelijke oplossingen te vinden voor grensoverschrijdende problemen. Vooral vanwege deze doelstellingen zijn alle ogen nu gericht op Finland, dat binnenkort besluit of het zal toestaan dat de Nord Stream-gaspijplijn in zijn territoriale wateren mag worden aangelegd. Krachtens de Baltische Zeestrategie moeten de milieueffecten van dergelijke projecten worden onderzocht door middel van een procedure die op internationaal niveau juridisch bindend is en in dit licht kan men er niet schouderophalend aan voorbijgaan. Wij moeten daarom eisen dat Rusland het Verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband, dat het in 1991 heeft ondertekend, ratificeert. De Finse regering moet dit als voorwaarde stellen voor de behandeling van de toelating voor de aanleg van de gaspijplijn. Rusland, dat ook van de Baltische Zeestrategie profiteert, houdt zich alleen aan dit verdrag als het hem uitkomt. Dat kan zo niet langer: de inzet is te hoog en wij moeten weten van projecten die schadelijk zijn voor de Baltische Zee voor het te laat is.
György Schöpflin (PPE), schriftelijk. – (EN) Het Zweeds voorzitterschap heeft er heel goed aan gedaan de strategie voor de regio van de Baltische Zee te ontwikkelen. Deze strategie kan probleemloos een voorbeeldfunctie vervullen voor andere Europese macroregio's, zoals het stroomgebied van de Donau. De ontwikkeling van de regio van de Baltische Zee moet op één punt echter spoedig worden herzien, namelijk de noordelijke pijpleiding op de zeebodem tussen Rusland en Duitsland. De pijpleiding vormt niet alleen een ernstig milieuprobleem, maar het gaat bovenal om een project dat is achterhaald. Aardgas wordt in de toekomst niet langer geleverd via pijpleidingen maar in de vorm van vloeibaar aardgas. Nord Stream is naar alle waarschijnlijkheid een volledig overbodige luxe. De voorstanders van dit project dienen hier goed over na te denken voordat er nog meer geld, middelen, moeite en energie in worden gestoken.
Bogusław Sonik (PPE), schriftelijk. – (PL) De in juni 2009 aangekondigde strategie voor de regio van de Baltische Zee heeft tot doel deze regio op de kaart te zetten als een milieuvriendelijke, welvarende, gemakkelijk toegankelijke, aantrekkelijke en veilige regio. Dit is van bijzonder belang met het oog op de steeds groter wordende uitdagingen die de regio van de Baltische Zee sinds de uitbreiding van de Europese Unie in 2004 het hoofd moet bieden.
Het is belangrijk dat we maatregelen nemen om de milieusituatie in deze regio te verbeteren, aangezien de regio van de Baltische Zee op dit ogenblik een van de meest vervuilde mariene gebieden ter wereld is. Er liggen duizenden tonnen giftig oorlogsmateriaal op de bodem van de Baltische Zee in de vorm van mijnen, kogels, bommen, containers en vaten. Naar schatting gaat het om dertig- tot zestigduizend ton chemische munitie, waarvan alleen al de hoeveelheid mosterdgas op dertienduizend ton wordt geraamd. Deze chemische wapens zijn aan het einde van de jaren veertig van de vorige eeuw, na de Tweede Wereldoorlog, in de Baltische Zee gedumpt. Ze waren buitgemaakt in de door Duitsland bezette gebieden en aangezien het lastig was om ze onder de grond te begraven, werd eenvoudigweg besloten om ze in de Baltische Zee te dumpen.
Als de chemische wapens op de bodem van de Baltische Zee bij de aanleg van infrastructuur worden beschadigd, kan dit tot een milieuramp leiden. De beschadiging van deze chemische wapens uit de Tweede Wereldoorlog bij de bouw van een gaspijpleiding in de Baltische Zee vormt een van de grootste bedreigingen voor het ecosysteem. Daarom moet dringend een analyse worden gemaakt van de gevolgen van de aanleg van deze pijpleiding voor de natuurlijke omgeving van de regio van de Baltische Zee.