Tunne Kelam (PPE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb tegen de ontwerpresolutie over Litouwen gestemd omdat ik dit een premature en onevenwichtige reactie vind, en al helemaal in de oorspronkelijke bewoording, op een wet die nog niet eens in werking is getreden.
Het is waar dat de EU bevoegd is op het gebied van de mensenrechten. In dit geval komt de EU echter dicht bij het schenden van het beginsel van soevereiniteit van de lidstaten, en daarom heb ik tegen deze ontwerpresolutie gestemd, mede omdat aanneming van deze ontwerpresolutie een negatief effect op het Ierse referendum zou hebben, als slecht voorbeeld van de manier waarop de EU omspringt met de soevereiniteit van de lidstaten.
Bogusław Sonik (PPE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik heb tegen deze resolutie gestemd omdat Litouwen dit probleem wel zelf kan aanpakken. De Litouwse president heeft een speciale groep gevormd voor de evaluatie van deze wetgeving, die pas in 2010 van kracht zou moeten worden. Bovendien denk ik dat de resolutie een overmatige bemoeienis zou betekenen met de zaken van een soevereine staat als Litouwen. Daarnaast bevat deze resolutie de verklaring dat juridisch advies moet worden ingewonnen bij het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten. Het is niet de taak van het Bureau voor de grondrechten om individuele landen te beoordelen en in dergelijke gevallen een advies op te stellen. Dat zou een veel te gevaarlijk precedent scheppen.
Bernd Posselt (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik ben een Europeaan in hart en nieren en voorstander van zowel een Europese grondwet als het Verdrag van Lissabon. Ik strijd ook voor de mensenrechten. Maar deze resolutie is zeer schadelijk voor Europa, met name voor het Ierse referendum, en misbruikt het onderwerp mensenrechten voor ideologische doeleinden. De Litouwse wet heeft niets te maken met mensenrechten, en voor zover dit wel het geval is, beschermt ze de mensenrechten van Litouwse kinderen in plaats van deze te schenden. Daarom beschouw ik deze resolutie als ideologische schande. De linkse fracties en de liberalen in dit Parlement hebben met deze resolutie veel schade berokkend aan Europa en de mensenrechten.
Philip Claeys (NI). - Voorzitter, onze Litouwse vrienden zullen het zich ongetwijfeld wel anders hebben voorgesteld. Nadat ze zich hadden bevrijd van het juk van de Sovjet-Unie, wilden ze zo snel mogelijk lid worden van die andere Unie die zich toch zo graag voorstelt als een uniek verbond van vrije naties. Maar nu blijkt eens te meer dat de ene voogdij gewoon werd vervangen door een andere, zij het een meer subtiele. Ook nu is Litouwen niet meer vrij: als het Litouwse parlement een wet aanneemt die gericht is op de bescherming van minderjarigen, wordt het daarvoor verketterd en in de ban gedaan. Geen enkel gebied is nog vrij van Europese bemoeizucht en dit zal de komende jaren zeker niet verbeteren. Wel, integendeel, de nieuwe Eurocommissaris voor mensenrechten - what's in a name - zal de Europese voogdij nog versterken. Dank u, Verhofstadt, dank u, andere mandarijnen van de Commissie, onder meer voor deze vrijheidsverstikking.
Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, zie hoe het struikgewas van de EU-wetgeving almaar dichter wordt. Zie hoe Brussel zijn tentakels naar alle kieren en hoeken van het nationale leven uitstrekt.
Aangelegenheden als deze, de bescherming van minderjarigen, zijn voor veel van onze kiezers gevoelige en ethische kwesties. Als we ons in dit Parlement menen te moeten veroorloven om als wetgever voor de nationale staten op te treden, waarvoor dienen die dan nog? Kent onze arrogantie dan geen grenzen?
Ik wil volkomen duidelijk zijn over dit punt. Toen het Verenigd Koninkrijk een wet wilde aannemen die bijna het equivalent van deze wetgeving was, ‘Section 28’ geheten, was ik vrijwel de enige conservatief die zich daartegen verzette. Ik lag jaren voor op mijn partij bij het streven naar een volledig gelijke behandeling van homoseksuelen, ook met betrekking tot de leeftijdsgrenzen voor seksuele meerderjarigheid en civiele partnerschappen. Het doet me veel genoegen dat de rest van mijn partij dit standpunt nu ook deelt.
Maar ik ben geen Litouwse wetgever! De personen die hierover in Litouwen moeten beslissen, zijn de personen die via de democratische mechanismen en procedures van dat land verantwoording moeten afleggen. Als we niet bereid zijn om ze daartoe in staat te stellen, kunnen we onze nationale parlementen net zo goed opdoeken, er musea van maken en de deuren sluiten.
Peter Jahr (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, het voortbestaan van tal van landbouwbedrijven is ernstig in gevaar. Daarom ben ik blij dat we vandaag over de grenzen van fracties heen een ontwerpresolutie over de melkcrisis hebben goedgekeurd. Ik betreur het echter ten zeerste dat de Groenen niet betrokken wilden zijn bij het opstellen van deze ontwerpresolutie.
Het is duidelijk dat we geen einde zullen maken aan deze crisis als we alleen de door de Commissie voorgestelde maatregelen nemen. We moeten in de eerste plaats de consumptie van zuivelproducten aanzwengelen om de druk op markt te verminderen. Daarbij geldt: afzetbevordering heeft voorrang boven opslag. Zinvolle voorstellen zoals het gebruik van melkpoeder als voer voor kalveren, het vaststellen van minimumprijzen voor kaasproducten, een duidelijke etikettering van "analoge" kaas en het gebruik van botervet voor de productie van roomijs dan wel bakkerijproducten liggen al enige tijd op tafel. Waarom de Commissie deze nog steeds niet heeft omgezet, is volkomen onbegrijpelijk.
Ik wil de commissaris daarom nadrukkelijk verzoeken om de in de ontwerpresolutie genoemde voorstellen in acht te nemen en deze dringend om te zetten!
Oldřich Vlasák (ECR). - (CS) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren. Ik zou graag willen toelichten waarom ik mij onthouden heb van stemming inzake de zuivelsector en zuivelproducten. Het is triest maar waar: de situatie in de zuivelsector is uiterst kritiek. Ondanks het feit dat de consumentenprijzen in de afgelopen jaren met 14 procent gestegen zijn, is de opkoopprijs van melk met bijna 40 procent gedaald. Een groot aantal Europese zuivelproducenten wordt nu dan ook bedreigd met bankroet. Volgens de algemeen directeur van Madeta, de heer Teplý, bevinden zich in de Tsjechische Republiek momenteel vijftien melkfabrieken in financiële zin in een toestand van klinische dood. Deze situatie dient te worden aangepakt middels een stelselmatig en op de lange termijn gericht beheer van de sector als geheel en dus in geen geval slechts met steunmaatregelen voor de korte termijn als subsidies, interventieaankopen en ondersteuning van particuliere opslag. Dergelijke maatregelen leiden alleen maar tot verstoring van de markt en doen niets aan de prijsinstabiliteit. Daarenboven dienen er voor de landbouwers van alle lidstaten gelijke omstandigheden te worden gecreëerd, en dat niet alleen in de zuivelsector.
Franz Obermayr (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dit voorstel van de Commissie is op zich toe te juichen en is economisch gezien zeker ook zinvol en realistisch. Desondanks moet ik hier nu al aan toevoegen dat de prijsdaling goed beschouwd niet alleen het gevolg is van een teruggelopen vraag.
Ook de problemen van de melkveehouders in Oostenrijk en het Alpengebied spelen daarbij een rol. De kleinschalige landbouwbedrijven kunnen niet op tegen de gigantische ondernemingen in Noord-Duitsland en Nederland. Daardoor ontstaat onevenwichtigheid. Een volledige afschaffing van de melkquota zou bedrijven bij ons tot opgave dwingen en fatale en onafzienbare gevolgen hebben, ook voor het cultuurlandschap.
De Europese markt zou worden beheerst door enkele multinationals. Wat voor gevolgen dit voor de kwaliteit van de voedingsmiddelen zou hebben, ligt voor de hand.
Mario Borghezio (EFD). − (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, dezer dagen manifesteert zich overal in Europa het volkomen terechte protest van melkproducenten vanwege de prijzen en het achterwege blijven van maatregelen van de Europese Unie om, niet ergens in de toekomst maar nu, een etikettering toe te staan, vooral van kunstmatige zuivelproducten.
Wij willen verse producten op de tafel van onze consumenten, producten waarvan we de oorsprong kennen en niet de smerigheid die afkomstig is uit andere landen: poedermelk die wordt gepresenteerd als verse melk van eigen productie. Vanaf morgen wordt in Padania en in de rest van Europa melk vergoten en dat is een belangrijk protest omdat het een manifestatie is ter ondersteuning van de kwaliteit van onze producten. In Europa willen we gezonde producten van onze eigen bodem eten: goede verse melk, de melk die ik zelf drink, dat mag duidelijk zijn. Wij in Padania drinken melk ter herinnering aan het offer dat gebracht wordt door onze producenten die door Europa moeten worden beschermd.
De Europese commissaris heeft kaas met een lange rijpingsperiode uitgesloten van de beschermingsbepalingen en beschermt alleen de producenten van poedermelk. Dit is een schande!
Krisztina Morvai (NI). – (HU) Mijnheer de Voorzitter, we leven in een tijd dat zelfs in rijke westerse landen als Frankrijk elke dag melkboeren zelfmoord plegen. De tragedie is dus enorm. Ik heb vóór beide verslagen van de heer De Castro gestemd, want er moet onmiddellijk en dringend worden ingegrepen. We weten echter dat de grote voorraden melkpoeder en boter uit de interventieopslag zullen verdwijnen en vervolgens opnieuw de prijzen omlaag zullen brengen. Dat is mijn eerste probleem.
Mijn andere probleem is dat deze maatregel de grote producenten in veel grotere mate helpt dan de kleine. We mogen niet vergeten dat de kleine boeren onmiddellijke hulp nodig hebben om in hun basisonderhoud te kunnen voorzien, terwijl de grotere boeren deze hulp alleen zouden aanwenden om hun winst op peil te houden of te vergroten. Er zijn fundamentele veranderingen nodig. In plaats van de door de WTO gedicteerde vrijhandelslogica moeten we eindelijk voedselsoevereiniteit garanderen. Zoals de sprekers vóór mij al zeiden, zijn voedingsmiddelen nodig die ter plaatse zijn geproduceerd door lokale boeren.
Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, zoals iedereen die gesproken heeft, ben ik me bewust van de diepte van de crisis in onze agrarische sector. Elk lid van het Parlement dat boeren vertegenwoordigt is zich daarvan bewust. Maar de crisis is een product van ons bestaande landbouwsysteem – het gemeenschappelijk landbouwbeleid – dat rampzalige gevolgen heeft gehad voor boeren in mijn deel van het Verenigd Koninkrijk. En niet alleen voor onze boeren: ook voor onze consumenten, onze belastingbetalers en zelfs de armen in de derde wereld, die geen toegang tot onze markt krijgen en vervolgens ook nog eens te maken krijgen met overschotten die op hun eigen markten worden gedumpt.
We waren in de Europese Unie geleidelijk afscheid aan het nemen van het systeem van rechtstreekse steun, dat zulke funeste gevolgen voor het milieu en de economie heeft gehad, en nu weten we niet hoe snel we daar weer naar terug moeten grijpen. Ik kan u vertellen dat de mensen in het Verenigd Koninkrijk nog heel goed weten hoe het systeem van de melkquota werkte. We kregen een quotum toegewezen dat lager was dan onze nationale productie, waardoor we het bijzondere verschijnsel hebben gezien van Britse boeren die melk als meststof gebruikten of in het riool lieten wegstromen, om vervolgens melk te moeten importeren uit Nederland, Frankrijk of andere delen van de Europese Unie om aan de vraag te kunnen voldoen. We waren daar juist afscheid van aan het nemen, en nu heeft dit Huis ervoor gestemd om dat systeem weer in te voeren.
Iedereen die denkt dat de Europese Unie beweegt in de richting van minder doen en macht teruggeven, hoeft alleen maar naar de stemming van vandaag te kijken.
Syed Kamall (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, vorige week zijn verschillende albums van The Beatles in digitaal geremasterde vorm opnieuw uitgebracht. Deze week debatteren we over het melkquotasysteem in geremasterde vorm. Deze twee zaken hebben misschien op het eerste gezicht niet zo veel met elkaar te maken, maar denkt u dan eens aan de titel van een nummer van The Beatles, ‘Back in the USSR’. Die zegt eigenlijk alles. Het melkquotasysteem is een systeem waarvan de prijzen en de quota door bureaucraten worden vastgesteld en niet worden bepaald door de behoeften van de consumenten of zelfs de behoeften van de aanbieders. Dit is een systeem waarin de consumenten twee keer te veel betalen, voor de hogere prijzen en voor de hogere belastingen om een systeem te ondersteunen waarover geen klacht te beluisteren viel toen de prijzen hoog waren.
Ik herinner me dat Martin Schulz tegen het eind van de vorige zittingsperiode zei dat hij eindelijk de sociaaldemocratisering van de Europese Volkspartij had gezien. Ik denk dat het nog veel verder gaat en dat we nu de sovjetisering van de EU zien. Zijn we echt op weg naar een ‘EUSSR’?
Jens Rohde (ALDE). - (DA) Mijnheer de Voorzitter, wij Deense liberalen hebben veel sympathie voor de landbouwers, die geconfronteerd worden met de grote economische uitdagingen van onze tijd, en we hebben in feite ook veel sympathie voor het idee om kortetermijnhulp te geven aan hen die het nu moeilijk hebben. Het probleem is alleen dat geïnstitutionaliseerde steunregelingen voor de korte termijn ondanks de vele mooie intentieverklaringen uiteindelijk nooit van korte duur blijken te zijn. Het eindigt er altijd mee dat dergelijke regelingen permanent worden, en daar zijn wij ons als afgevaardigden allemaal zeer goed van bewust, voor zover we bij de invoering van dergelijke regelingen betrokken waren, in dit Parlement of in onze nationale parlementen. Daarom vrezen wij, en volgens ons met recht, dat de initiatieven die in deze resolutie worden aanbevolen, en in dit licht ook de initiatieven van de Commissie, in feite zullen leiden tot een meer permanente verwijdering weg van het uitstekende hervormingsproces in de richting van een effectieve landbouwsector, waarvoor de commissaris zich heeft ingespannen, en derhalve zijn wij genoodzaakt deze resolutie af te wijzen.
Zigmantas Balčytis (S&D). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb voor de ontwerpresolutie gestemd omdat zekerheid van de energievoorziening van enorm groot belang is voor alle lidstaten van de Europese Unie.
De recente crisis tussen Rusland en Oekraïne heeft de bestaande problemen in de energiesector duidelijk aan het licht gebracht, met name de volledige afhankelijkheid van enkele lidstaten van één leverancier van aardgas.
De Baltische staten, die geïsoleerd zijn van de rest van Europa, zijn overgeleverd aan de goede wil van gasleveranciers uit Oost-Europa. Het is belangrijker dan ooit om een alomvattend gemeenschappelijk energiebeleid te ontwikkelen op basis van solidariteit, diversificatie van energiebronnen en verdediging van gemeenschappelijke belangen.
Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om de Commissie, en in het bijzonder het Zweedse voorzitterschap, te bedanken voor de presentatie van de Oostzeestrategie, die het mogelijk maakt om structureel middelen te reserveren waarmee op een meer doelmatige wijze gemeenschappelijke doelen kunnen worden verwezenlijkt.
Ik ben ervan overtuigd dat de strategie, mits goed uitgevoerd, een voorbeeld van regionaal succes zal worden.
Tot slot wil ik er bij de Commissie op aandringen om bij de uitvoering van de Oostzeestrategie een leidende rol op zich te nemen, teneinde ervoor te zorgen dat de belangen van individuele lidstaten in bepaalde gevallen geen voorrang krijgen boven de verwezenlijking van gemeenschappelijke strategische doelen.
Bogusław Sonik (PPE). – (PL) Ik heb voor deze resolutie gestemd, omdat de energiekwestie een belangrijke toetsing is voor de Europese solidariteit. De lidstaten moeten samenwerken op dit gebied.
Het energiebeleid moet gekoppeld zijn aan het buitenlands beleid. De Commissie moet zich ook richten op de diversificatie van de energiezekerheid in de verschillende EU-lidstaten. De strijd tegen klimaatverandering betekent dat energie die afhankelijk is van steenkool te maken kan krijgen met grote financiële moeilijkheden. De prijsstijgingen zullen dan de burgers treffen. Het is hoog tijd dat we op dit gebied een gemeenschappelijk beleid voor de hele EU invoeren. De Commissie moet duidelijk stellen dat zij zal optreden tegen de egoïstische houding van lidstaten die er geen gevaar in zien om afhankelijk te blijven van één leverancier, zoals bijvoorbeeld de afhankelijkheid van Rusland voor gas.
Actie is noodzakelijk. De Europese Commissie en de commissaris voor energie moeten hun politieke wil duidelijk tot uitdrukking brengen.
Iosif Matula (PPE). – (RO) Mijnheer de Voorzitter, ik heb vóór deze resolutie gestemd en zal nu toelichten waarom. De Europese Unie is afhankelijk van de import van energie. Het energieverbruik blijft toenemen, maar de natuurlijke rijkdommen zijn beperkt. Bij energiezekerheid wordt van de aanname uitgegaan dat er tegelijkertijd sprake is van zowel een diversificatie van de bronnen en vervoersroutes als een zeer efficiënte verbinding tussen de lidstaten, waar momenteel via verschillende projecten aan wordt gewerkt, met Europese financiering van de gaspijpleidingen tussen Roemenië en zijn buren Hongarije en Bulgarije. Dit is waar we op dit moment staan, heb ik tegen mezelf gezegd, maar wat staat ons nog allemaal te doen?
Ik zou een misschien gewaagde, maar eenvoudige vergelijking willen maken met elektrische energie. Op dit moment krijgen onze huizen stroom zonder dat we weten waar deze vandaan komt. Met een gediversifieerd netwerk dat aardgas en talrijke vervoersnetwerken levert, moeten we precies hetzelfde doel kunnen bereiken: waarborgen dat er onder alle omstandigheden gas wordt geleverd, ongeacht de omstandigheden. Daarom heb ik het Nabucco-project gesteund en steun ik dat nog steeds, maar steun ik tegelijkertijd ook de stap in de richting van een diversificatie van hernieuwbare energiebronnen.
Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor het verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad wat de interventieperioden 2009 en 2010 voor boter en mageremelkpoeder betreft gestemd, omdat ik van oordeel ben dat deze maatregelen garanties bieden voor de voortzetting van een goede maatregel die een onmiddellijk effect heeft op de regulering van overschotten op de markt voor melk en zuivelproducten. De wereldwijde daling van de prijzen op de markt voor melk en zuivelproducten van de laatste twaalf maanden is te wijten aan de algemene stijging van de productie en de wereldwijde daling van de vraag ten gevolge van de economische en financiële crisis. Deze ontwikkeling rechtvaardigt de voortzetting van de overheidsinterventie voor boter en mageremelkpoeder.
Jean-Pierre Audy (PPE), schriftelijk. – (FR) Op basis van het verslag van mijn Italiaanse collega Paolo de Castro heb ik vóór het voorstel voor een verordening van de Raad tot afwijking van de verordening betreffende de gemeenschappelijke marktordening (GMO) gestemd wat de interventieperioden 2009 en 2010 voor boter en mageremelkpoeder betreft. Nadat de prijzen van alle levensmiddelen, en dus ook van melk in 2007 wereldwijd de pan uitrezen, is de afgelopen twaalf maanden sprake geweest van een sterke prijsdaling. Ik schaar me achter de Commissie die begin 2009 een subsidie heeft ingevoerd voor particuliere opslag van boter in een poging de markt te steunen. Gezien de uitzonderlijke situatie ben ik er voorstander van de openbare-interventieperiode voor boter en mageremelkpoeder te verlengen tot 28 februari 2010 via een aanbestedingsprocedure. Omdat nog niet te overzien is hoeveel tijd de markt voor zuivelproducten nodig zal hebben om er weer bovenop te komen, heb ik me verder achter de aan de Commissie verleende goedkeuring geschaard om, ook via een aaanbestedingsprocedure, de interventieperiode 2010/2011 te verlengen indien de marktomstandigheden dit vereisen.
David Casa (PPE), schriftelijk. − (EN) Dit verslag heeft betrekking op het voorstel voor een verordening van de Raad tot afwijking van de integrale-GMO-verordening wat de interventieperioden voor boter en mageremelkpoeder betreft. Aangezien er sprake is van een ernstige crisis in de zuivelsector, heb ik voor dit verslag gestemd.
Lena Ek, Marit Paulsen, Olle Schmidt en Cecilia Wikström (ALDE), schriftelijk. − (SV) Wij zijn ons er ten volle van bewust dat de situatie van de melkveehouders onhoudbaar is. Wij zijn er ons echter ook van bewust en wij zijn ervan overtuigd dat interventies door de EU niet de oplossing zijn. De tijd is nu rijp voor een overgang naar een op de markt gebaseerd, op waarborgen gebaseerd systeem dat de landbouwers bevrijdt zonder de binnenlandse of mondiale markt te verstoren. Het is ook de hoogste tijd de mededingingssituatie te bekijken in de grootschalige landbouwindustrie en de al bijna even grootschalige voedingsindustrie die tussen de landbouwers en de consumenten staat.
Jarosław Kalinowski (PPE), schriftelijk. – (PL) Met betrekking tot de amendementen waarin bevriezing van de melkquota wordt voorgesteld, wil ik het volgende opmerken. Ten eerste is er geen reden om aan te nemen dat een voorgestelde verhoging van de productiequota (die zou volgen op een herziening van het GLB) van invloed zou zijn op de crisis in de sector.
Ten tweede worden door het bevriezen van een verhoging van de quota (want dat is wat in de amendementen op de resolutie van het Europees Parlement wordt voorgesteld) de veehouders in de landen die op dit moment op het punt staan hun quota te gebruiken gestraft. Het zou oneerlijk en zelfs immoreel zijn om de regels in deze fase van het spel te veranderen. Ten derde wil ik u eraan herinneren dat we tijdens de top in Kopenhagen in 2002 hebben onderhandeld (en bij deze onderhandelingen was ook Polen betrokken) over de melkquota, wetende dat deze quota tot 2007 zouden gelden. In Luxemburg werd het quotastelsel verlengd tot 2014, zonder dat wij mochten deelnemen of stemmen.
We kunnen de problemen in de zuivelsector niet oplossen door sommige producenten de kans te geven hun lot te verbeteren ten koste van dat van andere producenten. Onze ideeën en maatregelen moeten erop gericht zijn iedereen een kans te geven, ongeacht uit welk land hij komt, of dat nu een van de vijftien oude lidstaten is of een van de twaalf nieuwe.
Jörg Leichtfried (S&D), schriftelijk. − (DE) Ik ben het eens met de kortetermijnoplossing van de Commissie, namelijk de aankoop van boter en melkpoeder. Desondanks verzoek ik dringend om een langetermijnoplossing van de zuivelcrisis, bijvoorbeeld door een soepele volumeregeling die leidt tot een kostendekkende melkprijs. De melkoverschotten moeten op nationaal niveau worden beperkt op basis van Europese voorschriften.
Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. − (DE) De crisis in de zuivelsector heeft ook geleid tot een sterke daling van de prijzen voor boter en mageremelkpoeder. Ik ben blij met het voorstel van de Commissie om de markt te ondersteunen en de interventies voort te zetten tot 28 februari 2010. Het is te hopen dat de markt zich daarna weer zal herstellen en de prijzen weer worden bepaald door vraag en aanbod. Deze interventie acht ik echter noodzakelijk, althans voor een beperkte periode, en daarom heb ik gestemd voor het voorstel van de rapporteur.
Cristiana Muscardini (PPE), schriftelijk. − (IT) De ernstige crisis in de zuivelsector is een bedreiging voor het overleven van de melkveehouderij en daarom denk ik dat het verstandig is om ons uit te spreken tegen een individueel beheer van de melkquota. Dit laatste zou immers neerkomen op het beëindigen van de eindejaarscompensatiebetalingen, een mechanisme dat cruciaal is voor het Italiaanse productiesysteem. Ik ben daarentegen voorstander van een tijdelijke verhoging van de interventieprijs en initiatieven en acties die zijn gericht op evenwicht in de zuivelsector, zoals ik ook voorstander ben van de verbetering van de informatievoorziening aan het publiek en van een etikettering waaruit de herkomst van melk en zuivelproducten blijkt.
Met name voor het herstel van een evenwicht tussen vraag en aanbod lijkt het juist om het voorstel te ondersteunen om over te gaan op de tijdelijke bevriezing van een deel van de aan de afzonderlijke landen toegewezen quota en te voorzien in een compensatiemechanisme voor producenten die gedwongen zijn om een deel van het vee te slachten, een compensatie die in verhouding staat tot het bevroren melkquotumpercentage.
Daciana Octavia Sârbu (S&D), schriftelijk. – (RO) De Europese Unie maakt momenteel een van de zwaarste crises in de zuivelsector door die ooit is geregistreerd en die te wijten is aan de stijging van de productie en de flinke daling van de wereldwijde vraag. Gegeven de benarde situatie waarin de zuivelproducenten van Europa zich bevinden, moeten we tot minstens februari van het komend jaar of tot 2011 de periode van overheidsinterventie (dat wil zeggen het kopen en opslaan van mageremelkpoeder en boter) laten voortduren als dat noodzakelijk wordt geacht. Ik vind dat we niet aan de kant kunnen blijven staan en toekijken dat boerderijen worden gesloten, omdat we dan over een jaar melk en andere zuivelproducten van buiten de Gemeenschap moeten gaan importeren. Als we dan nog eens bedenken dat de normen voor de volksgezondheid nog niet in de buurt komen van de normen die wij hanteren, dan hebben we veel te veel te verliezen. In deze context is dit verslag welkom. Willen we de problemen van de zuivelsector echter daadwerkelijk oplossen, dan moeten we samenhangende maatregelen nemen omdat er voor deze voorraad producten aanzienlijke financiële middelen toegewezen moeten worden, en het zou elk moment kunnen gebeuren dat deze voorraad geen nut meer heeft. We moeten nu investeren in een duurzaam landbouwsysteem dat aan onze voedseleisen kan voldoen, zelfs nu we midden in een financiële crisis zitten, om te voorkomen dat we later een voedselcrisis krijgen.
David Casa (PPE), schriftelijk. − (EN) Dit voorstel vormt een aanvulling op de thans geldende regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers. Aangezien ik het ermee eens ben dat dergelijke wijzigingen noodzakelijk zijn, heb ik ervoor gestemd.
Daciana Octavia Sârbu (S&D), schriftelijk. – (RO) Wij staan aan het begin van een nieuw mandaat waarbij we de prioriteiten voor de toekomstige beleidsmaatregelen van de Europese Unie vaststellen. Ik weet dat we geneigd zijn om onze aandacht te concentreren op bepaalde kwesties die volgens ons zeer belangrijk zijn en om aan andere voorbij te gaan. In dit verband zou ik willen benadrukken dat we met vele dingen kunnen stoppen, maar dat we niet kunnen stoppen met eten. Daarom moet landbouw een van de prioriteiten van de EU blijven. We moeten volgens mij de minimumhoeveelheid hulp die boeren kunnen krijgen boven de grens van 15 000 euro laten uitstijgen die de Commissie heeft ingesteld, en ook in de begroting meer middelen aan landbouw toewijzen om de zuivelsector te stimuleren. Met het oog op een stabilisering van de markten beveel ik ten zeerste aan om boeren die melk en vlees produceren te steunen, door hen op te nemen in het tijdelijk crisiskader voor staatssteun.
Bij de verlening van directe staatssteun moet ook rekening worden gehouden met de bijzondere kenmerken van de nieuwe lidstaten, waar landbouw een belangrijke rol speelt in de nationale economie. Gegarandeerd moet worden dat de steun voor de landbouw gehandhaafd blijft, zodat zij structurele problemen kunnen overwinnen en het doel van convergentie kunnen bereiken doordat het ontwikkelingsniveau in de landbouwsector een impuls krijgt en de verschillen met de oude lidstaten op het gebied van de doelmatigheid en het concurrentievermogen uit de weg worden geruimd.
Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. − (EN) De strijd tegen het terrorisme staat hoog op de agenda van dit Huis, maar we moeten wel het juiste evenwicht zien te vinden tussen veiligheidsmaatregelen en de bescherming van de burgerlijke vrijheden en de grondrechten. We moeten er ook voor zorgen dat de persoonlijke levenssfeer en de gegevensbescherming strikt worden gerespecteerd. Evenwicht en evenredigheid zijn de grondbeginselen waarop de strijd tegen het terrorisme moet zijn gebaseerd. De Europese Unie heeft zich steeds sterk gemaakt voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en moet dit ook in de toekomst blijven doen. De Gemeenschap is gebaseerd op de rechtsstaat, en elke overdracht van Europese persoonsgegevens aan derde landen moet gepaard gaan met procedurele waarborgen en rechten van verweer.
Vanzelfsprekend moet elke overdracht van gegevens in overeenstemming zijn met de gegevensbeschermingswetgeving op nationaal en Europees niveau. SWIFT is van groot infrastructureel belang, en we moeten erop toezien dat alle verzoeken om overdracht van gegevens naar behoren zijn gemotiveerd, betrekking hebben op gerichte gevallen en strikt onderworpen zijn aan toestemming van de rechter. De Gemeenschap moet in de onderhandelingen met de VS een resoluut standpunt innemen om te waarborgen dat SWIFT-gegevens uitsluitend voor doeleinden mogen worden gebruikt die verband houden met de financiering van terrorisme.
Göran Färm, Anna Hedh, Olle Ludvigsson, Marita Ulvskog en Åsa Westlund (S&D), schriftelijk. − (SV) Wij sociaaldemocraten hebben ervoor gekozen om ons bij de stemming over amendement 1 van stemming te onthouden. Dat het Europees Parlement en de nationale parlementen toegang krijgen tot de documenten en de onderhandelingsrichtsnoeren voor de onderhandelingen met de autoriteiten van de Verenigde Staten over het beschikbaar stellen van gegevens over het betalingsverkeer, is van het grootste belang voor de democratische controle. De burgers van Europa moeten erop kunnen vertrouwen dat hun bankgegevens noch met de nationale wetgeving, noch met de Europese wetgeving in strijd zijn. Tezelfdertijd begrijpen wij hoe belangrijk het is om terroristische misdrijven in de toekomst effectief te kunnen blijven onderzoeken, zij het niet tot om het even welke prijs voor de democratie.
Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk. – (FR) Ik heb mijn steun uitgesproken voor de gezamenlijke ontwerpresolutie over de voorgenomen internationale overeenkomst inzake het beschikbaar stellen van gegevens over het betalingsverkeer aan het Amerikaanse ministerie van Financiën voor de preventie van terrorisme en van de financiering ervan. Gezien de gevoeligheid van deze kwestie, die betrekking heeft op de grondrechten, eisen wij als volksvertegenwoordigers echter waterdichte garanties alvorens met de Verenigde Staten een overeenkomst over SWIFT-gegevens te sluiten: dat de gegevens uitsluitend worden overgedragen om terrorisme te bestrijden; dat een wederkerigheidsmechanisme de Verenigde Staten ertoe verplicht relevante gegevens over het betalingsverkeer over te dragen aan de bevoegde Europese instanties als deze daarom verzoeken; dat deze interimovereenkomst na maximaal 12 maanden afloopt; dat na die tijd, zodra het Verdrag van Lissabon in werking treedt, onderhandelingen worden gestart over een nieuwe overeenkomst, met de volledige betrokkenheid van het Europees Parlement en de nationale parlementen.
Verder hoop ik dat er een einde komt aan de geheimzinnigheid waarmee de kern van deze zaak grotendeels is omgeven, en dat we als Europese afgevaardigden veel beter geïnformeerd worden over de in deze overeenkomst vastgelegde procedures dan tot nu toe het geval is geweest.
Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. − (DE) Krachtens de voorgenomen internationale overeenkomst moeten gegevens over het betalingsverkeer beschikbaar worden gesteld aan het ministerie van Financiën van de Verenigde Staten voor de preventie en bestrijding van terrorisme en de financiering ervan. De overdracht van gegevens over het betalingsverkeer aan buitenlandse machten vormt een ernstige inbreuk op de grondrechten van onze burgers, in het bijzonder wanneer de ontvanger van deze gegevens de Verenigde Staten is.
De Verenigde Staten hebben in het verleden meerdere malen laten zien dat het land bezwaren in verband met de bescherming van persoonsgegevens niet werkelijk serieus neemt, als het erom gaat de door de regering vastgelegde projecten en doelstellingen te verwezenlijken en uit te voeren. De onderhavige ontwerpresolutie bevat weliswaar goed bedoelde intenties om de Europese burgers te beschermen, maar uiteindelijk kan ongepast gebruik van deze belangrijke gegevens niet worden uitgesloten. Om deze reden heb ik tegen de ontwerpresolutie gestemd.
David Casa (PPE), schriftelijk. − (EN) Op grond van zijn centrale ligging neemt Tadzjikistan een geografische sleutelpositie tussen Europa en Azië in, waardoor het een belangrijke rol speelt als het erom gaat de stabiliteit van de regio te versterken. Ik heb mijn stem uitgebracht voor deze resolutie, waarin een aantal belangrijke kwesties worden aangewezen die in Tadzjikistan dienen te worden aangepakt.
Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik ben zeer verheugd over de voorgestelde partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Tadzjikistan. Deze overeenkomst biedt een kader voor de toekomstige samenwerking tussen de EU en Tadzjikistan. Centraal-Azië is zowel in economisch als in politiek opzicht van groot belang voor de Gemeenschap, en deze overeenkomst zal ertoe bijdragen de politieke, economische en handelsbetrekkingen van de Unie met en haar aanwezigheid in Tadzjikistan en Centraal-Azië in het algemeen te consolideren en te versterken.
Daarnaast zal zij bevorderlijk zijn voor de economische groei en een steun in de rug vormen voor duurzame ontwikkeling, maatregelen ter bestrijding van armoede en voor de stabiliteit in Tadzjikistan en Centraal-Azië. Ik ben zeer ingenomen met het feit dat de overeenkomst zich eveneens uitstrekt tot kwesties als terrorismebestrijding, massavernietigingswapens, mensenhandel, drugshandel en georganiseerde criminaliteit. Van nu af aan zullen de EU en Tadzjikistan een intensieve politieke dialoog voeren, die de weg zal effenen voor nauwere betrekkingen op tal van gebieden.
Willy Meyer (GUE/NGL), schriftelijk. − (ES) In 2007, onder het Duitse voorzitterschap, ging de EU akkoord met een strategie voor Centraal-Azië, gericht op een nieuw partnerschap. De overeenkomst met Tadzjikistan maakt deel uit van deze strategie, en men heeft aangegeven dat de belangrijkste ambitie in de regio natuurlijke hulpbronnen zijn, met name gas. Ik heb tegen het verslag over een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Tadzjikistan gestemd, omdat de EU slechts in dat land geïnteresseerd is vanwege zijn grondstoffen en zijn geostrategische positie, aangezien Tadzjikistan grenst aan Afghanistan en China.
De betrekkingen van de EU met derde landen moeten op andere belangen zijn gestoeld, op gemeenschappelijke belangen, immer met respect voor de soevereiniteit van beide partijen en uiteraard met respect voor het beheer van hun grondstoffen.
- Gezamenlijke ontwerpresolutie: Situatie in Litouwen naar aanleiding van de aanneming van de wet ter bescherming van minderjarigen (RC-B7-0026/2009)
Robert Atkins (ECR), schriftelijk. − (EN) Samen met mijn Britse collega’s van de Conservatieven kan ik mij grotendeels in dit verslag vinden. We staan volledig achter gelijke rechten en kansen voor iedereen, ongeacht handicap, ras, godsdienst of seksuele geaardheid, en wij verafschuwen elke vorm van discriminatie. Evenwel hebben wij ernstige twijfels over de bemoeienis van het Bureau voor de grondrechten en de Europese Unie met zaken die volgens onze overtuiging tot de bevoegdheid van de individuele staten behoren.
Daarom hebben wij besloten ons van stemming over deze resolutie te onthouden.
Martin Callanan (ECR), schriftelijk. − (EN) De leden van de Europese Conservatieven en Hervormers staan vierkant achter gelijke rechten en kansen voor iedereen, ongeacht ras, godsdienst, seksuele geaardheid of handicap, en veroordelen alle vormen van discriminatie ten stelligste.
Evenwel hebben wij ernstige twijfels over de bemoeienis van het Bureau voor de grondrechten en de Europese Unie met zaken die volgens onze overtuiging tot de bevoegdheid van de individuele staten behoren. We hebben hier met een democratische natie te maken, zodat wij van mening zijn dat het Litouwse parlement en het Litouwse volk zelf over deze kwestie moeten beslissen.
Daarom hebben wij besloten deze resolutie niet te steunen.
Edite Estrela (S&D), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor de resolutie van het Europees Parlement over de Litouwse wet betreffende de bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke gevolgen van openbare informatie gestemd, omdat ik van oordeel ben dat de wet, die op 14 juli 2009 door het Litouwse parlement is goedgekeurd, dringend herzien moet worden. Ik denk daarbij met name aan het verbod om "aan minderjarigen rechtstreeks openbare informatie ter bevordering van homoseksuele, biseksuele of polygame betrekkingen te verspreiden" aangezien dat "schadelijke gevolgen heeft voor de ontwikkeling van de minderjarigen". Krachtens de beginselen van de Europese Unie moeten alle vormen van discriminatie, en met name discriminatie op grond van seksuele geaardheid, worden uitgebannen. Daarom moet het Bureau voor de grondrechten advies uitbrengen over de bedoelde wet en de desbetreffende amendementen in het licht van de EU-Verdragen en het Gemeenschapsrecht.
Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. – (FR) De ontwerpresolutie die vandaag aan ons wordt voorgelegd, is ronduit verbijsterend. Een land wordt verketterd omdat zijn democratisch gekozen parlement zich buigt over een wet die – overeenkomstig de wetgeving die in de meeste lidstaten van kracht is – tot doel heeft minderjarigen te beschermen, met name tegen elke vorm van propaganda die homoseksualiteit, biseksualiteit of polygamie aanmoedigt. Is er iets dat meer voor de hand ligt als het gaat om kinderen? Mis, want dit is kennelijk ‘discriminatie’, en de hele Unie keert zich tegen het arme Litouwen, dat zich ‘schuldig’ maakt aan het verbieden van proselitisme en het gezin als hoeksteen van de samenleving beschouwt.
Nog onthutsender is het feit dat deze absurditeit, afkomstig uit de koker van links, mede gesteund wordt door de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten), die zich erop voorstaat christendemocratisch te zijn en een aantal morele waarden te hebben. Zoals gebruikelijk zijn kinderrechten niet opgewassen tegen de pressie van bepaalde lobbygroeperingen. Laten we niet vergeten dat sommige leden van dit Parlement ooit voorstander waren van pedofilie omwille van universele vrijheid en het recht op seksualiteit van ieder mens, hoe jong ook. Deze resolutie is niet alleen crimineel, maar ook weerzinwekkend!
Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk. – (FR) Ik heb vóór de ontwerpresolutie gestemd over de Litouwse wet betreffende de bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke invloed van openbare informatie, die alle voorlichting over homoseksualiteit aan minderjarigen wil verbieden. Deze wet druist volstrekt in tegen de Europese wetgeving, met name inzake de bestrijding van discriminatie op basis van seksuele geaardheid, heeft een grotendeels homofobe strekking, en belemmert daarnaast de vrijheid van meningsuiting. De wet is alom veroordeeld door ngo’s, waaronder de ILGA (International Lesbian and Gay Association) en Amnesty International, en ook door de Raad van Europa. Wij moeten jongeren een gemeenschapsvisie aanreiken die ruimte biedt voor verscheidenheid en berust op het beginsel van eerbied voor anderen, hoe verschillend ze ook mogen zijn. Op haar beurt zal de Europese Commissie, als hoedster van de Verdragen, haar verantwoording moeten nemen en een inbreukprocedure moeten starten tegen Litouwen indien het land de wet niet intrekt. Met deze stemming vragen wij de Litouwse parlementsleden om tot inkeer te komen en zich te distantiëren van deze tekst, die een terugkeer belichaamt naar een verleden dat ik persoonlijk verafschuw.
Jim Higgins, Seán Kelly, Mairead McGuinness en Gay Mitchell (PPE), schriftelijk. − (EN) Dit is een stemverklaring namens de delegatie van Fine Gael in het Europees Parlement. De Europese afgevaardigden van Fine Gael hebben zich van stemming over Litouwen onthouden aangezien de wetgevingsprocedure daar nog niet is afgesloten. Pas als de wetgevingsprocedure in Litouwen is afgerond, kan worden onderzocht of de wet in strijd is met de EU-Verdragen. Dit is de normale en correcte gang van zaken. Wij wijzen er tevens op dat de resolutie aan één bepaalde vorm van discriminatie meer gewicht toekent dan aan andere en zelf een vorm van discriminatie inhoudt.
Filip Kaczmarek (PPE), schriftelijk. – (PL) Ik heb tegen de resolutie gestemd, die een gevaarlijk precedent voor de Europese Unie zou kunnen scheppen. Naar mijn mening zijn de inhoud en strekking ervan niet verenigbaar met het subsidiariteitsbeginsel. Dergelijke resoluties kunnen euroscepsis in de hand werken, want ze vormen het bewijs voor de neiging van de EU om zich te bemoeien met interne aangelegenheden van EU-lidstaten. Het beginsel dat er niet wordt ingegrepen in interne aangelegenheden van EU-lidstaten is geen absoluut beginsel, maar er gebeuren in Litouwen geen dingen die ons dwingen in actie te komen. Iedereen die streeft naar een beter Europa, moet tegen deze resolutie stemmen. Dat is de reden van mijn besluit. Hartelijk dank.
Willy Meyer (GUE/NGL), schriftelijk. − (ES) Het Litouwse parlement heeft enkele amendementen goedgekeurd op de Wet op de bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke gevolgen van publieke informatie. Deze wet heeft tot doel de verspreiding van publieke informatie die “campagne voert voor homoseksuele relaties” en “familiewaarden tart” te verbieden.
Daarom is het van belang dat de Litouwse autoriteiten de wet aanpassen of intrekken en de wijzigingen van het Litouwse Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Bestuursrecht niet goedkeuren, om ervoor te zorgen dat de wetten overeenstemmen met de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, zoals vastgelegd in het internationale en Europese recht.
Het was een stap in de goede richting toen de nieuwe president van Litouwen het Litouwse parlement verzocht de wet opnieuw te bestuderen om te waarborgen dat deze overeenstemt met de constitutionele beginselen van de rechtsstaat, de rechtszekerheid en de duidelijkheid van de wetgeving en om te voorkomen dat de waarborgen van een open maatschappij en een pluralistische democratie worden geschonden.
Om deze redenen en vanwege de urgente noodzaak deze wet te herzien heb ik vóór de gemeenschappelijke ontwerpresolutie van het Europees Parlement gestemd.
Rareş-Lucian Niculescu (PPE), schriftelijk. – (FR) Ik heb tegen deze resolutie gestemd, die een gevaarlijk precedent schept, aangezien de tot uitdrukking gebrachte standpunten die erin verwoord worden het subsidiariteitsbeginsel schenden en zich in de soevereine activiteit van het parlement van een lidstaat mengen, op een moment dat de betreffende wet nog niet eens in werking was getreden.
- Gezamenlijke ontwerpresolutie: Crisis in de zuivelsector (RC-B7-0047/2009)
Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. − (PT) Ik heb mijn steun en mijn stem gegeven aan amendement nr. 28 op deze resolutie, waarin de Commissie en de lidstaten werden verzocht onmiddellijk aanvullende maatregelen te nemen om het huidige Europese productieniveau te reguleren door middel van een tijdelijke bevriezing van de quotaverhogingen die tijdens de jongste hervormingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn vastgesteld. Het amendement was in het belang van alle Portugese melkproducenten en genoot met name de steun van de melkproducenten van de Azoren. Ik betreur het dan ook ten zeerste dat het geen ingang heeft gevonden bij een meerderheid van de leden van het Europees Parlement.
Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb voor deze gemeenschappelijke resolutie gestemd omdat de situatie op de zuivelmarkt, in tegenstelling tot de prognose van de Europese Commissie waarin een substantiële verhoging van de prijzen voor zuivelproducten werd voorspeld, dramatisch is verslechterd en de melkprijzen ondanks interventies en exportsubsidies dalen. De economieën van vele lidstaten zijn sterk afhankelijk van de landbouw en het boerenbedrijf. Helaas is er thans een groot verschil tussen de prijs die de consument in de supermarkt voor landbouwproducten betaalt, en de prijs die de producent ontvangt. Vele zuivelboeren in de EU zijn inmiddels ernstig in hun bestaan bedreigd en zien zich gedwongen om zuivelproducten onder de productieprijs te verkopen. De Commissie moet voor zowel de korte als de lange termijn passende maatregelen treffen om deze crisis te boven te komen en de Europese zuivelmarkt te redden. In dit licht sta ik volledig achter het verzoek een EU-zuivelfonds op te richten om producenten te helpen en investeringen in landbouwbedrijven te ondersteunen. Als we een goed functionerende zuivelmarkt willen, moeten we naast investeringen van landbouwbedrijven in modernisering ook kleine producenten en jonge boeren steunen. Het allerbelangrijkst is echter dat we ervoor zorgen dat landbouwers een eerlijke en behoorlijke prijs krijgen voor wat ze produceren.
David Casa (PPE), schriftelijk. − (EN) In de afgelopen 12 maanden is de situatie op de zuivelmarkt verslechterd: de melkprijs is tot onder de 21 cent per liter gedaald en vele landbouwers zijn gedwongen hun zuivelproducten met verlies te verkopen. Dit is een zeer ernstige situatie, en daarom heb ik voor deze resolutie gestemd.
Ole Christensen, Dan Jørgensen, Christel Schaldemose en Britta Thomsen (S&D), schriftelijk. − (DK) Wij hebben tegen de voorstellen betreffende een verhoging van de landbouwsteun aan de melkveehouderij gestemd. Onze fractie stemt consequent voor het reduceren van de landbouwsteun en verdere hervormingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. In verband met het besluit hierover stemde de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement tegen de amendementen 16, 17 en 19, omdat deze – hoewel de inhoud ons na aan het hart ligt – niet relevant waren voor de onderhavige discussie.
Edite Estrela (S&D), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor de gezamenlijke ontwerpresolutie over de crisis in de zuivelsector gestemd, omdat ik van oordeel ben dat er dringende maatregelen nodig zijn om aan de ernstige crisis die de sector teistert het hoofd te kunnen bieden. Het is vooral belangrijk dat de vraag gestimuleerd wordt, zodat de markt haar evenwicht hervindt. Het is echter betreurenswaardig dat de tijdelijke opschorting van de quotaverhoging en andere maatregelen die ten doel hebben de productie te verminderen en van groot belang zijn om de Europese landbouwers uit crisis te helpen niet in het compromis van het Europees Parlement zijn opgenomen.
Diogo Feio (PPE), schriftelijk. − (PT) De ernstige crisis die de melksector teistert, verplicht ons ertoe dringend meer doeltreffende maatregelen ter ondersteuning van de producenten ten uitvoer te leggen en na te denken over het nut van de afschaffing van de melkquota in 2015.
De stabilisering van de markt voor melk en zuivelproducten kan niet worden bereikt met een paar geïsoleerde maatregelen zoals de afschaffing van de quotaverhoging. Immers, dergelijke acties zijn slechts bedoeld om de onmiddellijke conjuncturele gevolgen van deze crisis te verlichten. Er moet daarentegen aandacht worden besteed aan oplossingen op de middellange en de lange termijn. Bovendien moet worden onderzocht waarom deze markt niet goed functioneert en wat de beste manieren zijn om een duurzame productie te waarborgen zonder evenwel het recht van de consument op een billijke prijs aan te tasten.
In dit verband zij gewezen op de uitermate zwakke concurrentiepositie van ultraperifere regio’s die sterk afhankelijk zijn van de zuivelproductie, zoals de Azoren. Ik betreur het dat de Europese Commissie deze kwestie met relatieve onverschilligheid behandelt en dat de Portugese regering dit proces, op nationaal niveau, niet goed beheert. In tijden van crisis is het immers belangrijker dan ooit dat onze leiders in staat blijken actie te ondernemen en de nationale belangen te behartigen. Helaas is dat hier niet het geval. Anderzijds is het een goede zaak dat de amendementen die ik mede heb opgesteld over de noodzakelijke verhoging van de de minimis-betalingen ingang hebben gevonden. Het is geen ideale oplossing, maar het is een stap in de goede richting.
José Manuel Fernandes (PPE), schriftelijk. − (PT) Ik stem voor de resolutie, al gaat zij niet ver genoeg. Om de prijzen te stabiliseren, moet de aanvullende jaarlijkse quotaverhoging van 2 procent dringend worden ingetrokken. Het melkquotasysteem moet ook na 2015 blijven voortbestaan of door een ander reguleringsmechanisme vervangen worden. Het is van vitaal belang dat de melkproductie wordt afgestemd op de Europese interne vraag om te waarborgen dat aan de producenten een rechtvaardige prijs wordt betaald. Markttransparantie is een must. In dit verband pleit ik voor de oprichting van een Europees waarnemingscentrum dat de markt helpt controleren en reguleren vanaf de productie tot de distributie.
João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) De resolutie bevat goede maatregelen die in de huidige context noodzakelijk zijn om de ernstige crisis in de sector te bestrijden. Daarom hebben wij voor gestemd. Het gaat echter om eenmalige acties die geen oplossing aanreiken voor de structurele problemen van de sector en inzonderheid van de kleine en middelgrote producenten, voor wie de situatie in de toekomst wellicht nog uitzichtlozer zal worden gelet op de aangekondigde afschaffing van de melkquota.
De melkproducenten zijn verwikkeld in een strijd die verder reikt dan het verwezenlijken van hun onmiddellijke doelstelling, namelijk het verkopen van hun melkproductie tegen prijzen die hen in staat stellen te overleven. De ruimere betekenis en draagwijdte hebben te maken met het soort landbouw dat wij in de toekomst willen bedrijven. Het neoliberale landbouwmodel heeft tot gevolg dat de markt wordt overspoeld met producten die afkomstig zijn uit landen met een grotere productiecapaciteit en dat de productie wordt opgedreven in enkele landen terwijl de andere landen te kampen krijgen met een massale stopzetting van de landbouwactiviteiten en een toenemende voedselafhankelijkheid. Daarom moet dit model vervangen worden door een model dat gebaseerd is op enerzijds het beginsel van voedselsoevereiniteit en voedselveiligheid en anderzijds het recht van elk land op een duurzame productie. In dit model spelen reguleringsmechanismen van overheidswege – quota die worden aangepast aan de behoeften van elk land – een essentiële rol.
Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. – (FR) Wanneer beleid landbouwers tot zelfmoord drijft, wanneer het mensen ertoe beweegt vrijwillig de vrucht van hun arbeid te vernietigen omdat dat minder erg is dan wat dit beleid hen te bieden heeft, dan is het tijd om het beleid te wijzigen. De liberalisering van de landbouw in het algemeen, en van de zuivelsector in het bijzonder, is een ramp. Hoe vaak moeten we hier nog herhalen dat de landbouw niet zomaar een economische activiteit is, omdat ze mensen voedt, het landschap verfraait en de ontvolking van het platteland tegengaat. Levensmiddelen zijn geen producten waarop gespeculeerd kan worden op markten die elke band met de werkelijkheid verloren hebben. Het is absurd om de invoer van producten te stimuleren die niet eens voldoen aan de voor onze eigen boeren geldende kwaliteitscriteria. Het is schandalig om diezelfde boeren aan de leiband te laten lopen van verwerkers en meedogenloze, grote inkoopcentrales, die zich ten koste van zowel producenten als consumenten verrijken. De bescheiden of vage voorstellen van de tekst zijn ontoereikend en niet geheel bevredigend, maar het is in ieder geval iets. Daarom hebben wij vóór gestemd.
Pascale Gruny (PPE), schriftelijk. – (FR) De situatie op de zuivelmarkt is in de afgelopen twaalf maanden aanzienlijk verslechterd: in één jaar tijd is de melkprijs met 30 procent gedaald, de sterkste daling sinds twintig jaar. Het wordt dan ook hoog tijd om nieuwe vormen van regulering op Europees niveau in te voeren opdat de zuivelsector niet enkel afhankelijk is van de marktregels maar zich ertegen kan wapenen. Vandaag de dag kunnen de hulpbronnen die onontbeerlijk zijn voor toekomstige investeringen in de sector niet optimaal worden toegewezen door de onstabiele inkomsten van producenten. De Europese Commissie moet contracten in de levensmiddelenketen vergemakkelijken, teneinde evenwichtige relaties tot stand te brengen tussen de verschillende aanbieders in de sector, de markten te stabiliseren en marktrisico’s te voorkomen. Ook moet ze een betere marktordening bevorderen. Verder is het zaak na te gaan of de verhoging van de melkquota een gunstig effect zou kunnen hebben op de productieprijzen. Europa moet nu in actie komen. We kunnen niet langer wachten. Anders bestaat het gevaar dat de Europese zuivelsector blijvende schade oploopt, waardoor we onze kwetsbare plattelandsgebieden van hun economische levensader beroven.
Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk. – (FR) De melkstaking grijpt om zich heen in onze lidstaten, met de indrukwekkende beelden van melk die over akkers wordt uitgesproeid. Om de bezorgde zuivelproducenten tegemoet te komen, heeft het Europees Parlement een standpunt ingenomen. In dit verband heb ik vóór de oprichting van een fonds van 600 miljoen euro in de voorlopige begroting van de EU voor 2010 gestemd ter ondersteuning van melkveehouders, die momenteel geconfronteerd worden met een diepe en ongekende crisis in hun sector, en worstelen met de wetten van vraag en aanbod op de wereldwijde zuivelmarkt.
Mijn sociaaldemocratische collega’s en ik hebben eveneens een amendement ingediend waarin wordt gevraagd om de opschorting van momenteel geldende melkquota, teneinde een verhoging van de prijzen te bewerkstelligen. We zouden daarnaast cyclische maatregelen moeten doorvoeren, in aanvulling op de reeds genomen marktreguleringsmaatregelen, aangezien laatstgenoemde ondoeltreffend zijn gebleken om prijsschommelingen tegen te gaan.
Elisabeth Jeggle (PPE), schriftelijk. − (DE) De zuivelsector bevindt zich in een crisis van een ongekende omvang. Producentenprijzen zijn drastisch gedaald, terwijl consumentenprijzen zijn gestegen en vele landbouwbedrijven in de EU worstelen om te overleven. De Commissie heeft deze ontwikkeling veel te lang vanaf de zijlijn bekeken. Met onze ontwerpresolutie, die door bijna alle fracties wordt gesteund, maken wij duidelijk dat de besluiten die in november 2008 zijn genomen in het kader van de “check-up” van de GLB-hervorming niet toereikend zijn voor de huidige situatie. De uitgebreide landbouwhervorming die we hebben aangenomen, is te gering.
Als de randvoorwaarden zijn veranderd, moet de Commissie het initiatief nemen tot passende maatregelen die de landbouwers in de Europese Unie helpen. In de resolutie roepen we op tot uitgebreide maatregelen: stabilisering van de markt, afzetbevordering, een uitgebreid schoolmelkprogramma, verhoging van het maximale bedrag van de minimale betalingen van 7 500 euro naar 15 000 euro voor alle agrarische sectoren, vervroegde uittreding / terugkoop van quota, versterking van producentenorganisaties, correcte etikettering van zuivelproducten, exportkredietverzekering naar Amerikaans model en, voor bijzondere maatregelen, het zuivelfonds. Met deze resolutie verklaren wij ons bereid om de verantwoordelijkheid voor de Europese landbouw op ons te nemen. Derhalve heb ik voor de onderhavige resolutie gestemd.
Marine Le Pen (NI), schriftelijk. – (FR) De zuivelsector loopt gevaar. Al maanden leggen zuivelproducenten er geld op toe terwijl de melkprijs voor de consument niet is gedaald; de grootwinkelbedrijven strijken de winsten op. Duizenden kleine Franse producenten dreigen failliet te gaan. De algehele melkstaking, het laatste middel waarover melkveehouders beschikken om hun stem te laten horen en niet kopje onder te gaan zonder dat het iemand wat kan schelen, grijpt in tal van Europese landen om zich heen, waardoor talloze banen in andere geledingen van de zuivelsector gevaar lopen. Het is hoog tijd dat we doeltreffende oplossingen vinden voor deze belangrijke Franse en Europese landbouwsector en het roer radicaal omgooien, want laten we er geen doekjes om winden: de Europese Commissie, de Raad, het Europees Parlement en hun ultraliberalisme zijn de enige verantwoordelijken voor deze tragedie. We moeten met spoed actie ondernemen: het quotabeginsel handhaven na 2015; deze quota onmiddellijk verlagen teneinde de vrije val van de melkprijs te stuiten; prijzen baseren op de kosten die feitelijk worden gemaakt door onafhankelijke producenten; en de vaststelling van de prijzen door de groothandel volledig inzichtelijk maken. De landbouwers verwachten krachtige maatregelen.
Astrid Lulling (PPE), schriftelijk. − (DE) Toen het nodig was, hebben we de banken gered. Dit hebben alle verantwoordelijke politici erkend en geaccepteerd.
Nu worden we geconfronteerd met een situatie in de landbouwsector waarin we moeten zien te vermijden dat bedrijven, met name in de zuivelsector, op korte termijn failliet gaan, omdat de prijzen de productiekosten niet meer dekken. We moeten zeker stellen dat ons productiepotentieel toereikend is om de bevolking van de EU te voorzien van levensmiddelen van hoge kwaliteit.
Ik behoor tot een generatie die nog heeft meegemaakt dat levensmiddelen gerantsoeneerd waren, dat we moesten hamsteren om genoeg te eten te hebben. Zo ver zal het hopelijk niet meer komen, maar diegenen die nooit honger hebben moeten lijden, begrijpen niet hoe belangrijk een sterk gemeenschappelijk landbouwbeleid voor Europa is.
We hebben behoefte aan voorzieningszekerheid en niet alleen in de energiesector.
Ik wil u in overweging geven dat als te veel bedrijven in te veel regio's gedwongen worden hun deuren te sluiten omdat we niet in staat en bereid zijn om de vereiste maatregelen voor de korte termijn te treffen waartoe in onze resolutie wordt opgeroepen, de kosten voor de EU en de lidstaten een veelvoud zullen zijn van wat de passende maatregelen voor de korte termijn in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zouden kosten.
Het leger werklozen is groot genoeg. Landbouwbedrijven kapot laten gaan zou om sociale, economische en ecologische redenen onverantwoord zijn.
Ik hoop dat onze waarschuwing wordt gehoord.
Willy Meyer (GUE/NGL), schriftelijk. − (ES) Ik heb vóór de gemeenschappelijke ontwerpresolutie gestemd, hoewel ik deze ontoereikend vindt. Het voorstel om het systeem van melkquota af te schaffen in 2015 en tot die tijd de quota jaarlijks met 1 procent te verhogen, zal in de praktijk leiden tot een legalisering van de overschotten die in sommige landen al bestaan, aangezien zij meer produceren dan toegestaan en het overschot voor zeer lage prijzen exporteren, waardoor de marktprijzen dalen, in veel landen zelfs onder de kostprijs. De maatregelen die de Commissie ten uitvoer wil leggen, hebben als uiteindelijk doel de zuivelindustrie te dereguleren en daarmee ook te liberaliseren.
Wij zijn totaal tegen deze maatregelen aangezien ze, evenals de hervormingen van het GLB, goed zijn voor grote bedrijven, maar rampzalig voor kleine producenten. Wij zijn voor maatregelen om de zuivelmarkt te reguleren.
Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. − (DE) In de afgelopen maanden is op de zuivelmarkten een situatie ontstaan die vele zuivelboeren in hun bestaanszekerheid bedreigt. De prijzen voor hun producten zijn razendsnel gedaald. Met name kleine en middelgrote bedrijven zijn hierdoor getroffen, en zij zijn nu op hun reserves aangewezen om überhaupt te kunnen overleven. Derhalve is snel handelen door de EU vereist. De Commissie is tot nu toe veel te aarzelend geweest in haar pogingen om de crisis onder controle te krijgen, waaraan de Commissie zelf ook schuld heeft vanwege haar beslissing om de leveringsquota te verhogen.
De initiatieven van het Parlement, die met name ook in deze ontwerpresolutie zijn opgenomen, zijn daarom des te meer welkom. Deze initiatieven zijn in de eerste plaats de instelling van een zuivelfonds, waaraan 600 miljoen euro wordt toegekend, maatregelen ter bevordering van de vraag naar zuivelproducten, een versterking van de kwaliteitscontrole en precieze etiketteringsverplichtingen. Met het oog op de ondersteuning van onze landbouwers was het derhalve voor mij vanzelfsprekend om voor de voorgestelde ontwerpresolutie en de daarin opgenomen maatregelen te stemmen.
Frédérique Ries (ALDE), schriftelijk. – (FR) Een noodkreet: dat is onze resolutie in wezen; ze roept de Commissie en de Raad op noodmaatregelen te nemen om uit de crisis te geraken die zuivelproducenten keihard treft. Deze crisis heeft gisteren in België een nieuwe dimensie gekregen met het lozen door meer dan 2 000 producenten van drie miljoen liter melk in Ciney. De verantwoordelijkheid hiervoor enkel toeschrijven aan het afschaffen van de quota is een manier om het debat in de kiem te smoren. Om die reden heb ik tegen amendement 28 gestemd, waarin wordt voorgesteld de quota te bevriezen, omdat het te kort door de bocht is. De voornaamste oorzaken liggen elders: dalende vraag, ongebreidelde wereldwijde concurrentie, en vooral de onaanvaardbare marges van de groothandel, die door talloze consumentenorganisaties zijn bekritiseerd. Dat heeft me ertoe gebracht in de paragrafen 17 en 18, waarvan ik de auteur ben, de Commissie te vragen een onderzoek in te stellen naar eventuele kartelafspraken. De geloofwaardigheid van de Commissie staat op het spel. Ik heb me daarentegen achter amendement 1 geschaard, dat voortborduurt op het initiatief van zestien lidstaten en ervoor pleit het evenwicht tussen de verschillende partijen in de distributieketen te herstellen. Persoonlijk ben ik voorstander van het vaststellen van een bodemprijs voor melk in elk land.
Marc Tarabella (S&D), schriftelijk. – (FR) Vooruitlopend op de stemming over de resolutie over de crisis in de zuivelsector had ik een aantal amendementen ingediend en bepleit die tot doel hebben de zuivelsector op korte termijn te reguleren, met name door het bevriezen van de quota, of zelfs door de tijdelijke verlaging ervan (met 3 à 5 procent). Al deze maatregelen zijn echter verworpen door het Europees Parlement. De producenten mogen van het Europees Parlement verwachten dat het de radicale maatregelen aandraagt waar ze behoefte aan hebben. Ondanks enkele positieve punten beantwoordt deze resolutie niet aan deze verwachtingen: daarom heb ik niet deelgenomen aan de eindstemming.
Maria Da Graça Carvalho (PPE), schriftelijk. − (PT) Europa is bijzonder afhankelijk van ingevoerde energie. Om onze energieafhankelijkheid terug te dringen, moeten wij maatregelen nemen die bijdragen aan de energie-efficiëntie, de diversificatie van energiebronnen en het gebruik van hernieuwbare energieën, en de diversificatie van landen van herkomst en transit. Ook de consolidatie van de interne markt voor energie in Europa is uitermate belangrijk om de energiezekerheid te vergroten. Daarbij dient voorrang te worden verleend aan de aanleg van een gas- en elektriciteitsnet dat geheel Europa beslaat. In dit verband bevat het economische herstelplan twee projecten die van uitzonderlijk belang zijn voor Portugal: de koppeling tussen het elektriciteitsnet van Spanje en het elektriciteitsnet van Portugal, die de Iberische energiemarkt zal helpen consolideren; en de koppeling tussen Spanje en Frankrijk, waarmee zal worden voorkomen dat het Iberisch schiereiland op energiegebied geïsoleerd raakt. Wij verzoeken de Commissie en de Raad de nodige inspanningen te leveren om te waarborgen dat de ontwikkeling van hernieuwbare energieprojecten in de landen van Zuid-Europa met een hoog potentieel aan hernieuwbare energie wordt aangemoedigd. Grote gebieden van de Alentejo-regio vertonen het hoogste potentieel voor zonne-energie van geheel Europa, zoals blijkt uit de verspreidingskaarten van de hoeveelheid zonnestraling.
Edite Estrela (S&D), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor de resolutie van het Europees Parlement over de externe aspecten van de energiezekerheid gestemd, omdat ik van oordeel ben dat de totstandkoming van een echt gemeenschappelijk energiebeleid doorslaggevend is om de continuïteit van de energievoorziening in de Europese Unie te waarborgen. Ook een correct functionerende interne energiemarkt en diversificatie van de energiebronnen zijn echter van vitaal belang om toekomstige crises en onderbrekingen in de energievoorziening te voorkomen. In dit verband ben ik van mening dat het versterken van de investeringen in hernieuwbare energieën en energie-efficiëntie in het Europese beleid een centrale rol moet spelen.
Diogo Feio (PPE), schriftelijk. − (PT) De energieafhankelijkheid van de Europese Unie, de strategische noodzaak om die afhankelijkheid te verminderen en de bedreiging van de stabiliteit van de Europese Unie die uit die zwakke positie voortvloeit, zijn algemeen bekend en zijn reeds uitvoerig besproken.
De afhankelijkheid van mijn land op energiegebied ligt een stuk hoger dan het Europese gemiddelde. Dit bewijst hoezeer de opeenvolgende regeringen op dit vlak gefaald hebben en doet meer dan ooit de vrees voor een mogelijke crisis op de energiemarkten ontwaken.
Gelet op de moeizame betrekkingen met sommige buitengewoon belangrijke leveranciers, de beperkte diversiteit van de energiebronnen en de ontoereikende energieproductiecapaciteit zijn alle lidstaten er volgens mij bij gebaat dat de Europese Unie en bloc optreedt om haar gemeenschappelijke belangen te behartigen en aantoont dat zij in staat is deze belangen op te leggen in een veeleisende onderhandelingscontext.
Tezelfdertijd ben ik van oordeel dat de lidstaten zich niet mogen onttrekken aan hun eigen verantwoordelijkheden, maar gediversifieerde energieportefeuilles moeten samenstellen waarin de voornaamste alternatieven, inclusief kernenergie, bestudeerd en zonder voordelen geëvalueerd moeten worden. Indien de energievormen nuttig blijken, moeten zij in de praktijk worden gebracht. Daarbij dient voorrang te worden verleend aan de energieën die op de meest efficiënte, veilige en schone manier geproduceerd kunnen worden.
Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. – (FR) Europa zal, in ieder geval in de nabije toekomst, afhankelijk blijven van landen buiten Europa als het gaat om haar energievoorziening. Om deze knellende banden wat op te rekken, moeten we de vormen van onze afhankelijkheid inderdaad diversifiëren, zowel wat betreft van energiebronnen als ten aanzien van energieleverende landen. Maar eerlijk gezegd zie ik niet in welk belang ermee gediend is naar de pijpen van Turkije te gaan dansen, in een handelwijze die meer lijkt te worden ingegeven door vijandigheid ten opzichte van Rusland dan om energiezekerheid te garanderen. Turkije is het dwangpunt van uw befaamde pijpleiding Nabucco, waaraan systematisch de voorkeur is gegeven boven andere projecten. Dit zou het land een aanzienlijk pressiemiddel in handen geven.
Wat Desertec betreft, zie ik evenmin in welk belang ermee gediend is afhankelijk te worden van wat voorlopig een project is dat deel uitmaakt van een particulier initiatief. Ik ben namelijk van mening dat het tegenstrijdig is een gecentraliseerd energiebeleid te willen voeren dat onder regie staat van de Commissie, en tegelijkertijd de Europese energiesector in handen te geven van particuliere partijen, hetgeen een verhoging van de prijzen en een beperking van de dienstverlening met zich meebrengt en energiekeuzes nadelig beïnvloedt. En bovenal ben ik van mening dat het energievraagstuk te cruciaal is om over te laten aan ambtenaren van de Commissie of toe te vertrouwen aan een paar winstbeluste bedrijven.
Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. − (DE) De onderhavige gezamenlijke ontwerpresolutie over aspecten van energiezekerheid bevat belangrijke opties voor het energiebeleid van Europa in de toekomst. Met name de aanzienlijke verhoging van het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in het huidige energiepakket vind ik van groot belang, om welke reden ik ook positief sta tegenover het Desertec-project, een plan van een groep particuliere investeerders.
Dit is niet in de laatste plaats bedoeld om ook de afhankelijkheid van de EU van individuele landen te verminderen, van wie we tot op de dag van vandaag onze fossiele energiebronnen kopen. Het geplande Nabucco-project draagt hier helaas niet aan bij, aangezien de EU door dit project in een chantabele positie wordt geplaatst in verband met de voorgenomen toetreding van Turkije tot de EU. Gezien de rechtstreekse invloed van het islamitische regime in Turkije moet het project in zijn huidige vorm daarom worden afgewezen. Om deze reden heb ik mij, ondanks de talrijke positieve aspecten in de tekst, in de eindstemming over de gehele tekst van stemming onthouden.
Geoffrey Van Orden (ECR), schriftelijk. − (EN) Wij erkennen de verschillende belangen van onze diverse bondgenoten. Vanuit Brits perspectief is het echter niet nodig om het Verdrag van Lissabon in te voeren of de bevoegdheden van de Europese Commissie uit te breiden om tot een meer coherente EU-aanpak op het gebied van energiezekerheid te kunnen komen. We beschikken reeds over de nodige mechanismen die het mogelijk maken dat de lidstaten in onderhandelingen met Rusland met één stem kunnen spreken indien wij dat willen.
Het is zeer kwalijk dat in deze resolutie naar het Verdrag van Lissabon wordt verwezen. De Britse Conservatieven zijn fel gekant tegen de ratificatie van dit Verdrag en tegen andere pogingen om een politieke integratie van de EU te bewerkstelligen. Ik betreur tevens dat kernenergie in verband met de duurzame en gediversificeerde energiemix die we in de komende jaren moeten bereiken, helemaal niet wordt genoemd. Energiezekerheid is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van onze eigen regeringen.