De Voorzitter. – Aan de orde is het vragenuur voor vragen aan de voorzitter van de Commissie.
Vrije vragen
Paulo Rangel, ondervoorzitter van de PPE-Fractie. – (PT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Commissie, om te beginnen wil ik u in dit eerste debat feliciteren met deze nieuwe vorm van politieke controle en de betekenis ervan voor de vooruitgang en de ontwikkeling van de parlementaire democratie in Europa. Het zijn de Europese burgers die via hun vertegenwoordigers uit dit instrument voordeel halen.
Gelet op de jongste ontwikkelingen, namelijk het Ierse referendum, de ratificatie door Polen en de recente verklaringen van de president van de Tsjechische republiek, zou ik graag uw standpunt vernemen ten aanzien van het inwerkingtredingsproces van het Verdrag van Lissabon. Hebt u enige actie ondernomen? Wanneer verwacht u dat het Verdrag in werking zal treden? Heeft de Commissie met die voorlopige datum voor ogen reeds stappen gezet naar de overgang van de Verdragen – van het Verdrag van Nice naar het Verdrag van Lissabon – of neemt zij vooralsnog een – laten we zeggen – afwachtende houding aan en wil zij liever eerst de kat uit de boom kijken?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (PT) In de eerste plaats dank ik u van harte voor uw lovende woorden, mijnheer Rangel. Het is voor mij een waar genoegen dat deze procedure nu, net als in Portugal, ook in het Europees Parlement wordt toegepast. In mijn land heb ik er als oppositieleider en als eerste minister gebruik van gemaakt. Ik hoop dan ook van harte dat dit instrument mij in de gelegenheid zal stellen met de leden van dit Parlement in discussie te treden.
In antwoord op uw vraag kan ik u zeggen dat de zaak voor mij duidelijk is: vanuit democratisch oogpunt hebben alle landen het Verdrag van Lissabon reeds goedgekeurd. Ierland heeft dat via een referendum gedaan en de andere landen via hun parlement. In de Tsjechische republiek is het ratificatieproces nog aan de gang. We wachten thans op de voltooiing van het proces in het Constitutioneel Hof, maar zodra dat proces ten einde is, zal het ratificatieproces hoe dan ook een feit zijn, want hier is een algemeen beginsel van recht, Europees recht en internationaal recht van toepassing, namelijk het beginsel van loyale samenwerking tussen de lidstaten en de instellingen, en ook het beginsel van goede trouw bij onderhandelingen over internationale overeenkomsten.
Paulo Rangel, ondervoorzitter van de PPE-Fractie. – (PT) Mijnheer de voorzitter van de Commissie, na dit antwoord heb ik nog een andere vraag voor u: iedereen is in afwachting van de benoeming van de Commissie, maar hoe staat u eigenlijk tegenover deze kwestie? Zullen we totdat de Tsjechische republiek het Verdrag daadwerkelijk ratificeert slechts over een tijdelijke Commissie beschikken of zal voortgang worden gemaakt met de procedure voor de benoeming van de nieuwe commissarissen?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (PT) De Europese Raad heeft beslist dat de nieuwe commissarissen pas kunnen worden benoemd wanneer er juridische duidelijkheid bestaat over het Verdrag en dit proces is vooralsnog niet afgerond.
Daarom zal de Commissie vanaf 1 november slechts de lopende zaken behandelen. Uiteraard wensen wij dat dit proces zo spoedig mogelijk wordt voltooid. Wij proberen zoveel mogelijk voor te bereiden voor de nieuwe Commissie en wij zullen dat blijven doen. Om eerlijk te zijn, geachte afgevaardigden, moet ik er wel aan toevoegen dat wij de timing niet helemaal onder controle hebben, omdat wij afhankelijk zijn van de afronding van het ratificatieproces in de Tsjechische republiek.
Stephen Hughes, ondervoorzitter van de S&D-Fractie. – (EN) Het aantal werklozen kan komend jaar in de Europese Unie oplopen tot 27 miljoen, waardoor deze financiële en economische crisis een sociale crisis wordt. Vindt u in dit licht ook niet dat het economisch herstelplan dat vorig jaar december is overeengekomen, op zich onvoldoende was? Bent u het er, met name, niet mee eens dat een verdere stimulans nodig is – de European Trade Union Confederation (ETUC) heeft 1 procent van het bbp voorgesteld – een stimulans die zich richt op een positieve strategie voor de betreding van de arbeidsmarkt die tot doel heeft essentiële werkgelegenheid te beschermen en nieuwe banen te scheppen door het intelligent delen van werk te bevorderen?
Wat gaat u op Europees niveau doen om banen in de groene sector en jongerensector te bevorderen? Er is bijvoorbeeld voorgesteld om één strategisch platform op te zetten op een niveau dat alle belangrijke spelers samenbrengt, om in alle sectoren samen te werken aan groei, innovatie en banen en om de bestaande instrumenten zoals technologieplatforms, panels van deskundigen op het gebied van vaardigheden, en gezamenlijke technologie-initiatieven te coördineren. Bent u het ermee eens dat het een goed idee zou zijn om dit op Europees niveau ten uitvoer te leggen?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Ik denk dat de situatie zonder ons economisch herstelplan veel, veel slechter zou zijn. De genomen maatregelen hebben een echt dempend effect gehad. Er is in 2009 en 2010 volgens onze schattingen circa 5 procent van het bbp van de Europese Unie uitgegeven, wat circa 550 miljard euro is. Ik denk dus dat er wel degelijk iets is gedaan. Laten we daar realistisch over zijn.
Ik ben vóór elke andere inspanning in de vorm van de gecombineerde platforms die u hebt voorgesteld, teneinde de problemen aan te pakken waarvoor we gesteld staan. De werkgelegenheid blijft het belangrijkste probleem. Zoals u weet, heb ik dit meerdere keren gezegd en heb ik zelfs gevraagd om een top over werkgelegenheid. Het belang daarvan is door enkele lidstaten naar beneden gehaald. Misschien kunt u, meneer Hughes, ons helpen om bepaalde lidstaten en regeringen die hebben besloten de waarde van een werkgelegenheidstop naar beneden te halen, te overtuigen, want in mijn ogen is werkgelegenheid het grootste probleem dat we in de nabije toekomst onder ogen zullen moeten zien.
Stephen Hughes, ondervoorzitter van de S&D-Fractie. – (EN) Ik zal deze lidstaten inderdaad bewerken. Om nog even terug te komen op het idee van de strategie voor gelijke markttoegang: vindt u ook dat uitgaven gericht op het doeltreffend verlagen van de werkloosheid niet mogen worden beschouwd als een aanvullende last voor de overheidsfinanciën, maar moeten worden gezien als een manier om duurzaamheid te waarborgen?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Dat is in feite wat we doen. Enkele van de speciale maatregelen die de lidstaten hebben genomen – kijk bijvoorbeeld naar de Kurzarbeit in Duitsland – hebben de uitgaven verhoogd, terwijl de productiviteit tot op zekere hoogte is verlaagd, en dat was naar mijn mening vanuit sociaal gezichtspunt gerechtvaardigd. Ik zou hetzelfde kunnen zeggen over het Welshe systeem dat in het Verenigd Koninkrijk is goedgekeurd. Er zijn dus inderdaad goede voorbeelden van gevallen waarin om sociale redenen sprake was van meer flexibiliteit en hogere sociale uitgaven, maar waar dat een manier was om een verdere stijging van de werkloosheid te voorkomen, wat op dit moment mijn voornaamste zorg blijft.
Guy Verhofstadt, voorzitter van de ALDE-Fractie. – Voorzitter, mijn vraag zal de voorzitter van de Commissie niet verwonderen. Vrijdag maakte commissaris Neelie Kroes bekend dat er significante aanwijzingen zijn dat de Duitse hulp aan Opel strijdig is met de Europese regels voor staatssteun en de interne markt en dat daardoor vestigingen in andere landen werden benadeeld. Günther Verheugen daarentegen zag geen probleem. Hij zei trouwens op de radio dat Opel nu al op de goede weg is.
Gisteren heeft een CDU-collega van ons zelfs gevraagd dat mevrouw Kroes teruggefloten zou worden. Hij sprak over een zeer omstreden commissaris, een niet-objectieve commissaris, een anti-Duitse commissaris, die niet op twee weken voor het einde van haar ambtstermijn Europa op stelten kan zetten. Nu, mevrouw Kroes doet mijns inziens gewoon haar werk en mijn vraag aan u, voorzitter, is dan ook zeer eenvoudig: zult u uw commissaris Neelie Kroes ondersteunen? Ja of nee?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Ik heb mijn commissarissen, met inbegrip van Neelie Kroes, altijd gesteund. Zij heeft het besluit – namelijk om de contactpersonen die zij had bij de Duitse regering, om opheldering te vragen – natuurlijk pas genomen nadat zij mijn instemming had. We wachten nu op antwoord van de betrokken ondernemingen.
Ik ben dankbaar dat we, dankzij goede samenwerking, heel goede voortgang maken in deze zaak. Ik begrijp dat GM en Opel Trust, na de twijfels die de Commissie heeft geuit over de rechtmatigheid van de biedprocedure, een nieuwe beoordeling zullen uitvoeren van de aanbiedingen om Opel te kopen, op basis van commerciële voorwaarden. Ik heb er vertrouwen in dat we tot een oplossing kunnen komen die verenigbaar is met de Europese regels voor de interne markt en staatssteun.
Ik heb heel vaak gezegd dat we in Europa geen compromissen mogen sluiten op het punt van de interne markt en de mededingingsregels. Als we dat wel doen, hebben we geen interne markt meer en hebben we geen gemeenschappelijk Europees project meer.
Guy Verhofstadt, voorzitter van de ALDE-Fractie. – Ik heb geen vraag meer. Ik stel alleen vast dat de voorzitter van de Commissie hier zeer duidelijk verklaart dat de brief die mevrouw Kroes gestuurd heeft, ook zijn aval heeft en de goedkeuring van de gehele Commissie heeft gekregen. Dat is wel belangrijk want dan moet de heer Verheugen toch wel op zijn woorden letten wanneer hij zegt dat er geen problemen zijn. Het is het een of het ander.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) De brief had niet alleen mijn steun, maar ik heb mevrouw Kroes, voordat zij de brief verzond, zelfs gezegd een brief te zenden. Mijn standpunt in deze zaken is dus volstrekt duidelijk.
Meneer Verhofstadt, laten we duidelijk zijn. We hebben in de Commissie drie mensen die het recht hebben om een standpunt naar buiten te brengen, maar de standpunten van de Commissie zijn de standpunten die worden geuit door de voorzitter namens het college of door de betrokken commissaris.
Rebecca Harms, medevoorzitter van de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, in grote ongerustheid over een mogelijk mislukken van de klimaatonderhandelingen in Kopenhagen heeft de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid van dit Parlement gisteren in goede verstandhouding de eerder aan de Europese Raad gestelde eisen bevestigd en het dringende karakter ervan onderstreept. De commissie stelde daarbij voor dat de Raad zich nogmaals buigt over de noodzaak om een doel van 30 procent CO2-reductie voor de Europese Unie vast te leggen, met een mogelijkheid van 40 procent voor de industrielanden. Daarnaast heeft de commissie – en dat is cruciaal voor de multilaterale onderhandelingen – voorgesteld dat Europa tegen 2020 30 miljard euro bijdraagt aan het klimaatfonds voor de ontwikkelingslanden. Wat gaat u doen, wat kunt u doen om de Raad ontvankelijk te maken voor deze belangrijke, onvermijdelijke en gerechtvaardigde eisen?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Zoals ik in het openbaar heb verklaard tijdens de bijeenkomst op hoog niveau in New York, en ook in Pittsburgh, maak ik me grote zorgen over het trage tempo van de onderhandelingen voor Kopenhagen.
Er zijn drie potentiële struikelblokken voor Kopenhagen, die niet alleen betrekking hebben op de financiering: het duidelijke gebrek aan ambitie met betrekking tot beloften inzake emissiereducties bij enkele ontwikkelde landen buiten de Europese Unie, de terughoudendheid van grote ontwikkelingslanden – de grote opkomende economieën – om met overtuigende voorstellen voor hun reductiemaatregelen te komen, en ook het ontbreken van een solide financieel aanbod van de ontwikkelde landen op de onderhandelingstafel. Dit zijn de drie struikelblokken.
Ik hoop dat de Europese Unie haar positie als leider behoudt en dat de Europese Raad aan het einde van deze maand met een solide financieel voorstel komt. Ik hoop dat we tijd zullen hebben om dit morgen nader te bespreken, want klimaatverandering zal een van de belangrijkste gespreksonderwerpen zijn in de komende Europese Raad. De Commissie zal zeker vechten voor een ambitieus programma, want zoals ik altijd heb gezegd, is klimaatverandering niet alleen een milieuaangelegenheid, maar heeft zij ook te maken met ontwikkeling.
Rebecca Harms, medevoorzitter van de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mijnheer de voorzitter van de Commissie, bij veel informatieve gesprekken, ook met hoge VN-ambtenaren, krijgen wij te horen dat de Europese Unie met haar inzet inmiddels achterblijft bij landen als China, of – als het om de inspanningen gaat – Japan. Hoe kunt u nog altijd beweren dat wij een leidende rol zullen spelen?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Ik zal heel blij zijn wanneer het zover komt, maar helaas klopt dit niet. Tot nu toe is de Europese Unie het enige blok dat zich heeft vastgelegd op bindende doelstellingen die nu worden vertaald in wetgeving.
Wij verwelkomen bepaalde positieve ontwikkelingen, namelijk de lofwaardige politieke aankondiging die de nieuwe premier van Japan heeft gedaan – ik heb hem persoonlijk gefeliciteerd – maar tot nu toe is dit een politieke aankondiging. Wij verwelkomen ook enkele van de nationale plannen die zijn bekendgemaakt door China. China heeft er tot nu toe echter niet mee ingestemd om deze bindend te maken in de onderhandelingen in Kopenhagen.
Wij verwelkomen ook andere positieve ontwikkelingen, maar in feite gaan wij in de wereld voorop in deze strijd tegen klimaatverandering. Ik zou willen dat er nog iemand anders was die samen met ons voorop liep, want soms is het niet erg aangenaam om helemaal alleen aan de leiding te gaan. De werkelijkheid is echter dat anderen even ambitieus zouden moeten zijn als wij.
Michał Tomasz Kamiński, voorzitter van de ECR-Fractie. – (PL) Mijnheer de Commissievoorzitter, allereerst wil ik u bedanken omdat u het levende bewijs bent dat door politici gedane beloften ook worden nagekomen. Wanneer mijn echtgenote mij vraagt om iets te doen en wil weten of ik het ook echt zal doen, antwoord ik haar altijd als volgt: “Ja, ik ben per slot van rekening een politicus.” U hebt vandaag bewezen dat u als politicus uw woord houdt. U staat aan onze kant en geeft zeer goede antwoorden op de vragen van het Europees Parlement.
Mijnheer de voorzitter, u hebt in uw toespraak voor dit Parlement gezegd dat het van vitaal belang is om de interne markt te versterken en dat de versterking van de interne markt als een remedie tegen de crisis in Europa kan worden gezien. Mijnheer de voorzitter, ik zou u namens mijn fractie willen vragen wat u in de komende maanden van plan bent te doen om ervoor te zorgen dat de versterking van de Europese interne markt zal bijdragen aan het bestrijden van de ernstige economische crisis die we vandaag het hoofd moeten bieden.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Dank u wel, meneer Kamiński. Ik heb in mijn politieke richtsnoeren, die het Europees Parlement volgens mij heeft goedgekeurd door de grote steun die u mij bij mijn herverkiezing hebt gegeven, zelfs gezegd dat de interne markt een prioriteit is en dat we alle soorten van economisch nationalisme moeten bestrijden.
Ik heb goed nieuws voor u allemaal. Juist vandaag heb ik Mario Monti opdracht gegeven om een verslag op te stellen over de toekomst van de gemeenschappelijke markt, met daarin opties en aanbevelingen voor een initiatief om de gemeenschappelijke markt weer op gang te brengen. Ik ben heel blij dat hij deze opdracht heeft geaccepteerd, omdat het een manier is om expertise van buitenaf te krijgen, om steun op te bouwen, hopelijk samen met het Europees Parlement, zodat we de interne markt een nieuwe stimulans kunnen geven, en om te zien hoe we de interne markt kunnen aanpassen aan de 21e eeuw. Ik ben van mening dat dit bijzonder belangrijk is voor consumenten en ook voor kleine en middelgrote ondernemingen, die soms de druk voelen en lijden onder verstorend gedrag in de gemeenschappelijke markt.
Michał Tomasz Kamiński, voorzitter van de ECR-Fractie. – (PL) Mijnheer de Commissievoorzitter, ten slotte zou ik willen benadrukken hoe belangrijk het is voor ons, voor onze fractie, dat u bij deze inspanningen om de interne markt te versterken en een gemeenschappelijk Europa op te bouwen, niet bent vergeten welke verschillen er in Europa bestaan. U bent niet vergeten dat er in ons midden landen zijn die nog niet zo lang geleden tot de Europese Unie zijn toegetreden en dat deze lidstaten in zekere zin een economische achterstand hebben. Wij weten dat u deze nieuwe lidstaten altijd heel eerlijk heeft behandeld en ik hoop dat u dit ook in de toekomst zult blijven doen.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Ik denk dat de interne markt de beste manier is om alle lidstaten te beschermen, of die lidstaten nu oud of nieuw zijn, groot of klein, rijk of arm. Het is een rechtvaardig beleid, want het is de beste manier om de zwakkeren te beschermen, namelijk de consumenten, die doorgaans de zwakkeren zijn.
Het is ook de manier om kleine en middelgrote ondernemingen te beschermen tegen de grote monopolies of oligopolies. Dit – de inspiratie voor de interne markt – is dus een heel belangrijk acquis van onze Europese Unie.
Lothar Bisky, voorzitter van de GUE/NGL-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, u vraagt de lidstaten om op korte termijn te stoppen met economische herstelprogramma’s en begrotingstekorten snel weg te werken. Maar zelfs uw meest recente prognose voorziet voor het laatste kwart van 2009 slechts een groei van 0,1 procent in het bruto nationaal product in de Europese Unie. Over heel 2009 gezien resulteert dat nog altijd in een daling van 4 procent. Volgens uw eigen prognoses zou de werkloosheid in de EU naar ruim 11 procent kunnen stijgen.
Vreest u niet dat een voorbarige en drastische vermindering van de overheidsuitgaven een aarzelend begin van herstel meteen weer teniet zou kunnen doen,? Of denkt u: de financiële sector is voorlopig buiten gevaar, laat nu de kleine man maar opdraaien voor de kosten van de crisis? U dringt de mensen in Letland, Hongarije en Roemenië nu al schandalige voorwaarden voor EU-noodkredieten op: lagere lonen, lagere pensioenen, minder openbare voorzieningen en hogere btw. Is dat uw idee van een sociaal Europa?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Allereerst, juist omdat wij ons bezighouden met de cijfers die u hebt genoemd – en ik ben het ruwweg met de cijfers eens – zijn het inderdaad onze prognoses. Zoals ik al meerdere keren heb gezegd, zijn we bezig de exitstrategie op te stellen, maar we raden af om de exitstrategie nu al ten uitvoer te gaan leggen. We zeggen dus dat we de stimuleringsprogramma’s moeten behouden. De ministers van Financiën zijn bijeengekomen, en ik geloof dat ze het erover eens zijn dat we de exitstrategie niet voor 2011 ten uitvoer moeten leggen. We moeten onze economie dus nog blijven stimuleren, juist vanwege onze zorgen, namelijk op het sociale vlak en in het bijzonder op het gebied van de werkloosheid.
Deze crisis is, zoals u weet, echter ook ontketend door zeer grote onevenwichtigheden, door hoge overheidsuitgaven, door financiële orgieën. Ik denk dat we geen onhoudbaar model in stand moeten houden, dus op een gegeven moment moeten we terugkeren naar duurzaamheid. Dit is ook een kwestie van solidariteit met toekomstige generaties.
Lothar Bisky, voorzitter van de GUE/NGL-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, begrijp ik goed dat 2011 het tijdstip voor een exit zou kunnen zijn?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Ik kan dit nu niet bevestigen, maar ik kan u wel vertellen dat het hoogstwaarschijnlijk niet vóór die tijd zal zijn. Ik denk dat de ministers van Financiën het daarover eens zijn – en dat was overigens ook het standpunt dat de Europese Unie heeft ingenomen in de G20.
Er wordt nu geprobeerd om dit beleid wereldwijd te coördineren. Dat betekent niet dat alle regio’s van de wereld tegelijkertijd dezelfde besluiten zullen nemen, maar we hebben in deze crisis wel gezien dat we in goede tijden en in slechte tijden onderling verbonden zijn, en we moeten proberen deze exitstrategieën op mondiaal niveau te formuleren.
Het zal dus hoogstwaarschijnlijk niet voor 2011 zijn, maar we moeten de economische situatie zeer nauwlettend in de gaten blijven houden.
Nigel Farage, medevoorzitter van de EFD-Fractie. – (EN) Meneer Barroso, het is heel goed u hier te zien. Een kans om de leidinggevende rekenschap te laten afleggen, moet zeker worden verwelkomd.
Zoals u weet, ben ik niet altijd een van uw grootste aanhangers geweest, maar ik moet toegeven dat u het heel goed hebt gedaan. U bent erin geslaagd de resultaten van het Franse referendum te negeren, u bent erin geslaagd de resultaten van het Nederlandse referendum te negeren, en u bent erin geslaagd de Ieren de tweede keer met bedreigingen te dwingen zich te onderwerpen. U hebt dus bijna uw Verdrag.
Nu is het natuurlijk tijd om de voorzitter van de Europese Raad te kiezen, het grote symbolische boegbeeld van de Europese Unie. Tony Blair is de uitgesproken favoriet bij de bookmakers. Ik vroeg me af of u het met mij eens bent dat zijn voortdurende steun voor een overstap van het Verenigd Koninkrijk op de euro, het feit dat hij 2 miljard pond per jaar van de Britse korting opgeeft, en zijn hele aanpak van het Britse lidmaatschap van de Europese Unie – zijn weigering om de Britten een referendum te geven – allemaal laten zien dat zijn geloofsbrieven voldoende pro-Europees zijn om de voorzitter te worden? Was dit misschien de deal die ik in 2005 heb voorspeld? Was dit de hele tijd al afgesproken?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Op de eerste plaats, meneer Farage, treur niet over de resultaten in Ierland. Het was geen grote overwinning – slechts 67 procent van de kiezers! We hebben laten zien dat er grote steun voor Europa kan zijn wanneer er een echt debat is met echte eigen inbreng. Het was eigenlijk een Ierse verklaring van onafhankelijkheid van de UK Independence Party, want u was daar bezig campagne te voeren en de Ieren hebben ‘nee’ gezegd tegen u en uw partij.
(Applaus)
Op de toekomstige voorzitter van de Raad ga ik nu niet in. Dat is een besluit voor de Europese Raad. Wat ik u wel in alle eerlijkheid wil zeggen, is dat er geen verborgen afspraken zijn en dat er geen verborgen agenda’s zijn. Als die er wel waren, zou ik daar al vanaf weten. Dus er zijn geen verborgen afspraken of geheime onderhandelingen. Wat ik u kan zeggen, is het volgende: we hebben een voorzitter van de Raad nodig die een overtuigde Europeaan is en die voortdurend zorgt voor consistentie, want ik denk niet dat het goed is om een Raad te hebben die elke zes maanden zijn agenda volledig verandert. Ik ben een groot voorstander van een sterke Europese Raad die zorgt voor samenhang en consistentie in de Raad en die natuurlijk hand in hand samenwerkt met de Commissie en zich volledig inzet voor het Europese project en de aangelegenheden van de Gemeenschap.
Nigel Farage, medevoorzitter van de EFD-Fractie. – (EN) Meneer Barroso, ik ben teleurgesteld. Het is nu het vragenuur, en een ‘ja’ of ‘nee’ zou gemakkelijker zijn geweest, maar het hindert niet. Of het nu de heer Blair is of niet, het feit is dat hij niet democratisch zal worden gekozen en dat u zelf niet democratisch bent gekozen. Vat dit eigenlijk niet de hele EU samen? Is het geen tamelijk wonderlijke organisatie om gepensioneerde, uitgetelde ex-premiers echte leidinggevende macht te geven? U had met dit Verdrag de EU democratisch kunnen maken. U hebt ervoor gekozen dat niet te doen. Doet nationale democratie ertoe, of is de Europese Unie in uw ogen een groter goed?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Het is juist omdat de Europese Unie niet het soort geïntegreerde staat is die u zozeer lijkt te vrezen, dat de voorzitter van de Raad niet rechtstreeks door het volk wordt gekozen, maar wordt gekozen door de democratisch gekozen regeringsleiders van Europa. Dat is nu juist de logica ervan. Ikzelf heb niet alleen de unanieme steun van de democratisch gekozen regeringsleiders gekregen, maar ook die van een grote meerderheid in dit Parlement. Ik denk dus dat ik een grote democratische legitimiteit heb.
(Applaus)
In mijn vorige leven als nationaal politicus ben ik op 29-jarige leeftijd op democratische wijze in mijn nationaal parlement gekozen, en ik kan u verzekeren dat het moeilijker is om tot voorzitter van de Commissie te worden gekozen dan het in de meeste van onze landen is om tot premier te worden gekozen!
Krisztina Morvai (NI). – (HU) Morgenmiddag om 3 uur houd ik een persconferentie over de crisissituatie waarin de mensenrechten zich al sinds 2006 bevinden. Ik nodig de Commissievoorzitter en al mijn collega’s hiervoor van harte uit. Volgens de informatie van de nationale dienst voor rechtsbijstand bewijst een groot aantal rechtskrachtige rechterlijke vonnissen dat in de herfst van 2006 in Hongarije wrede politieterreur plaats heeft gevonden, vooral op 23 oktober, tijdens de herdenkingsplechtigheid die werd gehouden ter ere van de vijftigste verjaardag van de Hongaarse Opstand. De politie heeft toen in opdracht van de regering onder andere veertien mensen in de ogen geschoten, waardoor velen van hen blind zijn geworden, honderden mensen onschuldig gevangen gezet die daar als politieke gevangenen zijn gemarteld.
Mijnheer de voorzitter, bent u zich ervan bewust dat Kinga Göncz, ondervoorzitter van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken van dit Parlement, deel uitmaakte van deze regering die opdracht gaf op ogen te schieten? Wat is uw mening hierover? Ik nodig u van harte en met respect uit voor de persconferentie van morgen, waar ik u hoop te zien.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Ik volg alle ontwikkelingen in de lidstaten, maar laten we duidelijk zijn: de Commissie heeft niet de bevoegdheid om zich te mengen in bepaalde interne kwestie van de lidstaten, en dit is een type vraagstuk waarop we hier geen antwoord kunnen geven, omdat het een intern debat betreft dat in Hongarije wordt gevoerd.
We hebben als Commissie de bevoegdheid om te interveniëren in aangelegenheden die te maken hebben met grondrechten, wanneer het gaat om de tenuitvoerlegging van het communautair recht. Hiervan was geen sprake in de gebeurtenissen waar de geachte afgevaardigde naar verwees. Ik verzoek u daarom om mij geen vragen te stellen die u beter op het niveau van de nationale parlementen dan hier in het Europees Parlement kunt behandelen.
Krisztina Morvai (NI). – (HU) Begrijp ik het goed dat het recht op vereniging en vergadering, de vrijheid van meningsuiting, mensenrechten en dus ook het Europese Verdrag tot de bescherming van de rechten van de mens blijkbaar geen deel uitmaken van het recht van de Europese Unie? Vormen mensenrechten geen onderdeel van het waardesysteem en het rechtssysteem van de Europese Unie? In dat geval heb ik dat blijkbaar verkeerd gedacht.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Mensenrechten maken natuurlijk deel uit van de Europese Unie, maar we hebben een stelsel dat is gebaseerd op het recht, en we gaan ervan uit dat alle lidstaten, met inbegrip van uw land, rechtsstaten zijn. U kunt uw vragen dus voorleggen aan uw rechtbanken, en er zijn beroepsmogelijkheden bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. We hebben dus een mensenrechtenstelsel.
Wat ik niet kan en mag doen is me mengen in nationale politieke debatten tussen de verschillende politieke partijen.
De Voorzitter. – Hartelijk dank, mijnheer de voorzitter. Ik wil alle fractievoorzitters hartelijk bedanken voor het in acht nemen van de spreektijden en voor hun bijdrage aan het debat, dat uitermate goed verlopen is. Daarnaast wil ik de heer Barroso bedanken. We moeten de spreektijden in acht nemen voor een levendig debat. Ik wil daarom iedereen van harte bedanken.
Gevolgen van de financiële crisis op de werkgelegenheid en de sociale samenhang
Corien Wortmann-Kool (PPE). - Voorzitter, over de crisisbestrijding. Als het gaat over de emissiedoelstellingen in de klimaatverandering is Europa koploper vergeleken met de Verenigde Staten. De Verenigde Staten zijn echter koploper als het gaat om particuliere investeringen in technologische innovaties en duurzaamheid, wat ontzettend belangrijk is voor het midden- en kleinbedrijf en voor de werkgelegenheid.
Het was eigenlijk ook een speerpunt in uw crisis- en herstelplan. Maar wat is uw ambitie op dit punt? Wanneer komen we op gelijke voet met de Verenigde Staten en wat doet u, Commissie, en kunt u doen om ook dat niveau te bereiken? In brede zin komt ons midden- en kleinbedrijf nog heel veel barrières tegen. Het midden- en kleinbedrijf loopt daardoor groeipotentie mis. Wat gaat u doen om de interne markt compleet te maken? Want daar zit een grote bron van groei voor onze werkgelegenheid.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Ik heb in mijn antwoord aan een eerdere spreker al enkele ideeën over de interne markt genoemd, maar ik ben het helemaal eens met het punt dat u onmiskenbaar maakt over technologie. We lopen achter op de Verenigde Staten en anderen op het punt van investeringen in nieuwe technologieën.
Dat is ook de reden waarom we bijvoorbeeld in dit speciale pakket een Europees economisch herstelplan hebben vastgesteld. We hebben veel nadruk gelegd op investeringen in bepaalde zaken met betrekking tot de klimaatagenda en de energiezekerheid. We verbinden deze twee vraagstukken. Dat is de reden waarom we zeer onlangs zijn gekomen met het Europees strategisch plan voor energietechnologie, en we sporen de lidstaten ook aan om meer middelen te steken in de financiering van groene technologieën, met andere woorden, in alle technologie die ons in staat kan stellen om een duurzamere, groenere economie te worden.
Dit is zeker iets waar we ook bij de volgende financiële vooruitzichten rekening mee moeten houden. Zoals u weet, zullen we voor het einde van het jaar onze begrotingsevaluatie presenteren. Er zal ook gelegenheid zijn om een goed debat te houden over de zaken waarop we in de toekomst nadruk moeten leggen met betrekking tot investeringen.
De Voorzitter. – Geachte collega’s, ik verzoek u geen aanvullende vragen te stellen. Ik heb hier een hele lange lijst met namen en het zou veel interessanter zijn als meer leden hun vragen kunnen stellen.
Sylvana Rapti (S&D). – (EL) Mijnheer de voorzitter, uw Commissie heeft in 2008 – terecht – een aanbeveling uitgegeven met als doel meer mensen op de arbeidsmarkt op te nemen.
Ik wil om te beginnen vragen of de Commissie, afgezien van de aanbeveling en afgezien van hetgeen de lidstaten doen, van plan is nog meer maatregelen te nemen om de open coördinatiemethode in de sociale sector te versterken. Ik denk vooral aan maatregelen die verenigbaar zijn met duurzaam industriebeleid en de werkgelegenheid kunnen verhogen.
Ten tweede is, zoals wij allen weten, 2010 uitgeroepen tot het Europees Jaar van de strijd tegen armoede. Ons doel is de sociale samenhang te versterken. Mijn vraag is heel eenvoudig, mijnheer de voorzitter: zult u alles in het werk stellen en de persoonlijke moed opbrengen om ervoor te zorgen dat voor de strijd tegen armoede kwantitatieve doelstellingen worden vastgesteld? Ik verzoek u vooral mij niet door te verwijzen naar de lidstaten, zoals u hebt gedaan toen u de socialistische fractie informeerde.
(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Ik heb eerder gezegd dat mijn grootste zorg werkloosheid is, maar als we de werkloosheid willen bestrijden, moeten we niet alleen een reactieve houding hebben, maar ook een proactieve houding. Ik denk dat we dit kunnen bereiken door de herziening van de Lissabonstrategie en een geïntegreerde visie voor 2020.
We moeten de langetermijnstrategie van de Europese Unie baseren op nieuwe bronnen van duurzame groei, bijvoorbeeld op wat we ‘witte banen’ noemen, in sociale diensten, waarin sinds 2000 3,3 miljoen nieuwe banen zijn ontstaan. Dat is 16 procent van alle nieuwe banen.
Ook de markt voor groene producten en diensten zal naar verwacht tot 2020 verdubbelen, waardoor enorme kansen ontstaan voor groene banen, dus we steunen een inventarisatie in de hele Europese Unie om te anticiperen op de banen en de vaardigheden die nodig zullen zijn. Ik ben daarom vastbesloten om conform deze nieuwe strategie te werken, teneinde de sociale prioriteit te versterken, zoals ik al tegen u heb gezegd toen we het hadden over de bredere politieke richtsnoeren voor het komende mandaat.
Elizabeth Lynne (ALDE). – (EN) Zoals we weten, verliezen honderdduizenden mensen hun baan in de huidige economische crisis, en veel van deze mensen zijn ouderen die in het nadeel zijn wanneer ze een nieuwe baan proberen te vinden. Ook al zou men zich in elke lidstaat moeten houden aan de werkgelegenheidsrichtlijn uit 2000, toch weten veel van deze oudere werknemers nog steeds niet wat hun rechten zijn uit hoofde van deze richtlijn, en negeren veel lidstaten de regels.
Ook als sommige werknemers hun rechten wel kennen, merken ze maar al te vaak dat het onmogelijk is om individueel, zonder ondersteuning, actie te ondernemen. We hebben momenteel nog geen wetgeving om veel mensen te beschermen tegen discriminatie bij de toegang tot goederen en diensten, maar we hebben wel de werkgelegenheidsrichtlijn. Kunt u ons vertellen welke maatregelen worden genomen tegen lidstaten die deze richtlijn niet juist ten uitvoer leggen, en welke mechanismen zouden kunnen worden ingevoerd om oudere werknemers en werknemers met een handicap te helpen om hun rechten uit te oefenen?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Wanneer lidstaten niet handelen in overeenstemming met onze richtlijnen, openen we inbreukprocedures, dus in specifieke gevallen kunnen we optreden en doen we dat ook. Wat betreft de algemene kwestie die u hebt genoemd, kan ik u vertellen dat deze crisis meer dan vijf miljoen Europeanen werkloos heeft gemaakt.
De zwaarst getroffen categorieën zijn jongeren en migranten. De werkloosheid bedraagt in de Europese Unie nu 9,1 procent, maar dat werkloosheidscijfer is meer dan twee keer zo hoog onder jongeren (19,8 procent) en migranten (19,1 procent). Dit zijn de belangrijkste zorgen die we nu hebben op het sociale vlak. Ook de bestrijding van armoede onder kinderen blijft een zeer belangrijke prioriteit. We volgen natuurlijk ook de situatie van ouderen, conform de huidige richtlijnen.
David Casa (PPE). – (MT) Ik denk dat het de moeite waard is om te bespreken hoe we meer banen binnen de Europese Unie kunnen creëren, maar ik denk ook dat we moeten bedenken hoe we banen kunnen beschermen en kunnen voorkomen dat ze verdwijnen. Mijn regering greep in op het moment dat de crisis het meest voelbaar was. Ik denk dat door de interventie van de regering duizenden banen zijn gered, overduidelijk door een toename van de uitgaven in de sociale sector. Vindt u ook dat de Commissie meer inzet moet tonen om ervoor te zorgen dat dit in elk land van Europese Unie gebeurt? Ik weet dat u het onlangs gewijzigde globaliseringsfonds aan zult dragen en het feit dat hiermee nog meer werknemers geholpen worden. Ik vind echter dat we ons uiterste best moeten doen om de banen van deze mensen te beschermen, zodat ze geen gebruik hoeven te maken van het globaliseringsfonds. Dit zou naar mijn idee eigenlijk ons doel moeten zijn.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) We hebben niet alleen de regels van de het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) gewijzigd, maar we hebben ook het programma van het Europees Sociaal Fonds herzien, waarbij 1,8 miljard euro versneld vrijkwam om actief arbeidsmarktbeleid te versterken.
Op het gebied van het cohesiebeleid hebben we ook enkele wijzigingen doorgevoerd om de regels te vereenvoudigen en betalingen naar voren te halen. Ook dit is heel belangrijk beleid. Ik heb al de 550 miljard euro van het stimuleringsplan genoemd, en natuurlijk kan ik ook het globaliseringsfonds noemen, alsook enkele andere voorstellen die we hebben gedaan.
Helaas moet ik zeggen dat er één idee was dat geen bijval heeft gekregen van de lidstaten, namelijk het voorstel om de medefinanciering voor het Sociaal Fonds uit te stellen. We hebben dit voorgelegd aan de Raad, maar het is verworpen. Ik hoop nog steeds dat dit er met uw steun door komt, want er zijn een paar landen die eenvoudigweg niet de financiële middelen hebben om de financiering voor het Sociaal Fonds uit hun eigen middelen aan te vullen. We maken dus ook maximaal gebruik van alle instrumenten die we op communautair niveau hebben, om datgene wat de lidstaten zelf kunnen doen om deze werkloosheid te bestrijden, te steunen.
Alejandro Cercas (S&D). – (ES) Mijnheer de Commissievoorzitter, ik dank u voor het belangwekkende debat dat we vandaag hebben.
Wat de werkgelegenheid betreft, heeft u gezegd dat sommige lidstaten niet naar de top van Praag zijn gekomen. Wat erger is, mijnheer de voorzitter, is dat de Raad, in de ergste werkgelegenheidscrisis uit de geschiedenis van Europa – vandaag zullen 10 000 Europeanen hun baan verloren zijn, en morgen en overmorgen zal het niet anders zijn – geen enkel serieus initiatief genomen heeft, en er zelfs geen enkele top geweest is over de werkgelegenheid. U had ook kunnen zeggen, mijnheer de voorzitter, dat de Commissie een agenda van vorig jaar heeft, die toen al niet meer actueel was, en dat ze ook op dit moment niet beantwoordt aan de nijpende behoeften van miljoenen burgers, van een hele generatie Europeanen, en van de hele welzijnsstaat, waarvan de toekomst op het spel staat.
Mijnheer de voorzitter, ik vraag u om uw leiderschap te doen gelden: we hebben een actief leiderschap nodig, een leiderschap dat de apathie en het gebrek aan transparantie doorbreekt. U moet de Raad zeggen dat we zo echt niet verder kunnen. We hebben een Commissie nodig die niet alleen de gebruikelijke middelen en de gewone zaken beheert maar die op dit moeilijke moment – ik weet dat dit moeilijk voor u is, mijnheer de voorzitter – de leiding neemt in Europa, in een belangrijk institutioneel akkoord dat een hele generatie Europeanen hoop moet geven.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (PT) Wij doen alles wat in onze macht ligt. Zoals ik al zei toen ik het programma uiteenzette, besteden we meer aandacht aan sociale vraagstukken omdat we thans op sociaal vlak met een ware noodsituatie geconfronteerd worden.
Daarom heb ik bijvoorbeeld gewezen op de noodzaak om de sociale impact van alle nieuwe wetgeving te analyseren. Daarom hebben wij de gemeenschappelijke beginselen inzake actieve inclusie in het EU-beleid opgenomen. En daarom ook kan ik zeggen dat wij in onze dialoog met de lidstaten steun verlenen voor sociale investeringen. De sociale uitgaven, die in 2008 28 procent van het bbp vertegenwoordigden, zullen in 2010 stijgen tot 31 procent. Dat betekent een toename van 3 500 miljard euro!
Wij leveren een serieuze inspanning, maar de waarheid is natuurlijk, mijnheer Cercas, dat er een gezamenlijke inspanning van de Commissie, het Parlement en de lidstaten nodig is.
Gerald Häfner (Verts/ALE). – (DE) Mijnheer de voorzitter, Europa staat voor vrijheid, democratie en solidariteit, of, anders geformuleerd, voor sociaal en ecologisch verantwoordelijkheidsgevoel. U en de Commissie echter hebben lange tijd zeer eenzijdig ingezet op vrijheid – en dan alleen nog op economische, puur economisch opgevatte vrijheid – en op het reguleren van allerlei terreinen waar helemaal geen behoefte aan regulering is, terwijl u in groter verband, waar het om miljarden gaat, op ‘s werelds financiële markten, besloot niet in te grijpen, niet te reguleren, omdat u geloofde dat alle mensen daar het meest mee gediend waren.
We hebben gezien tot wat voor catastrofe dat geleid heeft en ik vraag u dan ook ronduit: hoe en met wat voor projecten en plannen denkt u dit Parlement en de mensen in Europa er dit keer van te kunnen overtuigen dat u en de Commissie van deze catastrofe geleerd hebben en radicaal van koers zullen veranderen?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Op de eerste plaats is de vraag van de geloofwaardigheid een subjectieve vraag voor u. Ik denk dat het antwoord op deze vraag al is gegeven door het Parlement, dat mij onlangs een nieuw mandaat heeft gegeven; dit laat zien dat dit Parlement van mening is dat ik geloofwaardig genoeg ben om door te gaan met dit beleid.
We zetten eigenlijk ons beleid in antwoord op de economische en financiële crisis voort. We hebben belangrijke besluiten genomen; met de regelgevende en toezichtsmaatregelen die we onlangs hebben genomen, lopen we voorop in de wereld. Op basis van het verslag waartoe ik de De Larosière-Groep opdracht heb gegeven, hebben we enkele voorstellen ingediend die, naar ik hoop, door de Raad en het Parlement zullen worden goedgekeurd.
Juist vandaag hebben we tijdens een vergadering van de Commissie de mededeling over derivaten vastgesteld, die natuurlijk zal moeten worden gevolgd door concrete wetgeving. We reageren dus wel degelijk op de financiële crisis in al haar aspecten, met inbegrip van regelgeving en toezicht. Ik heb tijdens de mandaatperiode van de huidige Commissie al enkele besluiten genomen, en de volgende Commissie zal natuurlijk doorgaan op deze weg, want ik denk dat de situatie dit vereist.
Veronica Lope Fontagné (PPE). – (ES) Mijnheer de voorzitter, ik wil het hebben over de steun die is goedgekeurd uit hoofde van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun, die tot doel heeft de problemen te verminderen die ontstaan zijn als gevolg van de economische crisis, en in concreto, de problemen met Opel.
Ik zou u willen vragen of de Commissie onderzoekt of de steun die Duitsland op grond van de tijdelijke kaderregeling ontvangen heeft afhankelijk was van een eerdere afspraak over de geografische spreiding van de herstructureringsmaatregelen, wat niet in overeenstemming zou zijn met het doel van deze steun.
In dat geval zou ik willen weten of u het ermee eens bent dat deze onderneming de vrijheid heeft om de spreiding en herstructurering van Opel te herzien aan de hand van haar eigen economische en productiecriteria en met handhaving van een zo groot mogelijk aantal arbeidsplaatsen.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (PT) Ik heb deze vraag al beantwoord, maar ik kan u zeggen dat we inderdaad onze twijfels hadden bij de manier waarop dit proces is verlopen. De Commissie heeft die twijfels uitgesproken en General Motors en Opel Trust analyseren nu opnieuw de wijze waarop het aanbod om Opel te kopen is gedaan. Doel is om na te gaan of het aanbod al dan niet op commerciële basis heeft plaatsgevonden.
Wij, de Europese Commissie, zullen al het mogelijke doen om te waarborgen dat de oplossing verenigbaar is met de regels van de interne markt en de voorschriften inzake staatssteun. Uiteraard zullen wij bij de toepassing van deze regels de nodige objectiviteit en striktheid aan den dag leggen.
Vicky Ford (ECR). – (EN) Alle Europese landen zijn verenigd, in de zin dat we allemaal te maken hebben met stijgende werkloosheid, wat natuurlijk niet alleen een sociale crisis is, maar ook extra lasten met zich meebrengt voor de schatkist van de lidstaten, met stijgende kosten voor sociale uitkeringen, dalende belastinginkomsten en hogere opleidingskosten.
Meneer Barroso, vindt u, gezien deze situatie, ook niet dat wij, als leden van dit Parlement, en de Commissie extra voorzichtig moeten zijn met elke cent die we toevoegen aan de lasten van de openbare sector? Allereerst: als u dat ook vindt, hoe raadt u ons dan aan om donderdag in het begrotingsdebat te stemmen?
En op de tweede plaats: waarom blijven we vergaderen in Straatsburg?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Ik steun de voorgestelde begroting voor komend jaar, dus mijn advies is om ‘ja’ te stemmen.
Wat betreft de kwestie van voorzichtig en streng zijn, ben ik het helemaal met u eens. We moeten zeer zorgvuldig zijn met alle geld van belastingbetalers, en we mogen de prioriteiten niet uit het oog verliezen. In sommige lidstaten is er momenteel duidelijk sprake van sociale urgentie. Er zijn problemen zoals sociale uitsluiting en armoede die, daar ben ik zeker van, alle leden van dit Huis zorgen baren, dus we moeten kijken wat de beste manier is.
Zoals u weet, is de Commissie, conform de voorwaarden van het stabiliteits- en groeipact, uiterst streng geweest door zichzelf en de Europese Unie te binden aan de duurzaamheidsregels. Natuurlijk denken we niet dat problemen kunnen worden opgelost door er maar voldoende geld tegenaan te gooien, maar er zijn feitelijk omstandigheden, zoals de huidige, waarin wij denken dat speciale aandacht moet worden geschonken aan een sociale noodsituatie. Er waren uitzonderlijke maatregelen nodig voor een ongekende situatie. Het is, zoals altijd, een kwestie van een zorgvuldige afweging.
Ádám Kósa (PPE). – (HU) Mijnheer de voorzitter van de Commissie, krachtens Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Europese Commissie is de loonsubsidie voor gehandicapten verlaagd naar 75 procent van het maximale bedrag. Daarom is de werkgelegenheid van gehandicapten en mensen met een verminderde arbeidscapaciteit sinds 1 januari 2009 in een crisis geraakt. Vanwege bezuinigingen op de begroting zijn de fondsen voor gehandicapten dus aanzienlijk verlaagd. Daardoor is de staatssubsidie voor het creëren van banen voor deze groep in veel landen, zo ook in Hongarije, in het gedrang gekomen. Men zegt dat de Europese Unie hier schuld aan heeft. Ik zou u dan ook de volgende vraag willen stellen: hoe wil de Europese Commissie ten tijde van een financiële crisis de werknemersrechten van mensen met een beperking, het behoud van hun banen en het beginsel van gelijke beloning voor gelijk werk aanpakken? Deze verordening is vóór de crisis opgesteld.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Zoals de geachte afgevaardigde ongetwijfeld weet, heeft de Europese Commissie een voorstel – een horizontale richtlijn – voor non-discriminatie gepresenteerd dat ook handicaps omvat. Nu zijn het Parlement en de Europese Raad aan zet. Ik hoop dus echt dat het zal worden goedgekeurd, want we zijn zeker tegen elke vorm van discriminatie van mensen met een handicap.
Veel van de problemen die u hebt genoemd, moeten op nationaal niveau worden aangepakt, want dit zijn concrete steunmaatregelen die moeten worden genomen door de nationale socialezekerheidsstelsels. In de Europese Unie doen we echter alles wat we kunnen, om een bindend kader te krijgen dat ons en alle lidstaten bindt aan het non-discriminatiebeginsel en aan speciale bescherming voor mensen met een handicap.
Pervenche Berès (S&D). - (FR) Mijnheer Barroso, u bent door deze Kamer benoemd tot voorzitter van de nieuwe Commissie. Uw eerste belangrijke taak bestaat eruit deze Commissie te organiseren zodat deze een Europa kan dienen dat bezig is zich uit het dal van de crisis te trekken. Hoe denkt u in dat verband de ontoereikende communautaire instrumenten die ons ter beschikking staan optimaal in te zetten en hoe denkt u de portefeuilles op zo’n manier te verdelen dat we het hoofd kunnen bieden aan de vraagstukken waar we ons voor gesteld zien? Ik ben me er terdege van bewust dat alles afhangt van uw overleg met de staatshoofden en regeringsleiders, maar u als voorzitter van de Commissie zult hun een visie moeten voorleggen. Hoe kunnen we deze strategieën die ons ter beschikking staan, verwoorden? Hoe gaan we de portefeuilles op zo’n manier verdelen, dat we rekening houden met de lessen die we uit deze crisis geleerd hebben?
Wat de instrumenten betreft, geef ik één voorbeeld. Het Fonds voor aanpassing aan de globalisering botst momenteel met staatsinterventies, die het ons onmogelijk maken een industrieel beleid te voeren dat ons uit deze crisis kan helpen. Wat stelt u dienaangaande voor? Welk mandaat gaat u de staatshoofden en regeringsleiders vragen en hoe ziet de verdeling van de portefeuilles eruit die u van hen gaat vragen?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (FR) De verdeling van de portefeuilles behoort niet tot de bevoegdheden van de staatshoofden, maar tot die van de voorzitter van de Commissie en ik zal die bevoegdheid uiteraard zo uitoefenen als mij het beste lijkt.
Ik heb al enige mededelingen gedaan tijdens de discussie die ik met u gevoerd heb over het programma van de nieuwe Commissie, maar ik heb hierover inderdaad contact met de regeringsleiders en staatshoofden.
Ik kan u overigens vertellen dat ik hun net vandaag allemaal een brief heb gestuurd waarin ik hun vraag ook vrouwelijke kandidaten voor te dragen. Ik maak me grote zorgen over de balans tussen mannen en vrouwen; als ik niets doe, heb ik straks bijna geen vrouwen, omdat regeringen doorgaans uitsluitend mannelijke kandidaten willen voor de nieuwe Commissie.
Die brief heb ik dus net vandaag gestuurd.
Wat de concrete verdeling van de portefeuilles betreft zullen er geen grote veranderingen zijn. Ik heb tijdens het debat dat ik met u gevoerd heb al de belangrijkste veranderingen aangegeven, te weten een commissaris voor justitie en grondrechten en een commissaris voor klimaatactie. Nu moet ik daar uiteraard de geschikte mannen en vrouwen bij vinden, die zich willen inzetten voor Europa en die de taken binnen hun respectievelijke portefeuilles – overeenkomstig de prioriteiten binnen de activiteiten van de Europese Unie – goed kunnen vervullen.
Graham Watson (ALDE). – (EN) Tot nu toe zijn het scheppen van welvaart en de maat voor welzijn hoofdzakelijk gebaseerd geweest op consumptie, en dus is de industrie aangemoedigd om weinig aandacht te schenken aan de echte waarde van de gebruikte grondstoffen, zelfs als de prijs daarvan laag is, of aan de echte kosten van het geproduceerde afval.
Hoe is uw Commissie van plan om er voor te zorgen dat de groei in de toekomst van een andere aard zal zijn, en dat we niet in een situatie komen waarin we, na nog eens twintig jaar van groei, een planeet hebben die datgene wat we doen, niet kan dragen, en een samenleving die de echte kosten van een dergelijke leefwijze niet kan betalen?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Ik bedank de heer Watson voor deze zeer belangrijke vraag. Dat is in feite de kern van het programma voor de komende vijf jaar: meer investeren in slimme, groene groei, duurzame groei. Dit is heel belangrijk.
We moeten begrijpen dat het model van de toekomst anders zal zijn dan het model van het verleden. Ik ben voor een sterke industriële basis in Europa – maar dan wel een sterke industriële basis voor de nieuwe tijd van duurzaamheid, waarin we moeten nadenken over groene ontwikkeling, groene technologieën. Dat is waar we nieuwe producten, nieuwe markten kunnen creëren. Dit is een goed voorbeeld.
Dat is de reden waarom we ons toekomstige programma ordenen in termen van wat ik in mijn politieke richtsnoeren ‘nieuwe bronnen van groei’ heb genoemd. Want met de traditionele bronnen van groei zullen we de concurrentiestrijd met grote opkomende economieën zoals China en India niet winnen.
Innovatie moet dus centraal staan in onze agenda voor groei, nieuwe bronnen van groei die de overgang naar een koolstofarme economie bevorderen: slimme groene ontwikkeling en innovatie. Ik denk dat innovatie in de toekomst de sleutel voor de ontwikkeling van de Europese economie zal zijn.
Emilie Turunen (Verts/ALE). - (DA) Mijnheer Barroso, de financiële crisis heeft een economische crisis van historische omvang doen ontstaan en momenteel stijgt de werkloosheid in Europa drastisch. Zoals u zelf hebt gezegd, bedraagt de werkloosheid onder jongeren onder de 25 jaar 19,8 procent en in Spanje is meer dan een op de drie jongeren onder de 25 werkloos. We zijn bezig een hele generatie verloren te laten gaan en tot nu hebt u, mijnheer Barroso, zo goed als niets gedaan om dit probleem op te lossen. Vandaag hoor ik dat u hierover zeer ongerust bent, en dat verheugt me, maar ik wil er ook graag bewijs van zien. Zelfs al ligt de verantwoordelijkheid voor werkgelegenheidsbeleid op nationaal niveau, we hebben ook behoefte aan Europese verantwoordelijkheid en Europese initiatieven.
Ik wil graag ten aanzien van drie punten een oproep doen: ten eerste had commissaris Špidla vijf miljoen stageplaatsen voor jongeren in Europa beloofd. Hoe staat het daarmee? Ten tweede: in heel Europa zijn we nu bezig groei- en reddingspakketten aan te nemen. Waarom bevatten deze maatregelen geen doelgerichte werkgelegenheidsmaatregelen voor jongeren? Ten derde: wat bent u voornemens te doen om te zorgen voor een sterker sociaal profiel en een sterker plan voor jongeren in de nieuwe post-Lissabonstrategie?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Ik herhaal dat we maximaal gebruik hebben gemaakt van onze bestaande instrumenten. We hebben instrumenten op het niveau van de Gemeenschap, maar er zijn ook enkele instrumenten die instrumenten op nationaal niveau zijn. Wat we kunnen doen, is met de lidstaten samenwerken om het beste van deze instrumenten te maken, om beste praktijken uit te wisselen en de lidstaten aan te sporen deze te volgen.
Commissaris Špidla, die onder zeer moeilijke omstandigheden uitstekend werk heeft verricht, vraagt, in feite samen met de Commissie als geheel, de lidstaten om vijf miljoen praktijkopleidingsplaatsen te scheppen. We maken enkele beste praktijken beschikbaar. In Frankrijk zijn er bijvoorbeeld bijzonder goede praktijken van particuliere ondernemingen die interne opleidingen in hun bedrijf bevorderen en praktijkopleidingsplaatsen bevorderen, met overheidsgeld, maar deels ook gefinancierd door de ondernemingen zelf.
Dit is dus inderdaad een prioriteit, en we doen het met al onze instrumenten – het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, het Cohesiefonds en de verdubbeling van de voorziening voor betalingsbalanssteun aan nieuwe lidstaten en landen die niet tot de eurozone behoren.
We hebben onze instrumenten maximaal gebruikt, maar we moeten krachtiger met de lidstaten samenwerken om iets te doen aan deze sociale zorgen en, zoals u speciaal hebt gezegd, aan de zorg van de jeugdwerkloosheid.
Ilda Figueiredo (GUE/NGL). – (PT) Mijnheer de voorzitter, om de armoede en de werkloosheid terug te dringen moeten we banen met rechten scheppen, de productie ondersteunen en de universele en kosteloze openbare dienstverlening verbeteren. Anders gezegd, we moeten investeren in andere beleidsmaatregelen. We moeten het tegengestelde doen van wat tot dusver is gedaan.
Wij hebben bijvoorbeeld onlangs nog met bezorgdheid kennis genomen van een studie van het directoraat-generaal Werkgelegenheid en Eurofound waarin twee scenario’s voor de textielindustrie worden beschreven en wordt voorspeld dat 20 à 25 procent van de banen die thans binnen de Europese Unie in deze sector bestaan tussen nu en 2020 verloren zal gaan. In een derde scenario wordt zelfs gesuggereerd dat 50 procent van de banen in de Europese textielsector zal verdwijnen. Hoe is deze situatie in hemelsnaam verenigbaar met de nieuwe voorstellen voor de verdere liberalisering van de wereldhandel als geen rekening wordt gehouden met de gevolgen van deze voorstellen voor Portugal en andere landen van de Europese Unie met zeer kwetsbare sectoren, zoals de textielsector, de landbouw en een waaier van middelgrote, kleine en micro-ondernemingen die door deze beleidsmaatregelen verstikt worden?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (PT) Ik denk dat we door de deuren van Europa te sluiten geen oplossing voor Portugal of om het even welk ander Europees land aandragen. Europa is de grootste exporteur van goederen en diensten ter wereld. We hebben er dan ook geen enkel belang bij om koers te zetten naar een protectionistisch beleid. Het is een feit dat bepaalde sectoren, de zogenaamde ‘traditionele’ sectoren, in sommige Europese landen – en dan vooral, al zij het niet uitsluitend, in Zuid-Europa – sterk te lijden hebben van de nieuwe internationale mededingingsvoorwaarden. Daarom doen deze landen nu extra inspanningen om zich aan die nieuwe voorwaarden aan te passen. Zoals ik al in een eerder antwoord zei, betekent dit dat we in Europa nieuwe bronnen van groei en mededinging moeten aanboren. Wat we zeker niet mogen doen, is ons opsluiten en de deuren van Europa dichtgooien, want dan lopen we het risico dat andere markten hun deuren sluiten voor onze exporten.
We moeten investeren in innovatie, we moeten investeren in opleiding, we moeten investeren in nieuwe bronnen van groei en we moeten ons concurrentievermogen versterken. Tegelijkertijd moeten we zoals u zei – op dit punt zijn we het met elkaar eens – waarborgen dat dit niet ten koste gaat van de sociale standaarden die in Europa zo belangrijk zijn. Het ligt niet in onze bedoeling een verlaging van onze sociale standaarden te bewerkstelligen. We willen er veeleer voor zorgen dat ook anderen hun sociale standaarden verhogen, maar laat het duidelijk zijn dat ik geen voorstander ben van een Europa met gesloten deuren. Ik ben van oordeel dat Europa gebaat is bij wereldwijde open markten.
John Bufton (EFD). – (EN) Meneer Barroso, de financiële crisis is in het Verenigd Koninkrijk heel ernstig. Een van de vele sectoren die het moeilijk heeft, is de landbouwsector. Vanaf 1 januari 2010 zullen de zaken nog een stuk slechter worden met de invoering van de EID, wat staat voor ‘elektronische identificatie van schapen’. De apparatuur die wordt gebruikt om de schapen te scannen, is niet nauwkeurig. Ik heb gehoord dat deze een nauwkeurigheid van slechts 79 procent heeft.
Meneer Barroso, als u met uw auto op de weg rijdt en de remmen werken maar 79 procent van de tijd, krijgt u geheid vroeg of laat een ongeluk. Ik vrees dat de schapensector met de invoering van de EID met deze gebrekkige apparatuur ook een ongeluk te wachten staat. De bizarre situatie doet zich voor dat we, als de EID in januari wordt ingevoerd, zullen weten hoeveel schapen we in het Verenigd Koninkrijk hebben, weten waar deze zich bevinden, en al hun verplaatsingen kennen, maar dat we in het Verenigd Koninkrijk – door onbeperkte immigratie – geen idee hebben hoeveel mensen we in ons land hebben, wie ze zijn of welke verplaatsingen ze zullen maken. Meneer Barroso, wilt u met de rest van de Commissie praten en de EID alleen op vrijwillige basis invoeren, totdat de gebruikte apparatuur 100 procent nauwkeurig is?
De Voorzitter. – Dat is een zeer specifieke vraag. Het is de bedoeling dat er algemene vragen worden gesteld over de crisis en hoe deze het hoofd kan worden geboden. De voorzitter van de Europese Commissie kan niet op de hoogte zijn van specifieke zaken in de afzonderlijke landen; ik verzoek u daarom meer algemene vragen te stellen.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Ik wil even zeggen dat die vergelijking tussen schapen en mensen me niet aanstaat. Ik vind eigenlijk niet dat die van veel smaak getuigt.
(Applaus)
Dat gezegd zijnde, zijn wij vast van plan om de door u genoemde identificatie ten uitvoer te leggen, maar we zijn natuurlijk wel zorgvuldig. Als er problemen zijn met de tenuitvoerlegging, zijn we bereid daarnaar te kijken. Ik heb echter het gevoel dat de maatregelen die al zijn genomen met betrekking tot de identificatie van schapen, over het algemeen echt goed zijn. Laten we even afwachten hoe het in de praktijk uitpakt.
Zoltán Balczó (NI). – (HU) Mijnheer Barroso, de wereldwijde financiële crisis die in de Verenigde Staten is begonnen, heeft zich inmiddels uitgebreid naar de reële economie, waarbij miljoenen banen verloren zijn gegaan en er een sociale crisissituatie is ontstaan. De Europese Unie probeert bij bedrijven zoals Opel stappen te ondernemen, en als er een bepaald plan wordt gepresenteerd, kan er zelfs sprake zijn van rechtstreekse hulp. Tegelijkertijd wordt de meerderheid van de banen gecreëerd door kleine- en middelgrote ondernemingen.
Mijnheer de voorzitter, vindt u de maatregel om hen te helpen afdoende? Hongarije bevindt zich in een bijzonder moeilijke situatie, aangezien daar alleen buitenlandse commerciële banken gevestigd zijn. Valt in dit geval staatssubsidie inderdaad onder het economisch nationalisme waaraan u de oorlog heeft verklaard, of zou in een dergelijk geval het marktdogmatisme kunnen worden opgegeven?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Mijn duidelijke antwoord is: nee, wat we hebben gedaan, is niet voldoende. We moeten meer doen voor de kleine en middelgrote ondernemingen, ofwel KMO’s; ik vind dat dit een prioriteit is. We hebben de ‘Small Business Act’ goedgekeurd; dat is goed. We hebben de situatie met betrekking tot de late betalingen verbeterd door de vertragingen in de betalingen terug te dringen; dat was goed en is door de KMO’s zeer verwelkomd. We proberen natuurlijk alle bureaucratische en administratieve procedures te beperken die een administratieve last vormen, vooral voor de KMO’s, en we zetten ons in om het leven voor KMO’s gemakkelijker te maken. Zij zijn, zoals u hebt gezegd – en ik ben het met u eens – een van de belangrijkste sectoren voor het scheppen van meer banen, en dit maakt deel uit van ons beleid.
Een andere maatregel die we onlangs hebben genomen, en die ik vandaag nog niet heb genoemd, was de verhoging van de drempel voor staatssteun die door de lidstaten als directe steun aan bepaalde kleine en middelgrote ondernemingen in speciale problemen mag worden gegeven, en wel naar 500 000 euro. Ik denk dus dat kleine en middelgrote ondernemingen een prioriteit moeten blijven van onze actie voor duurzaamheid, met inbegrip van duurzame werkgelegenheid.
Seán Kelly (PPE). – (GA) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik voorzitter Barroso bedanken voor zijn aanwezigheid en voor zijn open, eerlijke en enthousiaste manier van vragen beantwoorden.
(EN) Helaas werd voorzitter Barroso ervan beschuldigd dat hij niet democratisch is gekozen en de Ieren tot onderwerping heeft gedwongen.
Ik wil de heer Farage zeggen dat hij zeker niet democratisch is gekozen om namens de Ieren te spreken, en dat zijn gebruik van het woord ‘bully’ ook ongelukkig was, want Ierland heeft zevenhonderd jaar lang bekend gestaan als het andere eiland van John Bull, toen John Bull – de denkbeeldige figuur die Engeland representeert – de Ieren tot onderwerping probeerde te dwingen. Gelukkig is die tijd nu voorbij, dus ik ga verder met mijn vraag.
Is voorzitter Barroso bereid om, met de nieuwe bevoegdheden die het Verdrag van Lissabon de Europese Unie geeft, te overwegen één commissaris exclusief verantwoordelijk te maken voor het naar voren brengen van nieuwe voorstellen en nieuwe maatregelen om deze bevoegdheden uit te oefenen?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Het spijt me, maar ik heb de vraag niet goed begrepen, want als u voorstelt dat er een nieuwe commissaris komt voor alle nieuwe bevoegdheden van het Verdrag van Lissabon, dan vind ik dat zeker niet verstandig. Het gaat namelijk om bevoegdheden op zoveel verschillende gebieden, dat we niet van één persoon kunnen vragen dat hij of zij al deze competenties heeft.
Nu heb ik in antwoord op een vorige vraag al bekendgemaakt wat volgens mij enkele van de vernieuwingen zullen zijn op het gebied van de portefeuilles. Er kunnen nog een paar vernieuwingen komen; ik werk daaraan. Dit is tenslotte ook een taak die interactief samen met de lidstaten moet worden uitgevoerd. Ierland heeft bijvoorbeeld nog geen mogelijke commissaris aangewezen.
Ik heb dit vijf jaar geleden ook gedaan, en dit is een interactief proces waarin ik, om de Commissie te kunnen vormen, ook de mensen moet ontmoeten die de lidstaten naar voren hebben geschoven. Ik zal zeker mijn best doen om capabele mensen te vinden – mannen en vrouwen (en ik zeg dit ook voor Ierland!) – zodat we uiteindelijk een college van overtuigde Europeanen krijgen dat op alle gebieden competent en ervaren is, van economie en algemene politiek tot energie, milieu, recht, grondrechten enzovoort: een enorme verzameling competenties waarvoor we een zeer capabele groep mensen nodig hebben.
De Voorzitter. – Dit is de eerste keer dat we deze vraag-en-antwoordsessie met de voorzitter van de Commissie hebben gehouden. Ik wil voorzitter Barroso daarom opnieuw hartelijk bedanken. Zou u, gezien de bijzondere betekenis hiervan voor ons, enkele algemene opmerkingen willen maken over deze eerste vraag-en-antwoordsessie?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Dank u wel voor dit vragenuur, mijnheer de Voorzitter en alle geachte leden van dit Parlement. Ik heb er echt van genoten. Ik denk dat het een goed initiatief is. Ik moet u heel eerlijk zeggen dat het voor mij heel moeilijk is om al mijn argumenten, of althans mijn belangrijkste argumenten, in één minuut samen te vatten, vooral omdat ik het grootste deel van de tijd niet in mijn eigen taal spreek. Ik spreek in talen die volgens mij toegankelijker zijn, en dat vraagt een extra inspanning van mij.
Hoe dan ook, u bepaalt de format. Ik kan het met u bespreken, omdat ik geloof dat vrije, confronterende en controversiële debatten een goede bijdrage zijn tot een sterkere Europese democratische ruimte.