Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2009/2062(REG)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A7-0043/2009

Debatten :

PV 23/11/2009 - 21
CRE 23/11/2009 - 21

Stemmingen :

PV 25/11/2009 - 7.4
CRE 25/11/2009 - 7.4
Stemverklaringen
Stemverklaringen
PV 15/06/2010 - 7.9
CRE 15/06/2010 - 7.9
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2009)0088
P7_TA(2010)0204

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 25 november 2009 - Straatsburg Uitgave PB

8. Stemverklaringen
Video van de redevoeringen
Notulen
  

Mondelinge stemverklaringen

 
  
  

- Verslag-Søndergaard (A7-0047/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Hannan (ECR).(EN) Mijnheer de Voorzitter, de eerste taak van elke assemblee is rekenschap te vragen van de uitvoerende macht. Wij zijn hier als voorvechters van het volk. Er zou een creatieve spanning moeten zijn tussen ons en de uitvoerende macht, dat wil zeggen de Commissie.

Maar wanneer het gaat om deze begrotingskwesties, kiest het Europees Parlement ten behoeve van grotere integratie de kant van de uitvoerende macht, tegen zijn eigen kiezers, en daarin is het uniek onder de gekozen volksvertegenwoordigingen in de wereld.

Elk jaar wordt de Europese begroting hoger; elk jaar krijgen we een verslag van de Europese Rekenkamer waaruit blijkt dat tientallen miljarden euro's zijn zoekgeraakt of gestolen. En toch doen we niet dat ene ding waartoe we bevoegd zijn, en dat is de toevoer stopzetten, met andere woorden, zeggen dat we geen geld meer ter beschikking stellen zolang de boekhoudprocedures niet op orde zijn.

Nu laten we deze begroting opnieuw passeren, ondanks alle fouten erin. We verraden zo degenen die ons hier hebben neergezet, die onze kiezers zijn en ook onze belastingbetalers, omdat de meerderheid van de mensen in dit Parlement een ‘Europa, of het nu juist is of niet’-houding heeft en liever ziet dat dingen slecht worden gedaan door Brussel dan bekwaam door de lidstaten.

 
  
  

- Verslag-Böge (A7-0044/2009)

 
  
MPphoto
 

  Miguel Portas, namens de GUE/NGL-Fractie. (PT) Mijnheer de Voorzitter, de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links heeft haar goedkeuring gehecht aan de beschikbaarstelling van 24 miljoen euro ter ondersteuning van ontslagen werknemers in België.

Wij hebben voor gestemd omdat wij aan de kant staan van degenen die hulp nodig hebben, van degenen die hun zweet en brein ten dienste van de ondernemingen stellen en uiteindelijk het slachtoffer worden van een onrechtvaardig economisch systeem waar het winstbejag tot ongebreidelde concurrentie leidt, met alle sociale gevolgen van dien.

Los van het voorgaande moet de rol van het globaliseringsfonds worden geëvalueerd.

In 2009 werd slechts 37 miljoen euro beschikbaar gesteld, terwijl er in principe 500 miljoen euro voorhanden is. Het fonds doet geen recht aan zijn bestaansreden.

Ten tweede wordt de steun uit het fonds niet rechtstreeks toegekend aan de werklozen, maar aan de nationale werkgelegenheidsdiensten. Aangezien die onderling sterk verschillen, reproduceert het fonds uiteindelijk de aperte ongelijkheden tussen onze eigen distributiesystemen.

In Portugal voorziet het fonds in een steunbedrag van vijfhonderd euro per werkloze, terwijl deze som in Ierland oploopt tot zesduizend euro.

Ten derde blijkt uit het geval met Dell dat tegelijkertijd steun kan worden verleend aan ontslagen werknemers in Ierland en aan de multinational die hen ontslagen heeft, aangezien de multinational thans in Polen een ander soort overheidssteun ontvangt.

Dell heeft geld ontvangen om een nieuwe fabriek in Polen te vestigen op een moment dat het in de VS nieuwe marktposities aan het verwerven was. In het derde trimester van dit jaar heeft het daar een winst van maar liefst 337 miljoen dollar geboekt.

Daarom moet het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering grondig geëvalueerd worden in al zijn aspecten.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb het al vaak gezegd en zal het ongetwijfeld nog wel eens doen: wat de motieven van de oprichters ook zijn geweest, de Europese Unie is al lang geen ideologisch project meer; het is een zwendel geworden, een manier om geld van mensen buiten het systeem te herverdelen onder mensen daarbinnen. Vandaar het onderwerp waar we het vandaag over hebben – die steekpenningen aan geselecteerde bevoorrechte bedrijven.

We zullen het maar niet hebben over de verdachte timing van de subsidie aan Dell in Ierland die met twijfelachtige procedurele correctheid werd aangekondigd in de aanloop naar het Iers referendum over de Europese Grondwet of het Verdrag van Lissabon. Laten we er meer in het algemeen even bij stilstaan dat we dit al eens eerder hebben geprobeerd als continent: in de jaren zeventig hebben we maatregelen genomen om niet-concurrerende bedrijven overeind te houden, met alle rampzalige gevolgen van dien. We weten waar die weg toe leidt. Deze leidt tot stagnatie, inflatie en uiteindelijk tot collectief faillissement. Laten we die weg niet opnieuw bewandelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Syed Kamall (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb de eerste zin met interesse gelezen, waar staat dat het fonds is opgericht om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden.

Maar zijn er niet altijd al grote veranderingen in wereldhandelspatronen geweest? In mijn kiesdistrict in Londen waren er textielbedrijven die daarop actie hebben ondernomen en zich op de globalisering hebben voorbereid door sommige van hun taken uit te besteden aan armere landen. Daarbij creëerden zij banen in ontwikkelingslanden, maar hielden zij de banen op het gebied van hoogwaardig onderzoek en ontwikkeling, en marketing in Londen, in het kiesdistrict, in de Europese Unie.

Als deze bedrijven een antwoord hebben, waarom belonen we dan inefficiënte textiel- en IT-bedrijven die hun kop in het zand steken en hopen dat de globalisering vanzelf over gaat?

Dit geld moet natuurlijk terug naar de belastingbetalers zodat zij het naar eigen inzicht kunnen besteden. Het is nu tijd dat regeringen zich richten op het scheppen van de juiste voorwaarden zodat er bij banenverlies mogelijkheden zijn voor ondernemers om nieuwe banen te creëren.

 
  
  

- Verslag-Martin (A7-0043/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Bruno Gollnisch (NI).(FR) Mijnheer de Voorzitter, ik kom terug op dat ambtsmisdrijf dat bijna werd begaan onder het voorwendsel van een wijziging van het Reglement om dat aan de voorwaarden van het Verdrag van Lissabon aan te passen. Het gaat om amendement 86, waarmee de administratie zich het recht toe-eigende de vertegenwoordiger van de niet-ingeschrevenen aan te wijzen die aan de Conferentie van voorzitters zou mogen deelnemen.

Het is volkomen belachelijk dat er, door een weloverwogen zet van de ambtenaren die zich ertegen verzetten, nog steeds geen vertegenwoordiger is aangewezen hetgeen, net als in alle organen van ons Parlement, had moeten gebeuren door middel van een stemming of consensus, ofwel een stemming bij gebrek aan consensus.

En het is verbijsterend dat die ambtenaren de politieke fracties aan hun zijde hebben gekregen, de politieke fracties die ons vijandig bejegenen en die, uiteraard, feitelijk noch juridisch iets in te brengen hebben over de benoeming van onze vertegenwoordiger. Wij zullen deze beslissing, als deze opnieuw ter sprake wordt gebracht, aanvechten bij het Hof van Justitie.

 
  
  

- Ontwerpresolutie (B7-0141/2009) - Voorbereiding van de Top van Kopenhagen inzake klimaatverandering

 
  
MPphoto
 

  Marisa Matias, namens de GUE/NGL-Fractie. – (PT) Mijnheer de Voorzitter, om te zorgen dat wij op het gebied van de bestrijding van de klimaatverandering tot echte, bindende resultaten komen, moeten wij vier beginselen in acht nemen. Ik zou die nog eens even willen herhalen. Ze zijn hier vandaag ook al ter stemming voorgelegd.

Ten eerste moeten wij een juridisch bindende overeenkomst bereiken.

Ten tweede moeten wij ons verplichten tot strikte politieke streefdoelen, ook met betrekking tot de vermindering van de emissies. Wij moeten op dit vlak ambitieuze doelstellingen nastreven. Ik denk dat wij verder hadden kunnen gaan dan wij hier vandaag gedaan hebben.

Ten derde moet worden voorzien in de nodige overheidsfinanciering om het probleem van de klimaatverandering naar behoren te kunnen aanpakken.

Het vierde en laatste punt – dat volgens mij in elk geval in aanmerking dient te worden genomen – is dat de overeenkomst wereldwijd moet gelden en niet tot een aantal regio’s beperkt mag blijven. Dit moet gebeuren aan de hand van een proces dat gebaseerd is op democratische participatie en betrokkenheid van alle landen.

Ik vind de resolutie die wij hier vandaag hebben aangenomen – laat ik zeggen – minder goed dan de tekst die eerder is goedgekeurd in de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.

Het belangrijkste is echter het bereikte resultaat en de inspanningen die in de loop van dit proces zijn geleverd. Het Parlement heeft relatief goed werk verricht en dat nemen wij alvast mee naar Kopenhagen. Ik hoop van harte dat wij ons volle gewicht in de strijd zullen werpen en dat wij kunnen verwezenlijken wat hier vandaag is aangenomen.

 
  
MPphoto
 

  Zigmantas Balčytis (S&D). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb mijn steun gegeven aan deze resolutie. Klimaatverandering is een mondiale politieke prioriteit op de Top van Kopenhagen. Deze dient niet alleen maar politieke toezeggingen op te leveren, maar bindende akkoorden en sancties in geval van overtreding.

De strijd tegen klimaatverandering vraagt wereldwijde inzet, en daarbij is actieve betrokkenheid van zowel de ontwikkelde als de ontwikkelingslanden noodzakelijk. De rijke landen moeten daarbij echter het voortouw nemen. Zij moeten tot overeenstemming komen over bindende doelstellingen om hun emissies terug te dringen en tegelijkertijd geld zien te vinden om de ontwikkelingslanden te helpen om klimaatverandering het hoofd te bieden.

 
  
MPphoto
 

  Jan Březina (PPE). - (CS) Met de goedkeuring vandaag van de resolutie over de Top van Kopenhagen inzake klimaatverandering heeft het Parlement ondubbelzinnig te kennen gegeven dat het buitengewoon veel belang hecht aan deze kwestie. Dat is ook te zien in de authentieke wijze waarop het Parlement omgaat met deze problematiek. Zie bijvoorbeeld het beginsel van gedeelde maar onderscheiden verantwoordelijkheid dat het uitdraagt. De industrielanden zouden hierbij het voortouw moeten nemen en ontwikkelingslanden en economieën als China, India en Brazilië zouden de nodige steun moeten krijgen in de vorm van technologieoverdracht en capaciteitsopbouw. Aan de andere kant moet ik zeggen dat ik het overdreven optimistisch vind en ideologisch gezien simplistisch om te veronderstellen dat een akkoord in Kopenhagen een belangrijke impuls zal betekenen voor een green new deal. We mogen bij de idealistische pogingen de CO2-uitstoot terug te dringen onszelf geen oogkleppen opzetten en over de lijken van het bedrijfsleven gaan. Een dergelijke niet van realiteitszin getuigende aanpak lijkt mij geen duurzaam alternatief voor Europa.

 
  
MPphoto
 

  Bruno Gollnisch (NI). (FR) Mijnheer de Voorzitter, het verslag dat zojuist in ons Parlement is aangenomen past absoluut in de lijn “politiek correct”, een lijn die hier richtinggevend is, zonder dat ook maar één kritische noot wordt geplaatst bij de heersende dogma’s.

Toch is een duizendmaal herhaalde bewering niet per definitie gerechtvaardigd. Er is altijd opwarming van het klimaat geweest. Het klimaat is warmer geworden sinds bijvoorbeeld de laatste ijstijd en het waren toch niet de auto’s van de neanderthalers die de eerdere opwarmingen van de aarde hebben veroorzaakt.

Er is geen enkele tegenspraak, er worden geen vragen gesteld over wat ons honderd keer, duizend keer wordt voorgespiegeld, en met welk doel? Het is wel duidelijk dat er ten minste één groot belang in het spel is: ons voorbereiden op de komst van een mondiale regering; en het tweede belang is om nogmaals de Europeaan en de westerse mens met een schuldgevoel op te zadelen omdat hij, onterecht, verantwoordelijk wordt gehouden voor alles wat er fout gaat in de wereld.

Ik zal het hierbij laten, mijnheer de Voorzitter, want ik heb geen recht op eenenzestig seconden. Ik dank u voor uw aandacht.

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, tijdens zijn eerste persconferentie als de nieuwe voorzitter of toen hij daartoe benoemd was, verklaarde de heer Van Rompuy dat het Kopenhagenproces een stap voorwaarts zou zijn in de richting van het mondiaal beheer van onze planeet. Ik geloof nooit dat ik de enige ben bij wie alarmbellen gaan rinkelen over de manier waarop de milieuagenda wordt gebruikt door degenen die er een andere agenda op na houden als het gaat om het weghalen van de macht bij de nationale democratieën.

De bescherming van het milieu is te belangrijk om die slechts aan één kant van het politieke debat over te laten om met oplossingen te komen. Als conservatief beschouw ik mezelf van nature als een natuurbeschermer. Het was Marx die zei dat de natuur een hulpbron was die kon worden geëxploiteerd, een leer die op brute wijze werd gerealiseerd in de zware industrie in de Comecon-landen. We hebben echter nooit de vrijemarktoplossingen uitgeprobeerd, zoals het uitbreiden van eigendomsrechten, om langs de weg van eigenaarschap tot een schone lucht en schoon water te komen, in plaats van via de tragedie van het gemeenschappelijk bezit, waarbij ervan wordt uitgegaan dat deze doelstellingen via staatsinterventie en mondiale technocratieën worden bereikt.

Alles bij elkaar genomen is de bescherming van het milieu te belangrijk om te worden overgelaten aan …

 
  
  

- Ontwerpresolutie (B7-0155/2009) - Meerjarenprogramma 2010-2014 betreffende de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (Stockholm-programma)

 
  
MPphoto
 

  Clemente Mastella (PPE). (IT) Mijnheer de Voorzitter, de resolutie over het programma van Stockholm waar ons Parlement vandaag over heeft gestemd, is het resultaat van een buitengewone samenwerking en een gloednieuwe procedurele regeling waar we momenteel nog weinig ervaring mee hebben.

Deze regeling streeft wel zeer ambitieuze doelen na, maar als we een open en tegelijkertijd veilig Europa willen hebben, moeten we het juiste evenwicht zien te vinden tussen de steeds doeltreffender samenwerking in de strijd tegen criminaliteit en terrorisme enerzijds, en een sterk engagement voor het waarborgen van privacyrechten van de burger anderzijds.

We zetten ons in voor de invoering van een gemeenschappelijk asielbeleid, voor de eerbiediging van het waarborgen van fundamentele mensenrechten en voor een gemeenschappelijk immigratiebeleid door strengere controles aan onze grenzen.

De volgende stap is het opzetten van een Europese justitiële ruimte. Om dit te kunnen bewerkstelligen, moeten we alle samenwerkingsvormen bevorderen met als doel de verspreiding van een gemeenschappelijke Europese justitiële cultuur. Hieronder vallen bijvoorbeeld de wederzijdse erkenning van gemeenschappelijke beslissingen en voorschriften, de afschaffing van de exequaturprocedure en de invoering van maatregelen die de toegang tot de rechter vergemakkelijken en de uitwisseling tussen magistraten bevorderen.

Daarnaast is er het meerjarenprogramma, waarin de nadruk ligt op het concept van Europees burgerschap, dat als aanvulling op en niet als beperking van het nationaal burgerschap moet worden beschouwd.

Ik denk dat het hier om doelstellingen gaat die een grotere inspanning vereisen van alle …

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  Lena Ek (ALDE).(SV) Mijnheer de Voorzitter, ik heb vandaag voor de Europese strategie voor vrijheid, veiligheid en recht, het zogeheten programma van Stockholm, gestemd, maar wanneer het concrete wetgevingsvoorstel van de Raad via de Commissie terug naar het Parlement komt, neem ik me voor om streng en hard te zijn met betrekking tot de kwestie van openheid en transparantie in het wetgevende werk.

Dat is met name belangrijk met betrekking tot de asielprocedure. De mogelijkheid om asiel te vragen is een grondrecht en bij de Europese samenwerking gaat het om neerhalen van muren niet om het oprichten ervan. De lidstaten moeten daarom de in het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen vastgelegde definitie van vluchteling en asielzoeker respecteren, en ik heb nu een amendement ingediend om daarvoor te zorgen. In zijn uiteindelijke vorm moet het programma van Stockholm voor Europese waarden zoals vrijheid en respect voor de mensenrechten staan. Zij zijn waard om voor te vechten en dat is precies wat ik zal doen.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Hannan (ECR). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen wil ik u en uw medewerkers bedanken voor uw geduld tijdens deze stemverklaringen.

(EN) Mijnheer de Voorzitter, de voormalige Britse minister van Binnenlandse Zaken Willie Whitelaw heeft eens tegen een opvolger gezegd dat dit de beste positie in het kabinet was, omdat men niet met buitenlanders te maken had.

Er is in geen enkele lidstaat een minister van Binnenlandse Zaken die dat nu nog zou kunnen zeggen. Op het gebied van justitie en binnenlandse zaken heeft zich een buitengewone harmonisatie voltrokken. Op alle terreinen zoals immigratie en asielverlening, visa, burgerlijk recht, strafrecht en politie, hebben we de Europese Unie in feite het ultieme kenmerk van een staat gegeven: een monopolie om haar burgers dwingende rechtsregels op te leggen, oftewel een stelsel van strafrecht.

Wanneer hebben we ooit besloten dit te doen? Wanneer zijn onze kiezers daarover geraadpleegd? Toegegeven, het is niet in het geheim gebeurd. Er was geen sprake van een samenzwering hierover, of het moet wat H.G. Wells een open samenzwering noemt, zijn geweest, maar in geen enkel stadium hebben we de beleefdheid gehad om de mensen te vragen of ze burgers wilden zijn van een staat met een eigen rechtsstelsel.

 
  
MPphoto
 

  Philip Claeys (NI). - Zoals veel burgers in Europa die niet de mogelijkheid hebben gekregen om zich uit te spreken over het Verdrag van Lissabon, ben ik zeer ongerust over de evolutie die de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid zal doormaken. Er gaan steeds meer bevoegdheden inzake asiel en immigratie naar de Europese Unie, en dat zijn dus zaken die steeds meer worden onttrokken aan de sfeer van de democratische controle door de burgers. Het resultaat daarvan zal zijn dat er nog meer immigratie zal komen, met alle problemen van dien.

De sfeer van rechten zonder plichten, die ook deze resolutie uitwasemt, is een alibi voor allochtonen om zich toch maar niet aan te passen aan de normen van hun gastland. Ik erger mij bijvoorbeeld aan de passage over de zogenaamde "meervoudige discriminatie van Roma-vrouwen" zonder vermelding van het feit dat die discriminatie vaak zelf opgelegd is. Denk maar aan het feit dat veel Roma-vrouwen en minderjarige kinderen verplicht worden om te gaan....

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  Bruno Gollnisch (NI).(FR) Mijnheer de Voorzitter, ik heb gevraagd of we het over Stockholm kunnen hebben.

Mijnheer de Voorzitter, zoals reeds is gezegd, zijn er twee punten die zorgen baren in dit verslag.

Het eerste punt is de invalshoek die duidelijk pro-immigratie is. Het tweede punt wordt niet duidelijk uit de strekking van het verslag of uit de conclusies. We kwamen er simpelweg achter door de intenties van commissaris Barrot: het gaat hier om de criminalisering van de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van onderzoek en de vrijheid van gedachte.

Er worden op dit moment in veel Europese landen mensen vervolgd, gearresteerd, zwaar gestraft en vastgehouden, omdat ze kritiek willen uiten ten aanzien van bijvoorbeeld de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog of de hedendaagse geschiedenis, of ten aanzien van het verschijnsel immigratie. Dit recht wordt hun ontnomen en ze krijgen zware sancties opgelegd. Dit is een grote bron van zorg, want dit is volledig in strijd met alles waar Europa voor staat.

 
  
  

- Ontwerpresolutie (B7-0153/2009) – Schadevergoeding voor passagiers bij faillissement van luchtvaartmaatschappijen

 
  
MPphoto
 

  Aldo Patriciello (PPE). (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, enkele maanden geleden waren we getuige van het plotselinge en onverwachte faillissement van enkele low cost-luchtvaartmaatschappijen, zoals Myair en Sky Europe, met als gevolg de directe annulering van al hun geplande routes. Dit heeft tot ongekende ongemakken geleid voor duizenden passagiers die de toegang tot correct geboekte vluchten werd ontzegd. Wat nog kwalijker is, is dat diezelfde consumenten ook de mogelijkheid werd ontzegd om hun geld terug te krijgen voor vluchten die werden geannuleerd als gevolg van de faillissementsmaatregelen die deze luchtvaartmaatschappijen hebben getroffen.

Daarom lijkt het nu meer dan ooit noodzakelijk dat de Commissie, die onder andere het welzijn en de welvaart van consumenten tot haar beginselen en waarden rekent, dringend passende maatregelen treft om soortgelijke situaties ten nadele van de Europese burgers te voorkomen.

We moeten met name het herzieningsproces van Richtlijn 90/314/EEG betreffende pakketreizen bespoedigen, en daarnaast moeten we enerzijds zorgen dat we beschikken over …

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  Siiri Oviir (ALDE). (ET) In de afgelopen negen jaar hebben 77 luchtvaartmaatschappijen faillissement aangevraagd. Dat zijn er niet één, twee of drie, en dat was niet alleen gisteren. Ik herhaal, dat was in de afgelopen negen jaar. Als gevolg hiervan zijn duizenden reizigers zonder enige bescherming blijven steken op buitenlandse luchthavens. Zij hebben geen enkele vergoeding ontvangen, of in elk geval niet tijdig een passende vergoeding ontvangen. Daarom heb ik voor deze resolutie gestemd. Ik ben het ermee eens dat we in de luchtvaartsector ook dit hiaat in ons rechtssysteem moeten regelen, een gedachte die vandaag de overhand heeft gekregen.

Ik steun ook de in de resolutie genoemde concrete termijn, namelijk 1 juli 2010, al heel snel dus, waarop de Europese Commissie met concrete, echte voorstellen moet komen om dit probleem op te lossen. In de toekomst moeten ook de rechten van luchtreizigers worden beschermd …

(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  Zigmantas Balčytis (S&D). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, dit is een heel belangrijk vraagstuk. Ik heb voor deze resolutie gestemd omdat ik van mening ben dat we een stuk wetgeving moeten hebben dat onze burgers bescherming biedt ingeval een luchtvaartmaatschappij failliet gaat. Miljoenen van onze burgers maken dagelijks gebruik van goedkope luchtvaartmaatschappijen. Het hoge aantal faillissementen van deze prijsvechters in de Europese Unie sinds 2000, en recentelijk nog van Sky Europe, laat heel duidelijk zien hoe kwetsbaar deze maatschappijen zijn voor de veranderende olieprijzen en de huidige moeilijke economische omstandigheden.

We moeten deze situatie rechtzetten, en we verzoeken de Commissie om na te denken over de meest geschikte compensatieregelingen voor onze passagiers.

 
  
MPphoto
 

  Lara Comi (PPE). (IT) Mijnheer de Voorzitter, in het licht van de recente gevallen waarbij de licenties van veel luchtvaartmaatschappijen zijn opgeschort en ingetrokken, heeft een aanzienlijk aantal passagiers en mensen met tickets die niet zijn terugbetaald of vergoed, behoorlijke financiële schade opgelopen.

Ik acht het daarom noodzakelijk dat er een voorstel voor een specifieke verordening wordt gedaan waarin de beste oplossingen worden omschreven voor problemen die voortvloeien uit de faillissementen, zowel voor financiële verliezen als repatriëring.

Het is dus van belang om passagiers in geval van faillissement te vergoeden en daarnaast de daarmee samenhangende financiële en administratieve procedures vast te leggen. Ik verwijs naar het beginsel van wederzijdse aansprakelijkheid ter bescherming van de passagiers van alle luchtvaartmaatschappijen die dezelfde route vliegen en stoelen beschikbaar hebben. Hierdoor kunnen passagiers die op buitenlandse luchthavens zijn gestrand weer terugkeren. In dit opzicht kunnen voorstellen over een garantiefonds of een verplichte verzekering voor luchtvaartmaatschappijen plausibele oplossingen zijn als tegenhanger van de uitruil, die neer zou komen op een prijsverhoging voor de consument.

 
  
MPphoto
 
 

  Hannu Takkula (ALDE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, het is zeer belangrijk dat we het hebben over de veiligheid van luchtpassagiers en vooral over vergoedingen in situaties waarin luchtvaartmaatschappijen failliet gaan, zoals mevrouw Oviir zojuist zei. In de afgelopen negen jaar gingen 77 maatschappijen failliet en er wordt beweerd dat het luchtverkeer momenteel meer dan ooit last heeft van turbulentie.

Hevige concurrentie is een soort afvalrace. Een nieuw verschijnsel zijn de goedkope luchtvaartmaatschappijen die momenteel succes en grote winsten lijken te boeken. Dat heeft veel andere luchtvaartmaatschappijen in een nadelige concurrentiepositie gemanoeuvreerd. Zoals gezegd is het zeer belangrijk ervoor te zorgen dat er geen herhaling komt van eerdere trieste voorbeelden, dat luchtvaartmaatschappijen een bepaalde verantwoordelijkheid voor hun passagiers nemen en dat zij verplicht zijn een vergoeding te betalen wanneer een vlucht vanwege een faillissement wordt geannuleerd. Om te waarborgen dat...

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
  

- Ontwerpresolutie: ‘Made in' (oorsprongsaanduiding)

 
  
MPphoto
 

  Siiri Oviir (ALDE). (ET) Met de Lissabonagenda mikte de Europese Unie op versterking van de economische unie. Het is daarom belangrijk om ook het concurrentievermogen van onze economie te versterken. Daarbij is echter van essentieel belang dat eerlijke concurrentie in de markt overheerst. Dit betekent dat er duidelijke regels moeten gelden voor iedere producent, exporteur en importeur. Ik heb het voorstel in deze resolutie gesteund omdat de verplichting om het land van herkomst aan te duiden van goederen die uit derde landen worden ingevoerd in de Europese Unie een onfeilbare manier is om transparantie te bereiken, om de consument de juiste informatie te verstrekken en ook om naleving van de internationale handelsregels te waarborgen. Dank u.

 
  
MPphoto
 

  Lara Comi (PPE). (IT) Mijnheer de Voorzitter, het debat over de oorsprongsaanduiding geeft absoluut geen voorrang aan de belangen van één of meerdere lidstaten, zoals soms ten onrechte wordt gedacht. Het behelst daarentegen het economische grondbeginsel van het creëren van gelijke mededingingsomstandigheden.

In overeenstemming met het Verdrag van Lissabon is dit beginsel erop gericht om het Europese concurrentievermogen in te bedden op internationaal niveau aan de hand van duidelijke en evenwichtige regels voor onze productiebedrijven en bedrijven die producten importeren uit derde landen.

Deze kwesties hebben daarom betrekking op heel Europa. Daarom denk ik dat er een akkoord over oorsprongsaanduiding moet komen dat verder reikt dan alleen de afzonderlijke nationale belangen of de belangen van fracties en dat ruimte laat voor de concrete invulling van de interne markt door concurrentie en transparantie te bevorderen.

In dit opzicht betekent het indienen van het voorstel voor een verordening over oorsprongsaanduiding aan het Parlement, zoals het in 2005 door de Europese Commissie is opgesteld, een stap vooruit.

De medebeslissingsprocedure tussen het Parlement en de Raad zal dus, conform het Verdrag van Lissabon, de goedkeuring van een verordening kunnen bespoedigen die zo belangrijk is voor de economie en de Europese consumenten.

 
  
  

Schriftelijke stemverklaringen

 
  
  

- Verslag-Søndergaard (A7-0047/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Robert Atkins (ECR), schriftelijk. (EN) De Britse conservatieven hebben niet kunnen instemmen met de verlening van kwijting voor de Europese begroting 2007, afdeling Europese Raad. Voor het veertiende achtereenvolgende jaar heeft de Europese Rekenkamer slechts een gekwalificeerde betrouwbaarheidsverklaring kunnen afgeven voor de rekeningen van de Europese Unie.

We hebben kennis genomen van de opmerking van de Rekenkamer dat ongeveer 80 procent van de transacties van de EU wordt uitgevoerd door agentschappen die op basis van gezamenlijke beheerovereenkomsten binnen de lidstaten actief zijn. De Rekenkamer meldt steevast dat de controle op en toetsing van het gebruik van EU-fondsen binnen de lidstaten ontoereikend is.

Om dit hardnekkige probleem aan te pakken heeft de Raad in 2006 een interinstitutioneel akkoord gesloten, dat de lidstaten verplicht de transacties waarvoor ze verantwoordelijk zijn te certificeren. Wij betreuren dat de meeste lidstaten tot op heden niet op bevredigende wijze aan hun verplichting hebben voldaan. Ondanks het traditionele herenakkoord tussen het Parlement en de Raad zullen we derhalve geen kwijting verlenen zolang de lidstaten niet voldoen aan hun verplichtingen op grond van het interinstitutioneel akkoord.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Pierre Audy (PPE), schriftelijk.(FR) Ik heb voor het verlenen van financiële kwijting aan de Raad voor de uitvoering van de begroting van 2007 gestemd, waarbij ik heb benadrukt dat ik het niet eens ben met de manier waarop de Commissie begrotingscontrole is omgegaan met deze situatie waarin de rapporteur, de heer Søndergaard, twee tegenstrijdige verslagen heeft opgesteld; de omslag in het standpunt in de periode tussen het voorstel voor het uitstellen van de kwijting in april 2009 en het voorstel voor het verlenen van kwijting, op basis van de verklaringen die voortvloeiden uit vergaderingen waar geen auditwerkzaamheden aan te pas kwamen, terwijl de Europese Rekenkamer nog geen enkele verklaring heeft afgegeven over het beheer van de Raad. Ik betreur het dat er geen juridisch onderzoek heeft plaatsgevonden om na te gaan welke de bevoegdheden zijn van het Europees Parlement, en dientengevolge ook die van de Commissie begrotingscontrole, met name wat betreft de externe en militaire activiteiten van de Raad. In een tijd waarin we, in het kader van de toepassing van het Verdrag van Lissabon, besprekingen voeren over de politieke betrekkingen met de Raad, is het belangrijk het werk van de instellingen op rechtsnormen te baseren.

 
  
MPphoto
 
 

  João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Aan het eind van de vorige zittingsperiode, in april, heeft het Parlement besloten om de kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Raad voor 2007 uit te stellen, met name vanwege het gebrek aan boekhoudkundige transparantie met betrekking tot de besteding van de Gemeenschapsbegroting. Het Parlement vond toen dat er vooral voor de uitgaven van de Raad in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid/Europees veiligheids- en defensiebeleid (GBVB/EVDB) meer transparantie en een sterkere parlementaire controle vereist waren.

Met het verslag dat hier vandaag is aangenomen, wordt eindelijk kwijting aan de Raad verleend. Immers, de rapporteur concludeert dat het Parlement van de Raad genoegdoening heeft gekregen voor wat betreft de eisen die het in zijn resolutie van april jongstleden had geformuleerd. De tekst bevat echter een aantal waarschuwingen voor de volgende kwijtingsprocedure. Zo zal worden nagegaan of de Raad vooruitgang heeft geboekt met de afsluiting van al zijn extrabudgettaire rekeningen, de publicatie van alle administratieve besluiten (wanneer deze als rechtsgrondslag voor begrotingsposten worden gebruikt) en de toezending aan het Parlement van zijn jaarlijks activiteitenverslag. Ofschoon de Raad een kleine stap voorwaarts heeft gezet op het gebied van de verantwoording over de besteding van de Gemeenschapsbegroting, zijn wij van oordeel dat de informatie over de GBVB/EVDB-uitgaven nog steeds absoluut ontoereikend is. Daarom hebben wij nog steeds bedenkingen.

 
  
  

- Aanbeveling voor de tweede lezing: Ivo Belet (A7-0076/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Liam Aylward (ALDE), schriftelijk.(GA) Ik heb voor deze verordening inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie gestemd. Energie-efficiëntie is van levensbelang voor de duurzaamheid van het milieu en voor het behoud van eindige hulpbronnen. Duidelijke, informatieve etiketten helpen Europese consumenten voortaan betere keuzes te maken. Deze keuzes zullen niet alleen gebaseerd zijn op kosten, maar ook gebaseerd zijn op brandstofefficiëntie. Een ander voordeel van dit soort etikettering is dat met etiketten op regenbanden de verkeersveiligheid wordt vergroot.

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Březina (PPE), schriftelijk. − (CS) Ik heb voor het verslag van de heer Belet gestemd inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie, een verslag dat geheel aansluit op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad. Gezien het feit dat 25 procent van de totale CO2-uitstoot voor rekening is van het wegverkeer en 30 procent van het algehele brandstofverbruik daarvan samenhangt met de banden, is de invoering van een verplichting tot het etiketteren van banden een belangrijk instrument in de strijd voor een gezonder milieu.

Dankzij het Parlementsbesluit van vandaag zal de uitstoot van CO2 naar verwachting jaarlijks met vier miljoen ton dalen. Ter illustratie: dat is hetzelfde als wanneer er jaarlijks een miljoen personenauto's minder rond zouden rijden. Het onomstotelijke voordeel van de nieuwe wetgeving is dat we zullen kunnen genieten van betere en om die reden ook veiligere banden. De prijzen zullen hierdoor echter niet stijgen en dat zal de consument zonder enige twijfel hogelijk kunnen waarderen, vooral de prijsbewuste consument. Naar mijn mening is dit een bevestiging van de uitkomst van marktonderzoeken die aangeven dat consumenten geïnteresseerd zijn in het kopen van milieuvriendelijkere producten. Voor de bandenproducenten berust het voordeel van de goedgekeurde verordening in het feit dat dankzij het bestaan van uniforme normen voor de weergave van informatie over de efficiëntie van banden de strijd om de consument eenvoudiger wordt. Het wordt zo namelijk veel makkelijker om niet langer uitsluitend op prijs te concurreren.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), schriftelijk. (PT) De nieuwe verordening inzake de etikettering van banden maakt deel uit van de communautaire CO2-strategie. Deze strategie voorziet in streefdoelen die verwezenlijkt moeten worden via de beperking van de CO2-uitstoot door voertuigen. Vanaf november 2012 zullen banden in de Europese Unie geëtiketteerd worden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie, grip op nat wegdek en geluidsemissies. Banden zijn verantwoordelijk voor 20 à 30 procent van het totale brandstofverbruik van een voertuig. Dit hangt samen met de rolweerstand van banden. Met de reglementering van het gebruik van brandstofefficiënte, veilige en geluidsarme banden dragen wij tegelijkertijd bij aan de vermindering van de milieuschade, omdat het brandstofverbruik wordt teruggedrongen, en aan de bescherming van de consument, omdat de marktconcurrentie gestimuleerd wordt. Daarom ben ik ingenomen met de invoering van dit nieuwe instrument, dat een nieuwe stap voorwaarts betekent op weg naar een energieduurzaam Europa.

 
  
MPphoto
 
 

  Lara Comi (PPE), schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, ik sta achter het besluit van het Parlement om eindelijk een verordening aan te nemen waardoor de veiligheid en ook de milieu- en economische efficiëntie van het wegvervoer toenemen. Het doel is het gebruik van veilige en stillere banden te bevorderen. Uit enkele studies komt naar voren dat het benzineverbruik van een auto op basis van de prestaties van de banden aanzienlijk (tot wel 10 procent) kan worden teruggedrongen.

Geheel in lijn met mijn toewijding aan consumentenbescherming stelt deze verordening een effectief regelgevingkader vast door middel van duidelijke en nauwkeurige etikettering en informatie. Hierdoor kan transparantie worden gewaarborgd en kunnen consumenten bewuster worden gemaakt van hun opties aan de hand van brochures, folders en internetreclame.

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Fernandes (PPE), schriftelijk. (PT) Ik vind het een goede zaak dat er op voorstel van het Parlement geen richtlijn, maar een verordening voor de etikettering van banden in de maak is.

Vanaf november 2012 zullen banden in de Europese Unie geëtiketteerd worden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie, grip op nat wegdek en geluidsemissies. De Europese burgers zullen over meer informatie beschikken om de juiste banden te kiezen, wat hen in de gelegenheid zal stellen de brandstofkosten terug te dringen en bij te dragen aan de beperking van het energieverbruik. Zij zullen een milieuvriendelijkere keuze kunnen maken en hun ecologische voetafdruk kunnen verminderen.

Anderzijds zal etikettering de concurrentie tussen de producenten versterken. Bovendien zijn aan deze etikettering ook milieuvoordelen verbonden. Er zij op gewezen dat het wegvervoer verantwoordelijk is voor 25 procent van de uitstoot van kooldioxide in Europa.

Banden kunnen een belangrijke rol spelen bij de vermindering van CO2-emissies, aangezien zij verantwoordelijk zijn voor 20 à 30 procent van het totale brandstofverbruik van een voertuig.

Het gebruik van brandstofefficiëntere banden bij personenauto’s kan de brandstofkosten met 10 procent terugdringen.

Daarom heb ik voor gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) Ik heb vóór het compromispakket over etikettering van banden gestemd. Dit Parlement behandelt tal van onderwerpen die buitengewoon technisch lijken en op het eerste gezicht bij velen niet hoog op de politieke agenda staan; dit is misschien zo’n onderwerp. Bij nadere beschouwing blijkt echter dat bijna een kwart van de CO2-uitstoot van het wegverkeer afkomstig is en dat banden een bepalende rol spelen voor wat betreft de brandstofefficiëntie. Dit wetgevingsvoorstel vormt daarom een belangrijk onderdeel van bredere inspanningen van de EU om de opwarming van de aarde tegen te gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. (PT) Ik heb voor dit verslag gestemd, vooral omdat het twee essentiële verbeteringen inhoudt: het voorziet in betere informatie, zodat de consument milieuvriendelijke banden kan kiezen, en dankzij die milieuvriendelijkere keuze werkt het ook de brandstofefficiëntie in de hand, aangezien banden verantwoordelijk zijn voor 20 à 30 procent van het totale brandstofverbruik van een voertuig.

 
  
MPphoto
 
 

  Aldo Patriciello (PPE), schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, het voorstel voor een verordening inzake de etikettering van banden dat vandaag door dit Parlement is goedgekeurd, betekent een doorslaggevende stap in de richting van het op de markt brengen van veilige en stille producten waarmee ook het benzineverbruik zo beperkt mogelijk kan worden gehouden. Het feit dat de juridische vorm van het voorstel veranderd is van een richtlijn in een verordening, komt bijzonder gelegen.

Hierdoor kunnen alle bepalingen in alle lidstaten op dezelfde wijze en gelijktijdig worden toegepast, waardoor de Europese bandenmarkt nog doeltreffender kan worden geharmoniseerd. De moeite die de Commissie industrie, onderzoek en energie daarnaast in de onderhandelingen over de flexibiliteit inzake de weergave van het etiket heeft gestoken, zal de consument passende bescherming bieden, terwijl de producent tegelijkertijd geen last zal ondervinden van buitensporige bureaucratie.

De voorlopige regeling om banden die vóór 2012 zijn geproduceerd vrij te stellen van verplichtingen die voortvloeien uit de verordening, vormt tevens een noodzakelijke maatregel om een geleidelijke invoering van de nieuwe Europese verordeningen op de markt veilig te stellen. Om deze redenen kunnen we zeggen dat we tevreden zijn over het bereikte gemeenschappelijk standpunt, in de wetenschap dat het aansluit bij de doelstellingen van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie.

 
  
MPphoto
 
 

  Silvia-Adriana Ţicău (S&D), schriftelijk. (RO) Ik heb gestemd voor de verordening inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie. Deze verordening is een onderdeel van het wetgevingspakket met betrekking tot energie-efficiëntie en zal de vervuilende emissies van de transportsector helpen terugdringen. Volgens de verordening moeten bandenleveranciers etiketten en stickers gebruiken om gebruikers te informeren over brandstofverbruik en rolweerstand, grip op nat wegdek en rolgeluidemissies. In de praktijk geeft het etiket voor deze parameters het niveau van A tot G aan waarop de band is ingedeeld. Bandenleveranciers hebben ook de plicht om op hun website uitleg te geven over deze indicatoren en aanbevelingen te doen over rijgedrag. Deze aanbevelingen houden onder andere de noodzaak van ecologisch verantwoord rijden in, het regelmatig controleren van de bandenspanning en het afstand houden. De lidstaten publiceren op 1 november 2011 alle wettelijke bepalingen en benodigde bestuursrechtelijke maatregelen voor het omzetten van de verordening in nationale wetgeving. De bepalingen van deze verordening zijn van kracht vanaf 1 november 2012. De transportsector is verantwoordelijk voor ongeveer 25 procent van de vervuilende uitstoot. Daarom zal deze verordening helpen deze uitstoot te verminderen.

 
  
  

- Verslag-Böge (A7-0044/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Regina Bastos (PPE), schriftelijk. (PT) Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) heeft ten doel steun te verlenen aan werknemers die persoonlijk getroffen worden door ontslagen ten gevolge van drastische veranderingen in de wereldhandel. In concreto voorziet het in financiering van ondersteuning bij het zoeken van een baan, op maat gesneden omscholing, bevordering van het ondernemerschap, steun bij het uitoefenen van een zelfstandige activiteit en speciale tijdelijke inkomensaanvullingen.

Op termijn moeten deze maatregelen er mede voor zorgen dat de getroffen werknemers een nieuwe baan vinden en deze ook behouden.

Mijn land, Portugal, heeft twee keer steun ontvangen uit het EFG: in 2008, naar aanleiding van het ontslag van 1 549 werknemers in de automobielindustrie in de regio van Lissabon en in de Alentejo, en in 2009, ten gevolge van het verlies van 1 504 banen in 49 textielbedrijven in het noorden en het midden van het land.

Het is duidelijk dat dit fonds van cruciaal belang is. Uit de vraag van de mevrouw Berès blijkt evenwel dat de huidige situatie enige toelichting van de Europese Commissie vereist. Wij moeten voorkomen dat de toekenning van EU-middelen of staatssteun in één lidstaat elders in de Europese Unie tot banenverlies leidt.

Daarom onderschrijf ik dat een doeltreffende coördinatie van de Europese financiële steun dringend noodzakelijk is. Wij moeten immers voorkomen dat ondernemingen munt slaan uit het scheppen en schrappen van banen.

 
  
MPphoto
 
 

  Proinsias De Rossa (S&D), schriftelijk. (EN) Ik steun deze toekenning van 14,8 miljoen euro steun uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EGF) aan de 2 840 werknemers van Dell in Limerick die na de sluiting van hun fabriek hun baan hebben verloren, omdat dit direct ten goede zal komen aan de ontslagen werknemers en niet zozeer aan Dell zelf. Het lijkt er inderdaad op dat Dell, terwijl het bedrijf bezig was zijn productiefabriek in Ierland te sluiten, 54,5 miljoen euro staatssteun van de Poolse regering kreeg om een nieuwe fabriek te openen in Lodz. Deze staatssteun was door de Europese Commissie goedgekeurd. Welke logica ligt aan dit beleid van de Europese Commissie ten grondslag? Feitelijk wordt Dell hiermee vrijgesteld van de verplichting om de sociale gevolgen van zijn strategie onder ogen te zien en kan het gebeuren dat bedrijven met steun van zowel de lidstaat als de fondsen van de EU op de afgrond afstevenen. Duidelijkheid over de samenhang van het beleid van de Europese Commissie inzake staatssteun en sociaal beleid is dringend gewenst.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) Zoals ik eerder zei, was het al vóór de uitbarsting van de financiële crisis, die sommige reeds bestaande symptomen versterkt en verergerd heeft, duidelijk dat de globalisering en de verplaatsing van bedrijven ernstige gevolgen zouden hebben voor het dagelijkse leven van vele mensen. Als we hier nog het gebrek aan vertrouwen van de markten en de daling van de investeringen aan toevoegen, wordt het al snel duidelijk dat we thans bijzonder moeilijke tijden doormaken en dat het in deze buitengewone omstandigheden meer dan ooit noodzakelijk is bijzondere regelingen ten uitvoer te leggen om steun te verlenen aan werklozen en hun herintrede op de arbeidsmarkt te bevorderen.

In dit verband is reeds meermaals gebruik gemaakt van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, keer op keer om de gevolgen van de blootstelling van Europese werknemers aan de wereldwijde markt te verlichten. Ook de gevallen die de heer Böge in dit verslag beschrijft dienen in overweging te worden genomen, al is het nog maar de vraag of zij allemaal in aanmerking komen voor steun. Daarom is het beter om aanvragen in de toekomst afzonderlijk in te dienen.

Nogmaals: ik ben ervan overtuigd dat de Europese Unie moet bijdragen aan de totstandbrenging van een sterkere, vrijere en meer creatieve Europese markt die investeringen aantrekt en banen schept.

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Fernandes (PPE), schriftelijk. (PT) Ik heb voor dit verslag gestemd omdat het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), als instrument ter bestrijding van specifieke Europese crisissituaties ten gevolge van de globalisering, van toepassing is in de huidige omstandigheden. Het fonds voorziet in individuele, eenmalige en tijdelijke directe steun voor ontslagen werknemers. Bij de toekenning van steun uit dit fonds aan werknemers is geen plaats voor onevenredigheid zoals die waarvan hier sprake is.

Voorts ondersteunt het Europees Sociaal Fonds (ESF) de Europese werkgelegenheidsstrategie en het beleid van de lidstaten inzake volledige werkgelegenheid, kwaliteit van en productiviteit op het werk, bevordert het de sociale inclusie, met name de toegang tot een baan van mensen met een achterstandspositie, en beperkt het de nationale, regionale en lokale ongelijkheden op het gebied van de werkgelegenheid. Dit fonds is van vitaal belang voor de versterking van de economische en sociale cohesie. De huidige omstandigheden vergen een krachtdadige, passende en snelle tenuitvoerlegging van het ESF.

Het is duidelijk dat het EFG en het ESF verschillende, complementaire doelstellingen nastreven en dat ze niet inwisselbaar zijn. Als buitengewone maatregel vereist het EFG een autonome financiering. Het is dan ook volkomen fout om een conjuncturele maatregel als het EFG te financieren ten koste van het ESF of enig ander structuurfonds.

 
  
MPphoto
 
 

  Pat the Cope Gallagher (ALDE), schriftelijk. (EN) Ik ben verheugd over het besluit van het Europees Parlement om de steun aan de werknemers van Dell uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering goed te keuren. De gedwongen ontslagen bij Dell hebben een ernstige weerslag op de economie in Limerick en de omliggende gebieden. We moeten passende maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de mensen die hun baan bij Dell hebben verloren, in de nabije toekomst ander werk kunnen vinden. De goedkeuring van het Ierse verzoek om steun uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering zal bijdragen aan de herscholing en bijscholing van de werknemers in kwestie.

 
  
MPphoto
 
 

  Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk. (FR) Ik heb voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering gestemd ten gunste van België en Ierland, omdat ik van mening ben dat we alle beschikbare middelen moeten aanwenden om werknemers te helpen die het slachtoffer zijn van de schade die het gevolg is van de globalisering en de economische en financiële crisis.

Ik vraag me desalniettemin af hoe consistent het Europees beleid is, als we, tegelijkertijd met de beschikbaarstelling van dit fonds, zien dat de Europese Commissie Polen toestemming geeft staatssteun te verlenen aan Dell om een vestiging in dat land te openen, terwijl het bedrijf in Ierland een vestiging sluit. Hoe kunnen Europese burgers vertrouwen krijgen in de ‘voordelen’ van Europa als Europa dit soort ‘trucs’ toestaat?

Er zouden in deze context wel eens twijfels kunnen ontstaan over het rechtmatig gebruik van overheidsgelden, evenals verontwaardiging over het gebrek aan sociale verantwoordelijkheid bij onze bedrijven die zich uitsluitend laten leiden door winstmarges, ongeacht het aantal banen dat verloren gaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Jacky Hénin (GUE/NGL), schriftelijk. (FR) De Dell-groep, gisteren nog nummer één, vandaag wereldwijd de derde computerfabrikant, met een geschatte beurswaarde van 18 miljard dollar, een winstaankondiging voor het derde kwartaal van 2009 van 337 miljoen dollar en een nog hogere verwachte winst voor het vierde kwartaal…

Ja, ik ben solidair met de werknemers van Dell!

Ja, ik hoop dat ze zo snel mogelijk een nieuwe baan vinden en weer een goed leven krijgen!

Maar nee, ik doe niet mee aan het plunderen van de Europese belastingbetaler. Ik doe onder geen enkele voorwaarde nog een schepje bovenop de minachting voor werknemers die in opperste staat van verwarring verkeren.

De schuldigen moeten betalen. Europa moet een sterk industrieel beleid neerzetten dat aan de behoeften van de bevolking voldoet, voordat er dividenden worden uitgekeerd!

 
  
MPphoto
 
 

  Alan Kelly (S&D), schriftelijk. – (EN) Vandaag heeft het Europees Parlement ingestemd met een bijdrage van 14 miljoen euro ten behoeve van de opleiding van 1 900 werknemers van Dell die hun baan zijn kwijtgeraakt door het besluit de fabriek van Ierland naar Polen te verplaatsen. Deze bijdrage kan worden aangewend om diegenen die werkloos zijn geworden, om te scholen en diploma's te behalen waarmee ze op de arbeidsmarkt kunnen terugkeren. Dit bedrag is niet zozeer een aalmoes doch biedt structurele hulp, aangezien het geld aan hogescholen in de provincie Munster wordt gegeven ter bekostiging van het lesgeld van voormalige Dell-medewerkers. De goedkeuring van deze bijdrage is een cruciaal voorbeeld van Europa's vastbeslotenheid Ierland te helpen de recessie te boven te komen. Deze bijdrage moet de trend van stijgende werkloosheid in Munster helpen keren en zal een belangrijke stimulans vormen voor de lokale economie naarmate degenen die getroffen zijn door de sluiting van de Dell-fabriek terugkeren op de arbeidsmarkt.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), schriftelijk.(FR) We denken aan de Ierse en Belgische slachtoffers van de neoliberale mondialisering als we stemmen voor dit verslag en de subsidieverlening in het kader van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Wij verzetten ons echter krachtig tegen de redenering dat de sociale en menselijke tragedies die de Europese arbeiders doormaken eenvoudigweg als ‘aanpassingen’ moeten worden gezien die noodzakelijk zijn voor het soepel functioneren van de neoliberale globalisering. Het is onaanvaardbaar dat de EU juist de partijen steunt die voor deze tragedies verantwoordelijk zijn door politieke en financiële ruggensteun te geven aan delokaliserings- en overplaatsingsprocessen die puur uit winstbejag worden uitgevoerd.

De commerciële vraatzucht van kapitalistische roofdieren als de Texaanse onderneming Dell, de nummer twee in de wereld op het gebied van telecommunicatie, kan zich niet blijven voeden ten koste van het algemeen belang van de Europese burgers. Dat is in elk geval niet onze visie op Europa.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. (PT) De Europese Unie is een ruimte van solidariteit, en het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering maakt daar deel van uit. Dit fonds is van fundamenteel belang om hulp te bieden aan werklozen en slachtoffers van bedrijfsverplaatsingen die het gevolg zijn van de globalisering. Steeds meer bedrijven verplaatsen hun vestigingen om te kunnen profiteren van de lagere arbeidskosten in tal van landen, met name in China en India, met alle gevolgen van dien voor de landen die de rechten van werknemers respecteren. Het EFG is bedoeld om werknemers te steunen die het slachtoffer zijn van bedrijfsverplaatsingen. Het is essentieel om deze mensen te helpen bij het zoeken naar een nieuwe baan. Het EFG is in het verleden reeds gebruikt door andere EU-lidstaten, namelijk Portugal en Spanje. Nu moet dit soort steun worden toegekend aan België en Ierland.

 
  
MPphoto
 
 

  Marit Paulsen, Olle Schmidt en Cecilia Wikström (ALDE), schriftelijk. − (SV) De EU heeft een wetgevings- en begrotingsinstrument ingesteld om bijkomende steun te verlenen aan werknemers die te lijden hebben onder de gevolgen van ”grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om deze werknemers bij hun herintrede op de arbeidsmarkt te begeleiden”.

Wij zijn ervan overtuigd dat vrijhandel en markteconomie economische ontwikkeling bevorderen en zijn daarom in principe tegen financiële steun voor landen of regio’s. De financiële crisis heeft de economieën van de lidstaten echter hard getroffen en de recessie is deze keer dieper dan enige andere recessie die Europa sinds de jaren dertig meegemaakt heeft.

Als de EU niet optreedt, worden de werklozen in de Belgische en Ierse regio’s die de EU om steun hebben gevraagd, erg hard getroffen. Het risico op sociale en permanente uitsluiting is zeer groot, wat wij als liberalen niet kunnen aanvaarden. We leven sterk mee met iedereen die wordt getroffen door de gevolgen van de economische recessie en zouden maatregelen, zoals opleiding, willen zien die mensen kunnen helpen dit te boven te komen. Daarom staan wij achter de steun voor de getroffen werklozen uit de textielsector in de Belgische provincies Oost- en West-Vlaanderen en Limburg, en in de computerindustrie in de Ierse graafschappen Limerick, Clare en North Tipperary, alsook in de stad Limerick.

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE), schriftelijk. (PL) Ik heb mijn steun gegeven aan de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, want het lijdt geen twijfel dat massaontslagen een negatief gevolg zijn van de economische crisis, en anders dan menigeen denkt, duurt de crisis nog altijd voort. Het spreekt vanzelf dat de mensen in de betreffende landen die hun baan zijn kwijtgeraakt, geholpen moeten worden. Het verliezen van hun baan is een grote tragedie in het leven van die mensen en hun gezinnen. Daarom denk ik dat de rol van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering van bijzonder belang is in moeilijke tijden van crisis. Naar mijn mening moet het budget van dit fonds in de toekomst aanmerkelijk worden verhoogd, zodat het aan de sociale behoeften kan voldoen. De economische crisis blijft haar tol eisen in de vorm van collectieve ontslagen, die dikwijls menselijk leed, toenemende sociale problemen en veel andere onwelkome verschijnselen veroorzaken. Daarom denk ik dat we alles in het werk moeten stellen om de mensen die de dupe zijn van de economische crisis, zo doeltreffend mogelijk te helpen.

 
  
  

- Verslag-Martin (A7-0043/2009)

 
  
MPphoto
 
 

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), schriftelijk. (PT) Ik ben blij met de amendementen op het Reglement die zijn ingediend naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Ik zou hier een van de aspecten willen benadrukken die ik van uitzonderlijk belang acht in het kader van de onderhandelingen over de nieuwe overeenkomst die in januari 2013 het Protocol van Kyoto moet vervangen. Met het Verdrag van Lissabon wordt de internationale strijd tegen de klimaatverandering een specifieke doelstelling van het milieubeleid van de Europese Unie. Met het Verdrag van Lissabon worden steunmaatregelen voor internationale acties ter bestrijding van de klimaatverandering opgenomen in de lijst van doelstellingen die ten grondslag liggen aan het milieubeleid. Met het Verdrag van Lissabon worden aan Europa nieuwe bevoegdheden toegekend op het gebied van energie, wetenschappelijk onderzoek en ruimtevaartbeleid. De gezamenlijke verantwoordelijkheid voor energie vormt een eerste stap op weg naar een gemeenschappelijk Europees beleid.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk. (PT) Ik heb voor het verslag van de heer Martin over de aanpassing van het Reglement van het Parlement aan het Verdrag van Lissabon gestemd omdat sommige interne voorschriften van het Parlement gewijzigd moeten worden ten gevolge van de verruiming van de bevoegdheden die uit de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voortvloeit. Zo zal de versterkte wetgevende bevoegdheid het Parlement in de gelegenheid stellen op gelijke voet met de regeringen van de lidstaten wetgeving op te stellen over een groter aantal onderwerpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) De amendementen waarover wij hier vandaag gestemd hebben, moeten worden opgenomen in het Reglement van het Europees Parlement om de interne voorschriften aan te passen aan de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, die gepland is voor 1 december aanstaande. Mijns inziens is de aanzienlijke verruiming van de bevoegdheden van het Parlement, die alle EP-leden voor nieuwe uitdagingen stelt, een belangrijke test, aangezien hiermee de wetgevingscapaciteit en het verantwoordelijkheidsbesef van het Parlement op de proef worden gesteld.

Daarom kan ik mij alleen maar verheugen over een wijziging van het Reglement waarmee de werkwijze van het Parlement beter zal worden afgestemd op de bepalingen van de Verdragen.

Ik ben vooral ingenomen met de steeds belangrijkere rol die de nationale parlementen en de initiatieven van de lidstaten in het Europese eenwordingsproces vervullen.

Ik hoop dat het subsidiariteitsbeginsel, waaraan de Europese wetgever bijzondere aandacht schenkt, steeds vaker zal worden nageleefd en geëerbiedigd door alle Europese beleidsmakers.

 
  
MPphoto
 
 

  Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk. – (FR) Ik heb het verslag van David Martin over een hervorming van het Reglement van het Europees Parlement gesteund, voor zover die ons Parlement in de gelegenheid stelt zich aan de nieuwe spelregels te houden die met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon van kracht worden.

De hervorming betreft met name de verwelkoming van nieuwe ‘waarnemers’ die zo snel mogelijk volwaardige leden van het Europees Parlement zouden moeten kunnen worden; de invoering van regels met betrekking tot de nieuwe rol van de nationale parlementen in de wetgevingsprocedure, onder meer aan de hand van een onderzoek naar het respect dat wordt getoond voor het subsidiariteitsbeginsel, een hervorming die ik met open armen begroet voor zover zij een bijdrage kan leveren aan een verdieping van het democratisch debat; en, bovenal, het toekennen van een grotere rol aan het Europees Parlement bij het voorbereiden van Europese wetten.

Tot slot verduidelijkt deze tekst wat voor soort acties er door het Europees Parlement kunnen worden ondernomen in geval van een ‘schending van de fundamentele beginselen door een lidstaat’, waardoor het Europees Parlement over gerichte middelen beschikt om de fundamentele rechten te verdedigen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) Overeenkomstig het oude artikel 36 van het Reglement van dit Parlement werden wij geacht “met name aandacht [te besteden] aan de eerbiediging van de grondrechten”. In het nieuwe artikel 36 moeten wij die rechten “ten volle eerbiedigen” zoals verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Dit is een subtiele, doch mijns inziens belangrijke wijziging die alle leden van het Europees Parlement ertoe dwingt de rechten van alle burgers te verdedigen.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. (PT) Naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 moet het Reglement worden aangepast. Het moet immers worden afgestemd op de nieuwe voorschriften en bevoegdheden van het Parlement.

Met deze amendementen op het Reglement bereidt het Parlement zich voor op de verruiming van de bevoegdheden die voortvloeit uit de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, zoals onder meer blijkt uit de aantreding van achttien nieuwe EP-leden, de versterkte wetgevingsbevoegdheid en de nieuwe begrotingsprocedure. Ook de toekomstige samenwerking met de nationale parlementen is in dit verband van groot belang.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. – (DE) Er is zeer weinig te zien van de bejubelde democratisering en de sterkere stem voor de parlementen, die het Verdrag van Lissabon had moeten brengen. Er zijn slechts een paar nieuwe procedures. De procedure voor de controle op de naleving van fundamentele rechten mag onder geen beding worden misbruikt voor het afdwingen van politieke correctheid of voor antidiscriminatiewaanzin.

Het gebrek aan democratie binnen de EU blijft onder het Verdrag van Lissabon onverminderd bestaan. Er is niet veel veranderd als het Europees Parlement de Commissievoorzitter moet kiezen uit een groep mislukte politici die verkiezingen hebben verloren. Het feit dat het Stockholm-programma er zo snel wordt doorgedrukt dat we niet eens onze bezorgdheid kenbaar kunnen maken over gegevensbescherming, laat zien hoe sterk onze stem werkelijk is. In de praktijk hebben de wijzigingen in het Reglement die voortvloeien uit het Verdrag van Lissabon niet geleid tot een grotere transparantie of een sterkere stem voor parlementen. Daarom heb ik tegengestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Teixeira (PPE), schriftelijk. (PT) Het Verdrag van Lissabon brengt meer vaart, legitimiteit en democratie in de besluitvormingsprocedure in de Europese Unie, waaruit maatregelen voortkomen die van invloed zijn op het dagelijkse leven van de burgers.

Het Parlement zal vooral een versterkte wetgevingsbevoegdheid krijgen, aangezien het op gelijke voet met de Europese Raad de verantwoordelijkheid zal dragen voor het merendeel van de onderwerpen die door de instellingen behandeld worden. Met het Verdrag van Lissabon zal de zogeheten medebeslissingsprocedure dus de regel en de gangbare wetgevingsprocedure worden.

Van mijn kant ben ik mij, als gekozen EP-lid, bewust van de uitdaging die deze verandering meebrengt.

Meer in het bijzonder wordt met dit verslag de draad weer opgepikt van het werk dat tijdens de vorige zittingsperiode al bijna was afgerond. Doel is om het Reglement van het Parlement aan te passen aan het nieuwe Verdrag, dat naar verwachting begin volgende maand in werking zal treden.

Sommige amendementen zijn louter technisch van aard en in andere amendementen neemt het Parlement de gelegenheid te baat om een en ander te actualiseren. Over het geheel genomen kenmerkt het verslag zich als een compromis dat de goedkeuring wegdraagt van de politieke familie waartoe ikzelf behoor, namelijk de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten), aangezien het op evenwichtige wijze rekening houdt met kwesties als subsidiariteit en proportionaliteit en pleit voor versterkte samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen.

Daarom heb ik voor dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Georgios Toussas (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) De Communistische Partij van Griekenland is er tegen dat het Reglement van het Europees Parlement wordt gewijzigd om het aan te passen aan de bepalingen van het Verdrag van Lissabon. Wij hebben hier dan ook tegen gestemd. Met deze wijziging wordt het reactionair en ondemocratisch karakter van het Reglement van het Europees Parlement niet alleen gehandhaafd maar zelfs aangescherpt. Daarmee ontstaat een regelgevend kader dat elke stem van verzet tegen de overheersing van de politieke vertegenwoordigers van het kapitaal verstikt.

Het is een leugen te zeggen dat het Verdrag van Lissabon “de EU een sterkere democratische dimensie geeft” omdat de rol van het Europees Parlement wordt vergroot. Het Europees Parlement is een vast onderdeel van het reactionair bouwwerk van de EU. Het heeft aangetoond de reactionaire politiek van de EU toegewijd te zijn, de belangen van de monopolies te steunen en een instrument te zijn voor de democratische “legitimering” van de volksvijandige politiek van de EU. Het Europees Parlement vertegenwoordigt niet de volkeren maar de belangen van het kapitaal. Het is in het belang van de volkeren zich te verzetten tegen en te breken met de volksvijandige politiek van de EU en het Europees Parlement, dat daar steun aan geeft, en het EU-bouwwerk met de grond gelijk te maken.

 
  
  

- Ontwerpresolutie (B7-0141/2009) / REV 1 – Voorbereiding van de Top van Kopenhagen inzake klimaatverandering

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. (PT) Ik heb mijn stem gegeven aan deze resolutie, waarin wordt aangedrongen op de noodzaak om in Kopenhagen een ambitieuze en juridisch bindende overeenkomst te bereiken. Mijns inziens kan een dergelijke overeenkomst namelijk leiden tot een nieuw, duurzaam model dat bijdraagt aan de stimulering van de sociale en economische groei, de ontwikkeling van milieuvriendelijke technologieën en hernieuwbare energiebronnen, de bevordering van energie-efficiëntie, de beperking van het energieverbruik en het scheppen van nieuwe banen.

De aanneming van deze resolutie zal volgens mij bijdragen aan een zeker evenwicht in de wereld, aangezien expliciet wordt onderstreept dat de internationale overeenkomst gebaseerd moet zijn op het beginsel van gezamenlijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid, waarbij de ontwikkelde landen het voortouw nemen door hun binnenlandse emissies te reduceren en zich ertoe verplichten financiële en technische bijstand te verlenen aan de ontwikkelingslanden.

Het is dan ook van essentieel belang dat de Unie op dit gebied een voortrekkersrol vervult om het welzijn van de toekomstige generaties te waarborgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Dominique Baudis (PPE), schriftelijk.(FR) Ik heb voor de resolutie over de Top van Kopenhagen gestemd, omdat het onze verantwoordelijkheid als gekozen volksvertegenwoordigers is om de planeet voor toekomstige generaties te behouden. De wereld bepaalt haar toekomst in de maanden die komen gaan. Het is ondenkbaar dat de internationale gemeenschap er niet in zou slagen een overeenkomst te bereiken die de landen ertoe beweegt om de weg van de rede te kiezen. Dames en heren, regeringsleiders, u hebt de verantwoordelijkheid voor de aarde van morgen in handen. Toon u bekwaam genoeg om uw nationale belangen en kortetermijnproblemen opzij te schuiven, want de mensheid heeft geen tijd meer te verliezen.

 
  
MPphoto
 
 

  Frieda Brepoels (Verts/ALE), schriftelijk. In de resolutie die het Europees Parlement vandaag aannam, wordt in een specifiek hoofdstuk het grote belang van de regio's en lokale autoriteiten bij het klimaatbeleid benadrukt, voornamelijk inzake de raadpleging, informatie, voorlichting en implementatie. Tot 80% van de aanpassings- en mitigatiemaatregelen zal immers worden uitgevoerd op regionaal en lokaal niveau. Verschillende regionale overheden nemen nu al het absolute voortouw en voeren een doorgedreven beleid tegen klimaatsverandering.

Als lid van de Europese Vrije Alliantie, die Europese naties en regio's vertegenwoordigt, geef ik mijn volle steun aan de directe betrokkenheid van regionale regeringen in het promoten van duurzame ontwikkeling en het geven van een efficiënt antwoord op de klimaatsverandering. In deze context moet het werk van het Netwerk van Regionale Overheden voor Duurzame Ontwikkeling (nrg4SD) in de kijker worden gezet. Dit netwerk werkt al nauw samen met het Ontwikkelingsprogramma en het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNDP en UNEP). De EVA-leden vragen daarom expliciete erkenning voor de rol van regionale overheden in het kader van het Kopenhagenakkoord, meer bepaald inzake mitigatie- en aanpassingsbeleid.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), schriftelijk. (PT) Het is van cruciaal belang dat de Conferentie van Kopenhagen uitmondt in een politiek bindende overeenkomst. Deze overeenkomst moet enerzijds voorzien in operationele elementen die onmiddellijk ten uitvoer kunnen worden gelegd en anderzijds in een tijdschema dat de mogelijkheid biedt om in de loop van 2010 overeenstemming te bereiken over een juridisch bindende tekst. Aan deze overeenkomst moeten alle landen deelnemen die het Verdrag ondertekend hebben. Bovendien is het belangrijk dat alle verplichtingen, zowel waar het gaat om beperking van de uitstoot als om financiering, duidelijk worden vastgesteld. Het is een feit dat de ontwikkelde landen het voortouw moeten nemen bij het terugdringen van de broeikasgasemissies, maar ook de economisch verder ontwikkelde ontwikkelingslanden moeten een bijdrage leveren die in verhouding staat tot hun verantwoordelijkheden en mogelijkheden. De ontwikkelde landen en de opkomende landen met al verder ontwikkelde economieën moeten tot vergelijkbare inspanningen worden verplicht. Dat is de enige manier om verstoring van de internationale concurrentie tegen te gaan. Tevens moet een financieringsmodel worden uitgewerkt dat ook houdbaar is op de middellange en de lange termijn. De financiering moet komen uit de particuliere sector, de koolstofmarkt en de overheidssector van ontwikkelde landen en economisch verder ontwikkelde ontwikkelingslanden.

 
  
MPphoto
 
 

  Nessa Childers (S&D), schriftelijk. (EN) Het is buitengewoon belangrijk dat de EU tot actie overgaat en in de aanloop naar de Top van Kopenhagen een leidende rol in de wereld gaat spelen bij het terugdringen van koolstofemissies. Het Parlement heeft in verband met de terugdringing van koolstofemissies reeds meer ambitie getoond dan de lidstaten. De resolutie van vandaag met daarin het verzoek om werkelijke financiering, om krachtige doelstellingen van 25-40 procent (en zo dicht mogelijk in de buurt van 40 procent) die aansluiten bij de wetenschappelijke inzichten, en de eis van een wettelijk bindend akkoord, is dan ook bijzonder welkom.

 
  
MPphoto
 
 

  Nikolaos Chountis (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) Ik heb mij onthouden, ten eerste omdat amendement 13 is aangenomen, waarin kernenergie wordt beschouwd als een belangrijke factor voor de vermindering van de CO2-uitstoot, en ten tweede omdat amendement 3 van onze fractie is verworpen, waarin de ontwikkelde landen werden opgeroepen om tot 2050 hun broeikasgasemissies te verminderen met 80 en 95 procent beneden het niveau van 1990. In de resolutie staat veel positiefs. Zo wordt bijvoorbeeld gezegd dat de EU zich ertoe verbindt om tot 2020 jaarlijks 30 miljard euro beschikbaar te stellen om de ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan hun behoeften bij het opvangen van de gevolgen van en de aanpassing aan de klimaatverandering. Ik ben evenwel van mening dat de toevlucht tot kernenergie, als tegengif tegen het broeikasverschijnsel, geen oplossing is in de strijd tegen klimaatverandering. Integendeel, kernenergie is een gevaarlijke optie. In Kopenhagen zijn er twee conflictdrieluiken: ontwikkelde landen – ontwikkelingslanden – onderontwikkelde landen enerzijds en regeringen – achterbanbewegingen – volkeren anderzijds. Door klimaatverandering worden de inspanningen inzake armoedevermindering en hongerbestrijding in de wereld sterk ondermijnd. De Top van Kopenhagen is een reële uitdaging die wij het hoofd moeten bieden als wij willen voorkomen dat de industrie- en kernenergielobby als de grote overwinnaars uit de strijd komen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jürgen Creutzmann, Nadja Hirsch, Holger Krahmer, Britta Reimers en Alexandra Thein (ALDE), schriftelijk. (DE) De Duitse FDP-leden van het Europees Parlement hebben zich om de volgende redenen van stemming over het besluit van Kopenhagen onthouden. Het besluit bevat uitspraken over de financiering van maatregelen voor klimaatbescherming in derde landen, zonder dat de specifieke criteria of het doel van de financiering worden omschreven. Wij kunnen dit niet verantwoorden tegenover de belastingbetaler. Bovendien zijn wij van mening dat de alomvattende kritiek op de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) verkeerd is.

De ICAO is de organisatie die zich op internationaal niveau bezighoudt met luchtvaartaangelegenheden. Zowel de kritiek als de uitspraak over het vermeende falen van ICAO-onderhandelingen zijn onjuist en ongepast. De roep om specifieke regelingen voor een CO2-handelssysteem voor de luchtvaartsector druist in tegen bestaande EU-wetgeving en legt in een internationaal klimaatakkoord met onrealistische eisen een te grote druk op de onderhandelingspositie van de EU.

 
  
MPphoto
 
 

  Proinsias De Rossa (S&D), schriftelijk. (EN) De effecten van de klimaatverandering worden nu merkbaar: de temperaturen stijgen, de ijskappen en gletsjers smelten en extreme weerssituaties nemen in aantal en intensiteit toe. Volgens een schatting van de VN waren op één na alle verzoeken om humanitaire hulp in 2007 klimaatgerelateerd. We hebben een wereldwijde energierevolutie nodig, gericht op een duurzaam economisch model, dat ervoor zorgt dat de kwaliteit van het milieu hand in hand gaat met economische groei, het scheppen van welvaart en technologische vooruitgang. In Ierland bedraagt de koolstofuitstoot per hoofd van de bevolking 17,5 ton per jaar. Tegen 2050 moet dit tot 1 of 2 ton koolstof zijn teruggebracht. Het is duidelijk dat dit om een radicale verandering vraagt in de productie en het verbruik van energie. De eerste stap is een veelomvattend akkoord in Kopenhagen met bindende reductieverplichtingen voor de internationale gemeenschap en internationale sancties in geval van niet-naleving daarvan. De internationale gemeenschap zou hierbij zelfs blijk moeten geven van een mate van betrokkenheid die verder gaat dan die welke zij hebben laten zien bij de aanpak van de financiële crisis. Het antwoord op klimaatverandering is gelegen in een sterk internationaal beheer en financiële toezeggingen. Naast de overzeese ontwikkelingshulp moet er extra steun voor de ontwikkelingslanden komen om de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling niet in gevaar te brengen. Sterker nog, met het oog op de klimaatverandering zal er meer moeten worden geïnvesteerd in de publieke sector.

 
  
MPphoto
 
 

  Marielle De Sarnez (ALDE), schriftelijk.(FR) De gezamenlijke resolutie, die zojuist door het Parlement is aangenomen, geeft een duidelijk signaal af. Het is noodzakelijk dat de Unie met één stem spreekt en als een eenheid optreedt na Kopenhagen, wat de uitkomst van de conferentie ook zal zijn. We moeten streven naar een werkelijke vermindering van de broeikasgassen met 30 procent. En als ik zeg ‘werkelijke vermindering’, dan bedoel ik dat we ons uiteindelijk op een dag de vraag moeten stellen hoe om te gaan met afwijkingen en de handel in emissierechten. Het Parlement hoopt dat de Top van Kopenhagen de gelegenheid zal zijn om de Europese Unie van haar sterke kant te laten zien, een Europese Unie die ook een stevige financiële toezegging zal doen richting de ontwikkelingslanden, want dat zijn wij aan hen verplicht.

 
  
MPphoto
 
 

  Anne Delvaux (PPE), schriftelijk. (FR) Er zullen van 7 tot 18 december bijna 200 landen in Kopenhagen bijeenkomen om een nieuw internationaal verdrag op te stellen in de strijd tegen de klimaatverandering. Het nieuwe verdrag na Kyoto zal vanaf 2013 in werking treden.

De resolutie waarover we gestemd hebben zal voor de Europese Unie als een soort routekaart voor de onderhandelingen dienen. Als huidig lid van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid heb ik hier door middel van amendementen mijn bijdrage aan geleverd, waarbij ik met name de juridisch bindende aard van de overeenkomst heb gesteund.

Mijn eisen, bij het uitbrengen van mijn stem, zijn om een wereldwijde politieke overeenkomst te bereiken die ambitieus en bindend is en die snel de weg plaveit voor een echt wettelijk verdrag; om in vergelijking met 1990 in 2020 30 procent minder broeikasgassen uit te stoten, met een ambitieuze, kwantificeerbare, doch flexibele toezegging van andere vervuilers zoals de Verenigde Staten en China, en 80 procent minder uitstoot van broeikasgassen in 2050, in overeenstemming met wat de deskundigen noodzakelijk achten; en om meer duidelijkheid te scheppen in de cruciale collectieve belofte van de geïndustrialiseerde landen in termen van financiën en hulp aan ontwikkelingslanden. In een crisiscontext is het moeilijk het exacte bedrag te bepalen, maar dit dient in elk geval overeen te komen met de gedane beloften!

Een mislukking in Kopenhagen zou in milieukundig, politiek en moreel opzicht een enorme ramp zijn!

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk. (PT) Ik heb voor de ontwerpresolutie over de Conferentie van Kopenhagen over klimaatverandering gestemd, omdat ik van oordeel ben dat in de tekst een goed parlementair compromis is bereikt over de fundamentele aspecten die als leidraad moeten fungeren bij de onderhandelingen over een toekomstige internationale overeenkomst terzake. Ik denk dan met name aan de aanpassingsproblemen, financieringsmechanismen en ontbossing. Voorts wil ik hier nogmaals onderstrepen dat de noodzaak om in Kopenhagen een juridisch bindende internationale overeenkomst te bereiken, die tegelijkertijd ambitieus en realistisch is, tevens als een kwestie van sociale rechtvaardigheid moet worden beschouwd.

 
  
MPphoto
 
 

  Jill Evans (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) In de door het EP aangenomen resolutie wordt in een specifiek hoofdstuk de nadruk gelegd op het grote belang van de regio’s en de plaatselijke autoriteiten voor het klimaatbeleid, met name op het gebied van de raadpleging, informatievoorziening en de tenuitvoerlegging. Tot 80 procent van het mitigatie- en aanpassingsbeleid zal worden uitgevoerd op regionaal en plaatselijk niveau. Verschillende regionale of substatelijke overheden nemen nu al het voortouw bij het voeren van een radicaal beleid om klimaatverandering te bestrijden.

Wij als leden van de Europese Vrije Alliantie, die Europese naties en regio’s vertegenwoordigen, geven onze volledige steun aan de directe rol van de substatelijke instanties en regionale overheden bij de bevordering van duurzame ontwikkeling en het geven van een doeltreffend antwoord op klimaatverandering. In deze context moet met name het werk van het Netwerk van Regionale Overheden voor Duurzame Ontwikkeling (nrg4SD) worden genoemd. Dit netwerk werkt al nauw samen met het Ontwikkelingsprogramma en het Milieuprogramma van de Verenigde Naties. Wij vragen daarom expliciete erkenning van het belang van de regionale overheden in het kader van het akkoord van Kopenhagen, met name voor wat betreft de sleutelrol die zij spelen bij het mitigatie- en aanpassingsbeleid.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) Zoals ik al zei, is het van vitaal belang dat een wereldwijde juridisch bindende politieke overeenkomst inzake klimaatverandering wordt bereikt om te voorkomen dat de Europese industrie het slachtoffer wordt van concurrentieverstoring. De Europese Unie moet streven naar een overeenkomst die alle partijen tot een gezamenlijke inspanning verplicht, zodat niet alleen Europa inspanningen levert.

Het voorstel om een heffing op internationale financiële transacties in te voeren en daarmee de aanpassing aan de klimaatverandering in de ontwikkelingslanden en het opvangen van de gevolgen aldaar te bekostigen, lijkt mij ongepast, aangezien deze aanpak nadelige gevolgen heeft voor de economie - met name in de huidige crisissituatie −, de handel en de welvaart.

De kosten die een dergelijke heffing zou meebrengen voor de maatschappij in het algemeen − stijging van de fiscale druk met alle gevolgen van dien voor de belastingbetaler en de consument − en het effect ervan op de financiële markt − afname van de noodzakelijke liquiditeit en kredietstroom naar de bedrijven en gezinnen − mogen niet over het hoofd worden gezien.

Mijns inziens is dit geen goede manier om de markt te reguleren en moeten er andere alternatieven worden overwogen die minder nadelig zijn voor de wereldeconomie.

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Fernandes (PPE), schriftelijk. (PT) Ik heb voor deze ontwerpresolutie gestemd, omdat ik van oordeel ben dat de Europese Unie het goede voorbeeld moet blijven geven in de strijd tegen de klimaatverandering. Er zij overigens op gewezen dat de Europese Unie verder is gegaan dan de doelstellingen van Kyoto.

Ik vind dat de overeenkomst van Kopenhagen bindend moet zijn. In verband hiermee heb ik op de resolutie van het Parlement een amendement ingediend waarin ik verzoek om in de slottekst een internationale sanctieregeling op te nemen.

Mijns inziens hebben wij een wereldwijde, ambitieuze overeenkomst met een duidelijk tijdschema nodig. Als we niet ambitieus zijn, zal er een onbeduidend instrument uit de bus komen dat nog minder doeltreffend zal zijn dan het Protocol van Kyoto, waarin reeds internationale sancties vervat zijn. Laten we dus maar hopen dat er een doeltreffende regeling komt en dat de overeenkomst uiteindelijk een herzieningsclausule omvat, zodat zij gemakkelijk geactualiseerd kan worden.

Bovendien ben ik van oordeel dat China en India, die een groot percentage van de mondiale emissies veroorzaken, niet van alle verantwoordelijkheid ontslagen mogen worden, zeker niet wanneer onze eigen industrieën enorme inspanningen leveren om hun uitstoot terug te dringen.

De Verenigde Staten zijn in hoge mate verantwoordelijk voor het welslagen van deze topconferentie. Ik hoop dat de Amerikaanse president, Barack Obama, bewijst dat hij de Nobelprijs verdiend in de wacht heeft gesleept, want de bestrijding van de klimaatverandering draagt bij aan de vrede en het geluk van alle volkeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Elisa Ferreira (S&D), schriftelijk. (PT) De resolutie die wij hebben aangenomen bevat een reeks positieve elementen, waaronder: de noodzaak om zich ook na 2012 tot een internationale overeenkomst te verplichten; het streven om de reductiedoelstellingen af te stemmen op de jongste wetenschappelijke gegevens; het verzoek aan de Verenigde Staten om de tijdens de laatste verkiezingscampagne beloofde − maar nog niet vastgestelde − doelstellingen bindend te maken; de nadruk die wordt gelegd op de historische verantwoordelijkheid van de ontwikkelde landen voor de broeikasgasemissies; de bevordering van de energie-efficiëntie en de versterking van de onderzoeks-, ontwikkelings- en demonstratieactiviteiten.

Desalniettemin wordt bijzonder belang gehecht aan de zogeheten marktoplossingen, en met name de koolstofhandel. Het gaat hier om een duidelijke politieke en ideologische keuze die niet alleen geen garanties biedt voor de naleving van de vastgestelde reductiedoelstellingen, maar zelfs een buitengewoon ernstige bedreiging vormt voor de verwezenlijking van de nagestreefde milieudoelstellingen. De ervaring met het Europese systeem voor verhandeling van emissierechten (EU-ETS) sinds 2005 is hiervan een goed voorbeeld. De koolstofhandel heeft ten doel de capaciteit van de aarde om koolstof te recycleren tot marktwaar te degraderen en op die manier het klimaat te regelen. Ten gevolge hiervan lopen wij het risico dat die recyclingcapaciteit – die ten grondslag ligt aan het leven op aarde zoals wij dat kennen – in handen komt van dezelfde ondernemingen die onze planeet, de natuurlijke rijkdommen en het klimaat om zeep aan het helpen zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Robert Goebbels (S&D), schriftelijk. (FR) Ik heb me van stemming over de ‘klimaatresolutie’ onthouden, omdat het Europees Parlement, zoals gewoonlijk, weer vol goede bedoelingen zit, maar de realiteit volkomen uit het oog verliest. De Europese Unie stoot zo’n 11 procent van de totale hoeveelheid CO2 uit in de wereld. Ze kan niet het goede voorbeeld geven en daarenboven voor de rest van de wereld betalen.

Het is niet logisch de lidstaten te beperken in het gebruik van mechanismen voor schone ontwikkeling (CDM), ofschoon die door Kyoto zijn voorzien, en tegelijkertijd 30 miljard euro per jaar te vragen als hulp aan ontwikkelingslanden, zonder voorwaarden of fatsoenlijke beoordeling, om maar één onbetamelijkheid van de resolutie te noemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk.(FR) Wat de klimaatproblematiek betreft, moet er nu actie worden ondernomen. We kunnen de ontwikkelingslanden daarbij niet machteloos laten toekijken hoe zij als eerste worden getroffen, zonder dat zij over de middelen beschikken om adequaat te kunnen reageren op de verschijnselen die de ontwikkelde landen in gang hebben gezet! Toekomstige generaties zullen machteloos staan tegenover de gevolgen van de klimaatverandering als er vandaag niet wereldwijd actie wordt ondernomen. Daarom is het onontbeerlijk dat onze regeringen politiek leiderschap tonen om andere landen, zoals de Verenigde Staten en China, ertoe te bewegen tot een overeenkomst te komen. Deze verbintenis moet ook een belasting op financiële transacties bevatten die niet wordt gebruikt om het toezicht op de banksector te financieren, maar voor de financiële ondersteuning van ontwikkelingslanden en mondiale collectieve goederen, zoals het klimaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) Volgende maand zijn wereldwijd alle ogen gericht op Denemarken. Aan de andere kant van de Noordzee, in een land van een vergelijkbare omvang, levert de Schotse regering een essentiële bijdrage aan de inspanningen inzake klimaatverandering. Volgens de officiële website van de Top van Kopenhagen heeft Schotland het “wereldleiderschap inzake de bescherming van het klimaat” op zich genomen. De inspanningen van de Schotse regering dienen volledig te worden ondersteund en het is te hopen dat andere landen volgende maand ook hun gewicht in de schaal zullen leggen om de wereldwijde inspanningen te ondersteunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Astrid Lulling (PPE), schriftelijk.(FR) Ik heb voor deze resolutie gestemd over de strategie van de Europese Unie voor de klimaattop in Kopenhagen, omdat ik ervan overtuigd ben dat een brede internationale overeenkomst de tendens van de ongebreidelde toename van de uitstoot van broeikasgassen wel degelijk kan ombuigen.

Milieubeleid in zijn algemeen en klimaatbeleid in het bijzonder zijn ook een motor voor technologische innovatie en kunnen onze ondernemingen nieuwe groeiperspectieven bieden.

Ik ben zeer verheugd dat Europa een leidende rol op zich neemt door in een energie- en klimaatbeleid te voorzien dat ernaar streeft de uitstoot in 2020 ten opzichte van 1990 met 20 procent te verminderen. Ik ben sterk tegen nog meer beperkende maatregelen zonder een brede internationale overeenkomst. Enerzijds legt Europa, dat verantwoordelijk is voor 11 procent van de uitstoot, te weinig gewicht in de schaal om de trend zelfstandig te kunnen doen keren, anderzijds vrees ik voor de verplaatsing van energie- en CO2-intensieve bedrijfstakken.

Alleen een uitgebreide overeenkomst die op de middellange en lange termijn is gericht, kan zorgen voor de voorspelbaarheid die nodig is om in belangrijke onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten te stappen en de substantiële investeringen te doen die nodig zijn om economische groei en de toenemende uitstoot van broeikasgassen voorgoed van elkaar te scheiden.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. (PT) Het is zeer belangrijk dat tijdens de Conferentie van Kopenhagen een ambitieuze en juridisch bindende internationale overeenkomst over klimaatverandering wordt bereikt.

Het is ook belangrijk dat iedereen bij die overeenkomst betrokken wordt, met name China, India en Brazilië, gelet op het aanzienlijke economische gewicht en de intense industriële activiteit van deze landen. Ook zij moeten zich vastleggen op ambitieuze streefcijfers en doelstellingen, die vergelijkbaar moeten zijn met die van de andere partijen, al moeten zij daarbij in de mate van het mogelijke kunnen rekenen op de steun van meer welvarende en meer ontwikkelde landen. Het is tevens essentieel dat de Verenigde Staten hun verantwoordelijkheid nemen met betrekking tot deze fundamentele kwestie.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. – (DE) Al veel te lang probeert de EU de concentratie broeikasgassen eigenhandig te verlagen, terwijl energiehongerige opkomende economieën en verkwistende geïndustrialiseerde landen niet eens bereid waren het Protocol van Kyoto te implementeren. We zullen moeten afwachten in welke mate de Conferentie van Kopenhagen hieraan iets kan veranderen. Tegen deze achtergrond zijn regels nodig voor het financieringsproces, evenals sancties voor niet-naleving.

Om een verandering te bewerkstelligen, moeten we ons milieubeleid zo herstructureren dat het niet slechts neerkomt op het heen- en weerschuiven van miljoenen in de certificatenhandel, maar ook de bevordering van echte alternatieven mogelijk maakt, zoals hernieuwbare energie en de terugdringing van het met EU-geld gesubsidieerde goederentransport door heel Europa. Dit verslag gaat niet uitvoerig genoeg op dit probleem in, en daarom heb ik tegengestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Rovana Plumb (S&D), schriftelijk. (RO) Ik heb voor deze resolutie gestemd omdat er een dwingend mondiaal wettelijk akkoord moet worden bereikt in Kopenhagen, op basis waarvan de ontwikkelde- of ontwikkelingslanden zich zullen verbinden aan doelstellingen voor het verminderen van de uitstoot die vergelijkbaar zijn met die van de EU. Wij kunnen de doelstelling van het beperken van de opwarming van de aarde met twee graden Celsius en het verminderen van broeikasgassen alleen bereiken als we investeren in schone technologieën, onderzoek en innovatie. Aanvullende fondsen moeten worden toegewezen uit de bijdragen van de landen die het mondiale akkoord ondertekenen, waarbij de economische ontwikkeling en solvabiliteit van die landen als uitgangspunt worden genomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Daciana Octavia Sârbu (S&D), schriftelijk. (EN) Deze resolutie houdt een duidelijke en realistische strategie in ten aanzien van de probleemgebieden die moeten worden aangepakt om volgende maand een doeltreffend akkoord te bereiken in Kopenhagen. We hebben nu een tekst waarin het juiste evenwicht is gevonden tussen ambitie en realistische doelstellingen, en waarin de moeilijke vraagstukken aan bod komen waar de onderhandelaars een oplossing voor moeten vinden. Het Europees Parlement heeft het EU-onderhandelingsteam en de lidstaten nu opgeroepen om aan te dringen op actie op het gebied van: de emissiehandel; een wereldwijde koolstofmarkt; een eerlijk financieringssysteem voor adaptatie en mitigatie; bossen; en luchtvaart en maritiem vervoer.

Het Parlement is zijn eerdere verplichtingen met betrekking tot emissiereducties tegen het jaar 2020 nagekomen, en heeft zich nu zelfs nog ambitieuzere doelen gesteld voor 2050 in het licht van nieuwe aanbevelingen van de wetenschappelijke gemeenschap. De bereidheid van de EU om bij dit vraagstuk het voortouw te nemen, zou wel eens een doorslaggevende factor kunnen zijn bij het sluiten van een internationaal bindend akkoord om de klimaatverandering het hoofd te bieden.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Sonik (PPE), schriftelijk. (PL) De resolutie van het Europees Parlement over de EU-strategie voor de Conferentie van Kopenhagen over klimaatverandering is een substantieel wetgevingsdocument en een belangrijke stem in het internationale debat en de onderhandelingen voorafgaand aan de klimaattop, en is bedoeld als aanvulling op het standpunt van de Europese Unie in deze kwestie. Als de Europese Unie voorop wil blijven lopen bij de bestrijding van de klimaatverandering, moet het zichzelf ambitieuze reductiedoelstellingen blijven opleggen en eerder aangegane verbintenissen gestand doen. Daarmee zou het, ondanks alle voetangels en klemmen, een voorbeeld stellen voor andere landen.

Het is van wezenlijk belang dat het Europees Parlement, de enige democratische instelling van de EU, zijn stem laat horen in dit debat. Daarom ook moet in onze resolutie de juiste weg worden gewezen en moeten er prioriteiten worden geformuleerd die werkelijk van belang zijn. De tekst van de resolutie zelf moet niet louter een wensenlijstje zijn dat als los zand aan elkaar hangt, maar moet het samenhangende en bovenal verenigde stemgeluid laten horen van de burgers van de EU, op basis van het beginsel van een gezamenlijke, maar gedifferentieerde, verantwoordelijkheid van de lidstaten ten aanzien van de bestrijding van de klimaatverandering.

De Europese Unie moet, als serieuze partner, haar plaats in Kopenhagen innemen als een eenheid, waarbij ze rekening houdt met de belangen van al haar lidstaten. De Europese Unie moet laten zien dat ze bereid is om haar reductiedoelen te verhogen tot 30 procent, mits ook andere landen de bereidheid tonen om voor zichzelf zulke hoge reductiedoelen te stellen. Er zij bovendien op gewezen dat de EU geen onvoorwaardelijke verplichtingen heeft aanvaard, enkel voorwaardelijke.

 
  
MPphoto
 
 

  Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. Ik heb voor de resolutie gestemd omdat het EP de onderhandelende EU-leiders oproept 30 miljard euro beschikbaar te stellen voor ontwikkelingslanden in hun strijd tegen klimaatverandering. Het EP stuurt daarmee een duidelijk signaal aan de onderhandelaars die over twee weken namens Europa deelnemen aan de klimaattop in Kopenhagen. Die bleven tot nu toe altijd onduidelijk over hun financiële inzet bij de top. Het EP heeft hen nu opgeroepen duidelijker te zijn over bedragen en percentages. Zo komt de bal weer bij de Verenigde Staten te liggen. Er zijn signalen dat de Amerikanen bezig zijn om een emissiedoel voor CO2 op tafel te leggen. Deze resolutie verhoogt de druk op president Obama om ook met concrete voorstellen te komen, wat de kans op een succes in Kopenhagen een stuk groter maakt.

Dit maakt vervolgens de kans groter dat ook landen als China, India en Brazilië gaan meedoen in het mondiale klimaatbeleid. Samen met de collega's van de Verts/ALE-Fractie heb ik dus met heel veel enthousiasme deze sterke resolutie goedgekeurd. Enig minpunt is dat de productie van nucleaire energie in de resolutie is geslopen. Belangrijk is nu wel dat de Commissie en de lidstaten sterk onderhandelen in Kopenhagen.

 
  
MPphoto
 
 

  Konrad Szymański (ECR), schriftelijk. (PL) In de stemming van vandaag over de EU-strategie voor de Conferentie van Kopenhagen over klimaatverandering heeft het Europees Parlement een radicaal en onrealistisch standpunt ingenomen. Door te vragen om een verdubbeling van de beperkingen op CO2-uitstoot, ondermijnt het Parlement het klimaatpakket dat onlangs na zulke moeizame onderhandelingen tot stand is gekomen (paragraaf 33 roept op tot een vermindering van 40 procent). Wanneer het Parlement aandringt op een investering van 30 miljard euro per jaar in schone technologieën in ontwikkelingslanden, verwacht het van landen die hun energie overwegend uit kolen halen, zoals Polen, dat ze dubbel betalen voor de CO2-uitstoot: eenmaal in de vorm van een bepaald tarief binnen het systeem van emissiehandel en dan nog eens in de vorm van een bijdrage om ontwikkelingslanden te helpen bij de bestrijding van de klimaatverandering (paragraaf 18 gaat over de bijdrage, die maar liefst 30 miljard euro per jaar zou moeten belopen). Wanneer het Parlement erop aandringt dat de bijdragen van lidstaten aan schone technologieën in ontwikkelingslanden berekend worden op basis van CO2-emissieniveaus en het bbp, gaat het voorbij aan het criterium in hoeverre een land in staat is deze kosten te dragen. Voor Polen betekent het een kostenpost van 40 miljard euro over de komende tien jaar (dit komt doordat de amendementen 31 en 27 verworpen zijn). Om deze reden heeft de Poolse afvaardiging als enige tegen de hele resolutie over de EU-strategie voor de Conferentie van Kopenhagen over klimaatverandering (COP 15) gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Georgios Toussas (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) De toenemende gevaren voor het milieu en de gezondheid, en in het bijzonder de gevaarlijke klimaatveranderingen ten gevolge van de opwarming van de aarde zijn het resultaat van een industriële ontwikkeling die in het teken staat van kapitalistische winst en commercialisering van bodem, lucht, energie en water. Deze verschijnselen kunnen niet doeltreffend worden aangepakt door de machthebbers van het kapitaal, door degenen die juist verantwoordelijk zijn voor het ontstaan ervan.

De weg naar de Conferentie van Kopenhagen is geplaveid met verscherpte interne tegenstellingen in het imperialisme. Met voorstellen voor een “duurzame, groene economie” en “koolstofarme” economische ontwikkeling probeert de EU de weg te effenen voor investeringen van EU-monopolies en tegelijkertijd te voldoen aan de speculatieve verwachtingen die het kapitaal koestert van een “emissiebeurs”.

Om te kunnen komen tot de ontwikkeling en toepassing van een ontwikkelingsmodel dat kan bijdragen aan het herstel van het evenwicht tussen mens en natuur en tegemoet kan komen aan de behoeften van het volk, moeten – als puntje bij paaltje komt – de kapitalistische productieverhoudingen worden omgedraaid. De Communistische Partij van Griekenland heeft tegen de resolutie van het EP gestemd. Voor ons is het belangrijkst dat tegemoet wordt gekomen aan de behoeften van het volk op basis van de in ons land geproduceerde rijkdom. De politieke voorwaarden voor het bereiken van bovengenoemd doel zijn: socialisering van de fundamentele productiemiddelen, centrale planning van het economisch leven onder volks- en arbeiderscontrole en volksmacht-volkseconomie.

 
  
MPphoto
 
 

  Thomas Ulmer (PPE), schriftelijk. (DE) Ik heb tegen de ontwerpresolutie gestemd, omdat deze van tevoren vastlegt dat de EU vanaf het begin omvangrijke financiële middelen beschikbaar zal stellen, zonder op de andere partners te wachten. Aan mijn stemmers kan ik dit gebruik van hun geld niet verantwoorden. Klimaatbescherming is een belangrijk doel, maar de paniek die wordt gezaaid in de aanloop naar de klimaattop in Kopenhagen is schandelijk en niet te onderbouwen met wetenschappelijke feiten.

 
  
  

- Ontwerpresolutie (B7-0155/2009) - Meerjarenprogramma 2010-2014 betreffende de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (Stockholm-programma)

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. (PT) Ik heb voor deze resolutie gestemd, omdat zij prioritaire kwesties aanpakt op fundamentele terreinen als vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, inzonderheid voor wat betreft de voorwaarden voor de opvang en integratie van immigranten, de bestrijding van discriminatie, met name op grond van seksuele geaardheid, de toegang tot de rechter en de bestrijding van corruptie en geweld.

Discriminatie moet hoe dan ook bestreden worden, of het nu gaat om geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd, handicap, godsdienst, kleur, afkomst of nationale of etnische afstamming, net zoals racisme, antisemitisme, xenofobie, homofobie en geweld.

Voorts moet het recht op vrij verkeer gewaarborgd zijn voor alle burgers van de Europese Unie en hun gezinnen.

Ten slotte moeten ook garanties worden geboden voor de bescherming van burgers tegen terrorisme en georganiseerde misdaad. In dit verband is het belangrijk dat we het regelgevingskader versterken om het hoofd te kunnen bieden aan deze bijzonder actuele dreigingen die alomtegenwoordig zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Charalampos Angourakis (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) De Communistische Partij van Griekenland is absoluut gekant tegen het “programma van Stockholm”, zoals ze trouwens ook gekant was tegen de vorige programma´s voor de totstandbrenging van een zogenaamde ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid van de EU. Niettegenstaande de demagogische verkondigingen van de EU is het doel de nationale wetgevingen te harmoniseren en te homogeniseren teneinde het volksvijandige beleid van de EU op uniforme wijze te kunnen toepassen. Het doel is de reeds bestaande vervolgings- en repressiemechanismen op EU-niveau te versterken en nieuwe mechanismen daarvoor in het leven te roepen, onder het voorwendsel van de strijd tegen terrorisme en georganiseerde misdaad

Een van de belangrijkste prioriteiten van het “programma van Stockholm” is de intensivering van de anticommunistische hysterie van de EU, die in volle gang is en nu culmineert in de ongehoorde en onaanvaardbare gelijkstelling van communisme en fascisme. De ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid van de EU en de programma´s voor de verwezenlijking ervan sluiten niet aan bij de volksbelangen. Integendeel, dit zijn maatregelen waarmee de individuele en sociale rechten en de democratische vrijheden drastisch worden beknot, het absolutisme wordt geïntensiveerd en de repressie van werknemers, immigranten en vluchtelingen wordt verscherpt. Het doel is het politieke systeem en de overheersing van de monopolies af te schermen en de arbeiders- en volksbeweging aan te pakken. Dit is namelijk een onontbeerlijke voorwaarde voor het kapitaal om een meedogenloze aanval te kunnen uitvoeren op de arbeids- en sociale rechten van de arbeiders- en de volksklasse.

 
  
MPphoto
 
 

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), schriftelijk. (LT) Ik ben ervan overtuigd dat de bescherming van de rechten van kinderen een heel belangrijk aspect van het Stockholm-programma is. Ik wil de aandacht vestigen op het feit dat geweld tegen kinderen, met inbegrip van seksuele uitbuiting van kinderen, sekstoerisme met kinderen, kinderhandel en kinderarbeid, de laatste jaren een punt van toenemende zorg is. Aangezien de bescherming van de rechten van kinderen een maatschappelijke prioriteit van de Europese Unie is, roep ik de Raad en de Commissie op meer aandacht te schenken aan de bescherming van hen die het meest kwetsbaar zijn.

Kinderrechten maken deel uit van de mensenrechten die de EU en haar lidstaten hebben beloofd na te leven in overeenstemming met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind. De EU moet zich nog meer inzetten voor verbetering van de situatie van kinderen in Europa en overal ter wereld, zodat zij de bevordering en bescherming van de kinderrechten op gepaste wijze kan waarborgen. Ik zou willen onderstrepen dat alleen een strategie op basis van gecoördineerde en gezamenlijke actie de lidstaten kan aanmoedigen de beginselen van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind te eerbiedigen en na te leven in en buiten de Europese Unie. Teneinde de rechten van kinderen adequaat te waarborgen, stel ik voor normen met een verplichtend karakter in te voeren in alle EU-lidstaten. Treurig genoeg is eerbiediging van de rechten van kinderen nog niet universeel gegarandeerd. Daarom doe ik een beroep op de Raad en de Commissie om door uitvoering van het Stockholm-programma concrete maatregelen te treffen die ertoe leiden dat de rechten van kinderen op gepaste wijze beschermd worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Carlo Casini (PPE), schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, ik heb vóór de resolutie gestemd omdat die de juiste manier laat zien waarop Europese eenheid op basis van de fundamentele waarden, die de fundamenten van haar eigen identiteit vormen, versterkt kan worden.

We moeten onszelf niet wijsmaken dat het mogelijk is om overeenstemming te bereiken over de zogenaamde gemeenschappelijke waarden. Niettemin hopen we dat het gebruik van de rede eraan kan bijdragen dat de uiteenlopende politieke componenten grondiger kijken naar wat goed en eerlijk is op weg naar Europese eenheid.

Het duidelijke onderscheid tussen het recht op vrij verkeer en het non-discriminatiebeginsel enerzijds, en de waarde van het gezin als natuurlijke hoeksteen van de samenleving op basis van huwelijk anderzijds, heeft geleid tot de formulering van de paragraaf waarin de onafhankelijkheid van de afzonderlijke lidstaten met betrekking tot het familierecht en het verbod op discriminatie jegens iedere mens worden bevestigd.

Diegenen die net als ik volledig achter het gelijkheidsbeginsel staan, waarin de gelijkheid wordt bevestigd tussen kinderen die wel en kinderen die nog niet zijn geboren, staan ongetwijfeld achter het non-discriminatiebeginsel jegens mensen met verschillende seksuele voorkeuren, maar kunnen de vernietiging van het concept huwelijk of gezin niet accepteren. De betekenis van dit concept, zoals erkend in artikel 16 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens, is essentieel voor de opvolging van generaties en de opvoedkundige vaardigheden van heteroseksuele koppels.

 
  
MPphoto
 
 

  Nikolaos Chountis (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) Ik heb om meerdere redenen tegen het voorstel gestemd. Ik zal de belangrijkste in telegramstijl noemen. In wezen staat het voorstel in het teken van “veiligheid” en angst, wat een voor de grondrechten en fundamentele vrijheden funeste invalshoek is. Veiligheid kan pas worden gewaarborgd als deze rechten worden beschermd en geëerbiedigd in een rechtsstaat. Het voorstel versterkt de opvattingen over, en de mogelijkheden tot uitvoering van een fort-Europa, dat de immigranten ziet als potentiële terroristen en misdadigers en hen in het beste geval duldt, niet als mensen met gelijke rechten maar omdat hun aanwezigheid noodzakelijk is om aan de behoeften van de arbeidsmarkt van de EU te voldoen.

Met het voorstel wordt het verwerpelijke verschijnsel van massale uitzetting bevorderd, het recht op toegang tot asiel beknot, het pad geëffend voor actieve deelneming van de EU aan vluchtelingenkampen buiten de EU-grenzen en een poging ondernomen om gigantische overeenkomsten op te leggen aan derde landen, zonder enige aandacht voor de waarborging van de mensenrechten. Alhoewel nog veel meer gezegd zou kunnen worden, voorziet de resolutie, tot slot, in beleidsvormen waarmee steeds meer bewakingsdiensten en diensten voor het vergaren en uitwisselen van persoonsgegevens van burgers in het leven worden geroepen, die echter een schending betekenen van de collectieve en persoonlijke waardigheid en het recht op vrije meningsuiting. Deze resolutie is gericht tot een samenleving die alleen vijanden heeft, een samenleving waarin iedereen verdacht is. Dat is niet de samenleving die wij willen.

 
  
MPphoto
 
 

  Anna Maria Corazza Bildt (PPE), schriftelijk. − (SV) Wij vinden het van groot belang dat vrouwen niet het slachtoffer worden van geweld of van mensenhandel voor seksuele doeleinden. Evenzo is het voor ons vanzelfsprekend dat we de mensenrechten moeten eerbiedigen en de internationale verdragen met betrekking tot vluchtelingen moeten naleven. Het is voor ons als EU-burgers vanzelfsprekend dat we een stabiel rechtsstelsel hebben waarbij iedereen gelijk is voor de wet en dat we vertrouwen mogen hebben in de manier waarop autoriteiten omgaan met onze privacy.

Veel van de 144 paragrafen van de ontwerpresolutie en de 78 amendementen die op de resolutie van het Parlement zijn ingediend, verdienden natuurlijk onze steun. In de resolutie en de amendementen staan ook heel wat elementen, met betrekking tot mensenrechten, discriminatie en privacy bijvoorbeeld, die in eerdere programma’s en zelfs het Verdrag van Lissabon geregeld zijn. We hebben ervoor gekozen om tegen een aantal amendementen te stemmen om een resolutie te krijgen die nog sterker is met betrekking tot de kwesties die niet al in eerdere programma’s en Verdragen aan bod zijn gekomen. Ook al bevat de aangenomen resolutie paragrafen die er niet in thuishoren, wij hebben ervoor gekozen om voor de resolutie te stemmen omdat de voordelen veel en veel zwaarder wegen dan de negatieve aspecten. De klare en duidelijke boodschap dat wij in het Europees Parlement ons achter het programma van Stockholm scharen, is belangrijker.

 
  
MPphoto
 
 

  Marije Cornelissen en Bas Eickhout (Verts/ALE), schriftelijk. Op zich is de EP-resolutie over een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid ten dienste van de burger een progressieve resolutie waarin de Raad van Ministers afgeremd wordt in zijn wens om te kust en te keur persoonsgegevens van burgers uit te wisselen en waarin bescherming van vluchtelingen en migranten wordt gewaarborgd.

Deze resolutie is een stap in de richting van progressieve Europese migratiewetgeving. Enkele cruciale amendementen, waaronder amendementen over de vaststelling van het principe van non-refoulement, de inperking van Frontex die geen rol zal spelen in hervestiging van migranten in derde landen, een positieve opstelling ten opzichte van een generaal pardon, en de constatering dat veiligheid in dienst staat van vrijheid, gaven de doorslag. Alinea's over de aanpak van illegale migratie zijn multi-interpretabel maar slaan mijns inziens niet door naar de repressieve kant. Ik betreur het ten zeerste dat de resolutie op het antidiscriminatie-dossier is afgezwakt.

 
  
MPphoto
 
 

  Anne Delvaux (PPE), schriftelijk. (FR) Tot nu toe werd er op sommige aspecten van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid slechts langzaam vooruitgang geboekt, maar meer dan 500 miljoen burgers hebben nu wel het recht om vrij binnen de EU te reizen en verblijven! Het is belangrijk om dit in goede banen te leiden. De resolutie die vandaag door het Europees Parlement is aangenomen, draagt daartoe bij.

Ik ben daar zeer verheugd over, want deze resolutie gaat allereerst over de burgers en stemt overeen met mijn prioriteiten: een Europa van het recht en van justitie (bescherming van de fundamentele rechten en bestrijding van iedere vorm van discriminatie); een Europa dat beschermt zonder Big Brother te worden (versterking van Europol en politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, zowel op operationeel als op administratief gebied, verbetering van de samenwerking tussen de politie- en inlichtingendiensten van verschillende landen, oprichting van een Europese strafrechtsruimte die is gebaseerd op het principe van wederzijdse erkenning, bescherming van persoonsgegevens); een solidair Europa, dat verantwoordelijk en rechtvaardig is op het gebied van asiel en immigratie door werkelijke solidariteit tussen alle lidstaten en de bestrijding van mensenhandel en de seksuele en economische uitbuiting van mensen.

De volgende stap: de Europese Raad op 9 en 10 december 2009!

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk. (PT) Ik heb voor de ontwerpresolutie van het Europees Parlement over het Stockholm-programma gestemd, omdat ik van oordeel ben dat zij een reeks voorstellen bevat die de prioriteiten voor de komende jaren op het gebied van de Europese wetgeving inzake vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid op heldere en nauwkeurige wijze omschrijven in het licht van de toepassing van het Verdrag van Lissabon.

Het is fundamenteel dat een beter evenwicht wordt bereikt tussen de veiligheid van de burgers en de bescherming van hun individuele rechten. Daarom wil ik hier uw aandacht vestigen op het belang van enerzijds de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning van paren van hetzelfde geslacht in de Europese Unie en anderzijds de oprichting van een Europees Hof voor internetzaken en de aanneming van maatregelen waarmee nieuwe rechten aan gedetineerden worden toegekend.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) Dit Parlement heeft de gewoonte om tot verdeeldheid leidende kwesties, die veel verder reiken dan de bevoegdheden van de Europese Unie, trachten door te zetten door ze op te nemen in teksten over bredere kwesties die in normale omstandigheden ruime steun zouden genieten. Ik betreur het dat ook in dit geval weer gebruik is gemaakt van deze heimelijke methode. Het enige wat we hiermee bereiken, is dat het Parlement in diskrediet raakt en dat de kloof tussen de EP-leden en hun kiezers steeds breder wordt.

Gelukkig vallen zaken die tot het familierecht behoren onder de bevoegdheid van de lidstaten. Daarom moet de poging van het Parlement om alle partijen hierover tot overeenstemming te dwingen en radicale standpunten door te zetten worden aangemerkt als volstrekt illegaal. Wij hebben hier te maken met een regelrechte aanslag op het subsidiariteitsbeginsel.

Het Parlement kan de erkenning van verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht, die slechts in vier lidstaten geldig zijn, niet opleggen aan de overige lidstaten. Deze grove poging om de wetgevers en het grote publiek in de verschillende landen te beïnvloeden moet absoluut veroordeeld worden.

Naar aanleiding van de aanneming van het Handvest van de grondrechten werd de vrees geuit dat er in de toekomst misbruik van zou worden gemaakt en dat het zou botsen met de nationale wetgeving. De huidige situatie toont aan dat die voorspellingen juist waren.

 
  
MPphoto
 
 

  Carlo Fidanza (PPE), schriftelijk. (IT) Deze resolutie bekrachtigt eindelijk enkele belangrijke beginselen: gezamenlijke verantwoordelijkheden in de strijd tegen illegale immigratie, bij de verdeling van asielzoekers en bij de repatriëring van buitenlandse gedetineerden. Het deel waarin wordt verwezen naar het respect voor de rechten van minderheden, en dan met name de Roma-minderheid, is naar mijn idee echter uitermate ontoereikend en overdreven politiek correct. De tekst gaat compleet voorbij aan de verloederende situatie waarin de Roma-gemeenschappen in sommige landen als Italië leven, niet door het gebrek aan integratiemaatregelen, maar – integendeel – door een welbewuste keuze om categorisch te weigeren zich aan bepaalde samenlevingsregels te conformeren.

Illegale activiteiten, zoals diefstallen, tassendiefstallen, vervelend gebedel en prostitutie door minderjarigen, die steeds vaker in verband worden gebracht met illegale Roma-nederzettingen in de buitenwijken van grote steden in Italië en elders, worden niet veroordeeld. Er wordt nergens gesproken, zelfs niet in het deel dat over de bescherming van minderjarigen gaat, over de noodzaak om deze kinderen te beschermen tegen de onderwerping die ze door enkele familiehoofden van de Roma wordt opgelegd. Er wordt niet vermeld hoe Richtlijn 2004/38/EG inzake de verwijdering van burgers van de Gemeenschap die na een verblijf van drie maanden in een EU-land niet in staat zijn om een zeker niveau van inkomsten aan te tonen, precies moet worden toegepast. Integratie kan niet tot stand komen zonder respect voor de regels, en ook de Roma-minderheden dienen zich aan dit beginsel te conformeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) De meerderheid van het Parlement heeft haar goedkeuring gehecht aan het hoofddoel van het voorstel van de Europese Commissie betreffende het zogeheten Stockholm-programma, dat een regelrechte aanslag betekent op een wezenlijk onderdeel van de soevereiniteit van de lidstaten, namelijk justitie. De versterking van de gezamenlijke acties inzake politiële en justitiële samenwerking en samenwerking tussen geheime diensten, alsmede de invoering van een interne veiligheidsstrategie en de nieuwe maatregelen voor informatie-uitwisseling in de Europese Unie, gaan ten koste van de rechten, vrijheden en waarborgen van alle mensen die in de landen van de Europese Unie verblijven.

De ontwikkeling van een gemeenschappelijk immigratiebeleid dat gebaseerd is op een classificatie van immigranten volgens wenselijkheidscriteria en het gebruik van Frontex in zijn meest repressieve vorm, houden een schending in van de rechten van immigranten en negeren de menselijke tragedie die in tal van landen plaatsvindt.

De versterking van de controle en het toezicht op burgers, alsmede de praktijk van het opstellen van profielen op basis van dataminingtechnieken en de algemene verzameling van gegevens van burgers voor preventieve en politiële doeleinden, zijn verontrustende ontwikkelingen. Het is tevens zorgwekkend dat een enorme hoeveelheid geld wordt vrijgemaakt voor het militair-industrieel complex en de bijbehorende onderzoeksactiviteiten op het gebied van de interne veiligheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (S&D), schriftelijk. (PL) Mijnheer de Voorzitter, de Europese strategie ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht – het programma van Stockholm – wordt in december dit jaar door de Raad goedgekeurd, meteen na de vankrachtwording van het Verdrag van Lissabon. Op dit bijzondere moment, als de besluitvormingsbevoegdheden van het Europees Parlement aanmerkelijk zullen toenemen, krijgen de nationale parlementen ook een grotere rol in het communautaire wetgevingsproces. Als de stem van de burger op deze manier versterkt is, zal deze ook een sterker mandaat hebben om te zorgen dat de beginselen van het programma van Stockholm verwezenlijkt worden.

Wat mijns inziens dringend prioriteit heeft, is dat we actie moeten ondernemen om een gelijke behandeling te garanderen voor alle burgers van de Europese Unie, ongeacht hun geslacht, seksuele voorkeur, leeftijd, handicap, godsdienst of levensbeschouwing, huidskleur, afkomst of etnische afstamming. Om dit te bereiken is het noodzakelijk dat de Raad een alomvattende richtlijn over non-discriminatie goedkeurt, een richtlijn die alle terreinen omvat die ik zojuist genoemd heb. Zoals we al dikwijls hebben vastgesteld in het Europees Parlement, ontbeert de EU zo'n wet.

Ik hoop dat deze leemte als onderdeel van het programma van Stockholm wordt opgevuld. We kunnen echter niet volstaan met het maken van een wet. Willen we dat het programma van Stockholm een succes wordt, dan moeten de burgers van de EU hun rechten kennen. Het is daarom een taak voor de nieuwe Europese Commissie om het publiek bewust te maken van antidiscriminatiewetgeving en gendergelijkheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk.(FR) Ik heb deze resolutie gesteund, want door deze resolutie kan er een beter evenwicht worden gevonden tussen het respect voor de individuele vrijheden en een meer repressieve zienswijze die gepaard gaat met veiligheidsmaatregelen waarvan het op dit moment moeilijk is om de effectiviteit te meten. Door middel van dit programma bevestigen we opnieuw onze gehechtheid aan een Europa van solidariteit en waarden dat de plicht heeft op te komen voor de vrijheid van religie, gelijke kansen, de rechten van vrouwen, de rechten van minderheden en de rechten van homoseksuelen.

Daarom pleit ik vurig voor de goedkeuring van de richtlijn tegen discriminatie, waarvan de behandeling momenteel stokt in de Raad en die de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) tijdens de vorige zittingsperiode niet wilde. De PPE-Fractie heeft haar bezwaar tegen de tekst later herhaald. Ik ben ook zeer verheugd over de goedkeuring van de amendementen waarin wordt verzocht de hindernissen die het recht op gezinshereniging in de weg staan, op te heffen en waarin wordt gevraagd om een verbod om buitenlandse minderjarigen en alleenstaande minderjarige asielzoekers in hechtenis te nemen.

Ik betreur het echter dat de doelstellingen van het migratiebeleid opnieuw zijn genegeerd en naar de achtergrond zijn gedrongen, nu de aandacht vooral uitgaat naar de bestrijding van illegale immigratie en het versterken van het Europese agentschap Frontex. Wat asiel betreft, zullen de voorstellen inzake een gemeenschappelijk asielstelsel door het Europees Parlement worden onderzocht in zijn hoedanigheid van medewetgever en zal het Parlement nauwlettend in het oog houden of de echte politieke wil bestaat om vooruitgang te boeken op dit gebied.

 
  
MPphoto
 
 

  Timothy Kirkhope (ECR), schriftelijk. (EN) Hoewel de ECR-Fractie veel van wat in het Stockholm-programma staat ondersteunt, zoals samenwerking en solidariteit ten aanzien van kwesties op het gebied van politie, het bestrijden van grensoverschrijdende misdaad en corruptie, het beschermen van grondrechten en het vinden van oplossingen voor immigratie door het verlenen van bijstand aan de landen in Zuid-Europa die geconfronteerd worden met ernstige immigratieproblemen, staan wij niet achter de voorstellen voor een Europese veiligheidsstrategie, of maatregelen waarmee de controle over ons strafrechtstelsel en asielbeleid aan de EU zou worden overgedragen, noch achter oproepen tot “verplichte en onherroepelijke solidariteit”. Wij geloven meer in samenwerking dan in dwang; daarom hebben we tegen dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. (PT) Het Stockholm-programma heeft ten doel de veiligheid te versterken, met name in de strijd tegen grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme, onder eerbiediging van de rechten van de burgers. Je zou verwachten dat dit streven, dat ook mede het gevolg is van de nieuwe realiteit van het Verdrag van Lissabon, zou leiden tot een verantwoorde discussie over de essentiële elementen die ten grondslag moeten liggen aan een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid ten dienste van de burgers.

Helaas hebben sommigen het debat over een fundamentele kwestie als het Stockholm-programma willen bezoedelen met een probleem dat volkomen irrelevant is en niets met de zaak te maken heeft, namelijk het sluiten van huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht. Ze hebben daarbij zelfs geen rekening gehouden met de legitieme verschillen tussen de interne wettelijke oplossingen die in elk van de landen van de Europese Unie worden toegepast. Deze mensen handelen uit politiek opportunisme en zijn allerminst bekommerd om het lot van het Stockholm-programma.

Met mijn stem heb ik daarentegen te verstaan gegeven hoe belangrijk het is een debat te houden over de noodzakelijke componenten van deze ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, die ten dienste van de burgers moet staan. En tegelijkertijd heb ik protest aangetekend tegen de strategie van degenen die erop uit waren om dit debat te bezoedelen met een tot verdeeldheid leidende problematiek die niets met de zaak te maken heeft.

 
  
MPphoto
 
 

  Judith Sargentini (Verts/ALE), schriftelijk. Op zich is de EP-resolutie over een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid ten dienste van de burger een progressieve resolutie waarin de Raad van Ministers afgeremd wordt in zijn wens om te kust en te keur persoonsgegevens van burgers uit te wisselen en waarin bescherming van vluchtelingen en migranten wordt gewaarborgd.

Deze resolutie is een stap in de richting van progressieve Europese migratiewetgeving. Enkele cruciale amendementen, waaronder amendementen over de vaststelling van het principe van non-refoulement, de inperking van Frontex die geen rol zal spelen in hervestiging van migranten in derde landen, een positieve opstelling ten opzichte van een generaal pardon, en de constatering dat veiligheid in dienst staat van vrijheid, gaven de doorslag. Alinea's over de aanpak van illegale migratie zijn multi-interpretabel maar slaan mijns inziens niet door naar de repressieve kant. Ik betreur het ten zeerste dat de resolutie op het antidiscriminatie-dossier is afgezwakt.

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE), schriftelijk. (PL) Ik wil graag een paar opmerkingen maken over het meerjarenprogramma 2010-2014 betreffende de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (Stockholm-programma). Het is een van de voornaamste taken van de lidstaten om de burgers van de Europese Unie vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te garanderen. De landen van de Europese Unie moeten meer samenwerken op justitieel gebied, zonder dat dit ten koste gaat van de tradities en grondrechten van de lidstaten. We moeten zorgen voor meer onderling vertrouwen tussen de lidstaten als het gaat om de juistheid van besluiten die genomen zijn door de autoriteiten van een andere lidstaat, met name op terreinen die samenhangen met legale en illegale immigratie, en ook als het gaat om de samenwerking tussen politie en justitie in strafzaken. De EU moet haar inspanningen opvoeren met betrekking tot het bestrijden van grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. Hiertoe moeten stappen worden ondernomen om de uitwisseling van informatie efficiënter te maken, zonder de bescherming van privacy, persoonsgegevens en fundamentele vrijheden uit het oog te verliezen. De veiligheid in Europa is een gemeenschappelijke zaak, net als de gemeenschappelijke eenheidsmarkt, en we moeten al het mogelijke doen om te zorgen dat elke burger zich veilig voelt binnen de grenzen van de EU, aangezien dat een van onze fundamentele waarden is.

 
  
MPphoto
 
 

  Renate Sommer (PPE), schriftelijk. (DE) Ik juich de aanneming van de ontwerpresolutie over het Stockholm-programma toe. Het is belangrijk dat dit Parlement, als de vertegenwoordiging van de Europese burgers, een plan voorstelt voor het justitiële en binnenlandsezakenbeleid. We hebben een goed resultaat geboekt. Bovendien biedt het Verdrag van Lissabon ons zekerheid. In de toekomst zal het Europees Parlement niet slechts een adviserende rol spelen op deze politieke gebieden, maar ook betrokken zijn bij het besluitvormingsproces. We hebben een goed evenwicht gevonden tussen veiligheid en burgerrechten.

De bevolking heeft steeds meer behoefte aan veiligheid. We moeten ons echter steeds weer de vraag stellen of en in welke mate burgerrechten en ­vrijheden mogen worden ingeperkt door de invoering van veiligheidsmaatregelen. Ik ben van mening dat we een goede middenweg hebben gekozen. Om ervoor te zorgen dat deze middenweg ook daadwerkelijk zijn weerslag vindt in het justitiële en binnenlandsezakenbeleid, vragen wij bij de tenuitvoerlegging van het Stockholm-programma om meer controlerechten voor dit Parlement en de nationale parlementen in de EU. Helaas heeft het plenum mijn oproep om de politie toegang te geven tot Eurodac niet gesteund.

Dit zou een verder nuttig hulpmiddel zijn geweest in de strijd tegen terrorisme en criminaliteit. Mijn motie waarin ik de Commissie omroep om voorstellen in te dienen die erop gericht zijn overal in Europa misbruik van het asielsysteem te bestrijden, had wel succes. Elk geval van misbruik van het asielsysteem maakt het moeilijker om asiel te verlenen aan mensen die hier wel rechtmatig aanspraak op kunnen maken.

 
  
  

– Ontwerpresoluties: Status van het project Euromed-vrijhandelszone

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk. (PT) Ik heb voor de gezamenlijke ontwerpresolutie over de stand van zaken van de Euro-mediterrane vrijhandelszone gestemd.

Ofschoon er enige vooruitgang is geboekt, betreur ik het dat de voornaamste doelstellingen van het Euro-mediterrane partnerschap niet bereikt zijn, waardoor de voor 2010 geplande totstandbrenging van de vrijhandelszone in gevaar komt. Wij moeten er hoe dan ook voor zorgen dat het Euro-mediterrane integratieproces opnieuw een politieke prioriteit van de Europese Unie wordt, aangezien het welslagen van dit proces en van de vrijhandelszone kan bijdragen aan de vrede, de welvaart en de veiligheid in de gehele regio.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) De Middellandse Zee is de wieg van de beschaving zoals wij die kennen. Aan de oevers van deze zee ontkiemden, groeiden en rijpten ideeën en instellingen die ten grondslag liggen aan de essentie van de Europese beschaving en onlosmakelijk verbonden zijn met haar geschiedenis en haar toekomstplannen.

Aan de oevers van de Middellandse Zee ontstonden ook diepe barsten die vaak gewapenderhand werden aangepakt en geleid hebben tot een pijnlijke politieke kloof, een steeds grotere afstand tussen de betrokken volkeren en een afzonderlijke, om niet te zeggen tegengestelde, ontwikkeling van gebieden die vroeger samen het centrum van de wereld uitmaakten.

Als de Europese Unie zich echt op de wereld wil richten en de dialoog tussen de lidstaten en derde landen wenst te bevorderen, kan zij niet voorbijgaan aan het idee van een Euro-mediterrane vrijhandelszone, aangezien daarmee een nieuwe toenadering tussen beide oevers van de Middellandse Zee mogelijk wordt en tegelijkertijd de Zuid-Zuid-convergentie versterkt wordt.

Wij moeten erkennen dat de tot dusver bereikte resultaten achterblijven bij de ambitie die achter dit concept schuilt. Er doen zich tal van economische en financiële belemmeringen voor, al is het duidelijk dat de grootste obstakels een uitgesproken politiek karakter hebben. Wij moeten volharden en er mede voor zorgen dat het mogelijk wordt om opnieuw een markt op mediterrane schaal tot stand te brengen en op die manier het contact tussen de volkeren nieuw leven in te blazen en de inmiddels verbroken banden weer te herstellen.

 
  
MPphoto
 
 

  Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk. (FR) Ik betreur het dat er nog steeds opvallende economische, sociale en demografische verschillen bestaan tussen de beide oevers van de Middellandse Zee. Daarom ben ik voor het geven van een nieuwe impuls om de landen van het zuidelijke en oostelijke Middellandse Zeegebied in de internationale handel op te nemen, zodat ze hun economieën kunnen diversifiëren en de daaruit voortvloeiende voordelen eerlijk kunnen delen.

Wij moeten de ontwikkelingskloof tussen de noordelijke oever en de zuidelijke oever van de Middellandse Zee verkleinen. Bovendien zou deze vrijhandelszone uitgebreid moeten worden met de stapsgewijze en aan voorwaarden gebonden invoering van het vrij verkeer van werknemers, waarbij rekening moet worden gehouden met de momenteel lopende discussies over de samenhang tussen migratie en ontwikkeling.

 
  
MPphoto
 
 

  Willy Meyer (GUE/NGL), schriftelijk.(ES) Ik heb tegen het verslag over Euromed gestemd omdat het niet mogelijk is om het handelsaspect van de Unie voor het Middellandse Zeegebied te scheiden van het politieke aspect. Dit verslag dringt rechtstreeks door tot de harde kern van het belang dat de Europese Unie heeft bij de Unie voor het Middellandse Zeegebied: de instelling van een vrijhandelszone tussen de twee regio’s. Ik ben tegen de instelling van de vrijhandelszone.

Het hoofdstuk over handel moet gebaseerd zijn op eerlijke handel, rekening houdend met de ongelijkheden tussen de landen van de EU en de landen van de Middellandse Zee. Anderzijds kunnen we in het politieke hoofdstuk niet instemmen met de ‘gevorderde status’ die de EU aan Marokko heeft verleend, terwijl dat land de mensenrechten blijft schenden. Wat de EU betreft moet het conflict in de Sahara voor de Unie voor het Middellandse Zeegebied een prioriteit zijn, waarbij steun moet worden gegeven aan het proces dat moet leiden tot een referendum over zelfbeschikking, in overeenstemming met de resoluties van de Verenigde Naties. Om dezelfde reden kunnen we de zogeheten upgrade die de EU aan Israël heeft gegeven niet steunen. Israël schendt voortdurend het internationaal recht, en we hebben ook politieke verplichtingen tegenover Palestina.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. – (DE) Ik ben zeer verheugd met het feit dat de multilaterale contacten met het Middellandse Zeegebied, en met name met de landen van het zuidelijke en oostelijke Middellandse Zeegebied (ZOM-landen), zullen worden verbeterd en versterkt. Ik steun ook de inspanningen van de Europese Unie om het moderniseringsproces van de economieën in deze landen op gang te brengen en zo de bevolking te helpen. Ik betwijfel echter sterk of dit kan worden bereikt door middel van de geplande Euromed-vrijhandelszone.

Een door de Universiteit van Manchester uitgevoerde duurzaamheidseffectbeoordeling waarschuwt voor de negatieve sociale en milieugevolgen voor de betrokken ZOM-landen. Ik vrees dat deze overeenkomst de EU-landen nieuwe afzetmarkten zal opleveren, maar de economieën van de ZOM-landen ernstig zal schaden. De parallelle invoering van vrij verkeer van werknemers waartoe in de ontwerpresolutie wordt opgeroepen, zou verder leiden tot een enorme migratiegolf naar Europa en een uitstroom van arbeidskrachten die in de ZOM-landen niet kunnen worden gemist. Met het oog op een positieve toekomst voor de ZOM-landen heb ik dan ook tegen deze resolutie gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Cristiana Muscardini (PPE), schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, na de conferentie van Barcelona van 1995 is het potentieel dat inherent is aan de natuurlijke betrekkingen tussen de landen die aan de Middellandse Zee liggen, nog niet volledig benut.

Het ambitieuze project om nieuwe en nauwere politieke, sociale en culturele betrekkingen tot stand te brengen tussen de noordelijke en de zuidelijke oevers van de Middellandse Zee moet één van de prioriteiten van de Europese Unie blijven om de gewenste en strategische invoering van een vrijhandelszone te bewerkstelligen. Deze Euromed-regio kan in het hele gebied een enorme bijdrage leveren aan de vrede, de welvaart en de veiligheid.

Ik ben voorstander van maatregelen en inspanningen die erop gericht zijn om handelsbarrières en –obstakels uit de weg te ruimen en ik ben me ervan bewust dat het succes van het Euro-mediterrane partnerschap niet alleen afhangt van de bereidwilligheid van de Europese landen. De invoering van een vrijhandelszone vereist een vastberaden, continue en synergetische bijdrage van alle partijen.

De Unie voor het Middellandse Zeegebied moet ook de bestaande samenwerkingsverbanden in het kader van Euromed versterken om alle partnerlanden in staat te stellen deel te nemen aan de regionale programma’s en het daaraan verbonden beleid. Hierbij merk ik op dat het opstellen van projecten binnen het in Parijs in juli 2008 opgestelde kader in sectoren van strategisch belang, zoals nieuwe infrastructuur, samenwerking binnen het MKB, de communicatiesector en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, in positieve zin kunnen bijdragen aan de ontwikkeling en de bevordering van handel en investeringen, want de landen aan de zuidelijke oevers van de Middellandse Zee hebben hier dringend behoefte aan. Door al deze voorwaarden komen vrede en vriendschappelijke betrekkingen meer binnen handbereik te liggen.

Om al deze redenen sta ik achter de resolutie en ik hoop dat de door de Commissie opgestelde routekaart nageleefd wordt en net zo vruchtbaar is als we allemaal verwachten.

 
  
  

- Ontwerpresolutie (B7-0153/2009) – Schadevergoeding voor passagiers bij faillissement van luchtvaartmaatschappijen

 
  
MPphoto
 
 

  Richard Ashworth (ECR), schriftelijk. (EN) De ECR-Fractie heeft tegen de door andere fracties in de Commissie vervoer ingediende ontwerpresolutie over schadevergoeding voor passagiers bij faillissement van luchtvaartmaatschappijen gestemd. Wij als ECR-Fractie hebben onze eigen ontwerpresolutie ingediend die een aantal van de belangrijkste zwakke punten in de aangenomen tekst zou hebben rechtgezet, en wel om de volgende redenen.

Weliswaar is het ondersteunen van passagiersrechten natuurlijk van vitaal belang, maar er zijn efficiëntere maatregelen die genomen kunnen worden zonder dat de passagiers met nog hogere kosten worden opgezadeld.

1. We kunnen beter de door commissaris Tajani tijdens de plenaire vergadering van 7 oktober aangekondigde effectbeoordeling afwachten.

2. In de aangenomen tekst wordt opgeroepen tot het oprichten van een “garantie”-fonds dat zou worden gebruikt om passagiers te compenseren bij faillissement van luchtvaartmaatschappijen. De oprichting van een dergelijk fonds zou echter onvermijdelijk door de consument moeten worden gefinancierd, wat betekent dat passagiers zelfs nog meer voor hun tickets zouden moeten betalen. In dit stadium zou deze onnodige stap neerkomen op een verdere uitbreiding van de toch al omvangrijke lijst van de reeds bestaande luchtvaartbelasting, veiligheidskosten en andere belastingen die zij nu al moeten betalen.

(Verklaring ingekort overeenkomstig artikel 170 van het Reglement)

 
  
MPphoto
 
 

  Liam Aylward (ALDE), schriftelijk. (GA) Ik steun deze resolutie waarin de Commissie wordt gevraagd de huidige wetgeving te herzien en ook nieuwe wetgeving op te stellen om ervoor te zorgen dat passagiers niet in het nauw komen als gevolg van faillissementen van luchtvaartmaatschappijen.

Op het ogenblik voorziet de Europese wetgeving niet in bescherming van Europese passagiers als een luchtvaartmaatschappij waarbij zij een reis hebben geboekt failliet gaat. Ik sta volledig achter het standpunt van de voorzitter van de Commissie vervoer en toerisme, die heeft gezegd dat veel passagiers niet over de middelen beschikken om dit soort verliezen op te vangen. Daarom dient er een bijstandsmechanisme of schadefonds te worden opgericht om mensen te helpen die in de problemen zijn gekomen als gevolg van zo’n faillissement.

De regels met betrekking tot de rechten van passagiers moeten worden geactualiseerd en versterkt om bescherming en hulp te bieden in geval van faillissement van een luchtvaartmaatschappij of soortgelijke incidenten buiten de macht van de passagiers.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk. (PT) Ik heb voor de ontwerpresolutie over schadevergoeding voor passagiers bij faillissement van luchtvaartmaatschappijen gestemd, omdat ik van oordeel ben dat Europese passagiers beter moeten worden beschermd bij faillissement van luchtvaartmaatschappijen via de invoering van nieuwe wetgeving of de herziening van reeds bestaande wetgeving en de oprichting van een reservefonds voor schadevergoeding.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) De commerciële luchtvaartmaatschappijen bevinden zich sinds de aanslagen van 11 september 2001 in een ernstige crisis die nog verergerd wordt door de huidige economische en financiële crisis. Het aantal faillissementen neemt alsmaar toe en steeds meer passagiers, van wie velen in transit, worden geconfronteerd met onaangename situaties waarin zij volkomen machteloos zijn.

Dit gebrek aan consumentenbescherming is echt onaanvaardbaar. Daarom moet de Europese Unie met een oplossing komen die voorziet in een evaluatie van luchtvaartmaatschappijen, bijstand aan passagiers die het slachtoffer zijn van de voornoemde situaties en schadevergoeding.

Gelet op het voorgaande moeten de maatregelen rekening houden met de delicate financiële situatie van de luchtvaartsector en mogen zij geen onnodige belemmeringen opwerpen die luchtvaartmaatschappijen beletten naar behoren te functioneren. Zij moeten beperkt blijven tot wat strikt noodzakelijk is om de bescherming van consumenten/passagiers te waarborgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk. (FR) Er zijn in de Europese Unie sinds 2000 77 luchtvaartmaatschappijen failliet gegaan. Toegegeven, er bestaan wel degelijk bepalingen in de Europese wetgeving op het gebied van prijstransparantie en schadevergoeding wanneer de toegang tot een vlucht wordt geweigerd, maar de EU moet de hiaten opvullen als er sprake is van insolventie, vooral als de tickets op internet zijn gekocht. Er zijn nog steeds te veel passagiers die in situaties terechtkomen waar ze niet meer uit kunnen komen, omdat ze simpelweg niet over de benodigde financiële middelen beschikken, aangezien ze al hun spaargeld in de vakantie met het gezin hebben gestoken. Ik ben voor regels die garanderen dat passagiers niet stranden op hun bestemming, zonder mogelijkheden om terug te keren of van alternatieve accommodatiemogelijkheden gebruik te maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Jörg Leichtfried (S&D), schriftelijk. (DE) Ik stem voor de resolutie, vooral met het oog op Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91, die al is aangenomen. In deze verordening zijn de juiste stappen al genomen, en de versterking en bescherming van passagiersrechten vloeien er logisch uit voort.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), schriftelijk.(FR) Wij stemmen voor deze resolutie in de hoop dat de belangen van vliegtuigpassagiers zo veel mogelijk worden beschermd, gegeven de huidige stand van zaken (liberalisering van vervoersdiensten, toename van het aantal luchtvaartmaatschappijen).

Wij willen echter benadrukken dat het vergoedingensysteem dat in dit verslag wordt voorgesteld slechts een noodoplossing is die de kern van het probleem niet oplost.

De echte oplossing ligt in de oprichting van een Europese publieke luchtvervoersdienst. Een publieke dienst die zich bekommert om het algemeen belang en dus om het optimaliseren van de afgelegde trajecten, zodat de gevolgen voor het milieu zo beperkt mogelijk blijven. Een publieke dienst die zich bekommert om het algemeen belang en dus om de veiligheid, de bewegingsvrijheid en het welzijn van zowel passagiers als werknemers.

Het is dringend noodzakelijk het Europa van de individuele belangen achter ons te laten en te bouwen aan een Europa van het algemeen belang.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. (PT) De recente stijging van het aantal faillissementen onder luchtvaartmaatschappijen, waarvan duizenden burgers van de lidstaten schade ondervinden, heeft de Europese Unie ertoe verplicht maatregelen te nemen om de burgers te beschermen. Het is inderdaad belangrijk dat wij de rechten waarborgen van reizigers die dagelijks gebruik maken van het luchtvervoer. Daarom heb ik voor gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Robert Rochefort (ALDE), schriftelijk. – (FR) Ik heb voor de resolutie over de schadevergoeding voor passagiers bij het faillissement van luchtvaartmaatschappijen gestemd. Als een luchtvaartmaatschappij failliet gaat, wordt onder de huidige Europese wetgeving immers alleen de schade vergoed van passagiers die een pakketreis hebben geboekt.

Het moge duidelijk zijn dat de manier waarop consumenten hun reizen boeken, de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt: toename van het aantal tickets dat wordt geboekt bij goedkope luchtvaartmaatschappijen, duidelijke terugloop van het aantal verkochte pakketreizen en een toename van het aantal directe, individuele online aankopen en van het aantal losse vluchten.

Als we daar de crisis nog aan toevoegen die de sector momenteel teistert, is het makkelijk voor te stellen dat een groot aantal Europese passagiers na het faillissement van hun luchtvaartmaatschappij in hun vakantieoord stranden, soms zonder dat zij de mogelijkheid hebben om een slaapplaats te boeken en in wanhopige afwachting van hun terugvlucht.

En daarna zal het bovendien heel moeilijk worden één of andere schadevergoeding voor de geleden schade los te krijgen… Gezien deze zorgwekkende situatie is het noodzakelijk dat de Commissie een wetgevingsinitiatief neemt. Tegelijkertijd moet er een garantiefonds worden opgericht dat gefinancierd moet worden door de luchtvaartmaatschappijen om deze schadevergoedingen te bekostigen.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Teixeira (PPE), schriftelijk. (PT) Europese regio’s die als toeristische bestemmingen te boek staan, moeten waarborgen dat zij aan de gebruikers van de diensten van deze sector de beste service en kwaliteit aanbieden.

Madeira is hiervan een voorbeeld. Vorige week heeft de Wereldorganisatie voor toerisme de regio uitgeroepen tot een van de beste toeristische bestemmingen ter wereld. Madeira heeft daarbij voor dertien van de vijftien beoordelingscriteria de hoogste kwalificatie behaald. Om deze positie te kunnen behouden op een sterk concurrerende markt moeten de openbare en particuliere instellingen hun inspanningen ter bevordering van de ecologische, economische en sociale duurzaamheid blijven voortzetten. Deze doelstelling houdt tevens in dat aan de toeristen die het eiland bezoeken maximale garanties moeten worden geboden met betrekking tot het luchtvervoer en de accommodatie.

De ontwerpresolutie die hier vandaag in stemming is gebracht, vormt een stap in deze richting. Zij heeft immers ten doel passagiers te beschermen bij faillissement van luchtvaartmaatschappijen via de invoering van een verplichte verzekering en een garantiefonds voor deze ondernemingen en de invoering van een optionele verzekering voor hun klanten.

Het is tevens een goede zaak dat de Europese Commissie wordt verzocht een voorstel in te dienen om passagiers van failliet verklaarde luchtvaartmaatschappijen te vergoeden voor de geleden schade en garanties te bieden voor repatriëring wanneer zij vast komen te zitten op de luchthaven.

 
  
MPphoto
 
 

  Silvia-Adriana Ţicău (S&D), schriftelijk. (RO) Ik heb voor de resolutie van het Europees Parlement gestemd betreffende schadevergoeding voor passagiers bij faillissement van luchtvaartmaatschappijen. Op dit moment zijn er verschillende Europese regelingen met betrekking tot de volgende situaties: schadeloosstelling en repatriëring van consumenten bij faillissement van bedrijven die pakketreizen organiseren; aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen en compensatieregelingen voor passagiers; compensatie voor en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering of bij annulering of langdurige vertraging van vluchten.

Er zijn echter geen wettelijke voorzieningen ter bescherming van consumenten in het geval dat de luchtvaartmaatschappij failliet gaat. In de afgelopen negen jaar zijn 77 Europese luchtvaartmaatschappijen failliet gegaan. Daarom ben ik van mening dat deze richtlijn absoluut nodig is. Het Europees Parlement heeft daarom de Commissie gevraagd om de positie van passagiers bij faillissement van de luchtvaartmaatschappij te versterken. In feite heeft het Europees Parlement de Commissie gevraagd om met een wetsvoorstel te komen in juni 2010. Volgens dit voorstel zouden passagiers van wie de luchtvaartmaatschappij failliet gaat schadeloos gesteld moeten worden, zouden alle luchtvaartmaatschappijen die naar dezelfde bestemming vliegen met beschikbare stoelen gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de passagiers, zouden luchtvaartmaatschappijen verplicht verzekerd moeten zijn, zou een garantiefonds moeten worden ingesteld en zouden vrijwillige verzekeringen voor passagiers moeten worden aangeboden.

 
  
  

- Ontwerpresolutie: ‘Made in' (oorsprongsaanduiding)

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk. (PT) Ik heb voor de gezamenlijke ontwerpresolutie over oorsprongsaanduiding gestemd, omdat zij gebaseerd is op het beginsel dat consumentenbescherming transparante en consistente handelsregels vergt, ook met betrekking tot de oorsprongsaanduiding. In dit verband onderschrijf ik dat de Commissie samen met de lidstaten maatregelen moet treffen om de legitieme rechten en verwachtingen van de consument te verdedigen wanneer er bewijs is dat importeurs en producenten buiten de EU gebruik maken van frauduleuze of misleidende oorsprongsaanduidingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) Het is noodzakelijk om de consument adequate informatie te verstrekken wanneer hij bepaalde producten koopt, met name voor wat betreft het land van herkomst en de voorschriften inzake veiligheid, hygiëne en milieubescherming die in het desbetreffende land op de productie van toepassing zijn. Deze informatie is onontbeerlijk om een bewuste en geïnformeerde keuze te kunnen maken. Daarom heb ik voor deze ontwerpresolutie gestemd. Zij roept de Commissie op om haar voorstel opnieuw aan het Parlement voor te leggen, zodat het behandeld kan worden conform de wetgevingsprocedure zoals bepaald in het Verdrag van Lissabon.

Ik zie mij echter genoodzaakt om bij de beoordeling van het Commissievoorstel over oorsprongsaanduiding nauwgezet na te gaan of voldoende steun wordt verleend voor traditionele producten. Het zou immers onaanvaardbaar zijn dat een betere consumentenbescherming – die zowel noodzakelijk als wenselijk is – de doodsteek zou betekenen voor kleine producenten van traditionele producten. Ik zal tevens bijzondere aandacht besteden aan de mechanismen die gebruikt worden om het begrip van oorsprong te definiëren, zodat de Europese producenten geen nadeel ondervinden ten opzichte van hun concurrenten.

 
  
MPphoto
 
 

  João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Wij zijn van oordeel dat de resolutie die wij hier hebben aangenomen sterk achterblijft bij wat oorsprongsaanduiding volgens ons zou moeten zijn, namelijk een instrument om de werkgelegenheid in de industrie en dan vooral in het midden- en kleinbedrijf te beschermen, en een instrument om sociale en milieudumping tegen te gaan. Daarom hebben wij ons van stemming onthouden.

Bovendien houdt deze resolutie geen rekening met de gevolgen van de liberalisering van de wereldhandel voor de werkgelegenheid en de industriële structuur in de verschillende lidstaten. Zij maakt geen gewag van de ontelbare verplaatsingen van bedrijven die op zoek gaan naar snelle winst, met alle gevolgen van dien, waaronder de-industrialisatie van uitgestrekte regio’s, stijging van de werkloosheid en verslechtering van de economische en sociale omstandigheden. Deze resolutie dringt er alleen maar “bij de Commissie en de Raad op aan al het nodige te doen om de concurrentievoorwaarden gelijk te trekken”.

Ten slotte betreuren wij ook dat de meerderheid van het Parlement onze voorstellen heeft verworpen, vooral omdat wij daarmee onder meer streefden naar instandhouding van de werkgelegenheid, eerbiediging van de rechten van werknemers en consumenten en bestrijding van kinderarbeid of slavernij, protest aantekenden tegen de invoer van producten uit bezette gebieden en aandrongen op de noodzaak om geen Europese steun meer toe te kennen aan ondernemingen en investeerders die hun productie verplaatsen.

 
  
MPphoto
 
 

  Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk. – (FR) In de context van een economische crisis die onze Europese ondernemingen teistert, moet de Europese Unie meer dan ooit voorzien in een verplicht systeem voor oorsprongaanduiding, al is het maar voor een beperkt aantal importproducten zoals textiel, juwelen, kleding en schoenen, leren stukken en handtassen, lampen en verlichting en glaswerk. Het gaat hier immers om belangrijke informatie voor de eindgebruiker. Hierdoor weten Europese consumenten precies uit welk land de goederen komen die ze kopen. Ze zullen bijgevolg in staat zijn deze producten in een bepaalde context te plaatsen aan de hand van de sociale, milieu- en veiligheidsnormen die over het algemeen met dat land in verband worden gebracht. Met andere woorden, onze burgers krijgen, als verantwoorde consumenten, de transparantie die zij nodig hebben.

 
  
MPphoto
 
 

  Jacky Hénin (GUE/NGL), schriftelijk. – (FR) De vermelding “Made in” moet niet slechts een simpele aanduiding van de oorsprong zijn, maar ook snel een krachtig bewijs worden dat de modernste regels worden nageleefd op het gebied van knowhow, rechten van werknemers, duurzame ontwikkeling en milieubescherming en verantwoord ondernemen.

Met de introductie van een vermelding ‘Made in Europe”, zouden we de consument de gelegenheid kunnen bieden een bewuste keuze te maken, om gericht te handelen teneinde nieuwe rechten te verwerven.

Maar nogmaals, we blijven steken in verklaringen van goede bedoelingen, alsof roepen dat we de beste en de sterkste zijn, genoeg is om dat ook daadwerkelijk te worden.

Dat is jammer en daarom zal ik mij van stemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Elisabeth Köstinger (PPE), schriftelijk. (DE) Ik zie de noodzaak van een discussie over de totstandbrenging van een Europees wetgevingskader voor oorsprongsaanduiding van commerciële eindproducten vooral in het licht van informatie aan de consument en transparantie tussen handelspartners. Het gebruik van een gestandaardiseerd aanduidingssysteem zal leiden tot een betere en meer nauwkeurige informatievoorziening aan de consument en zal duidelijk maken aan welke sociale en milieunormen de producten voldoen. Oorsprongsaanduiding is bovendien een belangrijke stap in de richting van coherente handelsvoorschriften met derde landen.

Het is echter belangrijk de juiste balans te vinden tussen het perspectief van de producent en dat van de consument. De transparantie die de consument geboden wordt, mag niet ten koste gaan van de producent. Er mag geen extra kostenpost worden gecreëerd voor kleine en middelgrote ondernemingen. Het is belangrijk om bij de verdere besprekingen duidelijke richtsnoeren op te stellen en deze te verdedigen, ook namens Oostenrijk. Een mogelijke oplossing zou kunnen bestaan uit een nieuwe Europese oorsprongsaanduiding voor commerciële eindproducten, waarbij rekening wordt gehouden met de bestaande nationale en regionale kwaliteitsmerken.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. (PT) Ik heb voor gestemd omdat de “made in”-aanduiding essentieel is om de transparantie van de markt te waarborgen en de nodige informatie aan de consument te verstrekken betreffende de oorsprong van de producten die hij koopt.

Het is noodzakelijk dat de economie in de Europese Unie wordt versterkt door het concurrentievermogen van de Europese industrie in de wereldeconomie te verbeteren. Eerlijke mededinging is alleen maar mogelijk wanneer er gewerkt wordt met duidelijke regels voor zowel producenten als exporteurs en die mededinging steunt op gemeenschappelijke sociale en milieuvereisten.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. – (DE) Ik juich de invoering van oorsprongsaanduiding door de Europese Unie zeer toe. Voortaan moet op bepaalde producten die vanuit derde landen in de EU worden ingevoerd, het land van oorsprong worden vermeld. Oorsprongsaanduiding heeft met name tot doel Europese consumenten onbeperkte informatie te geven over het land van oorsprong van de producten die zij kopen, en hun zo de mogelijkheid te geven een verband te leggen tussen deze producten en de sociale, milieu- en veiligheidsnormen in het desbetreffende land.

Dit is een eerste stap in de strijd tegen producten uit het Verre Oosten, die vaak door arbeiders onder uitbuitingsomstandigheden worden geproduceerd en vervolgens tegen dumpprijzen op de Europese markt worden verkocht.

 
  
MPphoto
 
 

  Cristiana Muscardini (PPE), schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, vandaag heeft het Parlement met nadruk zijn standpunt, dat reeds verschillende malen tijdens de vorige zittingsperiode naar voren is gebracht, bevestigd: Europa moet een verordening invoeren die de oorsprongsaanduiding vaststelt van veel producten die op zijn grondgebied binnenkomen.

Dit besluit vloeit voort uit de noodzaak om meer informatie aan, en daarmee de bescherming van, consumenten veilig te stellen, opdat deze weloverwogen keuzes kunnen maken. De verordening inzake oorsprongsaanduiding zal het Europese bedrijfsleven in staat stellen om eindelijk op gelijke voet te concurreren met bedrijven in derde landen, waar al enige tijd wetten bestaan over de oorsprongsaanduiding van producten die op hun grondgebied binnenkomen. Een markt is pas vrij wanneer de regels duidelijk en wederzijds zijn en toegepast worden.

Het doel van de aangenomen resolutie is om na de vergeefse bemiddelingspogingen met de Raad een oproep te doen aan de Commissie om het voorstel in het licht van de nieuwe verantwoordelijkheden die het Parlement met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon toegewezen heeft gekregen, opnieuw in te dienen. Wij zijn ervan overtuigd dat overeenstemming tussen de fracties van het Europees Parlement het wapen zal zijn bij het opstellen van een definitief juridisch kader met de Raad.

Ik maak van deze gelegenheid gebruik om te benadrukken dat de grondstofcategorieën, zoals voorzien in het huidige voorstel voor een verordening, nageleefd en uitgebreid moeten worden met het oog op sluitingsproducten, met andere woorden producten waarvoor het van belang is om kwaliteit en naleving van de Europese regelgeving veilig te stellen teneinde de veiligheid te waarborgen bij de bouw van bruggen, auto’s, huishoudelijke apparatuur en elk ander product waar sluitingsonderdelen aan te pas komen. Het waarborgen van de veiligheid geniet prioriteit bij ons.

De stemming van vandaag is een belangrijk succes dat we aan de Europese consumenten en producenten opdragen op het moment dat het Parlement een nieuwe politieke impuls beleeft dankzij de medebeslissingsprocedure die eindelijk het democratisch tekort goedmaakt waar we al zo lang mee opgescheept zaten.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid