De Voorzitter. – Als eerste agendapunt is aan de orde de gecombineerde behandeling van drie hoogst belangrijke verslagen op het gebied van de interne markt en consumentenbescherming:
- A7-0084/2009 van Róża, Gräfin von Thun Und Hohenstein, namens de Commissie interne markt en consumentenbescherming, over het scorebord van de interne markt (SEC (2009)/1007 – 2009/2141(INI)),
- A7-0024/2010 van Anna Hedh, namens de Commissie interne markt en consumentenbescherming, over consumentenbescherming (2009/2137(INI)), en
- A7-0027/2010 van Cristian Silviu Buşoi, namens de Commissie interne markt en consumentenbescherming, over SOLVIT (2009/2138(INI)).
Róża, Gräfin von Thun Und Hohenstein, rapporteur. − (PL) Ik verheug mij zeer dat ik het 19e scorebord van de interne markt uit juli vorig jaar mag presenteren. Uit dit document blijkt dat de omzetting van het recht van de Europese Unie door de lidstaten steeds beter gaat. Opnieuw is het streefcijfer van 1 procent gemiddelde omzettingsachterstand dat de staatshoofden en regeringen zich ten doel hadden gesteld, niet overschreden. Toch is het aantal richtlijnen dat nog niet is omgezet in een of meerdere lidstaten nog steeds te hoog, waardoor de markt is versnipperd. Het gaat hierbij om meer dan honderd internemarktrichtlijnen. Bovendien zijn maar liefst 22 richtlijnen meer dan twee jaar na het verstrijken van de omzettingstermijn nog steeds niet omgezet. De lidstaten moeten zich dus nog beter inzetten om alle Europeanen van de voordelen van de interne markt te kunnen laten profiteren.
Op het moment dat ik u dit verslag presenteer, heb ik ook al de beschikking over het volgende scorebord, de 20e 'jubileumuitgave', die een nieuwe verbetering van de omzetting van het recht van de Unie laat zien. De omzettingsachterstand is namelijk gedaald tot 0,7 procent, aanzienlijk lager dan het streefcijfer. Dit is het beste resultaat uit de geschiedenis. Het is duidelijk zichtbaar dat de inspanning van de Europese Commissie waarvan deze publicatie het resultaat is, de lidstaten mobiliseert. We kunnen de Commissie dan ook feliciteren met dit goede, zware werk.
Het volgende goede nieuws is dat marktfragmentatie is gedaald van 6 procent naar 5 procent. Er zijn echter nog steeds 74 richtlijnen die niet zijn omgezet in een of meerdere lidstaten. Hierdoor blijven er op de interne markt voor burgers en ondernemingen bijzonder schadelijke obstakels bestaan die wij samen moeten wegnemen.
In het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming stellen wij hiertoe nauwere samenwerking voor tussen degenen die medeverantwoordelijk zijn voor de omzetting van de EU-wetgeving en degenen die gebruikmaken van de gemeenschappelijke markt. Wij stellen voor om een jaarlijks Internemarktforum (ofwel SIMFO, Single Market Forum) te organiseren, met deelname van Europese instellingen, de lidstaten, nationale parlementariërs en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en consumenten. Een dergelijk forum biedt gelegenheid tot het uitwisselen van ervaringen en de beste praktijken van omzetting van het recht van de Unie, maar ook voor de ontwikkeling van strategieën om het hoofd te bieden aan de uitdagingen die ons nog altijd te wachten staan.
Teneinde de schadelijke obstakels weg te nemen, roepen we de Europese Commissie op om een 'internemarkttest' toe te passen op alle nieuwe EU-wetgeving zodat we er zeker van zijn dat die geen negatieve invloed heeft op de vier vrijheden van de Europese Unie. Verder is het ook bijzonder belangrijk om burgers heldere informatie te verschaffen over de werking van de interne markt, die immers twintig jaar geleden juist voor hen in het leven is geroepen.
Om een vollediger beeld te geven van de ontwikkeling van de interne markt dringt de Commissie interne markt en consumentenbescherming aan op gelijktijdige publicatie van het scorebord van de interne markt, het SOLVIT-verslag, het verslag van de Wegwijzerdienst voor burgers en het scorebord van de consumentenmarkt.
Tot slot richt ik een woord van dank aan iedereen die heeft meegewerkt aan de totstandkoming van dit verslag en vraag ik u om voor te stemmen. Ik ben er namelijk van overtuigd dat dit in de toekomst zal leiden tot snellere en juiste omzetting van de EU-regelgeving in de rechtsorde van de lidstaten. Hierdoor zullen Europeanen op de interne markt minder obstakels tegenkomen. Dat is de basis voor de groei van onze Europese economie, maar ook voor de ontwikkeling van onze Europese identiteit.
Anna Hedh, rapporteur. − (SV) Mijnheer de Voorzitter, ik wil eerst en vooral de schaduwrapporteurs en andere betrokkenen bedanken voor de goede samenwerking die we hebben gehad gedurende de periode dat we aan het scorebord voor de consumentenmarkten hebben gewerkt. Ik ben ook blij dat we opnieuw een verslag tot stand hebben gebracht dat door de overgrote meerderheid in de Commissie interne markt en consumentenbescherming wordt gesteund.
Ik heb altijd gesteld dat we, om de interne markt naar behoren te laten werken, in de EU consumenten nodig hebben die vertrouwen hebben en tevreden zijn. Daarom was het verheugend dat we in 2007 een commissaris kregen die specifiek verantwoordelijk was voor consumentenzaken. Mevrouw Kuneva gaf blijk van een sterk persoonlijk engagement en grote openheid, wat er ten dele toe bijdroeg dat er op het gebied van het consumentenbeschermingsbeleid en consumentenkwesties vooruitgang is geboekt. Ook het scorebord voor de consumentenmarkten is een van de verwezenlijkingen van mevrouw Kuneva.
Ondanks de ongerustheid over het feit dat de verantwoordelijkheid voor consumentenzaken door twee commissarissen wordt gedeeld, hopen we dat het werk zich verder positief zal ontwikkelen en vruchten zal afwerpen en dat de nieuwe Commissie de consumenten nog altijd even centraal zal stellen. Die verantwoordelijkheid is nu in feite nog groter omdat artikel 12 van het Verdrag van Lissabon zegt dat eisen in verband met consumentenbescherming in overweging moeten worden genomen als andere vormen van beleid en werkzaamheden van de Unie worden geformuleerd en ten uitvoer gelegd. Dat is een belangrijke stap voor de consumenten en ik ben van plan om er in mijn verdere politieke werkzaamheden voor te zorgen dat niemand dit vergeet.
Ik ben echt ingenomen met de tweede editie van het scorebord voor de consumentenmarkten. Het scorebord is een van diverse instrumenten ter verbetering van de interne markt en ik vind dat met name het perspectief dat aan de basis van het scorebord ligt, interessant is, omdat het om de verwachtingen en problemen van de burgers gaat en omdat het de interne markt precies voor de consumenten beter maakt. Het scorebord heeft de consumentenmarkt geanalyseerd aan de hand van dezelfde indicatoren als de vorige keer, namelijk prijs, wisselen van aanbieder, veiligheid, klachten en tevredenheid.
Uiteindelijk zullen die indicatoren ongetwijfeld ontwikkeld en verbeterd moeten worden en er zullen ook nieuwe indicatoren aan toegevoegd moeten worden. Momenteel vormen ze volgens mij echter een adequate basis voor het vastleggen van prioriteiten en het trekken van conclusies met betrekking tot de bijkomende analysen die uitgevoerd moeten worden. Het is ongelofelijk belangrijk dat we geduld hebben en het scorebord tijd geven om zich te ontwikkelen. Het staat nog altijd in de kinderschoenen.
In het tweede scorebord voor de consumentenmarkten hebben we onder andere duidelijke indicaties gezien dat de consumenten meer problemen hebben met diensten dan met goederen en dat prijzen minder vaak stijgen in sectoren waar de consumenten vaak van leverancier wisselen. Grensoverschrijdende e-handel kent ook een tragere ontwikkeling op grond van grensbelemmeringen die bij de consumenten ongerustheid en een gebrek aan vertrouwen teweegbrengen. Bovendien kunnen we zien dat effectieve toepassing van de wetgeving en effectieve controlemogelijkheden van essentieel belang zijn om de markten goed te laten werken.
Uit de gegevens blijkt ook dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen de lidstaten en dat er ruimte is voor verbeteringen op het gebied van verhaalmechanismen. Daarom roep ik de Commissie nu op om gevolg te geven aan het Groenboek over collectief verhaal voor consumenten.
De doelmatige tenuitvoerlegging en handhaving van de EU-voorschriften inzake consumentenbescherming zijn essentieel voor het versterken van het consumentenvertrouwen. De handhaving in de EU is echter verre van eenvormig en de cijfers tonen aan dat er tussen de lidstaten grote verschillen bestaan in de kredieten voor bewaking van de markt en de aantallen ingezette inspecteurs. De Commissie en de nationale handhavingsinstanties moeten dan ook in sterkere mate streven naar verwezenlijking van het nagestreefde hoge niveau van consumentenbescherming, en zij moeten de consument het vertrouwen geven om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden van de interne markt.
Uitbreiding van mechanismen voor markttoezicht en handhaving om het consumentenvertrouwen aan te wakkeren zijn van doorslaggevend belang, daar consumptieve uitgaven eveneens een belangrijk element zullen zijn in het economisch herstel van Europa.
Cristian Silviu Buşoi, rapporteur. – (RO) Allereerst wil ik iedereen bedanken met wie ik mocht samenwerken aan het SOLVIT-verslag: het secretariaat van de Commissie interne markt en consumentenbescherming, alle schaduwrapporteurs en de overige leden die belangstelling hebben getoond voor dit dossier, en een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het eindresultaat.
SOLVIT is een netwerk dat informele oplossingen biedt voor problemen die kunnen ontstaan door een onjuiste uitvoering van de internemarktwetgeving. Het is een bijzonder nuttige innovatie voor Europese consumenten en bedrijven in de Europese Unie, voor wat betreft de voordelen van Europese regelgeving. Er zijn vaak problemen met de uitvoering van Europese internemarktwetgeving. SOLVIT lijkt me een levensvatbaar alternatief voor de juridische weg, eens te meer omdat het gerechtelijk apparaat overbelast is door zaken van allerlei aard.
We kunnen niet negeren dat de werklast van SOLVIT steeds toeneemt en dat het, vanuit dit perspectief, een slachtoffer van zijn eigen succes is. De SOLVIT-centra met onvoldoende personeel moeten meer personeel krijgen, opdat SOLVIT ondersteuning van hoge kwaliteit kan bieden aan burgers en bedrijven in de Europese Unie.
Het aanvullende personeel moet met gezond verstand en op beheerste wijze worden geworven, rekening houdend met de bevolkingsgrootte van een land en het aantal zaken dat het centrum in het verleden heeft afgehandeld. Deze analyse moet worden uitgevoerd zodat er alleen personeel wordt geworven waar een echte behoefte is. Extra personeel voor SOLVIT brengt uiteraard extra kosten met zich mee. Het verslag nodigt de lidstaten uit om alle beschikbare middelen te gebruiken om meer personeel te bekostigen, inclusief alternatieve financieringsmethoden.
Een ander belangrijk onderwerp in dit verslag is het bevorderen van het SOLVIT-netwerk. Dit beschouw ik persoonlijk als van het grootste belang, en ik ben van mening dat u dit allen met mij eens zult zijn. Door de hulp van SOLVIT in te roepen kunnen kleine en middelgrote bedrijven veel geld besparen, dat ze vervolgens kunnen investeren in andere zaken waarmee economische groei kan worden gegenereerd en die veel beter zijn voor hun ontwikkeling dan de juridische ondersteuning die ze nodig zouden hebben om problemen op te lossen. Voor wat individuele consumenten betreft: SOLVIT biedt hun het voordeel dat langdurige en kostbare juridische procedures worden vermeden.
Om echter gebruik te kunnen maken van het SOLVIT-netwerk, moeten burgers en bedrijven eerst weten hoe effectief het netwerk is. Daarom ben ik van mening dat we nationale overheden, de Europese Commissie en ook leden van dit Parlement actief moeten betrekken bij het bekendheid geven aan SOLVIT. Er zijn vele manieren om dit te doen, via de media en informatiecampagnes van lidstaten, of bijvoorbeeld door het opzetten van één gezamenlijke SOLVIT-portaalsite. Daarnaast zouden de overheidsorganisaties die betrokken zijn bij het uitvoeren van Europese internemarktregels een verbindingspersoon kunnen aanwijzen voor SOLVIT. Dit zou eveneens de efficiëntie van het netwerk vergroten en bijdragen aan het bekend raken ervan. Als leden van het Europees Parlement kunnen we zelf het initiatief nemen om SOLVIT te promoten, en we kunnen bij onze collega's van nationale parlementen de bewustwording vergroten.
Uitwisseling van goede praktijken tussen lidstaten betreffende het breder bekend maken van SOLVIT en het oplossen van de operationele problemen is een andere maatregel die in dit verslag sterk wordt aanbevolen. Goede ideeën kunnen praktisch op Europees niveau worden verspreid en toegepast, in ieders voordeel.
Tot slot: we kunnen niet negeren dat SOLVIT met veel zaken te maken krijgt die niet in zijn taakveld vallen of die uitzonderlijk complex zijn, en oplossingen via alternatieve methoden nodig hebben. Verzoekschriften aan de Commissie verzoekschriften van het Europees Parlement kunnen een oplossing bieden voor de gevallen die te complex zijn om op SOLVIT-niveau te worden opgelost. Daarom wordt in dit verslag onder andere voorgesteld dat de SOLVIT-portaalsite dergelijke zaken doorstuurt naar de website van de Commissie verzoekschriften van het Europees Parlement, evenals naar de speciale commissies van de nationale parlementen.
Dit zijn slechts enkele van de ideeën waarop het SOLVIT-verslag is gebaseerd. Ik ben van mening dat deze voorstellen het netwerk en daarmee de steun van hoge kwaliteit aan consumenten en bedrijven kunnen verbeteren. SOLVIT heeft een enorm potentieel, en wij moeten zijn prestaties constant analyseren om dat potentieel ten volle te kunnen benutten.
Michel Barnier, lid van de Commissie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik acht het om te beginnen bijzonder belangrijk dat we zij aan zij staan met mijn collega, de heer Dalli, om uw vragen te beantwoorden en u te informeren over de tenuitvoerlegging van deze verschillende instrumenten en teksten.
Dames en heren, in mijn politieke leven heb ik vaak gemeend dat het toezichteffect minstens zo belangrijk is als het aankondigingseffect. Het is volgens mij dus van het grootste belang om – in een nationaal parlement, in het Europees Parlement, in de Commissie – te beschikken over instrumenten voor de verificatie en evaluatie van de concrete en daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de teksten waarover gestemd wordt. Ook denk ik dat we pas goed kunnen handelen als we iets goed begrijpen en dit is precies waarop uw rapporteurs zich met de grootste kundigheid en waakzaamheid hebben toegelegd.
Ik bedank mevrouw Thun Und Hohenstein en de heer Buşoi – hun verslagen betreffen onderwerpen die mij directer aangaan – en mevrouw Hedh in alle oprechtheid voor hun kwaliteitswerk.
Waarover praten wij? Over de interne markt. Gisteravond vrij laat heb ik hier in dit Huis gezegd dat wij het ons in deze tijd van crisis en economische problemen niet kunnen permitteren ook maar enige mogelijkheid onbenut te laten. Als de interne markt, de grote Europese markt, normaal, naar behoren functioneerde, zouden wij zelf, onder ons, tussen een half en anderhalf procent extra groei kunnen realiseren.
Wij kunnen het ons op dit moment niet veroorloven deze kans voorbij te laten gaan. Alle aspecten van de interne markt moeten dus volledig functioneren en dit is natuurlijk de taak die voorzitter Barroso mij heeft toevertrouwd en waarop u mij controleert. Daarom hecht ik zoveel waarde aan dit scorebord en dit SOLVIT-instrument en de goede werking ervan. Ik denk dat de heer Dalli precies hetzelfde zal zeggen over de belangrijke kwestie van de consumentenbescherming.
Mevrouw Thun Und Hohenstein heeft zojuist het goede en het minder goede nieuws met betrekking tot dit scorebord gegeven. We hebben het hier over het aanzienlijke aantal van 1 521 richtlijnen of teksten die het functioneren van de interne markt mogelijk maken. Zoals u al aangaf, is er momenteel sprake van de kleinste omzettingsachterstand ooit. Dit is goed nieuws en onze dank moet uitgaan naar al degenen die in de lidstaten en soms in de regio's verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze richtlijn. Hierbij bedank ik ook mijn collega's binnen het directoraat-generaal Interne markt en diensten.
Er is ook minder goed nieuws, namelijk dat de kwaliteit van de omzetting, van de uitvoering onvoldoende is. Wij moeten dus allemaal samenwerken, met het Europees Parlement, de nationale parlementen en de ambtenaren in iedere lidstaat. Dat is – zoals ik reeds heb gezegd toen ik door dit Parlement ben gehoord – de doelstelling van de bezoeken die ik inmiddels ben begonnen af te leggen aan alle 27 hoofdsteden om, onder het gezag van de bevoegde ministers, een ontmoeting te hebben met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de richtlijnen op het gebied van de interne markt, de uitwerking van de punten op dit scorebord en het echt van de grond doen komen van SOLVIT, zoals de heer Buşoi duidelijk heeft gezegd.
Dit is ook de reden waarom ik mevrouw Thun Und Hohenstein heb verteld dat ik dit idee van een forum steun; het is een prima idee. We moeten de mensen bijeenbrengen en dit zullen we samen doen, hier in het Parlement, met de Commissie, de nationale parlementen en al degenen in de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het delen, evalueren en uitwisselen van beste praktijken. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat het bijeenbrengen van de verantwoordelijken voordelen heeft: overeenstemming in plaats van verplichting, eerst overeenstemming, wederzijds vertrouwen en gedeelde arbeid.
Wat SOLVIT betreft, heeft de heer Buşoi gewezen op het belang van dit instrument, dat goed begint te functioneren. In 1 500 zaken is samenwerking, een oplossing of bemiddeling mogelijk gebleken, hoofdzakelijk ten behoeve van burgers, maar ook voor een groot aantal bedrijven. Zoals de heer Buşoi zeer terecht benadrukte kan hiermee tijd en geld worden bespaard en nemen burgers, consumenten en bedrijven zo opnieuw hun centrale plaats in op de interne markt en hoeven zij geen bijzonder omslachtige procedures te volgen opdat een oplossing voor hun problemen kan worden gevonden, opgenomen en voorzien in de uitvoering van een internemarktgerelateerde bepaling die voor hen van belang is.
Dezelfde gedachte zit tot op zekere hoogte achter het actieplan voor de bijstandsdiensten voor de interne markt, het SMAS-plan, dat gericht is op een betere informatie en service voor burgers en bedrijfsleven. Ook hier is er vooruitgang geboekt. Dit plan heeft ervoor gezorgd dat verschillende diensten en gemeenschappelijke onlineformulieren tussen SOLVIT en de Wegwijzerdienst konden worden gebundeld.
Zoals uw rapporteurs hebben gesuggereerd, denk ik dat we – onder leiding van de heer Dalli – een inspanning kunnen, ja zelfs moeten leveren om al deze documenten, resultaten en mededelingen tegelijkertijd te presenteren met het oog op de bundeling en betere coördinatie van deze verschillende instrumenten die een beschrijving geven van de uitvoering van de internemarktgerelateerde teksten of richtlijnen.
Ik ben in ieder geval een voorstander van een betere coördinatie en bevestig dat ik mij persoonlijk zal inzetten voor een optimale gebruikmaking van deze verschillende instrumenten voor evaluatie en controle van de 1 500 richtlijnen die verband houden met het functioneren van de interne markt.
John Dalli, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zal iets zeggen over het verslag over deze twee uiterst belangrijke Europese beleidsmaatregelen – het scorebord van de interne markt en het pakket voor de handhaving van de consumentenwetgeving – dat door mevrouw Hedh is ingeleid. Ik bedank mevrouw Hedh voor haar uitstekende werk als rapporteur.
Consumentenbeleid vormt de kern van de economische en sociale uitdagingen waarmee we momenteel geconfronteerd worden. Het draait allemaal om mensen. Goedgeïnformeerde en mondige consumenten bevorderen de innovatie en concurrentie, maar wat misschien het belangrijkst is, het goed laten functioneren van de interne markt is onze troefkaart als het gaat om het herstellen van het contact met de burgers. De centrale rol van het consumentenbeleid komt in een aantal portefeuilles tot uitdrukking. Het college zal er in nauwe samenwerking voor zorgen dat de aangenomen regels worden vertaald in praktisch nut voor de consument. Ik ben hier vandaag met mijn vriend Michel Barnier en dit is een voorbeeld van de nauwe samenwerking die wij in praktijk zullen brengen.
De consumentendimensie moet in alle portefeuilles worden ontwikkeld en er zullen in de hele Commissie maatstaven worden aangenomen om de vorderingen op dit punt, of het gebrek daaraan, te meten. Het consumentenscorebord dient als een alarmsysteem dat ons vertelt wanneer de interne markt de consumenten in de steek laat. Het scorebord dient ook om toezicht te houden op de vorderingen van de integratie van de detailhandel in de interne markt voor consumenten, de kleine en middelgrote ondernemingen en overige detailhandelaren. Het is ook een hulpmiddel om te zien of de lidstaten zich voldoende inspannen om nieuwe consumentenwetgeving uit te voeren en om consumenten voor te lichten en mondiger te maken.
Wat de handhaving betreft, ben ik blij dat het Parlement het met de Commissie eens is dat het belangrijk is dat mensen ook in de praktijk de rechten krijgen die ze op papier hebben. We hebben nog een lange weg te gaan wat dat betreft. De mededeling van juli 2009 had tot doel om aan te geven hoe we de uitvoering in de hele Europese Unie effectiever, efficiënter en consequenter kunnen maken. Dit moet nu in concrete acties worden vertaald. We moeten ons onder andere meer inspannen voor meer efficiency en effectiviteit van grensoverschrijdende netwerken die handelaren een sterk signaal moeten geven dat er geen toevluchtsoord in de EU is waar ze niet vervolgd zullen worden. Dit geldt ook voor samenwerking met de autoriteiten in derde landen. Om dit te bereiken moeten de nationale handhavingsinstanties over voldoende personeel en middelen kunnen beschikken. In economisch moeilijke tijden staan alle overheidsdiensten onder druk, maar besparen op handhaving van consumentenrechten is verkeerde zuinigheid. Door vrije, open en goed geleide markten wordt de concurrentie met betrekking tot kwaliteit en prijs gestimuleerd en dit leidt tot grotere concurrentiekracht. Hier profiteren niet alleen de consumenten van, maar ook de EU-economie als geheel. De Commissie en het Parlement moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat deze boodschap in alle lidstaten luid en duidelijk wordt gehoord.
We zijn ook van plan om door te gaan met de invoering van gecoördineerde handhaving in heel Europa – de zogenaamde 'sweeps'. Door deze sweeps is echter duidelijk geworden dat gecombineerde nationale inspanningen soms niet toereikend zijn. We hebben Europese oplossingen nodig. Ik ga daarom graag in op uw uitnodiging om een onderzoek in te stellen naar de wettelijke basis in het Verdrag voor een sterkere bescherming van consumenten, vooral door versterking van de competenties van de Commissie. We zullen deze weg echter niet bewandelen voordat we ervan overtuigd zijn dat dit toegevoegde waarde heeft voor werk op nationaal niveau.
Dan kom ik bij het onderwerp 'vergoedingen'. Ik deel de mening dat alternatieve geschillenregelingen kunnen zorgen voor goedkope, eenvoudige en snelle vergoedingen voor consumenten, terwijl de reputatie van bedrijven intact blijft. Eén element van deze strategie heeft betrekking op het omgaan met collectieve claims. Op dit punt wil ik er samen met de vicevoorzitters Almunia en Reding voor zorgen dat de Commissie op een gecoördineerde manier te werk gaat.
Ten slotte wil ik zeggen dat ik erop reken dat u ons steunt in onze inspanningen om ervoor te zorgen dat er na 2013, wanneer het huidige consumentenprogramma ten einde loopt, voldoende middelen beschikbaar worden gesteld voor het ambitieuze consumentenbeleid en niet in de laatste plaats voor een verbeterd scorebord. Ik heb er het volste vertrouwen in dat we samen de complexe uitdagingen van nu en morgen tegemoet kunnen treden en als partners kunnen werken om ervoor te zorgen dat de interne markt voor al onze burgers optimaal functioneert.
Simon Busuttil, rapporteur voor advies van de Commissie verzoekschriften. – (MT) Namens de Commissie verzoekschriften heb ik een advies opgesteld over het SOLVIT-netwerk, dat ik volledig steun, aangezien het een middel is dat burgers helpt als zij moeilijkheden ondervinden. Ik wil echter in detail ingaan op een belangrijk punt: de noodzaak van volledige samenwerking tussen alle betrokkenen met wie de burgers contact opnemen. Welke adviezen zijn beschikbaar voor de burgers die met een probleem te maken krijgen? Zij kunnen een verzoekschrift indienen bij het Europees Parlement, dat hiervoor bevoegd is op grond van artikel 194 van het Verdrag, ze kunnen een klacht voorleggen aan de Europese Commissie, of anders kunnen ze een klacht indienen bij SOLVIT. De burgers kunnen ook proberen genoegdoening te krijgen door een klacht in te dienen bij de Europese Ombudsman, maar dit zorgt voor veel verwarring met als gevolg dat de burgers niet weten waar ze terecht kunnen voor genoegdoening of bijstand. Daarom roep ik, mede namens de Commissie verzoekschriften, op tot meer samenwerking tussen alle betrokken instellingen, zodat de burgers precies weten waar ze met hun klachten terecht kunnen.
Zuzana Roithová, namens de PPE-Fractie. – (CS) Geachte commissaris, geachte collega's, de internetdienst SOLVIT is al acht jaar actief en heeft in die periode 83 procent van de klachten die door burgers en ondernemingen naar aanleiding van een onjuiste tenuitvoerlegging van het communautaire recht door de lidstaten zijn ingediend, weten op te lossen, en dit telkens binnen tien dagen. In 2008 zijn dankzij de informele behandeling van zaken middels SOLVIT talrijke rechtszaken voorkomen en is ook schade vermeden ter hoogte van 32 miljoen euro.
Het probleem dat uit de drie verslagen naar voren komt, kent twee niveaus: allereerst de laksheid waarmee talrijke lidstaten het Europese recht omzetten in de nationale rechtspraktijk. We hebben het over maar liefst honderd richtlijnen die niet naar behoren kunnen functioneren ten behoeve van de interne markt. Ik ben me ervan bewust dat dit procentueel gezien niet zo heel erg veel is, maar het is wel duidelijk een percentage met verstrekkende gevolgen. Ten tweede is er het uiterst magere gebruik van het uitermate praktische instrument SOLVIT. In de Tsjechische republiek bijvoorbeeld wordt dit instrument weliswaar vakkundig ten uitvoer gelegd, maar weet helaas slechts 7 procent van de geregistreerde ondernemingen dat deze dienst überhaupt bestaat. In Frankrijk is de situatie ronduit het zorgwekkendst. Volgens de gegevens is SOLVIT daar toevertrouwd aan een enkele stagiair.
Het doet mij deugd dat onze commissie zich tevens achter de door mij in de hoedanigheid van schaduwrapporteur ingediende voorstellen geschaard heeft, bijvoorbeeld met betrekking tot de versterking van de administratieve capaciteit van het SOLVIT-netwerk in de lidstaten. Het allerbelangrijkste is echter om het netwerk onder de aandacht te brengen van ondernemingen, expats, uiteenlopende organisaties, de nationale parlementen alsook hier in het Parlement. Ik wil erop wijzen dat SOLVIT verbonden moet worden met de uiteenlopende door de Commissie opgezette contactpunten en adviesdiensten. Ook is het uiteraard van belang dat de Commissie er zorg voor draagt dat alle lidstaten tijdig worden geïnformeerd over de problemen die binnen het SOLVIT-netwerk zijn opgelost. Het is aan te bevelen dat de Commissie deze analyses publiceert middels jaarverslagen, waarmee we vervolgens uiteraard de hele gebruiksvriendelijkheid van het SOLVIT-netwerk dienen te verbeteren.
Het doet mij deugd dat onze commissie zich van links tot rechts en in groten getale achter deze drie verslagen geschaard heeft. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit ook gebeuren zal tijdens de behandeling in de plenaire vergadering. Mijn dank aan alle rapporteurs voor hun werk.
Evelyne Gebhardt, namens de S&D-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, we hebben het vandaag over de interne markt, over consumentenbescherming en de mobiliteit van de burgers van de Europese Unie. Dat zijn de thema's waar het om gaat en daar wil ik met name op ingaan.
Dat we deze drie thema's vandaag gezamenlijk behandelen, is een groot voordeel voor ons. De economie en de rechten van consumenten en werknemers zijn immers geen tegenpolen, maar onderwerpen die moeten worden samengevoegd. Daarop moeten we ons richten met het oog op de toekomst. Daarom is het goed dat we dit overkoepelende debat vandaag voeren.
Als we dit willen verwezenlijken, zullen we vooral aan drie politieke beginselen aandacht moeten besteden. Ten eerste, zoals reeds treffend verwoord door commissaris Barnier, is het zaak het protectionisme te overwinnen dat in de nationale regeringen van de lidstaten nog een belangrijke rol speelt. Dat is een essentieel punt dat aan de orde moet worden gesteld.
Als tweede politieke beginsel moeten we de rechten van consumenten en van werknemers op een zeer hoog niveau waarborgen. De interne markt betekent dus niet afschaffing van rechten, of deregulering, maar zorgen voor handhaving van de gemeenschappelijke rechten op deze gebieden op een hoog niveau. Daarom zijn wij het niet eens met een punt in het verslag van mevrouw Von Thun Und Hohenstein, namelijk het zogeheten scorebord van de interne markt of de "internemarkttest". Deze benadering is verkeerd omdat erdoor de indruk ontstaat dat het alleen om de werking van de interne markt zou gaan. Dat is niet het geval. We moeten ons afvragen welke gevolgen de wetgeving in de Europese Unie heeft op de rechten van de werknemers, de rechten van consumenten. Wij wijzen dit punt dan ook af omdat het een verkeerd concept is.
Ten derde moeten we zorgen voor een goede handhaving van de rechten op Europees niveau. Daarom hebben we een systeem van collectieve schadevorderingen nodig zodat de consumenten in deze interne markt er niet alleen voor staan, en hun rechten daadwerkelijk gestand wordt gedaan.
Robert Rochefort, namens de ALDE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, om te beginnen wil ik graag zeggen dat het mij bijzonder deugd doet dat deze gedachtewisseling over de interne markt en consumentenbescherming vanochtend als prioritair debat op de agenda staat.
Mijnheer Barnier, in de context van een economische crisis is de interne markt een troef die we echt moeten uitspelen. Binnen deze interne markt is de consumptie misschien wel de belangrijkste aanjager die we op zeer korte termijn moeten ondersteunen. Maar niet om het even welke consumptie. Wat we nodig hebben is een toekomstgerichte consumptie, die in overeenstemming is met de uitdagingen van duurzame ontwikkeling; een verantwoordelijke consumptie die niet altijd gericht is op de promotie van discountproducten die de koopkracht van gezinnen zogenaamd vergroten, maar in feite vaak van matige kwaliteit zijn en resulteren uit de vrijwel systematische verplaatsing van de productie ervan naar landen buiten de Unie. De voornaamste slachtoffers hiervan zijn bekend: de consumenten met het laagste inkomen, de kwetsbaarste consumenten.
Om kort te gaan: we moeten het vertrouwen tussen consumenten en ondernemingen – met name distributiebedrijven – terugbrengen teneinde de ontwikkeling van onze interne EU-markt te versterken en te bevorderen. Ik heb een zeer duidelijke boodschap voor de Commissie. Ja, mijnheer Dalli, we zullen u steunen, maar zijn wel enigszins bezorgd over het risico van uw onderlinge verdeling van bevoegdheden. Wij zijn bang dat dit zal leiden tot een versnippering van uw verantwoordelijkheden. Tegelijkertijd zullen we er nauwlettend op toezien dat u echt op een gecoördineerde wijze samenwerkt. Wij verwachten dat de belangen van de consument in de geest van het Verdrag van Lissabon daadwerkelijk worden behartigd in al het EU-beleid.
Ik zal u onmiddellijk een voorbeeld geven dat de heer Barnier, de heer Dalli én mevrouw Reding aan elkaar koppelt. Het wordt tijd om gevolg te geven aan het Groenboek over collectief verhaal. Wij verwachten dat u op dit stuk vooruitgang boekt. Overigens, mijnheer Dalli, aangezien u eraan hebt gerefereerd, zou ik u willen vragen of u in deze kwestie al een tijdschema hebt. Ook verwachten wij van u een nieuwe specifiek Europese vorm van collectief verhaal zodat dit de al te bekende misstanden van het Amerikaanse systeem kan ontwijken en wij met iets kunnen komen dat in ieders voordeel, in ieders belang is.
Ik feliciteer onze collega, mevrouw Hedh, met haar bijzonder complete verslag. Ik wijs er met name op dat zij in haar verslag terecht de nadruk legt op de voorlichting aan de consument, die van essentieel belang is en een levenslang karakter moet hebben daar deze niet alleen gericht moet zijn op jonge kinderen, maar ook op consumenten, aangezien producten zo sterk veranderen en marketingkrachten geraffineerder worden.
(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Tot slot wil ik slechts dit zeggen: indicatoren, scoreborden, het is allemaal prima – en dit zeg ik als voormalig statisticus en econoom –, maar geen vervanging van de politieke wil, die ons de echte aanzet moet geven tot actie.
Heide Rühle, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik wil mij aansluiten bij de woorden van commissaris Barnier aan het begin, namelijk dat de interne markt in de huidige crisis van groot belang is. Dat is opnieuw duidelijk gebleken. Een voorwaarde voor de goede werking van de interne markt is evenwel dat de burgers er vertrouwen in hebben. En daaraan ontbreekt het nog op veel terreinen. Wij merken als afgevaardigden in de debatten in onze thuislanden regelmatig dat er nog veel argwaan bestaat jegens de interne markt en dat zaken als protectionisme niet alleen door regeringen, maar ook door tal van burgers gesteund worden. Het is dan ook des te belangrijker dat we in het Parlement werken aan meer vertrouwen in de interne markt, waarbij het consumentenbeleid vanzelfsprekend een cruciale rol speelt. Het vertrouwen van consumenten in de interne markt kan worden bevorderd en versterkt door het consumentenbeleid en een hoogwaardige consumentenbescherming. Aan deze aspecten moeten we dan ook extra aandacht besteden.
Het doet mij genoegen dat u hier vandaag als commissarissen gezamenlijk aanwezig bent. U weet immers dat ook onze fractie haar vraagtekens plaatste bij het feit dat er niet langer één commissaris voor consumentenbeleid is, aangezien mevrouw Kuneva een bijzonder positieve bijdrage heeft geleverd. Het doet mij dan ook deugd dat u hier laat zien bereid te zijn op dit gebied samen te werken. We waren ook bang dat de verdeling over verschillende commissarissen uiteindelijk negatief zou uitpakken voor de consumentenbescherming. Ik hoop echter dat dit signaal geen eendagsvlieg is, maar dat u tot een nauwe samenwerking bereid bent, aangezien het hier gaat om zeer belangrijke kwesties. Zo is bijvoorbeeld het recht van collectieve procedures of collectieve rechtsvorderingen een onderwerp dat nog verder uitgewerkt dient te worden. Ook dat is van belang om het vertrouwen van burgers te vergroten.
We hebben meer instrumenten nodig die duidelijk maken dat de burgers in de interne markt beschermd worden. SOLVIT speelt daarbij een uitermate belangrijke rol. Wij staan dan ook volledig achter het verslag van collega Buşoi. SOLVIT voorziet in de mogelijkheid om problemen buitengerechtelijk op te lossen, en draagt zo bij aan het vertrouwen in de interne markt en een vergroting van de kennis over de interne markt, waaraan het ook bij de autoriteiten in de lidstaten vaak schort. SOLVIT kan hier een belangrijke en centrale aanvulling bieden. Ik ben dit jaar rapporteur voor de begroting en ik kan de heer Dalli verzekeren dat we aandacht zullen besteden aan de begrotingskwesties en de toewijzing van middelen op het gebied van consumentenbeleid. Wij hebben bij de Begrotingscommissie reeds aangegeven dat we vanzelfsprekend wensen dat er fondsen verstrekt zullen blijven worden en dat we willen dat de juiste gelden worden ingezet. U kunt hierbij op onze steun rekenen.
Samenvattend vind ik dat deze drie verslagen een buitengewoon belangrijk en goed signaal afgeven. We steunen de verslagen dan ook. Er is een punt waarop we kritiek hebben, namelijk de internemarkttest, die naar ons idee enigszins eenzijdig is. Bij het controleren van de richtlijnen moeten diverse aspecten worden meegewogen. Daarbij is ook de duurzaamheid van belang, evenals sociale vraagstukken. Als we een controle gaan uitvoeren, moet deze niet alleen op de interne markt gericht zijn, maar een bredere focus hebben. Ook het beginsel van subsidiariteit mag in dit verband niet tekort worden gedaan. Daarom vinden wij de eenzijdige vermelding van de internemarkttest betreurenswaardig. Wij zijn het echter in principe eens met de aanpak van de rapporteur, ook wat de internemarkttest betreft, en zullen dan ook voor het verslag stemmen.
Adam Bielan, namens de ECR-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, de opbouw van de gemeenschappelijke markt op basis van de vier vrijheden – vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten – is een proces dat nog steeds niet is afgerond. Vooral waar het gaat om die vierde vrijheid – vrij verkeer van diensten – is er nog veel werk te verrichten. Het gaat hier om een uitermate belangrijk proces, zeker in tijden van economische neergang of economische crisis waar ons continent op dit moment mee te maken heeft. Juist wanneer we te maken hebben met economische neergang moeten we het hebben over de voordelen van de gemeenschappelijke markt. Wellicht dat dan de politieke wil waartoe de heer Rochefort heeft opgeroepen, zich manifesteert.
Ik wil het Bureau van het Europees Parlement er dan ook mee feliciteren dat het de ernst van het probleem inziet en heeft besloten om het debat over deze drie verslagen op deze zitting van het Parlement prioriteit te geven. Mijn dank en felicitaties aan de voorzitter van de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de heer Harbour, voor de doeltreffendheid van de maatregelen op dit gebied. Ook feliciteer ik de drie rapporteurs van deze drie bijzonder belangrijke verslagen. We kunnen echter een zekere absurditeit niet over het hoofd zien. Vandaag discussiëren wij op de plenaire zitting over het verslag van mevrouw Thun – een uitstekend verslag overigens – maar dit verslag betreft het scorebord van de interne markt over het jaar 2008. Ondertussen heeft de Commissie een aantal dagen geleden al het scorebord van de interne markt over het jaar 2009 gepubliceerd. Ik denk dat dit een extra argument is om in de toekomst alle vier de verslagen die de interne markt volgen tegelijkertijd te publiceren. Het scorebord van de interne markt, het scorebord van de consumentenmarkt, het SOLVIT-verslag en het verslag van de Wegwijzerdienst voor burgers gaan immers allemaal over hetzelfde onderwerp, daarom zouden we ze ook tegelijkertijd moet ontvangen.
Tot slot wil ik mijn steun uitspreken voor de twee belangrijkste voorstellen uit het verslag van mevrouw Thun. Ik sta zowel volledig achter het voorstel om jaarlijks een internemarktforum te organiseren, als achter het nog veel belangrijkere voorstel voor een verplichte test, de zogenaamde internemarkttest, die in de toekomst aan elk voorstel van de Europese Commissie zou moeten worden toegevoegd.
Kyriacos Triantaphyllides, namens de GUE/NGL-Fractie. – (EL) Mijnheer de Voorzitter, steeds meer dringt zich de mening op – die ook wordt bevestigd door het Verdrag van Lissabon en de standpunten van de Commissie – dat het beleid voor consumentenbescherming gericht moet zijn op het waarborgen van een gezonde markt, waarop de burger in alle veiligheid en met vertrouwen actief kan zijn.
Het uitgangspunt van deze opvatting is dat als de consument zich goed voelt en vertrouwen heeft in de markt, grensoverschrijdende handel wordt aangemoedigd, concurrentie wordt gestimuleerd en consumenten de beschikking krijgen over een grotere keuze aan producten en diensten tegen concurrerende prijzen.
Wij zijn het echter niet eens met het standpunt en de opvatting dat een efficiënte en soepele consumptiemarkt van doorslaggevend belang is voor het concurrentievermogen en het welzijn van de burgers. Zoals de economische crisis heeft aangetoond moeten wij ons laten leiden door de bijzondere omstandigheden in elk land en mogen wij niet zomaar dogmatisch een bepaald model, een model van onvervalste concurrentie, overnemen. Het concurrentievermogen heeft volgens ons geen rechtstreekse band met het welzijn van de burgers maar is veeleer goed is voor de ondernemingen. Gebleken is immers dat het normaliter niet de consumenten zijn aan wie prijsdalingen ten goede komen.
Er moet controle worden uitgeoefend op de prijzen van basisgoederen, ten behoeve van de financieel minst draagkrachtige bevolkingsgroepen en van de burgers in hun geheel. Alleen een beleid waarin niet het concurrentievermogen maar de mens en zijn welzijn in het middelpunt staan, zal de consumenten meer bescherming kunnen bieden.
Dit gezegd hebbende stemmen wij weliswaar in met het bestaan van een scorebord waarmee de tevredenheid van de Europese consumenten over de soepele werking van de markt wordt gemeten en beoordeeld, maar wij mogen daarbij niet het echte probleem en het echte doel uit het oog verliezen, namelijk de werking van een op de mens gerichte interne markt die draait om het welzijn van de mensen en niet om dat van de cijfers. Voor ons is het consumentenscorebord een instrument waarmee de tevredenheid wordt gemeten binnen een specifiek kader en op een bepaald moment. Dit registratie- en beoordelingsinstrument alléén kan de burgers echter niet meer welzijn verschaffen omdat, zoals wordt beweerd, de consumenten daarmee meer zelfvertrouwen zouden krijgen en zich veiliger zouden voelen.
Daar komt bij dat beoordelingen altijd gebaseerd moeten zijn op sociaal meetbare doelstellingen. Ook wijzen wij erop dat, omdat het scorebord voornamelijk tot doel heeft de klachten van consumenten te registreren, de nadruk moet worden gelegd op maatregelen tegen ongeoorloofd winstbejag,
Oreste Rossi, namens de EFD-Fractie. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, vandaag debatteren we over drie maatregelen met betrekking tot de gezondheidszorg en de consumentenbescherming. In de commissie hebben we al vóór deze maatregelen gestemd en in de plenaire vergadering zullen we dat opnieuw doen.
Wij staan aan de kant van de burgers, die te vaak worden benadeeld door besluiten van Europese organen. Ik denk daarbij aan het besluit van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens om hun de vrijheid te ontzeggen om het kruisbeeld te tonen, aan het onvermogen om illegale immigratie op een doeltreffende manier aan te pakken, aan de oneindige stroom immigranten uit derde landen die de banen van onze burgers afnemen en aan de angst om de consument correct te informeren over de producten die ze kopen en over de herkomst van voedingsmiddelen.
In het verslag-Hedh wordt veel belang gehecht aan het perspectief van de Europese burgers, die dag in dag uit de voor- en nadelen van de interne markt ondervinden, en wordt onderstreept dat de benoeming van een commissaris voor Consumentenbescherming in 2007 een goede stap is geweest. In dit verslag wordt ook gewezen op de noodzaak om de toezichts- en controlemechanismen van de lidstaten te harmoniseren, ook ten opzichte van derde landen.
In het verslag-Thun Und Hohenstein wordt kritiek gegeven op bepaalde houdingen die in het verleden zijn aangenomen en wordt gepleit voor een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de lidstaten en de Commissie.
Het verslag-Buşoi gaat over het SOLVIT-netwerk, dat door de Europese Commissie is opgezet om burgers en bedrijven gratis steun te bieden bij het uitoefenen van hun rechten in de EU, met name in geschillen. In dit verslag wordt tevens kritiek uitgeoefend op inefficiënte elementen in het netwerk en wordt geadviseerd betere voorlichting te verstrekken aan burgers en bedrijven, die vaak niet op de hoogte zijn van het bestaan van deze structuur. Voor ons wetgevers moeten burgers en consumenten onze grootste zorg zijn.
Angelika Werthmann (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, SOLVIT kan en moet een wezenlijke bijdrage leveren aan het vergroten van de transparantie in de uitvoering en handhaving van de mensen- en burgerrechten in de interne markt. Het online SOLVIT-netwerk voor probleemoplossing biedt een pragmatische benadering die zowel burgers als bedrijven lasten ten goede komt, zonder al te veel bureaucratische rompslomp.
Uit het verslag van 2009 blijkt evenwel ook dat het in bijna 40 procent van de vragen van burgers ging om verblijfsbepalingen in een ander EU-land. Dat doet de vraag rijzen of de tenuitvoerlegging van verblijfsrechten nog altijd niet op transparante wijze geschiedt.
Tiziano Motti (PPE). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, vandaag gaan we stemmen over het initiatiefverslag over consumentenbescherming, een heel belangrijk instrument waarvoor ik de rapporteur, mevrouw Hedh, overigens nog moet bedanken. Ook de andere rapporteurs wil ik bedanken voor de uitstekende sfeer waarin we hebben samengewerkt.
Op veel punten waren we het volstrekt met elkaar eens en aan andere punten kunnen we hopelijk in de toekomst werken: om precies te zijn het door de Europese Commissie voorgestelde Europees scorebord voor de consumentenmarkten, een zeer belangrijk instrument dat naar mijn mening echter nog geen gestandaardiseerde gegevens levert op basis waarvan duidelijke besluiten kunnen worden genomen. Als we een bedrijf waren en over de toekomst van het bedrijf zouden beslissen op basis van gegevens die nog onnauwkeurig zijn, zouden we ook failliet kunnen gaan. Daarom hoop ik dat we in de toekomst kunnen werken aan een databank op basis waarvan we eenduidige beslissingen kunnen nemen.
We moeten rekening houden, ook in dit verslag, met de grote last die we de consumenten opleggen, maar naar mijn mening en volgens het standpunt van mijn fractie is in de toekomst een beter evenwicht nodig, omdat de Europese burgers niet alleen consumenten, maar ook werknemers zijn van bedrijven die in de interne markt actief zijn. Daarom moeten we altijd rekening houden met het evenwicht dat er moet zijn tussen de dienstverlener of producent en de consument zelf, want dat is ons doel.
Een geïnformeerde consument is een vrije consument – dus elk initiatief om nadere informatie te verstrekken is welkom – maar we hebben 'nee' gezegd tegen de schoolprogramma's, omdat we niet in de plaats van de consument moeten treden als het gaat om diens keuzevrijheid, en wij zijn van mening dat de ouders de belangrijkste rol vervullen voor de voorlichting over consumptie. De ouders hebben bovendien controle op wat hun kinderen consumeren, vooral als ze nog jong zijn.
Wat volwassenen betreft, is het waar dat de consument soms moeite heeft om via de geschikte juridische wegen bescherming te zoeken, en daarom zijn wij voorstander van buitengerechtelijk verhaal. Wij vinden echter dat er meer kan worden gedaan, met name in crisistijd, om bestaande structuren beter te laten functioneren en het aantal ombudsmannen dat de consumenten beschermt te laten toenemen.
Tot slot een opmerking over de diensten die de overheid biedt: ik betreur het dat er niet uitdrukkelijk is gewezen op het feit dat de overheid, gemeenten, instanties, provincies en zelfs de nationale overheden een referentie zijn voor de consument. Ik hoop dat we in de toekomst meer kunnen doen, omdat de consument ook moet kunnen worden beschermd tegen deze slecht functionerende diensten van de overheid.
Liem Hoang Ngoc (S&D). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de voorzitter, ik bedank mevrouw Thun Und Hohenstein voor haar consciëntieuze werk en de algemene kwaliteit van haar verslag.
Als schaduwrapporteur voor de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement doet het mij bijzonder deugd dat de stemming in de Commissie interne markt en consumentenbescherming het mogelijk heeft gemaakt in het eindverslag een aantal in onze ogen essentiële ideeën op te nemen.
Het eerste is de noodzaak van een meer kwalitatieve aanpak in het kader van de uitvoering van het scorebord van de interne markt, waardoor de redenen voor de omzettingsachterstand kunnen worden blootgelegd. Wij onderschatten niet hoe nuttig de statistische gegevens zijn en hoeveel druk de aanwijzing van de goede en slechte leerlingen van de EU met zich meebrengt, maar wij vinden dat de Commissie ambitieuzer zou moeten zijn en zou moeten proberen van dit scorebord een instrument te maken voor de bespreking van de problemen waarmee de lidstaten te kampen hebben tijdens het omzettingsproces. Dit te meer daar wij allemaal weten dat de omzettingsachterstand soms niet het gevolg is van kwaadwilligheid van de lidstaten, maar van de matige kwaliteit van de om te zetten Europese wetgeving.
Het tweede aspect waarop ik mij heb gefocust, is de noodzaak de dialoog tussen de Commissie en de lidstaten gedurende de hele omzettingsperiode te versterken. Hoe meer de informatie-uitwisseling aan de bron plaatsvindt, hoe meer het risico van incorrecte of helemaal geen omzetting kan worden vermeden.
Eén punt in het verslag vormt echter een probleem, namelijk paragraaf 10, die aanvankelijk ontbrak in het ontwerpverslag van mevrouw Thun Und Hohenstein. In deze paragraaf wordt de creatie voorgesteld van een 'internemarkttest' voor alle nieuwe EU-regelgeving die wordt voorgesteld. Wij verzetten ons hier fel tegen omdat zo'n test ons op zijn best zinloos en op zijn slechtst gevaarlijk lijkt.
Tijdens de effectbeoordelingen die de Europese Commissie bij ieder nieuw wetgevingsvoorstel verricht, wordt er namelijk al gekeken of er nog obstakels resteren voor de voltooiing van de interne markt. Wij zouden niet willen dat deze internemarkttest wordt gebruikt als voorwendsel voor het ondermijnen van vooruitgang op sociaal of milieugebied. In dat geval zouden wij er niet mee instemmen.
Jürgen Creutzmann (ALDE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, commissaris Barnier, commissaris Dalli, het feit dat we vandaag drie initiatiefverslagen over consumentenbescherming en de interne markt behandelen, laat zien dat er op deze gebieden ondanks geboekte successen nog veel te verbeteren valt. Over de hele linie hebben de lidstaten zeker veel verbeterd in de omzetting van de internemarktrichtlijnen, maar er zijn toch nog zeven lidstaten die het door de Commissie gestelde doel niet gehaald hebben, namelijk om de achterstand bij de omzetting van intermarktrichtlijnen tot 1 procent terug te dringen.
Het hoofdprobleem is echter niet de omzetting, maar vooral de toepassing van het EU-recht. Zo duurt het bij inbreuken door lidstaten gemiddeld 18 maanden – dus nog altijd veel te lang – voordat zij het arrest van het Hof van Justitie uitvoeren. Dat blijkt uit het actuele scorebord van de interne markt en het is voor de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa onacceptabel. Deze tekortkoming zorgt voor problemen bij burgers en met name bij kleine en middelgrote ondernemingen; zij vertrouwen op de geharmoniseerde regels in de interne markt, maar worden met onverwachte, tijdrovende en bureaucratische belemmeringen geconfronteerd wanneer zij over de grens actief willen worden.
Om die reden is het van belang om SOLVIT verder uit te breiden. SOLVIT is een online-netwerk voor probleemoplossing waarin de lidstaten samenwerken aan het vinden van pragmatische oplossingen voor problemen die ontstaan wegens een onjuiste toepassing van de wettelijke internemarktvoorschriften door overheidsinstanties. Alle lidstaten moeten nu eindelijk de financiële middelen en voldoende goed opgeleid personeel ter beschikking stellen aan de SOLVIT-centra. De ALDE-Fractie eist nadrukkelijk dat in de lidstaten meer bekendheid aan SOLVIT wordt gegeven, teneinde de grensoverschrijdende afzet van producten en diensten te vergemakkelijken. Hiertoe moeten de relevante verenigingen worden betrokken bij groots opgezette voorlichtingscampagnes en dient er een uniforme en duidelijke portaalsite te worden gecreëerd met een eenvoudig adres waarop alle soorten klachten in behandeling worden genomen.
Malcolm Harbour (ECR). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, als voorzitter van de Commissie interne markt en consumentenbescherming wil ik allereerst graag zeggen dat wij het allen zeer op prijs stellen dat de commissarissen Barnier en Dalli hier vandaag allebei aanwezig zijn, zoals een aantal van mijn collega's heeft opgemerkt, en in de tweede plaats wil ik opmerken dat dit volgens mij een bijzondere gelegenheid voor het Parlement is.
We hebben één commissie die drie initiatiefverslagen heeft samengesteld die zijn gericht op het toezicht op en de uitvoering van belangrijke wetgevingsinstrumenten en zoals u, commissaris Barnier, hebt gezegd, wordt er bij het meten van succes niet alleen gekeken naar het aantal wetgevingsvoorstellen dat iemand indient, maar ook naar de werking daarvan.
Ik denk dat dit een zeer belangrijke ontwikkeling is, waar alle commissies in dit Parlement aan mee moeten doen. Ik wil vooral alle coördinatoren in de commissie bedanken die met mij hebben gewerkt om voortgang te boeken en ook om de nationale parlementen bij de discussie te betrekken.
Ik hoop van harte, zoals beide commissarissen hebben aangegeven, dat we een bredere discussie over de interne markt zullen voeren, maar we willen graag dat uw verslagen worden samengevoegd, zodat dit debat over dit zeer belangrijke onderwerp een jaarlijkse gebeurtenis in het Parlement kan worden.
Ik denk dat het veelzeggend is – als we kijken naar het voorstel voor EU 2020 – dat de voltooiing van de interne markt nu is verplaatst naar een paragraaf waarin het gaat over ontbrekende schakels en netwerken die moeten worden voltooid. Ik hoop dat alle collega's het met mij eens zijn dat dit absoluut onaanvaardbaar is. Met het EU 2020-initiatief wordt een beroep gedaan op de lidstaten om een bijdrage te leveren en we hebben van de rapporteurs – die ik hartelijk voor hun verslagen bedank – gehoord dat de lidstaten moeten bijdragen aan de voltooiing van de interne markt.
Dit moet een toonaangevend initiatief zijn en het mag niet worden gedegradeerd zoals dat in het EU 2020-initiatief is gebeurd. Ik hoop dat u ons de komende weken beiden zult helpen om dat te bewerkstelligen.
Trevor Colman (EFD). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de eerste wanklank vanmorgen: deze verslagen bieden een volledige ondersteuning voor de uitvoering van EU-wetgeving inzake consumentenbescherming in lidstaten en het toezicht op het integratieproces van de markten, waarover in een jaarverslag zal worden gerapporteerd.
Een van de belangrijkste aanbevelingen is de instelling van een scorebord voor de consumentenmarkten over zaken als klachten, prijzen, tevredenheid, omschakeling en veiligheid, plus een groot aantal bijkomende indicatoren voor de lange termijn. De Commissie wil een diepgaande analyse maken van alle zogenaamde problematische sectoren die zijn vastgesteld in het scorebord voor de consumentenmarkten.
Dit bureaucratische netwerk van met elkaar verbonden handhavingsmechanismen en zichzelf in stand houdende regelgeving zal net zo'n effect hebben op de kleine middenstand in Groot-Brittannië als het gemeenschappelijk visserijbeleid op de Britse visserij heeft gehad: het zal deze kapotmaken.
De kleine ondernemer is weer eens het doelwit en de dupe van bureaucratie en overregulering. Ik ben ervan overtuigd dat deze voorstellen goedbedoeld zijn, maar hier is alwéér een EU-oplossing gevonden voor iets wat helemaal geen probleem is.
Andreas Schwab (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, ik wil mij uitdrukkelijk scharen achter de eerdere bijdragen van mijn collega's – met uitzondering van de laatste – en direct overgaan tot de meest belangrijke punten.
Het verslag van collega Von Thun toont op succesvolle wijze aan hoe wij als Parlement kunnen laten zien dat we de besluiten die we gezamenlijk met de Raad hebben genomen, ook daadwerkelijk willen uitvoeren. Het is aan de lidstaten om regelgeving uit te voeren. Als Parlement moeten we er samen met de Commissie de komende jaren extra op toezien dat deze uitvoering ook echt zal plaatsvinden.
Uit het verslag blijkt in de tweede plaats dat de opdeling die de socialisten kennelijk voor ogen hebben, namelijk dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor de voordelen, de consumentenbescherming en de werknemerbescherming, maar dat de Commissie de interne markt controleert, niet zal werken.
Daarom is ons verzoek, zoals opgenomen in het verslag met de internemarkttest, dat we alle wezenlijke zaken die we waarderen in de interne markt, die de consument wenst en de ondernemer nodig heeft, samenbrengen en een zuivere evaluatie doorvoeren.
Het is niet onze bedoeling om de rechten van werknemers te ondermijnen, maar we willen wel dat deze werknemers ook de producten kunnen kopen die zij willen hebben. Het is niet onze bedoeling om de sociale structuren in de lidstaten aan te tasten, maar we willen er wel voor zorgen dat ze worden aangepast met het oog op de toekomst. Daartoe zal het Parlement samen met de Commissie een aanpak moeten afstemmen. Het kan niet zo zijn dat de Commissie voor de moeilijkheden moet opdraaien, terwijl het Parlement mooie beloften doet.
Ten tweede blijkt uit het verslag van mevrouw Hedh, dat, zoals alle verslagen die wij hier behandelen, op uitstekende wijze is aangevuld door de schaduwrapporteurs, dat we het consumentenvertrouwen even zwaar moeten laten meewegen als het vertrouwen van het bedrijfsleven. Dat is een taak voor de toekomst die wij slechts kunnen volbrengen als wij de doelstelling van de interne markt langdurig centraal blijven stellen. We zullen een einde moeten maken aan de versplintering in verschillende directoraten-generaal en uiteenlopende beleidslijnen en de interne markt werkelijk gaan beschouwen als het grote doel van Europa, dat we de afgelopen jaren te veel links hebben laten liggen.
Het doet mij genoegen, geachte commissarissen, dat u hier vandaag beiden bent en dat u deze aanzet de komende vijf jaar ook in de Commissie mee zult nemen.
Catherine Stihler (S&D). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de commissarissen en de rapporteurs bedanken. Ik was schaduwrapporteur voor het verslag over SOLVIT, en daar wil ik mij, namens mijn fractie, de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement, op concentreren.
Het concept van SOLVIT is fantastisch en ik denk dat commissaris Dalli het goed heeft samengevat door te zeggen dat het allemaal om mensen draait. De burger staat centraal in SOLVIT en het probeert hulp te bieden aan degenen die op barrières en problemen stuiten die door de EU zijn gecreëerd en het probeert die problemen binnen tien weken op te lossen. Ik weet dat sommigen terugschrikken voor zoiets als 'ik ben van de regering en ik kom u helpen', maar SOLVIT is, in essentie, een netwerk in 27 lidstaten dat precies daarvoor is bedoeld: om te helpen.
Ik wil al degenen die in de lidstaten in SOLVIT-centra werken hier noemen en hun mijn respect betonen. Vorig jaar heb ik een ontmoeting gehad met het kleine team dat het SOLVIT-centrum in het Verenigd Koninkrijk runt. De werkwijze van het SOLVIT-centrum in het Verenigd Koninkrijk is een voorbeeld van beste praktijken, omdat het een SOLVIT+-model probeert te hanteren dat verder gaat in de hulp aan bedrijven en individuen die met een probleem bij hen komen. Het team is geïntegreerd in de Europese regelgevende afdeling van het ministerie van Handel en Industrie. Het doel van een van mijn vele amendementen was om ervoor te zorgen dat de centra in de hele EU zonder uitzondering over voldoende personeel beschikken.
Commissaris Barnier, in december heb ik de kwestie-SOLVIT in het Parlement aan de orde gesteld in uw aanwezigheid en heb ik opgemerkt dat ons in de herfst in de commissie was verteld dat het SOLVIT-centrum in uw eigen lidstaat door een stagiair werd gerund. De commissieleden waren geschokt. Mag ik u net als in december vragen of er verandering in die situatie is gekomen? Indien u het Parlement deze informatie niet kunt geven, kunt u de zaak dan uitzoeken? Het is belangrijk dat SOLVIT-centra over goed personeel beschikken.
De interne markt is de kern van wat ons bindt. Het is belangrijk dat onze wetgeving duidelijker wordt en eenvoudiger te interpreteren is voor de lidstaten, zodat de interne markt zo soepel mogelijk kan functioneren en consumenten kunnen profiteren van de beste prijs en de hoogste kwaliteit.
Tot slot vraag ik mij af waarom er in het Parlement geen SOLVIT-dag is. Waarom hebben we geen SOLVIT-posters op de ramen van al onze kiesdistrictkantoren? Wat kunnen we doen om alle nationale politici en hun politieke kantoren informatie te geven over de voordelen van SOLVIT? Ik hoop dat we SOLVIT zullen blijven steunen om de mensen te helpen die we hier vertegenwoordigen.
Morten Løkkegaard (ALDE). - (DA) Mijnheer de Voorzitter, als schaduwrapporteur voor het verslag over het scorebord van de interne markt zal ik me op dit onderwerp concentreren en in dit verband moet ik zeggen dat het vandaag een heuglijke dag is. Vandaag kunnen we het er allemaal over eens zijn dat deze scoreborden uitzonderlijk goed werken. Fundamenteel zijn ze een groot succes en daarom kunnen we het er vermoedelijk over eens zijn dat er meer moet worden gedaan voor de bevordering ervan. Het verheugt mij ook om te zien dat de sociaaldemocraten erachter zijn gekomen dat het in ieder geval geen goed idee is om ertegen te stemmen. Wat betreft de beroemde test die is voorgesteld, steunen wij van de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa dit voorstel uiteraard en vinden wij het overigens moeilijk te begrijpen waar de enigszins defensieve argumentatie tegen het voorstel op gebaseerd is. Daar kunnen we later echter nog op terugkomen. Ik stel slechts in het algemeen vast dat het zeer verheugend is dat er brede overeenstemming is over de voorstellen en ook het verslag.
Ik zal me concentreren op een aantal, mijns inziens goede, dingen die in het verslag zijn opgenomen. Ten eerste zijn we erin geslaagd om de aandacht te vestigen op de behoefte aan ruimere bevoegdheden voor het bestuur in de lidstaten, zowel op nationaal als regionaal en lokaal niveau. Ik ben van mening dat een van de problemen met de scoreborden is dat er nog steeds bevoegdheden ontbreken, wanneer het erom gaat de dingen goed te laten functioneren. Daarom is het goed dat dit ook in het verslag opgenomen is.
Een ander goed element is de aandacht voor handhaving. De SOLVIT-centra hebben veel lof gekregen en daar sluit ik mij volledig bij aan. Zoals de laatste spreker heeft gezegd, zouden we in het Parlement een SOLVIT-dag kunnen invoeren. Naar mijn mening is het grootste probleem van SOLVIT dat het niet bekend genoeg is. Er bestaat werkelijk een grote behoefte aan meer aandacht voor SOLVIT – veel meer dan vandaag de dag het geval is – wat mij op het laatste punt brengt, namelijk dat dit een communicatiekwestie is, wat ook blijkt uit het verslag. We moeten werkelijk tegenover de pers en ook de rest van het publiek op de grote trom slaan en ervoor zorgen dat er meer aandacht komt voor bijvoorbeeld SOLVIT en de scoreborden.
In het algemeen wil ik zeggen dat het mij verheugt om namens mijn fractie te kunnen zeggen dat wij dit verslag volmondig steunen en natuurlijk hoop ik dat de Commissie – en voor zover ik heb begrepen ...
(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Edvard Kožušník (ECR). – (CS) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het is misschien goed als ik om te beginnen iets zeg dat nog niet gezegd is hier in deze zaal, en wel dat mevrouw de commissaris Kuneva dubbel en dwars ons aller dank verdiend heeft. Evenals alle andere collega's doet het mij deugd dat we hier vandaag beide commissarissen in ons midden hebben, zowel de heer Dalli als de heer Barnier, die voor zijn benoeming nog lid was van onze commissie.
Ik heb persoonlijk collega's ontmoet die verantwoordelijk zijn voor SOLVIT in Tsjechië. Ik acht dit netwerk uitermate nuttig voor de interne markt, wat niet wegneemt dat er nog heel wat veranderd dient te worden aan de sterk uiteenlopende manieren waarop de lidstaten omspringen met dit instrument. Het is bovendien van belang dat er ook een grensoverschrijdend element in komt te zitten. Ik twijfel er niet aan dat beide commissarissen zullen bijdragen aan de totstandkoming van een ware grensoverschrijdende consumentenmarkt en dan met name aan de verwijdering van de uiteenlopende nationale uitzonderingen die een obstakel vormen hiertoe, opdat er een volledig geharmoniseerde consumentenmarkt tot stand kan komen.
Ik persoonlijk denk dat opening van de grensoverschrijdende markt tot meer concurrentie leidt en aldus een doeltreffend instrument zijn zal in de strijd tegen de economische crisis waar we ons nu middenin bevinden.
Othmar Karas (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte commissarissen, dames en heren, laten we, zoals commissaris Barnier tijdens de hoorzitting gezegd heeft, de interne markt tot onze vriend maken. Als we deze taak serieus nemen, zullen we van de interne markt onze thuismarkt moeten maken. Als we dat doen, wordt de interne markt een plaats waar de burgers van de Europese Unie kunnen leven. Wij zijn Europa. Europa als plaats om te leven, of als thuisland, dat is een groot verschil.
De interne markt is geen afgeronde zaak, maar herbergt nog een groot potentieel. De Commissie moet alle belemmeringen opsporen en met maatregelen komen om deze weg te nemen. De euro en de interne markt zijn ons meest succesvolle antwoord op de uitdagingen van de globalisering, zowel intern als extern. De sterke punten van de interne markt zijn de kwalificaties van de Europese burgers en de kleine en middelgrote ondernemingen, die 90 procent van de economie uitmaken. Daarom is het van belang dat de Small Business Act zo snel mogelijk in alle lidstaten wordt omgezet. Laten we er een symbool van de interne markt van maken. 80 procent van de economie in de Unie wordt echter met krediet gefinancierd en slechts 20 procent middels de kapitaalmarkt. Daar moeten we op letten bij de herregulering van de financiële markt.
Het derde sterke punt is de concurrerende exportsector. Er wringt ook nog het een en ander: de horizontale aanpak tegenover de sectorale belangen, de vier vrijheden tegenover de verschillende sociale realiteiten, de scheve verhoudingen op het gebied van competenties, met name voor belastingen, onderwijs en onderzoek, de nog niet tot stand gebrachte duurzame sociale markteconomie. Voor al deze zaken moeten we een oplossing vinden. Er moet een one-stop-shop worden ingericht waar informatie inzake de interne markt verstrekt wordt die gericht is op bedrijven en consumentenbescherming.
Het jaarlijks terugkerende Internemarktforum en het gemeenschappelijke debat over deze drie verslagen stelt ons in de gelegenheid al deze vragen te stellen en de interne markt te laten uitgroeien tot de thuismarkt van alle burgers in Europa.
Bernadette Vergnaud (S&D). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissarissen, dames en heren, ik ben bijzonder blij met deze gelegenheid om tijdens een prioritair debat deze drie verslagen te bespreken die betrekking hebben op het dagelijks leven van de burgers. Ik feliciteer onze rapporteurs bovendien met hun werk en wil het meer in het bijzonder hebben over het SOLVIT-netwerk.
Dit netwerk bestaat inmiddels acht jaar; het heeft een groot aantal problemen weten op te lossen en is toch volstrekt onbekend. Hoe vaak heb ik mensen niet moeten verwijzen naar dit netwerk, waarvan zij het bestaan niet eens vermoedden, zelfs al zou dit instrument het imago kunnen versterken van een Europa dat de rechten van zijn burgers beschermt.
Ik moet toegeven – en ik ben erg blij dat de heer Barnier hier is – dat ik begrijp dat de regering van mijn land het niet echt promoot. Het grotere aantal zaken zou een enorme kluif worden voor de ene stagiair die momenteel, in 2010, verantwoordelijk is voor het SOLVIT-netwerk in Frankrijk – toegegeven: een land met maar 60 miljoen inwoners en dat slechts de tweede EU-lidstaat is uit het oogpunt van het in 2009 ingediende aantal dossiers.
Het percentage opgeloste dossiers is inderdaad verbazingwekkend hoog, maar de tijdsbestekken zijn dramatisch, met een gemiddelde van vijftien weken voordat een dossier wordt behandeld – vijf weken na het verstrijken van de streeftermijn.
Ik verzoek de Commissie en de lidstaten dan ook reële financiële en personele middelen te verstrekken en grote voorlichtingscampagnes te lanceren die hoofdzakelijk gericht zijn op het bedrijfsleven, dat in 2009 evenveel dossiers indiende als in 2004.
Olle Schmidt (ALDE). – (SV) Mijnheer de Voorzitter, commissarissen, ik wil de betrokken rapporteurs bedanken voor hun goede werk. Ondanks zijn tekortkomingen is de interne markt van de EU een groot succes en ik kan de kritiek van de heer Colman moeilijk begrijpen. De interne markt heeft ten doel om de consumenten ruime keuze aan kwalitatieve goederen en diensten tegen een goede prijs te bieden en tezelfdertijd goede consumentenbescherming te garanderen. Ik denk daarom dat we naar een volledige harmonisatie van de consumentenrechten op een hoog beschermingsniveau moeten streven opdat de consumenten echt baat kunnen hebben bij de voordelen van de interne markt. Dat is met name belangrijk in het licht van de toenemende grensoverschrijdende handel en e-handel.
Ik ben ervan overtuigd dat een collectief verhaalmechanisme een effectieve manier zou zijn om de Europese consumenten te versterken, zij het niet naar Amerikaans model, maar naar Europees model. Wat dat betreft, mogen we niet langer talmen en moeten we eindelijk uit de startblokken schieten. Ik ben blij dat commissaris Dalli zich hiervoor inzet.
We weten allemaal dat momenteel de meeste banen worden gecreëerd in de dienstensector. Daarom is het belangrijk dat de EU een echte Europese dienstensector krijgt waarin ondernemers en consumenten niet alleen nationaal maar ook in de interne markt ongehinderd actief kunnen zijn. We hebben een werkende handel in gezondheidsdiensten nodig. Dat zal tot betere zorg, grotere keuzevrijheid en kortere wachtlijsten leiden. Vandaag zitten we met een situatie waarin nagenoeg elke regelgeving ontbreekt, en ik stel mijn vertrouwen in commissaris Dalli om dat op te lossen.
Een ander gebied dat grotere aandacht behoeft, zijn de financiële diensten, want we weten dat er daar nog altijd problemen zijn. We hebben daarom duidelijke en geloofwaardige regels nodig, met name gezien de financiële onrust, en commissaris Barnier zal zich daarvoor inzetten. Evenwichtige, redelijke en correcte regels zijn een goede zaak voor de consumenten.
Jacek Olgierd Kurski (ECR). - (PL) Het is goed dat het Parlement een verslag heeft opgesteld over SOLVIT dat voorstellen bevat voor de Europese Commissie en de lidstaten.
Ik heb als schaduwrapporteur voor de Europese Conservatieven en Hervormers al tijdens werkzaamheden in de commissie de betekenis van promotie van SOLVIT onder de burgers van de Europese Unie benadrukt, met name de mogelijkheid voor burgers en in het bijzonder ondernemers om hun rechten uit te oefenen. We zijn het er waarschijnlijk allemaal over eens dat het noodzakelijk is om een informatiecampagne te voeren ter promotie van het SOLVIT-netwerk als een alternatief mechanisme voor het oplossen van geschillen. Het gaat erom dat de informatie over het bestaan van SOLVIT terechtkomt bij de belanghebbenden. Het internet speelt hierbij een sleutelrol. Het zou daarom goed zijn als de Commissie gehoor geeft aan de voorstellen van het Parlement en een gemeenschappelijke internetsite met de domeinnaam solvit.eu introduceert voor alle nationale SOLVIT-centra en dat lidstaten die dit tot nog toe niet hebben gedaan, websites creëren bij nationale domeinen die zijn verbonden met het Europese SOLVIT-portaal.
Uiteraard is alleen promotie niet voldoende. Het is ook essentieel om de effectiviteit van de nationale SOLVIT-centra te vergroten door competente ambtenaren in te zetten en SOLVIT op Europees niveau te subsidiëren.
Sławomir Witold Nitras (PPE). - (PL) Mijn oprechte felicitaties voor alle rapporteurs. De verslagen waarvoor zij verantwoordelijk zijn, hebben twee heel belangrijke eigenschappen. Ten eerste nemen zij het op voor de interne markt, door niet alleen te wijzen op zijn tekortkomingen, maar hem tegelijkertijd ook bijzonder consequent te verdedigen. Een tweede grote kwaliteit van deze verslagen is dat zij breed gesteund worden. Dit betekent dat het volledige Europees Parlement, ook de afgevaardigden onder u die sceptisch staan tegenover de vrije markt, de interne markt en zijn waarden in het algemeen verdedigt – dat is een grote kwaliteit van deze verslagen.
Ik wil de aandacht vestigen op een aantal specifieke kwesties. Wat SOLVIT betreft, hebben we te maken met de paradoxale situatie (de heer Kurski heeft hierover al gesproken) dat het instrument dat de verschillen moet nivelleren, zelf in de verschillende landen op verschillende niveaus functioneert. Ik ben van mening dat hier een zekere vorm van coördinatie noodzakelijk is, omdat het een samenhangend systeem moet zijn dat niet alleen goed, maar ook overal op dezelfde manier functioneert. Een bijzonder belangrijk element uit het verslag van mevrouw Thun zijn de middelen die de Commissie moet vinden om een model te ontwikkelen dat ervoor zorgt dat de door ons gecreëerde wetgeving niet in tegenspraak is met de vrije interne markt. Indien het ons lukt om een dergelijk mechanisme te ontwikkelen, hoeven we ons over de toekomst van de nieuwe markt geen zorgen te maken.
Barbara Weiler (S&D). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte commissarissen, collega's, de grote prioriteit die gegeven wordt aan het internemarkt- en consumentenbeleid in Europa komt tot uitdrukking in dit debat en is terug te zien in de hoge kwaliteit van de drie verslagen. Ik wil de drie rapporteurs en de vele schaduwrapporteurs en collega's bedanken voor het werk dat zij gezamenlijk verricht hebben.
Ik wil ingaan op twee belangrijke punten. Ten eerste is het zo dat wij, dat wil zeggen de Commissie en het Parlement, ervan uitgaan dat alles in de interne markt in relatieve harmonie verloopt en dat we te maken hebben met consumenten die goed op de hoogte zijn en aanbieders die eerlijk te werk gaan. Dat is vaak ook het geval, maar niet altijd. Er zijn aanbieders die onverantwoord te werk gaan en alleen op snelle winst uit zijn. Daarom moeten we zorgen voor een beter toezicht op en bewaking van de markt. Dan zijn er consumenten die onvoldoende geïnformeerd zijn. Er is derhalve een betere voorlichting nodig. We kunnen niet volstaan met goed leesbare bijsluiters, er is een voortdurende voorlichting nodig.
Het is net al gezegd: er is vertrouwen nodig. Vertrouwen komt echter voort uit kennis. Ik heb gehoord dat in Duitsland maar één op de twee personen in de leeftijd veertien tot en met vierentwintig weet wat inflatie betekent. Ik wil niet eens weten wat de uitkomst van een dergelijke enquête zou zijn bij het woord 'deflatie'. We moeten zorgen voor betere netwerken op scholen, en voorlichting over de tegengestelde belangen van aanbieders en consumenten. Dat wordt aangehaald in de verslagen van de collega's ...
(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken.)
Theodor Dumitru Stolojan (PPE) . – (RO) Het is een fundamenteel recht van Europese burgers, dat als ze op de interne markt een product of dienst willen afnemen ze hiervoor dezelfde prijs betalen, ongeacht de lidstaat waarin ze zich bevinden. Als er verschillen bestaan, moet het mogelijk zijn hier een uitleg voor te krijgen.
Ik ben van mening dat we ons meer moeten richten op de problemen in de financiële en bankensector, aangezien er op dit moment grote verschillen bestaan op de interne markt met betrekking tot de bedragen die voor deze diensten worden betaald. Als men bijvoorbeeld in Roemenië een bancaire dienst van een bank wil afnemen – dezelfde bank die ook in Frankrijk, Italië en Oostenrijk actief is – betaalt men meer verschillende onkosten die ook nog veel hoger zijn. Een dergelijke situatie is verkeerd, en ik ben van mening dat burgers overal in de Unie mogen hopen dat Europese instellingen een actievere rol zullen spelen bij het ophelderen van deze discrepanties. Ik benadruk dat het gaat om kosten voor geleverde diensten en niet om rente.
Dank u wel.
Alan Kelly (S&D). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil hier vooral even al mijn collega's feliciteren die met mij in de Commissie interne markt en consumentenbescherming aan de toekomst van het scorebord voor de interne markt hebben gewerkt. Dit onderwerp ligt mij na aan het hart omdat we hiermee beschikken over een uitstekend communicatiemiddel voor de manier waarop lidstaten met EU-richtlijnen omgaan.
Het ligt mij ook na aan het hart omdat ik vooral in mijn eigen lidstaat, Ierland, voortdurend hoor spreken over overregulering van de EU, en we moeten hierbij stilstaan. Met één blik op het scorebord is te zien dat Ierland in niet minder dan 67 gevallen EU-richtlijnen verkeerd heeft toegepast en de kans loopt om de afgesproken maximale omzettingsachterstand van 1 procent niet te halen.
Dit roept de vraag op wie verantwoordelijk is voor deze veronderstelde overregulering. Indien een lidstaat de EU-regelgeving niet juist omzet, of meer regelgeving toevoegt aan richtlijnen, is dit dan de schuld van de EU of van de lidstaat? Volgens mij is dit misschien en waarschijnlijk de schuld van de laatste.
Misschien zou het goed zijn als het scorebord in de toekomst de kwestie van overregulering of 'gold-plating' zoals dat wordt genoemd, rechtstreeks zou aanpakken. Ik denk dat dit een positief resultaat zou zijn.
Seán Kelly (PPE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik een compliment geven aan degene die de naam 'SOLVIT' heeft bedacht. Die naam is simpel, duidelijk en zoals wel gezegd wordt: 'het doet precies wat er op de verpakking staat'.
Sinds de instelling van SOLVIT in 2002 is de werklast voor dit netwerk ieder jaar exponentieel gegroeid. In 2008 was het aantal behandelde gevallen met 22 procent toegenomen. Hiermee kwam het aantal gevallen op 1 000 en met een oplossingspercentage van 88 procent bedroeg de besparing 32,6 miljoen euro. Dat zijn indrukwekkende statistieken. De keerzijde is echter dat het gemiddeld aantal dagen dat nodig was voor het oplossen van problemen toenam van 53 naar 69 dagen. Dit brengt ons bij de oplossingen die we nodig hebben.
Er is duidelijk een gebrek aan personeel. Dat moet opgelost worden en het personeel moet over voldoende middelen kunnen beschikken. Er is, overeenkomstig de EU 2020-strategie van een leven lang leren, behoefte aan voortdurende training en een uitwisseling van beste praktijken en het is belangrijk om regelmatig bij elkaar te komen. Omdat veel problemen plaatselijk zijn, wil ik ook voorstellen om bij onderzoek in een vroeg stadium aandacht te besteden aan het lokale aspect.
Consumenten moeten ook meer bekend raken met het netwerk. Ik denk dat een internetadres deze bekendheid zou creëren en dit zou ook meer vertrouwen kunnen kweken. Ik denk dat het belangrijk is, zoals een vorige spreker heeft gezegd, dat er zeer zorgvuldig wordt gekeken naar wat er in de afzonderlijke lidstaten op het gebied van de omzetting van EU-regels gebeurt.
Ten slotte is hier volgens een vorige spreker een 'EU-oplossing gevonden voor iets wat helemaal geen probleem is' genoemd. Ik zou dit echter een 'EU-probleem waarvoor een oplossing is gevonden', willen noemen.
Sylvana Rapti (S&D). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteurs en schaduwrapporteurs van de drie verslagen van harte gelukwensen en bedanken. Het feit dat een akkoord is bereikt stemt mij optimistisch over de toekomst van de interne markt.
Ik wil op twee punten wijzen. Het eerste punt betreft paragraaf 10 van het verslag-Thun. Mijns inziens is het van fundamenteel belang – en het beste zou zijn geweest als wij daarin geslaagd waren – te verduidelijken dat werknemersrechten, sociale rechten en milieubescherming geen hinderpalen vormen voor vooruitgang in de interne markt.
Het tweede punt gaat over SOLVIT. Dit is een uitstekend mechanisme dat echter nog heel veel steun nodig heeft. Ik moet u eerlijk zeggen dat ik van plan was druk uit te oefenen op mijn eigen regering in Griekenland en haar wilde vragen iets te doen, want wij hebben hier maar twee personen voor aan het werk. Toen ik echter hoorde dat Frankrijk slechts één persoon, een stagiair, heeft, besloot ik te wachten en eerst de heer Barnier druk te laren uitoefenen op zijn regering.
Pascale Gruny (PPE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissarissen, dames en heren, het nieuwe onlinenetwerk voor het oplossen van problemen die het gevolg zijn van een onjuiste toepassing van de internemarktwetgeving, SOLVIT genaamd, is een bijzonder succesvol systeem voor zover het zonder gerechtelijke procedures gemiddeld binnen tien weken verhaal biedt.
Dit in 2002 gecreëerde netwerk zag in 2008 zijn werkbelasting met 22 procent stijgen. Hoewel het percentage opgeloste zaken met 83 procent vrij hoog blijft, neemt het aantal opgeloste zaken af. Acht jaar na de oprichting van dit netwerk lijkt het tijd te worden om te overwegen het te versterken door het de middelen te geven om doeltreffend te functioneren.
Deze nieuwe maatregelen zouden Europese burgers en bedrijven kunnen helpen om hun rechten te doen gelden, met name bij de erkenning van kwalificaties of sociale en verblijfsrechten.
Ik ben het er dan ook mee eens dat er niet alleen meer SOLVIT-personeel moet komen in de lidstaten, maar dat er ook ondersteuning en opleiding moet worden aangeboden opdat dit personeel zo efficiënt mogelijk kan functioneren.
Het lijkt mij van essentieel belang dat zowel regeringen als wijzelf, als gekozen vertegenwoordigers van onze respectievelijke kiesdistricten, het SOLVIT-netwerk promoten, dat in 2008 een kostenbesparing van 32,6 miljoen euro heeft opgeleverd. Het promoten van dit nieuwe instrument zou bovendien een bovenmatig gebruik van het gerechtelijk apparaat voorkomen. Ik roep de lidstaten er derhalve toe op alle Europese richtlijnen om te zetten en burgers en bedrijven bewust te maken van hun rechten binnen de interne markt, met gebruikmaking van mediakanalen en voorlichtingscampagnes op nationaal niveau.
Namens mijn fractie binnen de Commissie verzoekschriften spreek ik, tot slot, de hoop uit dat de samenwerking tussen SOLVIT en deze parlementaire commissie zal worden versterkt teneinde hun beider werk te vergemakkelijken.
Małgorzata Handzlik (PPE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik feliciteer de rapporteurs met de bijzonder goede verslagen. De laatste tijd spreken we veel over de noodzaak om de interne markt een impuls te geven. Ook de commissaris heeft er over gesproken tijdens de hoorzitting voor de Commissie interne markt en consumentenbescherming. Het verslag van professor Monti waar wij nog op wachten, gaat hier ook over. Ik ben van mening dat er te weinig over de interne markt in de Europa 2020-strategie terug te vinden is. Wij hebben een interne markt nodig, niet alleen in naam, maar een die daadwerkelijk functioneert. Er kan niet beweerd worden dat we die op dit moment al hebben. Het marktpotentieel wordt afgeremd door een teveel aan obstakels voor de vier vrijheden en het protectionistische beleid van de lidstaten is in tegenspraak met de regels van de interne markt. Enerzijds hebben we goede omzetting van de wetten door de lidstaten en goed werkende ondersteunende instrumenten zoals SOLVIT nodig, maar anderzijds is ook een meer diepgaande (...).
(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)
Marc Tarabella (S&D). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik kan mij slechts aansluiten bij de conclusies in het verslag van onze collega, mevrouw Hedh, met name ten aanzien van de noodzaak van een actief consumentenbeleid dat specifiek gericht is op de bescherming van kwetsbare consumenten en groepen met lage inkomens.
Ook wil ik een paar andere essentiële punten van dit beleid benadrukken. Het scorebord van de interne markt is weliswaar een belangrijk statistisch instrument, maar het is tegelijkertijd volstrekt ontoereikend omdat het zich uitsluitend concentreert op het functioneren van de consumentensector en hierbij niet probeert de problemen van de EU-consument op deze markt op te lossen.
Het scorebord van de interne markt zou niet slechts moeten kijken naar de marktvraag en naar consumenten als passieve ontvangers aan het einde van de keten. Het wordt steeds duidelijker dat consumenten voortaan een verantwoordelijke en actieve rol moeten spelen door middel van een duurzame, ethische, sociaal verantwoorde en ecologische consumptie. Het scorebord zou derhalve moeten worden herzien en het zou indicatoren moeten omvatten betreffende de sociale en milieuaspecten van deze keuzen, die steeds belangrijker worden.
De wetgeving op het gebied van energieconsumptie, vervoer, milieu, digitale technologie, enzovoorts, moet uiteindelijk worden geïntegreerd in de herziening van het acquis.
(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Franz Obermayr (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik de positieve punten in de voorstellen voor consumentenbescherming benoemen: consumenten die zelfbewuster worden door een betere voorlichting op alle niveaus, hetzij gemeentelijk, lokaal, regionaal of grensoverschrijdend in de EU, versterking van de positie van consumenten – zoals bij ons in Oostenrijk in de antitrustwetgeving – en natuurlijk ook zwaardere sancties voor banken die onzorgvuldig te werk gaan bij de kredietverstrekking. Een uniform formulier bij kredieten is tevens zeer positief.
Ik wil echter ook een aantal negatieve punten aan de orde stellen, en wel het ernstige nadeel op het gebied van garantierecht en ongeoorloofde contractbepalingen die bijvoorbeeld bij ons in Oostenrijk strenger bestraft worden. Ik wil voorstellen om het beginsel van de gunstigste regeling toe te passen, zodat wanneer nationale regels de consument beter beschermen, deze ook van toepassing zijn.
Mairead McGuinness (PPE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, we zijn allemaal voor consumentenbescherming. Het probleem is dat sommige lidstaten alleen maar lippendienst bewijzen aan het SOLVIT-mechanisme, zoals andere sprekers hebben gezegd. Dat moet onderzocht worden en er moet voor voldoende personeel worden gezorgd.
Ik kan u echter uit de praktijk enkele voorbeelden van consumentenproblemen geven die mij in mijn kantoor ter ore komen. Vanmorgen nog hoorde ik een probleem met betrekking tot vastgoedtransacties in de Europese Unie. Ik weet dat de EU op dit terrein geen bevoegdheden heeft, maar mag ik de lidstaten vragen om in geval van problemen EU-burgers op dezelfde manier te behandelen als zij hun eigen burgers zouden behandelen? Ik denk dat we op dit punt actie moeten ondernemen.
Het tweede voorbeeld heeft betrekking op zakelijke adresboeken. We hebben in het Parlement fikse hoofdpijn gekregen van European City Guides en zij zijn nog steeds actief omdat ze enige bescherming genieten in de lidstaat van waaruit zij opereren. Dit moeten we aanpakken, omdat de houding van burgers ten opzichte van de interne markt door hun ervaringen met dit soort zaken wordt beïnvloed, ook al bezit de EU op dit gebied geen bevoegdheden.
Christel Schaldemose (S&D). - (DA) Mijnheer de Voorzitter, hartelijk dank voor het goede debat van vandaag. Het verheugt mij dat de heer Barnier en de heer Dalli het ermee eens zijn dat binnen de interne markt rekening moet worden gehouden met de consumenten. Ik wil echter de aandacht vestigen op een bijzondere paragraaf in het verslag van mevrouw Hedh, namelijk paragraaf 40, waarin we voorstellen om een Europees Consumentenbureau op te richten. Ik kan me goed voorstellen dat dit is iets waar u zich voor in wilt zetten. Een dergelijk bureau kan helpen gegevens te verzamelen, onderzoeken uit te voeren naar consumentengedrag en kan uiteraard ook fungeren als waakhond voor het werk van de Commissie en het Parlement ten aanzien van consumentenkwesties. Derhalve zou ik graag vernemen wat u van dit idee vindt, of u zich ervoor wilt inzetten, en wat mij betreft kunnen we een dergelijk bureau best in Malta of Frankrijk vestigen, als dat het proces zou helpen.
Michel Barnier, lid van de Commissie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Schaldemose heeft zojuist de kwaliteit van dit debat onderstreept, met name over het specifieke punt van het consumentenbureau dat, als ik mij niet vergis, al bestaat in Canada, en de heer Dalli zal ons de huidige stand van zaken geven. Ik sluit mij aan bij deze beoordeling van de kwaliteit van het debat en alle constructieve, kritische toespraken en voorstellen over de uitvoering, evaluatie en controle van deze 1 500 – ik herhaal, voor al onze toehoorders: – 1 500 richtlijnen of teksten die deze grote Europese markt reguleren. Ik moet zeggen dat ik het misschien liever zou hebben over de grote Europese markt dan over de interne markt aangezien dit duidelijker zou zijn voor de burgers en consumenten.
Onder de supervisie van de heer Harbour, die mij dit heeft horen zeggen in de door hem voorgezeten Commissie interne markt en consumentenbescherming, en in reactie op de toespraak van de heer Triantaphyllides herinner ik u aan de achterliggende gedachte van de actie die ik de komende vijf jaar binnen de Commissie zal ondernemen.
Dames en heren, dag na dag en wet na wet is het mijn doel ervoor te zorgen dat de Europese markt weer de mannen en vrouwen op ons continent dient. Mijn tweede doel is erop toe te zien dat de markten – aangezien ik ook verantwoordelijk ben voor regulering en supervisie –, de financiële markten, waarover de afgelopen maanden veel is gezegd, weer in dienst komen te staan van de reële economie, van de mannen en vrouwen.
Ik wil dat de burgers, consumenten en kleine ondernemingen zich deze markt weer toe-eigenen. Dit ligt ten grondslag aan de actie waaraan ik binnen het college richting zal mogen geven. Het is – in de woorden van de heer Rochefort en mevrouw Rühle – een kwestie van vertrouwen, van wederzijds vertrouwen. Daarom wil ik nogmaals mevrouw Thun Und Hohenstein bedanken voor haar kwaliteitsverslag over het door de Europese Commissie gepubliceerde scorebord.
In dit verslag en in alles wat ik heb gehoord, zijn er veel ideeën die het verdienen te worden overgenomen of bestudeerd. De heer Bielan steunt het idee van indicatoren voor de toepassing van de wetgeving, zoals opgenomen in het verslag van mevrouw Thun Und Hohenstein. Mevrouw Gebhardt noemde ook de economische en sociale beoordeling van de richtlijnen en de impactstudies. In dit stadium kan ik misschien reageren op de constructieve kritiek van de heer Harbour met betrekking tot de EU 2020-strategie. Ik heb mevrouw Handzlik bovendien horen zeggen dat we onvoldoende praatten over de interne markt.
Eerlijk gezegd, wanneer u de vorige week door de Commissie gepubliceerde EU 2020-strategie leest, ziet u dat de interne markt hierin centraal staat en alom aanwezig is: intelligente groei met octrooien en andere middelen, groene groei met een correct gebruik van contracten voor overheidsopdrachten, en inclusieve, billijke en eerlijke groei. De interne markt is overal – móet overal zijn –, maar, mijnheer Harbour, de tekst van de EU 2020-strategie is niet bedoeld om alles te bespreken. Zo wordt er, bijvoorbeeld, niet in gesproken over buitenlands en veiligheidsbeleid en is deze tekst er evenmin op gericht de Commissie te ontheffen van haar taak die erin bestaat de correcte uitvoering van alle teksten te realiseren, te superviseren en te controleren. Gelooft u alstublieft dat ik mij onveranderd genoodzaakt voel controles uit te voeren en actie te ondernemen – soms zelfs door middel van inbreukprocedures – opdat de internemarktregels correct worden toegepast. Maar nogmaals, overeenstemming, vertrouwen en uitleg zullen voor mij altijd voorrang hebben boven dwang.
Het verslag van mevrouw Thun Und Hohenstein omvat nog andere goede ideeën: het partnerschap met de lidstaten en dit internemarktforum, dat ik steun. Overigens, misschien zouden we vandaag andere initiatieven kunnen bundelen die betrekking hebben op dezelfde onderwerpen die we met de heer Dalli behandelen, en dingen tegelijkertijd aanpakken. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de uitvoering van het SOLVIT-netwerk of aan het uit de verf laten komen, het tot zijn recht laten komen van dit netwerk.
Ik heb het erover gehad dat ik net zoveel belang hecht aan het toezichteffect als aan het aankondigingseffect. Dit is mijn manier van politiek bedrijven en vanuit dat standpunt denk ik dat het scorebord, de evaluatie, ons in staat moet stellen niet alleen een kwantitatieve evaluatie te verrichten – hoeveel richtlijnen er zijn omgezet –, maar ook een kwalitatieve.
Ik meen dat de heer Hoang Ngoc – overigens op zeer heldere wijze – heeft gesproken over de kwaliteit van de uitvoering van de wetgeving, de kwaliteit van de omzetting en ook van de wetgeving zelf, hetgeen voor een wetgever of commissaris een goede oefening is in helderheid. Al deze ideeën zijn in ieder geval nuttig, zoals de heer Schwab en mevrouw Roithová zojuist hebben benadrukt.
Wat SOLVIT betreft, om te besluiten met enkele korte opmerkingen: ik steun het geopperde – goede – idee van de oprichting van een SOLVIT.eu-website. Deze zal informatie verspreiden of de gebruiker verwijzen naar nationale websites. Samen met mijn diensten zullen wij zeer snel werken aan deze SOLVIT.eu-website, in combinatie met een ander project betreffende de Uw Europa-site. Zoals de heer Kelly heeft gezegd, is het woord SOLVIT in ieder geval duidelijk en eenvoudig en ik sluit mij aan bij deze positieve beoordeling.
SOLVIT functioneert goed, maar het zou nog beter kunnen. Te veel burgers en bedrijven zijn nog niet op de hoogte van hun rechten en de manieren waarop zij deze kunnen doen gelden en ik onderschrijf de opmerking van mevrouw Werthmann dat er meer transparantie moet komen. Ik meen daarnaast dat meerderen van u – mevrouw Vergnaud, de heer Rossi, mevrouw Stihler, mevrouw Rapti – hebben gesproken over de ontoereikendheid van de middelen voor SOLVIT, overigens niet alleen in Frankrijk, maar uw boodschap is duidelijk overgekomen. Tot u spreekt geen Frans minister – ook al bén ik een voormalig Frans minister – en u kunt ervan uitgaan dat ik goed zal kijken naar de gang van zaken in dat land, waarvan ik nog steeds een staatsburger ben, teneinde het goede functioneren ervan te garanderen, hetgeen ik ook zal doen in alle andere landen.
Er is inderdaad behoefte aan toereikende en noodzakelijke middelen en ik zal dit controleren bij elk van mijn bezoeken ter plaatse. Deze instrumenten zijn, nogmaals, noodzakelijk om goed te kunnen nagaan hoe de interne markt functioneert – een markt die, zo zeg ik op mijn beurt, niet is voltooid. We moeten deze weer op gang brengen en verder ontwikkelen – zoals verschillende sprekers, de heer Stolojan, mevrouw Gebhardt, de heer Karas en de heer Kožušník, hebben gezegd – vanuit het grensoverschrijdende perspectief of zelfs binnen elk land. We moeten de belemmeringen wegnemen en daarom, mijnheer Harbour, is het belangrijk vast te stellen wat de ontbrekende schakels zijn, hetgeen wellicht onvoldoende is benadrukt, maar toch is vastgelegd in de EU 2020-strategie. Ik zal mij hierop toeleggen samen met mijn twaalf of vijftien collega's in het college die op enigerlei wijze verantwoordelijk zijn voor de toepassing van de internemarktrichtlijnen.
Mijnheer de Voorzitter, ik noem tot slot drie specifieke punten. "Ja" voor een nauwe samenwerking – een door de heer Busuttil aangekaarte kwestie – tussen SOLVIT, de Europese Ombudsman en het werk van de Commissie verzoekschriften. Dit is de lijn die ik zal volgen.
Ik bedank mevrouw Rühle en de andere leden van de Begrotingscommissie voor hun bereidheid de begroting voor SOLVIT te verdedigen. Ik steun het idee van mevrouw Gruny om raadplegingen en seminars te organiseren. Deze vinden al een- of tweemaal per jaar plaats – en ik zal nagaan of dat volstaat – tussen al degenen in de lidstaten en soms zelfs in de regio's die verantwoordelijk zijn voor het SOLVIT-project.
Tot slot, wat betreft de door diverse leden van de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement bekritiseerde internemarkttest, herinner ik u, dames en heren, er zonder deze kwestie te dramatiseren aan dat ieder wetgevingsvoorstel het Verdrag moet respecteren. Dit is wat de rapporteur bedoelt; er moet, met andere woorden, worden getest of zo'n voorstel verenigbaar is met de beginselen van de interne markt. Dit is één ding en ik zal ook een aantal sociale, milieu- en economische criteria in het oog houden, aangezien ik mij ervoor inzet dat alle wetgeving van tevoren wordt geëvalueerd.
Dit zijn de vereisten bovenaan en verderop in de wetgevingsketen, als wij tenminste willen proberen het beste wetgevingscorpus te creëren in dienst van de burgers, consumenten en bedrijven die op het Europese grondgebied wonen en werken.
VOORZITTER: LIBOR ROUČEK Ondervoorzitter
John Dalli, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, net als mijn collega vind ik het zeer bemoedigend om deel te nemen aan dit levendige debat en om zulke deskundige standpunten te horen met betrekking tot consumentenaangelegenheden. Dit voorspelt veel goeds voor onze samenwerking in een echt partnerschap en voor de verwezenlijking van ons doel om het belang van de consument voorop te stellen.
Staat u mij toe om één ding te herhalen dat ik al in mijn eerste toespraak heb genoemd. Naast de economische argumenten voor een sterk, effectief en juist uitgevoerd consumentenbeleid, is er ook nog het argument dat dit een centrale rol kan spelen in het aanhalen van de band tussen Europa en de burgers – wat misschien wel de mooiste prijs is die we kunnen behalen. Dit is iets dat we beslist niet uit het oog mogen verliezen. Ik weet dat de coördinatie van deze inspanningen een van mijn belangrijkste taken in de Commissie is en uw waakzaamheid op dit punt is zeer welkom en bemoedigend.
Met het scorebord voor de consument kunnen we de fouten in de markt opsporen en nader onderzoek verrichten naar de manier waarop we zulke fouten moeten aanpakken. Ik denk dat dit instrument van essentieel belang is, dat het echt nuttig voor ons is en dat we veel baat kunnen hebben bij de verdere ontwikkeling en versterking van dit instrument.
Het scorebord zal onze ogen en oren zijn en ons waarschuwen wanneer zich ergens veel problemen voordoen. Wanneer we in het EU-beleid meer aandacht besteden aan het gezichtspunt van de consument en onze gemeenschappelijke steun verlenen aan een effectieve handhaving, zal de EU-consument sterker worden en dit zal weer economisch voordeel opleveren.
De Commissie is, na een openbare raadpleging vorig jaar, bezig met de evaluatie van het commentaar op collectieve schadeacties en zoekt een oplossing die aan de behoefte van de Europese consument voldoet zonder daarbij Amerikaanse praktijken te importeren. Alternatieve geschillenbeslechting zal op dit gebied onze voornaamste drijfveer zijn.
Mijn vriend, Michel Barnier, heeft al uitgelegd dat de interne markt een centrale positie inneemt in de EU 2020-strategie. Als men de tekst goed leest, blijkt hier ook duidelijk uit dat de consument het hart van de interne markt moet blijven. Consumenten worden gezien als de stuwende kracht van de interne markt en we willen de centrale positie van de consumenten handhaven.
Consumentenvoorlichting is voor mij van het grootste belang voor het mondiger maken van de consument. We onderzoeken hoe ons Dolcetta-programma kan worden versterkt voor toepassing op nieuwe terreinen.
Wat het laatste punt betreft, de kwestie van een Europees consumentenbureau, moet worden benadrukt dat handhaving uitsluitend de taak van de lidstaten is en dat zij moeten zorgen voor voldoende middelen om deze taak naar behoren te kunnen verrichten. Het Verdrag biedt echter een juridische basis voor steun en aanvulling van de Unie bij hun inspanningen. Er moet zorgvuldig worden onderzocht op welke gebieden de EU een aanvulling kan leveren op de nationale overheidshandhaving en wat hiervoor de juiste institutionele structuur is. De Commissie zal de verschillende opties nauwkeurig bestuderen.
Ik verheug mij op de serieuze en duurzame vorderingen die ik met u zal kunnen maken in de tijd dat ik voor deze sector verantwoordelijk ben.
Róża, Gräfin von Thun Und Hohenstein, rapporteur. − (PL) Op de eerste plaats wil ik iedereen van harte bedanken voor dit fascinerende debat, voor de levendige reacties en de serieuze beschouwingen. De aanwezigheid en uitspraken van beide commissarissen en de aanwezigheid van een groot aantal medewerkers van de Commissie tonen aan dat dit nieuwe Parlement en deze nieuwe Commissie goed en nauw zullen samenwerken aan de verdere ontwikkeling van de interne markt.
De interne markt is een van de grootste verworvenheden van de Europese Unie en ik wil dan ook mijn dank uitspreken voor de positieve reacties op de voorstellen die ik in mijn verslag heb gedaan. Verder wil ik de socialistische afgevaardigden die bezorgd zijn over paragraaf 10 – de internemarkttest – eraan herinneren dat dit niets nieuws is. Dit voorstel is al in 2003 door de Commissie interne markt en consumentenbescherming aangenomen en vormt een onderdeel van de internemarktstrategie. We hoeven hier niet bang voor te zijn. De test tast de sociale verworvenheden van de Europese Unie niet aan. We hebben immers zojuist van de commissaris gehoord dat de Europese Commissie nieuwe richtlijnen zal beoordelen aan de hand van sociale, economische en ecologische criteria, er is dus geen reden voor paniek. Het gaat ons er tenslotte allemaal om dat de gemeenschappelijke markt zich verder ontwikkelt en het protectionisme niet bij de Europese Commissie binnensluipt.
De Europese integratie kan zich alleen verder ontwikkelen met bewuste en actieve burgers en openbare instellingen die competent, effectief en burgervriendelijk zijn. In dit verslag heb ik een reeks voorstellen gedaan waarmee u – geachte collega's – uw kiezers goed en actief kunt betrekken bij het proces van de Europese integratie, in dit geval – via versterking van de interne markt – door hun aandeel in de interne markt, dat grote succes van de Europese Unie, te vergroten. We moeten de instrumenten die de ontwikkeling van de interne markt bevorderen verder ontwikkelen. De gezamenlijke publicatie van de vier verslagen is een bijzonder belangrijk aspect, net als betere coördinatie en betere omzetting van wetgeving. Laten we niet allergisch reageren op het woord 'markt'. In het deel van de wereld waar ik vandaan kom, konden we decennialang geen gebruik maken van die markt en we weten allemaal waar dat toe heeft geleid.
Laten we onze burgers er tot slot aan herinneren dat de vier vrijheden het hart van de interne markt vormen, zoals wordt benadrukt in mijn verslag. Het is ontzettend belangrijk om de vrijheden van deze markt niet te beperken, burgers te helpen ze steeds beter te gebruiken en om ze verder te ontwikkelen zonder de bereikte verworvenheden aan te tasten.
Anna Hedh, rapporteur. − (SV) Mijnheer de Voorzitter, ik heb met belangstelling naar alle verstandige en interessante interventies geluisterd. Ik ben ook ontzettend blij dat de beide verantwoordelijke commissarissen beloven om zich samen in te zetten om het consumentenbeleid van de EU te ontwikkelen en verbeteren. Ik zou er zelf nog enkele dingen aan toe willen voegen.
Aan consumentenorganisaties komt een cruciale rol toe doordat zij de overheid moeten wijzen op de problemen waarmee consumenten dagelijks te maken hebben. Daarom moeten de instrumenten waarover zij beschikken worden verbeterd opdat zij op EU- en nationaal niveau doelmatiger kunnen optreden.
Bovendien moeten we de lidstaten verzoeken om de consumentenorganisaties naar behoren te raadplegen in alle stadia van het besluitvormingsproces met betrekking tot consumentenbeleid. Ik vind het ook verheugend dat commissaris Dalli erop wees dat de lidstaten moeten zorgen voor adequate financiering en voldoende personeel voor de verdere ontwikkeling van het scorebord.
Tot slot mag het scorebord niet alleen worden gebruikt om een beter consumentenbeleid tot stand te brengen, maar dient het eveneens van invloed te zijn op alle beleidsterreinen die gevolgen hebben voor de consument, en aldus te waarborgen dat de consumentenbelangen beter worden opgenomen in iedere vorm van EU-beleid. Het scorebord zou eveneens moeten aanzetten tot een meer algemeen debat over problemen in verband met consumentenbeleid, zowel op Europees als op nationaal niveau. Ik zou er echt naar uitzien om over een jaar opnieuw een debat in dit plenum te voeren over de interne markt en consumentenbescherming.
Cristian Silviu Buşoi, rapporteur. – (RO) Ik wil commissaris Barnier en de collega's die positieve terugkoppeling hebben gegeven hartelijk danken voor de opmerkingen over mijn eerste verslag, maar ook over het SOLVIT-netwerk zelf. Ik ben van mening dat SOLVIT aan consumenten een praktische oplossing biedt. Daarom denk ik dat het door ons en de lidstaten moet worden verbeterd en gepromoot, opdat zoveel mogelijk Europese burgers weten dat SOLVIT bestaat en hun rechten kunnen verdedigen, door de hulp van SOLVIT in te roepen.
Ik denk dat de uitkomst die we bereikt hebben, zowel in de Commissie interne markt en consumentenbescherming als in de Commissie verzoekschriften, bevredigend is. SOLVIT is een netwerk dat al goed opereert. Er zijn echter oplossingen nodig voor een aantal problemen waar zowel de afnemers van SOLVIT-diensten als de medewerkers mee geconfronteerd worden. Het verslag bevat een aantal van deze oplossingen, en andere zijn ter bespreking naar voren gebracht in dit debat.
Afgezien van het feit dat het aantal medewerkers in een aantal SOLVIT-centra vergroot moet worden om de effectiviteit van SOLVIT te garanderen, moeten de medewerkers ook voldoende gekwalificeerd zijn en instructie ontvangen over de internemarktregels. Een andere factor van even groot belang is dat SOLVIT-medewerkers juridische ondersteuning moeten kunnen krijgen, zowel van functionarissen van nationale overheden als van de Europese Commissie. De complexiteit van de zaken die aan SOLVIT worden voorgelegd is namelijk groot. De Europese Commissie reageert soms laat op verzoeken om juridische ondersteuning van de SOLVIT-medewerkers, hetgeen leidt tot vertragingen in het gehele proces van het oplossen van zaken.
Ik wil commissaris Barnier danken voor zijn toezegging aan het Europees Parlement dat hij zo snel mogelijk de website http://www.solvit.eu" beschikbaar zal maken.
Geachte collega's, ik ben ervan overtuigd dat dit verslag een belangrijke stap is richting een verbeterde werking van SOLVIT. Ik roep daarom alle fracties op om voor dit verslag te stemmen.
Dank u wel.
De Voorzitter. – De gecombineerde behandeling is gesloten.
De stemming vindt dadelijk plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 149)
John Attard-Montalto (S&D), schriftelijk. – (EN) Het is onbegrijpelijk dat de officiële instanties op Malta en Gozo, ondanks flagrante overtredingen in twee essentiële sectoren als gezondheidszorg en consumentenbescherming, volkomen passief blijven.
Op de Maltese eilanden zijn geneesmiddelen veel duurder dan in een ander EU-land, namelijk België. Ik geef de volgende voorbeelden:
Galvus 50 mg (pillen voor diabetes)
Prijs op Malta voor een doosje van 28 stuks: 27,84 euro
Prijs in Brussel voor een doosje van 180 stuks: 135,13 euro
Voor 180 pillen betaalt men op Malta 178,97 euro en in Brussel 135,13 euro.
Tegretol 200 mg
Prijs op Malta voor een doosje van 50 stuks: 17,00 euro
Prijs in Brussel voor een doosje van 50 stuks: 7,08 euro
Zocor 20 mg
Prijs op Malta voor een doosje van 28 stuks: 34,94 euro
Prijs in Brussel voor een doosje van 84 stuks: 21,71 euro
Voor 84 pillen betaalt men op Malta 104,82 euro en in Brussel 21,71 euro.
Dit zijn nog maar een paar voorbeelden van een situatie die bijdraagt aan de moeilijke omstandigheden waarin de meerderheid van de Maltese gezinnen verkeert. De EU gaat prat op haar gezondheidszorg en consumentenbescherming, maar op de Maltese eilanden is de prijs van geneesmiddelen zonder enige rechtvaardiging steeds hoger geworden.
Robert Dušek (S&D), schriftelijk. – (CS) Het doeltreffend functioneren van de interne markt is een sine qua non voor een adequate waarborging van de door de Verdragen geboden rechten van vrij verkeer van personen, diensten, goederen en kapitaal binnen de Gemeenschap. In tijden van crisis kan dit bijdragen aan het herstel van een stabiel en welvarend economisch klimaat. Zonder een goede omzetting en tenuitvoerlegging van de wetgeving en zonder toezicht op de naleving daarvan kan de interne markt zijn functie echter niet vervullen. De lidstaten zijn verplicht om EU-wetgeving tijdig om te zetten, in ieder geval indien zij zich daartoe contractueel verplicht hebben. Dat 1 procent niet is omgezet, lijkt misschien niet zoveel, maar als we dat uitdrukken in een absoluut aantal te laat of vooralsnog niet omgezette richtlijnen, dan zitten we echter met een niet onaanzienlijk aantal, hetgeen een verstrekkend effect heeft op de werking van de interne markt. Sommigen lidstaten hebben de zaken keer op keer niet op een rijtje. Ik ben er voorstander van dat meer gedetailleerde informatie op de website van de Commissie wordt gepubliceerd over nog niet omgezette richtlijnen. Dergelijke informatie zou ertoe kunnen bijdragen dat zowel het algemeen publiek als de uiteenlopende overheidsinstellingen in de lidstaten beter geïnformeerd zijn. Ik ben ingenomen met de oproep aan de lidstaten om de nodige maatregelen te treffen, bijvoorbeeld om middelen uit te trekken ten behoeve van een grensoverschrijdend netwerk van elektronische informatiesystemen voor een tijdige informatie-uitwisseling, met name voor gevaarlijke non-food producten (RAPEX), voeding en diervoeders (RASFF), alsook het netwerk voor de samenwerking op het gebied van de consumentenbescherming (CPC). Deze netwerken functioneren tot op heden niet naar behoren en sommige lidstaten komen niet al hun verplichtingen in verband hiermee na. Ook dient goed gekeken te worden naar de juiste omzetting van de richtlijnen. Dat is mogelijk indien er doeltreffend wordt samengewerkt tussen de verschillende organen op nationaal, regionaal en lokaal niveau.
Louis Grech (S&D), schriftelijk. – (EN) Er moet serieus worden nagedacht over bestaande verhaalmechanismen in de Unie zoals SOLVIT. Deze alternatieve verhaalmethode wordt onvoldoende benut, omdat burgers, consumenten en bedrijven onvoldoende op de hoogte zijn van het bestaan ervan en omdat hiervoor op nationaal niveau te weinig middelen beschikbaar worden gesteld. De SOLVIT-centra die momenteel in iedere lidstaat (én in Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) aanwezig zijn, beschikken over onvoldoende personeel en middelen – er is behoefte aan meer training voor personeel en meer middelen ter verbetering van de administratieve capaciteit van de centra. Ik roep de Commissie op om het project voor de hulpdiensten voor de interne markt (SMAS) met voorrang af te ronden. Ik stel de Commissie voor om te overwegen om in het scorebord voor de consumentenmarkten een uitgebreid verslag op te nemen van de vorderingen, prestaties en tekortkomingen van SOLVIT. Bovendien moeten de lidstaten, in een poging om het publiek beter te informeren, door middel van nationale voorlichtingscampagnes SOLVIT onder de aandacht brengen als een geschikt en toegankelijk alternatief mechanisme voor geschillenbeslechting. Ten slotte moeten de Commissie en de lidstaten beduidend meer voorlichting geven over de mogelijkheden die de interne markt burgers, consumenten en bedrijven kan bieden.
Danuta Jazłowiecka (PPE), schriftelijk. – (PL) Een maatschappij die vrijelijk gebruikmaakt van de mogelijkheden die de interne markt te bieden heeft, is het fundament onder het succes van het Europese integratieproces. Het is onmogelijk om een werkelijk verenigde Europese Unie op te bouwen zonder dat mensen ervan overtuigd zijn dat heel Europa hun thuis is. SOLVIT zou met name hierin een rol van betekenis kunnen spelen. We kunnen gerust beweren dat de instelling van het SOLVIT-systeem in 2002 een van die gebeurtenissen uit de geschiedenis van het verenigde Europa is die ogenschijnlijk van bescheiden betekenis zijn, maar die na verloop van tijd onverwachte resultaten te zien geven. Het achterliggende idee van het systeem verwijst direct naar de bronnen van de Europese integratie, namelijk dat die vooral ten dienste staat van de burgers van de Europese Unie en niet van de verschillende lidstaten of regeringen.
Is er iets beters te bedenken dan gewone mensen een instrument in handen geven waardoor zij de problemen kunnen oplossen die hun vrijheid van handelen op de interne markt beperken? Helaas leren de ervaringen van bijna een decennium dat er nog vele obstakels bestaan die een volledig gebruik van de mogelijkheden van het systeem onmogelijk maken. Daarom moeten wij het eens zijn met de voorstellen uit het verslag dat is opgesteld door de Commissie interne markt en consumentenbescherming. We zullen ons vooral moeten concentreren op de promotie van SOLVIT onder de burgers van de lidstaten, omdat hun kennis hierover verwaarloosbaar is. Het toekennen van extra financiële en personele middelen, bijscholing van werknemers of het benoemen van een verbindingsofficier hebben geen enkele zin als mensen niet weten dat zij kunnen beschikken over een dergelijk instrument. Dat moet naar mijn mening het startpunt zijn van alle activiteiten, zonder overigens af te zien van de overige maatregelen.
Ramona Nicole Mănescu (ALDE), schriftelijk. – (RO) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de soepele werking van de interne markt moet een prioriteit blijven voor het Europees Parlement. Diensten als SOLVIT zijn cruciaal voor de realisatie van die soepele werking. Het verslag belicht dit punt en vestigt de aandacht op de problemen waarmee deze dienst te maken heeft. Hoewel wij ons er allen van bewust zijn dat aspecten als communicatie en het verhogen van het mediaprofiel van SOLVIT zeer belangrijk zijn, zien wij dat deze problemen al bestaan vanaf de beginperiode. De lidstaten en de Europese Commissie moeten zorgen dat de Europese burgers, de bedrijven en vooral kleine en middelgrote bedrijven die steun nodig hebben, ten volle gebruik kunnen maken van alle faciliteiten van de interne markt, toegang hebben tot informatie en tot hulpmiddelen om snel problemen op te lossen. Bovendien hebben de SOLVIT-centra aanvullende middelen nodig. Ik doel daarmee op gekwalificeerd personeel en op continue opleidingen voor hen. De lidstaten moeten zich realiseren hoe belangrijk deze centra zijn voor de correcte toepassing van de internemarktregels. Ik ben van mening dat de voordelen van deze dienst voor burgers en bedrijven nog lang niet volledig worden benut.
Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. – (DE) De consumentenbescherming in de Europese Unie moet zodanig geregeld zijn, dat burgers een ruime keuze aan hoogwaardige producten en diensten wordt geboden, waarbij zij tegelijkertijd kunnen vertrouwen op naleving van hun consumentenrechten, die, zo nodig, ook effectief uitgeoefend kunnen worden. Voorwaarde daarvoor is vanzelfsprekend dat consumenten op de hoogte zijn van hun rechten en plichten overeenkomstig de vigerende wetgeving. De in het verslag vermelde initiatieven om de burgers in de EU voor te lichten, zijn dan ook van belang en dienen snel uitgevoerd te worden. Een groot probleem is de toegenomen ingewikkeldheid van met name de markt van dienstverlening, waardoor het voor consumenten steeds moeilijker is bij de aankoop van goederen en diensten met kennis van zaken een keuze te maken. De kennis en de behoeften van consumenten, die in beeld worden gebracht middels het scorebord voor de consumentenmarkten, moeten doorklinken in de beleidsvorming en regelgeving van de EU-instellingen. We moeten werken aan een verdere harmonisatie van voorschriften inzake consumentenbescherming – een opwaartse aanpassing – gezien de toename van grensoverschrijdende dienstverlening. Bij alle verbeteringen in de interne markt mogen we echter niet de grote invoer vanuit derde landen uit het oog verliezen. We moeten de samenwerking tussen douane- en consumentenbeschermingsinstanties van de lidstaten opvoeren om consumenten te beschermen tegen onveilige importproducten.
Siiri Oviir (ALDE), schriftelijk – (ET) In de loop der jaren is men in het communautair beleid inzake consumentenbescherming ook rekening gaan houden met de veranderende behoeften en verwachtingen van mensen. Met bijna 500 miljoen consumenten speelt de interne markt van de Europese Unie een grote rol bij het bereiken van de doelen van het actieplan van Lissabon (economische groei, werkgelegenheid en een groter mededingingsvermogen), aangezien consumentenuitgaven bijdragen aan de welvaart in de Europese Unie. Bovendien is dankzij de snelle ontwikkeling van e-handel de grensoverschrijdende dimensie van de consumentenmarkten in de Europese Unie aanzienlijk gegroeid, waardoor hoogwaardige consumentenbescherming des te belangrijker is. Helaas is de huidige communautaire regelgeving op het gebied van consumentenbescherming echter niet in alle lidstaten op dezelfde wijze geïmplementeerd en gehandhaafd. Naar mijn mening zijn een scherper toezicht op de markt en handhavingsmechanismen, alsmede de doeltreffende en omvattende tenuitvoerlegging ervan, van wezenlijk belang voor het vergroten van het consumentenvertrouwen. Daarom steun ik de voorstellen van de rapporteur dat de Europese Commissie de aanneming en tenuitvoerlegging van de EU-consumentenrechten in de lidstaten nauwgezet moet volgen en hen daarmee in elk opzicht moet steunen. Ik vind dat de Europese Commissie het idee moet overwegen om een Europees agentschap voor consumentenbescherming op te richten, dat zou kunnen functioneren als een coördinerend centraal bureau dat zich vooral met het oplossen van grensoverschrijdende incidenten bezighoudt om de bevoegde consumentenbeschermingsbureaus in de lidstaten te steunen en aan te vullen bij de toepassing en handhaving van regelgeving van de EU inzake consumentenbescherming. Ik denk dat de EU-regelgeving inzake consumentenbescherming weinig nut heeft als zij op nationaal niveau niet goed worden aangenomen, geïmplementeerd en gehandhaafd.