Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2592(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0169/2010

Debatten :

PV 10/03/2010 - 12
CRE 10/03/2010 - 12

Stemmingen :

PV 11/03/2010 - 8.1
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0063

Debatten
Woensdag 10 maart 2010 - Straatsburg Uitgave PB

12. Cuba (debat)
Video van de redevoeringen
PV
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie overCuba.

 
  
MPphoto
 

  Diego López Garrido, fungerend voorzitter van de Raad. (ES) Mevrouw de Voorzitter, de dood van Orlando Zapata was een buitengewoon negatieve gebeurtenis, iets wat nooit had mogen gebeuren en wat zeker niet nog een keer in Cuba of waar dan ook mag gebeuren.

De Europese Unie en haar instellingen dienen schendingen van de mensenrechten te veroordelen en zich ervoor in te spannen dat iets dergelijks nooit weer gebeurt. Dat is waar de Unie zich aan moet committeren.

De Europese Unie kenmerkt zich door het verdedigen van de mensenrechten. Wij geloven in het belang van vrijheid, tolerantie en pluralisme en zien deze als fundamentele waarden. Deze waarden maken derhalve deel uit van onze identiteit. Ze vormen de kern van wat we zijn. Wanneer deze universele rechten worden geschonden, spreekt de Europese Unie daarover publiekelijk zijn veroordeling uit. Dat hebben we ook in het geval van Cuba gedaan, toen we ons pessimisme, onze zorgen kenbaar maakten over het gebrek aan vooruitgang op het terrein van de mensenrechten en de vrijlating eisten van de politieke gevangenen. Op dit moment telt Cuba ongeveer tweehonderd politieke gevangenen, waarvan zich enkele uit het oogpunt van gezondheid in een zeer precaire situatie bevinden. Eén van hen is Guillermo Fariñas. Hij is net als eerder Zapata in hongerstaking en zijn gezondheidstoestand is bijzonder ernstig.

We hebben het ook gedaan toen we zeiden dat de verdedigers van mensenrechten in Cuba beschermd moesten worden, en we deden het toen we bij de dood van Orlando Zapata zeiden dat de Cubaanse regering hiervoor verantwoordelijk was, omdat elke regering verantwoordelijk is voor de gezondheid van de gevangenen die onder haar toezicht vallen.

Maar het beleid van de Europese Unie ten aanzien van Cuba gaat verder. Het EU-beleid ten aanzien van Cuba is opgebouwd rond een aantal kernpunten. Ik zou graag een aantal daarvan willen onderstrepen.

Ten eerste, de politieke dialoog met de Cubaanse instellingen, met de autoriteiten en met het hele maatschappelijke middenveld, waarbij natuurlijk ook het vraagstuk van de mensenrechten aan de orde komt. Ten tweede, de ontwikkelingssamenwerking met Cuba, waarmee we onze solidariteit met het Cubaanse volk tot uitdrukking brengen, niets meer en niets minder. En ten derde, het bevorderen van de culturele ontwikkeling en de praktische democratie in Cuba.

Dit zijn enkele kernpunten van ons beleid. Dat beleid heeft in essentie maar één doelgroep: het Cubaanse volk, en als doel het vergroten van zijn welzijn, het bevorderen van zijn vooruitgang, het verbeteren van zijn leefomstandigheden en het bevorderen van het respect voor de mensenrechten.

 
  
MPphoto
 

  Andris Piebalgs, lid van de Commissie. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, de Commissie betreurt ten zeerste de dood van de heer Orlando Zapata en de omstandigheden van zijn dood. Ik wil eveneens mijn grote bezorgdheid uitspreken voor de overige politieke gevangenen in Cuba. We delen hier allemaal hetzelfde gevoel van boosheid en frustratie bij de dood van de heer Zapata, en we zouden onze uiterste best moeten doen om ervoor te zorgen dat iets dergelijks niet meer voorkomt in Cuba, noch in enig ander land.

De wortels van de Europese Unie liggen in de waarden democratie, mensenrechten en fundamentele vrijheden, die we willen beschermen en bevorderen, nadat we tot zeer onlangs hebben geleden onder schendingen van fundamentele mensenrechten in ons eigen werelddeel. Mensenrechten zijn universeel en kennen geen grenzen. Dit beginsel is een integraal gedeelte van onze dialoog met alle partners in Europa en daarbuiten.

Constructieve inzet, en niet een beleid van dwang en sancties, blijft de basis van ons beleid ten aanzien van Cuba, zoals ook is onderstreept in het gemeenschappelijke standpunt dat in 1996 werd aangenomen. Dit is de grondgedachte die er toe heeft geleid dat de Raad in juni 2008 heeft besloten om de diplomatieke maatregelen uit 2003 op te heffen, als middel om de politieke dialoog te vergemakkelijken en volledig gebruik van de instrumenten in het gemeenschappelijk standpunt van 1996 mogelijk te maken. Dit is eveneens de grondgedachte die ertoe heeft geleid dat talrijke lidstaten hun ontwikkelingssamenwerking met Cuba in de afgelopen maanden hebben hervat, en die een uiteenlopende reeks vertegenwoordigen van de politieke partijen in het Europees Parlement, en daardoor het gedeelde standpunt weerspiegelen over de belangrijke rol die de ontwikkelingssamenwerking in Cuba moet gaan spelen.

Niet handelen zou in dergelijke tijden in Cuba de slechtst mogelijk optie zijn voor de geloofwaardigheid van de Europese Unie als wereldwijde actor. Hier staat niet alleen de geloofwaardigheid op het spel, maar ook ons vermogen om aanwezig te zijn in Cuba. Ik ben er dan ook vast van overtuigd dat de weg vooruit ligt in het nastreven en uitbreiden van de lopende politieke dialoog en in het voortzetten van de samenwerking met Cuba als middel om de levens van de Cubanen te verbeteren.

De samenwerking met Cuba is nooit opgeschort door de Europese Unie, omdat ontwikkeling niet om het steunen van de regering gaat, maar om het steunen van de mensen. Ons standpunt is altijd geweest dat ontwikkelingssamenwerking een belangrijk element vormt van onze betrekkingen met Cuba. De bevolking van Cuba profiteert rechtstreeks van de lopende projecten, doordat deze zijn gericht op de basisbehoeften, door middel van steun voor herstel en wederopbouw na de orkanen, door voedselzekerheid en door aanpassing aan de klimaatverandering. Er worden ook projecten uitgevoerd ter ondersteuning van activiteiten van niet-overheidsactoren.

Ik wil hier zeer duidelijk stellen dat er geen EG-financiering wordt gekanaliseerd via de overheid of openbare lichamen. Het geld wordt gekanaliseerd via agentschappen van de Verenigde Naties en Europese ngo's, die de aanwezigheid van de Commissie en de Europese Unie in Cuba verwelkomen.

Het is belangrijk dat de Europese Unie zich blijft richten op de basisbehoeften van de Cubaanse bevolking terwijl in strategische sectoren wordt geïntervenieerd via de beschikbare thematische of geografische instrumenten. De taak die de EU vastberaden moet uitvoeren is het vinden van het juiste evenwicht tussen de openstelling voor de dialoog, het steunen van de Cubaanse bevolking door middel van ontwikkelingssamenwerking en het herbevestigen van onze beginselen.

 
  
MPphoto
 

  José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, namens de PPE-Fractie. (ES) Mevrouw de Voorzitter, toen mijn fractie vroeg om dit onderwerp op de agenda te zetten, deed ze dat niet om te wijzen op de soms onherstelbare fouten die worden gemaakt wanneer jegens vijanden van de vrijheid een gedoogbeleid wordt gevolgd, en ook niet om uit deze veroordeling politiek voordeel te trekken.

Mijn fractie deed dat opdat het Parlement, dat toch de instelling is waar het democratisch hart van de Europese Unie klopt, met luide stem zijn veroordeling zou kunnen uitspreken over de dood van een onschuldige, en vooral ook om zijn solidariteit te kunnen betuigen met iedereen die net als Orlando Zapata in Cuba vecht, leeft en sterft voor zijn vrijheid en waardigheid.

Zoals de Europese Commissie opmerkte, geldt het gemeenschappelijk standpunt van de Raad nog steeds. Het is een fatsoenlijk standpunt, omdat daarin de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating wordt geëist van de politieke gevangenen. En het is ook consistent, omdat het vraagt om de eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, ten einde Cuba te verankeren in het Europese waardensysteem en niet in dat van buitenlandse systemen als China of Vietnam.

Mevrouw de Voorzitter, in deze zaal klinken nog steeds de woorden na van Oswaldo Payá, een dappere man die in 2002 de Sacharovprijs kreeg uitgereikt. Hij zei dat de eerste overwinning die hij wilde verkondigen was, dat hij geen haat voelde, dat hij degenen die hem onderdrukten – die hij nog steeds als zijn broeders beschouwde – niet haatte. Maar hij zei ook dat zijn onderdrukkers hem niet door het instrument van de angst hun wil konden opleggen.

Hij zei dat Andrei Sacharov een erfenis naliet van waardigheid en van inzet voor de vreedzame coëxistentie van volkeren en dat de stemmen die het meest tellen, de stemmen zijn die we niet horen.

In deze zaal hebben we niet de stemmen kunnen horen van de “Damas de Blanco”, de “Dames in het Wit”, die eveneens de Sacharovprijs wonnen. Wij kunnen helaas ook niet langer de stem van Orlando Zapata horen. Maar spoedig zullen we de stem van veel andere Cubanen kunnen horen.

In de tussentijd, mevrouw de Voorzitter, moet het Parlement, als de rechtmatige vertegenwoordiger van een half miljard burgers van 27 lidstaten, luid en duidelijk de nu onbedwingbare schreeuw om vrijheid doen weerklinken die ons uit het geliefde Cuba bereikt.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Luis Yáñez-Barnuevo García, namens de S&D-Fractie. (ES) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de commissaris, het mag nooit meer gebeuren dat we door ons stilzwijgen medeplichtig zijn aan vrijheidsmoord. Het mag nooit meer gebeuren dat een persoon die strijd voor zijn rechten, en uiteindelijk voor de rechten van iedereen, in een Cubaanse of welke gevangenis dan ook sterft zonder dat wij met luide stem zijn vrijlating eisen.

Orlando Zapata Tamayo, een 42 jaar oude metselaar, een kleurling, die alleen vroeg om betere gevangeniscondities, stierf na een hongerstaking van zesentachtig dagen en zeven jaar gevangenschap voor het verdedigen van de mensenrechten. Gedurende die zeven jaar werd hij mishandeld, vernederd en getreiterd door zijn cipiers. En al die tijd – laten we dat vooral niet vergeten – was de internationale gemeenschap akelig stil.

In Cuba zijn nog meer gevangenen en mensenrechtenactivisten in hongerstaking, zoals de psycholoog en journalist Guillermo Fariñas. Dames en heren, de resolutie die wij vandaag behandelen en die we morgen in stemming brengen, en die ik namens de Fractie van de Progressieve Alliante van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement mede heb ingediend, eist de bevrijding van alle politieke gevangenen in Cuba. Daarin spreken wij ons eens te meer uit voor een overgang naar een democratie en naar een onvoorwaardelijk respect voor de mensenrechten.

Laten we ons vooralsnog niet bezighouden met een kwestie die ons verdeelt, namelijk of het gemeenschappelijk standpunt van de Raad wel of niet moet worden gehandhaafd. Laten we ons nu richten op het thema van het redden van mensenlevens en op het thema van de mensenrechten. En laten we beginnen met een periode van rustige bezinning waarin we zoeken naar punten van overeenstemming over het toekomstige beleid met betrekking tot Cuba.

Deze tekst heeft daarnaast echter een belangrijke toegevoegde waarde: het feit dat hij wordt ingediend door zes fracties weerspiegelt een nieuw tijdperk, waarin binnen het Parlement brede consensus bestaat over het thema van de mensenrechten.

Laat niemand meer beweren dat het Europese democratische recht zich voegt naar de “bevelen” van het VS-imperialisme, maar laat ook nooit meer worden gezegd dat de sociaaldemocraten onverschillig staan tegenover of zelfs medeplichting zijn aan het bestaan van communistische dictaturen. Simpelweg omdat beide beweringen onjuist zijn. En de slachtoffers van de vrijheidsmoordenaars, waar die zich ook bevinden, moeten weten dat we hun zaak onvoorwaardelijk en eendrachtig steunen.

Mevrouw de Voorzitter, ik wil tot slot mijn dank uitspreken aan de heer Salafranca, die namens de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-Democraten) over deze tekst heeft onderhandeld, aan mevrouw Weber, die dat heeft gedaan namens de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa, aan de heer Romeva, namens de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie, aan de heer Kožušník, van de Fractie Europese Conservatieven en Hervormers, en aan de overige collega’s die hebben geholpen bij deze moeilijke en gecompliceerde inspanning die morgen, naar ik hoop, succesvol zal worden afgesloten.

Tot slot wil ik ook mijn dank uitspreken aan de Spaanse premier en fungerend voorzitter van de Raad, de heer Rodríguez Zapatero, voor zijn aanmoediging en steun bij de totstandkoming van de resolutie waarover wij vandaag debatteren.

 
  
MPphoto
 

  Renate Weber, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, namens mijn fractie zou ik allereerst mijn condoleances willen aanbieden aan de familie van de heer Orlando Zapata Tamayo, die de hoogste prijs heeft betaald voor zijn overtuigingen.

In de loop der jaren is zijn activisme voor de bescherming van mensenrechten een inspiratie geweest voor vele andere pleiters voor de mensenrechten, in en buiten Cuba.

In de resolutie die door meerdere fracties wordt voorgesteld, wordt onze grote bezorgdheid ten aanzien van de mensenrechtensituatie in Cuba uitgedrukt. We zullen hier heel eerlijk zijn. De situatie is niet verbeterd en veel onafhankelijke journalisten, vreedzame dissidenten en mensenrechtenverdedigers worden nog steeds gevangen gezet, alleen maar omdat ze hun recht op vrijheid van meningsuiting, vreedzame vergadering en vereniging willen uitoefenen.

Tegelijkertijd mogen onafhankelijke Cubaanse ngo’s niet werken omdat de regering een draconische controle op hen uitoefent.

Ten tijde van dit debat zijn verschillende mensenrechtenverdedigers in hongerstaking. Hier moeten we ons zorgen over maken omdat er aanwijzingen zijn dat in ieder geval de gezondheid van de heer Guillermo Farinas snel achteruit gaat.

Het is erg jammer dat de Cubaanse autoriteiten tot dusverre de herhaaldelijke oproepen van de EU om alle politieke gevangen onvoorwaardelijk vrij te laten, hebben genegeerd. Daarom ben ik echt van mening dat dit Parlement de EU moet vragen om alle mogelijke mechanismen te blijven gebruiken om het werk en de levens te waarborgen van degenen die streven naar een pluralistisch en democratisch Cuba.

 
  
MPphoto
 

  Raül Romeva i Rueda, namens de Verts/ALE-Fractie. (ES) Mevrouw de Voorzitter, ook ik wil mijn condolenties betuigen met de dood van Orlando Zapata, ook namens mijn fractie.

Ongeacht hoe men over Cuba denkt, is dit natuurlijk op zichzelf een betreurenswaardig voorval dat veroordeeld moet worden en waarbij zeker niet kan worden volstaan met een moment van bezinning en herdenking. Dit voorval verdient het dat het verzoek dat we in deze resolutie doen, namelijk de vrijlating van iedereen die in Cuba of waar dan ook om zijn politieke opvattingen gevangen wordt gehouden, consistent wordt verwoord.

Wat we doen is consistent en noodzakelijk. En ik zeg met klem dat de beweegredenen er niet toe doen. Dit maakt deel uit van het akkoord.

Ook moeten we in het geval van Cuba de onmiddellijke vrijlating van de personen in kwestie eisen en mogen we niet de delicate situatie van enkele gevangenen vergeten die naar het voorbeeld van Orlando Zapata in hongerstaking zijn aangegaan, en dan denk ik met name aan Guillermo Fariñas.

Maar ik waarschuw ervoor om te proberen deze zaak voor politieke doeleinden uit te buiten, wat, zoals collega Yáñez heeft opgemerkt, gevaarlijk kan zijn. Laten we niet vergeten dat er tal van processen lopen die nuttig zijn, die werken, en dat we in geen geval in de verleiding moeten vallen om de klok terug te draaien – wat sommigen lijken te willen – en weer een blokkade in te stellen, wat eerder een politieke mislukking is gebleken, omdat we al weten wat dat voor gevolgen heeft.

Als we het dus met elkaar eens zijn dat we niet nog een keer een situatie zoals die met Orlando Zapata willen, is het denk ik belangrijk te weten welke stappen we gezamenlijk kunnen nemen om herhaling te voorkomen. Daarvoor moeten we om te beginnen het proces van democratisering en normalisering op het eiland bevorderen.

 
  
MPphoto
 

  Edvard Kožušník, namens de ECR-Fractie. (CS) Ik ben hevig getroffen door het bericht van de dood van Orlando Zapata en wil dan ook mede namens de hele ECR-fractie mijn condoleances overbrengen aan zijn familieleden. Ikzelf ben geboren in 1971, op het hoogtepunt van de zogeheten communistische normalisering in mijn land, een van de periodes waarin mijn land het hevigst gebukt ging onder de communistische terreur. Als gevolg van de ervaringen van mijn land met de misdadige communistische ideologie voelen de Tsjechische burgers een grote solidariteit met het Cubaanse volk. Zij zijn dan ook zeer gevoelig voor de talrijke droeve berichten die de laatste dagen uit Cuba tot ons komen.

Aangezien het Cubaanse het totalitaire regime zelfs nu, veertig jaar na de Cubaanse revolutie, nog de slogan “socialisme of de dood” predikt, verdient het niet de minste tolerantie. Ik wil geloven dat de dood van Orlando Zapata niet vergeefs is geweest en het Cubaanse volk zal aanzetten tot massaler verzet tegen het communistische regime. Toen in mijn land Pavel Wonka als laatste slachtoffer van de communistische terreur in de communistische gevangenis overleed, had het regime nog slechts anderhalf jaar te gaan. Ik hoop van harte dat Orlando Zapata de Cubaanse Pavel Wonka zal blijken te zijn, het laatste slachtoffer dus van de communistische willekeur. Hopelijk bevrijdt Cuba zich binnenkort uit de gijzeling van de revolutionaire bejaarde garde en wordt het eindelijk een echt eiland van de vrijheid.

Ik wil u dan ook een dringende oproep doen. Indien er geen structurele en onomkeerbare vooruitgang plaatsvindt voor wat betreft de vrijlating van politieke gevangenen, geen vooruitgang richting een democratische Cubaanse samenleving en echte vrije verkiezingen, noch een begin gemaakt wordt met een proces van structurele hervormingen ten behoeve van een hogere levensstandaard voor alle Cubaanse burgers, dan mogen we onder geen enkel beding überhaupt spreken over herziening van het gemeenschappelijk standpunt van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  Willy Meyer, namens de GUE/NGL-Fractie. (ES) Mevrouw de Voorzitter, mijn fractie betreurt de dood van de gevangene Orlando Zapata ten zeerste. Net als bij iedere gevangene berustte ook in zijn geval de verantwoordelijkheid voor zijn veiligheid en gezondheid bij de staat. Cuba is dus verantwoordelijk en daarom betreuren we zijn dood ten zeerste.

Wij zijn het niet eens met de manier waarop het Parlement hier de mensenrechten bij betrekt. Vandaag debatteren we over deze kwestie en morgen wordt er al gestemd. Bij de militaire staatsgreep in Honduras gingen we niet zo voortvarend te werk. Dit Parlement is misschien wel het enige parlement in de wereld dat de staatsgreep in Honduras en de moorden en martelingen die daarmee gepaard gingen, niet formeel veroordeelde.

Wij zijn tegen een benadering waarbij de vraag of het Parlement zich wel of niet over een mensenrechtenschending moet uitspreken, afhankelijk wordt gesteld van de plaats van schending, van het specifieke mensenrecht dat is geschonden en van de context van de schending.

Een week geleden werd in Colombia het grootste massagraf in Latijns-Amerika ontdekt. De autoriteiten zelf spreken over 2 500 lijken, wat zou kunnen oplopen tot 50 000. Is dit veroordeeld? Is hierover gedebatteerd, gestemd en een veroordeling uitgesproken? Is er iemand veroordeeld voor de burgerslachtoffers in Afghanistan? Is er iemand veroordeeld voor de vervolgingen in de Westelijke Sahara? Nee! Dit is hypocriet, en daar weigeren wij aan mee te doen.

Ik geloof dat het belangrijkste is dat we de Republiek Cuba op voet van gelijkheid bejegenen, zodat alle agenda’s kunnen worden behandeld: de politieke agenda, de mensenrechtenagenda, het gevangeniswezen, maar dus wel op voet van gelijkheid. De Europese Unie heeft nog steeds een gemeenschappelijk standpunt over de Republiek Cuba. Dat is uitzonderlijk, want over geen enkel ander land in de wereld heeft de Unie een gemeenschappelijk standpunt, niet over de Volksrepubliek China, wat al is opgemerkt, en niet over Vietnam. Waarom niet? Waarom wel een gemeenschappelijk standpunt over Cuba en niet over de Volksrepubliek China?

Ik roep de Raad, meer in het bijzonder de voorzitter van de Raad, op om zichzelf de volgende vraag te stellen: moet het gemeenschappelijk standpunt niet worden ingetrokken? Het gemeenschappelijk standpunt is naar mijn mening een van de duidelijkste obstakels voor een openhartige dialoog tussen de Europese Unie en de Republiek Cuba, een dialoog op basis van gemeenschappelijke agenda’s die van wederzijds belang zijn.

 
  
MPphoto
 

  Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, de dood van de dissident Orlando Zapata als gevolg van zijn hongerstaking en de arrestatie van de blogger Yoani Sánchez, die de wereld vertelde over het leven van alledag in het socialistische Cuba, maken duidelijk dat wij eraan moeten blijven vasthouden dat het Cuba-beleid gekoppeld blijft aan de vooruitgang op het gebied van democratisering en mensenrechten, zoals in 1996 is vastgelegd. De hoop op vooruitgang onder Raúl Castro is immers al lang vervlogen.

De situatie van politieke gevangenen bijvoorbeeld is niet daadwerkelijk verbeterd. Ze genieten bij lange na niet de vrijheden die de Castro-broers zelf hadden in de tijd dat zij onder het regime van Batista gevangen zaten. Als gevolg van het koppig vasthouden aan de planeconomie is Cuba zelfs niet meer in staat om in de meest elementaire behoeften van de eigen bevolking te voorzien. Welvaart en eigen initiatief worden in Cuba gezien als openlijke kritiek op het regime. Wat dat betreft hebben zelfs de burgers van het communistische China het makkelijker, die in ieder geval door eigen inspanningen hun leven kunnen verbeteren.

De versoepeling van het economisch embargo van de VS op computers en softwarediensten zal weliswaar niet helemaal voldoen aan de verwachtingen die de publieke opinie heeft van de beloften van president Obama, maar wellicht krijgt de oppositie nu de kans om zich beter te organiseren. Met de toenemende keuze zal het bovendien zonder meer moeilijker worden voor de Cubaanse regering om de vrijheid van meningsuiting te blijven onderdrukken. Alleen daarom al moeten wij de initiatieven vanuit Europa zo goed mogelijk ondersteunen en ons inzetten voor verdere versoepeling van het communistisch systeem.

 
  
  

VOORZITTER: Isabelle Durant
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Jarosław Leszek Wałęsa (PPE).(PL) De tragische dood van de Cubaanse gewetensgevangene Orlando Zapata is een bewijs te meer dat het regime van de gebroeders Castro geen gehoor geeft aan de oproepen van de internationale gemeenschap om te stoppen met het schenden van de mensenrechten, door mensen die vrijheid en democratie eisen in het geheim uit te schakelen. Vandaag heeft deze tragedie, deze tragische dood, een symbolische betekenis gekregen. Het is een wanhoopskreet om hulp en om een doeltreffend optreden, hoofdzakelijk van internationale politici en besluitvormers die betrekkingen aanknopen met de Cubaanse autoriteiten, maar die niet willen spreken met oppositieleden en niet luisteren naar de stem van de vertegenwoordigers van de burgermaatschappij in Cuba.

We moeten zo spoedig mogelijk gezamenlijk actie ondernemen om het regime van Castro onder druk te zetten en de onmiddellijke vrijlating eisen van degenen die op grond van hun mening veroordeeld zijn tot vele jaren gevangenisstraf.

De Europese Unie heeft de afgelopen jaren geprobeerd om een minder strenge houding aan te nemen en heeft zelfs diplomatieke sancties tegen Cuba opgeheven in de hoop dat dit gebaar de autoriteiten ertoe zal aanzetten om de democratische normen te eerbiedigen. De tragische dood van Orlando Zapata toont helaas aan dat dit beleid naïef en ondoeltreffend is geweest en duidelijk niet moet worden voortgezet.

Morgen gaan we stemmen over de resolutie waarmee het debat van vandaag wordt afgerond. Dit moet een duidelijk teken zijn van ons verzet tegen de schendingen van de mensenrechten, de onmenselijke behandeling van politieke gevangenen en de gebrekkige eerbiediging van de fundamentele burgerlijke vrijheden in Cuba. We moeten uitdrukking geven aan onze solidariteit met het Cubaanse volk. Wij moeten de stem zijn van diegenen die nu geen stem hebben in Cuba.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Emine Bozkurt (S&D). - Voorzitter, het tragische lot van Orlando Zapato Tamayo heeft wereldwijd tot diepe verontwaardiging geleid. In zijn uitzichtloze situatie zag Zapato geen andere mogelijkheid dan actie te voeren door zichzelf uit te hongeren. Hij heeft zijn verzet tegen zijn gevangenschap en de erbarmelijke omstandigheden in de Cubaanse gevangenis moeten bekopen met de dood. En waarom? Welke misdaad had Zapato begaan om in die gevangenis te belanden? Het hebben en geweldloos uitdragen van een andere mening dan de overheid, is geen misdaad. Het maakt je nog geen crimineel of verrader.

De dood van Zapato is geen geïsoleerd incident. Ook psycholoog en journalist Guillermo Fariñas is in hongerstaking gegaan. Hij wil zo de vrijlating van 26 zieke politieke gevangen afdwingen. Wat staat hem te wachten? Moet hij zijn actie voor eerbiediging van de mensenrechten straks ook met de dood bekopen? Wanneer gaat de Cubaanse regering haar standpunt? Geschat wordt dat er nog zo’n 200 andere politieke gevangenen vastzitten. Het vasthouden van mensen wegens hun idealen gaat geheel in tegen de Universele Verklaring van de rechten van de mens.

Wij roepen Cuba op om deze gewetensgevangenen direct en onvoorwaardelijk vrij te laten en een einde te maken aan deze grove schending van de mensenrechten. Een regering kan het denken van haar burgers niet controleren of beheersen. Ook al blijf je mensen achter muren en tralies zetten, hun ideeën blijven bestaan. Pogingen om die gedachten en ideeën te verijdelen, zullen altijd tevergeefs zijn. Daar heeft Cuba toch al jaren ervaring mee?

De overheid zal juist in een dialoog moeten gaan met mensen die anders denken. Alleen een politieke dialoog is het instrument om verder te komen. Dat is Cuba aan zijn burgers verplicht. Want het Cubaanse volk verdient democratie en respect voor fundamentele vrijheden. De dood van Zapato mag niet betekenisloos de geschiedenis ingaan en dient een streep door de huidige mensenrechtensituatie in Cuba te halen.

De Europese Unie moet alles doen wat in haar macht ligt om bij te dragen aan de verbetering van de mensenrechtensituatie in Cuba. Het gaat dan niet alleen om politieke gevangenen als Zapato, ook verdedigers van mensenrechten moeten in vrijheid hun werk kunnen doen. De overheid van Cuba dient zorg te dragen voor de Cubaanse bevolking. Zij mag niet uit angst mensen vastzetten, ze behandelen als criminelen. Burgers hun vrijheid ontnemen, dat is pas misdadig.

 
  
MPphoto
 

  Izaskun Bilbao Barandica (ALDE). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, het verdedigen van de mensenrechten betekent vandaag het veroordelen van de vermijdbare, wrede en onrechtvaardige dood van Orlando Zapata en het eisen van de vrijlating van degenen die nog in gevangenschap zitten. Ik hoop dat zijn dood de Cubaanse autoriteiten aan het denken zal zetten, zodat hun regime zich tot een echte democratie kan ontwikkelen.

Cuba is een dictatuur omdat er politieke gevangenen zijn, omdat mensen bang zijn om in debat te gaan en vrijelijk ideeën uit te wisselen, omdat het regime bang is voor vrijheid. Ideeën kunnen provoceren, verrassen, schrik aanjagen, maar geen misdrijf plegen. Wat ideeën nodig hebben, zijn argumenten en debat, niet een gevangeniscel.

De mensen in een samenleving denken en voelen. Ook gevangenen doen dat. Het is onmogelijk dat te verbieden. Dat betekent dat de ideeën en gevoelens die men probeert te onderdrukken, uiteindelijk toch het bewustzijn van de hele samenleving zullen doordringen. Dat geldt ook in Cuba, en de hoofdrolspelers van de revolutie die een einde maakte aan het regime van Fulgencio Batista, zouden dat beter dan wie ook moeten weten.

Hopelijk helpt deze resolutie ze om de noodzakelijke overstap te maken! Maar met mensenrechten valt niet te marchanderen. Het Parlement wint aan geloofwaardigheid wanneer het met evenveel energie reageert op alle mensenrechtenschendingen in alle landen: in Afghanistan, in Palestina, in het Baskenland – het kleine land waar ik vandaan kom – in Honduras en in Colombia. Daartoe dienen we ons verbinden. Het is natuurlijk dezelfde verbintenis.

 
  
MPphoto
 

  Tomasz Piotr Poręba (ECR). – (PL) Ik denk dat iedereen in dit Parlement het erover eens is dat de corrupte communistische dictatuur elke positieve verandering in Cuba in de weg staat. De politiestaat van de gebroeders Castro maakt de economie van het eiland kapot, vernietigt de burgerlijke vrijheden en ontneemt veel Cubanen de hoop op een waardig leven.

De toekomst van Cuba ligt uiteraard in de handen van de Cubanen zelf, maar er is op dit vlak ook een actieve rol weggelegd voor de Europese Unie. We moeten aandringen op de vrijlating van alle politieke gevangenen. In feite zou dit de belangrijkste voorwaarde moeten zijn voor elke vorm van dialoog met Cuba. Wij moeten de acties van niet-gouvernementele organisaties steunen, ons sterk maken voor de eerbiediging van de mensenrechten en de toegang tot onafhankelijke media verbeteren, onder meer tot het internet.

Het bevorderen van democratische veranderingen is een domein waar de trans-Atlantische betrekkingen een zeer belangrijke rol kunnen spelen. We zouden daarom nauw moeten samenwerken met Washington. Met vereende krachten zullen we erin slagen om voor Cuba een langetermijnstrategie uit te werken die niet zal uitgaan van de blinde aanvaarding van de huidige status quo, maar van een toekomstgerichte visie op de democratische en economische wederopbouw van het land.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL). - (PT) Mijnheer de voorzitter dit debat toont maar weer eens aan dat de meerderheid van dit Parlement met twee maten meet. Deze zelfde meerderheid die weigerde de militaire staatsgreep in Honduras te veroordelen en daarmee de ogen sloot voor de gevangenneming en de dood van een ontelbaar aantal mensen is nu bereid te onderhandelen over een partnerschapsovereenkomst met een regering die gevormd is door verkiezingen die zijn uitgeschreven door degenen die staatsgreep pleegden.

Uiteraard betreuren we allemaal de dood van de Cubaan Orlando Zapata Tamaya in een Cubaans ziekenhuis nadat hij in hongerstaking was gegaan. Toch moeten we de reden van dit debat en de onacceptabele houding jegens Cuba blijven veroordelen, en daarbij de ernstige gevolgen van het economische, commerciële en financiële embargo van de Verenigde Staten op Cuba en de gevangenhouding van vijf Cubaanse burgers in Amerikaanse gevangenissen die enkel hun land wilden verdedigen, achterwege laten.

We mogen niet vasthouden aan het onacceptabele gemeenschappelijk standpunt waarmee het de Europese Unie onmogelijk wordt gemaakt om alomvattende en open betrekkingen met Cuba te onderhouden op basis van wederzijdse belangen. Het wordt tijd om het gemeenschappelijk standpunt op te heffen om de betrekkingen tussen de Europese Unie en Cuba te normaliseren. Wij verlangen dit van het Spaanse voorzitterschap.

 
  
MPphoto
 

  Bogusław Sonik (PPE). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, we herinneren ons allemaal het beroemde motto van Fidel Castro, namelijk “socialisme of de dood”. Vandaag kunnen we met zekerheid zeggen dat van dit motto alleen nog de dood over is. Een bewijs hiervan zijn de omstandigheden die tot de dood van de Cubaanse gevangene en patriot Orlando Zapata hebben geleid. Het dictatoriale bewind van Castro is een schande voor het idee van het democratische socialisme.

Wat vandaag in Cuba gebeurt, is een schande voor al degenen die vanuit een linkse overtuiging aan politiek doen. Ik schaamde me ook voor de Europese Unie, toen voormalig commissaris Michel een bezoek bracht aan Cuba met een voorstel over ontwikkelingssamenwerking, maar tegelijkertijd zorgvuldig elk contact met de democratische oppositie vermeed.

We moeten een einde maken aan dit beleid. We mogen niet langer onze ogen sluiten voor de realiteit in een land waar nooit vrije verkiezingen zijn gehouden en waar gewetensgevangenen in erbarmelijke omstandigheden jarenlange celstraffen uitzitten. Het Spaanse voorzitterschap stelt vandaag voor om een open beleid te voeren tegenover Havana. De democratisering van het Cubaanse regime dient echter een essentiële voorwaarde te zijn voor dit beleid, net als de vrijlating van politieke gevangenen, het opstarten van een dialoog met de samenleving, de afschaffing van censuur en het herstel van de burgerlijke vrijheden. Daar dienen we de Cubaanse regering duidelijk, openlijk en resoluut op te wijzen. Dat is trouwens ook in haar eigen belang.

We weten dat er voor volkeren die onderdrukt worden door dictators verschillende wegen zijn naar vrijheid. Er is het pad dat Polen en Zuid-Afrika hebben bewandeld – de weg van dialoog en consensus. Er is echter ook het pad waarvoor Roemenië heeft gekozen met de bloedige omverwerping van het regime. Het is in ieders belang om een dergelijk scenario te vermijden. Welke weg zal Havana kiezen? Het antwoord op deze vraag ligt in Cuba zelf. Het beleid van de Europese Unie zou een actieve bijdrage moeten leveren aan de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid en democratie in Cuba. Dat zou ook de zienswijze van het Europees Parlement moeten zijn.

 
  
MPphoto
 

  Richard Howitt (S&D).(EN) Mevrouw de Voorzitter, allereerst wil ik mijn eigen condoleances uitspreken naar aanleiding van de dood van Orlando Zapata Tamayo, evenals mijn grote bezorgdheid voor de overige vier Cubaanse gevangenen en één oppositieactivist die als protest in hongerstaking zijn gegaan.

Het Europees Parlement moet onze oproep tot onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van de politieke gevangenen – 55 volgens Amnesty International, 200 volgens de mensenrechtencommissie van Cuba – herhalen en we moeten vandaag onze uitdrukkelijke bezorgdheid uitspreken over de recente detentie en mishandeling van Darsi Ferrer, directeur van een centrum voor gezondheid en mensenrechten in Havana. Amnesty International is zelf al negentien jaar niet meer uitgenodigd voor een bezoek aan Cuba en zou hier wel toestemming voor moeten krijgen. We zouden de Cubaanse regering moeten vragen om specifieke data overeen te komen voor het voorgestelde bezoek van Manfred Nowak, speciale VN-rapporteur inzake foltering, die we volgende week in Genève willen bezoeken.

Omdat ik een van de mensen in dit Parlement ben die altijd tegen het handelsembargo van de VS is geweest, opgelegd in 1962, heb ik het feit verwelkomd dat er onder president Obama maatregelen zijn goedgekeurd waardoor Cubaanse Amerikanen vrijer kunnen reizen en meer geld naar huis kunnen versturen. Ik heb de herziening in 2008 van ons eigen gemeenschappelijke EU-standpunt verwelkomd dat heeft geleid tot het starten van een politieke dialoog tussen Cuba en de EU en het hervatten van de ontwikkelingssamenwerking van de EG, en ik verwelkom het feit dat de BBC onlangs vrije toegang tot Cuba heeft gekregen. Maar ik ben teleurgesteld dat Cuba in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties niet heeft ingestemd met de aanbevelingen om de twee belangrijke mensenrechtenverdragen – het IVBPR en het ICESCR – te ratificeren en een onafhankelijke inspectie van de gevangenen toe te staan.

Ik wil hier vanmiddag tegen de Commissie en het voorzitterschap zeggen dat u – en iedereen hier die naar Cuba gaat – volhardend moet zijn in ons streven om leden van het Cubaans maatschappelijk middenveld te ontmoeten. De plaatsvervangend onderminister van Buitenlandse zaken van de VS, Bisa Williams, heeft afgelopen jaar zo’n bezoek zonder beperkingen kunnen afleggen, en wij zouden erop moeten aandringen – iedereen van ons die naar Cuba gaat – dat wij hetzelfde doen.

 
  
MPphoto
 

  Louis Michel (ALDE).(FR) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, mijnheer de minister, de dood van Orlando Zapata Tamayo is een tragische getuigenis van de wanhoop waar een gebrek aan of het ontbreken van vrijheid toe kan leiden.

De minister zei het al: dit had natuurlijk niet mogen gebeuren. We moeten protesteren tegen de gevangenhouding van gewetensgevangenen en hun vrijlating eisen. We mogen de willekeur van een bewind dat halsstarrig weigert om zich open te stellen voor de uitoefening van de meest fundamentele vrijheden, niet accepteren, maar ik vind ook dat we onszelf de voordelen en de perspectieven van een politieke dialoog die, nu meer dan ooit, de meest tastbare uitdrukking blijft van onze Europese waarden, niet mogen ontzeggen.

De betrekkingen tussen Cuba en de Europese Unie zijn al heel lang complex; ze zijn dikwijls gebaseerd op verblinding en onbegrip, hetgeen tot ernstige spanningen heeft geleid en de vorderingen en perspectieven van de politieke dialoog heeft ondermijnd. We weten allen dat Cuba zich op dit moment op een keerpunt in zijn geschiedenis bevindt. Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat we er verkeerd aan zouden doen als we de voordelen en de vorderingen, hoe bescheiden ook, van een dialoog die wordt gevoed door speciale historische, culturele en taalkundige banden, niet zouden koesteren.

Het lijdt geen twijfel dat de Europese Unie de enige politieke macht is die de Cubanen ervan kan overtuigen dat het isolement waarin ze zich opsluiten, suïcidaal is, en hen alleen maar, vroeg of laat, naar een dramatisch lot kan voeren. We mogen ons niet onttrekken aan die verantwoordelijkheid die op ons rust om de dialoog voort te zetten zonder ook maar een van de heikele onderwerpen uit de weg te gaan, maar ook zonder met twee maten te meten – hetgeen naar mijn mening maar al te vaak gebeurt.

 
  
MPphoto
 

  Marek Henryk Migalski (ECR). - (PL) De vrijheid zal zegevieren in Cuba. Het land zal in de toekomst een democratie worden en een vrijemarkteconomie hebben.

De Europese Unie kan niet helpen bij het omverwerpen van het regime en wil dat vermoedelijk ook niet. Ze zou de Cubanen evenwel moeten willen en kunnen helpen nadat het systeem is veranderd. De ervaringen van landen als Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije tonen aan dat dit daadwerkelijk mogelijk is en dat het ook kan lukken. Wij kunnen helpen door onze ervaring ter beschikking te stellen. Na de val van het regime van Castro, zou de Europese Unie moeten helpen door haar ervaring en geld ter beschikking te stellen, zodat het in Cuba nooit tot de situatie komt die door de Poolse verslaggever Marek Magierowski is beschreven – een situatie waarbij de nakomelingen van Orlando Zapata, wiens naam in dit Parlement veelvuldig is genoemd, in de toekomst in de promenades en boulevards van Havana rum zullen serveren aan de nakomelingen van Castro.

 
  
MPphoto
 

  Jiří Maštálka (GUE/NGL). - (CS) Ik ben van huis uit arts en ik weet hoe moeilijk het is om een mensenleven te redden. Ik ben telkens opnieuw oprecht geschokt als er een mensenleven verloren gaat en ik deel dan ook uw droefenis over de dood van Orlando Zapata. Ik heb alle resolutievoorstellen van de verschillende politieke fracties zorgvuldig bestudeerd en vrees dat ik, evenals onlangs bij de behandeling van het verslag over de naleving van de mensenrechten in de Centraal-Aziatische republieken, moet constateren dat we ons wederom een betuttelende houding aanmeten en geen enkel goed woord over hebben en geen enkele eerbied betonen voor de specifieke historische en culturele tradities van de landen, noch voor de positieve resultaten die deze landen reeds geboekt hebben. Dat geldt evenzeer voor Cuba. Het is mijn allerdiepste overtuiging dat de weg naar verbetering van de situatie op Cuba via een gelijkwaardige dialoog loopt, precies datgene waartoe de Cubaanse instanties bereid zijn. Op die manier kunnen we bijdragen aan een verbetering van de sociaaleconomische rechten op Cuba. We mogen niet vergeten dat Cuba ondanks het zware economische weer waarin het verkeert altijd vooraan staat als het erom gaat andere landen te helpen. Denk daar bijvoorbeeld aan de catastrofe op Haïti. Het gezegde dat wie snel oordeelt, graag oordeelt, is een waarheid als een koe, maar is zeker niet de kant die we op moeten.

 
  
MPphoto
 

  Mario Mauro (PPE). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, geachte collega’s, ik denk echt dat ik kan aankondigen dat we vandaag een waardevolle bladzijde schrijven in de geschiedenis van dit Parlement, en morgen tijdens de stemming zelfs nog meer. We kunnen deze bladzijde schrijven omdat we voor één keer onze wederzijdse vooroordelen, die voortvloeien uit het feit dat we lid zijn van verschillende fracties, terzijde leggen en zijn gezwicht voor het grote mysterie van de dood van een man en de waarheid erkennen.

Wat nemen we eigenlijk in deze resolutie op? We noteren dingen die simpel lijken en die voor zichzelf spreken, maar die in feite zeer belangrijk zijn. We zullen opschrijven dat er in Cuba geen vrijheid is; we zullen opschrijven dat er in Cuba geen democratie is; we zullen opschrijven dat leven leven is en dat mensen niet vermoord zouden moeten worden. We nemen dit misschien bijna voor lief, maar het heeft ons jaren gekost om over onze wederzijdse vooroordelen heen te komen en een feit te erkennen dat niet in strijd is met al onze politieke overtuigingen, maar ons simpelweg de kern van waarheid laat inzien dat de enige basis voor een debat is.

We moeten debatten met Cuba niet uit de weg gaan, maar er daarentegen op aandringen dat ieder oprecht debat gebaseerd is op de waarheid, namelijk op de ontbrekende erkenning van het centrale belang van het individu. In plaats van handdrukken en vriendelijke gebaren, hebben we passende maatregelen nodig waardoor de regering-Castro iedere hoop op het behalen van compromissen opgeeft die niet van toegevoegde waarde, of minimaal slechts van secundair belang zijn met het oog op het vraagstuk van mensenrechten.

Het Parlement heeft terecht deze kans aangegrepen, in tegenstelling tot de hoge vertegenwoordiger, die ik er net als vanmorgen nogmaals aan zal herinneren dat Cuba libre geen cocktail is: het is een verzamelkreet vanuit ons hart, omdat we democratie willen en een vrij Cuba.

 
  
MPphoto
 

  María Muñiz De Urquiza (S&D). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, de Spaanse leden van de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement betreuren de dood van de Orlando Zapata en de situatie van de politieke gevangenen. We doen vanaf deze plaats een krachtige oproep aan de Cubaanse autoriteiten om deze gevangenen vrij te laten.

De dood van Orlando Zapata is betreurenswaardig, maar het kan er ook toe leiden dat we ophouden met alleen maar praten over het bevorderen van de mensenrechten in Cuba en samen met de Cubaanse autoriteiten daadwerkelijk stappen in die richting gaan zetten. Daarvoor moet om te beginnen het gemeenschappelijk standpunt worden gewijzigd, dat iedere dialoog met de Cubaanse autoriteiten in de weg staat, die uiteindelijk als enigen iets kunnen doen aan de mensenrechtensituatie op het eiland.

Het gemeenschappelijk standpunt – dat overigens tamelijk ongewoon is, omdat vrij veel EU-landen actieve bilaterale betrekkingen met Cuba onderhouden – vormt een obstakel voor iedere politieke dialoog en belet de Europese Unie om uitvoering te geven aan de beginselen van haar buitenlands beleid, zoals het bevorderen van democratie en mensenrechten in de wereld.

Het gemeenschappelijk standpunt is een gedateerd instrument dat in de vorige eeuw door 15 lidstaten is aangenomen. Maar nu telt de Unie 26 lidstaten en de situatie in de wereld is veranderd. Zo praat de Verenigde Staten met Cuba over zo gevoelige thema's als immigratie, en heeft de OAS Cuba in haar midden toegelaten, op basis van dialoog en de beginselen achter deze organisatie.

In dit nieuwe tijdperk voor de Europese Unie hebben we een instrument nodig dat via bilaterale onderhandelingen tot stand is gekomen en dat ons in staat stelt tot effectief optreden in de zaken waar we goed in zijn, namelijk het bevorderen van democratie en mensenrechten. Dat de Europese Unie de dialoog met Cuba blokkeert, is een unicum in de Europese buitenlandse betrekkingen en bijzonder vreemd als je ziet dat de Unie overeenkomsten sluit met landen waar het ontbreekt aan de meest elementaire politieke en burgerrechten en waar ook de sociale rechten ontbreken die het Cubaanse volk wél heeft.

Alleen langs de weg van dialoog, via samenwerkingsmechanismen en via overeenkomsten die zijn neergelegd in een internationaal verdrag zal de Europese Unie iets van Cuba kunnen eisen. Zij die zich verzetten tegen dialoog, belemmeren daarmee de zoektocht naar een waardige uitweg voor degenen die ze zeggen te verdedigen.

De Spaanse regering laat zien hoe het wel moet. Ze voert een opbouwende maar kritische dialoog en heeft daarmee de vrijlating van een aanzienlijk aantal politieke gevangenen bereikt, wat getuigt van de effectiviteit van haar aanpak.

Don Quichot zei al dat als je iemand met daden straft, je hem niet met woorden hoeft te straffen. Laten we dus stoppen met praten over de mensenrechtensituatie in Cuba en metterdaad beginnen te werken aan het verbeteren van die situatie, samen met de Cubaanse autoriteiten. Dat is wat de politieke gevangenen nodig hebben. En geen aanklachten vanuit het Europees Parlement.

 
  
MPphoto
 

  Ramon Tremosa i Balcells (ALDE). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, geachte collega’s, in 2003 werden tijdens de klopjachten van de “Zwarte Lente” in Cuba 75 dissidenten opgepakt voor vermeende spionageactiviteiten voor de Verenigde Staten. Orlando Zapata werd op precies dat moment gearresteerd voor belediging, verstoring van de openbare orde en ongehoorzaamheid.

De vrouwen van deze 75 dissidenten vormden de “Dames in het Wit”, die in 2005 van het Europees Parlement de Sacharovprijs voor de vrijheid van denken ontving. Ik kan me overigens nog herinneren dat het regime van Castro de “Dames in het Wit” geen visum verstrekte om naar het Parlement te kunnen komen om hun prijs in ontvangst te nemen.

De Mensenrechtencommissie van Cuba erkent dat dat land bijna 200 politieke gevangenen telt. Daarvan zijn er 22 journalist. Op de trieste wereldranglijst van landen waar journalisten zitten opgesloten, neemt Cuba met dit cijfer de derde plaats in, na Iran, met 52 gevangen journalisten, en China, met 24.

Orlando Zapata, 42 jaar, wordt door Amnesty International als politieke gevangene erkend. Hij ging op 3 december 2009 in hongerstaking uit protest tegen de afranselingen en andere mishandelingen die hem herhaaldelijk ten deel vielen en overleed op 23 februari, 85 dagen nadat hij zijn hongerstaking was begonnen.

Het Parlement zou zich solidair moeten verklaren met de familie en vrienden van Zapata en zijn grote verontrusting moeten uitspreken over de mensenrechtensituatie in Cuba. Het zou het regime-Castro een duidelijke boodschap moeten sturen, vooral in het kader van het Spaanse voorzitterschap, dat zich overigens veel actiever zou moeten opstellen in het verdedigen van de fundamentele rechten in Cuba.

Tot slot, geachte collega’s, maak ik van deze gelegenheid gebruik om de vrijlating te eisen van alle politieke gevangen in Cuba.

 
  
MPphoto
 

  Francisco José Millán Mon (PPE). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, het bevorderen van democratie en het verdedigen van mensenrechten neemt een zeer belangrijke plaats in onder de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie – ik verwijs naar artikel 21 van het EU-Verdrag. Dit artikel geldt natuurlijk ook voor de betrekkingen met Cuba en het geliefde Cubaanse volk.

Helaas lijkt het optreden van de Raad de laatste vijf jaar te zijn ingegeven door de wens de gedragslijn te corrigeren die in 2003 is vastgelegd naar aanleiding van de harde repressiegolf die dat jaar over het eiland sloeg. Zo trok de Raad de toen vastgestelde maatregelen in 2005 tijdelijk in.

Vervolgens waren er de reisjes van ministers van Buitenlandse Zaken en ook van commissarissen naar het eiland. In juni werden de maatregelen uit 2003 definitief ingetrokken en kwam een algemene politieke dialoog op gang – wat de heer López Garrido nog eens in herinnering heeft gebracht – samen met regelmatige ontmoetingen op hoog niveau. Recentelijk is zelfs nog een staatshoofd van een lidstaat naar Havanna gereisd. Helaas hadden de Europese politieke vertegenwoordigers geen tijd voor een gesprek met de oppositie, die zich terecht aan de kant gezet voelde.

Al die tijd is de repressie in Cuba doorgegaan. Er zijn nog veranderingen noch hervormingen doorgevoerd. Maar de politieke dialoog is gewoon doorgegaan. En nu zijn we allemaal geschokt over de wrede dood van de politieke gevangene Orlando Zapata.

Dames en heren, zoals bekend hebben enkele regeringen, waaronder de Spaanse, bij herhaling om intrekking van het gemeenschappelijk standpunt gevraagd, een gemeenschappelijk standpunt waarin iets staat dat toch toch vrij redelijk is: de EU steunt de overgang naar een democratie wat in beginsel gewoon voortvloeit uit de beginselen en doelstellingen van artikel 21 van het Verdrag.

Ik eindig met twee overwegingen. Ten eerste, het gemeenschappelijk standpunt heeft niet belet dat er een dialoog op gang kwam. Dat is duidelijk. Bovendien is het recentelijk, in juni 2009, opnieuw door de 27 ministers bekrachtigd. Ten tweede, onze prioriteit is toch zeker niet om het het gemeenschappelijk standpunt te veranderen – dat moest er nog bijkomen! Onze prioriteit is om de onmiddellijke, volledige en onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen te eisen.

Cuba en Latijns-Amerika behoren voor mij tot het Westen, en het Westen kenmerkt zich door het geloof in de menselijke waardigheid en het respect voor de fundamentele rechten van de mens. Nog een laatste overweging: ik herinner de Raad eraan dat hij zelf in zijn aanbevelingen van juni 2002 de toekomst van de politieke dialoog met de Cubaanse autoriteiten afhankelijk heeft gesteld van de vorderingen die op het eiland worden gemaakt, en dan met name de vorderingen op het terrein van de mensenrechten. Durft iemand te beweren dat die vorderingen worden gemaakt? Durft iemand dat echt te beweren?

 
  
MPphoto
 

  Antonio Masip Hidalgo (S&D). - (ES) “De geschiedenis zal me vrijspreken!”, aldus de beroemde uitspraak van een jonge advocaat die zijn volk in beroering bracht. De geschiedenis spreekt hem inderdaad vrij van zijn verzet tegen tirannie en daarna tegen het Amerikaanse embargo.

Maar de geschiedenis en het Europees Parlement, dat de grootste ruimte van vrijheid en veiligheid ter wereld vertegenwoordigt, spreekt hem niet vrij van, maar veroordeelt met kracht, de dictatuur waaronder het Cubaanse volk lijdt, de schendingen van mensenrechten op het eiland, de wreedheid jegens politieke gevangenen en de minachting jegens Cubaanse ballingen. Het vonnis van de geschiedenis is duidelijk.

Met deze resolutie scharen afgevaardigden van alle ideologieën zich aan de kant van de Cubanen die voor hun rechten strijden. We moeten met alle mogelijke middelen een einde proberen te maken aan de meedogenloze repressie waaraan ze worden onderworpen. Daartoe behoort ook het intrekken van het verlammende gemeenschappelijk standpunt.

Als eerbetoon aan de dichter Raúl Rivero citeer ik de laatste dichtregels die hij in zijn geboorteland schreef: “Hef geen belasting op genegenheid, leegte, verstikking of verbitterdheid. De ruïnes van het vaderland zijn veilig. Rustig maar kameraden. Ik ben al weg.”

 
  
MPphoto
 

  Fiorello Provera. (EFD) (IT) Mevrouw de Voorzitter, geachte collega’s, wederom leiden de keuzes en het gedrag van het Cubaanse communistische regime tot een dilemma voor ons Parlement: is het mogelijk om nog langer debatten te voeren met dit regime? Al jarenlang verzoekt het Europees Parlement de Cubaanse overheden om democratische hervormingen door te voeren die mensenrechten eerbiedigen. Maar de machtsoverdracht van Fidel Castro aan zijn broer Raúl heeft noch tot democratische hervormingen geleid noch tot de vrijlating van politieke gevangenen.

De dood van Orlando Zapata in gevangenschap, na 85 dagen hongerstaking, geeft blijk van het ideologische en onderdrukkende karakter van het regime. De Europese Unie heeft gedurende tien jaar voor 145 miljoen euro aan financiële steun verleend aan Cuba: de resultaten zijn verre van perfect. Integendeel, deze financiering heeft de tirannie in stand gehouden. Als we geloofwaardig willen zijn, moeten we eisen dat de betrekkingen met Havana, waaronder ontwikkelingshulp, worden omgezet in specifieke en controleerbare verbeteringen in de mensenrechtensituatie voor alle Cubaanse burgers, te beginnen met de onmiddellijke vrijlating van politieke en gewetensgevangenen.

We moeten geen ultimatum neerleggen, maar oproepen tot verandering bij een van ’s werelds meest onderdrukkende regimes, een slechte imitatie van een ideologie die door het verleden is ingehaald en snel zal uitsterven.

 
  
MPphoto
 

  Michael Gahler (PPE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, wij zouden de Cubaanse bevolking maar ook het regime een concreet aanbod moeten doen: in plaats van de politieke status quo financieren wij de overgang naar democratie in Cuba. De eerste stap moet vrijlating van alle politieke gevangenen zijn. Tegelijkertijd moeten de VS een einde maken aan hun sancties, die eerder hebben bijgedragen aan de versteviging van het regime dan aan de omverwerping ervan. Vervolgens zou een ronde tafel van vertegenwoordigers van het regime en de burgerrechtenbeweging in Cuba een schema voor de overgang naar democratie en voor democratische verkiezingen moeten uitwerken.

Overigens laat Midden-Europa zien dat er dan ook nog een toekomst is voor de voormalige staatspartij – zelfs voor die partij is er een leven na de dood van het oude systeem. Wij als EU en als lidstaten moeten dit proces op een zelfde wijze ondersteunen als we in Midden-Europa hebben gedaan. Dat zou de Cubanen helpen, de regio stabiliseren en wellicht zelfs de weg vrijmaken voor een nieuwe vorm van betrekkingen met de VS, die geen herhaling van het pre-Castro-tijdperk zouden zijn.

 
  
MPphoto
 

  João Ferreira (GUE/NGL). - (PT) Mevrouw de voorzitter, we betreuren de dood van Orlando Zapata, we betreuren het feit dat hij zijn protest heeft moeten bekopen met de hoogste prijs, ongeacht de redenen die hem ertoe dreven. We mogen echter niet toestaan dat er een verharding van politieke en ideologische campagnes tegen Cuba en zijn volk komt naar aanleiding van deze tragische gebeurtenis.

Ongeacht ieders persoonlijke visie op de keuzes van het Cubaanse volk, moeten we deze keuzes en hun soevereine recht om zelf te beslissen over hun eigen lot en over de wijze waarop de politiek in hun land is georganiseerd, respecteren.

Daarom veroordelen wij iedere vorm van inmenging of aanval, waaronder de misdadige boycot waaraan Cuba al bijna een halve eeuw is overgeleverd.

Daarom vinden we dat de logische houding van de Europese Unie en de te bewandelen weg moet leiden tot volledige normalisering van de betrekkingen met Cuba door de opheffing van het gemeenschappelijke standpunt tegen Cuba, dat een onacceptabele discriminatie tegen Cuba en zijn bevolking belichaamt.

Bovenal accepteren wij de immense hypocrisie onder veel leden van dit Parlement niet en veroordelen wij sterk het beleid van de Europese Unie, dat met twee maten meet.

 
  
MPphoto
 

  Antonio López-Istúriz White (PPE). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, ik richt me tot de moeder van Orlando Zapata en tot hen die met haar lijden in de strijd voor fundamentele vrijheden in Cuba: jullie staan niet alleen!

Het Europees Parlement spreekt zich vandaag via deze resolutie – waarvoor ik de auteurs, en met name alle partijen die de resolutie hebben ondertekend, in mijn hoedanigheid van secretaris-generaal van mijn partij dank zeg – eensgezind uit tegen deze geïsoleerde en op zijn laatste benen lopende dictatuur. Vandaag ondertekenen we hier het internationale doodvonnis voor dit regime.

Afgaande op de bijdragen die ik heb gehoord, zijn we bijna eensgezind van mening dat de dood van uw zoon in krachtige en duidelijke bewoordingen moet worden veroordeeld. Maar velen van ons gaan veel verder dan dat. U kunt er zeker van zijn dat we ons ervoor zullen blijven inzetten dat alle politieke gevangenen op het eiland onvoorwaardelijk worden vrijgelaten.

We blijven de situatie van constante mensenrechtenschendingen op het eiland nauwgezet in het oog houden. En natuurlijk zullen wij vanuit de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-Democraten) blijven vechten voor handhaving van het gemeenschappelijk standpunt van de Europese Unie, en afgaande op wat ik heb gehoord, zullen vele anderen hetzelfde doen.

We gaan geen gemengde signalen afgeven. We zullen duidelijk aangeven hoe we onze droom van een democratisch Cuba denken te bereiken. Het ultieme offer dat Orlando heeft gebracht, heeft weerklank gevonden in het bewustzijn van alle fatsoenlijke mensen in de wereld. Laten we ervoor zorgen dat het stille offer van duizenden Cubanen in de nabije toekomst in een vrij Cuba kan worden herdacht.

 
  
MPphoto
 

  Gesine Meissner (ALDE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, wij hebben tamelijk makkelijk praten als mensenrechten ergens anders worden geschonden en mensen zelfs sterven voor hun overtuigingen. Dat moet eens duidelijk gezegd worden. De heer Zapata is daadwerkelijk aan zijn hongerstaking overleden en er zijn nu andere gevangenen die hierdoor zijn aangezet om ook in hongerstaking te gaan.

We moeten daarom goed nadenken over de vraag hoe we dit doelgericht gaan aanpakken. Sommigen hebben opgemerkt dat we helemaal niet met Cuba moeten praten omdat het regime daar niet door ons wordt geaccepteerd. Anderen – en dat is mijns inziens helemaal geen goed standpunt, mijnheer Ferreira – hebben het standpunt verkondigd dat hier wordt gehuicheld en dat we de Cubaanse bevolking vrij moeten laten om zelf hun eigen politieke beslissingen te nemen. Mijns inziens houdt de vrijheid om politieke beslissingen te nemen feitelijk daar op waar mensenrechten worden geschonden en mensen sterven. Onder dergelijke omstandigheden moeten wij, het Europees Parlement, ingrijpen.

In het licht daarvan is het volkomen juist dat we tot in detail discussiëren over de concrete voorstellen die zijn gepresenteerd – niet in de laatste plaats ook over een aantal nieuwe suggesties van de heer Gahler – en nadenken over de vraag wat we kunnen doen om de schendingen van mensenrechten overal ter wereld een halt toe te roepen en de mensen op deze wereld te helpen.

 
  
MPphoto
 

  Franz Obermayr (NI). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, nu wij hier vandaag in de schaduw van de tragische dood van Orlando Zapata praten over onze betrekkingen met Cuba, moeten wij erkennen dat het beeld dat wij tot dusver van Cuba hadden stamt uit een tijdperk waarin wij enkel in termen van “vriend of vijand” dachten. We hadden enerzijds het beeld van de slechte Cubanen, vazallen van de Sovjet-Unie die op internationale revolutie uit was, anderzijds het beeld van de goede Cubanen, die het land hebben gered uit de handen van de suikerbaronnen, de maffia, de CIA en het VS-imperialisme. Enerzijds de slechte Cubanen, de communistische onderdrukkers van de mensenrechten, anderzijds de Cubanen die de bevolking scholing, medische zorg en het einde van de honger hebben gebracht. Vandaag moeten we, als we de dood van Orlando Zapata zin willen geven – als de dood al ooit zin kan hebben – deze erfenis in elk geval uiterst serieus nemen. Deze dood mag niet tevergeefs zijn.

Wat er verder nog moet gebeuren, is dat de EU duidelijke wegen, eigen politieke wegen volgt, en ons niet onder het juk van de lidstaten laat brengen; wij moeten vrij zijn van de oude ideologische bagage en we moeten op gelijke hoogte staan in de politieke dialoog en streven naar duidelijke verbeteringen in de mensenrechtensituatie, zodat we spoedig van een vrij Cuba kunnen spreken waar de bevolking in een democratie kan leven.

 
  
MPphoto
 

  Alf Svensson (PPE).(SV) Mevrouw de Voorzitter, het handelsembargo van de VS is al bijna 50 jaar van kracht. Als gevolg daarvan is de Cubaanse bevolking door armoede en onderdrukking getroffen, zoals door vele sprekers is benadrukt.

Velen kennen zeker het rapport van Human Rights Watch van november 2009 met als titel ”New Castro, Same Cuba” waarin werd voorgesteld om het embargo op te heffen en de Cubaanse dictatoren zes maanden te geven om de politieke gevangenen vrij te laten. Doen ze dat niet, dan zou een intelligenter embargo worden toegepast. Dat zou het soort embargo zijn dat de laatste tijd af en toe is gebruikt en waarbij activa en buitenlandse investeringen worden bevroren en een reisverbod wordt opgelegd. De belangrijkste democratische staten en de EU zouden dat vanzelfsprekend moeten steunen. Het zou interessant zijn te horen wat het voorzitterschap van de Raad vindt van dat voorstel van Human Rights Watch.

 
  
MPphoto
 

  Anna Záborská (PPE). (SK) Voor de Europese Unie moet het in alle omstandigheden een prioriteit zijn dat we ons verzetten tegen schendingen van mensenrechten.

Orlando Zapata, een Cubaans politiek gevangene, stierf nadat hij een hongerstaking had georganiseerd. Een andere Cubaanse gevangene organiseert een hongerstaking bij wijze van protest namens 25 gevangenen van wie de gezondheidstoestand bijzonder slecht en levensbedreigend is. Het is geen oplossing om te doen wat de Spaanse regering voorstelde toen ze de verhongerende gevangenen asiel aanbood. Ik plaatsvraagtekens bij het voorstel van de Spaanse regering, die momenteel voorzitter is van de Europese Unie, omdat haar voorstel geen oplossing is voor de situatie. De onmiddellijke vrijlating van politieke gevangenen is erg moeilijk. Daarom vraag ik aan commissaris Piebalgs om de Europese Commissie onderhandelingen met de Cubaanse regering aan te laten knopen om het Internationale Rode Kruis Cubaanse politieke gevangenen te laten bezoeken. Op die manier zou hun toestand objectief beoordeeld kunnen worden en het zou bij kunnen dragen tot verdere onderhandelingen. Het Rode Kruis heeft dat in de gevangenis van Guantánamo mogen doen.

 
  
MPphoto
 

  Angelika Werthmann (NI).(DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik pleit eveneens voor naleving van de mensenrechten in Europa evenals in andere delen van de wereld, ook in Cuba. De dood van de heer Zapata is een schreeuw om hulp van iemand die op een - in ieder geval voor hem - zeer tragische wijze de aandacht vestigt op een uiterst ondraaglijke situatie. Ik zou graag willen dat wij Europeanen onvoorwaardelijk voor de naleving van het Handvest van de Verenigde Naties opkomen, ongeacht de politieke situatie.

 
  
MPphoto
 

  Diego López Garrido, fungerend voorzitter van de Raad. − (ES) Mevrouw de Voorzitter, het debat dat we hier vandaag over de situatie van de politieke gevangenen in Cuba hebben gevoerd naar aanleiding van de dood van een van hen, Orlando Zapata, laat zien dat er een zeer hoge mate van overeenstemming tussen de afzonderlijke afgevaardigden en tussen de fracties bestaat, zoals morgen ongetwijfeld zal blijken wanneer over de resoluties wordt gestemd die uit dit debat voortkomen. Dat deze resoluties in essentie overeenkomen met het standpunt van de Raad, de Commissie en alle EU-instellingen, versterkt zonder enige twijfel onze positie in de noodzakelijke dialoog met Cuba en draagt bij aan onze doelstelling om de situatie van het Cubaanse volk te verbeteren.

Ik geloof dat we het eens kunnen zijn over de noodzaak om overal waar mensenrechten worden geschonden, onmiddellijk onze stem te verheffen. Dat is een van de fundamentele beginselen die vandaag zijn onderstreept: ten aanzien van mensenrechtenschendingen wordt niet met twee maten gemeten!

Wanneer een mensenrechtenschending plaatsvindt, moet de Europese Unie onmiddellijk luid en duidelijk van zich laten horen, want het verdedigen van de mensenrechten maakt deel uit van haar identiteit. In dit geval doen we dat met betrekking tot Cuba, doordat we zeggen en eisen dat alle nog resterende politieke gevangenen in Cuba moeten worden vrijgelaten en de mensenrechten daar moeten worden gerespecteerd.

Maar dat is niet alles. Ons werk moet effectief zijn. Het moet ertoe leiden dat het welzijn, de leefomstandigheden van politeke gevangenen worden verbeterd of misschien zelfs de weg naar hun vrijlating wordt geëffend.

In enkele gevallen is dat bereikt en in andere is vooruitgang in die richting geboekt. Dat is onder andere te danken aan het feit dat een fundamenteel onderdeel van het EU-beleid met betrekking tot Cuba het voeren van een politieke dialoog met dat land is. Die dialoog is recentelijk hervat, wat volgens mij een goede zaak is. Samen met het beëindigen van de volstrekt zinloze sancties die onderdeel van het EU-beleid waren, kunnen we door het hervatten van de politieke dialoog nu iets doen wat sinds 2003 niet mogelijk is geweest: met de Cubaanse autoriteiten over politieke gevangenen praten.

Natuurlijk moeten de resultaten van deze dialoog, en dit is door enkelen van u ter sprake is gebracht, regelmatig worden geëvalueerd, en nog dit jaar zal dan ook een evaluatie van de voortgang van het proces moeten plaatsvinden. Veel sprekers – en dan denk ik met name aan Mario Mauro, Luis Yáñez en Louis Michel – hebben het belang van deze dialoog, van deze samenwerking onderstreept en gewezen op de mogelijkheden en het morele gezag dat de Europese Unie heeft om met Cuba in gesprek te gaan en langs die weg vooruitgang te boeken. Want dat is toch waar het uiteindelijk om gaat.

Daarom zijn we blij met het meerderheidsakkoord dat in het Parlement is bereikt met betrekking tot de mensenrechtensituatie in Cuba. De boodschap in dat akkoord kan denk ik als volgt worden samengevat: hoewel we open blijven staan voor een dialoog met Cuba, zal de Europese Unie de vrijlating van alle politieke gevangenen daar blijven eisen, alsook de inachtneming van de burger- en politieke rechten van de Cubaanse burgers.

 
  
MPphoto
 

  Andris Piebalgs, lid van de Commissie. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben van mening dat dit debat opnieuw heeft aangetoond dat het Parlement een lichtend baken is voor kwesties als mensenrechten en democratie.

Ook de Commissie zal de schending van mensenrechten en democratie nooit toelaten. Dat betekent dus dat dit de hoeksteen van ons beleid blijft, niet alleen vanwege zijn kracht, maar we vinden ook dat wanneer je sterk in iets gelooft, je dit ook kenbaar moet maken.

Zoals u eveneens weet, ligt de basis van ons werk voor Cuba in het voortzetten van het gemeenschappelijk standpunt uit 1996. Dit biedt de basis en het is volstrekt duidelijk dat er enkele fundamentele veranderingen moeten komen in de mensenrechten in Cuba.

Tegelijkertijd geven de constructieve dialogen die in 2008 zijn gestart ook positieve signalen. Ik zou niet willen zeggen dat we een belangrijke doorbraak hebben bereikt, maar er is bij veel kwesties vooruitgang geboekt.

Ik ben van mening dat we op deze voet moeten doorgaan. En we moeten ook doorgaan met het ontmoeten van het maatschappelijk middenveld. De Commissie volgt de conclusie van de Raad, waarin wordt gezegd dat waar dit passend is, ontmoetingen met de democratische oppositie onderdeel zullen zijn van bezoeken op hoog niveau en we zullen hier actief naar streven.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. Tot besluit van het debat zijn er zeven ontwerpresoluties ingediend, overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Krzysztof Lisek (PPE), schriftelijk. – (PL) Orlando Zapata Tamayo, die in 2003 samen met een groep van 75 andere dissidenten is aangehouden tijdens een door de autoriteiten opgezette actie tegen oppositiegroeperingen, is na een twee maanden durende hongerstaking overleden in een Cubaanse gevangenis. Ik hoop ten zeerste dat de tragische dood van een van de meest bekende Cubaanse politieke gevangenen iedereen er opnieuw attent op heeft gemaakt dat de kwestie van de mensenrechten in Cuba nog niet geregeld is.

Ik ben het volkomen eens met de eisen van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen- Democraten) en van tal van mensenrechtenorganisaties. Zij zijn van mening dat de regeringen van Europese landen druk moeten uitoefenen op de Cubaanse autoriteiten om ervoor te zorgen dat alle politieke gevangenen onvoorwaardelijk worden vrijgelaten, onder het dreigement dat anders elke poging om de betrekkingen tussen de EU en Cuba te verbeteren wordt opgeschort. Mijns inziens was het voorbarig om de sancties van de Europese Unie tegen Cuba volledig op te heffen, zonder over de feitelijke vrijlating van alle politieke gevangenen te onderhandelen. Tegelijkertijd zou ik willen benadrukken dat de Cubaanse bevolking niet mag opdraaien voor de fouten van degenen die zulke beslissingen nemen. Het is hoog tijd dat het land duidelijke stappen zet in de richting van democratisering, alsmede met het oog op de totstandkoming van een maatschappelijk middenveld en de eerbiediging van de mensenrechten, met name van de vrijheid van meningsuiting en vereniging.

Net als de voormalige premier van Spanje, José María Aznar, vind ik het onaanvaardbaar dat Europese politici tijdens hun bezoeken aan Cuba weigeren om vertegenwoordigers van de oppositie te ontmoeten. Wij moeten niet alleen instrumenten vinden om de ontwikkeling van een democratisch systeem in Cuba te steunen, maar moeten het Cubaanse volk ook vertrouwd maken met de universele waarden die gepaard gaan met de opbouw van een democratie en de totstandkoming van een democratische samenleving.

 
  
MPphoto
 
 

  Tunne Kelam (PPE), schriftelijk. – (EN) De vroegtijdige dood van Orlando Zapata Tamayo, na zeven jaar onrechtmatige detentie waartegen hij nog maar één protestmiddel had, moet worden gezien als de verantwoordelijkheid van het onderdrukkende Cubaanse regime. Het is onze verantwoordelijkheid om de woorden van de moeder van Orlando Zapata in gedachten te houden: “U zou niet moeten hoeven doormaken wat mijn zoon heeft moeten doormaken”. Tijdens de afgelopen vier jaar van het leiderschap van Raúl Castro zijn de verwachtingen dat het communistische dictatorschap in Cuba iets menselijker zou kunnen worden, duidelijk niet waar gemaakt. De mensen daar blijven hun levens riskeren wanneer ze hun mening geven. Er zijn nog steeds zo’n 200 politieke gevangenen in Cuba. Zowel de VS als de EU-lidstaten hebben de dood van de heer Zapata veroordeeld, maar dit protest was niet luid genoeg, of niet op tijd. In dergelijke gevallen mag men geen tijd verliezen met een reactie, zoals het Spaans voorzitterschap deed. De moraal van het geval Zapata is dat men de wrede realiteiten van het Cubaans dictatorschap niet kan negeren. Ons beleid ten aanzien van Cuba kan alleen worden uitgevoerd op voorwaarde dat er werkelijke veranderingen komen. De EU moet de kant van de Cubaanse bevolking kiezen, in plaats van de hoop te koesteren dat de moordenaars van Zapata te vertrouwen zijn.

 
  
 

(De vergadering wordt om 17.25 uur onderbroken en om 18.00 uur hervat)

 
  
  

VOORZITTER: DIANA WALLIS
Ondervoorzitter

 
Juridische mededeling - Privacybeleid