Rapporti verbatim tad-dibattiti

Il-Ħamis, 25 ta' Marzu 2010 - Brussell

11. Spegazzjonijiet tal-vot

II Cumbre Europea sobre Población Gitana (RC-B7-0222/2010)

  Jaroslav Paška (EFD). - Prijatý návrh uznesenia Európskeho parlamentu o II. európskom samite o Rómoch otvára novú cestu pre riešenie problémov rómskej populácie v Európskej únii.

Ukázalo sa, že individuálne pokusy jednotlivých krajín vyriešiť začlenenie Rómov do spoločnosti neviedli k uspokojivým výsledkom. Príčiny tejto skutočnosti sú rôzne. Preto vítam snahu Európskej únie vstúpiť do riešenia problému Rómov a organizovaným spôsobom zlepšiť integráciu tejto komunity do spoločnosti.

  Nicole Sinclaire (NI). - Mr President, while I deplore discrimination against any group in society on whatever grounds, I cannot support this resolution. However, this resolution seeks to place the responsibility for fighting discrimination into the EU context whereas I would argue that attitudes and approaches in Member States are so varied that the interests of minority groups would be better addressed by Member States and particularly by those Member States who do not share the ideal of tolerance and equality that we British take for granted.

I am aware, for example, that one Italian MEP, a member of the EFD Group, has been prosecuted for taking part in a vigilante raid in which he set fire to the belongings of an immigrant. This is unacceptable. Please do not associate the British people with such behaviour by suggesting that minority groups in our country need the same levels of protection as the same poor soul that I have just referred to.

  Frank Vanhecke (NI). - Voorzitter, het is natuurlijk een feit dat wie een probleem ontkent, wie de waarheid ontkent, die kan dat probleem natuurlijk ook niet oplossen. Dat is een feit. We zouden moeten beseffen dat we met onze resolutie over de Roma in Europa, die een document is vol politiek correcte onzin, dat wij hiermee dus ook geen enkele oplossing kunnen voorstellen of geen enkele oplossing kunnen bieden omdat wij het probleem ontkennen. We zullen dus eerst moeten vaststellen dat er wel degelijk grote problemen zijn met grote aantallen Roma die zich volstrekt buiten onze maatschappij opstellen en die heel dikwijls ook verantwoordelijk zijn voor zeer erge grote en kleine criminaliteit. Heel wat waarden en normen, of het gebrek daaraan van de Roma-gemeenschappen staan haaks op de waarden en normen die wij in onze Europese landen gerespecteerd willen zien. Wat ik nu zeg is misschien een beetje eenzijdig, maar de resolutie die wij net hebben goedgekeurd is nog veel eenzijdiger in de andere richting. In elk geval moet elke lidstaat het recht hebben, denk ik, om zelf te beslissen hoe dit zeer reële probleem moet worden aangepakt.

  Philip Claeys (NI). - Voorzitter, dit verslag is een van die extreem politiek correcte resoluties waar dit Huis wel een patent op lijkt te hebben. De economische en sociale achterstand van Roma is weer allemaal het gevolg van zogenaamde onverdraagzaamheid en discriminatie. Als we maar nieuwe quota en muilkorfwetten opleggen en als we maar de geldkraan opendraaien, is alles opgelost.

De ervaring in Nederland heeft natuurlijk wel duidelijk gemaakt dat wat men ook doet, het grootste deel van deze gemeenschap weigert zich aan te passen en te integreren. Dat deze gemeenschap onevenredig vertegenwoordigd is in de criminaliteitsstatistieken ligt niet aan ons, maar wel aan de Roma-gemeenschap zelf, waarvan veel waarden en normen haaks staan op de onze. Ik verzet me dan ook tegen elke Europese bemoeizucht en herhaal dat het het recht is van elke lidstaat om personen van zijn grondgebied te verwijderen die zich systematisch weigeren aan te passen en die zich te buiten gaan aan crimineel gedrag.

Informe: Sidonia Elżbieta Jędrzejewska (A7-0033/2010)

  Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė (PPE). - Balsavau už rezoliuciją dėl prioritetų sudarant 2011 m. biudžetą dėl daugelio priežasčių, tačiau labiausiai išskiriant dėmesį jaunimo nedarbo klausimui. Dabartinė ekonominė ir socialinė situacija daugelyje Europos Sąjungos šalių reikalauja ypatingo požiūrio į didėjantį jaunimo ir darbo rinkos atotrūkį, nors ir pripažįstama, kad investicijos į jaunus žmones, švietimą yra investicija į ateitį. Patirtis rodo, jog ekonomikos sulėtėjimo metu jaunimas mieliau lieka švietimo sistemoje arba imasi studijuoti, o ne ieško darbo. Panašias tendencijas savo šalyse galime pastebėti ir dabar. Tad noriu pasakyti, kad numatomos priemonės, aktyvesnė darbo rinkos ir švietimo sistemos sąsaja yra labai svarbu. Verslumo įgūdžių plėtra, specialiosios programos yra labai reikalingos kalbant tiek apie „ERASMUS pirmasis darbas“, tiek apie kitas priemones. Tikiuosi ir labai linkiu, kad Europos Sąjungai pakaktų politinės valios ne tik priimant labai svarbius dokumentus, bet ir juos įgyvendinant.

  Frank Vanhecke (NI). - Voorzitter, ik heb tegen dit verslag gestemd, in de eerste plaats omdat ik het volstrekt oneens ben met de prioriteiten die dit Parlement aan de Commissie voorstelt, onder meer de harmonisering van het immigratiebeleid. Ik weet wat daarmee wordt bedoeld, die harmonisatie van het immigratiebeleid van alle lidstaten die als een prioriteit naar voren wordt geschoven. Ik ben het daar niet mee eens.

Maar ik heb in de eerste plaats tegen dit verslag gestemd omdat het toch wel heel duidelijk maakt dat dit Parlement alvast geen voorstander is van de zeer noodzakelijke ontvetting van het officiële Europa. Wel, integendeel. We zouden toch eens grondig moeten nadenken over het afschaffen van allerhande instellingen en van agentschappen die feitelijk overbodig zijn geworden of die altijd overbodig zijn geweest. Dit Parlement, integendeel, pleit voor nog meer zogenaamde gedecentraliseerde agentschappen. Nogmaals, wat mij betreft, we hebben er reeds te veel. Er zijn er een aantal die moeten afgeschaft worden vooraleer wij een nieuwe zouden creëren. Ik denk aan het Europees Comité van de regio's, ik denk aan het Bureau voor de grondrechten, ik denk aan het Europees Instituut voor de gendergelijkheid. Hoeveel kost dat allemaal aan onze belastingbetalers en waarvoor is dat in godsnaam allemaal nuttig?

Informe: Helga Trüpel (A7-0036/2010)

  Vito Bonsignore (PPE). - Signor Presidente, onorevoli colleghi, in periodi straordinari come quello che stiamo vivendo, bisogna adottare misure straordinarie.

Il bilancio del prossimo anno non può essere elaborato come se si trattasse di tempi ordinari. La crisi economica, purtroppo, non è ancora finita e noi non possiamo non tenerne conto. Il mio gruppo ed io stesso abbiamo votato gli orientamenti del bilancio oggi, ma nel prossimo futuro dovremmo avere la responsabilità politica di prendere decisioni più importanti.

Bisogna pensare a una riforma del bilancio dell'Unione per mettere l'Europa in condizione di orientare in modo più incisivo la politica economica. Il mercato interno pienamente attuato, più risorse per ricerca e infrastrutture, più investimenti per la sicurezza e le famiglie devono essere i prossimi obiettivi. Il rischio, altrimenti, sarebbe un'azione degli Stati sempre più conservatrice.

In definitiva, bisogna essere più europei, meno nazionalisti, mettendo in campo una vera politica europea.

  Daniel Hannan (ECR). - Señor Presidente, permítame decirle que es un placer verle otra vez en la silla presidencial.

Mark Twain observed that, when you all you have is a hammer, everything starts to look like a nail.

The European Union is very good at spending money – at spending other people’s money. It was, I think, Milton Friedman who observed that there are two kinds of money in the world: there is your money and there is my money. We are much more careful with the latter than with the former. That explains what is happening in Europe today.

All of the Member States are looking for budget reductions. In Greece there is a public sector cut of around 10% being proposed, in Ireland more than 7%, Germany is looking at raising the retirement age, Spain – your country – is looking for savings of 2% of GDP, but our budget here in the European Union continues to rise inexorably. Why? Because there is no link in the European Union between taxation, representation and expenditure so there is no external constraint from the taxpayers.

It was too much spending that got the world into this mess – too much spending by individuals, too much spending by corporations and too much spending by governments. If, instead of spending these trillions on yet further aggrandisement of our debt, if we had given that back to the people in tax cuts, think what a stimulus effect that would have had.

Informe: Giancarlo Scotta' (A7-0029/2010)

  Miroslav Mikolášik (PPE). - Európske poľnohospodárske výrobky spĺňajú najvyššie štandardy kvality vo svete, čo by malo, prirodzene, viesť k ich vyššej konkurencieschopnosti na medzinárodných trhoch.

Občania Európskej únie a nároční spotrebitelia preto musia byť dôsledne informovaní o ich prednostiach. Predovšetkým treba vyzdvihovať, že európske výrobky nielen spĺňajú prísne hygienické, bezpečnostné a veterinárne normy, ale aj zohľadňujú princípy trvalo udržateľného rozvoja, predchádzania klimatickým zmenám a rešpektujú biodiverzitu a ochranu zvierat. Preto plne podporujem aj zavedenie európskeho loga kvality pre výrobky pochádzajúce len z Únie. Logo oficiálne uzná úsilie európskych poľnohospodárov a poskytne ochranu duševného vlastníctva na medzinárodnej úrovni. Som presvedčený, že touto cestou sa pomôže mnohým vidieckym oblastiam, ktoré nemajú inú možnosť rozvoja.

Aby bola dosiahnutá vysoká kvalita agropotravinárskych výrobkov prostredníctvom Únie, Únia musí ponúknuť finančnú podporu na modernizáciu poľnohospodárskych podnikov a rozvoj mikropodnikov, predovšetkým na vidieku.

  Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė (PPE). - Balsavau už šį dokumentą, kadangi manau, jog ekologinis ir švarus ūkininkavimas yra mūsų ateitis, ir turime jį skatinti. Taip pat turime skatinti žmonių domėjimąsi ekologiniais ūkiais, ekologiškais produktais tiek Europos Sąjungos, tiek valstybių narių mastu. Antra vertus, norėdami užtikrinti ir skatinti ekologinį ūkininkavimą, turime neskubėti įteisinti genetiškai modifikuotų organizmų. Kai kurių valstybių pavyzdys labai geras: griežtai apriboti genetiškai modifikuotų organizmų auginimą aplink ekologinius ūkius. Turėtų būti aiški takoskyra. Taip pat vartotojams privalo būti teikiama visa informacija ir mokslinių tyrimų rezultatai, susiję su genetiškai modifikuotais organizmais ir genetiškai modifikuotų pašarų poveikiu aplinkai ir žmonių sveikatai, nieko nuo jų neslepiant. Tik tokiu būdu sukursime tikrą bendrąją ekologiškų produktų rinką, kas yra labai svarbu kiekvieno iš mūsų gyvenime.

  Alfredo Antoniozzi (PPE). - Signor Presidente, onorevoli colleghi, per prima cosa vorrei ringraziare il collega Scottà per il lavoro svolto su questa relazione.

Ritengo che la tutela e il rafforzamento di una politica sulla qualità dei nostri prodotti agricoli sia una priorità dell'Unione europea, poiché implica e s'intreccia con una serie di altri temi fondamentali a livello comunitario, quali la sempre maggiore tutela dei consumatori, il sostegno alle piccole e medie imprese, la difesa del patrimonio culturale e tradizionale di numerose regioni europee e la competitività dei produttori agroalimentari europei su scala mondiale.

Ecco le ragioni per cui ho votato a favore di questa relazione.

  Jan Březina (PPE). - Oceňuji, že zpráva o politice jakosti zemědělských produktů navazuje na dosavadní kroky směřující k posilování politiky kvality. Zejména považuji za prospěšné rozvíjet systém zeměpisných označení a označení původu při zachování náročnosti kritérií pro získání ochrany. Souhlasím se zachováním nástroje zaručené tradiční speciality s tím, že by mělo dojít ke zjednodušení pravidel pro registraci. Vzhledem k tomu, že se jedná o nižší standard ochrany bez nutnosti prokázat specifické zeměpisné vlastnosti výrobku, nevidím důvod pro to, aby vyřizování žádosti probíhalo ve stejně dlouhých lhůtách jako u zeměpisných označení a označení původu.

Slabé místo současné praxe spatřuji v možnosti Komise zamítat na základě volného uvážení žádosti, které považuje za neúplné. Častokrát se tak děje nahodile a svévolně bez znalosti zvláštních charakteristik výrobku a zeměpisné oblasti. Je také třeba vytvořit pojistky proti obcházení lhůt v rámci registračního řízení tím, že Komise přichází se stále dalšími a dalšími připomínkami a doplňujícími otázkami.

  Diane Dodds (NI). - Mr President, may I also thank Mr Scottà for the work in this important report.

I want to refer specifically to Amendment 4, which asks for the maximum amount of information to be made available to the consumer. It also supports the introduction of comprehensive and compulsory legislation for ‘place of farming’ labelling.

Whilst these are laudable aims, I believe the amendment is too restrictive and would perhaps be better as a voluntary piece of information.

In Northern Ireland we rely heavily on the ability to export produce to the rest of the UK and other European countries. This amendment has the potential to affect Northern Ireland’s ability to sell products in certain markets where currently there is no difficulty, and I feel that it is important that new labelling does not create barriers which prevent trade between different Member States.

Whilst Amendment 4 poses some difficulty, I recognise the important work of the report and I recognise the importance of producing traceable, high-quality and safe products.

  Vito Bonsignore (PPE). - Signor Presidente, onorevoli colleghi, con questo voto ci siamo dati uno strumento per la tutela dei consumatori e per la corretta valorizzazione dei prodotti agricoli: un obiettivo cercato da molto tempo.

Da oggi la provenienza deve essere chiaramente riportata sull'etichetta per i prodotti a base di carne, lattiero-caseari, ortofrutticoli, pollame e altri prodotti trasformati monoingrediente. Per quanto riguarda gli animali, il luogo di provenienza può essere dato come un unico luogo solo se gli animali sono nati, allevati e macellati nello stesso paese.

Si tratta di un intervento con il quale potrà essere dato il giusto riconoscimento ai produttori agricoli e a quanti trasformano i prodotti agricoli. Abbiamo dimostrato che il Parlamento europeo opera sui prodotti agroalimentari con un unico obiettivo: garantire qualità e accessibilità delle informazioni al consumatore.

Abbiamo fatto un buon lavoro, i miei complimenti ai colleghi che hanno lavorato su questo dossier.

  Syed Kamall (ECR). - Mr President, in principle I have no problem with the idea of quality logos. We see quality logos in a number of areas of our life. Just so long as this is not being used as an excuse to override the choices of the consumer.

If food does not meet certain size restrictions or aesthetic restrictions, we should not be throwing it away, throwing it onto the heap, as we see happen with 30% of European agricultural produce that is often wasted because it does not meet strict European standards.

We should also not be using our quality standards as an excuse to ban imports from farmers in developing countries, throwing those farmers into poverty, and then taking our taxpayers’ money to throw at corrupt governments when the farmers fall into poverty.

Surely, rather than quality marks and gestures like this, we should be trusting the market, we should trust the consumers and we should trust the people.

Informe: Enrique Guerrero Salom (A7-0034/2010)

  Miroslav Mikolášik (PPE). - Hlasoval som proti tejto správe, pretože ako veľakrát v iných správach, aj v tomto iniciatívnom reporte opäť Európa dáva a vnucuje ľuďom v rozvojových krajinách svoj koncept takzvaných reprodukčných a sexuálnych práv.

Treba navždy vyjasniť, že tento koncept v sebe zahŕňa podľa definície Svetovej zdravotníckej organizácie aj potrat ako metódu plánovania rodičovstva. Ľudský život je posvätný od počatia až po prirodzenú smrť, preto som nemohol podporiť túto správu. Na druhej strane sú tam aj niektoré dobré myšlienky, ktoré, samozrejme, môžu pomôcť ľuďom v rozvojových krajinách, a preto možno povedať, že, keďže stovky miliónov ľudí v rozvojových krajinách musia čeliť dôsledku zdraženia základných produktov a potravín, tak čelia existenčným problémom. Za alarmujúce považujem odhady medzinárodných finančných inštitúcií, že k viac ako miliarde ľudí už žijúcich pribudne približne ďalších sto miliónov a že v subsaharskej Afrike vzrastie detská úmrtnosť o 30 tisíc až 50 tisíc.

  Joe Higgins (GUE/NGL). - A Uachtaráin, vótálas i bhfabhar na tuarascála maidir leis an tionchar atá ag an ngéarchéim airgeadais agus eacnamaíochta ar thíortha bochta an domhain. Cé nach dtugann an tuarascáil freagra radacach go leor ar fhadhbanna na dtíortha bochta, mar sin féin is féidir linn aontú le cuid mhaith de na nithe atá ann.

Is iad na daoine bochta agus tíortha bochta an domhain is mó atá thíos leis de bharr na géarchéime eacnamaíochta. Ba cheart dúinn gach cabhair is féidir a thabhairt maidir le hinfheistíocht phoiblí, go mór mhór sna tíortha seo. Ach caithfear a rá chomh maith nach bhfuil conarthaí trádála de chuid an Aontais Eorpaigh le tíortha bochta fabhrach dóibh i ndáiríre. Is iad na comhlachtaí móra Eorpacha a bhaineann an buntáiste is mó as na conarthaí seo; bíonn táirgeoirí beaga, feirmeoirí beaga agus an lucht oibre thíos leo, agus dá bhrí sin caithfimid an modh oibre seo a athrú maidir leis na tíortha seo.

  Diane Dodds (NI). - Mr President, I voted against paragraph 7 of this report and I was disturbed to see, yet again, this Parliament using a report of this nature to covertly introduce the right to abortion and also the linkage of sexual and reproductive health to that of public health in developing nations.

It is not for this place to determine whether access to abortion is a right or not. It is a matter for national governments to legislate. I, and the vast majority of my constituents in Northern Ireland, remain firm in the belief of the right to life of the unborn child.

  Frank Vanhecke (NI). - Voorzitter, we zouden toch een keer als Parlement goed moeten nadenken wanneer wij voorstellen doen. Dan zouden dat toch voorstellen moeten zijn voor een beleid dat problemen oplost in plaats van problemen verergert. Welnu, wat ontwikkelingshulp betreft: er zijn toch zeer veel, zeer serieuze studies die eigenlijk al hebben bewezen dat tè automatische verlening van ontwikkelingshulp heel dikwijls leidt tot het vertragen van economische hervormingen en bijgevolg tot het vertragen van een mogelijkheid van economische groei in ontwikkelingslanden. Nochtans blijven wij maar als Parlement van het credo uitgaan, van het zogenaamde axioma dat steeds meer ontwikkelingshulp in de eerste plaats Afrikaanse landen er bovenop zal brengen. Daar is na zo vele decennia massale ontwikkelingshulp geen enkel bewijs voor en de feiten zijn zelfs jammer genoeg dat de meeste Afrikaanse landen er vandaag veel erger aan toe zijn dan onmiddellijk na de dekolonisatie. Dat is één punt.

Punt twee, heel kort. Het is natuurlijk wel zo: het klopt wat gezegd wordt in dit verslag, dat de braindrain, de hersenvlucht, de ontwikkelingslanden verder ondermijnt, maar waarom blijven wij dan pleiten voor die zogenaamde blauwe kaart, die dat probleem nog erger maakt.

  Anna Záborská (PPE). - Nepochopím, prečo reprodukčné zdravie bolo znovu začlenené aj do správy o následkoch celosvetovej finančnej a hospodárskej krízy pre rozvojové krajiny a rozvojovú spoluprácu.

Organizácie reprodukčného zdravia podporujú potraty ako jeden zo spôsobov kontroly pôrodnosti. Tento priemysel je financovaný na európskej úrovni aj z daní občanov, ktorí potrat odmietajú a ktorí sa angažujú za ochranu života. Už desaťročia medzinárodné inštitúcie dávajú do svojich stanovísk kontrolu pôrodnosti ako spôsob boja proti chudobe, ale rozvojové krajiny stále žijú v extrémnej chudobe. Myslím si, že Európska únia míňa zbytočne finančné prostriedky na kontrolu pôrodnosti, ktorá chudobu nerieši. Ctím si život a rešpektujem princíp subsidiarity aj vo vzťahoch k rozvojovým krajinám. Je to dôvod, prečo som hlasovala proti paragrafu 7 aj proti celej správe.

  Daniel Hannan (ECR). - Mr President, it was predictable, perhaps inexorable, that the European Union would leap on the financial crisis in Greece in order to advance its well-laid plans for the harmonisation of fiscal policy.

We have seen repeated calls for a European debt agency, for a European Monetary Fund, for pan-European taxation, so as not to have to go to the national electorates for a bail-out.

Mr Van Rompuy and the other Commissioners are, as honest federalists, exactly agreeing with the case that was made by British sceptics, which was that you cannot have monetary union without fiscal and economic union.

I think it was John Maynard Keynes who wrote ‘He who controls the currency controls the country’. I promise that is the only time I am going to quote Keynes approvingly.

In fact, let me give you a higher and better authority even than John Maynard Keynes. I refer you to the Gospel of St Matthew, Chapter 22. I am sure you will remember this. Our Lord is asked whether it is proper to pay taxes to Rome. He says: ‘“Why tempt ye me, ye hypocrites? Show me the tribute money.” And they brought unto him a penny. And [Jesus] saith unto them, “Whose is this image and superscription?” They say unto him: “Caesar’s”. And saith [Jesus] unto them: “Render therefore unto Caesar the things which are Caesar’s; and unto God the things that are God’s”’.

Now I am not arguing that Our Lord was on one side or the other of the debate about the euro. The point is that, when looking for the supreme symbol of temporal authority, the absolute sign of sovereignty, it is the coin! And so we have seen that the euro leads to common economic government. Thank heaven we had the foresight to keep the pound.

  El Presidente. − Gracias, señor Hannan, por santificar la mañana en el Parlamento.

  Syed Kamall (ECR). - Mr President, when you look at this report, you see many of the old, tired phrases about how the developing world is suffering as a result of the economic crisis. Clearly there are people who will be suffering as a result of the economic crisis in these countries, but quite often they are not necessarily the people we want to help. Quite often they are the governments who are worried about their aid budgets being cut because, with less aid money coming to them, it is more difficult to keep corrupt and inefficient governments in power. When I was in Africa last year talking to many centre-right politicians, they complained to me that aid budgets actually keep corrupt governments in power and it makes it more difficult to improve economic and political governance in those countries.

But let us look at some of the things that we propose. We talk about more investment in developing countries – and everyone would agree to that – yet we have a proposal going through this House, the Alternative Investment Fund Managers Directive, which will reduce investment in developing countries. We talk about helping developing country farmers, yet we continue, even in today’s budget, to vote for more resources for the common agricultural policy that does so much to damage farmers’ livelihoods in developing countries.

Let us really tackle the real source of the problems in these countries – bad governance, and protectionism in the EU.

  Martin Kastler (PPE). - Herr Präsident! Liebe Kolleginnen und Kollegen! Ich habe aus zwei Gründen gegen diesen Bericht gestimmt. Zum einen stört es mich, dass Europa in der Entwicklungspolitik immer mehr mit der Gießkanne ausgießt und in immer mehr Entschließungen und Forderungen dieses Gießkannenprinzip fördert. Zum Zweiten habe ich dagegen gestimmt, weil ich es schlimm finde, dass wir versuchen, in einer Art Kulturimperialismus Staaten der Dritten und der Zweiten Welt aufzuoktroyieren, wie sie Familienplanung vorzunehmen haben. Abtreibung kann dazu kein Mittel sein, und ich bedauere es, dass ein Teil dieses Hauses im Europäischen Parlament Abtreibung mit diesem schöngeistigen Begriff „reproduktive Medizin“ umschreibt, was aber nichts an der Tatsache ändert, dass Abtreibung ungeborenes Leben tötet. Deshalb habe ich mit Nein gestimmt, und ich hoffe, dass wir in Zukunft nicht in jeder Entschließung und in jedem Initiativbericht immer wieder mit den gleichen schöngeistigen Begriffen solche Sachen umschreiben, die kulturimperialistische Dinge bedeuten.

  Nirj Deva (ECR). - Mr President, I voted against this report because it is a silly report. It is an irrelevant report. So: all the assets are in all the stock exchanges in New York, London, Tokyo, Frankfurt, etc. You will now collect about USD 6 trillion worth of capital. If you sell all the properties which are extra-legal, the slum-valued properties which are not part of the legal system in the developing countries, you will achieve USD 7 trillion. There is a great deal of capital waiting in the developing countries which is outside the legal structures of those countries, from the slums to those millions of businesses you see on the side of the roads which are not part of the formal economy.

Secondly, if you ask how much money is coming out of the developing countries every year through the financial systems of the world, it is USD 800 billion. Why are we not working to keep that capital in those countries making those countries richer?

No, what did we go and do just now? We voted for a Tobin tax to hammer already weakened financial institutions in the west and give the money to a whole bunch of people who will probably steal it.

  Seán Kelly (PPE). - Mr President, like previous speakers, I too had an objection to the inclusion of paragraph 7. We were given a free vote by our Group, but our delegation decided to vote against because – as speakers have said – talking about reproductive health rights is another way of saying abortion. If that is what is intended by it, it should be spelt out and not brought in under an economic crisis plan. So, like other speakers, we objected to that and voted against that section.

Informe: Edward Scicluna (A7-0010/2010)

  Morten Messerschmidt (EFD). - Hr. formand! Vi i Dansk Folkeparti har stemt nej til denne betænkning. Men jeg føler egentlig trang til at takke for en række af de betragtninger, der kommer frem i betænkningen. Særlig i punkt 27, hvoraf det meget ærligt fremgår, at euroen helt naturligt skal føre til en mere snæver samordning af den økonomiske politik i euro-området. Jeg er selvfølgelig helt modstander af denne formulering, men jeg vil gerne takke for den klarhed og ærlighed, som ordføreren lægger for dagen i forhold til euroen. Euroen er altså en konstruktion, der er skabt med det formål at skabe langt større økonomisk ensretning i Europa, dvs. finanspolitikken, arbejdsmarkedspolitikken, strukturpolitikken – alle økonomiske områder, alt det, der har en økonomisk betydning, skal ensrettes. Det er det, vi ser i øjeblikket i Grækenland, hvor økonomer i Frankfurt fortæller grækerne, hvilken økonomisk politik de skal føre. Det er det, vi om få måneder vil se ske i forhold til Spanien og i forhold til Italien og en række andre lande. På den måde viser denne betænkning sådan set med al ønskelig tydelighed, hvorfor Danmark – og i særdeleshed mit parti, Dansk Folkeparti – ønsker at stå uden for euroen. Vi vil nemlig selv afgøre, hvilken økonomisk politik der skal føres. Det er de danske vælgere og ikke økonomer i Frankfurt, der skal afgøre den sag.

Explicaciones de voto por escrito

Informe: Jo Leinen (A7-0018/2010)

  Andrew Henry William Brons (NI), in writing. − We approved of the proposal that the existing rules relating to the importation of live animals, meat and meat products should remain in force until replaced by measures adopted under the new regulatory framework. Whilst we should prefer such laws to be the laws of each member country rather than of an EU superstate, there must be laws covering such matters. However, the report also provided for a list of third countries or parts of countries from which Member States shall authorise importation of bovine animals, swine and fresh meat. This will involve the United Kingdom being given a legal obligation to allow imports from these countries. This will involve competition for our farmers and a further erosion of sovereignty. As a result of this pairing of good and bad proposals, we decided to abstain.

  Diogo Feio (PPE), por escrito. − A Directiva 72/462/CEE do Conselho, de 12 de Dezembro de 1972, relativa aos problemas sanitários e de polícia sanitária na importação de animais das espécies bovina, suína, ovina e caprina e de carnes frescas ou de produtos à base de carne provenientes de países terceiros, no n.º 1 do seu artigo 3.º, levou a que o Conselho, sob proposta da Comissão, aprovasse uma lista dos países terceiros em proveniência dos quais os Estados-Membros devem autorizar a importação de animais das espécies bovina e suína e de carne fresca. Embora esta directiva tenha sido revogada, o procedimento manteve-se e a referida lista tem sido modificada ao longo dos anos, propondo-se agora a Comissão criar um regulamento que codifique todas as modificações relevantes, efectuadas ao longo dos anos, e que deverá ser modificado com frequência, de modo a estar permanentemente actualizado.

Considero que este procedimento introduz clareza e transparência, não só para os Estados-Membros, em caso de modificações, mas também para os países terceiros que exportam os produtos em causa para a UE.

  José Manuel Fernandes (PPE), por escrito. − Congratulo-me com a adopção deste relatório relativo aos problemas sanitários na importação de animais de espécie bovina, suína, ovina e caprina e de carnes frescas ou de produtos à base de carne provenientes de países terceiros. Este relatório tem por base a Directiva 72/462/CEE do Conselho, de 12 de Dezembro de 1972, que levou o Conselho a aprovar uma lista dos países terceiros em proveniência dos quais os Estados-Membros devem autorizar a importação de animais das espécies bovina e suína e de carne fresca. Apesar da revogação desta Directiva, o procedimento manteve-se e a referida lista tem sido modificada ao longo dos anos, propondo-se agora que a Comissão apresente um regulamento onde se codifiquem todas as modificações relevantes efectuadas ao longo dos anos, e que deverá ser modificado com frequência, de modo a estar permanentemente actualizado.

Considero que este procedimento vem não só reforçar a segurança alimentar dos cidadãos da UE, como introduz maior clareza para os Estados-Membros e para os países terceiros que exportam produtos de carne para a UE.

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − A segurança alimentar dos cidadãos da UE é uma questão fundamental que nos deve preocupar a todos. A definição de critérios de politica sanitária para a importação, de países terceiros, de determinados animais vivos e da respectiva carne fresca, deve ser muito rigorosa e tais produtos devem ser sistematicamente controlados para podermos verificar se estão a ser cumpridos.

É, assim, crucial que seja elaborada uma lista com os países terceiros que cumprem os critérios de sanidade animal, de saúde pública e de certificação veterinária que lhes permita exportar animais vivos (bovinos, suínos, ovinos e caprinos) e a respectiva carne fresca para os países da UE.

  Andreas Mölzer (NI), schriftlich. − Im gnadenlosen Preiskampf werden die Gewinnspannen auf abenteuerlichen Wegen aufgebessert. Importfleisch wird als „heimisch“ verkauft, immer wieder taucht Gammelfleisch auf, und dann gibt es noch Schummelschinken und Co. Nun sollen Imitate klar gekennzeichnet werden, eine verpflichtende Ausweisung von Genfuttermittel fand jedoch keine Mehrheit und das trotz der Tatsache, dass die Bevölkerung sehr Gentechnik-kritisch eingestellt ist. Es ist wichtig, dass Tiergesundheits- und Hygienebestimmungen festgelegt werden, dennoch hat man es im Zuge der Einfuhrbestimmungen verabsäumt, sich auch des Themas Gentechnik anzunehmen, weshalb ich mich der Stimme enthalten habe.

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), in writing. − I voted ‘yes’ at the final vote on this resolution. It needs to be said that there has been an informal meeting with the Council and the Commission, where it became clear that Parliament could agree to the procedure. The draft report submitted to vote by Jo Leinen takes over the COM proposal and amendments have been tabled in the ENVI Committee. The Council already agreed it would approve Parliament’s position; thus a first-reading agreement is to be assumed. We Greens agree with the procedure.

  Róża Gräfin Von Thun Und Hohenstein (PPE), na piśmie. − Zmiany w prawie mające na celu poprawę dobrostanu zwierząt są konieczne i bardzo cieszę się z faktu, że Komisja Europejska nie zamierza ich już podejmować bez udziału Parlamentu Europejskiego. Dlatego poparłam raport Jo Leinena w sprawie wniosku dotyczącego decyzji Parlamentu Europejskiego i Rady uchylającego decyzję Rady 79/542/EWG ustalającą wykaz państw trzecich lub części państw trzecich i ustanawiającą warunki zdrowia zwierząt i ludzi oraz warunki wystawiania świadectw weterynaryjnych dla przywożonych do Wspólnoty pewnych żywych zwierząt i ich świeżego mięsa.

Pomimo, że nie należę do komisji Ochrony Środowiska Naturalnego, Zdrowia Publicznego i Bezpieczeństwa Żywności, będę się nadal angażować w nowelizację przepisów, zwłaszcza tych, które będą miały na celu radykalną poprawę transportu koni. Jest wiele motywacji, ale przede wszystkim etyka chrześcijańska każe mi dbać o polepszanie bytu nie tylko ludzi, ale i zwierząt oraz naszego środowiska naturalnego. Unia Europejska może tu wiele zdziałać.

Informe: Barbara Matera (A7-0047/2010)

  Zigmantas Balčytis (S&D), raštu. − Palaikiau abu pranešimus dėl lėšų iš Europos Globalizacijos Fondo skyrimo be darbo likusiems darbuotojams Lietuvoje. Lietuvoje ekonominė ir finansinė krizė palietė daug skirtingų sektorių ir daug žmonių liko be darbo ir pragyvenimo šaltinio. Globalizacijos fondo taisyklės dėl lėšų skyrimo buvo supaprastintos atsižvelgiant į sudėtingą situaciją darbo rinkoje ir augantį bedarbių skaičių , todėl Lietuva turi išnaudoti visas įmanomas galimybes dėl prašomų lėšų, siekiant kuo labiau padėti be darbo likusiems žmonėms .Taip pat labai svarbu, kad būtų užtikrintas efektyvus šių lėšų panaudojimas ir kad jos suteiktų realią naudą Lietuvos žmonėms.

  Regina Bastos (PPE), por escrito. − O Fundo Europeu de Ajustamento à Globalização (FEG) foi criado, em 2006, para prestar assistência adicional aos trabalhadores afectados pelas consequências de mudanças importantes na estrutura do comércio internacional e para ajudar à sua reintegração no mercado de trabalho. Desde 1 de Maio de 2009, o âmbito de aplicação do FEG foi alargado, passando a incluir o apoio a trabalhadores despedidos em consequência directa da crise económica e financeira.

Nesta altura, em que nos vemos confrontados com esta grave crise económica e financeira de que se destaca o aumento do desemprego como uma das principais consequências, a UE deverá utilizar todos os meios ao seu alcance para reagir às consequências desta crise, nomeadamente no que se refere aos apoios a prestar às pessoas que se viram confrontadas, de um dia para o outro, com a realidade do desemprego.

Assim, votei a favor da presente proposta que diz respeito à mobilização do FEG a favor da Lituânia, com o objectivo de apoiar os trabalhadores despedidos nas 49 empresas que operam no sector do fabrico de mobiliário.

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), raštu. − Aš balsavau už šį pranešimą, nes Europos Sąjungos prisitaikymo prie globalizacijos padarinių fondo (EGF) finansinė parama bus skirta be darbo likusiems baldų pramonės įmonių darbuotojams, kadangi, sumažėjus baldų pramonės eksportui, buvo atleista daug darbuotojų. ES parama bus skirta darbuotojų persikvalifikavimui, darbo paieškai ar savo įmonių kūrimui. Džiaugiuosi, kad Europos Komisija įvertino Lietuvos paraišką ES finansavimui gauti, nes atleistiems baldų įmonių darbuotojams sunkmečio metu galimybės grįžti į darbo rinką yra labai mažos, o masiškas darbuotojų atleidimas iš 49-ių įmonių labai neigiamai paveikia šalies ekonominę padėtį. Norėčiau paraginti ES institucijas užtikrinti sklandų ir greitą sprendimų priėmimą svarstant finansinės paramos suteikimo klausimus, nes tokių sprendimų delsimas gali tik pabloginti esamą sunkią darbuotojų situaciją. Norėčiau pažymėti, kad ši ES finansinė pagalba darbuotojams, nukentėjusiems nuo didelių struktūrinių ekonomikos ir prekybos pokyčių, padės vėl integruotis į darbo rinką.

  Diogo Feio (PPE), por escrito. − Tal como o sector da construção de edifícios na Lituânia, que anteriormente analisámos, também a indústria do mobiliário se ressentiu com a globalização, estando agora exposta aos produtos de uma concorrência aguerrida e que produz a uma outra escala. Preenchidos que estão os requisitos que subjazem à possibilidade de candidatura e mobilização do Fundo, creio ser de apoiar esta mesma mobilização.

  João Ferreira (GUE/NGL), por escrito. − Apenas duas semanas depois de o Parlamento aprovar a mobilização deste Fundo para acorrer a situações de despedimentos na Lituânia e na Alemanha, voltamos novamente a aprovar a sua mobilização, agora para acorrer a despedimentos que ocorreram em 49 empresas no sector do fabrico de mobiliário, na Lituânia. Como então dissemos, já há muito que o número de trabalhadores despedidos ultrapassou largamente as estimativas iniciais da Comissão quanto ao número de trabalhadores que poderiam vir a beneficiar do Fundo.

Recordamos que se trata de um sector que tem vindo a atravessar sérias dificuldades também em Portugal, particularmente nos concelhos em que tem um peso significativo, como é o caso de Paredes e Paços de Ferreira, o que tem conduzido também a despedimentos e ao agravar da situação social na região.

Cada novo pedido de accionamento torna mais evidente que mais do que medidas paliativas - certamente necessárias - o que se exigem são medidas urgentes para a defesa dos sectores produtivos e do emprego, nomeadamente dos mais vulneráveis à crise e daqueles que se inserem no aproveitamento das potencialidades de desenvolvimento de cada país, promovendo projectos públicos e o apoio às micro, pequenas e médias empresas, ao sector cooperativo...

(Declaração encurtada por força do artigo 170.º do Regimento)

Informe: Barbara Matera (A7-0048/2010)

  Regina Bastos (PPE), por escrito. − O Fundo Europeu de Ajustamento à Globalização (FEG) foi criado, em 2006, para prestar assistência adicional aos trabalhadores afectados pelas consequências de mudanças importantes na estrutura do comércio internacional e para ajudar à sua reintegração no mercado de trabalho. Desde 1 de Maio de 2009, o âmbito de aplicação do FEG foi alargado, passando a incluir o apoio a trabalhadores despedidos em consequência directa da crise económica e financeira.

Nesta altura, em que nos vemos confrontados com esta grave crise económica e financeira de que se destaca o aumento do desemprego como uma das principais consequências, a UE deverá utilizar todos os meios ao seu alcance para reagir às consequências desta crise, nomeadamente no que se refere aos apoios a prestar às pessoas que se viram confrontadas, de um dia para o outro, com a realidade do desemprego.

Assim, votei a favor da presente proposta que diz respeito à mobilização do FEG a favor da Lituânia, com o objectivo de apoiar os trabalhadores despedidos nas 45 empresas activas no sector do fabrico de artigos de vestuário.

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), raštu. − Džiaugiuosi, kad šiandien įvyko balsavimas dėl finansinės paramos suteikimo Lietuvos drabužių gamybos pramonei, kadangi sunkmečio metu šis sektorius nukentėjo itin smarkiai. Norėčiau atkreipti dėmesį, kad drabužių gamybos sektoriuje daugiausia dirba moterys ir dėl krizės sukelto atleidimų poveikio per metus iki 2009 m. liepos mėn. bedarbių moterų skaičius Lietuvoje padvigubėjo. Aš balsavau už šį pranešimą, kadangi iš ES Prisitaikymo prie globalizacijos padarinių fondo (EGF) gauta finansinė parama bus panaudota užimtumo skatinimo priemonėms, siekiant kuo greičiau įdarbinti atleistus darbuotojus, mokymo ir perkvalifikavimo išmokoms, taip pat išmokoms paramai dėl mažamečių vaikų iki 8 m. ir neįgalių šeimos narių priežiūros. Taigi, ši finansinė pagalba yra labai reikalinga drabužių siuvimo pramonėje, nes stipriai sumažėjus drabužių paklausai Lietuvoje ir eksporto srityse, žymiai sumažėjo drabužių siuvimo apimtys. Taip pat norėčiau pažymėti, jog šis darbuotojų atleidimas ne tik daro neigiamą poveikį šalies ir vietos ekonomikai, bet ir itin skaudžiai paliečia individualių darbuotojų gyvenimą.

  Diogo Feio (PPE), por escrito. − Às indústrias lituanas de construção de edifícios e de mobiliário junta-se também a indústria do vestuário enquanto sector penalizado pela globalização, tendo lançado no desemprego um número significativo de trabalhadores. A votação maciça favorável, na comissão parlamentar competente, confirma a aparente bondade da medida. Não vejo, por isso, motivo para votar contra a mobilização do Fundo neste caso.

  João Ferreira (GUE/NGL), por escrito. − Apenas duas semanas depois de o Parlamento aprovar a mobilização deste Fundo para acorrer a situações de despedimentos na Lituânia e na Alemanha, voltamos novamente a aprovar a sua mobilização, agora para acorrer também a despedimentos em 45 empresas activas no sector do fabrico de artigos de vestuário, na Lituânia. É bom lembrar que este é um sector que atravessa uma grave crise também em Portugal, sofrendo com particular intensidade os efeitos da liberalização do comércio mundial, sem que tenham sido tomadas as necessárias acções de salvaguarda.

Cada novo pedido de accionamento deste Fundo confere urgência renovada às medidas que temos vindo a defender, de combate efectivo ao desemprego e de criação e promoção de emprego com direitos assentes no desenvolvimento da actividade económica, na dinamização do emprego público, na erradicação da precariedade e na redução do horário de trabalho, sem diminuição de salário. Medidas que passam também pelo combate à deslocalização de empresas, desde logo condicionando ajudas públicas, nomeadamente as comunitárias, ao cumprimento de obrigações como a protecção do emprego e o desenvolvimento local. Medidas que impõem uma clara ruptura com as políticas neoliberais que estão a provocar o visível desastre económico e social nos países da União Europeia.

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − A UE é um espaço de solidariedade, surgindo a esse propósito o Fundo Europeu de Ajustamento à Globalização. Esses apoios são fundamentais para o auxílio aos desempregados e às vítimas das deslocalizações que se verificam num contexto globalizado.

É cada vez maior o número de empresas que se deslocalizam, aproveitando os reduzidos preços do factor trabalho, que são praticados em vários países, nomeadamente a China e a Índia, com efeitos nocivos para os países que respeitam os direitos dos trabalhadores. O FEG destina-se a ajudar os trabalhadores vítimas da deslocalização de empresas e é fundamental, para tanto, que, no futuro, estes voltem a ter acesso a novos empregos. O FEG já foi, no passado, utilizado por outros países da UE, nomeadamente Portugal e Espanha, cabendo agora dar esse auxílio à Lituânia.

Informes: Barbra Matera (A7-0047/2010 et A7-0048/2010)

  Laima Liucija Andrikienė (PPE), in writing. − I voted in favour of two reports by Barbara Matera on financial support for redundant workers in Lithuania from the European Globalisation Adjustment Fund. I would also like to thank those colleagues who voted in favour as a qualified majority and three fifths of the votes cast were necessary for the adoption of the reports.

Both reports on the situation in the furniture manufacturing sector and in the wearing apparel manufacturing sector represent one of the most acute unemployment cases in Lithuania. The sums are not big for the EU but they will alleviate the hardships Lithuanian workers are facing.

This is the case for those who worked in the 49 enterprises in the furniture manufacturing sector, where redundant workers will be paid EUR 662 088 from the European Globalisation Fund, as well as for those who worked in the 45 enterprises in the wearing apparel manufacturing sector, where the sum is EUR 523 481.

Even though this might be only the tip of the iceberg of the unemployment problem in Lithuania, the financial support will help those most in need.

  Andrew Henry William Brons (NI), in writing. − We are not in favour of the European Union being responsible for help to redundant workers (or for anything else). We would oppose money being allocated to the European Globalisation Adjustment Fund as we would oppose money being allocated to all EU funds. We believe that Member States should help their own redundant workers. However, the European Globalisation Adjustment Fund has money that has already been allocated to it and that money has come from Member States. If it were proposed that money from the EGAF should be allocated to redundant workers in Britain, we would vote for it to be allocated and we would be criticised if we did not. We must therefore vote for the fund to be used appropriately for other Member States. Nevertheless, we intend to ensure that future money will be allocated to British redundant workers and, if we find that they are not eligible, we shall vote against all future mobilisations of the Fund.

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), par écrit. – C'est en pensant aux travailleurs lituaniens sacrifiés sur l'autel de la mondialisation que je m'abstiens. Dans la situation où les plongent les conséquences des politiques néolibérales prônées par l'Union européenne, on pourrait se sentir le droit de voter contre l'aumône dérisoire que les élites européennes veulent bien leur accorder. Mais le peu qui est donné peut soulager leur peine. La logique du Fonds européen d'ajustement à la mondialisation n'en est pas moins intolérable. Au royaume des eurocrates, la bonne conscience s'achète à bas prix.

Informe: Sven Giegold (A7-0031/2010)

  Alfredo Antoniozzi (PPE), per iscritto. − Signor Presidente, onorevoli colleghi, la relazione del collega Giegold offre spunti interessanti per quanto riguarda l'attuale crisi economica, la peggiore da quando il processo d'integrazione europea ha avuto inizio.

Vorrei sottolineare che in una mia recente interrogazione rivolta alla Commissione avevo sollevato la questione riguardante i limiti di applicazione del Patto di stabilità, che in alcuni casi straordinari, quali ad esempio la realizzazione di progetti di edilizia pubblica e social housing, potrebbero essere superati. Tali opere sono infatti destinate a fini sociali e dovute a emergenze abitative particolarmente sentite nelle grandi città e potrebbe dunque essere opportuno affrontare questo genere di problematiche mediante il ricorso a misure straordinarie.

Ritengo pertanto auspicabile che la Commissione assuma una posizione ben precisa al fine di dare direttive in merito agli Stati membri, riguardo ai limiti di bilancio e di spesa imposti dai parametri del Patto di stabilità ai Comuni che, soprattutto nel caso di Comuni di grandi dimensioni, necessitano di importanti investimenti infrastrutturali.

  Sophie Auconie (PPE), par écrit. – J'ai voté en faveur du rapport sur la déclaration annuelle de la Commission européenne sur la zone euro et les finances publiques. Je retiens surtout de ce rapport, riche en analyse et en propositions, son appel à un renforcement de la gouvernance économique européenne et en particulier à une meilleure coordination des politiques budgétaires. Croissance et solidarité, voilà les deux maîtres-mots qui doivent présider à notre stratégie économique européenne. Croissance, car, sans elle, nous ne parviendrons pas à répondre au défi social. Solidarité, car elle est la raison d'être de la construction européenne et en sera son avenir.

  Liam Aylward agus Pat the Cope Gallagher (ALDE), i scríbhinn. − Tá Feisirí Eorpacha Fhianna Fáil, Pat ‘the Cope’ Ó Gallchóir agus Liam Aylward, go láidir i gcoinne a bhfuil beartaithe sa tuarascáil seo maidir le Comhbhonn Cánach Corparáideach Comhdhlúite (CCCTB sa Bhéarla) a thabhairt isteach.

Ní chuirfeadh Comhbhonn Cánach Corparáideach Comhdhlúite san Eoraip le hiomaíochas an Aontais Eorpaigh nó le feidhmiú an mhargaidh aonair agus, thairis sin, d’fhéadfadh CCCTB cur isteach ar gheilleagair bheaga oscailte, mar atá in Éirinn. Is inniúlacht do na Ballstáit aonair amháin é ceist an chánachais agus tá an ceart ag rialtas na hÉireann a chumhacht crosta a úsáid i dtaca le haon bheart cánach, CCCTB san áireamh. Tá an ceart seo cumhdaithe sna conarthaí, Conradh Liospóin san áireamh.

  Zigmantas Balčytis (S&D), raštu. − Pritariau šiam pranešimui, nes manau, kad jame išsamiai išryškintos pagrindinės euro zonos ir viešųjų finansų problemos. Europos Sąjungos valstybėse narėse užimtumas toliau mažėja ir numatoma, kad tai vyks ir toliau. Grėsmę visam ES stabilumui kelia kai kurių valstybių narių chaotiškos struktūrinės reformos, kurios vykdomos neturint konkretaus plano. Smulkus ir vidutinis verslas išgyvena itin sudėtingą laikotarpį, nes tiek valstybės narės, tiek ir Europos Centrinis Bankas nesugebėjo sukontroliuoti ir prižiūrėti, kad bankams skirtos lėšos būtų paskirstytos pagrindiniam tikslui – lengvatinių kreditų teikimui smulkiajam verslui. Taip pat labai svarbu, kad būtų remiama euro zonos plėtra ir imtasi atitinkamų priemonių sudaryti tinkamas sąlygas valstybėms narėms, siekiančioms tapti euro zonos narėmis.

  Elena Băsescu (PPE), în scris. − Am votat în favoarea Raportului privind declaraţia anuală pentru 2009 privind zona euro şi finanţele publice. Susţin propunerea din raport prin care se solicită Eurogrupului să faciliteze intrarea în zona euro a statelor membre care doresc acest lucru şi care îndeplinesc condiţiile impuse. Consider că este necesară îmbunătăţirea reglementării şi supravegherii pieţelor financiare, precum şi limitarea deficitelor externe şi interne pentru dezvoltarea cu succes a Uniunii Economice şi Monetare. De asemenea, trebuie să acordăm o atenţie deosebită problemelor legate de disciplina fiscală. Viitoarea Strategie UE 2020 trebuie să aibă în vedere politici privind crearea de locuri de muncă şi dezvoltarea durabilă, astfel încât să prevenim declanşarea unor noi crize economice. Totodată, este necesar ca statele membre şi Comisia Europeană să coopereze pentru reducerea dezechilibrelor fiscale. Consolidarea finanţelor publice este o condiţie esenţială pentru asigurarea unei creşteri economice durabile. După intrarea în vigoare a Tratatului de la Lisabona, Comisia Europeană va avea un rol mai important în urmărirea evoluţiei economice din statele membre. Conform articolului 121, Comisia Europeană va putea adresa avertismente ţărilor care nu respectă orientările generale privind politicile economice.

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), raštu. − Aš balsavau už šį pranešimą, nes Europos Parlamentas atkreipė Komisijos dėmesį į tai, jog išsivysčiusioms valstybėms pamažu išsivaduojant iš pasaulinės krizės spąstų, besivystančių šalių padėtis tebeprastėja. Taigi Europos centrinis bankas (ECB), Komisija ir euro zonos valstybės narės turi skatinti integracijos ekonominės ir pinigų politikos srityje procesą Europos Sąjungoje ir remti euro zonos plėtrą. Pritariu raginimui, kad ECB turi remti euro zonai nepriklausančių valstybių narių pastangas įsivesti eurą, ypač tais atvejais, kai valstybės narės įrodo gebėjimą laikytis patikimos ir stabilios fiskalinės drausmės. Norėčiau pastebėti, kad, siekiant ateityje užkirsti kelią finansų krizėms, būtina raginti euro grupę, Tarybą ir ECB labiau koordinuoti savo veiksmus valiutų keitimo kursų politikos srityje. Taigi, nepaisant krizės pasiekta nedaug pažangos pereinant prie bendro tarptautinio atstovavimo euro zonai. Labiausiai nerimą kelia tai, jog nepaisant to, kad dedamos visos pastangos pinigų ir fiskalinės politikos srities stabilizavimui, ES toliau mažėja užimtumas, didėja nedarbas ir socialinė atskirtis.

  Nessa Childers (S&D), in writing. − I voted in favour of the Giegold Report because there is a need for continued detailed debate on the various issues that arise in this report. It is necessary to ensure that different corporate tax regimes do not enable companies to evade their responsibilities to support society by a share of their profits through a fair corporate tax regime. However particular attention needs to be given to the negative impact that a CCCTB could have on small countries such as Ireland, whose prosperity and employment levels depend to a large extent on its capacity to attract foreign investment. The Irish Labour Party does not support the introduction of CCCTB.

  Νικόλαος Χουντής (GUE/NGL), γραπτώς. – Δήλωσα αποχή στη συγκεκριμένη έκθεση. Πρέπει να παρατηρήσουμε ότι η οικονομική ύφεση δεν υποχωρεί, καθώς η οικονομική κατάσταση όλων σχεδόν των κρατών μελών είναι σαφώς αρνητική και η ανεργία αυξάνεται. Το ειδικό πρόβλημα δεν είναι τα "υγιή" δημοσιονομικά. Χώρες σαν την Ελλάδα αντιμετωπίζουν πρόβλημα στον δημόσιο δανεισμό που οφείλεται τόσο στις κερδοσκοπικές επιθέσεις των αγορών όσο και στα θεσμικά και πολιτικά προβλήματα της ΟΝΕ. Η κρίση των δημόσιων ελλειμμάτων, γενικευμένο φαινόμενο όλης της Ε.Ε., οφείλεται εκτός των άλλων στο μεγάλο μέγεθος της φοροδιαφυγής, κάτι που ξεχνά η Επιτροπή. Πέραν τούτου, τα πακέτα στήριξης των τραπεζών από τις εθνικές κυβερνήσεις αύξησαν επίσης τα δημόσια ελλείμματα, όπως ομολογεί και η Ισπανική Προεδρία μετά από σχετική ερώτησή μου. Σε κάθε περίπτωση, η εμμονή στο Σύμφωνο Σταθερότητας, και μάλιστα σε περιόδους ύφεσης, είναι καταστροφική. Οδηγεί στην όξυνση των κοινωνικών ανισοτήτων, στην περικοπή των δημόσιων επενδύσεων, αυξάνει την ανεργία και υπονομεύει τις αναπτυξιακές προοπτικές των χωρών. Γι' αυτό πρέπει ν' αλλάξει το αντιαναπτυξιακό και αντικοινωνικό Σύμφωνο Σταθερότητας και να διαμορφωθεί διαφορετικό πλαίσιο άσκησης οικονομικής και κοινωνικής πολιτικής με προμετωπίδες την εργασία και τις κοινωνικές ανάγκες και την αειφόρο βιώσιμη ανάπτυξη.

  Proinsias De Rossa (S&D), in writing. − At a time of serious economic and social crisis, we need to increase efforts to coordinate macroeconomic and structural reform strategies across national borders so as to tackle the imbalances that hinder the generation of jobs. I share the concerns regarding imbalances within the euro area, such as speculation in the construction sector, whose excesses contribute to asymmetric shocks, and call on the Commission to study possible mechanisms to improve the economic governance of the euro area and curb the expansion of such imbalances. The need for stricter regulation and supervision of financial crisis is as urgent as ever. Any European discussion on a Common Consolidated Corporate Tax Base has to have regard to the needs of geographically marginal regions of the EU such as Ireland and their capacity to attract FDI. A CCCTB is not about a common tax rate. Taxation of companies is the exclusive responsibility of each member state. The idea of CCCTB is to establish a common legal basis for the computation of profits of companies with establishments in at least two member states, to ease the bureaucratic burden on them to establish compliance with the tax codes of the states in which they are operating.

  Diogo Feio (PPE), por escrito. − Os Estados-Membros da União Europeia encontram-se actualmente, em consequência da crise financeira, económica e social, em grandes dificuldades reflectidas pela grave situação das suas contas públicas. A maior parte dos países regista níveis de endividamento excessivos, sendo urgentes medidas que contribuam para a estabilidade e o crescimento, de modo a que uma situação mais equilibrada seja alcançada.

É fundamental reduzir os níveis de endividamento público e rever as prioridades dos Estados, de modo a que seja feita uma eficiente afectação dos Fundos públicos, em particular de modo a criar as bases para políticas que fomentem o crescimento económico e, consequentemente, o bem-estar social. É fundamental rever a política de impostos para que estímulos adequados à economia sejam apresentados porque só com uma economia forte se poderão ultrapassar as actuais dificuldades e preparar o futuro.

  Marian Harkin (ALDE), in writing. − I do not support paragraph 29 as it calls for the introduction of CCCTB. One of the things we are told about CCCTB is that it will be more efficient and that it will simplify matters. Given that, as it now stands, companies can opt in or opt out, we would end up with 28 tax bases instead of the current 27; that is hardly simplification. As it is currently proposed, CCCTB would mean the redistribution of European profits across the EU, so a country like Ireland, which exports a lot of what it produces, would be penalised because the profits, of course, would be at the point of sale. It does seem a little bit strange since at the core of the EU we have the free movement of goods; therefore we would end up, if we use CCCTB, by penalising exporting countries. Its introduction would damage Europe’s capacity to attract foreign direct investment, because the rules as such would not apply to the Member State in which it was located but would be by some reference to a complicated formula which can only be calculated in retrospect, which would damage our capacity to attract foreign direct investment.

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), par écrit. – Je vote contre ce rapport qui promeut aveuglément la logique néolibérale responsable de la crise économique, sociale et écologique dont nous subissons tous les conséquences. Le texte qui nous est proposé n'est pas seulement dogmatique à souhait, il porte aussi la marque du mépris des peuples et notamment du peuple grec. Comment le Parlement peut-il voter un texte si indigne qu'il remet en question l'entrée des Grecs dans la zone euro à l'aune du déficit budgétaire que les politiques qu'il avalise ont créé? Décidément, cette Europe est un adversaire de plus pour les peuples.

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − A crise económica que se abateu sobre a UE, e que ainda se sente de forma bastante forte, veio revelar algumas lacunas no que respeita à política monetária da UE e às finanças públicas de alguns Estados-Membros. É necessário retirarmos lições dos erros cometidos para que, no futuro, os mesmos não sejam repetidos.

A UE tem que melhorar em vários aspectos, nomeadamente na política monetária, na melhoria da coordenação e cooperação em matéria de política económica, no controlo das finanças públicas do Estados-Membros, tem de se preocupar em fazer face à dependência energética e criar um maior número de novos empregos em indústrias modernas e sustentáveis do ponto de vista ambiental.

  Γεώργιος Παπανικολάου (PPE), γραπτώς. – Ψήφισα υπέρ του ψηφίσματος -εκφράζει ικανοποιητικά και με έντονο ύφος προς το Συμβούλιο το πρόβλημα της αναμενόμενης συρρίκνωσης της απασχόλησης στην Ευρωπαϊκή Ένωση, που αφορά ιδιαίτερα και την Ελλάδα, ενώ δίνει έμφαση στα έκτακτα μέτρα ανάκαμψης που επιβάλλεται να ληφθούν σε ευρωπαϊκό επίπεδο. Στα άρθρα 12 - 18 που αναφέρονται στη βελτίωση του συντονισμού της συνεργασίας στον τομέα της οικονομικής πολιτικής, τονίζονται οι ανισορροπίες που σημειώνονται εντός της ευρωζώνης λόγω της έλλειψης συνοχής στις οικονομικές και κυρίως στις εμπορικές πολιτικές των κρατών μελών σε περίοδο οικονομικής ύφεσης. Θεωρώ, επίσης, ότι η επίσημη προτροπή του Ευρωπαϊκού Κοινοβουλίου προς την Επιτροπή για την έκδοση ευρωομολόγων και για την κοινή αντιμετώπιση των προκλήσεων εντός της ευρωζώνης (άρθρο 26) αποκτά ιδιαίτερη σημασία ενόψει της πολιτικής που θα αποφασίσει να ακολουθήσει η Ευρωπαϊκή Ένωση το προσεχές διάστημα.

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), in writing. − I followed our rapporteur’s position on this topic, Giegold, and voted in favour of his report. The Annual Statement of the Commission on the euro area aims to stimulate a broad debate on euro-area economic policies. More specifically, it presents the Commission’s views on the challenges the euro-area economy has to face on the one hand and its analysis of the appropriate response of economic policies on the other hand.

  Czesław Adam Siekierski (PPE), na piśmie. − W swoim wystąpieniu mówiłem o sytuacji w strefie euro oraz w finansach publicznych w 2009 r. Mój werdykt głosowania ma szerszy kontekst.

Zgodnie z przewidywaniami ekonomistów, rok 2009 okazał się być najtrudniejszy dla dotkniętych kryzysem państw członkowskich. PKB Unii spadło o 4%, produkcja przemysłowa o 20%, liczba bezrobotnych wzrosła do 23 milionów itd. Koszty walki z kryzysem doprowadziły do drastycznego pogorszenia się sytuacji stanu finansów publicznych. Jednakże niektóre kraje już przed recesją wykazywały wysoki dług publiczny będący w sprzeczności z Paktem Stabilności i Wzrostu.

Dla strefy euro kryzys finansowy okazał się największym wyzwaniem w jej historii. Obnażył on bezwzględnie słabości systemu wspólnej waluty. Najpoważniejszą z nich jest bez wątpienia ogromne zróżnicowanie państw strefy euro pod względem stabilności finansów publicznych i poziomu zadłużenia. Nagle okazało się, że Pakt Stabilności i Wzrostu, mający być w założeniu gwarantem wypełniania kryteriów konwergencji, jest lekceważony przez narodowe, ale także unijne organy. Brak dyscypliny i odpowiedniego systemu kar doprowadził w rezultacie do kryzysu wspólnej waluty. Wielu polityków niechętnych europejskiej integracji ekonomicznej już ogłosiło rozpad strefy euro szerząc katastroficzne wizje dla całego procesu integracji.

Uważam jednak, że poglądy te są nieuzasadnione i mają charakter spekulacyjny. Strefa euro stoi bowiem przed szansą na gruntowne reformy, które usprawnią mechanizmy kontroli i zapewnią większą koordynację. Należy tylko rozsądnie ten proces przeprowadzić.

Informe: Sharon Bowles (A7-0059/2010)

  Sebastian Valentin Bodu (PPE), în scris. − Numirea unui profesionist de talia lui Vitor Constancio ca vice-guvernator al Băncii Centrale Europene va aduce un plus de valoare politicilor economice şi financiare promovate de această instituţie. Vitor Constancio preia funcţia de vice-guvernator al BCE într-un moment dificil pentru zona euro, dar opiniile sale asupra modului în care Uniunea Europeană trebuie să reacţioneze la criza grecească demonstrează că are viziune şi ştie să protejeze moneda europeană. Domnul Constancio are o carte de vizită impresionantă, iar faptul că este conducătorul Băncii Naţionale Portugheze îl confirmă ca profesionist. Ceea ce nu poate decât să îmi amintească de episodul recent al numirii politice a unui vice-guvernator la Banca Naţională a României, departe de exemplul profesional al domnului Constancio. Din fericire, Banca Naţională a României are şi foarte mulţi profesionişti, iar parcursul său pe perioada crizei economice a fost impecabil. Şi totuşi, băncile naţionale ar trebui să fie ultimul loc unde numirile se fac pe criterii politice şi nu pe criterii de competenţă Audierea domnului Constancio în comisia economică din Parlamentul European a fost solicitantă, însă domnul Constancio nu a ezitat niciodată, menţinându-şi coerenţa opiniilor şi demonstrând că viziunea sa asupra viitorului zonei euro este sănătoasă.

  João Ferreira (GUE/NGL), por escrito. − Vítor Constâncio foi, ao longo dos anos enquanto Governador do Banco de Portugal, um seguidor fiel das orientações impostas pelo Banco Central Europeu aos Estados-Membros da União Europeia. Orientações profundamente lesivas para o interesse e a soberania nacionais e atentatórias dos direitos dos trabalhadores e do povo português.

São bem conhecidos os seus apelos constantes à moderação salarial num país em que abundam os baixos salários e que apresenta gritantes desigualdades sociais, fruto também de uma injusta repartição dos rendimentos, penalizadora do trabalho em favor do capital. Como conhecidas são também as suas falhas ao nível do desempenho das funções de supervisão do sistema bancário que lhe estavam acometidas.

A defesa dos critérios irracionais do Pacto de Estabilidade, das orientações relativas a políticas cambiais e de outras orientações macroeconómicas, a desvalorização da produção e do trabalho - de que Vítor Constâncio tem sido protagonista - continuarão, como até aqui, a contar com a nossa mais firme e viva oposição.

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), por escrito. − Esta votação sobre a recomendação do Conselho relativamente à nomeação de Vitor Constâncio como Vice-Presidente do Banco Central Europeu não nos surpreende. As suas actuações enquanto Governador do Banco de Portugal sempre foram em consonância com as orientações liberais do BCE.

As políticas seguidas e impostas pelo BCE aos Estados-Membros da União Europeia, profundamente lesivas para o interesse e soberania nacionais e atentatórias dos direitos dos trabalhadores e do povo português, são, na sua essência, as mesmas que Vitor Constâncio defendeu e defende enquanto Governador do Banco de Portugal. É contra essas políticas que iremos continuar a lutar, independentemente de que seja membro da sua direcção.

Por isso, votámos contra este relatório, dado que nas respostas que ali são dadas, é a mesma linha do Banco Central Europeu que é reafirmada, com a defesa dos critérios irracionais do Pacto de Estabilidade, das orientações relativamente a políticas cambiais e outras orientações macro-económicas, desvalorizando sempre o papel da produção e do trabalho.

  Astrid Lulling (PPE), par écrit. – C'est en pleine connaissance de cause que j'ai refusé de donner mon approbation à la nomination de M. Vitor Constancio comme futur vice-président de la Banque centrale européenne. Sa personne n'est pas en cause, ni ses compétences, qu'il fait d'ailleurs valoir avec un certain talent. On aimerait tant le croire.

Seulement les milliers de Portugais ruinés à cause de sa légèreté et de son imprévoyance sont la preuve vivante de son bilan désastreux à la tête de la banque centrale du Portugal. Trois affaires de cette importance, c'est beaucoup pour un seul homme.

Comment quelqu'un qui a échoué dans son pays peut-il maintenant prétendre à être en charge de la supervision en Europe? J'ai dit de manière provocante que cela revenait un peu à donner des bâtons de dynamite à un pyromane.

Les échos qu'ont connus ces paroles au Portugal sont impressionnants. Comme moi, les Portugais ne comprennent pas que quelqu'un qui a échoué de la sorte soit promu au niveau supérieur.

De façon générale, je regrette que le Parlement européen ne suive pas la voie du Sénat américain pour des nominations déterminantes pour le futur de l'Union européenne.

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − Em 2008, participei durante meses numa Comissão de Inquérito, na Assembleia da República Portuguesa, que descobriu e denunciou falhas graves de supervisão, que tiveram como consequência a nacionalização de um banco, em 2008, e que levaram a que, ainda hoje, centenas de clientes não possam movimentar o dinheiro que investiram (muitas vezes, poupanças de uma vida) num outro banco. Refiro-me ao BPN e ao BPP.

Ao tempo, critiquei publicamente, por diversas vezes, mesmo perante o próprio, o desempenho do Dr. Victor Constâncio enquanto supervisor à frente do Banco de Portugal. O facto de ser português e a solidariedade que tenho para com o PPE impedem-me de votar contra. Mas, em consciência, e até por honestidade intelectual, não poderia votar a favor de uma nomeação que o levará exactamente à supervisão, desta feita, no BCE.

Informe: Inés Ayala Sender (A7-0039/2010)

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), raštu. − Aš pritariau Rasos Budbergytės kandidatūrai į Europos Audito Rūmus. Tiek Lietuvoje, tiek ir Europoje jos kandidatūra labai palankiai vertinama, nes ji turi didelę darbo patirtį ir sukūrė Lietuvoje kokybišką, nepriklausomą audito sistemą. Rasos Budbergytės kandidatūra biudžeto kontrolės komitete buvo labai gerai įvertinta – beveik visi nariai pritarė jos kandidatūrai. Ji yra kompetentinga specialistė, jos profesinė patirtis ir asmeninės savybės leis tinkamai vykdyti visas Europos Audito Rūmų narės pareigas. Be to, Rasa Budbergytė viešai pažadėjo savo veiklą organizuoti remdamasi nepriklausomumu bei audito standartais ir atsižvelgdama į etikos reikalavimus, jei ji bus paskirta į šias pareigas Savo darbą ji žada atlikti vadovaudamasi dviem principais. Pirma – tai Tarptautinių audito standartų ir Europos Audito Rūmų įdiegtų audito praktikų ir procedūrų nepriekaištingas laikymasis. Antra – produktyvus darbas, vykdant savo tiesiogines asmenines, grupės arba mažosios kolegijos narės ir Europos Audito Rūmų kaip kolegialaus organo atstovės pareigas. Ji planuoja stiprinti tarpinstitucinį Europos Audito Rūmų bendradarbiavimą su EP, o ypač su biudžeto kontrolės komitetu. Esu įsitikinusi, kad auditorė įrodė savo kompetenciją ir profesionalumą audito srityje. Esu tikra, kad jos nepriekaištingas darbas bus puikus indėlis visai Europos Sąjungai.

Informe: Inés Ayala Sender (A7-0038/2010)

  Zigmantas Balčytis (S&D), raštu. − Pono Fazakaso kandidatūra į Europos Audito Rūmų narius sukėlė aštrias ir kontroversiškas diskusijas Biudžeto kontrolės komitete. Nors jo kandidatūra buvo žinoma dar nuo lapkričio mėnesio, tačiau tik likus kelioms dienos iki kandidatų klausymo komitete buvo paskleista informacija apie p. Fazakaso galimą bendradarbiavimą su SS slaptosiomis tarnybomis. Mane stebina, kad p. Fazakas kompetencijos klausimas iškeliamas tik dabar, kai Vengrija ruošiasi rinkimams, nors penkerius metus, kai p. Fazakas buvo Europos Parlamento nariu, Biudžeto kontrolės komiteto pirmininku bei kvestoriumi, jo kompetencijos ir gebėjimo eiti pareigas klausimas nebuvo keliamas. Esu įsitikinęs, kad Europos Parlamentas yra ne vieta neskaidriems politiniams žaidimams, todėl palaikiau p. Fazakaso kandidatūrą. Manau, kad nuo lapkričio mėn. iki svarstymų suinteresuotoms šalims buvo pakankamai laiko tinkamai pateikti pagrįstą informaciją apie aplinkybes, kurios galėtų turėti įtakos p. Fazakaso paskyrimui į EAR ir užtikrinti išsamų parlamentinį įvertinimą, tačiau to nebuvo padaryta.

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − Compreendem-se as objecções de quem não gostaria de ver acontecer a nomeação em causa. Todavia, fazendo doutrina deste critério, razões de militância na extrema esquerda comunista ou de inspiração comunista, um pouco por esta Europa, responsável por tantos e diversificados actos passíveis da maior censura, implicaria que muitos outros também não o pudessem ser. E assim sendo, justifica-se a minha abstenção.

  Rareş-Lucian Niculescu (PPE), in writing. − I voted against Mr Fazakas because in his official autobiography he withheld the information that, during the Communist dictatorship, he was a secret agent of the Hungarian state secret police from 1976 until the collapse of the regime in 1989. According to official documents from the Historical Archives of State Security Services of Hungary, Mr Fazakas was recruited in 1976 by the State Security Service, the Communist secret police, ‘on a patriotic basis’ (i.e. he entered the service voluntarily) for activities of counter-espionage.

  Sławomir Witold Nitras (PPE), na piśmie. − W nawiązaniu do dzisiejszego głosowania w sprawie mianowania kandydatów na członków Europejskiego Trybunału Obrachunkowego, pragnę wyrazić swoje poparcie dla decyzji, którą podjęliśmy w stosunku do kontrowersyjnego kandydata pana Szabolcsa Fazakasa.

Według oficjalnych dokumentów przez wiele lat wspierał on komunistyczną dyktaturę na Węgrzech, będąc członkiem tamtejszej służby bezpieczeństwa. Powszechnie znane fakty kładą widoczny cień na jego życiorysie i powinny być one brane pod rozwagę z wystarczającym wyprzedzeniem. UE od zawsze stała na straży demokracji, wolności słowa i sumienia, a wartości te przez wiele dziesięcioleci były pogwałcane przez reżim socjalistyczny nie tylko na Węgrzech, ale także w wielu innych krajach tzw. bloku wschodniego. To prawda, że czasy się zmieniły i dzisiaj wszyscy możemy cieszyć się szeroko pojmowaną wolnością, ale musimy zarazem pamiętać o tych, którzy nam tę wolność ograniczali.

  Traian Ungureanu (PPE), in writing. − The vote in favour of Mr Fazakas is disappointing. It sets a serious precedent. I voted together with the EPP against Mr Fazakas’ confirmation as a Member of the Court of Auditors. This was no ordinary vote. Mr Fazakas is suspected of being an ex-collaborator of the Communist secret services. The Hungarian press produced a document regarding this. A number of opinions were heard that opposed any ‘punishment’ against Mr Fazakas. They asked for the past not to be revived. This is wrong. The past is not dead. Tens of millions of eastern Europeans still live a life troubled by the Communist horrors. If the past is dead, then there is no sense in leading a life guided by norms and values. This would be a recipe for the politics of diminished responsibility. Public office would lose dignity. Anyone, however corrupt or immoral, could stand for public office. If there still are politicians unaware of the Communist record in eastern Europe, this does not qualify them for an informed opinion. The perpetrators of the Communist indignity should not be part of a democratic order they tried to suppress. Mr Fazakas hid his past and lied when asked about it. This lack of honesty should not be rewarded.

Informe: Inés Ayala Sender (A7-0041/2010)

  Jarosław Leszek Wałęsa (PPE), na piśmie. − Podczas tej sesji plenarnej głosowaliśmy nad projektem sprawozdania w sprawie mianowania Augustyna Bronisława Kubika na członka Trybunału Obrachunkowego.

Jest on obecnie podsekretarzem stanu w Ministerstwie Rozwoju Regionalnego. W przeszłości pełnił między innymi funkcję doradcy Prezesa Najwyższej Izby Kontroli oraz generalnego inspektora audytu wewnętrznego w Ministerstwie Finansów. Pan Kubik bardzo dobrze wypadł podczas przesłuchania w Parlamencie Europejskim i jego kandydatura nie budziła żadnych wątpliwości. Ma odpowiednie dla funkcji rewidenta Trybunału doświadczenie zawodowe, będzie odpowiednią osobą w odpowiednim miejscu. W związku z tym postanowiłem poprzeć jego kandydaturę.

Informes: Inés Ayala Sender (A7-0037, 0039,0040,0041, 0042, 0043, 0044, 0045 et 0046/2010)

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − O Tribunal de Contas é uma instituição fiscalizadora, que verifica a legalidade e a regularidade das receitas e despesas da União Europeia, bem como a boa gestão financeira, exercendo as suas funções com total independência. Dentro deste espírito, a nomeação das individualidades que o compõe tem se reger por critérios de competência e independência.

Assim, por iniciativa do Conselho foram indigitadas várias personalidades, de variados países da UE, para o Tribunal de Contas. Todos apresentaram os seus Curriculum Vitae, responderam a um questionário escrito e foram ouvidos na Comissão do Controlo Orçamental, tendo os mesmos, na sua maioria, apresentado argumentos suficientes para justificarem a nomeação para o Tribunal de Contas para aí desempenharem as suas funções de forma competente e independente.

Informe: Alexander Graf Lambsdorff (A7-0049/2010)

  Zigmantas Balčytis (S&D), in writing. − I fully endorse these recommendations. I think that the EU’s strengthened external role should be used to enhance dialogue with key partners and to build a stronger EU. The EU and its Member States are significant contributors to the UN’s budget. In order to ensure that the Union’s values and interests are represented in a coherent and effective way in the UN system, it is necessary that the EU speaks with a single voice. The EU should play an active role in supporting the reform process of the UN system and especially the reform of the Security Council. I believe that an EU seat in an enlarged Security Council should remain a goal of the European Union.

  Anna Maria Corazza Bildt, Christofer Fjellner, Gunnar Hökmark och Anna Ibrisagic (PPE), skriftlig. − Betänkandet med ett förslag till Europaparlamentets rekommendation till rådet om den 65:e sessionen i FN:s generalförsamling (A7-0049/2010) har i dag, den 25 mars 2010, antagits utan omröstning av Europaparlamentet. Vi vill härmed meddela att vi inte ställer oss bakom skrivningen i betänkandet om att rådet ska uppmanas att föreslå innovativa finansieringsmekanismer, som t.ex. en internationell skatt på finansiella transaktioner.

  Proinsias De Rossa (S&D), in writing. − I was in favour of the recommendation to the Council on the 65th session of the United Nations General Assembly, which calls for strengthened EU visibility at the United Nations. The European Union needs to support and encourage global governance reform, particularly as regards the Security Council, whose make up does not reflect the realities of the 21st century. The ambition to gain an EU seat within an enlarged Security Council has to be pursued. If the European Union is to further multilateral approaches to global challenges, its member states must act coherently and consistently at the UN level, particularly in light of the forthcoming review conferences for the Millennium Development Goals and the Non-Proliferation Treaty, as well as the review of the Human Rights Council's status and working methods. We need to push for deeper involvement of national and transnational parliamentary assemblies in the works of the UN system, so as to strengthen its legitimacy and democratic nature. The member states should make every effort to have this matter included in the Assembly's agenda.

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), por escrito. − Num momento de grave crise social, com agravamento da pobreza e do desemprego resultante da crise do capitalismo, ainda mais importante se torna esta 65ª da Assembleia-Geral das Nações Unidas.

São muitas as questões de interesse no plano mundial, com destaque para o acompanhamento do grau de concretização dos objectivos e das metas do milénio como resultados mínimos a alcançar até 2015, combatendo quaisquer tentativas para atenuar, enfraquecer ou protelar as promessas efectuadas.

Por isso, é importante tentar obter um acordo, entre países desenvolvidos e países em vias de desenvolvimento, sobre uma acção acelerada que inclua programas e compromissos claros e concretos, dado que a comunidade internacional está longe de honrar os seus compromissos relativos à realização dos Objectivos do Milénio e que, se não forem tomadas as medidas adequadas, poderemos ter cerca de 1500 milhões de trabalhadores em situação de pobreza por causa do desemprego e do trabalho precário e mal pago.

  Krzysztof Lisek (PPE), na piśmie. − Pragnę wyrazić swoje zadowolenie z faktu, że pan sprawozdawca w treści projektu Zalecenia Parlamentu Europejskiego dla Rady w sprawie priorytetów UE na 65. sesję Zgromadzenia Ogólnego Narodów Zjednoczonych uwzględnił kwestie dotyczące tak istotnego tematu jak współpraca między ONZ a UE w zakresie zarządzania kryzysowego. Całkiem niedawno trzęsienia ziemi na Haiti i w Chile wykazały jak bardzo ludzie są podatni na cierpienie i szkody spowodowane klęskami żywiołowymi. Jakkolwiek, w przypadku obydwu państw przy ratowaniu poszkodowanych oraz udzielaniu im pomocy sprawdziła się kooperacja EU i ONZ. Jestem zdania, że obecnie powinniśmy się szczególnie skupić na optymalizacji tej współpracy, tak by jak najlepiej wykorzystać dostępne zasoby i w jak najszybszym tempie nie tylko uratować jak najwięcej poszkodowanych, ale i umożliwić im późniejsze przeżycie. Ponadto, kluczową kwestią jest także pomoc w utrzymaniu porządku oraz odbudowie dotkniętego kataklizmem kraju. Pomimo iż wszystkie państwa członkowskie UE są należą również do ONZ i że Wspólnota Europejska ma status stałego obserwatora w ONZ są trudności w wypracowaniu harmonijnego stanowiska wszystkich krajów UE. Wierze, że w kwestiach dotyczących efektywnej współpracy przy udzielaniu pomocy w sytuacjach kryzysowych następujących w wyniku klęsk żywiołowych wypracowanie wspólnego konstruktywnego podejście jest priorytetem.

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), par écrit. – Il m'est impossible de voter pour ce texte bien que je lui reconnaisse certaines qualités. Certes, il promeut la non-prolifération des armes nucléaires et le contrôle de toutes les armes. Certes, il promeut l'abolition de la peine de mort. Mais il n'en promeut pas moins l'utilisation et la recherche en matière de nucléaire civil, dont chacun sait aujourd'hui qu'il est urgent de sortir; il n'en avalise pas moins l'existence du G20, qui n'a pourtant aucune légitimité; il n'en souligne pas moins l'importance du "principe de responsabilité de protéger", dont la définition est si floue qu'elle invite à tout type d'ingérence contre la souveraineté nationale des peuples. Pour toutes ces raisons et pour d'autres que je ne peux énumérer ici, ce texte ne me semble pas digne de l'Union européenne telle que je la conçois.

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − A próxima sessão da Assembleia-Geral das Nações Unidas é mais uma oportunidade para a UE se apresentar como o verdadeiro catalisador da paz e da solidariedade mundial. Não podemos esquecer que a UE é o principal financiador das Nações Unidas, com 40% do orçamento estimado da Organização, 40% dos custos da manutenção da paz e 12% das tropas em zonas de conflito. É também a primeira Assembleia-Geral em que vai ser representada pela Vice-Presidente da Comissão/Alta Representante da União para os Negócios Estrangeiros e Política de Segurança.

Assim sendo, temos que assumir o nosso papel de actores principais, redefinindo o papel da União nas Nações Unidas, preocupando-nos com a governação Global e com a reforma das Nações Unidas, com a paz e a segurança e com o desenvolvimento e as alterações climáticas.

  Andreas Mölzer (NI), schriftlich. − Der vom deutschen Abgeordneten Graf Lambsdorff verfasste Bericht legt sehr umfassend und kompetent die verschiedenen Aufgabenbereiche und zukünftigen Zielsetzungen der UNO aus Sicht der Europäischen Union dar. Dabei gibt es keinen Zweifel, dass die UNO weltweit gestärkt und ihre Rolle im internationalen System durch eine entsprechende Reform gestärkt werden müssen. Auch die Reform der Entwicklungszusammenarbeit, die darin angesprochen wird, ist zu unterstützen und dringend in Angriff zu nehmen, da die derzeitige Entwicklungshilfepolitik als gescheitert betrachtet werden kann. Es ist daher für mich unverständlich, warum die Mitgliedstaaten ihre Beiträge laut dem Bericht vor einer Reform jetzt kräftig erhöhen sollten. Die Entwicklungshilfe muss neu überdacht und gemeinsam mit den Entwicklungsländern neu organisiert und strukturiert werden. Auch die Ausführungen zur Klimapolitik, bei der man sich beharrlich weigert, mit den Kritikern des IPPC in eine Diskussion zu treten und dessen Erkenntnisse wie ein Dogma behandelt, sind problematisch. Ich habe mich daher bei der Schlussabstimmung der Stimme enthalten.

  Søren Bo Søndergaard (GUE/NGL), skriftlig. − Jeg anerkender og støtter fuldt ud FN's målsætninger om atomnedrustning, køns-mainstreaming, fattigdomsbekæmpelse, MDG målene, samt FN's vigtige rolle i forhold til at fremme menneskerettigheder og bekæmpe klimaforandringer. Når jeg afstår fra at stemme, er det fordi betænkningen vil forhindre den enkelte medlemsstat i at fremsætte sine synspunkter i FN, f.eks. når den er mere kritisk over for forskellige diktaturer end EU. Dertil kommer, at betænkningen konsekvent sammenkobler civile og militære instrumenter, hvilket jeg ikke kan bakke op om.

Propuesta de resolución RC-B7-0222/2010

  Zigmantas Balčytis (S&D), in writing. − The majority of European Roma became citizens after the 2004 and 2007 enlargements and they and their families enjoy the right to move and reside freely within the territory of the EU. However, in some Member States with a significant share of Roma population, the Roma are still faced with numerous problems such as segregation in education, housing, very low employment rates and unequal access to health care and public services. The EU and Member States share a responsibility to promote and ensure the inclusion of Roma and to uphold their fundamental rights as European citizens and to increase their efforts to achieve visible results.

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), raštu. − Aš balsavau už šią rezoliuciją, kadangi Europos romai ir toliau kenčia nuo didelės diskriminacijos, o daugeliu atveju patiria didžiulį skurdą ir socialinę atskirtį. Norėčiau atkreipti dėmesį, jog daugumos romų, gyvenančių daugelyje Europos Sąjungos šalių, padėtis skiriasi nuo kitų Europos tautinių mažumų padėties, todėl būtina imtis reikalingų priemonių ES lygiu ir sukurti bendrą kovos su romų diskriminacija strategiją. Pritariu Europos Parlamento raginimams, kad naujieji Komisijos nariai savo kompetencijos srityse romų klausimams teiktų prioritetą ir skirtų reikiamą dėmesį vykdant romų įtraukties strategiją. Norėčiau pabrėžti, jog gyvendami demokratiškoje ir laisvoje visuomenėje privalome gerbti visų žmonių pagrindines teises ir laisves. Taigi Komisija ir valstybės narės privalo suderinti ir rasti bendrą dialogą dėl romų padėties bei imtis priemonių kovoje su jų diskriminavimu. Tik radus bendrą europinį požiūrį dėl Europos romų klausimų, strategija bus aktyviai įgyvendinama. Taip pat pritariu Parlamento pozicijai, kad reikėtų įtraukti romų bendruomenės atstovus į ES politikos romų klausimais rengimo procesą.

  Sebastian Valentin Bodu (PPE), în scris. − În prezent, Uniunea Europeană este conştientă de problemele minorităţii rome, după cum reiese şi din numărul de rapoarte discutate, concretizate inclusiv cu finanţarea substanţială a unor programe de incluziune socială a romilor care, însă, nu au avut efectele scontate. Vorbim totuşi despre o minoritate de 10-12 milioane de persoane, la nivel european, care îşi duce viaţa după propriile reguli de sute de ani şi căreia i se pare firesc să se comporte astfel, izolată într-o majoritate. În România, minoritatea romă numără, după unele estimări, peste 2 milioane de persoane. Mai numeroasă decât minoritatea maghiară şi, pe cale logică, ar spune unii, mai puternică. Şi totuşi, minoritatea romă, în România, nu a reuşit să îşi identifice un lider care să o reprezinte pe scena publică sau în Parlament. Poate şi din cauza acestui lucru, programele naţionale de incluziune socială au fost toate eşecuri totale. În prezent, având în vedere întinderea populaţiei rome pe teritoriul mai multor state europene, precum şi cunoscuta ei înclinaţie spre migraţie şi infracţionalitate (fapt care a dus la aplicarea etichetei de ţigan si multor alţi cetăţeni), rezolvarea problemei incluziunii sociale a devenit una comunitară. Probabil că unde statele membre nu au reuşit (fiind adeseori criticate pentru acest lucru), va reuşi Uniunea.

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), por escrito. − A Segunda Cimeira Europeia sobre os Roma representa uma aposta no diálogo sobre a diversidade cultural e sobre o que esta representa em termos de riqueza humana.

A educação é a chave no processo de integração. Ao oferecer educação e formação estamos a lutar contra a exclusão, o desemprego e a discriminação. Estamos também a garantir uma sociedade mais justa, mais criativa e mais dinâmica.

É importante integrar as minorias étnicas não só no mercado de trabalho, mas também em todas as esferas da sociedade. Proteger os direitos fundamentais e criar um espaço comum de Liberdade, Segurança e Justiça são objectivos da integração europeia.

Aplaudo todos aqueles que promovem a integração a nível local, incluindo políticos, professores e associações, pois são estes, muitas vezes, os responsáveis pelo acesso à habitação, aos cuidados de saúde, à educação, à cultura e a um aumento da qualidade de vida.

Apelo à União Europeia e aos Estados-Membros para que promovam esforços concertados e para que apostem em estratégias políticas com compromissos legislativos claros e dotações orçamentais credíveis.

É importante adoptar uma posição comum sobre política de financiamento através dos Fundos Estruturais e dos Fundos de pré-Adesão.

  Carlos Coelho (PPE), por escrito. − Estima-se que entre 10 a 12 milhões de ciganos vivam na UE, constituindo uma das mais importantes minorias étnicas na Europa. A maioria dessas pessoas vive em condições de extrema pobreza e à margem da sociedade, tendo um acesso limitado ao emprego, à educação e aos cuidados de saúde. Esta minoria étnica continua a ser vítima de discriminação e de exclusão social, não obstante os esforços desenvolvidos para sua integração.

A UE tem vindo a apoiar os esforços dos EM no sentido de pôr em prática políticas eficazes, nomeadamente apoiando projectos específicos e tentando garantir uma aplicação correcta e eficaz das leis de combate à discriminação. Teve lugar este mês, em Bruxelas, uma conferência onde foram apresentados os vários projectos da UE que estão a ser desenvolvidos. A discussão dos resultados deverá ter lugar na 2.ª Cimeira sobre os Roma, no próximo mês de Abril, em Córdoba. Espero que os resultados desta cimeira possam contribuir para que se venha a alcançar um forte compromisso político europeu relativo à futura estratégia de promoção da inclusão dos povos ciganos na vida económica, social e cultural da Europa e a assegurar a igualdade de oportunidades para todos na UE, incluindo os Roma.

  Ioan Enciu (S&D), în scris. − În toate ţările cu populaţie romă importantă există politici de integrare a acestora, dar care nu sunt implementate decât sectorial, iar altele nu ţin cont de specificităţi, ceea ce le face în final inoperante. Trebuie efectuată o analiză a tuturor practicilor reuşite de integrare a romilor, în baza căreia să fie, în sfârşit, elaborată şi adoptată o strategie europeană privind această categorie care reprezintă, după cum se cunoaşte, cea mai numeroasă minoritate din spaţiul UE. Accentul principal trebuie să se pună în continuare pe educaţie, şcolarizarea copiilor, instruirea profesională, încadrarea etapizată în câmpul muncii, emanciparea femeii, eficientizarea sistemului de asigurare socială etc. Şi aici se impune o cooperare mult mai strânsă între Comisia Europeană şi guvernele statelor membre privind finanţarea proiectelor prin intermediul fondurilor structurale, al celor de coeziune, precum şi a programelor specifice, care să se axeze mai mult pe emanciparea individuală decât pe ierarhia tradiţională. O amplă campanie de informare adresată opiniei publice şi populaţiei de etnie romă, care să combată sentimentul excluderii romilor din viaţa societăţii europene şi care să pună un accent pronunţat pe principiile egalităţii de tratament şi non-discriminare, reprezintă, în opinia mea, o componentă esenţială a acestei sinergii de acţiuni comunitare.

  Diogo Feio (PPE), por escrito. − As comunidades ciganas existem por toda a Europa há já muitos séculos e ainda há bem pouco tempo eram alvo de perseguição por parte de muitos dos Estados-Membros. O seu nomadismo tradicional, as actividades a que se dedicavam, a elevada taxa de endogamia e a exclusão a que eram votados concorriam para que aos integrantes destas comunidades fosse colado o rótulo de indesejáveis, perigosos e anti-sociais.

Persistem, ainda hoje, não só estes preconceitos, como também as consequências que lhes são historicamente inerentes, sendo ainda hoje os ciganos uma das comunidades em que a taxa de escolaridade é mais baixa e a criminalidade mais se propaga. Caberá aos sociólogos e historiadores aferir quais as causas e quais as consequências das questões que envolvem os ciganos.

Aos políticos pede-se que sejam capazes de poder fazer alguma coisa pelas comunidades que servem. É, por isso, particularmente importante que, com base em estudos sérios e aprofundados sobre esta temática, se apontem caminhos e se tomem medidas concretas visando combater a exclusão dos ciganos e promover a sua verdadeira integração nas sociedades em que vivem.

  Carlo Fidanza (PPE), per iscritto. − Signor Presidente, onorevoli colleghi, questa risoluzione fa riferimento ad alcuni principi che non vanno sottovalutati, quali l'importanza di lottare contro le discriminazioni nei confronti dei rom e la necessità di integrare questa  minoranza attraverso una strategia globale.

Tutti buoni propositi che purtroppo non tengono in considerazione lo stato di degrado in cui versano, spesso per propria scelta, molte comunità rom in alcuni paesi membri, quali l'Italia. Attività illegali (furti, scippi, accattonaggio molesto, prostituzione) sempre più spesso aggravati dallo sfruttamento di minori a tali fini, quasi totale assenza di volontà d'integrazione e di vivere una vita civile sono le caratteristiche predominanti di alcune comunità rom in Italia.

A queste criticità si dovrebbe rispondere dando piena applicazione alla direttiva 2004/38/CE sulla libera circolazione dei cittadini comunitari, che prevede l'allontanamento di cittadini comunitari che, dopo una permanenza di tre mesi in uno Stato membro, non dimostrano un reddito certo e rifiutano l'avvio di percorsi d'integrazione offerti dalle autorità di governo nazionali e/o locali.

Non basta una generica "integrazione", servono programmi di sensibilizzazione per le comunità rom sul rispetto della legalità e delle normative sociali e norme punitive certe per chi si chiama fuori da questi percorsi. Diversamente, il giusto richiamo al rispetto della minoranza rom rischia di trasformarsi in una discriminazione al contrario, ai danni di tutti quei cittadini onesti che subiscono i reati e i soprusi di molti rom.

L'integrazione non può esistere senza rispetto delle regole e le minoranze rom non sono esentate dal rispetto di questo principio.  Per queste ragioni ho espresso voto di astensione sulla risoluzione, in dissenso dal mio gruppo politico.

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), por escrito. − Na resolução sobre a Segunda Cimeira Europeia sobre os Roma, que se realiza em Córdova, a 8 e 9 de Abril, expressa-se a preocupação face à discriminação sofrida pela comunidade cigana nos domínios da educação, da habitação, do emprego e da igualdade de acesso aos sistemas de saúde e a outros serviços públicos, bem como o nível surpreendentemente baixo da sua participação na vida política.

Entretanto, o Parlamento Europeu solicitou à Comissão Europeia que elabore novas propostas em matéria de inclusão social dos Roma e exorta os Estados-Membros a maiores esforços visíveis para dar resposta aos seus justos direitos, tendo em conta que as medidas de combate à discriminação são insuficientes para facilitar a inclusão social dos Roma, sendo necessários esforços concertados a nível da União Europeia, incluindo em termos financeiros.

Na resolução recomenda-se que o Conselho adopte uma posição comum sobre as políticas de financiamento a título dos Fundos Estruturais e dos Fundos de Pré-Adesão de forma a reflectir o compromisso político europeu para promover a inclusão da comunidade cigana.

Esperamos que esta Segunda Cimeira Europeia sobre os Roma se centre em compromissos políticos estratégicos que dêem conta de uma vontade política de colmatar o fosso existente entre as comunidades Roma e as populações maioritárias em diversos Países.

  Bruno Gollnisch (NI), par écrit. – Cette résolution est encore un de ces textes où une priorité absolue doit être donnée à telle ou telle catégorie de gens, catégorie qui doit bien sûr bénéficier d'une attention particulière et être prise en compte dans toutes les politiques nationales et européennes. Aujourd'hui, il s'agit des 10 ou 12 millions de Roms de l'UE. Mis en parallèle avec d'autres, examinés ici à d'autres occasions, il nous met face à une hiérarchie des hommes qui place désormais au sommet la minorité Rom, puis les migrants extra-européens, puis les Européens d'origine non européenne et enfin, tout en bas, les Européens "de souche". Si l'on ajoute encore la "dimension de genre" et le jeunisme ambiant, on en conclut qu'il ne fait pas bon, dans votre Union prétendue européenne, être un homme d'âge moyen, européen et d'origine européenne ne faisant partie d'aucune minorité ethnique, culturelle, religieuse ou sexuelle identifiée comme telle par vos soins. À quand, enfin, une politique au service des Européens d'abord? À quand la priorité à ces travailleurs pauvres, à ces classes moyennes écrasées de taxes, à ces chômeurs, à ces familles simplement européennes qui sont l'immense majorité des habitants de l'Union et des citoyens dont nous avons la charge, et auxquels vous ne pensez qu'à la veille des élections?

  Sylvie Guillaume (S&D), par écrit. – J'ai soutenu cette résolution en vue de la tenue du sommet de Cordoue du 8 avril 2010 car l'inclusion des Roms dans toutes les sphères de la société doit être une des priorités à défendre au niveau européen. Je considère que nous ne devons pas seulement mettre l'accent sur la situation des Roms en Europe orientale, où ils sont victimes d'importantes discriminations, mais devons prendre la mesure du fait que cette problématique reste également forte et de façon plus insidieuse dans les autres pays européens, comme la France. Nous devons également nous interroger sur l'efficacité des politiques mises en œuvre et chercher comment elles pourraient être améliorées pour véritablement atteindre leurs buts : permettre une intégration socio-économique et atteindre une pleine citoyenneté européenne pour des Roms.

  Cătălin Sorin Ivan (S&D), în scris. − Am votat pentru Rezoluţia privind integrarea romilor din convingerea că această minoritate europeană are nevoie de politici concrete şi de implementarea lor rapidă. Deşi ne aflăm la jumătatea decadei pentru incluziunea romilor, problemele legate de educaţie, angajare, dezvoltare regională etc., persistă şi chiar se acutizează în unele state membre. Sunt de acord cu nevoia de a redefini principiile, dar consider că mai degrabă ar trebui să construim o strategie transversală, orizontală, care să abordeze problemele acestei minorităţi în mod integrat, şi nu exclusiv. Prin această rezoluţie solicităm noilor comisari să acorde prioritate aspectelor privind romii din portofoliile lor şi să nu continue politica de până acum, discursivă, dar lipsită de acţiune reală. Aşteptările noastre faţa de summitul de la Cordoba sunt mari, dar şi mai mari sunt nevoile romilor, care aşteaptă rezultate în termeni de respectare a drepturilor lor şi de politici de antidiscriminare.

  Lívia Járóka (PPE), írásban. − Tisztelt Képviselőtársak! Szeretném üdvözölni az Európai Parlament hat legnagyobb frakciója által közösen benyújtott állásfoglalási indítvány elfogadását, amely megerősítve az előző ciklus 2008 eleji határozatát, ismételten felszólítja az Európai Bizottságot, hogy az európai romákat sújtó társadalmi és gazdasági kirekesztés orvoslására dolgozzon ki egy átfogó Európai Roma Stratégiát. Az indítvány helyesen mutat rá, hogy az anti-diszkriminációs intézkedések önmagukban nem elegendőek a romák társadalmi integrációjának előmozdításához, hanem biztos jogi alapon nyugvó összehangolt közösségi erőfeszítésekre van szükség az intézményi és társadalmi szereplők intézkedéseinek összehangolása érdekében, valamint abból a célból, hogy a résztvevőkre nyomást gyakoroljanak saját ígéreteik betartására.

Rendkívül fontos továbbá, hogy a határozat egyértelműen állást foglal a "soft law" jellegű eszközökön túlmutató jogalkotási kötelezettségvállalás és a valós költségvetési hozzájárulás biztosítása mellett. Végezetül hadd fejezzem ki reményemet, hogy az Európai Parlament határozott felszólításának és az Európai Tanács jóváhagyásának eleget téve az Európai Bizottság minél előbb útnak indítja a határozatban taglalt komplex fejlesztési programot, amely végre gátat szabhat a romákat sújtó mélyszegénység generációkon átívelő újratermelődésének, amely valamennyi kapcsolódó szakpolitikai területen egyszerre tesz erőfeszítéseket, és amely képes az azonnali beavatkozásra a komoly strukturális hátrányokkal küszködő, gettósodó térségekben.

  Timothy Kirkhope (ECR), in writing. − I and my ECR Group colleagues agree with much of this report and we remain wholeheartedly supportive of providing equal rights and opportunities for all people regardless of race, religion, gender or sexual orientation.

However, whilst we fully support the integration of the Roma people within the European Union we do have serious misgivings with regard to the involvement of the European Union on issues which we believe to be the preserve of individual nation states, such as access to health care, education, employment and housing.

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − A UE é um espaço de solidariedade e inclusão, pelo que deverá fazer o necessário para que os Roma deixem de ser alvo de discriminação e para que tenham os mesmos direitos em matéria de educação, emprego, saúde e alojamento em todos os Estados-Membros, bem como naqueles que, no futuro, pretendam integrá-la.

Há que dar passos decisivos para que a discriminação deixe de ser uma realidade, mas para isso será necessário que os Roma não se auto-excluam e ajudem na sua integração num espaço europeu que se quer de inclusão

  Andreas Mölzer (NI), schriftlich. − Viele der Bettler im Westen kommen aus der Slowakei, Rumänien und Bulgarien, und die meisten gehören der Minderheit der Roma an. Seit längerem versucht man schon, die miserable soziale Lage der Roma, die am Rande der Gesellschaft in Baracken oder Zeltstädten leben, zu bessern. Einfach nur Geld in Roma-Siedlungen zu pumpen, fruchtet nicht, wie die Erfahrungen der Vergangenheit zeigen. Der Schlüssel zum Erfolg wird wohl in der Bildung liegen, denn nur diese kann langfristig Optionen für ein anderes Leben eröffnen. Prinzipiell sind Maßnahmen zur Bekämpfung der Armut in Osteuropa sinnvoll, die bis dato getätigten blieben jedoch erfolglos, und es gibt keine neuen vernünftigen Ansätze. Aus diesem Grund habe ich den Bericht abgelehnt.

  Franz Obermayr (NI), schriftlich. − Der gegenständlich Entschließungsantrag geht in eine einseitige Richtung: Förderungen und Finanzspritzen für Roma im Gemeinschaftsgebiet. Selbstverständlich müssen wir alles dafûr tun, um marginalisierte Bevölkerungsgruppen wie den Roma besser in die Gesellschaft und besonders in den Arbeitsmarkt zu integrieren. Allerdings bedarf diese Integration auch des Willens und der Anstrengung der Roma selbst, die zu allererst damit anfangen müssen ihre Kinder und Jugendliche in das europäische Schulsystem einzugliedern. Diese Aspekte werden im Entschließungsantrag zum Roma-Gipefel zu wenig thematisiert, ich habe daher dagegen gestimmt.

  Wojciech Michał Olejniczak (S&D), na piśmie. − Dyskryminacja Romów przez lata była jednym z głównych tabu w Europie. W ostatnich latach jest ono przełamywane. Cały czas środki podejmowane w celu przeciwdziałania dyskryminacji Romów są niewystarczające. Często problem ten spotyka się z lekceważeniem.

Doskonałym przykładem potwierdzającym tę tezę jest brak reakcji Komisji Europejskiej na wniosek Parlamentu Europejskiego z dnia 28 stycznia 2008 r. w sprawie opracowania europejskiej strategii w sprawie Romów we współpracy z państwami członkowskimi. Potrzebą chwili jest ponowienie tego wniosku. W czasach kryzysu gospodarczego wzrasta bowiem agresja w stosunku do Romów. Dotyka ona wielu spośród 10-12 milionów przedstawicieli społeczności romskiej na terytorium Unii Europejskiej.

Uznając, że kwestiom romskim powinien zostać przyznany priorytetowy charakter przez nowo powołanych komisarzy, zdecydowałem się poprzeć projekt rezolucji w sprawie drugiego europejskiego szczytu w sprawie Romów przygotowany przez posłów grup S&D oraz PPE.

  Γεώργιος Παπανικολάου (PPE), γραπτώς. – Είναι πολύ σημαντικό το κοινό ψήφισμα που εγκρίθηκε από το Κοινοβούλιο μας, το οποίο και εγώ υπερψήφισα. Όπως τονίζεται στο άρθρο 7, αν και οι Ρομά συγκροτούν μια πανευρωπαϊκή κοινότητα και επομένως απαιτείται μια συλλογική προσπάθεια σε ευρωπαϊκό επίπεδο, εντούτοις, η Ευρωπαϊκή Επιτροπή δεν έχει μέχρι σήμερα ανταποκριθεί στο αίτημα του Ευρωπαϊκού Κοινοβουλίου της 28ης Ιανουαρίου 2008 να εκπονήσει μια ευρωπαϊκή στρατηγική για τους Ρομά, σε συνεργασία με τα κράτη μέλη με σκοπό τον καλύτερο συντονισμό για τη βελτίωση της κατάστασης της συγκεκριμένης κοινότητας. Δεδομένου ότι, βάσει της αρχής της επικουρικότητας, τα κράτη μέλη είναι κατεξοχήν αρμόδια για την ομαλή ένταξη της συγκεκριμένης πληθυσμιακής ομάδας στην κοινωνία τους -και στην Ελλάδα υπάρχει εγκατεστημένη μεγάλη κοινότητα Ρομά- το Ευρωπαϊκό Κοινοβούλιο οφείλει -και προς αυτή την κατεύθυνση κινείται το συγκεκριμένο ψήφισμα- να ζητήσει τη δυναμικότερη πρωτοβουλία της Επιτροπής και του Συμβουλίου για τον καλύτερο συντονισμό των δράσεων με σκοπό την πλήρη ένταξη των Ρομά στις ευρωπαϊκές κοινωνίες.

  Rovana Plumb (S&D), în scris. − Am votat rezoluţia cu convingerea că în perioada imediat următoare, măsurile concrete pentru îmbunătăţirea situaţiei populaţiei de etnie romă vor fi transpuse în practică şi nu vor rămâne la nivel declarativ. Fondurile structurale europene reprezintă o şansă uriaşă pentru incluziunea socială a populaţiei de etnie romă, dar din păcate, valorificarea ei a fost îngreunată de aspecte metodologice şi de conţinut. Aplicat pe România, s-a constatat necesitatea unei diversificări a abordării problematicii ocupării atunci când vine vorba de segmentul de populaţie reprezentat de romi, în cadrul măsurilor din POSDRU. Măsurile clasice de reconversie profesională, consiliere şi informare a beneficiarilor romi trebuie să ţină seama şi de specificitatea culturală a acestora. Deşi beneficiarii din zonele rurale sunt cei mai afectaţi, nu a existat niciun fel de program pentru comunităţile de romi în programele europene destinate dezvoltării rurale, iar romii nu se regăsesc printre grupurile ţintă favorizate de astfel de programe de finanţare. Iniţierea unor programe de dezvoltare a întreprinderilor agricole, stimularea înfiinţări de ferme de animale, împreuna cu un set de stimulente cum ar fi subvenţii pentru angajatorii din acest domeniu, sunt soluţii de luat în calcul pentru integrarea populaţiei rome pe piaţa muncii.

  Teresa Riera Madurell (S&D), por escrito. − He votado a favor de esta resolución ya que la inclusión de las comunidades romaníes es una de las prioridades del grupo S&D. Esta resolución muestra la posición del Parlamento Europeo ante la próxima Cumbre Europea sobre la Población Gitana que se celebrará los próximos días 8 y 9 de abril en Córdoba, bajo la Presidencia española. La situación de la población gitana es diferente a la de otras minorías en la UE y su inclusión necesita de políticas efectivas que reduzcan la discriminación sistemática a la que se ve sometida. Para ello, todos los niveles de gobierno, desde la UE hasta los gobiernos locales, deben implicarse y jugar un papel para conseguir que la igualdad de trato sea una realidad, ya que ello supone uno de los valores fundamentales de la UE. La resolución hace un llamamiento a las instituciones europeas para que contribuyan de una manera coordinada y estratégica a la inclusión de la población gitana en Europa. La Cumbre de Córdoba debería servir para dar un paso adelante, avanzando desde las buenas intenciones hacia políticas concretas que permitan superar los problemas a los que esta población se enfrenta en relación al acceso a la vivienda, educación, servicios públicos y empleo.

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), in writing. − I am really glad this resolution was adopted (I obviously voted in favour) as it includes crucial statements in terms of promoting non-discrimination against the Roma population. More specifically, it once again calls on the European Commission to develop a comprehensive European Strategy for Roma Inclusion as the instrument for combating social exclusion and discrimination of Roma in Europe.

  Silvia-Adriana Ţicău (S&D), în scris. − Am votat pentru Rezoluția Parlamentului European referitoare la cel de-al doilea Summit european privind romii deoarece consider că lupta împotriva discriminării romilor, care constituie o comunitate paneuropeană, necesită o abordare comunitară. Ne exprimăm îngrijorarea cu privire la discriminarea suferită de romi în ceea ce privește educația, locuințele, încadrarea pe piaţa muncii și accesul egal la sistemul de sănătate și la alte servicii publice. Condamnăm escaladarea recentă a ostilității împotriva romilor (romafobie) din mai multe state membre ale UE, exprimată periodic sub forma discursurilor de instigare la ură și a atacurilor împotriva populației rome. Solicităm din nou Comisiei să adopte o abordare orizontală în ceea ce privește chestiunea romilor și să elaboreze propuneri suplimentare pentru a realiza o politică coerentă la nivel european în privința incluziunii sociale a romilor. În acest sens, cerem Comisiei să pregătească o strategie europeană privind romii în colaborare cu statele membre, care să coordoneze mai bine și să promoveze eforturile de îmbunătățire a situației populației rome. De asemenea, sper ca statele membre să utilizeze mai eficient diferitele instrumente existente pentru a combate excluderea romilor, cum ar fi alocarea a maximum 2% din FEDER pentru locuințe în favoarea comunităților marginalizate sau opțiunile existente în cadrul FSE.

Propuesta de resolución B7-0227/2010

  Andrew Henry William Brons (NI), in writing. − We are obviously in favour of Frontex exercising surveillance beyond the territorial waters of border EU states. There is contradictory legal advice about whether or not it already has such power. However, this resolution imposed rules and guidelines that would impede this function. In particular, they insisted not only that Frontex should rescue illegal migrants thought to be in danger at sea (a self-evidently moral action to take) but also to impose a duty to grant the rescued illegal immigrants asylum. We believe that such rescued illegal immigrants should be taken to the country from which they are believed to have embarked or their home country and left there.

  Νικόλαος Χουντής (GUE/NGL), γραπτώς. – Ψήφισα υπέρ του ψηφίσματος για λόγους που ξεπερνούν το σχέδιο απόφασης και το περιεχόμενο της πρότασης του Συμβουλίου σχετικά με τη συμπλήρωση του κώδικα συνόρων για την επιτήρηση των εξωτερικών θαλάσσιων συνόρων. Παρά το γεγονός ότι, κυρίως στο δεύτερο αλλά μη δεσμευτικό για τα κράτη μέλη μέρος της, η απόφαση αναφέρει θετικά στοιχεία για την προάσπιση των ανθρωπίνων δικαιωμάτων, η διαδικασία με την οποία επιδιώκεται η επικύρωσή της αποτελεί σαφέστατη παράκαμψη του έργου και των αρμοδιοτήτων του Ευρωπαϊκού Κοινοβουλίου. Το Συμβούλιο, με αυτό το σχέδιο απόφασης υπερβαίνει τις εκτελεστικές του αρμοδιότητες. Αν το Ευρωπαϊκό Κοινοβούλιο αποδεχθεί μια τέτοια διαδικασία, δημιουργεί ένα αρνητικότατο προηγούμενο για τον ρόλο και την αποτελεσματική λειτουργία του, ενώ οφείλει να διαφυλάξει τις ελεγκτικές, νομοθετικές και άλλες αρμοδιότητες του, ως το μοναδικού αιρετό όργανο σε ευρωπαϊκό επίπεδο. Πρόσφατα άλλωστε είδαμε, ότι με την καθοριστική ψήφο του Ευρωκοινοβουλίου αποτράπηκε η συμφωνία για τη μεταφορά προσωπικών δεδομένων Ευρωπαίων πολιτών στις μυστικές υπηρεσίες και την κυβέρνηση των ΗΠΑ· τέτοιου είδους δυνατότητες δεν πρέπει να απεμποληθούν.

  Carlos Coelho (PPE), por escrito. − É irrefutável a necessidade de se proceder a um reforço das operações de controlo fronteiriço coordenadas pela FRONTEX e de se dispor de procedimentos operacionais comuns, bem como de regras claras para a participação em operações marítimas conjuntas, na sua maioria de busca e salvamento, e no desembarque das pessoas socorridas.

A Comissão decidiu apresentar um projecto de decisão nesse sentido, tendo como base o procedimento de comitologia. O Conselho não foi capaz de ultrapassar as suas divisões sobre a matéria e preferiu esconder-se atrás de argumentos técnicos para fugir do Parlamento Europeu, fazendo tábua rasa das nossas competências. O parecer do Serviço Jurídico do PE não deixa dúvidas. A Comissão excedeu os seus poderes de implementação. Não estamos perante uma medida de natureza meramente técnica. Segundo as próprias palavras da Comissária Malmström trata-se de uma iniciativa de grande significado político e implicações práticas.

O voto contra não é apenas a afirmação das prerrogativas parlamentares, mas também um acto de solidariedade face a países pequenos injustamente penalizados com aquela deliberação.

  Cornelia Ernst and Sabine Lösing (GUE/NGL), in writing. − Bearing in mind that Frontex was, inter alia, set up to ‘protect’ the EU’s borders from so-called ‘illegal’ migrants, we oppose the agency and its objectives. However, we welcome the guidelines for an adequate consideration of international and European asylum and human rights law within the Commission’s proposal (COM (2009)0658 final). We especially welcome point 1 of Annex I (respect of the principle of non-refoulement, the consideration of the special needs of vulnerable persons and those who are in need of urgent medical assistance, trainings for border guards in human rights and refugee law) as well as the points 3 and 4 (including consideration of the migrant’s situation, taking into account their possible requests for assistance or the seaworthiness of the ship, no disembarkation in countries where persons risk to be persecuted and tortured) mentioned in Annex II. In addition to this, we emphasise the need for a binding character of this second annex and point out that we will amend the mandate of Frontex according to these principles.

  Sylvie Guillaume (S&D), par écrit. – J'ai voté contre cette résolution qui aurait empêché l'adoption d'un certain nombre de mesures qui constituent un pas en avant dans la bonne direction, même si la situation est loin d'être parfaite, je l’admets. Ce texte rendra possibles des recours devant la Cour de Justice des Communautés Européennes envers les Etats défaillants dans l'application de leurs obligations relatives au principe de non-refoulement en haute mer, alors qu'à l'heure actuelle ils y échappent complètement. Il est important que les États membres opérant sous l'égide de Frontex portent assistance aux migrants qui se trouvent en situation de détresse en mer, sans tenir compte de leur nationalité, de leur statut ou des circonstances dans lesquelles ils ont été trouvés.

  Γεώργιος Παπανικολάου (PPE), γραπτώς. – Το ψήφισμα αφορά το σχέδιο απόφασης του Συμβουλίου και συμπληρώνει τον κώδικα συνόρων Σένγκεν σχετικά με την επιτήρηση των θαλάσσιων συνόρων στα πλαίσια των επιχειρήσεων που συντονίζονται από τον Frontex για τα μέτρα διάσωσης ανθρώπων στη θάλασσα. Όσον αφορά την Ελλάδα και λόγω των αυξανόμενων μεταναστευτικών πιέσεων, τα συγκεκριμένα μέτρα διευκολύνουν την παρουσία του Frontex στη ελληνική θαλάσσια περιοχή.

Συγκεκριμένα, πρόκειται για μέτρα τα οποία αποτελούνται τόσο από κανόνες όσο και από μη δεσμευτικές κατευθυντήριες γραμμές και επικεντρώνονται στην υποδοχή, την έρευνα και τη διάσωση ανθρώπων στην θάλασσα. Επί της ουσίας πρόκειται για μέτρα που πρέπει να ληφθούν σε περίπτωση που εντοπίζεται ένα πλοίο και υπάρχει η υπόνοια ότι επιβαίνουν σε αυτό άτομα που προσπαθούν να διαφύγουν τον έλεγχο στα σύνορα. Επιπλέον, η έρευνα και η διάσωση θα πρέπει να πραγματοποιείται βάσει συγκεκριμένων αρχών και η αποβίβαση των ατόμων που έχουν συλληφθεί ή διασωθεί βάσει συγκεκριμένου επιχειρησιακού σχεδίου. Για τον λόγο αυτό πιστεύω ότι πρέπει να στηριχθεί η συγκεκριμένη πρωτοβουλία και να επιταχυνθεί η υλοποίηση των μέτρων στα οποία αναφέρεται το ψήφισμα του Συμβουλίου.

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), in writing. − Contrary to our position (I voted in favour), the qualified majority was not reached, and so the resolution to reject the Commission proposal and follow the advice of Parliament’s legal services has fallen. This means that the Schengen Borders Code will now be amended as proposed by Commission under the comitology procedure, adding the annex, with non-binding measures on obligations during sea search and rescue operations to the Directive. We can only hope that the Commission will indeed use this as an opportunity to monitor more rigorously the operations coordinated by Frontex so we can avoid human tragedy and despair at sea. There is a real risk, however, with this result that we will not be able to push for binding measures in the Frontex mandate being revised right now, but of course we cannot give up, and must try our best to obtain a better result in the future work on this.

Informe: Sidonia Elżbieta Jędrzejewska (A7-0033/2010)

  Richard Ashworth (ECR), in writing. − I and my ECR Group colleagues agree with much of this report, including improving budgetary efficiency, simplifying the application procedures for EU funds, as well as prioritising the completion of the 2020 strategy.

However, we do have serious misgivings with regard to references to an EU social pillar, an ambitious social agenda, a harmonised immigration policy and restrictions upon an agricultural single market, and stress that areas of education and military and defence are the preserve of Member States.

  Liam Aylward (ALDE), i scríbhinn. − Vótáil mé i bhfabhar na tuarascála seo ar na tosaíochtaí do Bhuiséad 2011. Mar atá ráite sa tuarascáil, ní mór tacaíocht ar leith a thabhairt d’fhiontraíocht agus do mhionghnóthais, agus ní foláir na ceisteanna seo a chur i gcroílár bheartas an Aontais Eorpaigh maidir le hóige agus nuálaíocht.

Éilíonn an tuarascáil cuidiú a thabhairt do na cláir agus ionstraimí ar fad a thugann spreagadh d’fhiontraíocht – i gceantair tuaithe go háirithe – chomh maith le cúnamh a thabhairt do chéim thionscnaimh gnóthas nua agus malartú taithí i measc fiontraithe óga a spreagadh.

Ba chóir tacaíocht a thabhairt do chláir a chabhraíonn le daoine óga atá ag tosú gnó nua. Cuirim fáilte roimh an mbéim atá sa tuarascáil seo ar bheartas don óige agus ar an ról atá le himirt ag an óige agus sinn ag iarraidh teacht as an ngéarchéim eacnamaíochta agus airgeadais atá ann faoi láthair.

Tacaím go láidir leis an éileamh atá sa tuarascáil maidir le hinfheistíocht san óige agus san oideachas a mhéadú, mar a moladh i “Stráitéis an AE don Óige”. Tá sé riachtanach go dtabharfaí aitheantas, spreagadh agus tacaíocht don ról agus tábhacht atá ag an óige don Aontas Eorpach agus do thodhchaí an Aontais.

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), por escrito. − A juventude, a ciência e a inovação estão no cerne das prioridades do próximo orçamento da União Europeia. Investir na juventude é investir no futuro. Este investimento deve ser feito de forma coordenada entre as várias políticas.

A educação, a formação profissional e a transição do sistema educativo para o mercado de trabalho estão no centro das preocupações deste orçamento. Os jovens licenciados e qualificados estão a ser cada vez mais atingidos pelo desemprego. Considero, por isso, que o programa de mobilidade Erasmus Primeiro Emprego é uma aposta estratégica no futuro ao estabelecer uma ligação clara entre o sistema de educação e o mercado de trabalho. Sublinho ainda, como outras prioridades deste orçamento, as áreas da Investigação, da Inovação e da Agenda Digital: são áreas fundamentais para um desenvolvimento sustentável na Europa.

Assinalo também a importância de programas já existentes que contribuem para este objectivo, tais como o Instituto Europeu de Inovação e Tecnologia. Este orçamento concentra ainda esforços no apoio ao desenvolvimento de tecnologias limpas e inovadoras, dando assim um contributo essencial para a retoma económica e para a dinamização das PME. A aposta na juventude, na inovação e na ciência é a chave para recolocar a Europa na liderança a nível mundial.

  Ole Christensen, Dan Jørgensen, Christel Schaldemose og Britta Thomsen (S&D), skriftlig. − De danske socialdemokrater støttede i dag budgetprioriteringerne for 2011. De generelle prioriteringer støttes, og i særdeleshed indsatsen mod ungdomsarbejdsløshed og for forskning, innovation og grøn teknologi. På samme måde bakker de danske socialdemokrater til fulde op, at der afsættes de nødvendige midler til EU’s vækst- og beskæftigelsesstrategi, EU 2020. De danske socialdemokrater understreger dog, at formålet med EU’s fælles landbrugspolitik til stadighed skal være at garantere markedsstabilisering, hvorfor permanent bistand fra EU til f.eks. mælk og mælkeprodukter ikke kan støttes.

  Göran Färm, Anna Hedh, Olle Ludvigsson, Marita Ulvskog och Åsa Westlund (S&D), skriftlig. − Vi svenska socialdemokrater valde idag att rösta för prioriteringarna inför 2011 års budget. Vi instämmer i stort med de prioriteringar som anges i betänkandet, vi anser exempelvis att det är viktigt att det görs satsningar på ungdomar, på forskning och innovation samt inom grön teknik. Vi anser också att det är viktigt att EU:s nya strategi för tillväxt och sysselsättning, "EU 2020" ges tillräckliga finansiella medel för att bli en framgång.

Vi vill dock understryka att vi inte anser att huvuduppgiften för EU:s gemensamma jordbrukspolitik är att garantera marknadsstabilisering och att vi därmed inte heller vill se något permanent marknadsstöd från EU för mjölk och mjölkprodukter.

  Diogo Feio (PPE), por escrito. − Num quadro de crise generalizada e tendo como pano de fundo as ambiciosas exigências da Estratégia 2020 em termos de inovação, combate à pobreza e exclusão social, e crescimento económico e emprego, é fundamental colocar os desafios da Estratégia 2020 no coração das prioridades orçamentais.

Por isso, é com agrado que encontro, nas prioridades definidas pela Comissão para o Orçamento de 2011, uma clara aposta nas políticas de educação, investigação e inovação. É também fundamental ter presente a recuperação económica e a saída da crise, e por isso é também com agrado que vejo o apoio às PME como uma preocupação prioritária para o Orçamento de 2011. Recordo a necessidade de, no quadro da reforma da PAC, ser necessário reforçar as verbas orçamentais destinadas à Política Agrícola Comum, prioridade que deverá ser, de igual modo, assumida pela Comissão.

Saliento que este Orçamento para 2011 será o primeiro a ser aprovado ao abrigo das regras do Tratado de Lisboa, com o reforço de intervenção do Parlamento que isso acarreta.

  João Ferreira (GUE/NGL), por escrito. − As prioridades propostas para o Orçamento de 2011, não obstante a retórica social, incontornável em tempos de crise, são razoavelmente claras quanto à intenção de manter, no essencial, as prioridades que têm orientado os orçamentos anteriores. Uma vez mais, aponta-se para um orçamento ao serviço do aprofundamento do mercado único, da precariedade laboral, vulgo flexigurança, das liberalizações, da mercantilização do ambiente e das esferas crescentes da vida social. Trata-se de orientações velhas, ainda que agora reunidas na dita nova "Estratégia 2020".

A prioridade anunciada à juventude não esconde que o que se pretende é antecipar, desde já, às novas gerações de trabalhadores, um futuro em que o desemprego é estrutural, encarado como uma variável estratégica para impor a desvalorização da sua força de trabalho, mesmo que qualificada, obrigando-os a saltar de trabalho precário em trabalho precário, alternando-os com o desemprego inevitável. Estas são prioridades que colocam também o Orçamento para 2011 ao serviço do intervencionismo externo da UE, da PESC e da PESD, do militarismo e da guerra, das políticas que criminalizam a imigração, do FRONTEX.

Assim sendo, o relatório não podia merecer senão o nosso voto contra. Mas este não é nem o único, nem um caminho inevitável. Isso mesmo procurámos demonstrar com as várias propostas que apresentámos durante o debate.

  Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (S&D), na piśmie. − Konstruowanie budżetu UE w czasie kryzysu finansowego, z bardzo wąskim marginesem budżetowym i nowymi zadaniami, związanymi z wejściem w życie Traktatu z Lizbony, nie jest łatwe. Z tym większym zadowoleniem poparłam w głosowaniu sprawozdanie poseł Sidonii Jędrzejewskiej na temat budżetu na rok 2011 i projekt rezolucji PE, obydwa zakładające ambitne priorytety budżetowe na przyszły rok.

Oprócz tradycyjnych priorytetów, takich jak polityka spójności i wspieranie innowacyjnych i ekologicznych technologii, budżet na 2011 rok powinien skoncentrować się na zapewnieniu pełnej operacyjności nowym inicjatywom w UE: Europejskiej Służbie Działań Zewnętrznych, gospodarczej strategii UE 2020 oraz działaniom w ramach partnerstwa wschodniego. Wszystkie trzy łączy groźba fiaska, gdyby zaprogramowane na nie środki okazały się zbyt „symboliczne”.

Na uwagę zasługuje również kompleksowe podejście do problemu młodzieży. W obliczu kłopotów demograficznych UE nie może pozwolić sobie na niski odsetek wykształconej młodzieży, ponieważ doprowadziłoby to do jeszcze większego wzrostu bezrobocia w tej grupie wiekowej, na co Unii po prostu nie stać. W europejskim budżecie muszą więc zostać zarezerwowane środki na wspieranie nauki języków, dialog międzykulturowy, zwiększenie mobilności młodzieży i integrację absolwentów na rynku pracy.

  Bruno Gollnisch (NI), par écrit. – Si j'ai bien compris les propos de ce rapport, tout ou presque devient une priorité, ce qui signifie qu'il n'y a pas de priorité. Et qu'on réclame tout simplement un plus gros budget, c'est-à-dire plus d'impôts pour les Européens. Certes, le souci du rapporteur de veiller à ce que les dépenses financées sur le budget de l'UE soient non seulement utiles mais efficaces et qu'elles apportent une réelle valeur ajoutée européenne aux politiques nationales est louable. Mais à vrai dire, cette préoccupation aurait dû être constante au cours des années passées. D'une part, je rappelle que ces quatorze ou quinze dernières années, cela n'a pas été le cas, puisque la Cour des comptes ne s'est pas estimée en mesure d'approuver l'exécution des budgets annuels. D'autre part, je cherche encore dans ce rapport les propositions concrètes permettant d'arriver à cet objectif. Je cherche notamment les propositions permettant de mettre fin à des programmes qui ne sont que pur clientélisme, saupoudrage inutile, propagande idéologique ou tentative d'intervenir davantage dans des domaines où l'Union n'a, heureusement, que peu de pouvoirs et surtout aucune efficacité.

  Sylvie Guillaume (S&D), par écrit. – Malgré un vote positif à ce rapport, je souhaite insister sur des réserves critiques que m'inspirent les priorités pour le budget 2011. Certes je soutiens volontiers l'engagement de l'UE dans l'aide à la jeunesse, à l'innovation et au volontariat, comme autant d'éléments structurants pour notre société. Pour autant, le cadre financier n’est absolument pas adéquat, en particulier dans un contexte de crise économique et de chômage : il ne permet pas de financer une quelconque ambition politique permettant d'impulser un véritable changement. 9 millions d'euros, soit 0,07% du budget pour l'emploi, ce n'est vraiment pas à la hauteur d'ambitions substantielles pour soutenir l'emploi.

  Iosif Matula (PPE), în scris. − Am votat în favoarea Raportului privind bugetul Comisiei Europene deoarece consider că este important ca UE să aibă un buget echilibrat şi realist, care să răspundă în mod eficient aşteptărilor cetăţenilor, care doresc depăşirea crizei economice actuale, locuri de muncă bine plătite şi un viitor mai sigur. Cred că susţinerea financiară a IMM-urilor trebuie să fie o prioritate europeană, pentru că IMM-urile joacă un rol decisiv în asigurarea multor locuri de muncă, în dezvoltarea regiunilor şi a zonelor rurale. De asemenea, consider că tineretul este extrem de important atât în prezent, cât și pentru viitorul UE, fapt care trebuie să se reflecte şi în priorităţile bugetare. Tineretul se află în centrul strategiilor sociale și de incluziune europene. Capacitatea de inovare a tineretului reprezintă o resursă-cheie pentru dezvoltarea și creșterea economică, pe care UE ar trebui să se bazeze. Cred cu tărie că a investi în tineret și în educație înseamnă a investi în prezent și în viitor, așa cum se subliniază în strategia UE privind tineretul. Apreciez că politica privind tineretul trebuie să aibă în vedere inclusiv pregătirea în şcoli şi universităţi pentru piața muncii.

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), par écrit. – Je vote contre ce rapport sur les priorités budgétaires pour l'exercice 2011. Celui-ci met en œuvre les politiques dogmatiques et néfastes de l'eurocratie que je combats partout en Europe et dans le monde. Je ne peux pas décemment voter pour un budget qui entérine tant de catastrophes en puissance.

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − Após o falhanço da Estratégia de Lisboa, a UE tem uma nova oportunidade para ser o grande catalisador da economia mundial, com a Estratégia UE2020. Para que esse novo plano seja um sucesso, é necessário que os vários orçamentos que vão ser aprovados tenham como prioridade várias áreas primordiais para o sucesso da Estratégia UE2020.

Falamos da inovação, do apoio aos jovens para aumentar a mobilidade social e do apoio reforçado às PME, que são o verdadeiro motor económico dos países. É também essencial que se faça um investimento muito significativo no domínio das alterações climáticas, do ambiente e das políticas sociais. É, no entanto, crucial que se encontrem novas formas de financiamento e de angariação de Fundos para que a Estratégia UE2020 seja um sucesso, pois não podemos fazer como fizemos no passado com a reafectação de Fundos destinados a políticas estruturais, de coesão ou agrícola comum.

  Γεώργιος Παπαστάμκος (PPE), γραπτώς. – Υπερψήφισα την έκθεση σχετικά με τις προτεραιότητες του προϋπολογισμού για το 2011 μεταξύ άλλων λόγω των προτάσεων ως προς τη χρηματοδότηση της ΚΑΠ. Ειδικότερα, επισημαίνεται ότι η χρηματοδότηση των προτεραιοτήτων σχετικά με τη μελλοντική στρατηγική «ΕΕ 2020», μέσω μιας πιθανής ανακατανομής πιστώσεων, δεν πρέπει να γίνει σε βάρος των θεμελιωδών πολιτικών της ΕΕ, όπως η πολιτική συνοχής, η διαρθρωτική ή η κοινή γεωργική πολιτική. Επαναλαμβάνεται η ανησυχία, την οποία είχα εκφράσει κατά την έγκριση του κοινοτικού προϋπολογισμού για το τρέχον έτος, ως προς το στενό περιθώριο των γεωργικών δαπανών και υποστηρίζεται η πρόβλεψη επαρκούς περιθωρίου στον προϋπολογισμό του 2011. Η ύπαρξη ικανοποιητικού περιθωρίου γεωργικών δαπανών είναι ιδιαιτέρως σημαντική για την αντιμετώπιση απρόβλεπτων αναγκών σε γεωργικούς τομείς, δεδομένης και της αστάθειας των τιμών.

  Silvia-Adriana Ţicău (S&D), în scris. − Am votat pentru Rezoluția Parlamentului referitoare la prioritățile pentru bugetul aferent exercițiului financiar 2011 – secțiunea III – Comisia, reafirmând în acest fel că prioritatea liderilor politici ai Uniunii Europene şi ai statelor membre trebuie să fie păstrarea locurilor de muncă existente şi crearea altora noi, care să permită cetățenilor europeni să aibă o viață decentă. Comunicarea Comisiei, intitulată „Europa 2020: o strategie europeană pentru o creştere inteligentă, ecologică şi favorabilă incluziunii”, reprezintă baza unei dezbateri cuprinzătoare privind strategia economică şi socială a UE pentru următorii ani. De asemenea, am votat în favoarea amendamentului 5, având în vedere că şomajul constituie o temă centrală în cadrul discuţiilor actuale şi că, pentru a trata pe deplin problema ratei ridicate şi în creştere a şomajului, UE trebuie să pună în aplicare o agendă socială ambiţioasă. Uniunea trebuie să investească mai ales în cercetare şi în infrastructura de transport şi energie pentru a-şi putea păstra competitivitatea pe plan mondial. De asemenea, atât statele membre, cât şi Uniunea trebuie să investească în educație şi în dezvoltarea tinerilor. De aceea, programe precum Erasmus, şi mai ales componenta Erasmus pentru tinerii antreprenori, trebuie să constituie o prioritate care să se reflecte şi în bugetul pentru 2011.

  Artur Zasada (PPE), na piśmie. − Z zadowoleniem przyjąłem wynik głosowania nad sprawozdaniem poseł Sidonii Jędrzejewskiej w sprawie priorytetów budżetu Unii Europejskiej na rok 2011. Głosowałem oczywiście za. Dzisiejsze głosowanie było wyjątkowe z dwóch powodów. Po pierwsze jest to pierwszy budżet uchwalony według regulacji traktatu lizbońskiego. Po drugie Parlament Europejski jako pierwsza instytucja przedstawił swoje propozycje priorytetów.

Sprawozdawczyni bardzo trafnie odniosła się w swoim dokumencie do kwestii młodzieży i edukacji. W dobie kryzysu szczególnie ważne jest wsparcie dla ludzi młodych, m.in. w znalezieniu pierwszej pracy lub założeniu własnej działalności gospodarczej. Braki w należytym odniesieniu się do tego tematu w poprzednich latach są dziś szczególnie widoczne. Eksperci od zatrudnienia wskazują na bezradność na rynku pracy nie tylko absolwentów, ale i 30-latków obecnych już na tym rynku od kilku lat.

Informe: Helga Trüpel (A7-0036/2010)

  Zigmantas Balčytis (S&D), raštu. − Aš palaikau šį pranešimą, nes aplinkybės, kuriomis bus priimtas 2011 m. biudžetas, bus išskirtinės dėl Lisabonos sutarties įsigaliojimo ir dėl tebesitęsiančios ekonominės ir finansinės krizės. Biudžetas turės būti kruopščiai subalansuotas, kad užtikrintų sėkmingą Lisabonos sutartyje numatytų tikslų įgyvendinimą, kaip pavyzdžiui, bendros vidaus energetikos rinkos sukūrimą. Taip pat planuojant biudžetą būtina didelį dėmesį sutelkti į finansinės krizės padarinius, kurie juntami dar daugelyje valstybių, bei pastangas juos efektyviai šalinti. Ir toliau pagrindiniu prioritetu turi išlikti darbo vietų išsaugojimas ir kūrimas, kuris glaudžiai susijęs su finansinės paramos poreikiu mažoms ir vidutinėms įmonėms, sukuriančioms didžiąją dalį darbo vietų. Tvirtinant 2011 m. Europos Parlamento biudžetą turi būti skiriamas ypatingas dėmesys įvertinant EP prioritetą – aukšto lygio teisėkūros formavimą, ir tam tikslui suteiktos visos būtinos priemonės. Taip pat turi būti tinkamai išspręstas efektyvaus EP darbo organizavimo klausimas, įskaitant ir vienos EP narių darbo vietos nustatymą.

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), por escrito. − A entrada em vigor do Tratado de Lisboa representa poderes acrescidos para o Parlamento Europeu. Num mundo globalizado, os assuntos são cada vez mais complexos e as decisões necessitam de ser técnica e cientificamente fundamentadas. É fundamental que os decisores políticos tomem conhecimento dos recentes desenvolvimentos científicos que lhes permitam tomar as melhores opções. Este orçamento apresenta linhas de orientação a longo prazo para a política imobiliária, que poderão promover uma redução de custos no futuro.

Apelo ao aumento da capacitação e do suporte técnico aos Deputados, pois fornecem os meios necessários a este Parlamento para exercer as suas funções com excelência e com os fundamentos científicos e técnicos tão necessários no século XXI.

  Diogo Feio (PPE), por escrito. − Atento o novo quadro institucional, com reforço das competências de muitas das Instituições, como é o caso do Parlamento Europeu, é essencial que o orçamento destinado às Instituições para o seu funcionamento, assegure todas as condições materiais e humanas para que estas possam cumprir, com rigor e excelência, as suas tarefas no quadro institucional.

Defendo um orçamento realista e exequível, mas que dê às várias Instituições as condições materiais à prossecução das suas tarefas. Estas considerações não devem, contudo, pôr em causa a sustentabilidade orçamental e o rigor das contas, necessário em qualquer instituição. Além disso, deve garantir-se o rigor e a transparência da gestão das verbas disponibilizadas às várias Instituições.

  Alan Kelly (S&D), in writing. − Planning for the 2011 budget is very important and I agree with the report's call for a carefully considered and transparent discussion. It is also correct in asserting that the issue of the budget threshold is a delicate one, and must take into account global costs. I am happy with the report's cautionary aspect. Approaching this with anything less than caution would be an insult to the people of my home country and of all of Europe who are facing their own budgetary concerns. I'd also like to take this opportunity to say that I hope our caution also shows our solidarity and fraternity with our Greek and Portuguese colleagues who are having a notably difficult time at the moment.

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − O Tratado de Lisboa veio trazer novas responsabilidades ao Parlamento Europeu. Tal situação leva a uma maior carga administrativa e à necessidade de os Deputados terem colaboradores qualificados para desempenharem as funções de assessoria. Esta nova realidade traz dois problemas: o aumento dos custos inerentes à necessidade de um maior número de assistentes e o espaço físico necessário para estes poderem desempenhar as suas funções em boas condições de trabalho. Tal situação leva a um aumento de custos, que nesta altura de crise é difícil de explicar, mas se o Parlamento Europeu quer fazer um trabalho de excelência tem que ter os meios humanos e financeiros necessários.

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), in writing. − I voted in favour of this important report. The guidelines are the first step in the budget procedure, giving general guidance to the Secretary-General and the Bureau of the European Parliament for the subsequent step, the preliminary draft estimates, which are currently already before the Bureau.

  Nuno Teixeira (PPE), por escrito. − As circunstâncias de aprovação do Orçamento para 2011 são excepcionais e constituem, ao mesmo tempo, um desafio. A implementação bem sucedida do Tratado de Lisboa constitui uma prioridade maior enquanto os efeitos da crise económica, que se fazem sentir na União Europeia, tornam este objectivo mais exigente.

O Grupo do PPE, ao qual pertenço, continua, neste contexto, a defender um orçamento sustentável e rigoroso, em que cada despesa seja justificada e em que seja possível assegurar uma sustentabilidade de rigor e de eficiência. Defendo, por isso, que se passe para um orçamento de base zero, que permita eficiência e poupança. Para melhor atingir este objectivo, será urgente a definição de uma política imobiliária a longo prazo.

Concordo com a necessidade de promover uma maior cooperação e um diálogo forte a nível interinstitucional para uma melhor e mais eficiente utilização dos recursos em várias áreas, tais como a tradução, a política imobiliária, entre outras. Sublinho a importância da excelência legislativa do Parlamento Europeu enquanto prioridade e a necessidade de dotar a Instituição dos meios necessários e adequados para cumprir o seu papel legislativo com sucesso. Votei, assim, a favor das orientações do Orçamento para 2011 inscritas no presente relatório...

(Declaração encurtada por força do artigo 170.º do Regimento)

Informe: Giancarlo Scotta' (A7-0029/2010)

  Sophie Auconie (PPE), par écrit. – En ce qui concerne le rapport sur la politique de qualité des produits agricoles, j’ai voté en faveur de ce rapport parce qu’il me semble extrêmement pertinent sur deux points. Tout d’abord, il insiste sur l’importance pour l’Union européenne de défendre la qualité des produits et en fait un axe essentiel pour la stratégie agricole européenne. Ensuite, il défend le principe d’identification géographique et les spécialités traditionnelles, les présentant comme deux éléments contribuant à la compétitivité agricole européenne et à la préservation du patrimoine culturel. En fin de compte, ce rapport apporte son soutien aux produits agricoles dont nous sommes si fiers tout en se prononçant pour de nécessaires simplifications administratives en matière de protection de ceux-ci.

  Edite Estrela (S&D), por escrito. − Votei favoravelmente o relatório intitulado "a política de qualidade dos produtos agrícolas: qual a estratégia a adoptar?" porque a qualidade é um factor decisivo para a competitividade dos produtos europeus nos mercados internacionais.

Neste contexto, considero positiva a implementação da rotulagem obrigatória da origem dos produtos, o que permite fornecer aos consumidores informações relativas a normas de qualidade, mas também no que diz respeito à protecção do ambiente e do bem-estar dos animais.

  Diogo Feio (PPE), por escrito. − A Política Agrícola Comum terá necessariamente que apostar na elevada qualidade dos seus produtos agrícolas, uma inegável mais-valia para a competitividade europeia num quadro de mercado global. A política de qualidade não pode ser separada do resto da Política Agrícola Comum, nem ignorar os novos desafios, como a luta contra as alterações climáticas, a conservação da biodiversidade, o abastecimento energético e o desenvolvimento das bioenergias, o bem-estar dos animais e a gestão da água na agricultura. Também as cada vez maiores exigências dos consumidores devem ser adequadamente tidas em conta pela futura política de qualidade dos produtos agrícolas, não esquecendo que, no momento da decisão, a qualidade pesa para um consumidor informado.

Relembro, contudo, que a política de qualidade dos produtos agrícolas não poderá ser de tal modo exigente que ponha em causa os pequenos e médios agricultores ou a existência de produtos tradicionais, próprios de algumas regiões que não podem ver a sua manufactura dependente de regras uniformes e cegas. A política de qualidade deve ter como propósito potenciar, no mercado global, a agricultura dos Estados-Membros e defender os produtos europeus, estando ao serviço dos produtores e dos consumidores.

  João Ferreira (GUE/NGL), por escrito. − O relatório em discussão contém alguns aspectos positivos, como a defesa da aplicação de instrumentos que permitam a valorização e a promoção da pequena produção local, bem como das produções tradicionais e artesanais ligadas a determinadas regiões de origem e associadas a uma denominação geográfica, ao mesmo tempo que reconhece a morosidade, complexidade e o custo excessivo que os pequenos produtores enfrentam para aceder às certificações de qualidade.

Todavia, passa ao lado de questões essenciais para a salvaguarda da qualidade da produção agrícola e para a sustentabilidade da actividade agrícola nos países da UE, como sejam: as consequências da desregulação do comércio mundial e da liberalização desenfreada dos mercados, seja no quadro de acordos bilaterais seja no quadro da OMC; os perigos diversos inerentes à introdução de Organismos Geneticamente Modificados no ambiente, nos moldes em que esta tem vindo a ser conduzida; a necessidade de uma profunda reforma da PAC, que defenda a produção local, o direito a produzir e o direito à soberania alimentar.

  Jarosław Kalinowski (PPE), na piśmie. − Gratulując koledze szczegółowego sprawozdania zgadzam się z poglądem, że polityka jakości produktów rolnych nie powinna być traktowana rozłącznie od WPR i przewodnimi ideami strategii Wspólnoty na najbliższe lata, takimi jak zrównoważony rozwój, bioróżnorodność czy walka za zmianami klimatu.

Obywatele Unii Europejskiej oczekują wysokiej jakości, zdrowych towarów, które są wytwarzane w oparciu o innowacyjne technologie z uwzględnieniem wpływu procesu produkcji na środowisko. Jednocześnie podzielam opinię sprawozdawcy w kwestii przeprowadzenia kampanii informacyjno-edukacyjnej na temat wszystkich wprowadzanych oraz już wprowadzonych oznaczeń europejskich produktów rolnych. Takie przedsięwzięcie jest niezbędne, gdyż brak znajomości pełnej definicji symboli wśród konsumentów postawi całą politykę jakości pod znakiem zapytania.

  Alan Kelly (S&D), in writing. − I would like to commend my colleagues in the Agricultural Committee for this initiative report. The quality of our agricultural products is something that needs to be capitalised on. We devote a lot of time in the European Union to making sure that the highest standards in farming are met; our livestock is well treated and healthy; our produce is safe; our farming practices ethical in relation to their impact on the environment. Every step of the industry's chain of production is regulated, "from farm to fork" so to speak. In order to make the most of the industry's unique selling point - the high quality of its output - we need further promotion as pointed out in the Scotta Report. It is all very well to have products that are labelled according to their area of farming or according status as a traditional speciality, but unless the consumer is aware of its meaning it is in fact, like reading an alien language. So I agree that the report's recommendation for the Commission to promote awareness of this information will be an effective form of marketing. It will help customers, and small businesses alike. It could be particularly beneficial to our agrifood sector.

  Elisabeth Köstinger (PPE), schriftlich. − Ich befürworte ausdrücklich den Initiativbericht über die Qualitätspolitik für Agrarerzeugnisse (A7-0029/2010), über den am 25.3.2010 abgestimmt wurde. Es gibt eine klare Verbindung zwischen der Produktqualität und der Herkunft der Rohstoffe. Der Vorschlag für eine „place of farming“-Kennzeichnung soll ausweisen, woher der Rohstoff kommt. Hier sehe ich für die Landwirtschaft, die für qualitativ hochwertige agrarische Erzeugnisse steht, eine bedeutende Chance. Eine klare Herkunftskennzeichnung garantiert dem Konsumenten nicht nur beste Produktqualität, sondern erlaubt dem Konsumenten eine nach objektiven und transparenten Kriterien gefällte Entscheidung. Qualität als Schlüsselfaktor hat in der gesamten Lebensmittelkette maßgeblichen Einfluss auf die Sicherung der Wettbewerbsfähigkeit der Nahrungsmittelproduzenten der EU. Gerade die Erzeugung von hochqualitativen Lebensmitteln ist in vielen ländlichen Gebieten mit begrenzten Produktionsalternativen häufig die einzige Erwerbsmöglichkeit. Daher spreche ich mich klar für geschützte geografische Angaben und Ursprungsbezeichnungen aus sowie für eine Neueinführung einer geregelten und geschützten Bezeichnung für Erzeugnisse aus Bergregionen und aus gentechnikfreien Gebieten. Hinweise auf 'garantiert traditionelle Spezialität' und 'ökologischer Landbau' müssen weiterhin erhalten bleiben.

  Petru Constantin Luhan (PPE), în scris. − Am votat în favoarea raportului deoarece susţin o mai bună protecţie a produselor europene pe plan mondial. Prin indicaţiile geografice, produsele agricole capătă mai multă credibilitate şi vizibilitate în viziunea consumatorilor, asigurând în acelaşi timp un mediu concurenţial pentru producători. În acelaşi timp, acestea garantează protecţia drepturilor de proprietate intelectuală pentru produse. Sistemul indicaţiilor geografice este unul bine stabilit în Uniunea Europeană şi în multe state din afara Uniunii, cum ar fi Statele Unite ale Americii, Australia, Noua Zeelandă. Din nefericire, există totuşi parteneri comerciali ai Uniunii care nu deţin o legislaţie în acest domeniu. Din această cauză, produsele europene nu sunt bine protejate în cadrul sistemelor naţionale ale acestor state, existând riscul de contrafacere.

  Astrid Lulling (PPE), schriftlich. − Obwohl ich der Meinung bin, dass wir auch in Initiativberichten aufpassen sollten, was wir von der Kommission verlangen, kann ich dem Bericht über Qualitätspolitik für Agrarerzeugnisse zustimmen.

Ich unterstütze insbesondere die Forderung nach effektiveren Kontrollen und mehr Koordinierung zwischen Kommission und Mitgliedstaaten, damit bei importierten Lebensmitteln sichergestellt ist, dass die EU-Normen in den Bereichen Qualität und Sicherheit, Umweltschutz und Sozialstandards eingehalten werden.

Bei frischen Agrarerzeugnissen oder bei verarbeiteten Produkten, die einen einzigen Bestandteil haben, soll das Ursprungsland vermerkt sein, um es dem Verbraucher zu ermöglichen, bewusst und gut informiert einzukaufen.

Ich bin erleichtert, dass mein Änderungsantrag, der sich gegen eine Vereinheitlichung geschützter Ursprungsbezeichnungen und geographischer Angaben richtet, auch im Plenum angenommen wurde. Eine Vermischung dieser Angaben hätte die bestehenden Bezeichnungen überflüssig gemacht und hätte unseren Produzenten mit geschützter Ursprungsbezeichnung erheblichen Schaden zugefügt.

Das Thema der quantitativen Produktionskontrolle wurde in der Mitteilung der Kommission bewusst unter den Teppich gekehrt. Ich bin überzeugt, dass wir auch weiterhin Produktionskontrollinstrumente brauchen, um den Produzenten stabile Preise und Planungssicherheit zu garantieren, damit sie die hohen Anforderungen der Konsumenten und der Gesetzgeber erfüllen können. Dies gilt nicht nur im Bereich der Milchproduktion, sondern insbesondere auch im Weinbau.

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), par écrit. – Ce rapport a un vice indéniable: il inscrit la politique agricole dans la logique mercantiliste de recherche du profit maximal, ce qui est aux antipodes de l'idée que nous nous faisons de la politique agricole. Je ne peux donc absolument pas voter pour. Cependant, au vu des éclaircies qu'il comporte, il me semble plus judicieux de m'abstenir. Je ne voudrais pas, en effet, aider à faire barrage à des idées aussi antiproductivistes que la volonté de mettre sur pied un étiquetage "empreinte écologique" et la volonté de relocaliser une partie de la production agricole. J'ai noté l'intention de s'éloigner de la logique productiviste. Je regrette que ce ne soient que des possibilités esquissées dans le texte et que leur ancrage dans un environnement capitaliste en amoindrisse considérablement la portée. Je ne veux cependant pas négliger l'intérêt qu'il y a à promouvoir de tels concepts.

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − A qualidade dos produtos agrícolas europeus constitui um património reconhecido mundialmente, pelo que se sente a necessidade de proteger e distinguir estes produtos de outros de qualidade inferior, com menor segurança alimentar e por vezes até contrafeitos.

Para que tal não aconteça, é imperioso que se faça a rotulagem desses produtos, procurando que os consumidores obtenham uma informação fidedigna acerca dos mesmos. É ainda importante que se tenha a plena noção de que os produtos agrícolas importados satisfazem os mesmos requisitos que são impostos aos produtos agrícolas produzidos na UE, para que assim não haja distorções na concorrência. Por isso, voto a favor.

  Tiziano Motti (PPE), per iscritto. − Signor Presidente, onorevoli colleghi, grazie a normative europee che hanno fissato regole rigide per la qualità dei prodotti agricoli, la salute dei cittadini, la sostenibilità ambientale e la specificità delle coltivazioni, possiamo oggi dire con orgoglio che l'agricoltura europea è un modello che nel mondo primeggia senza pari.

E se, da un lato, si devono ringraziare gli agricoltori che, con grande senso del dovere, hanno applicato le regole, dall'altro dobbiamo purtroppo chiederci perché l'Unione europea a volte tenda a contorcersi in labirinti burocratici che rischiano di oscurare questa eccellenza e di creare solamente una grande delusione fra i cittadini.

Ecco che oggi i nostri cittadini iniziano la loro giornata con un buon succo d'arancia senza le arance, a pranzo accompagnano la pizza di mozzarella fatta di caseina con un vino rosé ottenuto mescolando vino rosso e bianco fermentato aggiungendo zucchero. In mancanza d'affetti possono sempre ripiegare su cioccolato senza cacao.

Nemmeno i bambini sono esenti dalle conseguenze di una schizofrenia distruttiva delle nostre bontà alimentari: in Europa rischiamo di consumare prodotti alterati di cui non conosciamo la provenienza, basti ricordare il latte alla melanina di produzione cinese.

I cittadini hanno il diritto di essere tutelati: per consentire al consumatore finale di compiere scelte consapevoli dobbiamo insistere affinché le etichette siano complete e comprensibili e i prodotti di largo consumo, come il latte vaccino sterilizzato o UHT a lunga conservazione e i prodotti lattiero-caseari derivati esclusivamente dal latte vaccino, riportino l'indicazione del luogo di origine del latte crudo impiegato, oltre alle altre indicazioni di legge.

  Rareş-Lucian Niculescu (PPE), în scris. − Am votat în favoarea amendamentului 3, pentru că acesta se referă la un punct din propunerea de rezoluţie care ar putea fi interpretat ca îndemnând la o revenire la standardizarea produselor agricole (forma şi dimensiunea fructelor şi legumelor).

  Franz Obermayr (NI), schriftlich. − Der Bericht unterstreicht die zentrale Rolle, die die hochwertige Qualität von landwirtschaftlichen Erzeugnissen im Konsumentenschutz spielt. Hervorgehoben wird außerdem die Förderung von regionalen, traditionellen Produkten, sowie von kleinen und mittleren Landwirtschaftsbetrieben. Ich habe daher für die Annahme des Berichtes gestimmt.

  Γεώργιος Παπαστάμκος (PPE), γραπτώς. – Καταψήφισα την τροπολογία 3, διότι τάσσομαι υπέρ της αποκατάστασης των εμπορικών προτύπων ποιότητας στον τομέα των οπωροκηπευτικών. Θεωρώ αδικαιολόγητη την απόφαση της Επιτροπής για κατάργησή τους, παρά την εναντίωση ευρείας πλειοψηφίας των κρατών μελών, καθώς και του ενδιαφερομένου παραγωγικού κλάδου.

Η ΕΕ ορθώς διαθέτει τα υψηλότερα πρότυπα ποιότητας για τα αγροδιατροφικά προϊόντα προς όφελος των Ευρωπαίων καταναλωτών. Παράλληλα, η πολιτική ποιότητας είναι στρατηγικής σημασίας, καθώς σε αυτήν εδράζεται πρωτίστως η προστιθέμενη αξία των ευρωπαϊκών γεωργικών αγαθών στις παγκόσμιες αγορές. Προβληματική, ωστόσο, παραμένει η συμμόρφωση των εισαγομένων προϊόντων με ισοδύναμες προδιαγραφές ποιότητας. Θα πρέπει να γίνει καταγραφή όλων των ιδιωτικών συστημάτων πιστοποίησης ποιότητας, καθώς και να θεσπισθεί ένα Νομοθετικό Πλαίσιο Βασικών Αρχών σε επίπεδο ΕΕ με στόχο τη διαφανή λειτουργία των εν λόγω συστημάτων.

Τασσόμεθα υπέρ της αναγραφής του τόπου παραγωγής για όλα τα πρωτογενή γεωργικά προϊόντα. Σε ό,τι αφορά τις γεωγραφικές ενδείξεις, θα πρέπει να διατηρηθούν ως έχουν τα τρία συστήματα της ΕΕ, για τα γεωργικά προϊόντα και τρόφιμα, για τα αλκοολούχα και για τον οίνο. Πρωταρχικής σημασίας είναι η διασφάλιση αυξημένης προστασίας των γεωγραφικών ενδείξεων στο πλαίσιο των διμερών εμπορικών συμφωνιών και του ΠΟΕ.

  Rovana Plumb (S&D), în scris. − Am votat acest raport deoarece consolidarea politicii în domeniul calității la nivelul Uniunii Europene, reprezintă un stimulent important pentru ca producătorii agricoli europeni să își intensifice eforturile în ceea ce privește calitatea, siguranța alimentară și respectarea mediului înconjurător. Consider că această politică poate să aducă o îmbunătățire considerabilă valorii adăugate a producției agroalimentare europene în cadrul unei piețe din ce în ce mai globalizate. Dar in acelaşi timp este nevoie de o mai buna informare a cetăţenilor prin campanii adecvate de informare si promovare a unor etichete voluntare privind alte metode de producție care respectă mediul și animalele, precum „producția integrată”, „pășunatul” și „agricultura de munte”.

  Britta Reimers (ALDE), schriftlich. − In der Abstimmung über den Bericht Scotta über die Qualitätspolitik für Agrarerzeugnisse ist der Änderungsantrag 5 angenommen worden, in dem die verpflichtende Herkunftskennzeichnung von Lebensmitteln aus nur einer Zutat gefordert wird. Die Umsetzung dieser Forderung ist in der Landwirtschaft und bei Verarbeitern nur mit wesentlich höherem Aufwand und Kosten umzusetzen, ohne dass für den Verbraucher ein realer Mehrwert entsteht. Aus diesem Grund habe ich gegen diesen Antrag gestimmt.

  Robert Rochefort (ALDE), par écrit. – J'ai voté pour le rapport sur le futur de la politique de qualité des aliments. Soulignons d'emblée un point positif du texte: la proposition d'instauration d'un logo européen pour la nourriture "bio". Ceci correspond aussi bien à une demande claire des consommateurs qu'à une exigence à respecter pour développer le marché intérieur.

J'en viens à l'importante question des indications géographiques et des spécialités traditionnelles. Essentielles pour l'agriculture européenne en raison des liens privilégiés établis au fil du temps entre produits et terroirs, celles-ci sont intimement liées à la tradition et à l'histoire du goût. Il faut à ce titre les préserver. Dès lors, je me réjouis que nous nous opposions à la fusion des deux concepts d'AOP (appellation d'origine contrôlée) et d'IGP (indication géographique protégée) telle que proposée par la Commission européenne. Certes, une simplification des normes peut à première vue paraître souhaitable en termes d'allègement de la charge bureaucratique, mais elle ne doit pas se traduire par une réduction des standards que nos producteurs européens se sont courageusement imposés. N'oublions pas enfin le travail qu'il nous reste à accomplir dans le renforcement de la protection, sur le plan international, des indications géographiques (par le biais de l'OMC notamment).

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), in writing. − I finally voted in favour of the resolution mainly because our Amendments 3 (concerning opposition to standardisation rules for fruit and vegetables) and 5 (concerning mandatory place-of-origin labelling) were adopted.

  Brian Simpson (S&D), in writing. − Whilst we are happy to see that common sense prevailed on misshapen fruit and vegetables, the British Labour MEPs still had some concerns with the Scottà report and have therefore voted against it. We are against any attempt to bring in an EU quality logo which would only be available to EU produce, since this would discriminate against farmers from third countries and would not be in line with our development objectives. The EPLP is in favour of an EU-wide organic label, but the Commission is already aware of Parliament’s support for this, and other parts of the report are of sufficient importance to vote against the whole report.

  Alf Svensson (PPE), skriftlig. − Konsumentskyddet skall vara starkt inom EU. Konsumenten har rätt till korrekt och tydlig information om varors innehåll, ursprung och om genmodifiering skett. Tydliga gemensamma regler skapar förutsättningar för en fungerande marknad på lika villkor inom EU. När marknaden fungerar kan medvetna konsumenter genom sina val driva fram en utveckling mot ännu högre livsmedelskvalitet. Jag har emellertid röstat nej till betänkandet "Kvalitetspolitik för jordbruksprodukter: vilken strategi ska följas?" 2009/2105(INI). Framför allt strider betänkandet mot principen om subsidiaritet. Det är exempelvis inte EU:s uppgift att skapa en ”europeisk kunskapsbank för gamla recept och historiska tillagningsmetoder.” Skyddade geografiska beteckningar får enligt min uppfattning ett för stort utrymme i betänkandet. Det finns dessutom risk för att handelshinder upprättas gentemot länder utanför EU-gemenskapen, när betoningen på att varan ska vara producerad i EU är så stark. Ursprungsmärkning är viktig, men ursprunget behöver i sig inte vara en garant för att varan är av hög kvalitet.

  Γεώργιος Τούσσας (GUE/NGL), γραπτώς. – Ο στόχος για επαρκή, ασφαλή και υψηλής ποιότητας τρόφιμα είναι ανθρώπινη ανάγκη απαίτηση των εργαζομένων και που δεν μπορεί να εξασφαλιστεί στα πλαίσια του καπιταλιστικού τρόπου παραγωγής και εμπορίας των γεωργικών προϊόντων. Η έκθεση εκφράζει την λογική της ΕΕ, τα τρόφιμα εμπορεύματα να παράγονται για να αυξήσουν την κερδοφορία της βιομηχανίας τροφίμων και όχι για να καλύψουν τις διατροφικές ανάγκες του λαού. Την περίοδο που 1 δισεκατομμύριο άνθρωποι υποφέρουν από την πείνα και η φτώχεια χτυπά πλατιά λαϊκά στρώματα στις καπιταλιστικές χώρες, η ΕΕ χρησιμοποιεί ως πρόσχημα την ποιότητα των τροφίμων για τον περιορισμό της παραγωγής, την συγκέντρωση της γης σε μεγάλες καπιταλιστικές επιχειρήσεις και στην εκδίωξη των μικρών και φτωχών αγροτών από τη γη τους και την γεωργική παραγωγή. Τα κρούσματα διατροφικών σκανδάλων που πολλαπλασιάζονται τα τελευταία χρόνια λόγω των καπιταλιστικών συνθηκών παραγωγής τροφίμων που επιβάλλονται όλο και περισσότερο από την ΕΕ και τον ΠΟΕ, δεν θα μπορέσουν ποτέ να αντιμετωπιστούν αποτελεσματικά με διοικητικά μέτρα ελέγχου. Όπως δεν μπορούν να συνυπάρξουν τα ΓΤΟ με τα συμβατικά και τα βιολογικά τρόφιμα. Μόνο η τροφική κυριαρχία και ασφάλεια, η εξασφάλιση ασφαλών, υγιεινών, φτηνών τροφίμων, η στήριξη των φτωχών αγροτών και η συγκρότηση παραγωγικών συνεταιρισμών στα πλαίσια της Λαϊκής Εξουσίας και Οικονομίας μπορεί να ανταποκριθεί στις σύγχρονες λαϊκές ανάγκες.

Informe: Enrique Guerrero Salom (A7-0034/2010)

  Sophie Auconie (PPE), par écrit. – Lors du vote sur le rapport concernant les effets de la crise financière et économique mondiale sur les pays en développement et sur la coopération au développement, j’ai voté pour l’amendement du paragraphe 31, qui se prononce pour l’instauration d’une taxe à l'échelle internationale sur les transactions financières. En effet, je suis intimement convaincue qu’une taxe, même minime, portant sur ces transactions aux montants gigantesques permettrait de dégager des sommes considérables. Ainsi, nous pourrions consacrer plus de fonds à la lutte contre les maux qui touchent notre planète et disposer des financements nécessaires à la réalisation des "objectifs du millénaire". Plus qu’une question de justice, c’est une question de bon sens.

  Zigmantas Balčytis (S&D), in writing. − I fully support this report. The global financial and economic financial crisis caused great disturbances in developed economies but it had even more profound effects on emerging and developing countries. The achievement of Millennium Development Goals is now at stake because the progress that has been made in those counties over the last decade has stalled. Financial aid alone cannot ensure economic progress in developing countries. Thus the Commission should urge the reform of international development cooperation. Moreover, I believe that assistance to developing countries should be constantly adapted to the circumstances in those countries.

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), raštu. − Aš balsavau už šį pranešimą, nes ypatingai šiuo sunkiu ekonomikos laikotarpiu privalome padėti besivystančioms šalims. Daugelyje besivystančių šalių, visų pirma, mažiausiai išsivysčiusiose šalyse, smarkiai sumažėjus pajamoms iš eksporto sulėtėjo Pietų regionų augimas ir vystymasis. Ypatingai svarbu susitarti dėl ekonominės partnerystės stiprinant ES politikos suderinamumą vystymosi labui ir, inter alia, tinkamo darbo, gerovės ir darbo vietų kūrimo skatinimą ir užtikrinti tinkamą prekybos įsipareigojimų įgyvendinimą ir tinkamą šiems įsipareigojimams taikomą pereinamąjį laikotarpį. Pagalba, kuria sumažinamas skurdas ir atskirtis, priemonės, prisidedančios prie vystymosi, ir priemonės, būtinos išbristi iš krizės, reikalingos besivystančioms šalims. Įgyvendinant šiuos veiksmus Europos Sąjunga turi būti lyderė ir veikti ryžtingiau – tam didesnius įsipareigojimus turi prisiimti visos Europos Sąjungos institucijos. Negalime leisti krizei sustabdyti pažangą, kurią šios šalys per pastarąjį dešimtmetį pasiekė dėl tvaraus ekonomikos augimo, todėl tikiu, kad didesnės paramos vystymuisi teikimas yra būtinas.

  Andrew Henry William Brons (NI), in writing. − We opposed this motion because it purported to place a responsibility on European countries for the plight of the undeveloped Third World, rather than placing the responsibility on those countries themselves. Furthermore, it looked forward with relish to the creation of various forms of political and economic world governance.

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), por escrito. − Manifesto o meu voto favorável ao presente relatório, que introduz questões fundamentais para o desenvolvimento sustentável e para a integração progressiva dos países ACP na economia mundial.

Os países em desenvolvimento são os mais afectados pelo aquecimento global, sendo por isso fundamental intensificar todas as medidas de combate às alterações climáticas, como a transferência das tecnologias apropriadas. É igualmente importante que se chegue a um acordo quanto ao regime de comércio de licenças de emissão da UE, através do qual, pelo menos, 25 % das receitas geradas com a venda em leilão de licenças de emissão de dióxido de carbono serão consagrados à ajuda aos países em desenvolvimento.

Questões como o desenvolvimento sustentável e o crescimento verde deverão ser prioridades estratégicas de UE. Apelo a que sejam atribuídos fundos adicionais aos países em desenvolvimento e que estes sejam sustentáveis, a médio e longo prazo, com origem no sector privado, no mercado de carbono e no sector público dos países industrializados e dos países em desenvolvimento economicamente mais avançados.

  Carlos Coelho (PPE), por escrito. − A crise económica e financeira que nos assola provocou efeitos desastrosos nos países em desenvolvimento que já vinham sendo vítimas de sucessivas crises (alimentar, energética, climática e financeira). Urge ajudar aqueles que não provocaram esta crise, mas que são os mais afectados. A União Europeia e os países desenvolvidos têm que responder com rapidez, firmeza e eficácia.

Considero crucial que os Estados-Membros cumpram os seus compromissos em matéria de Ajuda Pública ao Desenvolvimento e que reforcem os compromissos para realizar os Objectivos do Milénio. Por outro lado, a Comissão e o Conselho devem encetar reformas na cooperação internacional para o desenvolvimento, que é uma das principais causas de falta de eficácia da ajuda ao desenvolvimento. Considero também que é louvável a melhoria das facilidades de crédito concedidas pelas instituições financeiras aos países mais carenciados. Todavia não basta. Apoio os apelos feitos por este relatório a um maior apoio sustentado ao desenvolvimento.

  Harlem Désir (S&D), par écrit. – Les pays en développement, en particulier les plus pauvres, déjà durement éprouvés par la crise alimentaire en 2007, subissent aujourd’hui de plein fouet les conséquences économiques et sociales de la crise financière internationale déclenchée dans les pays développés. Ceux-ci ont maintenant tendance à réduire leur aide au développement pour faire face à leurs propres difficultés. Les pays en développement paient ainsi deux fois les désordres du capitalisme globalisé sans régulation. J’ai voté pour le rapport Guerrero, qui rappelle l’Europe à ses responsabilités et demande le respect des engagements pris en matière d'aide publique au développement, notamment l’objectif d’y consacrer 0,7 % du PIB d'ici à 2015. En l’adoptant, le Parlement demande également la mise en place d'une taxe internationale sur les transactions financières pour financer le développement, l’accès aux biens publics mondiaux et l'adaptation des pays pauvres aux défis du changement climatique. Il soutient l'annulation de la dette des pays les moins avancés. Toutes ces recommandations sont primordiales en vue de la révision des objectifs du millénaire pour le développement en septembre prochain aux Nations unies. C’est un devoir moral de l'Union européenne que de mettre en œuvre sans tarder ces nouveaux outils de la solidarité internationale.

  Lena Ek, Marit Paulsen, Olle Schmidt och Cecilia Wikström (ALDE), skriftlig. − För oss liberaler är satsningar på utvecklingsländer en hjärtefråga. Vi välkomnar nya sätt att få in medel till biståndsländerna men vi vill tydligt klargöra att vi inte tror att en skatt på internationella finansiella transaktioner är lösningen för att uppfylla millennieutvecklingsmålen eller för att korrigera de globala obalanserna. Det är även viktigt att poängtera att den enda möjligheten att förverkliga av en sådan skatt är om den är global. Vi vill i stället betona vikten av att EU-medlemsstaterna lever upp till de nuvarande åtaganden om biståndsnivåer som har fastställts. För att skapa utveckling och tillväxt i utvecklingsländerna bör vi främja frihandel och avskaffa EU:s olika direkta och indirekta handelshinder.

  Edite Estrela (S&D), por escrito. − Votei favoravelmente o relatório sobre os efeitos da crise financeira e económica mundial nos países em desenvolvimento e na cooperação para o desenvolvimento.

Importa sublinhar que os países em desenvolvimento, apesar de não terem estado na origem da crise internacional, são por ela afectados de forma desproporcionada. Enquanto principal dador de ajuda aos países em desenvolvimento, a União Europeia tem um papel fundamental em assegurar a liderança necessária, no sentido de adoptar medidas, a nível internacional, que permitam alcançar os Objectivos de Desenvolvimento do Milénio.

  Diogo Feio (PPE), por escrito. − Quando falamos da crise financeira, económica e social que actualmente vivemos, referimos uma crise global em que deve ser dada especial atenção aos países em desenvolvimento que sofreram o impacto desta crise por via directa e indirecta. Os mecanismos já existentes de ajuda aos países menos favorecidos, bem como às suas populações que enfrentam condições de pobreza e miséria extrema deverão ser aplicados de maneira mais eficiente e focalizada, não levando a uma dependência que poderá ter efeitos negativos sobre o crescimento, os salários e o emprego.

Assim, deverá garantir-se que os instrumentos e as políticas da cooperação para o desenvolvimento permitam um efectivo desenvolvimento, sendo para tal necessária uma acção mais coordenada tanto a nível bilateral, como multilateral. Acções no âmbito da ajuda humanitária, cooperação e desenvolvimento deverão ser postas em prática e, neste campo, os Estados-Membros, a União Europeia e as organizações internacionais têm um papel fundamental. No entanto, oponho-me à adopção de um imposto sobre as transacções financeiras internacionais (taxa Tobin) para ajudar a financiar estes países, devido ao impacto que este teria na sociedade em geral.

  João Ferreira (GUE/NGL), por escrito. − O relatório em discussão aborda questões muito importantes, defendendo posições correctas, de que são exemplo: o fim dos paraísos fiscais, o cancelamento da dívida externa de alguns países, a necessidade de incremento dos esforços em matéria de ajuda pública ao desenvolvimento e a taxação das transacções financeiras.

Não podemos, contudo, deixar de assinalar alguns aspectos negativos, e até contraditórios, no relatório, como seja a defesa da liberalização do comércio, nos moldes em que tem vindo a ser conduzida pela UE, nomeadamente através dos chamados Acordos de Parceria Económica, que esta tem procurado impor aos países ACP, não obstante as resistências e denúncias, quanto às suas consequências negativas, da parte de muitos deles, para além da ausência de uma abordagem mais abrangente do problema da dívida externa.

  Bruno Gollnisch (NI), par écrit. – Les textes de ce parlement confinent parfois à l'absurde, mais je dois dire que dans le cas du rapport de M. Guerrero Salom, vous vous êtes surpassés. Je passe rapidement sur l'inacceptable demande d'un gouvernement économique et financier mondial, comme sur la contradiction fondamentale qui consiste à déplorer la dépendance extérieure des pays pauvre, tout en leur conseillant une ouverture encore plus importante au commerce mondial. Je passe aussi sur la condamnation hypocrite de, je cite, "la conception mondialisée de l'économie prônant la dérèglementation complète et le rejet de tout instrument de gestion publique", conception qui fut la vôtre, qui au fond l'est encore, et que vous avez imposée ici pendant des années. Mais le sommet se trouve au paragraphe 26, où vous vous proposez de suivre les conseils de Georges Soros ! L'homme qui ne doit sa fortune qu'à la spéculation ! L'homme qui, en partenariat avec d'autres hedge funds, parie sur un effondrement de l'euro, et spécule sur la dette grecque pour le provoquer ! L'homme qui se moque des conséquences sociales et économiques de ses agissements pour imposer l'ordre économique mondial qu'il souhaite ! Mais il est vrai que ce souhait, bloc euro-atlantique unifié, gouvernement mondial et monnaie planétaire, c'est aussi le vôtre !

  Sylvie Guillaume (S&D), par écrit. – J'ai soutenu le rapport de mon collègue Enrique Guerrero Salom pour rappeler les Etats membres à leurs responsabilités envers les pays en développement face aux enjeux mondiaux de la crise économique et du changement climatique, dont ils ne sont pas responsables. L'Europe doit s'engager davantage pour atteindre les Objectifs du Millénaire pour le Développement, à savoir consacrer au moins 0.7% du PIB à la lutte contre la pauvreté dans les pays en développement, à l'horizon 2015. Pour atteindre cet objectif, j'ai également soutenu la création d'une taxe sur les transactions financières, ainsi que la mise à l'étude des options envisageables pour annuler la dette des plus pauvres. Enfin l'accès aux droits sexuels et à la santé reproductive restent une priorité pour les socialistes, c'est en ce sens que je me suis prononcée dans le cadre de ce rapport.

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), par écrit. – Ce texte a pour lui le mérite de recommander l'établissement d'un moratoire sur la dette et l'annulation de celle-ci pour les pays les pauvres, de prôner la souveraineté alimentaire et de s'engager en faveur du respect de l'OIT. Mais ceci ne compense pas le fait qu'il se place résolument dans le cadre du marché carbone et de la croissance verte et qu'il prêche pour le libre-échange et la multiplication des services financiers. Ce texte avalise la logique implacable du dogmatisme libéral. Il est donc nuisible. Je vote contre.

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − Votei contra a presente resolução por diversas razões, das quais a votação expressa em plenário do que considerei votações-chave das alterações aos números 7, 31 e 34, bem como a decisão em matéria dos assim chamados direitos na saúde sexual e reprodutiva, e no caminho no sentido da consagração de futuros impostos europeus, com os quais discordo frontalmente, como várias vezes declarei, nomeadamente durante a campanha eleitoral para o Parlamento Europeu.

  Andreas Mölzer (NI), schriftlich. − Die größte Finanz- und Wirtschaftskrise seit den 30-er Jahren des letzten Jahrhunderts hat nicht nur Europa schwer getroffen, die Entwicklungsländer leiden besonders unter deren Auswirkungen. Dabei können Sie am allerwenigsten dafür. Unverantwortliche Spekulation, die Gier nach schnellen und von der Realwirtschaft losgelösten Gewinnen im angelsächsischen Raum und ein aus den Fugen geratenes Finanzsystem haben die Welt an den Rand des finanziellen Abgrunds gebracht. Begünstigt wurde dies durch ein Globalisierungskonzept, das die vollständige Deregulierung zur obersten Maxime erklärt. Während sich in Europa die Staaten massiv verschulden, um die Wirtschaft wieder anzukurbeln, ist dies den Entwicklungsstaaten aufgrund der schwachen finanziellen Ausstattung vielfach gar nicht möglich. Ihnen muss man daher wieder die Möglichkeit geben, ihre eigenen Volkswirtschaften stärker vor den Importen von Waren, deren Dumpingpreise die lokalen Märkte zerstören und die Lebensgrundlagen der Menschen vernichten, zu schützen. Wir müssen den Entwicklungsländern die Möglichkeit geben, sich selbst aus der Krise zu befreien. Die klassische Entwicklungshilfe kann als gescheitert betrachtet werden. Und schließlich muss man das Übel an der Wurzel bekämpfen und die Finanzmärkte streng regulieren, spekulative Praktiken verbieten und rasch eine Finanztransaktionssteuer einführen. Mit einer Art „Weltregierung“, wie im Bericht vorgeschlagen, die die Völker und Staaten noch mehr entmachtet, wird man das Problem aber sicher nicht lösen können.

  Wojciech Michał Olejniczak (S&D), na piśmie. − Sprawozdanie Komisji Rozwoju dotyczące wpływu światowego kryzysu finansowego i gospodarczego na kraje rozwijające się oraz na współpracę na rzecz rozwoju trafnie zauważa, że w ostatnich dwóch latach nastąpił nie jeden, lecz cała seria powiązanych ze sobą kryzysów. Zaistniała sytuacja powinna skutkować nie spadkiem, lecz zwiększeniem pomocy rozwojowej dla krajów rozwijających się.

Wspólnym celem powinno być przeznaczenie na pomoc rozwojową 0,56% dochodu narodowego brutto do 2010 r. i 0,7% do 2015 r. Prócz doraźnej pomocy potrzebne są również działania, które zmienią architekturę światowego ładu ekonomicznego. Stąd moje poparcie dla niezwłocznej realizacji zobowiązania podjętego na szczycie G20 w Pittsburgu w kwestii przekazania co najmniej 5% udziałów w MFW krajom wschodzącym i rozwijającym się a co najmniej 3% praw głosu w Banku Światowym krajom rozwijającym się i znajdującym się w okresie przejściowym.

Powyższe działania powinny być skorelowane z podjęciem działań na rzecz likwidacji rajów podatkowych. Ważnym rozwiązaniem systemowym, którego wprowadzenie warto rozważyć, jest również tzw. podatek Tobina. Biorąc pod uwagę, że sprawozdanie Komisji zawiera wszystkie wyżej wymienione postulaty, zdecydowałem się głosować za jego przyjęciem.

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), in writing. − I am glad the report was adopted, although with a tight majority (283 votes in favour, 278 against and 15 abstentions), especially because some split votes requested by the EPP to weaken the report on paragraphs – taxing the banking system for global social justice, international levy on financial transaction, debt moratorium and debt cancellation – did not succeed. All these paragraphs were adopted by comfortable majority.

  Alf Svensson (PPE), skriftlig. − Jag röstade den 25 mars emot betänkandet om finanskrisens effekt på utvecklingsländerna och på utvecklingssamarbetet (2009/2150(INI)), främst på grund av skrivningarna i paragrafen 31 om beskattning av banksystemet och om att avgiftsbelägga internationella transaktioner. Införandet av en så kallad Tobinskatt vore att riskera oönskade bieffekter som skulle skada den internationella marknaden, den marknad som ju fattiga länder behöver vara delaktiga i för att på rättvisa villkor kunna utvecklas ekonomiskt. Det är enligt min uppfattning inte klart hur Tobinskatten utan global samstämmighet och uppslutning skulle kunna bidra till att förhindra finansiella kriser i framtiden.

  Silvia-Adriana Ţicău (S&D), în scris. − Am votat pentru Rezoluția Parlamentului European referitoare la efectele crizei financiare și economice mondiale asupra țărilor în curs de dezvoltare și asupra cooperării pentru dezvoltare deoarece acestea sunt cele mai afectate de criza economică şi financiară. Constatăm cu mare îngrijorare că, potrivit estimărilor, țările în curs de dezvoltare se vor confrunta în 2010 cu un deficit financiar de peste 300 miliarde USD și că dificultățile bugetare din ce în ce mai mari din țările cele mai vulnerabile periclitează funcționarea şi dezvoltarea unor domenii vitale, precum educația, sănătatea, infrastructura și protecția sociala, în valoare de peste 11,5 miliarde USD. De asemenea, ţările în curs de dezvoltare sunt cele mai afectate şi de efectele schimbărilor climatice. De aceea, solicităm Comisiei și statelor membre să sprijine toate acțiunile de combatere a schimbărilor climatice și să accelereze, în acest context, transferul de tehnologii corespunzătoare către ţările în curs de dezvoltare De asemenea, am votat pentru ca statele membre şi Comisia să acorde o atenție deosebită promovării și protecției muncii decente și măsurilor de combatere a discriminării de gen și a muncii copiilor, urmând în acest scop recomandările Organizației Internaționale a Muncii, al cărei rol trebuie consolidat.

Informe: Edward Scicluna (A7-0010/2010)

  Sebastian Valentin Bodu (PPE), în scris. − Zona euro a fost confruntată în ultimii doi ani, cu o criză economică de proporţii. Coeziunea politicilor aplicate de către BCE şi măsurile coerente, deşi pertinente, au făcut ca impactul crizei să fie redus la minim în zona euro. Excepţia Grecia a fost posibilă din cauza unor greşeli sistemice, perpetuate în timp şi ţinute ascunse. Impactul crizei economice a fost substanţial mai mare în zona non-euro a Uniunii Europene. România este un exemplu în acest sens unde, în ciuda unor actuale măsuri economice corecte, impactul crizei este mare. Efectele ar fi fost cu mult mai mici dacă exista responsabilitate fiscală, iar România nu ar fi intrat în primul an de criză, 2009, cu un deficit bugetar de 5,4% în condiţiile în care, cu un an înainte, raporta o creştere economică record. În timp ce statele din zona euro raportează trecerea pe plus a propriilor economii încă din urmă cu 6 luni, în România abia acum se văd primele semne, destul de timide, ale redresării economice, însă aceasta nu poate fi sustenabilă fără reducerea drastică a deficitului bugetar, asta ca să nu ajungem în situaţia Greciei. Mecanismele de sancţionare a statelor membre, în condiţiile nerespectării indicatorilor macro-economici vitali, trebuie utilizate fără întârziere.

  Νικόλαος Χουντής (GUE/NGL), γραπτώς. – Καταψήφισα την έκθεση για την ΕΚΤ 2008. Η ΕΚΤ από το 2008 έχει προχωρήσει στην παροχή ρευστότητας προς τις εμπορικές τράπεζες, χωρίς ωστόσο να θέσει συγκεκριμένους και αυστηρούς κανόνες και κριτήρια για το πού θα χρησιμοποιηθεί αυτή η επιπλέον ρευστότητα. Το αποτέλεσμα ήταν να μειωθεί η παροχή δανείων σε μικρομεσαίες επιχειρήσεις και καταναλωτές καθώς και να μην υπάρξει η αναμενόμενη μείωση των επιτοκίων δανεισμού των καταναλωτών. Παράλληλα, η ΕΚΤ δείχνει για μια ακόμα φορά την αδυναμία της να βάλει τέλος στην κοροϊδία των εμπορικών τραπεζών, καθώς τις δανείζει με επιτόκιο 1%, και αυτές δανείζουν τα κράτη με πολύ υψηλότερα επιτόκια. Η ανεξαρτησία των Κεντρικών Τραπεζών πρέπει να αναγνωριστεί ότι δεν ήταν σωστή επιλογή, τόσο από τη σκοπιά του δημοκρατικού και πολιτικού ελέγχου όσο και από τη σκοπιά της οικονομικής αποτελεσματικότητας. Ζητούμενο για το επόμενο διάστημα δεν είναι μόνο η αυστηρή ρύθμιση του χρηματοπιστωτικού τομέα αλλά και ο περιορισμός του μεγέθους και της σημασίας του σε σχέση με την πραγματική οικονομία.

  Diogo Feio (PPE), por escrito. − No contexto da actual crise económica, financeira e social, o papel do BCE foi fundamental no modo como apresentou medidas de reacção àquela, sobretudo através das medidas que permitiram aos Estados-Membros manter a sua liquidez, conceder crédito a empresas e reduzir taxas de juro, entre outras.

Considero, no entanto, que as estratégias de saída deverão ter em conta uma real estabilidade dos mercados financeiros sob pena de os efeitos até agora sentidos, e por aquelas medidas atenuados, se tornarem ainda mais acentuados. Para mais, considero necessária alguma reflexão sobre a adaptação do Pacto de Estabilidade e Crescimento, tendo como objectivo a sua maior flexibilidade e adequação a situações excepcionais como a actualmente vivida.

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), por escrito. − Como sabemos, as decisões do BCE são também co-responsáveis pela crise que estamos a viver. É interessante verificar que o próprio relatório não deixa de fazer algumas críticas à actuação do BCE. Desde logo, quando constata que as projecções económicas do BCE, a exemplo das projecções do FMI e de outras instituições internacionais, não conseguiram prever a gravidade da recessão em 2008. De igual modo o faz quando "constata que as reduções das taxas de juro operadas pelo BCE foram menos radicais do que as operadas por outros bancos centrais, como sejam a Reserva Federal norte-americana e o Banco de Inglaterra no Reino Unido, e do que as esperadas por muitos observadores económicos na altura".

Mas o relatório continua a fazer a defesa do BCE e das suas orientações, entrando, inclusivamente, em grandes contradições, o que motivou o nosso voto contra. No entanto, há alguns outros aspectos que merecem reflexão, designadamente quando manifesta a "sua decepção pelo facto de a liquidez suplementar injectada pelo BCE não ter debelado de forma suficiente o colapso do crédito enfrentado pela indústria, nomeadamente pelas pequenas e médias empresas, e de alguns bancos terem aproveitado esta liquidez para melhorarem as suas margens e cobrirem as suas perdas".

  Bruno Gollnisch (NI), par écrit. – Accorder un satisfecit à la Banque centrale européenne pour son action en 2008 relève de l'exercice obligé, auquel je refuse de m'associer. La Banque n'a pas vu venir une crise majeure et n'a pas fait d'étincelles non plus dans son règlement, qui est loin d'être achevé. Et je ne crois pas que des enseignements ont été tirés de cette crise : on fait toujours confiance à la poignée d'agences de notation anglo-saxonnes qui ne sont pas plus aptes à noter les Etats aujourd'hui qu'elles ne l'étaient hier à noter les banques et les produits financiers toxiques. On continue à vouloir "rassurer" des marchés totalement irrationnels qui amplifient les spéculations malveillantes contre un Etat, quand on devrait casser la spéculation en renonçant à l’orthodoxie monétariste. On prépare un retour rapide aux mêmes politiques qui ont contribué à la crise, au nom de la "viabilité des finances publiques", mais au détriment d'une éventuelle reprise, et du pouvoir d'achat des ménages. Et surtout, on ne fait rien de concret pour changer le système ! Une législation que vous faite mine de juger urgente pour tromper l'opinion est repoussée après des échéances électorales délicates pour M. Brown et Mme Merkel. A tort : leurs remplaçants éventuels seraient tout aussi « mondialo-compatibles » qu'eux !

  Alan Kelly (S&D), in writing. − There is not much to say on this report that is not self explanatory. Clearly, more than any other time, there is a need for financial institutions to pause and reassess their approach. In the last two weeks, two former high ranking officials in Ireland's biggest bank have been arrested in dawn raids. This is a dramatic statement of the need for responsible and moral financial management. There is just one point I would like to make, and that is the greater need for transparency in our financial institutions be it at regional, national or EU level. This report calls for greater tranparency which im sure the majority of MEPs will support

  Arlene McCarthy (S&D), in writing. − I and my Labour colleagues strongly support the work of the rapporteur Edward Scicluna. I particularly draw attention to the emphasis his report places on the importance of economic growth as the best means to tackle excessive deficits. This is a clear response to those who argue for an undue focus on short-term cuts to expenditure, which could in fact jeopardise longer-term growth. Deficits must be steadily reduced over the coming years, as the economy recovers from the effects of the financial crisis, but growing our way out of the crisis is the only effective option to secure long-term fiscal sustainability and protect citizens.

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), par écrit. – Je vote contre ce rapport qui promeut aveuglément la logique néolibérale responsable de la crise économique, sociale et écologique dont nous subissons tous les conséquences. Le texte qui nous est proposé n'est pas seulement dogmatique à souhait, il porte aussi la marque du mépris des peuples et notamment du peuple grec. Comment le Parlement peut-il voter un texte si indigne qu'il remet en question l'entrée des Grecs dans la zone euro à l'aune du déficit budgétaire que les politiques qu'il avalise ont créé? Décidément, cette Europe est un adversaire de plus pour les peuples.

  Nuno Melo (PPE), por escrito. − A grave crise económica que atravessa transversalmente todo o mundo fez-se sentir de forma muito acentuada dentro da UE. A resposta do BCE à crise foi eficaz, embora por vezes tivesse pecado por ser tardia ou pouco assertiva, nomeadamente a política de redução de taxas de juro, que foi mais radical e eficaz no Reino Unido e na Reserva Federal Norte- Americana.

É necessário aprender com os erros para que, no futuro, os mesmos não voltem a acontecer. É de salientar que, com o Tratado de Lisboa, o BCE passa a ser uma instituição da UE, vindo assim aumentar a responsabilidade do Parlamento Europeu, pois este passa a ser a Instituição através da qual o BCE passa a ser responsável perante os cidadãos europeus.

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), por escrito. − He votado a favor de este informe, como la gran mayoría del Parlamento. No se trataba de un tema controvertido ni tampoco ha habido enmiendas en el Pleno que pudieran desviar lo esencial del acuerdo.

  Czesław Adam Siekierski (PPE), na piśmie. − Raport roczny EBC za rok 2008 dobrze odzwierciedla przyczyny i warunki kryzysu. Rok 2008, w którym rozpoczęła się ostra faza największego od kilkudziesięciu lat kryzysu gospodarczego, na długo zdeterminował kierunki rozwoju gospodarki światowej i europejskiej.

Bez wątpienie dwa ostatnie lata były dla Europejskiego Banku Centralnego najtrudniejszym okresem w jego historii. Bank musiał zmierzyć się z kryzysem, który dotkliwie uderzył w europejską gospodarkę. Rosnące deficyty budżetowe w państwach członkowskich w połączeniu z coraz większym zadłużeniem to podstawowe następstwa makroekonomiczne kryzysu. Zgodnie z Traktatem, EBC jest odpowiedzialny przede wszystkim za „stabilność cen”, czyli niską inflację. Czy Bank wywiązał się z tego zadania? Trudno jednoznacznie powiedzieć. Co prawda obecny poziom inflacji mieści się w ustalonym przez EBC pułapie, ale należy wskazać, że w pierwszych miesiącach kryzysu skoczyła ona do najwyższego w historii strefy euro poziomu, aby później gwałtownie spaść.

Myślę jednak, że tę niestabilność można wytłumaczyć zaskoczeniem, jakie wywołał kryzys. Od października 2008 politykę pieniężną EBC można już określić jako aktywną i elastyczną. EBC przyjął odmienną strategię na czas kryzysu niż inne wiodące banki centralne świata. Nadal oczekujemy rezultatów tych działań. Europa wychodzi z kryzysu, ale sytuacja wciąż jest niepewna. Czy EBC jest przygotowany na ewentualność kolejnego kryzysu, którą dostrzegają niektórzy ekonomiści?

  Peter Skinner (S&D), in writing. − I welcome this report by my colleague Edward Scicluna, who has presented a well-considered view and indeed worked hard to get the resolution down to just one vote. In this respect there has to be much in the way of compromise and this tends to disguise the differences which also exist. I am particularly concerned that, at a time when questions are being asked about the role of the Federal Reserve Bank of the USA, similar searching questions are missing from our debate concerning the ECB. Of particular concern is the relevance of micro-supervisory oversight and whether the ECB by dint of its role in the recent crisis is automatically qualified to be involved so directly in this endeavour or whether it will carry with it significant reputational risk.