De Voorzitter. − Vooraleer we met deze vergadering beginnen, zou ik willen zeggen dat onze gedachten en gebeden vandaag uitgaan naar de familieleden en vrienden van de slachtoffers en naar de gewonden van het treinongeval dat zich vorige week in het noorden van Italië heeft voorgedaan. Zoals we ons allemaal herinneren, ging het om een zeer ernstig treinongeluk.
Voorts zou ik u allen, zowel de Parlementsleden als het personeel van de instelling – een grote groep mensen van het Parlement – willen bedanken voor het bijwonen en organiseren van de plechtigheid die hier vorige week woensdag om 12.00 uur is gehouden naar aanleiding van de Poolse vliegramp. Gisteren vond de begrafenis van de Poolse president plaats en vandaag is de Poolse president in ballingschap begraven. Afgelopen woensdag hebben we een minuut stilte in acht genomen ter nagedachtenis van de slachtoffers van deze ramp.
Ik wil u nogmaals van harte bedanken voor deze blijk van solidariteit.
Herbert Dorfmann (PPE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik zou u van harte willen bedanken voor uw woorden van medeleven met de slachtoffers van het ongeluk dat mijn regio, mijn land, de autonome provincie Bozen in Zuid-Tirol, vorige week heeft getroffen. De burgers in mijn regio zijn inderdaad zeer geschokt door dit ongeluk, waarbij negen vooral jonge mensen om het leven zijn gekomen, en waarbij veel gewonden zijn gevallen. De schok komt bijzonder hard aan, omdat dit namelijk geen verouderde trein was, maar een pronkstuk van onze regio, op een traject dat pas een paar jaar geleden geopend was. Bovendien is dit ongeluk niet aan een technische fout te wijten, het is veroorzaakt door een aardverschuiving, en dat kan in een gebergte als de Alpen gebeuren.
Mijnheer de Voorzitter, ik dank u van harte. Ik zal uw woorden van medeleven doorgeven aan de slachtoffers en aan de bevolking van mijn land.
De Voorzitter. − Ik zou iedereen die hier vandaag aanwezig is van harte willen bedanken. We hebben immers grote vervoersproblemen moeten overwinnen om in Straatsburg aan te komen. Dat is niet iedereen gelukt. De buitengewone vergadering van de Conferentie van voorzitters is enkele minuten geleden afgelopen. De fractievoorzitters hebben voor u een aantal concrete voorstellen die door de voorzitters van alle fracties zijn goedgekeurd en worden gesteund. Deze voorstellen komen erop neer dat er op donderdag geen plenaire vergadering zal worden gehouden en dat er bijgevolg voor donderdag geen regeling van de werkzaamheden zal zijn. Op donderdag en vrijdag zullen de Parlementsleden wel de presentielijst kunnen ondertekenen en normaal kunnen werken. Er zal geen plenaire vergadering plaatsvinden en geen regeling van de werkzaamheden beschikbaar zijn, maar het is uiteraard onze plicht om te werken. De Parlementsleden die de presentielijst op donderdag en vrijdag ondertekenen, worden normaal behandeld, zoals op andere donderdagen en vrijdagen.
Ik zou voorts willen benadrukken dat er deze week niet zal worden gestemd tijdens de plenaire vergadering of tijdens commissievergaderingen, als die al zouden plaatsvinden. Er mogen wel commissievergaderingen gehouden worden, zelfs op donderdag, maar dan zonder stemming. Dat hebben we zo beslist. De reden hiervoor is dat het niet voor al onze collega's mogelijk was om hier in persoon aanwezig te zijn. We mogen hen niet het recht ontnemen om deel te nemen aan deze vergaderperiode. Dit besluit heeft dus niets te maken met een quorum, aangezien dat waarschijnlijk wel zal worden bereikt, maar met het feit dat niet iedereen in staat was om deze zitting bij te wonen. Vanuit het juridische oogpunt van onze verplichtingen tegenover de Raad is het niet ernstig om de stemming uit te stellen. Deze stemming is belangrijk. Daarom stellen we ze twee weken uit en zal er tijdens de meizitting in Brussel worden gestemd. Dit is geen probleem voor onze samenwerking met de Raad van ministers of voor de overeenkomsten en tweede lezingen.
Ik zou ook nog willen zeggen dat er voor degenen die hier aanwezig zijn een belangrijke reden is om samen te komen en van gedachten te wisselen, aangezien er morgen onverwachts een buitengewoon punt op de agenda staat. Dit thema dat we morgenochtend zullen bespreken, houdt verband met de huidige vervoerssituatie in Europa en met de gevolgen daarvan voor de Europese burgers. Morgen willen we tijdens een twee uur durend debat – dat overigens door de voorzitter van de Commissie, de heer Barroso, zal worden bijgewoond – nadenken over de situatie in Europa, aangezien de mobiliteit is verminderd, luchtvaartmaatschappijen in gevaar zijn en we geconfronteerd worden met werkloosheid op plaatsen waar zich grote luchthavens bevinden en waar Europese luchtvaartmaatschappijen failliet zouden kunnen gaan wanneer ze meerdere dagen geen reizigers kunnen vervoeren. Dit is bijgevolg een ernstige bedreiging voor alle Europese burgers. Het debat van morgenochtend is daarom van cruciaal belang. Dit agendapunt is nog niet goedgekeurd. Het is een volledig nieuw punt dat aan de agenda is toegevoegd als gevolg van de moeilijke situatie in de Europese Unie. Het is belangrijk dat we hier ernstig over nadenken. Alle overige punten zullen aan bod komen, met uitzondering van enkele punten die voor donderdag waren gepland.
Ik zou u ook nog willen meedelen dat ik op 7 april van dit jaar een brief heb ontvangen van de heer Farage. In dit schrijven verwijst de medevoorzitter van de Fractie Europa van vrijheid en democratie naar artikel 6, lid 3, van het Reglement en dient hij een formele klacht in over een inbreuk op het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie. Ik heb het in de brief van de heer Farage opgenomen verzoek ter beoordeling voorgelegd aan de bevoegde commissie.