Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2009/2157(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0060/2010

Ingediende teksten :

A7-0060/2010

Debatten :

PV 19/04/2010 - 23
CRE 19/04/2010 - 23

Stemmingen :

PV 05/05/2010 - 13.41
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0131

Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 19 april 2010 - Straatsburg Uitgave PB

23. De EU-landbouw en de klimaatverandering (korte presentatie)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A7-0060/2010) van Stéphane Le Foll, namens de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, over de EU-landbouw en klimaatverandering (SEC(2009)0417 – 2009/2157(INI)) .

 
  
MPphoto
 

  Stéphane Le Foll, rapporteur. (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, het verslag dat ik hier aan het Parlement voorleg, wil uitleggen dat landbouw een plaats heeft in en een rol speelt bij de bestrijding van de klimaatverandering.

De natuur laat ons deze week weer eens zien – in de vorm van vulkanen deze keer – welke enorme invloed zij kan hebben op de menselijke activiteiten en op het klimaat. Maar dat neemt niet weg dat de mens, en Europa in het bijzonder, zijn verantwoordelijkheid moet nemen bij de bestrijding van wat we de klimaatverandering noemen.

Mijn verslag wil laten zien dat de landbouw enerzijds zijn uitstoot van CO2 en zijn consumptie van fossiele brandstoffen nog verder kan terugdringen, en anderzijds een zeer actieve bijdrage kan leveren aan koolstoffixatie, zodat we wereldwijd gezien tot een vermindering van de uitstoot en een toename van de fixatie en opvang van koolstof kunnen komen.

Dit verslag wil laten zien dat we op het gebied van landbouw af moeten stappen van een versnipperde aanpak, waarbij we voor elk nieuw probleem een nieuwe richtlijn maken: inzake de bodem, water, pesticiden en wat dies meer zij; en dat we toe moeten werken naar een brede, systematische aanpak van landbouwvraagstukken.

Binnen een dergelijke aanpak moeten we benaderingen kunnen vinden die waarborgen, zoals ik al eerder zei, dat de landbouw niet alleen zijn energieverbruik terugdringt, maar ook een zeer actieve bijdrage levert aan koolstoffixatie. Daarbij gaat het vooral om de rol die fotosynthese en biomassa op dit gebied kunnen spelen, en in het bijzonder - iets waar ik groot belang aan hecht - ook de bodem, en de capaciteit die de Europese bodem heeft om organische koolstof op te slaan.

Ik ben van mening dat de Europese landbouw met een dergelijke aanpak, die ik in dit verslag bespreek, en die hopelijk steun zal krijgen bij de stemming tijdens de vergadering in Brussel, een nieuwe fase in kan gaan wat betreft duurzaamheid, en de transitie kan maken naar een meer milieubewuste vorm van landbouw. Dit zal de Europese landbouw een voorsprong geven ten opzichte van een aantal andere continenten en landbouwsystemen. Daardoor zal de Europese landbouw zowel economisch als op milieugebied, en daardoor op sociaal gebied, beter kunnen presteren.

Dit verslag gaat dus specifiek over landbouw en de strijd tegen de klimaatverandering, maar het verslag wil ook - dat hoop ik althans - andere perspectieven openen, om het debat te voeden dat zal gaan plaatsvinden over de toekomst van het landbouwbeleid na 2013.

Ik richt mij tot de Commissie, ik zal me tot de landbouwcommissies richten - zoals ik al zo vaak gedaan heb - en ik zal me ook tot de verschillende ministers richten als ik daartoe in de gelegenheid ben. Ik ben dus van mening dat we het roer moeten omgooien. Het GLB 2013 moet ambitieus zijn. Het moet gestoeld zijn op doelstellingen die het voor burgers begrijpelijk maken dat we een gemeenschappelijk landbouwbeleid nodig hebben.

We hebben een gemeenschappelijk landbouwbeleid nodig omdat het Europa van landbouw enerzijds de voedselveiligheid moet waarborgen, maar anderzijds ook moet kiezen voor duurzaamheid. Dat is in ieder geval wat ik in dit verslag voorstel, en ik hoop dat een grote meerderheid van dit Parlement me daarin zal volgen.

 
  
MPphoto
 

  Peter Jahr (PPE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zou de rapporteur willen bedanken voor zijn verslag. De landbouw is de sector die nu al het meeste doet voor de milieubescherming, en die nog meer kan doen. Het is bijvoorbeeld al gelukt om de emissie van broeikasgassen door de landbouw met 20 procent te verlagen. Bovendien onttrekken landbouwgrond en planten enorme hoeveelheden CO2 aan de lucht. De landbouw is dus een deel van de oplossing van het probleem van de klimaatverandering. Aan de andere kant heeft het produceren van levensmiddelen voor 500 miljoen burgers van de EU voorrang. Daarbij moeten we de middelen zo efficiënt mogelijk benutten, en het milieu en de biodiversiteit optimaal beschermen.

Dat kunnen de boeren niet alleen doen, daarvoor hebben ze de steun van een sterk Europees landbouwbeleid nodig. Dan is het mogelijk om voor een groeiende wereldbevolking voldoende levensmiddelen te produceren en tegelijkertijd het milieu te ontzien, om de klimaatverandering te bestrijden.

 
  
MPphoto
 

  Anneli Jäätteenmäki (ALDE). - (FI) Mijnheer de Voorzitter, het verslag van de heer Le Foll is uitermate belangrijk, omdat de Europese voedselproductie en landbouw belangrijke zaken zijn.

Europa moet zelfvoorzienend zijn. Dat is ook belangrijk ter voorkoming van klimaatverandering, omdat korte vervoersafstanden en plaatselijk voedsel het beste zijn om klimaatverandering tegen te gaan.

Landbouw moet duurzaam zijn en in dat opzicht moeten wij nog veel doen. De lidstaten van de Europese Unie kunnen hierbij een pioniersrol vervullen. Europa en de lidstaten bevinden zich wat dit betreft in een goede positie, omdat wij de mogelijkheid hebben in onderzoek te investeren.

 
  
MPphoto
 

  Martin Häusling (Verts/ALE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zou de heer Le Foll hartelijk willen bedanken voor zijn verslag. Het bevat een aantal heel belangrijke punten, waarmee we in de toekomst rekening moeten houden. De klimaatbescherming moet ook een onderdeel van de hervorming van het GLB zijn, en moet daarin aan bod komen. In de toekomst hebben we duurzame en ecologische procedés nodig om de klimaatbescherming mogelijk te maken. De landbouw is niet alleen een slachtoffer van de klimaatverandering, maar ook een aanzienlijk deel van de oorzaak ervan. Niet minder dan 10 procent van de broeikasgassen komen tenslotte uit de landbouw, en dat percentage moet omlaag.

We moeten ook nota nemen van iets anders in het verslag-Le Foll, namelijk dat we heel veel soja invoeren, bijvoorbeeld uit Brazilië. De Europese landbouw is er ook ten dele verantwoordelijk voor dat in andere landen grote arealen oerwoud worden gerooid om er bijzonder intensieve landbouw te bedrijven, en dat heeft uiteindelijk ook hier gevolgen. Dat moeten we onder ogen zien. We moeten ook proberen in Europa weer zelf proteïnen te produceren. Ook dat is een deel van de oplossing van de milieuproblemen, en van de klimaatbescherming.

 
  
MPphoto
 

  Csaba Sándor Tabajdi (S&D). (HU) Een uitermate belangrijk element uit het verslag-Le Foll is dat we zonder de landbouw geen enkele kans zouden hebben op te treden tegen wereldwijde klimaatverandering. Tegelijkertijd denk ik hier dan in het bijzonder aan de rol van de bosbouw die nu nog niet de nodige steun geniet. Ik ben het er volledig mee eens dat de landbouw in de toekomst groener en milieuvriendelijker moet zijn. Aan de ene kant is dat absoluut van belang, aan de andere kant produceert de landbouw vandaag de dag verscheidene collectieve milieugoederen – biodiversiteit, landschapsbescherming, schoon water en andere zaken – die niet adequaat worden beloond door de markt en het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Daarom moeten we in het gemeenschappelijk landbouwbeleid van na 2013 een markt creëren voor collectieve milieugoederen, zodat de boeren extra diensten krijgen en compensatie ontvangen voor de extra diensten die ze uitvoeren.

 
  
MPphoto
 

  Sari Essayah (PPE). - (FI) Mijnheer de Voorzitter, dit initiatiefverslag heeft betrekking op een uiterst belangrijke sector, want de rol van de landbouw zal in de toekomst alleen maar groter worden. De vraag naar voedsel neemt wereldwijd snel toe, terwijl de klimaatverandering de hoeveelheid landbouwgrond in de wereld verkleint. Bovendien worden de eisen van de consumenten met betrekking tot de kwaliteit van voedsel steeds hoger.

Naast het feit dat Europa op betrouwbare wijze moet zorgen voor zijn eigen voedselveiligheid, moet het ook een rol spelen in de voedselvoorziening in andere continenten.

Investeren in duurzame landbouw en een betere exploitatie van bossen moet ook als een belangrijk onderdeel van het communautaire landbouwbeleid worden gezien. Daarom was ik een beetje teleurgesteld dat er in de EU2020-strategie een te verwaarlozen bedrag in de land- en bosbouw werd geïnvesteerd. Land- en bosbouw spelen namelijk een cruciale rol in het waarborgen van de voedselveiligheid in Europa, effectievere productie van bio-energie en de levensvatbaarheid van plattelandsgebieden.

 
  
MPphoto
 

  Marit Paulsen (ALDE). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, ik zou, als ik mag, de rapporteur willen bedanken voor een zeer verfrissende nieuwe benadering. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat land- en bosbouw de veruit belangrijkste factoren zijn in onze inspanningen om koolstofdioxide-emissies te reduceren, met name als we koolstof in bomen, gewassen en wortels moeten opslaan en in de bodem fixeren. Daarbij gaat het niet om het onder de knie krijgen van een nieuwe technologie of om het uitvoeren van onderzoeksprojecten, omdat we al over de vereiste kennis en instrumenten beschikken.

Omdat ik het net had over de bescherming en het welzijn van dieren, zou ik een radicale vraag willen stellen: is het niet het landbouwbeleid zelf dat we moeten veranderen? Als we de landbouwers zouden betalen voor alle voordelen die ze produceren en die van levensbelang zijn – zoals in dit geval – voor onze hele samenleving, in plaats van te betalen voor wat ze bezitten, dan zouden we hun betalen voor wat ze doen.

 
  
MPphoto
 

  Vasilica Viorica Dăncilă (S&D).(RO) Allereerst wil ik de rapporteur feliciteren met de gekozen totaalbenadering van een van de meest urgente problemen van dit moment. Klimaatverandering vormt een van de ernstigste bedreigingen voor het milieu, maar ook op sociaal en economische gebied. De landbouwproductiviteit fluctueert van jaar tot jaar onder invloed van extreme schommelingen in de weersgesteldheid, waardoor alle economische sectoren indirect worden beïnvloed, zij het dat de landbouw het kwetsbaarst blijft.

Tegen deze achtergrond moet de strategie van de Europese Commissie aandacht geven aan zowel preventie als verzachting van de gevolgen voor de landbouw in de Europese Unie, door het uitvoeren van een actieplan in de meest getroffen gebieden. Ik doel hierbij op het aanpassen van landbouwactiviteiten aan de nieuwe omstandigheden: bebossing, het beheer van waterbronnen voor de landbouw en sanering van verontreinigde gronden.

De andere maatregel moet bestaan uit een plan voor de toekomst, gericht op het wegnemen van de oorzaken van klimaatverandering door het bevorderen van een koolstofarme wereldeconomie, in combinatie met het bevorderen van energiezekerheid. De Europese Unie moet haar leidende positie in de strijd tegen klimaatverandering behouden, en niet afglijden naar een tweede positie door de huidige economische moeilijkheden.

 
  
MPphoto
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik ben onder de indruk van de allesomvattende benadering van dit verslag. Ik heb echter een eenvoudige vraag: wat is de werkelijke verantwoordelijkheid, invloed en impact van de landbouw op de klimaatverandering? Ik doel in dit verband zowel op de positieve als op de negatieve gevolgen. Kunnen we zeggen dat de conclusies van wetenschappers en de resultaten van ons onderzoek voldoende overtuigende argumenten zijn om te verlangen dat er zoveel extra middelen worden vrijgemaakt voor het tegengaan van de klimaatverandering waarvoor niet eens een goede definitie bestaat? Er is immers dringend behoefte aan maatregelen om de gevolgen van de economische crisis en de werkloosheid te bestrijden. Dat geldt eveneens voor andere moeilijke problemen die het gevolg zijn van de sociaaleconomische situatie in de Unie.

In hoeverre worden de eisen inzake klimaatbescherming reeds in praktijk gebracht in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid? Welke instrumenten kunnen in de toekomst op dit gebied in de context van het gemeenschappelijk landbouwbeleid worden toegepast?

 
  
MPphoto
 

  Chris Davies (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag iets zeggen over waar ik vandaan kom. Ik heb het geluk om aan de rand van de Saddleworth Moorlands te wonen, tussen de steden Manchester en Leeds. Het is aan het zuidelijke uiteinde van een veengebied dat zich uitstrekt vanuit Engeland tot in Schotland.

Het is een bijzonder zeldzaam leefgebied in Europa, maar het is ook een leefgebied waar veel kaalslag heeft plaatsgevonden als gevolg van 250 jaar industriële vervuiling die geleid heeft tot de vernietiging van de diverse soorten die daar kunnen voorkomen. Overbegrazing, waarschijnlijk door schapen, en branden hebben hier ook aan bijgedragen. Natuurlijk komen er broeikasgassen vrij zodra het veen opdroogt. Er komt een enorme potentiële hoeveelheid broeikasgas vrij uit wat een schitterend gebied zou moeten zijn.

De Britse Koninklijke Vereniging voor de vogelbescherming probeert dit leefgebied momenteel in zijn oude staat terug te brengen en het sphagnum mos, waardoor het veengebied is ontstaan, weer aan het groeien te krijgen. De middelen die hiervoor nodig zijn, lopen niet in de miljoenen – het gaat eerder om tienduizenden of misschien honderdduizenden. Het vormt een klein element dat kan bijdragen aan het herstel en aan het stimuleren van biodiversiteit en tevens aan de bescherming van deze heidehabitat, wat ervoor zorgt dat deze broeikasgassen daar niet uit kunnen vrijkomen. Wanneer we naar de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid kijken, dan is dit iets wat we heel goed in de gaten moeten houden.

 
  
MPphoto
 

  Silvia-Adriana Ţicău (S&D).(RO) De landbouw is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de totale koolstofuitstoot. Daarom benadrukken wij de noodzaak om de energie-efficiëntie in deze sector te vergroten. Ik roep de Commissie op om het verband tussen hoge voedselprijzen en stijgende energieprijzen continu te bestuderen, en met name te kijken naar de gebruikte brandstoffen.

Ik wil u eraan herinneren dat de stimulering van duurzame energiegewassen de voedselproductie niet in gevaar moet brengen. Daarom roepen wij de Commissie op om de effecten van de toegenomen biobrandstofproductie in de Europese Unie en in derde landen in de gaten te houden wat betreft veranderingen in landgebruik, voedselprijzen en toegang tot voedsel.

Wij roepen de Commissie en de lidstaten op om onderzoek en ontwikkeling te stimuleren, ter aanpassing aan en voorkomen van klimaatverandering. Ik doel hier met name op onderzoek naar de volgende generatie biobrandstoffen.

 
  
MPphoto
 

  Andris Piebalgs, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag de rapporteur, de heer Le Foll, bedanken voor dit zeer belangrijke verslag over landbouw en klimaatverandering.

De strijd tegen klimaatverandering vormt wereldwijd een absolute prioriteit. De EU levert hieraan een enorme bijdrage en ook de landbouwsector draagt al bij aan de strijd tegen klimaatverandering. We voeren een beleid waarmee de uitstoot van broeikasgassen wordt beperkt. De landbouw levert ook hernieuwbare energiebronnen door beter gebruik te maken van de gehele cyclus en alle producten die door de landbouw worden voortgebracht. Bovendien werkt het EU-landbouwbeleid aan het optimaliseren van de koolstofputfunctie van landbouwgrond.

Sinds de hervorming van 1992 is er aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het integreren van alle milieuoverwegingen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De recente “gezondheidscheck”-hervorming betekende een volgende stap in deze richting met specifieke nadruk op mitigatie van en aanpassing aan de klimaatverandering

Het huidige kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid biedt een evenwichtige benadering tussen bindende vereisten in de vorm van randvoorwaarden die een rem zetten op enkele landbouwpraktijken, en positieve stimulansen voor klimaatvriendelijke landbouwpraktijken die voortvloeien uit de ontwikkeling van het platteland.

De Commissie is het volkomen eens met de opvatting dat de klimaatverandering nu wereldwijd moet worden aangepakt en het is belangrijk dat anderen ons voorbeeld volgen. We moeten enerzijds de EU-landbouw helpen om verder bij te dragen aan het verzachten van klimaatverandering door de broeikasgassen die deze zelf produceert, te reduceren, de opslag van CO2 in de bodem te bevorderen en gebruik te maken van andere hernieuwbare energiebronnen, en anderzijds om productiever te worden en efficiënter in het leveren van voedselvoorraden. Op deze wijze laten we zien dat we beide doelstellingen kunnen bereiken: voedselzekerheid enerzijds en ecologische duurzaamheid anderzijds.

Bij de huidige voorbereiding van het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor de periode na 2013, en in het licht van de resultaten van de lopende onderhandelingen over klimaatverandering, zal de Commissie onderzoeken op welke manieren de aanpassings- en mitigatiedoelstellingen verder en beter in de instrumenten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid kunnen worden geïntegreerd.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt over twee weken plaats tijdens de volgende vergaderperiode in Brussel.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Robert Dušek (S&D), schriftelijk. (CS) De landbouw wordt nu en in de toekomst rechtstreeks geraakt door de klimaatveranderingen. Dat heeft alles te maken met het feit dat het in de landbouw om levende organismen gaat en dat de opbrengsten ervan eerst en vooral afhankelijk zijn van de kwaliteit van grond, water en lucht. Ongelukkigerwijze produceert de landbouw eveneens broeikasgassen (ongeveer 10 procent van het totaal). Zo komt er uit stikstofhoudende meststoffen distikstofoxide vrij en ontstaat er methaan bij de spijsvertering van het vee. Daar staat echter tegenover dat juist de landbouw kan bijdragen aan de strijd tegen de wereldwijde opwarming, met name middels nieuwe, op het behoud van de bodem gerichte ploegmethodes, middels vermindering van de uitstoot van CO2 of zelfs CO2-opslag, alsook middels ondersteuning van de bosbouw, combinaties van land- en bosbouw en middels de ecologische landbouw. Ik schaar mij met groot genoegen achter het standpunt van de rapporteur inzake de invoering van een volwaardig Europees bosbouwbeleid in het kader waarvan het beheer en de verdere aanleg van bossen ondersteund kunnen worden zonder dat die bossen overwegend een winstoogmerk dienen, of dit nu ten gunste is van semioverheden of van personen en ondernemingen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat juist de landbouwsector als enige in staat is om op een natuurlijke, niet-vervuilende manier CO2 op te slaan. Bovendien zijn bossen een middel tegen bodemverslechtering en -erosie, tegen watertekorten en tegen vervuiling. Ook helpen ze de biologische diversiteit van plant en dier te beschermen. Gezien alle hierboven genoemde redenen heeft het verslag mijn volle steun.

 
  
MPphoto
 
 

  Mairead McGuinness (PPE), schriftelijk. (EN) Ik verwelkom dit verslag dat precies op het goede moment komt en ingaat op de rol die de landbouw kan spelen bij het verzachten van de gevolgen van klimaatverandering. Het verslag van de FAO getiteld The State of Food and Agriculture 2009 benadrukt dat vee onontbeerlijk is voor de wereldwijde voedselproductie. Om aan de wereldwijde vraag naar voedsel tegemoet te komen is het van wezenlijk belang om onze huidige productieniveaus te handhaven. We zullen echter een balans moeten vinden tussen het leveren van voldoende voedsel voor de wereldbevolking en tegelijkertijd het produceren van dit voedsel op een wijze die niet tot nadeligere gevolgen leidt voor het klimaat op aarde. De rol die Europese boeren hierbij kunnen spelen zal duidelijker onder de aandacht komen in het lopende debat over de toekomstige vorm van het GLB na 2013 en het is essentieel dat de EU onze boeren helpt om deze balans te vinden.

Ik sta volledig achter de oproep in dit EP-verslag om boeren te compenseren voor hun inspanningen om hun emissies te verminderen en om steun te bieden bij de aanpassing aan maatregelen om de effecten van klimaatverandering te verzachten. Het in het verslag genoemde voorstel voor de ontwikkeling van een strategie op EU-niveau om de gevolgen van slechte weersomstandigheden voor de landbouw in de EU aan te pakken, is bijzonder welkom en ook bijzonder relevant, gezien de buitengewoon barre weersomstandigheden waar boeren de afgelopen maanden mee te maken hebben gehad.

 
  
MPphoto
 
 

  Rovana Plumb (S&D), schriftelijk.(RO) Klimaatverandering heeft een directe invloed op de landbouw. De meest ernstige effecten worden bij uitstek duidelijk op het platteland, waar mensen afhankelijk zijn van de landbouw om in hun levensonderhoud te voorzien. Vrouwen worden relatief zwaar getroffen door klimaatverandering. De reden hiervoor is dat ze de meerderheid van de werkenden in de landbouw uitmaken in vele landen. Bovendien blijven ze qua inkomen achter bij mannen.

De landbouwmethoden in dit nieuwe millennium vereisen menselijke inspanningen om te voldoen aan grote behoeften: voedselveiligheid en –zekerheid voor de wereldbevolking (verwachte groei tot negen miljard in 2050), het harmoniseren van maatregelen ter ondersteuning van een kwantitatieve en kwalitatieve toename van de voedselproductie enerzijds, en de ontwikkelingseisen vanuit de productie van biobrandstoffen anderzijds, het beschermen van ecosystemen en het verbreken van de band tussen economische groei en ecologische achteruitgang.

Ik ben van mening dat er een nieuwe strategie moet worden aangenomen, gebaseerd op een nieuwe benadering die zich richt op duurzame productiemodellen voor de landbouw. Er is compensatiesteun nodig om de extra kosten te dekken die met deze doelstellingen gepaard gaan (bijvoorbeeld lokale contracten voor milieucertificering), het creëren van “groene banen” en de integratie van vrouwen op de arbeidsmarkt (onderhoud van het platteland, behoud van biodiversiteit, broeikassen voor groenten en bloemen).

 
Juridische mededeling - Privacybeleid