De Voorzitter. − Mijnheer de vicepresident, dames en heren, beste vrienden, het is voor mij een enorm voorrecht de heer Joseph Biden, de 47ste vicepresident van de Verenigde Staten, hier in het Europees Parlement te mogen verwelkomen.
(Applaus)
Vicepresident Biden is al jarenlang een belangrijke persoonlijkheid in de Amerikaanse politiek en een vriend voor de leden van dit Parlement. Hij werd voor het eerst verkozen in de Amerikaanse Senaat in 1972 als een van de jongste senatoren in de geschiedenis van zijn land. Hij werd zes keer gekozen, voordat hij in november 2008 vicepresident van de Verenigde Staten werd.
Als voormalig voorzitter van de Senaatscommissie voor buitenlandse zaken en de Senaatscommissie voor justitie staat hij erom bekend dat hij een uitgesproken mening heeft en soms kwesties verdedigt die zeer impopulair zijn. Hij is een opinieleider, geen opinievolger. Dat is een van de redenen, mijnheer de vicepresident, dat uw toespraak vandaag in het Europees Parlement zo belangrijk en zo cruciaal is voor ons allemaal. Ik wil u nogmaals bedanken voor de hartelijke uitnodiging en de zeer constructieve en vruchtbare gesprekken van afgelopen woensdag in Washington.
Dames en heren, in de veelzijdige en multipolaire wereld van vandaag kunnen en moeten Europa en Amerika met elkaar samenwerken voor stabiliteit in de wereld en voor de verheven waarden waarin wij geloven. Het bezoek van vicepresident Biden aan de Europese Unie vandaag is een duidelijk teken van dit streven.
Zonder een sterke en efficiënte samenwerking tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie als gelijkwaardige partners kunnen we geen duurzame oplossingen vinden voor de vele uitdagingen waar we mee te maken hebben: klimaatverandering, energiezekerheid, de economische crisis die ons allen nog steeds treft, terrorisme of de bevordering van de mensenrechten, het bevorderen van de vrije handel en het verbeteren van het wereldbestuur.
Dames en heren, 25 jaar geleden, bijna tot op de dag precies, op 8 mei 1985, richtte president Ronald Reagan zich tot dit Parlement. Dat was de laatste en tot dusver de enige keer dat een Amerikaanse president het woord richtte tot de democratisch gekozen vertegenwoordigers van het volk van Europa. Uw aanwezigheid vandaag in dit Parlement, mijnheer de vicepresident, is een teken van de vernieuwing van die dialoog op het hoogste niveau tussen onze continenten.
Hier in Europa hebben we een nieuw Verdrag, dat ons in het Europees Parlement nieuwe macht en nieuwe handelsmogelijkheden geeft en dat van zeer groot belang is voor de hele Europese Unie. In Amerika is er na een jaar leiderschap van president Obama nieuwe hoop voor de wereld. Mijnheer de vicepresident, u had geen beter moment kunnen kiezen voor uw toespraak.
Mijnheer Biden, het is een groot genoegen u hier deze middag in het Parlement van Europa te mogen verwelkomen. Het woord is aan u.
(Applaus)
Joe Biden, vicepresident van de Verenigde Staten van Amerika. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, bedankt voor uw woorden van welkom. Het was een waar genoegen u te mogen ontvangen in Washington en in het Witte Huis, en het is een grote eer – en ook een voorrecht – dat ik een zo gerespecteerde instelling mag toespreken.
Het parlement waarin ikzelf zitting had telde in totaal slechts 435 leden; des te groter is de eer die mij nu te beurt valt. Ik herinner me de toespraak van president Reagan hier in 1985. Hij citeerde toen een Ierse dichter, William Butler Yeats, die in zijn gedicht Easter Sunday 1916 het volgende schreef over zijn Ierland: “Alles is veranderd, totaal veranderd; een verschrikkelijke schoonheid is geboren”. Er is sinds 1985 veel veranderd. Er is veel veranderd en een verschrikkelijke schoonheid is geboren.
Dames en heren, u weet al dat ik blij ben om voor de tweede maal hier in Brussel te zijn in mijn hoedanigheid van vicepresident, maar u weet waarschijnlijk ook dat sommige Amerikaanse politici en journalisten aan Washington D.C. refereren als de hoofdstad van de vrije wereld. Me dunkt echter dat deze prachtige stad, die kan bogen op een geschiedenis van 1000 jaar en die fungeert als hoofdstad van België, als thuisbasis van de Europese Unie en als hoofdkwartier van de NAVO, met recht aanspraak kan maken op die titel. Ik heb mij in ons parlement meer dan 36 jaar beziggehouden met wetgeving en voel mij dan ook bijzonder vereerd om het Europees Parlement toe te mogen spreken.
President Obama en ik zijn de eerste kandidaten voor het presidents- en vicepresidentschap in vijftig jaar tijd die er in Amerika in zijn geslaagd vanuit onze wetgevende instellingen door te stoten naar het Witte Huis; beiden hebben we dus een diep respect voor het werk dat u hier, in het bastion van de Europese democratie, verzet. Samen met mijn voormalige collega's in het Amerikaanse Congres vertegenwoordigen u en ik meer dan 800 miljoen mensen. Staat u daar eens even bij stil.
Twee democratisch gekozen instellingen die de wetten vormgeven voor bijna een achtste van de wereldbevolking: dat is echt bijzonder te noemen. Nu, met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, hebt u meer bevoegdheden gekregen en, als gevolg van die grotere invloed, ook een bredere verantwoordelijkheid, en dat is een welkome ontwikkeling. Het is een welkome ontwikkeling omdat wij, de Verenigde Staten, nood hebben aan sterke bondgenoten en bondgenootschappen om samen de problemen van de 21e eeuw aan te pakken, waarvan er vele hetzelfde zijn als die van de vorige eeuw, maar ook vele anders.
Laat ik dit in niet mis te verstane bewoordingen zeggen. De regering-Obama/Biden is overtuigd van de noodzaak van een dynamische Europese Unie en steunt deze dan ook volledig. Wat ons betreft is de Europese Unie zonder meer essentieel voor de Amerikaanse welvaart en veiligheid op de lange termijn. Twijfelt u daar dus niet aan.
In mijn vele jaren als voorzitter van de Commissie voor buitenlandse zaken van de Senaat van de Verenigde Staten heb ik talrijke Europese wetgevers van de nationale wetgevende organen ontmoet, waaronder enkelen van u die hier vandaag aanwezig zijn. Na al die jaren besef ik dus terdege wat een enorme stap het is geweest om het enige multinationale parlement ter wereld in het leven te roepen dat is gekozen op basis van algemeen kiesrecht. Er is zo veel veranderd.
Ik ben blij dat u, via de transatlantische wetgevende dialoog, een sterke band aan het smeden bent met het Congres van de Verenigde Staten, en ik hoop dat het bureau dat u vorige maand in Washington hebt geopend, de banden nog verder zal aanhalen.
Beste mensen, het is deze week 65 jaar geleden dat de leiders van het nazibewind, minder dan tweehonderd kilometer ten zuiden van hier, een onvoorwaardelijke overgave ondertekenden, waarmee er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog in Europa. De volgende dag werd er feest gevierd op Times Square en Piccadilly Circus; juichende mensenmassa's dansten op de Champs-Elysées en op alle dorpspleinen in de geallieerde wereld. Hier in Brussel zongen kerkgangers tijdens een dankdienst de nationale volksliederen van Groot-Brittannië, België en de Verenigde Staten. Op die vreugdevolle dag, 8 mei 1945, lag dit continent in puin, volledig verwoest door twee totale oorlogen in minder dan dertig jaar tijd. Op dat moment moet een vreedzaam, verenigd Europa, een Europees Parlement, in de ogen van elke levende ziel een pure fantasie hebben geleken. Toch, dankzij de wilskracht van uw medeburgers en staatslieden als Paul-Henri Spaak, naar wie dit prachtige gebouw is genoemd, en Robert Schuman en Jean Monnet, en de visies waaruit een parlement is geboren en waarvoor hij uit handen van president Lyndon Johnson de Medal of Freedom heeft ontvangen, zijn we nu bijeen in dit gebouw. Hier bent u.
Wat begon als een eenvoudig verbond tussen een handvol landen om een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal te creëren, is uitgegroeid tot een economische en politieke grootmacht. Een gemeenschap die staat voor vrijheid van gedachte, vrijheid van beweging en vrijheid van onderneming. Een Europa dat een historicus ooit omschreef als “niet zozeer een plaats, maar een idee”. Ik ben hier om nogmaals te bevestigen dat president Obama en ik geloven in dat idee, en in een betere wereld en een beter Europa, waaraan dit idee reeds heeft bijgedragen. Een Europa waarin alle lidstaten profiteren door als eenheid te onderhandelen over handelsovereenkomsten en te strijden tegen de neergang van het milieu; een Europa dat de culturele en politieke waarden die mijn land met u allen deelt, hooghoudt. Een verenigd Europa, een vrij Europa en een vreedzaam Europa.
(Applaus)
Zoals president Obama iets meer dan een jaar geleden in Praag al zei, betekent een sterk Europa een sterkere partner voor de Verenigde Staten; en wij hebben sterke partners nodig. Daarom zullen we al het mogelijke doen om deze geweldige onderneming van u te ondersteunen; omdat wij in de afgelopen 65 jaar hebben ondervonden dat, wanneer wij Amerikanen en Europeanen onze energie steken in een gemeenschappelijk doel, er bijna niets is dat wij niet kunnen bereiken. Samen, via het Marshallplan, hebben we Europa weer opgebouwd en misschien wel de grootste investering gedaan die de mensheid ooit heeft gekend. Samen hebben we de meest duurzame veiligheidsalliantie ter wereld, de NAVO, opgezet, een militaire en politieke macht die Amerika en Europa heeft verbonden en die ons in de navolgende decennia nog dichter bij elkaar heeft gebracht. Samen hebben we het machtigste handelsverbond ooit tot stand gebracht, dat ongeveer veertig procent van de wereldhandel omvat en dat mede heeft geleid tot het aanbreken van een tijdperk van ongekende welvaart en technologische innovatie. Samen hebben we hulp en hoop geboden aan de slachtoffers van humanitaire rampen op meer plekken dan ik hier kan noemen, van de Westelijke Balkan tot de Congo en tot onze huidige werkzaamheden in Haïti.
Tegen de sceptici die, ondanks al deze wapenfeiten, nog steeds vraagtekens plaatsen bij de gesteldheid van de transatlantische betrekkingen of bij de houding van mijn land ten opzichte van een verenigd Europa, zou ik dit willen zeggen: zelfs als de Verenigde Staten en de landen die u vertegenwoordigt, niet verbonden waren door de gedeelde normen en waarden en het gemeenschappelijke erfgoed van vele miljoenen van onze burgers, mijzelf incluis, dan nog zouden onze mondiale belangen alleen al ons onvermijdelijk samenbinden.
De relatie tussen mijn land en Europa is vandaag de dag nog even sterk en belangrijk als altijd. Deze eeuw brengt ons nieuwe uitdagingen die zeker niet onderdoen voor de uitdagingen van de twintigste eeuw. Samen – sámen – gaan we de strijd met deze uitdagingen aan, een voor een. Het zijn netelige kwesties; er zullen meningsverschillen zijn, maar we gaan de strijd samen aan. Klimaatverandering is een van de grootste gevaren voor onze planeet. De Verenigde Staten en Europa zetten zich in om ervoor te zorgen dat alle landen, en met name de grote economieën, bijdragen aan een mondiale oplossing. De afgelopen tijd waren alle ogen gericht op Kopenhagen en we hebben daar inderdaad een belangrijke stap in de goede richting gezet. Nu staan we voor de opgave uitvoering te geven aan die uitstootbeperkingen, de financiering en de transparantie waarom in die overeenkomst wordt gevraagd, en we moeten de meest kwetsbare landen, van het Noordpoolgebied tot de eilanden in de Stille Oceaan, die als eerste zullen worden getroffen door deze dreigende crisis, bijstaan.
In het geteisterde landschap van Afghanistan en Pakistan werken we samen om Al-Qaida en de strijdmacht van de Taliban te ontwrichten, te ontmantelen en te verslaan en om een Afghaanse leger- en politiemacht op te leiden, zodat de regering uiteindelijk haar eigen mensen kan beschermen en zodat het land geen bedreiging meer vormt voor zijn buurlanden. Om Afghanistan beter in staat te stellen zichzelf te regeren zetten de Verenigde Staten, de Europese Unie en haar lidstaten ook aanzienlijke financiële en particuliere middelen in. Hoewel er regelmatig stemmen opgaan dat deze belangrijke missies moeten worden afgebroken, weet u net zo goed als ik dat we moeten doorzetten. Als leiders hebben we de plicht om onze burgers ervan te overtuigen dat het noodzakelijk is voor onze collectieve veiligheid. Maar gelooft u mij als ik, als politicus die de afgelopen 38 jaar heeft deelgenomen aan de verkiezingen, zeg dat ik begrijp dat het niet eenvoudig is. Ik kan u verzekeren dat deze missies in mijn land niet populairder zijn dan in de uwe.
Dat is ook de reden waarom de Verenigde Staten en Europa samenwerken om te voorkomen dat Iran in het bezit komt van kernwapens: een ontwikkeling die de burgers in gevaar zou brengen en een bedreiging zou inhouden voor Irans buurlanden, waaronder enkele van onze trouwste bondgenoten. Samen hebben we ons begeven op nog onontgonnen terrein door de dialoog aan te gaan met de Iraanse leiders en, dames en heren,
(Applaus)
wat sommige sceptici er ook van dachten, de president meende wat hij zei: dat we onze hand zullen uitsteken naar elke partij die bereid is zijn vuist te openen. Aan het begin van onze termijn heeft president Obama gezegd dat we bereid zijn om met Iran om te gaan op basis van wederzijdse belangen en wederzijds respect. Samen met onze bondgenoten hebben we de Iraanse leiders duidelijk gemaakt wat ze moeten doen om het vertrouwen van de internationale gemeenschap stukje bij beetje te herstellen, onder andere door toegang te verschaffen tot de eerder verzwegen verrijkingsinstallaties en door het inwisselen van laagverrijkt uranium voor brandstof voor een reactor voor wetenschappelijk onderzoek. Maar zoals de wereld nu heeft kunnen zien, hebben de Iraanse leiders onze gezamenlijke, welgemeende handreikingen afgewezen en blijven zij met hun handelen de regionale stabiliteit bedreigen. Kort en bondig: met zijn kernprogramma verzaakt Iran zijn verplichtingen uit hoofde van het Non-proliferatieverdrag en kan het land een nucleaire wapenwedloop ontketenen in het Midden-Oosten. Zou het niet ironisch zijn – zou het niet ironisch zijn – als, nu het IJzeren Gordijn is gevallen en de dreigementen met gegarandeerde vernietiging tussen de grootmachten onderling zijn weggestorven, er een nieuwe wapenwedloop zou beginnen in een van de meest onstabiele regio´s ter wereld? Als we dat laten gebeuren zou dat een ironie zijn die onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen ons niet zullen vergeven.
Daar komt bij dat het Iraanse bewind terroristische organisaties steunt, steun die tot op heden onverminderd wordt voortgezet. Ook gaat Iran nog steeds gewetenloos door met het vervolgen van burgers die vreedzaam de straat op gaan in een zoektocht naar gerechtigheid: daarmee verzaakt het Iraanse bewind de plicht van alle regeringen in termen van wat zij hun burgers verschuldigd zijn. Teheran staat voor een grimmige keuze: of het land houdt zich aan de internationale regels en sluit zich weer aan bij de gemeenschap van verantwoordelijke landen, en dat is natuurlijk waar we op hopen, of het land zal verdere consequenties en een groeiend isolement onder ogen moeten zien.
Nu wij worden geconfronteerd met deze dreiging vanuit Iran zijn wij vastbesloten zorg te dragen voor de veiligheid van onze bondgenoten. Daarom hebben wij het gefaseerde, adaptieve raketverdedigingsprogramma ten uitvoer gelegd: om raketaanvallen op dit continent te ontmoedigen en waar nodig af te wenden.
(Applaus)
Dames en heren, we werken ook samen binnen de NAVO om ons voor te bereiden op een verscheidenheid aan toekomstige veiligheidsrisico's, waaronder energiezekerheid en cyberveiligheid. Ook blijven we de nauwe samenwerking tussen de NAVO en de EU op het gebied van veiligheid ondersteunen.
Vorig jaar hebben de Verenigde Staten en Europa snel en resoluut gehandeld toen de wereld wankelde onder een financiële crisis die rampzaliger was dan enige andere sinds de Grote Depressie. Daarmee hebben we gezamenlijk helpen voorkomen waar sommigen voor vreesden: de totale ineenstorting van de wereldeconomie. Op dit moment volgen president Obama en ik nauwlettend de economische en financiële crisis in Griekenland en de inspanningen van de Europese Unie om deze het hoofd te bieden. We zijn ingenomen met het pakket steunmaatregelen dat Europa overweegt in samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds, en we zullen – zowel direct als via het IMF – steun verlenen aan uw inspanningen om Griekenland te redden.
Deze voorbeelden, en vele andere die ik had kunnen noemen, illustreren waarom Europa nog altijd niet alleen onze voornaamste handelspartner is, maar ook onze belangrijkste bondgenoot.
Dames en heren, deze week is het meer dan zes decennia geleden dat onze voorgangers samenkwamen om een start te maken met het opzetten van instellingen die ervoor moesten zorgen dat de zwartste episodes van de twintigste eeuw zich niet zouden herhalen in de rest van die eeuw of in de 21e eeuw. Die instellingen – deze instelling – zijn een groot succes geworden, maar nu moeten we ons gaan richten op de uitdagingen van deze nieuwe eeuw waaraan ik aan het begin van mijn betoog al refereerde
De wereld is veranderd, totaal veranderd; een verschrikkelijke schoonheid is geboren. Het meest complexe gevaar waarmee we vandaag de dag te maken hebben is wellicht de bedreiging van onze eigen burgers door niet-overheidsactoren en gewelddadige extremisten, met name als – God verhoede – die gewelddadige extremisten massavernietigingswapens in handen zouden krijgen. Deze plaag heeft geen enkel, maar dan ook geen enkel respect voor grenzen. Geen land, hoe sterk of welvarend, hoe georganiseerd of capabel ook, kan deze dreiging alleen de baas. Deze kan alleen met succes worden bestreden als we de handen ineenslaan, en dat is dus precies wat ons te doen staat.
De nieuwe bevoegdheden die onder het Verdrag van Lissabon aan dit Parlement zijn toegekend, bedelen u een grotere rol toe in die strijd en maken het des te belangrijker dat u verantwoordt bestuurt. De Amerikaanse regering en dit Parlement hebben geworsteld met de vraag hoe de burgers het beste kunnen worden beschermd zonder de fundamentele rechten prijs te geven die ten grondslag liggen aan al onze samenlevingen. Ik ben er absoluut van overtuigd dat we zowel onze burgers als onze vrijheden moeten, en kunnen, beschermen.
Sinds ons aantreden vorig jaar hebben president Obama en ik ons laten leiden door de opdracht in onze grondwet, te streven naar een perfectere unie. Met het oog daarop hebben wij, als een van onze eerste officiële maatregelen, een eind gemaakt aan de ondervragingsmethoden die weinig resultaat opleverden en die we niet met een rein geweten konden voortzetten.
(Applaus)
We gaven opdracht tot sluiting van het detentiecentrum in Guantánamo Bay, dat een symbool van onrechtvaardigheid was geworden en een strijdkreet voor terroristen.
(Applaus)
En we waarderen de steun – wij beseffen hoe moeilijk het voor u is geweest – die zo velen van u ons hebben verleend bij dit streven.
We hebben deze maatregelen genomen omdat president Obama en ik, net als u, de valse keuze tussen veiligheid en onze idealen verwerpen. Wij geloven dat vasthouden aan onze principes ons alleen maar sterker maakt en dat onze inspanningen in de bredere strijd tegen gewelddadig extremisme worden ondermijnd wanneer wij van onze principes afwijken. Want wat is het doel van deze extremisten? Ze willen veranderen wat wij belangrijk vinden – veranderen hoe we ons gedragen. Acht dagen na de aanslag op 11 september heb ik een groep van duizenden universiteitsstudenten in mijn land gezegd dat ze niet mogen toestaan dat de tragedie van 11 september het einde wordt van onze manier van leven, want dat is precies wat de terroristen wilden bereiken. Ik heb hun ook verteld dat Amerika niet kan zegevieren in deze nieuwe strijd door alleen in actie te komen.
Deze woorden sluiten niet alleen aan bij de teneur van die tijd, maar mijns inziens zijn ze ook waar gebleken – en ook vandaag hebben ze nog niet aan waarheid ingeboet. Ik hoef dit gehoor niet te vertellen over Europa's trotse traditie, burgers te beschermen tegen schending van hun privacy door de overheid – een overtuiging die wortelt in het respect voor de intrinsieke waardigheid van alle mensen. We noemen dit onvervreemdbare rechten. We hebben ze in onze grondwet gezet. Ook de toewijding van de Verenigde Staten aan de privacy is oprecht – net zo oprecht als die van u. Het vierde amendement van onze grondwet beschermt individuele personen tegen onredelijke huiszoeking en inbeslagneming door de staat, wat een van onze beroemdste juristen ooit heeft omschreven als 'het recht om met rust te worden gelaten'. Het Amerikaanse hooggerechtshof heeft duidelijk gemaakt dat privacy een door de grondwet beschermd en fundamenteel recht is. Net als de EU heeft het hooggerechtshof dit recht getypeerd als een kwestie van persoonlijke waardigheid.
Persoonlijk heb ik mij 36 jaar lang sterk gemaakt voor het recht op privacy. In onze Senaat beoordelen organisaties jaarlijks welke mensen zich het meest hebben ingezet voor de burgerlijke vrijheden, en elk jaar was ik, en later ook president Obama, onder de vier geselecteerden. Ik vertel u dit niet om het over mijzelf te hebben, maar om te laten zien dat onze regering veel waarde hecht aan de rechten van het individu. Als we dit nu veranderen zouden we alles verloochenen waarvoor ik mij gedurende de afgelopen 37 jaar in mijn land heb ingezet. Toen ik aan het hoofd stond van de Senaatscommissie voor justitie, die verantwoordelijk is voor de beoordeling van de kandidaten die de president voordraagt voor rechterlijke ambten, eindigde ik, zoals ik al zei, telkens weer in de bovenste regionen van de lijst van meest onwankelbare voorvechters van de burgerlijke vrijheden, en ik heb er een prioriteit van gemaakt uit te zoeken hoe kandidaat-rechters denken over privacy voor ik een besluit nam over hun eventuele aanstelling.
President Obama en ik geloven ook dat de belangrijkste, meest fundamentele en meest heilige plicht van een regering erin bestaat haar burgers – de burgers die zij dient – en de rechten die zij genieten, te beschermen. President Obama heeft ooit gezegd dat de veiligheid van ons land het eerste is waaraan hij denkt als hij 's morgens ontwaakt en het laatste waaraan hij denkt voordat hij 's avonds gaat slapen. Ik vermoed dat dat geldt voor elke wereldleider. Net zozeer als privacy is fysieke veiligheid immers een onvervreemdbaar recht. Een regering die haar plicht, de veiligheid van haar burgers te waarborgen verloochent, maakt zich net zozeer schuldig aan schending van hun rechten als een regering die dissidenten het zwijgen oplegt of vermeende criminelen zonder proces gevangen zet.
Beste mensen, ook op dit moment, terwijl wij hier samen zijn, zetten onze vijanden alle mogelijke middelen in om nieuwe, verwoestende aanslagen te plegen zoals die in New York, Londen, Madrid en vele andere plaatsen op de wereld. Om hun een halt toe te roepen moeten we alle beschikbare wettige middelen gebruiken – rechtshandhaving, militaire informatietechnologie – die stroken met onze wetten en onze normen en waarden. We leveren strijd op vele fronten, van de dappere mannen en vrouwen die dienen in onze strijdkrachten, tot de geduldige en volhardende wetshandhavers die onderzoek doen naar complexe en verdachte financiële netwerken.
Toevallig heeft ons Bureau douane en grensbescherming net deze week, met gebruikmaking van passagiersgegevens, een verdachte van de mislukte aanslag op Times Square in New York aangehouden, toen hij het land probeerde te ontvluchten. Het is cruciaal dat we alle mogelijkheden die de wet ons biedt om dergelijke aanvallen te stoppen, behouden. Daarom vinden wij het Programma voor het traceren van terrorismefinanciering essentieel voor zowel onze veiligheid als die van Europa – en dat bedoel ik niet aanmatigend. Het programma heeft essentiële aanwijzingen opgeleverd voor contraterrorismeonderzoeken aan beide zijden van de Atlantische Oceaan, waardoor complotten konden worden verijdeld en levens konden worden gered. Het heeft ingebouwde redundanties die ervoor zorgen dat er respectvol wordt omgegaan met persoonsgegevens en dat zij alleen worden gebruikt om terrorisme te bestrijden. Ik neem het u niet kwalijk dat u er vraagtekens bij plaatst. We begrijpen uw zorgen. Daarom werken we samen om deze weg te nemen, en ik ben er ten volle van overtuigd dat we erin kunnen slagen het instrument te gebruiken zonder inbreuk te maken op de privacy. Het is belangrijk dat we hier zorg voor dragen, en wel zo snel mogelijk.
Als voormalig senator van de Verenigde Staten weet ik ook hoe moeilijk het kan zijn om de harde keuzes te maken waartoe de mondiale uitdagingen ons nopen, en toch trouw te blijven aan de eigen normen en waarden. U maakt dat allemaal door telkens wanneer u uw stem uitbrengt in dit Parlement, neem ik aan. Hoe langer het duurt voor we overeenstemming bereiken over het Programma voor het traceren van terrorismefinanciering, hoe groter het risico op een terroristische aanslag die voorkomen had kunnen worden. Als leiders delen we de verantwoordelijkheid alles te doen wat wettelijk gezien mogelijk is om de 800 miljoen mensen die wij gezamenlijk dienen, te beschermen. We zijn het in het verleden oneens geweest en we zullen het vast nog wel vaker oneens zijn, maar het is net zo zeker dat de Verenigde Staten en Europa de uitdagingen van de 21e eeuw het hoofd kunnen bieden – zoals we dat in de 20e eeuw hebben gedaan – als we met elkaar praten en naar elkaar luisteren; als we eerlijk zijn tegen elkaar.
(Applaus)
Dames en heren, zoals Winston Churchill ons heeft geleerd, vergt het moed om te gaan staan en het woord te nemen. Maar er is evengoed moed voor nodig om te gaan zitten en te luisteren. Deze middag heb ik het woord gevoerd. U kunt erop vertrouwen dat ik, mijn regering en mijn president weer zullen luisteren naar onze bondgenoten. Dames en heren, het is geen toeval dat Europa de eerste buitenlandse bestemming was die ik als vicepresident heb bezocht, en hetzelfde geldt voor de president. Het is geen toeval dat we hier sindsdien meerdere malen zijn teruggekeerd. De Verenigde Staten hebben Europa nodig, en als u het mij toestaat zou ik willen vaststellen dat Europa de Verenigde Staten nodig heeft. Meer dan ooit hebben we elkaar nodig.
(Applaus)
Daarom beschouw ik de gedenkdag van deze week als een welkome gelegenheid om de band die onze naties lang geleden, in tijden van nood, hebben gesmeed nogmaals te bevestigen. Nog altijd kijken Europeanen en Amerikanen in hun streven naar hun idealen en in de zoektocht naar partners eerst naar elkaar voor zij naar een ander kijken. Nog altijd zijn wij vereerd en dankbaar dat wij de beproevingen die ons wachten, samen met u mogen aangaan. Dus nogmaals, ik ben hier om uitdrukkelijk te verklaren: president Obama en Joe Biden steunen een verenigd, een vrij, een open Europa. We staan helemaal achter u. Veel succes, Gods zegen voor u allen en moge God al onze troepen beschermen. Heel, heel hartelijk dank.
(Applaus)
De Voorzitter. − Hartelijk dank, mijnheer de vicepresident. Het was een uitstekende basis voor samenwerking in de toekomst en voor onze toekomstige gesprekken. Zoals u zegt, naar elkaar luisteren en met elkaar praten: dat is heel belangrijk.
Ik wil u graag bedanken voor het herhalen van de belangrijkste woorden die vorige week zijn gezegd: Europa heeft Amerika nodig. We herinneren ons de twintigste eeuw – de Eerste Wereldoorlog, de Tweede Wereldoorlog, het IJzeren Gordijn – we vochten zij aan zij, we hebben samen overwonnen, als democratieën. Amerika heeft Europa nodig, zoals u vandaag toevoegde. Dat zullen we onthouden. Het is een goed uitgangspunt voor ons partnerschap en voor onze samenwerking.
Nogmaals heel hartelijk dank, mijnheer de vicepresident.