Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2002(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0183/2010

Ingediende teksten :

A7-0183/2010

Debatten :

PV 14/06/2010 - 18
CRE 14/06/2010 - 18

Stemmingen :

PV 15/06/2010 - 7.10
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0205

Debatten
Maandag 14 juni 2010 - Straatsburg Uitgave PB

18. Mandaat voor de trialoog over de ontwerpbegroting 2011 (debat)
Video van de redevoeringen
PV
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A7-0183/2010) van Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, namens de Begrotingscommissie, over het mandaat voor de trialoog over de ontwerpbegroting 2011 (2010/2002(BUD)).

 
  
MPphoto
 

  Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, rapporteur. (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik ben vereerd dat ik u vandaag het mandaat mag presenteren voor de trialoog met de Commissie en de Raad die plaats zal vinden op 30 juni.

Voordat ik overga tot de presentatie van het mandaat dat is aangenomen door de Begrotingscommissie en dat naar ik hoop morgen tijdens de stemming op de plenaire vergadering wordt aangenomen, wil ik vanwege het bijzondere karakter enkele woorden wijden aan het begrotingsjaar 2011. Het wordt een baanbrekend jaar, omdat de begroting van de Europese Unie voor 2011 de eerste zal zijn die wordt aangenomen volgens de nieuwe bepalingen uit het Verdrag van Lissabon. Het Verdrag versterkt het Europees Parlement en vergroot onze mogelijkheid om mee te beslissen over de begroting van de Europese Unie, ook op beleidsterreinen waarover we eerder weinig te zeggen hadden, bijvoorbeeld landbouw. Dat is een belangrijke kwalitatieve verandering. Het Verdrag van Lissabon introduceert ook vergaande procedurele veranderingen, vooral de opheffing van de eerste en tweede lezing. Zowel in het Parlement als in de Raad zal slechts een lezing van de begroting plaatsvinden. Welke gevolgen heeft dit voor de praktijk? Dit betekent dat de bemiddelingsbijeenkomst waarschijnlijk in november zal plaatsvinden, maar vooral dat de nieuwe begrotingsprocedure volgens het Verdrag meer discipline en zelfbeheersing zal vergen van de belanghebbende partijen. Wij krijgen geen tweede kans meer, de mogelijkheid om terug te keren naar de onderhandelingstafel is afgesloten. Als Europees Parlement zullen we in een eerder stadium moeten nadenken over wat we daadwerkelijk willen bereiken. We kunnen niet meer zoals in voorgaande jaren onze verwachtingen eerst hoog opschroeven om ze daarna tijdens de tweede lezing weer te beperken. Al tijdens de eerste lezing zullen we ons terdege moeten afvragen wat we daadwerkelijk willen bereiken.

Ik wil alle rapporteurs van de verschillende commissies bedanken voor hun inbreng. De Begrotingscommissie heeft een aantal bijzonder interessante en belangrijke adviezen van de verschillende commissies ontvangen. In de volgende fasen van de begrotingsprocedure zal zeker rekening gehouden worden met deze adviezen. Mijn dank heeft vooral een persoonlijk karakter. Ik bedank de auteurs en moet erkennen dat ik bijzonder veel heb geleerd over de prioriteiten van de verschillende commissies. Die wetenschap zal mij in het najaar als uw rapporteur hopelijk goed van pas komen tijdens de onderhandelingen met de Commissie en de Raad. Tegelijkertijd konden veel van de gedetailleerde verwachtingen van de verschillende commissies niet opgenomen worden in het verslag dat door de Begrotingscommissie is uitgestuurd, omdat het mandaat voor de trialoog in juni niet te groot kan zijn. We moeten ons concentreren op een aantal van de belangrijkste zaken; de details kunnen dan later in september worden ingevuld bij de indiening van de verschillende amendementen. In de eerste onderhandelingsronde kunnen we nog niet zover in detail treden. Daarom vraag ik uw begrip voor het feit dat ik mij tegen veel gedetailleerde amendementen heb uitgesproken.

Ik zou nu nog een aantal dingen willen opmerken over de sleutelprioriteiten voor onze onderhandelingen van eind juni en over de belangrijkste kwesties waarvoor ik morgen bij de stemming uw steun wil vragen om ze door het Parlement te laten voorleggen. In de eerste plaats zou ik al in de eerste gesprekken met de Commissie en de Raad willen wijzen op het belangrijkste punt, namelijk dat het huidige meerjarige financiële kader afloopt. Langzamerhand worden de afspraken uit 2006 onvoldoende voor de nieuwe prioriteiten. We hebben te maken met twee parallel lopende processen die enigszins met elkaar in tegenspraak zijn. Aan de ene kant zien we de groeiende ambities in verband met het Verdrag van Lissabon en onze verwachtingen ten opzichte van de Europese Unie, bijvoorbeeld het creëren van de EU-diplomatie en het ondersteunen van ambitieuze onderzoeksprojecten, maar aan de andere kant hebben we in verschillende lidstaten te maken met een financieel-economische crisis die ons dwingt tot bezuinigingen. Deze twee tegengestelde processen worden ook beïnvloed door de beperkingen van het meerjarige financiële kader. De marges worden kleiner en wij hebben als Europees Parlement steeds minder ruimte om onze prioriteiten te financieren. Het is noodzakelijk dat wij hier in juni met de Commissie en de Raad over spreken. Als het Parlement en de Raad grote ambities hebben, moet ook gesproken worden over de financiering van die plannen, anders blijven het slechts lege woorden op papier.

Ik zou bijzonder graag willen dat in het jaar 2011 prioriteit wordt gegeven aan de reeds beproefde programma’s voor jongeren die een brede groep jongeren aanspreken en efficiënt en doelmatig zijn.

We moeten ook praten over de eerder aangehaalde Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en over de begrotingsimpact van het eerder overeengekomen en vastgestelde Europese Mechanisme voor financiële stabilisering.

Ik moedig u aan om dit verslag van de Begrotingscommissie te ondersteunen. U kunt een samenvatting vinden in paragraaf 91. Ik dank u allen nogmaals voor alle bijdragen. Vele ervan zullen in september terugkomen als amendement.

 
  
MPphoto
 

  Connie Hedegaard, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen wil ik u namens de heer Lewandowski zijn verontschuldigingen aanbieden voor het feit dat hij hier niet aanwezig is. Hij is helaas verhinderd in verband met de jaarlijkse vergadering van de Commissie met de Rekenkamer. Omdat hij een actieve rol heeft bij de indiening van de onlangs goedgekeurde driejaarlijkse herziening van het Financieel Reglement, moest hij daar vandaag uiteraard bij zijn.

Ik vervang hem daarom en uiteraard zal ik de opmerkingen die u zult maken in dit eerste debat over de door de Commissie ingediende ontwerpbegroting en over de komende aan de behandeling in de Raad voorafgaande trialoog, aan hem overbrengen.

Onze dialoog zal dit jaar over veel meer gaan dan alleen de begroting voor 2011, aangezien er politieke initiatieven met verstrekkende gevolgen voor de begroting aan de orde zullen komen. Laten wij echter niet vergeten dat een van de belangrijkste onderdelen voor dit jaar zal zijn de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Lissabon met betrekking tot de begroting. Wij moeten vasthouden aan ons doel dat de instellingen binnen dit nieuwe institutionele kader goed samenwerken - even goed als in het verleden. Dat is van essentieel belang als we de begrotingsprocedure 2011 met succes en op tijd willen afronden.

Ik wil benadrukken dat ik heel goede nota neem van uw zorgen en ik kan u verzekeren dat de Commissie doordrongen is van de noodzaak van gerichte uitgavenquota, die des te dringender is in tijden van krapte. De Commissie heeft een ontwerpbegroting ingediend die in overeenstemming is met het financiële kader en die uitgaat van realistische ramingen. Wij mogen niet vergeten dat de ontwerpbegroting voor 2011 is opgesteld in een situatie van strikte uitgavenmaxima en in een tijd waarin de nationale financiën onder zware druk staan.

Tegen deze problematische achtergrond heeft de Commissie een ontwerpbegroting ingediend die in reactie op de politieke vereisten een gerechtvaardigde en redelijke verhoging kent. Ja, in de huidige moeilijke economische situatie zullen wij moeten werken aan economisch herstel, en het is terecht dat de rapporteur dit, zoals we zojuist hebben gehoord en zoals ik ook in het verslag lees, centraal stelt in de strategieën voor sociale integratie. De vernieuwende impulsen die daarvan uitgaan, vormen een essentieel hulpmiddel bij de ontwikkeling en de groei van de Europese Unie.

Ik wil dit Parlement oproepen om ons voorstel, en in het bijzonder de verhoging van de betalingskredieten, te steunen, omdat die concreet bijdraagt aan de uitvoering in het veld en aan de ondersteuning van de Europese economieën. Nu de uitgavenprogramma’s op kruissnelheid komen, bewijzen de hogere uitgaven voor activiteiten in het kader van Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid, namelijk +6,8%, en Cohesie voor groei en werkgelegenheid, namelijk +16,9%, dat deze beleidsmaatregelen met voortvarendheid worden uitgevoerd om het proces van economisch herstel te versnellen. Een goede uitvoering van de begroting, en met name van de structuur- en cohesiefondsen, blijft ook van essentieel belang.

Ik wil nog eens herhalen dat de Commissie zich zal blijven inzetten voor administratieve doelmatigheid, en in lijn met eerdere toezeggingen zal de Commissie niet verzoeken om nieuw personeel. Zij wil onderstrepen dat deze toezegging verder gaat dan het organigram en ook geldt voor extern personeel, waarvoor de Commissie zelfs een vermindering voorstelt. De Commissie verstrekt elk jaar volledige informatie over de administratieve uitgaven; zij is bereid met de begrotingsautoriteit te praten over een eventuele andere presentatie om deze uitgaven transparanter te maken.

Ter afsluiting wil ik de rapporteur bedanken voor het feit dat zij in een zo vroeg stadium, al voor de behandeling door het Parlement¸ een indicatieve lijst van nieuwe proefprojecten en voorbereidende acties heeft opgesteld. Dit zal onze dialoog bevorderen, zodat de projecten die uiteindelijk zullen worden goedgekeurd zo goed mogelijk kunnen worden uitgevoerd. Ik vertrouw erop dat wij bij de komende trialoog op een constructieve manier voortgang zullen kunnen boeken, zoals dat ook in de afgelopen jaren het geval was. De Commissie zal zich tot het uiterste blijven inspannen om het pad te effenen voor een succesvol resultaat van deze begrotingsprocedure.

 
  
MPphoto
 

  Edit Herczog, rapporteur voor advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie. – (HU) Dames en heren, staat u mij toe als rapporteur voor de Commissie industrie, onderzoek en energie onze bezorgdheid uit te drukken over de vraag of er in het huidige financiële kader wel voldoende capaciteit is voor een adequaat financieringsniveau van de Europese beleidsinitiatieven die prioriteit genieten. De bevoegdheden van de Europese Unie zijn met het Verdrag van Lissabon aanzienlijk uitgebreid en we zouden beleid moeten financieren op het vlak van industrie, onderzoek en ontwikkeling, zoals op het gebied van de versterking van het ruimtebeleid, het innovatiebeleid of ander bestaand beleid, zoals onderzoek en ontwikkeling, energie en industriële ontwikkeling. Dames en heren, u zult zeker ook inzien dat dit de terreinen zijn waar de meeste banen kunnen worden gecreëerd binnen de Europese Unie, en daarom is de steun aan deze beleidsterreinen van strategisch belang.

Voor 2011 is onze belangrijkste doelstelling om ervoor te zorgen dat deze beleidsterreinen niet ten laste komen van het Zevende Kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, maar dat we daarvoor andere middelen vinden, aangezien een verdere uitbreiding van het Zevende Kaderprogramma op zich al met grote risico’s gepaard gaat. Daarnaast zijn de leden van de Commissie industrie, onderzoek en energie er allen van overtuigd dat er een flexibele begroting nodig is, zodat bijvoorbeeld het Europees Strategisch Plan voor Energietechnologie, het SET-Plan, effectiever kan worden gerealiseerd dan tot nu het geval is. Het is misschien niet verrassend dat ik wil afsluiten met de opmerking dat een van de resultaten van de afgelopen vijf jaar is dat we kleine- en middelgrote ondernemingen met prioriteit behandelen, en daarom mogen onze beloften aan kleine- en middelgrote ondernemingen geen holle frasen blijven. Voorlopig missen we deze zaken in het door de commissaris ingediende ontwerp, en we hopen dat de Raad en de Commissie met innovatieve ideeën komen die wij kunnen steunen.

 
  
MPphoto
 

  Mairead McGuinness, rapporteur voor advies van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. (EN) Mijnheer de Voorzitter, volgens de sprekerslijst zou er nu iemand anders moeten spreken, maar ik dank u dat u mij nu het woord hebt gegeven.

Ik had vertraging op weg naar Straatsburg, zoals velen overkomt, maar ik heb onderweg wel veel van het platteland gezien. Zoals u weet, staan de landbouwers en de plattelandsgemeenschappen onder grote druk.

Ik dank de begrotingsrapporteur voor haar werk en voor haar inzet om haar collega’s in iedere fase van het proces op de hoogte te houden.

Menigeen maakt zich zorgen over de landbouw. Ik hoop dat het optimisme van de Commissie over de marktontwikkelingen bewaarheid wordt en correct blijkt, want als dat niet zo is en de markten zich niet zo gunstig zouden ontwikkelen als de Commissie verwacht, zou ik mij zorgen maken over de budgettaire druk in 2011. Er zijn in het verleden problemen geweest en wij vrezen dat die zich opnieuw zouden kunnen voordoen.

Het is belangrijk om in dit begrotingsdebat de moeilijke situatie rond de landbouwbetalingen te noemen als het gaat om de periode na 2011. Het is goed dat er volgend jaar geen financiële discipline zal worden vereist, en ik hoop echt dat aan dat standpunt zal worden vastgehouden, al zal dat in 2012 moeilijk worden.

Dit Parlement moet echter weten dat we in 2013 te maken zullen krijgen met een situatie waarbij daar waar modulatie van toepassing is de betalingen aan landbouwers lager zullen worden, en dat is voordat de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn beslag krijgt.

De simpele boodschap voor de Commissie is dat de landbouw kwetsbaar is, terwijl die van groot belang is voor de continuïteit van de voedselvoorziening en de bescherming van het milieu en omdat hij het hart vormt van de Europese Unie. Daarom moet er in de begroting voldoende geld voor worden uitgetrokken.

Maatregelen ter ondersteuning van de markt zijn van essentieel belang in een crisissituatie, en daarom spreek ik met nadruk mijn zorg uit dat we voorzichtig moeten zijn als het gaat om de vraag hoe de markten op het gebied van de landbouw zich zullen ontwikkelen.

Als ik vandaag kijk naar het landschap dat er nu op zijn best uitziet, zou ik zeggen dat we een prijs moeten betalen om te zorgen dat het landschap en de plattelandsstructuur behouden blijven en zich verder kunnen ontwikkelen, en dit moet tot uiting komen in de begrotingsmiddelen die wij voor de landbouw beschikbaar stellen.

 
  
MPphoto
 

  Britta Thomsen, rapporteur voor advies van de Commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid. (EN) Mijnheer de Voorzitter, namens de Commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid wil ik uw speciale aandacht vragen voor de noodzaak financiële middelen beschikbaar te stellen om alle vormen van discriminatie van vrouwen, en in het bijzonder de verschillen in beloning, te bestrijden.

Ik wijs ook met nadruk op het belang van voldoende financiële middelen voor het Europees Instituut voor gendergelijkheid in Litouwen. Ook wil ik de aandacht vestigen op de noodzaak om de noodzakelijke fondsen in het leven te roepen om een Europees waarnemingscentrum voor geweld tegen vrouwen op te richten, uitgaande van bestaande institutionele structuren, zoals afgesproken door de Raad op 8 maart 2010.

Tot slot verzoeken wij de Commissie dringend om de lidstaten aan te sporen om ruimer gebruik te maken van de structuurfondsen, in het kader van het Europees Sociaal Fonds, als middel om de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bevorderen.

 
  
MPphoto
 

  Salvador Garriga Polledo, namens de PPE-Fractie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, er is grote voorzichtigheid geboden met de begroting van dit jaar. Ik kan me niet herinneren dat er in de zestien jaar dat ik in het Parlement zit ooit zoveel druk werd uitgeoefend door de nationale ministeries van financiën.

De Raad zal natuurlijk een vermindering van de betalingskredieten willen doorvoeren, zelfs tot onder de één procent, vooral op basis van de – nu aan het licht komende - onderuitvoering van de structuurfondsen, vanwege de financiële problemen in de lidstaten.

De Raad zal ook verminderingen willen vaststellen van de vastleggingskredieten in de rubriek administratieve uitgaven, om deze rubriek 5 op die manier op één lijn te krijgen met de algemene tendens tot bezuinigen die we zien bij de nationale regeringen.

Natuurlijk zal de Raad ook ruime marges willen creëren in de uitgavenrubrieken om sommige prioriteiten veilig te stellen die de rapporteur genoemd heeft, zoals Kozloduy, de internationale thermonucleaire experimentele reactor of Galileo die, ofschoon ze van groot belang zijn, niet voorzien waren in de huidige financiële vooruitzichten.

Duidelijk is dat de omstandigheden buitengewoon zijn, en ze waren niet voorzien toen we, in december 2006, het meerjarig financieel kader hebben goedgekeurd. Als het communautair begrotingsmechanisme over enige soepelheid beschikt, dan is dit het moment om dat te laten blijken, maar dat zal wel een flinke hoeveelheid flexibiliteit vergen in de onderhandelingen .

De crises van de nationale financiën zijn een feit, maar de politieke prioriteiten van de Europese Unie, die bij voorbeeld tot uiting komen in dit begrotingsmandaat, zijn ook een feit.

Natuurlijk zullen we ons allemaal verantwoordelijk gedragen tijdens dit begrotingsjaar; natuurlijk zullen we begrotingsposten vinden waarop bespaard kan worden, maar laten we niet vergeten dat een EU-strategie voor economische groei een adequate communautaire begroting nodig heeft. Dit Parlement zal ervoor strijden die begroting veilig te stellen.

 
  
MPphoto
 

  Francesca Balzani, namens de S&D-Fractie. (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het mandaat voor de trialoog is een belangrijke zaak. Dat geldt met name dit jaar, nu er door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon en de ene lezing van de begroting vanaf het begin van de procedure maximale duidelijkheid en optimale samenwerking tussen de begrotingsautoriteiten noodzakelijk zijn.

Deze begroting komt tot stand in een moeilijke tijd. De beschikbare marges voor de vastleggingskredieten belopen 1,2 miljard en zijn daarmee uiterst gering. Wat de situatie nog delicater maakt, is dat 70 procent daarvan ten laste komt van rubriek 2, waarin de uitgaven voor het landbouwbeleid en het behoud en beheer van natuurlijke hulpbronnen en dus ook de strijd tegen klimaatverandering zijn ondergebracht.

De situatie is echter ook moeilijk omdat er vele procedures gestart zijn die in grote mate bepalend zullen zijn voor de omvang van de werkelijk beschikbare middelen. Daarbij denk ik aan de herziening van de begroting, het Financieel Reglement en het Interinstitutioneel Akkoord en het opstarten van de Europese Dienst voor extern optreden. Ik denk echter vooral aan de crisis en de instabiliteit van de financiële markten. De crisis die de euro in gevaar heeft gebracht, heeft laten zien dat voor elk antwoord van Europa de begroting en de begrotingsmiddelen een essentieel instrument vormen. Dat maakt het belang maar tevens de grenzen van de begroting en de begrotingsmiddelen duidelijk.

In deze context moet het Europees Parlement een grens trekken en de prioriteiten vaststellen die in het belangrijkste boekhoudkundige document van het EP het meest uit de verf moeten komen. Als fractie hebben we de keuze gemaakt een delicaat evenwicht te zoeken tussen de noodzaak het doel van het mandaat te behouden en de noodzaak geen afbreuk te doen aan het politiek belang ervan. Daarom hebben we als centrale prioriteit het voorkomen van het herhalen van fouten uit het verleden gekozen. Dat houdt in dat er op de allereerste plaats gepaste middelen moeten zijn voor het realiseren van de doelstellingen van de 2020-strategie, evenals voldoende middelen voor de acties van rubriek 2, vooral voor werkloosheidsbestrijding. Het is echter ook belangrijk de bestrijding van klimaatverandering als centraal doel te handhaven.

Er dienen dus veel uitdagingen te worden aangepakt. Daaronder valt wat we aan het begin van het mandaat centraal hebben gesteld: het leveren van een grote inspanning voor coördinatie en een nieuwe vorm van samenhang tussen de Europese begroting en de begrotingen van de lidstaten. Samenhang en coördinatie van het economisch beleid van de Unie en de lidstaten zijn fundamentele waarden voor de toekomst van de Unie.

 
  
MPphoto
 

  Thijs Berman, rapporteur voor advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben geroerd door uw spreekwoordelijke geduld. Ik dank u heel hartelijk en ik bied u mijn nederige excuses aan.

De huidige economische crisis heeft de ontwikkelingslanden zwaar getroffen – zwaarder dan de landen in de ontwikkelde wereld – hoewel zij niet verantwoordelijk zijn voor de oorzaken van deze crisis. Hetzelfde geldt voor de klimaatverandering: de ontwikkelingslanden hebben nauwelijks bijgedragen aan de oorzaken van de klimaatverandering, maar zij hebben het meest te lijden van de gevolgen ervan.

Het is daarom van groot belang dat de EU ervoor zorgt dat geld dat bedoeld is voor ontwikkelingsdoelen ook werkelijk voor dit doel, en voor dit doel alleen, wordt aangewend. Dat betekent in de allereerste plaats dat het geld dat wordt uitgetrokken voor steun aan de ontwikkelingslanden bij hun strijd tegen de gevolgen van de klimaatverandering extra geld moet zijn. Het noodfinancieringspakket voor het klimaat mag niet ten koste gaan van de bestaande programma’s op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.

In de tweede plaats steun ik het beginsel van financiële bijstand aan de belangrijkste bananenproducerende ACS-landen. Deze bijstand mag echter niet via een omweg worden gefinancierd, en ik ben dan ook sterk gekant tegen het ontwerpvoorstel van de Commissie dat voorziet in een herschikking van fondsen van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking voor deze bijstand. Fondsen die worden gebruikt in het kader van het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) moeten worden gebruikt voor armoedebestrijding, en hoewel ik de instelling van een instrument voor samenwerking met de geïndustrialiseerde landen – ICI+ – steun, vind ik dat ook dat instrument niet mag worden gefinancierd door het DCI.

 
  
MPphoto
 

  Anne E. Jensen, namens de ALDE-Fractie. (DA) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wil mevrouw Jędrzejewska graag bedanken voor de strakke manier waarop zij leiding heeft gegeven aan het opstellen van deze tekst, die een duidelijke boodschap heeft opgeleverd waarmee we de onderhandelingen in kunnen gaan. Zij heeft gelijk wanneer ze zegt dat het meerjarige financieel kader voor de begroting van de EU nu zo krap is dat het uitermate moeilijk zal worden om een aantal beloften na te komen. We kunnen zeggen dat we in eerdere jaren nog onbenutte middelen hebben kunnen vinden binnen de landbouwbegroting, maar er zijn niet zoveel onbenutte middelen meer. Het moet voor ons mogelijk zijn om de groeistrategie voor 2020 ten uitvoer te brengen, te investeren in gezamenlijke energieprojecten en gezamenlijke vervoersprojecten, te investeren in jongeren en onderzoek en om een sterke en gemeenschappelijke dienst voor extern optreden te financieren. Ook ben ik het volledig eens met commissaris Hedegaard dat we ervoor moeten zorgen dat er genoeg aan de structuurfondsen wordt betaald, zodat we de beloften aan de nieuwe lidstaten kunnen nakomen.

We hebben grote behoefte aan de beloofde tussentijdse evaluatie van de begroting, zodat we duidelijkheid kunnen verkrijgen over hoe we nieuwe behoeften kunnen financieren. Opmerkelijk genoeg zien we nu steeds meer voorbeelden van lidstaten die graag willen betalen. Ze willen alleen niet betalen via de begroting van de EU! Dit zien we bijvoorbeeld bij de oprichting van de drie nieuwe financiële toezichthouders, die bedoeld zijn om ons te beschermen tegen toekomstige financiële crises in de EU. Deze moeten zowel rechtstreeks door de lidstaten als uit de EU-begroting worden betaald. Als alle kosten door de EU-begroting zouden worden gedragen, zou het meerjarig financieel kader uit zijn voegen barsten! Niettemin is het natuurlijk veel bureaucratischer en lastiger om het geld rechtstreeks bij de lidstaten in te zamelen en hebben we hierdoor minder overzicht en minder controle en toezicht. Dit is een zeer slechte ontwikkeling.

Betekent dit dat we in de EU-begroting geen besparingen moeten doorvoeren? Nee, natuurlijk moeten we in een tijd van crisis spaarzaam zijn, maar ik wil alleen maar zeggen dat, als alle lidstaten hun begrotingsbeleid hadden gevoerd op de manier waarop de EU-begroting wordt beheerd, er geen tekort en geen financiële problemen zouden zijn geweest, aangezien de EU-begroting plafonds en strenge kaders heeft. Er zijn geen mogelijkheden om problemen te creëren. Met andere woorden, wellicht kunnen de nationale overheden op dit vlak nog iets van de EU leren en in overweging nemen of dit ook op nationaal niveau kan worden toegepast.

 
  
MPphoto
 

  Isabelle Durant, namens de Verts/ALE-Fractie. (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, allereerst wil ik onze rapporteur dank zeggen voor haar uitstekende werk. Ze heeft de zaak kort samengevat en ervoor gezorgd dat we ons niet verliezen in details. Het zou namelijk niet goed zijn om door de bomen het bos niet meer te zien in de onderhandelingen voor een mandaat. Dit mandaat krijgt de steun van mijn fractie.

Wat betreft de inhoud moet ik zeggen dat het verslag herhaaldelijk verwijst naar de noodzaak voor Europa om zich door de economische en financiële crisis heen te slaan, waar ik natuurlijk zeer verheugd over ben. Het is echter jammer dat er met geen woord wordt gerept over de ecologische crisis, die op termijn nog grotere gevolgen zou kunnen hebben.

De ecologische crisis en de klimaatveranderingen zouden Europa er veel meer toe moeten aanzetten om te handelen. Een dergelijke reactie zou natuurlijk zijn weerslag moeten vinden in de communautaire begroting en hoewel ik blij ben dat Life+ meer geld krijgt, is dat natuurlijk niet genoeg, daarmee zijn we er nog niet.

We moeten een nieuwe Europese green deal krijgen, een green deal die met name het landbouwbeleid op een groene manier benadert en die minder de nadruk legt op de te bewerken grond en juist meer op de kwaliteit van onze voeding en het duurzame karakter van de boerenbedrijven. We moeten iets doen aan onderzoek, waarbij we het geld van de belastingbetaler niet laten verdwijnen in een bodemloze put, zoals de ITER-reactor, maar juist de nadruk leggen op hernieuwbare energie, duurzaam vervoer en innovatie in groene technologie; structuurfondsen die moeten worden toegewezen op basis van criteria voor de strijd tegen de klimaatverandering – we moeten ervoor zorgen dat er niet enkel en alleen gekeken wordt naar weginfrastructuur, dat is geen vernieuwend beleid – en ten slotte een visserijbeleid dat niet bijdraagt aan overbevissing van de zeeën.

Ik zal echter niet blijven stilstaan bij de zaken die ik graag veranderd zou zien. Ik blijf mijn steun verlenen aan het verslag omdat het me een goed mandaat voor de trialoog lijkt. Wat betreft de ontwerpbegroting, daar komen we later aan toe, maar op dit moment denk ik dat de middelen en de financiën niet volstaan.

 
  
MPphoto
 

  Marisa Matias, namens de GUE/NGL-Fractie. (PT) We bespreken hier vandaag het mandaat van het Parlement voor de onderhandelingen met de Commissie en de Raad over de begroting 2011. Het is een moeilijk mandaat, omdat het in een periode valt van een algemene Europese tendens van krimpende begrotingen.

Europees Unitair Links verzet zich met kracht tegen het schokkende en verbazingwekkende eerherstel van de stabiliteitsprogramma’s. Er is sprake van een nieuwe golf van dergelijke programma’s, die tot doel hebben de overheidstekorten terug te dringen waardoor Europa uiteindelijk in een nieuwe recessie terecht zal komen. De Europese ontwerpbegroting, die als uitgangspunt dient voor het mandaat dat we nu bespreken, wordt niet alleen beperkt door de geldende Verdragen of door het meerjarig financieel kader dat al lang geleden had moeten zijn herzien. De ontwerpbegroting wordt ook gegijzeld door het model dat ik hier in een paar woorden heb proberen te kritiseren.

Terwijl de 27 lidstaten radicaal het mes zetten in de uitgaven, zal een Europese begroting van 1 procent van het Europese bbp geen soelaas kunnen bieden. Geen enkele prioriteit die het Parlement heeft gepresenteerd kan op bevredigende wijze worden gerealiseerd met een begroting van 130 miljard euro.

Het mandaat hamert op de jongeren, maar het is duidelijk dat zij zijn geofferd op het altaar van kortzichtige berekeningen. We hameren op het milieu, maar het is duidelijk dat de regeringen niets willen weten van het vastleggen van verplichtingen op dit vlak voor een veel langere periode. We vragen om urgentie en solidariteit bij onze steunverlening voor Palestina en de Palestijnen, maar het is duidelijk dat die hulp geen prioriteit is van de Commissie.

Na wat er gebeurd is met de Vrijheidsvloot, valt dat op zijn minst onwaardig te noemen.

 
  
MPphoto
 

  Marta Andreasen, namens de EFD-Fractie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik dank de rapporteur voor haar werk, maar ik ben hier gekomen om te vragen om een drastische verlaging van de begroting voor 2011.

De crisis die wij nu doormaken, vereist dat de Europese Unie net zo sterk als, of nog sterker dan, de lidstaten de broekriem aanhaalt. Het verhogen van de begroting met het argument dat we investeren in programma’s om Europa uit de crisis te halen, is niet eerlijk – en dat geldt temeer als we kijken naar de resultaten van de programma’s waaraan de EU de afgelopen decennia het geld van de belastingbetalers heeft uitgegeven. Zouden wij in deze crisis zitten als de EU het geld doelmatig had uitgegeven?

Degenen die menen dat ze recht hebben op een salarisverhoging terwijl hun collega’s in de lidstaten hun salaris verlaagd zien of hun baan kwijtraken, hebben het mis. Degenen die menen dat wij kunnen doorgaan met het op EU-niveau steeds maar meer geld uitgeven zonder dat iemand het merkt, hebben het mis. Alstublieft, laten we stoppen met deze verkwisting van belastinggeld, en wel nu meteen.

 
  
MPphoto
 

  Martin Ehrenhauser (NI).(DE) Mijnheer de Voorzitter, de ingrijpende economische situatie vraagt natuurlijk ook om radicale bezuinigingen in de EU-begroting, en ik kan deze prioriteiten en vooral de moed daartoe in dit verslag helemaal niet vinden. Integendeel! Er wordt nog geklaagd over de te geringe stijging van de begroting. Het verslag pleit er slechts voor om op dezelfde voet verder te gaan en biedt zo in geen enkele richting vooruitgang.

Daarbij zou het niet moeilijk zijn om met zogenaamde kleine ingrepen – vooral in de administratieve sfeer – grote bezuinigen te verwezenlijken. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de EU-agentschappen. Door sluiting of fusies zou hierop binnen een jaar een half miljard euro kunnen worden bespaard, zonder dat de administratieve kwaliteit werkelijk minder wordt. Misschien kan ook gedacht worden aan opheffing van het Comité van de Regio’s of het Economisch en Sociaal Comité. Daarmee kan binnen een jaar ook gemakkelijk 200 miljoen bespaard worden en indien de gebouwen worden verkocht, kan men nog eens zo’n bedrag besparen. Of we kunnen naar onszelf kijken: we kunnen ook zelf beginnen te bezuinigen. We zouden bijvoorbeeld allemaal binnen Europa niet langer met business-class-tickets kunnen reizen. Ook op die manier zouden we een werkelijk verstandige bijdrage leveren.

Wat ik goed vond in dit verslag – dat wil ik ook vermelden – was de prioriteit die wordt gegeven aan een leven lang leren. We moeten vooral prioriteit geven aan het Leonardo da Vinci-programma. De uitwisseling van leerlingen is van groot belang. Misschien zouden we ook een financieel instrument moeten creëren waarmee het mogelijk wordt gemaakt dat tenminste een deel van de kosten wordt vergoed voor alle burgers die van dit burgerinitiatief gebruik willen maken.

 
  
MPphoto
 

  Alain Lamassoure (PPE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de begrotingsprocedure 2011 is in de mist van start gegaan en sinds de goedkeuring van de ontwerpbegroting door het college van commissarissen is dat alleen nog maar erger geworden.

Hoe kunnen we een begroting voor 2011 goedkeuren zonder te weten in hoeverre we de nieuwe verantwoordelijkheden die de Unie via het Verdrag van Lissabon heeft verkregen, gaan invullen? Sinds afgelopen februari heeft de Begrotingscommissie de Commissie gevraagd om een herzieningsontwerp voor de financiële vooruitzichten te overhandigen, waar we nog steeds op zitten te wachten. Als we geen antwoord hebben, zullen we overmorgen beraadslagen over de mondelinge vraag die we hierover hebben gesteld. Dat is dus allemaal vrij vaag.

De tweede onduidelijkheid betreft de nieuwe financiële crisis, de overheidsschuld. Afgelopen 9 mei heeft de Europese Raad besloten tot een financieel stabilisatieplan van 750 miljard euro. De Europese Unie mag 60 miljard van dit plan gebruiken voor het verstrekken van leningen met de garantie die gegeven wordt vanuit de communautaire begroting. Dit een hele nieuwe mogelijkheid die de helft uitmaakt van de EU-begroting, maar het Parlement is hierover niet benaderd.

Aanstaande donderdag krijgen we waarschijnlijk met nog meer onduidelijkheid te maken, namelijk de agenda voor 2020 die door de Europese Raad moeten worden aangenomen. Daarin staat een zestal prioriteiten, belangrijke projecten. Zonder financieringsmiddelen zijn die totaal niet geloofwaardig. Ze worden echter voorgesteld als de road map van de Europese Unie voor de komende tien jaar.

In deze dichte mist vol onzekerheden heeft de Begrotingscommissie er samen met haar rapporteur als één man bij de Raad op aangedrongen om over te gaan tot het maken van politieke keuzes. Moet er meer of juist minder worden besteed? En als we beter willen gaan besteden, is het moment aangebroken om iets te gaan doen dat nooit eerder vertoond is; verantwoordelijkheden verdelen tussen enerzijds de Europese begroting en anderzijds de nationale begrotingen, en om dat te bereiken de nationale parlementen betrekken in de nieuwe bestuurswijze van de Europese Unie.

Alle lidstaten zijn failliet en de Unie wordt door hen gefinancierd. Het moment is aangebroken om met goede ideeën te komen en durf te tonen.

 
  
MPphoto
 

  Göran Färm (S&D). (SV) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur, mevrouw Jędrzejewska, van harte bedanken. Ze heeft voor een uitstekende samenwerking met de fracties en met name met de sectorale comités gezorgd. In de huidige situatie is dat volgens mij ontzettend belangrijk.

We moeten een ruime consensus hebben over wat we moeten doen wanneer de financiële situatie in de lidstaten zo ontzettend moeilijk is. Het is natuurlijk met name noodzakelijk om het eens te worden over de gevallen waarin we zullen vechten om het begrotingsplafond te herzien, om meer geld te krijgen. We moeten dat op een aantal gebieden doen, ondanks de lastige situatie. Ik denk daarbij met name aan twee gebieden. In rubriek 1, met andere woorden het groei- en werkgelegenheidsbeleid, zal dat absoluut noodzakelijk zijn als we de rol van het Parlement met betrekking tot het economisch herstel willen kunnen bevestigen, en hetzelfde geldt voor rubriek 4, de rol van de EU in de wereld. We moeten ons evenwel echt toespitsen op de meest essentiële gebieden.

Met betrekking tot een aantal onderwerpen lijken we echter niet op dezelfde golflengte te zitten met de rapporteur en we zullen met betrekking tot een paar belangrijke gebieden amendementen indienen. Ik zal heel kort drie ervan aansnijden.

Het eerste is het jongerenbeleid. We zijn het eens over de prioriteiten, maar vinden dat de rapporteur veel te eenzijdig de nadruk legt op mobiliteit. Bij de situatie van de jongeren, met name de jeugdwerkloosheid, gaat het om zoveel meer. Het gaat om opleiding, om arbeidsmarktbeleid en om sociale maatregelen.

Het tweede is de Gaza-kwestie. Het zou ook voor de Fractie van de Europese Volkspartij, (Christendemocraten) vanzelfsprekend moeten zijn om de eis te steunen dat Israël een einde maakt aan de blokkade, net zoals de Raad eerder vandaag heeft gedaan. Sommigen zeggen dat dit niet in een onderwerp met betrekking tot de begroting thuishoort. Dat klopt volgens mij niet. Dit heeft alles met de begroting van doen, want de blokkade belemmert de inspanningen van de EU met betrekking tot heropbouw en het nodige materiaal raakt bijvoorbeeld niet ter plaatse.

Het derde onderwerp dat ik wil vermelden, is ontwikkelingshulp. Zowel wat het klimaat betreft, als wat de zogenaamde banana company measures en de samenwerking met de geïndustrialiseerde landen betreft, moeten we duidelijk zijn dat dit geen afbreuk mag doen aan de ontwikkelingshulp aan de armste landen of ten koste van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling mag gaan. Daarom verzoek ik de rapporteur en de fracties om die uiterst redelijke amendementen te steunen.

 
  
MPphoto
 

  Ivars Godmanis (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag iets zeggen over risico’s en kansen. Volgens EU 2020 is onderzoek en ontwikkeling een van de vlaggenschepen, en in deze begroting is reeds voorzien in meer dan 15,8 procent meer vastleggingen, wat neerkomt op 727 miljoen euro. Dit jaar was slechts voorzien in 1,6 procent meer vastleggingen, en het lijkt er nu op dat we de omvang van de vastleggingen voor onderzoek hebben vertienvoudigd. Het enige probleem is echter, als we naar de betalingen kijken, dat we dat niet kunnen betalen, omdat de plannen voor dit jaar voorzien in 13 procent minder betalingen dan in 2009.

Dus het enige wat ik op dit moment wil zeggen, is dat wij – de Commissie en wij allemaal – ons best moeten doen om ervoor te zorgen dat de wetenschappelijke onderzoeksprojecten de hoge kwaliteit opleveren die nodig is om de vastleggingen te kunnen betalen. Tot nu toe was dat in de periode 2007-2011 helaas niet het geval. We kunnen denken en werken...

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken.)

 
  
MPphoto
 

  Vicky Ford (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, we zitten nog steeds in een economische crisis die haar weerga niet kent, en overal in Europa voelen gewone mensen de pijn. Drieëntwintig miljoen inwoners zijn werkloos, en degenen die het geluk hebben dat ze wel een baan hebben, weten dat ze langer zullen moeten werken, minder zullen verdienen en meer belasting zullen moeten betalen om de onhoudbare overheidsschulden te betalen.

De bezuinigingen zijn niet begonnen in Griekenland of Ierland. In Spanje, Italië, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en andere landen is sprake van loonmatiging. Duitsland heeft belastingverhogingen en bezuinigingen op de overheidsopgaven ter grootte van 60 miljard euro aangekondigd. Afgelopen week ging het Nederlandse volk naar de stembus en stemde voor bezuiniging, en in Frankrijk woedt een debat over een verhoging van de pensioenleeftijd.

Europese instellingen zoals de onze mogen niet immuun zijn voor de problemen van onze burgers. Het is van essentieel belang dat wij oog hebben voor wat onze lidstaten doen om hun eigen begrotingen te beheersen. Wij moeten bij de aanpak van onze eigen begroting met hetzelfde gevoel voor verantwoordelijkheid en realisme handelen.

Ons amendement 34 vraagt de EU het goede voorbeeld te geven. Zorg dat er dit jaar geen onnodige uitgaven worden gedaan, zie af van verhogingen die we niet kunnen betalen en geef besparingen terug aan onze lidstaten.

Wij zijn gekozen om naar de mensen te luisteren. Dit is niet het moment om ons doof te houden voor hun problemen.

 
  
MPphoto
 

  Alajos Mészáros (PPE). (HU) Dank u zeer, mijnheer de Voorzitter. Graag sluit ik me aan bij mijn collega Edit Herczog van de Commissie industrie, onderzoek en energie met een korte opmerking. Ik weet dat ter sprake is gekomen hoe weinig geld er beschikbaar is en aan hoeveel zaken we dat moeten uitgeven, maar ik moet zeggen dat ik heel graag zou zien dat we middelen zouden vinden voor de onderzoeksprogramma’s die de energievoorziening…

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Mijnheer Mészáros, dit heeft te maken met catch-the-eye. U mocht een vraag stellen aan de laatste spreker, maar u had geen vraag. Het spijt me.

 
  
MPphoto
 

  Monika Hohlmeier (PPE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, alle landen van de Europese Unie hebben vanwege de financiële en economische crisis te kampen met een hoge schuldenlast. Ze gaan echter ook gebukt onder het feit dat jarenlang in veel landen grote begrotingstekorten – soms buitensporig groot – zijn geaccepteerd. Indien we de nieuwe begroting 2011 aanpakken, is het niet voldoende om slechts de begrotingen van de lidstaten onder handen te nemen, maar dan moeten we de uitgaven van onze begroting ook nauwkeurig controleren en ook nieuwe uitgaven aan een nauwkeurige controle onderwerpen.

Ik wil nader ingaan op de Europese Dienst voor extern optreden, waarvan de structuur en ook de financiering uitermate onduidelijk zijn. De structuur is niet transparant – ik eis ook kostenefficiëntie door gebruik te maken van de synergie met nationale diensten voor extern optreden. De verantwoordelijkheid moet duidelijk geregeld zijn, er moet sprake zijn van een transparante verantwoording tegenover het Europees Parlement en er moet niet met steeds meer besluiten geprobeerd worden de medebeslissingsbevoegdheid en toezichtsfunctie van het Europees Parlement te ondermijnen. Het Europees Parlement is coöperatief en zal ook in moeilijke situaties steun verlenen. Daarom moeten we het Europees Parlement ook als medebeslissende instantie bij deze kwesties betrekken.

Verder vind ik dat we eindelijk werk moeten maken van de vermindering van de bureaucratische rompslomp, bijvoorbeeld in de landbouw en ook in het midden- en kleinbedrijf, waar dringend behoefte is aan groei en innovatie maar waar men zich ook staande moet houden. Wanneer we de begrotingstekorten en ook de belastingen willen verminderen en de belastinginkomsten willen verhogen, moeten we de bureaucratische lasten in het mkb reduceren, innovatie mogelijk maken en de moordende concurrentie van grote bedrijven ten opzichte van impopulaire kleine en middelgrote ondernemingen eindelijk een halt toeroepen en niet ook nog eens bevorderen.

Ik ben het eens met de voorzitter van onze Begrotingscommissie dat we eerst moeten beschikken over de precieze gegevens voor deze begroting, voordat we die uiteindelijk kunnen aannemen.

 
  
MPphoto
 

  László Surján (PPE). (HU) Dank u voor de spreektijd, mijnheer de Voorzitter. Dames en heren, als ik naar de commentaren luister, hebben we mijns inziens twee tegengestelde stijlen kunnen waarnemen, twee tegengestelde denkwijzen. Bij de ene worden steeds nieuwe taken genoemd, worden steeds nieuwe ideeën geopperd en wordt aangedrongen op een effectievere en snellere uitvoering van onze bestaande programma’s. Dat is zeer terecht, want dit zijn goede en belangrijke programma’s. Anderen beroepen zich op de moeilijkheden in de lidstaten en willen zelfs in de Europese begroting snoeien.

Dames en heren, de Europese begroting is niet de oorzaak van het probleem, maar deel van de oplossing. Met de instrumenten waarover we beschikken, kunnen we, mits we deze goed gebruiken, alle lidstaten van de Europese Unie helpen hun situatie te verbeteren. Ik denk aan de steun voor kleine- en middelgrote ondernemingen, voor achtergebleven regio’s bij hun inhaalslag en aan de steun voor de landbouw in het algemeen. We mogen tegelijkertijd niet vergeten dat we ons nu opmaken voor een trialoog en dat we een duidelijk mandaat willen geven aan de rapporteur en aan de delegatie van het Parlement zodat zij succesvol uit deze onderhandeling komen. Als we nu ingaan op details, verliezen we onze belangrijkste boodschappen uit het oog.

Ik ben het volledig eens met de socialisten dat het probleem in de Gazastrook een zeer ernstig probleem is, maar ik denk niet dat dit nu, tijdens de trialoog van juni, moet worden behandeld. Als we de dagelijkse politiek hier inbrengen, waarom praten we dan niet over de overstromingen in Midden-Europa? Mijn eigen kiesdistrict heeft hier ook vreselijk onder te lijden. De levens van vele gezinnen zijn tijdens de hevige regenval van de afgelopen weken verwoest. Natuurlijk moeten we voor ze opkomen, maar het Parlement heeft daar andere middelen voor, net als voor de oplossing van het probleem in Gaza. Daarom stel ik voor de rapporteur te steunen.

 
  
MPphoto
 

  Seán Kelly (PPE).(GA) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik mijn complimenten overbrengen aan de commissaris en de rapporteur voor hun uitleg over de werking van de begroting in de toekomst. In het algemeen ben ik het eens met de punten die door mijn collega’s zijn genoemd, maar ik wil nog wat andere punten aandragen.

(EN) In de eerste plaats wil ik mij aansluiten bij mijn Ierse collega op het punt van het belang van de landbouw en het behoud van het plattelandsleven, dat van fundamenteel belang is voor de kwaliteit van het leven en de toekomst van onze landen.

In de tweede plaats hebben wij krachtens het Verdrag van Lissabon in het bijzonder bevoegdheden op het gebied van sport en toerisme, twee gebieden die mij na aan het hart liggen. Ik pleit ervoor dat hier rekening mee wordt gehouden bij de opstelling van de begroting, want het heeft weinig zin om bevoegdheden voor sport en toerisme te hebben als we geen geld hebben om te zijner tijd actie te ondernemen.

(GA) Dit zijn naar mijn mening de belangrijkste punten. Ik wil verder niets meer toevoegen – aangezien de tijd bijna is verstreken – maar ik wil u vragen rekening te houden met deze punten als er over de begroting wordt gedebatteerd.

 
  
MPphoto
 

  Bogusław Liberadzki (S&D). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, in de eerste plaats zou ik mevrouw Jędrzejewska willen bedanken, niet zozeer voor de vorm van het verslag zelf, maar vooral voor de manier waarop zij aan dit verslag heeft gewerkt en de conclusies die zij heeft getrokken. Ik wil graag een aantal fundamentele waarden van dit verslag benadrukken. Ten eerste is er aandacht voor de inkomstenkant van deze begroting. Ten tweede valt uit de begroting voor 2011, ook in het kader van het mandaat, af te leiden dat het aandeel van de vaste uitgaven toeneemt. Zoals anderen inderdaad al hebben gezegd, moeten we op dit gebied kijken naar de doelmatigheid van die uitgaven. Daarmee bedoel ik de resultaten die ermee worden bereikt. Voor ons ligt nog een bijzonder belangrijk moment van overweging. Welke middelen resten ons om nieuwe initiatieven te nemen? De vrije financiële ruimte voor nieuwe initiatieven wordt steeds kleiner. Daar moeten wij ons van bewust zijn, en deze discussie is daar een duidelijke afspiegeling van.

 
  
MPphoto
 

  Franz Obermayr (NI).(DE) Mijnheer de Voorzitter, een paar opmerkingen over de begroting 2011. Wat de immigratie betreft: in plaats van de migratiestroom naar Europa in te dammen en de buitengrenzen veilig te stellen, zal in 2011 het budget voor Frontex worden verkleind. Er wordt daarentegen meer geld toegekend aan het Europees Vluchtelingenfonds, dat gericht is op de vestiging van vluchtelingen in de EU. Een dergelijk begrotingsbeleid mist iedere logica en zet de deur wijd open voor illegale immigratie en misbruik van het asielsysteem.

Buiten de EU zal worden gekort op de financiële hulp voor Palestina. In plaats daarvan worden de middelen voor de uitbreiding, zoals voor kandidaat-lidstaat Turkije, aanzienlijk verhoogd. Ik eis dat wordt uitgelegd waarom Turkije, dat meer stappen achteruit zet dan vooruit, nu ook nog met meer geld moet worden beloond. Acht miljoen in een jaar is toch een aanzienlijk geldbedrag.

Op bestuurlijk gebied moet het Parlement eindelijk eens een halt toeroepen aan de oprichting van talloze nieuwe agentschappen. Het is onaanvaardbaar dat de EU in tijden van een economische crisis voor ieder probleem een agentschap heeft. Bovendien moet de concrete meerwaarde van elk bestaand agentschap onderzocht en gecontroleerd worden.

 
  
MPphoto
 

  Jan Kozłowski (PPE). - (PL) Om te beginnen wil ik mevrouw Jędrzejewska bedanken. Ik denk dat zowel het verslag dat zij heeft opgesteld, als het werkproces rond de amendementen getuigen van de consequentie waarmee zij de door haar gekozen lijn heeft vastgehouden, zonder zich daarbij af te sluiten voor amendementen.

Wat het verslag betreft: verwijzend naar rubriek 1b wil ik benadrukken dat de voorgenomen toename van de betalingen inderdaad aanzienlijk is en overeenkomt met het meerjarige financiële kader. Ik ben echter bang dat de middelen die de Commissie heeft gepland voor 2011 onvoldoende zijn, gezien de eerdere problemen bij de tenuitvoerlegging van het project rond de economische crisis en de verwachte accumulatie van betalingen van verzoeken uit zowel het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling als het Cohesiefonds.

 
  
MPphoto
 

  Karin Kadenbach (S&D).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur hartelijk danken en ik sluit me aan bij wat collega Färm heeft gezegd over het jeugdbeleid en het stimuleren van de jeugd.

We hebben werkgelegenheid en groei hoog in het vaandel staan en dat is het belangrijke doel voor de komende jaren. Ik denk dat het van groot belang is dat we er extra op letten dat deze groei enerzijds duurzaam is en dan vooral bij de consolidatie van de begroting van de Europese Unie, maar dat er ook bij de afzonderlijke begrotingen van de lidstaten op wordt gelet dat deze consolidatie op een sociaal aanvaardbare manier plaatsvindt en dat vooral niet de gerechtvaardigde belangen en eisen van de jeugd over het hoofd worden gezien, namelijk hun recht op de beste opleiding en scholing en hun recht op een arbeidsplaats.

Ik ben namelijk van mening dat er voor jonge Europeanen niets belangrijker is dan dat ze gebruik kunnen maken van hun capaciteiten. Wij zullen die nodig hebben als Europa in de toekomst een goede concurrentiepositie wil behouden.

 
  
MPphoto
 

  Elie Hoarau (GUE/NGL). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, de heer Le Foll en de heer Tirolien hebben een amendement ingediend in de commissie en vervolgens in de plenaire vergadering, over de ontwerpbegroting voor 2011.

Onze fractie staat volledig achter het amendement en daarom hebben we dit ook ingediend.

Ik wil alle leden vragen om te stemmen voor dit amendement over paragraaf 40, dat niet vraagt om een verlaging maar om een verhoging van de POSEI-kredieten, vooral met het oog op de gevolgen van de akkoorden die binnen de WTO zijn gesloten tussen de Europese Unie, Colombia en Peru voor de traditionele culturen van de ultraperifere gebieden van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  Nikolaos Salavrakos (EFD).(EL) Mijnheer de Voorzitter, het lijdt geen twijfel dat de huidige economische crisis en de dreigende recessie in Europa moeten worden aangepakt door meer investeringen te bewerkstellingen.

Onze belangrijkste zorg is dus om middelen veilig te stellen om er projecten mee te kunnen financieren. Ter uitvoering van de begroting zou ik een oud voorstel van mij willen herhalen: ik stel voor om de mogelijkheid van het uitgeven van Europese obligaties te onderzoeken, zodat daarmee de financiering van grote Europese ontwikkelingsprogramma’s wordt veiliggesteld, zoals pan-Europese hogesnelheidswegen, nieuwe technologieën om de klimaatverandering op pan-Europees niveau aan te pakken, het creëren van uniforme administratie in de gezondheidssector, grote investeringen in energie en een uniform navigatiesysteem.

Ik denk dat wij het gevaar van een recessie moeten aanpakken met onmiddellijke, gecoördineerde acties. De tijd dringt!

 
  
MPphoto
 

  Alajos Mészáros (PPE). (HU) Dank u, mijnheer de Voorzitter, en mijn excuses voor het misverstand van daarnet. Als lid van de Commissie industrie, onderzoek en energie wil ik in slechts twee of drie zinnen iets zeggen over de onderzoeksprogramma’s die de duurzame zekerheid van de energievoorziening als doel hebben. Onlangs kwam hier het kernreactorprogramma ITER ter sprake. Graag informeer ik de mensen die het misschien niet weten, dat we in het kader van dit programma toezeggingen hebben gedaan waar we eigenlijk niet meer onderuit kunnen. Dit is het enige mondiale onderzoeksprogramma waar de Europese Unie een leidende rol in speelt. Er zijn landen bij betrokken zoals Rusland, China en de Verenigde Staten. Daarom verzoek ik mijn collega’s en degenen die de begroting voorbereiden dit programma in overweging te nemen. Ik weet dat het erg duur is, maar toch zie ik graag dat we concessies doen voor dit programma.

 
  
MPphoto
 

  Connie Hedegaard, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil u allen bedanken voor een aantal bijzonder heldere en beknopte opmerkingen. Zoals ik aan het begin van dit debat al heb gezegd, zal ik ervoor zorgen dat al uw opmerkingen en overwegingen onmiddellijk worden overgebracht aan de heer Lewandowski.

Zoals altijd zal de Commissie proberen als eerlijke bemiddelaar te handelen. Wij hebben in de discussie van vandaag gehoord hoeveel verschillende wensen er leven en hoeveel beleidsprioriteiten u zou willen aanbrengen, dus het is duidelijk dat dit een moeilijke opgave is. Ik geloof dat het de heer Polledo was die op basis van zijn zestien jaar ervaring zei dat we waarschijnlijk nog nooit zo’n moeilijke situatie hadden gehad. Dat geldt ook voor de lidstaten.

Er is opgemerkt dat het geld verstandig moet worden besteed. Ik geloof dat het de heer Lamassoure was die zei dat het beter moet worden besteed. Ik kan u verzekeren dat de Commissie graag heel nauw met het Europees Parlement wil samenwerken om ervoor te zorgen dat het geld dat wij krijgen, zo goed mogelijk wordt besteed.

Ik dank u voor al uw inbreng. Nog even een paar feitelijke puntjes. De heer Berman merkte namens de Commissie ontwikkelingssamenwerking op dat ontwikkelingsgeld – en met name het noodfinancieringspakket voor het klimaat – extra geld moet zijn. Ik kan tot mijn grote genoegen zeggen dat deze noodfinanciering van de Commissie 100 procent nieuw en extra zal zijn. Dat is heel belangrijk. En in reactie op waar de heer Färm op zinspeelde, namelijk de noodzaak om ervoor te zorgen dat dit geld wordt ingezet voor de meest kwetsbare en minst ontwikkelde landen – ook dat is het geval met het geld van de Commissie.

Ik denk dat dit de enige feitelijke punten waren. Ik zal uw hele wensenlijst en alle prioriteiten zoals ze hier naar voren zijn gebracht, overbrengen aan de heer Lewandowski.

 
  
  

VOORZITTER: DAGMAR ROTH-BEHRENDT
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, rapporteur. (PL) Dames en heren, dank u wel voor al uw opmerkingen, dank u wel voor de nieuwe impulsen en vriendelijke woorden. Ook uw kritiek neem ik in dank aan, omdat die kritiek en de opmerkingen over mijn werk en het verslag mij in het najaar absoluut van pas zullen komen bij het zo goed mogelijk formuleren van het standpunt van het Parlement, teneinde het best mogelijke onderhandelingsresultaat te behalen.

Als samenvatting van uw bijdragen, wil ik nog een aantal zaken aanhalen. De gebeurtenissen rond de begroting voor 2011 moeten we zien als de optelsom van de financiële lasten die voortkomen uit de prioriteiten die wij als Parlement hebben gesteld en die door de lidstaten zijn geaccepteerd. Het gaat hierbij om prioriteiten zoals het streven uit het Verdrag van Lissabon om de Europese Unie een belangrijke speler op het wereldtoneel te maken, of de ambitieuze, bijzonder grote projecten in verband met Galileo en kernfusie. Deze enorme, dure projecten zijn niet uit het niets ontstaan. Dat de huidige situatie rond de begroting van de Unie is zoals hij is, wordt door deze nieuwe ambities veroorzaakt. Wij hebben besloten om ze uit te voeren en nu moeten wij zorgen voor financiering.

Voor mij als rapporteur voor dit Parlement is het onacceptabel dat ambities die voortkomen uit het Verdrag van Lissabon die ook door de Raad worden gestimuleerd, ten koste van de prioriteiten van het Parlement gefinancierd moet worden. Dat mag niet gebeuren. Het Europees Parlement moet manoeuvreerruimte en financiële mogelijkheden hebben om de prioriteiten uit te voeren die voortkomen uit ons werk. Vandaar de lijst voor de onderhandelingen van eind juni.

Er is nog een belangrijke zaak: ik verheug mij over de steun van het Parlement voor de prioriteit voor jongeren, die ik in de Begrotingscommissie heb aangekaart. Ik breng dit ook onder de aandacht van degenen onder u die wensen dat deze prioriteit nog verder gaat. Het subsidiariteitsbeginsel is het leidende principe. Het is niet mijn bedoeling om daar waar dit niet nodig is verantwoordelijkheden van de lidstaten over te hevelen naar de Europese Unie. Daarom is zelfbeperking noodzakelijk.

Nogmaals mijn dank voor alle opmerkingen.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten. De stemming vindt op dinsdag 15 juni 2010 plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Cătălin Sorin Ivan (S&D), schriftelijk. (RO) In de eerste plaats dank aan de rapporteur, die in een moeilijke begrotingssituatie en tegen de achtergrond van een nieuwe, nog onvaste procedure erin is geslaagd om goed samen te werken met alle fracties en rekening te houden met de verschillende gezichtspunten. Ik moet echter wel wijzen op de houding van de Commissie en de Raad ten opzichte van hun verantwoordelijkheid in de begrotingsprocedure. Het is nu juni 2010 en de ontwerpbegroting voor 2011 houdt nog geen rekening met de EDEO, houdt geen rekening met een groot deel van de nieuwe bevoegdheden van de EU na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, en houdt onvoldoende rekening met de doelstellingen van de EU 2020-strategie. Commissaris Lewandowski heeft ons een begroting beloofd die gericht is op de jeugd en op onderwijs, maar als wij kijken naar zijn ontwerpbegroting wordt Een leven lang leren, het meest belangrijke programma op dit terrein, slechts met 2 procent verhoogd. Dat is gelijk aan de inflatie van dit jaar.

 
  
MPphoto
 
 

  Angelika Werthmann (NI), schriftelijk. – (DE) De planning voor de begroting 2011 is de eerste na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon – en staat in het teken van de financiële en economische crisis. Dat komt tot uitdrukking in de uiterst smalle marges van de EU-begroting 2011, wat weer negatieve gevolgen kan hebben voor de doelen van de EU 2020-strategie. Een positief aspect is dat prioriteit wordt gegeven aan het stimuleren van de jeugd. De concrete steun, zoals deze in het begrotingsontwerp wordt voorgesteld, voldoet helaas niet aan de verwachtingen van het Europees Parlement. Juist op het gebied van de steun voor jongeren kan met relatief weinig middelen al veel worden bereikt. Ten slotte wil ik er nog op wijzen dat de 60 miljard euro die door de EU-begroting wordt gegarandeerd – na het Raadsbesluit van 9 mei 2010 – heel goed van invloed kan zijn op de begroting. Dank u wel.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid