Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2728(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

O-0080/2010 (B7-0314/2010)

Debatten :

PV 15/06/2010 - 6
CRE 15/06/2010 - 6

Stemmingen :

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 15 juni 2010 - Straatsburg Uitgave PB

6. Kwaliteit van de statistische gegevens in de Unie en grotere controlebevoegdheden van de Commissie (Eurostat) (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het debat over de mondelinge vraag (O-0080/2010) van Othmar Karas en Sharon Bowles, namens de Commissie economische en monetaire zaken, aan de Commissie, over de kwaliteit van de statistische gegevens in de Unie en grotere controlebevoegdheden van de Commissie (Eurostat) (B7-0314/2010).

 
  
MPphoto
 

  Othmar Karas , auteur.(DE) Mijnheer de Voorzitter, commissaris Rehn, dames en heren, het debat van vandaag is een belangrijk signaal dat het Europees Parlement in het huidige tijdsgewricht wil afgeven. Dat wij deze mondelinge vraag behandelen midden in het proces van het vernieuwen van Eurostat en het opstellen van de verklaring van het Europees Parlement aan de Commissie, geeft eveneens blijk van onze vastberadenheid.

Door een afzonderlijke resolutie in te dienen, geven wij als Europees Parlement aan dat wij willen dat Eurostat onafhankelijk en met een ruim mandaat opereert. Dit is het eerste directe antwoord van de wetgevers op de ervaringen in en met Griekenland. Tegelijkertijd moeten wij niet vergeten dat de Raad in 2005 het vijfpuntenplan van commissaris Almunia heeft verworpen en zo heeft gezorgd dat de Commissie niet werd voorzien van de nodige instrumenten. Wij halen nu in wat wij al eerder hadden kunnen, en moeten, doen. Dienovereenkomstig zou ik zowel de Commissie als de Raad eraan willen herinneren dat de politieke wil wel degelijk bestaat om alle instrumenten te ontwikkelen die nodig zijn om te zorgen dat de euro wordt ondersteund, niet alleen door de pijler van de monetaire unie maar ook door de pijler van de economische unie. Ik roep de Raad op deze mogelijkheid niet te blokkeren, te vertragen of te voorkomen, maar deze werkelijk aan de Commissie te gunnen.

Ook zouden wij willen weten of er nog onderzocht wordt op welke punten Eurostat en/of de lidstaten de afgelopen jaren onjuist hebben gehandeld, aangezien wij pas kunnen weten welke aanpassingen en toevoegingen er moeten worden gemaakt als wij over een heldere analyse beschikken.

Wat wil het Europees Parlement nu precies? Wij willen onafhankelijkheid, wij willen vergelijkbaarheid – en daarom willen wij minimumnormen voor het verzamelen van statistieken en minimumnormen voor de institutionele structuur van de autoriteiten en de samenwerking met de ECB. Wij willen dat alle handelingen kunnen worden gecontroleerd, en dat is de reden dat Eurostat op ieder moment een onaangekondigde controle moet kunnen verrichten. Wij willen dat de bevoegdheden ervan worden uitgebreid, omdat wij inzicht willen hebben in alle gegevens – dus ook op regionaal en gemeentelijk niveau en voor de sociale zekerheid. Wij willen een naadloze samenwerking, wij willen de coördinerende functie versterken en wij willen dat de Commissie ons, alvorens wij ons verslag afronden, vertelt of alles wat tot op heden is overeengekomen met de Raad, voldoende is. Wij geloven namelijk niet dat dit het geval is. Wij hebben het over een minimumverklaring, waarmee wordt ingehaald wat wij hebben nagelaten, zodat wij een volgende stap kunnen zetten naar meer onafhankelijkheid en uitgebreidere bevoegdheden.

 
  
MPphoto
 

  Sharon Bowles, auteur. (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Commissie economische en monetaire zaken is consequent en eendrachtig in haar standpunt dat Eurostat moet worden versterkt en we streven al een lange tijd naar statistische gegevens van hogere kwaliteit.

We kennen de geschiedenis waar de heer Karas al naar verwees. In 2005 heeft de Raad zichzelf te schande gemaakt en de kiem gezaaid voor de huidige staatsschuldproblemen door het stabiliteits- en groeipact te verzwakken en tegelijkertijd Eurostat controlebevoegdheden te ontzeggen. Met die historische achtergrond is er tijd nodig om het vertrouwen te herstellen en gebrek aan vertrouwen heeft ertoe bijgedragen dat lidstaten tijdens de recente problemen heel veel contant geld op tafel hebben moeten leggen. Woorden en politieke toezeggingen van de Raad Ecofin waren niet genoeg.

Binnenkort krijgt Eurostat dan eindelijk controlebevoegdheden en dat is nu des te meer van belang omdat dit de sleutel is tot andere doeltreffende plannen op het gebied van economisch toezicht. Het is veel beter om een instrument te hebben dat grip biedt op resultaten dan een waarmee je alleen maar grip hebt op beloften.

We willen dat de kwaliteit van gegevens wordt verbeterd en dat deze tijdig beschikbaar zijn en we willen de stroomopwaartse input in nationale rekeningen kunnen onderzoeken en wij vragen ons af of de nieuwe bevoegdheden die Eurostat krijgt, voldoende zijn. Zelfs nu heeft de Raad Ecofin enkele voorwaarden aan de nieuwe controlebevoegdheden verbonden. Deze zijn weliswaar minder beperkend dan velen van ons vreesden, maar wellicht wordt de mogelijkheid om echt vroegtijdig onderzoek te doen en in te grijpen er toch door ondermijnd.

Het verslag van het Europees Parlement steunt onvoorwaardelijke rechten voor Eurostat om zogeheten methodologische bezoeken af te leggen. Natuurlijk moeten middelen ingezet worden waar ze nodig zijn, maar onderzoek moet plaatsvinden op het moment dat er argwaan is en niet naderhand.

Tot slot nog dit: wanneer weten we dat er niet met twee maten wordt gemeten? Wat wordt er ondernomen om ervoor te zorgen dat boekhoudkundige procedures gestandaardiseerd worden en transparant genoeg zijn om activiteiten buiten de balans en allerlei andere innovatieve praktijken te ontdekken?

 
  
MPphoto
 

  Olli Rehn, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen dank ik de heer Karas, mevrouw Bowles en anderen omdat ze deze zeer belangrijke kwesties betreffende de kwaliteit van statistische gegevens en Eurostat aan de orde hebben gesteld. Ik verwelkom ook de steun die u in uw ontwerpadvies uit voor het voorstel van de Commissie tot wijziging van de verordening betreffende de toepassing van het protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (BTP).

Ik wijs erop dat dit in februari het allereerste wetgevingsvoorstel was van de tweede Commissie van de heer Barroso. Ik ben blij dat het, naar ik vertrouw, spoedig zal worden aangenomen zodat we het aan ons arsenaal kunnen toevoegen. Er was al veel eerder behoefte aan, zoals mevrouw Bowles zei.

Het oorspronkelijke voorstel hiertoe stamt uit 2005, maar dat werd toen door de lidstaten afgewezen. De tijden zijn inmiddels veranderd en er is nu brede steun voor in de Raad.

Wat dit voorstel betreft: de algemene benadering waartoe de Raad Ecofin op 8 juni, vorige week, heeft besloten, bevestigt het belang van statistische gegevens van hoge kwaliteit over staatschuld en begrotingstekort en erkent de rol van de Commissie en Eurostat voor dat doel.

In de verordening waaraan nu de laatste hand wordt gelegd, blijft het voornaamste doel van het voorstel dat de Commissie heeft ingediend, behouden, namelijk Eurostat grotere bevoegdheden te verlenen wanneer er een duidelijk ernstig risico of probleem in verband met de kwaliteit van gegevens aan het licht is gebracht. De Commissie kan de compromistekst derhalve aanvaarden.

De Commissie is van plan een aantal verdere stappen te ondernemen om de kwaliteit van Europese statistische gegevens voor de BTP te verbeteren. Er zullen onmiddellijk extra middelen worden ingezet voor het personeel dat zich met dit werk bezighoudt, in de eerste plaats door middel van een interne herschikking binnen Eurostat. De lidstaten zullen vaker worden bezocht dan nu het geval is in de vorm van de zogenoemde BTP-contactbezoeken.

De Commissie zal ervoor zorgen dat er meer informatie over brongegevens voor het samenstellen van statistische gegevens wordt opgenomen in de BTP-lijsten waarin de verordening voorziet. Mocht er sprake zijn van een uitzonderlijk geval wanneer duidelijk ernstige risico’s of problemen in verband met de kwaliteit van de gegevens aan het licht zijn gebracht, dan zal Eurostat gebruik maken van alle geldende bevoegdheden die het op grond van de nieuwe regels tot zijn beschikking heeft, waaronder natuurlijk de controlebevoegdheden.

Voordat ik afsluit, wil ik kort stilstaan bij een paar actuele kwesties aangaande Griekenland. Daarvoor wil ik van deze gelegenheid gebruikmaken en nog een minuut langer beslagleggen op uw tijd. Zoals bekend heeft de Commissie diepgaand onderzoek gedaan naar Griekse statistische gegevens over verschillende jaren. De gewijzigde verordening moet voortaan het gevaar van fraude en manipulatie van statistische gegevens of dat van andere onregelmatigheden verkleinen.

Gisteren heeft zich een nieuwe ontwikkeling voorgedaan in verband met Griekenland. Zoals u weet, heeft kredietbeoordelaar Moody’s gisteren besloten een lagere waarde toe te kennen aan Griekse obligaties. Ik heb dit ook besproken met collega Michel Barnier en de voorzitter van de Commissie. Ik moet zeggen dat het besluit van Moody’s op een verrassend en hoogst ongelukkig tijdstip komt, net nu er een overeenkomst over een macro-economisch aanpassingsprogramma is afgesloten tussen Griekenland en de Commissie, de ECB en het IMF.

Uit de maatregelen die de Griekse regering heeft genomen, blijkt haar bereidwilligheid om de strategie voor hervorming van het statistische stelsel uit te voeren, de overheidsfinanciën te stabiliseren en te werken aan het herstel van de duurzame economische groei voor de lange termijn. Het besluit van Moody’s lijkt onverenigbaar met de ontwikkeling rond de uitgifte van Griekse staatsobligaties en CDS-spreads, die sinds de overeenkomst over het programma aanzienlijk zijn beperkt. Dit roept opnieuw vragen op over de rol van kredietbeoordelingsinstellingen in het financiële systeem en de prudentiële regelgeving.

Deze en andere kwesties zullen door de Commissie in overweging worden genomen als zij nadenkt over de toekomst van kredietbeoordelingsinstellingen. De Commissie zal zich de komende maanden met name buigen over de mate van concurrentie in deze sector – voorlopig zeer gericht – en ook over de transparantie met betrekking tot methodologie en belangenverstrengeling, aangezien het systeem blijft gebaseerd op het betaler-uitgever-model.

Tot slot wil ik nog zeggen dat nauwkeurige en betrouwbare statistische gegevens over nationale rekeningen van cruciaal belang zijn. Het is een van de hoekstenen van een goed en doelmatig functionerende economische en monetaire unie, zoals de heer Karas onder anderen onderstreepte. Dit amendement inzake de bevoegdheden van Eurostat is derhalve een essentieel onderdeel van de inspanningen om de economische governance in Europa te versterken, en dat is zeker een noodzakelijke doelstelling.

 
  
MPphoto
 

  Edward Scicluna, namens de S&D-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij dat de Commissie wetgevingsvoorstellen ter ondersteuning van Eurostat heeft ingediend, die momenteel door de Commissie economische en monetaire zaken worden onderzocht.

De kwaliteit van statistische governance raakt de kern van de crisis in de eurozone. Ik twijfel er geen moment aan dat Eurostat grotere bevoegdheden moet krijgen, met name om ter plaatse inspecties te kunnen uitvoeren in de lidstaten. Maar dergelijke inspecties moeten niet worden begeleid door ambtenaren van het ministerie van Financiën van de lidstaat of door de nationale statistische instanties of zelfs door overheidsondernemingen: als de werkzaamheden daarom vragen, moeten daar academische economen, vakbonden, NGO’s en dergelijke bij worden betrokken. Dit is iets wat kredietbeoordelingsinstellingen of zelfs IMF-delegaties, altijd als vanzelfsprekend doen.

Ten tweede moet er een gemeenschappelijk boekhoudsysteem komen – dat door alle lidstaten wordt gehanteerd en dat gebaseerd is op een gestandaardiseerde en internationaal geaccepteerde boekhoudmethode die de lidstaten, de Commissie en het Parlement overeengekomen zijn. Dit systeem zou niet alleen moeten gelden voor financiële verslagen zoals deze bij de Commissie worden ingediend maar moet ook worden toegepast in de publieke sector in de lidstaten zelf.

Ruim tien jaar na de vorming van de eurozone en de invoering van de euro hebben we een aantal fundamentele gebreken in het systeem ontdekt die schade veroorzaken. Deze gebreken hebben we genegeerd, ironisch genoeg, vanwege het valse gevoel van veiligheid dat we ontlenen aan een succesvolle euro. We moeten ervoor zorgen dat markten in de toekomst de economische voorspellingen en statistieken van overheden vertrouwen. We moeten deze gebreken zien te herstellen en wel snel.

Ik dring er derhalve bij de Commissie op aan om nauw te blijven samenwerken met het Parlement en de Raad om deze problemen met spoed op te lossen.

 
  
MPphoto
 

  Sylvie Goulard, namens de ALDE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, de huidige crisis in de eurozone is natuurlijk niet toe te schrijven aan de tekortkomingen van het gemeenschappelijke statistische systeem. Toch hebben die tekortkomingen ernstige consequenties gehad. Er zijn economische consequenties, dat is al vaak gezegd, maar er zijn ook consequenties op het gebied van geloofwaardigheid van de Europese Unie. We hebben hier naar mijn mening te maken met ernstige problemen voor wat betreft de manier waarop de Europese Unie momenteel functioneert. Regeringen doen, terecht overigens, beloftes aan hun bevolking met de woorden dat ze streng zullen toezien op de wederzijdse verplichtingen, dat de voorwaarden tot in detail zullen worden bestudeerd – in de originele Duitse versie is dat drei komma null , maar diezelfde regeringen hebben jarenlang geweigerd om Eurostat de beschikking te geven over middelen om zijn werk te doen. Dit alles heeft het algemeen belang geschaad, want wat de Commissie schaadt is voor niemand goed.

Daarom staan wij volledig achter deze resolutie, waarin wordt gevraagd om onderzoeksbevoegdheden voor de Commissie, voor Eurostat, alsmede om versterking van de gemeenschappelijke normen. Zonder deze poging tot striktheid bij het gebruiken en verzamelen van gegevens, zullen de beloften van striktheid niet gehouden kunnen worden. De burgers zullen steeds meer de weg kwijt raken en de Europese Unie zal gezichtsverlies lijden.

 
  
MPphoto
 

  Franz Obermayr (NI).(DE) Mijnheer de Voorzitter, het debat inzake de uitgebreidere bevoegdheden van Eurostat raakt niet echt aan de kern van het probleem. Uiteraard mogen wij nooit meer in de situatie geraken waarin een lidstaat een spelletje speelt met zijn begrotingsgegevens en ten koste van anderen jarenlang meer uitgeeft dan het land zich kan permitteren. Als er reden is om aan de gegevens te twijfelen, moeten deze ook worden gecontroleerd. De EU moet Griekenland en de huidige crisis met de euro echter niet als excuus gebruiken om de bevoegdheden van de begrotingsautoriteiten van de lidstaten geheel weg te nemen.

De sociaaleconomische structuren van de lidstaten verschillen in sommige gevallen zeer. Zelfs Eurostat, dat jongleert met de cijfers voor de EU, moet dit beseffen. Een werkloze in Londen is niet hetzelfde als een werkloze in Parijs, omdat er nu eenmaal per stad verschillende criteria gelden. De verschillen tussen de sociaaleconomische realiteiten van de landen met een van oudsher harde valuta en de landen met een van oudsher zachte valuta, zijn nog opvallender.

Eurostat moet de mythe van vergelijkbaarheid niet koste wat kost in stand willen houden. Er zou juist fundamenteel anders moeten worden gedacht over de vergelijkbaarheid van de landen in de eurozone.

 
  
MPphoto
 

  Anni Podimata (S&D). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, allereerst zou ik mijn volledige voldoening willen uitspreken over het commentaar dat u zo-even gaf bij de plotse en ongegronde beslissing van het ratingbureau Moody’s om de kredietwaardigheid van Griekenland lager te beoordelen, een beslissing die u beschreef als ongelukkig getimed en inconsequent. Daarmee bevestigt u dat wij terecht het werkingskader van zulke bureaus op Europees grondgebied grondig onder de loep nemen en ernstig de mogelijkheid bekijken om een Europees openbaar ratingbureau op te richten.

Wat het debat van vandaag en het voorstel tot herziening van de regelgeving over de kwaliteit van statistische gegevens in de procedure bij buitensporige tekorten betreft: we weten allemaal dat dit een uitloper is van de zogenaamde “Griekse affaire” van vervalste statistieken.

Als Grieks lid van het Europees Parlement voel ik mij uiteraard niet gelukkig dat Griekenland in een dergelijk debat wordt gebruikt als een voorbeeld van hoe het niet moet. Ik wil er echter aan herinneren – en u deed dat eerder ook al, commissaris – dat het Griekenland zelf was, dat wil zeggen de huidige Griekse regering, dat als eerste het probleem heeft erkend en onmiddellijk radicale beslissingen heeft genomen om dit te verhelpen, eerst en vooral door de nationale statistische dienst om te vormen tot een volledig onafhankelijke instelling onder het toezicht van het parlement, en ten tweede door een onderzoekscomité op te richten om deze onaanvaardbare procedure te onderzoeken en vast te stellen wie hiervoor verantwoordelijk was.

Wij moeten echter toegeven dat dit debat op Europees niveau aan de late kant is, omdat er al sinds 2005 voldoende aanwijzingen zijn die ons hadden moeten mobiliseren.

 
  
MPphoto
 

  Dimitar Stoyanov (NI).(BG) Ik wil het debat in een iets meer praktische richting sturen, omdat de commissaris vorige week verklaarde dat er een speciale controle van Eurostat zal plaatsvinden op de statistische gegevens die de Commissie van Bulgarije heeft ontvangen.

Helaas is uit de verklaring van de heer Rehn niet duidelijk gebleken waarom een dergelijke controle nodig is, en daarom wil ik nu van de gelegenheid gebruik maken om hem een vraag te stellen.

Welke criteria leidden ertoe dat de meest stabiele lidstaat van de Balkan voor deze controle werd aangewezen, terwijl alle andere lidstaten op de Balkan in ernstige problemen verkeren? Wat voor criteria deden u ertoe besluiten dat er uitgerekend in Bulgarije een controle moet plaatsvinden? Is hier wellicht sprake van de macht der gewoonte, omdat u voorheen met zaken rond uitbreiding was belast?

Nog maar kortgeleden zei u dat het hoogst ongelukkig is dat Moody’s de kredietwaardigheid van Griekenland naar beneden heeft bijgesteld. Maar realiseert u zich wel dat als u dergelijke uitspraken in het openbaar rondstrooit, ook de kredietwaardigheid van Bulgarije vrijwel direct omlaag kan gaan en dat u dan geen enkele reden hebt om boos te zijn op Moody’s? Nee, dan zult u boos moeten worden op zichzelf.

 
  
MPphoto
 

  Olle Ludvigsson (S&D).(SV) Mijnheer de Voorzitter, er bestaan eenvoudige maatregelen die moeten worden genomen om in de EU economische stabiliteit te creëren. Een van de eenvoudigste maar tegelijk belangrijke maatregelen is het verbeteren van de kwaliteit van de economische statistische gegevens. Op dat gebied is het best mogelijk om relatief snel aanzienlijke verbeteringen tot stand te brengen. Daarom ben ik ingenomen met de positieve signalen van de Commissie en de Raad. Ik hoop dat er snel overeenstemming kan worden bereikt over een pakket effectieve maatregelen waarmee de kwaliteit van de statistische gegevens naar een hoger niveau wordt getild.

Ik denk dat we de rol en bevoegdheden van Eurostat moeten versterken. Eurostat moet blijven samenwerken met de nationale instanties die belast zijn met het opstellen van statistische gegevens, maar de hiërarchie en de besluitvormingsniveaus moeten duidelijker worden. Eurostat moet correcte nationale gegevens kunnen eisen en zowel sancties kunnen opleggen als bijzondere inspecties kunnen uitvoeren als de kwaliteit onvoldoende is.

Betere statistische gegevens vergen meer middelen. Het is belangrijk dat we inzien dat betere kwaliteit meer investeringen op dat gebied vergt. We moeten een plan opstellen voor Eurostat. De capaciteit van Eurostat moet worden uitgebreid en we moeten ervoor zorgen dat de begroting die capaciteitsuitbreiding mogelijk maakt. Het baart me zorgen dat de statistische gegevens in de lopende besluitvormingsdiscussies tot dusver geen prioriteit zijn geweest. Ik hoop dat de grotere investering er komt.

 
  
MPphoto
 

  Andreas Mölzer (NI).(DE) Mijnheer de Voorzitter, wij weten allemaal dat het wijzigen van de regelgeving ten aanzien van de kwaliteit van de statistische gegevens in de context van de buitensporigtekortprocedure een bijzonder belangrijke en urgente maatregel vormt gezien de huidige problemen met de meeste nationale begrotingen van de lidstaten. Zonder exacte en duidelijke gegevens kunnen wij moeilijk nadere maatregelen overeenkomen en doorvoeren. In dat opzicht zal er een controlemechanisme moeten worden ingevoerd, waarmee de door nationale autoriteiten ingediende gegevens tijdig kunnen worden geverifieerd. Hoe dan ook, wij mogen nooit meer in een situatie terechtkomen – zoals is gebeurd bij Griekenland – waarin het pas achteraf duidelijk wordt dat beslissingen met verreikende gevolgen zijn genomen op basis van onjuiste of vervalste gegevens. Ook moeten wij sancties overwegen voor lidstaten die bewust onjuiste gegevens of statistieken verstrekken. De versterking van Eurostat en de uitbreiding daarvan tot onafhankelijke autoriteit moet daarom hoe dan ook worden overwogen. Dit gaat helemaal niet om bemoeizucht ten aanzien van de begrotingsautoriteiten van de lidstaten, maar juist om het invoeren van doelmatige controles op de gegevens.

 
  
MPphoto
 

  Liisa Jaakonsaari (S&D). (FI) Mijnheer de Voorzitter, naar mijn mening mogen wij de Commissie dankbaar zijn voor het feit dat zij in deze zaken zo snel vooruitgang boekt. Nog maar enkele maanden geleden werd bijvoorbeeld het bekijken van de statistische gegevens van een land al beschouwd als aantasting van de nationale soevereiniteit. Toen werd dat bijna voor onmogelijkheid gehouden en nu zijn wij al zo ver gekomen. Het is uitstekend dat de bevoegdheden van Eurostat worden uitgebreid. Europa zou in een soort morele crisis zijn beland als men als het ware alleen vanuit de ooghoeken had kunnen volgen dat de statistieken worden vervalst.

Ik ben het met mijn collega, mevrouw Podimata, eens dat men nu moet ophouden met het belachelijk maken van Griekenland. Griekenland moet worden gerespecteerd voor het nemen van enkele zeer harde maatregelen. Ook de burgers daar zouden betere toegang moeten krijgen tot statistische gegevens en algemene informatie over de economie.

 
  
MPphoto
 

  Olli Rehn, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik dank u voor een zeer substantieel debat en uw steun voor dit voorstel om de bevoegdheden van Eurostat uit te breiden. Ik moet zeggen dat ik het met mevrouw Jaakonsaari eens ben dat we de afgelopen maanden getuige zijn geweest van een transformatie – een echte culturele omslag – wat betreft de houding ten opzichte van economische beleidscoördinatie in Europa.

De aanneming van dit voorstel vormt een van de hoekstenen bij onze inspanningen om onze economische en monetaire unie te versterken. Er zijn verschillende punten aan de orde gebracht met betrekking tot Griekenland en Bulgarije en ik zou graag op enkele van de vandaag besproken kwesties willen reageren en een en ander willen toelichten. Wat Griekenland betreft: ik zal niet ingaan op de lange geschiedenis van dit drama. Ik ben het eens met degenen die zeggen dat het oneerlijk is om op Griekenland te blijven inhakken, omdat Griekenland nu op het goede spoor is en het zijn programma effectief ten uitvoer legt. In plaats van voordurende kritiek verdient Griekenland krediet en steun. Op het gebied van de statistische hervormingen werken we samen met de Griekse autoriteiten. We hebben afgelopen winter en voorjaar talrijke bezoeken afgelegd en zijn onlangs een actieplan overeengekomen dat erop gericht is de capaciteit van het Griekse statistische systeem te vergroten en de statistieken van de Griekse overheidsfinanciën te verbeteren.

Wat Bulgarije betreft, hebben onze zorgen vooral te maken met twee aspecten van de begrotingsraming. Ik vertrouw erop dat in ieder geval de Bulgaarse leden van het Europees Parlement luisteren naar mijn toelichting op de procedure bij buitensporige tekorten en de statistische problemen van Bulgarije.

Ten eerste werd de Commissie pas laat door Bulgarije op de hoogte gesteld van de forse herziening van de begrotingsvooruitzichten en dat is in strijd met de verplichtingen krachtens het Verdrag. Ten tweede hebben we geen informatie over de reden waarom Bulgarije zijn evenwichtige begroting die voor 2010 was gepland, in enkele weken tijd heeft omgezet in een begroting met een tekort van 3,8 procent, hoewel de macro-economische omstandigheden ongewijzigd zijn gebleven of zelfs zijn verbeterd. Derhalve is de Commissie momenteel niet in staat om een beoordeling van de Bulgaarse begrotingsplannen voor dit jaar uit te voeren.

De geplande missie van Eurostat naar Bulgarije die voorzien is voor de tweede helft van dit jaar, zal zich niet bezighouden met de verschillen en vragen met betrekking tot de vooruitzichten voor 2010. Dit is geen statistische kwestie. In plaats daarvan zal Eurostat zich concentreren op potentiële risico’s in verband met oude gegevens over de procedure bij buitensporige tekorten, ofwel de BTP, voor het jaar 2009 met betrekking tot niet eerder bekendgemaakte contractuele verplichtingen van de overheid.

Ik ben u zeer erkentelijk voor uw aandacht voor deze belangrijke kwesties, die ook van invloed kunnen zijn op de marktpositie van Bulgarije. Volgens de door de Bulgaarse autoriteiten verstrekte informatie worden de interne begrotingscontroles pas halverwege de zomer afgerond. Eurostat zal de uitkomst van dergelijke controles gebruiken in het kader van het geplande BTP-bezoek aan Bulgarije. Afhankelijk van het tempo waarin de herziene verordening, die Eurostat grotere bevoegdheden verleent, wordt aangenomen, kan Eurostat tijdens zijn werkzaamheden, waar nodig, van deze bevoegdheden gebruik maken.

Dames en heren, ik dank u nogmaals voor uw aandacht en met name voor uw brede en krachtige steun voor ons voorstel, het allereerste wetgevingsvoorstel van de tweede Commissie-Barroso. De aanneming ervan is essentieel voor het doelmatig functioneren van de economische en monetaire unie.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Dank u wel, commissaris, en dank u voor uw vriendelijke woorden aan ons adres, al hebben we er niet aandachtig genoeg naar geluisterd. Ik vind het betreurenswaardig dat een betoog van iemand die in dit Huis het woord voert, wordt verstoord door handelingen, zoals een rondje applaus, die niets te maken hebben met het onderwerp ter zake en de toespraak in het kader van ons debat.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt woensdag 16 juni 2010 plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Enikő Győri (PPE), schriftelijk. – (HU) Tijdens het debat van vandaag moet het Europees Parlement een standpunt innemen over een zeer belangrijk onderwerp, namelijk in welke richting we het systeem voor statistische gegevensverstrekking zoals dat nu onder Eurostat functioneert, moeten transformeren, om in de toekomst situaties zoals het Griekse schandaal te kunnen voorkomen. Ik wil u eraan helpen herinneren dat het Griekse bedrog al in 2004 aan het licht was gekomen, en in dezelfde periode sjoemelde de socialistische Hongaarse regering ook met de cijfers. Desondanks heeft de Europese Unie sindsdien geen effectieve stappen ondernomen om het systeem van statistische gegevensverstrekking te hervormen. Ik zie het als een stap in de goede richting dat de Commissie Eurostat de bevoegdheid wil geven om audits uit te voeren, maar ik ben ervan overtuigd dat we hoe dan ook verder moeten gaan dan dat, want inmiddels staat de toekomst van onze gemeenschappelijke munt op het spel. Wat zie ik als een mogelijke volgende stap? Volgens mij zouden in de procedure voor buitensporige tekorten niet alleen aan lidstaten sancties moeten worden opgelegd die stelselmatig hun verplichting niet nakomen om het criterium van Maastricht – een begrotingstekort van 3 procent – te halen, maar ook aan de lidstaten die jarenlang met onjuiste statistische gegevens beleggers en de Europese Unie hebben misleid, en daarmee de stabiliteit van de eurozone in gevaar brengen. Ik ben het eens met de benadering dat de werknemers van nationale bureaus voor de statistiek persoonlijke verantwoordelijkheid moeten dragen voor de kwaliteit van de gegevens die aan Eurostat worden geleverd. Daarom stel ik voor dat we, met inachtneming van de werkzaamheden die plaatsvinden in de werkgroep van de Raad onder leiding van Herman van Rompuy, de Commissie oproepen een veel strikter systeem van sancties uit te werken dan we nu hebben.

 
  
  

VOORZITTER: JERZY BUZEK
Voorzitter

 
Juridische mededeling - Privacybeleid