De Voorzitter. − Aan de orde is het debat over zeven ontwerpresoluties over Venezuela, met name het geval van Maria Lourdes Afiuni(1).
Santiago Fisas Ayxela, auteur. − (ES) Mevrouw de Voorzitter, rechter Afiuni heeft op basis van de Venezolaanse wet en na advies van de VN-werkgroep inzake willekeurige detentie Eligio Cedeño voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Hiervoor heeft men haar opgesloten in een zwaar beveiligde gevangenis, en wel onder levensgevaarlijke omstandigheden. President Chávez heeft openlijk de procureur-generaal gevraagd de maximale straf toe te passen en hij heeft er zelfs bij de nationale vergadering op aangedrongen een wet aan te nemen die dit soort gedrag zwaarder zal straffen en met terugwerkende kracht in werking zal treden.
Amnesty International en de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de rechten van de mens hebben al uiting gegeven aan hun grote bezorgdheid.
Dames en heren, dit is geen alleenstaand geval. Integendeel, het is een toonbeeld van een stuurloos, autocratisch en autoritair regime dat, onder de schijn van democratische verkiezingen, de andersgezinde media de mond snoert, zaken in beslag laat nemen, politieke tegenstanders laat arresteren en geen respect toont voor de mensenrechten of de rechtsstaat.
Daarom roepen wij op tot de onmiddellijke vrijlating van rechter Afiuni.
Renate Weber, auteur. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, opnieuw hebben we het in dit Parlement over de situatie in Venezuela – niet omdat we dat zo graag willen, maar omdat het moet.
De zaken zijn er niet op vooruitgegaan sinds onze laatste resolutie, integendeel. De notie van een rechtsstaat verdwijnt nu geheel en al door de enorme druk die er op rechters en de rechterlijke macht uitgeoefend wordt, en dat heeft gevolgen voor de uitoefening van een groot aantal mensenrechten, van de vrijheid van meningsuiting – vooral in de media – tot de onaantastbaarheid van eigendom.
Artikel 26 van de Venezolaanse grondwet stelt in alle duidelijkheid dat de rechtspraak onafhankelijk is en de president de waarborg van de onafhankelijkheid hoort te zijn. Desondanks gaat president Hugo Chavez er steeds meer toe over de openbare aanklagers en de rechters in zijn openbare toespraken gewoonweg voor te schrijven wat ze te doen en te zeggen hebben.
Verscheidene rechters zijn al het slachtoffer van dit presidentiële gedrag geworden. Sommigen zijn uit hun ambt ontheven, anderen hebben het land verlaten. Het geval van rechter Maria Lourdes Afiuni is slechts het meest recente in een lange reeks, en het meest prominente, omdat hier een rechter gevangen gezet en in staat van beschuldiging gesteld werd vanwege een vonnis dat zij velde. Hoe kunnen de rechters die haar zaak behandelen ooit tot een onafhankelijk oordeel komen als de president van het land het proces en de weging van het bewijsmateriaal niet afwacht, maar rechter Afiuni publiekelijk een bandiet noemt en de hoogst mogelijke straf eist?
Mevrouw Afiuni heeft de afgelopen zeven maanden doorgebracht in een oord waar haar lichamelijke integriteit en zelfs haar leven in gevaar is. Ze deelt haar gevangenis met meer dan twintig vrouwelijke gedetineerden die ze in de loop der jaren wegens zeer ernstige delicten heeft veroordeeld. Het lijdt geen twijfel dat het besluit haar daar onder te brengen genomen is om haar te vernederen en bang te maken.
Omdat ik niet veel heil verwacht van de Venezolaanse rechtbanken, ben ik zo vrij om president Chavez te vragen toe te stemmen in haar vrijlating.
(ES) President Chávez, rechter Afiuni moet onmiddellijk vrijgelaten worden. Ze moet onverwijld een eerlijk, van alle garanties voorzien proces krijgen, zodat zij de kans krijgt om te reageren op de beschuldigingen van het Openbaar Ministerie. Dat zou niet alleen een rechtvaardige beslissing zijn van u, maar ook een opvallend menslievend gebaar.
Véronique De Keyser, auteur. − (FR) Mevrouw de Voorzitter, gaat het in de zaak-Maria Lourdes Afiuni in Venezuela om de strijd tegen corruptie, volgens de officiële lezing, of om de vervolging van een politieke tegenstander, volgens de versie van Simon Romero, correspondent van de New York Times?
Deze vraag moet zonder meer worden gesteld, omdat deze combinatie wel vaker voorkomt bij autoritaire regimes. Mijn fractie heeft echter haar handtekening onder het compromis ingetrokken en zal nu met een eigen resolutie komen. Beste collega’s, ik denk dat u te ver bent doorgeschoten, en ik wil dit geval, dat naar mijn mening inderdaad moet worden opgehelderd, niet gebruiken om het hele Venezolaanse regime met de grond gelijk te maken, wat u, naar ik uit uw woorden opmaak wel wilt doen.
Waar gaat het om? Rechter Afiuni heeft in een buitengewone procedure toestemming verleend voor de vrijlating van een bankier die wordt beschuldigd van diefstal van 27 miljoen dollar van een staatsinstelling op basis van een vals invoercontract. Na deze vrijlating is zij gearresteerd en gevangengezet. Het klopt dat de detentieomstandigheden erbarmelijk zijn, zoals in alle Venezolaanse gevangenissen. Maar we hebben het hier niet in de eerste plaats over gevangenissen. En dit maakt van de rechter nog geen mensenrechtenactiviste – zij heeft zich hier nog nooit over uitgelaten.
Net zoals u wil ik een eerlijk en snel proces met alle waarborgen voor de verdediging, voortzetting van de strijd tegen corruptie binnen het gerechtelijk apparaat en een strikte scheiding tussen de uitvoerende en de rechterlijke macht. Hierin ben ik het met u eens, maar niet met de rest.
Raül Romeva i Rueda, auteur. − (ES) Mevrouw de Voorzitter, ik ben het eveneens eens met mevrouw De Keyser. Toen men ons enkele dagen gelden vroeg om deze kwestie als een urgentie te behandelen, heb ik gezegd dat de specifieke kwestie van mevrouw Afiuni aandacht verdient. Misschien hoeft dat niet in de vorm van een urgentieresolutie te zijn. Misschien kan het in de vorm van een brief zijn die we door verschillende afgevaardigden laten ondertekenen en waarin we blijk geven van onze bezorgdheid. In die brief verzoeken we de Venezolaanse president, of zouden we hem moeten verzoeken en blijven verzoeken dat de juridische garanties tijdens elk proces gewaarborgd worden, ook in het geval van rechter Afiuni.
Dat was de intentie, en daarom heeft onze fractie eveneens een ontwerpresolutie ingediend waarin we enkele punten naar voren brengen die overeenkomen met enkele van de hier geuite standpunten, standpunten die we mijns inziens niet mogen vergeten.
Wat we echter tijdens dit proces hebben gemerkt is dat er, naast een resolutie over dit specifiek geval van mensenrechtenschending of de specifieke situatie waarin de rechter zich nu bevindt, er ook dingen worden beweerd vanuit de invalshoek van de Venezolaanse oppositie.
Het is niemand ontgaan dat er binnenkort verkiezingen zijn. En het zal niemand ontgaan zijn dat deze resolutie politiek − politiek! − gebruikt zal worden in Venezuela.
Ik heb voor mezelf duidelijk uitgemaakt dat ik geen enkele politieke affiniteit heb met of sympathie voel voor de heer Chávez. Geen enkele. Maar ik wil ook niet dat dit Parlement gebruikt wordt door de oppositie in hun campagne. Zij wenden momenteel dit specifieke geval aan om een heel beleid in diskrediet te brengen, en hoewel men daarmee min of meer akkoord kan gaan, moeten ze dit uitvechten op het politieke vlak. En dat is dus niet het debat dat we vandaag gaan voeren. Dat zouden we binnen een andere context moeten bespreken, maar niet vandaag, niet hier, niet nu.
De resolutie over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat heeft een zeer specifiek mandaat en een zeer specifiek doel en deze ruimte is al meermaals gebruikt voor andere zaken die niets te maken hebben met de eigenlijke, specifieke klachten over schendingen van de mensenrechten. Ik denk dat het tijd wordt dat alle Parlementsleden en fracties hier eens goed over nadenken, in het belang van de mensenrechten.
Charles Tannock, auteur. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, er lijken geen grenzen te zijn aan de demagogie van president Hugo Chavez. Inmiddels heeft hij zijn pijlen gericht op de onafhankelijkheid van de rechtspraak, een volgend obstakel dat hij in zijn streven naar absolute macht uit de weg wil ruimen. In de aanhouding en detentie van rechter Maria Lourdes Afiuni Mora hebben we zijn meest schaamteloze poging tot nu toe gezien om andersdenkenden het zwijgen op te leggen en de scheiding der machten en de rechtsstaat te ondermijnen.
Ik zou werkelijk niet weten waar mevrouw Afiuni de hoop op een eerlijk proces vandaan zou moeten halen. Chavez heeft haar al een bandiet genoemd, haar van corruptie beschuldigd en gezegd dat ze een gevangenisstraf van dertig jaar zou moeten krijgen. Hij heeft verder gezegd dat Simón Bolivar haar zou hebben laten executeren, een bijzonder gevaarlijke uitspraak in een land met een steeds dictatorialer regime en naar mijn mening een onverantwoordelijke aansporing tot geweld.
Toch kan Chavez zich een dergelijk gedrag nog steeds permitteren, omdat hij hysterische kritiek op de Verenigde Staten blijft uiten. Daarmee maakt hij zich geliefd bij een groot deel van links in Europa en in dit Parlement. Deze ongerijmdheid staat nog altijd een gezamenlijke inspanning van de EU in de weg om de alarmerende trend richting totalitarisme in Venezuela aan de kaak te stellen.
(Applaus)
Bernd Posselt (PPE). – (“Blauwe kaart”-vraag aan Raül Romeva i Rueda overeenkomstig artikel 149, lid 8, van het Reglement) (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik wil de heer Romeva graag vragen of hij ervan op de hoogte is dat in het Reglement niet alleen naar de mensenrechten wordt verwezen, maar dat ook de democratie en de rechtsstaat onderwerp van dit debat zijn. Tevens zou ik graag vernemen of hij weet dat de heer Chávez een gevaar voor de democratie en de rechtsstaat is?
Raül Romeva i Rueda, auteur. − (ES) Geachte heer Posselt, het is een kwestie van prioriteiten. Twee maanden geleden hebben we precies dezelfde kwestie besproken, naar aanleiding van een urgentieresolutie over Venezuela. Wat ik wil zeggen is dat we duidelijk moeten zijn over wat belangrijk is en wat onze prioriteiten zijn. Als we in de Commissie buitenlandse zaken een debat moeten houden over Venezuela, laten we dat dan doen, maar laten we deze vergadering niet gebruiken om ons bezig te houden met zaken die niets te maken hebben met het op een fundamentele, concrete en gepaste wijze aan de kaak stellen van schendingen van de mensenrechten.
Joe Higgins, auteur. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, met deze resolutie, die zogenaamd de mensenrechten in Venezuela tot onderwerp heeft, geven de rechtse partijen in dit Parlement blijk van een ongelooflijke hypocrisie. Het ware doel is niet de mensenrechten te verdedigen maar de regering van Hugo Chavez in Venezuela een beetje sneller uit het zadel te lichten en ruggensteun te geven aan de rechtse, het grootkapitaal dienende oppositie in dat land, die nog steeds grote delen van de media, de industrie en de grond in handen heeft en ook uit lieden bestaat die nog geen tien jaar geleden een poging tot een openlijke staatsgreep deden.
De regering-Chavez heeft een aantal vooruitstrevende maatregelen genomen, die verbetering hebben gebracht in de levensomstandigheden van de allerarmste lagen van de bevolking. Daarmee keerde Chavez zich echter tegen het neoliberale economische beleid dat de Europese Unie en de Verenigde Staten aan veel landen in Zuid-Amerika opgedrongen hebben: deregulering, liberalisering en privatisering van de economie, wat bovenal ten goede komt aan de multinationals die hun zetel in de EU en de Verenigde Staten hebben. Dat is de reden voor deze lastercampagne
Ik sta erop dat deze rechter, mevrouw Afiuni, en alle gevangenen in Venezuela met respect behandeld worden en een in alle opzichten eerlijk proces krijgen. Net als een aantal socialistische collega’s in Venezuela, zoals die van Socialismo Revolucionario, heb ik grote moeite met bepaalde aspecten van het Chavez-beleid: een toenemende neiging tot bureaucratisering en een stalinistisch aandoende tendens om oppositie van links en uit de arbeidersbeweging in Venezuela te misbruiken en discrediteren. Wij willen dat de belangrijkste natuurlijke hulpbronnen in Venezuela in publieke hand komt, maar dan wel onder echt arbeiderszelfbestuur. Zo kan de basis gelegd worden voor een welvaarts- en voorzieningenniveau dat hoog genoeg is om de levensomstandigheden van de grote meerderheid van de mensen in Venezuela echt te verbeteren, een eind te maken aan ernstige misstanden als armoede en misdaad, maar ook om volledige democratische en sociale rechten voor iedereen mogelijk te maken.
Bogusław Sonik, namens de PPE-Fractie. – (PL) Mevrouw de Voorzitter, in deze zaal stellen wij onszelf regelmatig de vraag die wij ook in onze kiesdistricten gesteld krijgen: hoe effectief is uw werk op het gebied van de bescherming van de mensenrechten? Als ik een communistische collega hier hoor beweren dat wij hier met onze toespraken een regime omver kunnen werpen, ben ik zeer verheugd en wens ik dat de dictatoriale regimes in Belarus, Zimbabwe en overal waar mensen lijden onder een dergelijk bewind, allemaal vallen dankzij de geluiden uit deze zaal.
De houding van mevrouw De Keyser en de heer Romeva i Rueda vervult mij met droefheid. Twee maanden geleden heeft u precies hetzelfde gezegd, namelijk dat dit niet de plaats en tijd is om over Venezuela te discussiëren. Maar dit is wel degelijk de plaats en tijd. We moeten deze mensen beschermen, ongeacht de verschillen in politieke kleur. President Chavez en het door hem gecontroleerde apparaat vervolgen en vernederen doorlopend vertegenwoordigers van de democratische oppositie. In dit verband eis ik de vrijlating van rechter Afiuni en doe ik een beroep op de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid om een petitie – ik rond nu af – te richten aan de Venezolaanse autoriteiten, waarin de Europese Unie haar bezorgdheid uit over de schending van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat in dit land.
Anneli Jäätteenmäki, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben blij dat het Europees Parlement de zaak van rechter Afiuni op de agenda gezet heeft en zijn stem verheft tegen schendingen van de mensenrechten in Venezuela.
Ik doe bovendien een beroep op de Venezolaanse regering om het volk van Venezuela te respecteren, evenals de internationale handvesten inzake mensenrechten, en echte stappen te zetten in de richting van een ware democratie waarin de mensenrechten en de rechtsstaat nu en in de toekomst geëerbiedigd worden.
Het trieste geval van rechter Afiuni herinnert weer eens aan de negatieve houding van Venezuela tegenover de mensenrechten. De detentie van mevrouw Afiuni is een schending van haar fundamentele persoonlijke rechten en betekent een zeer ernstige bedreiging voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.
Eija-Riitta Korhola (PPE). - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de laatste keer dat wij hier over de voortdurende aftakeling van de democratie in Venezuela hebben gesproken, was een halfjaar geleden. De ongunstige ontwikkelingen die zich in de democratie voordoen, komen vooral tot uiting in de aanvallen van de regering op de pers, de vrijheid van internet en het sluiten van kranten, radiozenders, websites en televisiestations. Wij kennen waarschijnlijk niet alle feiten maar wij moeten wel de principiële problemen van de situatie onder ogen zien. In zijn openlijke vervolging van Afiuni heeft president Chávez een rol op zich genomen waarin hij de onafhankelijkheid van het rechtssysteem aanvalt, terwijl hij de belangrijkste beschermer ervan zou moeten zijn.
Scheiding der machten is de basis van een democratische rechtsstaat, en mediavrijheid is van wezenlijk belang voor de democratie en de eerbiediging van de fundamentele vrijheden. Een vrije, openbare uiting van meningen en gedachten is een waarborg voor deelname aan het democratische proces en maakt vrije en eerlijke verkiezingen en een goed bestuur mogelijk. Hopelijk is iedereen hier dezelfde mening toegedaan.
Monica Luisa Macovei (PPE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, dat de democratie in Venezuela in gevaar is, blijkt ook uit een ander geval waarin de regering de vrijheid van meningsuiting aan banden legt en haar greep op het maatschappelijk middenveld vergroot.
Een recent voorval, dat gevolgen had voor de gehele regio, was de poging die Venezuela in juni 2010 ondernam om een ontwerpresolutie van de Organisatie van Amerikaanse Staten over participatie van het maatschappelijk middenveld te amenderen. Venezuela wilde die participatie onderwerpen aan nationale wetgeving. Welke kwalijke gevolgen dat kan hebben, is al eerder gebleken. Een vergelijkbare clausule in het verdrag tot uitvoering van het Inter-Amerikaans Verdrag tegen corruptie is door Venezuela aangegrepen om ngo’s te beletten ruchtbaarheid te geven aan corruptie in dit land.
De Commissie en de Raad dienen krachtige en openlijke steun aan het maatschappelijk middenveld in Venezuela te geven en de op handen zijnde parlementsverkiezingen zeer nauwkeurig in de gaten te houden. De legitimiteit van het volgende Venezolaanse parlement is cruciaal in deze tijden van uitholling van de democratie. Ten slotte zou ik mij aan willen sluiten bij de oproep om de rechter vrij te laten.
Corina Creţu (S&D). – (RO) Ik wil opnieuw zeggen dat bescherming van de mensenrechten altijd een prioriteit voor ons is geweest en dat altijd zal blijven. Daarom zijn wij natuurlijk bezorgd over de omstandigheden waaronder dergelijke processen worden gevoerd en over de detentieomstandigheden.
Ik ben van mening dat we moeten zorgen dat het proces eerlijk, transparant en in overeenstemming met de fundamentele normen van de rechtsstaat wordt gevoerd. Tegelijkertijd denk ik niet dat wij dergelijke zaken, waarmee we niet altijd goed bekend zijn, moeten gebruiken als voorwendsel voor interne politieke strijd.
Miroslav Mikolášik (PPE). - (SK) De manier waarop president Chávez zijn scepter over Venezuela zwaait, is mij een gruwel. Zijn linkse manier van regeren doet mij denken aan de ergste communistische regimes in Midden- en Oost-Europa voor de val van de muur van Berlijn.
Maria Lourdes Afiuni is wederrechtelijk gevangen genomen en haar grondrechten, waaronder haar recht om vrij recht te spreken, zijn met de voeten getreden. Met deze kwestie is duidelijk aangetoond dat de rechtspraak allesbehalve onafhankelijk is en dat Venezuela en Chávez de democratie volledig aan hun laars lappen.
Gabriel Mato Adrover (PPE). – (ES) Mevrouw de Voorzitter, het is niet de eerste keer dat ik iets zeg over de betrekkingen met Venezuela en de schending van de rechten in dit prachtige land, en ik vrees dat het niet de laatste keer zal zijn.
Tijdens mijn vorige bijdrage heb ik het gehad over journalisten. Vandaag heb ik het over rechters, zoals rechter Afiuni, en over burgers die, zoals de duizenden Canariërs die daar wonen, alleen maar in alle vrijheid en vrede hun leven willen leiden. De burgers willen gewoon hun land en hun zaken beschermen zonder zich voortdurend te moeten afvragen wat er morgen zal gebeuren.
Voor velen was Venezuela een veilige toevluchtshaven. Vandaag is het echter een land waar de vrijheid van meningsuiting en andere vrijheden en rechten nog slechts een herinnering zijn. Vandaag hebben we het hier over de mensenrechten en de personen die ze overtreden. Hierbij betuigen wij dan ook onze steun aan rechter Afiuni en aan allen die in Venezuela wonen, en drukken we onze hoop uit dat de politieke vrijheden zullen terugkeren.
Kristalina Georgieva, lid van de Commissie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de EU volgt de ontwikkelingen in Venezuela op de voet en ik moet u zeggen dat wij de zorgen delen die hier geuit zijn over de omstandigheden waaronder rechter Maria Lourdes Afiuni is aangehouden en gevangen gezet en over de verklaringen die de Venezolaanse autoriteiten na de aanhouding hebben afgegeven.
Het is in dit verband belangrijk te weten dat de speciale VN-rapporteur inzake de onafhankelijkheid van rechters en advocaten, evenals de VN-werkgroep inzake willekeurige detentie, de aanhouding van mevrouw Afiuni een zeer verontrustende aanslag op de onafhankelijkheid van de rechtspraak genoemd heeft. VN-deskundigen hebben daaraan toegevoegd dat de represaillemaatregelen wegens uitoefening van grondwettelijke rechten en intimidatie van de rechterlijke stand en advocaten geen ander doel dienden dan de ondermijning van de rechtsstaat en de belemmering van de rechtsgang. Daarom hebben zij de onmiddellijke vrijlating van mevrouw Afiuni een absolute noodzaak genoemd. De Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten heeft een beschermende maatregel voor haar uitgevaardigd, waarin wordt gewezen op de verantwoordelijkheid voor de bescherming van haar leven en fysieke integriteit, alsook op de noodzaak haar naar een veilige plaats over te brengen. Hoewel de Venezolaanse autoriteiten hebben gemeld dat zij gescheiden wordt gehouden van de algemene gevangenispopulatie, zit zij, zoals hier al gememoreerd is, nog steeds achter de tralies in de INOF-vrouwengevangenis, mogelijk met gedetineerden die zij veroordeeld heeft.
In onze dialoog met de Venezolaanse autoriteiten hebben wij er altijd op aangedrongen dat zij hun internationale verplichtingen en toezeggingen betreffende de mensenrechten volledig nakomen, inclusief de vrijheid van meningsuiting, bescherming van de rechtsstaat en bovenal bescherming van de onafhankelijkheid van de rechtspraak. Al deze punten zijn met nadruk naar voren gebracht in onze dialoog met de Venezolaanse autoriteiten, en hoewel die volhouden dat de detentie van mevrouw Afiuni in overeenstemming is met de nationale wetgeving, achten wij dit, afgaande op het oordeel van de VN, de Inter-Amerikaanse Commissie voor mensenrechten en op ons eigen oordeel, nog steeds een punt van grote zorg.
Ook de polarisatie die in de Venezolaanse politiek weer de kop op steekt, vervult ons met zorg. De parlementsverkiezingen van september worden algemeen beschouwd als een mijlpaal voor de toekomst van het land en dit is het juiste tijdstip om als EU erop te wijzen hoe belangrijk het is dat deze verkiezingen in een vreedzame, transparante en volstrekt democratische sfeer gehouden worden. Ik maak van de gelegenheid gebruik om te benadrukken dat de EU er bij alle betrokkenen op aandringt om het verkiezingsproces op gang te brengen in een geest van verdraagzaamheid, verantwoordelijkheidsgevoel en respect voor het pluralisme in de politiek.
We zullen de ontwikkelingen in Venezuela op de voet blijven volgen, omdat we ons gehouden voelen aan de verplichting tot bescherming en versterking van de democratie, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, waar ook ter wereld en dus ook in Venezuela.
(Applaus)
De Voorzitter. − Het debat is gesloten.
De stemming vindt zo dadelijk plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 149)
Cristian Dan Preda (PPE), schriftelijk. – (RO) De zaak van Maria Lourdes Afiuni is absoluut afschuwwekkend voor iedereen die de democratische waarden verdedigt. Het laat zien dat rechtsstaat slechts een betekenisloos concept is in Venezuela. De politisering van de rechterlijke macht is toegenomen sinds Hugo Chávez aan de macht is gekomen. De rechterlijke autoriteiten hebben meestal niet de moed om de regering van weerwoord te dienen. Gebeurt dit toch, dan zijn de gevolgen drastisch. Het is onacceptabel dat een rechter, die alleen haar plicht doet en burgers hun grondrechten verschaft, onderworpen kan worden aan dergelijke wraakoefeningen. De Venezolaanse regering moet rechter Afiuni snel vrijlaten en een einde maken aan haar aanvallen op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.
Tegelijkertijd moeten wij deze zaak ook plaatsen in de context van de parlementsverkiezingen in september. Het criminaliseren van de activiteiten van regeringscritici moet ophouden, evenals alle pogingen om de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting te beperken. De autoritaire neiging van het regime-Chávez is zeer verontrustend en ik vind dat we niet bang moeten zijn om dat uit te spreken.