Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 22 september 2010 - Straatsburg Uitgave PB

10. Trans-Atlantische betrekkingen: entreegeld VS (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over trans-Atlantische betrekkingen: entreegeld VS.

 
  
MPphoto
 

  Olivier Chastel, fungerend voorzitter van de Raad. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, het is mij een grote eer vandaag opnieuw het woord te mogen voeren namens de hoge vertegenwoordiger, Lady Ashton en niet namens de Raad, zoals op het scherm staat.

De Europese Unie en de Verenigde Staten hechten er groot belang aan dat hun burgers gemakkelijk de oceaan kunnen oversteken. De trans-Atlantische mobiliteit wordt sterk vergemakkelijkt als het mogelijk is te reizen zonder voorafgaand visum en zonder kosten. Welnu, de onderdanen van de Verenigde Staten kunnen het Schengengebied binnenkomen zonder voorafgaand visum, maar hetzelfde geldt niet voor de burgers van de Unie.

Vier lidstaten zijn nog steeds uitgesloten van het Amerikaans visumvrijstellingsprogramma: Bulgarije, Cyprus, Polen en Roemenië. Daarentegen is, tot ons grote genoegen, Griekenland onlangs, te weten op 5 april jongstleden, in dit programma opgenomen. Deze gelukkige ontknoping moet worden bijgeschreven op het conto van de Commissie, die haar uiterste best doet om ervoor te zorgen dat alle lidstaten in aanmerking komen voor het vrijstellingsprogramma, maar ook op het conto van de opeenvolgende voorzitterschappen, die zich inspannen voor vooruitgang in dit dossier.

De Commissie brengt sinds 2006 elk jaar verslag uit over alle derde landen die het wederkerigheidsbeginsel schenden en een visumverplichting handhaven voor onze burgers. De Europese Unie hecht namelijk groot belang aan volledige wederkerigheid op dit gebied. Als de Unie derde landen vrijstelt, is het niet meer dan normaal dat deze landen hetzelfde doen voor onze onderdanen.

De Verenigde Staten hadden trouwens om wel begrijpelijke veiligheidsredenen besloten om begin 2009 een elektronisch systeem voor reisvergunningen (ESTA) in te voeren. Dat systeem mag echter alleen worden gebruikt voor passagiers die uit een land van het visumvrijstellingsprogramma komen en naar het Noord-Amerikaans grondgebied reizen. Sinds 8 september jongstleden moet elk van deze passagiers vier dollar betalen als administratiekosten voor de toepassing van het ESTA. Dit bedrag moet worden opgeteld bij de tien dollar die deze passagiers moeten betalen op grond van een wet ter bevordering van het toerisme. Er is namelijk een agentschap dat belast is met de ontwikkeling van het toerisme en gefinancierd wordt vanuit een fonds dat met deze toeslag van tien euro wordt gevoed.

Na deze laatste ontwikkelingen hebt u de Commissie gevraagd snel een standpunt in te nemen. Reeds in december 2008 heeft de Commissie een verslag voorgelegd over de vraag of het ESTA al dan niet als gelijkwaardig moest worden beschouwd met een visum, en zij was indertijd tot de voorlopige conclusie gekomen dat dit niet het geval was. Zodra de Amerikaanse autoriteiten de definitieve regeling met betrekking tot het ESTA gepubliceerd hebben, zal de Commissie haar definitieve verslag hierover presenteren. Het is duidelijk dat de betaling van deze toeslag een belangrijk element zal zijn in de standpuntbepaling van de Commissie. De Raad zal rekening houden met het verslag van de Commissie, de noodzakelijke maatregelen treffen en elke zijns inziens geschikte aanbeveling doen.

U zult wel begrijpen dat wij de invoering van deze toeslag betreuren. Het voorzitterschap deelt dan ook de zorgen die het Parlement hierover herhaaldelijk, en met name in paragraaf 18 van zijn resolutie van 22 oktober jongstleden, naar voren heeft gebracht. Op het eerste gezicht lijkt dit een geringe toeslag, maar daarbij mogen wij niet vergeten dat elke reiziger deze moet betalen, zodat dit voor gezinnen een dure aangelegenheid kan worden.

Dit beleid lijkt mij dan ook in strijd te zijn met de door de Verenigde Staten verkondigde wil om de mobiliteit tussen beide continenten te vergemakkelijken, en zal een echte hindernis zijn voor de Europese burgers die naar de Verenigde Staten willen reizen.

Tot slot wil ik nog bevestigen dat het voorzitterschap alles zal doen wat in zijn vermogen ligt om de Commissie te helpen bij het verkrijgen van volledige wederkerigheid bij visumvrijstelling met de Verenigde Staten. Hartelijk dank voor uw aandacht.

 
  
MPphoto
 

  Maroš Šefčovič, vicevoorzitter van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de heer Chastel ook bedanken voor zijn opmerkingen en voor de hulp die hij namens de Raad aangeboden heeft, want in een zaak van dergelijk gewicht is de steun van de Raad absoluut van doorslaggevend belang.

Gezien het standpunt van de Commissie over de ESTA-vergoeding moet ik onderstrepen dat onmiddellijk na de publicatie van deze vergoeding op 6 augustus mijn collega, commissaris Malmström, een verklaring aflegde waarin zij zei te begrijpen dat dit besluit is genomen in overeenstemming met de verplichtingen van de Travel Promotion Act (TPA), maar dat zij de invoering van deze vergoeding desondanks ernstig betreurde.

De Commissie heeft zeer duidelijk haar bezorgdheid kenbaar gemaakt en gesteld dat de vergoeding in strijd is met de veelvuldig herhaalde belofte van de Verenigde Staten om de trans-Atlantische mobiliteit te bevorderen, en dat het een extra belemmering zal vormen voor Europese burgers die naar de Verenigde Staten reizen.

De EU heeft tijdens het wetgevingsproces van de Travel Promotion Act meermaals aan het Congres en de regering van de Verenigde Staten te kennen gegeven ernstig bezorgd te zijn. Er zijn door de Commissie talrijke demarches uitgevoerd met zowel de voorzitterschappen van de Raad als met derde landen. In deze demarches werd door de Commissie ook kritiek geuit op het feit dat de vergoedingen alleen van toepassing zijn op reizigers die onder het Amerikaanse programma voor visumontheffing vallen en derhalve discriminerend zijn. Bovendien lijkt het eigenaardig dat buitenlanders worden verzocht te betalen voor het stimuleren van het toerisme naar de VS, aangezien dit mogelijk juist leidt tot een afname en niet tot een toename van het aantal mensen dat naar de Verenigde Staten reist.

De Commissie onderzoekt momenteel of er in het kader van het wederkerigheidsmechanisme van de EU nog meer maatregelen tegen de Verenigde Staten kunnen worden genomen. De Commissie zal, in het kader van de openbare raadpleging die door de VS over de tussentijdse maatregel wordt ingesteld, formeel commentaar leveren op de VS. Zodra het definitieve besluit over het elektronisch systeem voor reisvergunningen (ESTA) in het federaal register van de VS wordt gepubliceerd, zal een eindbeoordeling van het dan actuele ESTA plaatsvinden, waarbij rekening wordt gehouden met mogelijke wijzigingen.

De Commissie heeft verzocht dit probleem met alle lidstaten te bespreken tijdens de komende Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 7 en 8 oktober. Daarna zal de ESTA-vergoeding worden besproken tijdens de volgende vergadering van de Europese en Amerikaanse ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken in december. De Commissie zal het Parlement vanzelfsprekend op de hoogte houden van alle stadia van dit proces en van de ondernomen demarches.

Minister Chastel herhaalde tevens dat het belangrijk is dat de Verenigde Staten alle Europese lidstaten gelijk behandelen als het gaat om de visumverplichting. In dit kader wil ik u erop wijzen dat er de afgelopen twee jaar met betrekking tot het visumwederkerigheidsbeginsel aanzienlijke vooruitgang is geboekt .

Volgend op de inspanningen van de Commissie om te komen tot volledige wederkerigheid met de VS zijn nog acht lidstaten opgenomen in het Amerikaanse programma voor visumontheffing: zeven daarvan eind 2008 en Griekenland in april 2010. De Commissie zal de VS op politiek en technisch niveau blijven wijzen op het belang dat door de EU wordt gehecht aan een zo spoedig mogelijke opname van de vier resterende EU-lidstaten – Bulgarije, Cyprus, Polen en Roemenië – in het programma voor visumontheffing.

Ik kan u verzekeren dat de Commissie, in samenwerking met de Raad en de hoge vertegenwoordiger, erop zal aandringen dat dit onderwerp tijdens toekomstige vergaderingen tussen de EU en de VS op de agenda zal staan.

 
  
MPphoto
 

  Ernst Strasser, namens de PPE-Fractie. (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte dames en heren, het Parlement als geheel, maar in het bijzonder mijn fractie, moet heel duidelijk 'nee' zeggen tegen dit entreegeld ter hoogte van 14 dollar, tegen de ongerechtvaardigde maatregelen van de Amerikanen die ten koste gaan van de Europeanen, en tegen deze eenzijdige belasting van de Europees-Amerikaanse betrekkingen. De berichten hierover mogen we niet over onze kant laten gaan. Ik moet in alle duidelijkheid zeggen dat het niet volstaat om onze teleurstelling uit te spreken. De constatering dat het om discriminatie gaat volstaat evenmin.

Vanmorgen heeft voorzitter Van Rompuy zelf gezegd dat wederkerigheid een van de grondbeginselen van de betrekkingen tussen partners is. Ik wil nu niet meteen eisen dat we de Amerikanen nu net zo moeten behandelen als zij ons behandelen, maar het is wel belangrijk om er nadrukkelijk op te wijzen dat in dezen een duidelijk Europees antwoord op zijn plaats is, dat ook de vorm van concrete maatregelen van de kant van de Commissie en de Raad moet aannemen. Ik verzoek u concrete voorstellen te doen en ook met het Parlement te overleggen welke stappen we dienen te ondernemen. De Amerikanen moeten beseffen dat we deze kwestie – net als andere kwesties – serieus nemen, dat we als partner bejegend willen worden en niet als iemand die maar te reageren heeft op hetgeen de ander hem zegt.

 
  
MPphoto
 

  Juan Fernando López Aguilar, namens de S&D-Fractie. (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik lever mijn bijdrage aan dit debat in de wetenschap dat dit dossier momenteel aan Europese zijde nog niet is afgerond. Maar het is noodzakelijk dat dit Parlement beseft dat men in de Verenigde Staten al wel een beslissing heeft genomen. Een beslissing die haaks staat op de bereidheid tot trans-Atlantische dialoog om de zakelijke, sociale en menselijke uitwisselingen in alle opzichten verder te versterken op basis van wederzijds vertrouwen en wederkerigheid.

We mogen niet toegeven aan de toepassing van een discriminerende heffing die duidelijk in tegenspraak is met het bevorderen van deze uitwisselingen, die scheidslijnen aanbrengt tussen de lidstaten van de Europese Unie en die rechtstreekse gevolgen heeft voor de burgers. Een heffing die bovendien in contrast staat met de houding van Europa tegenover de Verenigde Staten en diens burgers. Niet alleen heeft Europa altijd respect getoond voor de bereidheid om de persoonlijke en zakelijke banden te versterken, we hebben bovendien altijd de trans-Atlantische mobiliteit en de relaties tussen de burgers van beide hemisferen proberen te bevorderen.

Daarom vind ik het erg belangrijk dat het Parlement duidelijk maakt dat het verwacht dat de Commissie op een vastberaden manier het Europese standpunt verdedigt en dat ze indien nodig de clausule van wederkerigheid doet gelden. Dat komt de trans-Atlantische dialoog misschien niet ten goede, maar zo komt wel de boodschap over dat we niet bereid zijn om zomaar dit gebrek aan wederkerigheid te accepteren bij het bevorderen van de persoonlijke en sociale uitwisselingen die plaatsvinden via de Europese en Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen. En dan hebben we het nog niet eens over de economische weerslag die dit zal hebben op de ernstige crisis die het luchtvervoer nu al doormaakt aan weerszijden van de Atlantische Oceaan.

 
  
MPphoto
 

  Alexander Graf Lambsdorff, namens de ALDE-Fractie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Amerikaanse regering en het Congres hebben zeer goede redenen om een stap terug te doen en de zogenaamde Travel Promotion Act af te schaffen.

Allereerst is het nogal eigenaardig – en de Commissie heeft hier ook al op gewezen – een belasting in te voeren om het toerisme te stimuleren. Als het duurder wordt om naar de Verenigde Staten te reizen, zullen er waarschijnlijk minder mensen bereid zijn naar dat land te gaan. Voor een gezin van vier personen hebben we het hier over 40 Amerikaanse dollar; voor veel mensen is dat een behoorlijk bedrag. Daarnaast lijkt het enigszins absurd dat van alle landen juist de Verenigde Staten een belasting aan mensen zouden opleggen die niet in het debat vertegenwoordigd zijn. Belastingheffing zonder vertegenwoordiging heeft volgens mij een bepaalde rol gespeeld in de Amerikaanse geschiedenis, en daarom zouden ze mijns inziens opnieuw naar deze zaak moeten kijken.

Bovendien, zal Amerika aantrekkelijker worden door mensen meer te laten betalen? Ik denk het niet. De Verenigde Staten zijn een aantrekkelijke reisbestemming; iedereen kent Yosemite, de Grand Canyon, de Everglades, Chesapeake Bay, Boston, New York, Washington en San Francisco. Mensen komen toch wel, ze hoeven het toerisme niet te promoten op de manier zoals ze nu voorstellen.

Behalve deze twee punten zijn er volgens ons nog een aantal belangrijke zaken van politieke aard die ook aan de orde moeten worden gesteld. Ik vind het volkomen onaanvaardbaar dat voor de betaling van de kosten alleen gebruik kan worden gemaakt van creditkaarten of bankpassen van bedrijven die in de Verenigde Staten geregistreerd staan. Dit is mijns inziens onacceptabel. Bovendien zou het bewaren en verifiëren van deze gegevens in de Verenigde Staten nog acceptabel zijn als dit beperkt bleef tot het specifieke doel van reiscontrole, maar het ministerie van Binnenlandse Veiligheid is bevoegd om deze gegevens op verzoek te overhandigen aan andere Amerikaanse autoriteiten, buitenlandse autoriteiten en zelfs ondernemingen op het gebied van transport. Ook vanuit het oogpunt van de bescherming van persoonsgegevens is dit eenvoudigweg onaanvaardbaar.


De Commissie en de Raad moeten nu met gepaste antwoorden komen. Ik ben van mening dat dit onderwerp tijdens de volgende top tussen de EU en de VS aan de orde moet komen. Ik geloof dat wederkerigheid goed is, alhoewel het in dit geval teleurstellend is, en ik geloof dat beide partijen juist moeten bijdragen aan het versterken van het onderlinge contact tussen mensen in plaats van dit te bemoeilijken.

 
  
MPphoto
 

  Jan Philipp Albrecht, namens de Verts/ALE-Fractie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, we debatteren vandaag over een algemene heffing van veertien Amerikaanse dollar entreegeld voor iedereen die de Verenigde Staten binnenkomt. In de eerste plaats lijkt het enigszins tegenstrijdig om enerzijds een visumontheffingsprogramma te hebben om het voor personen gemakkelijker te maken tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten te reizen, en anderzijds alle Europese burgers te verplichten om via het elektronisch systeem voor reisvergunningen ESTA hun persoonsgegevens door te geven en een extra bedrag te betalen.

Natuurlijk moeten we de besluiten van onze Amerikaanse partners respecteren, en in het bijzonder die van het Congres, maar dit ziet er niet uit als een blijk van vertrouwen en samenwerking. Als het gaat om bescherming van de grenzen en het nemen van efficiënte veiligheidsmaatregelen, heeft de EU keer op keer bewezen dat ze bereid is om de zaken goed te laten werken, soms met grote problemen met betrekking tot onze eigen waarden en burgers. Hoe zit het met de grenscontroles en het recht van vrij verkeer? Hoe zit het met de veiligheidsmaatregelen en het recht om als onschuldig te worden beschouwd totdat het tegendeel is bewezen? En hoe zit het met het verzamelen van persoonsgegevens en gegevensbescherming en de verhaalrechten van burgers?

Als het alleen om het betalen van die veertien dollar zou gaan, zou het niet zo’n probleem zijn, maar het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid krijgt niet alleen de gegevens binnen die via het ESTA worden verzameld, te weten diverse contactgegevens en gegevens over de identiteit van personen, maar wil ook toegang tot de persoonsgegevens van passagiers in de reserveringssystemen van reisbureaus, en dus bijna tot informatie over wie met wie slaapt! Het is meer dan onbevredigend dat commissaris Malmström nog steeds niet heeft begrepen dat het gebruik van persoonsgegevens van passagiers ernstig in strijd is met de rechten van burgers en dat de EU-wetgeving geen enkele grondslag hiervoor biedt.

Het wordt nog problematischer als we beseffen dat het entreegeld van veertien dollar moet worden betaald met een van de vier belangrijkste creditcards, waarvan de uitgevers allemaal in de Verenigde Staten zijn gevestigd. Ik vraag me af hoe u ervoor gaat zorgen dat die enorme berg gegevens niet zal worden gebruikt voor onderzoeken die niets te maken hebben met reisbewegingen, althans zolang de Patriot Act van kracht is. En u, de Commissie en de Raad, vraag ik of u zich bewust bent van het feit dat de bestaande EU-wetgeving al wordt ondergraven door de wijze waarop we accepteren dat wetgeving van de Verenigde Staten wordt opgelegd aan Europese burgers.

De Commissie en de Raad, en ook wij, waarde collega’s, hebben de plicht om de rechten van EU-burgers en de Europese wetgeving te beschermen. Dat geldt ook in de trans-Atlantische betrekkingen met de Verenigde Staten.

 
  
MPphoto
 

  Marek Henryk Migalski, namens de ECR-Fractie. (PL) Ik wil het niet hebben over het onderwerp van dit debat, ik bedoel daarmee de kwestie van de betaling, de kwestie van het bedrag zelf, de kwestie van het mogelijke gebruik van gegevens en informatie die op deze manier verkregen kunnen worden. Ik zou willen nadenken over het allerbelangrijkste punt. In de Europese Unie, en ook in het Parlement, streven we naar een gelijke behandeling van alle EU-lidstaten. In deze kwestie, op dit gebied, worden we door de Verenigde Staten helaas niet op deze manier behandeld, aangezien sommige EU-landen nog altijd een visum nodig hebben, terwijl voor het merendeel van de leden de visumplicht niet geldt. Ik denk dat het de taak van het Parlement, maar ook van alle andere EU-instellingen is om ervoor te zorgen dat alle EU-lidstaten gelijk worden behandeld, onafhankelijk van wanneer ze tot die Unie zijn toegetreden. Ik zeg dit in naam van of in het belang van de burgers van mijn land en ook van de andere landen die in 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden.

 
  
MPphoto
 

  Rui Tavares , namens de GUE/NGL-Fractie. – (PT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, dit is echt een fraaie boel. We hebben het over wederkerigheid die asymmetrisch is. Nou, als deze asymmetrisch is, dan is het geen echte wederkerigheid. We hebben het over registratie die redundant is. We vragen Europeanen immers al naar hun PNR-gegevens en SWIFT-gegevens, en nu vragen we Europeanen die naar de Verenigde Staten reizen ook nog om zich eerst te registreren; en we hebben het over een toeristenbelasting, die zoals de heer Lambsdorff zojuist al zei, volstrekt haaks staat op de doelstelling om de toeristische banden met de Verenigde Staten aan te halen.

Het geeft echter geen pas dat we de Verenigde Staten bekritiseren. Per slot van rekening doen de Verenigde Staten – overigens een land dat ik ken en zeer bewonder – wat hun gekozen vertegenwoordigers besluiten dat er moet gebeuren. Ik geloof dat het probleem veel meer bij ons ligt dan bij de VS.

Ik denk dat het in de eerste plaats een mentaliteitsprobleem binnen onze diplomatieke dienst is. Toen we als delegatie inzake het SWIFT-vraagstuk onlangs naar Washington gingen, zagen we dat de Europese missie in Washington meer bezig was de stemming van het Europees Parlement over SWIFT in de doofpot te stoppen en zich ervoor te verontschuldigen dan in te gaan op de redenen die 500 miljoen Europese burgers aangaan.

Het is een probleem van een gebrek aan solidariteit, want als één lidstaat niet in aanmerking komt voor de visumvrijstelling, moeten de andere lidstaten het voor hem opnemen. Het is ook een probleem van wederkerigheid, maar in een andere betekenis dan de betekenis waarin de term hier is gebruikt.

We hebben het hier gehad over wederkerigheid alsof deze uit de lucht komt vallen, alsof we erom moeten vragen. OK, maar we kunnen wederkerigheid ook afdwingen. Andere landen doen dat. Met Kerstmis 2007, toen de veiligheidsvoorschriften voor Braziliaanse burgers in de Verenigde Staten werden aangescherpt, scherpte Brazilië onmiddellijk ook zijn eigen veiligheidsvoorschriften aan voor Amerikaanse burgers die Brazilië binnenkwamen, en daarop bonden de Verenigde Staten direct in.

Europa moet het meer over deze boeg gooien om respect af te dwingen in de trans-Atlantische dialoog.

 
  
MPphoto
 

  Elmar Brok (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Chastel, commissaris, ik zou nog een paar extra opmerkingen willen maken. Zoals u weet ben ik voorzitter van de delegatie voor de betrekkingen met de VS, en we hebben altijd lange discussies gevoerd om de visa van tafel te krijgen, zoals we nu weer discussies hebben gevoerd om de visa voor Roemenië en Bulgarije en andere landen van tafel te krijgen. In plaats daarvan wordt nu een nieuw soort visum uitgevonden, waarbij we zo vriendelijk mogen zijn om op een ongemeen vergaande manier gegevens over onze burgers ter beschikking te stellen aan de Amerikanen, en we betalen daarvoor ook nog eens een vergoeding. Vervolgens wordt die vergoeding ook nog gebruikt om reclame te maken voor de toeristische sector in de VS. Mij dunkt dat de Amerikanen hiermee een uniek bedrijfsmodel op touw zetten, namelijk door de consument ook nog rechtstreeks voor de reclame op te laten draaien. Ik zal dit bedrijfsmodel eens voorleggen aan de VVV in mijn regio. Dit is een ongelooflijke gang van zaken.

Natuurlijk heeft deze kwestie ook te maken met het feit dat de betrekkingen tussen het Europees Parlement en het Congres nog steeds niet zodanig zijn dat dergelijke zaken middels een normale dialoog vermeden kunnen worden. Misschien is het ook zo dat de Raad en de Commissie in dit soort gevallen niet moedig genoeg zijn, en ik sluit mij aan bij de collega's die van mening zijn dat het soms helpt om alleen al het woord wederkerigheid te laten vallen.

Onze positie wordt er echter niet sterker op als we nu jammeren dat we dit niet leuk vinden en dat we zoveel demarches hebben ondernomen. Niemand neemt ons dan nog serieus. Dan lijkt het er echt op dat we misschien wel blaffen, maar vervolgens als een schoothondje weer afdruipen. Daarom verzoek ik de Raad en de Commissie, en ook de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de Commissie, nogmaals om in deze kwestie dusdanig op te treden dat men in Washington ook merkt dat deze Europese Unie een macht is waar terdege rekening mee moeten worden gehouden.

 
  
MPphoto
 

  Saïd El Khadraoui (S&D). - Voorzitter, mijnheer de commissaris, ik vind dat u te voorzichtig bent. U wilt zich niet definitief uitspreken omdat er nog geen definitieve regeling is uitgewerkt, maar ondertussen betalen onze burgers wel die heffing. Dat kan natuurlijk niet! U moet ingrijpen en op een zeer actieve manier.

Het is al veel en vaak gezegd door collega's vóór mij: het is verbazingwekkend om vast te stellen dat de Amerikaanse autoriteiten geen beter antwoord hebben gevonden op de vraag hoe extra bezoekers aan te trekken, dan door deze zelfde bezoekers te onderwerpen aan een extra heffing van 14 dollar. Vier dollar daarvan dient effectief om de kosten te dekken van het elektronisch reisautorisatiesysteem ESTA. Met andere woorden, men wil reguliere kosten niet afwentelen op de Amerikaanse belastingbetaler maar wel op de Europese.

En dat is alvast een eerste belangrijk verschil met allerlei luchtvaartheffingen of vliegtuigtaxen die ook wij in een aantal lidstaten hebben ingesteld, bijvoorbeeld in Duitsland nog zeer recent. Ik betreur deze unilaterale maatregelen van een aantal lidstaten en ik ben integendeel voorstander van een Europese aanpak ter zake, die liefst ook rekening houdt met bijvoorbeeld externe kosten van de vluchten in kwestie. Maar het gaat hier om iets anders: in Europa is er geen sprake van discriminatie, iedereen betaalt de rekening, terwijl in het geval van de VS alleen wij de rekening betalen. En wij zijn met 900.000 Europeanen die zich elke maand opnieuw registreren via ESTA.

Er dient ook grondig bekeken te worden of de maatregel niet indruist tegen de letter en de geest van het visumvrijstellingsprogramma. Daarbij komt het er namelijk op neer dat men van beide zijden geen visum hoeft aan te vragen met de hieraan verbonden kosten. ESTA begint stilaan synoniem te worden van een visum. Dat is ook wat collega Brok zojuist heeft gezegd. Ik verzoek u dus om hier niet lichtzinnig mee om te gaan, om niet afwachtend te zijn, maar om een heel krachtig signaal te geven aan de collega's van de Verenigde Staten dat dit niet kan, dat dit geen manier is van omgaan met elkaar. Alle opties dienen dus bekeken te worden en indien er geen soepelheid van Amerikaanse zijde komt, moet uiteraard ook worden gedacht aan wederkerigheid.

In dat verband kan ik even verwijzen naar de inspanningen die collega Tajani levert om een Europees toerismebeleid uit de grond te stampen. Sinds het Verdrag van Lissabon hebben wij daar op Europees niveau meer over te zeggen. Misschien is het geen slecht idee om hierover de komende maanden in dat verband van gedachten te wisselen.

 
  
MPphoto
 

  Paweł Robert Kowal (ECR). - (PL) Commissaris, mijnheer Brok is waarschijnlijk vergeten dat Poolse burgers nog altijd visa nodig hebben om naar de Verenigde Staten te reizen, en dat is moeilijk te begrijpen. Ik zou hier willen oproepen om stappen te ondernemen in deze zaak, want die is van cruciaal belang. Het is volgens mij echter ook niet de juiste aanpak om de visa alleen als een procedurele kwestie te behandelen, om het probleem van de visa en die nieuwe vreemde en onbegrijpelijke kosten te zien als een kans om aan de Verenigde Staten ons misnoegen te laten zien.

Als iemand visa alleen als een procedurele kwestie of een reden voor politiek getouwtrek ziet, dan begrijpt hij of zij niet wat de betekenis van visa is in de wereld van vandaag. Ze zijn het samenwerkingsinstrument met de grootste politieke betekenis. En daarom verzoek ik zowel de commissaris als de leden van dit Parlement om de betrekkingen met het Congres te verbeteren. Als leden van het Europees Parlement hebben we het recht om een oproep te richten aan het Congres en druk uit te oefenen, zodat ze de visumkwestie op een totaal andere manier benaderen. Visa vormen een barrière tussen burgers en in werkelijkheid zijn ze een van de grootste politieke barrières die de trans-Atlantische samenwerking bemoeilijken. Zolang we dit niet begrijpen, zullen onze inspanningen niets goeds opleveren.

 
  
MPphoto
 

  Jaromír Kohlíček (GUE/NGL). - (CS) Geachte collega’s, ooit werden schepen met reizigers die de oversteek waagden naar de Verenigde Staten in de haven van aankomst met open armen ontvangen. Dat was in de tijd toen eind negentiende eeuw ook mijn opa de oversteek waagde. Als ik vandaag de dag de Verenigde Staten bezoeken wil, moet ik een of andere vreemde heffing betalen. Die is dan wel op een of andere manier onderbouwd, maar ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat ik betaal om mezelf te laten volgen. Hoe meer en heftiger de Verenigde Staten in de onderhandelingen over de overdracht van persoonsgegevens vechten om de overdracht van gevoelige informatie, hoe meer ik mij niet aan dit onaangename gevoel onttrekken kan. Het woord screening, veiligheidsonderzoek of visumverstrekking valt weliswaar nergens, maar in werkelijkheid kom je tussen miljoenen andere personen terecht die gevolgd worden zonder dat de overgedragen gegevens op enigerlei wijze afdoende beschermd zijn. Wat gebeurt er eigenlijk verder met al die gevoelige gegevens? God mag het weten! Maar ja, niets nieuws onder de zon tussen deze twee zogenaamd gelijke partners.

De Verenigde Staten voeren een of andere maatregel in waarna de Europese Unie wikt en weegt, en nog eens wikt en weegt hoe hiermee om te gaan. Dergelijke onderhandelingen hebben te doen gebruikelijk een onbevredigende afloop. Kijk alleen al naar de Open Skies-overeenkomst met de Verenigde Staten; niet echt een toonbeeld van een overeenkomst waar beide partijen evenveel baat bij hebben. Ik begrijp natuurlijk wel dat de economische belangen van beide partners vaak een directe weerslag hebben op het al dan niet afsluiten van akkoorden in uiteenlopende sectoren. Wat ik echter niet begrijp is waarom er niet eerst een zorgvuldige raadpleging over heeft plaatsgevonden en ook zie ik helemaal niet in wat de Europese burger met deze maatregelen opschiet. Ik vertrouw erop dat er geen visumplicht voortvloeit uit de onderhandelingen, noch een gedetailleerde vragenlijst ten aanzien van de huwelijkse staat van mijn voorouders.

 
  
MPphoto
 

  Jaroslav Paška (EFD). (SK) Na het afbreken van de betonnen muren en de met prikkeldraad bedekte hekken die West- en Oost-Berlijn scheidden en het Europese continent verdeelden in een oostelijk reservaat en een westers deel, zijn we er naïef vanuit gegaan dat dit het einde was van een tijdperk van paranoïde regimes die vrije mensen belemmeren om vrijuit te communiceren, kennis over de wereld op te doen en te reizen.

We weten dat vrijheid om te reizen en wederzijds bewustzijn mensen uit verschillende hoeken van de wereld, verschillende beschavingen en verschillende culturen helpen hun vooroordelen te overwinnen en hun angst voor het onbekende kwijt te raken, waarbij de opbouw van vertrouwen tussen landen wordt bevorderd. Ik weet niet wat er met onze Amerikaanse vrienden is gebeurd. Zij sprongen altijd in de bres voor vrijheid en democratie, maar misschien zijn ze hun verstand verloren. Aan de zuidelijke grens met Mexico zijn ze de hekken aan het bouwen die wij Europeanen pas onlangs hebben weten te verwijderen. Ze leggen steeds meer administratieve en technische lasten op aan bezoekers van hun land. Dames en heren, waar gaat dit heen? Misschien realiseert president Obama zich dit niet, maar van buitenaf lijkt het erop alsof de Amerikaanse regering de VS wil omtoveren tot een ommuurde, volledig afgesloten tuin vol met plichtsgetrouwe, gelukkige mensen, net als het bewind van Kim Jong-il in Noord-Korea. Ik wil graag geloven dat dit niet het geval is en we moeten daarom wellicht aan onze Amerikaanse vrienden uitleggen dat de toeslag en de persoonsgegevens voor rondneuzen die ze vragen bij een bezoek aan hun land, ronduit beschamend zijn voor een supermacht van vrijheid en democratie zoals de Verenigde Staten van Amerika.

 
  
MPphoto
 

  Simon Busuttil (PPE).(MT) Ik ben afkomstig uit een van die landen waarvoor enige tijd geleden de visumplicht voor reizen naar de Verenigde Staten was afgeschaft. Slechts kort nadat de visumplicht in verscheidene landen is afgeschaft, zien we dat de Verenigde Staten weer een visum, onder een andere naam, invoeren – een visum dat ESTA genoemd wordt en waarvoor mensen nog steeds moeten betalen. Aanvankelijk kregen we te horen dat het 10 dollar zou kosten; nu wordt er gezegd dat het 14 dollar kost, maar er is geen garantie dat dit bedrag niet verder zal stijgen. Dit is onaanvaardbaar, omdat het hier opnieuw om een visum gaat. Ik hoop dat de Europese Commissie zich zal realiseren dat dit een visum is en dat ze het als zodanig zal behandelen. Er is echter nog een reden waarom dit een negatieve beslissing en ontwikkeling was: de timing was uitermate slecht. Dit besluit werd genomen toen we in dit Huis juist hadden gestemd over een SWIFT-overeenkomst en een gebaar van goede wil hadden gemaakt naar de Verenigde Staten. Mijns inziens is de reactie van de Verenigde Staten echter negatief in plaats van positief, deze regeling en dit tarief in aanmerking genomen. Ik wil er graag op wijzen dat er door dit Huis over een aantal onderwerpen nog gestemd moet worden, bijvoorbeeld over de doorgifte van persoonsgegevens van passagiers (PNR) en de algemene overeenkomst over gegevensbescherming. Samenwerking tussen ons en de Verenigde Staten moet naar mijn mening gebaseerd zijn op vertrouwen. Als vertrouwen niet de basis is, kunnen we geen tevredenstellende en positieve resultaten bereiken voor de burgers van beide zijden.

 
  
MPphoto
 

  Corina Creţu (S&D). (RO) Ook ik vind de invoering van een entreegeld voor de Verenigde Staten betreurenswaardig. Het is een maatregel die in strijd is met het streven van de Verenigde Staten naar vereenvoudiging van de trans-Atlantische mobiliteit. Ik denk echter niet dat de Europese Unie zal reageren met een soortgelijke maatregel tegen burgers van de VS. Twee keer fout is niet goed. Daarom denk ik dat de oplossing moet worden gevonden door intensivering van de bilaterale dialoog. Met het oog daarop is het de plicht van de Europese Commissie om zich meer in te spannen om de betrekkingen met de Verenigde Staten te verbeteren.

Helaas komt dit oneerlijke entreegeld boven op een andere discriminerende maatregel die de Verenigde Staten unilateraal hebben ingevoerd tegen sommige lidstaten van de Europese Unie, die de trans-Atlantische samenwerking en vertrouwensrelatie schaadt. Burgers uit vier EU-lidstaten hebben nog steeds een visum nodig om naar de Verenigde Staten te mogen reizen, namelijk burgers uit Roemenië, Bulgarije, Polen en Cyprus. Burgers van onze landen mogen helaas niet vrij naar de Verenigde Staten reizen. Het is vooral betreurenswaardig dat de Amerikaanse wetgeving die sinds juli 2009 van kracht is het vooruitzicht van de opname van enkele van deze landen in het visumvrijstellingsprogramma heeft geschrapt in een tijd waarin de hoeveelheid afgewezen aanvragen de voornaamste belemmering blijft voor het afschaffen van de visumplicht. Gezien het feit dat deze hoeveelheid afwijzingen strikt genomen afhankelijk is van het besluit van de vertegenwoordigers van de VS, ben ik van mening dat er extra inspanningen van de VS nodig zijn om de transparantie in het toekenningsproces van visa te vergroten. Daarom sluit ik mij aan bij wat de vicevoorzitter heeft gezegd en wil ik de Commissie opnieuw verzoeken aan te dringen op gelijke, niet-discriminerende behandeling van alle burgers van de Europese Unie, ook die uit landen waarvoor nog steeds een inreisvisum voor de Verenigde Staten vereist is. Beste collega’s, het is verkeerd en triest dat de staten die deze visumkwestie hebben opgelost, het debat over dit onderwerp en de officiële contacten van het Europees Parlement met de autoriteiten van de VS zijn vergeten. Ik denk ook dat er meer solidariteit nodig is, geen uitingen van lokaal egoïsme.

 
  
MPphoto
 

  Jim Higgins (PPE). − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben het eens met alle opmerkingen over de negatieve gevolgen van deze specifieke maatregel. Dit entreegeld van veertien dollar, dat eens in de twee jaar moet worden betaald, is van toepassing op landen die goede relaties met de Verenigde Staten onderhouden. We hebben heel constructieve onderhandelingen gevoerd over een open luchtvaartruimte, over de uitwisseling van passagiersgegevens, enzovoort, maar dit is erg contraproductief, want in wezen gaat het hier om de invoering van een nieuw soort visum.

Dit gaat over visa, zoals de heer Busuttil heeft gezegd: zelfs voor baby’s die geen ticket nodig hebben moet eerst toestemming worden gevraagd. Ik ben het op dit punt eens met de Commissie dat dit betreurenswaardig is en niet consistent met de gecommitteerdheid van de Verenigde Staten aan de versoepeling van het trans-Atlantische personenverkeer.

Waar dit feitelijk toe leidt is dat er nieuwe belemmeringen worden opgeworpen in een tijd dat we juist belemmeringen aan het wegnemen zijn. De Amerikaanse Senaat voert deze heffing in in een poging om de trend van een dalend aantal bezoekers aan het land om te keren. Het grootste deel van het geld zal worden gebruikt om de Verenigde Staten als vakantiebestemming te promoten. Ik denk echter dat dit mensen ervan zal weerhouden om naar de Verenigde Staten te reizen.

Mijn eigen land heeft bijvoorbeeld een lange geschiedenis met de Verenigde Staten: veertig miljoen mensen in de Verenigde Staten zijn van Ierse afkomst en de handel tussen de twee landen heeft een enorme omvang. In de meeste gevallen gaan mensen dit bedrag niet betalen.

Deze wetgeving is feitelijk bedoeld om de schatkist te spekken en de aantrekkelijkheid van de Verenigde Staten als toeristische bestemming te vergroten. President Obama zegt dat overzeese bezoekers 120 miljard dollar besteden en voor een miljoen banen zorgen en dat deze maatregel vier miljard dollar en veertigduizend banen extra zal opleveren.

Ik denk juist dat het tegenovergestelde zal gebeuren, want in een internetpeiling van de reisbijlage van The Telegraph verklaarde 44 procent van de lezers dat het entreegeld hen zou ontmoedigen om naar de Verenigde Staten te reizen. Op basis van deze enquête denk ik dat deze heffing contraproductief zal werken, negatieve gevolgen zal hebben en de Verenigde Staten en de toeristenindustrie van de Verenigde Staten schade zal toebrengen.

 
  
MPphoto
 

  Ioan Enciu (S&D).(RO) Trans-Atlantische betrekkingen zijn een prioriteit van het Europese buitenlandse beleid. Mobiliteit staat centraal in het concept van Europees burgerschap en is vastgelegd in het Handvest van de grondrechten en de Verdragen. Alle Europese burgers hebben in gelijke mate recht op vrij verkeer binnen het Schengengebied en hebben hetzelfde recht op mobiliteit met betrekking tot derde landen en dit geldt dus ook voor burgers van de nieuwe lidstaten. Rekening houdend met dit alles, blijven we onze teleurstelling uitspreken over de ongerechtvaardigde uitsluiting van miljoenen Europese burgers in vier lidstaten, waaronder Roemenië, van het speciale mobiliteitspartnerschap tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten.

Collega-Parlementsleden hebben hun zorg uitgesproken over de bevordering van het ESTA-systeem, dat weer een soort visum invoert voor alle Europese burgers. Het entreegeld betekent niet alleen dat er 14 dollar moet worden betaald, maar ook dat de persoonsgegevens van burgers van de Europese Unie worden verzameld. Het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid evalueert op dit moment de toepassing van dit entreegeld/visum. De Commissie moet samen met de regering van de VS een oplossing vinden om dit af te schaffen. Ik wil erop wijzen dat handhaving van deze beslissing een onvoorzien effect kan hebben op andere dossiers met betrekking tot trans-Atlantische betrekkingen voor veiligheid en mobiliteit die nog in behandeling zijn, zoals de toekomstige overeenkomst tussen de EU en de VS over PNR-gegevens. Als de Amerikaanse regering niet afziet van het entreegeld, steunen wij de Commissie in het nemen van de noodzakelijke maatregelen om wederkerigheid toe te passen op alle Amerikaanse burgers die naar de Europese Unie reizen, in overeenstemming met het grondbeginsel van het visumbeleid van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  Wim van de Camp (PPE). - Voorzitter, in aansluiting op mijn collega Brok wil ik ook nog een keer zeggen dat wij zeer gehecht zijn aan goede relaties met de Verenigde Staten. Europa heeft op tal van gebieden samenwerking met de Verenigde Staten en daar kunnen wij trots op zijn.

Tweede punt: ik sluit mij aan bij alle collega's en alle vragen die al gesteld zijn, daar kan ik op zich niet zo veel aan toevoegen. Het is belangrijk dat de Commissie en eventueel de Raad die vragen snel beantwoordt. Wij betreuren het wel dat deze eenzijdige actie van de Amerikaanse regering heeft plaatsgevonden en je zou best een discussie kunnen beginnen over de vraag of het nu over die 14 dollar gaat. Of toeristen dit nu betalen aan dat visum of aan een coca-cola in Washington, dat maakt op zich niet zoveel uit, maar het punt is wel dat Europa hier toch een klein beetje geschoffeerd wordt. Veel gesprekken over SWIFT en ga zo maar door, en dan deze eenzijdige actie.

De Commissie moet vandaag duidelijk maken wat zij gedaan heeft. Het aankondigen van een beleidsstudie maakt in deze tijd geen indruk meer op het Europees Parlement. Wij willen gewoon weten wat u tegen de Amerikaanse regering gezegd heeft en of u het niet heeft kunnen tegenhouden. Nogmaals, ik voel mij echt een beetje geschoffeerd in verband met de samenwerking met de VS dat dit ons eenzijdig wordt opgelegd. En de vraag over de betaalwijze is al gesteld, maar die moet je eigenlijk niet stellen als je deze heffing niet wil.

 
  
MPphoto
 

  Janusz Władysław Zemke (S&D). - (PL) We bevinden ons in een situatie waarbij er in deze zaal Parlementsleden aanwezig zijn uit landen waarvan de burgers geen inreisvisa nodig hebben voor de Verenigde Staten. Helaas zijn er echter ook leden aanwezig uit landen als Polen, waar men wel een Amerikaans visum moet aanvragen. In Polen krijgt men dit visum na een lange procedure, die helaas soms ook een vernederende procedure is. De burgers van mijn land betalen meer dan 100 Amerikaanse dollar als ze het visum krijgen, maar ze moeten ook betalen als hun geen visum wordt toegekend. Daarom hechten wij het meeste belang aan Europese solidariteit. Voor ons is de Europese solidariteit daarom het belangrijkst. Voor ons is het belangrijk dat het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Raad een duidelijk standpunt innemen, dat de burgers van alle landen die samen de EU vormen op precies dezelfde manier behandeld worden. Ik ben verheugd dat de Europese Commissie en de Raad er niet alleen op Europees niveau over praten, maar dat een dergelijke visie steeds vaker wordt uitgedragen tijdens de contacten met de regering van de Verenigde Staten.

In het Parlement moeten we ons echter de volgende vraag stellen: wat kunnen wij als leden van het Europees Parlement gezamenlijk doen om het probleem van de burgers van die paar landen op te lossen? Blijkbaar zijn onze contacten met het Congres van de Verenigde Staten het belangrijkst, aangezien het Congres in het rechtssysteem van de VS een beslissende rol speelt op het vlak van visum- en belastingbeleid. Ik zou ook mijn grote voldoening tot uiting willen brengen over het feit dat de vertegenwoordigers van de Commissie en de Raad voor de eerste keer zeggen dat ze licht aan het eind van de tunnel zien, dat de kans bestaat dat burgers van landen als Polen vrij snel geen visa meer nodig zullen hebben voor de Verenigde Staten.

 
  
MPphoto
 

  Monika Hohlmeier (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega's, straks gaan we naar de receptie ter verdieping van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de VS. Dat die uitgerekend vandaag plaatsvindt komt goed van pas. We hebben straks allemaal de gelegenheid de ambassadeur mee te delen wat we hier in de plenaire vergadering zojuist beklemtoond hebben. We moeten persoonlijk van deze gelegenheid gebruik maken.

De houding van de Verenigde Staten van Amerika maakt ons werk er niet gemakkelijker op en maakt onze vriendschap er ook niet gemakkelijker op. Soms heb ik het gevoel dat we eerder met het gedrag van een olifant in een porseleinkast te maken hebben dan met een elegante politieke dans.

Dat bedrag van 14 euro is op zich zeker niet essentieel. Maar als een gezin met drie kinderen de Verenigde Staten wil bezoeken, tikt het wel aan en vormt het toch een belemmering. Als je daarnaast nog op internet uitvoerig moet aangeven met welke luchtvaartmaatschappij je vliegt, wat je reisdoel is, in welk hotel je verblijft en wat het nummer van je creditcard is, roept dit de vraag op of dit allemaal wel nodig is. Als je dan nog naar verhalen van kennissen luistert die op Amerikaanse luchthavens urenlang hebben moeten wachten en onvriendelijke veiligheidscontroles hebben moeten ondergaan, vraag je je soms af of de Verenigde Staten eigenlijk wel merken dat ze hun eigen vrienden op tal van terreinen behoorlijk onbeleefd behandelen en misschien in bepaalde dingen, gemeten aan wat echt wenselijk en noodzakelijk is, duidelijk te ver gaan.

Wat betreft onze nauwe trans-Atlantische betrekkingen moet ik zeggen dat we een nauwe band met de Verenigde Staten hebben. Dit moet echter ook worden weerspiegeld in de manier waarop we behandeld worden. Geachte Commissie, mijnheer Šefčovič, ik wil u verzoeken met klem aan te dringen op visumvrijheid voor de lidstaten waarvoor deze nog niet geldt, en alstublieft het wederkerigheidsbeginsel toe te passen indien een gepaste reactie mocht uitblijven. Niet dat we het principe 'oog om oog, tand om tand' aanhangen, maar we moeten op gelijke voet met elkaar onderhandelen en mogen ons niet laten behandelen als horigen door een leenheer. We zijn geen horigen, we zijn gelijken.

 
  
MPphoto
 

  Marian-Jean Marinescu (PPE).(RO) In de conclusies van de laatste vergadering van de Europese Raad staat dat de trans-Atlantische betrekkingen gebaseerd zijn op gemeenschappelijke waarden. De realiteit is als volgt: burgers van de VS kunnen het grondgebied van de EU vrij betreden. De Europese Unie heeft PNR en SWIFT geaccepteerd, evenals overeenkomsten met betrekking tot de persoonsgegevens van Europese burgers. Sommige Europese burgers hebben nog altijd een visum nodig om naar de Verenigde Staten te mogen reizen. Daarnaast worden van alle Europese burgers vingerafdrukken afgenomen als zij de Verenigde Staten binnenkomen, of ze nu een visum hebben of niet. Europese burgers moeten online opgeven dat ze van plan zijn te gaan reizen en sinds kort moeten ze ook 14 dollar betalen om de Verenigde Staten binnen te mogen.

Ik zie niet waar die gemeenschappelijke waarden dan zijn. Ik ben van mening dat de Europese Unie tijdens de volgende top in november een verzoek moet indienen tot het afschaffen van visa voor alle Europese burgers en dat zij moet zorgen voor identieke behandeling aan weerszijden van de Atlantische Oceaan.

 
  
MPphoto
 

  Evelyn Regner (S&D). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Chastel, commissaris, de 14 euro entreegeld bij reizen naar de VS heeft contraproductieve gevolgen voor de trans-Atlantische betrekkingen en moet om tal van redenen worden afgewezen. Het entreegeld maakt reizen duurder, is discriminerend en is ronduit onvriendelijk.

Funest is ook dat de kosten alleen per creditcard via de website van het VS-ministerie van Binnenlandse Veiligheid kunnen worden overgemaakt. Wat doen mensen die geen creditcard hebben? Mogen alleen bezitters van een creditcard naar de VS reizen? Net als vele sprekers voor mij heb ik gemengde gevoelens met betrekking tot het doorgeven van creditcardgegevens van EU-burgers.

Dit is een kwestie die de gemoederen van de Europese burgers in beroering brengt. Zij verwachten dat de Europese Commissie en de Raad in deze aangelegenheid ruggengraat tonen. Ik verzoek u met Europees zelfbewustzijn op te treden en zo nodig het wederkerigheidsbeginsel toe te passen.

 
  
MPphoto
 

  Alfreds Rubiks (GUE/NGL) . – (LV) Dank u, mijnheer de Voorzitter. Ik denk niet dat de Amerikaanse regering, die dagelijks miljarden aan oorlog uitgeeft, geld nodig heeft. Geen geld, maar wel toegang tot nieuwe, aanvullende gegevens die via het SWIFT-programma toegankelijk waren en zijn – gegevens over onze burgers. Ik proef op alle mogelijke manieren de behoefte van de Amerikaanse regering en het Congres om te laten zien wie de baas is in onze bilaterale betrekkingen. Mijn persoonlijke ervaring is dat tijdens de discussies over het SWIFT-programma in het Europees Parlement een adviseur van de Amerikaanse ambassadeur in Letland de vrijheid nam mij, een lid van de Europese Unie, van het Europees Parlement, uit te nodigen om hem te ontmoeten voor een discussie en mij te beïnvloeden over hoe ik zou moeten stemmen. Ik heb gegronde redenen om te denken dat dit niet om geld draait. In Letland wonen veel mensen die familieleden hebben in de Verenigde Staten. Daar zitten ook mijn kiezers bij. Zij zullen niet blij zijn als we hier niet voor onze eigen belangen opkomen. Dank u wel.

 
  
MPphoto
 

  Maroš Šefčovič, vicevoorzitter van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, dank voor uw opmerkingen en uw woorden van steun voor wat, naar we hopen, een constructieve afronding van onze gesprekken met de Verenigde Staten over dit bijzonder gecompliceerde vraagstuk zal worden.

In de eerste plaats wil ik de leden van dit Parlement geruststellen dat we in het kader van het wederkerigheidsmechanisme van de EU alle mogelijke maatregelen vis-à-vis de Verenigde Staten aan het bestuderen zijn, inclusief de mogelijkheid om een eigen elektronisch systeem voor reisvergunningen (ESTA) van de EU op te zetten, waarnaar, zoals u weet, op dit moment een haalbaarheidsstudie wordt uitgevoerd. Natuurlijk zult u worden geïnformeerd over de resultaten en over mogelijke voorstellen voor de toekomst.

Wat betreft de vraag of deze heffing kan worden gezien als een verkapte visumvergoeding, moet ik zeggen dat volgens de voorlopige beoordeling van het huidige, in de voorlopige definitieve regeling vastgelegde ESTA die de Commissie in december 2008 heeft uitgevoerd, het ESTA in deze fase niet kan worden beschouwd als gelijkwaardig aan de procedure voor een Schengenvisumaanvraag als omschreven in de gemeenschappelijke visuminstructies, beter bekend als de visumcode.

Met betrekking tot de reactie van de Commissie op de nieuwe ESTA-regels in de Verenigde Staten wil ik u hier opnieuw meedelen dat we met officiële opmerkingen en eindbeoordelingen zullen komen zodra de definitieve regeling inzake het ESTA in het Federale Register van de Verenigde Staten is gepubliceerd. Natuurlijk zijn we ons er sterk van bewust dat de verzameling en bescherming van persoonsgegevens een gevoelige kwestie is, die hoog op de prioriteitenlijst van de Commissie staat.

Met betrekking tot toekomstige diplomatieke en politieke stappen wil ik u meedelen dat de Commissie het voorzitterschap al heeft gevraagd om dit punt op de agenda van de volgende vergadering van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken te zetten, die in oktober zal plaatsvinden, en ik ben er zeker van dat de kwestie aan de orde zal komen tijdens de volgende bijeenkomst van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van de EU en de Verenigde Staten in december.

Ik heb, overigens met het volste begrip daarvoor, kennisgenomen van de zorgen van de geachte afgevaardigden uit de landen waarvan de burgers nog steeds visa moeten aanvragen als ze naar de Verenigde Staten willen reizen, en ik verzeker hun dat we druk zullen blijven uitoefenen om ervoor te zorgen dat ook die vier laatste EU-lidstaten zo snel mogelijk worden opgenomen in het Amerikaanse visumontheffingsprogramma.

Commissaris Malmström heeft dit punt in april van dit jaar in Madrid aan de orde gesteld tijdens de meest recente ministeriële bijeenkomst tussen de EU en de VS. Ook was dit het onderwerp van haar gesprek in Washington twee maanden later, en uiteraard is dit een onderwerp dat op alle politieke niveaus zal worden besproken, waarbij we zullen aandringen op een snelle oplossing.

Ik wil afsluiten met een reactie op de opmerkingen van de heer Brok. Ik wil echt onderstrepen dat het heel nuttig zou zijn als het Parlement de communicatie met zijn Amerikaanse tegenhanger zou intensiveren, aangezien het, zoals u weet, met name het Amerikaanse Congres is dat verantwoordelijk is voor de voorgestelde ESTA-heffing en het visumbeleid. Uw steun en hulp in deze kwestie zouden bijzonder waardevol zijn.

 
  
MPphoto
 

  Olivier Chastel, fungerend voorzitter van de Raad. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, ik wil enkele afsluitende opmerkingen maken en u zeggen dat het na dit debat nog duidelijker is geworden dat de Europese Unie haar werkzaamheden in samenspraak met de Amerikaanse autoriteiten moet voorzetten teneinde de trans-Atlantische mobiliteit te verbeteren, en daarom ben ik blij, mijnheer de Voorzitter, dat de ambassadeur van de Verenigde Staten bij de Europese Unie een groot deel van ons debat heeft bijgewoond. Dat is voor mij een teken, een teken dat de Verenigde Staten oor hebben voor het debat dat wij hier hebben gevoerd.

Ook de Commissie zal er in haar verslag over wederkerigheid op visumgebied nog eens op wijzen dat er nog steeds vier lidstaten zijn waarvan de burgers een visum moet aanvragen als zij naar de Verenigde Staten willen gaan. Deze situatie is onacceptabel gelet op de visumvrijstelling waarvan Amerikaanse burgers genieten als zij het Schengengebied binnenkomen. Het voorzitterschap zal dan ook zijn uiterste best doen en steun geven aan de pogingen die de Commissie onderneemt en blijft ondernemen om een einde te maken aan deze situatie.

Wij moeten trouwens ook alles in het werk stellen om de kosten van reizen naar de Verenigde Staten zoveel mogelijk te beperken, ongeacht of het gaat om toerisme, zakenreizen of missies, en ook wat dat betreft kunt u ervan op aan dat het voorzitterschap de zaak van de Unie bij de Amerikaanse autoriteiten zal blijven bepleiten.

Zodra de Commissie haar verslag over wederkerigheid op visumgebied zal hebben voorgelegd en haar definitieve standpunt over het elektronisch systeem voor reisvergunningen (ESTA) zal hebben ingenomen, wat in de loop de van herfst zal gebeuren, en zodra de definitieve regeling door de Amerikaanse autoriteiten zal zijn gepubliceerd, zal de Raad een besluit nemen over de te nemen maatregelen.

 
  
 

(De vergadering wordt om 17.20 uur onderbroken en om 18.00 uur hervat)

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  George Sabin Cutaş (S&D), schriftelijk. (RO) In zijn resolutie van 22 oktober 2009 heeft het Europees Parlement de Verenigde Staten verzocht alle EU-burgers gelijk te behandelen, volgens het beginsel van volledige wederkerigheid. Vier landen blijven echter uitgesloten van het Amerikaanse visumvrijstellingsprogramma: Roemenië, Bulgarije, Polen en Cyprus. Bovendien hebben de Verenigde Staten een vergoeding geïntroduceerd voor de afgifte van reisvergunningen aan EU-burgers, met ingang van 8 september 2010. Ik ben van mening dat de Europese Commissie de plicht heeft in haar betrekkingen met de Verenigde Staten meer prioriteit te geven aan de kwestie van wederkerigheid als het gaat om de verlening van visa en tegelijkertijd te streven naar gelijke behandeling van alle EU-burgers.

 
  
  

VOORZITTER: MIGUEL ANGEL MARTÍNEZ MARTÍNEZ
Ondervoorzitter

 
Juridische mededeling - Privacybeleid