De Voorzitter. – Aan de orde is de gecombineerde behandeling van de volgende mondelinge vragen:
– (O-0122/2010) van Jo Leinen, namens de Commissie ENVI, aan de Raad: Gevolgen van de olieramp in de Golf van Mexico voor de EU: maatregelen in verband met aardoliewinning en -exploratie in Europa (B7-0470/2010), en
– (O-0123/2010) van Jo Leinen, namens de Commissie ENVI, aan de Commissie: Gevolgen voor de EU van de olieramp in de Golf van Mexico: maatregelen voor de winning en opsporing van aardolie in Europa (B7-0551/2010).
Jo Leinen, auteur. − (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, in de Golf van Mexico heeft zich waarschijnlijk een van de grootste natuurrampen van de afgelopen jaren voorgedaan, en wij in Europa − in de Europese Unie − moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat een dergelijke ramp niet bij ons kan gebeuren. Ik geloof dat wij het hierover met elkaar eens zijn. We hebben vier zeeën die aan de EU grenzen of in de EU liggen: de Noordzee, de Oostzee, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Er vinden olieboringen plaats in deze Europese wateren. In zoverre is dit ook een probleem voor de Europese Unie.
Vooral diepzeeboringen vormen een bijzonder risico. Dat hebben we kunnen zien bij de oliebron in de Golf van Mexico. Er zijn hier problemen die boven onze macht gaan. Er is een groot aantal vragen gerezen waarop we nog steeds geen antwoord hebben. Dames en heren, mijnheer de commissaris, daarom zeggen wij u in onze resolutie dat het passend zou zijn om een moratorium te hanteren, in ieder geval voor nieuwe aanvragen voor diepzeeboringen, tot we een compleet overzicht hebben van wat nodig is en op welke manier we lacunes kunnen sluiten en tekortkomingen kunnen verhelpen
Ik geloof dat de burgers van Europa van ons verwachten dat wij een even hoog veiligheidsniveau hanteren voor alle 27 lidstaten, en dus voor alle vier de zeeën van de EU, en dat er geen gat gaapt tussen landen die al veel doen − en dat moet ook worden erkend − en degene die misschien wat laks zijn op dit gebied. Ik richt me ook tot de landen om ons heen. We hebben een Nabuurschapsbeleid, en met name in de Middellandse Zee zijn er natuurlijk ook boringen door landen die geen lid zijn van de Europese Unie. Commissaris Oettinger, ik geloof dat u initiatieven neemt − en dat is iets dat u echt moet doen − om vooral met Libië, maar ook met andere te spreken over onze standaarden en voorstellingen.
De vraag is: is de EU voorbereid op een dergelijke ramp? Welk controle- en interventiemechanismen hebben we in het geval van een dergelijke ramp? Hier hebben we ook antwoorden op nodig. We hebben het agentschap in Lissabon, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA), dat is opgericht na een ramp met supertankers die in tweeën waren gebroken. Het agentschap controleert dus de veiligheid van schepen, maar niet de veiligheid van de zeeën − met andere woorden, precies wat we nu bij de diepzeeboringen hebben gezien. Naar onze mening zou een goed idee zijn om het mandaat van het EMSA uit te breiden, zodat het zich ook met deze zaken kan bezighouden. Dat zou in ieder geval een adequate benadering zijn van het probleem. Ik neem aan dat hiervoor nieuwe middelen nodig zijn. Dat is altijd een probleem natuurlijk. Als we echter iets aan een dergelijk groot onderwerp willen doen, moeten de middelen ook gevonden worden.
Ik zou ook de aansprakelijkheid bij dergelijke grote zaken willen noemen. Hoe zit het eigenlijk met de verzekering? Welke mogelijkheden zijn er om het benodigde geld bij elkaar te krijgen? We moeten dus ook een overzicht krijgen van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht met betrekking tot diepzeeboringen, en dat is iets waarover we discussiëren. Natuurlijk moeten we ook en bovenal weten hoe dit van toepassing is op kleine bedrijven die actief zijn op dit terrein. Niet alle bedrijven zijn multinationals; er zijn ook veel kleine bedrijven. Hoe kunnen zij het klaarspelen? Hoe kunnen zij zich verzekeren? Hebben we solidariteitsfonds nodig? Hebben we collectieve oplossingen nodig om te garanderen dat de slachtoffers gecompenseerd worden − de vissers en anderen die door dergelijke rampen worden getroffen?
We willen ook weten of de MEB-richtlijn die milieueffectbeoordelingen eist bij activiteiten op het land, ook geldt voor diepzeeboringen en verwante terreinen. Er is veel dat we niet weten over de open zee. Welke arbeidsomstandigheden en sociale standaarden gelden hier? De menselijke factor kan immers ook een grote rol spelen. Wij hebben goede technologie, maar als de menselijke factor faalt, kunnen dit soort rampen het gevolg zijn.
Commissaris, u bent hoe dan ook verantwoordelijk voor alle energie. Offshore-olie heeft zijn problemen, offshorewind zou beter zijn. Ik geloof dat dit debat natuurlijk de weg vrijmaakt voor een ander energiebeleid in de EU − en dat is ook uw taak.
Olivier Chastel, fungerend voorzitter van de Raad. − (FR) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, bij afwezigheid van nieuwe voorstellen van de Commissie op het gebied van olie-exploratie en -winning, – een afwezigheid die, haast ik mij te verduidelijken, volstrekt legitiem is aangezien de Commissie haar raadplegingen met de bedrijfstak en de vele betrokken regelgevingsautoriteiten voortzet –kan ik slechts opnieuw lucht geven aan onze diepe ongerustheid na de ramp in de Golf van Mexico en het veel te grote aantal menselijke- en milieuslachtoffers. Deze ramp toont aan dat er niet genoeg voorzorgsmaatregelen in deze bedrijfstak kunnen worden genomen en dat alles moet worden gedaan om een herhaling van een dergelijk ongeluk te voorkomen.
Wij kunnen slechts hopen dat net zoals het geval was met de ongelukken met de Exxon Valdez in 1989 en de Erika in 1999, het wetgevend kader voor exploratie- en winningsactiviteiten in zowel Europa als de Verenigde Staten zal worden versterkt. Het gaat er natuurlijk niet om een kader te creëren waarvan de uitvoering dermate prijzig is dat deze activiteiten niet meer winstgevend kunnen zijn, maar dat ze op een veilige manier worden voortgezet, vooral in een tijdsgewricht waarin natuurlijke hulpbronnen teruglopen.
In afwachting van wetgevingsvoorstellen is dit onderwerp vanzelfsprekend niet uit onze gedachten en ook al hebben wij er ons in mogen verheugen dat de Macondo-bron half juli is gesloten en op 19 september eindelijk definitief is gedicht, is er duidelijk slechts sprake van een fase in een langduriger proces, gelet op de omvang van de uit te voeren herstelwerkzaamheden. Daarom wilde het voorzitterschap dat commissaris Oettinger kond zou doen van zijn eerste evaluatie tijdens de informele bijeenkomst op 6 en 7 september van de ministers van energie.
Naar onze mening moeten we twee dingen goed onthouden van wat hij toen heeft gezegd. In de eerste plaats voldoen de reeds door de Europese Unie genomen veiligheidsmaatregelen aan de hoogste internationale normen. Vervolgens – gelet op het feit dat de olieactiviteiten onder diverse reglementaire gebieden ressorteren – moeten de voorstellen die de Commissie overweegt, betrekking hebben op deze uiteenlopende gebieden: in de eerste plaatsen zullen ze –aangezien voorkomen beter is dan genezen – de veiligheidsnormen moeten verbeteren, maar ook de aansprakelijkheidsregeling alsmede het reglementaire toezicht dienen te versterken. Tenslotte moeten ze internationale samenwerking intensiveren, bijvoorbeeld met onze OPEC-partners, zoals wij afgelopen juni al hebben gedaan.
Een eerste mededeling van de Commissie wordt tussen nu en half oktober verwacht en gezien de vele gebieden die zij moet bestrijken – zoals ik net heb aangegeven –, kunnen bij de behandeling ervan diverse samenstellingen van de Raad worden betrokken en evenzo diverse Parlementscommissies. De complexiteit van dit onderwerp mag echter geen excuus zijn om ons antwoord uit te stellen en wij rekenen erop onmiddellijk na ontvangst van de mededeling met de behandeling ervan te kunnen beginnen om het zo snel mogelijk op het niveau van de Raad te brengen.
Wat, specifieker, de bescherming van het milieu betreft, beschikt de Europese Unie tegenwoordig over een tamelijk geavanceerd wetgevend kader. De beginselen van voorzorg en van de vervuiler die betaalt zijn de basisbeginselen van het Europese milieubeleid en zijn overigens ook opgenomen in het Verdrag.
De door dit platform in de Golf van Mexico veroorzaakte olieramp kan voor de Commissie en de lidstaten ook een kans zijn om bepaalde aspecten van de thans geldende milieuwetgeving opnieuw tegen het licht te houden. Wat dat betreft mag eraan worden herinnerd dat de richtlijn Seveso II op dit moment wordt herzien en dat we voor eind dit jaar een voorstel van de Commissie verwachten.
Ik wil er tevens op wijzen dat de Commissie bezig is het reactievermogen van de Unie in het geval van een ramp te onderzoeken, met name om het te verbeteren. In dat verband kijken we uit naar de mededeling die tussen nu en eind november moet verschijnen.
Tot slot wil ik bevestigen dat het voorzitterschap alles zal doen wat in zijn macht ligt om de behandeling van de voorstellen die de Commissie ons zal voorleggen, te bespoedigen.
Günther Oettinger, lid van de Commissie. − (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Chastel, dames en heren, we zijn het allemaal eens over de omvang van de ramp in de Golf van Mexico. Er is schade ontstaan die langdurige negatieve effecten zal hebben op het milieu, de natuur, de cultuur, het toerisme en de visserij, en deze effecten kunnen slechts voor een deel gecompenseerd worden door financiële middelen. Desondanks moeten we dankbaar zijn dat we hier te maken hebben met een competent bedrijf als BP van wie we kunnen verwachten dat het alles zal doen wat kan worden gedaan als het gaat om financiële compensatie.
We zijn bezig met het voorbereiden van een mededeling. Over minder dan twee weken zal de Commissie dit onderwerp officieel behandelen en haar mededeling presenteren. Ik ben hier vandaag om te luisteren naar uw verwachtingen, onder de algemene leiding van de heer Leinen en zijn vakcommissie, samen met de heer Reul. Ik kan u vertellen dat we de verwachtingen en deskundige standpunten van het Parlement zullen meenemen in de mededeling die uiterlijk over twee weken zal worden gepresenteerd.
Een aantal dagen geleden hebben we een analyse van BP ontvangen die op zijn minst genoeg zelfkritiek bevat en ook vrijwillige stappen en correcties voor de industrie voorstelt en aankondigt. We besteden veel aandacht aan wat er gebeurt in Washington, wat op dit moment wat vertraging oploopt door de verkiezingscampagne, maar we merken dat de regering in Washington graag ziet dat dit zeer ernstige incident verstrekkende consequenties heeft voor Amerikaanse wetgeving en beleid. Het is ons doel om wereldwijd de hoogste veiligheidsstandaarden te formuleren voor de wateren die binnen ons bereik liggen: de Noordzee, de noordelijke Atlantische Oceaan, de Oostzee, de Zwarte Zee, de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan voor de kust van West Afrika. We hebben gezag in onze eigen territoriale wateren, maar we streven er ook naar om deze standaarden over te dragen op gebieden buiten onze grenzen. De heer Leinen verwees indirect naar Libië. We houden ons ook bezig met boringen die gevolgen hebben voor onze kusten en zeeën, maar die niet direct in onze zeeën plaatsvinden.
We hebben het over olie en ook over gas. We hebben het in het algemeen over offshore-exploratie en winning van koolwaterstoffen en het best mogelijke niveau van technische veiligheid. We stellen vast dat het Verenigd Koninkrijk – het VK – en Noorwegen vermoedelijk de meeste ervaring hebben en ook hogere, acceptabele standaarden, en we vinden het daarom bijzonder belangrijk om samen te werken met de regering in Londen en met de Noorse regering. Ten eerste willen we de veiligheidsmaatregelen voor toekomstige licenties controleren; met andere woorden welke hogere of hoogste standaarden zijn mogelijk voor nieuwe vergunningen. Ten tweede willen we kijken naar het verbeteren van bestaande platformen waarvan sommige al twintig jaar of ouder zijn. De standaard die toentertijd acceptabel was, voldoet niet meer aan wat vandaag mogelijk en politiek te verwachten is.
Verder is er de kwestie van regelmatige controles. We moeten de dichtheid van ons controlenetwerk vergroten, en overeenkomstig de frequentie en kwaliteit van controles. Er zijn ook kwesties met betrekking tot het verzekeringsrecht, zoals de vraag in hoeverre wij een uitgebreide verzekeringsdekking verplicht kunnen maken voor oliewinnende bedrijven om mogelijke schade te minimaliseren en verhelpen – in ieder geval economisch en financieel – voor zover mogelijk in het erge geval van een ongeluk.
Een andere kwestie die me bezighoudt, is op welke manier we onze veiligheidsstandaarden kunnen exporteren naar andere delen van de wereld. Als BP nu van plan is om olie te gaan winnen en platforms te bouwen voor de kust van Libië, geeft ons dit de mogelijkheid om de Europese energie-industrie – te weten BP, Shell, Total – te benaderen en vrijwillige toezeggingen te krijgen dat ze vrijwillig dezelfde strenge standaarden zullen accepteren en toepassen voor deze naburige regio's als ze verplicht zijn te doen op het territorium van de Europese Unie. Concreet betekent dit dat een offshoreplatform voor de kust van Libië dat gebouwd en geëxploiteerd wordt door BP, of wellicht een platform voor de kust van West Afrika dat geëxploiteerd wordt door een Europees energiebedrijf, dezelfde standaard zal en moet hebben als de platformen in de Noordzee waarvoor deze standaarden wettelijk voorgeschreven zijn.
Al met al, geef ons alstublieft twee weken. We zijn bijna klaar met onze mededeling. We zullen rekening houden met eventuele verwachtingen die u, geachte leden, ons vandaag nog meegeeft, en we zullen in de eerste helft van 2011 dan zeker ook met wetgevingsvoorstellen komen, zoals aangegeven in onze mededeling.
Richard Seeber, namens de PPE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, om te beginnen wil ik Commissaris Oettinger bedanken dat hij het heft in handen heeft genomen en direct heeft gereageerd toen de olieramp zich voordeed. Natuurlijk moeten we rekening houden met het feit dat het uitgangspunt in de VS afwijkt van de situatie in Europa. Desondanks geloof ik dat het ook hier in Europa nodig is om te handelen, en dat het nodig is om een diepgaande analyse uit te voeren van zowel de actuele omstandigheden in Europa als de juridische situatie, zodat we met passende voorstellen kunnen komen. Natuurlijk is de juridische situatie hier gecompliceerd door het feit dat we te maken hebben met internationale wateren en deels met wateren die horen bij lidstaten. Ik geloof dat we goed moeten onderzoeken waar de Gemeenschap als gemeenschap kan handelen en wetsvoorstellen kan doen om de situatie te verbeteren.
Ons uitgangspunt moet altijd zijn dat we de hoogste veiligheidsstandaarden voor mens en natuur willen creëren, zodat dergelijke rampen van meet af aan voorkomen worden. Desondanks vind ik het belangrijk dat we in heel Europa olie en gas blijven exploreren om onze energiebronnen verder te diversifiëren. Dat moeten we in ons achterhoofd blijven houden. Maar zoals ik al zei, gaat veiligheid voor. Ik zie drie terreinen waarop we in actie kunnen komen. De eerste is kijken waar we de rechtstoestand in de EU moeten veranderen. De Seveso II-richtlijn, de milieuaansprakelijkheidsrichtlijn en het derde maritieme veiligheidspakket schieten mij dan te binnen. Dit zijn zeker terreinen waar de Commissie naar moet kijken en we zijn benieuwd naar uw voorstellen.
De tweede is het financiële raamwerk. Ik geloof dat verzekeringsoplossingen adequate zekerheid kunnen bieden voor financiële compensatie na rampen. Een derde terrein is rampenmanagement in de EU. Is het echt nodig dat iedere lidstaat alles in huis heeft om dergelijke rampen het hoofd te kunnen bieden? Zouden we hier niet een vorm van samenwerking kunnen vinden op EU-niveau en deze versterken om de lidstaten ook een beetje te ontlasten?
Zigmantas Balčytis, namens de S&D-Fractie. – (LT) De milieuramp in de Golf van Mexico heeft de aandacht gevestigd op het gebrek aan veiligheid bij olieboringen. Deze hartverscheurende tragedie die mensenlevens eiste en onmetelijke schade aan het milieu aanrichtte, moet ook voor ons in Europa een belangrijke les zijn.
Ik ben blij met het initiatief van de Commissie om de veiligheid van de olieplatforms in de Europese territoriale wateren te onderzoeken. Om de veiligheid ten volle te verzekeren, zijn maatregelen op ruimere schaal nodig. In de eerste plaats moet de Commissie de capaciteit voor een onmiddellijke en effectieve respons op ongevallen onderzoeken en een Europees actieplan opstellen.
De huidige regelgeving heeft duidelijk onvoldoende inhoud en reikwijdte, zowel in termen van veiligheid als van aansprakelijkheid voor veroorzaakte schade. In de Europese Unie worden momenteel reusachtige infrastructuurprojecten uitgevoerd waarvan de veiligheid mogelijk niet uitvoerig en deugdelijk is onderzocht. Hiertoe behorent ook de veel besproken Nord Stream-gasleiding en andere infrastructuur op het gebied van aardolie en gas, die voor Europa noodzakelijk zijn vanwege de energiezekerheid, maar die aan de hoogste milieueisen moeten voldoen.
Het is dus evident dat de kwestie van aansprakelijkheid duidelijk moet worden gemaakt: de vervuiler vergoedt de schade. Bovendien is het noodzakelijk om verplichte EU-brede verzekeringsregelingen vast te stellen. Om vergelijkbare rampen te voorkomen, is bijzondere aandacht voor preventieve maatregelen nodig. Daarom dient de Commissie in mijn ogen de instelling van een effectief toezichtstelsel te analyseren, de inspectiemethoden te versterken en de EU-minimumveiligheidseisen aan te scherpen.
Ik ben het eens met de voorstellen van onze collega's om de Commissie jaarverslagen te laten opstellen die ons de mogelijkheid geven zowel de werkelijke situatie te beoordelen als tijdig de nodige maatregelen te treffen.
Ten slotte wil ik de Commissie en het lid van de Commissie bedanken voor het feit dat we binnenkort een mededeling ontvangen en een begin kunnen maken met het meer gedetailleerd onderzoeken van wat Europa werkelijk nodig heeft.
Corinne Lepage, namens de ALDE-Fractie. – (FR) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Chastel, commissaris, het ongeluk in de Golf van Mexico heeft een waterscheiding teweeggebracht.
Een grootschalig industrieel ongeluk kan ook Europa treffen, zoals helaas duidelijk blijkt uit wat zich op dit moment in Hongarije afspeelt. Onze gemeenschappelijke taak is het nu juist om rampzalige gebeurtenissen voor te zijn, niet om te wachten tot een ramp zich voordoet en vervolgens middelen in te zetten om ze te bestrijden.
Wat betekent dat? In de eerste plaats passende preventieve wetgeving. Die is er op dit moment niet. Er moeten solide voorstudies worden verricht en het verheugt me te horen dat de toepassing van Seveso II op offshoreplatforms wordt overwogen. Er moeten solide effectbeoordelingen komen en – dat is buitengewoon belangrijk – een stelsel van aansprakelijkheid met een afschrikkende werking, dat wil zeggen dat het voor de exploitanten in hun economisch belang is om veiligheidsmaatregelen te treffen.
Ten slotte moeten er technische middelen beschikbaar komen waarmee in enkele dagen, zo niet in enkele uren, elk ongeluk het hoofd kan worden geboden. Het gaat er niet alleen om op papier te kunnen reageren; het gaat er om in de echte wereld te kunnen reageren. Ik moet er niet aan denken wat er in een gesloten zee als de Middellandse Zee gebeurt wanneer zich daar weken- of zelfs maandenlang hetzelfde afspeelt als in de Golf van Mexico.
Er moet natuurlijk ook – u hebt daaraan herinnerd – een eerlijk aansprakelijkheidsstelsel van schadevergoeding komen. De richtlijn inzake milieuaansprakelijkheid dekt, herinner ik me, geen economische schade. Om die reden lijkt het me onontbeerlijk om, zoals de Verenigde Staten niet hebben geaarzeld te doen, een moratorium in te stellen op nieuwe installaties, zodanig dat aan de zojuist vermelde voorwaarden kan worden voldaan.
Het gaat er niet om de lopende bedrijfsactiviteiten stil te leggen, maar om nieuwe licentieverleningen op te schorten, opdat alle publieke en private actoren hetzelfde belang hebben: zo snel mogelijk te beschikken over de wetgeving en technische middelen die ons beveiligen tegen een ramp van een omvang die de Verenigde Staten hebben gekend.
Ik meen dat al deze maatregelen een stap in de goede richting zouden zijn, waarbij ik er wel op wijs dat het ons aller doel is om de samenleving geleidelijk los te maken van olie en niet om er afhankelijk van te blijven.
Bart Staes, namens de Verts/ALE-Fractie. – Voorzitter, ik sluit mij aan bij de toespraak van mevrouw Lepage, en zeker bij de laatste paragraaf. Vijf maanden geleden gebeurde het ondenkbare. Op 20 april deed zich de verschrikkelijke ramp in de Golf van Mexico voor. Het duurde vijfde maanden vooraleer het lek definitief gedicht werd. Het komt er dus op aan voor ons, als Europese wetgever, ervoor te zorgen dat zo'n ramp in Europese wateren niet kan voorkomen. Daarom dit debat. Daarom de actie.
De resolutie waarover wij in de Milieucommissie gestemd hebben, spoort in grote mate met de analyse en met het beleid en de bereidwilligheid van commissaris Oettinger. Commissaris Oettinger is al een paar keer voor de plenaire vergadering komen uiteenzetten waar hij voor staat en wat hij wil doen. Onze resolutie sluit daar zeer nauw op aan. Ik betreur dat de Raad zegt op voorstellen van de Commissie te wachten vooraleer te reageren. Ik had eigenlijk verwacht dat de Raad zou reageren op de voorstellen die het Parlement nu in het debat naar voren brengt.
Die voorstellen zijn belangrijk. Ze zijn van velerlei aard. We roepen eigenlijk de lidstaten op om te komen tot een moratorium zolang er ongelukken kunnen gebeuren, zolang het niet zeker is dat er voldoende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd. Wij willen een moratorium zolang we niet zeker zijn dat de aansprakelijkheidswetgeving volledig in orde is. Wij willen nagaan hoe het zit met het toezicht op de toezichthouders. Wij willen ervoor zorgen dat er ook acties worden ondernomen voor de ontmanteling van installaties die nu nog operationeel zijn en die wellicht binnenkort ontmanteld moeten worden. Wij willen dat het mandaat van de EMSA, de organisatie voor maritieme veiligheid, wordt uitgebreid. Wij willen dat die organisatie niet alleen verantwoordelijk is voor de vervuiling op zee door zeeschepen, maar ook voor de vervuiling op zee door olieboorplatforms als er een ramp gebeurt.
Dat zijn allemaal zeer concrete zaken die in deze resolutie staan. Ik betreur, meneer Chastel, dat u hier namens de Raad geen reactie geeft op de voorstellen van het Parlement en afwachtend kijkt naar de voorstellen die meneer Oettinger zal indienen, het eerste al volgende week met de stresstest van de bestaande wetgeving. Een flinke proficiat voor de Commissie, een eerder afwijzende houding ten aanzien van de Raad.
Struan Stevenson, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de olieramp in de Golf van Mexico was een waarschuwingsteken voor de oliesector. Daar is geen twijfel over mogelijk. We zijn daar allemaal van doordrongen, maar we moeten oppassen dat we niet overdreven reageren.
Ik ben het ermee eens dat we moeten zorgen voor een goede compensatieregeling voor iedereen, met name in de visserijsector, die zijn middel van bestaan kwijtraakt als gevolg van – de hemel verhoede het – een olieramp of een ander ongeval van deze aard in onze wateren, al hoop ik dat we dat nooit zullen hoeven meemaken.
We moeten een compensatiefonds of anders een verzekeringsfonds opzetten waaraan de oliemaatschappijen zelf een bijdrage leveren. Maar als ik luister naar goede collega’s zoals mevrouw Lepage die oproepen tot een moratorium op proefboringen, krijg ik echt het gevoel dat dit te ver gaat. Dat is een overdreven reactie. We hebben twintig jaar, twee decennia, ervaring met diepzeeboringen in de Noordzee en voor de westkust van Schotland – twee decennia waarin wij veiligheidstechnologie van het hoogste niveau ter wereld hebben geëxporteerd. We hebben meer dan 315 diepzeebronnen, dat wil zeggen bronnen op een diepte van meer dan driehonderd meter, waarvan een aantal op een diepte van wel 1 600 meter.
Het is nog te vroeg om te kijken naar de analyse van wat er in de Golf van Mexico is gebeurd, maar er is reeds gebleken dat als daar gebruik was gemaakt van onze technologie, die we in de Noordzee al twee decennia toepassen, deze olieramp niet zou hebben plaatsgevonden of veel sneller onder controle zou zijn geweest.
Laten we dus niet opeens de deur dichtgooien voor een van de veiligste industrieën die we hebben in Europa, waar alleen al dit jaar 6 miljard pond is geïnvesteerd in opsporingswerk in de Noordzee en voor de kust van Shetland. We moeten niet overdreven reageren en aan de rest van de wereld de boodschap afgeven dat wij in het Europees Parlement het idee hebben dat onze Europese industrie niet veilig meer is. We hebben het over een belangrijk exportproduct.
Niki Tzavela, namens de EFD-Fractie. – (EL) Mevrouw de Voorzitter, ik wil mijn gelukwensen overbrengen aan de heer Leinen en de commissaris voor hun informatie. Ik moet echter ook uiting geven aan mijn ongenoegen omdat de Commissie industrie, onderzoek en energie, die zich bezighoudt met industrie en onderzoek, in deze resolutie schittert door afwezigheid, en juist omdat ze afwezig is, komen in de resolutie paragrafen voor die niets met de realiteit hebben uit te staan of grote problemen veroorzaken voor de industrie. Goed, wij willen deze industrie controleren maar dat betekent nog niet dat we ze kapot moeten maken.
Daarom zijn wij het roerend eens met het amendement van de heer Callanan waarin wordt voorgesteld paragraaf 17 te schrappen. Ik wil er tevens op wijzen dat paragraaf 22 financiële lasten met zich meebrengt voor de mijnbouwondernemingen, en daar moeten wij voorzichtig mee zijn. Ik wil ook nog wijzen op een grote nalatigheid in de tekst. Daarin wordt namelijk met geen woord gerept over de bevordering van onderzoek en ontwikkeling op mijnbouwgebied. Ook daar zouden wij kunnen samenwerken met de Amerikanen en onderzoek en ontwikkeling vooruit kunnen helpen, wat ons dan weer zal helpen bij de aanpak van dergelijke crises.
Nick Griffin (NI). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, we zien de echte betekenis van de diepzeeramp over het hoofd. De echte vraag is waarom BP dwars door 5 000 meter gesteente, in 1 500 meter diep water, midden in een orkaanzone naar olie boort.
Het antwoord is piekolie – de piek is het punt waarop we de helft van alle reserves op aarde die eenvoudig, veilig en goedkoop te winnen waren, hebben opgebruikt en aangewezen zijn op krimpende reserves die steeds ontoegankelijker, gevaarlijker en duurder zijn, zowel financieel als milieutechnisch. Diepzeeboringen zijn gewoon een symptoom van piekolie. Dat de EU ze gebruikt als excuus voor de zoveelste greep naar de macht, voorkomt niet dat we de piek zullen bereiken en zullen worden geconfronteerd met de mogelijk rampzalige gevolgen ervan.
In plaats van over symptomen te praten, wordt het tijd dat we de ziekte serieus gaan nemen: het feit dat we alle makkelijke olie hebben opgebruikt en nog steeds aan het spul verslaafd zijn. De afgelopen maanden is deze realiteit langzaam doorgedrongen tot – onder andere – president Obama, de Britse regering en het Duitse leger. Het wordt tijd dat de EU haar kop uit het zand haalt, zich eens wat minder druk maakt over de klimaatverandering en zich buigt over de echte crisis: piekolie.
Herbert Reul (PPE). – (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Chastel, mijnheer de commissaris, dames en heren, dit was een grote ramp, en er zijn verschillende manieren om op rampen te reageren. Je kunt druk rondrennen en iedere week een nieuwe verklaring afgeven, of je kunt de situatie grondig onderzoeken en dan bekijken waar er zaken veranderd moeten worden. Wat betreft het uitgangspunt bijvoorbeeld kunnen we vaststellen dat de situatie in de Verenigde Staten niet echt te vergelijken is met die in Europa.
Commissaris Oettinger heeft het laatste pad gekozen: om op een sobere, objectieve manier, stap voor stap te werk te gaan. Dat is hoe je politiek bedrijft en hoe je de steun wint van onze burgers. Ik ben ten eerste dankbaar dat de Commissaris deze koers heeft gekozen, en ten tweede dat hij al de commissies erbij betrokken heeft. De commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de commissie industrie, onderzoek en energie waren gezamenlijk betrokken bij de plenaire vergadering, namen allebei deel aan de discussies met de Commissaris waarbij we de feiten nog verder konden uitdiepen. Helaas moet ik zeggen – wat mevrouw Tzavela al heeft genoemd – dat de milieucommissie toen van mening was dat zij alleen een resolutie moest indienen. Ik vind dat absoluut onacceptabel. Sterker nog, snel een overhaast document op tafel leggen is niet in het belang van de samenwerking in het Parlement en zorgt er ook niet voor dat we deze kwestie vakkundig kunnen afhandelen.
We hebben gehoord – en dat wist iedereen – dat de Commissie volgende week of de week daarop een mededeling presenteert met een analyse van de gevolgen van wat er is gebeurd. We zullen dan, zoals de Raad al terecht heeft gezegd, een verstandig besluit kunnen nemen over de gevolgen. De milieucommissie vond het nodig om snel een motie in te dienen voor een resolutie over deze kwestie, en nu ligt er dus een resolutie op tafel waarvan ik vind dat ze van voor tot achter overhaast is. Naar mijn mening staan er fouten in en wordt er helemaal geen rekening gehouden met een groot aantal aspecten inzake onderzoek en technologie, zoals mevrouw Tzavela zojuist heeft gezegd. Wie maalt daarom? Als er maar iets uitrolt, zelfs als het de zaak slechts van één kant bekijkt. Dit is absoluut niet acceptabel. Sterker nog, als je de conclusie trekt dat er een moratorium moet worden afgekondigd, is dat een succesvolle poging om de aandacht te vestigen op Europa als industrieel centrum.
Dames en heren, dit is toch geen manier om hiermee om te gaan. Ik ben dankbaar dat ik het woord heb mogen nemen. Hier kun je in ieder geval nog spreken. Bij de resolutie is mijn commissie helemaal niet betrokken geweest.
Pavel Poc (S&D). - (CS) De ontploffing van het boorplatform Deepwater is uitgemond in een ware catastrofe en is een veeg teken aan de wand voor zowel de VS als Europa. Maar een ander veeg teken hebben we daarbij geheel over het hoofd gezien. Op hetzelfde moment dat de commissie ENVI debatteerde over Deepwater Horizon in de Golf van Mexico, ontsnapte er olie uit het boorplatform Jebel al-Zayt, enkele tientallen kilometers voor de Egyptische kust. Het bericht daarover bereikte ons via toeristen ter plaatse. Geen enkel bericht erover in de media. En toen we de Commissie tijdens genoemde bijeenkomst van de commissie ENVI vroegen of zij beschikt over informatie over deze weliswaar kleine maar vrij nabije ramp, of beter gezegd olielek, bleek zij dat niet zo te zijn. En de Commissie was niet de enige, niemand had informatie. Dus ik zou graag aan de zaken die de collega’s hier te berde brachten, willen toevoegen dat er te allen tijde op tijd gedegen informatie nodig is; niet door politieke belangen vertekende informatie, zoals de Egyptische regering poogde te verstrekken ten aanzien van de olielek in Jebel al-Zayt.
Een moratorium zou een oplossing kunnen zijn, hoewel het de energiesector uiteraard niet overmatig mag beperken in haar mogelijkheden; zij dient ons uiteraard de hoeveelheden te kunnen blijven leveren die we nodig hebben. Wat echter wel nodig is, zijn uniforme veiligheidsnormen, want aan de ene kant hebben we zeer hoge EU-normen op dit vlak in de Noordzee en aan de andere kant in de Zwarte Zee vrijwel geen. Dit is een onacceptabel meten met twee maten. We dienen er dus voor te zorgen dat de uniforme veiligheidsnormen de totale Europese kust beschermen.
Gerben-Jan Gerbrandy (ALDE). - Voorzitter, natuurlijk zijn de omstandigheden in de Golf van Mexico niet te vergelijken met die in onze wateren, maar ik ben erg blij dat de Europese Unie wel de gelegenheid heeft aangegrepen om de eigen regelgeving tegen het licht te houden. Want dat is wel hoognodig.
Voor mij zijn er twee heel belangrijke onderdelen. Ten eerste de controles. Daar hebben meerdere collega's over gesproken. Die controles zijn essentieel. Nog veel belangrijker vind ik de aansprakelijkheid, en ik moet eerlijk zeggen dat ik nogal schrok van het feit dat die aansprakelijkheid ook in onze Europese wateren niet goed georganiseerd is. Waarom is die aansprakelijkheid zo belangrijk? Als we dat goed regelen, is dat dé stok achter de deur voor de oliebedrijven om vooral zelf heel veel maatregelen te nemen om de risico's te verkleinen. Daarom vind ik dat belangrijk. Om die reden ben ik een groot voorstander van het niet verlenen van nieuwe vergunningen, zolang die aansprakelijkheid niet geregeld is.
Bas Eickhout (Verts/ALE). - Voorzitter, ik richt mij vooral tot mijn collega's Stevenson en Reul, die zeggen dat de Milieucommissie te snel heeft gereageerd. Laten we wel wezen, deze ramp is vijf maanden geleden gebeurd en dat we nu pas vanuit Europa gaan komen met een resolutie, is helemaal niet te snel. Als Milieucommissie hebben we hier lang aan gewerkt.
Ik wil ook de Commissie zeer hartelijk bedanken, want die heeft proactief gehandeld en heeft toegegeven dat de wetgeving op aansprakelijkheidsgebied niet helder is, en dat er gewoon ook gaten zitten tussen Europese wetgeving en nationale wetgeving. Dat soort zaken zijn niet goed geregeld. Totdat we weten of dat wel goed geregeld is, moeten we gewoon stoppen met nieuwe diepzeeboringen. Dat is niet een soort stop voor de hele sector, dat geldt alleen voor nieuwe diepzeeboringen. Dat is geen overdreven reactie, dat is een zeer rustige reactie. We weten ook dat er in de Golf van Mexico nog onderzoek gaande is naar wat er is misgegaan. Dat moet duidelijk worden en tot die tijd: niets nieuws.
Konrad Szymański (ECR). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, rampen en ingrijpende gebeurtenissen, zoals het olielek in de Golf van Mexico, zijn vaak aanleiding het hele beleid op de schop te nemen en uitgebreide plannen te maken voor hervormingen van de regelgeving. Maatregelen die door emotie zijn ingegeven zijn echter niet altijd wel doordacht, Ik vraag u dan ook grote behoedzaamheid en zorgvuldigheid te betrachten bij het opleggen van nieuwe verplichtingen aan ondernemingen, ongeacht of ze betrekking hebben op verzekeringen, milieunormen of veiligheidsnormen, die in de Europese Unie toch al de hoogste ter wereld zijn. Op dit wetgevingsterrein zijn we in een andere fase van ontwikkeling.
Overregulering leidt alleen maar tot verzwakking van het concurrentievermogen in Europa en een sterkere positie voor de oliewinningsindustrie buiten de Europese Unie. Hetzelfde geldt bij een moratorium op boringen op zee; met zo'n moratorium bereiken we hoogstwaarschijnlijk het tegendeel van wat we voor ogen hebben. Een moratorium betekent dat meer schepen zullen afkoersen op de Europese kusten, met alle gevaren van dien voor het milieu. Daarom verzoek ik om in beide gevallen, wetgeving dan wel een moratorium, zeer omzichtig te werk te gaan.
Bogusław Sonik (PPE). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, dit is inmiddels het derde debat in het Europees Parlement waaruit blijkt hoeveel belang wij hechten aan een veilige winning van ruwe olie in Europese zeeën. We willen niet dat de ramp in de Golf van Mexico zich kan herhalen voor de kusten van ons continent. In de eerste drie maanden van dit jaar deden zich maar liefst 175 verstoringen voor van activiteiten op olieboorplatforms in de Noordzee, waarvan er acht werden aangemerkt als zeer ernstige incidenten. In 32 gevallen moesten de installaties worden stilgelegd. Een ander probleem is dat deze platforms intensief zijn geëxploiteerd. Van de 103 platforms die aan het begin van de jaren zeventig in de Noordzee in bedrijf werden genomen, komen er binnen vijf jaar 44 aan het eind van hun technische levensduur. Van 26 platforms is de toegestane exploitatieduur al overschreden, maar voor deze platforms is toestemming verleend de exploitatie te verlengen.
Verder zijn in de afgelopen dertig jaar installaties overgegaan in andere handen en het is niet per se zo dat de nieuwe eigenaars bij de exploitatie dezelfde veiligheidscultuur eropna houden. De druk om zo veel mogelijk olie te winnen gaat slecht samen met maatregelen om de veiligheid te verbeteren of met een deugdelijke risicobeoordeling. Wij verlenen daarom steun aan de inspanningen van de commissaris om een grondige analyse te maken van wetgeving betreffende de oliewinning in Europese zeeën en, zo nodig, nieuwe en essentiële voorschriften in te voeren teneinde het hoofd te bieden aan gevaren die voortkomen uit de winning van olie op zee en de aansprakelijkheidsbeginselen aan te scherpen bij ongevallen die leiden tot verontreiniging met ruwe olie.
Het is van groot belang om de allerhoogste normen vast te stellen voor diepzeeboringen in Europese zeeën en deze normen toe te passen op alle partijen die in Europese territoriale wateren actief zijn. Ze moeten eveneens gelden voor ondernemingen van buiten de Europese Unie. Er mag geen situatie ontstaan waarin grondstoffen in het Noordpoolgebied worden gewonnen door bijvoorbeeld Noorwegen of Rusland waarbij een van die landen technologie gebruikt die niet voldoet aan de hoogste, door EU-ondernemingen gehanteerde, veiligheidsnormen.
George Lyon (ALDE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, zoals diverse andere sprekers al zeiden: de ramp in de Golf van Mexico is een waarschuwingsteken voor de industrie.
Maar ik heb goed geluisterd naar wat de commissaris zei in zijn inleiding en zijn commentaar en ik ben het eens met de toezeggingen die hij deed. We moeten inderdaad de normen verhogen, de kwaliteit verbeteren, ervoor zorgen dat de EU een leider op dit gebied wordt, dat we onze beveiligingssystemen over de hele wereld exporteren en dat anderen volgen. Ik juich het ook toe dat hij in zijn bijdrage erkent dat het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen in de Noordzee reeds werken volgens de hoogste normen ter wereld.
Wij hebben in Schotland onze eigen ramp op de Noordzee gehad: de ramp met de Piper Alpha, iets meer dan twintig jaar geleden, waarbij meer dan honderd slachtoffers vielen. Deze ramp leidde tot een brede herziening van de veiligheidsnormen met als resultaat de zeer hoge normen die we nu hanteren.
Ik sta achter veel van de zaken die worden gesteld in de vraag van Jo Leinen waarover we ons vandaag buigen, maar ik denk dat de open oproep tot een moratorium een onevenredige reactie is en geen verstandig antwoord is op de uitdaging waarvoor we staan. Ik hoop dat het Parlement nog eens goed bij zichzelf te rade gaat voordat ze besluit zover te gaan.
Zbigniew Ziobro (ECR). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, het staat buiten kijf dat de Europese Commissie moet toezien op een veilige winning en vervoer van grondstoffen. Optimale veiligheidsnormen zijn van groot belang, maar het is ook heel belangrijk dat ondernemingen die de grondstoffen winnen en vervoeren voorbereid zijn op noodsituaties die tot grootschalige milieuverontreiniging kunnen leiden. We mogen niet de nodige financiële middelen vergeten die ondernemingen die zich met dergelijke economische activiteiten bezighouden opzij moeten zetten.
Er wordt spoedig een gaspijpleiding in bedrijf genomen aangelegd op de bodem van de Oostzee. Daar zullen enorme hoeveelheden gas doorheen worden geleid. Ik denk dat dit het moment bij uitstek is om de Europese Commissie te vragen of zij iets heeft gedaan om de belangen te beschermen van miljoenen Europeanen die aan de Oostzeekust wonen en die het slachtoffer kunnen worden van een ongekende milieuramp als gevolg van een explosie of lek in deze gaspijpleiding. Voorts herinner ik eraan dat een resolutie die het Europees Parlement twee jaar geleden heeft uitgevaardigd over het voorbereid zijn op de milieueffecten van deze investering, volkomen is genegeerd en de investering inmiddels gaande is. Wat denkt de Commissie inzake deze kwestie te ondernemen om te voorkomen dat we de verspilde tijd zullen berouwen als zich een ramp voordoet?
Catherine Soullie (PPE). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, de omvang van de ramp in de Golf van Mexico is duidelijk van dien aard dat hij ons als Europese afgevaardigden dwingt om ons af te vragen hoe het met de beveiliging van onze eigen olie-installaties is gesteld. De bescherming van het mariene milieu staat of valt immers met een maximale beveiliging van olie-exploratieplaatsen.
Het idee van een moratorium op huidige en toekomstige boringen in onze wateren is niettemin prematuur en ongeschikt. Prematuur, omdat de resultaten van het onderzoek naar de ramp in de Golf van Mexico nog niet bekend zijn en sommige voorlopige conclusies bevestigen dat er sprake was een combinatie van fouten betreffende gedrag, organisatie en techniek. Ongeschikt omdat er een verschil bestaat – en daaraan is verscheidene malen herinnerd – tussen de voorschriften die in de Noordzee, in de Middellandse Zee en in de Golf van Mexico van toepassing zijn.
Moet er nog worden herinnerd aan de ernstige gevolgen van een moratorium, zowel op economisch als sociaal gebied, om maar te zwijgen over de wijze waarop het onze energieonafhankelijkheid in gevaar kan brengen?
Vorige week hebben Noorwegen en Rusland een einde gemaakt aan veertigjarig meningsverschil en een dertigjarig moratorium door het principe van een gemeenschappelijke maritieme grens in de Barentszee en in het Zuidpoolgebied te bekrachtigen. Deze overeenkomst houdt feitelijk in dat er een gebied wordt gedeeld dat rijk is aan olie en gas. Hoe kan dan tezelfdertijd de Europese uitvoerende macht overwegen deze olieactiviteiten op te schorten en zichzelf economisch en op het gebied van energie in een zwakke positie te manoeuvreren?
Mirosław Piotrowski (ECR). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, de ongekende milieucatastrofe in de Golf van Mexico zou de lidstaten ertoe moeten brengen nauwlettend toe te zien op olieboorplatforms in wateren waar ruwe olie wordt gewonnen. Er verschijnen zelfs voorstellen voor invoering van een moratorium op nieuwe boringen totdat het risico voor het milieu is uitgesloten. De voorstellen berusten op de aanname dat, aangezien zeebekkens geen grenzen hebben, een milieuramp in het ene ook gevolgen heeft voor de andere.
Die benadering is in lijn met de resolutie die het Europees Parlement twee jaar geleden heeft uitgevaardigd over de milieugevaren in verband met het Nord Stream-project in het Oostzeegebied. Wij hopen dat de Europese Commissie in overeenstemming daarmee een ferme en oordeelkundige aanpak nastreeft voor het toezicht op investeringen voor gastoevoer over de Oostzeebodem en daarbij gebruik zal maken van alle mogelijke instrumenten. Verder is het de moeite waard om te kijken of er ook geen steun moet worden verleend aan alternatieve technologieën voor bijvoorbeeld de winning van schaliegas.
János Áder (PPE). – (HU) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, we hebben veel gehoord over deze olieramp en we hebben allen de schokkende beelden op ons televisiescherm kunnen zien. Maar weet u, dames en heren, dat de laatste jaren 97 procent, ik herhaal 97 procent van alle opzettelijke schendingen van de veiligheidsvoorschriften door Amerikaanse oliebedrijven is begaan door British Petroleum? Weet u dat dit bedrijf het afgelopen decennium diverse ongelukken heeft veroorzaakt? Weet u dat British Petroleum de kosten voor veiligheid en onderhoud drastisch heeft verlaagd met het oog op winstbehoud? Dit aspect heeft ook een rol gespeeld bij het nog steeds toenemende aantal ongelukken.
Zojuist heeft mevrouw Lepage gezegd dat het belangrijkste is dat we op rampen anticiperen, rampen kunnen voorkomen. We weten allemaal dat preventie het belangrijkst is. Daarin geef ik haar gelijk. Maar ik denk dat de Amerikaanse ramp in de Golf van Mexico, net als andere industrie- en milieurampen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan of de ramp die zich eergisteren in Hongarije heeft voltrokken, duidelijk aantonen dat natuur- en industrierampen overal en op elk moment kunnen plaatsvinden. Daarom vind ik schadevergoeding en daarnaast ook snelle en effectieve schadebeheersing belangrijk.
We praten veel over extreme weersomstandigheden en de gevolgen daarvan, wat voor risico’s daarmee gepaard gaan en het toegenomen gevaar van natuur- en industrierampen. Ik denk dat dit waar is en als dit waar is, moeten we daarop anticiperen. We moeten letten op de waarschuwingssignalen, zoals de ramp in Hongarije van eergisteren of de ramp in de Golf van Mexico in de lente. Daarom stel ik voor aan mijn collega’s en het Europees Parlement dat we een Europees rampenfonds oprichten voor effectieve schadebeheersing.
Romana Jordan Cizelj (PPE). - (SL) De ramp in de Golf van Mexico is angstaanjagend. Hij duidt op een gebrek aan veiligheidsnormen en op te weinig efficiënt handelen na het ongeluk. Hoewel het in de Verenigde Staten is gebeurd, dus in het kader van de Amerikaanse wetgevende vereisten en normen, moeten we allen hieruit iets leren en gelijkaardige ongevallen voorkomen.
Daarbij moeten we met de huidige situatie rekening houden. Volgens mij beschikt de Europese wetgeving nu al over mechanismen die dergelijke gebeurtenissen in de Europese Unie voorkomen, aangezien onze wetgeving strenger en veeleisender is dan de Amerikaanse.
Daarom ben ik van mening dat we in de Europese Unie geen haast moeten maken. Wij staan niet onder tijdsdruk. We moeten een diepgaande deskundige analyse van de oorzaken en gevolgen van het ongeluk in de Golf van Mexico uitvoeren. Op basis daarvan kunnen we eventueel nieuwe eisen en maatregelen opstellen. In de resolutie storen me de passages die paniek zaaien, zoals 'zo snel mogelijk', en ik ben ook tegen een moratorium voor oliewinning. Ik ben het er echter mee eens dat we moeten zorgen voor een wetgeving die beantwoordt aan de hoogste normen en voor een eerlijke schadeloosstelling bij ongevallen.
We moeten echter vooral ook buiten onze grenzen actie ondernemen. Het heeft geen belang welke zee werd vervuild: een Amerikaanse, Europese of andere. In zulke gevallen is de wereld als geheel meer vervuild, door de vervuiling sterven dieren en planten en lijden mensen. Daarom moeten we het moeilijkste doen: hoge internationale normen bereiken, en niet enkel de regelgeving binnen de Europese grenzen verscherpen.
Ik vind daarentegen dat we snel moeten reageren in het geval van het ongeluk in Hongarije, aangezien het binnen onze grenzen heeft plaatsgevonden. We hebben dringend nood aan antwoorden op vragen over wat die dikke rode materie is – is die werkelijk schadelijk voor de gezondheid? Staat deze echt niet op de Europese Afvalstoffenlijst? En hoe kunnen we dergelijke ongevallen voorkomen?
Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė (PPE). – (LT) Om te beginnen wil ik mijn dank uitspreken aan de collega's die hebben bijgedragen aan het ontwerp van deze resolutie, en aan het lid van de Commissie dat ons vandaag zoveel hoop en vreugde heeft bezorgd met zijn aankondiging van de door de Commissie voorgenomen maatregelen. Er bestaat vrees dat de resolutie overhaast is en misschien niet voldoende onderzocht is … Ik denk nog steeds dat het de stem is van het Europees Parlement en een boodschap aan de maatschappij en de Commissie.
Sinds het ongeval is er enige tijd verstreken en het is uiterst belangrijk dat in elk geval het Europees Parlement nu zijn stem laat horen. Ik denk, zoals ook anderen hier hebben gezegd, dat het zeer belangrijk is om de huidige EU-wetgeving en regelgeving inzake veiligheids- en kwaliteitsnormen te herzien. We spreken niet over het geheel stilleggen van de oliewinning, maar eenvoudigweg over toezicht op de situatie en over de te treffen maatregelen ter voorkoming van een nog een ramp als in de Golf van Mexico.
Persoonlijk ben ik bijzonder blij met de bepalingen in deze resolutie over de verantwoordelijkheid van derde landen. In het algemeen dienen de Europese Commissie en de Europese Unie de dialoog met derde landen te intensiveren als het gaat om bepaald energie-infrastructuurprojecten. Die dialoog hoeft niet per se alleen betrekking te hebben op de Oostzee en de olieplatforms of de Nord Stream-gasleiding, maar kan ook over de Zwarte Zee, het Middellandse Zeegebied en conflictsituaties met Noord-Afrika gaan. Ik geloof dat het zeer belangrijk is dat deze resolutie ook betrekking heeft op derde landen.
Jolanta Emilia Hibner (PPE). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, de ervaringen die we met de gebeurtenissen van de afgelopen maanden hebben opgedaan en onze zorgen over de gecompliceerde situatie op de brandstoffenmarkt als gevolg van de ramp in de Golf van Mexico, moeten ons aanzetten tot doeltreffende en krachtige maatregelen om het milieu te beschermen en, bovenal, soortgelijke rampen in de toekomst te voorkomen. Alle inspanningen moeten zijn gericht op een verbetering van de veiligheid bij de winning van ruwe olie.
Deskundigen proberen ons ervan te overtuigen dat passende preventiemaatregelen ervoor gezorgd hebben dat zich betrekkelijk weinig ongevallen bij oliemaatschappijen voordoen. Dat mag waar zijn, maar feit is dat procedures worden genegeerd en getracht wordt te bezuinigen ten koste van de veiligheid en dat betekent dat rampen zoals die in de Golf van Mexico zich in de toekomst mogelijk ook in Europa kunnen voordoen.
Er zijn wereldwijd ongeveer 1 600 olieboorplatforms in bedrijf en dat aantal neemt gestaag toe. Er worden voortdurend nieuwe, steeds grotere en krachtigere oliebronnen en boorplatforms in exploitatie gebracht. Er wordt voor de oliewinning uitgeweken naar steeds diepere delen van het zeebekken in gebieden die steeds verder van de kust liggen. Het belang van klassieke oliebronnen neemt daardoor af en dat van boorplatforms juist toe. Het debat over de veiligheid van de oliewinning is onontkoombaar en een vergelijking van theoretische veiligheidsnormen met in de praktijk toegepaste normen zou wel eens een verrassende uitkomst kunnen opleveren. Het is essentieel om oliemaatschappijen aan aanvullende beperkingen en regelgeving te onderwerpen die de veiligheid kunnen verbeteren. Ik weet dat sommige landen al op eigen initiatief zijn begonnen met de inspectie van boorplatforms. Bij de eerste inspecties zijn al bepaalde overtredingen van veiligheidsnormen vastgesteld. Gebleken is dat veel platforms in de Noordzee zich niet houden aan elementaire veiligheidsbeginselen.
Ik denk dat onmiddellijke preventieve actie nodig is om boorplatforms en alle plaatsen waar grondstoffen uit de zeebodem worden gewonnen aan passende voorschriften en toezicht te onderwerpen. Het is zeer belangrijk nieuwe veiligheidsnormen en -beginselen in te voeren die worden nageleefd door alle partijen die betrokken zijn bij en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de winning van ruwe olie. Het bezit van een geldige certificering is een cruciale vereiste.
Gaston Franco (PPE). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, Europa vraagt zich terecht af of een ramp als in de Golf van Mexico zich ook in onze wateren kan voordoen.
Aangezien olievlekken in het verleden herhaaldelijk onze kusten hebben verwoest en hiermee een onuitwisbare indruk hebben achtergelaten, hebben wij alle reden te vinden dat het van het grootste belang is mariene ecosystemen en de dierlijke biodiversiteit te beschermen, net als economische sectoren als visserij en toerisme. Tegelijkertijd moeten we de redelijkheid niet uit het oog verliezen en de verleiding weerstaan een extreem standpunt in te nemen, wat het geval zou zijn als we een moratorium zouden instellen op elke nieuwe boring in diepe Europese wateren.
In de eerste plaats beschikken wij op het gebied van exploitatie en exploratie over zeer strikte veiligheidsnormen. Daarnaast hebben de nationale regelgevers en de oliemaatschappijen in Europa zelf toegezegd exploitatie- en veiligheidsvoorschriften en –procedures te wijzigen, indien de uitkomst van het in de Verenigde Staten gevoerde onderzoek naar de ramp dit zou vereisen.
Ten tweede zou het, met betrekking tot onze onontbeerlijke energieonafhankelijkheid, vanuit geostrategisch standpunt meer dan riskant zijn om onze boringen in de Noordzee te staken. Immers, door de exploratie- en winningsactiviteiten van onze olie-industrie te bevriezen, zetten wij haar toekomst op het spel. Hoe zouden we de hieruit voortvloeiende gevolgen voor de werkgelegenheid in een tijd van crisis kunnen rechtvaardigen?
Seán Kelly (PPE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik denk dat we allemaal geschokt waren door de hoeveelheid olie die in de Golf van Mexico elke dag in zee lekte en de schade aan het milieu als gevolg daarvan. Het is alleen maar goed dat we deze kwestie, naar aanleiding daarvan, hier bespreken om ervoor te zorgen dat zoiets niet nog eens gebeurt.
Er komen enkele gedachten bij mij op. Ten eerste moeten de beveiligings- en veiligheidsnormen die we hebben, nauwgezet worden nageleefd zodat we ongelukken kunnen voorkomen in plaats van ze te bestrijden. Ook is het zeker zo dat er momenteel hoge normen gelden en die zouden overal moeten worden toegepast.
Ten tweede was ik het volkomen eens met de commissaris toen hij zei dat we onze veiligheidsnormen over de hele wereld moeten exporteren, want als er in de Golf van Mexico of ergens anders iets gebeurt, zijn wij niet immuun voor de bijwerkingen. Je kunt geen ijzeren gordijn rond de wateren van Europa optrekken en doen alsof er niets kan gebeuren als wij zelf hoge normen hanteren, dus de behoefte aan een wereldwijde overeenkomst in dit verband is groot. Er moet ook een fonds voor rampenbeheersing komen. Daar is over gesproken en daar ben ik het mee eens.
Er is gesproken over een moratorium. Dat lijkt me op dit moment geen haalbare optie, want als we dat zouden doen, is het gevaar groot dat het met ons net zo afloopt als met die rijke man die besluit al zijn geld weg te geven en dan moet gaan bedelen bij degenen aan wie hij zijn geld gaf. Wij zouden ook in zo’n positie terechtkomen als andere landen naar olie blijven boren zoals ze nu doen zonder de strenge normen die wij hanteren, toe te passen.
Maria Da Graça Carvalho (PPE). – (PT) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, in het licht van de milieuramp in de Golf van Mexico is het belangrijk dat de Europese Unie garanties biedt voor de bescherming van haar kusten. Daarvoor moet zij beschikken over een toereikende preventie- en reactiecapaciteit om dit soort problemen aan te pakken. Het in Lissabon gevestigde Europees Agentschap voor maritieme veiligheid verschaft steun en technische bijstand inzake maritieme veiligheid en bescherming op het gebied van verontreiniging door schepen.
In juni dit jaar heb ik aan de commissarissen Oettinger, Kallas en Georgieva een schriftelijke suggestie ingediend om de bevoegdheden van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid uit te breiden en mechanismen op te zetten voor enerzijds toezicht op de veiligheid van Europese booreilanden en anderzijds preventie van milieurampen. Deze suggestie biedt schaalvoordelen op het niveau van de financiële, personele en technische middelen. Ik ben ingenomen met het antwoord van de commissarissen, die openstaan voor de mogelijkheid om de richtlijn betreffende het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid te herzien en de bevoegdheden van het agentschap uit te breiden.
Ik verzoek de Europese Commissie nogmaals deze kwestie te bestuderen en de bevoegdheden van het agentschap van Lissabon te verruimen om een doeltreffende bescherming van de Europese kusten te waarborgen.
Diana Wallis (ALDE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, rampen als deze moeten ons aan het denken zetten. Ze doen mij denken aan het noordpoolgebied, waar de EU geen rechtstreekse bevoegdheid heeft maar wel veel invloed.
Commissaris, u merkte terecht op dat EU-bedrijven die buiten de EU opereren, EU-normen zouden moeten exporteren. Ik hoop dat dat het geval zal zijn in verband met het noordpoolgebied, dat veel onherbergzamer is en ons voor een veel grotere uitdaging stelt dan de Noordzee en dat voor mij een raadsel is. Wij, als Europa, pleiten voor een verschuiving weg van een op olie gebaseerde economie en we zijn voorstander van hernieuwbare bronnen. Toch moedigen we indirect aardoliewinning aan in het kwetsbaarste en breekbaarste deel van onze aardbol, waar de gevolgen afschuwelijk kunnen zijn. Misschien moeten we nog maar eens heel goed nadenken over wat er op de Noordpool gebeurt.
Kriton Arsenis (S&D). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, geachte collega´s, ik ben het niet eens met de stemmen die in deze zaal opgingen voor protectionisme ten behoeve van de ondernemingen. Op dit moment is China verwikkeld in een race tegen de klok. Het neemt maatregelen, zorgt voor de noodzakelijke regelingen en maakt vijfjarenplannen voor de manier waarop het zijn industrie zal omschakelen en zijn vervuilende industrie zal sluiten. China is namelijk onze concurrent op een enorme markt, op de markt van schone energie die een waarde vertegenwoordigt van 13 miljard dollar. Dit is een uitdaging waarop wij niet moeten reageren met protectionisme maar met moedige maatregelen.
Ja, mijnheer de commissaris, u zou een moratorium moeten sluiten, maar geen tijdelijk moratorium maar een permanent moratorium, waarmee een nieuwe stap kan worden gezet in de richting van schone energie. Verder moeten wij, mijnheer de commissaris, het vraagstuk van de milieuaansprakelijkheid onderzoeken, dat ook door andere collega´s werd genoemd. Daaronder moet heel de exclusieve economische zone vallen, omdat in die zone de ondernemingen actief zijn.
João Ferreira (GUE/NGL). – (PT) Wij moeten conclusies trekken uit de olielozing door het platform in de Golf van Mexico en de daarmee gepaard gaande verontreiniging, conclusies die ongetwijfeld zullen uitmonden in striktere eisen en een strengere en met meer regelmaat uitgevoerde controle op de veiligheidsvoorwaarden van soortgelijke infrastructuren in Europa. Onze maatregelen moeten echter nog veel verder gaan. Wij mogen het geklepper van de alarmklok niet negeren. De beperkingen van de wereldwijde aardolievoorraden zijn ons thans redelijk bekend. De mensheid is niet alleen op energiegebied maar ook in velerlei andere opzichten afhankelijk van deze voorraden, te afhankelijk. Daarom moeten ze op buitengewoon intelligente wijze worden beheerd, en intelligentie is hier bovenal synoniem met spaarzaamheid.
We hebben hier reeds eerder onderstreept dat er een plan nodig is waarmee garanties worden geboden voor een goed en rechtvaardig beheer van deze rijkdommen, mitigatie van de geleidelijke toename van het aardolietekort en een gecontroleerde overgang op andere primaire energiebronnen. Ik heb het hier over het protocol inzake de uitputting van de olievelden dat in 2002 in Uppsala en in 2005 in Lissabon is voorgesteld door een groep specialisten die onderzoek verrichten naar de oliepiek.
Andreas Mölzer (NI). – (DE) Mevrouw de Voorzitter, als we iets geleerd hebben van de oliecrisis, is het dat het in tijden van hoge olieprijzen rendabel wordt om moeilijk toegankelijke olievelden te ontsluiten en olie te winnen onder de meest ongunstige omstandigheden, zoals van steeds grotere diepten. Als we ervan uitgaan dat de specialisten het bij het rechte eind hebben met hun prognoses over enorme stijgingen van de olieprijs, moeten we ervan uitgaan dat olie binnen afzienbare tijd op nog riskantere manieren gewonnen gaat worden.
Hoewel het gezien internationale overeenkomsten op zijn plaats zou zijn geweest om de veiligheidsmaatregelen voor de extractie van olie van meer dan tweehonderd meter diepte te vergroten na de ramp in de Golf van Mexico, konden de landen rond de noordoostelijke Atlantische Oceaan, zoals we weten, het niet met elkaar eens worden. De diepten waarop gewerkt moet worden in dit gebied, en de risico's zijn heel goed te vergelijken met die in de Golf van Mexico. Het verbeteren van de veiligheidsstandaarden en het vastleggen van financiële aansprakelijkheid zijn zaken die ter hand moeten worden genomen – temeer omdat de Commissie kennelijk van plan is om een CO2-pijplijnnetwerk aan te leggen en emissies te verkopen van Europese krachtcentrales aan de olie-industrie in de Noordzee. We hebben nog niet eens de verwijdering van kernafval onder de knie, hoewel deze technologie al decennialang wordt toegepast, en nu moet opeens gevaarlijk broeikasgas onder de Noordzee worden opgeslagen. Het is naar mijn mening dan ook de hoogste tijd dat we gaan nadenken over veiligheidsbepalingen.
Kyriakos Mavronikolas (S&D). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, men is algemeen van mening dat dergelijke ongelukken – en dan heb ik het niet alleen over het laatste ongeluk maar ook over eerdere, soortgelijke ongelukken – ons en met name de rapporteur, die ik van harte gelukwens, ertoe moeten aanzetten bepalingen uit te vaardigen met betrekking tot de gang van zaken bij dergelijke winningsactiviteiten, in het heden en in het verleden.
Het is een feit dat de controle op deze installaties een bijzonder belangrijke factor is en dat er beter en vaker moet worden gecontroleerd. Zeer belangrijk is ook dat wordt vastgesteld waar de verantwoordelijkheid en zelfs de exclusieve verantwoordelijkheid ligt. Dat zal onvermijdelijk uitmonden in een wijziging van het verzekeringsrecht, en dan zal het net zo onvermijdelijk zijn dat deze ondernemingen zich gaan verzekeren tegen alle mogelijke schade tengevolge van dergelijke ongelukken.
Sonia Alfano (ALDE). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, de ramp van april 2010 is een van de ergste milieurampen die zich ooit op aarde hebben voltrokken. Als een dergelijke ramp zich zou voltrekken in een gesloten zee als de Middellandse Zee, dan zou het leven van tientallen miljoenen Europese en niet-Europese burgers in gevaar worden gebracht en was er geen weg meer terug.
In Italië is er – zoals de milieuorganisatie Legambiente met betrekking tot een ondoordacht energiebeleid heeft aangekaart – sprake van een enorme toename van het aantal onderzoeksaanvragen en door het ministerie verleende vergunningen voor de zoektocht naar en de winning van hoeveelheden olie die iets langer dan een jaar in de Italiaanse energiebehoefte kunnen voorzien. Het is de moeite duidelijk niet waard. Daarbij komt nog de bezorgdheid over een aangekondigde overeenkomst van BP met Libië over offshorewinning op net iets minder dan 500 km ten zuiden van Sicilië.
Ik hoop dat de Commissie zich met deze aanstaande maatregel zal inzetten voor de bescherming van het leven in het Middellandse Zeegebied tegen de aanvallen van multinationals en medeplichtige regeringen die weinig geven om het algemene welzijn.
Andrew Henry William Brons (NI). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, de resolutie draait om één probleem, dat wil zeggen de risico’s van diepzeeboringen, los van het daarmee in verband staande probleem dat de eenvoudig toegankelijke olie opraakt.
We zijn misschien het punt al gepasseerd dat we meer dan de helft van de olievoorraad op aarde hebben verbruikt. Degenen die een eind willen maken aan de diepzeeboringen of deze willen verbieden, moeten maar eens uitleggen waar ze een energierijke vervanging voor olie vandaan denken te halen. Of willen ze misschien dat toekomstige generaties terugvallen op een niet-geïndustrialiseerde samenleving?
De risico’s van het boren in de ondiepe wateren van het Europees continentaal plat en in de wateren in de Golf van Mexico zijn niet met elkaar te vergelijken. De voorstellers van deze resolutie zijn terecht ontsteld over de milieukosten en andere kosten van de BP-ramp in de Golf van Mexico. Maar ze moeten zich ook bewust zijn van de kosten die een moratorium op diepzeeboringen met zich meebrengt.
Angelika Werthmann (NI). – (DE) Mevrouw de Voorzitter, helaas kan niemand van ons het ongeluk met de Deepwater Horizon ongedaan maken. We moeten daarom alle nodige stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat een dergelijke milieuramp nooit kan gebeuren in EU-wateren. Ik denk dat, om dit te kunnen doen, drie punten absoluut onontkoombaar zijn. Ten eerste moeten we zoveel mogelijk voorzorgsmaatregelen treffen, met andere woorden, we moeten alle risico's van offshore-oliewinning incalculeren. Ten tweede moeten we het hoogste niveau van veiligheid garanderen en bindende minimum EU-veiligheidsvoorschriften opstellen. Ten derde moeten we de hoogste milieubeschermingsnormen garanderen.
Ik geloof dat het heel belangrijk is dat we ons reactievermogen op ongevallen onderzoeken en dat we een gezamenlijk Europees en naar ik hoop ook wereldwijd systeem creëren om dergelijke milieurampen te voorkomen.
Günther Oettinger, lid van de Commissie. − (DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, vertegenwoordiger van het voorzitterschap van de Raad, ik wil u bedanken voor uw betrokken, vakkundige en zeer talrijke bijdragen met betrekking tot de gevolgen en de maatregelen die genomen moeten worden. Dat geldt voor uw vele parlementaire vragen in de afgelopen weken die we hebben moeten beantwoorden, en ook voor het debat van vandaag dat we met aandacht hebben gevolgd en dat we zullen evalueren en meenemen in onze mededeling die we uiterlijk over twee weken zullen presenteren.
Ik ben het eens met veel van de suggesties die zijn gedaan en sluit mij daar ook bij aan. We voeren bijvoorbeeld een intensieve dialoog met BP om te garanderen – en er bestaat een goede kans dat het gaat lukken – dat BP niet alleen de hoogste veiligheidsstandaarden accepteert, hoger nog dan de huidige, in Europese wateren, maar deze standaarden ook exporteert, als ik dat zo mag zeggen. BP zal bereid zijn om dezelfde standaarden voor vergelijkbare boringen en platformen voor de kust van Libië toe te passen als in de Noordzee, ook al is dit gezien het Libische recht niet noodzakelijk om een vergunning te krijgen en is het niet wettelijk voorgeschreven.
Dan zullen we ons bezig moeten houden met de vraag waar we alleen voorstellen willen doen voor standaarden in nationale wetgeving en waar we Europese wetgeving willen opstellen. Dit zal beperkter zijn voor olieschepen dan voor mobiel transport, maar bestaat op dit moment helemaal niet voor stationaire platformen. Sommigen hebben ons opgeroepen om uit de olie te stappen en in plaats daarvan voor hernieuwbare energie te gaan. We staan hier ook achter. Maar laten we onszelf geen illusies maken. Onze Europese economie en maatschappij zullen minstens de komende twintig tot dertig jaar nog grote hoeveelheden olie nodig hebben voor transport. Het ziet er niet naar uit dat het vliegtuig waarmee u vanuit Brussel naar uw vaderland vliegt – naar Madrid, Lissabon, Sofia, Riga of München – het de komende twintig tot dertig jaar zonder olie kan stellen.
Als leden van een mobiele maatschappij die met het vliegtuig reizen, hebben we allemaal olie nodig als we niet willen dat Europa tot stilstand komt. Hetzelfde geldt voor streekbussen; hetzelfde geldt voor goederenvervoer met zware vrachtwagens; en ondanks de ontwikkeling van elektrische auto's zal het ook nog lange tijd gelden voor het personenverkeer, voor auto's. Momenteel zijn er iets meer dan 200 miljoen auto's geregistreerd in de landen van de Europese Unie. Als Polen en de nieuwe lidstaten dezelfde dichtheid bereiken als momenteel bestaat in Frankrijk en Duitsland, zullen er over vijftien jaar 300 miljoen auto's zijn. Hoewel ze energie-efficiënt zijn, zal het merendeel ervan toch rijden op olie. Met andere woorden, uit de olie stappen en voor hernieuwbare energie gaan is langetermijnbeleid, maar de komende tien tot dertig jaar zal de vraag naar olie in Europa niet afnemen. Gezien de behoefte aan een inhaalslag zal de autodichtheid in sommige landen zelfs nog iets stijgen – hoe efficiënt we het ook maken. Deze vlieger gaat nog meer op als we het op wereldschaal bekijken.
Daarom hebben we een zo hoog mogelijk veiligheidsniveau nodig: voor de noodzakelijke winning van olie voor onze economie en maatschappij, zoals ik zojuist heb geschilderd.
We zullen bij u terugkomen en ik reken op uw steun. Ik zou ook graag de lidstaten willen bedanken die zeer constructief zijn geweest op dit terrein. Desondanks dring ik er bij u op aan om uw nationale regeringen met dezelfde intensiteit te benaderen als u hier vandaag hebt laten zien, zodat de Raad ook bereid zal zijn om wetgeving voor hogere standaarden unaniem of met een duidelijke meerderheid aan te nemen. Ik ben er nog niet van overtuigd dat alle lidstaten bereid zijn om Europese standaarden op voorstel van de Commissie te laten aannemen door u en door de Raad.
Olivier Chastel, fungerend voorzitter van de Raad. − (FR) Mevrouw de Voorzitter, het is nu mijn beurt om u te bedanken voor dit interessante debat. In de toespraken klonken soms trouwens sterk afwijkende standpunten door. Binnen een en dezelfde fractie heb ik opvattingen gehoord die haaks op elkaar staan. Dit alles is zeer leerzaam.
Drie punten. Ten eerste: moet er meer wetgeving komen om de offshore-industrie beter te beveiligen? Zoals ik in mijn eigen toespraak heb aangegeven, luidt het oordeel tot op heden dat de er stringente maatregelen van kracht zijn – daarop is al gewezen. De Commissie – die, ik herinner eraan, het monopolie op het initiëren van maatregelen heeft – is bezig haar evaluatie af te ronden, maar zij merkt reeds op dat een veiliger bedrijfstak staat of valt bij een betere controle, een betere uitvoering van het bestaande regelgevingskader. Wij zullen dus afwachten wat zij ons op dit gebied voornemens is voor te stellen.
Daarnaast onderzoekt de Commissie, zoals ik vandaag al een keer heb opgemerkt, het reactievermogen van de Unie op rampen, teneinde de veiligheid van de offshore-industrie te verbeteren, dat in dit verband een belangrijke factor is. In afwachting van wetgevingsvoorstellen wil erop wijzen dat dit onderwerp, in tegenstelling tot wat sommigen vandaag hebben gezegd, nog altijd een punt van zorg is voor de Raad. Tijdens de informele bijeenkomsten van de ministers van energie op 6 en 7 september jongstleden, heeft het Voorzitterschap verzocht dat de eerste evaluaties zouden worden opgesteld, medegedeeld en besproken.
Tweede punt: is een moratorium gerechtvaardigd? Uiteraard is een direct antwoord op deze vraag moeilijk. Wij menen in ieder geval dat voor gegeven wetgeving, daadwerkelijke uitvoering een eerste vereiste is. Voorts merken wij op dat de bedrijfstak er niet op lijkt te wachten dat dit toekomstig regelgevend kader zijn beslag krijgt. De bedrijfstak herziet zelf een aantal bepalingen inzake veiligheid, in het preventieve en in het operationele stadium.
Men moet wel goed beseffen dat de concrete situatie in Europa tamelijk anders is, aangezien het merendeel van de boringen in de Golf van Mexico zich op een diepte van 1500 meter voltrekt en het dus moeilijker is die stop te zetten in het geval van een ramp. In Europa vinden de meeste boringen plaats op een diepte van niet meer dan 200 meter, waardoor er toch ruimere gelegenheid is tot ingrijpen, of er in elk geval makkelijker kan worden ingegrepen.
Ten slotte, mevrouw de Voorzitter – de commissaris heeft er zojuist over gesproken: zal dit ongeluk het Europese beleid op het gebied van energie en hernieuwbare energie versnellen? Zeker, dit beleid is al ambitieus, maar wij zullen die ambitie naar een hoger plan blijven tillen. Dat beleid draagt er zeker toe bij dat onze afhankelijkheid van olie minder wordt en een koolstofarme samenleving dichterbij komt. Maar zoals de commissaris zojuist heeft gezegd, men kan zich in het komende decennium niet met behulp van een toverstaf losmaken van de olie. Ik twijfel er niet aan dat de energiestrategie 2011-2020, die begin volgend jaar moet worden aangenomen, deze overgang naar een economie zonder olie zal versnellen.
De Voorzitter. – Tot besluit van het debat is er een ontwerpresolutie(1) ingediend, overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het Reglement, namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.
Het debat is gesloten.
De stemming vindt donderdag, 7 oktober 2010 plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 149)
Cristian Silviu Buşoi (ALDE), schriftelijk. – (RO) Door middel van de met overweldigende meerderheid aangenomen niet-wetgevingsresolutie heeft het Europees Parlement een duidelijk signaal afgegeven aan de Commissie en de oliebedrijven, om de nodige maatregelen te nemen waarmee de bestaande tekortkomingen worden weggenomen op het gebied van veiligheid en verantwoordelijkheden bij de oliewinning. Vergunningen voor olieprospectie op grote diepte moeten streng gecontroleerd worden, maar dit is niet voldoende om ecologische rampen te voorkomen, rampen die voor de EU onacceptabel zijn. Gezien de steeds grotere moeilijkheden bij het vinden van olie en de groei van de potentieel gevaarlijke exploitatie op grote diepte, is het nodig om op algemeen niveau na te denken over de te nemen maatregelen in de toekomst. Het is nodig dat de inspanningen ter bescherming van het milieu worden volgehouden en dat de Europese Unie zijn rol van beschermer van zijn burgers op zich neemt, en van de natuur waarmee wij allen in harmonie moeten leven, door het reglementeren van de oliewinningsactiviteiten. Eventuele olielekken die ook in het verleden hebben plaatsgevonden zouden catastrofale gevolgen hebben voor het milieu, maar ook de visserij en het toerisme schade toebrengen. Daarom moet de Europese wetgeving met betrekking tot de milieuaansprakelijkheid ook bepalingen bevatten voor schade aan de mariene wateren.
Ioan Enciu (S&D), schriftelijk. – (RO) Ik waardeer het standpunt van collega Jo Leinen. Het is noodzakelijk dat Europa een standpunt inneemt over een van de grootste rampen van de eeuw. De beschadiging van het olieplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico en het weglekken van een grote hoeveelheid olie in de Atlantische oceaan zullen een grote invloed hebben op het klimaat in de wereld. De Noord-Atlantische golfstroom laat een grote temperatuurwijziging zien, die zal leiden tot lagere klimatologische minima deze winter. De Raad en de Commissie moeten op heldere en transparante wijze maatregelen nemen om de veiligheid van de oliewinning te garanderen. Ook moet een hoog niveau van milieubescherming worden gerealiseerd en moeten ecologische rampen in de Europese Unie worden voorkomen. De EU moet haar positie met betrekking tot klimaatverandering vasthouden en tegelijkertijd een goede exploitatie van de olievelden beschermen en faciliteren. Zo wordt ook in de behoefte aan fossiele brandstoffen voorzien. De Commissie en de Raad moeten samenwerken aan een onfeilbaar actieplan.
András Gyürk (PPE), schriftelijk. – (HU) Dames en heren, graag bedank ik commissaris Günther Oettinger voor zijn pogingen om naar aanleiding van het ongeluk met de Amerikaanse boortoren te onderzoeken of met de EU-wetgeving vergelijkbare milieurampen kunnen worden voorkomen. We kunnen misschien de conclusie trekken dat de communautaire voorschriften meer nadruk leggen op maatregelen na een ramp dan op preventie.
De genoemde hiaten krijgen een tragische actualiteit vanwege een ernstige milieuramp die zich heeft voorgedaan. Maandag is de dam van een reservoir van een Hongaarse aluminiumfabriek doorgebroken. De modder die uitzonderlijk giftige chemische stoffen bevat, heeft de omringende akkers en dorpen overspoeld. De gebeurtenis die ook dodelijke slachtoffers eiste, kan een verontreiniging van de bodem en het water tot gevolg hebben waarvan de omvang nu nog niet te overzien is. Dit wordt verergerd door het feit dat de zware metalen ook ernstige luchtvervuiling kunnen veroorzaken. Het exploitatiebedrijf is verantwoordelijk maar zal zelf waarschijnlijk niet in staat zijn de onpeilbare schade te vergoeden.
De les is duidelijk. Enerzijds moet er ook op communautair niveau worden opgetreden zodat de nationale autoriteiten de schijnbaar strikte wetgeving ook consequent kunnen opleggen. Ten tweede moet de relevante regelgeving zodanig worden versterkt dat bedrijven ook voor ongevallen van dit kaliber adequaat verzekerd zijn. Zolang we niet vooruitkomen op deze terreinen worden de kosten die rijzen bij het vergoeden van de schade gedragen door onschuldige belastingbetalers.
Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de olieramp in de Golf van Mexico herinnert ons aan de risico’s die inherent zijn aan de oliewinning op zee. Er moet tot op de bodem worden uitgezocht wat er mis ging in de Amerikaanse wateren en de EU moet goed opletten wat ze hiervan kan leren. Niettemin is de roep om een moratorium op alle diepzeeboringen in EU-wateren een voorbarige en een volkomen onevenredige reactie. Voor de Schotse wateren geldt een andere regelgeving dan in de Golf van Mexico en we hebben decennialang ervaring in deze industrie. De Schotse oliewinning is niet vrij van incidenten en de ramp met de Piper Alpha toonde aan dat in de zoektocht naar olie soms een te hoge prijs wordt betaald. Maar we hebben van Piper Alpha geleerd en de regelgeving aangescherpt. Als er nieuwe lessen geleerd kunnen worden van de Golf, kunnen passende amendementen worden aangebracht. Maar deze amendementen moeten wel de verantwoordelijkheid zijn van de democratische instellingen van Schotland. Met overhaaste reacties van dit Parlement lossen we niets op.
Alajos Mészáros (PPE), schriftelijk. – (HU) De Europese Unie moet dringend een strategie ontwikkelen om in de toekomst zonder problemen milieurampen te voorkomen, zoals de door het oliebedrijf BP veroorzaakte ramp in de Golf van Mexico. Het ongeval bij Deepwater Horizon was een van de grootste ongelukken van de afgelopen tijd, waarbij volgens schattingen tijdens de gehele duur van het lek zo’n 4,4 miljoen vaten olie in de zee terecht zijn gekomen. De reddingsoperatie zelf was ook dubieus omdat moeilijk kon worden vastgesteld welke technologie er moest worden toegepast en op welke manier. Ondertussen verwoestte de oliemassa die uit het diepste van de zee omhoog spoot alle levende wezens. Volgens de mening van Britse milieuchemici was ingrijpen niet nodig geweest en had men alleen de olievlek ver van de kust moeten houden. Zeebiologen zeiden dat het verbranden van de olievlek op bepaalde plaatsen en het gebruik van chemische stoffen voor de verwijdering van de verontreiniging meer schade toebrengen aan de levende wezens dan de olie zelf, aangezien deze oliesoort relatief snel wordt afgebroken. Graag wil ik nog stilstaan bij de gebeurtenissen van een paar dagen geleden in Hongarije, toen meerdere tonnen rode modder met een bijtend effect de bewoners van drie gemeentes in de provincie Veszprém bedolven na het doorbreken van de dam van een opslagreservoir van de aluminiumfabriek bij de plaats Ajka. Ik wil de Europese Commissie oproepen adequate materiële hulp te bieden aan de slachtoffers van de ramp en te helpen bij het schoonmaken van de regio. Dank u.
Daciana Octavia Sârbu (S&D), schriftelijk. – (RO) Wij zijn verplicht om alle mogelijke maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat rampen als die met de Deepwater Horizon zich niet in de Europese wateren voordoen. De herziening van de milieuwetgeving en die met betrekking tot de gezondheid en veiligheid van prospectie op grote diepte is een welkom en noodzakelijk proces. De Raad en de Commissie moeten een strategie ontwikkelen ter harmonisatie van alle niveaus van bescherming op het gehele grondgebied van de Europese Unie. Anders zullen de verschillen tussen de operationele en prospectienormen tussen de lidstaten bedrijven de kans geven, om uitsluitend waar en wanneer ze daartoe verplicht worden strenge veiligheidsmaatregelen te nemen. De menselijke, sociale en milieukosten van de ramp met de Deepwater Horizon zijn onmogelijk in geld uit te drukken. De oliewinning moet echter veiligheidsmaatregelen toepassen die berekend zijn op de ergste scenario’s. Alleen op deze wijze zal de belastingbetaler niet de kosten hoeven dragen van reinigingswerkzaamheden, en kunnen lokale bedrijven en gemeenschappen die schade lijden door olielekken de financiële compensatie krijgen waar ze recht op hebben.
Salvatore Tatarella (PPE), schriftelijk. – (IT) Het olielek bij de Deepwater Horizon in de Golf van Mexico moet ook voor Europa een waarschuwing zijn. We moeten al het mogelijke doen om te voorkomen dat dergelijke rampen zich ook in onze zeeën voordoen. Naar mijn mening is de vandaag aangenomen resolutie een stap in de goede richting voor de bescherming van het Europese mariene en kustmilieu. Het is in mijn ogen bovendien onontbeerlijk dat de lidstaten zo snel mogelijk onderzoek verrichten naar alle aspecten van de oliewinning en -exploratie in de Europese Unie. De bescherming van onze planeet moet een prioriteit zijn, vooral om een duurzaam milieu te garanderen voor toekomstige generaties. Daarom moeten we zo snel mogelijk met strenge regelgeving komen voor deze sector, om te garanderen dat er strenge veiligheidsnormen gelden voor alle bestaande olieplatforms en om de oliewinning in de toekomst te beperken.