De Voorzitter. – Aan de orde is de verklaring van de Commissie over noodhulp aan Haïti.
Maria Damanaki, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Commissie is diep bezorgd over de verslechtering van de cholerasituatie in Haïti.
Het aantal doden onder degenen die in het ziekenhuis zijn opgenomen, neemt van dag tot dag sterk toe. Het aantal mensen dat in een ziekenhuis is opgenomen, bedraagt inmiddels meer dan twintigduizend. Eind vorige week waren al meer dan elfhonderd mensen overleden. Er wordt echter gevreesd dat deze cijfers veel te lage schattingen zijn. Het sterftecijfer is heel hoog en laat zien dat mensen te laat bij de gezondheidscentra komen.
De behandeling van cholera is eenvoudig, maar om het aantal doden te beperken, is het essentieel dat mensen in een vroeg stadium toegang hebben tot behandeling. De behandeling van cholerapatiënten vraagt ook aanzienlijke personele middelen. Het Haïtiaanse stelsel van volksgezondheid is momenteel zwaar overbelast, ondanks aanzienlijke ondersteuning vanuit de internationale gemeenschap.
Artsen zonder Grenzen vraagt als een van de medische organisaties die ter plaatse werkzaam is, alle groepen en instanties die aanwezig zijn in Haïti, om de omvang en snelheid van hun inspanningen op te voeren.
Het hele land is nu getroffen. De epidemie verspreidt zich alarmerend snel in de hoofdstad, Port-au-Prince. Vooral sloppenwijken zoals Cité Soleil zijn vatbaar voor besmetting, door de slechte hygiënische omstandigheden en de beperkte toegang tot schoon water.
We richten ons op het redden van levens door snelle behandeling van de zieken, op uitbreiding van de toegang tot schoon water, op bevordering van beter hygiënisch gedrag en op ondersteuning van het epidemiologisch toezicht om te weten te komen waar en hoe de epidemie zich ontwikkelt.
De Commissie heeft haar humanitaire aanwezigheid uitgebreid met relevante medische expertise en heeft middelen – twaalf miljoen euro – gemobiliseerd om partners in Haïti te ondersteunen.
Het Europees Mechanisme voor civiele bescherming is ook geactiveerd door het waarnemings- en informatiecentrum van de Europese Commissie en heeft inmiddels het transport van door Frankrijk verstrekte hulp in natura medegefinancierd.
Zojuist is ook een ander aanbod van Oostenrijk binnengekomen. Begin deze week zal een Europees team voor burgerbescherming en technische ondersteuning met deskundigen uit de lidstaten worden ingezet. Deskundigen van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding zijn door het Directoraat-generaal Gezondheid en consumenten ingezet om te bepalen hoe het epidemiologisch toezicht in Haïti het best kan worden versterkt, en verdere samenwerking wordt overwogen.
Na de recente gevallen van burgerlijke onlusten in Cap Haitien en Port-au-Prince, volgen we met onze partners en de toepasselijke VN-agentschappen nauwlettend de veiligheidssituatie, vooral in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 28 november.
De Commissie heeft contact gehad met de VN-ondersecretaris-generaal voor humanitaire zaken en de coördinatie van noodhulp, barones Amos. We ondersteunen haar volledig door te benadrukken dat het belangrijk is dat nationale en internationale hulpverleners ongehinderd levensreddende activiteiten kunnen blijven ontplooien.
Gezien de ernst en de snelle verslechtering van de cholerasituatie, zijn dringend verdere bijdragen nodig om de hiaten te vullen op het gebied van de gezondheidszorg, water, sanitair, hygiëne en logistiek. De prioriteiten omvatten medisch personeel en ander personeel dat gespecialiseerd is in water, sanitair en hygiëne, alsook medische benodigdheden, bedden, waterzuiveringssystemen en -tabletten. De Commissie heeft daarom contact met het Belgische voorzitterschap en de lidstaten om verdere Europese steun aan te moedigen om Haïti in deze zeer kritische en moeilijke tijd te helpen. Europese steun kan worden gekanaliseerd via het Europees Mechanisme voor civiele bescherming.
De eindeloze inspanningen van de Haïtiaanse en internationale hulpverleners om de huidige uitdagingen ter plaatse het hoofd te bieden zijn lovenswaardig, maar het is duidelijk dat de omvang van de crisis vraagt om nog meer middelen. We werken daarom nu samen met onze partners hard aan het verhogen van onze noodhulp, maar er staan ons zeker moeilijke tijden te wachten, door de zich snel ontvouwende situatie.
Verdere solidariteit van de internationale gemeenschap met het Haïtiaanse volk blijft absoluut noodzakelijk. Daarom vraag ik u allemaal om uw uiterste best te doen om de steun van de lidstaten op te schalen om een grote humanitaire ramp te voorkomen.
Michèle Striffler , namens de PPE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, mevrouw Damanaki, de cholera-epidemie heeft al 1 200 dodelijke slachtoffers gemaakt, en meer dan 52 000 mensen zijn inmiddels besmet. Ondanks de aanwezigheid van talloze internationale organisaties in Haïti verslechtert de situatie met de dag, en in de komende maanden dreigen circa 400 000 mensen met de epidemie besmet te raken.
Ik ben uiteraard blij met de twaalf miljoen euro die door de Europese Commissie is vrijgemaakt en ik schaar me achter de oproep van mevrouw Georgieva aan de lidstaten om hulp in natura te bieden zodat water kan worden gezuiverd, en om benodigdheden beschikbaar te stellen. Schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen zijn de enige manier om het aantal mensen dat besmet raakt te beperken.
Een van de prioritaire maatregelen is de bevolking gerust te stellen, die doodsbang is voor deze ziekte, die in het land niet bekend is. Het communiceren met de bevolking is van essentieel belang om de mensen voor te lichten over de ziekte en de preventie ervan, maar ook om te voorkomen dat binnenlands geweld om zich heen grijpt, zeker nu in het land verkiezingen plaatsvinden.
Deze nieuwe crisis laat eens te meer zien dat de Haïtiaanse autoriteiten en het gezondheidsstelsel niet bij machte zijn om deze crisis het hoofd de bieden. Dit land wordt al jarenlang getroffen door diverse rampen. De aardbeving in Haïti heeft aangetoond dat de lokale autoriteiten vrijwel volledig incompetent zijn. Na de beving bestond er een echte politieke wil om Haïti op een andere grondslag weer op te bouwen en overal vandaan werden donaties toegezegd. Bijna een jaar later komt de wederopbouw moeizaam op gang, en ontwikkelingswerkers zijn somber gestemd. De Europese Commissie moet als aanjager fungeren bij de wederopbouw, zodat ten langen leste een einde komt aan deze chaos in Haïti.
Corina Creţu, namens de S&D-Fractie. – (RO) Ik waardeer ook ditmaal de snelheid van de humanitaire interventie van de Europese Unie. Daarnaast ben ik echter van mening dat onze inspanningen in dit land zich moeten concentreren op de constructie van een minimaal functionele overheid, aangezien de Haïtiaanse overheid op dit moment slechts fictie is. Zij slaagt er niet in om haar basale missie te vervullen, zoals het organiseren van vluchtelingenkampen, het zorgen voor hygiëne en drinkwater. Door deze zwakte heeft er zich snel een epidemie kunnen verspreiden waaraan meer dan 1 200 mensen zijn overleden.
In Haïti is een overheid nodig die iets kan doen voor de armen. Drie van de vier Haïtianen leven van minder dan twee dollar per dag. Meer dan 1,5 miljoen mensen leven in vluchtelingenkampen, hetgeen een groot risico vormt voor de gezondheid en de openbare orde.
Ik ben van mening dat de zwakte van de Haïtiaanse overheid op dit moment de belangrijkste risicofactor is. Door haar gebrek aan autoriteit richt de onvrede van de bevolking zich tegen de VN-macht, en de non-gouvernementele organisaties kunnen wellicht hun missie niet meer uitvoeren. Daarom zijn de verkiezingen van 28 november cruciaal en deze moeten niet worden uitgesteld, zoals sommigen eisen.
Charles Goerens , namens de ALDE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, natuurlijk zijn er co-factoren die ongetwijfeld hebben bijgedragen aan de verspreiding van cholera in Haïti. Dat is zeker geen antwoord, maar een verklaring. Het antwoord op deze moet tweeledig zijn.
De humanitaire hulpverleners ter plaatse hebben tegenover ons bevestigd dat er dringend behoefte is aan zeep, substanties om het drinkwater te reinigen en adequate voorlichting over hygiëne. In de huidige situatie wordt ook de lange termijn voorbereid. In een land waar alles nog moet gebeuren of opnieuw moet gebeuren, is wederopbouw een must na de aardbeving, en moet voorrang worden verleend aan het tot stand brengen van infrastructuren bedoeld om zowel de individuele als collectieve hygiëne te verbeteren.
Ik hoop dat we, acht maanden na de conferentie van New York over de wederopbouw van Haïti, een gebrek aan middelen niet langer als excuus aanvoeren voor de geringe vooruitgang die tot nu toe is geboekt, temeer daar alle sprekers het erover eens waren dat de humanitaire fase nog met vele maanden moet worden verlengd. Ook moeten we de verantwoordelijken voor de trage vorderingen aanwijzen zonder al te veel om de hete brij heen te draaien.
Franziska Keller, namens de Verts/ALE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, er is in Haïti sprake van een van de grootste humanitaire hulpoperaties ooit. We moeten ervoor zorgen dat we het gevecht tegen deze catastrofe niet verliezen. We moeten resultaten zien te boeken en de Haïtianen helpen om een toekomst op te bouwen.
Afgezien van het feit dat het voor miljoenen mensen een persoonlijke ramp zou zijn, zou een mislukking ook een terugslag betekenen voor de inspanningen en het vermogen van de internationale gemeenschap om een gezamenlijke humanitaire hulpactie op te zetten. Ik ben van mening dat we al onze ervaring, alle lessen die we in Haïti en elders hebben geleerd, moeten inzetten alsook voldoende geld. Daarom ben ik heel blij met de aankondiging van de Commissie dat zij twaalf miljoen euro extra zal uittrekken voor de strijd tegen de cholera.
We moeten ervoor zorgen dat deze steun Haïti onmiddellijk bereikt, dat de steun volledig op de juiste plaats komt en niet slechts deels, en dat we de juiste initiatieven voor effectieve hulp steunen. We mogen ook de inspanningen op het gebied van de wederopbouw na de aardbeving niet verwaarlozen, want als dat het geval is, is ziektebestrijding onmogelijk.
Ik heb twee vragen voor de Commissie. Ten eerste wil ik graag weten of het toegezegde geld is aangekomen en of het is verspreid en besteed. Ten tweede wil ik graag weten hoe u denkt over het eventueel uitstellen van de verkiezingen. Dat staat namelijk weer op de agenda.
De Haïtiaanse revolutie heeft nooit de geschiedenisboeken gehaald. Laten we hopen dat de zware tijden die Haïti momenteel doormaakt, de geschiedenisboeken halen als startpunt voor een betere toekomst voor alle Haïtianen. Ik hoop dat dan ook wordt geboekstaafd dat de EU daarbij een zeer positieve rol heeft gespeeld.
James Nicholson, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, twee maanden geleden was ik medevoorzitter van de delegatie naar Haïti krachtens het ACS-protocol en dit was waarschijnlijk een van de meest fantastische en indrukwekkende ervaringen van mijn hele leven. Ten eerste werken daar bijzonder toegewijde mensen die proberen de Haïtianen te helpen. Ten tweede zijn de Haïtianen een bijzonder trots volk en dat moeten we aan het begin van dit debat erkennen.
Maar de president en de premier vertelden ons hoe fortuinlijk de Haïtianen waren dat ze goede sanitaire voorzieningen hadden en dat er geen ziekten waren uitgebroken – en het droevige is dat ze nu wel door ziekte zijn getroffen. Het is geen heel moeilijke ziekte om te behandelen. Maar je moet daar geweest zijn om te zien onder welke omstandigheden de hulpverleners werken en, het spijt me Voorzitter, maar als we het hebben over gezondheidszorg, moeten we stellen dat Haïti geen gezondheidszorg heeft zoals wij allemaal en dat weet u. Ze zijn afhankelijk van Artsen zonder Grenzen, het Britse Rode Kruis en diverse andere organisaties uit de hele wereld.
Wat de verkiezingen betreft: het is waar dat Haïti nu niet op verkiezingen zit te wachten. Maar zolang ze geen president en premier hebben die hen leiding biedt, zal er geen vooruitgang worden geboekt. Ik heb alle lof voor de briljante dames en heren van het kantoor van de Europese Commissie, die – zo heb ik tijdens mijn verblijf met eigen ogen gezien – onder vreselijke omstandigheden proberen een Europese vertegenwoordiging in Port-au-Prince draaiende te houden. Ze doen voortreffelijk werk.
Marie-Christine Vergiat , namens de GUE/NGL-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik wilde allereerst al mijn collega’s bedanken, en met name de Conferentie van voorzitters, dat ze het groene licht hebben gegeven voor dit door mijn fractie voorgestelde debat over Haïti. Het was een noodsituatie.
In januari van dit jaar, na de aardbeving, heeft de internationale gemeenschap zich sterk gemobiliseerd voor Haïti. Tussen de toezeggingen en de daadwerkelijk ter plaatse gearriveerd steun lijkt echter een kloof te liggen, om niet te zeggen een gapend gat. In maart van dit jaar zegde mevrouw Ashton namens de Europese Unie een steunbedrag van 1,235 miljard euro toe om het Haïtiaanse volk te helpen een betere toekomst op te bouwen.
Commissaris, al in juli jongstleden hebben ngo’s, met name Artsen zonder Grenzen, de noodklok geluid over de ziekmakende levensomstandigheden van honderdduizenden mensen. De situatie is sindsdien nauwelijks veranderd, en toch vragen we ons af hoe het kan dat de cholera-epidemie zich zo snel verspreidt. En de internationale gemeenschap begint opnieuw medelijden te krijgen. Er zijn al meer dan duizend doden gevallen en het aantal besmette personen neemt gestaag toe, ofschoon specialisten zeggen dat maatregelen om te voorkomen dat de epidemie dodelijke slachtoffers maakt vrij eenvoudig door te voeren zijn. Maar gezondheidswerkers zijn slecht opgeleid als het gaat om de bestrijding van deze ziekte en er zijn problemen om medische basisbenodigdheden ter plaatse te krijgen.
Gezien deze context is het niet verwonderlijk dat er rellen zijn uitgebroken. De bevolking van Haïti is ten einde raad. Het is voor haar moeilijk om nog vertrouwen te hebben in de internationale gemeenschap. Commissaris, mijn vragen zijn dan ook eenvoudig:
Hoe staat het met alle hulp die door de Europese Unie is toegezegd aan Haïti, en niet alleen de humanitaire hulp?
Denkt u niet dat deze nieuwe tragedie voorkomen had kunnen worden als de hulp sneller was gearriveerd?
Hoe kan het dat de internationale conferenties wederom enkel loze beloften lijken te hebben voortgebracht?
Waarom vindt president Préval geen gehoor bij zijn pogingen om MINUSTAH om te vormen tot een instrument ter ondersteuning van de wederopbouw?
Tot slot: de bevolking van Haïti wil dat de verkiezingen doorgaan, maar onder welke omstandigheden zullen deze plaatsvinden en waaruit zal de steun van de Europese Unie bestaan?
VOORZITTER: STAVROS LAMBRINIDIS Ondervoorzitter
Licia Ronzulli (PPE). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, in weerwil van alle oproepen om de waakzaamheid betreffende het lot van Haïti na de aardbeving van januari niet te verminderen, lijken de berichten van de afgelopen dagen aan te tonen dat de internationale gemeenschap het eiland in de steek heeft gelaten, juist nu het in de delicate wederopbouwfase verkeert.
Dezer dagen verspreidt zich namelijk het choleravirus over het eiland. Op Haïti kennen slechts weinig mensen dat virus en verleent iedereen er een mystieke en religieuze betekenis aan. De blauwhelmen van de Verenigde Naties worden ervan beschuldigd de verspreiders van de besmetting te zijn. De besmetting van één Nepalese soldaat was voldoende om honderden mannen, vrouwen en kinderen in het geweer te brengen om het algemeen hoofdkwartier van de vredesmacht te belegeren. Ook de humanitaire hulpverleners voelen zich bedreigd en op dit moment verlaten velen van hen al het land.
De spanning is om te snijden en een groot deel van het puin ten gevolge van de zeer krachtige aardbeving van 12 januari vult nog steeds de straten en pleinen. We hebben vernomen dat er geen water is, zodat mensen zich niet kunnen wassen en beschermen tegen besmetting.
De cholerabacil verspreidt zich in een snel tempo en het aantal doden neemt exponentieel toe. De cijfers zijn al genoemd maar ik wil ze nog eens herhalen: tot op heden zijn er 1 130 doden, en het aantal mensen dat is opgenomen, is in één maand tot boven de 18 000 gestegen, terwijl elke dag opnieuw duizenden Haïtianen cholerasymptomen krijgen.
Verder getalm van de internationale gemeenschap is onduldbaar. We dienen onmiddellijk een oplossing te vinden want anders zullen wij elk nieuw besmet slachtoffer voor altijd op ons geweten hebben.
Michael Cashman (S&D). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen feliciteer ik commissaris Georgieva met het doeltreffende coördinerende werk dat ze heeft verricht en ook met de besprekingen die ze samen met barones Amos momenteel voert bij de VN.
Het makkelijkste en goedkoopste wat dit Parlement nu kan doen is kritiek uitoefenen. Ik wil dat we positief zijn en dat we druk uitoefenen waar dat nodig is. Ik zeg dat tegen alle leden van dit Parlement. We moeten onze eigen lidstaten onder druk zetten om meer hulp te bieden, ook meer hulp in natura. Als je de lijst met landen bekijkt, zie je landen – zoals Spanje, Ierland, Italië, Frankrijk, Oostenrijk, Hongarije – die momenteel in ernstige economische moeilijkheden verkeren en toch hebben ze diep in de buidel getast. Ik dring er derhalve bij iedereen op aan dat we bij onze eigen regeringen aankloppen en ze vragen over de brug te komen. Wat betreft de vraag of de hulp haar doel wel bereikt: laten we zorgen voor de capaciteit die nodig is om de hulp ter plekke te krijgen.
Tot slot dank ik de commissaris en feliciteer ik haar met de toezegging van de extra twaalf miljoen euro. De aardbeving is de grote tragedie. De nog grotere tragedie is nu deze cholera-epidemie.
Niccolò Rinaldi (ALDE). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren. Eerst lag het epicentrum van een verschrikkelijke aardbeving precies in het armste en slechtst bestuurde land van het westelijk halfrond en nu is in dat land met de hoogste internationale steun per capita de cholera uitgebroken. Wat een paradox! Het is niet alleen een verschrikkelijke geval van dubbele pech maar in Haïti, met straten vol kinderen en overvolle tenten te midden van afval, weet je echt niet waar je moet beginnen.
De plaatselijke politieke klasse is vaak hebzuchtig en gericht op machtspelletjes in plaats van de wederopbouw en het bestuursapparaat – dat door de aardbeving is gedecimeerd – ter hand te nemen. De bestuurscultuur van de politici is zwak en soms is de ontvangst van hulpgoederen zelfs tegengehouden. Er zijn heel veel internationale organisaties, die veelal onderling hun activiteiten nauwelijks coördineren, en eigenlijk zijn ze er niet in geslaagd de bevolking te beschermen.
Juni dit jaar ben ik met een delegatie van het Europees Parlement op bezoek geweest in Haïti. Toen voorspelden de grote concentratie van opvangkampen, het niet verwijderde puin en de bergen afval al weinig goeds. En nu is dan ook nog eens de cholera uitgebroken.
De Commissie en ECHO hebben tot op dit moment hun plicht gedaan, maar nu moeten de inspanningen worden verdubbeld. Ik heb de indruk dat in Haïti niet alleen grondig gesaneerd moet worden maar ook meer bescherming op internationaal politiek niveau nodig is.
Nirj Deva (ECR). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, dit is een tragedie waar geen woorden voor zijn. Toen de ramp zich vorig jaar januari voltrok, daalde de internationale gemeenschap met een hoop poeha neer in Haïti. Met militaire helikopters werden zware stukken puin opgetild. Ze zijn allemaal weer vertrokken. Opeens waren ze weg. Die stukken puin blokkeren wegen en verhinderen de toegang. Het wegennet is weggevaagd. Commissaris Georgieva heeft haar best gedaan om de activiteiten te coördineren.
Hoe kwam dat? Waarom waren al die mensen – waaronder minister van Buitenlandse Zaken Clinton, die er in januari ineens was – plotseling verdwenen? Waarom wordt de Verenigde Naties nu gevraagd te vertrekken? Wanneer gaan ze de EU vragen te vertrekken? Dit is belachelijk. We hebben de internationale gemeenschap daar nodig op het niveau waarop ze actief was en we moeten voorkomen dat de gewone Haïtianen het slachtoffer worden van de politieke onzin die zich in de hoofdstad afspeelt.
Anna Záborská (PPE). – (SK) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, hartelijk dank voor het verslag dat u hebt gepresenteerd over de huidige situatie op Haïti. Dat er op Haïti een volgende epidemie zou uitbreken was te verwachten. We hebben vanaf het begin van het jaar, sinds de aardbeving, hard gewerkt, maar het werk is niet zo goed opgeschoten als we hadden gehoopt. Vaak hebben we dat geweten aan de situatie op Haïti vóór de aardbeving.
Het had beslist geholpen als Haïti een normaal functionerende staat was geweest, maar dat is niet het geval en dat zal ook nog wel even duren. Er is nog een lange weg te gaan. We moeten nu met spoed in actie komen, anders riskeren we nog meer epidemieën en nog meer geweld.
Commissaris, het is echt nodig de beste medische specialisten in Brussel bijeen te laten komen om een strategisch hulpplan voor Haïti op te stellen. De situatie moet worden opgelost op het gebied van veiligheid en financiën, maar vooral op het gebied van de gezondheidszorg.
Kriton Arsenis (S&D). – (EL) Mevrouw de commissaris, om te beginnen zou ook ik u willen feliciteren met het uitstekende werk dat u in het geval van Haïti heeft verricht en voor alles wat u voor Pakistan heeft gedaan. Wij weten dat u er in noodgevallen altijd bent.
De omvang van de ramp is werkelijk verschrikkelijk. Wij hebben het over meer dan 1 000 doden en 15 000 zieken, en de aantallen nemen voortdurend toe. De nood is gigantisch, en we zien dat het geld dat u ter beschikking heeft niet genoeg is. Het wordt steeds duidelijker dat wij inderdaad nieuwe financiële instrumenten nodig hebben; misschien, en klaarblijkelijk in de eerste plaats, een belasting op financiële transacties. Wij hebben andere financiële instrumenten nodig die onze inspanningen kunnen versterken om de toegenomen menselijke nood aan te pakken.
Eveneens moeten wij kijken wat wij kunnen doen om te voorkomen dat niet nog eens ziekten worden doorgegeven door mensen die voor de WHO werken.
Bastiaan Belder (EFD). – Voorzitter, vanmiddag heb ik nog de laatste informatie gekregen van een Nederlandse hulporganisatie die al jarenlang op Haïti aanwezig is, en die informatie bevestigt eigenlijk het sombere, maar realistische beeld dat door de Commissie is geschetst. Tegelijkertijd vertelde de Nederlandse hulporganisatie mij dat ze vooral haar vertrouwen heeft gevestigd op Europa als belangrijke donor. Waarop vertrouwt ze dan? Wel, er is bij de internationale donorconferentie een gigantisch bedrag toegezegd, maar daar is nog maar een klein deel van binnengekomen. Nu wordt er extra geld gevraagd door de Verenigde Naties, maar het geld dat is toegezegd, is voor een groot deel nog niet binnengekomen. Ik hoop dus dat de Europese Unie het voortouw neemt om ervoor te zorgen dat het geld nu echt binnenkomt, want de situatie is schrijnend. Acute zaken zijn natuurlijk de preventie, schoon drinkwater. Ik hoop dat de Europese Unie het initiatief gaat nemen om te zorgen voor een goede watervoorziening in Haïti. Belangrijk zijn vooral deskundigen, waterputten slaan, schoon drinkwater en ook de kwestie van de medische zorg. Overal is tekort aan. Ik zal Nederland erop aanspreken, maar ook de Europese instellingen, om te bewerkstelligen dat zij daadwerkelijk in deze acute noodsituatie onmiddellijk te hulp komen.
Ricardo Cortés Lastra (S&D). – (ES) Mevrouw de commissaris Damanaki, om te beginnen wil ik de Commissie prijzen voor de inspanningen die zij in Haïti heeft ondernomen.
De situatie vraagt echter om een snelle en veel krachtigere reactie. Er zijn meer middelen nodig, de internationale gemeenschap dient zich meer te committeren, ondanks de problemen die er zijn met het vrijmaken van middelen in de huidige economische context. Het kan niet zo zijn dat voor andere problemen wel middelen beschikbaar zijn, maar dat er geen middelen zijn voor deze humanitaire situatie.
Er zijn prioriteiten op het terrein van gezondheidszorg en op het humanitaire vlak: de bevolking informeren over ziektes, verstrekken van tenten, verbeteren van de sanitaire voorzieningen, verschaffen van toegang tot schoon water. Dit is allemaal urgent. Van de kant van de Commissie en de lidstaten is een maximale inspanning nodig.
Hannu Takkula (ALDE). − (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik wil commissaris Georgieva bedanken voor het werk van de Commissie. Het is heel belangrijk dat de Europese Unie zeer nauw en zichtbaar bij Haïti is betrokken. Het gaat immers om onze medemensen, onze naasten. Wij zijn ook verantwoordelijk voor hen nu zij getroffen zijn door deze ongehoorde ramp: eerst een aardbeving en nu een cholera-epidemie.
Het is belangrijk dat het geld en de hulp die wij daarheen sturen snel op de plaats van bestemming komen. Veel christelijke hulporganisaties hebben daar goed werk verricht en het lijkt erop dat zij over de juiste kanalen beschikken om de hulp snel naar degenen te brengen die deze nodig hebben. In dit verband hoop ik dat de Commissie ook gebruik kan maken van de erkende humanitaire en christelijke organisaties die daar zulk goed werk verrichten. Op die manier kunnen wij de hulp snel op de plaats van bestemming krijgen en het best mogelijke resultaat bereiken.
Kristalina Georgieva, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, dank u voor uw betrokkenheid en de discussie over een onderwerp dat de komende tijd, naar ik vrees, wel op de agenda zal blijven staan. Dit is geen eenvoudige crisis om op te lossen.
We hebben kennis genomen van schattingen over de schaal van het probleem gedurende de komende maanden – onder andere van onze eigen deskundigen – en ik ben het roerend eens met al diegenen die zeiden dat we de expertise van het Europees centrum voor rampenbestrijding in Haïti moeten inzetten. De schattingen zijn dat ergens tussen de 500 000 en 720 000 mensen besmet zullen raken voordat deze epidemiegolf voorbij is.
De schatting van 400 000 van de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie valt iets lager uit maar is van dezelfde orde van grootte. We moeten dus mobiliseren. Ik ben het eens met iedereen van u die sprak over onmiddellijke mobilisatie en de behoefte aan hulp op dit moment.
Ik wil vier punten aan de orde stellen. Het eerste punt is hoe we het beste kunnen helpen. Dit is het moment om echte partnerorganisaties in te zetten en ze onmiddellijk de middelen ter beschikking te stellen om te kunnen handelen. We moeten ook een beroep doen op de lidstaten om hulp in natura ter beschikking te stellen. Sinds ik de lidstaten donderdag toesprak, zien we dat ze over de brug komen met steun, maar er is meer nodig in termen van gezondheidswerkers, waterzuiveringstabletten en steun voor een bewustwordingscampagne, want, zoals velen hier al zeiden: er bestaat een wijdverspreid misverstand over de ziekte en de wijze waarop die het beste kan worden behandeld. Het gevolg is dat mensen onnodig sterven omdat ze bang zijn om naar behandelcentra te gaan: ze zijn eerder bang om de ziekte daar op te doen dan om ervoor behandeld te worden.
Mijn tweede punt is dat een aantal sprekers het heeft gehad over het toegezegde geld en over de stand van zaken rond de wederopbouw van Haïti. De toezegging die de Commissie heeft gedaan, is nagekomen. De Commissie heeft 460 miljoen euro toegezegd en levert het geld volgens het aangekondigde tijdschema. De hoge vertegenwoordiger en vicevoorzitter, Cathy Ashton, en commissaris Piebalgs staan op het punt met de lidstaten te inventariseren hoe het staat met de door ons toegezegde bedragen. Ik kan u verzekeren dat we dit heel serieus zullen nemen, omdat de reputatie van de internationale gemeenschap in deze zeer moeilijke tijd op het spel staat.
Mijn derde punt, een zeer belangrijk punt, is dat er evenwel een grens is aan het absorptievermogen in Haïti. Ik meen dat ik daar al met enkelen van u over heb gesproken. Toen ik voor het eerst in Haïti was, dacht ik dat deze ramp niet het grootste probleem van Haïti was, hoe erg die ook was. Het grootste probleem van Haïti waren de vele tientallen jaren waarin geen ontwikkeling heeft plaatsgevonden en het ontbreken van een functionerende overheid, wat onder andere betekent dat er ook geen functionerende gezondheidsdienst is.
Ik heb in kampen mensen in de rij zien staan voor een dokter terwijl ze helemaal niet ziek waren. Ze waren nog nooit eerder in hun leven bij een dokter geweest en wilden gebruik maken van de in de kampen geboden gezondheidsdienst.
Dit totale ontbreken van de vaardigheden en vermogens van een functionerende overheid zorgt voor problemen waardoor deze epidemie verergert. We worstelen nog steeds om de regering zover te krijgen dat ze ruimte vrijgeeft voor het begraven van de lijken – wat natuurlijk nodig is om te voorkomen dat de epidemieën zich verder verspreiden – en latrines beschikbaar stelt om de sanitaire situatie te verbeteren. Ik kan dus niet krachtig genoeg benadrukken hoe belangrijk het is dat we ervan doordrongen zijn dat er geen eenvoudige oplossing is voor de problemen van Haïti, omdat de kern van het probleem wordt gevormd door het jarenlange ontbreken van ontwikkeling en het ontbreken van een functionerende overheid.
Er is een vraag gesteld over de verkiezingen en of deze wel gehouden moeten worden. De Haïtiaanse autoriteiten houden zich liever aan het tijdschema. Ik kan die vraag moeilijk beantwoorden. Ik ben nog niet in Haïti geweest, maar ik heb het gevoel dat het afblazen of uitstellen van de verkiezingen tot een verdere destabilisering van deze zeer moeilijke situatie kan leiden. Misschien leveren de verkiezingen iets op maar, zoals ik al zei, dit is op basis van wat ik heb gehoord en niet wat ik heb gezien.
Mijn vierde punt betreft de betrokkenheid. U riep de Commissie op om zich zeer rechtstreeks met het probleem bezig te houden: dat doen we en dat zullen we blijven doen. Barones Ashton is morgen naar alle waarschijnlijkheid in Haïti en ik ben zelf ook van plan om te gaan omdat het in dit stadium van belang is om hulp te mobiliseren en te zorgen voor goede coördinatie, en eerlijk gezegd vind ik ook dat we de mensen daar en ons eigen personeel hoop moeten geven. Onze eigen mensen worstelen met een zeer moeilijke situatie: ze bevinden zich op plaatsen waar de Haïtiaanse gezondheidswerkers uit angst voor de epidemie gewoon weggaan en krijgen zo nog veel meer gevallen te verwerken.
Wat we nu moeten doen, is aanwezig blijven, kalm blijven en de gang van zaken zo sturen dat we de mensen hoop geven. Een Parlementslid merkte op dat de Haïtiaanse bevolking zeer veerkrachtig is. Dat is ook zo en ze verdient in deze moeilijke tijd alle mogelijke hulp.