Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/0255(COD)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A7-0289/2010

Debatten :

PV 22/11/2010 - 17
CRE 22/11/2010 - 17

Stemmingen :

PV 24/11/2010 - 8.4
CRE 24/11/2010 - 8.4
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0430

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 24 november 2010 - Straatsburg Uitgave PB

9. Stemverklaringen
Video van de redevoeringen
PV
  

Mondelinge stemverklaringen

 
  
  

- Verslag-Fjellner (A7-0290/2010)

 
  
MPphoto
 

  Jarosław Kalinowski (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, voor effectieve bescherming van de volksgezondheid is het noodzakelijk dat goede informatie over geneesmiddelen breed toegankelijk is voor patiënten. Harmonisering van de wetgeving op dit gebied verhoogt het bewustzijnsniveau van Europese patiënten en het verkleint de verschillen in de gezondheidssituatie in de lidstaten. Tegelijkertijd zorgt het toespitsen van de voorschriften ervoor dat we oneerlijke reclame van farmaceutische bedrijven voor hun eigen producten kunnen voorkomen omdat patiënten verplicht toegang moeten hebben tot informatie. Op dit moment is het toezicht op deze procedure ontoereikend. Het is ook noodzakelijk om voor geneeskrachtige stoffen specifieke voorschriften in te voeren die in alle lidstaten effectief worden omgezet. Ik heb vóór het verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 

  Jens Rohde (ALDE). - (DA) Mijnheer de Voorzitter, ten eerste wil ik de heer Fjellner feliciteren met het mooie resultaat. De Deense liberalen hebben besloten om voor de richtlijn inzake voorlichting over receptplichtige geneesmiddelen te stemmen. Het is belangrijk dat EU-burgers toegang hebben tot goede informatie over receptplichtige geneesmiddelen en wij zijn van mening dat we in dat opzicht een goed verslag hebben gekregen dat de patiënt centraal stelt.

Daarentegen zagen we ons genoodzaakt om ons te onthouden van stemming over de verordening zelf. De reden daarvoor is niet dat we het standpunt niet steunen dat EU-burgers toegang moeten hebben tot goede informatie over receptplichtige geneesmiddelen, maar omdat delen van het voorstel strijdig zijn met de grondwet van een aantal lidstaten. Enkele landen hebben de Commissie er reeds voor de presentatie van het geneesmiddelenpakket op gewezen dat er een juridisch probleem is in verband met hun grondwet. Voorafgaande overheidscontrole van informatie die openbaar moet worden gemaakt, is strijdig met de definitie van de vrijheid van meningsuiting in een aantal lidstaten. Derhalve kunnen we niet stemmen voor het voorstel dat het Europees Geneesmiddelenbureau bepaalde soorten informatie controleert voordat de informatie openbaar wordt gemaakt. We verwachten echter dat zowel de Raad als de Commissie zal proberen dit probleem voor de tweede lezing op te lossen en derhalve hopen we te zijner tijd voor de verordening zelf te kunnen stemmen.

 
  
MPphoto
 

  Licia Ronzulli (PPE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, in het wetgevingsvoorstel waarover we vandaag hebben gestemd en dat ik heb gesteund, wordt de belangrijke rol van de farmaceutische industrie onderstreept bij het verstrekken van niet-publiciteitsgerichte informatie over de geneesmiddelen die zij produceert.

De farmaceutische industrie moet haar verantwoordelijkheid nemen en de patiënten beter voorlichten, en zij moet dit op een duidelijke en strikte manier doen om te voorkomen dat er uit commerciële motieven te veel medicijnen worden gebruikt. Met deze stem onderstrepen wij hoe belangrijk het is dat voorlichting over geneesmiddelen beschikbaar is op het internet en in gedrukte vorm en dat deze voldoet aan specifieke regels die in alle lidstaten gelijk zijn.

Dit verschoont de zorgverleners niet van hun essentiële taak als primaire, onvervangbare bron van publieksgerichte voorlichting over gezondheid en geneesmiddelen. Het contact tussen artsen en patiënten is uniek en onvervangbaar en de gesprekken tussen hen bepalen nog altijd de keuze voor medische behandelingen. Door dit contact kunnen de patiënten beter worden voorgelicht over geneesmiddelen, worden ze betrokken bij de behandeling die ze moeten ondergaan en nemen ze actief deel aan hun eigen genezingsproces.

 
  
MPphoto
 

  Paolo Bartolozzi (PPE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het doel van de verslagen van de heer Fjellner is om de vroegere communautaire wetgeving op dit gebied aan te vullen en te voltooien door deze te actualiseren en af te stemmen op de uitdagingen die de technologische ontwikkeling met zich meebrengt voor de volksgezondheid.

Volgens ons staat hierbij de patiënt centraal, met zijn recht op informatie en op toegang tot wetenschappelijke voorlichting. Er komt nu meer en betere informatie beschikbaar, die moet worden gecontroleerd aan de hand van een striktere en preciezere scheiding tussen wetenschappelijke voorlichting en reclame-uitingen.

In de verslagen wordt aan de hand van duidelijke, uniforme criteria vastgelegd welke informatie verplicht is, welke informatie facultatief is en langs welke kanalen de informatie beschikbaar moet worden gesteld. Zo wordt vastgelegd aan welke plichten de farmaceutische industrie en de lidstaten moeten voldoen.

Op deze basis steunen wij dit verslag, waarvan wij de medische en sociale verdiensten erkennen.

 
  
MPphoto
 

  Miroslav Mikolášik (PPE). - (SK) Ik heb uiteraard voor het verslag-Fjellner gestemd omdat daarin niet alleen wordt gesproken over informatie voor de patiënt op de bijsluiter en de verpakking, maar met name ook wordt stilgestaan bij het gedrag van farmaceutische ondernemingen. Veel van deze ondernemingen verstrekten tot voor kort niet alleen informatie over geneesmiddelen, maar voegden er ook hun eigen reclame aan toe. Dat was naar mijn mening niet-objectieve beïnvloeding van de patiënt om diens aandacht op een bepaald product te vestigen.

Patiënten dienen zo volledig en zo actueel mogelijke informatie te verkrijgen, bijvoorbeeld informatie die is goedgekeurd bij de keuring van een nieuw geneesmiddel. Gelukkig hebben wij daar in verregaande mate aan weten bij te dragen. Uiteraard dient dergelijke hoogwaardige informatie ook op het internet te vinden te zijn, altijd ook in de moedertaal. Het doet me deugd dat we met de goedkeuring van dit verslag de verschillen met de lidstaten van de Europese Unie die nog minder ver zijn op dit vlak eigenlijk hebben weten te verminderen. Ook doet het mij deugd dat er op generlei wijze inbreuk is gepleegd op de verhouding tussen arts en patiënt, want dat is per slot van rekening de belangrijkste bron van informatie.

 
  
MPphoto
 

  Hannu Takkula (ALDE). − (FI) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik de heer Fjellner bedanken voor zijn uitstekende verslag. Ik moet zeggen dat het heel belangrijk is om de bestaande wetgeving te wijzigen en te actualiseren. Als wij het hebben over geneesmiddelen en onderzochte gegevens over hun bestanddelen, dan is dat ook zeer belangrijk voor de veiligheid van patiënten.

Nu reclame een steeds grotere rol speelt, is het van wezenlijk belang dat wij de criteria vaststellen waarmee de consumenten en patiënten er volledig van op de hoogte en zeker van kunnen zijn welke effecten de betreffende geneesmiddelen hebben. Die informatie moet zijn gebaseerd op onderzochte gegevens en niet op fantasie of reclamemethoden. Dergelijke wetgeving, die actueel is en goed voor de patiëntveiligheid, hebben wij meer nodig in de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  Sonia Alfano (ALDE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de voorlichting over receptplichtige geneesmiddelen is een zeer gevoelig onderwerp, omdat het sterk gerelateerd is aan de bescherming van het universele recht op gezondheid en welzijn.

De Commissie heeft een voorstel gedaan voor de herziening van de richtlijn die een lacune in de wetgeving dreigde te veroorzaken, waarmee de farmaceutische bedrijven zouden kunnen profiteren van een onduidelijk verschil in definitie tussen voorlichting en reclame, waardoor zij reclame zouden kunnen maken voor hun receptplichtige geneesmiddelen, met de burgers als slachtoffer.

Er moet zeker nog veel gedaan worden op het gebied van voorlichting over geneesmiddelen, maar gelukkig heeft het Parlement ditmaal gehandeld zoals het altijd zou moeten handelen. Het Parlement heeft ervoor gekozen de burgers te beschermen en op te komen voor het recht van patiënten op betere voorlichting, en is niet gezwicht voor de druk van de farmaceutische industrie.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, het aan banden leggen en, in een enkel geval, voorschrijven van alternatieve medicijnen, geneeskrachtige kruiden en hoge doses vitamine- en mineraalsupplementen is een van de grote schandalen binnen de Europese regelgeving.

Ik heb geen idee hoe doeltreffend deze behandelingen zijn. Mijn vrouw zweert erbij. Ik ben zelf wat sceptischer, maar zoals koning Salomo in zijn wijsheid zegt: beter een maaltijd van bittere kruiden en vrede dan een huis vol vleesspijzen en ruzie. De spreuk over de bittere kruiden kon bijna niet toepasselijker zijn dan in dit geval.

Of ze echter nutteloos zijn of nuttig, ze zijn zeker niet schadelijk voor de gezondheid. Dus waarom heeft de Europese Unie een activiteit die door ongeveer 20 miljoen Europeanen zonder enig gevaar bedreven wordt, in de criminele sfeer getrokken? Het antwoord is: de lobby van een aantal grote farmaceutische bedrijven, die de kans schoon zagen om kleine kruidengenezers failliet te laten gaan. Dat is nu in mijn hele kiesdistrict gebeurd. De farmaceutische bedrijven zouden deze regelgeving nooit door de nationale parlementen hebben kunnen loodsen. Opnieuw zien we hoe de Brusselse machinerie een maffia is geworden waar grote ondernemingen kunnen binnendringen.

 
  
MPphoto
 

  Philip Claeys (NI). - Voorzitter, ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om te protesteren tegen uw beslissing om Godfrey Bloom de toegang tot de vergaderzaal te ontzeggen. Hij heeft inderdaad een taal gebruikt die niet parlementair is. Deze keer is meneer Schulz zelf het slachtoffer geweest van dat soort termen. Het woord fascist gebruikt hij zelf te pas en te ... (Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Mijnheer Claeys, dit is geen beroep op het Reglement inzake het verslag-Fjellner, en ik moet u daarom het woord ontnemen. Ik heb de heer Gollnisch gezegd dat hij zijn beroep op het Reglement de volgende keer dat de Voorzitter de vergadering voorzit aan de orde kan stellen, en dat gaat ook gebeuren.

 
  
  

- Verslag-Fjellner (A7-0289/2010)

 
  
MPphoto
 

  Anna Rosbach (EFD). - (DA) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag spreken over het verslag-Fjellner A7-0289/2010 inzake de oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, dat een aantal goede en belangrijke maatregelen bevat. Om deze reden heb ik voor het verslag gestemd. In feite valt mij dat zwaar, omdat ik eigenlijk tegen het oprichten van nog meer EU-agentschappen ben. Echter, één gecombineerd agentschap voor toezicht op geneesmiddelen en publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen voor zowel menselijk als diergeneeskundig gebruik vind ik een goed idee, met name gezien het feit dat geneesmiddelen in steeds sterkere mate zowel binnen als buiten de EU worden geproduceerd.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, vorig jaar, toen sommigen van ons borden omhooghielden met de tekst ‘referenda’, zei de heer Watson dat ons gedrag hem deed denken aan nationaalsocialisten in de Duitse Rijksdag. De heer Schulz zei zelf dat ons gedrag hem herinnerde aan Adolf Hitler. Ik zie dat u zich in een moeilijk …

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Mijnheer Hannan, ik weet waar u naartoe wilt. Ik heb gezegd dat de heer Gollnisch over deze kwesties een beroep wil doen op het Reglement. Hij zal dit doen als de Voorzitter aanwezig is. Mijns inziens is dat de correcte aanpak. Als u verder geen opmerkingen ten aanzien van het verslag-Fjellner hebt, gaan we verder met de heer Březina.

Ik heb gehoord wat u zei. U zei dat de heer Gollnisch niet namens u spreekt. Ik zal dit aan het Parlement mededelen. De heer Gollnisch is een van de niet-ingeschrevenen. De niet-ingeschrevenen zijn geen fractie, maar hij spreekt wel namens een aanzienlijk deel van hen. Ik kan me daarin vinden, en daarom heb ik voorgesteld dat de heer Gollnisch een beroep kan doen op het Reglement als de Voorzitter aanwezig is.

Ik wil u, mijnheer Hannan, niet het woord geven, want als ik dat doe, wil iedereen zijn mening over dit gevoelige en belangrijke punt kenbaar maken. Het spijt me. We gaan verder met de stemverklaringen over het verslag-Evans.

 
  
  

- Verslag-Evans (A7-0196/2010)

 
  
MPphoto
 

  Jan Březina (PPE). - (CS) Deze richtlijn is zonder meer een stap vooruit op weg naar minder afval en minder gebruik van gevaarlijke stoffen. Ik vind echter de opname van pvc onder de werking van deze richtlijn als een stof die met voorrang onderzocht moet worden, nogal dubieus. In de communautaire wetgeving worden namelijk noch pvc, oftewel polyvinylchloride, noch het afval ervan als gevaarlijk geclassificeerd. De wetgeving over gevaarlijke stoffen en de daaraan ten grondslag liggende studies zijn weliswaar reeds 10 jaar oud en kunnen dus op een aantal punten achterhaald zijn, maar dat neemt niet weg dat uit alle onderzoeken sindsdien duidelijk naar voren komt dat pvc-afval recyclebaar is en dat de vervanging met alternatieve materialen in vele gevallen potentieel schadelijk zijn voor het milieu. Het vaak aangevoerde argument dat de ontmoediging van het gebruik van pvc in elektrische en elektronische apparatuur gerechtvaardigd wordt door het feit dat er bij de verbranding ervan in de openlucht dioxine vrijkomt, kan dan ook niet zonder meer worden aanvaard, zeker niet omdat er bij dit argument volledig voorbijgegaan wordt aan het feit dat elke vorm van afvalverbranding sowieso af te raden valt.

 
  
MPphoto
 

  Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė (PPE).(LT) Mijnheer de Voorzitter, op een bepaald moment worden alle elektronische apparaten afval, afval dat helaas nog steeds uit bepaalde gevaarlijke stoffen bestaat. De lidstaten hebben soms moeite om dergelijk elektronisch afval te verwerken, dus het is van groot belang geleidelijk over te gaan op het principe ‘voorkomen is beter dan genezen’. Door chemische stoffen te harmoniseren via de Verordening inzake de regulering, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen (REACH) en de Richtlijn betreffende de beperking van gevaarlijke stoffen nemen we in elk geval een stap in de richting van het harmoniseren van andere gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparaten. Uiteraard betekent dit geen volledige harmonisering van alle systemen en hebben de lidstaten nog steeds enige ruimte voor interpretatie, maar deze harmonisering maakt wel een einde aan de aanzienlijke verschillen die nu nog tussen de lidstaten bestaan. Voor de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektronische apparatuur en de vandaag goedgekeurde maatregelen geldt echter het volgende: in de eerste plaats mogen ze geen buitensporige problemen opleveren voor kleine bedrijven en in de tweede plaats mag de lijst van verboden stoffen de ontwikkeling van nieuwe technologieën niet afremmen. We mogen geen vooroordelen hebben over stoffen die op dit moment worden getest en die in de toekomst wellicht tot doorbraken kunnen leiden in de wereld van technologie en elektronica.

 
  
MPphoto
 

  Sonia Alfano (ALDE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik heb vóór het verslag-Evans over de herziening van de richtlijn gestemd, omdat ik zeer teleurgesteld ben over het feit dat de compromistekst, die door de forse druk van de industriële lobby’s is aangenomen, geen enkele verwijzing meer bevat naar ’pvc en gehalogeneerde brandvertragers, ondanks het feit dat studies van de Commissie al vanaf 2000 aantonen dat het verwijderen van deze stoffen grote risico’s met zich meebrengt voor de volksgezondheid en het milieu.

Wij staan niet achter de keuze om de kosten die de industrie veroorzaakt, af te wenden op het milieu en de burgers, omdat dit, naast een verstoring van de vrije markt, leidt tot een onacceptabel compromis tussen de levenskwaliteit van de burgers en bedrijfswinsten.

Ik hoop dat het universele recht op gezondheid en de bescherming van het milieu bij de volgende herziening van de richtlijn, over drie jaar, centraal zullen staan.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, misschien wilt u mij toestaan in het algemeen de opmerking te maken dat in een vrije samenleving het recht van vrije meningsuiting boven het recht gaat niet beledigd te worden, en dat in een democratie onze kiezers de enigen zijn die zouden moeten bepalen of we wel of niet in een parlement mogen zitten en wetten maken.

De verwijdering van een lid van het Parlement kan de uitkomsten wezenlijk beïnvloeden.

Welnu, als we onpartijdig willen zijn bij de toepassing van de regels, dan moeten we aanstootgevende toespelingen censureren, van welke kant ze ook komen, maar ik vind het enigszins arbitrair en oneerlijk als Eurosceptici nazi’s genoemd mogen worden ...

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Nee, mijnheer Hannan, u gaat nu door op één specifiek punt. Mijnheer Kamall, houdt u het bij het verslag-Evans, anders moet ik u het woord ontnemen.

 
  
MPphoto
 

  Syed Kamall (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik twijfel er niet aan dat u zult proberen mij te onderbreken, zoals u gewoonlijk doet wanneer het aankomt op de vrijheid van meningsuiting, maar ik wil echt praten over gevaarlijke stoffen en giftigheid. Ik denk dat we het allemaal eens zijn over de concentratie gevaarlijke en giftige stoffen in deze apparatuur, waar ik als voormalig elektronicus mee bekend ben. Het is volstrekt juist dat we proberen iets aan dit probleem te doen. Maar ik wil het ook hebben over de giftigheid die vandaag doorgedrongen is in het debat en de democratie hier in het Europees Parlement. Het kan toch niet zo zijn dat wanneer een Duits staatsburger, een socialist, spreekt ...

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  Zuzana Roithová (PPE). - (CS) Ik heb met groot genoegen voor de compromistekst van de richtlijn over gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur gestemd. De bescherming van de natuur en de volksgezondheid ligt ons allemaal nauw aan het hart. Dat neemt echter niet weg dat we weloverwogen te werk dienen blijven te gaan. Zo is het in de huidige economische crisis niet verstandig om met een al te strenge verordening de financiële lasten van kleine en middelgrote bedrijven en de consumenten te verhogen. Ik was dan ook ingenomen met het feit dat het interinstitutionele team de Commissie heeft opgedragen de oorspronkelijke lijst van gevaarlijke stoffen opnieuw tegen het licht te houden, in plaats van al deze stoffen direct te verbieden. Dat laatste zou namelijk een negatief effect hebben op zowel het MKB als de sociaaleconomische situatie in de EU.

 
  
  

Ontwerpresolutie B7-0617/2010 (Handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak )

 
  
MPphoto
 

  Clemente Mastella (PPE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik heb vóór deze resolutie gestemd, omdat deze het resultaat is van zeer moeizame onderhandelingen tussen de Commissie en een aantal derde landen, waaronder Canada, Japan, de Verenigde Staten, Australië en Marokko.

De bestrijding van namaak moet een prioriteit zijn, een doelstelling van al het nationale en internationale beleid, en de samenwerking tussen lidstaten is daarbij cruciaal om goede resultaten te kunnen boeken.

Met de bereikte overeenkomst zullen we de complexe problematiek van de internationale markten zeker niet kunnen oplossen, maar kunnen we wel een stap in de goede richting zetten. Wij moeten ons nu blijven inzetten voor de civiele en douanebescherming van al onze geografische aanduidingen, die schade lijden door op zijn zachtst gezegd de oneerlijke concurrentie van het constante gebruik van de namen en logo’s van de bekendste Europese merken. Het ligt voor de hand dat producenten van levensmiddelen, designproducten, mode en luxegoederen het zwaarst getroffen zullen worden.

Mijns inziens heeft de Commissie in elk stadium van de onderhandelingen over internationale overeenkomsten geprobeerd om het Parlement volledig te informeren. Ik herhaal hier ons verzoek om de teksten openbaar te maken voor de burgers en het Parlement. Tot slot verzoek ik de Commissie het Parlement volledig en tijdig te blijven informeren over alle toekomstige initiatieven die zij op dit gebied wil ontplooien.

 
  
MPphoto
 

  Miroslav Mikolášik (PPE). - (SK) Op het gebied van de bescherming van het intellectuele eigendomsrecht dienen we ons eerst en vooral hard te maken voor het recht op de bescherming van de gezondheid, een recht dat op zijn beurt weer nauw verbonden is met het fundamentele recht op leven.

Ik ben fel gekant tegen het feit dat onder het mom van hoge – naar mijn zin vaak overtrokken – bescherming van het intellectuele eigendomsrecht brede lagen van de bevolking, met name in de ontwikkelingslanden, de toegang ontzegd wordt tot de meeste basale medicijnen. Ik roep de Commissie dan ook op zich tijdens de onderhandelingen over de technische aspecten van de overeenkomst ter bestrijding van namaak hard te maken voor het fundamentele recht op bescherming van de volksgezondheid en de toegang tot geneesmiddelen.

 
  
MPphoto
 

  Peter Jahr (PPE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, de bestrijding van product- en merkpiraterij is een heel belangrijk onderwerp. Twintig jaar geleden konden we er nog om lachen als iemand voor tien dollar een namaak-Rolex had gekocht. De afzetmarkt in dit topsegment liep daardoor geen gevaar. Nu is de situatie helemaal anders. Er wordt ook en vooral vervalst in de laagste en middelste prijssegmenten. Er worden T-shirts, speelgoed en veiligheidskleding vervalst, en ook intellectuele eigendommen. Dan hebben we het niet meer alleen over economische belangen, maar ook over arbeids- en milieunormen, gezondheidsbescherming en sociale normen. Wanneer we een rechtvaardige wereld willen, moeten we product- en merkpiraterij intensief bestrijden.

 
  
MPphoto
 

  Jarosław Kalinowski (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de concurrentie overspoelt de Europese markt met vervalste goederen uit de hele wereld. Deze situatie is oneerlijk en uiteraard ontoelaatbaar. Ik wil ook de aandacht vestigen op de vage formulering betreffende de verplichting om toezicht te houden op de serviceproviders. Dit is onverenigbaar met de eerbiediging van het privéleven en het lijkt op een poging tot censuur. De e-handel ondervindt hier nadeel van, terwijl wij van dat deel van de economie enerzijds verwachten dat het zich dynamisch ontwikkelt door steeds te innoveren, maar die we anderzijds steeds weer beperkingen opleggen. De besluiten van vandaag zorgen voor een lichte verbetering van deze situatie.

 
  
MPphoto
 

  Zuzana Roithová (PPE). - (CS) Ik heb voor de gezamenlijke resolutie over de ACTA-overeenkomst gestemd, hoewel ik daarmee afweek van mijn fractie. Ook ik ben namelijk van mening dat wij de Commissie ertoe dienen te bewegen een analyse te maken die een antwoord geeft op de nog resterende prangende vragen over de effecten van de ACTA-overeenkomst op de Europese burger en waarmee het nijpende informatietekort als gevolg van de eerdere onbereidwilligheid de uitonderhandelde teksten ter beschikking te stellen, ongedaan wordt gemaakt. Het gaat hier met name over advies van de Europese Toezichthouder voor de gegevensbescherming, onderzoek naar het effect op de huidige communautaire wetgeving, alsook de verzekering dat de uitzonderingen voor de leveranciers van internetverbindingen ongemoeid blijven. Ik vind het echter schandalig dat de overeenkomst de mogelijkheid intact laat om computers en andere persoonlijke zaken van reizigers aan de grenzen te doorzoeken.

Ook heb ik met genoegen voor de zeer gedegen en evenwichtige resolutie van de PPE gestemd, zij het zonder de zo broodnodige druk op de Commissie voorafgaand aan de cruciale onderhandelingen over de finale versie van de overeenkomst.

 
  
MPphoto
 

  Syed Kamall (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik neem aan dat uw vinger al boven de knop zweeft. Er zijn veel mensen die me vragen waar de afkorting ACTA voor staat en ik was een van de schaduwrapporteurs voor de Handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA).

Ik weet dat sommige mensen hun twijfels zullen hebben bij de mate van transparantie, democratie en vrijheid van meningsuiting na wat hier vandaag gebeurd is, maar ik wil me nu beperken tot de vijf redenen waarom wij het niet met de resolutie eens waren. Ik was erg dankbaar voor de gezamenlijke PPE/ECR-resolutie. In de eerste plaats gaat zij niet verder dan het acquis communautaire. In de tweede plaats heeft de Commissie zich transparant opgesteld. In de derde plaats is hier niet op WTO-niveau onderhandeld, omdat China en India al op voorhand tegen de overeenkomst waren. In de vierde plaats heeft dit geen invloed op generieke medicijnen tijdens het vervoer in de hele EU en ten slotte staat het ontwikkelingslanden vrij zich bij de ACTA-overeenkomst aan te sluiten als ze dat willen. Ze hebben er alleen voor gekozen om het niet te doen. Het is een open mechanisme dat landen zich kunnen aansluiten als ze dat willen. Het is alleen jammer dat we ons niet aan dezelfde beginselen van vrije meningsuiting houden met betrekking tot dit Parlement.

 
  
  

Schriftelijke stemverklaringen

 
  
  

- Verslag-Surján (A7-0327/2010)

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) Na de overstromingen van 2002, die grote menselijke en materiële schade hebben aangericht in Duitsland, Oostenrijk, de Tsjechische Republiek en Frankrijk, heeft de Raad van de Europese Unie een instrument ingesteld dat ons in staat stelt snel middelen beschikbaar te stellen om regio’s die getroffen worden door natuurrampen, te hulp te komen. Momenteel is het Ierland, dat zelf getroffen is door overstromingen, dat van dit fonds gebruik zal maken. Ik heb vóór deze wijziging van de EU-begroting gestemd, omdat het hierdoor mogelijk wordt deze steun aan onze Ierse vrienden over te maken. Deze stemming is het symbool van de Europese solidariteit in geval van natuurrampen. Deze solidariteit komt vandaag tot uiting in Ierland en morgen in Frankrijk. Ons land zal namelijk binnenkort een aanzienlijk bedrag aan financiële steun ontvangen om de gevolgen van de storm Xynthia van februari 2010 het hoofd te bieden.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk.(PT) De overstromingen van november 2009 in Ierland hebben dat land hard getroffen en grote schade toegebracht, welke schade wordt geschat op meer dan 520 miljoen euro. De gewijzigde begroting voorziet in de beschikbaarstelling van 13 022 500 euro aan vastleggings- en betalingskredieten uit het Solidariteitsfonds om de geleden schade te vergoeden. Zoals ik ook gisteren heb gezegd, ben ik van mening dat de beschikbaarstelling van deze middelen volkomen gerechtvaardigd is, omdat de mensen die het hardst door deze natuurramp zijn getroffen hiermee worden geholpen en de wijziging derhalve in overeenstemming met de EU-begroting is.

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Fernandes (PPE), schriftelijk.(PT) Op 24 september 2010 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds overeenkomstig punt 26 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 gepresenteerd. Dit was het eerste voorstel voor het beschikbaar stellen van middelen uit het Solidariteitsfonds in het begrotingsjaar 2010. Het Interinstitutioneel Akkoord staat gebruik van het Solidariteitsfonds tot een maximum van 1 miljard euro toe. Het is belangrijk om op te merken dat het doel van het fonds niet is om particuliere verliezen te compenseren, maar om de infrastructuur te repareren, en het fonds is een herfinancieringsinstrument.

 
  
MPphoto
 
 

  João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk.(PT) We hebben ingestemd met de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds aan Ierland na de overstromingen die dat land in november hebben getroffen. We willen echter opnieuw de traagheid waarmee middelen uit dit fonds beschikbaar worden gesteld bekritiseren. Er gaan vele, lange maanden voorbij voordat een lidstaat de hulp daadwerkelijk ontvangt: in dit geval meer dan een jaar. Dit fonds, en dat geldt mogelijk ook voor andere fondsen, moet sneller geld beschikbaar stellen om een doelmatige en snelle respons op noodsituaties te kunnen geven. Het vermogen om de gevolgen van rampen te bestrijden moet een cohesieaspect krijgen, zodat de ongelijkheid tussen de verschillende regio’s en lidstaten van de EU wordt verkleind. En opnieuw benadrukken we dat het ook belangrijk is om de preventie van rampen te versterken, en wel door de aanbevelingen die het Parlement onlangs heeft gedaan in de praktijk te brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Giovanni La Via (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik heb vóór de goedkeuring van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2010 gestemd, omdat we alleen op die manier 13 022 500 euro uit het Solidariteitsfonds kunnen toewijzen aan Ierland, dat in november 2009 na zware regenval getroffen werd door grote overstromingen.

Mijns inziens is het Solidariteitsfonds een waardevol instrument waarmee de EU haar solidariteit kan tonen met de bevolking van regio’s die door natuurrampen zijn getroffen. Door financiële steun te verlenen draagt de EU ertoe bij dat de mensen zo snel mogelijk weer een normaal leven kunnen opbouwen. Het totale jaarlijkse budget van het Solidariteitsfonds bedraagt 1 miljard euro. In 2010 is nog geen enkel bedrag uitgetrokken voor eerdere steunaanvragen, zodat er nog 1 miljard euro beschikbaar is.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb voor het voorstel gestemd 13 022 500 euro van het ESF over te maken naar een begrotingsartikel voor steun aan Ierland, na de ernstige overstromingen daar in november 2009.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk.(PT) Dit ontwerp van gewijzigde begroting snijdt hout, gezien het doel van de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds. De overstromingen in Ierland in november 2009 hebben ernstige schade veroorzaakt, met name aan de landbouwsector, huizen en bedrijven, het wegennet en andere infrastructuur. Ik wil echter wijzen op de traagheid waarmee dit type steun beschikbaar komt. Het proces moet minder bureaucratisch en sneller worden gemaakt om tijdig op toekomstige rampen te kunnen reageren.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Mirsky (S&D), schriftelijk. (LV) Ik heb vóór gestemd, aangezien ik van mening ben dat elk EU-land het idee moet hebben dat het deel uitmaakt van een verenigde Europese Unie. Niettemin zou het wenselijk zijn als de rapporteur de volgende keer niet alleen de aangeeft welke middelen zijn toegewezen, maar precies uitlegt aan welke specifieke werken of maatregelen dit enorme bedrag (EUR 13 022 500) wordt besteed. Anders is misbruik van middelen, en andere misdrijven, onvermijdelijk. Het bedrag moet worden uitgesplitst en verantwoord.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie mag jaarlijks 1 miljard euro uitgeven. Dit kalenderjaar zijn er bij dit fonds nog geen steunaanvragen binnengekomen. Het fonds is niet opgericht om particuliere schade te vergoeden, maar om infrastructuren te herstellen. De richtsnoeren voor het gebruik van het fonds zijn exact vastgelegd. Ierland heeft nu om hulp gevraagd voor het opruimen van de schade door de overstromingen. Ik stem voor het verslag, omdat er dit jaar nog geen steun is verleend, het geld heel zinvol gebruikt gaat worden en Ierland aan alle criteria voldoet.

 
  
MPphoto
 
 

  Alfredo Pallone (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik heb vóór dit verslag gestemd. Zoals ik gisteren al zei toen wij vóór het verslag van de heer Böge stemden, vind ik dat de Europese Unie zich solidair moet tonen met regio’s die getroffen zijn door natuurrampen, en dat zij deze moet ondersteunen. Solidariteit behoort tot de grondbeginselen en kernwaarden van de Europese Unie en is een van de kernwaarden achter de oprichting van de Unie. Door die waarden kon de Unie opbloeien en zich in de loop der tijd uitbreiden. Daarom is deze toewijzing niet alleen gerechtvaardigd en goed onderbouwd, maar ook min of meer onze plicht. Verder hoop ik dat een dergelijke vorm van steun ook zal worden verleend aan de Italiaanse regio’s die onlangs zijn getroffen door zware overstromingen die de plaatselijke economieën in de problemen hebben gebracht.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE), schriftelijk.(PT) Aangezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2010 voor het begrotingsjaar 2010 voorziet in de beschikbaarstelling van 13 022 500 euro aan vastleggings- en betalingskredieten uit het Solidariteitsfonds na de overstromingen die verwoestingen hebben aangericht in Ierland, en in een overeenkomstige verlaging van de betalingskredieten met 13 022 500 euro in begrotingslijn 04 02 01 – Afronding van het Europees Sociaal Fonds (ESF) – Doelstelling 1 (2000-2006), heb ik voor instemming met het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2010 gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Aldo Patriciello (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik dank de heer Surján voor zijn uitstekende werk. Ik heb vóór gestemd en ben het eens met de goedkeuring van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2010, waarin steunbedragen worden toegewezen aan het artikel ‘Solidariteitsfonds van de Europese Unie – lidstaten’ en waarin sprake is van de herverdeling van 13 022 500 euro aan betalingskredieten van beleidsgebied 4 (Werkgelegenheid en Sociale Zaken).

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE), schriftelijk.(PT) Ik verwelkom dit ontwerp van gewijzigde begroting, dat voorziet in de beschikbaarstelling van 13 022 500 euro aan vastleggings- en betalingskredieten uit het Solidariteitsfonds om Ierland te helpen na de overstromingen van november 2009, die aanzienlijke schade hebben veroorzaakt aan de landbouw, bedrijven en de infrastructuur, met name aan het wegennet en waterleidingen, evenals aan woonwijken, voor een bedrag van in totaal meer dan 520 miljoen euro.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Volgens artikel 37, lid 1, van het Financieel Reglement mag de Commissie ontwerpen van gewijzigde begroting indienen in geval van ‘onvermijdbare, uitzonderlijke of onvoorziene omstandigheden’. Wat betreft de verschillende punten van ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2010: het verslag dat we hebben goedgekeurd verwijst naar de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Solidariteitsfonds. Op 24 september 2010 heeft de Europese Commissie een besluit van het Europees Parlement en de Raad voorgesteld betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds,

overeenkomstig punt 26 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006. De voorwaarden om voor een uitkering uit het Fonds in aanmerking te komen worden zowel daarin als in Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad tot oprichting van het solidariteitsfonds uiteengezet. Het is belangrijk eraan te herinneren dat de doelstelling van het Fonds niet is vergoeding van privéschade, maar herstel van de infrastructuur, en dat het een herfinancieringsinstrument is.

 
  
  

- Aanbeveling-Watson (A7-0300/2010)

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk.(LT) De Europese Commissie is besprekingen gestart over een herziening van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), teneinde de toekomstige betrekkingen van de EU en haar zuider- en oosterburen vorm te geven. Het Oostelijk partnerschap dat de EU nastreeft dient gericht te zijn op de bevordering van gemeenschappelijke Europese waarden, met de nadruk op goed functionerende democratische instellingen en respect voor mensenrechten en vrijheden. Ik heb voor dit verslag gestemd, omdat het de algemene beginselen bevat voor deelname van de Republiek Moldavië aan communautaire programma’s en agentschappen. Ik ben van mening dat de sluiting van het protocol zou kunnen zorgen voor een geleidelijke intrede ofwel versterkte deelname van Moldavië aan bepaalde communautaire programma’s en daarmee een kans zou bieden voor sterkere banden op het vlak van cultuur, onderwijs, milieu, techniek en wetenschap, evenals voor het versterken van de politieke betrekkingen. Het is van groot belang dat Moldavië de tenuitvoerlegging van het ENB-actieplan voortzet en hervormingen doorvoert, teneinde de doelstellingen van politieke stabiliteit en democratische ontwikkeling te verwezenlijken.

 
  
MPphoto
 
 

  Elena Băsescu (PPE), schriftelijk. – (RO) Ik heb voor de aanbeveling van de heer Watson gestemd, omdat het sluiten van een protocol de Republiek Moldavië nieuwe kansen biedt om betrokken te raken bij communautaire programma’s waarin zij geïnteresseerd is. De geleidelijke openstelling van EU-programma’s en agentschappen voor de landen die tot het Europees Nabuurschapsbeleid behoren, zal deze landen stimuleren in hun inspanningen om hervormingen en modernisering door te voeren. Dit zal de samenwerking met de EU op belangrijke gebieden als douane, vervoer en de concurrentiekracht bevorderen. Ik meen dat de betrokkenheid van de Republiek Moldavië bij de desbetreffende initiatieven een verband zal helpen leggen tussen haar binnenlands en Europees beleid. Tegelijkertijd zal dit het onderhandelingsproces inzake de ondertekening van de nieuwe associatieovereenkomst een stimulans geven. Er is reeds bevredigende vooruitgang in deze richting geboekt. Ik juich ook de intentie van de Raad toe om de macrofinanciële steun aan de Republiek Moldavië te blijven voortzetten en om deskundigenadvies te geven aan de regering in Chişinău.

Zoals in het door de Europese Commissie samengestelde voortgangsverslag ook is belicht, heeft de Republiek Moldavië zich aanzienlijke inspanningen getroost om de structurele hervormingen overeenkomstig de aanbevelingen van de EU op een efficiënte manier door te voeren. Verder heeft het Europees integratieplatform van de huidige regering bijgedragen aan een ongekende dynamische ontwikkeling in de betrekkingen met de EU. Daarom is het vergroten van de betrokkenheid van de Republiek Moldavië bij communautaire programma’s en agentschappen een natuurlijke stap in het proces van het zich voegen naar de Europese normen.

 
  
MPphoto
 
 

  Corina Creţu (S&D), schriftelijk. – (RO) Ik heb voor de sluiting van het protocol gestemd, zodat de Republiek Moldavië sterker betrokken kan raken bij bepaalde communautaire programma’s, hetgeen de kans biedt om samenwerking te bevorderen op het gebied van cultuur, onderwijs, de media, wetenschap en technologie, en ook om de politieke betrekkingen via het Oostelijk Partnerschap te consolideren en de onderhandelingen over de nieuwe associatieovereenkomst te versnellen. Politieke stabiliteit en democratische ontwikkeling zijn van essentieel belang voor de alomvattende tenuitvoerlegging van het protocol en om het sluiten van alle noodzakelijke memoranda van overeenstemming te vergemakkelijken. De huidige constitutionele impasse in de Republiek Moldavië is daarom een punt van zorg waar snel en efficiënt iets aan gedaan moet worden. Het is van cruciaal belang dat de Republiek Moldavië doorgaat met de tenuitvoerlegging van het ENB-actieplan en de hervormingen die zij in het document “Rethink Moldova” heeft uiteengezet. Het houden van verkiezingen, zoals bepaald in de grondwet, is van essentieel belang voor de toekomstige stabiliteit en voorspoed van de Republiek Moldavië en voor de ontwikkeling van haar betrekkingen met de EU.

 
  
MPphoto
 
 

  Vasilica Viorica Dăncilă (S&D), schriftelijk. – (RO) De aspiraties van de Republiek Moldavië om de weg naar Europa te volgen als onderdeel van de Unie en haar voorbereidingen hiertoe zijn mogelijk gemaakt door de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en de Republiek Moldavië, die in het Europees Nabuurschapsbeleid is opgenomen. Ik juich de betrokkenheid van de Republiek Moldavië bij bepaalde communautaire programma’s toe, waardoor samenwerking op het gebied van cultuur, onderwijs, de media, wetenschap en technologie wordt bevorderd en de politieke betrekkingen via het Oostelijk Partnerschap worden geconsolideerd en de onderhandelingen over de nieuwe associatieovereenkomst worden versneld.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk.(PT) De lage opkomst bij het referendum dat onlangs is gehouden over de wijze waarop de president van de Republiek Moldavië moet worden gekozen en het feit dat het land wordt geleid door een interim-president vormen een illustratie van de problemen met het bestuur van het land en de desillusie onder het publiek. De kwestie-Transnistrië verslechtert verder en zet de Moldavische autoriteiten en bevolking onder druk. Het land heeft nog een lange weg te gaan op weg naar institutionele stabiliteit en volledige toepassing van de rechtsstaat en verdient daarom steun en aandacht van de Europese Unie. De deelname van Moldavië aan EU-programma’s is een belangrijke stap in die richting.

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Fernandes (PPE), schriftelijk.(PT) De partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Republiek Moldavië en de Europese Gemeenschappen werd op 28 november 1994 ondertekend, en sinds 2004 valt Moldavië onder het Europees nabuurschapsbeleid. Het onderwerp van de ontwerpaanbeveling is de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s. Op 18 juni 2007 heeft de Raad richtsnoeren vastgesteld voor de onderhandelingen van de Commissie met dertien naburige landen over kaderovereenkomsten inzake de algemene beginselen voor deelname aan communautaire programma’s. De onderhandelingen met de Republiek Moldavië zijn van start gegaan in maart 2008.

De Republiek Moldavië zal financieel bijdragen aan de specifieke programma’s waaraan het zal deelnemen. Deze financiële bijdrage varieert per programma en zal worden vastgelegd in een memorandum van overeenstemming. Dankzij de sluiting van het protocol kunnen bepaalde communautaire programma’s geleidelijk voor Moldavië worden opengesteld of kan het zijn deelname daaraan vergroten, wat een kans biedt om de banden op cultureel, technisch, wetenschappelijk, onderwijs- en milieugebied aan te halen, naast de intensivering van de politieke betrekkingen via het Oostelijk Partnerschap en de onderhandelingen over de nieuwe associatieovereenkomst. Politieke stabiliteit en democratische ontwikkeling zijn van essentieel belang zijn voor de volledige uitvoering van het protocol.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk.(PT) De partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen Moldavië en de EG werd op 28 november 1994 ondertekend, en sinds 2004 valt Moldavië onder het Europees nabuurschapsbeleid.

Op 18 juni 2007 heeft de Raad richtsnoeren vastgesteld voor de onderhandelingen van de Commissie met dertien naburige landen over kaderovereenkomsten inzake de algemene beginselen voor deelname aan communautaire programma’s. De onderhandelingen met de Republiek Moldavië zijn van start gegaan in maart 2008.

Het protocol omvat een kaderovereenkomst inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s en agentschappen. De Republiek Moldavië draagt financieel bij aan de specifieke programma’s waaraan ze deelneemt. Deze financiële bijdrage varieert per programma en zal worden vastgelegd in een memorandum van overeenstemming.

De eis die de EU stelt in de naam van “politieke stabiliteit en democratische ontwikkeling” roept echter vragen op. De EU probeert zich hiermee in interne aangelegenheden van een land te mengen, kiest openlijk de kant van krachten in Moldavië die de belangen van de economische groepen van de EU behartigen en valt de onafhankelijkheid en soevereiniteit van het land aan, evenals de wensen van de bevolking. Daarom zijn we het niet eens met de aangenomen resolutie.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Ik heb de aanbeveling van de heer Watson gesteund en juich de doorgaande samenwerking tussen de EU en Moldavië toe.

 
  
MPphoto
 
 

  Cătălin Sorin Ivan (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb de Europese doelstellingen van de Republiek Moldavië altijd gesteund en aangemoedigd. Ik geloof in een sterke samenwerking met een land dat onlangs getoond heeft dat het klaar is de Europese weg te volgen. Deelname aan bepaalde Gemeenschapsprogramma’s voor Moldavië zal dit buurland aanmoedigen zijn hervormingsplannen door te voeren, waardoor het de gelegenheid krijgt verdere culturele, onderwijskundige, milieukundige, technische en wetenschappelijke banden aan te gaan. Daarnaast bestaat de gelegenheid politieke betrekkingen te versterken door middel van het Oostelijk Partnerschap en de onderhandelingen over de nieuwe associatieovereenkomst. Ik sta achter de aanbeveling van Graham Watson, omdat daardoor de participatie van Moldavië in verscheidene Europese Gemeenschapsprogramma’s en -organen bevorderd wordt en zodoende de hervormings- en moderniseringspogingen van het buurland gesteund worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Jarosław Kalinowski (PPE), schriftelijk. – (PL) De Republiek Moldavië is een van de armste landen van Europa. Uit onderzoek blijkt dat het overgrote deel van de bevolking van dit land in bittere armoede leeft. Interne hervormingen die de economie zouden kunnen stimuleren worden meestal tegengehouden door conflicten met een politieke of nationalistische achtergrond. De Europese Unie moet dit land daarom helpen en ervoor zorgen dat de stabiliteit, veiligheid en welvaart in dit land toenemen.

Europees beleid kan het constitutionele probleem waar de Republiek Moldavië mee worstelt, helpen oplossen. Dit kan uitmonden in nog meer positieve veranderingen. De Republiek Moldavië heeft te kennen gegeven dat zij wenst deel te nemen aan het Europees nabuurschapsbeleid. Haar financiële bijdragen zijn hiervan het bewijs. De Europese Unie moet dergelijke landen met nog veel meer betrokkenheid steunen. Intensivering van de samenwerking met Moldavië is daarom zeker gerechtvaardigd.

 
  
MPphoto
 
 

  Alan Kelly (S&D), schriftelijk. − (EN) Door de sluiting van dit protocol is het mogelijk om bij bepaalde programma’s nauwer met Moldavië samen te werken. Het zal leiden tot een nauwere integratie tussen Moldavië en de EU. Gezien het grote aantal Moldaviërs dat in Ierland woont en werkt en een bijdrage aan de Ierse samenleving levert, is de toekomst van Europa bij deze stap gebaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Petru Constantin Luhan (PPE), schriftelijk. – (RO) De belangrijkste maatregel om hervormingen te bevorderen, te moderniseren en een overgang te vergemakkelijken in de landen die onmiddellijk aan de Europese Unie grenzen, waaronder de Republiek Moldavië, is om geleidelijk bepaalde communautaire programma’s, instellingen en agentschappen open te stellen voor deelname van partnerlanden van het Europees Nabuurschapsbeleid. Ik heb voor dit verslag gestemd omdat ik meen dat de Europese Unie de Republiek Moldavië moet steunen en haar toegang tot bepaalde communautaire programma’s gemakkelijker moet maken. Dit zal een goede samenwerking tussen de Unie en de Republiek Moldavië op verschillende gebieden als de economie, wetenschap, cultuur en het onderwijs bevorderen.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb gestemd voor dit verslag over het protocol bij de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Moldavië. Ik heb weliswaar ernstige bedenkingen bij de mensenrechtensituatie in Moldavië, maar ik put hoop uit recente opmerkingen van Amnesty International, vooral in verband met de ratificatie in oktober door Moldavië van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof. Dat is een heel positieve stap.

 
  
MPphoto
 
 

  Jiří Maštálka (GUE/NGL), schriftelijk. − (CS) Als delegatielid van de commissie voor parlementaire samenwerking tussen de EU en Moldavië ben ik ingenomen met elke stap die kan leiden tot consolidatie van de politieke situatie in de Moldavische Republiek en verbetering van de levensomstandigheden van de inwoners van het land. De aanbeveling waarover we vandaag stemmen en die, indien uitgevoerd, kan helpen een goed geïntegreerd Europees Nabuurschapsbeleid tot stand te brengen, is een soortgelijke stap. Ik ben het eens met de rapporteur als deze zegt dat de huidige crisis in de Moldavische Republiek een probleem is dat snel en bovenal met wettelijke middelen dient te worden aangepakt. Dat neemt niet weg dat de onduidelijke en misleidende uitdrukking “Europese oplossing” geschrapt dient te worden. Ik vermoed dat de rapporteur duidt op oplossingen overeenkomstig de akkoorden en de documenten van de Raad van Europa alsook de algemeen aanvaarde democratische principes. Maar hoe dan ook, we dienen met z’n allen elke vorm van buitenlandse inmenging in de interne aangelegenheden van de Moldavische Republiek met kracht af te wijzen. Doen we dat niet, dan leidt dat alleen maar tot escalatie van de spanningen in de Moldavische Republiek en in geen geval tot een positieve oplossing van de problemen waarvoor de EU als gevolg van haar ongelukkige aanpak in het verleden zelf gedeeltelijk verantwoordelijk is.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), schriftelijk. – (FR) De menselijke ontwikkelingsindex (Human Development Index – HDI) van Moldavië behoort tot de laagste in de regio. Het snel oprukkende liberaliseringsbeleid, dat ten goede komt aan de financiële elites van de Europese Unie, is daar grotendeels verantwoordelijk voor. De macht die de Europese Commissie en het IMF vanwege de toekomstige macrofinanciële bijstand over Moldavië krijgen, zal de situatie alleen maar verergeren.

Om er onder dergelijke omstandigheden mee in te stemmen dat de Moldavische regering haar bevolking verplicht om mee te betalen aan twijfelachtige Europese programma’s en agentschappen als het Kaderprogramma concurrentievermogen en innovatie of het SESAR-programma (Single European Sky ATM Research), en dat terwijl Moldavië niet eens lid is van de Europese Unie, is ronduit cynisch. Ik stem tegen dit verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk.(PT) Moldavië heeft de afgelopen jaren inspanningen verricht om zich de Europese waarden van vrijheid, democratie en goed bestuur eigen te maken. Deze inspanningen zijn consistent met de politieke wil die Moldavië heeft laten zien om de route naar mogelijke uitbreiding te volgen.

De recente verkiezingen zijn niet op de best mogelijke manier verlopen, en het feit dat het land momenteel een interim-president heeft is niet het beste teken dat de consolidatie van de democratie volledig op koers ligt. Daar komt de kwestie-Transnistrië nog bij, die voor enige vorm van instabiliteit kan zorgen. De EU moet er alles aan blijven doen om de hervormingen die in Moldavië moeten worden doorgevoerd in het goede spoor te houden, en dat is op weg naar dit partnerschaps- en samenwerkingsprotocol.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Michel (ALDE), schriftelijk. – (FR) Een grotere deelname van Moldavië aan communautaire programma’s biedt een kans om de banden op cultureel, technisch, wetenschappelijk, onderwijs- en milieugebied sterker aan te halen, naast de intensivering van de politieke betrekkingen via het Oostelijk Partnerschap en de onderhandelingen over de nieuwe associatieovereenkomst. Politieke stabiliteit en een democratische ontwikkeling in Moldavië zijn evenwel van essentieel belang voor de uitvoering van het protocol. Het mislukken van het grondwettelijk referendum op 5 september 2010 valt te betreuren. Het is van groot belang dat Moldavië doorgaat met de uitvoering van het ENB-actieplan (Europees Nabuurschapsbeleid) en de hervormingen die vermeld staan in het document “Rethink Moldova”. Het houden van parlementsverkiezingen op 28 november is essentieel voor de toekomstige stabiliteit en voorspoed van Moldavië en de ontwikkeling van de betrekkingen met de Europese Unie. Deze verkiezingen moeten ervoor zorgen dat het land vooruitgang boekt in deze richting en moeten volledig in overeenstemming zijn met de internationale normen voor het houden van vrije en eerlijke verkiezingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Mirsky (S&D), schriftelijk. (LV) Helaas bevindt Moldavië zich op dit moment in een zeer instabiel gebied waar allerlei economische en politieke veranderingen plaatsvinden. Het protocol bij de partnerschapsovereeenkomst tussen de Europese Unie en Moldavië over de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s biedt de burgers van Moldavië hoop op positieve veranderingen. De sluiting van het protocol bevordert de versterking van samenwerking op cultureel, onderwijs- en andere gebieden. Ik heb vóór gestemd, omdat ik hoop dat het partnerschap Moldavië zal helpen bij toetreding tot de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Rareş-Lucian Niculescu (PPE), schriftelijk. – (RO) Ik heb net als de meerderheid van het Parlement voor de aanbeveling gestemd, die ik toejuich, omdat zij een sterke aanwijzing geeft van de steun voor en aanmoediging van de pro-Europese stroming in de Republiek Moldavië. Deze staat aan de grens van de Europese Unie zal niet uit de huidige impasse kunnen komen zonder dergelijke boodschappen, die de burgers van Moldavië ervan overtuigen dat Europa de juiste keuze is. Het had ook geen geschikter moment kunnen zijn dan nu, net een paar dagen voordat de vervroegde parlementsverkiezingen in dit land plaatsvinden.

 
  
MPphoto
 
 

  Justas Vincas Paleckis (S&D), schriftelijk. (LT) Ik steun het protocol, omdat het de algemene beginselen bevat voor deelname van de Republiek Moldavië aan communautaire programma’s en agentschappen. Het biedt Moldavië nieuwe mogelijkheden voor de bevordering van sterkere banden met de EU-lidstaten op het gebied van cultuur, onderwijs, milieu, techniek en wetenschap. Ik ben ervan overtuigd dat de politieke betrekkingen tussen de EU en Moldavië door middel van het Oostelijke partnerschap en het overleg over het nieuwe associatieverdrag zullen worden versterkt. Politieke stabiliteit en democratische ontwikkeling in Moldavië zijn essentieel om ten volle aan communautaire programma te kunnen deelnemen. Het is dan ook van groot belang dat de langdurige periode van onrust en instabiliteit na de parlementaire verkiezingen tot een einde komt.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE), schriftelijk.(PT) Sinds 1994, toen de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen Moldavië en de Europese Gemeenschappen werd gesloten, bestaat er een preferentieel kanaal voor de betrekkingen met Moldavië. In 2004 is Moldavië opgenomen in het Europees nabuurschapsbeleid. Institutionele samenwerking tussen de EU en haar buurlanden kan wel of niet leiden tot een procedure voor de toetreding van een land tot de EU. Ongeacht de uitkomst stoelt de EU, als supranationale entiteit, op een verzameling waarden die zijn gebaseerd op vrede, vrijheid en democratie, waarden die fundamenteel voor het welvaren van het Europese continent worden geacht.

Het is van essentieel belang dat de samenwerking met buurlanden gepaard gaat met speciale aandacht van de Unie voor de stabiliteit in deze landen, zonder zich in binnenlandse aangelegenheden te mengen, door instituties te ondersteunen op weg naar de toepassing van de rechtsstaat en volledige eerbiediging van de mensenrechten. De ratificatie door Moldavië van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof, in oktober van dit jaar, is een zeer positieve stap in deze richting.

In deze context heb ik voor deze wetgevingsresolutie betreffende de sluiting van een protocol bij de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Moldavië en een kaderovereenkomst tussen de EU en de Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van Moldavië aan EU-programma’s gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Aldo Patriciello (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik dank de heer Watson voor zijn uitstekende werk. Ik heb vóór gestemd, omdat ook ik vind dat Moldavië moet doorgaan met de uitvoering van het ENB-actieplan en de hervormingen die vermeld staan in het document “Rethink Moldova”.

Het houden van verkiezingen, zoals bepaald in de grondwet, is essentieel voor de toekomstige stabiliteit en voorspoed van Moldavië en de ontwikkeling van de betrekkingen met de EU. Alle partijen moeten zich aaneensluiten om een oplossing te vinden en zich een voorbeeld nemen aan het vertrouwen dat het Moldavische volk heeft in een Europese oplossing. De EU en de Raad van Europa hebben op aanzienlijke schaal geholpen en moeten dat blijven doen om de impasse zo spoedig mogelijk te doorbreken.

 
  
MPphoto
 
 

  Mario Pirillo (S&D), schriftelijk. − (IT) De aanneming van het protocol over de algemene beginselen voor de deelname van Moldavië aan EU-programma’s is van fundamenteel belang op de weg naar een meer gestructureerde vorm van samenwerking, die uiteindelijk redelijkerwijs zou moeten uitmonden in een associatieovereenkomst.

De huidige grondwettelijke impasse in Moldavië zou de algemene uitvoering van het protocol en de bijborende memoranda van overeenstemming kunnen belemmeren. Na het mislukken van het referendum, afgelopen september, is het van groot belang dat alle politieke krachten hun verantwoordelijkheid nemen met het oog op de verkiezingen van 28 november 2010. Politieke stabiliteit is een conditio sine qua non voor een grotere deelname aan de EU-programma’s. Een overtuigende keuze voor Europa kan evenzeer een stimulans zijn voor de economische en democratische ontwikkeling van Moldavië.

Daarom, mijnheer de Voorzitter, heb ik vandaag vóór deze resolutie van het Europees Parlement gestemd in de hoop dat de in gang gezette processen in Moldavië kunnen rekenen op de technische en wetenschappelijke steun van Europa.

 
  
MPphoto
 
 

  Rovana Plumb (S&D), schriftelijk. – (RO) Als onderdeel van het Europees Nabuurschapsbeleid is de geleidelijke openstelling van bepaalde communautaire programma’s en agentschappen voor deelname van de ENB-partnerlanden een van de talrijke maatregelen die bedoeld is om hervormingen, modernisering en een overgang te bevorderen in de landen die aan de Europese Unie grenzen. In maart 2008 is het besluit genomen om onderhandelingen met de Republiek Moldavië in gang te zetten, die nu zijn afgerond. Dit ontwerpprotocol bevat een kaderovereenkomst over de algemene beginselen met betrekking tot de deelname van de Republiek Moldavië aan een aantal communautaire programma’s en agentschappen op gebieden als vervoer, voedselveiligheid, douane, veiligheid van de luchtvaart en andere gebieden. Ik heb voor dit verslag gestemd omdat dit initiatief de inspanningen steunt die momenteel door de Republiek Moldavië, een staat die aan de EU grenst, worden gepleegd om hervormingen en modernisering door te voeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE), schriftelijk.(PT) Ik heb voor de sluiting van een protocol bij de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Moldavië gestemd omdat ik begrijp dat de bijstand die de EU aan Moldavië verstrekt van essentieel belang is voor dat land om de noodzakelijke hervormingen door te voeren en de gewenste politieke stabiliteit te verwezenlijken, met volledige eerbiediging van de beginselen van de democratische rechtsstaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. – (EN) Dit verslag gaat over het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting van een protocol bij de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt ingesteld tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s. Door dit verslag aan te nemen, geeft het EP zijn toestemming voor de sluiting van het protocol.

 
  
MPphoto
 
 

  Traian Ungureanu (PPE), schriftelijk. − (EN) In mijn hoedanigheid van PPE-schaduwrapporteur inzake de overeenkomsten tussen de EU en de Republiek Moldavië ben ik erg blij met de overweldigende meerderheid van stemmen vóór sluiting van het protocol bij de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Moldavië inzake de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s. Zelfs voordat er een associatieovereenkomst met de Republiek Moldavië gesloten wordt, wordt het land al de wettelijke mogelijkheid geboden deel te nemen aan interne EU-programma’s en -organen. Daardoor kan het zijn aanpassing aan EU-normen, vooral op het gebied van vervoer, voedselveiligheid, douanezaken en luchtvaartveiligheid, voortzetten. Aan de vooravond van de parlementsverkiezingen in de Republiek Moldavië zendt het Europees Parlement een krachtig signaal uit dat het de pro-Europese hervormingen in dit buurland steunt en dat het nodig is die hervormingen met kracht voort te zetten. Ik ben blij met de conclusie dat het Europees Parlement in elke fase van het onderzoek blijk heeft gegeven van partijoverschrijdende unanimiteit en dat men zo tot een gezamenlijk standpunt heeft kunnen komen over de noodzaak van een zo spoedig mogelijke sluiting van dit protocol. Daardoor heeft men de Republiek Moldavië alle mogelijkheden gegeven te profiteren van haar betrekkingen met de EU.

 
  
MPphoto
 
 

  Viktor Uspaskich (ALDE), schriftelijk. (LT) De Europese Unie, met inbegrip van nieuwe lidstaten als Litouwen, is verantwoordelijk voor het behartigen van de belangen van onze oosterburen. Het versterken van de samenwerking tussen de EU en Moldavië en de deelname van Moldavië aan communautaire programma’s zal dit land dichter bij de normen van de EU brengen. De samenwerkingsovereenkomst zou de mogelijkheid bieden om nieuwe, nauwe banden te bevorderen tussen de EU en Moldavië op het gebied van cultuur, onderwijs en technologie. Het is bijzonder belangrijk voor de EU om de jongeren van Moldavië te laten zien wat de voordelen zijn van een toekomstig lidmaatschap van de EU. Vorig jaar waren emigranten uit Moldavië die (soms illegaal) in andere Europese landen werken verantwoordelijk voor 19% van het BBP van Moldavië. Armoede, corruptie en mensenhandel zijn problemen die we gezamenlijk moeten oplossen. Ter voorbereiding op toetreding tot de EU staat Moldavië voor aanzienlijke structurele hervormingen.

De EU moet de inspanningen van Moldavië blijven steunen. Het is met name van belang de democratie en de rechtsstaat te versterken. Het conflict over Transnistrië is een probleem voor Europa, maar tevens een kans voor de EU om nauwer samen te werken met Moldavië, Rusland en Oekraïne. Die kans mogen we niet laten lopen. Ik hoop dat de parlementaire verkiezingen op 28 november Moldavië de kans bieden vooruitgang te boeken.

 
  
  

- Verslag-Fjellner (A7-0290/2010)

 
  
MPphoto
 
 

  Damien Abad (PPE), schriftelijk. – (FR) Het Parlement heeft vandaag twee wetgevingsverslagen in eerste lezing aangenomen: een verordening over aspecten die kenmerkend zijn voor de Europese Unie, en een richtlijn over de regels die door de lidstaten op nationaal niveau moeten worden toegepast. De lidstaten zullen verantwoordelijk zijn voor de nationale regelgeving, om ervoor te zorgen dat objectieve en onpartijdige informatie toegankelijk is voor het grote publiek. Hieronder vallen informatie op de verpakking, een beoordelingsrapport van het product en informatie over de manier waarop ziekten kunnen worden voorkomen. Patiënten moeten beter toegang krijgen tot informatie van goede kwaliteit over receptplichtige geneesmiddelen. Dit betekent informatie over de kenmerken van het geneesmiddel en over de ziekten die ermee worden behandeld. Het is onze plicht om de consumenten te beschermen en hen op een transparante manier te informeren. Een Europa dat beschermt en informeert: ook dat is ons werk als leden van het Europees Parlement, en dat is de reden waarom ik vóór deze twee teksten heb gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) Richtlijn 2001/83/EG dient tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik. De richtlijn bevat gedetailleerde regels ten aanzien van de informatie die bij de geneesmiddelen moet worden gevoegd betreffende de kenmerken en het gebruik ervan. Zij biedt echter geen geharmoniseerd kader voor de inhoud en de kwaliteit van niet-publiciteitsgerichte voorlichting aan patiënten. Uit ervaring is bovendien gebleken dat de teksten niet overal op dezelfde wijze worden geïnterpreteerd, hetgeen mogelijkerwijs tot situaties heeft geleid waarbij het publiek in aanraking is gekomen met verborgen reclame, met name via internet. De Commissie heeft een richtlijn voorgesteld tot wijziging van de bestaande regelgeving, teneinde de publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen te verbeteren. Met deze richtlijn wordt beoogd een wettelijk kader te scheppen voor het beschikbaar stellen van specifieke informatie over geneesmiddelen aan het publiek in het algemeen door houders van een vergunning voor het in de handel brengen. Het Europees Parlement heeft een wetgevingsresolutie opgesteld die ambitieuzer is dan het voorstel van de Commissie. Ik heb vóór deze tekst gestemd, omdat hij de voorlichting aan patiënten nog iets meer verbetert en veiliger maakt.

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. (LT) Ik heb vóór deze belangrijke ontwerpresolutie gestemd, omdat patiënten zich hiermee beter kunnen informeren over de medicijnen die zij voorgeschreven krijgen. Er zijn aanzienlijke problemen met het huidige rechtskader en de situatie in Europa met betrekking tot de toegang van patiënten tot informatie over receptplichtige geneesmiddelen. Door de verschillende manieren waarop de lidstaten de richtlijn interpreteren hebben patiënten niet overal in Europa gelijke toegang tot hoogwaardige en begrijpelijke informatie over geneesmiddelen. In sommige lidstaten hebben patiënten zelfs niet eens toegang tot de meest basale informatie over de medicijnen die aan hen zijn voorgeschreven. Gezien het feit dat de lidstaten de richtlijn op verschillende manieren interpreteren, ben ik van mening dat de bepalingen duidelijker moeten worden, zodat alle EU-burgers de benodigde informatie kunnen krijgen over geneesmiddelen. De door het Europees Parlement goedgekeurde amendementen zorgen er ook voor dat het publiek informatie over receptplichtige medicijnen alleen krijgt via specifieke communicatiekanalen, met inbegrip van gespecialiseerde en gecertificeerde websites die de belangen van patiënten behartigen en ernaar streven advertentiemogelijkheden voor farmaceutische bedrijven te beperken.

 
  
MPphoto
 
 

  Sebastian Valentin Bodu (PPE), schriftelijk. – (RO) Patiënten een betere toegang verschaffen tot kwalitatief hoogwaardige informatie over de behandeling die ze krijgen, vergroot de kans dat zij de beslissingen begrijpen die hun direct aangaan. De bedoeling die hierachter zit is dus zeer goed, maar het moet onderdeel zijn van een meer omvattende strategie op het gebied van de gezondheidsvoorlichting die de patiënt centraal stelt en niet het farmaceutisch bedrijf. Er zijn vele problemen met het huidige juridisch kader en de situatie in Europa als het gaat om de toegang tot informatie van patiënten over receptplichtige geneesmiddelen. Door de uiteenlopende interpretaties van de richtlijn door de lidstaten krijgen patiënten in de diverse delen van Europa niet dezelfde toegang tot kwalitatief hoogwaardige informatie over de desbetreffende geneesmiddelen. In sommige lidstaten is het moeilijk om zelfs maar de meest elementaire informatie over de voorgeschreven geneesmiddelen te verkrijgen. Dit leidt tot ongelijkheid op gezondheidsgebied. Patiënten hebben via het internet in enkele seconden onbeperkte toegang tot ongecontroleerde en vaak onjuiste informatie over receptplichtige geneesmiddelen. Zij hebben echter toegang nodig tot gecontroleerde, veilige informatie opdat de zaken niet nog ingewikkelder worden. Daarom moeten de bepalingen met betrekking tot de informatie over receptplichtige geneesmiddelen bijgewerkt worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Vito Bonsignore (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik feliciteer de rapporteur, de heer Fjellner, met zijn werk aan dit verslag. Ik heb vóór gestemd omdat ik vind dat de toegang tot informatie over receptplichtige geneesmiddelen voor patiënten gegarandeerd moet worden.

Het Europees Parlement en de gezondheidsorganisaties pleiten al tijden voor een herziening van de huidige richtlijn, waarin de vereiste informatievoorziening niet wordt gewaarborgd. Door de technologische ontwikkeling is het zeer gemakkelijk om op het internet informatie in te winnen over het geneesmiddelengebruik, die maar al te vaak onjuist blijkt te zijn.

Ik ben het eens met de achterliggende gedachte van dit verslag, dat als doel heeft het recht van de patiënt op informatie centraal te stellen in de wetgeving, en waarin daarom ook wordt aanbevolen dat farmaceutische bedrijven essentiële informatie verschaffen aan patiënten.

Daarom hoop ik op meer rechtszekerheid, waar nu vaak geen sprake van is, onder meer vanwege de uiteenlopende wijze waarop de vorige richtlijn in de lidstaten ten uitvoer wordt gelegd. Daarom is het nodig om de bepalingen inzake voorlichting over receptplichtige geneesmiddelen bij te werken en nieuwe regels vast te stellen, zodat bevorderd wordt dat de mensen meer te weten komen over gezondheid, waarbij de farmaceutische industrie zal worden aangespoord om een grotere rol te vervullen bij de verbetering van de volksgezondheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Alain Cadec (PPE), schriftelijk. – (FR) Als het om gezondheidszorg gaat, is toegang tot volledige en kwalitatief goede informatie een garantie voor betere resultaten, aangezien patiënten eerder geneigd zullen zijn een behandeling te ondergaan die zij kunnen begrijpen. Ik wil net als de rapporteur onderstrepen dat het in sommige Europese landen moeilijk is om toegang tot dergelijke informatie te krijgen, vanwege het feit dat de richtlijn betreffende publieksvoorlichting over geneesmiddelen door de lidstaten op verschillende wijze wordt geïnterpreteerd, evenals door een gebrek aan betrouwbaarheid en duidelijkheid van deze gegevens. Wij moeten ervoor zorgen dat deze gegevens beter toegankelijk zijn, krachtens het recht van patiënten op informatie. Om te voorkomen dat er een onbalans tussen de lidstaten ontstaat, is het evenwel van essentieel belang om vast te stellen met welke middelen deze informatie zal worden verspreid, zonder het ene middel boven het andere te stellen. Tot slot is het van essentieel belang om duidelijk onderscheid te maken tussen informatie en reclame, en om te voorkomen dat farmaceutische bedrijven deze voorlichtingscampagnes aangrijpen om hun producten te promoten.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), schriftelijk.(PT) De amendementen die het Europees Parlement heeft ingediend op een voorstel van de Commissie met betrekking tot voorlichting over geneesmiddelen hebben mijn stem gekregen, omdat ik het van essentieel belang vind dat het algemene publiek gemakkelijke toegang heeft tot kennis van geneesmiddelen, met name door de beschikbaarstelling van informatie op internet in alle Europese talen.

 
  
MPphoto
 
 

  Françoise Castex (S&D), schriftelijk. – (FR) Ik heb tegen deze tekst gestemd, omdat wij niet kunnen toestaan dat de farmaceutische bedrijven en de Commissie onze gezondheid als een willekeurig goed bestempelen. Eens te meer staat de link tussen de farmaceutische industrie in Europa en de geneesmiddelenbewaking centraal in het debat. Wij kunnen niet toestaan dat farmaceutische bedrijven de burgers naar eigen goeddunken informeren en dat zij rechtstreeks bij het grote publiek reclame maken voor receptplichtige geneesmiddelen. Hun commerciële belangen zijn namelijk niet verenigbaar met de doelstellingen voor het algemeen belang die worden nagestreefd door ons gezondheidsbeleid, en het zou gevaarlijk zijn deze bedrijven hun gang te laten gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Nikolaos Chountis GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) De oorspronkelijke ontwerprichtlijn van de Commissie betreffende informatie aan het publiek over receptplichtige geneesmiddelen zette de deur wagenwijd open voor geneesmiddelenreclame door farmaceutische ondernemingen. De plenaire vergadering heeft vandaag het oorspronkelijk voorstel van de Commissie gewijzigd. Dit voorstel was namelijk op maat gesneden van de farmaceutische industrie. Ik heb vóór alle amendementen gestemd die belangrijke verbeteringen aanbrengen in de oorspronkelijke tekst. Daardoor is het zwaartepunt van de wetgeving verplaatst van het recht van farmaceutische industrie om productreclame te maken naar het recht van patiënten op geloofwaardige, objectieve en onafhankelijke informatie. Ik heb eveneens vóór alle amendementen gestemd waarmee wordt voorzien in een verbod op geneesmiddeleninformatie via niet alleen televisie of radio maar ook de geschreven pers. Ondanks de verbeteringen die wij hebben aangebracht, blijft de scheidslijn tussen informatie en reclame vaag en zijn er in de tekst zwakke punten en “achterdeurtjes” blijven staan. Ik heb mij tijdens de eindstemming van stemming onthouden omdat mijns inziens de beste oplossing zou zijn de ontwerprichtlijn opnieuw in behandeling te nemen uitgaande van de vandaag door ons vastgestelde oriëntaties. Het is ook helemaal geen toeval dat de lidstaten in de Raad bijna unaniem een negatief standpunt hebben ingenomen ten aanzien van dit dossier.

 
  
MPphoto
 
 

  Vasilica Viorica Dăncilă (S&D), schriftelijk. – (RO) Ik vind dat patiënten toegang moeten hebben tot betere informatie over receptplichtige geneesmiddelen. Dit betekent ook dat er objectieve informatie moet worden verstrekt over de kenmerken van de geneesmiddelen en de ziekten waarvoor ze worden aanbevolen en ook dat voorkomen moet worden dat er ongevraagde informatie of verkapte reclame wordt aangeboden.

 
  
MPphoto
 
 

  Christine De Veyrac (PPE), schriftelijk. – (FR) Dat er onderscheid wordt aangebracht tussen voorlichting en reclame met betrekking tot geneesmiddelen, is van essentieel belang om de burgers te beschermen. Daarom heb ik vóór het verslag van de heer Fjellner gestemd, waarin wordt geëist dat de verpakking van geneesmiddelen een objectieve omschrijving ten behoeve van de patiënt bevat. Bovendien zal de toegang tot duidelijke en betrouwbare informatie worden verbeterd, door deze via erkende websites en in officiële brochures beschikbaar te stellen in alle talen van de Europese Unie. Ik ben blij met de aanneming van dit voorstel, dat echt een stap voorwaarts betekent op weg naar meer transparantie in de gezondheidszorg.

 
  
MPphoto
 
 

  Anne Delvaux (PPE), schriftelijk. – (FR) Ik heb tegen dit verslag gestemd, waar ik altijd fel verzet tegen heb aangetekend. Hoewel ik het idee om patiënten beter te informeren goedkeur, keur ik de middelen die worden gebruikt om dit te bereiken, af. Het doel van de farmaceutische industrie zal nooit filantropisch zijn. Bovendien is de grens tussen informatie en reclame heel dun. Het is waar dat de tekst die vrijwel unaniem is goedgekeurd, sterk afwijkt van het oorspronkelijke idee van de Commissie, dat onder de noemer “informatie” de deur wagenwijd had opengezet voor verborgen reclame. Dat voorstel beantwoordde bovendien aan de duidelijke verwachting van de farmaceutische sector om zich niet aan het wettelijk verbod op reclame voor geneesmiddelen te hoeven houden. In de vorm waarin het vandaag is aangenomen, bevat het verslag veel meer garanties: dat de informatie die door de farmaceutische bedrijven wordt verschaft en die bestemd is voor verspreiding, met name vooraf zal worden gecontroleerd, en dat deze informatie niet via de media zal worden verspreid. Dat er toestemming wordt verleend om samenvattingen van bijsluiters openbaar te maken, betekent echter dat bepaalde aspecten op de voorgrond zullen worden geplaatst, terwijl andere, zoals bijwerkingen, weleens regelmatig buiten de samenvattingen zouden kunnen worden gehouden, omdat ze niet goed ‘verkopen’. Is hier al niet sprake van een reclamezet? Was dit nu echt het streefdoel? Was dit nu echt alle moeite waard?

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk.(PT) Ik heb mijn stem gegeven aan het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG wat publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen betreft. Deze verordening stelt een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik vast en helpt het recht van patiënten op betrouwbare, toegankelijke en onafhankelijke, door de bevoegde autoriteiten gevalideerde informatie over beschikbare geneesmiddelen te garanderen.

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Fernandes (PPE), schriftelijk.(PT) Richtlijn 2001/83/EG, waarin een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik wordt vastgesteld, biedt een geharmoniseerd kader voor het maken van reclame voor geneesmiddelen op communautair niveau, waarvan de toepassing de verantwoordelijkheid van de lidstaten blijft. Deze wetgeving verbiedt het maken van op het algemene publiek gerichte reclame over receptplichtige geneesmiddelen.

De voorlichting over geneesmiddelen wordt echter niet gereguleerd, omdat alleen wordt bepaald dat voorlichting over bepaalde aanbodactiviteiten is uitgezonderd van de reclamebepalingen. De communautaire wetgeving verhindert lidstaten derhalve niet om hun eigen aanpak van de voorlichting over geneesmiddelen te kiezen, mits aan deze reclameregels wordt voldaan. Ik ben het eens met het voorstel van de rapporteur om voorlichting aan het publiek door farmaceutische ondernemingen via de televisie, de radio, kranten, tijdschriften en soortgelijke publicaties niet toe te staan.

 
  
MPphoto
 
 

  João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk.(PT) Dit voorstel voor een verordening wijzigt de bestaande richtlijn wat betreft publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen. In algemene termen concentreert het voorstel zich op de verantwoordelijkheid van de farmaceutische bedrijven om het publiek voorlichting te geven en ervoor te zorgen dat deze voorlichting geen reclame is. In de tweede plaats krijgt de Commissie de verantwoordelijkheid voor de monitoring en de besluitvorming door middel van gedelegeerde handelingen met betrekking tot de omschrijving van wat voorlichting is en wat reclame. Wij denken dat deze aanpak ertoe leidt dat te veel rollen met betrekking tot publieksvoorlichting in de handen van de farmaceutische bedrijven en de Commissie zijn geconcentreerd. Wij vinden dat deze rollen moeten worden vervuld op basis van soevereiniteit, waarbij specifieke nationale autoriteiten verantwoordelijk zijn voor de coördinatie en goedkeuring, teneinde de voorlichting aan patiënten en het publiek te verbeteren en hun rechten te garanderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Elisabetta Gardini (PPE), schriftelijk. − (IT) Door nieuwe wetgeving aan te nemen op het gebied van voorlichting over geneesmiddelen hebben wij een verdere stap gezet in de richting van duidelijkere en effectievere voorlichting voor patiënten over de geneesmiddelen die zij gebruiken en die hun voorgeschreven zijn.

We hebben een op Europees niveau geharmoniseerd regelgevingskader nodig waarin niet alleen het verbod op reclame voor receptplichtige geneesmiddelen gehandhaafd blijft, maar waarin ook rekening wordt gehouden met het recht van patiënten op informatie. Dat is geen kleinigheid, omdat de soms vage grens tussen ‘reclame voor een product’ en ‘voorlichting over een product’ patiënten kan misleiden.

We mogen niet vergeten dat patiënten in de gehele Europese Unie een steeds actievere rol spelen in de gezondheidszorg. Daarom kan betere niet-publiciteitsgerichte voorlichting ervoor zorgen dat de burgers meer afweten van de aan hun voorgeschreven geneesmiddelen, zodat hun genezing wordt bespoedigd, wat natuurlijk in het belang is van hun gezondheid.

Tot slot wil ik het belang onderstrepen van heldere definities van de soorten geneesmiddelenvoorlichting en van de aangewezen kanalen langs welke de voorlichting ter beschikking wordt gesteld. We moeten het gevaar van sluikreclame en, waar nodig, het gevaar van een overmaat aan ongecontroleerde, misleidende informatie beperken.

 
  
MPphoto
 
 

  Giovanni La Via (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik heb gestemd vóór het voorstel voor een richtlijn betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik, wat publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen betreft, omdat ik geloof dat de harmonisatie van de wetgeving op dit gebied van fundamenteel belang is om te kunnen waarborgen dat Europese patiënten op de hoogte zijn. Dit is een zeer gevoelig onderwerp, omdat het verband houdt met het recht op een goede gezondheid, een fundamenteel mensenrecht. Ik sta volledig achter de oproep van dit Parlement om tot een strikt onderscheid te komen tussen geneeskundige informatie en reclame. Farmaceutische bedrijven mogen het recht van de patiënt op informatie niet gebruiken om sluikreclame te maken, maar moeten dat recht daarentegen gebruiken om ervoor te zorgen dat de Europese consumenten goed op de hoogte zijn van geneesmiddelen, door wetenschappelijke informatie te verschaffen over de kenmerken van geneesmiddelen en door middel van etikettering en evaluatierapporten. Daarnaast moet worden opgemerkt dat een betere toegang tot informatie, zowel in elektronische vorm via het internet als in gedrukte vorm, ook kan bijdragen aan betere gezondheidsresultaten, omdat een patiënt die goed wordt voorgelicht over receptplichtige geneesmiddelen een actieve, bewustere rol kan spelen in het genezingsproces.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd. Het maakt deel uit van een pakket ter wijziging van de huidige richtlijn uit 2001 betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Het verslag richt zich vooral op informatievoorziening aan het publiek over medicijnen die alleen op recept verkrijgbaar zijn. Als doelen van de richtlijn worden genoemd een betere toegang tot informatie voor patiënten en verduidelijking van de regels. De regels worden op het moment in verschillende EU-landen verschillend uitgelegd, wat leidt tot ongelijkheid op het gebied van de gezondheidszorg. In de richtlijn wordt ook ingegaan op informatie op internet, wat niet het geval is in de huidige richtlijn. Het is een moeilijk onderwerp, omdat informatie via internet zo moeilijk te reguleren is.

 
  
MPphoto
 
 

  Marisa Matias (GUE/NGL), schriftelijk.(PT) Dit voorstel, dat vandaag met een grote meerderheid van de stemmen door dit Parlement is aangenomen, is een grote verbetering ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie, aangezien het recht van patiënten op voorlichting beter wordt beschermd. Ondanks de duidelijke verbeteringen in het verslag van het Parlement heb ik mij echter van stemming onthouden, omdat enkele van de garanties die nodig zijn om de toegang van mensen tot duidelijke en onafhankelijke informatie over geneesmiddelen te waarborgen nog steeds zwak zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), schriftelijk. – (FR) De amendementen die het Parlement op het voorstel van de Commissie en de Raad heeft ingediend, gaan niet allemaal in de goede richting. In de amendementen wordt strikt vastgehouden aan het principe van een eenheidsmarkt voor geneesmiddelen en worden geneesmiddelen die niet receptplichtig zijn, nog steeds beschouwd als willekeurige goederen; en in plaats van over patiënten spreken de opstellers uiteindelijk zelfs over ‘consumenten’. De amendementen bevatten geen voorstel om te voorkomen dat farmaceutische bedrijven informatie over hun geneesmiddelen voor het grote publiek produceren.

Zij hebben evenwel de verdienste dat ernaar wordt gestreefd de lidstaten in staat te stellen de verspreiding van de informatie die door deze bedrijven wordt gepubliceerd, zoveel mogelijk te reguleren. De lidstaten krijgen met name het recht om bedrijven die informatie publiceren die niet in overeenstemming is met de officiële gegevens van de lidstaat of die deze op een misleidende manier verspreiden, publiekelijk te veroordelen. Dat is beter dan niets. Ik kan echter niet vóór een tekst stemmen die zo zwak is. Daarom onthoud ik mij van stemming.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk.(PT) Toegang tot objectieve informatie over receptplichtige geneesmiddelen zal bijdragen aan betere resultaten op het gebied van patiëntgezondheid, want hoe beter patiënten geïnformeerd zijn, hoe groter de kans dat ze beslissingen over hun behandeling beter begrijpen. Het voorstel moet zich daarom niet beperken tot harmonisatie van de Europese wetgeving, maar moet ook de gezondheid bevorderen door het vergroten van de kennis op het gebied van gezondheid.

De farmaceutische industrie heeft een belangrijke rol te spelen bij het bevorderen van de geletterdheid op het gebied van gezondheid, maar deze rol moet duidelijk worden omschreven en de deelname door de sector moet strikt worden gereguleerd om te voorkomen dat commerciële overwegingen zullen leiden tot een overmatig gebruik van geneesmiddelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) Met name ouderen en chronisch zieken krijgen tal van receptplichtige geneesmiddelen die een nadelige invloed op elkaar kunnen hebben – omdat de ene arts natuurlijk niet weet wat zijn collega heeft voorgeschreven. En inmiddels worden ook steeds meer producten, van aspirine tot verkoudheids- en slaapmiddelen, zonder recept verkocht. Wie denkt eraan dat ook bij natuurlijke, plantaardige producten wisselwerkingen kunnen optreden met andere geneesmiddelen? En de patiënten dragen aan de algehele verwarring bij: ze vertellen niets over voorgeschreven geneesmiddelen, ze nemen ze op het verkeerde tijdstip in, ze maken de kuur niet af of veranderen de kuur... De economische schade door onvoldoende therapietrouw loopt in de miljarden. De rapporteur heeft daarom terecht gevraagd om een duidelijk onderscheid tussen reclame en informatie. Dit zal hopelijk leiden tot betere voorlichting over het feit dat ook geneesmiddelen waarvoor geen recept nodig is, wisselwerkingen kunnen hebben met receptplichtige geneesmiddelen. De arts die de geneesmiddelen voorschrijft, moet toegang blijven houden tot alle informatie omdat alleen hij het geneesmiddel kiest op basis van leeftijd, geslacht, gewicht, bekende onverdraagzaamheden, enzovoort. Op grond van deze overwegingen heb ik me van stemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Alfredo Pallone (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik heb vóór het verslag van de heer Fjellner gestemd, omdat ik de boodschap en de verstrekte richtsnoeren zeer belangrijk vind. De Europese consumenten snappen vaak weinig van bijsluiters, die zij ingewikkeld vinden en die vaak verwarrende informatie bevatten.

Het voorstel voor een richtlijn betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik, wat publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen betreft, heeft juist als doel om simpele, eenvoudig te begrijpen en te raadplegen voorlichting te geven die niet-publiciteitsgericht is. Daarnaast is het belangrijk dat de informatie niet alleen via bijsluiters ter beschikking wordt gesteld, maar ook langs andere kanalen, en daarom steun ik de publicatie van informatie op het internet.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE) , schriftelijk.(PT) Ik ben van mening dat het onderscheid tussen voorlichting en reclame met betrekking tot geneesmiddelen van fundamenteel belang is voor de bescherming van burgers. Mijn stem voor het verslag-Fjellner is het resultaat van de duidelijke verbeteringen die aan Richtlijn 2001/83/EG worden aangebracht. De grote meerderheid die dit document heeft goedgekeurd, heeft dit gedaan in de overtuiging dat het recht van patiënten op voorlichting daarmee wordt verdedigd. Het werk dat de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid heeft verricht om het oorspronkelijke voorstel van de Commissie te verbeteren verdient het om te worden benadrukt.

 
  
MPphoto
 
 

  Aldo Patriciello (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik dank de heer Fjellner voor zijn uitstekende werk. Ik heb vóór gestemd, waarmee ik onderstreep dat niet-publiciteitsgerichte voorlichting over geneesmiddelen aan patiënten en het publiek door houders van een vergunning voor het in de handel brengen moet worden aangeboden overeenkomstig het “pull-beginsel”, waarbij de patiënten en het publiek toegang hebben tot informatie wanneer ze die nodig hebben (dit in tegenstelling tot het “push-beginsel”, waarbij houders van een vergunning voor het in de handel brengen actief informatie verspreiden onder de patiënten en het publiek).

 
  
MPphoto
 
 

  Rovana Plumb (S&D), schriftelijk. – (RO) De informatie die aan de patiënt wordt verstrekt zou aan de volgende hoofdkenmerken moeten voldoen:

- betrouwbaarheid: de informatie aan de patiënt moet gebaseerd zijn op de laatste stand van de wetenschappelijke kennis met duidelijke verwijzingen naar de bron ervan;

- onafhankelijkheid: het moet duidelijk zijn wie de informatie aanbiedt en financiert, opdat de patiënt mogelijke belangenconflicten kan vaststellen;

- de informatie moet gemakkelijk toegankelijk zijn voor de consument en op de patiënt gericht zijn: zij moet begrijpelijk en gemakkelijk beschikbaar zijn waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van de consument, zoals leeftijd, culturele verschillen en beschikbaarheid in alle Europese talen. De informatie die aan de patiënt wordt verstrekt over receptplichtige geneesmiddelen moet onderdeel zijn van een bredere strategie inzake “informatie aan de patiënt” en een bredere strategie inzake gezondheidsvoorlichting.

De patiënt en alle geïnteresseerden moet juiste, objectieve informatie kunnen vinden over een gezonde levensstijl, de preventie van ziekten en specifieke aandoeningen en de verschillende behandelmogelijkheden. Daarom vind ik dat dit voorstel aangevuld moet worden met een gedragscode over de informatie die aan de patiënt wordt verstrekt, die in samenwerking met patiëntenorganisaties opgesteld moet worden. Hierdoor zal de “stem van de patiënt” gehoord kunnen worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE), schriftelijk.(PT) Ik heb voor dit verslag gestemd omdat ik verwelkom dat de compromiswijzigingen die in het oorspronkelijke voorstel van de Commissie zijn aangebracht op doorslaggevende wijze zullen bijdragen aan het garanderen van de toegang van patiënten tot betrouwbare en onafhankelijke informatie over receptplichtige geneesmiddelen die verkrijgbaar zijn in de markt.

 
  
MPphoto
 
 

  Frédérique Ries (ALDE), schriftelijk. – (FR) Reclame voor receptplichtige geneesmiddelen is verboden binnen de Europese Unie, en dat blijft zo. Farmaceutische bedrijven moeten duidelijke regels inzake de objectiviteit in acht nemen bij de niet-publiciteitsgerichte voorlichting die zij verspreiden. Dit zijn de twee belangrijke boodschappen die hier rond het middaguur zijn afgegeven met de aanneming van het wetgevingspakket inzake de voorlichting aan patiënten. Een consensuele stemming van het Parlement (met 558 stemmen voor en 48 tegen) die de vrijwel unanieme stemming, met één stem tegen, van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid alleen maar bevestigt. Er zijn tal van beveiligingen ingebouwd. De Europese Commissie stelde een verbod voor op voorlichting over receptplichtige geneesmiddelen via radio of televisie, en het Europees Parlement heeft besloten dit uit te breiden tot de geschreven pers. Fabrikanten worden onderworpen aan tal van verplichtingen: omschrijving van de productkenmerken, verbeterde etikettering, en voorafgaande vergunning van de gezondheidsautoriteiten. Ik begrijp niet dat er, vooral in Franstalig België, zo veel ophef over dit dossier is gemaakt door consumentenorganisaties en ziekenfondsen, gesteund door sommige EP-leden, die deze twee wetgevingsvoorstellen al veroordeeld hadden nog voordat de discussie op gang was gekomen. Dit is een gemakkelijke politieke stellingname die ik betreur, gezien het feit dat de verwachtingen van patiënten die met ziekte te maken hebben hooggespannen zijn, en dat de burgers zonder deze wetgeving overgeleverd zouden zijn aan de cowboys op het internet.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Ons besluit was om voor te stemmen óf ons van stemming te onthouden, afhankelijk van de uitkomst van het derde deel van amendement 31. Daarin wordt namelijk gegarandeerd dat farmaceutische bedrijven alleen informatiemateriaal mogen verstrekken aan beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg voor eigen gebruik en niet om door te geven aan patiënten. Dat was voor De Groenen/Vrije Europese Alliantie essentieel. Omdat het amendement uiteindelijk aangenomen werd, hebben we bij de eindstemming besloten het verslag te steunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Sergio Paolo Francesco Silvestris (PPE), schriftelijk. − (IT) Onze stem vóór deze maatregel houdt verband met het formele onderscheid dat wordt gemaakt tussen geneesmiddelenvoorlichting en reclame.

Wij staan achter een betere verspreiding van informatie over geneesmiddelen als dat het bewustzijn van patiënten vergroot. Wij zullen ons nooit scharen achter maatregelen waarmee openlijk of heimelijk wordt geprobeerd reclameboodschappen te introduceren, waardoor ethische geneesmiddelen verworden tot commerciële producten. Daarom stellen wij op prijs dat voorlichting over geneesmiddelen niet mag worden gepubliceerd in kranten en tijdschriften en ook niet mag worden uitgezonden op radio en televisie.

Daarnaast is het een goede zaak dat dit voorstel voor een richtlijn duidelijk maakt welke en hoeveel informatie kan en moet worden verspreid, bijvoorbeeld met betrekking tot wetenschappelijke informatie, terwijl reclame-uitingen duidelijk worden uitgesloten.

Het amendement waarmee een certificerings- en controlesysteem voor websites met informatie over geneesmiddelen wordt ingesteld, verzekert ons dat de informatie geen reclameboodschappen zal bevatten. Apotheken zijn een basisvoorziening van de gezondheidszorg en moeten dat blijven, en moeten zodoende een beschermde omgeving zijn met betrekking tot de handelsvoorschriften en de mededingingsregels. Wij zijn van mening dat deze regelgeving de apotheken helpt bij het vervullen van hun moeilijke taken op het gebied van geneesmiddelenbewaking en voorlichting over correct geneesmiddelengebruik.

 
  
MPphoto
 
 

  Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. − In tijden waar mensen zelf op zoek gaan naar informatie, moeten patiënten op een duidelijke, objectieve, betrouwbare en goede manier geïnformeerd worden over de werking van medicijnen. Hoewel reclame voor medicijnen in de Unie verboden is, creëerde de Commissie wel een opening. In haar voorstel - dat ik niet goedkeurde - ontbrak een degelijke strategie en het onderscheid met reclame was te vaag. De Commissie gaf bovendien teveel rechten en verantwoordelijkheid aan de farmaceutische industrie. Nu het Parlement belangrijke wijzigingen heeft doorgevoerd, kan ik het voorstel wel steunen. Bedrijven zijn beperkt in het gebruik van officiële documenten (beknopte productinformatie, evaluatierapporten) en in de kanalen waarlangs de info wordt verstrekt: gezondheidsbladen, internetsites of brieven aan patiënten zijn niet langer toegelaten. Alle duiding over de medicijnen moet vooraf door de bevoegde overheden worden gescreend en goedgekeurd. Daarmee wordt zelfregulering uitgesloten, wat in het aanvankelijke voorstel nog terug te vinden was. Ik stel me nog vragen bij de haalbaarheid van dit voorstel omdat een bindende informatiestrategie vanuit de overheid nog altijd sterker is dan dat de overheid het beleid van de bedrijven zou controleren. Toch stemde ik voor het wetsvoorstel omdat het uiteindelijk wel zorgt voor betere informatie voor de patiënten.

 
  
MPphoto
 
 

  Marc Tarabella (S&D), schriftelijk. – (FR) Het verslag-Fjellner over voorlichting over geneesmiddelen wekt terechte zorgen op over de mogelijkheden voor farmaceutische bedrijven om reclame te maken bij patiënten. Mijn collega’s in de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid hebben de tekst weliswaar verbeterd door niet in te stemmen met verschillende vormen van verborgen reclame en door voor te stellen dat de gezondheidsautoriteiten van de lidstaten de voor het grote publiek bestemde informatie van farmaceutische bedrijven over hun receptplichtige geneesmiddelen controleren, maar toch ben ik nog altijd erg behoedzaam als het gaat om de uiterst vage grens tussen informatie en reclame.

Ik ben bijvoorbeeld sterk gekant tegen het idee om toe te staan dat farmaceutische bedrijven via beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg reclame voor hun geneesmiddelen maken bij patiënten. Ik wil niet dat artsen onder druk komen te staan en de handelsvertegenwoordigers van de farmaceutische industrie worden. Daarom heb ik mij, ondanks het strikte kader dat door mijn collega’s is opgesteld, onthouden van stemming met betrekking tot een tekst die ik echt problematisch vond.

 
  
MPphoto
 
 

  Thomas Ulmer (PPE), schriftelijk. (DE) Ik heb voor het verslag gestemd omdat het een duidelijke en duurzame verbetering van de geneesmiddelenvoorlichting aan patiënten oplevert. Het blijft verboden om reclame te maken voor geneesmiddelen. De richtlijn heeft geen negatieve invloed op de relatie arts-patiënt, het blijft duidelijk wie bevoegd is om geneesmiddelen voor te schrijven. We hebben hier een geslaagd voorstel voor een richtlijn uit het farmapakket voor een tweede lezing.

 
  
MPphoto
 
 

  Angelika Werthmann (NI), schriftelijk. (DE) Met deze richtlijn worden voor de eerste keer uniforme voorschriften ingevoerd voor de beschikbaarstelling van informatie over receptplichtige geneesmiddelen voor het grote publiek. Met behulp van de nodige informatie moeten patiënten voorgelicht worden over de voordelen en risico’s van receptplichtige geneesmiddelen, zodat ze gefundeerd een besluit kunnen nemen. De Commissie zal kwaliteitscriteria voor informatie opstellen na overleg met onder andere patiëntenorganisaties en beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. Deze criteria garanderen de betrouwbaarheid van de – ook op websites en internetportals – beschikbaar gestelde gegevens en maken de farmaceutische industrie verantwoordelijk voor de door haar beschikbaar gestelde informatie.

In zijn amendementen raadt de heer Fjellner ook het organiseren van voorlichtingscampagnes aan met het doel om het grote publiek bewust te maken van de gevaren van vervalste geneesmiddelen die in lidstaten zoals het Verenigd Koninkrijk al dodelijke slachtoffers hebben gemaakt. De douane van de EU ziet al jarenlang een enorme toename van de import van vervalste geneesmiddelen zoals antibiotica, pijnstillers en zelfs geneesmiddelen tegen kanker. De richtlijn betreft uitsluitend receptplichtige geneesmiddelen, dit in tegenstelling tot berichtgeving in een aantal media. Niemand hoeft dus te vrezen voor zijn kruidenthee.

 
  
  

- Verslag-Fjellner (A7-0289/2010)

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) Verordening (EG) nr. 726/2004 dient tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik, en voor de oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau. Bij de wijziging van Richtlijn 2001/83/EG lag het accent op een betere voorlichting aan patiënten, met name wat het onderscheid tussen informatie en reclame betreft. Door deze richtlijnwijziging dient vervolgens de verordening te worden gewijzigd, teneinde ook bepaalde informatie over de producten die hieronder vallen, aan een toetsing vooraf door het Europees Geneesmiddelenbureau te onderwerpen. Met het oog hierop heeft de Europese Commissie een voorstel tot wijziging van de verordening opgesteld, voor wat betreft publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Het Europees Parlement, dat gevraagd is zich over het voorstel uit te spreken, heeft een aantal amendementen op de tekst van de Europese Commissie ingediend. Dit zijn de redenen die mij ertoe hebben gebracht om vóór het voorstel voor een verordening tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG te stemmen. De twee wetgevingsvoorstellen gaan hand in hand om de voorlichting aan patiënten over de geneesmiddelen die zij krijgen, te verbeteren.

 
  
MPphoto
 
 

  Charalampos Angourakis (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) De Communistische Partij van Griekenland heeft tegen de twee ontwerpverordeningen en de desbetreffende verslagen van het Europees Parlement gestemd. Daarmee wordt namelijk de verantwoordelijkheid voor verantwoorde, geloofwaardige en kwalitatieve informatie van patiënten weggenomen bij de bevoegde overheidsdiensten en overgeheveld naar de multinationale farmaceutische ondernemingen. De informatie van patiënten is geen individuele verantwoordelijkheid maar een verantwoordelijkheid van de staat. Het winstbejag van de monopolistische farmaceutische ondernemingen valt niet te rijmen met de bescherming van de volksgezondheid. De recente fraude met vaccins tegen de zogenaamde “nieuwe griep”-pandemie is een typisch voorbeeld van de manier waarop doelbewust verstrekte informatie wordt omgezet in miljardenwinsten voor de internationale geneesmiddelenindustrie. Wij zijn van mening dat de verantwoordelijkheid voor de informatie van burgers over geneesmiddelen in het algemeen en niet alleen over receptplichtige geneesmiddelen (zoals in de verordeningen staat) uitsluitend bij de staat ligt. Dit is niet meer dan een elementaire maatregel om patiënten en werknemers te beschermen. Zolang namelijk geneesmiddelen, onderzoek naar geneesmiddelen en de middelen voor kennis- en informatieverspreiding in handen zijn van multinationals, die maar een maatstaf hebben, namelijk winst, kunnen de werknemers en de zorgverstrekkers niet zeker zijn van de kwaliteit en effectiviteit van de geneesmiddelen en van de ontvangen kennis en inlichtingen. Men moet korte metten maken met dit beleid, omdat een einde moet worden gemaakt aan ondernemingsactiviteiten op het gebied van volksgezondheid en geneesmiddelen. Wij hebben behoefte aan nationale geneesmiddelenbureaus en uitsluitend openbare en gratis gezondheidsdiensten.

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. (LT) Ik heb vóór dit verslag gestemd, omdat hiermee wordt geprobeerd een belangrijke EU-doelstelling te verwezenlijken, namelijk het goed laten functioneren van de interne markt voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik en een betere bescherming van de gezondheid van EU-burgers. Met het vandaag goedgekeurde document scheppen we de voorwaarden voor een duidelijk kader voor informatie over receptplichtige geneesmiddelen aan consumenten, zodat consumenten beter overwogen keuzes kunnen maken. Bovendien zal dit document ervoor zorgen dat rechtstreekse consumentenreclame voor receptplichtige geneesmiddelen verboden blijft. Volgens het voorstel van het Europees Parlement moet in de EU een openbaar toegankelijke geneesmiddelendatabase worden opgezet, in alle officiële talen van de Unie, met de waarborg dat deze database onafhankelijk van de zakelijke belangen van geneesmiddelenbedrijven wordt geactualiseerd en beheerd. Door een database op te zetten zullen informatieaanvragen gemakkelijker worden en kunnen ook leken de informatie begrijpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Anne Delvaux (PPE), schriftelijk. – (FR) Ik heb tegen dit verslag gestemd, waar ik altijd fel verzet tegen heb aangetekend. Hoewel ik het idee om patiënten beter te informeren goedkeur, keur ik de middelen die worden gebruikt om dit te bereiken, af. Het doel van de farmaceutische industrie zal nooit filantropisch zijn. Bovendien is de grens tussen informatie en reclame heel dun. Het is waar dat de tekst die vrijwel unaniem is goedgekeurd, sterk afwijkt van het oorspronkelijke idee van de Commissie, dat onder de noemer “informatie” de deur wagenwijd had opengezet voor verborgen reclame. Dat voorstel beantwoordde bovendien aan de duidelijke verwachting van de farmaceutische sector om zich niet aan het wettelijk verbod op reclame voor geneesmiddelen te hoeven houden. In de vorm waarin het vandaag is aangenomen, bevat het verslag veel meer garanties: dat de informatie die door de farmaceutische bedrijven wordt verschaft en die bestemd is voor verspreiding, met name vooraf zal worden gecontroleerd, en dat deze informatie niet via de media zal worden verspreid. Dat er toestemming wordt verleend om samenvattingen van bijsluiters openbaar te maken, betekent echter dat bepaalde aspecten op de voorgrond zullen worden geplaatst, terwijl andere, zoals bijwerkingen, weleens regelmatig buiten de samenvattingen zouden kunnen worden gehouden, omdat ze niet goed ‘verkopen’. Is hier al niet sprake van een reclamezet? Was dit nu echt het streefdoel? Was dit nu echt alle moeite waard?

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk.(PT) Ik heb mijn stem gegeven aan het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004 wat publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft. Door middel van deze verordening worden communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik vastgesteld, wordt een Europees Geneesmiddelenbureau opgericht en wordt het recht van patiënten op betrouwbare, toegankelijke en onafhankelijke, door de bevoegde autoriteiten gevalideerde informatie over de beschikbare geneesmiddelen beter gewaarborgd.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk.(PT) Aangezien het voor een succesvolle behandeling van essentieel belang is dat patiënten zich aan een therapie houden en geneesmiddelen op de juiste manier gebruiken, is het van cruciaal belang dat het publiek, ofwel de patiënten, toegang heeft tot objectieve informatie die geen reclame is en die correct, actueel en niet misleidend is, in overeenstemming met de bijsluiter. De partij die zich in de beste positie bevindt om actuele en accurate informatie over elk geneesmiddel te verstrekken is de houder van de vergunning voor het in de handel brengen. Het Parlement heeft terecht besloten om zich te richten op de bescherming van de belangen van patiënten. Ik kan het alleen maar eens zijn met die aanpak, hoewel ik niet geloof dat er enige noodzaak bestaat om de mogelijkheden die het voorstel van de Commissie biedt voor het volgens het ‘push’-beginsel bekendmaken van informatie door de farmaceutische industrie te beperken. Dit is een evenwichtig voorstel, waarin rekening wordt gehouden met de belangen van alle partijen, waarin ook de beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg een rol hebben en waarin het publiek wordt beschermd tegen reclame voor receptplichtige geneesmiddelen, die terecht verboden blijft. Ik geloof niet dat de tekst die we hebben aangenomen veel zal veranderen aan de realiteit van de toegang van patiënten tot informatie, en dat is in mijn ogen een gemiste kans.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Het is belangrijk dat patiënten beter geïnformeerd worden over de medicijnen die ze gebruiken. Het is ook belangrijk dat alle informatie die ze krijgen, objectief is en dat de farmaceutische industrie de grens tussen informatie en reclame niet vertroebelt. De Commissie economische en monetaire zaken heeft goed werk verricht door dit voorstel te amenderen. Ik heb daarom voor het verslag kunnen stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Alan Kelly (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik ben geen voorstander van rechtstreekse consumentenreclame in verband met farmaceutische producten. Het is belangrijk dat er voor patiënten informatie beschikbaar is over de medicijnen die ze gebruiken, maar ik vind dat dit soort reclame de rol van de arts als poortwachter ondermijnt en schade kan toebrengen aan de verantwoordelijkheid die artsen voor hun patiënten hebben.

 
  
MPphoto
 
 

  Giovanni La Via (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik feliciteer de heer Fjellner met zijn belangrijke werk op het gebied van publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen voor menselijk gebruik, en meer in het bijzonder op het gebied van de communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen.

Het huidige communautaire wettelijk kader inzake de wetenschappelijke voorlichting voor de Europese consumenten vertoont een aantal tekortkomingen, vooral met betrekking tot de uiteenlopende interpretaties van het wettelijk kader door de verschillende lidstaten.

Het vandaag aangenomen verslag heeft als doel om de wetgeving op dit gebied verder te harmoniseren en de lacunes en verschillen op het gebied van de bescherming van het recht op gezondheid, weg te werken. Dit alles maakt deel uit van een bredere strategie inzake de kennis over gezondheid, om ervoor te zorgen dat de Europese burgers gemakkelijk toegang hebben tot informatie over receptplichtige geneesmiddelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Petru Constantin Luhan (PPE), schriftelijk. – (RO) Ik heb voor dit verslag gestemd omdat ik bijzonder geïnteresseerd ben in onderwerpen op het gebied van de gezondheid, vooral wat betreft de gelijke toegang van patiënten tot medische zorg en informatie. Op dit moment zijn er in Europa enorme verschillen wat betreft het niveau van informatie over de geneesmiddelen die in de handel verkrijgbaar zijn, wat volgens mij oneerlijk is voor de patiënt. De patiënt moet het recht hebben om volledige en juiste informatie over geneesmiddelen te verkrijgen. De voorstellen van mijn collega Christofer Fjellner gaan precies in die richting, waardoor er prioriteit wordt gegeven aan de patiënt. De amendementen die het Europees Parlement aan het wetgevingsvoorstel van de Europese Commissie heeft aangebracht vestigen er de aandacht op dat de fabrikanten van geneesmiddelen elementaire informatie moeten verstrekken, zoals over de productkenmerken, etikettering, de bijsluiter voor de patiënt en een openbaar toegankelijke versie van het beoordelingsrapport. Maar om te garanderen dat de informatie betrouwbaar is, moeten de nationale overheidsinstanties volgens mij de specialistische websites die dit soort nadere informatie verschaffen nauwlettend in de gaten houden.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), schriftelijk. – (FR) In dit verslag wordt er nog eens op gewezen wat het Europees Geneesmiddelenbureau zou moeten zijn. Wij kunnen niets tegen hebben op een ontwerptekst waarin vanzelfsprekendheden worden geformuleerd als de noodzaak om ‘de nadruk te leggen op de rechten en belangen van de patiënten’, de noodzaak om fabrikanten te verplichten de bijwerkingen van hun geneesmiddelen openlijk op een lijst te vermelden, of de noodzaak om de informatie in alle officiële talen van de Europese Unie te publiceren.

Wij kunnen echter wel stomverbaasd zijn over het feit dat dergelijke clichés vijftien jaar na de oprichting van dit agentschap in de herinnering moeten worden geroepen. Het Parlement zou het gebrek aan transparantie van dit agentschap aan de kaak moeten stellen en luid en duidelijk kenbaar moeten maken dat het in het belang van iedereen hervormd zou moeten worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk.(PT) Toegang tot objectieve informatie over receptplichtige geneesmiddelen zal bijdragen aan betere resultaten op het gebied van patiëntgezondheid, want hoe beter patiënten geïnformeerd zijn, hoe groter de kans dat ze beslissingen over hun behandeling beter begrijpen. Het voorstel moet zich daarom niet beperken tot harmonisatie van de Europese wetgeving, maar moet ook de gezondheid bevorderen door het vergroten van de kennis op het gebied van gezondheid.

De farmaceutische industrie heeft een belangrijke rol te spelen bij het bevorderen van de geletterdheid op het gebied van gezondheid, maar deze rol moet duidelijk worden omschreven en de deelname door de sector moet strikt worden gereguleerd om te voorkomen dat commerciële overwegingen zullen leiden tot een overmatig gebruik van geneesmiddelen. Ook moet misleidende reclame worden voorkomen en moet worden gestreefd naar betere voorlichting van de consument (patiënt), die nu via internet toegang heeft tot een variëteit aan ongecontroleerde informatie, wat niet het geval zal zijn met de betrouwbare informatie die door farmaceutische laboratoria zal worden verstrekt.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Michel (ALDE), schriftelijk. – (FR) Om ervoor te zorgen dat de rechten en belangen van de patiënten worden geëerbiedigd, moeten zij kunnen beschikken over objectieve, betrouwbare en niet-publiciteitsgerichte informatie van goede kwaliteit over geneesmiddelen. Als wij de gezondheid willen beschermen, dan moeten farmaceutische bijsluiters zo duidelijk en volledig mogelijk zijn en aan fundamentele kwaliteitscriteria voldoen. Vanuit ditzelfde oogpunt van bescherming van patiënten en voorlichting aan het grote publiek, moeten wij een zo eenvoudig mogelijke toegang tot informatie bevorderen, met name door de productkenmerken samen te vatten en door de bijsluiter zowel in elektronische als in gedrukte vorm ter beschikking van de patiënten te stellen. Daarom moeten wij ervoor zorgen dat er gecertificeerde en geregistreerde websites beschikbaar zijn voor een ruime verspreiding van onafhankelijke, objectieve en niet-publiciteitsgerichte voorlichting.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Mirsky (S&D), schriftelijk. (LV) Het verslag van de heer Fjellner komt op het juiste moment. Sluikreclame voor geneesmiddelen is onaanvaardbaar. Artsen moeten hun patiënten geneesmiddelen kunnen aanraden. Artsen moeten geneesmiddelen reguleren en aan patiënten voorschrijven teneinde speculatie en concurrentie tussen geneesmiddelenfabrikanten te voorkomen. Farmaceutische bedrijven zou moeten worden toegestaan slechts hulp in de vorm van informatie te bieden; ze mogen in geen geval proberen hun producten aan patiënten op te dringen. Artsen zijn verantwoordelijk voor de behandeling. Zij zijn ook degenen die moeten bepalen welke medicijnen de patiënt moet krijgen gedurende die behandeling.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) Wanneer alleen al in Duitsland jaarlijks circa 25 000 mensen overlijden aan de gevolgen van ongewenste wissel- en bijwerkingen en 3 procent van de ongevallen wordt veroorzaakt door receptplichtige geneesmiddelen, mag het duidelijk zijn dat wij moeten zorgen voor meer voorlichting aan patiënten. We zouden een voorbeeld kunnen nemen aan Frankrijk, waar op de verpakking duidelijk staat aangegeven of het geneesmiddel functionele beperkingen oplevert. We moeten de patiënten voorlichten, maar hen ook helpen in de jungle van geneesmiddelen, bijvoorbeeld door het afstemmen van innametijdstippen, verpakkingsconcepten of speciale markeringen. Op deze manier bespaart de staatskas miljarden en hebben patiënten niet te lijden onder bij- en wisselwerkingen. Dit voorstel bevat een paar uitgangspunten waarmee patiënten meer te weten kunnen komen over de geneesmiddelen die ze krijgen voorgeschreven en de manier waarop ze ermee om moeten gaan. Het is wel de vraag of patiënten ook echt gebruik zullen maken van betere toegang tot goede informatie, gezien het gedrag van velen van hen. Desondanks is het natuurlijk belangrijk dat de informatie in de hele EU beschikbaar wordt gesteld. Daarom heb ik voor het verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Alfredo Pallone (PPE), schriftelijk. − (IT) Doordat het recht van de patiënt op informatie centraal wordt gesteld, geef ik mijn volledige steun aan dit verslag, dat belangrijke vernieuwingen bevat.

De eerste vernieuwing betreft het internet: het Parlement wil de consumenten bewust maken van de risico’s van de aankoop van geneesmiddelen op het internet en wil tegelijkertijd dat er ad-hocwetgeving wordt voorgesteld voor deze verkoopmethode.

De tweede vernieuwing betreft het reclameverbod voor receptplichtige geneesmiddelen, omdat het belangrijk is onderscheid te maken tussen generieke en niet-generieke geneesmiddelen, niet enkel wanneer het gaat om patiëntvoorlichting, maar vooral ook waar het gaat om de naleving van de goede praktijken bij de productie van werkzame stoffen, met name buiten Europa.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE) , schriftelijk.(PT) Het verslag over de voorgestelde verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004 wat publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft, voert nieuwe regels in voor de transparantie en doelmatigheid van de voorlichting, waarbij de nadruk ligt op de belangen van patiënten, die beschermd worden, wat voor mij de reden is geweest om voor het verslag te stemmen. Belangrijke punten zijn de oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau en de duidelijke bijdragen aan het garanderen van het recht van patiënten op betrouwbare, toegankelijke en onafhankelijke, door de relevante autoriteiten gevalideerde informatie over de beschikbare geneesmiddelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Rovana Plumb (S&D), schriftelijk. – (RO) Er zijn in de Europese Unie vele bronnen beschikbaar van onafhankelijke en op bewijs gebaseerde informatie over behandelmogelijkheden. Deze bronnen houden rekening met het specifieke culturele karakter en de context van de bevolking, met inbegrip van gezondheidsdeterminanten. Een grotere toegang tot kwalitatief hoogwaardige informatie zal bijdragen aan een betere gezondheid van de patiënt, aangezien goed voorgelichte patiënten eerder geneigd zullen zijn de nodige behandelingen voort te zetten en de besluiten over hun behandeling waarschijnlijk beter zullen begrijpen. Het voorstel zal derhalve, indien goed geformuleerd en toegepast, meerwaarde opleveren.

De verordening waarover momenteel wordt gedebatteerd houdt geen rekening met technische ontwikkelingen, en ook niet met de kansen en uitdagingen die het internet biedt. Patiënten in Europa hebben via het internet reeds in enkele seconden onbeperkte toegang tot ongecontroleerde en vaak onjuiste informatie over receptplichtige geneesmiddelen. De toegang via het internet tot gecontroleerde en veilige informatie over geneesmiddelen is voor de meeste patiënten echter zeer beperkt. Dit is vooral een probleem voor degenen die informatie in hun eigen taal nodig hebben. Het voorstel kan daarom niet tot doel hebben om de Europese wetgeving te harmoniseren, maar ook om de gezondheid via verbeterde kennis over de gezondheid te verbeteren.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE) , schriftelijk.(PT) Ik heb mijn stem gegeven aan het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, wat publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft. In mijn ogen is het van essentieel belang om de toegang van patiënten tot betrouwbare en onafhankelijke informatie over in de handel verkrijgbare receptplichtige geneesmiddelen te garanderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Crescenzio Rivellini (PPE), schriftelijk. − (IT) Tijdens de plenaire vergadering van vandaag hebben we in eerste lezing gestemd over het voorstel voor een verordening van het Parlement en de Raad inzake informatie over receptplichtige geneesmiddelen (communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen). Het Parlement en de patiëntenorganisaties hebben reeds lang op een dergelijk voorstel aangedrongen, opdat patiënten in staat worden gesteld zich beter te informeren over de aan hen voorgeschreven en door hen ingenomen geneesmiddelen.

De huidige regelgeving is niet afgestemd op de technische ontwikkeling en de door het internet geboden mogelijkheden en uitdagingen. Patiënten in Europa hebben nu reeds in een paar seconden onbeperkte toegang tot ongecontroleerde en vaak onjuiste informatie over receptplichtige geneesmiddelen.

De rapporteur heeft voorgesteld om het accent van het voorstel te verleggen en de farmaceutische bedrijven te verplichten om de patiënten van bepaalde informatie te voorzien en aldus het recht van de patiënten op kennis tot middelpunt van de wetgeving te maken. Meer toegang tot goede voorlichting zal bijdragen tot een betere gezondheid van de patiënten, aangezien goed voorgelichte patiënten eerder geneigd zullen zijn de nodige behandelingen voort te zetten en de besluiten over hun behandeling waarschijnlijk beter zullen begrijpen. Het voorstel zal derhalve een meerwaarde opleveren.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) In dit verslag wordt het voorstel van de Commissie over informatie aan patiënten over receptplichtige medicijnen, toegejuicht (COM(2008)0662-0663). Het Parlement en patiëntenorganisaties hebben al lang om een dergelijk voorstel gevraagd, om patiënten beter te kunnen informeren over de medicijnen die ze voorgeschreven krijgen en gebruiken. Betere toegang tot informatie van goede kwaliteit zal bijdragen aan een betere gezondheid van patiënten, want beter geïnformeerde patiënten zetten noodzakelijke behandelingen waarschijnlijk voort en begrijpen beslissingen over hun behandeling beter. Het voorstel zal dus waarde toevoegen als het op de juiste wijze wordt geformuleerd en uitgevoerd. Daarom kan het doel van het voorstel niet alleen zijn dat de Europese regelgeving wordt geharmoniseerd, maar ook dat de gezondheid verbeterd wordt als gevolg van betere ‘gezondheidsvaardigheden’. De farmaceutische industrie moet een belangrijke rol spelen bij de bevordering van gezondheidsvaardigheden en gezondheid, maar haar rol dient duidelijk omschreven te worden en haar betrokkenheid streng gereguleerd, om overconsumptie van farmaceutica als gevolg van winstbejag te vermijden.

 
  
MPphoto
 
 

  Christel Schaldemose (S&D), schriftelijk. − (DA) Wij, de Deense sociaaldemocraten in het Europees Parlement (Dan Jørgensen, Christel Schaldemose, Britta Thomsen en Ole Christensen) hebben ons onthouden van stemming over het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, wat publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft. Hoewel het verslag een aantal goede voorstellen bevat, zijn wij van mening dat we niet voor een voorstel kunnen stemmen dat strijdig is met de Deense grondwet.

 
  
MPphoto
 
 

  Silvia-Adriana Ţicău (S&D), schriftelijk. – (RO) Ik heb voor het voorstel gestemd voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, wat publieksvoorlichting over receptplichtige geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft, waardoor in de toekomst een juridisch communautair kader wordt gegarandeerd waarmee Europese burgers gelijke toegang tot juiste en heldere informatie over geneesmiddelen hebben.

In het verslag dat op 20 december 2007 door de Commissie is gepresenteerd over “het gevoerde patiëntenvoorlichtingsbeleid voor geneesmiddelen” komt naar voren dat de lidstaten verschillende regels en praktijken hebben overgenomen met betrekking tot het verstrekken van informatie over geneesmiddelen, hetgeen tot een situatie heeft geleid waarin de patiënt en de mensen in het algemeen ongelijke toegang tot deze informatie hebben. De burgers van Europa hebben recht op toegang tot juiste en heldere informatie over geneesmiddelen. Ik vind het belangrijk dat de verordening de belangen van de patiënt waarborgt en garandeert dat de nieuwste communicatiemedia worden gebruikt om de mensen op transparante wijze te voorzien van informatie die juist, toegankelijk en gemakkelijk te begrijpen is, onafhankelijk van de commerciële belangen van de farmaceutische industrie.

 
  
  

- Verslag-Fjellner (A7-0290/2010), (A7-0289/2010)

 
  
MPphoto
 
 

  Göran Färm (S&D), schriftelijk. − (SV) Omdat ik in een eerder beroep als consultant heb gewerkt voor een van de belanghebbenden in deze kwestie, heb ik mij vandaag van stemming onthouden over deze verslagen, te weten A7-0289/2010 en A7-0290/2010

 
  
  

- Verslag-Evans (A7-0196/2010)

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) Ieder jaar produceert Europa naar schatting zo’n 9,3 miljoen ton afval van elektronische apparatuur. Het is een feit dat deze apparatuur vaak een grote hoeveelheid sterk vervuilende materialen bevat. Dit afval vormt een belangrijke ecologische uitdaging. Niet alleen de verwerking van deze gevaarlijke stoffen is van cruciaal belang, maar vooral de beperking van het gebruik van deze stoffen van meet af aan. Grote industriële groepen zijn al begonnen hun gebruik te beperken. Er zijn echter duidelijke regels nodig om een gemeenschappelijk kader te creëren voor deze inspanning, die van essentieel belang is. Ik heb derhalve gestemd voor de wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende de aanneming van een richtlijn om het gebruik van deze stoffen te beperken. Deze stemming was echter niet gemakkelijk. Het voorstel bevat immers een aantal afwijkingen, met name voor zonnepanelen. Omdat zonnepanelen een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen mogelijk maken, vonden wij het beter de materialen die ze bevatten toe te laten. Dat gaf echter aanleiding tot een debat, natuurlijk, over de prioriteiten van het milieubeleid van de Unie, dat helaas te kampen heeft met tegenstrijdige belangen.

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. (LT) Ik heb vóór dit verslag gestemd. Ieder jaar wordt alleen al in de EU een geschatte 9,3 miljoen ton aan elektrische en elektronische apparaten verkocht. Het grootste deel daarvan zijn grote huishoudelijke apparaten en IT- en telecomapparatuur. Nu de markt groeit en innovatiecycli steeds korter worden, worden apparaten ook steeds sneller vervangen, waardoor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) de snelst groeiende afvalstroom is. Men schat dat de totale afvalstroom van elektrische en elektronische apparatuur tot 12,3 miljoen ton zal toenemen in 2020. AEEA bevat verschillende gevaarlijke stoffen die kunnen vrijkomen in het milieu en schadelijk kunnen zijn voor zowel de volksgezondheid als het milieu, met name als ze niet goed worden verwerkt. Deze problemen zijn niet opgelost met de eerste BGS-richtlijn.

Ik steun de voorstellen in het verslag dat de Europese Commissie zich meer moet inspannen om het gebruik van schadelijke stoffen te voorkomen, regelmatig het verbod op andere gevaarlijke stoffen moet beoordelen en moet nagaan of ze kunnen worden vervangen door alternatieve stoffen of technologieën die milieuvriendelijker zijn en die een passende bescherming bieden van de volksgezondheid en het milieu.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Bennahmias (ALDE), schriftelijk. – (FR) Het Europees Parlement heeft het akkoord met de Europese Raad bekrachtigd in de medebeslissingsprocedure door in eerste lezing de herziening van de richtlijn tot beperking van het gebruik van sommige gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur aan te nemen. Dat is goed nieuws voor de Europese consumenten: de in de Europese Unie verkochte elektrische en elektronische apparatuur maakt een groot deel uit van de verkochte consumptiegoederen. Alleen al in de Europese Unie wordt ieder jaar naar schatting 9,3 miljoen ton elektrische en elektronische apparatuur verkocht. Doordat de verschillende soorten apparaten steeds frequenter worden vervangen, is het probleem aan de orde van het afval en de gevaarlijke stoffen die aanwezig zijn in dit afval. Om redenen van veiligheid en volksgezondheid is het nodig het gebruik van gevaarlijke stoffen te beperken. Het idee achter deze herziening van de huidige richtlijn, die dateert van 2003, is om nog verder te gaan in de beperking van dit gebruik. Bovendien wordt van de Commissie verwacht dat ze haar wetgeving over drie jaar herziet teneinde deze opnieuw aan te passen aan de toekomstige vernieuwingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Vito Bonsignore (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik feliciteer rapporteur Jill Evans met het geleverde werk en met het goede compromis dat zij met de fracties heeft kunnen bereiken.

De aangenomen tekst betreft een herziening van de huidige richtlijn en heeft als doel om strengere regels vast te stellen voor het gebruik van elektrische en elektronische apparatuur. Er zij op gewezen dat de Europese instellingen de laatste jaren, met veel moeite, veel vooruitgang hebben geboekt op het gebied van de verwijdering en de productie van elektronische apparatuur, waarbij nu meer rekening wordt gehouden met het milieu en de volksgezondheid.

Ik heb vóór deze maatregel gestemd, die in deze context past en die lasten en kansen met zich meebrengt voor ondernemingen, waaronder de middelgrote en de kleine. De mogelijkheid om de consumenten minder vervuilende producten aan te bieden, biedt bedrijven de kans om hun bedrijfsprocessen te verbeteren en hun mondiale concurrentiekracht te versterken. Tot slot zullen de nieuwe regels die in dit verslag zijn vastgesteld leiden tot een betere bescherming van de Europese consumenten en het milieu.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D) , schriftelijk.(PT) Ik heb voor het verslag over een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (herschikking) gestemd, omdat ik van mening ben dat de overeenstemming die is bereikt met de Raad tegemoetkomt aan de doelstelling om bij te dragen aan de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu, waarbij de bestaande wetgeving wordt vereenvoudigd en meer samenhang krijgt.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE) , schriftelijk.(PT) Volgens de Commissie wordt elk jaar alleen al in de EU 9,3 miljoen ton aan elektrische en elektronische apparatuur verkocht, waarvan het grootste deel bestaat uit grote huishoudelijke apparaten en IT- en telecommunicatieapparatuur. Zolang de markt blijft groeien en innovatiecycli korter worden, wordt afval van elektrische en elektronische apparatuur gezien als de snelst groeiende afvalstroom. Geschat wordt dat de hoeveelheid afval van elektrische en elektronische apparatuur in 2020 tot 12,3 ton zal zijn gestegen. De herschikking van de richtlijn betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen heeft als doel om het toepassingsgebied van de richtlijn te verruimen en het preventieve gedeelte te versterken, zodat de milieuschade met voorrang aan de bron kan worden bestreden, in overeenstemming met artikel 174, lid 2, van het Verdrag. Deze richtlijn concentreert zich echter op grote distributeurs, waarbij de financiële gevolgen voor kleine en middelgrote ondernemingen die elektrische en elektronische apparatuur produceren worden genegeerd en geen oplossingen worden geboden in het voetspoor van het voorstel van de Commissie COM(2008)0809 en het verslag van Bio Intelligence, waarin wordt verklaard dat kleine en middelgrote ondernemingen die apparatuur voor medisch toezicht en medische monitoring produceren met deze regeling waarschijnlijk in de problemen zullen komen.

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Fernandes (PPE) , schriftelijk.(PT) Deze herschikking met betrekking tot het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur is volgens de Commissie nodig vanwege de onzekerheid over het toepassingsgebied, gebrek aan duidelijkheid over de wettelijke bepalingen en ongelijkheden tussen lidstaten wat betreft de conformiteit van de producten in kwestie.

Voorafgaand aan de stemming ben ik diverse malen gevraagd om de opname van PVC in de lijst van stoffen in bijlage III van de richtlijn die met prioriteit moeten worden herzien af te wijzen. Ik wil verklaren dat ik het niet eens ben met deze opname, omdat de opname van een reeks verdachte producten, waaronder PVC, niet gebaseerd op enig criterium, geen zin heeft. Het a priori bestempelen van een product als in de toekomst in aanmerking komend voor een verbod, zonder enige wetenschappelijke basis, leidt tot een onaanvaardbare situatie dat er geen wettelijke definitie bestaat. In het geval van PVC is in een initiële beoordeling in het kader van de REACH-verordening geconcludeerd dat PVC niet erg gevaarlijk is en geen stof is die met voorrang in de lijst van bijlage II moet worden opgenomen. Ik heb voor dit verslag gestemd omdat de lijst tijdens de onderhandelingen voorafgaand aan de plenaire stemming is ingetrokken. De Commissie moet nu een herbeoordeling uitvoeren, drie jaar nadat de wetgeving van kracht is geworden.

 
  
MPphoto
 
 

  João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk.(PT) De almaar stijgende hoeveelheid verkochte elektrische en elektronische apparatuur in de EU en de daarmee onvermijdelijk gepaard gaande toename van de afvalstromen maken het noodzakelijk om bepaalde gevaarlijke stoffen die in elektrische en elektronische apparatuur worden gebruikt te vervangen om hun impact op het milieu te minimaliseren en consumenten en de volksgezondheid te beschermen. We beseffen dat dit nodig is en zien het zoeken naar mogelijke oplossingen als waardevol. Daarom hebben we voor dit verslag gestemd. In de loop van de discussies die de afgelopen maanden hebben plaatsgevonden heeft de Raad, na onderhandelingen over bepaalde meer controversiële en zorgwekkende punten, overeenstemming bereikt met het Parlement. Wij beschouwen het feit dat polyvinylchloride in de voorgestelde eindtekst is uitgesloten van het toepassingsgebied van de richtlijn, waardoor de productie van bepaalde industriële sectoren in stand kan worden gehouden, als een positieve factor, omdat deze sectoren mogelijk hard zouden zijn getroffen als polyvinylchloride in de lijst was opgenomen, zoals was voorgesteld.

 
  
MPphoto
 
 

  Robert Goebbels (S&D), schriftelijk. – (FR) Ik heb me onthouden in de stemming over het verslag-Evans inzake gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, omdat de benadering van het Parlement mij raar lijkt. Enerzijds is het verslag zonder wetenschappelijk bewijs hardnekkig gekant tegen nanodeeltjes die, omdat ze klein zijn, noodzakelijk gevaarlijk moeten zijn. Anderzijds wordt er in het richtlijnvoorstel een uitzondering gemaakt voor afval dat afkomstig is van zonnepanelen, zogezegd om de ontwikkeling van technologieën voor hernieuwbare energie aan te moedigen. Ofwel zijn de elektrische stoffen gevaarlijk, ofwel zijn ze het niet. Indien men het “voorzorgsbeginsel” wil opleggen, dan moet dit ook worden toegepast voor de fotovoltaïsche technologie.

 
  
MPphoto
 
 

  Matthias Groote (S&D), schriftelijk. (DE) Ik heb voor het verslag over de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (RoHS) gestemd, omdat de uitbreiding van de werkingssfeer tot alle elektronische apparatuur een duidelijke verbetering vormt. Problematisch vind ik wel dat er zoveel uitzonderingen zijn. Bij de hernieuwbare energievormen vallen fotovoltaïsche modules niet onder deze richtlijn, terwijl ze voor een deel bestaan uit cadmiumtelluride. Deze stof is niet alleen schadelijk voor de gezondheid, maar ook gevaarlijk en hij moet daarom absoluut in de RoHS-richtlijn worden opgenomen. Hierbij lopen we niet het risico dat fotovoltaïsche installaties helemaal van het dak zouden moeten verdwijnen, er zijn immers talrijke alternatieven zonder cadmiumtelluride op de markt. Op dit punt ben ik het daarom niet eens met het meerderheidsbesluit van het Parlement en de Raad.

 
  
MPphoto
 
 

  Françoise Grossetête (PPE), schriftelijk. – (FR) De hoeveelheid afgedankte elektrische en elektronische apparatuur neemt constant toe en dit afval bevat verscheidene gevaarlijke stoffen. Deze stoffen kunnen in het milieu belanden en schade berokkenen aan de menselijke gezondheid indien ze niet correct worden verwerkt.

Deze richtlijn zal vele ondernemingen in staat stellen nog meer vooruitgang te boeken bij het ontwerp van nieuwe en veiligere elektrische en elektronische apparatuur door technologische vernieuwing te stimuleren. De beperking van de gevaarlijke stoffen in het productieproces zal ook leiden tot een verlaging van de recyclingkosten. Een laatste belangrijk punt is dat wij een uitzondering hebben verkregen voor zonnepanelen, teneinde de ontwikkeling van technologieën voor hernieuwbare energie op het Europese grondgebied te bevorderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Małgorzata Handzlik (PPE), schriftelijk. – (PL) Polen is een van de grootste producenten van radio- en televisieapparatuur en huishoudelijke apparaten in Europa. Het is ook een van de landen waar de verkoop van dit type apparatuur nog ieder jaar toeneemt. Technologische ontwikkelingen en de toenemende vraag naar dit soort goederen veroorzaken tegelijkertijd een toename van de hoeveelheid elektronisch afval. Daarnaast bestaat het probleem van de verwijdering van dat afval en de invloed die dit proces heeft op de milieuverontreiniging. De nieuwe bepalingen van de BGS-richtlijn zijn daarom bijzonder belangrijk voor producenten van dit type apparatuur. Zij zijn verplicht om schadelijke substanties te elimineren en de veiligheidsstandaard te verhogen voor apparaten die bestemd zijn voor dagelijks gebruik. Dat is ook goed nieuws voor consumenten, omdat de nieuwe regels de verplichting introduceren om substanties toe te passen die veilig zijn voor gezondheid en milieu. Deze verplichting geldt voor alle producenten van elektrische apparatuur in de hele Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Jutta Haug (S&D), schriftelijk. (EN) Hoewel het compromis dat in eerste lezing is bereikt niet bijster ambitieus is, leidt het tot verbetering van de bestaande wetgeving – ik heb er dan ook vóór gestemd. Naast de nieuwe methodologie voor het beperken van bepaalde stoffen, is ook het open toepassingsgebied een belangrijke verbetering: alle elektrische en elektronische apparatuur, met inbegrip van apparatuur voor het opwekken van elektrische stroom, zal op de middellange termijn onder de BGS-richtlijn gaan vallen. Een groot nadeel is echter de lange lijst met uitsluitingen, waaronder die voor dunnefilmzonnecellen. Door dit soort cruciale “schone” technologie uit te sluiten van de milieuwetgeving wordt een verkeerd signaal afgegeven, zowel binnen de EU als aan de rest van de wereld. Het gaat erom nu een goed regelgevend kader op te zetten om coherente duurzame investeringen te stimuleren! Zelfs als het zo zou zijn dat de productie van zonnecellen met gevaarlijke stoffen als cadmiumzinktelluride kostenefficiënter is, blijft het een feit dat er al geruime tijd minder problematische alternatieven bestaan die ook uitstekend blijken te werken. Ik zie dan ook geen enkele noodzaak om onze daken en ons land te bedekken met mogelijk gevaarlijk afval en het verwijderingsprobleem door te schuiven naar volgende generaties. Ik ben het op dit punt volstrekt oneens met het standpunt en het besluit van de meerderheid in het Europees Parlement en de Raad.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) Het compromis dat is uitonderhandeld door mijn collega Jill Evans betekent een vooruitgang op dit rechtsgebied. De rechtszekerheid die het oplevert zal leiden tot verbeteringen op het terrein van milieubescherming en ik heb dan ook vóór het verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Jarosław Kalinowski (PPE), schriftelijk. – (PL) De steeds groeiende productie van radio- en televisieapparatuur en huishoudelijke apparaten is het gevolg van de ontwikkeling van moderne technologieën en de grotere behoefte aan dit type product. Als consument verwachten wij van deze apparaten dat zij functioneel en ergonomisch zijn. We zouden echter vooral moeten eisen dat zij voldoen aan de geldende normen voor de veiligheid van zowel de gebruiker als het milieu. We ruilen gebruikte apparaten in voor nieuwe en produceren daarmee onrustbarende hoeveelheden afval. De gevaarlijke substanties die zijn gebruikt bij de productie richten onherstelbare schade aan in het ecosysteem.

Het is dus onontbeerlijk dat wettelijke regelingen worden ingevoerd die het gebruik van schadelijke verbindingen beperken bij de productie van apparatuur die bij ons in huis terecht komen, en die tegelijkertijd producenten steun bieden bij de invoering van innovatieve, milieuvriendelijke oplossingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Alan Kelly (S&D), schriftelijk. − (EN) De huidige BGS-richtlijn omvat beperkingen van het gebruik van zes gevaarlijke stoffen die ooit in bepaalde elektrische en elektronische apparatuur zaten. De richtlijn wordt herschikt om deze te vereenvoudigen en om het voor producenten inzichtelijker te maken welke stoffen er verboden zijn. Het doel hiervan is om onnodige vergissingen te voorkomen waardoor gevaar zou kunnen ontstaan voor consumenten en voor medewerkers van afvalbedrijven.

 
  
MPphoto
 
 

  Giovanni La Via (PPE), schriftelijk. − (IT) De Europese Unie had behoefte aan gedetailleerde wetgeving inzake het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur. Deze noodzaak blijkt uit door de Commissie verstrekte gegevens, die laten zien dat er op dit moment alleen al in de EU per jaar 9,3 miljoen ton aan elektrische en elektronische apparatuur (EEA) wordt verkocht.

Omdat de markt blijft groeien en de innovatiecycli steeds korter worden, worden apparaten sneller vervangen, waardoor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) de snelst groeiende afvalstroom is geworden. Na een korte overgangsperiode waarin de bedrijven zich kunnen aanpassen aan de nieuwe wetgeving, wordt het gebruik van gevaarlijke stoffen verboden voor alle elektrische en elektronische apparatuur, zij het met enkele uitzonderingen voor bijvoorbeeld zonnecellen. Het is nodig dat de maatregel ook wordt toegepast door concurrerende industrieën in derde landen en dat voor hen dezelfde plichten gelden als voor onze bedrijven, met de uitdrukkelijke vermelding dat ingevoerde producten moeten voldoen aan de veiligheidsnormen die in de communautaire regelgeving zijn vastgelegd.

Tot slot ben ik dan ook van mening dat de bescherming van enkele essentiële zaken, zoals de volksgezondheid en het milieu, een prioriteit moet zijn, zij het in de wetenschap dat wij moeten opereren in omstandigheden die sterk bepaald worden door de economische crisis die Europa en de wereld heeft getroffen.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb vóór dit verslag over de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur gestemd. De bestaande GBS-richtlijn omvat beperkingen van het gebruik van zes gevaarlijke stoffen bij de productie van bepaalde elektronische en elektrische apparatuur. De richtlijn is bedoeld om te voorkomen dat er giftig afval ontstaat op het moment dat deze apparatuur wordt weggegooid en om ervoor te zorgen dat de afgedankte mobiele telefoons, computers en koelkasten uit Europa geen schade toebrengen aan het milieu of de volksgezondheid door het weglekken van chemische stoffen op vuilstortplaatsen of door het vrijkomen van giftige gassen bij verbranding. De richtlijn wordt vereenvoudigd.

 
  
MPphoto
 
 

  Marisa Matias (GUE/NGL), schriftelijk.(PT) Het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur is een groot probleem voor de volksgezondheid, voor het milieu en voor het afvalbeheer. De risico’s zijn nog groter bij recycling- en terugwinningsactiviteiten in slechte omstandigheden in ontwikkelingslanden, in het bijzonder in het geval van illegale export voor dumping op afvalbergen in armere landen. Met deze ontwerpwetgeving zal al het materiaal in kwestie onder deze richtlijn komen te vallen. In de toekomst zal al het materiaal daarom moeten voldoen aan de bepalingen van de richtlijn als dit in een milieubeoordeling noodzakelijk wordt geacht.

Deze richtlijn draagt bij aan de vaststelling van duidelijke regels in de lidstaten met betrekking tot het in de handel brengen van deze stoffen. Deze richtlijn zal leiden tot een aanmerkelijke verbetering van de huidige situatie, en dat is de reden waarom ik voor het verslag heb gestemd. Ik ben echter van mening dat bepaalde gevaarlijke stoffen die buiten het toepassingsgebied van de richtlijn zijn gehouden in de komende drie jaar, na een evaluatie en beoordeling van hun impact, in de lijst moeten worden opgenomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE) , schriftelijk.(PT) Het toegenomen gebruik van elektrische en elektronische apparatuur, samen met de aanzienlijke technologische ontwikkeling ervan, heeft geleid tot steeds kortere levenscycli. Dit heeft op zijn beurt weer geleid tot ernstige problemen met het gebruik van gevaarlijke stoffen in deze apparatuur en met het beheer van de steeds groter wordende afvalstromen. Daarom heeft deze richtlijn betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur als doel om het toepassingsgebied van de richtlijn te verruimen en het preventieve gedeelte te versterken, zodat de milieuschade met voorrang aan de bron kan worden bestreden, in overeenstemming met artikel 174, lid 2, van het Verdrag. Deze herschikking is essentieel om het gebruik van gevaarlijke stoffen in dit soort apparatuur met succes te verminderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Mirsky (S&D), schriftelijk. (LV) Ik steun het verslag van mevrouw Evans ten volle. Ik wil echter graag aanvullen dat aan deze kwestie meer aandacht moet worden besteed. Het gebruik van lood, magnesium, kwik en zeldzame aardmetalen in elektronica en in de industriële technologie is onvermijdelijk. Het is aan ons de fabrikanten te dwingen minder schadelijke materialen te gebruiken. Indien dat niet mogelijk is, is het van groot belang dat het publiek geïnformeerd wordt over de mogelijk schadelijke gevolgen van alle schadelijke stoffen die zijn gebruikt voor consumenten.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) De RoHS-richtlijn over de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur regelt het gebruik van gevaarlijke stoffen in apparaten en onderdelen. Verder is het een belangrijk instrument voor het vastleggen van een Europese en wereldwijde norm voor fabrikanten. De uitbreiding van de reikwijdte van de richtlijn heeft betrekking op afvalverwerking van gevaarlijke stoffen. Ik onthoud mij van stemming omdat in het verslag nog niet alle problemen in de omgang met gevaarlijke stoffen helemaal zijn opgelost.

 
  
MPphoto
 
 

  Franz Obermayr (NI), schriftelijk. (DE) De markt van elektrische apparatuur is, vooral op het gebied van IT en telecommunicatie, enorm gegroeid. Hierdoor en door de steeds kortere innovatiecycli ontstaat steeds meer elektronisch afval. De herziening van de RoHS-richtlijn is gericht op gevaarlijke stoffen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu en de menselijke gezondheid. De voorstellen spreken elkaar voor een deel tegen: aan de ene kant hebben grote computerfabrikanten als HP, ACER en Sony Ericsson zich uitgesproken voor een verbod op alle broomhoudende vlamvertragers in elektrische en elektronische apparatuur. Aan de andere kant zijn de resultaten van het onderzoek van de Commissie kennelijk niet helemaal overtuigend, in ieder geval niet als het gaat om de mogelijke schade voor het milieu. Daarnaast klinken er bezorgde geluiden uit de industrie over het verbod op pvc, vooral vanuit de kabelindustrie. Ze betwisten de negatieve eigenschappen van pvc en zijn bang voor hogere kosten als kabels met pvc-mantel worden verboden. We moeten deze argumenten tegen elkaar afwegen voordat we concrete verboden gaan opleggen. Ik heb me daarom van stemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Alfredo Pallone (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik heb om een aantal redenen voor dit verslag gestemd. Ik ben het ermee eens dat vaste installaties en zonnecellen moeten worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de richtlijn. Daarnaast ben ik blij dat er een methodologie is vastgesteld voor de herziening van de lijst van verboden stoffen die in bijlage IV is opgenomen, omdat dit inhoudt dat de lijst van door de Commissie te beoordelen stoffen (bijlage III) kan worden verwijderd. Verder vind ik dat de niet te ruime definitie van ‘nodig hebben’ – dat de apparatuur elektriciteit nodig heeft om te werken – correct is. Voorts vind ik het te vroeg om de beoordeling van nanomaterialen, die op dit moment nog door de Commissie worden beoordeeld, in de richtlijn op te nemen. Tot slot ben ik verheugd over de mogelijkheid dat alle elektrische en elektronische apparaten binnen het toepassingsgebied van de richtlijn vallen.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE) , schriftelijk.(PT) Mijn instemming met het verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (herschikking) is te danken aan de verbeteringen die zijn doorgevoerd na het bereiken van overeenstemming met de Raad. Deze verbeteringen moeten bijdragen aan een betere bescherming van de volksgezondheid en het milieu en aan een beter afvalbeheer. Ik wil speciaal de vereenvoudiging en de toegenomen consistentie van de nieuwe wetgeving noemen. De reorganisatie en beperking van het gebruik van gevaarlijke materialen was noodzakelijk gezien de substantiële toename van de verkopen van elektrische en elektronische apparatuur in de EU.

Met deze wetgeving dragen we eraan bij dat wordt voorkomen dat het afval dat we produceren uit elektrische en elektronische apparatuur, zoals mobiele telefoons, computers en koelkasten, schade toebrengt aan het milieu en de menselijke gezondheid doordat chemische stoffen in het milieu terechtkomen, hetzij door het storten van afval, hetzij door het vrijkomen van toxische gassen bij de verbranding van afval.

 
  
MPphoto
 
 

  Aldo Patriciello (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik dank mevrouw Evans voor haar uitstekende werk. Ik heb vóór gestemd en op die manier onderstreep ik dat de herschikking van de BGS-richtlijn moet worden gezien tegen de achtergrond van de internationale verplichtingen van de EU op het gebied van de beperking van de totale emissie van dioxinen en furanen, met als doel een voortdurende terugdringing en, waar haalbaar, een uiteindelijke eliminering.

Wat de uiteindelijke bestemming van grote hoeveelheden AEEA moet zijn, is nog onduidelijk. Verbranding bij hoge temperatuur blijft de uitzondering. Het gevaar van een niet met de normen overeenstemmende behandeling van AEEA – in de EU of in derde landen – blijft voor aanzienlijke hoeveelheden als realiteit bestaan. De emissies van dioxinen en furanen kunnen alleen worden aangepakt via de materiaalkeuze in het ontwerpstadium.

 
  
MPphoto
 
 

  Rovana Plumb (S&D), schriftelijk. – (RO) Alleen al in de EU wordt er jaarlijks naar schatting 9,3 miljoen ton elektrische en elektronische apparatuur verkocht, waarvan grote huishoudelijke apparaten en IT- en telecommunicatieapparatuur het grootste aandeel uitmaken. Omdat de markt blijft groeien en de innovatiecycli steeds korter worden, worden apparaten steeds sneller vervangen, waardoor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) de snelst groeiende afvalstroom is geworden. De hoeveelheid AEEA-materiaal zal in 2020 naar schatting tot 12,3 miljoen ton zijn toegenomen.

De belangrijkste aspecten van deze herschikking van de richtlijn zijn de volgende:

- open werkingssfeer;

- de differentiatie tussen de BGS-richtlijn en REACH;

- wijzigingen van de vrijstellingscriteria;

- criteria voor het nemen van een besluit over de duur van een vrijstelling/overgangsperioden;

- medebeslissing voor toekomstige beperkingen in plaats van comitéprocedure;

- specifieke bepalingen inzake nanomaterialen.

Ik juich het toe dat er een akkoord in eerste lezing is bereikt. Ik heb voor dit verslag gestemd, omdat het nieuwe voorstel voor een richtlijn eenvoudiger is en fabrikanten een gemakkelijker instrument biedt om hun producten in de categorieën in te delen die in de richtlijn worden voorzien. Er wordt in het verslag ook rekening gehouden met de sociaaleconomische gevolgen die te maken hebben met de bescherming van de gezondheid en het milieu wanneer de vrijstellingscriteria worden gewijzigd.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE), schriftelijk.(PT) Volgens de Commissie is het wenselijk om de huidige richtlijn betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, die in 2003 is aangenomen, te herformuleren met het oog op de duidelijkheid en de rechtszekerheid. Deze herschikking maakt het natuurlijk nodig om het toepassingsgebied van de richtlijn uit te breiden teneinde bij te dragen aan de bescherming van de menselijke gezondheid en aan een ecologisch correcte recycling en verwijdering van afval uit elektrische en elektronische apparatuur. In verband hiermee is het nu cruciaal om de mogelijke impact van de aanbevolen oplossingen op kleine en middelgrote ondernemingen in aanmerking te nemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Frédérique Ries (ALDE), schriftelijk. – (FR) Nagenoeg 8 jaar geleden heeft het Europees Parlement een richtlijn aangenomen betreffende de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen (RoHS-richtlijn), om te beantwoorden aan de sterke vraag van de consumenten naar veilige en niet-schadelijke consumptiegoederen voor dagelijks gebruik. Deze op de veiligheid gerichte benadering kreeg hoofdzakelijk concrete vorm door het verbod op het gebruik van lood, kwik en cadmium in uiteenlopende producten, zoals huishoudtoestellen, radio- en televisietoestellen, elektrische treinen en videospelletjes. Ik ben voorstander van de vandaag aangenomen herziening die de werkingssfeer van de richtlijn uitbreidt tot andere producten, zonder echter belangrijke stoffen als pvc bij voorbaat te veroordelen. Daarom was het ook belangrijk het restrictieve standpunt dat de Commissie milieubeheer in juni had ingenomen met betrekking tot nanomaterialen, opnieuw te bekijken. De revolutie van het oneindig kleine verdient beter dan een simplistisch standpunt: voor of tegen, zoals bij de genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s). De uitvoerbaarheid van de RoHS-richtlijn is ook van essentieel belang en daarom ben ik verheugd over het feit dat er rekening is gehouden met de potentiële gevolgen van deze stoffen voor de gezondheid en het milieu, de invoering van een methodologie en de complementariteit met de REACH-verordening.

 
  
MPphoto
 
 

  Crescenzio Rivellini (PPE), schriftelijk. − (IT) Vandaag heb ik in de plenaire vergadering gestemd vóór de herziening van de richtlijn betreffende het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur.

De tekst – een herschikking van de richtlijn uit 2003 – is een poging om, mede in het licht van de nieuwe wetenschappelijke kennis over het onderwerp, het gebruik van materialen als cadmium, chloor, kwik en polyvinylchloride (PVC) te beperken, daar deze schadelijk zijn gebleken voor de volksgezondheid.

Ondanks de hevige weerstand van de producenten uit de sector, die zich vooral verweren tegen de beperking van het gebruik van PVC, denk ik dat de politiek, en dus ook democratisch gekozen politici, de fundamentele plicht hebben om het gebruik van stoffen die de volksgezondheid kunnen schaden, te beperken, ook al is die schade slechts potentieel. Tegelijkertijd moeten wij, rekening houdend met de beschikbare technologie, het gebruik van alternatieve, vervangende stoffen bevorderen.

Ik vind de uiteindelijke bestemming van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur een zeer belangrijk onderwerp, vooral wanneer deze apparatuur stoffen bevat die in een later stadium gevaarlijk zijn bevonden. In die gevallen moet de verwijdering aan strengere en zorgvuldigere procedures worden onderworpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) Volgens een raming van de Commissie wordt ieder jaar alleen al in de EU 9,3 miljoen ton aan elektrische en elektronische apparatuur (EEA) per jaar verkocht, waarvan grote huishoudelijke apparaten en IT- en telecommunicatieapparatuur het grootste deel uitmaken. Omdat de markt blijft groeien en de innovatiecycli steeds korter worden, worden apparaten sneller vervangen, waardoor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) de snelst groeiende afvalstroom is geworden. De hoeveelheid AEEA zal voor 2020 naar schatting tot 12,3 miljoen ton toenemen. AEEA vormt een complexe afvalstroom, die verschillende gevaarlijke stoffen bevat. Deze stoffen, of hun omzettingsproducten, kunnen in het milieu vrijkomen en kunnen schade veroorzaken aan de gezondheid van de mens, in het bijzonder wanneer deze stoffen niet op de juiste manier worden behandeld. De gevaren voor de menselijke gezondheid en het milieu worden nog verder vergroot door recycling of activiteiten in verband met een nuttig gebruik in de ontwikkelingslanden. Overeenkomstig artikel 174, lid 2 van het Verdrag moet schade aan het milieu met voorrang aan de bron worden bestreden. In de hiërarchie in de kaderrichtlijn afvalstoffen wordt prioriteit gegeven aan de preventie, die onder meer wordt omschreven als het vaststellen van maatregelen ter voorkoming van de vorming van afval, die het gehalte van schadelijke stoffen in materialen en producten verminderen. Ik hoop oprecht dat dit verslag een bijdrage zal leveren aan de oplossing van deze problemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Daciana Octavia Sârbu (S&D), schriftelijk. − (EN) Elektronische apparatuur veroorzaakt de snelst groeiende afvalstroom in Europa, en het terugdringen van de kankerverwekkende en giftige stoffen die zich in deze afvalstroom bevinden moet topprioriteit krijgen. Het open toepassingsgebied van de wetgeving, zoals aanbevolen door de Commissie milieubeheer, is een veel betere benadering dan de benadering die door de Commissie werd voorgesteld. Een uitputtende lijst met specifieke producten zou nieuwe producten van de werkingssfeer van de richtlijn kunnen uitsluiten, terwijl we er juist voor moeten zorgen dat de wetgeving industriële innovatie niet alleen gemakkelijker maakt maar daarmee ook gelijke tred houdt. Het is bemoedigend om te zien dat diverse bedrijven het gebruik van enkele van deze mogelijk gevaarlijke stoffen in hun producten geleidelijk afbouwen. Niettemin moeten we ambitieuze wetgeving aannemen die de rest van de industrie ertoe zal aanzetten het goede voorbeeld van anderen te volgen en te innoveren om een betere bescherming van het milieu te waarborgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. − Ik heb het verslag over gevaarlijke stoffen in elektrisch en elektronisch afval goedgekeurd. Dit verslag is een stap in de goede richting. De categorie apparatuur wordt uitgebreid naar onder meer medische apparaten. Naast zware metalen als kwik en lood wordt ook een aantal broomhoudende brandvertragers verboden. Bovendien voorziet het verslag in een open toepassingsgebied zodat in de toekomst alle elektronische apparaten (met een aantal specifiek bepaalde uitzonderingen) en ook andere gevaarlijke stoffen in deze richtlijn opgenomen kunnen worden. Hiervoor zijn duidelijke criteria opgesteld. Ik betreur echter dat een verbod op PVC niet is opgenomen in deze richtlijn, zoals door de Groene Fractie was voorgesteld. Het is zeer belangrijk dat gevaarlijke stoffen in elektronisch afval afnemen. Ondanks het feit dat Europese wetgeving de export van gevaarlijk afval voor recyclage verbiedt, tonen studies aan dat meer dan twee derde van het Europees elektronisch afval uitgevoerd wordt. Vaak wordt dit E-afval illegaal gedumpt in bijvoorbeeld West-Afrika, waar het zeer ondermaats verwerkt wordt en enorme gezondheidsproblemen en milieuvervuiling veroorzaakt. Met deze snel groeiende afvalmarkt valt er veel geld te verdienen; stevig toezicht en controle zijn dus nodig om de illegale export van elektronisch afval aan banden te leggen.

 
  
MPphoto
 
 

  Marianne Thyssen (PPE), schriftelijk. − Voorzitter, collega’s, elektrische apparatuur en elektronica zijn niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Het Europese RoHS-systeem dat het gebruik van gevaarlijke stoffen in deze elektronica regelt, is in de feiten een universeel systeem geworden dat in niet minder dan 28 landen buiten de EU gebruikt wordt. Tot nu toe werden op basis van de bestaande richtlijn voor kwik, lood, cadmium en een aantal brandvertragers reeds beperkingen opgelegd. Snelle technologische vooruitgang en een betere wetenschappelijke kennis noopt ons tot herschikking van deze wetgeving. De herschikking van de richtlijn is ook nodig om van RoHS een efficiënt en soepel instrument te maken. Voortaan zullen gevaarlijke stoffen immers sneller geweerd kunnen worden, wat goed is voor mens en milieu. Ook wordt vastgelegd hoe REACH en RoHS zich tot elkaar verhouden en wordt zo dubbele regelgeving vermeden. Om die redenen heb ik vandaag het akkoord dat het Parlement met de Raad kon sluiten, met overtuiging gesteund. Ik hoop dat er eveneens snel een akkoord kan gevonden worden voor de richtlijn voor afval uit afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). De twee wetgevingsinstrumenten zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden.

 
  
MPphoto
 
 

  Thomas Ulmer (PPE), schriftelijk. (DE) Het verslag zit goed in elkaar, het houdt op evenwichtige wijze rekening met de meeste belangen van industrie en milieu. Honderd procent tevredenheid zullen we bij zo’n complex thema waarschijnlijk nooit bereiken, maar dit komt dicht in de buurt.

 
  
MPphoto
 
 

  Kathleen Van Brempt (S&D), schriftelijk. − Ik heb vóór het verslag Evans gestemd omdat de totaalbalans van het bereikte akkoord met de Raad positief is. Niettemin wens ik als schaduwrapporteur mijn ongenoegen uit te spreken over het feit dat zonnepanelen buiten de werkingssfeer van de richtlijn worden gehouden en dit dankzij intensieve lobbying vanuit de sector. Het gevolg is dat nog (minstens) tien jaar cadmium aanwezig mag blijven in zonnepanelen die op de Europese markt worden gebracht, terwijl dat voor andere elektrische en elektronische apparaten niet is toegelaten. Dat er vanuit een sector die een trekker zou moeten zijn in onze evolutie naar een groene economie geijverd is om aan deze belangrijke milieuwetgeving te ontsnappen en dat een meerderheid in het Parlement en in de Raad daar in het belang van één technologie in het bijzonder (het gebruik van Cadmium Telluride dunfilm zonnepanelen) voor is gezwicht, keur ik uitdrukkelijk af.

 
  
MPphoto
 
 

  Artur Zasada (PPE), schriftelijk. – (PL) Ik heb vandaag voor het verslag gestemd over beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur. Het belang van de regeling die we vandaag hebben aangenomen, wordt geïllustreerd door de miljoenen huishoudens in de Europese Unie die in de afgelopen jaren hun crt-televisie hebben ingeruild voor een modern lcd-scherm. Diezelfde huishoudens denken er nu over om hun lcd-scherm in te ruilen voor een ledtelevisie.

Experts wijzen er op, dat gebruikte elektrische en elektronische apparatuur de snelst groeiende afvalstroom aan het worden is. Bovendien heeft de onderzoeksinstelling Öko-Institut analysen uitgevoerd en op basis daarvan de negatieve invloed van pvc en gehalogeneerde vlamvertragende stoffen op het milieu en de menselijke gezondheid aangetoond. Ik ben ervan overtuigd dat het verslag dat wij vandaag hebben aangenomen de hoeveelheid van dit type gevaarlijke stoffen zal terugdringen.

 
  
  

Ontwerpresolutie B7-0617/2010 (Handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak )

 
  
MPphoto
 
 

  Damien Abad (PPE), schriftelijk. – (FR) Vandaag is er in het Parlement gestemd over de resolutie inzake de internationale handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA), teneinde te zorgen voor een betere internationale toepassing van de maatregelen tegen namaak. ACTA is een instrument dat het mogelijk maakt de bestaande regels efficiënter te maken en een betere bescherming te bieden tegen de schending van auteursrechten, gedeponeerde merken, octrooien, modellen en geografische aanduidingen. Ik heb gestemd voor deze resolutie, die is ingediend door mijn fractie, de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten), omdat ik van mening ben dat ACTA een beschermend schild is voor de Europese industrie. Zo kunnen we instaan voor de bescherming van de auteursrechten en de creativiteit en de innovatie op cultureel en wetenschappelijk gebied. Het is tijd dat we even halt houden en nadenken over hoe we piraterij beter kunnen bestrijden. Deze internationale overeenkomst is een stap in de richting van de betere toepassing van de maatregelen tegen namaak.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) Ik heb gestemd voor de gemeenschappelijke resolutie die is ingediend door de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) en de Fractie Europese Conservatieven en Hervormers over de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak, beter bekend onder de naam “ACTA”. Deze overeenkomst heeft tot doel de verspreiding van namaakproducten en de toename van piraterij van producten die onderworpen zijn aan “auteursrechten” te bestrijden door de invoering van een nieuwe structuur van internationaal bestuur. Het lijkt me van fundamenteel belang de creativiteit te beschermen tegen deze diefstal, want dat is wat piraterij en namaak zijn. De Unie, die de meest competitieve kenniseconomie ter wereld wenst te worden, kan niet onverschillig blijven tegenover dit ernstige probleem. Daarom ben ik verheugd over de aanneming van deze resolutie. Het is een sterke tekst die de steun had moeten krijgen van alle Europese afgevaardigden. Helaas is hij slechts goedgekeurd met een kleine meerderheid. Terwijl de Europese Commissie sterke garanties bood voor de inachtneming van de fundamentele vrijheden, bleven de linksgezinden in het Europees Parlement vasthouden aan hun ongefundeerde protestslogans. Ik ben van mening dat de Europese Unie het voortouw moet nemen in deze strijd tegen de laksheid en slechte wil waaraan China en het Rusland zich vaak schuldig maken op dit gebied. Ons concurrentievermogen in de gemondialiseerde economie staat op het spel.

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. (LT) De bestrijding van namaak vormt een essentieel onderdeel van de politieke strategie van de EU, welke gericht is op eerlijkheid, gelijke voorwaarden voor onze fabrikanten, werkgelegenheid voor onze burgers en respect voor de beginselen van de rechtsstaat. Met de opkomst van digitale technologieën heeft namaak een oncontroleerbare internationale dimensie gekregen. Het belangrijkste instrument om dit probleem op te lossen is dan ook internationale samenwerking. Ik heb vóór deze ontwerpresolutie gestemd, omdat zij uiteen zet wat de doelstellingen en de prioriteiten van het Europees Parlement zijn bij het multilateraal overleg over de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak waarbij, voor het eerst, wordt gestreefd naar een alomvattend internationaal kader om schendingen van intellectuele eigendomsrechten efficiënter te bestrijden. Ik acht het van belang ervoor te zorgen dat handhavingsmaatregelen inzake intellectuele eigendomsrechten (IER) geen belemmering vormen voor innovatie en concurrentie, dat beperkingen van intellectuele- eigendomsrechten en de bescherming van persoonsgegevens niet worden ondermijnd, dat de vrije informatiestroom niet wordt beperkt en legitieme handel niet onrechtvaardig wordt belemmerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Françoise Castex (S&D), schriftelijk. – (FR) Ik heb tegen deze tekst gestemd: Europees rechts heeft toegegeven aan de eisen van bepaalde regeringen en de druk van de cultuurindustrieën ten koste van de fundamentele vrijheden van de Europese burgers. De Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) heeft alle waarborgen die wij vroegen van de Commissie met één handgebaar van tafel geveegd. Daardoor wordt het verkeerde signaal gegeven aan de Commissie voor de onderhandelingen van Sydney volgende week. Bovendien kan de vage definitie van het begrip “commerciële schaal” gekoppeld aan de vermeerdering van de strafrechtelijke sancties voor online schendingen van de auteursrechten, de staten ertoe aanzetten wetgevingen aan te nemen die privégebruikers en technische tussenpersonen criminaliseren. ACTA mag niet tot gevolg hebben dat de Europese Unie het recht heeft onderzoek te verrichten naar individuen of trapsgewijze of soortgelijke strafsystemen in te voeren! Ten slotte moet de Commissie snel een effectenstudie uitvoeren – liever voor dan na de invoering van ACTA – naar de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en de gevolgen daarvan voor de grondrechten, de gegevensbeveiliging en de Richtlijn inzake elektronische handel.

 
  
MPphoto
 
 

  Carlos Coelho (PPE), schriftelijk.(PT) Dit zal de internationale samenwerking bij de bestrijding van namaak versterken, omdat een instrument wordt gecreëerd om intellectuele eigendomsrechten doelmatig te beschermen. Het is niet de bedoeling om nieuwe rechten te creëren, maar om de eerbiediging van bestaande rechten te waarborgen met behulp van repressieve maatregelen en door het opzetten van een alomvattend internationaal kader voor het geven van bijstand aan de partijen. Dit is een moeilijke overeenkomst, met conflicterende belangen die ruimte laten voor controversiële interpretaties van de effecten ervan. Het beschermen van intellectuele eigendomsrechten is van essentieel belang, maar aan de andere kant is het ook van essentieel belang om een goede balans te vinden, zodat de vrijheid van meningsuiting en de innovatie niet worden bedreigd en het vermogen van personen om hun burgerlijke en fundamentele vrijheden uit te oefenen niet wordt beperkt. Vervalsing van producten is een bijzonder ernstig probleem, dat enorme risico’s voor de Europese industrie, de economie en de innovatie met zich meebrengt.

Ik hoop dat deze overeenkomst een stap in de goede richting zal zijn en dat het in de komende onderhandelingen mogelijk zal zijn om oplossingen te vinden voor de onduidelijkheden en omissies waar de tekst nog altijd aan lijdt, zoals in de verwijzing naar valse geografische aanduidingen. Ik wil de Commissie bedanken voor haar inspanningen om de transparantie van de onderhandelingen te vergroten en ik hoop dat de Commissie daaraan zal vasthouden en het Parlement volledig op de hoogte zal houden van de voortgang van de onderhandelingen.

 
  
MPphoto
 
 

  George Sabin Cutaş (S&D), schriftelijk. – (RO) Ik heb voor de gezamenlijke ontwerpresolutie over de Handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak gestemd, die door de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement is voorgesteld, samen met nog eens drie fracties uit de Europese wetgevende macht. De bedoeling achter deze resolutie was om zowel de fundamentele vrijheden en individuele rechten te eerbiedigen als om de vrije toegang tot het internet te (be)houden. Met de resolutie is ook gepoogd om de toegang tot geneesmiddelen in de ontwikkelingslanden te garanderen. Het is betreurenswaardig dat deze resolutie er niet in is geslaagd om de meerderheid in het Parlement te behalen, omdat het socialistische standpunt de belangen van de Europese burger steunde.

 
  
MPphoto
 
 

  Mário David (PPE), schriftelijk.(PT) Ik ben het over het geheel genomen eens met de ontwerpresolutie, die betrekking heeft op de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) en die is aangenomen na lange maanden van debat en pogingen om een compromisoplossing tussen de verschillende fracties te vinden, wat helaas niet is gelukt. Voor een gezonde werking van de markt, de bescherming van de interne markt, het concurrentievermogen van Europese bedrijven in een mondiale economie en het scheppen en in stand houden van banen in de EU is het belangrijk dat de Unie het nemen van maatregelen tegen namaak in al zijn verschillende verschijningsvormen tot een prioriteit van haar interne en internationale beleid verheft. Hoewel ik mij ervan bewust ben dat de ACTA geen oplossing vormt voor een zo complex en multidimensionaal probleem als productvervalsing, zoals wordt opgemerkt in punt 3, geloof ik nog steeds dat de ACTA een waardevol instrument is om de bestaande normen doelmatiger te maken, wat de uitvoer van producten uit de EU ten goede zal komen en ook goed zal zijn voor houders van rechten die in een mondiale markt opereren, waar diverse houders van industriële en intellectuele eigendomsrechten op dit moment het slachtoffer zijn van de systematische en wijdverspreide schending van auteursrechten, handelsmerken, octrooien, tekeningen en modellen en geografische aanduidingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Proinsias De Rossa (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb gestemd tegen deze resolutie, waarin het standpunt van het Europees Parlement wordt verwoord voorafgaand aan het paraferen van de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA), omdat de conservatieve meerderheid in dit Parlement geweigerd heeft de behoefte aan fundamentele waarborgen voor onze burgers ten aanzien van deze wereldwijde auteursrechtenovereenkomst aan de orde te stellen. Het Parlement moet nog vóór parafering van de overeenkomst bewijzen krijgen voorgelegd dat de rechtsgrond voor deze onderhandelingen verenigbaar is met het Verdrag van Lissabon. Daarnaast moet de Commissie aantonen dat samenwerking tussen dienstverleners en de houders van auteursrechten geen inbreuk zal maken op de grondrechten van burgers, met name op het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op een eerlijke rechtsgang. Dit vereist een beoordeling van het effect dat de ACTA op het gebied van gegevensbescherming en grondrechten zal hebben. We moeten van de Raad en de Commissie de garantie krijgen dat de ACTA geen veranderingen in het Europees recht noodzakelijk zal maken voor zover het gaat om strafrechtelijke maatregelen die verband houden met de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Ook kunnen bepalingen over de handhaving van octrooien via het burgerlijk recht een negatieve invloed hebben op de toegang tot generieke geneesmiddelen, en de Commissie zou aan deze bezorgdheid tegemoet moeten komen. We moeten niet met de ACTA instemmen vóór we schriftelijke garanties hebben ontvangen met betrekking tot deze cruciale onderwerpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Marielle De Sarnez (ALDE), schriftelijk. – (FR) Er blijft twijfel bestaan over de inhoud van de ACTA-overeenkomst. Deze overeenkomst, waarover jarenlang in het diepste geheim is onderhandeld door een tiental landen, heeft als voornaamste doel de bestrijding van namaak en de bescherming van de intellectuele eigendomsrechten. Toch hebben noch China, noch Brazilië, noch India deelgenomen aan de onderhandelingen. Bovendien houden de bekende beschikkingen van het verdrag in kwestie, indien de bestrijding van namaak nodig is, de invoering in van maatregelen die kunnen worden beschouwd als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer: controle van de internetproviders, meer controles aan de grenzen, moeilijker vervoer van goedkope generieke geneesmiddelen naar ontwikkelingslanden. Al deze punten van bezorgdheid zijn reeds naar voren gebracht, door talrijke parlementsleden die geen blind vertrouwen willen stellen in de onderhandelingen die de Europese Commissie voert. De resolutie die nu is aangenomen met een kleine, met moeite behaalde meerderheid, kan niet worden beschouwd steun, aangezien er nog twijfels bestaan over de verenigbaarheid van de tekst met het communautaire acquis en de inachtneming van de grondrechten.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk.(PT) Ik heb mij onthouden van stemming over de resolutie over de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA), omdat ik van mening ben dat de tekst weliswaar enkele belangrijke punten bevat, maar te kritisch is over deze overeenkomst. In mijn visie is de ACTA alles bij elkaar goed voor de economische belangen van de EU en is een goed evenwicht gevonden tussen bescherming van intellectuele eigendomsrechten en waarborging van de grondrechten.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk.(PT) Na lang aandringen door het Parlement is de transparantie van de onderhandelingen over de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) substantieel toegenomen, en sinds de onderhandelingsronde in Nieuw-Zeeland is het Parlement volledig op de hoogte gehouden. De eindtekst weerspiegelt de belangrijkste zorgen van het Parlement, met name die met betrekking tot zaken als de eerbiediging van grondrechten, privacy en gegevensbescherming, respect voor het belang van een vrij internet, het nut van het waarborgen van de rol van dienstverleners en de noodzaak om de toegang tot geneesmiddelen veilig te stellen. De bestrijding van namaak is een prioriteit, en internationale samenwerking is van fundamenteel belang om deze doelstelling te verwezenlijken. Met de mogelijkheid dat nieuwe opkomende en zich ontwikkelende landen tot de overeenkomst toetreden, waardoor de bescherming van intellectuele eigendomsrechten zal worden bevorderd, zal de ACTA het verlangde multilateralisme kunnen verwezenlijken.

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Fernandes (PPE) , schriftelijk.(PT) De overeenkomst waarover onderhandeld wordt is een belangrijke stap in de bestrijding van namaak en een belangrijk element van de politieke strategie van de EU voor rechtvaardigheid, een gelijk speelveld voor Europese producenten, het behoud van banen voor burgers en respect voor de rechtsstaat. De bestrijding van namaak moet een van de prioriteiten van de interne en internationale politieke strategie worden, en internationale samenwerking is van fundamenteel belang om deze doelstelling te verwezenlijken.

De ACTA is een instrument dat bestaande normen effectiever maken, wat goed is voor de uitvoer van de EU en voor de bescherming van houders van rechten die in een mondiale markt opereren. Ik wil het belang van de bescherming geografische indicaties voor Europese bedrijven en banen benadrukken en ik verwelkom de inspanningen van de Commissie om de bescherming van geografische indicaties op te nemen in het toepassingsgebied van de ACTA. Tot slot wil ik er nadrukkelijk op wijzen dat het belangrijk is dat de Commissie bevestigt dat de toepassing van de ACTA geen effect zal hebben op de grondrechten en de gegevensbescherming of op de inspanningen die de EU momenteel verricht om de uitvoeringsmaatregelen ten aanzien van intellectuele eigendomsrechten te harmoniseren.

 
  
MPphoto
 
 

  Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. – (FR) Indien ik niet had besloten de zitting te boycotten na het jammerlijke voorval van sociaal-eurocratisch totalitarisme dat we zojuist hebben meegemaakt, zou ik voor de gemeenschappelijke resolutie van de linkse fracties inzake de overeenkomst ter bestrijding van namaak hebben gestemd. Niet omdat ik van politieke opvatting veranderd ben, maar omdat ik denk dat deze overeenkomst ontoereikend is om onze industrieën te beschermen tegen namaak, de inachtneming van de geografische aanduidingen niet garandeert, niet veel nut heeft indien ze geen betrekking heeft op China, de grootste namaker ter wereld, en de rechten en vrijheden van de burgers in gevaar brengt aangezien het gaat om “immateriële” eigendomsrechten. Ik ben ook voorstander van alle voorafgaande informatieverzoeken, effectenstudies enz. die deze resolutie voorschrijft. Kortom, deze overeenkomst is, in haar huidige staat, nutteloos en mogelijk schadelijk. Er zou zelfs niet over onderhandeld mogen worden en al zeker niet, gezien de materie waarover het gaat, alleen door de Europese Commissie.

 
  
MPphoto
 
 

  Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk. – (FR) Ik heb gestemd tegen de resolutie over de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak, die is ingediend door de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) en de Fractie Europese Conservatieven en Hervormers, omdat deze tekst verre van toereikend is om de persoonlijke levenssfeer te beschermen. De parlementsleden hebben regelmatig uiting gegeven aan hun vele punten van bezorgdheid betreffende de onderhandelingen over deze internationale overeenkomst en het is belangrijk dat er voorafgaand aan de definitieve ondertekening van de overeenkomst door de staten en de Europese Unie, wordt gewezen op een aantal problemen, met name de toegang tot geneesmiddelen, de verantwoordelijkheid van de internetproviders en het doorzoeken van persoonlijke bagage van de reizigers aan de grenzen. Helaas heeft de gemeenschappelijke resolutie van de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement, de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie, de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa en de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links, waarvoor ik heb gestemd, net niet voldoende stemmen gehaald om te worden aangenomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Het stelt mij teleur dat de resolutie die vandaag door mijn eigen factie is gesteund niet is aangenomen. De handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) kan buitengewoon negatieve gevolgen hebben voor de burgerlijke vrijheden en de stemming van vandaag draagt op geen enkele manier bij aan het wegnemen van die vrees.

 
  
MPphoto
 
 

  Elisabeth Köstinger (PPE), schriftelijk. (DE) Ik heb voor de resolutie gestemd van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) en de Fractie Europese Conservatieven en Hervormers over de internationale handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA). De resolutie deelt de twijfels van de EU-burgers over de gegevensbescherming. Een three strikes-procedure, die als maatregel bij schendingen van het auteursrecht is besproken, wordt hierin nadrukkelijk van de hand gewezen. Verder wijst de resolutie erop dat de overeenkomst in overeenstemming moet zijn met het acquis communautaire, oftewel het gemeenschappelijke EU-recht. Namaakproducten en internationale schendingen van het copyright zijn schadelijk voor de Europese economie en brengen zodoende ook Europese arbeidsplaatsen in gevaar. Daar moeten we een vuist tegen maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Edvard Kožušník (ECR), schriftelijk. − (CS) Ik waardeer het ten zeerste dat de meest controversiële bepalingen, zoals de aansprakelijkheid van derde partijen, de verplichte controle van geheugenapparatuur aan de grens, of de verplichte toepassing van de “digitale guillotine” niet meer in de finale versie van deze internationale overeenkomst zijn terug te vinden. Hoewel ik ingenomen ben met het feit dat hier geprobeerd wordt het intellectueel eigendomsrecht beter te beschermen, ben ik er niet helemaal zeker van of de overeenkomst zoals die nu hier voor ons ligt wel helemaal optimaal is. Het spijt mij zeer dat landen als China of Rusland geen partij zijn bij de overeenkomst. Het feit dat daarin het accent op de bescherming van de houders van de rechten gelegd wordt en niet zozeer op de bescherming van de auteurs an sich, doet bij mij de vraag rijzen of de overeenkomst daadwerkelijk gebruikt zal worden voor de bescherming van het intellectueel eigendomsrecht in de meest brede zin van het woord, en niet slechts ter bescherming van de rechten van een klein groepje, met name in de Verenigde Staten gevestigde personen en organisaties.

Het feit dat het niet gelukt is om de bescherming van geografische oorsprongsaanduidingen in de overeenkomst opgenomen te krijgen, vormt een bevestiging van mijn bange vermoedens. Ik denk niet dat het nog nodig is opnieuw stil te staan bij de manier waarop de overeenkomst tot stand is gekomen. Wel wil ik nog zeggen dat ik erop vertrouw dat een dergelijke ontransparante manier van onderhandelen zoals bij de ACTA-overeenkomst niet nog eens voorkomen zal en dat het Parlement bij de volgende onderhandelingen over dergelijke overeenkomsten tijdig zal worden geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen en de inhoud van de overeenkomst.

 
  
MPphoto
 
 

  Giovanni La Via (PPE), schriftelijk. − (IT) Met de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) zijn de regels ter bevordering van de Europese export en ter bescherming van de spelers die op de wereldmarkt steeds vaker te maken krijgen met inbreuken op hun intellectuele eigendomsrechten, nog effectiever geworden.

Zoals doeltreffend wordt onderstreept in de gezamenlijke ontwerpresolutie, is de bestrijding van namaak op mondiaal niveau een sleutelelement in de politieke strategie van de EU, om te zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden voor EU-producenten. Mijns inziens wordt de noodzaak van internationale samenwerking in deze en andere sectoren nu duidelijk onderkend. De bescherming van auteursrechten, handelsmerken, octrooien, ontwerpen en geografische aanduidingen is zeker een gevoelig onderwerp, omdat het verband houdt met de fundamentele mensenrechten. Deze gezamenlijke ontwerpresolutie is echter een serieuze oproep om door te gaan op de goede weg. De Commissie zal zich actief moeten inzetten om ervoor te zorgen dat doelmatige handhavingsmethoden van geografische aanduidingen worden opgenomen in de ACTA, omdat dit essentieel is voor het Europese bedrijfsleven en voor de werkgelegenheid in de EU.

 
  
MPphoto
 
 

  Constance Le Grip (PPE), schriftelijk. – (FR) Ik heb gestemd voor de resolutie van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) en de Fractie Europese Conservatieven en Hervormers inzake de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak. Deze resolutie herinnert ons eraan dat de bestrijding van namaak een prioriteit is in de interne en internationale beleidsstrategie van de Unie en dat internationale samenwerking een sleutelrol speelt in de nastreving van deze doelstelling op mondiaal niveau. Doordat er in de resolutie rekening is gehouden met de punten van bezorgdheid van het Europees Parlement en onze medeburgers, zoals de inachtneming van de grondrechten, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de persoonsgegevens, de erkenning van het essentiële belang van onbeperkte internettoegang, het belang van de bescherming van de rol van de dienstverleners en de noodzaak de toegang tot geneesmiddelen te vrijwaren, maakt ze een efficiëntere toepassing van de bestaande regels mogelijk. Ze beoogt een betere bescherming tegen alle schendingen van de rechten inzake intellectuele eigendom, merken, modellen, tekeningen en octrooien in het belang van de communautaire uitvoer en de houders van deze rechten. In tegenstelling tot wat de tegenstanders beweren, is de overeenkomst volledig verenigbaar met het communautaire acquis. Zo wordt bijvoorbeeld de zogenoemde “three strikes”-procedure niet ingevoerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Petru Constantin Luhan (PPE), schriftelijk. – (RO) Ik heb voor de ontwerpresolutie over de Handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) gestemd omdat zij: 1. volledig in overeenstemming is met het acquis communautaire; 2. een positief effect zal hebben op de maatregelen om wereldwijd de intellectuele eigendomsrechten te beschermen en om ons tegen andere handelsgebieden als Azië, Australië, de regio van de Stille Oceaan enzovoort te beschermen; 3. de concurrentie op EU-niveau en de culturele verscheidenheid zal beschermen en tevens een bijdrage zal leveren aan het scheppen van banen.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb vóór deze resolutie over de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) gestemd. De ACTA heeft betrekking op de handhaving van het intellectueel eigendomsrecht op internationaal niveau en op commerciële schendingen van het auteursrecht. Dit is een zeer gevoelig onderwerp, aangezien we de houders van de rechten toereikende bescherming en een redelijk rendement op hun investeringen moeten bieden, zonder, anderzijds, inbreuk te maken op de burgerlijke vrijheden, de toegang tot geneesmiddelen te belemmeren of mensen te criminaliseren vanwege onbeduidende schendingen van het auteursrecht. De aangewezen plek om een dergelijke boordeling uit te voeren is binnen de Commissie internationale handel op het moment dat zij zich buigt over de vraag of de ACTA al dan niet door het Parlement moet worden goedgekeurd.

 
  
MPphoto
 
 

  Jiří Maštálka (GUE/NGL), schriftelijk. − (CS) De bescherming tegen namaak en de bescherming van het intellectueel eigendomsrecht zijn van groot internationaal belang, dat staat geheel buiten kijf. Uit de voorgestelde ACTA-overeenkomst valt echter niet goed op te maken wat ze betekenen kan voor een kwalitatieve en vooral evenwichtige bescherming van de belangen van de EU-burgers. De uiteenlopende, langdurige voorbereidingsfasen van deze overeenkomst werden gekenmerkt door een gebrek aan transparantie en verder neigt de overeenkomst in de gegeven context meer naar de belangen van één enkele groepering. Ondanks het feit dat in deze overeenkomst tevens wordt verklaard dat het toezicht van de desbetreffende organen op transit- en exportgoederen en ex officio onderhandelingen zal worden aangescherpt, blijven we zitten met de vraag wat precies de reikwijdte is van de overeenkomst en hoe deze kan worden gehandhaafd, aangezien de doeltreffendheid ervan – zonder ratificatie door een groot aantal belangrijke landen in de wereld – twijfelachtig lijkt.

Voor wat betreft de bescherming van het intellectueel eigendomsrecht kan nog worden aangevoerd dat er op wereldniveau reeds talrijke erkende, goed werkende en afdoende bewezen instrumenten, instellingen en akkoorden en overeenkomsten bestaan op het gebied van de bescherming tegen namaak. Dan tot slot verdient gezien het grote belang van deze overeenkomst de bewering dat voor dit akkoord het acquis communautaire niet hoeft te worden gewijzigd, een beduidend gedegenere juridische onderbouwing.

 
  
MPphoto
 
 

  Marisa Matias (GUE/NGL) , schriftelijk.(PT) Ik heb voor deze ontwerpresolutie gestemd omdat dit een belangrijke stap is in de bestrijding van namaak zonder dat zaken als het vervoer van generieke geneesmiddelen in het geding komen, terwijl de grondrechten, zoals het recht op privacy en gegevensbescherming, worden gewaarborgd.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), schriftelijk. – (FR) Er is over de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) onderhandeld achter de rug van de burgers om en tegen de wil van de UNO en haar Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom in, de enige instelling die gemachtigd is om een overeenkomst van dit type tot stand te brengen. Een handvol landen heeft onderling onderhandeld over de regels die moeten gelden op het gebied van de intellectuele eigendomsrechten. Deze veronachtzaming van het internationale recht ten voordele van de rijkste landen en hun dichtste bondgenoten is onduldbaar.

Wanneer er bovendien twijfel heerst over de octrooieerbaarheid van levende wezens en obstakels voor het in omloop brengen van generieke geneesmiddelen, komt het er niet op aan een bepaald punt te betreuren of spijt te hebben van een ander punt maar niettemin te aanvaarden dat men voor een voldongen feit wordt gesteld. Nee, ik stem tegen deze tekst.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE) , schriftelijk.(PT) De invoering van de ontwerphandelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) op 2 oktober 2010, na de Tokioronde in de onderhandelingen, is bijzonder belangrijk. Ook moet de Commissie de definitieve tekst van de ACTA na de onderhandelingen over de technische aspecten, op 30 november en 3 december 2010 in Sydney, beschikbaar stellen aan het Parlement en het publiek.

De bestrijding van namaak is een van de belangrijkste prioriteiten van de interne en internationale politieke strategie, en internationale samenwerking is van fundamenteel belang om deze doelstelling te verwezenlijken. We zijn ons volkomen bewust van het feit dat de overeenkomst het complexe en multidimensionale probleem van productvervalsingen niet oplost, maar dit is een stap in de juiste richting, met als doel om een eind te maken aan dit ernstige probleem, dat de economie van de EU en het bbp van de lidstaten grote schade toebrengt.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Mirsky (S&D), schriftelijk. (LV) Het is van groot belang dat deze overeenkomst zo snel mogelijk van kracht wordt. Iedere vorm van vertraging zal de sluizen openen naar het stelen van intellectueel eigendom. De kosten van fabrikanten rijzen de pan uit. Piraterij op internet is een ongelooflijk actueel onderwerp. Vele internetproviders en EU-burgers zijn betrokken bij onethische praktijken. In dit verband moeten wij alle handelingen die te maken hebben met downloaden, ook wel ‘uitwisseling van informatie’ genoemd, reguleren. Niets doen om namaak te voorkomen bevordert straffeloosheid en lijkt cynisch. Ik ben het hartgrondig eens met deze ontwerpresolutie.

 
  
MPphoto
 
 

  Vital Moreira (S&D) , schriftelijk.(PT) Ik heb mij onthouden van stemming over de gezamenlijke ontwerpresolutie van de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement, de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa, de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie en de Confederale Fractie van Europees Unitair Links/Noords Groen Links over de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak, omdat ik van mening ben dat de tekst in kwestie te kritisch is en evenwichtiger had gemoeten. De ingediende versie vormt een duidelijke indicatie dat ons uiteindelijke standpunt zal zijn dat we tegen de aanneming van de overeenkomst gaan stemmen. Ik ben van mening dat de overeenkomst over het algemeen gunstig is voor de economische belangen van de EU, vooral omdat we willen dat onze economie is gebaseerd op innovatie, onderzoek en ontwikkeling, ofwel ‘slimme’ groei.

Daarom denk ik dat een betere bescherming van industriële eigendomsrechten, met inbegrip van de rechten van patiënten, van essentieel belang is voor het concurrentievermogen van de EU. Anderzijds ben ik van mening dat de aanvankelijke zorgen over generieke geneesmiddelen, de bescherming van het recht op vrije toegang tot internet en de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen in de slotonderhandelingen op goede wijze zijn weggenomen. We kunnen niet negeren dat er vooruitgang is geboekt. Natuurlijk is niet alles tot onze tevredenheid geregeld, maar een internationale overeenkomst moet in algemene termen worden beoordeeld.

 
  
MPphoto
 
 

  Rareş-Lucian Niculescu (PPE), schriftelijk. – (RO) Ik heb voor de ontwerpresolutie van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten)/Europese Conservatieven en Hervormers gestemd en tegen de andere ontwerpresoluties omdat door de internationale ACTA-overeenkomst namaak effectiever kan worden bestreden, hetgeen tot een betere bescherming van het auteursrecht zal leiden en daarmee ook de Europese industrie wordt beschermd. Verder zal de ACTA de consument tegen namaakproducten beschermen, die steeds vaker op de Europese markten te vinden zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Alfredo Pallone (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik heb vóór de resolutie van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) over ACTA gestemd, omdat ik het van fundamenteel belang acht dat die handelsovereenkomst er komt. Dit moet snel gebeuren, en we mogen daarbij geen verdere vertraging oplopen of tijd verspillen, omdat de onderhandelingen anders in een impasse terecht kunnen komen, wat ten koste gaat van de Europese producenten en consumenten.

Europa moet zich blijven concentreren op twee cruciale aspecten. Ten eerste moet voor alle Europese geografische aanduidingen civiele en douanebescherming gelden, nu niet alleen de agrarische levensmiddelenindustrie schade ondervindt, daar de producten uit deze sector te kampen hebben met de oneerlijke concurrentie van namaakproducten die gebruikmaken van namen die lijken op bekende Europese merken, maar nu ook bedrijven die in andere sectoren actief zijn, zoals de design- en de mode-industrie, geschaad worden. Het tweede punt van belang is de noodzaak van gemeenschappelijke regels voor het toezicht op de onlineverkoop: de verkoop van films, boeken, muziek, geneesmiddelen en miljoenen andere namaakproducten stijgt, wat ten koste gaat van de Europese consumenten en producenten.

 
  
MPphoto
 
 

  Georgios Papanikolaou (PPE), schriftelijk. – (EL) Ik heb gestemd vóór de resolutie over de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) die werd ingediend door de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) en de Fractie Europese Conservatieven en Hervormers. Die overeenkomst heeft namelijk tot doel rechtvaardigheid en gezonde concurrentie te verzekeren. Deze overeenkomst voorziet in een volledig internationaal rechtskader waarmee de bestrijding van schendingen van intellectuele eigendomsrechten kan worden versterkt. Daarmee wordt ook de toetreding van andere ontwikkelingslanden tot de overeenkomst bevorderd. ACTA is namelijk geen gesloten overeenkomst maar staat deelneming van andere landen toe.

In de onderhandelingen over de overeenkomst wordt nu rekening gehouden met de belangrijkste zorgen van het EP, zoals de eerbiediging van de grondrechten en de persoonlijke levenssfeer, gegevensbescherming, de eerbiediging van de rol van een vrij internet, de bescherming van de rol van dienstverleners en de noodzaak toegang tot geneesmiddelen en bescherming van de volksgezondheid te verzekeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE) , schriftelijk.(PT) Ik ben ervan overtuigd dat deze ontwerpresolutie een belangrijke stap in de bestrijding van namaak vormt, terwijl het noodzakelijke evenwicht tussen conflicterende waarden wordt bewaard. De vrijheid van meningsuiting en de innovatie komen niet in het geding, en de grondrechten, zoals het recht op privacy en gegevensbescherming, worden gegarandeerd.

Er zijn strijdige belangen die het bereiken van consensus moeilijk maken, maar wat hier met succes is bereikt, is een overeenkomst die in essentie het bij elkaar brengen van gemeenschappelijke wensen inhoudt. De transparantie die de Commissie tijdens deze onderhandelingen heeft tentoongespreid door het Europees Parlement geïnformeerd te houden, verdient applaus, en ik hoop dat het in de komende onderhandelingen mogelijk zal zijn om oplossingen te vinden voor de onduidelijkheden en omissies waar de tekst volgens alle partijen nog altijd aan lijdt. In mijn ogen zal de overeenkomst de internationale samenwerking op het gebied van de bestrijding van namaak versterken doordat een instrument voor de effectieve bescherming van intellectuele-eigenomsrechten wordt gecreëerd. Ook is het essentieel om de eerbiediging van bestaande rechten te waarborgen met behulp van repressieve maatregelen en door het opzetten van een alomvattend internationaal kader voor het geven van bijstand aan de betrokken partijen.

 
  
MPphoto
 
 

  Miguel Portas (GUE/NGL), schriftelijk.(PT) Ik heb voor deze ontwerpresolutie gestemd omdat dit een belangrijke stap is in de bestrijding van namaak zonder dat zaken als het vervoer van generieke geneesmiddelen in het geding komen, terwijl de grondrechten, zoals het recht op privacy en gegevensbescherming, worden gewaarborgd.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE), schriftelijk.(PT) De bestrijding van namaak, dat een wereldwijd verschijnsel is, vereist een multilaterale aanpak die is gebaseerd op het versterken van de samenwerking tussen de belangrijkste betrokken partijen op mondiaal niveau. Dientengevolge ben ik ervan overtuigd, hoewel ik me bewust ben van het feit dat de overeenkomst het complexe probleem van productvervalsingen niet zal oplossen, dat dit een stap in de juiste richting is.

 
  
MPphoto
 
 

  Crescenzio Rivellini (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik heb vandaag vóór de recent afgeronde handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) gestemd.

Het doel van de ACTA-overeenkomst tussen de EU, de VS, Australië, Canada, Japan, Mexico, Marokko, Nieuw-Zeeland, Singapore, Zuid-Korea en Zwitserland, is om de handhaving van de intellectuele eigendomsrechten te versterken en bij te dragen aan de bestrijding van namaak en piraterij van goederen als kleding van luxemerken, muziek en films.

Ik ben me ervan bewust dat de bereikte overeenkomst geen definitieve oplossing biedt voor de complexe en multidimensionale problematiek van namaak, maar ben wel van mening dat deze een stap in de goede richting is. Toch vraag ik de Commissie te bevestigen dat de overeenkomst geen gevolgen zal hebben voor de grondrechten en de Gemeenschapswetgeving. Daarnaast wil ik benadrukken dat het Parlement een vetorecht heeft over internationale overeenkomsten.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Het Europees Parlement is er net niet in geslaagd een resolutie aan te nemen waarin werd geëist dat de Commissie de gevolgen van de Handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) zou verduidelijken en beoordelen. De uitslag was 306 stemmen vóór, 322 tegen, bij 26 onthoudingen. De resolutie was ingediend door de Fractie De Groenen (Verts/ALE) inclusief de Piratenpartij, de sociaaldemocraten (S&D), de liberalen (ALDE) en links (GUE/NGL). In plaats daarvan is een alternatieve resolutie van de christendemocraten (PPE) en de conservatieven (ECR) aangenomen. In deze resolutie wordt eigenlijk ingestemd met wat de onderhandelaars tot nu toe hebben gedaan, zonder specifieke eisen te stellen aan de Commissie wat betreft verdere verduidelijking of beoordeling. Dit was een nederlaag, maar over dit onderwerp is het laatste woord nog lang niet gezegd. De resolutie heeft immers geen enkel formeel gevolg, maar drukt slechts uit hoe het Parlement over dit onderwerp denkt. De beslissende stemming zal (waarschijnlijk) ergens begin volgend jaar plaatsvinden, wanneer het Parlement zal worden gevraagd in te stemmen met de overeenkomst. Als we dan een “nee” weten te krijgen, is de overeenkomst van tafel. De stemming van vandaag heeft ons eraan herinnerd dat we hard zullen moeten blijven werken om meer informatie te krijgen over de gevolgen van de ACTA zodat het Europees Parlement een weloverwogen besluit kan nemen tijdens de definitieve stemming over de goedkeuring van de overeenkomst.

 
  
MPphoto
 
 

  Marie-Thérèse Sanchez-Schmid (PPE), schriftelijk. – (FR) Het is omdat de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) een overeenkomst is die onze burgers, onze scheppers, onze kunstenaars en onze bedrijven beschermt, dat ik ervoor ben. Immers, deze overeenkomst verduidelijkt de rechtsmiddelen die mogelijk zijn in geval van flagrante schending van de intellectuele eigendom in de landen die de overeenkomst hebben ondertekend. De Commissie is duidelijk geweest: ACTA kan niet verder gaan dan het communautaire acquis, niet verder dan de maatregelen die zijn genomen in het kader van de Europese richtlijnen en kan in geen geval de grondrechten schenden. Er is over onderhandeld buiten de traditionele internationale instellingen (Wereldhandelsorganisatie enz.) omdat China en India gekant waren tegen iedere overeenkomst! Ten slotte is ACTA een open overeenkomst. Alle staten die willen deelnemen, kunnen vrijwillig toetreden, zodat wij allemaal samen onze medeburgers, niet alleen op juridisch, maar ook op materieel gebied, kunnen beschermen tegen de schade die namaak berokkent. Ik heb derhalve voor deze resolutie gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Olle Schmidt (ALDE), schriftelijk. − (SV) Het Europees Parlement heeft zich herhaaldelijk uitgesproken over de ACTA-overeenkomst. Ik stemde bijvoorbeeld in maart 2010 voor de resolutie van het Parlement over het gebrek aan publiek toezicht op en transparantie van de onderhandelingen en ik heb de schriftelijke verklaring van het Parlement over ACTA ondertekend. Net als toen verdient de Commissie nu kritiek wegens het gebrek aan transparantie in het onderhandelingsproces voor zowel leden van dit Parlement als voor de burgers van Europa. Ik vind dat eerdere verklaringen van het Parlement in de huidige situatie volstaan en stemde tegen alle ontwerpresoluties. Het is belangrijk dat het Parlement zijn verantwoordelijkheid met betrekking tot internationale overeenkomsten zeer ernstig neemt. De Commissie onderhandelt en ondertekent de overeenkomsten. Het Parlement heeft het recht om tijdens dat proces volledig en onverwijld geïnformeerd te worden en om de overeenkomst goed te keuren of te verwerpen wanneer de Commissie ze eenmaal heeft ondertekend. Het is redelijk dat het Parlement zijn standpunt duidelijk maakt, zoals we op vele manieren hebben gedaan, opdat de Commissie geen overeenkomsten onderhandelt die het Parlement niet steunt. De gemeenschappelijke ontwerpresolutie eiste dat de Commissie een aantal tijdrovende analyses zou voorleggen voor ze de overeenkomst zou ondertekenen, wat tot een situatie zou dreigen te leiden waarin andere partijen eraan zouden beginnen te twijfelen of Europa echt een ernstige partij is om internationale handelsovereenkomsten mee te sluiten. Dat zou nefast zijn voor de mogelijkheid van Europa om in de toekomst deel te nemen aan onderhandelingen over internationale vrijhandelsovereenkomsten.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Sonik (PPE), schriftelijk. – (PL) Ik heb voor de resolutie van het Europees Parlement over de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) gestemd, omdat ik van mening ben dat de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de handhaving van de intellectuele eigendomsrechten noodzakelijk is in de strijd tegen de piraterij. Het namaken van goederen, het onbevoegd gebruiken van andermans intellectuele eigendomsrechten is nog steeds een algemeen probleem. Vooral op het gebied van immateriële goederen, zoals muziekwerken, literaire werken of patenten is dit buitengewoon moeilijk. De ACTA-overeenkomst is een goed instrument om een gemeenschappelijk juridisch platform in het leven te roepen dat zal strijden tegen namaak en piraterij.

 
  
MPphoto
 
 

  Thomas Ulmer (PPE), schriftelijk. (DE) Tot mijn grote vreugde is het verslag van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) en de Fractie Europese Conservatieven en Hervormers aangenomen. De giftige demagogie van onze tegenstanders heeft geen kans gekregen. Mijn hartelijke felicitaties aan de rapporteurs, onze coördinator Daniel Caspary en de hele fractie voor de eensgezindheid die we hier in deze belangrijke kwestie hebben laten zien.

 
  
MPphoto
 
 

  Dominique Vlasto (PPE), schriftelijk. – (FR) Ik heb voor de resolutie van mijn fractie gestemd omdat de bestrijding van namaak van cruciaal belang is en op mondiaal niveau moet gebeuren om doeltreffend te zijn. Namaak is een groeiende parallelle economie en maakt het witwassen van geld op grote schaal mogelijk. Bovendien kunnen onze industrieën, die reeds benadeeld zijn op de exportmarkt door de onderwaardering van de yuan en de zwakke dollar, niet dulden dat buiten de EU geproduceerde namaakproducten op de gemeenschappelijke markt oneerlijke concurrentie aangaan met hun producten. Deze wereldwijd georganiseerde diefstal weegt zwaar op de creativiteit en innovatie en heeft rampzalige gevolgen voor onze werkgelegenheid en de veiligheid van de misleide consumenten. Ons ontwikkelingsmodel, dat gericht is op de kenniseconomie, vereist een bescherming op wereldschaal van de intellectuele eigendom, die een fundamenteel recht is. Deze stemming effent de weg voor de ratificatie van de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak, die het gemakkelijker zal maken om rechtsmiddelen in te stellen in geval van schending van de intellectuele eigendom binnen de ondertekenende staten. Hiermee geven we de eerste aanzet tot een multilaterale strategie die datgene beschermt wat onze economische ontwikkeling haar dynamiek geeft: onze uitvindingen, onze merken en onze artistieke werken.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid