De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A7-0339/2010) van Laima Liucija Andrikienė, namens de Commissie buitenlandse zaken, over het jaarverslag over de mensenrechten in de wereld in 2009 en het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie [2010/2202(INI)].
Laima Liucija Andrikienė, rapporteur. − (LT) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de hoge vertegenwoordiger, ik ben heel blij dat u hier vandaag deelneemt aan dit zeer belangrijke debat, vooral omdat dit de eerste politieke debatten zijn waaraan u, barones Ashton, deelneemt sinds de oprichting van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO).
Het jaarverslag over de mensenrechten in de wereld, dat de Europese Raad heeft aangenomen, en het communautair beleid op dit gebied vormen de basis van dit debat en de resolutie van het Europees Parlement waarover wij morgen zullen stemmen. Wij kunnen barones Ashton niet verantwoordelijk houden voor de maatregelen die in het genoemde verslag worden besproken, namelijk de maatregelen uit 2008-2009, omdat zij toen nog geen hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid was. Wij begrijpen de grote verantwoordelijkheid die u hebt, zowel nu als in de toekomst, en ik wil u verzekeren dat wij in het Europees Parlement er alles aan zullen doen om ervoor te zorgen dat de doelen van de Europese Unie op het gebied van buitenlands beleid worden bereikt.
Barones Ashton, het Verdrag van Lissabon is nu een jaar van kracht en de Europese Dienst voor extern optreden werd amper twee weken geleden operationeel. In zijn verslag stuurt het Europees Parlement een duidelijke boodschap naar alle Europese instellingen. Het Europees Parlement heeft duidelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt dat de prioriteit in de nieuwe Europese Dienst voor extern optreden moet liggen bij het bevorderen van democratie en de bescherming van de mensenrechten in de wereld en dat dit zowel in de structuur als in de financiering ervan tot uiting moet komen. Er zou een directoraat voor de mensenrechten en democratie kunnen komen, een directoraat voor internationaal recht of een structuur met een andere naam maar dezelfde inhoud. Wat wij moeten voorkomen is dat mensenrechtenkwesties worden gemarginaliseerd of worden afgevoerd van de hoofdagenda van de Europese Unie en de structuur van de EDEO.
Met hetzelfde doel voor ogen stelt het Europees Parlement voor om binnen de context van deze dienst speciale vertegenwoordigers voor de mensenrechten in te stellen die in specifieke landen of regio's gaan werken, vooral daar waar de Europese Unie geen diplomatieke vertegenwoordiging heeft. Deze speciale vertegenwoordigers zouden een duidelijk mandaat moeten krijgen om de mensenrechten te verdedigen in de landen waar zij werken.
Ik wil ook nog eens de noodzaak onderstrepen van een Raadswerkgroep Rechten van de Mens (COHOM) in Brussel, te meer omdat een absolute meerderheid van de EU-lidstaten dit idee steunt. In het verslag, waarover wij morgen in het Europees Parlement zullen stemmen, wordt communautair beleid behandeld en beoordeeld, namelijk het werk van de hele Europese Unie en haar instellingen met betrekking tot een groot aantal onderwerpen en kwesties, zoals afschaffing van de doodstraf, terrorismebestrijding, mensenrechten, kinderrechten, de bestrijding van geweld tegen vrouwen, de situatie van verdedigers van de mensenrechten in verscheidene landen in de wereld en de vrijheid van godsdienst of geloof. Wij bespreken en beoordelen het optreden van de Europese Unie in internationale fora, zoals de Verenigde Naties, de VN-Raad voor de mensenrechten en de samenwerking van de Europese Unie met het Internationaal Strafhof.
Mijn collega's in het Europees Parlement hebben een actieve rol gespeeld bij de voorbereiding van het onderhavige verslag, dat in de Commissie buitenlandse zaken met een grote meerderheid werd aangenomen: vijftig stemmen "voor", geen stemmen "tegen" en twee onthoudingen. Het verslag bevat een bijlage met een lijst van specifieke mensenrechtenschendingen in verscheidene landen waar het Europees Parlement aandacht aan heeft besteed. Het gaat om concrete namen, landen, het lot van mensen en dodelijke slachtoffers. Ik wil daarom mijn toespraak eindigen met het noemen van enkele ernstige gevallen van mensenrechtenschendingen.
Aangezien u bij de ceremonie aanwezig was, weet u dat het Europees Parlement vandaag de Sacharov-prijs voor de vrijheid van meningsuiting zou uitreiken aan de Cubaanse dissident Guillermo Fariñas. Dat konden wij echter niet doen, omdat vertegenwoordigers van de Cubaanse regering weigerden de heer Fariñas toe te staan naar het Europees Parlement te komen. Wij vertrouwen erop dat u als hoge vertegenwoordiger hiermee rekening zult houden en een manier vindt om ons standpunt, onze teleurstelling en ons verzet in deze zaak over te brengen aan de Cubaanse regering.
Ik wil uw aandacht ook vestigen op een andere pijnlijke zaak die wij in ons verslag behandelen. Een rechtbank in Moskou zou vandaag uitspraak doen over een van beide betrokken personen, maar om onduidelijke redenen werd dit uitgesteld tot eind deze maand. Het betreft de rechtszaak tegen Michail Chodorkovski en Platon Lebedev, die naar mijn mening een weerspiegeling is van de erbarmelijke staat van het rechtssysteem en het ontbreken van de rechtsstaat in Rusland. Barones Ashton, ik wil u vragen deze zaak niet te vergeten en te proberen ervoor te zorgen dat gerechtigheid in Rusland de regel en niet de uitzondering wordt. Ik denk dat de huidige openstelling van Rusland en de doelstelling van president Medvedev om Rusland te moderniseren een zeer goede gelegenheid zijn om dit doel te verwezenlijken.
Catherine Ashton, vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, waarde leden, afgelopen vrijdag vierden we de Internationale dag van de mensenrechten. Het thema van dit jaar vestigde de aandacht op het werk van individuen en organisaties overal ter wereld in de strijd tegen schendingen van de mensenrechten, met name discriminatie.
Het afgelopen jaar heb ik met Nobelprijswinnaar Shirin Ebadi gesproken over Iran en heb ik een ontmoeting gehad met de prijswinnaar van de frontlinie dr. Soria Sabhrang, commissaris voor de mensenrechten van vrouwen in Afghanistan, en andere mensenrechtenverdedigers van over de hele wereld, en dat zal ik ook blijven doen.
Zoals ik al zei, verwacht ik dat mijn collega's in Brussel en de hoofden van onze EU-delegaties hetzelfde zullen doen.
Zes maanden geleden heb ik hier een eerste visie gegeven op hoe de Europese Unie haar mensenrechtenbeleid moet vormgeven. Vandaag wil ik uiteenzetten hoe het werk sindsdien gevorderd is en hoe ik het verdere verloop zie nu we de ondersteuning van de Europese Dienst voor extern optreden hebben.
Om te beginnen ben ik mevrouw Andrikienė erg dankbaar voor haar verslag naar aanleiding van het EU-jaarverslag over de mensenrechten, waarin zij uiteenzet hoe het Europees Parlement denkt het mensenrechtenbeleid effectiever te maken. Ik deel dit streven. Het onderhavige verslag maakt duidelijk welke maatregelen de EU moet nemen en voor welke uitdagingen zij zich geplaatst ziet: aanvallen op mensenrechtenverdedigers, seksueel geweld, gebruik van nieuwe technologieën die de vrije meningsuiting beteugelen, om er maar een paar te noemen. Hulde aan mevrouw Andrikienė voor het bijeenbrengen van ruim 400 amendementen in dit indrukwekkende, informatieve en buitengewoon nuttige verslag.
In het verslag komen nogal wat zaken aan bod; ik wil drie belangrijke ontwikkelingen van de laatste maanden naar voren halen. Om te beginnen heeft de EU hard gewerkt om de mensenrechtenkwestie op multilateraal niveau onder de aandacht te brengen.
In een succesvolle vergadering van de Raad voor de mensenrechten van de Verenigde Naties kwam de Europese Unie met een gemeenschappelijk standpunt inzake resoluties waarover mogelijk verdeeldheid heerst inzake de Gazavloot en het verslag-Goldstone. Bij de Derde Commissie van de Algemene Vergadering heeft de EU ook haar belangrijkste doelen bereikt: resoluties inzake Burma, de Democratische Volksrepubliek Noord-Korea en de doodstraf werden allemaal met steeds grotere meerderheid aangenomen – net als de Canadese resolutie over Iran –, en ook de EU-resolutie over het bestrijden van religieuze onverdraagzaamheid kon op unanieme goedkeuring rekenen.
Ten tweede zijn we zoals in juni aangekondigd van start gegaan met de herziening van het mensenrechtenbeleid van de Unie. We hebben zoveel mogelijk partijen bij dit proces betrokken: parlementariërs uit de lidstaten, met name mevrouw Hautala, en de subcommissie mensenrechten, alsmede ngo's uit het maatschappelijk middenveld en academici. Ik zal de dienst en mijn team van hoogste ambtenaren de komende maanden vragen na te denken over de belangrijkste onderwerpen die bij dit overleg naar voren komen en hoe we deze het beste in de praktijk kunnen brengen. Ik reken op de aanhoudende steun van het Parlement voor deze zaak.
Ten derde zijn we begonnen met het stroomlijnen van de vele beleidslijnen die de afgelopen tien jaar zijn ontwikkeld als richtsnoeren voor het mensenrechtenbeleid van de Unie: toolkits, overige instrumenten, onze richtsnoeren voor het bevorderen en beschermen van mensenrechten. Er zijn goede redenen voor waarom het beleid zo organisch is gegroeid, maar volgens mij wordt het tijd dat we de balans opmaken en verder gaan; ik zie drie actielijnen voor het verdere werk aan de herziening.
Ten eerste moet Europa de mensenrechten op het wereldtoneel blijven verdedigen. We streven ernaar meer te doen op het niveau van de Verenigde Naties en proberen weerstand te bieden tegen pogingen de universele normen af te zwakken die de basis vormen voor ons handelen. We moeten op zoek naar innovatieve manieren om onze gedeelde waarden bij partners van buiten de Unie onder de aandacht te brengen, net als bij de stemming in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over de doodstrafresolutie, waarbij we succes hebben geboekt. Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat ons eigen blazoen zuiver blijft.
Ten tweede moeten we onze aanpak afstemmen op afzonderlijke situaties. Dit betekent dat we voor elk land lokale mensenrechtenstrategieën moeten ontwikkelen, onze prioriteiten moeten heroverwegen en zo efficiënt mogelijk gebruik moeten maken van onze verschillende instrumenten, bijvoorbeeld door ervaringen op het gebied van de bescherming van kinderen op internet of de beste manieren om kinderarbeid aan te pakken te delen.
Het derde en laatste punt: mensenrechten moeten zichtbaar centraal staan in het externe optreden van de Unie. Dit betekent dat we mensenrechten moeten meenemen in de activiteiten van alle onderdelen van de Dienst voor extern optreden, alsmede in alle vlakken waarop de Unie buiten haar grenzen actief is: handel, ontwikkeling, GBVB, enzovoort, op alle niveaus. Dit zal zowel in de structuur op de hoofdzetel als in onze vertegenwoordigingen worden verankerd, opdat de mensenrechtensituatie kan worden gemonitord en de doelstellingen van het EU-mensenrechtenbeleid effectiever kunnen worden gerealiseerd.
Mensenrechten vormen de kern van de identiteit van de Unie en liggen ten grondslag aan ons optreden overal ter wereld. We hebben krachtige mechanismen ontwikkeld om deze waarden in verschillende contexten en bij verschillende partners te bevorderen; in de multilaterale context en via steun aan het maatschappelijk middenveld; financiering van specifieke projecten op het gebied van mensenrechten in ruim honderd landen. Bijna tien jaar na de allereerste EU-mededeling over mensenrechten, en met de oprichting van de nieuwe dienst, wil ik ervoor zorgen dat ons mensenrechtenbeleid effectief, innovatief en doelgericht is: de rode draad die door al ons externe optreden loopt en de gouden standaard van ons buitenlands beleid vormt.
Daarom ben ik vandaag bijzonder verheugd over de bijdrage in dit verslag. Tot slot wil ik Guillermo Fariñas feliciteren met de aan hem toegekende Sacharov-prijs voor de vrijheid van denken.
Inese Vaidere, namens de PPE-Fractie. − (LV) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw Ashton, allereerst wil ik mevrouw Andrikienė bedanken voor haar succesvolle verslag, dat vrijwel unaniem werd aangenomen in de Commissie buitenlandse zaken. Ik wil ook mevrouw Ashton bedanken voor haar weloverwogen toespraak. Het verslag over de mensenrechten in de wereld wijst op de ernstige situatie zelfs in die landen waarmee de Europese Unie al vele jaren een dialoog voert en overleg pleegt over mensenrechten. In het verslag wordt er bijvoorbeeld op gewezen dat Rusland tot op heden alleen heeft voldaan aan het eerste punt van de zespuntenovereenkomst met Georgië. Een half miljoen mensen kan nog steeds niet terugkeren naar hun huizen in Zuid-Ossetië en Abchazië. De Europese Unie moet serieus werk maken van dergelijke situaties, en daarom verzoek ik de hoge vertegenwoordiger speciale aandacht te schenken aan het oplossen van de zaken waar ik naar heb verwezen. Het is onaanvaardbaar dat de Europese Unie enorme hoeveelheden tijd en geld besteedt aan de mensenrechtendialoog en toch geen goede resultaten kan bereiken. Het is daarom duidelijk dat het communautair beleid inzake mensenrechten aanzienlijke verbetering behoeft. Ten eerste door een duidelijke mensenrechtenstrategie te voeren, die niet alleen taken vastlegt maar ook een structuur om resultaten regelmatig te evalueren en gebruikte tactieken te herzien. Ten tweede moet de evaluatie van de mensenrechtensituatie door de Europese Unie alleen zijn gebaseerd op concrete ervaringen en exacte criteria. Wij mogen onze mening niet veranderen onder druk van een derde land of vanwege economische belangen. Ten derde moeten wij op communautair niveau regelmatig overleg plegen met niet-gouvernementele organisaties. Het waarborgen van de mensenrechten en democratie moet de prioriteit van de Europese Dienst voor extern optreden en een duidelijk criterium in bilaterale overeenkomsten met derde landen zijn. Dank u wel.
Véronique De Keyser, namens de S&D-Fractie. – (FR) Mevrouw de Voorzitter, dit verslag is gigantisch, een enorme onderneming. Het behandelt namelijk bijna alles op het gebied van mensenrechten, maar dit voordeel heeft ook een keerzijde, namelijk dat het vol details staat, hier en daar langdradig is, wat echter zeker niet door de rapporteur komt, maar door de 423 amendementen waar zij zich doorheen heeft moeten worstelen. Het is om die reden een knap stuk werk waar we mevrouw Andrikienė mee moeten feliciteren.
Uit het verslag komt echter duidelijk naar voren dat mensenrechten binnen het Europees beleid een ingewikkeld onderwerp met vele facetten is. En daarom, als het Europees Parlement u, barones Ashton, vraagt om een speciale rapporteur voor mensenrechten, een directoraat-generaal voor mensenrechten, een speciale training voor het personeel van EU-delegaties in het buitenland, en onder deze personeelsleden, iemand die zeer specifiek belast is met het bewaken van de rechten van de mens in het betreffende land, als het Parlement om dergelijke zaken vraagt, dan is dat beslist niet om dit onderwerp te bureaucratiseren, maar omdat er een berg werk verzet moet worden.
Hoewel in dit verslag de ernstige problemen en overtredingen die in de wereld opschudding veroorzaken niet buiten beschouwing worden gelaten, is het ook geen aaneenschakeling van gruwelijke gebeurtenissen. Er wordt op een positieve manier terecht stilgestaan bij de inspanningen die zijn geleverd, terwijl er ook suggesties worden gegaan voor acties en discussiethema's om mee aan de slag te gaan.
Het komt erop neer dat het een uitstekende weergave is van het belang en de inhoud van het werk dat de Europese Unie heeft verzet. De Europese Unie heeft een pakket middelen ontwikkeld dat daadwerkelijk kan bijdragen aan het bevorderen van de democratie in de wereld. Zij dient alleen haar gesprekspartners nog te overtuigen van het feit dat het naleven van de mensenrechten geen remmend effect heeft op de groei en op de internationale handel, en dat het geen steen om de nek is in de buitenlandse betrekkingen, maar juist een meerwaarde vormt als het gaat om stabiliteit en welvaart.
Barones Ashton, u hebt de kwestie van de mensenrechten heel goed aangepakt en hebt van u doen spreken na afloop van dit eerste jaar na het Verdrag van Lissabon.
Leonidas Donskis, namens de ALDE-Fractie. − (LT) Mevrouw de Voorzitter, ik wil de rapporteur complimenteren en alle leden die amendementen hebben ingediend en aan debatten hebben deelgenomen bedanken voor hun belangstelling en inspanningen om dit verslag over mensenrechten en het EU-mensenrechtenbeleid op te stellen en te verbeteren.
Ik ben van mening dat de rapporteur en collega's van de Subcommissie mensenrechten en de Commissie buitenlandse zaken deze uitdaging met succes zijn aangegaan. Ook de ideeën en de steun die wij kregen van vertegenwoordigers van niet-gouvernementele organisaties hielpen om het verslag te verbeteren. Ik wil daarom alle leden verzoeken voor dit verslag te stemmen, dat na uitvoerige debatten, amendementen en discussies het standpunt van het Europees Parlement inzake mensenrechten nauwgezet weergeeft.
Wat de ingediende amendementen betreft, wil ik mijn collega's verzoeken niet te lang stil te staan bij zaken die al uitvoerig zijn besproken in de commissies. Het is waar dat er veel mensenrechtenproblemen zijn en dat veel landen kunnen worden genoemd en kunnen worden opgeroepen maatregelen te nemen. De kracht van dit verslag ligt echter in de beknoptheid ervan. Als wij het verslag eindeloos uitbreiden, zou het aan doeltreffendheid inboeten, en daarom lijken sommige amendementen mij onnodig.
Tegelijkertijd wil ik u wijzen op enkele belangrijke amendementen die niet in de vorige versie van het verslag voorkwamen. Een daarvan is het door mijn fractie ingediende amendement over sodium pentothal, waarin wordt verzocht te waarborgen dat de productie en verkoop van deze substantie, die kan worden gebruikt voor het uitvoeren van de doodstraf, alleen voor medische doeleinden is toegestaan. De aanneming van dit amendement zou een belangrijke stap zijn in de strijd tegen de doodstraf in de wereld. Ik wil u ook oproepen een ander amendement van onze fractie te steunen, namelijk het amendement waarin de Europese Commissie wordt verzocht om de verplichtingen aan te gaan van het mensenrechtenverslag over 2007 om meer te doen tegen geweld.
Dit document is niet alleen een serie richtsnoeren voor de Europese Commissie, de Raad en de lidstaten, maar ook een zeer krachtige, duidelijke boodschap aan de buurlanden en partnerlanden van de Europese Unie en andere landen waar de mensenrechten onvoldoende worden geëerbiedigd en verdedigd. Ik hoop dat alle betreffende landen en instellingen de nodige aandacht aan dit verslag zullen besteden en zijn waardevolle aanbevelingen zullen opvolgen.
Heidi Hautala, namens de Verts/ALE-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil vandaag de hoge vertegenwoordiger in het Europees Parlement welkom heten. Bovendien wil ik mevrouw Andrikienė van harte feliciteren met haar werk. Het was uitstekend teamwork, en dat is ook de reden dat het bijna unaniem door de Commissie buitenlandse zaken is aangenomen.
Ik had het voorrecht om deze herfst deel te nemen aan het overleg tussen de lidstaten over de vraag hoe we het mensenrechtenbeleid van de EU effectiever en coherenter kunnen maken. Mijns inziens hebben we nu de historische kans om ons mensenrechtenbeleid te herzien, zoals u al zei, mevrouw Ashton. Dit proces moet zo breed en open mogelijk zijn. Ik raad u met klem aan te zijner tijd – niet te laat natuurlijk – een mededeling voor te leggen aan het Parlement en de Raad, zodat we op hoog niveau kunnen debatteren en actie kunnen ondernemen.
Vandaag is het erg belangrijk eraan te herinneren dat het Verdrag van Lissabon respect voor de mensenrechten centraal stelt in het externe beleid van de Unie. Hiervoor moet een adequate structuur aanwezig zijn. We weten dat u, de hoge vertegenwoordiger, zich op de hoofdzetel inzet voor mensenrechten en democratische structuren. Kunt u ons vertellen wat dat in de praktijk betekent? Kunt u uw toezegging aan het Parlement deze zomer herhalen? Ik raad u ook ten zeerste aan het in Brussel te vestigen COHOM, de werkgroep mensenrechten van de Raad, in het leven te roepen. Als we meer coherentie nodig hebben – en dat hebben we – hebben we in elk geval deze permanente structuur nodig.
Tot slot wil ik u bedanken voor uw inspanningen om de lidstaten afgelopen vrijdag in Oslo bijeen te brengen voor de uitreiking van de Nobelprijs. Ik heb zo het vermoeden dat dat zonder uw tussenkomst niet gelukt was. Dit is een zeer goede basis voor ons werk op het gebied van mensenrechten, waardoor de Unie haar wensen op het wereldtoneel duidelijker, nadrukkelijker en effectiever voor het voetlicht kan brengen.
Konrad Szymański, namens de ECR-Fractie. – (PL) Mevrouw de Voorzitter, ik sluit mij ook aan bij de dankbetuigingen aan de rapporteur. De samenwerking was uitstekend en heeft geresulteerd in een, naar mijn mening, bijzonder goed verslag. Ik vind wel dat een zaak benadrukt moet worden, namelijk dat christenen nog steeds de meest vervolgde religieuze groepering ter wereld zijn. In vrijwel de gehele wereld worden zij gediscrimineerd, aangevallen en vaak zelfs vermoord. Ondertussen doet de wereld er het zwijgen toe. Ook wij doen als Europese Unie nog steeds te weinig.
Ik ben mevrouw Ashton bijzonder dankbaar voor haar recente reacties in veel individuele gevallen, maar het blijft nodig om deze kwestie steeds weer aan de orde te stellen. Buurlanden van de Unie, zoals Egypte of Algerije, zullen moeten inzien dat de politieke dialoog niet verder gevoerd kan worden zonder de religieuze minderheden in die landen tot onderwerp van gesprek te maken. Landen als Soedan of Irak moeten zich er sterk van bewust zijn dat wij niet akkoord gaan met verdere ontwikkeling van hulpprogramma's of vrijhandelsovereenkomsten zolang het fundamentele recht op vrijheid van religie niet wordt gerespecteerd.
In de afgelopen jaren is er veel ten goede veranderd op dit gebied, maar onze permanente betrokkenheid bij de verdediging van de vrijheid van religie in de wereld blijft noodzakelijk, omdat niemand anders dit voor ons doet. Dezer dagen konden we in het Europees Parlement bisschoppen ontmoeten, die uit Mosul en Bagdad in Irak hier naartoe zijn gereisd om hun ervaringen met ons te delen. Ik denk dat we hen naast het gevoel van solidariteit ook een veiligheidsgarantie moeten bieden voor de toekomst, zodat zij het gevoel hebben dat er iemand is waar zij een beroep op kunnen doen. Anders verliezen we onze geloofwaardigheid in de ogen van de wereld, omdat we niet in staat zijn voor onze vrienden te zorgen.
Marie-Christine Vergiat, namens de GUE/NGL-Fractie. – (FR) Mevrouw de Voorzitter, onze vergadering lijkt alleen maar over mensenrechten te gaan.
Vanmorgen hebben we het verslag-Gál aangenomen. We hebben ook een verslag goedgekeurd over mensenhandel, nog een verslag over het Europees beschermingsbevel, oftewel de rechten van slachtoffers. Ik zal daarbij ook de verwerping van de gecombineerde vergunning noemen, waardoor het Europees Parlement een voorstel verwierp dat veel te discriminerend was ten aanzien van buitenlanders.
Ik ga het niet meer hebben over de Sacharov-prijs. Daar heb ik mijn mening al over gegeven. Maar ik vind dat dit verslag in de lijn ligt van diezelfde tweesporenvisie, namelijk het smalle prisma waardoorheen sommige leden helaas de mensenrechten bezien.
Een paar voorbeelden: ik ben zowel voorstander van de vrijheid van geloofsovertuiging als van de vrijheid om te geloven of niet te geloven. Veel niet-gelovigen worden ook vervolgd in de wereld. Onze rapporteur heeft amendementen geweigerd om het concept van de vrijheid van gedachte, geloof en godsdienst te introduceren, hoewel dat wel bestaat in het internationaal recht. Waarom gaan er vijftien paragrafen over de vrijheid van geloofsovertuiging, voornamelijk gericht op christenen, en maar zes over de vrijheid van meningsuiting? Er wordt niets over vakbonden gezegd. Waarom deze dubbele standaard, waarbij altijd dezelfde landen worden genoemd: Irak, Iran, Rusland, Wit-Rusland en Cuba, terwijl het vrijwel nooit gaat over de situatie in vele Afrikaanse landen, met name niet in de Maghreb, waar de verdedigers van de mensenrechten en de democratie het verschrikkelijk zwaar te verduren hebben, vooral in Libië en Tunesië, waar de onverschilligheid bijna universeel is? Er wordt ook met geen woord over Colombia gerept.
Ik hoop dat dit debat ons in staat zal stellen om vooruitgang te boeken. Ik denk dat we door onze standpunten op elkaar af te stemmen en wat we zeggen en doen aan te passen tot een geheel universele opvatting van de mensenrechten kunnen komen. We hebben nog een hele weg te gaan, en ik heb heel goed naar u geluisterd, barones Ashton.
Fiorello Provera, namens de EFD-Fractie. – (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, allereerst dank ik de rapporteur, mevrouw Andrikienė, voor het feit dat zij een aantal van mijn amendementen over de vrijheid van godsdienst heeft overgenomen en feliciteer ik haar met dit geslaagde verslag.
De vrijheid van godsdienst komt overal ter wereld steeds meer in het gedrang: jaar na jaar neemt het aantal inbreuken op de vrijheid van godsdienst, het geweld en het aantal moorden toe. Deze misdrijven worden gepleegd tegen gelovigen van alle religies en tegen christenen in het bijzonder. Gek genoeg wordt de vrijheid van godsdienst een steeds gevoeliger onderwerp, terwijl het een van de meest natuurlijke en onmiskenbare vrijheden is.
Om al deze redenen herhaal ik het eerder geopperde voorstel voor een specifiek, accuraat jaarverslag van het Europees Parlement waarin de situatie van de vrijheid van godsdienst in de wereld wordt beoordeeld. Aan de hand van de informatie uit dit rapport zouden passende preventieve maatregelen kunnen worden genomen.
Nicole Sinclaire (NI). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, generaties kinderen in de voormalige Sovjet-Unie hebben op school geleerd dat kameraad Stalin de interne verbrandingsmotor heeft uitgevonden. Het lijkt erop dat Europese kinderen nu op school leren dat de EU opkomt voor de mensenrechten - maar wat hebt u, op holle frasen na, nu echt gedaan?
De rapporteur legt de nadruk op de slappe EU-politiek ten aanzien van de Birmese junta, die eigenlijk gelijkstaat aan verzoeningspolitiek. De rapporteur zegt dat de EU zich uiteraard ernstig zorgen maakt over de schending van de mensenrechten buiten de EU – maar wat te denken van de gedwongen deportaties van Roma vanuit België in 1999 tijdens het premierschap van Guy Verhofstadt, die hier nu zit als lid van het Europees Parlement? Wat te denken van de deportaties van Roma vanuit Frankrijk dit jaar?
Maar wellicht kunnen we niets meer verwachten van de Europese Dienst voor extern optreden dan woorden. Amnesty International sprak vorige week in Brussel haar bezorgdheid uit over afwezigheid van een mensenrechtenafdeling binnen de EDEO. Woorden zijn prima, maar de mensen die in deze wereld worden onderdrukt en lijden, zouden wellicht meer gebaat zijn bij actie.
In de commissie beschuldigde ik het Belgische voorzitterschap er vorige week van een spookvoorzitter te zijn. Tot mijn verbazing was de voorzitter het met me eens en zei dat dat precies is wat ze beogen. Ik kan barones Ashton dus vragen om op 10 januari de volgende vergadering bij te wonen van de Subcommissie mensenrechten – en niet alleen in gedachten - waar zij deel kan nemen aan de gedachtewisselingen omtrent het netwerk van mensenrechten en democratie en ons precies kan uitleggen wat het woord "actie" voor haar betekent.
Filip Kaczmarek (PPE). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, ik bedank mevrouw Andrikienė, rapporteur van het verslag over de mensenrechten in 2009. Dit werk was niet gemakkelijk, omdat de naleving van de mensenrechten helaas nog steeds onze aandacht en betrokkenheid vereist. In ons verslag doen we herhaaldelijk een oproep aan verschillende landen en instellingen om concrete maatregelen te nemen om de naleving van de mensenrechten te verbeteren. Het lijkt mij dat we vaker moeten controleren of die instellingen de verzoeken van het Europees Parlement daadwerkelijk uitvoeren. Anders zullen we over een jaar veel van de opmerkingen van vandaag moeten herhalen.
We hebben het gelijk aan onze kant wanneer we naleving van de grondrechten eisen, maar dat is nog niet voldoende. We moeten ook effectief zijn en in staat om de uitvoerende macht te bewegen tot daadwerkelijke implementatie van onze aanwijzingen. Ik steun het voorstel van de rapporteur om binnen de structuur van de Europese Dienst voor extern optreden een directoraat Mensenrechten en democratie op te richten en de functie van hoge vertegenwoordiger voor de mensenrechten in het leven te roepen. De bevordering van democratische waarden en de mensenrechten moet de belangrijkste doelstelling zijn van een coherent extern beleid van de Europese Unie. Dat is misschien wel de belangrijkste politieke boodschap van dit verslag. Wanneer het lukt om die doelstelling te bereiken, worden de jaarverslagen over de mensenrechten in de wereld steeds dunner. Laten we hopen dat dit daadwerkelijk gebeurt.
Janusz Władysław Zemke (S&D). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, dank u wel dat u mij de gelegenheid geeft het woord te voeren. Vandaag analyseren wij materiaal dat duidelijk bestaat uit twee delen die twee verschillende gebieden betreffen. Het eerste betreft een poging om de naleving van de mensenrechten in 2009 te beoordelen, het tweede gaat over het beleid van de Europese Unie op dit gebied. We moeten dus antwoord geven op de vraag of er in het afgelopen jaar in de wereld vooruitgang is geboekt met betrekking tot de naleving van de mensenrechten. Helaas is dit antwoord niet positief. In 2009 is de naleving van de rechten van mens er zeker niet op vooruitgegaan. Ik denk hierbij aan het feit dat de doodstraf nog steeds wordt toegepast en dat in veel landen nog steeds gemarteld wordt. Ik denk aan het geweld tegen vrouwen en de honderden miljoenen kinderen in de wereld die nog steeds gedwongen werken als slaven.
De tweede kwestie betreft de Unie. Er bestaat geen onenigheid over de waarden of doelstellingen zelf. Het fundamentele punt van discussie en onze grootste zorg is de wens dat de maatregelen van de Unie op het gebied van de bescherming van de mensenrechten doeltreffender worden. Ik ben het eens met alle suggesties uit het verslag. Als al onze aanbevelingen worden uitgevoerd, zouden de maatregelen van de Unie op het gebied van de bescherming van de mensenrechten in de wereld aanzienlijk effectiever zijn.
Charles Goerens (ALDE). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, het verslag van mevrouw Andrikienė is een formidabel naslagwerk voor iedereen die iets wil zeggen over mensenrechten. Het is goed om lessen op het gebied van mensenrechten te delen met onze partners in de rest van de wereld.
Hoewel sommige landen in de Middeleeuwen zijn blijven hangen wat betreft de naleving van de normen voor mensenrechten, zou Europa er goed aan doen om zich niet te arrogant op te stellen.
De kritiek van de Europese Unie op de autoriteiten van landen die de mensenrechten met de voeten blijven treden, zou nog geloofwaardiger zijn als onze 27 lidstaten er zonder uitzondering mee in zouden stemmen om alle uitspraken van het Hof voor de rechten van de mens in Straatsburg ten uitvoer te brengen.
Hoe staan we ervoor? Wordt het niet eens tijd om een plechtige verbintenis aan te gaan om ervoor te zorgen dat er geen enkele twijfel meer bestaat over onze bereidheid om de autoriteit van de organen die we zelf hebben opgericht te respecteren?
Barbara Lochbihler (Verts/ALE). – (DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw Ashton, de EU beschikt over een rijke schat aan instrumenten om in veel landen het mensenrechtenbeleid te verbeteren. De EU is een regionale macht die in multilaterale organen zou moeten aandringen op de tenuitvoerlegging van het mensenrechtenbeleid en zou moeten verzekeren dat er meer aandacht wordt besteed aan het boeken van vooruitgang op dit gebied. Wordt met de start van de Europese Dienst voor extern optreden nu van de gelegenheid gebruikgemaakt om erover na te denken of het mensenrechtenbeleid van de EU ook het gewenste effect sorteert? Ik hoop het en juich de door u, mevrouw Ashton, aangekondigde evaluatie van het bestaande mensenrechtenbeleid toe.
Het baart mij echter grote zorgen of met structuren die in de Dienst voor extern optreden voor de mensenrechten gepland zijn, ook zinvol kan worden gewerkt. Het gevaar is reëel dat er nog minder middelen beschikbaar zullen zijn dan tot dusver het geval was, en dat we geen zichtbaar, hoorbaar en effectief Europees mensenrechtenbeleid zullen hebben. De mensenrechtenafdeling die wordt opgericht, dreigt al gauw een vijgenblad te worden als het mensenrechtenbeleid op het hoogste niveau op geen enkele manier vertegenwoordigd is. De mainstreaming van mensenrechten zal op zichzelf ook niet tot de vereiste resultaten leiden.
Mainstreaming in alle beleidsgebieden en op een centraal besluitvormingsniveau is slechts mogelijk als we over een substantieel team van deskundigen met banden met het hoogste niveau beschikken en als aan alle betrokken personen wordt opgedragen om de kwestie serieus te nemen. Als we ons alleen zouden concentreren op mainstreaming, zou dat volkomen onbegrijpelijk, onprofessioneel en een stap achteruit zijn. Die mensen die lijden onder de schending van hun meest fundamentele rechten, verwachten een ander en effectief mensenrechtenbeleid van de EU en niet de loutere toepassing van administratieve procedures op dit gebied.
Charles Tannock (ECR). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik feliciteer de rapporteur, Laima Andrikienė, met haar evenwichtige en verstandige aanpak van dit verslag.
Mijn fractie, de ECR, zet zich volledig in voor de wereldwijde bevordering van de fundamentele rechten van de mens. Wij erkennen echter ook dat mensenrechten vaak wel in evenwicht moeten zijn met realpolitik. Waarom zou de EU anders een strategisch partnerschap ontwikkelen met China, wiens regering weinig respect heeft voor de vrijheden die wij essentieel vinden. De EU heeft evenzeer de morele plicht om ontwikkkelingshulp en humanitaire steun te verschaffen aan ontwikkelingslanden, zelfs aan die met een bedroevende reputatie op het gebied van mensenrechten, zoals Pakistan waar vooral vrouwen en religieuze minderheden te lijden hebben van institutionele discriminatie.
Ik ben niettemin verheugd dat dit verslag de nadruk legt op landen waar ik me tijdens mijn carrière altijd met name om heb bekommerd – Vietnam, Cuba, Venezuela, Iran, Zimbabwe en Noord-Korea. Ook is er terecht aandacht besteed aan de kwestie van de impuniteit van schenders van de mensenrechten in Rusland. Het centrale thema in dit verslag is dat democratie, mensenrechten en economische vrijheid hand in hand gaan.
Ik heb echter twijfels als dit Parlement zich beroept op de internationale wetgeving bij de veroordeling van enkele weerzinwekkende praktijken als de wettelijke basis hiervoor verre van duidelijk is. Zo merk ik bijvoorbeeld op dat afranseling in Maleisië in een resolutie van het Parlement die morgen wordt besproken, duidelijk in strijd met de internationale wetgeving is verklaard terwijl zo'n verklaring juridisch aanvechtbaar is. Wij moeten ons aan de feiten houden om geloofwaardig te blijven als instelling.
Bastiaan Belder (EFD). - Onze inzet voor de naleving van de grondrechten kan niet zonder persoonlijke betrokkenheid en daartoe spoort het belangwekkende verslag van collega Andrikienė ook duidelijk aan. Voor mij is dat specifiek het onderdeel "geloofsvrijheid".
Drie actuele inbreuken op het grondrecht van de geloofsvrijheid wil ik noemen ter aansporing van de Raad en de Commissie, gebundeld in de persoon van u, hoge vertegenwoordigster, om deze en alle andere vervolgde burgers in het diplomatieke verkeer een stem en zo ook een gezicht te geven.
Drie urgente zaken zijn voor mij: 1. Dr. Fan Yafeng, prominent christelijk mensenrechtenadvocaat en voorganger van de huiskerk in Peking, die sinds 1 november 2010 onder huisarrest staat en al wekenlang gebukt gaat onder de chicanes en machinaties van de Chinese veiligheidsdienst. Europees actiepunt: opheffing van het huisarrest van dr. Fan.
2. Aisha Bibi, Pakistaans christin, ter dood veroordeeld op grond van de blasfemiewetgeving in dit land op een hoogst dubieuze aanklacht. In een persoonlijk gesprek, in San Francisco pas geleden, wilde de Pakistaanse minister van buitenlandse zaken niet verder gaan dan nauwlettend politieonderzoek in geval van aanklachten op grond van de blasfemiewetgeving. Europees actiepunt: invrijheidstelling van Aisha Bibi en afschaffing van de blasfemiewetgeving in Pakistan.
3. Yusuf al-Qaradawi, huiskerkleider in Iran, ter dood veroordeeld op grond van "geloofsafval". Europees actiepunt: invrijheidstelling van deze predikant en beëindiging van de permanente staatssurveillance van huiskerken in de islamitische republiek.
Collega's, Raad en Commissie, mevrouw de hoge vertegenwoordiger, aan huiswerk jammer genoeg geen gebrek!
Andreas Mölzer (NI). – (DE) Mevrouw de Voorzitter, als China oproept om de uitreiking van de Nobelprijs voor de vrede te boycotten en de regeringen in Irak en Afghanistan, die met militaire hulp van het westen aan de macht kwamen, gevolg geven aan die oproep, dan toont dat voor mij aan hoe moeilijk regeringen met islamitische stempel het hebben met de mensenrechten. In dit verband zijn de toenemende vervolging van christelijke minderheden in het Nabije Oosten en de gevallen van discriminatie van en intolerantie tegenover christenen ook in Europa bijzonder zorgelijk. We mogen ook in de EU niet langer de ogen sluiten voor toenemende problemen in moslimgemeenschappen in verband met gedwongen huwelijken, eremoorden, geweld tegen vrouwen en de oproep tot invoering van de sharia.
We moeten ons volgens mij resoluut kanten tegen het culturele relativisme dat onder het mom van respect voor vreemde culturen en tradities tolereert dat in delen van het islamitische cultuurgebied het recht van mensen op vrijheid, gelijkheid en medezeggenschap wordt beknot.
Vittorio Prodi (S&D). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, het verslag-Andrikienė is een uitstekend verslag, en de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement heeft hard gewerkt om een uiterst waardevolle bijdrage te kunnen leveren. De mensenrechten vormen sinds de oprichting een van de fundamentele pijlers van de Europese Unie, en het Europees Parlement moet de eerbiediging ervan, die cruciaal is, dagelijks bevorderen.
Met het oog op een betere eerbiediging van de fundamentele mensenrechten, de globalisering en de veranderingen in de maatschappij hebben wij een nieuwe, andere visie nodig die de huidige kaders overstijgt. In het licht daarvan moet de gelijke toegang tot natuurlijke rijkdommen als fundamenteel mensenrecht worden gegarandeerd.
De klimaatverandering zal de komende jaren zorgen voor een enorme vluchtelingenstroom vanuit de armste gebieden van de wereld, en het is onze plicht om alvast rekening te gaan houden met de mogelijke migratiestromen, zodat we passend beleid kunnen ontwikkelen waarmee de waardigheid van deze mensen geëerbiedigd wordt.
In de huidige internationale wetgeving wordt de term "klimaatvluchteling" nog niet gebruikt. Natuurlijk blijven we de woestijnvorming bestrijden, net zoals we ons zullen blijven aanpassen aan de klimaatverandering. Dit zijn de thema's die ik in het verslag heb proberen op te nemen, zodat daar serieus over kan worden gedebatteerd.
Marietje Schaake (ALDE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, we vieren vandaag een belangrijke dag met de uitreiking van de Sacharov-prijs, maar er is veel meer werk aan de winkel. Ik zou graag een paar elementen van dit uitgebreide en goed opgestelde verslag willen uitlichten.
We moeten ervoor zorgen dat rechtvaardigheid zegeviert over straffeloosheid, of dat nou gebeurt via het Internationaal Strafhof of anderszins. Het is niet alleen belangrijk dat de daders worden berecht, omdat dat vaak een langetermijnproces is, maar ondertussen is het een erkenning van het lijden en van onze geloofwaardigheid in de EU voor degenen die vrezen dat mensenrechtenschendingen onopgemerkt blijven of in feite getolereerd worden door liberale democratieën als we beginnen om individuele schenders van de mensenrechten verantwoordelijk te stellen.
In dit verslag vragen we om sancties tegen Russische functionarissen die verantwoordelijk zijn voor de dood van de heer Magnitsky en tegen Iraanse functionarissen die betrokken zijn bij de systematische censuur, verkrachting, strafcampagnes en executies van burgers die niets anders hebben gedaan dan te handelen overeenkomstig hun onvervreemdbare en universele mensenrechten.
Peter van Dalen (ECR). - Voorzitter, de afgelopen decennia hebben wij gezien dat op een aantal plaatsen in de wereld de situatie van de mensenrechten is verbeterd. Ik denk aan Zuid-Amerika en aan Oost-Europa, waar dit samenhangt met democratisering en welvaartsgroei.
Helaas is in landen waar de islam dominant, is geen vooruitgang te zien geweest, integendeel. In Egypte, Irak, Iran, Pakistan, Somalië en dergelijke landen komen steeds meer christenen en andere religieuze minderheden in de verdrukking.
Geen middel wordt door de extremisten in die landen onbenut gelaten. Beschuldiging van blasfemie, verbod op bekering tot het christendom, dagelijkse pesterijen, moord, het gebeurt allemaal. Vaak is het gericht tegen gemeenschappen die al veel langer in deze landen leven dan die moslims.
Voorzitter, vier van elke vijf personen die om hun geloof worden vervolgd zijn christenen en de situatie in de moslimlanden is het meest ernstig.
Ik roep de Europese Unie en haar lidstaten op meer te doen om deze geloofsvervolging tegen te gaan, en ik vraag concreet aan u, mevrouw Ashton, wat gaat u daaraan doen in uw beleid?
Nikolaos Salavrakos (EFD). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, ik wil mevrouw Andrikienė feliciteren met het geïntegreerde verslag dat zij heeft ingediend. Ik wil iedereen eraan herinneren dat de oude Grieken 2 500 jaar geleden zeiden: "De mens is de maat van alle dingen". Twee eeuwen later zeiden de Romeinen "de mens is een wolf voor zijn medemens". Ik wil erachter komen of het oude Griekse gezegde filosofische retoriek is en of we sindsdien vooruitgang gemaakt hebben. We hebben zeker vooruitgang gemaakt; we hebben alleen niet het gewenste resultaat bereikt op het vlak van het vrijwaren van de mensenrechten, en de economische en financiële crisis die in Europa en de rest van de wereld uitbrak, heeft jammer genoeg een enorm probleem gecreëerd en vooral de armste lagen van de maatschappij getroffen en hen het recht op fundamenteel zelfrespect ontnomen. Mevrouw de Voorzitter, barones Ashton, we moeten verder gaan dan enkel woorden; we moeten actie ondernemen, we moeten de nodige maatregelen treffen om de sociale bescherming te bevorderen, om armoede te bestrijden en vooral om werkgelegenheid te creëren voor jongeren. Ik wil u er nogmaals aan herinneren: het hebben van een baan is niet enkel een bron van inkomsten; het is een bron van zelfrespect en waardigheid en draagt bij tot een vreedzaam klimaat in Europa.
Angelika Werthmann (NI). – (DE) Mevrouw de Voorzitter, een beschaving wordt niet alleen gemeten op basis van haar technische vooruitgang en welvaart, maar in toenemende mate ook op basis van haar respect voor de menselijke waardigheid. Dat is een citaat uit een uitzending over het onderwerp "mensenrechten in de 21e eeuw" en zou een waarschuwing voor ons moeten zijn. De geloofwaardigheid van de EU op dit gebied is niet vanzelfsprekend, en ook ons beleid is niet gevrijwaard van het meten met twee maten.
Met de Europese Dienst voor extern optreden hebben we nu de mogelijkheid om de daad bij het woord te voegen dat we ten laatste elke donderdagmiddag aannemen. De mensenrechten moeten tot uitdrukking komen in alle gebieden van het buitenlands beleid van de EU. Ook ik ben ingenomen met een grondige evaluatie van de effectiviteit van alle EU-instrumenten op dit gebied, want het probleem ligt duidelijk niet bij de politieke wil om sterke eisen te stellen, maar bij de uitvoering ervan.
Miroslav Mikolášik (PPE). - (SK) De Europese Unie is gegrondvest op waarden als vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en naleving van de mensenrechten.
Indien de EU echter ook wereldwijd een vooraanstaande rol bij de verdediging van de mensenrechten wil spelen, betekent dit onvermijdelijk dat zij moet beschikken over een samenhangend buitenlands beleid waar alle lidstaten volledig achter staan. Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon hebben we nu de unieke kans om een grote stap vooruit te maken op het gebied van de mensenrechten en democratie. Beide elementen dienen voortaan centraal te staan in de uiteenlopende onderdelen van het buitenlands beleid.
Het besluit om de mensenrechten integraal onderdeel te maken van de werking van de Europese Dienst voor extern optreden is dan ook ongetwijfeld van enorm belang. Ik ben er echter van overtuigd dat de cohesie onder meer met behulp van een speciale vertegenwoordiger voor mensenrechten kan worden vergroot en dat met name de activiteiten op het gebied van het buitenlands beleid van de Europese Unie op dit vlak beter zichtbaar kunnen worden gemaakt.
Tot slot zou ik graag de rapporteur, mevrouw Andrikienė, willen complimenteren met haar uitstekende bijdrage aan het jaarverslag van de Europese Unie inzake de mensenrechten voor de periode 2008-2009, dat een uitvoerig overzicht geeft van de uiteenlopende activiteiten van de Europese Unie op het vlak van de mensenrechten en de democratie in de wereld.
Michael Cashman (S&D). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, dank aan de rapporteur voor haar uitstekende verslag. Barones Ashton, ik ben buitengewoon blij dat u nu in functie bent, omdat uw staat van dienst laat zien dat u absoluut niet schroomt om op te komen voor mensen die geen stem hebben en die beroofd zijn van hun rechten.
Mensenrechten kennen natuurlijk geen nationale grenzen. Ze zijn universeel. Tegelijkertijd is er wereldwijd sprake van een gebrek aan de universaliteit van dat respect. Wij hebben overeenkomsten met bijvoorbeeld landen in Afrika, de Cariben en de Pacific waar lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender mensen worden gecriminaliseerd. Ze worden niet gerespecteerd, en zelfs in de Overeenkomst van Cotonou wordt de vraag gesteld of de rechten van deze mensen gerespecteerd dienen te worden.
We hebben een sterk mensenrechtendirectoraat nodig binnen de EDEO om te zorgen voor coherent beleid op dit gebied naast ontwikkeling, handel en buitenlandse zaken – zoals u zei in uw verklaring.
We hebben vrijhandelsverdragen terwijl er nooit echt is toegezien op naleving van artikel 2, de mensenrechtenbepaling. Het Parlement doet aanbevelingen, en ik ben bang dat de Raad terugdeinst. Onze ogen zijn dus op u gericht, zodat u vastberaden de leiding neemt bij de verdediging van de mensenrechten bij al die landen waar wij betrekkingen mee hebben.
Ik wil ook graag mijn felicitaties uitspreken over de goedkeuring door de Raad in 2009 van de LGBT-toolkit. Deze toolkit stelt de EDEO in staat om te werken aan de fundamentele rechten van lesbiennes, homo's, biseksuelen en transgenderisten. Ik wens u het beste, ik heb vertrouwen in u, en ook dit Huis heeft het volste vertrouwen in u.
Edward McMillan-Scott (ALDE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik voer het woord als de ondervoorzitter van het Europees Parlement voor democratie en mensenrechten, en ik bedank mevrouw Andrikienė voor haar uitmuntende verslag.
In haar toespraak sprak mevrouw Ashton over de nieuwe structuren binnen de EDEO – of liever gezegd, ze zei er niets over. Toen ik jaren geleden het Europees instrument voor democratie en mensenrechten in het leven riep, meende ik dat het nodig was om een structuur te hebben om te zorgen voor democratie en mensenrechten. Dat bestaat nog steeds. Overigens wilde de Commissie dit instrument afschaffen en mensenrechten en democratie mainstreamen in alle buitenlandprogramma's. Mevrouw Ashton zegt niets over mainstreamnig in haar toespraak, maar ik ben bang dat ze wanneer ze het heeft over een zilverdraad die zo dun is dat hij bij de minste druk kan breken, dat ze dan spreekt over een soort filigraan buitenlands beleid. Ik denk dat er meer nodig is dan dat. Wij zouden – net als anderen her en der in dit Huis al hebben gezegd – graag een directoraat voor mensenrechten en democratie willen binnen de EDEO en indien mogelijk een speciale vertegenwoordiger.
Net als mevrouw Hautala was ik vorige week in Oslo, en ik wil het graag hebben over een enkel punt. Er waren ongeveer duizend mensen uit de hele Atlantische regio samengekomen: politici, diplomaten, ambtenaren en vertegenwoordigers van ngo's – ik zat net achter mevrouw Pelosi. Toen er een staande ovatie was, was die eensgezind – geen golfbeweging, geen losse flarden. Iedereen stond op omdat wij als westerse burgermaatschappij achter een aantal principes staan. Als de EU in de toekomst dus haar zachte macht toont, dan moet zij ook principes tonen. Wij hopen dat u dat voor elkaar krijgt, barones Ashton.
Tomasz Piotr Poręba (ECR). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, het verslag van mevrouw Andrikienė is inderdaad uitgebreid, maar ik ben ervan overtuigd dat niet alle kwesties die de naleving van de mensenrechten in de wereld in 2009 betreffen, uitputtend zijn behandeld. Er is slechts weinig tekst gewijd aan de toenemende vervolging van christenen, niet alleen in derde landen, maar ook steeds vaker in Europa. De Europese Unie heeft voldoende politieke en diplomatieke instrumenten om deze verschijnselen te bestrijden en categorisch en resoluut te veroordelen.
Een tweede kwestie waarin de Unie niet mag zwijgen, is de naleving van de mensenrechten in Rusland. Het lijkt mij dat de samenwerkingsovereenkomst met Rusland waar we nu over onderhandelen de perfecte gelegenheid biedt om de naleving van de mensenrechten in dat land stevig en feitelijk aan de orde te stellen. We mogen namelijk de mensen niet vergeten die in Rusland vervolgd worden, de politici, vertegenwoordigers van niet-gouvernementele organisaties en zakenlieden die uitsluitend en alleen vervolgd worden omdat ze de moed en de kracht hebben om de waarheid te eisen over het functioneren van hun land.
David Campbell Bannerman (EFD). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, terwijl we de flagrante schendingen van de mensenrechten in landen als Iran en China allemaal veroordelen, moeten we ook beginnen om deze los te zien van de compleet doorgeschoten EU- mensenrechtenindustrie. Het publiek wordt nu misleid door dit mensenrechtenfestival. Er is het EU-Handvest van de grondrechten in het Verdrag van Lissabon; er is daar een Europees Mensenrechtenhof dat ernaar streeft om Britse gevangenen stemrecht te geven – zelfs moordenaars en pedofielen! Er zijn buitensporige Europese werknemersrechten en Amerikaans aandoende rechten op het gebied van schadevergoedingen, en nationale wetgeving zoals de rampzalige Britse mensenrechtenwet waardoor buitenlandse terroristen en criminelen in Groot-Brittannië kunnen blijven omdat er nu meer belang wordt gehecht aan hun rechten dan aan die van de fatsoenlijke burgers die ze bedreigen.
De waarheid is dat de nobele mensenrechtenzaak te vaak heeft geleid tot verspilling, waarbij advocaten die al miljonair zijn nog rijker worden door de verdediging van de zogenaamde rechten van terroristen, criminelen en hebzuchtigen. Dit moet stoppen.
Franz Obermayr (NI). – (DE) Mevrouw de Voorzitter, het is een stap in de goede richting dat de EU nu actiever wordt met betrekking tot de mensenrechten en dat in onderhavige verslagen ook de vervolging en discriminatie van christelijke minderheden expliciet worden vermeld. In talrijke landen, waarvan sommige goede contacten met de EU onderhouden, worden christenen meedogenloos vervolgd. Voorbeelden daarvan zijn Egypte, Iran, Irak en natuurlijk ook Turkije, waar christenen vechten om te overleven, zowel economisch als fysiek. Om die landen te dwingen om toleranter te zijn en hun minderheden te beschermen, hebben we geen nieuwe post nodig, zoals de geplande speciale vertegenwoordiger voor de mensenrechten. Dat brengt alleen onnodige kosten met zich mee, en de efficiëntie ervan is niet gegarandeerd. We beschikken immers over voldoende pressiemiddelen. We moeten concrete maatregelen nemen. We moeten verzekeren dat er geen verdragen met de EU worden ondertekend en dat geen financiële steun wordt gegeven zonder een verbintenis om de mensenrechten in acht te nemen en minderheden, met name christenen, te beschermen.
Dames en heren, financiële argumenten zijn zeer afdoend, met name wanneer humanitaire argumenten geen zoden aan de dijk zetten. En vooral, ze worden in de hele wereld goed begrepen.
Kinga Gál (PPE). - (HU) Voorzitter, mevrouw de hoge vertegenwoordiger, staat u mij allereerst toe mijn collega Laima Andrikienė te feliciteren met haar uitstekende werk. Het recordaantal ingediende amendementen heeft haar een enorme taak opgelegd, die door haar heel elegant en uitstekend is vervuld, en zo is er een buitengewoon goed verslag tot stand gekomen. Ik ben blij dat er in het verslag oog is voor de groepen die het meest kwetsbaar zijn en het meest bescherming nodig hebben, zoals kinderen, de oorspronkelijke bevolking en de nationale minderheden. Ik hoop van ganser harte dat de boodschappen die we in het verslag hebben geformuleerd ten aanzien van de structuur van de Dienst voor extern optreden en een toekomstige hoge vertegenwoordiger voor de mensenrechten goed zullen worden ontvangen. We verwachten van hoge vertegenwoordiger Ashton dat er in de nieuwe structuur een speciale plaats wordt weggelegd voor de mensenrechten, en dat het werk van de Dienst voor extern optreden in zijn geheel doordrongen zal worden van mensenrechtenmainstreaming, naast het scheppen van de organisatorische voorwaarden.
De geest van het Verdrag van Lissabon heeft een nieuw moment gecreëerd dat ook op dit gebied om een consequenter optreden vraagt, en het niet respecteren van deze geest mag de geloofwaardigheid van de EU niet ondermijnen. Als rapporteur van het rapport over de grondrechtensituatie in de Unie ben ik bijzonder blij dat dit debat in één keer voor de plenaire vergadering van het Parlement komt, en dat het vandaag aangenomen rapport over de grondrechtensituatie in de Unie, c.q. het rapport over de situatie van de nu besproken mensenrechten de boodschap overbrengt dat het voor ons van even groot belang is om zowel binnen als buiten de Unie de fundamentele en mensenrechten te beschermen, deze consequent te doen gelden en te voorkomen dat er met twee maten wordt gemeten.
Marek Henryk Migalski (ECR). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, er zijn twee zaken die mij verheugen. Als eerste het feit dat mensenrechten integraal deel uit zijn gaan maken van de activiteiten van de Europese Dienst voor extern optreden. Dat is een bijzonder goede zaak. De instrumenten van de Europese Dienst voor extern optreden moeten inderdaad worden ingezet voor de bevordering van de mensenrechten en bescherming van de mensenrechtenverdedigers in de hele wereld. Als tweede constateer ik als lid van de delegatie in de parlementaire samenwerkingscommissie EU-Rusland met grote vreugde dat dit verslag fragmenten bevat die zijn gewijd aan de naleving van de mensenrechten in Rusland en dat verschillende mensenrechtenverdedigers worden genoemd. Deze steun uit Brussel en Straatsburg voor de mensen die strijden voor de mensenrechten in Rusland is buitengewoon belangrijk. Ik vind dat dit verslag steun verdient, al is het alleen maar omdat het deze mensen met zoveel respect behandelt. Ik denk dat we verder moeten gaan in deze richting, en ik doe een beroep op mevrouw Ashton om hetzelfde te doen.
Bogusław Sonik (PPE). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, het debat over het verslag over de mensenrechten in de wereld valt samen met een aantal trieste gebeurtenissen die bevestigen dat de mensenrechten doorlopend worden geschonden. De winnaars van de Nobelprijs – Liu Xiaobo – en de Sacharov-prijs – Guillermo Fariñas – konden hun prijs niet in ontvangst nemen omdat zij van hun regimes het land niet mochten verlaten. Het bezoek dat de Irakese bisschoppen gisteren aan het Europees Parlement hebben gebracht, bewijst dat het probleem van vervolging van religieuze groeperingen nog steeds enorm is. De vervolging van christenen in het Midden-Oosten, waaronder de recente terroristische aanslag op de kathedraal in Bagdad, laat zien dat er nieuwe methoden verschijnen om de grondrechten te schenden. De Unie moet hier passend en effectief op reageren.
Ik sluit mij aan bij de oproep van de Voorzitter van het Europees Parlement, de heer Jerzy Buzek, om de veiligheid van de christenen in Irak tot prioriteit te maken. Wij kunnen er niet mee instemmen dat christenen worden behandeld als tweederangs burgers. Hoe is het daarnaast mogelijk dat wij de toetredingsonderhandelingen met Turkije voortzetten, terwijl het enige christelijke seminarium in dat land gesloten blijft? Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon biedt de EU-diplomatie kansen om de activiteiten van de Unie op het gebied van de mensenrechten te verbeteren. Deze activiteiten moeten zich concentreren op versterking van de internationale samenwerking en verhoging van het veiligheidsniveau. De bevordering van democratische waarden en de mensenrechten moet de belangrijkste doelstelling zijn van een coherent extern beleid van de Europese Unie.
Iva Zanicchi (PPE). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, barones Ashton, dames en heren, als vicevoorzitter van de Commissie ontwikkelingssamenwerking houd ik mij bezig met de problemen van vele landen en die van Afrikaanse landen in het bijzonder. In die landen worden de mensenrechten stelselmatig met voeten getreden en soms zelfs compleet vergeten.
Afgelopen zondag ben ik teruggekeerd van een officiële missie naar de Democratische Republiek Congo, waar ik naast de gebruikelijke officiële ontmoetingen ook ontmoetingen wilde hebben met vertegenwoordigers van de in Congo actieve ngo's en enkele plaatsen wilde bezoeken waar zij actief zijn. Ik moet zeggen dat zij uitstekend werk verrichten. Ik heb slachtoffers ontmoet die in een land leven waar verkrachting wordt gezien als een wapen van oorlogvoering, waar gewapende bendes zich herhaaldelijk schuldig maken aan massaverkrachtingen en andere systematische misdaden die gericht zijn tegen de burgerbevolking en met name tegen vrouwen, ouderen en kinderen.
Ik wilde het voorbeeld van Congo aanhalen, omdat ik er zelf net ben geweest. Ik wil echter oproepen tot een krachtige en herhaaldelijke veroordeling van wrede schendingen van de rechten van vrouwen in het algemeen. De internationale gemeenschap moet aanzienlijk meer middelen ter beschikking stellen voor inspanningen om vrouwen tegen verkrachting en tegen andere vormen van geweld te beschermen, zoals de genitale verminking van vrouwen, die een grove schending vormt van de mensenrechten en de lichamelijke integriteit van vrouwen.
Barbara Matera (PPE). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, barones Ashton, dames en heren, de oprichting van de Europese Dienst voor extern optreden biedt een unieke kans om actie te ondernemen op het gebied van mensenrechten en democratie. De EDEO moet ervoor zorgen dat de eerbiediging en de bevordering van de mensenrechten centraal staan in de verschillende onderdelen van het buitenlands beleid van de Unie.
De delegaties en vertegenwoordigingen van de EU en de ambassades van de lidstaten zouden meer moeten samenwerken om de beleidsprioriteiten per land aan te passen, omdat de situatie van land tot land verschilt.
De doodstraf die in verschillende delen van de wereld nog wordt toegepast, is een van de meest onmenselijke vormen van rechtshandhaving.
Ik vrees dat er nog steeds executies plaatsvinden in Wit-Rusland, het enige land in Europa dat de doodstraf blijft toepassen.
Er moet een einde worden gemaakt aan inbreuken op de rechten van vrouwen, zoals genitale verminking. We moeten alle politieke middelen inzetten voor een resolutie van de Algemene Vergadering van de VN waarin wordt opgeroepen tot een wereldwijd moratorium op genitale verminking van vrouwen.
Tot slot dring ik er bij de Commissie en de Raad op aan meer te doen voor de verspreiding van het EU-jaarverslag over de mensenrechten.
Csaba Sógor (PPE). - (HU) Voorzitter, mevrouw de hoge vertegenwoordiger, ik wil benadrukken dat ofschoon de Europese Unie op veel gebieden de weergaloze integratie van haar lidstaten heeft verwezenlijkt, ze op het gebied van codificatie van de mensenrechten in belangrijke mate achterblijft bij andere internationale organisaties. Ik spreek mijn volledige steun uit voor de conclusie waarmee de lidstaten worden opgeroepen om alle fundamentele mensenrechtenverdragen van de VN en de Raad van Europa en de daarbij aangehechte facultatieve protocollen te ondertekenen. Daarbij wil ik apart melding maken van het kaderverdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van nationale minderheden, en van het Europees Handvest voor regionale of minderheidstalen, waarbij een toekomstige aansluiting bij het mensenrechtenverdrag van de EU als voorbeeld kan dienen. Eveneens hecht ik belang aan een betere coördinatie van het werk van de internationale organen die jurisdictie hebben op het gebied van de mensenrechten, wat de enige garantie kan zijn voor het doen gelden van de geformuleerde rechten en plichten.
Maria Eleni Koppa (S&D). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, de Europese Unie verdedigt mensenrechten overal ter wereld, in overeenstemming met haar beginselen en waarden. Er is echter nog veel werk aan de winkel, en het Verdrag van Lissabon heeft onze doeltreffendheid in deze sector verhoogd. Hier in het Europees Parlement zijn wij er allemaal van overtuigd dat het werk van mensenrechtenactivisten moet worden voortgezet. De correcte toepassing van de bestaande instrumenten kan een kader scheppen om hen te beschermen. De ratificatie van alle internationale verdragen tegen foltering en andere vormen van onmenselijke behandeling moet een absolute prioriteit zijn. Het opnemen van de mensenrechtenclausule in alle handelsovereenkomsten met derde landen en het toezicht op de toepassing van die clausule zijn elementaire maatregelen die we kunnen gebruiken om druk uit te oefenen, en we moeten er dan ook op aandringen dat zij worden toegepast. Ik denk dat we in het bijzonder moeten verwijzen naar de essentiële bescherming van de rechten van vrouwen en meisjes, met inbegrip van de bescherming van hun seksuele en reproductieve gezondheid.
Antonyia Parvanova (ALDE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, als onderdeel van ons debat van vandaag over de mensenrechten in het binnenlands en buitenlands beleid van de EU, wilde ik graag een speciaal punt maken van de situatie van vrouwen in conflictgebieden en met name in Congo, Gaza en Iran, waar dit vraagstuk niet langer over het hoofd mag worden gezien.
Vrouwen en kinderen hebben het meest te lijden onder de verwoestende gevolgen van conflictsituaties. We zouden niet mogen toestaan dat we de schending van mensenrechten die vrouwen treffen als een bijzaak beschouwen: de EU zou in haar buitenlands beleid en sociale beleid met name moeten opkomen voor de rechten van vrouwen. Overwegingen met betrekking tot de mensenrechten – en in het bijzonder de status van vrouwen – wordt in een groot aantal derde landen te snel opgeofferd aan de economische belangen van sommige EU-lidstaten. Er moeten adequate en concrete stappen worden genomen om de EU-principes binnen en buiten de Unie om te zetten in een echt instrument om de mensenrechten te bevorderen, met daarbij een duidelijke focus op de rechten van vrouwen; dat is nodig en dat eisen wij vandaag.
Rui Tavares (GUE/NGL). – (PT) Mevrouw Ashton, wat voelt u wanneer regeringen zoals de Franse of de Portugese demonstraties tegenhouden bij bezoeken van Chinese hoogwaardigheidsbekleders aan hun hoofdsteden, zodat deze niet gezien worden door de Chinese hoogwaardigheidsbekleders bij hun bezoek aan deze landen? Was het niet de bedoeling een hoge vertegenwoordiger te hebben om Europa met één stem over de mensenrechten in het buitenland te kunnen laten spreken, bijvoorbeeld in China? Bent u niet van mening dat er op deze manier met meer dan één stem gesproken wordt?
Gewoon uit nieuwsgierigheid: waarom zit u altijd naast de Raad? Wat is de filosofie of constitutionele theorie achter deze keuze? Een derde vraag: ik zou graag willen dat onze Europese diplomaten mensenrechten als dagelijkse prioriteit beschouwen, niet als tweede, derde of vierde prioriteit, maar als eerste. Wat doet u om ervoor te zorgen dat sommige van onze diplomaten het denken over mensenrechten als een fulltime baan beschouwen, waar ze iedere dag aandacht aan besteden? Zou het niet goed zijn, zoals hier al meerdere collega's hebben voorgesteld, een directoraat te hebben dat zich hier permanent mee bezighoudt?
Andrew Henry William Brons (NI). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, toen wij de opnames van de heer Fariñas uit Cuba vanochtend hoorden, was ik onder de indruk van het feit dat hij zichzelf en zijn collega's aanmerkte als "niet-gewelddadige" oppositie tegen het Cubaanse regime. Ik denk dat het bijzonder belangrijk is om de rechten te respecteren van mensen die geen geweld gebruiken en geen geweld in anderen aanmoedigen.
Voor we roomser dan de paus worden, moeten we echter onder ogen zien dat in sommige EU-landen mensen als bijvoorbeeld Geert Wilders in Nederland worden vervolgd omdat ze afwijkende politieke meningen hebben over theoretische onderwerpen zonder dat ze daarbij enige aanzet geven tot geweld. Daarnaast is er een politieke partij zonder enige gewelddadige connecties verboden in België. Een poging om een partij in Duitsland te verbieden liep spaak in het constitutionele hof, enkel omdat werd onthuld dat het bewijsmateriaal was gefabriceerd door staatsagenten. In het VK heeft een staatsorgaan een burgerlijke zaak proberen aan te spannen tegen onze eigen partij met het uitdrukkelijke doel om ons op te heffen.
Salvatore Iacolino (PPE). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, barones Ashton, dames en heren, het mensenrechtenbeleid en het beleid van de Europese Unie staan op een tweesprong. We moeten het verslag-Andrikienė zeker aanmoedigen en steunen, omdat erin wordt opgesomd welke concrete maatregelen we nog moeten treffen. De Europese Dienst voor extern optreden kan zijn taken op een doeltreffende manier vervullen en kan daarbij rekenen op de lidstaten, die gevoelig zijn voor het onderwerp, maar we hebben daarnaast samenhangend en krachtig beleid nodig waarmee we, waar nodig, onze tanden kunnen laten zien.
De mensenrechten van jongeren, vrouwen, ouderen, gehandicapten, mensen met een religieuze of politieke overtuiging of met een andere seksuele geaardheid moeten worden beschermd, evenals de vrijheid van meningsuiting. Vandaag heeft het Parlement enkele belangrijke maatregelen getroffen, en daarom zijn wij van mening dat programma's die echt gericht zijn op de bescherming van de mensenrechten alleen op een doeltreffende wijze kunnen worden ontwikkeld aan de hand van een krachtige, concrete dialoog met derde landen.
Kyriakos Mavronikolas (S&D). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, barones Ashton, het is een waar genoegen de hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken van de Europese Unie duidelijk te horen verklaren dat we voor de toepassing van de fundamentele vrijheden en de mensenrechten zijn en dat wij, als Europese Unie, er alles aan moeten doen om de toepassing van de beginselen en vrijheden die door de hele wereld gedeeld worden, te garanderen, zodat wij die positieve rol kunnen vervullen.
U kent ons standpunt: wij willen graag een speciale dienst voor de vrijheden van de mens en voor toezicht en vertegenwoordigers in het bijzonder. Ik wil echter wel zeggen, barones Ashton, dat we zowel naar binnen als naar buiten moeten kijken. Ik ben zelf afkomstig uit Cyprus, en ik wil erop wijzen dat tweehonderd Grieks-Cypriotische vluchtelingen hun fundamentele mensenrechten (toegang tot hun huis) werden ontzegd en dat de Turks-Cypriotische gemeenschap onderdrukt wordt door de Turkse bezetters. Richt uw dienst op. Een goede raad en een verzoek: stuur uw eerste vertegenwoordiger naar de Republiek Cyprus.
Olle Schmidt (ALDE). – (SV) Mevrouw de Voorzitter, een van de kandidaten voor de Sacharov-prijs, Dawit Isaak, zit nog altijd zonder enige vorm van proces gevangen in Eritrea. Hij zit nu al 3 370 dagen vast. De toetreding tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens biedt de EU meer mogelijkheden om ook buiten de grenzen van de EU op een serieuze manier haar engagement met betrekking tot de rechten van de mens te tonen en deze te verdedigen.
Ik verzoek u, mevrouw Ashton, om die mogelijkheid te gebruiken om de druk op Eritrea op te voeren om de Europese gewetensgevangene, Dawit Isaak, vrij te laten. We moeten nu tonen dat het ons menens is, en we moeten een duidelijke boodschap hebben voor de president van Eritrea. Het moet een absolute vereiste zijn dat alle onderhandelingen die met Eritrea worden gevoerd, ertoe leiden dat Dawit Isaak wordt vrijgelaten. Ik heb vertrouwen in u. Zoals de heer Cashman zei:
(EN) Ik geloof en heb vertrouwen in u, mevrouw Ashton.
Andrzej Grzyb (PPE). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, allereerst wil ik mevrouw Andrikienė bedanken voor haar verslag. Tegelijkertijd stel ik vast dat de mensenrechten na het Verdrag van Lissabon in een nieuwe situatie terecht zijn gekomen. De vraag is hoe we dit instrument gaan benutten. We moeten de mensenrechten niet alleen rechtstreeks aan de orde stellen, maar ook mee laten wegen in andere situaties, bijvoorbeeld bij de uitvoering van het handelsbeleid met talrijke landen. Zijn mensenrechten belangrijk voor onze partners? Ik denk dat de reacties op de standpunten van het Europees Parlement en bijvoorbeeld de uitreiking van de Sacharov-prijs vandaag, laten zien dat ze belangrijk zijn, omdat ernaar wordt geluisterd.
Ik wil het ook hebben over de rechten van christenen in de wereld. Het lijkt mij dat een resolute reactie op zijn plaats is, nu er al zoveel voorbeelden zijn van christenvervolging. Ook acht ik het van belang om samen te werken met onder andere de Raad van Europa, de VN, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, ombudsmannen en mensenrechtenombudsmannen van zowel de Raad van Europa als van talrijke lidstaten, omdat er vele bijzonder goede voorbeelden voorhanden zijn van de invloed van hun activiteiten op houdingsverandering op het gebied van de mensenrechten.
Kristiina Ojuland (ALDE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, hoewel het verslag veel belangrijke kwesties omvat, zou ik enkel het geval van Sergei Magnitsky willen aanstippen. Zijn tragedie staat voor een groot aantal soortgelijke zaken die nog niet onder onze aandacht zijn gekomen.
Het is van groot belang dat wij de Russische autoriteiten heel duidelijk maken dat zulke voorvallen onderzocht moeten worden in overeenstemming met de rechtsprincipes. In plaats daarvan zijn de onderzoekers en openbare aanklagers die betrokken zijn bij de dood van Sergei Magnitsky bevorderd en beloond.
Een dergelijke loop van gebeurtenissen is gewoonweg een ongelooflijke verdraaiing van het recht, en de Europese Unie en haar lidstaten moeten hun ogen hier niet voor sluiten. We moeten de internationale beloftes van de Russische Federatie in gedachten houden. Daarom roep ik u op, collega's, om amendement 25 te steunen, waarin wordt voorgesteld om sancties in te stellen tegen 60 Russische functionarissen die betrokken zijn bij deze zaak, tot er een behoorlijk onderzoek is verricht naar de dood van Sergei Magnitsky.
Jacek Protasiewicz (PPE). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, als lid van de Subcommissie mensenrechten wil ik mevrouw Andrikienė van harte feliciteren met dit bijzonder goede ontwerpverslag. Bovendien wil ik als voorzitter van de delegatie van het Europees Parlement voor betrekkingen met Wit-Rusland mijn grote tevredenheid uiten dat in het verslag verwijzingen zijn opgenomen naar de situatie in dat land. Ik denk hierbij in het bijzonder aan de vermelding dat de vrijheid van vereniging in Wit-Rusland permanent wordt beperkt, ook voor nationale en etnische minderheden, maar ook dat de vrijheid van handelen voor religieuze organisaties aan banden is gelegd.
Ik ben ook blij dat het verslag melding maakt van de beperking van de vrije toegang tot internet. Wit-Rusland bezet hierin ongetwijfeld een roemloze laatste plaats in Europa. Ik reken er verder op dat mevrouw Ashton, die vandaag bij dit debat aanwezig is, zich tot het uiterste zal inspannen om ervoor te zorgen dat de dialoog met Wit-Rusland over de mensenrechten die vorig jaar gestart is, tastbaar resultaat oplevert, in het bijzonder waar het de repressie van mensenrechtenverdedigers en onafhankelijke Wit-Russische journalisten betreft.
Heidi Hautala (Verts/ALE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil graag een kwestie aansnijden die al door veel collega's naar voren is gebracht, en dat is de inperking van de rechten van christenen. Om consequent te blijven zou ik graag willen dat mijn collega's net zo geïnteresseerd zouden zijn in de repressie van de rechten van vertegenwoordigers van andere religies, omdat we vaak van andere landen te horen krijgen dat we eenzijdig en bevooroordeeld zijn, dus ik denk dat dit een kwestie is van consequentie en geloofwaardigheid.
Ik zou graag willen dat het voorkomen van alle dubbele standaarden de leidraad wordt van het buitenlandse mensenrechtenbeleid van de EU, en ik hoop dat het Europees Parlement daaraan vasthoudt.
Mag ik barones Ashton ten slotte vragen of ze gaat antwoorden op de vele vragen die wij hebben over de nieuwe mensenrechtenstructuren binnen de EDEO, aangezien deze in de zeer nabije toekomst zullen worden vormgegeven.
Catherine Ashton, vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil iedereen graag bedanken voor de bijdragen aan dit debat, dat ik zeer nuttig vond.
Ik zou eerst even willen zeggen dat ik nu namens de Raad spreek en dat ik eerder vandaag namens de Commissie sprak. Ik wissel tussen die twee, en we houden alles bij om te garanderen dat ik beide functies afwissel, dus zorgt u ervoor dat u de gelegenheid aangrijpt als ik hier ben.
Ik wil mevrouw Andrikienė nogmaals hartelijk bedanken voor het werk dat zij heeft gedaan en haar feliciteren met het verslag, dat uitermate nuttig is geweest.
Ik wil graag ingaan op drie specifieke kwesties. Ik zal beginnen met de kwestie die mevrouw Hautala helemaal aan het einde aan de orde heeft gesteld en die door een aantal afgevaardigden is genoemd.
Laat ik allereerst heel duidelijk zijn: ik heb het hier over mainstreaming, omdat ik te vaak heb gemerkt dat de mensenrechten in een organisatie in een hoek worden geschoven en op de tweede rang worden geplaatst, waardoor er geen enkel verschil wordt gemaakt. Ik bedoel niet dat de EU dat voorheen zo heeft gedaan. Wat ik bedoel is dat ik er absoluut voor wil zorgen dat dat niet opnieuw zal gebeuren. Zoals u zult zien in de structuur als die af is – maar zover is het nog niet - worden de mensenrechten daarin volledig erkend, en we gaan ervoor zorgen dat we de expertise hebben waar de afgevaardigden hier om hebben gevraagd. Maar ik wil niet dat die structuur wordt genegeerd. Ik wil dat die onderdeel is van alles wat we doen: een zilveren draad, geen filigraandraad, een zilveren draad die sterk is maar die schittert en door iedereen kan worden aanschouwd. Dat is wat ik wil bereiken in mijn ambtstermijn, en ik wil mij voor de volle honderd procent inzetten om dat te bereiken.
Het zal tijd kosten en er zullen ook dingen zijn die we niet kunnen doen zoals ik zou willen, maar we zullen absoluut ons best doen. Het is voor mij echter belangrijk dat het Parlement begrijpt waar ik naar streef en dat ik ervoor probeer te zorgen dat het ieders verantwoordelijkheid is. Ja, er is toezicht nodig; ja, we hebben expertise nodig; maar het komt niet aan op slechts een paar mensen binnen de EDEO. Het is ieders verantwoordelijkheid. Dat is het eerste wat ik wil zeggen. Het tweede is dat u de structuren op zeer korte termijn zult zien, en ze zullen er deel van uitmaken. U zult allen zien dat die structuren onderdeel zullen uitmaken van ons werk.
We gaan voorstellen doen voor het benoemen van voorzitters voor onze werkgroepen. Ik zal de voorzitter van de werkgroep die verantwoordelijk zal zijn voor mensenrechten benoemen; zodoende kunnen zij zich buigen over de vraag of hoofdsteden mensen uit de hoofdsteden bijeen moeten brengen of dat Brussel de vestigingsplaats moet zijn. We zullen dat oppakken in die gesprekken.
Wat betreft de structuren hebben we tot slot het opleidingsprogramma voor nieuwe delegatiehoofden uitgevoerd, en we hebben een zitting aan mensenrechten gewijd. Ze zijn heel duidelijk over hun verantwoordelijkheden en over mijn en uw verwachtingen in dat opzicht. Dus neemt u alstublieft van me aan dat het onderdeel uitmaakt – en wel een fundamenteel onderdeel – van de structuur, maar ik ben vastberaden om ervoor te zorgen dat het ieders verantwoordelijkheid is.
Het tweede punt betreft de omvang van de kwesties. Ik ben me bewust van wat door een aantal van u is gezegd over geloof, en ik ben het ermee eens dat dit een belangrijke zaak is. Dit was trouwens tevens onderdeel van onze gesprekken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van deze week.
Sommigen van u hebben ook gewezen op de noodzaak om de rechten van vrouwen, kinderen en lesbiennes, homo-, bi- en transseksuelen aan de orde te stellen. In alles wat er is gezegd over de verschillende mensen en de verschillende landen zie ik een essentieel punt over mensenrechten dat steeds terugkomt: ze gelden voor ieder mens op aarde. Dat is het criterium voor mensenrechten en zo zullen we dit – ik zeg het nogmaals – binnen de Europese Dienst voor extern optreden benaderen. De mensenrechten zijn van iedereen.
Ten derde wil ik het even hebben over sommige zaken die we sinds kort zien gebeuren en waar wij bij betrokken zijn. Dit geldt met name voor een deel van het werk dat we op internationaal niveau uitvoeren. Dit jaar hebben vier landen het statuut van het Internationaal Strafhof erkend en geratificeerd. Dat is van zeer groot belang, omdat wij daarin een rol hebben gespeeld: ik heb persoonlijk brieven geschreven naar de ministers van alle landen die het statuut nog niet hadden geratificeerd waarin ik hen heb gevraagd dit alsnog te doen. Dit waren landen die ons direct hebben geantwoord en die het statuut hebben geratificeerd.
Ik wil er ook op wijzen dat het van groot belang is om in de Algemene Vergadering van de VN te proberen de steun voor het moratorium op de doodstraf uit te breiden. Ik denk dat dit een centraal en essentieel deel is van het werk dat we doen. Het is universeel, het is iets waar wij allen in geloven, en als we op een praktische manier te werk gaan, zal dat de weg vooruit zijn.
Dat zijn dus de drie punten: ten eerste moeten we ervoor zorgen dat de structuren in orde zijn en dat de mensen weten en begrijpen wat de kern van hun werk is, ten tweede moeten we ervoor zorgen dat ons werk voor de mensenrechten alle mensen omvat, en ten derde moeten we zoeken naar manieren om een verschil te maken.
Het laatste punt dat ik wil noemen gaat over de manier waarop we volgens mij in het kader van de herziening moeten zoeken naar praktische en innovatieve manieren om onze boodschappen over te brengen. Ik zou willen dat we echt creatief zijn wanneer we werken met mensen in het veld in verschillende landen waar we mensenrechtenverdedigers tegenkomen – en die kom ik overal tegen. Ik zou willen dat we innovatief en creatief zijn in het vinden van nieuwe manieren om deze kwesties aan de orde te stellen, nieuwe manieren bij datgene wat bij elke gebeurtenis zo belangrijk is: de verklaringen die ik uitbreng, de verklaringen die wij uitbrengen als 27 lidstaten en de verklaringen die wij uitbrengen als instellingen van de Europese Unie. Het gaat erom dat we manieren vinden waarop we zo veel mogelijk kunnen doen om deze punten van zorg aan te pakken. Het gaat om individuen, organisaties en de gezamenlijke wil om echt een verschil te maken.
VOORZITTER: ISABELLE DURANT Ondervoorzitter
Laima Liucija Andrikienė, rapporteur. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, allereerst heb ik gehoord dat de Engelse vertolking van mijn toespraak niet goed was, en dat spijt mij ten zeerste. Direct na dit debat zal ik mijn toespraak zelf naar het Engels vertalen en doorsturen naar alle betrokken collega's en ook de hoge vertegenwoordiger.
Ten tweede wil ik graag al diegenen die hebben deelgenomen aan het debat van vandaag bedanken voor hun positieve beoordelingen en voor hun kritische opmerkingen. Mijn collega's Obermayr en Poręba, die het hadden over christelijke minderheden in verschillende landen en die zeiden dat dit punt niet aan de orde komt in het verslag, wil ik graag wijzen op onder andere paragraaf 126. We hebben een hoofdstuk dat ingaat op godsdienstvrijheid, en christelijke minderheden worden in enkele specifieke paragrafen ook genoemd.
Tot slot wil ik barones Ashton ervan verzekeren dat het Parlement het werk van de Europese Dienst voor extern optreden nauwlettend zal blijven volgen en inactiviteit of inefficiënte acties op het gebied van de mensenrechten zal veroordelen. In het verslag van dit jaar verklaren we duidelijk dat we niet tevreden zijn over het feit dat de EU nog steeds geen duidelijke richtlijnen heeft om te onderzoeken of mensenrechtenacties resultaten hebben opgeleverd. We hebben ook blijk gedaan van onze teleurstelling over de gebrekkige vooruitgang die is geboekt bij mensenrechtendialogen en –raadplegingen.
Barones Ashton, het Parlement heeft een lange weg afgelegd om overeenstemming te bereiken bij mensenrechtenkwesties, met name de meest gevoelige. Dit toont dat het Parlement zich verenigt bij het propageren van de democratie en de bescherming van de mensenrechten in de wereld. Dit toont ook dat de dagen dat het Parlement alleen maar applaudisseert voor de Commissie of de Raad voorbij zijn. Het Parlement is nu een serieuze speler op het gebied van de mensenrechten. Alle actoren die op dit terrein actief zijn, moeten zich daarvan bewust worden.
Ik wil iedereen die aan dit debat heeft deelgenomen graag hartelijk danken.
De Voorzitter. – Het debat is gesloten.
De stemming vindt morgen om 12.00 uur plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 149)
Franz Obermayr (NI), schriftelijk. – (DE) Het feit dat de EU op het gebied van de mensenrechten actiever wil worden en dat in onderhavig verslag nu ook vervolging en discriminatie van christelijke minderheden expliciet worden vermeld, is een stap in de goede richting.
In talrijke landen, waarvan sommige goede contacten met de EU onderhouden, worden christenen ook vandaag nog brutaal vervolgd. Om slechts enkele voorbeelden te noemen: in Egypte, Iran, Irak en Turkije vechten christenen om te overleven, zowel economisch als fysiek.
Om die landen ertoe aan te zetten of zelfs te dwingen om toleranter te zijn en hun minderheden te beschermen, moet er geen nieuwe post, zoals de geplande speciale vertegenwoordiger voor de mensenrechten, in het leven worden geroepen. Dat brengt alleen maar onnodige kosten met zich mee, en de efficiëntie ervan is niet gegarandeerd.
We beschikken over voldoende pressiemiddelen in het geval van economische belangen en internationale handelsbetrekkingen. We moeten op dat gebied concrete maatregelen nemen. We moeten verzekeren dat er geen verdragen met de EU worden ondertekend en dat geen financiële steun wordt gegeven zonder een verbintenis om de mensenrechten in acht te nemen en minderheden, met name christenen, te beschermen.
Financiële argumenten behoren tot de meest afdoende en worden wereldwijd begrepen.
Joanna Senyszyn (S&D), schriftelijk. – (PL) Naleving van de mensenrechten is het fundament van de democratie en de belangrijkste waarde waarop de idee van de Europese Unie is gebaseerd. De mensenrechten nemen daarom in de handelingen van de Unie een bijzondere plaats in. In zijn jaarlijkse verslag over de mensenrechten onderstreept het Europees Parlement zijn betrokkenheid bij de verdediging van deze rechten in de hele wereld. Sinds 1988 kent het Parlement de Sacharov-prijs toe aan personen en organisaties die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt in de strijd voor de mensenrechten. Deze week wordt de winnaar van dit jaar bekend gemaakt.
In het kader van het verslag over 2009 roep ik de lidstaten op om de belangrijkste verdragen van de VN en de Raad van Europa te ondertekenen en te ratificeren. Om de schending van de mensenrechten in de wereld effectief te kunnen bestrijden, moeten we gezamenlijk handelen volgens de op dit gebied aanvaarde internationale rechtsorde. Voor de Unie, leider op het gebied van de verdediging van de mensenrechten, is het daarom belangrijk dat de lidstaten op dit gebied voldoen aan hun internationale verplichtingen.
Het is bijzonder weerzinwekkend dat de rechten van weerloze kinderen niet worden gerespecteerd. Ik spreek mij daarom uit voor een definitief verbod op kinderarbeid en de inzet van extra middelen voor de strijd tegen het misbruik van kinderen voor arbeid. Het is afschuwelijk dat in de 21e eeuw 215 miljoen kinderen overgeleverd zijn aan kinderarbeid, waarvan ongeveer 115 miljoen kinderen zware slavenarbeid verrichten. We kunnen niet toestaan dat de economische crisis de situatie van deze kinderen nog verder verergert.
Indrek Tarand (Verts/ALE), schriftelijk. – (FR) Ik ben blij dat het Europees Parlement vandaag de noodzakelijke strafmaatregelen heeft genomen tegen de Russische functionarissen die betrokken zijn bij het proces en de dood van Magnitsky. Rusland, dat geen rechtsstaat is en waar mensenrechten nog elke dag met voeten getreden worden, verdient de aandacht die het van Frankrijk krijgt niet. Daarom ben ik er sterk op tegen en betreur ik dat Frankrijk een Frans oorlogsschip van het type Mistral aan Rusland verkoopt.
Traian Ungureanu (PPE), schriftelijk. – (ES) Het verslag van mevrouw Andrikienė is een stap in de goede richting. De betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland zijn inderdaad bijzonder en moeten ook bijzonder blijven, maar ze moeten niet al te bijzonder worden. Rusland is gebonden aan zijn toezeggingen om de mensenrechten te beschermen en om zijn ingezetenen te behoeden voor schendingen van de mensenrechten door de overheid. De zaak-Magnitsky, die genoemd wordt in het verslag, ligt in het verlengde van de moorden op Politkovsaya, Estemirova en Barburova. Het gaat hier om een patroon, niet om een reeks tragische ongelukken die het vermogen van het Russische rechtsstelsel te boven gaat. Toch vertellen de Russische autoriteiten de buitenwereld na elke moord weer dat de schuldige dit maal beslist zal worden gevonden en bestraft. Wat is het resultaat? Nul komma nul! De Russische Staatsdoema beschuldigde het Europees Parlement er zelfs van zich te bemoeien met de binnenlandse aangelegenheden van Rusland en gebruikte leugens om het verslag-Andrikienė in een kwaad daglicht te stellen. Als Europa zijn geloofwaardigheid als beschermer van de democratie en de mensenrechten wil behouden, dan zou het verslag-Andrikienė moeten worden aangenomen zoals het nu is, zonder speciale bepalingen voor de constante mensenrechtenschendingen door Rusland. Het Canadese parlement heeft in een resolutie al zijn steun uitgesproken voor een inreisverbod en het bevriezen van bankrekeningen van de mensen die in verband worden gebracht met de zaak-Magnitsky. We zouden kleur moeten bekennen en Rusland resoluut een duidelijk signaal moeten geven. Genoeg is genoeg!
Jaroslaw Leszek Walęsa (PPE), schriftelijk. – (EN) De niet-aflatende bescherming van de mensenrechten door de Europese Unie heeft wereldwijd vele vruchten afgeworpen, en we moeten die inspanningen voortzetten in deze tijd van globalisering. Het is inderdaad een langzaam en soms eentonig proces, maar het is belangrijk dat we onze doelstellingen uitbreiden en naar de realiteit op het wereldtoneel kijken om doeltreffende strategieën te ontwikkelen. Ik wil mijn steun uitspreken voor de bescherming van mensenrechtenactivisten en voor de beleidsvormen ten behoeve van de mensenrechten, die zullen zorgen voor een gestage verspreiding van de democratie naar de landen die de stap naar democratie nog niet gezet hebben. Zoals we hebben gezien met de recente winnaars van de Nobelprijs en de Sacharov-prijs, is de bescherming van mensenrechtenactivisten van het grootste belang, en deze maatregelen zijn een stap in die richting. Het Parlement boekt steeds meer vooruitgang met zijn inspanningen ter verspreiding van de democratie en ter bescherming van de mensenrechten, en in de geglobaliseerde wereld van vandaag zijn we sneller van onrechtvaardigheden op de hoogte. Deze toegang tot informatie maakt het ons makkelijker om toe te zien en te reageren op allerlei situaties in de wereld. Daarvan moeten wij dan ook gebruik maken, en we moeten onze inspanningen voortzetten om ervoor te zorgen dat alle mensen de grondrechten krijgen die wij zo ijverig verdedigen.