De Voorzitter. – Aan de orde is de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over het resultaat van de NAVO-Top in Lissabon.
Catherine Ashton, vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de NAVO-Top in Lissabon was een succes voor de NAVO en vooral ook voor haar secretaris-generaal. Ik was heel erg blij dat ik aan een aantal besprekingen heb kunnen deelnemen.
Ik zal de afgevaardigden in grote lijnen aangeven wat volgens mij de belangrijkste resultaten waren die werden bereikt, en ik zal daarbij vooral de nadruk leggen op de betrekkingen tussen de EU en de NAVO. Ik zal niet ingaan op de meer interne NAVO-aangelegenheden.
In Lissabon hebben de staatshoofden en regeringsleiders overeenstemming bereikt over een nieuw strategisch concept, over een visie op het bondgenootschap voor de komende tien jaar. De NAVO heeft haar kerntaken collectieve verdediging en afschrikking behouden en het belang erkend van crisisbeheersing en veiligheidssamenwerking. Lissabon heeft ook het pad geëffend voor belangrijke NAVO-beslissingen op een aantal belangrijke terreinen, zoals raketverdediging, cyberverdediging, hervormingen binnen de NAVO en bijdragen van de NAVO aan stabilisatie en wederopbouw.
Wat Afghanistan betreft, dat zo-even onderwerp was van debat en eveneens een belangrijk terrein van de EU-NAVO-samenwerking is, zijn er besluiten genomen over zowel de transitie als een langetermijnpartnerschap. Ik zal mijn aandacht vooral richten op de manier waarop Lissabon mijns inziens de EU-NAVO-betrekkingen zal verbeteren. Dit was ook een punt op de agenda van de vergadering van de ministers van Defensie, die ik vorige week heb voorgezeten en die tevens werd bijgewoond door de secretaris-generaal van de NAVO, de heer Anders Rasmussen.
De NAVO is een van de belangrijkste strategische partners van de Europese Unie. Het verheugt mij dat de staatshoofden en regeringsleiders van de NAVO het belang van de bijdrage van de Europese Unie aan de veiligheid en de stabiliteit hebben erkend. Ik wil graag onderstrepen dat alle deelnemers, en in het bijzonder president Obama, uiting hebben gegeven aan hun krachtige politieke engagement voor een versterking van het strategisch EU-NAVO-partnerschap.
Ik heb samen met de lidstaten, de bondgenoten en de secretaris-generaal van de NAVO op zeer actieve wijze geijverd voor de versterking van de EU-NAVO-betrekkingen. Dat was ook de insteek van mijn deelneming aan de diverse NAVO-vergaderingen op hoog niveau, waaronder het diner van de ministers van Buitenlandse Zaken tijdens de NAVO-Top van Lissabon, toen eveneens de nadruk lag op de EU-NAVO-betrekkingen.
Eerder dit jaar heb ik op eigen initiatief de NAVO een reeks concrete maatregelen voor de versterking van de EU-NAVO-samenwerking doen toekomen. Veel van deze maatregelen zijn al geïmplementeerd in de Europese Unie, met de steun van de secretaris-generaal van de NAVO. Daardoor zijn bovendien gelegenheden ontstaan voor informele besprekingen over vraagstukken van gemeenschappelijk belang evenals voor meerpolitieke dialoog van de EU met alle NAVO-bondgenoten.
Het is mijn ambitie het pad te effenen voor nog meer vooruitgang. Ik heb daarvoor tijdens de Europese Raad van 16 september jongstleden een mandaat ontvangen. In Lissabon heeft de secretaris-generaal, de heer Rasmussen, eveneens een mandaat ontvangen om samen met mij te werken aan de versterking van de EU-NAVO-betrekkingen.
Een terrein van vooruitgang is de EU-NAVO-samenwerking bij capaciteitsontwikkeling. Op dit terrein boeken wij veelbelovende resultaten, met name bij de militaire capaciteitsontwikkeling die noodzakelijk is om zowel de militaire capaciteiten te versterken als de kostenefficiëntie zoveel mogelijk te verbeteren. Wij moeten meer dan ooit zorgen voor complementariteit en dubbel werk zien te voorkomen.
Op 9 december hebben de EU-ministers van Defensie de vooruitgang bij de versterking van de samenwerking met de NAVO toegejuicht. Wij hebben reeds samengewerkt, bijvoorbeeld bij de beschikbaarheid van helikopters, en wij hebben nu de bouwstenen voor counter improvised explosive devices en medische ondersteuning vastgesteld. Beide werkterreinen zijn van vitaal belang en hebben echte, operationele gevolgen voor onze troepen in het veld.
Ik zal u slechts enkele concrete voorbeelden geven. Wat de beschikbaarheid van helikopters betreft zijn er al twee oefeningen geweest: in Frankrijk en Spanje. Soortgelijke oefeningen zijn gepland voor de komende vier jaar. In die context hebben wij 114 bemanningen getraind: dat wil zeggen meer dan 1 300 man personeel met 58 helikopters. Het onmiddellijke resultaat daarvan was dat 63 getrainde bemanningen naar Afghanistan werden gestuurd. Een ander voorbeeld zijn de counter improvised explosive devices bij de bestrijding van bermbommen. Het Europees Defensieagentschap legt de laatste hand aan de aankoop van een forensisch laboratorium dat volgend jaar in Afghanistan zou kunnen worden ingezet.
Wij hebben eveneens onze inspanningen ten behoeve van een betere samenwerking via een productieve wisselwerking tussen het Europees Defensieagentschap en het Allied Command Transformation voortgezet.
Over het geheel genomen blijft het mijn doel de "organisatie-tot-organisatie"-betrekkingen tussen de Europese Unie en de NAVO verder te ontwikkelen. De vergadering van de ministers van Defensie van afgelopen week heeft het pad geëffend voor vorderingen op weg naar dat doel.
Nu bredere besluiten hangende zijn, is het essentieel dat wij bij onze gezamenlijke inzet op hetzelfde toneel kunnen rekenen op solide onderlinge afspraken. Dat zijn wij ons personeel verschuldigd. Het is ook essentieel dat wij in staat zijn het werk voort te zetten dat wij verrichten om de lidstaten en de bondgenoten te ondersteunen bij het ontwikkelen van essentiële militaire capaciteiten. Daarbij moeten wij voortbouwen op het succesvolle werk dat reeds op stapel is gezet. Ik zou zelfs durven beweren dat dit in de huidige context van economische terugval nog belangrijker is.
We zullen bij het maken van vooruitgang en het vinden van oplossingen allen behoefte hebben aan flexibiliteit. Ik zal hier namens de 27 lidstaten op een concrete en pragmatische manier aan werken.
Elmar Brok, namens de PPE-DE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, de NAVO-Top heeft aangetoond dat de samenwerking tussen de NAVO en de Europese Unie die er werd besproken, van groot belang is. De NAVO is nog altijd noodzakelijk voor de collectieve veiligheid van Europa, en het is belangrijk om Amerika daarin op verbindende wijze te betrekken. De top heeft ook aangetoond dat het raketafweersysteem, dat nu heel Europa als onderdeel van een gemeenschappelijk NAVO-project beschermt, een belangrijke stap is op weg naar verdere samenwerking. Verder werd echter ook duidelijk – en het debat over Afghanistan is daar een voorbeeld van – dat er een grote mate van civiele en militaire samenwerking is waaraan met name de Europese Unie een belangrijke bijdrage kan leveren. Ik denk dat die samenwerking passend dient te worden uitgebouwd. We moeten echter vaststellen dat op een belangrijk punt geen vooruitgang is geboekt, omdat de noodzakelijke samenwerking, die veel effectiever moet worden georganiseerd, tot dusver op een veto stuitte van NAVO-partner Turkije. Mevrouw Ashton, ik denk dat het buitengewoon belangrijk is dat deze kwestie ook in het kader van de toetredingsonderhandelingen met Turkije aan de orde wordt gesteld. We mogen van de NAVO en de samenwerking tussen de NAVO en de Europese Unie geen instrument maken om te gebruiken in een dispuut met een lidstaat van de Europese Unie die geen lid is van de NAVO. Daarom denk ik dat het feit dat Turkije nog niet de noodzakelijke stappen heeft gezet, onze mogelijkheid om op te treden aanzienlijk beperkt. Overigens ben ik er uiteraard mee ingenomen dat de kwestie van samenwerking op het gebied van defensiematerieel erop wijst dat samenwerking met het Europees Defensieagentschap tot de mogelijkheden behoort, waarbij met name de cyberspacekwestie van groot belang is voor het agentschap.
Adrian Severin, namens de S&D-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de NAVO-Top in Lissabon heeft de nieuwe realiteit, uitdagingen en non-conventionele dreigingen erkend waarmee de wereld na de Koude Oorlog wordt geconfronteerd. Op die basis is op deze top geprobeerd om een nieuw evenwicht te vinden tussen de regionale en mondiale rol van de alliantie. Een mondiale NAVO, of een NAVO met een mondiale rol, is een must. Dat brengt bepaalde gevolgen met zich mee.
Ten eerste moet de Europese Unie zich erop voorbereiden meer verantwoordelijkheden op zich te nemen wat betreft Europese veiligheid en defensie. Dat betekent niet alleen dat we ons Europese veiligheids- en defensieconcept moeten ontwikkelen en bijwerken, maar ook dat we onze militaire capaciteit moeten ontwikkelen. Ten tweede is het de plicht van de Europese Unie om zich voor te bereiden op mondiale uitdagingen en zich als een echt mondiale speler te gedragen. Dat betekent dat we onze mondiale belangen en doelen moeten herdefiniëren en onze militaire capaciteit zodanig moeten uitbreiden dat we de last van de mondiale defensie samen met onze Amerikaanse bondgenoten kunnen dragen. Ten derde is het onze plicht om ideeën op te nemen in onze strategieën in verband met betrekkingen met andere spelers, die zullen leiden tot een systeem van defensiepartnerschap, met de mogelijkheid op te gaan in een mondiaal defensief pact.
Wanneer de Europese Unie zich van al die taken kwijt, moet ze niet alleen haar strategische verbinding met de NAVO intact houden, maar ook intellectueel en politiek bijdragen aan de instandhouding van de afschrikkingscapaciteit van de NAVO en haar mogelijkheid om lidstaten te verdedigen tegen elke vorm van agressie in een context die verschilt van de context die tot het ontstaan van de alliantie leidde.
Norica Nicolai, namens de ALDE-Fractie. – (RO) Mevrouw de Voorzitter, ik geloof dat de top van Lissabon de eerste is sinds 1999 waarop sprake is van een heilzame bijdrage aan een strategische visie voor de alliantie. Ik ben van mening dat een belangrijkere overweging in deze eeuw is dat niet alleen de bestaande bedreigingen en veiligheidsbelangen, maar vooral ook het vermogen van defensiebegrotingen om effectieve militaire oplossingen te bieden de kwestie van een bipolaire wereld tot onderwerp van discussie maken.
Het werd tijd voor een brede analyse van de richting die de alliantie uitgaat, zeker als compatibiliteit met Rusland hiervan een aspect is. Ik moet echter benadrukken dat compatibiliteit met het Europese veiligheidsproject volgens mij ook van vitaal belang is voor de NAVO. De Afghaanse kwestie lijkt genoeg impuls te hebben gegeven aan de NAVO, en het doet mij genoegen dat Rusland ermee heeft ingestemd deel te nemen aan NAVO-acties in Afghanistan. Ik hoop dat dit complexe Afghaanse probleem niet een van de redenen tot zorg zal zijn over de toekomstige effectiviteit van de alliantie.
Ik juich het ook toe dat de Europese Unie de kwestie van antirakettechnologie tot onderwerp van discussie heeft gemaakt. Ik meen dat we de effectiviteit van dit raketschild op EU-niveau dienen te bespreken.
Reinhard Bütikofer, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw Ashton, de NAVO-Top in Lissabon is van groot belang voor de EU en voor dit Parlement, omdat we de Europese veiligheid in de toekomst slechts in goede banen kunnen leiden als de NAVO, de EU en andere organisaties zoals de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) elk hun bijdrage leveren en effectief samenwerken. Tot dusver werden de resultaten van Lissabon echter mooier voorgesteld dan ze zijn. Laat ik het ietwat ironisch formuleren: de NAVO heeft weliswaar een nieuwe strategie, maar weet nog altijd niet waar ze heen wil. De hoogdravende fantasieën van de NAVO als politiemacht in de wereld heeft men laten varen, en dat is al een hele vooruitgang. Er is al wat meer bescheidenheid, maar nog onvoldoende duidelijkheid.
Ik noem een aantal voorbeelden:
1. Een eerste voorbeeld zijn de militaire uitgaven. De lidstaten van de Europese Unie willen door middel van een permanente, gestructureerde samenwerking besparen op militaire uitgaven, maar de NAVO ondertekent ongedekte cheques voor raketafweer. Volgens de secretaris-generaal gaat het om een bedrag van 200 miljoen, maar alle deskundigen zeggen dat dit raketafweersysteem veeleer 40 tot 70 miljard euro zal kosten, en we weten nog niet eens hoe het beheerd zal worden.
2. Een tweede voorbeeld is kernontwapening. De "Global Zero"-visie van Obama in Praag was indrukwekkend, en we waren ermee ingenomen. Bij de NPV-conferentie was Europa het al niet meer eens, maar de NAVO klampt zich nu vast aan nucleaire afschrikking als een blinde aan een lantaarnpaal. Met name voormalige wereldmachten vinden hun kernwapens blijkbaar veel aantrekkelijker dan een ambitieus Europees beleid voor kernontwapening.
3. Het derde voorbeeld zijn vredesmissies en het op een civiele manier oplossen van conflicten. Op dat gebied hebben wij als Europese Unie veel gepresteerd. Plotseling komt de NAVO en wil zich daar ook mee bezighouden. Binnenkort komt ze nog met ontwikkelingsbeleid op de proppen.
De NAVO lijdt aan veiligheidsbeleidschizofrenie. Laten we daar een einde aan maken. Laten we ervoor zorgen dat we over een jaar een witboek hebben waarin we duidelijk maken welk soort veiligheidsbeleid we in Europa willen.
Charles Tannock, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de NAVO en de brug die ze slaat met Amerika blijven fundamentele elementen van de collectieve veiligheid van Europa. Op de top in Lissabon herdefinieerde de NAVO haar plaats in het middelpunt van de Euro-Atlantische veiligheidsarchitectuur voor haar nieuwe strategische concept.
Door mijn rol als ondervoorzitter van de delegatie van het Europees Parlement voor de betrekkingen met de Parlementaire Vergadering van de NAVO ben ik meer dan ooit overtuigd van de waarde van de NAVO en de samenwerking van de EU met de NAVO. Ik sta vol bewondering voor het werk van de ISAF-troepen van de NAVO in Afghanistan, maar betreur dat sommige van onze bondgenoten met strikte voorbehouden inzake militaire interventies niet deelnemen in een situatie waarin het onnoemelijke gevolgen voor de veiligheid van het Westen en voor blijvende vrede in de regio zou hebben – met name de destabilisatie van Pakistan – als de NAVO een nederlaag zou lijden of zich voortijdig zou terugtrekken. Zelfs in een tijd van bezuinigingen, waarin veel lidstaten snoeien in hun defensiebegroting, moet winnen in Afghanistan onze prioriteit zijn.
Ik was onlangs ook in Kosovo waar ik met eigen ogen het waardevolle werk kon vaststellen dat door de NAVO-troepen in KFOR wordt verricht. Voor de kust van Somalië levert de NAVO-operatie Ocean Shield goede resultaten op in de strijd tegen piraterij, hoewel risico bestaat op overlapping met het werk van de ruimere missie Atalanta van ons gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. Ik ben ingenomen met de coördinatie van de beide missies.
Ik steun ook de uitbreiding van de NAVO met Georgië en Oekraïne ergens in de toekomst. De Koude Oorlog is voorbij, en de dreigingen waarmee we worden geconfronteerd, zijn in toenemende mate asymmetrisch en mondiaal. Ik ben ingenomen met de bredere aanpak van de NAVO, die ook cyberveiligheid en de gevaren die uitgaan van de klimaatverandering en voedselveiligheid omvat. De bestaansreden van de NAVO is vandaag echter nog even sterk als toen de organisatie 61 jaar geleden werd opgericht.
Marisa Matias, namens de GUE/NGL-Fractie. (PT) – Mevrouw de Voorzitter, de NAVO-Top werd in Lissabon gehouden, en ik heb een aantal opmerkingen over datgene wat er in mijn land voorviel met betrekking tot die top.
De Portugese autoriteiten ontzegden Europese burgers de toegang tot het land en dit slechts om een enkele reden: deze burgers hadden kritische teksten over de alliantie bij zich. Nu kunnen we minimaal over deze gebeurtenissen zeggen dat er in Portugal een arbitrair regime aan de macht was, een authentieke gedachtepolitie. Een regime dat zo bijzonder was dat het de Portugese regering er toe aanzette anti-oproermaterieel te kopen ter waarde van vijf miljoen euro, dat zelfs niet op tijd voor de top werd geleverd. En dat zijn de prioriteiten van een regering die zich geplaatst ziet voor een enorme sociale crisis.
In het Europa waarvan wij dromen, is vrijheid van meningsuiting een fundamentele waarde. Het Europa waar wij van dromen buigt niet voor militaire organisaties die hun geschiedenis met bloed schrijven.
De NAVO-Top heeft de legitimatie van militaire interventie overal op de planeet tot gevolg gehad. Ook heeft de Europese Unie de militaire strategie en de belangen van de VS boven haar eigen belangen gesteld. In de derde plaats werd de militarisering van de toegang tot de energiebronnen geconsolideerd. Ten slotte heeft militaire verdediging een ontwikkelingsmodel op gang gebracht dat het ecologisch evenwicht verstoort en de sociale crisis verergert.
Daarom wil ik u zeggen, mevrouw de Voorzitter, dat wij naar mijn idee met deze top democratie verliezen, dat wij vrijheid verliezen en dat wij verliezen opdat enkele anderen de oorlog konden winnen.
David Campbell Bannerman, namens de EFD-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, bedankt dat u mijn volledige naam gebruikt. Ik denk dat we hulde moeten brengen aan het feit dat de NAVO-Top in Lissabon de bescherming van onze vrede en democratie heeft versterkt, en dit in tegenstelling tot het Verdrag van Lissabon, dat nu al precies het tegendeel doet. Maar de NAVO wordt bedreigd door drastische bezuinigingen waaraan de Europese strijdkrachten worden onderworpen.
Die bezuinigingen zijn bijzonder gevaarlijk. Het is onvergeeflijk dat de Britse regering snoeit in de uitgaven tot onder het basisniveau van twee procent dat ieder NAVO-lid wordt geacht te respecteren. Het zijn ook pseudobesparingen, want defensie-uitgaven zijn goed voor de werkgelegenheid. Momenteel wordt de Britse Harrier Jet uit gebruik genomen. Deze maand verloren we voortijdig het vliegdekschip HMS Ark Royal en 6 000 specifiek hiervoor opgeleide personeelsleden.
We kunnen niet van de VS verwachten dat ze deze last dragen als wij steeds minder bijdragen. We mogen niet de illusie koesteren dat de Amerikanen de NAVO niet de rug zouden kunnen toekeren, zoals de hooggeplaatste Britse admiraal Dannat waarschuwde, en ons overlaten aan een stoutmoedige Russische beer die nog altijd bereid is om cyberaanvallen te lanceren tegen Estland en systematisch de Britse zee- en luchtafweer af te tasten, wat op verontrustende wijze aan de Koude Oorlog herinnert.
Andreas Mölzer (NI). – (DE) Mevrouw de Voorzitter, er is gesproken over een historische doorbraak op de NAVO-Top. Het dispuut tussen Duitsland en Frankrijk over nucleaire ontwapening is weliswaar bijgelegd, maar de facto zullen we in de toekomst niet zonder kernwapens kunnen. Dat zou de NAVO-staten immers kwetsbaar maken voor chantage door Teheran en Pyongyang. Een wereld zonder kernwapens zal zelfs zonder dictatoriale regimes überhaupt een illusie blijven zolang bepaalde staten alleen serieus worden genomen wanneer ze het tot potentiële of feitelijke kernmacht hebben geschopt.
Het is ook betreurenswaardig dat op deze top een voor de Verenigde Staten veeleer vervelend onderwerp buiten beschouwing is gebleven, namelijk hoe het verder moet in het Nabije Oosten na de geplande terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Irak. Ook de vaak genoemde ommekeer in het Russische buitenlandbeleid is nader beschouwd waarschijnlijk niet meer dan een sluwe tactische zet. Wat terrorisme en cyberoorlog betreft, bleef het bij intentieverklaringen in plaats van echte concepten. Van een doorbraak was op deze NAVO-Top volgens mij in de verste verte geen sprake.
José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra (PPE). – (ES) Mevrouw de Voorzitter, het nieuwe strategische concept van de NAVO dat in Lissabon is aangenomen, is ontworpen om de NAVO in staat te stellen een antwoord te vinden op en zich aan te passen aan in de eerste plaats een nieuwe context, dat wil zeggen het verdwijnen van het systeem van machtsblokken en het einde van de Koude Oorlog, en in de tweede plaats de nieuwe bedreigingen, in het bijzonder de globalisering en het feit dat onze legers geen duidelijke vijanden hebben en onze vijanden geen legers hebben.
Op basis van dit nieuwe strategische concept, en gelet op artikel 5 van het Verdrag van Washington, dat betrekking heeft op de wederzijdse bijstand, zijn er drie aspecten die me interesseren.
In de eerste plaats vraag ik mij af welke vorm deze strategische alliantie met Europa moet krijgen: ik zou u willen vragen, mevrouw Ashton, of u vindt dat Turkije zo veel mogelijk moet deelnemen aan de acties en de ontwikkeling van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid?
In de tweede plaats de ratificatie van het START-verdrag door het nieuwe Amerikaanse Congres. Denkt u dat als deze ratificatie niet doorgaat, dit van invloed zal zijn op het nieuwe strategische concept?
En tot slot: hoe denkt u, mevrouw Ashton, over het raketschild? Denkt u dat dit idee op enigerlei wijze in de weg kan staan van de beoogde vermindering van het nucleaire arsenaal van beide partijen? Het lijkt er namelijk op dat de lidstaten tegengestelde visies op deze kwestie hebben.
Roberto Gualtieri (S&D). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, barones Ashton, dames en heren, het nieuwe strategische concept dat de NAVO heeft ontwikkeld, bevat belangrijke positieve veranderingen waarmee we de uitdagingen van de 21e eeuw het hoofd kunnen bieden op een manier die aansluit op de waarden van het Noord-Atlantisch Verdrag.
We zijn met name blij met de nieuwe impuls die wordt gegeven aan het strategisch partnerschap met Rusland, de expliciet geformuleerde doelstelling van een wereld zonder kernwapens, de erkenning van het belang van een krachtiger Europees defensiebeleid, de bekrachtiging van het principe van collectieve verdediging en tegelijkertijd de verklaring dat de NAVO geen enkel land beschouwt als vijand.
Toch zijn er nog steeds problemen en tegenstellingen die in dit bepaald niet nieuwe concept ongemoeid blijven: in de eerste plaats ontbreekt het aan een duidelijke en ondubbelzinnige toezegging om tactische nucleaire wapens uit te bannen, die nog steeds worden gebruikt in Europa, ook al passen ze niet meer in de huidige strategie en wordt het steeds moeilijker om de kosten ervan te dragen. In de tweede plaats is de rol van de Europese Unie in dit strategisch concept nog niet groot genoeg en bestaat het risico dat de civiele crisisbeheersingscapaciteit onnodig boven op die van de EU komt.
We zijn ons bewust van de politieke problemen die een doelmatigere samenwerking tussen de EU en de NAVO in de weg staan, maar dat mag de ontwikkeling van het operationele aspect en het creëren van complementariteit en synergie overeenkomstig onze ambities niet in de weg staan. Helikopters, medische ondersteuning en explosieven zijn belangrijke verbeteringen, maar volstaan niet: we hebben visie en actieve betrokkenheid nodig en we roepen u, barones Ashton, op om die visie en betrokkenheid krachtig en duidelijk te tonen.
Kristiina Ojuland (ALDE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, Anders Fogh Rasmussen, secretaris-generaal van de NAVO, verklaarde dat de top van de NAVO-Rusland-Raad die in Lissabon plaatsvond, een historische impuls vormde voor het verbeteren van de betrekkingen tussen de NAVO en Rusland, waar ik bijzonder mee ben ingenomen.
Hoewel de staatshoofden en regeringsleiders het er tijdens de NAVO-Rusland-Raad over eens werden om de dreiging van ballistische raketten gezamenlijk te evalueren en de raketafweersamenwerking te hervatten, kondigde president Medvedev na de top aan dat Rusland alleen aan het geplande raketafweersysteem zal deelnemen als het als gelijkwaardige en volwaardige partner betrokken is bij het uitwisselen van informatie en het oplossen van alle mogelijke problemen.
Ik zou erop willen wijzen dat gelijke partners gelijke verantwoordelijkheden op zich moeten nemen. Bij het definiëren van veiligheid is er een aantal significante verschillen tussen de NAVO en Rusland. Terwijl Rusland de veiligheid bedreigd ziet door klassieke militaire bedreigingen, legt de NAVO de nadruk op het gebrek aan democratie en schendingen van de mensenrechten als bedreiging voor de veiligheid. Om Rusland nauwer te betrekken bij gemeenschappelijke projecten in het kader van de NAVO, verwacht ik van Rusland mainstreaming van democratie, mensenrechten, burgerlijke vrijheden en de rechtsstaat. Voor een gelijkwaardig partnerschap moeten de NAVO en Rusland bij dergelijke relevante kwesties op dezelfde lijn zitten.
Franziska Katharina Brantner (Verts/ALE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik zou mevrouw Ashton hier welkom willen heten. We hebben geluisterd naar hetgeen ze te zeggen had over andere kwesties, en ik denk dat ze nauw met elkaar verband houden. Ik wil hier niet in detail treden, maar ik zou de verdere ontwikkeling van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid in het kader van de algemene samenwerking met de NAVO willen vermelden. Ik denk dat we echt een externe evaluatie nodig hebben van wat er tot dusver is gebeurd.
Met betrekking tot mensenrechten zei u dat het tijd is om de stand van zaken op te maken en verder te gaan. Ik denk dat we precies hetzelfde moeten doen met betrekking tot de missies die we tot dusver hebben uitgevoerd. Ik denk dat u de mogelijkheid hebt om opnieuw te beginnen. U kunt terugblikken en een deskundig extern onderzoek en een evaluatie laten opstellen om te definiëren wat echt onze prioriteiten zijn en welke capaciteiten we nodig hebben. Ik zou willen vermelden dat we hoofddoelen hebben voor 2010, maar het is nu eind 2010 en het halen van die doelen ligt bij lange na niet in het verschiet, ook niet de civiele doelen. De vraag is op welke manier we verder moeten, en ik denk dat het goed zou zijn om een visie te hebben.
Ten tweede zou ik u met nadruk willen oproepen om gebruik te maken van de synergie, waarvan ik hoop dat ze in het kader van de oprichting van de Europese Dienst voor extern optreden zal worden gecreëerd, om de civiele beheerscapaciteiten in uw dienst te versterken. We hebben niet de kans gehad om nieuwe posten te creëren, maar we zouden ze ten minste moeten gebruiken om dit gebied te versterken.
Mijn laatste punt is, heel kort, dat er een debat plaatsvindt over crisisrespons en respons bij nationale rampen. Ik denk dat we wat dat betreft zorgvuldig moeten toezien op de neutraliteit van de humanitaire respons van de EU, ook al is dat soms moeilijk in crisisgebieden. Ik denk dat dit een belangrijke kwestie is.
Konrad Szymański (ECR). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, de NAVO is sterker uit de top in Lissabon tevoorschijn gekomen. Artikel 5 is nieuw leven ingeblazen, zonder het vermogen tot verdediging tegen een ballistische aanval uit te sluiten. De voorschriften van de nieuwe strategie moeten nu worden geïmplementeerd. Het actieplan voor het trans-Atlantische raketafweersysteem zal uiterlijk medio 2011 klaar zijn. Eveneens zullen hiervoor financiële middelen beschikbaar komen, ook van de Europese NAVO-partners. Het ondertekenen van een nieuw START-verdrag door Rusland mag geen beperking voor de bouw van het NAVO-raketafweersysteem betekenen. Bovendien mag de samenwerking met Rusland geen verzwakking van de defensie van Midden-Europa tot gevolg hebben.
Ilda Figueiredo (GUE/NGL). - (PT) Zoals wordt bevestigd in de conclusies van de NAVO-Top in Lissabon bevestigt de NAVO zichzelf als een militaire alliantie, een nucleaire militaire alliantie die bestemd is om snel en grootschalig overal op de wereld, op ieder moment en onder ieder voorwendsel in te grijpen; daarmee bevestigend dat zij één krachtige set politieke en militaire capaciteiten heeft om allerlei soorten crises het hoofd te bieden: voor, gedurende en na conflicten.
Als een verontrustende mondiale dreiging bevestigt de NAVO dat ze beïnvloed wordt door politieke en veiligheidsontwikkelingen buiten de eigen grenzen en dat ze deze ook kan beïnvloeden, en dat ze zich dan ook actief zal inzetten om de internationale veiligheid via partnerschappen met belangrijke landen en andere internationale organisaties te verbeteren. Het is een verklaring die twee doelen onthult: enerzijds, zichzelf bevestigen als een soort centrum van waaruit afhankelijkheidsrelaties worden gestuurd die aanwezigheid, pressie en interventie van deze krachten over de hele wereld mogelijk maken. En anderzijds de weg van het interventionisme verdiepen en van de fusie tussen internationale zekerheid en interne zekerheid van de staten, en zo de destructie van het internationale recht te beogen, in een rechtstreekse aanval op de rol van de Verenigde Naties bij het aansnijden van internationale veiligheidsvraagstukken.
Gecommandeerd door een van de machten, de Verenigde Staten, probeert zij ook haar Europese pijler, de Europese Unie, te versterken. Deze wordt beschouwd als een enkele essentiële bondgenoot van de NAVO. Daarom was de NAVO die uit Lissabon vertrok groter, machtiger, gevaarlijker en heimelijker. De dreiging is echter aanzienlijk, en het antwoord van het Portugese volk was een demonstratie van meer dan dertigduizend mensen in de straten van Lissabon. Zij keerden zich tegen de NAVO en eisten de ontbinding van deze organisatie die zo essentieel geacht wordt voor het handhaven van de vrede.
Jaroslav Paška (EFD). - (SK) Niettegenstaande het feit dat er tijdens de bijeenkomst van hoge vertegenwoordigers van de NAVO-landen in Lissabon een groot aantal gewichtige thema's op het vlak van veiligheidsrisico's in de wereld van vandaag besproken werd, mag toch wel gezegd worden dat een aantal conclusies en besluiten verregaande gevolgen hebben op de huidige politieke wereld.
De nieuwe voorzichtige poging van de NAVO tot samenwerking met Rusland bij het opzetten van een raketafweersysteem in Europa vormt namelijk tevens een wijziging van het veiligheidsbeleid, waaruit kan worden opgemaakt dat zowel de Verenigde Staten als Europa aan Rusland een nieuwe sterke partner kunnen hebben, die zich mogelijk eveneens realiseert dat de grootste bedreiging voor een vreedzaam en waardig leven binnen de beschaafde democratische samenlevingen uitgaat van op extreme ideologieën gebaseerde terroristische groeperingen en militante regimes.
Geachte mevrouw Ashton, het zou goed zijn indien we ons de woorden van de Amerikaanse president Barack Obama dat Rusland een partner is en geen vijand, eigen zouden maken als een nieuwe positieve impuls, onder meer op het gebied van de economische samenwerking. Juist in tijden waarin de Europese industrie te maken heeft met onvoldoende afzet van haar producten, kan een open en solvente Russische markt de nodige kansen bieden die beide partners, zowel Rusland als Europa, helpen bij de aanpak van hun interne economische problemen.
Michael Gahler (PPE). – (DE) Mevrouw de Voorzitter, wat worden de taken van de EU met betrekking tot veiligheid en defensie in de context van het door de NAVO voorgestelde nieuwe strategische concept? De Europese ministers van Defensie hebben de vinger op de zere plek gelegd: de EU beschikt niet over voldoende capaciteit en bekwaamheid. De financiële crisis en bezuinigingen dwingen de EU en de NAVO echter meer en meer om de militaire capaciteiten te concentreren. De sleutelwoorden sharing (delen) en pooling (bundelen) beschrijven wat nu vereist is. Zodra de staten zijn nagegaan wat op dit gebied mogelijk is, moet het Europees Defensieagentschap de spil vormen van de ontwikkeling van capaciteiten. Daarnaast moet de Commissie haar samenwerking met het Europees Defensieagentschap uitbreiden zodat door de Unie gefinancierde onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten er deel van uitmaken. Deelt u mijn mening?
Omdat ik eerder geen spreektijd had met betrekking tot het vorige onderwerp, wil ik nog een vraag stellen over de bevordering van democratie. Ik zou graag van u weten hoeveel geld er in het financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld feitelijk werd uitgegeven zonder toestemming van de regeringen van de landen in kwestie.
Ik wil ook nog iets zeggen over waarnemingsmissies bij verkiezingen: op dat vlak zijn we niet consequent en soms zelfs laf. Nadat delen van de Commissie en enkele lidstaten hadden aangedrongen op een waarnemingsmissie voor de verkiezingen in Ethiopië en het verslag van het hoofd van de waarnemingsmissie vervolgens niet kon worden voorgesteld in Addis Abeba, werd het in Brussel doodgezwegen. Mijn vraag is: waar blijft uw openlijk protest? U hebt nu de gelegenheid om iets te zeggen over deze kwestie.
Ioan Mircea Paşcu (S&D). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, in zowel het nieuwe strategische concept als de verklaring na afloop van de top wordt luid en duidelijk erkend dat de EU een belangrijke en daarom onontbeerlijke partner van de alliantie is. De internationale uitdagingen waarmee de NAVO en de EU worden geconfronteerd, hun gelijktijdige aanwezigheid in een aantal oorlogsgebieden en, daarnaast, de toenemende complementariteit van hun respectieve rollen, vereisen dat de betrekkingen tussen de twee organisaties worden versterkt.
In dat verband en rekening houdend met de noodzakelijke samenwerking in oorlogsgebieden en de onvermijdelijke herziening van de Berlijn Plus-overeenkomsten, verwachten de beide organisaties concretere resultaten van de gesprekken tussen de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger en de secretaris-generaal, in overeenstemming met hun respectieve mandaten en, wat dit betreft, is het tijd om vindingrijk te zijn en de juiste politieke compromissen te sluiten om de huidige mechanische impasse te doorbreken en de beide organisaties in staat te stellen om hun echte samenwerkingspotentieel te bereiken.
Willy Meyer (GUE/NGL). – (ES) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw Ashton, u weet heel goed dat mijn fractie tegen het bestaan van de NAVO is.
Mijn fractie is daar volkomen tegen omdat we er onder meer geen voorstanders van zijn dat enig land in de wereld – of een groep landen, zoals de militaire alliantie die de NAVO is – geweld kan gebruiken zonder uitdrukkelijk mandaat daartoe van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
In 1999 heeft de NAVO tijdens de NAVO-top van Washington in dat strategisch concept de mogelijkheid opgenomen om geweld te gebruiken zonder dat er een mandaat van de Veiligheidsraad is. Dat is een achteruitgang en een frontale aanval op het internationaal recht dat na de twee wereldoorlogen met zoveel moeite tot stand is gekomen.
Daarom zijn we het niet eens met deze filosofie, zijn we het niet eens met de NAVO en zijn we het niet eens met welk land dan ook dat zich het recht toe-eigent om geweld te gebruiken zonder dat dat uitdrukkelijke mandaat er ligt.
Bovendien heeft het direct effect op wat civiele antwoorden waren op problemen die onveiligheid creëren, zoals de georganiseerde criminaliteit, terrorisme, enz. Dat waren nooit zaken waarop een militair antwoord nodig was, maar daar was altijd een civiel antwoord op nodig, vanuit de internationale politieruimte, vanuit de justitiële ruimte. Daarom vinden wij het niet nodig om er nu een militair antwoord op te geven, zoals dat ook geldt voor de risico's van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen of van ongecontroleerde, massale migratiebewegingen. Die behoeven ook geen militair antwoord.
Honger en armoede zijn de belangrijkste doodsoorzaak in de wereld – het belangrijkste massavernietigingswapen – en die kun je met een militaire macht van het type NAVO niet bestrijden.
Jacek Saryusz-Wolski (PPE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de vraag is of we gelukkig zijn met de uitkomst van Lissabon, en ik heb een zeer gemengd antwoord. Het is onvoldoende, al is de richting goed. Hadden we meer mogen verwachten? Ik denk van wel, maar als je het vergelijkt met waar we twee, drie of vier jaar geleden stonden, is dit een grote verbetering.
Er is duidelijk sprake van onbenut potentieel in de relaties tussen de twee, maar we horen meer woorden dan we daden zien, en we hebben juist meer daden dan woorden nodig. Op dit moment wordt er veel gesproken over toenadering, maar dat zijn verklaringen en geen concrete stappen.
Tegelijkertijd vullen de twee elkaar in toenemende mate aan. De EU beschikt over bepaalde deskundigheid en over bepaalde capaciteiten. De Unie is meer gespecialiseerd in het uitoefenen van zachte macht, de NAVO meer in harde, militaire macht, en beide partijen ontwikkelen zich. De EU heeft een lange weg afgelegd sinds Saint-Malo om haar rol op het gebied van veiligheid en defensie te bevestigen, en de NAVO heeft op haar beurt erkend dat ze haar zuiver militaire domein moet uitbreiden met een zachtere dimensie en heeft de besluiten daarover al genomen. Vandaar dat beide organisaties naar elkaar toegroeien, vandaar dat de complementariteit toeneemt. Waarom zouden we dat niet gebruiken?
Het echte struikelblok is de relatie tussen Turkije en Cyprus en het onopgeloste probleem van Cyprus. De rol van de Unie is om de leiding te nemen, om initiatieven te nemen, om de NAVO voorstellen te doen over manieren om nauwer samen te werken, om van woorden over te gaan op daden. Ik geef als voorbeeld de recente brief van de ministers van Buitenlandse Zaken van Polen, Duitsland en Frankrijk, waarop mevrouw Ashton heeft gereageerd, als een goed startpunt in de goede richting.
Nauwere samenwerking tussen de EU en de NAVO op basis van politieke wil aan beide zijden en versterking van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, maar er is ook een rol voor en een karwei te klaren in de hoofdsteden van de lidstaten van de NAVO en de EU.
Ana Gomes (S&D). - (PT) Mevrouw de Voorzitter, hetgeen er is gesteld in het Strategisch Concept van de NAVO, dat is aangenomen in Lissabon, met betrekking tot de doctrine van de nucleaire ontmoediging is niet nieuw, maar oud. De alliantie besloot nucleaire wapens in stand te houden als laatste afschrikmiddel. Ironisch genoeg is dit strijdig met oproepen van president Obama voor een kernwapenvrije wereld en voor de ontwapening die is beloofd op de laatste Herzieningsconferentie van het NPT.
De alliantie zou het voorbeeld moeten geven; op deze manier wordt de nucleaire proliferatie echter niet tegengehouden, maar helaas bevorderd. En in tijden van financiële crisis onttrekt het middelen die nodig zijn voor andere dreigingen waarmee we geconfronteerd worden. Wat hebben we aan kernbommen in onze strijd tegen terrorisme zonder adres of afzender, tegen de piraten in de Indische Oceaan, tegen de georganiseerde misdaad, cyberaanvallen of chemische en biologische aanvallen?
De Raad van de Europese Unie gaf deze week een verklaring uit over de noodzaak om de inspanningen tegen nucleaire proliferatie te vergroten. Mevrouw Ashton, welke plannen hebt u om deze koers te varen binnen de NAVO waar 21 van de 28 bondgenoten tevens leden van de Europese Unie zijn? En wat hebt u te zeggen tegen de twee kernmachten die lid zijn van de Europese Unie en die het meest tegen de pogingen tot veranderingen van de Strategische Raad van de NAVO waren in relatie tot deze existentiële vraag voor de gehele mensheid?
Takis Hadjigeorgiou (GUE/NGL). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, barones Ashton, ik denk dat we in een absurde wereld leven en dat u bent uitgekozen om er een rol in te spelen, om die irrationele absurditeit enigszins af te zwakken. Zoals iedereen al heeft opgemerkt, heeft de oorlog in Afghanistan meer dan driehonderd miljard Amerikaanse dollar gekost. De kosten om de armoede in Afghanistan uit te roeien, komen overeen met de kosten van vijf dagen oorlog. De kosten van een week aan militaire acties volstaan om zesduizend scholen draaiende te houden. Met driehonderd miljard Amerikaanse dollar had men tweehonderdduizend scholen kunnen bouwen. Datzelfde geld had gebruikt kunnen worden om dertigduizend ziekenhuizen te bouwen. Als u de optelsom maakt, zult u het zien. Ik heb het hier over ziekenhuizen die elk tien miljoen dollar kosten.
Hebben we nog meer informatie nodig om in te zien dat we in een absurde wereld leven? Als we dit geld hadden verdeeld onder alle Europese gezinnen die onder de armoedegrens leven, hadden we genoeg geld gehad om elk gezin te helpen. Dat is toch ongelooflijk? Tweeduizend driehonderdvijfenvijftig euro voor elk van de zevenentwintig miljoen gezinnen.
Waar leidt deze absurde weg naartoe? Hij leidt naar de NAVO. Ik wil daarom barones Ashton, die binnen de Europese Unie een leiderspositie bekleedt, ertoe uitnodigen om een rol te spelen als katalysator in een proces dat ertoe zal leiden dat die organisatie van binnenuit afgebouwd wordt.
Arnaud Danjean (PPE). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw Ashton, ik deel uw mening over de top in Lissabon, die ons heeft verblijd met de geboorte van een nieuw en over het geheel genomen bevredigend strategisch concept, hoewel we tegelijkertijd in alle eerlijkheid moeten vaststellen dat de vader van deze tekst, de relatie tussen de Europese Unie en de NAVO, slechts een armetierige is gezien het potentieel van dit strategisch partnerschap, dat van veel meer ambitie zou moeten getuigen.
U hebt terecht gewezen op de successen en vorderingen op capaciteitsgebied. U hebt uiteraard gewezen op de successen in Afghanistan, waar we compromissen weten te bereiken. Maar het stemt niet tot tevredenheid dat wij, op Bosnië na, geen structurele politieke dialoog met de NAVO voeren. Wij weten allemaal dat Turkije het probleem is. Dat probleem moeten we serieus, maar natuurlijk ook pragmatisch gaan aanpakken, en ik hoop dat de inspanningen die u samen met secretaris-generaal Rasmussen levert, hun vruchten zullen afwerpen.
De kwestie van de duplicatie wordt vaak van stal gehaald als argument om de zwakheden van de Europese Unie naar voren te halen en de ambities van de Europese Unie te temperen. Dit probleem bestaat in feite helemaal niet omdat er in onze lidstaten niet twee legers zijn, een NAVO-leger en een leger van de Europese Unie. Elk land heeft één strijdmacht, en het is het land zelf dat ervoor kiest om zijn strijdkrachten onder de vlag van de NAVO of die van de Europese Unie in te zetten. Laten we onszelf dus niet langer bang maken met die vermeende duplicatie.
Nog even iets over complementariteit: die is essentieel maar moet slim worden toegepast. Ik zou niet graag willen dat complementariteit een absoluut gebod wordt waarbij de Europese Unie het Rode Kruis zou worden van een strijdmacht die de signatuur van de NAVO zou dragen. De Europese Unie moet haar militaire capaciteit behouden, militaire ambities houden en ook ambities houden op het vlak van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB), zoals verwoord in de brief van het driemanschap Frankrijk, Duitsland en Polen.
Teresa Riera Madurell (S&D). – (ES) Mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, de top van Lissabon is zeker nuttig geweest om de NAVO te moderniseren en aan te passen aan de nieuwe veiligheidsuitdagingen.
We moeten verwelkomen dat in het nieuwe strategisch concept nieuwe uitdagingen worden geformuleerd, zoals de bestrijding van terrorisme, het tegengaan van de proliferatie van massavernietigingswapens, de bescherming tegen cyberaanvallen en energieveiligheid.
Ook moet worden verwelkomd dat in het nieuwe strategisch concept wordt gewezen op de noodzaak om de strategische relatie tussen de NAVO en de Europese Unie te versterken. Een duidelijke werkverdeling moet echter nog worden gemaakt om ervoor te zorgen dat deze relatie efficiënt zal zijn en om geen dubbel werk te doen in tijden van crisis.
Het Verdrag van Lissabon betekent een stap vooruit in het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, die we nu moeten consolideren. Het doel is duidelijk: de Europese Unie moet civiele en militaire capaciteit kunnen vrijmaken om haar internationale verantwoordelijkheden op zich te kunnen nemen, en het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid moet een belangrijke bijdrage leveren aan de Atlantische veiligheid.
Maar wat nog niet duidelijk is, is hoe die samenwerking met de alliantie zal worden georganiseerd om werkelijk effectief te zijn. Het zou heel nuttig zijn, mevrouw Ashton, als u ons daar iets meer over zou kunnen vertellen.
Krzysztof Lisek (PPE). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw Ashton, vandaag is tijdens dit debat de vraag gesteld waarom wij in het Europees Parlement, een EU-instituut, praten over de NAVO-Top. Het antwoord ligt voor de hand. Het merendeel van de lidstaten van de Europese Unie is ook lid van de NAVO, dus de Europese Unie, dat zijn wij en de meerderheid van de NAVO, dat zijn wij ook.
Het is daarom goed om op te merken dat de ontwikkeling van de samenwerking tussen de Europese Unie en de NAVO een van de belangrijkste agendapunten was tijdens de top in Lissabon. De besluiten van de NAVO-Top en ook de verklaringen van bijvoorbeeld de president van de Verenigde Staten bevestigen dat de NAVO het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid niet bestrijdt, maar eerder op zoek is naar samenwerking die beide partijen voordelen biedt. Ook wij moeten daarom zoeken naar samenwerking in plaats van zinloze concurrentie en dure, elkaar overlappende structuren, zeker in de huidige financiële crisis. Ik hoop dat de besluiten van de NAVO-Top en de hier aangehaalde brief van de ministers van Buitenlandse Zaken van Frankrijk, Duitsland en Polen ons, de Europese Unie, beweegt tot een serieus debat over het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid.
Polen - ik ben afgevaardigde uit Polen - zal u, mevrouw Ashton, tijdens het Poolse voorzitterschap zeker steunen bij deze werkzaamheden. Wij moeten de mechanismen en kansen benutten die het Verdrag van Lissabon ons aanreikt. Dat is voor ons een grote uitdaging. Tot slot wil ik nog vermelden dat ik ingenomen ben met de verklaring van de NAVO dat zij openstaat voor samenwerking met Rusland, en dat in diezelfde verklaring de bereidheid van de NAVO wordt onderstreept om nieuwe landen zoals Georgië toe te laten.
Kyriakos Mavronikolas (S&D). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de Europese Unie is een unieke en essentiële partner van de NAVO. Zoals het in het document over het nieuwe strategisch concept wordt gesteld, kunnen en moeten de NAVO en de Europese Unie een complementaire en elkaar wederzijds versterkende rol spelen bij het ondersteunen van de internationale vrede en veiligheid.
Een actieve en effectieve Europese Unie draagt bij tot de algehele veiligheid van het Euro-Atlantisch gebied. Daarom moeten gunstigere omstandigheden worden ontwikkeld door het strategisch partnerschap te versterken in een geest van volledige wederzijdse openheid, transparantie, complementariteit en respect voor de autonomie en institutionele integriteit van beide organisaties.
Ook moeten we erop wijzen dat nauwe samenwerking tussen de EU en de NAVO van vitaal belang is en dat deze samenwerking verder moet worden ontwikkeld zonder dat het beginsel van autonome besluitvorming wordt aangetast, en met respect voor de nucleaire status van enkele EU-lidstaten.
Ernst Strasser (PPE). – (DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw Ashton, dames en heren, op de NAVO-Top werd duidelijke vooruitgang geboekt. Het is goed dat dit hier wordt besproken. Nieuwe strategische elementen zoals civiele crisisbeheersing en cyberverdediging zijn stappen in de goede richting. Met name voor kleine, neutrale landen zoals Oostenrijk is de versterking van het partnerschap tussen de NAVO en de Europese Unie van doorslaggevend belang. De ontwikkeling van militaire capaciteiten door meer synergie, door minder overlapping, door samenwerking op defensiematerieelgebied helpt alle lidstaten, maar met name de kleine.
Er is echter nog werk voor de boeg, veel werk zelfs, met name voor ons. Europa moet zichzelf wat huiswerk geven en verzekeren dat het dat huiswerk maakt. Het initiatief van de Franse, Duitse en Poolse ministers van Buitenlandse Zaken is een stap in de juiste richting. We hebben op middellange termijn een Europese defensiearchitectuur nodig die militaire samenwerking tussen de EU-lidstaten bevordert, een verbinding vormt tussen civiele en militaire samenwerking tussen de EU, de VN en de NAVO, en de eigen Europese defensiestructuren stapsgewijs opbouwt. Het moet ons doel zijn om in de wereld een belangrijke veiligheidspartner te worden. Daar moeten we aan werken.
Elena Băsescu (PPE). – (RO) Mevrouw de Voorzitter, op de top van Lissabon is een nieuw perspectief op de veiligheidsstrategie van de alliantie geschetst. In praktische termen werden drie belangrijke doelstellingen verwezenlijkt: er werd een nieuw strategisch concept aangenomen, een nieuwe aanpak van Afghanistan opgezet, en niet te vergeten: de betrekkingen met de Russische federatie kregen een nieuwe impuls.
Ik meen dat de belangrijkste uitkomst de integratie van het antiraketschild in het nieuwe strategische concept is geweest. Roemenië heeft sinds de top in Boekarest in 2008 gepleit voor de instelling van een dergelijk schild. Dit geeft aan dat mijn land een passende visie heeft en een aanzienlijke bijdrage zal leveren aan de uitvoering van het verdedigingssysteem. Tegelijkertijd heeft Roemenië het opendeurbeleid gesteund, dat speciaal is gericht op versterking van de betrekkingen van de NAVO met Georgië en Oekraïne.
Ik juich ook het feit toe dat de NAVO het strategische belang van het Zwarte Zeegebied opnieuw heeft bevestigd, gezien de veiligheidsrisico's die er overheersen. Ze hebben in het bijzonder betrekking op de onopgeloste conflicten in Transnestrië en Georgië. Wat dat betreft meen ik dat de alliantie in haar kennisgevingen aan Rusland eensgezind moet zijn. De Russische federatie moet de goede bedoelingen die zij kenbaar heeft gemaakt met daden bekrachtigen, aangezien zij een grote verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van de oostgrens van Roemenië en de NAVO. Ik moet benadrukken dat de NAVO zich als gevolg van de politieke verklaring die is aangenomen heeft verplicht tot de handhaving van de territoriale integriteit van de republiek Moldavië en Georgië.
Georgios Koumoutsakos (PPE). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, de historische NAVO-Top in Lissabon betekende een keerpunt voor de toekomst van de alliantie. Achtentwintig geallieerden hebben belangrijke beslissingen genomen, een nieuwe defensiedoctrine aangenomen, de basis gelegd voor een nauwere samenwerking met Rusland, de kwestie van het antiraketschild opgehelderd, een actieplan voor Afghanistan goedgekeurd en het belang van samenwerking met de Europese Unie bevestigd.
Dat is echter de algemene en optimistische kijk op de situatie. We mogen niet vergeten dat deze teksten, als resultaat van een consensus, beantwoorden aan de kleinste gemene deler van standpunten en meningen. We weten allemaal dat het dreigingsniveau in de wereld van na de Koude Oorlog kan variëren en op verschillende manieren kan worden opgevat. Oost-Europese landen hebben een andere kijk op de betrekkingen met Rusland, en Turkije ziet het kernprogramma van Iran in een ander licht. We weten ook dat Ankara een diplomatieke oorlog heeft gevoerd om te voorkomen dat daarnaar verwezen zou worden in de Lissabon-tekst. Ankara houdt er ook een andere visie op de samenwerking met het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid op na, omdat het samenwerking met één Europese partner en lidstaat van de Unie wil uitsluiten. Dat alles vergroot het belang van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid alleen nog maar, uiteraard binnen het kader van de samenwerking tussen Europa en de NAVO.
Daarom ben ik van mening dat de Europese Unie de nieuwe kansen die het Verdrag van Lissabon ons biedt, met het behoud van de beslissingsbevoegdheden, ten volle moet benutten. We moeten het internationale profiel en de internationale aanwezigheid van de Unie versterken. We hebben een sterker Europa nodig, voor een sterke Atlantische alliantie.
Marietta Giannakou (PPE). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, ik ben het eens met het standpunt van de hoge vertegenwoordiger over de Lissabon-top. Het was echt een belangrijk keerpunt en een belangrijk moment. De trans-Atlantische betrekkingen zijn de sleutel tot veiligheid en ontwikkeling in de wereld, maar de Europese Unie moet waar nodig ook haar eigen stem en eigen structuren handhaven. De eerder vermelde kostenbesparingen zullen voortkomen uit deze samenwerking, zowel op het vlak van uitrusting als op het vlak van civiele beslissingen, zonder dat de NAVO-alliantie daarvoor gewijzigd hoeft te worden of kan worden. Europa moet zijn eigen defensie- en veiligheidssystemen hebben en met zijn eigen stem kunnen spreken, want alleen dan kan het de problemen, zoals het probleem met Turkije of andere problemen met leden van de NAVO of derde landen die er een andere visie op de betrekkingen met Rusland op nahouden, aanpakken. Ik denk bovendien niet dat het probleem met Rusland een moeilijke kwestie is. Ik denk dat het een kwestie is die Europa wel kan afhandelen, net zoals de Amerikaanse zijde die op haar manier afhandelt. Misschien kan Europa ze zelfs nog doeltreffender afhandelen.
Tunne Kelam (PPE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de uitbreiding van de NAVO kan worden gezien als een van de weinige echte succesverhalen van het tijdperk na de Koude Oorlog. Het momentum voor verdere uitbreiding is echter verzwakt. De NAVO heeft zich aarzelend getoond om een opening naar Georgië en Macedonië te maken. De militaire bijdragen zijn op alarmerende wijze afgenomen. Heel weinig NAVO-leden voldoen aan het criterium van 2 procent defensie-uitgaven, en de alliantie heeft al meer dan een decennium geen serieuze militaire oefeningen meer gehouden. De laatste grootste oefening, die was bedoeld om aan te tonen dat de Verenigde Staten snel troepen naar Europa konden overbrengen, vond zeventien jaar geleden plaats. Het is waar dat de Sovjet-Unie is ingestort, maar de geloofwaardigheid en het potentieel van de NAVO zijn nog steeds gebaseerd op de militaire kracht van de Verenigde Staten. Het is van cruciaal belang dat de militaire organen van de NAVO goed geïntegreerd blijven en dat militaire bevelhebbers uit Amerika en Europa samen kunnen oefenen.
Alleen met een veel nauwere en meer gedecideerde trans-Atlantische samenwerking zullen de EU en de NAVO het komende decennium een democratische internationale agenda kunnen uitvoeren waarmee de uitdagingen van een multilaterale wereld het hoofd kunnen worden geboden.
Ik wil ook een opmerking maken over de conclusies van de NAVO-Rusland-Raad. Daarin wordt opgeroepen tot een gemoderniseerd partnerschap op basis van wederzijds vertrouwen, transparantie en voorspelbaarheid. Dat kan worden opgevat als een verklaring van goede wil. We weten echter dat in de militaire doctrine van Rusland de uitbreiding van de NAVO in de "achtertuin" van Rusland nog steeds wordt gezien als agressie en als een rechtvaardiging voor preventieve militaire aanvallen en invallen op buitenlands grondgebied.
De grote militaire oefeningen die in het najaar van 2009 zijn gehouden in het noordwesten van Rusland, dicht bij de Baltische staten, waren bedoeld als voorbereiding voor een invasie van deze landen als tegenaanval, naar we mogen aannemen naar aanleiding van acties van de NAVO. Positief is dat de NAVO eindelijk noodplannen voor de defensie van de Baltische staten heeft gemaakt, zoals WikiLeaks heeft onthuld.
Rusland is Georgië binnengevallen en heeft twee autonome gebieden van Georgië praktisch geannexeerd. Onlangs nog zijn in deze afgescheiden entiteiten Russische raketten afgeschoten, en Rusland blijft op grote schaal spioneren in alle westerse landen. En wanneer deze spionnen worden ontmaskerd, heeft het Westen het gevoel dat het in verlegenheid is gebracht, niet Rusland, dat zijn spionnen openlijk de hoogste staatsonderscheidingen toekent.
Het hameren van Rusland op gelijkheid in de betrekkingen met de NAVO en op een soort gezamenlijke besluitvorming is prematuur en brengt het risico met zich mee van een Russisch veto op NAVO-besluiten en verdere uitbreiding.
Katarína Neveďalová (S&D). - (SK) Op de top in Lissabon bevestigde de NAVO haar rol als hoeder van de veiligheid in de Euro-Atlantische ruimte en onderkende zij tevens dat zij voor nieuwe uitdagingen staat.
Voor de uitvoering van deze taak is een uitgebreid netwerk van strategische partnerschappen het meest geschikte instrument, of dat nu partnerschappen met staten zijn of met internationale organisaties. De NAVO moet dus bereid zijn een politieke dialoog aan te gaan met alle potentiële partners die ons gezamenlijke streven naar vrede en stabiele internationale betrekkingen met ons delen.
Naar mijn stellige overtuiging is samenwerking met Rusland een cruciaal strategisch partnerschap. De NAVO dient de praktische samenwerking uit te diepen om zo mede een dam op te werpen tegen moderne bedreigingen als het internationale terrorisme, piraterij, mensenhandel en de handel in verdovende middelen. De NAVO dient te worden voorzien van voldoende financiële, militaire en menselijke middelen om haar rol te kunnen vervullen. Maar het is tevens van groot belang dat deze middelen op een zo doeltreffend mogelijke wijze worden ingezet, en dat eerst en vooral om te zorgen voor vrede.
Ivo Vajgl (ALDE). – (SL) Mevrouw de Voorzitter, ik ben blij dat ik vóór mijn Luxemburgse collega, de heer Goerens, aan de beurt ben, want anders had dat afgedaan aan mijn fundamentele punt dat de leden die hier het afgelopen halfuur het woord hebben gevoerd, voornamelijk uit Zuidoost-Europa afkomstig zijn, waaruit u kunt opmaken dat de vraagstukken van veiligheid, de NAVO en de relatie tussen de NAVO en de Europese Unie voor ons net even belangrijker zijn dan voor andere landen.
Precies om die reden wil ik graag zeggen dat de deelnemers aan de top van Lissabon een kans voorbij hebben laten gaan om een principiëler en besluitvaardiger standpunt in te nemen over de wensen van twee landen in Zuidoost-Europa, Macedonië en Bosnië en Herzegovina, om hun veiligheid te versterken door toe te treden tot ten minste een van beide organisaties, de EU of de NAVO.
Toen wij op het punt stonden lid te worden van deze twee organisaties, zeiden we dat elk van beide volstond. De NAVO heeft de kans om vergissingen die de Europese Unie heeft begaan, te herstellen. Ik denk dat we daar rekening mee moeten houden.
Janusz Władysław Zemke (S&D). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, dank u wel dat u mij de gelegenheid geeft het woord te voeren. De discussie van vandaag gaat over de samenwerking tussen de NAVO en de Unie. Mevrouw Ashton heeft hier een positief oordeel gepresenteerd, maar ik vind dat behoorlijk voorbarig. Mijn collega-afgevaardigden uit Polen, de heer Saryusz-Wolski en de heer Lisek, hebben eerder het woord gevoerd, en ik ben het volledig eens met hun inschatting.
Dit is slechts het begin van een bijzonder lange weg. In verband hiermee wil ik wijzen op drie pragmatische aspecten die getuigen van onze gezamenlijke vooruitgang. Het eerste betreft de gezamenlijke defensieve planning van de NAVO en de Europese Unie. Het is duidelijk dat hier meer gedaan kan worden. Het tweede zou de samenwerking van de inlichtingendiensten moeten betreffen – ook hier is vooruitgang te boeken. Het derde en laatste aspect betreft het functioneren van de gevechtsgroepen. Wij moeten ons afvragen of die op dit moment een toegevoegde waarde leveren.
Charles Goerens (ALDE). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, ik zou mevrouw Ashton een vraag willen stellen over het Europa van de defensie, die ook aan de NAVO raakt.
Het Verdrag van Lissabon biedt de lidstaten van de Europese Unie de mogelijkheid om nauwer samen te werken op defensiegebied, voor zover zij dat willen uiteraard. Of dat nu "gestructureerde samenwerking" of "versterkte samenwerking" heet, doet er op zich niet zoveel toe.
Kan mevrouw Ashton mij zeggen of bij een aantal landen al plannen voor deze samenwerking bestaan, en zo ja, aan welke criteria moet worden voldaan om daaraan te mogen deelnemen?
Catherine Ashton, vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil iedereen die aan dit zeer brede debat heeft bijgedragen nogmaals bedanken. Als u mij toestaat, wil ik ingaan op enkele van de belangrijkste punten die aan de orde zijn gesteld en zal ik proberen u ten minste een begin van een antwoord te geven.
Het eerste dat ik wil opmerken is dat ik wil zoeken naar manieren om vooruitgang te boeken in de relatie tussen de EU en de NAVO, maar dat ik de politieke problemen die de kern van dit vraagstuk vormen niet onderschat. Mijn doel is om praktische en pragmatische manieren te vinden waarop een versterkte samenwerking tot een betere ondersteuning van onze mensen op de grond kan leiden. De mensen die het echte werk doen, de mensen die de operaties uitvoeren, zijn de mensen die ik het meest in gedachten heb als ik nadenk over hoe we kunnen samenwerken. Maar dat doe ik ook in de wetenschap dat ik 27 lidstaten vertegenwoordig, en ik werk samen met de lidstaten die het meest bij deze vraagstukken zijn betrokken en die er het meest mee te maken hebben.
We zetten de nodige stappen om dat doel zo spoedig mogelijk te bereiken. Maar ik onderschat de uitdagingen niet en ben altijd geïnteresseerd in ideeën om dit te verwezenlijken.
Ik aanvaard dat we ook zorgvuldig willen kijken naar wat we zelf doen en dat we ons ervan willen vergewissen dat wat we doen complementair is en dat we geen werk doen dat anderen al doen. De gebieden waarop we actief zijn, zijn ook in zeer hoge mate complementair. De voorbeelden die eerder zijn genoemd, zijn Ocean Shield langs de kust van Somalië en onze werkzaamheden in het kader van Operatie Atalanta.
De geachte afgevaardigden die het gebied hebben bezocht, weten dat het een enorm uitgestrekt zeegebied is waar veel ruimte is voor complementaire activiteiten en heel weinig risico op dubbel werk, en de diensten werken dan ook heel goed samen. Commandant Howes, die op dit moment de leiding heeft over Operatie Atalanta, heeft tijdens een bijeenkomst met de ministers van Defensie precies dit punt naar voren gebracht: dat er veel verbindingen in de communicatie zijn, maar dat enorm veel werk heel goed samen kan worden gedaan.
De heer Gahler heeft een aantal punten aan de orde gesteld die geen verband hielden met dit debat, en ik wil hem voorstellen om een korte nota over deze punten te schrijven. Dan zal ik daar graag nog eens op terugkomen. Maar ik wil vanavond niet de tijd van het Parlement opgebruiken aan onderwerpen die geen verband houden met dit debat.
Met betrekking tot de vragen over de raketafweersystemen is er, voor zover ik het kan beoordelen, in die onderhandelingen over het nieuwe strategisch concept van de NAVO een balans gevonden tussen de raketafweersystemen en het nucleaire standpunt van de NAVO. Het is duidelijk dat de NAVO haar nucleaire afschrikking zal willen handhaven bij het nastreven van het doel van een kernwapenvrije wereld dat ze voor zichzelf heeft vastgesteld.
Dat is de aanpak die we nu kiezen, maar we nemen natuurlijk niet deel aan alle aspecten van de NAVO, om redenen die in dit Huis goed worden begrepen. We hebben bijvoorbeeld niet deelgenomen aan de bijeenkomsten van de NAVO-Rusland-Raad, dus ik kan geen commentaar geven op wat daar is besproken. Ik kan alleen commentaar geven op de conclusies van die raad.
Wat betreft START moet de door de Verenigde Staten en Rusland geboekte vooruitgang op het gebied van demilitarisering worden verwelkomd. Naar mijn mening zal dit de weg plaveien voor een betere coördinatie met de NAVO, wat zeker een doel van de secretaris-generaal zelf was.
Tot slot de gestructureerde samenwerking. Wat zal er gebeuren, wat wordt er gedaan? Het is aan de lidstaten om met ideeën te komen. Er zijn al voorbeelden van lidstaten, zoals het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, of de brief die ik heb ontvangen van de landen van de Weimardriehoek, die hebben gekeken naar manieren waarop de samenwerking kan worden versterkt, mede door middel van het Europees Defensieagentschap, waarin we de mogelijkheid hebben om te proberen die synergieën te ontwikkelen.
Ik hoop en verwacht daar in de toekomst meer voorbeelden van te zien, vooral tijdens de komende voorzitterschappen, met name het Poolse voorzitterschap, dat zich wil richten op defensievraagstukken. Ik kan de geachte afgevaardigde geen voorbeelden geven waaruit zou blijken dat er een mogelijkheid is om mee te doen, maar ik hoop dat er doelstellingen zullen worden voorgesteld die het mogelijk maken om in deze economische crisis onze middelen zo effectief mogelijk te gebruiken.
De Voorzitter. – Het debat is gesloten.
Schriftelijke verklaringen (artikel 149)
Ágnes Hankiss (PPE), schriftelijk. – (HU) Tijdens het beraad van de ministers van de NAVO-lidstaten in oktober 2008 verklaarde John Craddock, leider van de Europese strijdkrachten van de NAVO: „De inval van Rusland in Georgië heeft de NAVO ertoe bewogen haar veronderstellingen met betrekking tot de veiligheid van de lidstaten te herzien." Is deze verklaring nu na de top van Lissabon eigenlijk nog wel geldig? De overeenkomst met Rusland is een doelmatige politieke stap die de versterking van onze veiligheid kan dienen. Ze leidt evenwel onontkoombaar tot ernstige morele en strategische problemen. Wil de NAVO in het belang van de samenwerking een deel van de vertegenwoordiging en bescherming van de democratische denkbeelden opgeven waarop de Euro-Atlantische alliantie is gebaseerd en die op talrijke punten in scherpe tegenstelling staan met de Russische opvatting van democratie?
Misschien is het ook overbodig dat we uitdrukkelijk herinneren aan de intimidatie en mishandeling van mensen en aan de onopgehelderde omstandigheden rond de dood van journalisten en advocaten in Rusland; bovendien zou het moeilijk zijn om de recente aanbeveling van Russische kant van WikiLeaks-oprichter Assange voor de Nobelprijs niet als een provocatief gebaar te beschouwen. Zullen de kansen van de landen die willen toetreden negatief worden beïnvloed indien Rusland gekant is tegen hun toekomstige NAVO-lidmaatschap? De vraag is: houden de leiders van de NAVO rekening met de kwetsbaarheid en de tot op heden openstaande, onopgeloste aangelegenheden van bepaalde lidstaten in verband met Rusland? De historische koers van verzoening en overeenstemming moet in ieder geval worden toegejuicht. Terzelfder tijd moet de historische verantwoordelijkheid van de NAVO duidelijk tot uitdrukking komen ten aanzien van de vraag welke grootmacht ze legitimeert uit hoofde van de in het belang van het antiraketprogramma gesloten overeenkomst, en waartegen ze, onze gemeenschappelijke Europese waarden getrouw, fel gekant is.
Nuno Teixeira (PPE), schriftelijk. – (PT) De NAVO-Top die in Lissabon is gehouden, maakte een eind aan het strategisch veiligheidsconcept dat van kracht was vanaf het tijdperk van de Koude Oorlog. De implementatie van deze nieuwe veiligheidsstrategie vertegenwoordigt de overgang van de traditionele verdediging van de lidstaten van de Atlantische alliantie naar een concept van mondiale veiligheid in de eenentwintigste eeuw.
De uitdagingen die het nieuwe strategische veiligheidsconcept benadrukt, omvatten nauwe samenwerking met de diverse internationale instellingen, hetzij gouvernementele of niet-gouvernementele instellingen en de versterking van partnerschappen, in het bijzonder met Rusland. Naast de instelling van politieke kanalen, zijn de operationele vragen met betrekking tot de capaciteiten en de structuur van de NAVO zelf aangepast aan de nieuwe mondiale dreigingen. Het is ook van belang nadruk te leggen op het aannemen van een overgangsplan van de missie van de NAVO in Afghanistan, met als doel dat de Afghaanse autoriteiten de leiding nemen in aangelegenheden van nationale veiligheid. Ik acht deze nieuwe strategische visie, die de richtsnoeren creëert waarop de internationale relaties van de lidstaten gebaseerd moeten zijn, van het grootste belang
Niki Tzavela (EFD), schriftelijk. – (EN) Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog is Rusland uitgenodigd om deel te nemen aan het raketschildproject, wat voor de alliantie niets minder dan een mijlpaal is. Het antwoord van Rusland laat nog op zich wachten, maar er is in aanleg sprake van een echt partnerschap met de VS, waarbij beide partijen rond de tafel moeten gaan zitten. Dit project heeft ook behoefte aan ruimhartige financiële steun van Europese zijde, wat niet gemakkelijk zal worden gezien de defensiebezuinigingen in Europa.
Tot slot zal Afghanistan de komende jaren de grote politieke lakmoesproef worden voor de NAVO. De VS haastten zich om Rusland te verzekeren dat de raketten in feite niet op hen waren gericht. Het was cruciaal voor de VS om Rusland niet te provoceren, en het bewijs dat die intentie er niet was, werd geleverd door ook Rusland uit te nodigen voor deelname aan het raketschildproject. Voorts waren de VS zo slim om de naam Iran achterwege te laten of, beter gezegd, om tegemoet te komen aan de wensen van Turkije, dat zich dreigde terug te trekken als zijn buurland (Iran) genoemd zou worden. Het probleem is dat slechts 21 van de 27 EU-lidstaten deel uitmaken van de NAVO, wat de ontwikkeling van de Europese defensie op de tocht zet.