Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2202(INI)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A7-0339/2010

Debatten :

PV 15/12/2010 - 14
CRE 15/12/2010 - 14

Stemmingen :

PV 16/12/2010 - 6.4
CRE 16/12/2010 - 6.4
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0489

Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 16 december 2010 - Straatsburg Uitgave PB

7. Stemverklaringen
Video van de redevoeringen
Notulen
  

Mondelinge stemverklaringen

 
  
  

- Verslag-Paliadeli (A7-0311/2010)

 
  
MPphoto
 

  Hannu Takkula (ALDE). (FI) Mevrouw de Voorzitter, ik wil zeggen dat ik voor dit uitstekende verslag heb gestemd. Mevrouw Paliadeli heeft zeer goed werk verricht ten behoeve van het Europees cultureel erfgoed en zijn eigen label.

Dit toont naar mijn mening goed aan hoe wij uiteindelijk tegen vrij lage kosten specifieke meerwaarde kunnen bereiken in de Europese Unie. Ik denk namelijk dat de locaties die het Europees erfgoedlabel krijgen, daar zeker van zullen profiteren. Dat zal te merken zijn aan het aantal toeristen dat er heen gaat, en op die manier zal Europa bekender worden.

Het is zeer belangrijk dat wij beseffen dat Europa verenigd is in verscheidenheid en dat wij ervoor zorgen dat de burgers van de verschillende Europese landen het mozaïek van de Europese identiteit in bredere zin kunnen ontdekken.

Dat is wat ik wilde zeggen, mevrouw de Voorzitter. Ik kan mij een beetje moeilijk concentreren als er mensen het Parlement uit lopen, maar ik hoop dat zij hebben gehoord wat ik te zeggen had.

 
  
MPphoto
 
 

  Antonello Antinoro (PPE) . – (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, het Europees erfgoedlabel is van fundamenteel belang voor een werelddeel waar zich het merendeel van de UNESCO-locaties bevindt. Het erfgoedlabel brengt eindelijk de natuurgebieden, de archeologische en stedelijke locaties en de plaatsen van cultureel belang voor het voetlicht die een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis, de cultuur en de integratie van de Europese Unie.

De goedkeuring van het Europees erfgoedlabel is een belangrijke stap in de ontwikkeling naar samenhang van de Unie en is daarnaast educatief en bepalend voor de culturele dialoog. Daarnaast is zichtbaar hoe deze keuze een gunstig voorteken is voor de generaties na ons die steeds sterker een gemeenschappelijke kijk zullen hebben op het Europees erfgoed, dat hen historisch en cultureel gezien tot elkaar kan brengen.

In mijn dank voor de inspanningen van de rapporteur breng ik mijn diep gemeende felicitaties over voor de geslaagde uitkomst van de onderhandelingen met de Commissie over dit initiatief dat zo belangrijk is voor het behoud van de Europese cultuur.

 
  
  

- Aanbeveling-Pack (A7-0334/2010)

 
  
MPphoto
 

  Hannu Takkula (ALDE). (FI) Mevrouw de Voorzitter, ik wil zeggen dat het actieprogramma op het gebied van een leven lang leren een van de succesverhalen van Europa is en dat wij mevrouw Pack moeten complimenteren met haar uitstekende werk. Ik heb voor dit verslag gestemd en ik was vooral blij met het feit dat ook degenen die zeer sterk tegen Europese integratie zijn, kunnen inzien dat projecten als het actieprogramma op het gebied van een leven lang leren nodig zijn.

Het is heel belangrijk dat dit programma naar buiten toe kan worden uitgebreid en dat nu Zwitserland eraan gaat deelnemen. Bovendien zal dit ons, de belastingbetalers in de Europese Unie, niets kosten, want Zwitserland betaalt zelf voor zijn betrokkenheid. Het is belangrijk dat de beste praktijken en beste programma’s die wij in de Europese Unie hebben, op deze manier worden uitgebreid. Het actieprogramma op het gebied van een leven lang leren en het programma Jeugd in actie zijn daar goede voorbeelden van. In dit verband wil ook ik Zwitserland welkom heten bij de Europese jeugd- en cultuurprogramma’s.

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb één vraag voor het Parlement. Waarom doet Zwitserland het zo goed? Je zou denken dat een land dat zo sterk draait om de financiële sector, ongewoon hard getroffen zou zijn door de recente bankencrisis, maar de Zwitserse Bondsstaat had in 2009 een bbp per hoofd van de bevolking van 214 procent van dat van de EU. De Zwitserse bevolking is twee keer zo rijk als de burgers van de lidstaten.

Deels komt dat natuurlijk voort uit de afspraak die de Zwitsers hebben gemaakt met Brussel. Ze maken deel uit van de vrije markt, ze vallen onder het vrije verkeer van goederen en diensten, enzovoorts, maar ze vallen niet onder het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het gemeenschappelijk visserijbeleid, ze bewaken hun eigen grenzen, ze regelen al hun mensenrechtenkwesties zelf, ze betalen slechts een symbolische bijdrage aan de begroting en ze zijn vrij om akkoorden af te sluiten met derde landen in handelsgebieden.

Wat een fantastisch voorbeeld voor Groot-Brittannië! Als 7 miljoen Zwitsers die vertrouwen op bilaterale vrijhandelsovereenkomsten, ervoor kunnen zorgen dat de bevolking de hoogste levensstandaard van het hele continent heeft, hoeveel meer zouden wij, een natie met 60 miljoen inwoners, een maritieme handelsnatie die dankzij kolonisatie en ondernemerszin tot alle werelddelen reikt, dan wel niet kunnen bereiken?

We moeten ons niet beperken tot onze betrekkingen met Brussel! Als we het heft weer in handen hebben, moeten we het Zwitserse systeem van lokalisme en rechtstreekse democratie overnemen en de macht op een zo laag mogelijk niveau leggen.

 
  
  

- Verslag-Szájer (A7-0355/2010)

 
  
MPphoto
 

  Cristiana Muscardini (PPE). (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik heb me van stemming over dit verslag van vandaag over de comitologie onthouden omdat wederom wordt getracht de antidumpingprocedures, die zoals bekend een van de weinige beschermingsinstrumenten vormen om oneerlijke concurrentie tegen te gaan, ontoepasselijk te maken of aan discretionaire politieke keuzes te koppelen.

Hoewel de rapporteur tot een compromis met de Raad is gekomen, moet toch wel benadrukt worden dat dit voorstel het handelsbeleid niet in overeenstemming heeft kunnen brengen met de comitéprocedures, met name het gedeelte met betrekking tot handelsbeleid, waardoor Europese bedrijven in een tijd van ernstige crisis benadeeld worden, met nieuwe werkloosheid en bedrijfsverplaatsingen tot gevolg.

Zonder adequate voorschriften tegen inbreuk is het nutteloos om te praten over maatregelen voor het herstel van de Europese economie.

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik zal dit zo simpel mogelijk stellen. Ierse belastingbetalers en EU-belastingbetalers worden uitgebuit om het Europese bankstelsel en de gemeenschappelijke munt te overeind te houden. Gisteren stemde het Lagerhuis in mijn land voor een pakket met bilaterale leningen aan Ierland, dat volgens mij steun kreeg van oprechte en royale parlementsleden die dachten dat ze een bevriend land hielpen.

Maar je helpt een vriend die schulden heeft niet door hem op te zadelen met meer leningen tegen een ruïneus rentetarief. Ierland is kapotgemaakt door de gemeenschappelijke munt. Tussen 1998 en 2007 was sprake van reële rentetarieven van –1 procent. Elke Ierse econoom zag de krach aankomen maar ze konden er niets tegen doen omdat er geen Ierse rentetarieven meer bestonden. Er waren geen tarieven om te verhogen. Toen de krach er eenmaal was, werd die verergerd doordat het niet mogelijk was om te devalueren. Mogelijk wordt in Ierland een hele generatie veroordeeld tot deflatie, schulden en emigratie om ons project toch maar overeind te houden.

In plaats van hulp te bieden om de euro in Ierland te redden, zouden we Ierland moeten helpen om van de euro af te geraken en zijn eigen valuta weer in te voeren, mogelijk met een tijdelijke koppeling aan het Britse pond, zodat Ierland zijn schulden kan afbetalen en weer een onafhankelijk en welvarend land kan worden.

 
  
  

- Verslag-Andrikienė (A7-0339/2010)

 
  
MPphoto
 

  Cristian Dan Preda (PPE).(RO) Mevrouw de Voorzitter, om te beginnen wil ik mevrouw Andrikienė graag feliciteren met de inspanningen die zij heeft verricht om dit verslag op te stellen. Ik zou ook willen zeggen dat ik voor het hele amendement 25 gestemd heb, omdat ik het klimaat van straffeloosheid in Rusland buitengewoon gevaarlijk vind.

Het is de intentie van de Europese Unie om op het internationale toneel dezelfde beginselen te verdedigen als waar ze zich intern op baseert, te weten: de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten. Het lijdt hoe dan ook geen twijfel dat de afgelopen jaren tal van voorvechters van de mensenrechten gedood zijn, hetgeen twijfels oproept over de vraag of Rusland zich wel tot een echte democratie ontwikkelt.

De boodschap die we via amendement 25 aan de Russische autoriteiten zouden willen overbrengen, is de dringende noodzaak om de dood van Sergei Magnitsky te onderzoeken. Uit de reactie van de autoriteiten in Moskou op dit initiatief blijkt dat de Russen luisteren naar wat het Europees Parlement zegt, reden temeer om het uitblijven van een onderzoek naar deze zaak luid en duidelijk te veroordelen. We roepen de Raad op om deze zaak nauwlettend te volgen en om de nodige stappen te ondernemen als er geen schot in de zaak komt.

 
  
MPphoto
 

  Jarosław Kalinowski (PPE).(PL) Mevrouw de Voorzitter, de Europese Unie komt op voor de zwakkeren, voor degenen die gediscrimineerd worden en helpt de allerarmsten en de behoeftigen. Over de hele wereld kennen we de Sacharovprijs toe. Maar vaak handhaaft de Europese Unie de naleving van de mensenrechten op ons eigen grondgebied niet. Ik zou de aandacht willen vestigen op het nog voortdurend bestaande probleem van discriminatie van minderheden, waaronder die van de Poolse minderheid in Litouwen – een lidstaat van de Europese Unie die ondertekenaar is van internationale conventies en verdragen die betrekking hebben op de bescherming van de rechten van de mens en die van minderheden. Vandaag zou het Litouwse parlement beslissen over de beperking van de onderwijsmogelijkheden in de taal van een minderheid. Dit is uitgesteld tot zeer binnenkort.

Voor de zoveelste keer doe ik een beroep op de leden van het Europees Parlement, op de Voorzitter van het Parlement en op de Europese Commissie, om er op toe te zien dat de democratische principes en de rechten van minderheden gerespecteerd worden door de lidstaten van de Europese Unie. De beperking van het aantal uren moedertaalonderwijs op scholen en acties gericht op de sluiting van Poolse scholen in Litouwen zijn niets anders dan discriminatie van een etnische minderheid.

 
  
MPphoto
 

  Tunne Kelam (PPE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb amendement 25 ook gesteund, met name het tweede deel waarin het Europees Parlement voorstelt “te overwegen aan Russische functionarissen die bij deze zaak betrokken zijn een inreisverbod naar de EU op te leggen en moedigt rechtshandhavingsorganen van de EU aan samen te werken om de bankrekeningen en andere activa van deze Russische functionarissen in alle EU-lidstaten te bevriezen”.

Ik denk dat deze kwestie van het grootste belang is voor zowel Rusland als de Europese Unie en ik zou er bij de Commissie en de Raad op willen aandringen dat ze het advies van het Europees Parlement opvolgen. Het Europees Parlement heeft onlangs meer bevoegdheden gekregen. We hebben nu wel genoeg verklaringen afgelegd. Het wordt tijd dat we tot daden overgaan en dat we het degenen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen, moeilijk maken en hen echt raken.

Ik denk dat de samenwerking tussen Rusland en de Europese Unie alleen echt kan slagen als er een transparante oplossing wordt gevonden voor de zaak-Magnitsky en de zaak-Khodorkovsky en als de verantwoordelijken worden gestraft.

 
  
MPphoto
 
 

  Hannu Takkula (ALDE). (FI) Mevrouw de Voorzitter, ik heb voor het verslag van mevrouw Andrikienė gestemd. Het is naar mijn mening zeer belangrijk dat wij over mensenrechtenkwesties spreken en die naar voren brengen. Dat ligt besloten in de kern van de Europese Unie.

Wij moeten er ook voor zorgen dat wij zelf leven naar wat wij zeggen. Dat is misschien een beetje problematisch. Wij hebben natuurlijk veel resoluties, maar het is een uitdaging daar naar te leven.

Het begint allemaal met de praktische realiteit. Misschien had ik een beroep op het Reglement moeten doen in de zaak met betrekking tot het verslag van de heer Arlacchi. Er waren ruim vijftig mensen die aan die kant van de zaal gingen staan. Dat heb ik met mijn collega’s geteld. Wij vonden hier echter dat het er minder dan veertig waren en daarom werd er geen actie ondernomen. Als wij in dit Parlement enkele mensen op deze manier behandelen, mensen wier mening misschien niet overeenkomt met onze eigen mening of die van de meerderheid, dan creëren wij geen juiste basis om landen met een democratisch tekort te kunnen bekritiseren.

Wij moeten in de Europese Unie nauwlettend in de gaten houden dat alles wat wij hier doen in overeenstemming is met de wetgeving, de EU-verordeningen en alle bepalingen inzake mensenrechten. Daarom ben ik van mening dat wij in dat opzicht nog veel moeten verbeteren om geloofwaardig te kunnen zijn wanneer wij Rusland of de rest van de wereld op dergelijke zaken aanspreken. Wij moeten er zelf voor zorgen dat wij geen enkele minderheid discrimineren. Iedereen die in de Europese Unie werkt, moet volledige mensenrechten kunnen genieten.

 
  
  

- Verslag-Arlacchi (A7-0333/2010)

 
  
MPphoto
 

  Peter van Dalen (ECR). - Voorzitter, het Parlement laat zich in dit debat weer van de overbekende kant zien. De NAVO in Amerika verknoeit het in Afghanistan en de Europese Unie moet als de reddende engel optreden en in deze kwestie het initiatief nemen.

De standaardreactie van velen hier in dit huis: meer EU moet en dan komt alles goed! Maar deze boodschap, mevrouw de Voorzitter, wordt nog een stuk erger als je paragraaf 63 van het verslag leest. Daarin wordt geadviseerd om Iran erbij te gaan halen om de problemen in Afghanistan tot een oplossing te brengen. Voorzitter, ik heb het drie keer moeten lezen, maar het staat er echt, "Iran erbij halen"! Zelden heb ik zo'n raar voorstel gelezen. Dit is hetzelfde als de duivel uitdrijven met Beelzebub. Ik heb dus stevig tegen dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb eerder dit jaar de eer gehad de Britse troepen in Afghanistan te bezoeken. Ik heb niet alleen onze eigen militairen ontmoet, maar ook militairen uit Estland en Denemarken waarmee ze hun kamp delen. Om te beginnen kan ik niet nadrukkelijk genoeg zeggen hoe erkentelijk ik de mannen en vrouwen uit de diverse lidstaten alsook onze overzeese bondgenoten ben die met al hun energie proberen vrede te brengen in dat mooie, maar o zo onfortuinlijke land.

Ik heb één opmerking over dit verslag. We lijken als westerse alliantie één fout te maken en die heeft te maken met ons beleid voor de uitroeiing van de papaver. De Parlementsleden hier die kiesdistricten op het platteland vertegenwoordigen, weten dat niemand waar ook ter wereld zo behoudend is als de kleine boer, maar door middel van ons beleid voor de uitroeiing van de papaverteelt in Afghanistan, een beleid dat is gericht op de verwoesting van een gewas waar een markt voor is – wereldwijd is er een groot tekort aan opiaten en morfine – hebben we schurken, misdadigers, gemaakt van een bevolking die altijd sterk gericht was op orde en op bezit.

Door de eigendomsrechten terug te geven zouden we Afghanistan een basis kunnen bieden voor een welvarende civiele maatschappij met een onafhankelijke magistratuur en, te zijner tijd, representatief bestuur.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B7-0733/2010

 
  
MPphoto
 

  Joe Higgins (GUE/NGL). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb tegen de resolutie over de instelling van een permanent crisismechanisme voor de eurozone gestemd omdat we in Ierland en Griekenland de realiteit zien dat dergelijke mechanismen bedoeld zijn om een in crisis verkerend financieel systeem dat wordt gedomineerd door speculanten en allerlei op winst beluste woekeraars, ten koste van werknemers, gepensioneerden en de armen overeind te houden.

De Europese Raad besluit vandaag in Brussel zeer waarschijnlijk om het Verdrag van Lissabon te wijzigen om zichzelf meer bevoegdheden te geven om strenge voorwaarden te kunnen verbinden aan alle financiële steun die lidstaten krijgen en om zo het uitgangspunt dat de maatschappij de crisis moet betalen, te institutionaliseren. Ik waarschuw de Ierse regering dat ze niet moet denken dat ze de Ierse bevolking zonder referendum met deze wijziging van het Verdrag van Lissabon kan opzadelen. De Ierse regering heeft ons land al veranderd in een vazalstaat van het IMF, dat schaamteloos opkomt voor de belangen van de speculanten en de financiële markten. We eisen een referendum over aanpassing van het Verdrag van Lissabon zodat de Ierse bevolking kan laten horen dat ze niet van plan is om te verworden tot horigen in volledige dienst van de financiële markten.

 
  
  

Schriftelijke stemverklaringen

 
  
  

- Verslag-Paliadeli (A7-0311/2010)

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. (PT) Ik heb voor het voorstel van de Commissie gestemd om het originele concept van het Europees erfgoedlabel van een intergouvernementele actie uit te breiden naar een formele actie van de EU om zo bij te dragen aan een sterkere Europese identiteit. Ik heb op die manier gestemd omdat ik van mening ben dat het beoogde doel van dit label niet slechts zou moeten zijn de onderlinge samenhang van de Europese Unie te promoten, maar ook om de Europese eenheid en waarden te laten zien buiten de grenzen. Het label dient te worden geëvalueerd en in praktijk gebracht nadat de resultaten binnen de Europese Unie effectief zijn aangetoond.

 
  
MPphoto
 
 

  Laima Liucija Andrikienė (PPE), schriftelijk. (LT) Ik heb voor deze resolutie gestemd over het Commissievoorstel om het Europees erfgoedlabel – tezamen met andere, efficiëntere middelen – in te zetten om de kloof tussen de Europese Unie en haar burgers te dichten, als een manier om te laten zien dat de Europese geschiedenis het resultaat is van ons divers, maar rijk en complementair gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Ik ben het ermee eens dat het besluit van de lidstaten om het Europees erfgoedlabel in het kader van de Europese Unie te plaatsen, niet alleen de zichtbaarheid, het prestige en de geloofwaardigheid ervan zal helpen vergroten, maar ook zal bijdragen tot het bereiken van de al zolang nagestreefde idealen van cohesie en solidariteit tussen de Europese burgers. Ik steun het standpunt van de rapporteur dat, gezien de symbolische waarde van het label als bijdrage tot de Europese integratie, de voorkeur zou moeten worden gegeven aan transnationale sites, aangezien deze de aandacht vestigen op gemeenschappelijke kenmerken, en de vorming van netwerken promoten en samenwerking tussen lidstaten en regio’s stimuleren. Ik geloof dat de gedachte van een erfgoedlabel van de Europese Unie dat onder de Europese burgers moet leiden tot een groter besef van hun gemeenschappelijk erfgoed (via kennis van de geschiedenis en participatie in acties ter bevordering van de interculturele dialoog) en tot de erkenning dat de opbouw van de EU een lopend proces is, een stap in deze richting vormt.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) In 2007 hebben diverse Europese lidstaten hun krachten gebundeld om een Europees erfgoedlabel tot stand te brengen. Dit initiatief heeft tot doel “onder Europeanen meer draagvlak te creëren voor een gemeenschappelijke Europese identiteit en hun meer het gevoel te geven dat ze deel uitmaken van een gemeenschappelijke culturele ruimte”, door verspreid over Europa een aantal bijzondere sites te selecteren. In 2008 legde de Raad van de Europese Unie zijn conclusies voor aan de Commissie, waarin laatstgenoemde werd verzocht een wetgevingsvoorstel in te dienen om dit intergouvernementele initiatief om te vormen tot een echt EU-label, volgens het voorbeeld van de Europese Culturele Hoofdsteden. Op advies van de Raad heeft de Commissie vervolgens een effectbeoordeling uitgevoerd en een openbare raadpleging georganiseerd. Na deze raadpleging kwam de Commissie met een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en van de Raad tot instelling van een actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel. Dat is de tekst die ik heb gesteund.

 
  
MPphoto
 
 

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), schriftelijk. (LT) Ik heb voor dit verslag gestemd omdat de Europese geschiedenis het resultaat is van ons divers, maar rijk en complementair gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Dit demonstreert eens te meer dat de EU is gegrondvest op krachtige waarden als vrijheid, democratie, eerbiediging van de mensenrechten, culturele diversiteit, tolerantie en solidariteit. Met als uitgangspunt de alom erkende bijdrage van de Europese cultuur aan de wereld, ondersteunt het Europees Parlement de gedachte van een label dat de grenzen van de Europese Unie overschrijdt en dat gebruikt kan worden als een ambitieus instrument voor een naar buiten gericht beleid. Ten einde zijn politieke doelstellingen te bereiken zou het nieuwe Europees erfgoedlabel zich vooral moeten richten op de symbolische en/of educatieve waarde van erfgoedsites. Bovendien zou het de nadruk moeten leggen op nauwe samenwerking tussen de sites met een label, om aldus beste praktijken te delen en gemeenschappelijke projecten op te zetten. Ik zou willen benadrukken dat het besluit van de lidstaten om het Europees erfgoedlabel in het kader van de Europese Unie te plaatsen niet alleen de zichtbaarheid, het prestige en de geloofwaardigheid ervan zal helpen vergroten, maar ook zal bijdragen tot het bereiken van de al zolang nagestreefde idealen van cohesie en solidariteit tussen de Europese burgers.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. – (PT) Een van de grote rijkdommen van de Europese Unie is haar culturele diversiteit, die perfect weerspiegeld wordt in het diverse karakter van haar culturele, artistieke, architectonische en linguïstisch erfgoed. Deze verscheidenheid die is verbonden met een rijke geschiedenis en een groot respect voor het erfgoed en voor de conservering ervan, maakt Europa een unieke plaats. Echter, terwijl wij allen een zeer rijke en verhoudingsgewijs geringe ruimte delen, is de waarheid dat wij in veel gevallen niet erg dicht bij elkaar staan of in elkaar geïnteresseerd zijn. Ik ben dan ook van mening dat dit initiatief kan leiden tot nauwere banden tussen de Europese burgers en een grotere kennis over het Europese erfgoed en de gezamenlijke waarden die wij allen delen, waardoor wij van Europa een werkelijk verbond in verscheidenheid maken.

 
  
MPphoto
 
 

  João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) Over het algemeen hebben de door de rapporteur voorgestelde amendementen de concepttekst van de Commissie verbeterd. Maar er zijn ook enkele negatieve aspecten. Met betrekking tot het promoten van het multilinguïsme, raken de door de rapporteur voorgestelde amendementen de kern van de zaak niet, waardoor het niet is gelukt de ernstige leemte in het originele voorstel te corrigeren. Inderdaad wordt het multilinguïsme niet door “een aantal talen van de EU te gebruiken”, werkelijk en effectief gepromoot maar wel door de verschillende talen van de Europese Unie te gebruiken. Maar belangrijker dan de specifieke doelen van het verslag zijn de achterliggende verkeerde ideeën ervan. Het Europees erfgoedlabel (of het erfgoedlabel van de Europese Unie) is gebaseerd op de misvatting dat er één Europese identiteit en één Europese cultuur bestaan die zijn gebaseerd op waarden als vrijheid, democratie, enzovoorts.

Er bestaat niet één ”Europees cultureel erfgoed”. De hele culturele geschiedenis van Europa is evenals zijn algehele geschiedenis niet slechts gebouwd op diversiteit en bewonderenswaardige creatieve en progressieve energie, maar ook op gewelddadige en vijandige conflicten, op intolerantie, en op veelvuldige culturele dominantie. Het terrein van het erfgoed is bijzonder kwetsbaar door zijn nauwe verbondenheid met de geschiedenis en dat wekt de vrees dat dit het zorgwekkende proces van herschrijven van de geschiedenis zal voeden, een proces waarvan wij recent getuige waren.

 
  
MPphoto
 
 

  Jarosław Kalinowski (PPE), schriftelijk.(PL) Het beeld van de Europese Unie en haar instellingen in de ogen van de burgers is van buitengewoon belang. Helaas geven de uitkomsten van opiniepeilingen aan dat het gevoel van Europese identiteit en eenheid en ook het vertrouwen in de instellingen van de Europese Unie bij de Europese bevolking voortdurend afnemen. Het promoten van kennis van de gemeenschappelijke geschiedenis en van de gemeenschappelijke culturele wortels kan van bijzonder nut zijn om de Europese Unie dichter bij de burgers te brengen en om onderlinge verbondenheid en solidariteit te creëren. Dit is nu juist het doel van het nieuwe Europees erfgoedlabel. Door het stroomlijnen van de toekenningsprocedures en het standaardiseren van de criteria voor toekenning zal het prestige van het label toenemen, zal het positieve beeld van de Europese Unie versterkt worden en zal het vertrouwen dat de burgers hebben in instellingen als het Europees Parlement groeien.

 
  
MPphoto
 
 

  Jacek Olgierd Kurski (ECR), schriftelijk.(PL) Ik heb voor het verslag gestemd over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel. Ik ben van mening dat dit een interessant en waardevol initiatief is, dat een bijdrage zal leveren aan de promotie van de Europese cultuur en verworvenheden en ook aan de ontwikkeling van het toerisme en van de afzonderlijke regio’s. Het is heel goed dat wij als Parlement onderstreept hebben dat het Europees erfgoedlabel een aanvulling en geen overlapping zal vormen, van andere initiatieven op het gebied van het cultureel erfgoed, zoals de Werelderfgoedlijst van de UNESCO, of de Europese Culturele Routes van de Raad van Europa.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik verwelkom het Commissievoorstel om het Europees erfgoedlabel, tezamen met andere, efficiëntere middelen, in te zetten om de kloof tussen de Europese Unie en haar burgers te dichten; als een manier om te laten zien dat de Europese geschiedenis het resultaat is van ons divers, maar rijk en complementair gemeenschappelijk cultureel erfgoed; als erkenning dat de EU gegrondvest is op krachtige waarden als vrijheid, democratie, eerbiediging van de mensenrechten, culturele diversiteit, tolerantie en solidariteit. Het besluit van de lidstaten om het Europees erfgoedlabel in het kader van de Europese Unie te plaatsen zal niet alleen de zichtbaarheid, het prestige en de geloofwaardigheid ervan helpen vergroten, maar zal ook bijdragen tot het bereiken van de al zolang nagestreefde idealen van cohesie en solidariteit tussen de Europese burgers.

 
  
MPphoto
 
 

  Clemente Mastella (PPE), schriftelijk.(IT) Mevrouw de Voorzitter, wij zijn verheugd over het voorstel van de Commissie om het Europees erfgoedlabel samen met andere initiatieven als middel te gebruiken om de afstand tussen de EU en haar burgers te verkleinen, om te benadrukken dat de Europese geschiedenis uit een gemeenschappelijk, gevarieerd, rijk en complementair cultureel erfgoed voortgekomen is. Met het voorstel wordt het feit erkend dat de EU haar oorsprong vindt in sterke waarden als vrijheid, democratie, eerbiediging van de mensenrechten, culturele diversiteit, tolerantie en solidariteit.

Het besluit van de lidstaten om dit Europees erfgoedlabel in de EU in te voeren zal er niet alleen toe bijdragen dat haar zichtbaarheid, prestige en geloofwaardigheid zullen toenemen, maar zal het uiteindelijk ook mogelijk maken dat de sinds lang nagestreefde idealen van verbondenheid en solidariteit onder de Europese burgers gerealiseerd kunnen worden doordat een gemeenschappelijke Europese identiteit tot stand zal komen en de belangstelling van de Europese burgers voor de Unie en haar oorsprong zal toenemen: twee essentiële uitdagingen voor de Europese instellingen.

Het nieuwe label zal zich echter moeten concentreren op de symbolische en educatieve waarde van een site, meer dan op zijn esthetische aspecten, en zal moeten aandringen op nauwe samenwerking tussen de sites waaraan het label wordt toegekend, teneinde beste praktijken te kunnen uitwisselen en gemeenschappelijke onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten op te kunnen zetten.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Michel (ALDE), schriftelijk. – (FR) Het Europees erfgoedlabel is een extra middel om de Unie dichter bij haar burgers te brengen en het gevoel van verbondenheid met Europa te versterken. Ook zal het ervoor zorgen dat burgers een beter beeld krijgen van de gemeenschappelijke geschiedenis en het gemeenschappelijk erfgoed van Europa. Dit label zal de meertaligheid en de culturele dialoog bevorderen, bijdragen aan de totstandbrenging van netwerken om het Europees erfgoed op te waarderen. Ook zal het de economische aantrekkelijkheid ten goede komen, met name door het cultureel toerisme. Door dit label te promoten, verbeteren we de interculturele dialoog.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. − (DE) Ik heb mijn twijfels over de doeltreffendheid van het erfgoedlabel, vooral omdat de lidstaten zelf kunnen bepalen of ze er wel of niet aan meedoen. Daar komt nog bij – en in zoverre heeft de rapporteur volgens mij gelijk – dat de tot nu toe voorgestelde selectiecriteria niet optimaal zijn, en er zo veel sites voor het label in aanmerking komen dat dit wel eens ten koste van de kwaliteit en het prestige ervan zou kunnen gaan. Het zou misschien verstandiger zijn om nauw samen te werken met al bestaande initiatieven voor het culturele erfgoed, zoals het Werelderfgoed van de UNESCO. Ik heb niet voor dit verslag gestemd, omdat het niet diep genoeg ingaat op de noodzaak van een erfgoedlabel, op basis van de vastgelegde streefdoelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Alfredo Pallone (PPE), schriftelijk.(IT) Doordat ervoor is gekozen om het Europees erfgoedlabel in de EU in te voeren, zal het gevoel van verbondenheid van de burgers met de Europese Gemeenschap toenemen doordat idealen als cohesie, solidariteit en integratie bevorderd worden. Ik heb voor het verslag over het Europees erfgoedlabel gestemd omdat Europa zich ten doel stelt een gemeenschappelijke identiteit te creëren die de EU dichter bij de burgers brengt via de kennis van het historisch en cultureel erfgoed dat zo rijk en gevarieerd is, waarin ieder zich kan herkennen en waardoor jongeren hun eigen identiteit kunnen ontdekken en deze met andere Europese jongeren kunnen delen. Door het erfgoedlabel in te voeren zal men bovendien meer waarde trachten toe te kennen aan die plaatsen die aan de geschiedenis van de vorming van Europa hebben bijgedragen.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE), schriftelijk. (PT) Ik verwelkom het voorstel voor een besluit van het Europese Parlement en van de Raad om een Europees erfgoedlabel in te voeren, met enthousiasme. Het doel van de vorming van een gemeenschappelijke Europese identiteit en het promoten van belangen van de Unie is fundamenteel voor de vrede en de sociale cohesie.

De voorgestelde maatregel om het Europese erfgoed te promoten via een transnationale website spreekt jonge Europeanen aan en kan hen aanmoedigen meer te weten te komen over de geschiedenis van het continent en hen vertrouwd maken met het multinationale erfgoed en het gedeeld cultureel erfgoed, en om meer te weten te komen over de mensen en de ideeën die tot de oprichting van de Europese Unie hebben geleid.

Deze maatregel is van grote symbolische en educatieve waarde en zal de Europese geschiedenis en cultuur als een geheel presenteren. Ik steun de opzet van het verslag om een effectieve deelname van het Europees Parlement en van de Raad te garanderen bij de selectie van de locaties en de gepresenteerde inhoud, om het initiatief zo uiterst transparant en democratisch te maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Crescenzio Rivellini (PPE), schriftelijk. (IT) – Ik ben verheugd over het uitstekende werk dat door mevrouw Paliadeli is verricht. Het Europees Parlement heeft vandaag de weg vrijgemaakt voor het Europees cultureel erfgoedlabel, een register van historische sites waarvan het belang de nationale grenzen overschrijdt. De Europese Unie heeft ongeveer 500 miljoen inwoners, die zich in de eerste plaats burger van hun land van oorsprong voelen en niet Europees burger. Het gebrek aan een sterke Europese identiteit kan als een obstakel voor de Europese integratie beschouwd worden maar is heel goed te verklaren. Het Europees continent vormt een groot mozaïek van talen en gewoonten en de verschillen tussen de landen waaruit het is samengesteld, zijn vaak duidelijker dan de overeenkomsten.

Door dit initiatief zal het gevoel van verbondenheid met Europa versterkt worden en een grotere saamhorigheid tussen de burgers van verschillende landen gecreëerd worden. Daarom is het van belang de aandacht te vestigen op plaatsen die de Europese integratie huldigen en symboliseren en plaatsen die de gedachten en waarden van de Europese Unie huldigen. Bovendien zouden de sites waaraan het Europese erfgoedlabel toegekend wordt, net als de sites die op de werelderfgoedlijst van de UNESCO voorkomen, meer toeristen moeten trekken, met gunstige gevolgen voor de lokale economie.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) De vorming van een gemeenschappelijke Europese identiteit en een toenemende belangstelling voor de Europese Unie en haar ontstaansgeschiedenis zijn uitdagingen waarmee de Europese instellingen worden geconfronteerd bij hun streven naar brede cohesie en solidariteit. Er zijn ongetwijfeld andere, radicalere en meer voor de hand liggende manieren om het vertrouwen van de Europeanen in de Europese Unie en haar leiders te vergroten (de recente financiële crisis heeft aangetoond dat er op de hogere overheidsniveaus nog veel te verbeteren valt); maar toch kunnen kennis van de geschiedenis van ons werelddeel, vertrouwdheid met zijn multinationale maar gemeenschappelijke culturele erfgoed en meer kennis bij de jongere generatie van de ideeën en mensen die tot de opbouw van de Europese Unie hebben geleid, er wellicht toe bijdragen de kloof tussen de EU en haar burgers te overbruggen.

 
  
MPphoto
 
 

  Joanna Senyszyn (S&D), schriftelijk.(PL) Als lid van de Commissie cultuur en onderwijs heb ik vandaag de resolutie van het Parlement gesteund over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel. Het idee van het instellen van een Europees label is belangrijk omdat het de burgers meer bewust kan maken van de geschiedenis van de Europese Unie en haar culturele erfgoed en omdat het bijdraagt aan de vorming van een Europese identiteit en aan banden tussen de landen.

Door het kiezen van sites in de afzonderlijke lidstaten die in aanmerking willen komen voor toekenning van het Europees erfgoedlabel, maken we de mensen er meer bewust van dat de geschiedenis van Europa ons allemaal raakt, ongeacht onze woonplaats, taal of cultuur. De omvorming van het Europees erfgoedlabel tot een initiatief van de Europese Unie zal de geloofwaardigheid, de zichtbaarheid en het prestige ervan vergroten. Dat kan zich op zijn beurt dan weer vertalen in economische en sociale voordelen in de vorm van onder andere een grotere toeristische aantrekkingskracht van de onderscheiden sites. De toekenning van dit label aan bepaalde sites zal bij de jongere generatie de belangstelling voor en de kennis van de ideeën en volkeren van Europa doen toenemen. Zodoende zal het de inwoners van Europa dichter bij elkaar brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE), schriftelijk (PL) Het initiatief van het Europees erfgoedlabel is bedoeld om steden, personen en activiteiten te promoten die hebben bijgedragen aan het proces van Europese integratie. Het moet de burgers meer bewust maken van de principiële waarden, zoals democratie, solidariteit, culturele diversiteit en tolerantie, die het fundament van onze Gemeenschap vormen. De lijst van de sites die het Europees erfgoedlabel hebben gekregen, zal een soort kaart vormen van de tradities en cultuur van ons continent, een kaart van plaatsen die een wezenlijke rol hebben gespeeld bij de vorming van de Europese identiteit. Het gemeenschappelijke, maar diverse erfgoed van Europa kan dit identiteitsgevoel van de burgers versterken en de Europese samenhang verdiepen. Dit initiatief zal een platform creëren voor samenwerking tussen de staten en regio’s van Europa. Bovendien kan het een positieve invloed hebben op de toerismesector doordat het regio’s aantrekkelijker helpt maken en daarmee ook hun economische situatie verbetert. Ik ben het er mee eens dat dit ontwerp een officieel initiatief moet worden, waaraan de Europese Unie haar naam verbindt, wat zal zorgen voor grotere herkenbaarheid, geloofwaardigheid en prestige. Een grotere zichtbaarheid van het programma zal maken dat een groter aantal burgers zich zal identificeren met de labels die de integratie van Europa symboliseren en gedenken.

Het programma moet parallel lopen met het internationale project van UNESCO of dat van de Europese Culturele Hoofdsteden en beide aanvullen, omdat het Europees erfgoedlabel meer berust op educatieve en symbolische waarden dan op esthetische of architectonische. We dienen te zoeken naar manieren om het saamhorigheidsgevoel van de burgers van Europa te versterken.

 
  
MPphoto
 
 

  Csanád Szegedi (NI), schriftelijk. (HU) Ik beschouw de Europese waarden, zoals bijvoorbeeld het Hongaarse runenschrift, als iets belangrijks. De erkenning en waardering van zulke waarden door toekenning van een predicaat is dan ook absoluut noodzakelijk. Wij moeten dan echter wel vasthouden aan de traditie om alleen die waarden te belonen die zich daadwerkelijk binnen de EU bevinden. Het is onaanvaardbaar om dit uit te breiden naar derde landen, omdat wij hiermee slechts een kopie zouden creëren van de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Ik hoop dus dat we hiermee zullen terugkeren naar de traditionele Europese waarden en dat de toekenning van dit label een echte erkenning zal zijn. Vanwege de bovengenoemde tegenstrijdigheden in het verslag heb ik mij van stemming onthouden.

 
  
  

- Aanbeveling-Pack (A7-0334/2010)

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. (PT) Ik heb voor de aanbeveling over de voorwaarden voor Zwitserse deelname aan het programma Jeugd in actie en Een leven lang leren gestemd, omdat ik dit een positieve factor in het Europese jeugdbeleid vind. Het is immers een etappe in het samenwerkingsproces met dit land op het stuk van het sectorale beleid binnen de Europese Unie. Doordat Zwitserland bereid is in menselijke, economische en sociale zin mee te werken aan dit project waarbij jonge mensen betrokken zijn, kan de Europese Unie alleen maar winnen door jonge mensen van derde landen zoals Zwitserland te betrekken bij het proces om de jongere generaties meer bewust te maken van het Europese integratieproces.

 
  
MPphoto
 
 

  Laima Liucija Andrikienė (PPE), schriftelijk. (LT) Ik heb voor deze aanbeveling gestemd omdat ik er niet aan twijfel dat samenwerking tussen de EU en Zwitserland op het vlak van onderwijs, wetenschap en jongeren voor beide kanten van nut zal zijn om het beleid op deze vlakken te verbeteren en effectief uit te voeren. Het feit dat Zwitserland gedurende de periode 2007-1013 deelneemt aan het programma Jeugd in actie en het actieprogramma voor een leven lang leren, geeft deze programma’s een extra impuls en zorgt voor mogelijkheden voor het uitwisselen van deelnemers en het uitwisselen van ervaringen, terwijl tegelijkertijd financiële en overige EU-belangen worden gediend.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) Het programma Jeugd in actie heeft tot doel de samenwerking op het gebied van jeugdzaken in de Europese Unie te ontwikkelen en te ondersteunen. Het beoogt de aanmoediging van de participatie van jongeren in het openbare leven, met name van kansarme jongeren en jongeren met een handicap, en van hun gevoel voor initiatief, ondernemingszin en creativiteit. Het programma voor een leven lang leren draagt ertoe bij dat de Unie overeenkomstig de doelstellingen van de Lissabonstrategie een geavanceerde kennismaatschappij wordt. Het beoogt de maatregelen van de lidstaten te ondersteunen en aan te vullen en de uitwisselingen, de samenwerking en de mobiliteit tussen de onderwijs- en opleidingsstelsels in de Gemeenschap te bevorderen, zodat ze een wereldwijde kwaliteitsreferentie worden. Zwitserland, dat niet tot de Europese Unie behoort, levert momenteel geen bijdrage aan deze acties. Ik denk echter dat we onze Helvetische buren bij deze beleidsprogramma’s moeten betrekken, in het kader van een open Unie. Daarom heb ik voor deze wetgevingsresolutie gestemd die Zwitserland een rol toebedeelt bij deze belangrijke acties.

 
  
MPphoto
 
 

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), schriftelijk. (LT) Ik heb voor deze aanbeveling van het Europees Parlement gestemd, omdat ik mijn goedkeuring geef aan het ontwerpbesluit van de Raad inzake de deelname van Zwitserland inzake het programma Jeugd in actie en het actieprogramma voor een leven lang leren. Hoewel Zwitserland ervoor heeft gekozen niet toe te treden tot de Europese Economische Ruimte, heeft het land steeds belangstelling getoond voor nauwere samenwerking met de EU op het gebied van onderwijs, opleiding en jongeren. Deze overeenkomst is op zijn plaats omdat Zwitserland bereid is te voldoen aan de voorwaarden en bepalingen die door de Europese Unie zijn vastgelegd. Bovendien zullen voor projecten en initiatieven die door deelnemers uit Zwitserland worden ingediend, dezelfde voorwaarden, regels en procedures gelden als voor projecten uit de lidstaten. Zwitserland onderwerpt zich tevens aan de financiële controle en de auditregelingen van de EU. Overeenkomstig de bilaterale overeenkomst richt Zwitserland een nationaal agentschap op voor de coördinatie van de uitvoering van de programma’s op nationaal niveau en levert het een jaarlijkse financiële bijdrage aan elk programma (in 2011 1,7 miljoen euro aan het programma Jeugd in actie en 14,2 miljoen euro aan het actieprogramma voor een leven lang leren).

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) Samenwerking met Zwitserland op onderwijsgebied is een belangrijke stap in de relaties tussen de Europese Unie en Zwitserland. De twee programma’s waar het hier om gaat, dragen bij aan Een leven lang leren en opname van jongeren in de Europese integratie via tolerantie en solidariteit onder Europese jongeren. De overeenkomst tussen de Commissie en Zwitserland is adequaat, als er van wordt uitgegaan dat de Zwitserse deelnemers aan dit programma zich op voet van gelijkheid kandideren met alle andere Europese jongeren en dat Zwitserland zich conformeert aan Europese regels en toezicht en eveneens financieel bijdraagt aan beide programma’s.

 
  
MPphoto
 
 

  Pat the Cope Gallagher (ALDE), schriftelijk. − (EN) Ik verwelkom de aanneming van dit verslag in mijn hoedanigheid als voorzitter van de delegatie van het Europees Parlement voor de betrekkingen met Zwitserland. De Europese Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten van de Europese Unie zijn tot een akkoord gekomen over de oprichting van het programma Jeugd in actie, waarmee het juridisch kader ter ondersteuning van niet-formele leeractiviteiten voor jongeren van kracht wordt. Het doel van dit voorstel is te voorzien in de deelname van Zwitserland aan het programma Jeugd in actie en de programma’s op het gebied van een leven lang leren. Zwitserland is het enige Europese land dat aan deze programma’s deelneemt zonder dat het lid van de EER of kandidaat- of potentiële kandidaat-lidstaat is. Hoewel Zwitserland ervoor gekozen heeft niet toe te treden tot de Europese Economische Ruimte, heeft het land steeds belangstelling getoond voor nauwere samenwerking met de EU op het gebied van onderwijs, opleiding en jongeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Jarosław Kalinowski (PPE), schriftelijk (PL) We weten allemaal heel goed hoe groot de betekenis voor een land is van een goed onderwijssysteem, dat jonge mensen een zo goed mogelijke opleiding garandeert. Goede kwalificaties, kennis en onderwijs hebben een directe invloed op de cultuur, de arbeidsmarkt en ten gevolge daarvan ook op de levensstandaard van de burgers. Elk land wil trots zijn op zijn jeugd, en alle jonge mensen willen de mogelijkheid krijgen om nieuwe culturen en talen te leren kennen en werkervaring op te doen in het buitenland. De Europese Unie kan bogen op een goed ontwikkeld systeem van studentenuitwisseling en open arbeidsmarkten. Hierdoor heeft iedere jonge Europeaan veel mogelijkheden voor intellectuele en professionele ontwikkeling. Door deelname aan het programma Jeugd in actie laat Zwitserland zien hoe het gebrand is op samenwerking met de Europese Unie, vooral op het gebied van het onderwijs. We moeten jonge burgers van dat land niet verbieden om gebruik te maken van de privileges en mogelijkheden van het onderwijs van de Gemeenschap.

 
  
MPphoto
 
 

  Petru Constantin Luhan (PPE), schriftelijk. (RO) De aandacht voor onderwijs en opleiding, voor onderzoek en, in het bijzonder, voor de hulpbron die de Europese Unie vindt in haar jongeren, neemt gaandeweg toe. Door nieuwe leermogelijkheden te verschaffen, willen we onze burgers meer kansen bieden. Programma's op het vlak van onderwijs, opleiding, cultuur, onderzoek en jongeren vormen een hoeksteen van deze strategie. Het programma Jeugd in actie is bedoeld om aan te zetten tot een vorm van actief Europees burgerschap, solidariteit en tolerantie onder Europeanen, van adolescentie tot volwassenheid.

Het programma promoot mobiliteit binnen en over de EU-grenzen en het stimuleert de inclusie van alle jongeren, ongeacht hun educatieve, sociale en culturele achtergrond. Als lid van de delegatie voor de betrekkingen met Zwitserland en Noorwegen, heb ik voor dit verslag gestemd, omdat ik de overeenkomst die getekend is tussen de Commissie en de Zwitserse autoriteiten, volkomen passend en in hun wederzijds belang acht. Hiermee zullen we zo veel mogelijk jongeren kunnen helpen nieuwe vaardigheden te verwerven en hun leermogelijkheden kunnen bieden met een Europese dimensie.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Hoewel Zwitserland ervoor gekozen heeft niet toe te treden tot de Europese Economische Ruimte, heeft het land steeds belangstelling getoond voor nauwere samenwerking met de EU op het gebied van onderwijs, opleiding en jongeren. Oorspronkelijk voorzagen de rechtsgronden voor de EU-programma’s op het vlak van onderwijs, opleiding en jongeren niet in deelname van Zwitserland, maar hierin kwam verandering in 2006, toen het Parlement en de Raad besluiten goedkeurden tot vaststelling van het programma Jeugd in actie en Een leven lang leren voor de periode 2007-2013. In februari 2008 machtigde de Raad de Commissie onderhandelingen te openen over de deelname van Zwitserland aan de twee programma’s. In augustus 2009 kwamen de twee partijen tot een akkoord, en de Raad heeft inmiddels een besluit vastgesteld en zijn goedkeuring gehecht aan ondertekening en voorlopige toepassing vanaf 2011. Ik heb dit voorstel gesteund.

 
  
MPphoto
 
 

  Mario Mauro (PPE), schriftelijk. (IT) Mevrouw de Voorzitter, de deelname van Zwitserland, een land dat ervoor heeft gekozen geen deel van de Europese Unie uit te maken, aan het programma Jeugd in actie en het actieprogramma op het gebied van een leven lang leren moet niet bij voorbaat uitgesloten worden maar dient aandachtig bestudeerd te worden. Ik stem daarom in met de voorwaarden van de overeenkomst die door de Commissie met de Zwitserse regering is afgesloten en stem voor het verslag van mevrouw Pack. Het is juist om Zwitserland de voordelen van de programma’s te verlenen, maar het is ook juist om alle financiële en andere belangen van de Europese Unie te beschermen.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Michel (ALDE), schriftelijk. – (FR) Ofschoon geen lidstaat van de Europese Economische Ruimte, heeft Zwitserland altijd kenbaar gemaakt nauwer met de Europese Unie te willen samenwerken op het gebied van onderwijs en jeugdzaken. De sluiting van deze overeenkomst over de deelname van Zwitserland aan het programma Jeugd in actie en aan het actieprogramma op het gebied van een leven lang leren is daarvan een zeer positief uitvloeisel. Het begrip een leven lang leren is namelijk onontbeerlijk voor een concurrerende kenniseconomie.

Het is van toepassing op alle onderwijsniveaus en betreft alle levensfasen, evenals de diverse vormen van leren. We moeten uitwisseling, samenwerking en mobiliteit ontwikkelen en bevorderen. Verder is het zaak de participatie van jongeren in het openbare leven, met name kansarme jongeren en jongeren met een handicap, aan te moedigen en initiatief, ondernemingszin en creativiteit te bevorderen teneinde het gevoel van actief Europees burgerschap te versterken, solidariteit te ontwikkelen en verdraagzaamheid te stimuleren.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. − (DE) Het is heel begrijpelijk dat Zwitserland, dat een financiële bijdrage levert aan programma Jeugd in actie en aan het actieprogramma op het gebied van een leven lang leren hiervan nu ook gebruik wil maken. We zouden echter ook iets van de directe democratie in Zwitserland kunnen leren, die zou voor ons een voorbeeld kunnen zijn. Wanneer de bevolking daar zich uitspreekt tegen minaretten, dan houdt men zich daaraan, en dat geldt ook voor het initiatief inzake de gedwongen terugkeer, dat onlangs is aangenomen. De Zwitsers weten dat een ‘nee’ van het volk ‘nee’ betekent. De stemming wordt niet gewoon herhaald tot het gewenste resultaat uit de bus komt. Wij doen dat wel, en zijn vervolgens ook nog verbaasd dat de opkomst bij de verkiezingen daalt. Vooral zou het voorbeeld van Zwitserland ons aan het denken moeten zetten over de zorgen van de burgers. Ik kan het niet volledig eens zijn met de inhoud van dit verslag, en daarom heb ik er tegen gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE), schriftelijk. (PT) Ik heb voor de aanbeveling over het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het programma Jeugd in Actie en het actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (2007-2013) gestemd. Dit omdat ik vind dat de door de Commissie met de Zwitserse autoriteiten gesloten overeenkomst voldoende positief is, omdat zij de voordelen van het programma in Zwitserland vergroot en de belangen van de Europese Unie beschermt, met name de financiële belangen.

 
  
MPphoto
 
 

  Crescenzio Rivellini (PPE), schriftelijk. (IT) Voorzitter, vandaag hebben we in de plenaire vergadering de ontwerpwetgevingsresolutie over de deelname van Zwitserland aan het programma Jeugd in actie en het actieprogramma op het gebied van een leven lang leren goedgekeurd. Ook al heeft Zwitserland besloten niet tot de Europese Economische Ruimte toe te treden, het heeft toch herhaaldelijk belangstelling getoond voor een nauwere samenwerking met de Europese Unie in de onderwijs-, opleiding- en jeugdsector. Met deze aanbeveling hebben we een overeenkomst tussen de EU en Zwitserland gesloten waarmee Zwitserland de mogelijkheid wordt geboden deel te nemen aan het programma Jeugd in actie en het programma op het gebied van een leven lang leren.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. - (EN) Hoewel Zwitserland ervoor heeft gekozen niet toe te treden tot de Europese Economische Ruimte, heeft het land steeds belangstelling getoond voor nauwere samenwerking met de EU op het gebied van onderwijs, opleiding en jongeren. Oorspronkelijk voorzagen de rechtsgronden voor de EU-programma's op het vlak van onderwijs, opleiding en jongeren niet in deelname van Zwitserland, maar hierin kwam verandering in 2006, toen het Parlement en de Raad besluiten goedkeurden tot vaststelling van het programma Jeugd in actie en Een leven lang leren voor de periode 2007-2013. In februari 2008 machtigde de Raad de Commissie onderhandelingen te openen over de deelname van Zwitserland aan de twee programma's. In augustus 2009 kwam de twee partijen tot een akkoord, en de Raad heeft inmiddels een besluit vastgesteld en zijn goedkeuring gehecht aan ondertekening en voorlopige toepassing vanaf 2011. Overeenkomstig artikel 218, lid 6, van het VWEU dient de Raad het Europees Parlement om goedkeuring te verzoeken voordat de overeenkomst in werking kan treden. De besluiten van het Parlement en de Raad tot vaststelling van de programma's Jeugd in actie en Een leven lang leren, die in 2006 zijn goedgekeurd, voorzagen reeds in principe in deelname van Zwitserland. De overeenkomst die de Commissie via onderhandelingen met de Zwitserse autoriteiten tot stand heeft gebracht, is adequaat: hiermee worden de voordelen van de programma's uitgebreid tot Zwitserland, terwijl de financiële en andere belangen van de EU gevrijwaard blijven. De rapporteur beveelt het Parlement dan ook aan akkoord te gaan met het ontwerpbesluit van de Raad.

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE), schriftelijk (PL) Zwitserland is een land dat ondanks uitstekende onderwijsprogramma’s te kampen heeft met een ongelijke toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Laten we hopen dat door de samenwerking met de Europese Unie de Zwitserse jeugd, in het bijzonder dat deel ervan dat van allochtone afkomst is, grotere kansen zal krijgen bij de toegang tot onderwijs. De ervaring van de lidstaten op het gebied van programma´s die educatieve uitwisseling van jeugd mogelijk maken, toont ondubbelzinnig aan, dat deze niet alleen het verwerven van een goede opleiding bevorderen, maar ook een positieve rol vervullen bij de Europese integratie dankzij het opdoen van talenkennis, en kennis van culturen en tradities van de afzonderlijke landen. Tegelijkertijd biedt het actieprogramma op het gebied van een leven lang leren een uitstekende gelegenheid om de aandacht te vestigen op de rol van de vrouwen in Zwitserland. Als sociale groep die op federaal niveau als allerlaatste in Europa kiesrecht kreeg, namelijk pas in de jaren zeventig, hadden de vrouwen gedurende lange tijd niet alleen problemen met een volledige deelname aan de burgersamenleving, maar ook met de toegang tot onderwijs en beroepsmatige zelfontplooiing.

Momenteel worstelen vrouwen van middelbare leeftijd die opnieuw aan het arbeidsproces willen gaan deelnemen, vaak met een gebrek aan opleiding of ervaring, want, vanwege de hoge kosten van kinderopvang, is een aanzienlijk deel van hen thuisgebleven om zich aan hun gezin te kunnen wijden.

 
  
  

- Verslag-Andrikienė (A7-0339/2010)

 
  
MPphoto
 
 

  Charalambos Angourakis (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL). – De twee verslagen over de mensenrechten in de EU en in de wereld vormen een provocatie van de werkenden, die onder de omstandigheden van een kapitalistische crisis het doelwit zijn van de barbaarse aanval van de EU, het kapitaal en de burgerlijke regeringen op hun rechten en hun leven. Zij proberen hen met het gelag van de crisis op te zadelen om de winstgevendheid van de monopolies te redden. Het is het toppunt van onbeschaamdheid dat de politieke vertegenwoordigers van het kapitaal de EU een voorvechter van mensenrechten noemen, terwijl de EU bezig is de nieuwe, nog reactionairdere ΝΑVΟ-doctrine 2020 over te nemen, vooroploopt bij de uitbuiting der volkeren en natuurlijke hulpbronnen en reactionaire of marionettenregimes in stand houdt. Tegelijkertijd worden in alle lidstaten van de EU de arbeids- en sociale rechten, die met een harde en bloedige strijd zijn verworven, opgeofferd, wordt de strijd van het volk en de arbeiders op brute wijze onderdrukt, wordt de jacht op immigranten opgevoerd en neemt racisme toe, worden fundamentele vrijheden van het volk en democratische rechten beperkt en worden in een aantal lidstaten de communistische partijen illegaal verklaard en communistische symbolen verboden. De gebruikelijke verwijzingen naar zogenaamde schendingen van mensenrechten op Cuba en in andere landen die zich verzetten tegen de imperialistische plannen, hebben het karakter van onverholen dreigingen, chantage en pressie om het verzet van de volkeren te breken, zodat deze afzien van hun recht om zelf in vrijheid hun lot te bepalen.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) Van oudsher is de plenaire vergadering van december deels gewijd aan de mensenrechten. Een van de vaste agendapunten van de vergadering, afgezien van de toekenning van de Sacharovprijs, is de aanneming van de resolutie over het jaarverslag van het Parlement over de mensenrechten in de wereld en het beleid van de Unie op dit gebied. Een van de internationale verbintenissen van de Unie is namelijk om democratie en grondrechten wereldwijd te bevorderen. Het verslag van dit jaar gaat in op het feit dat ernstige schendingen op dit gebied voortduren, en stelt dat de situatie is verslechterd door de economische crisis, klimaatverandering, nieuwe technologieën en de bestrijding van het terrorisme. Het adviseert de doelstellingen van het Verdrag van Lissabon te verwezenlijken, met name via de nieuwe “Europese Dienst voor Extern Optreden”. Volgens mevrouw Andrikienė, rapporteur van de tekst, is het bevorderen van democratie en mensenrechten een absolute prioriteit bij het voeren van een consistent Europees buitenlands beleid.

 
  
MPphoto
 
 

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), schriftelijk. (LT) Ik heb voor het jaarverslag over de mensenrechten in de wereld in 2009 en het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie gestemd, omdat hierin de werkzaamheden van de Europese Unie op het gebied van mensenrechten, democratie en de uitdagingen van de toekomst worden onderzocht, beoordeeld en in sommige gevallen geanalyseerd. Wat betreft het geweld tegen vrouwen, uit het Europees Parlement zijn ernstige bezorgdheid over de diepgewortelde gendergerelateerde discriminatie en het huiselijk geweld in sommige landen, en wijst het erop dat vrouwen in plattelandsgebieden een bijzonder kwetsbare groep vormen. Ik ben het er dan ook mee eens dat het Europees Parlement erop aandringt vrouwenrechten in alle mensenrechtendialogen uitdrukkelijk aan de orde te stellen, en in het bijzonder de noodzaak van het bestrijden en uitbannen van alle vormen van discriminatie van en geweld tegen vrouwen en meisjes, alle vormen van schadelijke traditionele gebruiken of gewoonten, zoals genitale verminking van vrouwen en gedwongen huwelijken of huwelijken op jonge leeftijd, alle vormen van mensenhandel, huiselijk geweld en vrouwenmoord, uitbuiting op de werkplaats en andere vormen van economische uitbuiting. Omdat miljoenen kinderen nog steeds slachtoffer zijn van verkrachting, huiselijk geweld, fysiek, emotioneel en seksueel misbruik, ben ik het ermee eens dat de EU extra maatregelen tegen kinderarbeid moet nemen en de instrumenten waarover zij beschikt, efficiënter moet gebruiken.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) Haar rol van verdediger van de mensenrechten is een fundamenteel kenmerk van de Europese Unie, waar de instellingen geen afstand van mogen doen en moet als een prioritaire diplomatieke opdracht worden gezien. Bijlage I bij het onderhavige verslag is het beste bewijs daarvan, omdat het alle situaties opsomt waarin er schendingen van de mensenrechten waren die wij in Europa aan de kaak hebben gesteld of die wij niet nagelaten hebben te veroordelen; van Afghanistan tot Somalië, van Rusland tot Iran. Wij sluiten er onze ogen niet voor, noch doen wij aan struisvogelpolitiek. We doen dit zelfs niet wanneer er strategische partnerschappen op het spel staan, want individuele belangen kunnen niet boven het verdedigen van vrijheid en mensenrechten gaan.

Naar mijn overtuiging moet de Unie zich interventionistisch en moedig blijven opstellen, strijdend voor mensenrechten en democratie.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Dit verslag is een uiting van de pure hypocrisie die periodiek aan den dag wordt gelegd door de door rechts en de sociaaldemocraten gedomineerde meerderheid, die zichzelf opwerpt als ‘ambassadeur’ voor de verdediging van de mensenrechten. Ze ontmaskert zichzelf echter al snel door de duidelijke tegenstrijdigheden in haar optreden, in het bijzonder het feit dat zij het zogezegd verdedigen van de mensenrechten gebruikt om meer inmenging te krijgen in landen waar haar belangen op de helling staan en om haar bondgenoten, in het bijzonder de VS, te steunen en hun handelwijze te vergoelijken.

Een aantal voorbeelden hiervan zijn de zogenaamde CIA-vluchten en het feit dat vele regeringen van EU-landen medeplichtig waren aan de ontvoering, foltering en illegale overbrenging van gevangenen naar Guantánamo Bay, de voortzetting van de bezetting van Afghanistan door NAVO-troepen en de opeenvolgende moordpartijen op burgerbevolkingen onder het mom van de strijd tegen terrorisme. Een ander voorbeeld is de blijvende steun voor het apartheidbeleid van Israël ten opzichte van het Palestijnse volk en de steun voor de voortzetting van de bezetting van de Westelijke Sahara door Marokko. Nog een ander voorbeeld is de steun aan het misdadige embargo van de VS op Cuba, dat al 18 keer op rij veroordeeld werd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Die beleidslijnen laten, net als de meerderheden die ze ondersteunen, een wrange smaak na: Het zal niet lang meer duren voordat ook de bevolking ze zal weten te verwerpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Grech (S&D), schriftelijk. - (EN) De richtlijn inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel is erop gericht een vijandiger klimaat te creëren voor mensenhandelaren door de criminelen te straffen en een betere preventie en bescherming van de slachtoffers te garanderen. Het is onaanvaardbaar dat mensenhandel in Europa nog steeds een feit is dat honderdduizenden mensen treft die overwegend behoren tot kwetsbare sociale groepen zoals minderheden, vrouwen en kinderen, en dit onder andere uit motieven van seksuele uitbuiting, dwangarbeid en moderne slavernij. Iedere vorm van uitbuiting van slachtoffers van mensenhandel veroordeel ik ten zeerste en ik ben er dan ook een voorstander van de bescherming van slachtoffers te verbeteren en hogere sancties in te voeren voor de handelaren. Voor de succesvolle tenuitvoerlegging van de richtlijn is het van groot belang dat de samenwerking tussen de EU-lidstaten wordt verbeterd en de coördinatie tussen verschillende instanties en organisaties op Europees, nationaal en regionaal vlak wordt bevorderd. De EU moet haar internationale betrekkingen zo gebruiken dat zij haar partners ertoe beweegt zich in te zetten voor het beteugelen van de mensenhandel en voor de wereldwijde eerbiediging van de rechten van de slachtoffers. Haar politieke dialogen met niet-EU-lidstaten zouden bovendien beleidsregels, -normen en -beginselen moeten omvatten van het internationale mensenrechtensysteem voor de bestrijding en voorkoming van mensenhandel.

 
  
MPphoto
 
 

  Sandra Kalniete (PPE) , schriftelijk. (LV) Ik stem voor deze resolutie en het voorstel om een onvoorwaardelijke eis in te dienen bij de Russische autoriteiten om de personen die schuldig zijn aan de moord op de Russische advocaat Sergei Magnitsky, voor het gerecht te brengen, en ik roep het Parlement op de mogelijkheid te overwegen om Russische functionarissen die betrokken waren bij deze zaak de toegang tot de Europese Unie te weigeren, en om de bankrekeningen en overige bezittingen van deze functionarissen in alle EU-lidstaten te bevriezen. Een dergelijke eis zou een krachtig signaal aan de Russische autoriteiten uit laten gaan dat de burgers van de Europese Unie de ernstige gebreken in het Russische rechtsstelsel, de selectieve toepassing van wetgeving in het belang van de autoriteiten, en het feit dat personen die schuldig zijn aan aanslagen op of zelfs de dood van strijders voor de mensenrechten, onafhankelijke journalisten en advocaten, nog veel te vaak vrijuit gaan, onacceptabel vinden. Dit signaal zou de steun van de EU aan strijders voor de mensenrechten in Rusland, die onder bijzonder moeilijke omstandigheden werkzaam zijn, bevestigen.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Liberadzki (S&D), schriftelijk. − (PL) Het respecteren van de mensenrechten is een van de fundamentele waarden van de Unie, en in de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement wordt hier bijzonder veel aandacht aan besteed. Deze kwestie staat op de agenda van bijna elke vergadering van de fractie. Het is belangrijk dat het hele Parlement aandacht aan deze kwestie besteedt. We zien langzaam maar zeker een verbetering van de situatie in de wereld. Er zijn echter nog steeds landen waar de overheid de mensenrechten blijft schenden, maar er zijn ook landen waar er verandering komt. Het mondelinge amendement van de rapporteur weerspiegelt de positieve trends in Rusland. De situatie in Cuba is echter nog altijd zorgwekkend, en de uitreikingsceremonie van de Sacharovprijs voor 2010 is daar een bewijs van. Ik heb met volle overtuiging voor dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. - (EN) Met het jaarverslag over de mensenrechten kijken we onvermijdelijk achterom, maar toch verwelkom ik het. Dit verslag gaat over de periode van juli 2008 tot december 2009, net vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Ik ben bijzonder ingenomen met Cathy Ashton's inzet voor de mensenrechten en de door haar tijdens het debat gegeven verzekering dat de mensenrechten zullen worden ingevlochten in het werk van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO). Dit zal hopelijk betekenen dat we, wanneer we volgend jaar het mensenrechtenverslag bespreken, een samenhangender en consequenter benadering van de mensenrechten door de EU zullen kunnen rapporteren.

 
  
MPphoto
 
 

  Clemente Mastella (PPE), schriftelijk. (IT) Mevrouw de Voorzitter, dit jaarverslag wil een bevestiging zijn van de vastbeslotenheid van het Europees Parlement en zijn langlopende inspanningen om op te komen voor de mensenrechten en de democratie in de wereld door middel van de ontwikkeling van een Europees beleid dat steeds efficiënter en meer geïntegreerd wordt en meer samenhang en uniformiteit op alle beleidsterreinen kan waarborgen, hetzij door middel van bilaterale betrekkingen met derde landen, hetzij door steun aan lokale en internationale maatschappelijke organisaties. Wij wijzen met name op het belang om een diepgaande evaluatie uit te voeren van de aspecten van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) met betrekking tot de mensenrechten, waarbij vooral gelet dient te worden op de samenhang en doelmatigheid van de bestaande mechanismen, zoals actieplannen, voortgangsverslagen, mensenrechtendialogen en het besluitvormingsproces voor de intensivering van de betrekkingen met niet-EU-lidstaten.

Wij willen de zichtbaarheid vergroten van de toekomstige toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Dit is een kans om te laten zien dat de EU de bescherming van de mensenrechten binnen en buiten haar grenzen serieus neemt en wij vragen daarom alle lidstaten hun steun hieraan te verlenen en ervoor te zorgen dat hun burgers zich hiervoor in willen zetten.

 
  
MPphoto
 
 

  Mario Mauro (PPE), schriftelijk. (IT) Mevrouw de Voorzitter, het verslag over de mensenrechten in de wereld in 2009 en het beleid van de Europese Unie op dit gebied vormen een uitermate belangrijk instrument om de rol van de Europese Dienst voor Extern Optreden met betrekking tot het mensenrechtenbeleid te versterken. Het mensenrechtenbeleid is altijd kenmerkend voor de Europese Unie geweest en zij neemt daarmee een onderscheidende plaats in de wereld in.

Ik ben het met mevrouw Andrikiené eens als zij benadrukt dat vrijheid van godsdienst en geloofsovertuiging een primair en fundamenteel recht van de mens is dat geëerbiedigd dient te worden en dat de randvoorwaarden voor de eerbiediging van de mensenrechten die in de bilaterale overeenkomsten met niet-EU-landen genoemd worden, krachtiger en doeltreffender afgedwongen moeten worden. Het is dan ook juist de hoge vertegenwoordiger te verzoeken de vrijheid van godsdienst en geloofsovertuiging in het EU-beleid met betrekking tot de mensenrechten te integreren en een exacte inventarisatie van de stand van de vrijheid van godsdienst of geloofsovertuiging in het jaarverslag over de mensenrechten in de EU op te nemen. Ik stem voor het verslag Andrikienė.

 
  
MPphoto
 
 

  Kyriakos Mavronikolas (S&D), schriftelijk. – (EL) De Europese Unie moet al het mogelijke te doen om te garanderen dat de beginselen en vrijheden die de mensenrechten regelen, worden toegepast, zodat zij een leidende rol kan spelen op dit gebied. Een speciale dienst voor mensenrechten moet worden opgericht en, wat nog belangrijker is, er moet toezicht komen in gebieden waar vertegenwoordigers van de EU aanwezig zijn. De Europese Unie moet ook aandacht schenken aan schendingen van mensenrechten binnen haar lidstaten en deze nauwlettend in de gaten houden.

 
  
MPphoto
 
 

  Willy Meyer (GUE/NGL), schriftelijk. − (ES) Ik heb dit verslag niet gesteund, omdat het betreurt noch bekritiseert dat de Europese Unie met twee maten meet als het gaat om de eerbiediging en bevordering van de mensenrechten, zowel in haar eigen lidstaten als in derde landen waarmee zij geprivilegieerde politieke en handelsbetrekkingen onderhoudt. Zo verzuimt het op te merken dat regeringen in de EU-landen beleid hebben ontwikkeld en uitgevoerd dat haaks staat op de mensenrechten op het gebied van migratie, met grootschalige uitwijzingen en aanhoudingen op grond van ras of veiligheid, waarbij het mogelijk was dat de mensenrechten ernstig werden geschonden, zoals in het geval van de illegale aanhouding van personen en hun overbrenging naar en marteling in geheime gevangenissen.

De EU heeft zelf richtlijnen goedgekeurd die indruisen tegen de mensenrechten, zoals de terugkeerrichtlijn, en zij heeft geprivilegieerde politieke of handelsbetrekkingen aangeknoopt of uitgediept met regeringen zoals die van Marokko, Colombia en Israël, die de mensenrechten stelselmatig met voeten treden. Hoewel ik het waardeer dat de situatie van de mensenrechten in de niet-autonome gebieden in de Westelijke Sahara voor het eerst is opgenomen, steun ik dit verslag niet omdat het nalaat in te gaan op al het voorgaande en op de negatieve uitwerking op de mensenrechten van de vrijhandelsovereenkomsten van de EU, en omdat de kritiek die het uitoefent op het landen als Cuba of Venezuela ongerechtvaardigd en buiten proporties is.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. − (DE) Het verslag over de mensenrechten in de wereld in 2009 is heel uitvoerig, en gaat in op allerlei verschillende zaken. Helaas heb ik op de een of andere manier de indruk dat er krampachtig is geprobeerd om alle mogelijk feiten er bij te halen, zonder daar een duidelijke strategie voor te hebben. Natuurlijk moet de Europese Unie ervoor strijden dat iedereen overal ter wereld zich houdt aan de democratische principes, dat is inderdaad heel belangrijk. Dat is echter alleen maar mogelijk wanneer we een duidelijke koers hebben bepaald, en een rode draad volgen voor de aanpak van de ten dele zeer delicate problemen. Dat is echter niet het geval, en daarom heb ik me bij de slotstemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė (PPE), schriftelijk. (LT) Hoewel het al meer dan zestig jaar geleden is dat de Universele Verklaring van de rechten van de mens is ondertekend, zijn er nog steeds veel plekken op deze wereld waar deze verklaring niets meer is dan een stukje papier. Helaas bevinden zich veel van die plekken ook in Europa, het continent waar de bescherming van de mensenrechten juist als een van de beginselen van de democratie is ontstaan. De Europese Unie – en wij mogen toch zo vrij zijn om te stellen dat zij qua mensenrechten voorop loopt – doet er veel aan om te zorgen dat er op overige plekken in de wereld in ieder geval minimale standaarden van mensenrechtenbescherming worden gewaarborgd. Daarom feliciteer ik mijn collega, mevrouw Andrikienė, voor het opstellen van dit echt zeer uitgebreide verslag en voor het feit dat zij aandacht vraagt voor de complexe situatie wereldwijd. Ik hoop dat dit verslag zal bijdragen aan verbetering van de situatie en dat dergelijke verslagen in de toekomst wat korter zullen zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Justas Vincas Paleckis (S&D), schriftelijk. (LT) Ik heb voor dit jaarverslag over de mensenrechten gestemd omdat het landen betreft die in geografisch opzicht zowel dicht bij als veraf van de EU gelegen zijn. In het verslag roept het EP China, het land met het hoogste aantal doodvonnissen, op de nationale cijfers over terechtstellingen bekend te maken, zodat een transparante analyse van en discussie over de doodstraf mogelijk wordt. Dit zou het land moeten aanmoedigen deze baarbaarse strafmaat af te schaffen. Anderszins is het eveneens beschamend dat de doodstraf tot op heden nog altijd wordt gehanteerd in een democratisch land als de Verenigde Staten van Amerika. In dit verslag wordt grote zorg uitgedrukt over kinderen die betrokken zijn bij of anderszins te lijden hebben onder gewapende conflicten of zelfs tot actieve deelname daaraan gedwongen worden. In mijn amendementen op dit verslag, die zijn overgenomen door de Commissie buitenlandse zaken van het Europees Parlement, dring ik er bij de Commissie en de Raad op aan binnen de betrekkingen met derde landen ervoor te zorgen dat naleving van de EU-richtsnoeren inzake kinderen en gewapende conflicten verplicht wordt. Ook heb ik gevraagd of de EU en de VN onmiddellijk stappen kunnen ondernemen om deze kinderen te ontwapenen, op te vangen en te herintegreren.

Ik dring er bij de Noord-Koreaanse autoriteiten op aan concrete en zichtbare stappen te zetten naar verbetering van de mensenrechtenomstandigheden. Ik dring er bij de autoriteiten in Pyongyang op aan om de inspectie van alle detentiefaciliteiten door onafhankelijke internationale deskundigen toe te laten en speciale EU-vertegenwoordigers toe te staan het land te bezoeken. Ook roep ik de Noord-Koreaanse autoriteiten op de beperkingen op de monitoring van de voedseldistributie door internationale waarnemers op te heffen en ervoor te zorgen dat de internationale hulp terechtkomt bij de behoeftigen.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE), schriftelijk. (PT) Dit verslag over het jaarverslag over de mensenrechten in de wereld in 2009 en het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie geeft een exhaustief overzicht van de schendingen van de mensenrechten op wereldvlak. We moeten hier nogmaals herinneren aan de vastbeslotenheid en langdurige inspanningen waarmee het Europees Parlement opkomt voor mensenrechten en democratie in de wereld, door ontwikkeling van een krachtig en doeltreffend EU-mensenrechtenbeleid.

De inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon biedt een historische kans om de resterende lacunes in het mensenrechten- en democratiebeleid van de EU te dichten. Ik wil me dan ook aansluiten bij het verzoek van de rapporteur die verlangt dat de Europese Dienst voor Extern Optreden in dit verband volledig voldoet aan de doelstelling en geest van het Verdrag van Lissabon, dat moet waarborgen dat de naleving en bevordering van de mensenrechten centraal staat binnen de verschillende beleidsterreinen van het buitenlands beleid van de Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Frédérique Ries (ALDE) , schriftelijk. – (FR) Gisteren heeft het Europees Parlement de Sacharovprijs voor de vrijheid van denken toegekend aan de Cubaan Guillermo Fariñas, die zelf niet aanwezig was. Een lege stoel, omdat Havana hem geen toestemming zou hebben gegeven naar huis terug te keren… Een schokkend en symbolisch voorbeeld, dat ons er op onbarmhartige wijze aan herinnert dat de mensenrechtensituatie in de wereld niet verbetert. De doodstraf, vlakbij ons in Wit-Rusland, stenigingen en ophangingen in Iran, vrouwenbesnijdenis in Somalië, massaverkrachtingen in de Democratische Republiek Congo, de moord op journalisten in Rusland, 215 miljoen kinderen die arbeid verrichten, willekeurige detenties, schijnprocessen, censuur, stuk voor stuk barbaarsheden die van de Europese Unie standvastigheid en vastberadenheid vereisen.

Het verslag dat vandaag is aangenomen stelt dat mensenrechten centraal moeten staan in het externe optreden van de Europese Unie, in haar beleid ten aanzien van ontwikkeling, defensie, handel, visserij, immigratie en justitie. Deze universele waarden moeten zwaarder wegen dan geopolitiek, die zich op 10 december jongstleden eens te meer op cynische wijze manifesteerde toen vijftien landen lafhartig gehoor gaven aan het uitdrukkelijke verzoek van China om de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede aan de Chinees Lu Xiaobo te boycotten.

 
  
MPphoto
 
 

  Crescenzio Rivellini (PPE), schriftelijk. (IT) Mevrouw de Voorzitter, ik ben verheugd over het uitstekende werk van mevrouw Andrikienė. Het jaarverslag van het Parlement over de mensenrechten – dit jaar met betrekking tot 2009 – is een referentiepunt voor ieder die in dit onderwerp geïnteresseerd is. Deze keer is het nog van groter belang omdat dit het eerste verslag is sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon waarin de EU meer macht in haar externe beleid wordt verleend. De grootste hoop voor de mensenrechten ligt namelijk besloten in de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Lissabon op het gebied van extern beleid: de Europese Dienst voor Extern Optreden moet de prioriteiten en de geest van het Verdrag weerspiegelen.

Een van de prioriteiten van een samenhangend extern beleid zou de bevordering van democratie en mensenrechten moeten zijn. Ten slotte merk ik op dat het jaarverslag van het Parlement niet alleen maar een lange lijst met problemen laat zien, er worden ook oplossingen aangedragen. Zo wordt de afschaffing van de doodstraf in een aantal landen genoemd, vorderingen op het gebied van geweld jegens vrouwen, bescherming van minderjarigen, strijd tegen martelingen, bescherming van mensenrechtenactivisten, bevordering van democratie en godsdienstvrijheid, et cetera.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. - (EN) Zoals gewoonlijk heeft de uiteindelijke tekst goed en slecht nieuws. Om enkele positieve punten te noemen: om te beginnen, is het amendement in twee delen dat verband houdt met Sergei Magnitsky met overgrote meerderheid aangenomen (318 stemmen voor, 163 tegen en 95 onthoudingen). Alle amendementen van de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement en de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa zijn aangenomen (lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (LGBT), doodstraf/dodelijke injectie). Twee amendementen van de Confederale Fractie Europees Unitair Links zijn eveneens aangenomen (gelijke toegang tot gezondheidszorg/behandeling en Colombia). Negatief is echter, onder andere, de aanname van de twee door de rapporteur (Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten)) ingediende amendementen betreffende het Europese Instrument voor Democratie en Mensenrechten (EIDHR) en de noodzaak om meer projecten te wijden aan democratie in plaats van aan mensenrechten.

 
  
MPphoto
 
 

  Licia Ronzulli (PPE), schriftelijk. (IT) Ik heb voor het verslag van mevrouw Andrikienė gestemd, omdat we opnieuw moeten onderstrepen dat eerbiediging van mensenrechten tot de kern van een moderne maatschappij behoort. Alle mensen worden vrij en gelijk geboren. Het is onze plicht al het mogelijke te doen om die visie overal ter wereld ingang te doen vinden. Het buitenlands beleid van de Unie heeft de afgelopen jaren weliswaar vorderingen gemaakt, maar er moet nog een lange weg worden afgelegd voordat een gedeeld en coherent beleid voor de bevordering van de mensenrechten een feit is.

Allereerst moeten de Raad en de Commissie de capaciteit van de Europese Unie verbeteren voor een snelle respons op schendingen in derde landen. We moeten er dagelijks naar streven de mensenrechten te realiseren en te herbevestigen, te beginnen met een krachtige en EU-wijde veroordeling van de doodstraf. In die geest rond ik af met de woorden van Mahatma Gandhi, die zei dat bescherming van de mensenrechten de noodzakelijke voorwaarde is voor vrede. Dit mag nooit worden vergeten.

 
  
MPphoto
 
 

  Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. − Het rapport over het jaarverslag over de mensenrechten in de wereld in 2009 en het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie geeft een nagenoeg volledig overzicht van de mensenrechtenproblemen in de wereld. Ook een nieuw soort mensenrechtenproblemen, zoals mensenrechtenbescherming en de strijd tegen terrorisme, zijn opgenomen in het rapport. Via amendementen van de Groenen is er een hoofdstuk opgenomen over de plaats van mensenrechten binnen de net opgerichte Europese Dienst voor Externe Actie (EEAS). Dit is erg belangrijk gezien de EEAS als nieuw instrument ons de mogelijkheid kan geven het mensenrechtenbeleid van de EU te herzien en de mensenrechten wereldwijd op een meer coherente en krachtdadigere wijze te verdedigen. Ik steun dan ook voor de volle honderd procent het voorstel een hoge vertegenwoordiger aan te stellen die met zijn/haar dienst op permanente basis het mensenrechtenbeleid van de Unie coördineert. De kernboodschap is duidelijk: mensenrechten moeten een centrale plaats innemen in het buitenlands beleid van de Europese Unie. Er is nog een lange weg te gaan maar het EP blijft de vinger aan de pols houden. Dat is een ongemeen goede zaak.

 
  
  

- Verslag-Arlacchi (A7-0333/2010)

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. (PT) Ik heb voor dit verslag over een nieuwe strategie voor Afghanistan gestemd. Ik ben van mening dat de internationale hulp rechtstreeks aan de regering moet worden verschaft, en niet naar intermediairs moet gaan. In het vredesproces moet de EU ervoor zorgen dat de regering-Karzai volledig autonoom haar dialoogpartners kan kiezen, maar daarnaast moet ook worden voldaan aan drie voorwaarden: de toezegging van Afghanistan om Al-Qaeda uit het land te verdrijven, de uitroeiing van de papaverteelt en de vaste wil de fundamentele mensenrechten te doen eerbiedigen. Wat de politieopleiding betreft, ben ik het ermee eens dat de doelstellingen niet enkel gericht mogen zijn op een uitbreiding van het aantal manschappen van het leger en van de politiemacht, maar dat zij vooral gericht moeten zijn op de opleiding en organisatie van de politie en haar betrekkingen met parallelle gerechtelijke instellingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Laima Liucija Andrikienė (PPE), schriftelijk. - (EN) Ik stem voor deze resolutie en steun een pragmatische aanpak van de kwestie-Afghanistan en de nieuwe strategie tegen de opstand, die gericht is op de bescherming van de lokale bevolking en de wederopbouw van de gebieden waarvan de veiligheid is verzekerd. De nieuwe strategie tegen de opstand moet de tijd krijgen om vruchten af te werpen, er moet een politieke oplossing komen en er moeten onderhandelingen met alle partijen plaatsvinden. Ik ben ervan overtuigd dat een duurzame oplossing concrete maatregelen moet omvatten voor de uitbanning van armoede, onderontwikkeling en vrouwendiscriminatie, meer eerbied voor de mensenrechten en de rechtsstaat, sterkere verzoeningsmechanismen, de beëindiging van de opiumproductie, inspanningen voor de opbouw van de staat, de volledige integratie van Afghanistan in de internationale gemeenschap en de verdrijving van Al-Qaeda uit het land. Wij moeten eer bewijzen aan de militairen van de geallieerde strijdkrachten die zijn gesneuveld terwijl zij de vrijheid verdedigden, en hun nabestaanden condoleren, alsook de nabestaanden van alle onschuldige Afghaanse slachtoffers.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) De situatie in Afghanistan blijft zorgwekkend. Bijna tien jaar nadat de westerse coalitie de taliban heeft verdreven, zijn vrede en welvaart allesbehalve dagelijkse realiteit voor de Afghanen. De strategie die jarenlang in het land is toegepast schiet tekort en moet veranderd worden. De Unie moet haar zienswijze over dit onderwerp nadrukkelijker voor het voetlicht brengen en inzien dat het militaire beleid van de Verenigde Staten in de regio heeft gefaald. Onze troepen bevinden zich in een uitzichtloze situatie waarin elke hoop op een uitweg ijdel lijkt. Om deze reden heb ik me achter de resolutie van het Parlement over een nieuwe strategie voor Afghanistan geschaard. We moeten het over een andere boeg gooien. We moeten een einde maken aan corruptie en verspilling opdat de internationale hulp eindelijk zoden aan de dijk zet. Door actie op civiel gebied zal de vrede terugkeren. De coalitie moet strenger toezien op de besteding van deze middelen. We moeten daarentegen ophouden ons met Afghaanse aangelegenheden te bemoeien. De Afghaanse regering moet de vrijheid hebben om een modus vivendi te vinden met alle groeperingen die de Afghaanse samenleving vormen. Afghanistan heeft nog een lange weg te gaan, en we moeten dit wankele evenwicht niet in gevaar brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Nikolaos Chountis (GUE/NGL), schriftelijk.(EL) Ik heb mij van stemming onthouden bij het verslag over de nieuwe strategie voor Afghanistan. Het verslag bevat inderdaad enkele positieve punten, het erkent de zeer betreurenswaardige aspecten van de huidige situatie en de verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap, in het bijzonder van de NAVO, de EU en de lidstaten, die op verschillende manieren bij de oorlog in Afghanistan en het ‘beheer’ van de ‘wederopbouw’ betrokken zijn. Het verslag toont eveneens aan dat het geld en de hulp van de internationale gemeenschap niet bij het Afghaanse volk terechtkomen. Eveneens wordt aangetoond hoe negatief en absurd het verblijf van buitenlandse troepen in Afghanistan is, aangezien, afgezien van het aspect van menselijke slachtoffers, blijkt dat de situatie is verslechterd wat betreft de armoede van het Afghaanse volk, de mate van eerbiediging van de rechten van vrouwen, de drastische toename van de opiumteelt en zelfs het ontstaan van georganiseerde misdaad en corruptie door het geprivatiseerde veiligheidssysteem dat door de VS wordt toegepast. Helaas echter hebben amendementen van de conservatieve krachten, die in tegenspraak staan met de oorspronkelijke tekst, deze veranderd. De "nieuwe strategie tegen de opstand" wordt verwelkomd, het tijdschema van president Obama wordt overgenomen, er wordt van de EU een sterkere identificatie met de NAVO en de VS verlangd, de doelmatigheid en de noodzaak van de aanwezigheid van troepen voor de veiligheid in de regio wordt erkend.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) Negen jaar na het begin van de militaire interventie in Afghanistan, is dit mogelijk de grootste uitdaging op het vlak van externe interventies en mondiale veiligheid waaraan Europa en zijn bondgenoten het hoofd moeten bieden. In werkelijkheid is de veiligheidssituatie erop achteruit gegaan het afgelopen decennium, ondanks de sterke (en ononderbroken) internationale aanwezigheid in Afghanistan. Er worden nog steeds terroristen opgeleid in het land, en bovendien zijn de belangrijkste sociaaleconomische indicatoren uiterst teleurstellend. De belangrijkste doelstelling van de internationale gemeenschap en van Europa is op dit moment dan ook ervoor te zorgen dat er een krachtige en stabiele regering gevormd kan worden en het vredesproces gesteund blijft, waarbij moet worden voldaan aan drie essentiële voorwaarden uit het verslag: (i) de toezegging van Afghanistan om Al-Qaeda uit het land te verdrijven, (ii) de uitroeiing van de papaverteelt en de strijd tegen de drugshandel en (iii) de vaste wil de fundamentele mensenrechten te doen eerbiedigen.

In dat kader, en in overeenstemming met de internationale verplichtingen die werden aangegaan in de NAVO, moet de militaire aanwezigheid in Afghanistan geleidelijk aan worden afgebouwd, waarbij de internationale steun voor het garanderen van de vrede en de veiligheid moet worden voortgezet, met het oog op stabiliteit na de interventie.

 
  
MPphoto
 
 

  Carlo Fidanza (PPE), schriftelijk. (IT) Dit verslag is misschien het beste compromis dat vandaag kan worden bereikt over de nieuwe Europese strategie in Afghanistan. Dat is voor een deel te danken aan de talrijke en cruciale amendementen die de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) heeft ingediend. Door deze amendementen is het verslag minder ideologisch en pragmatischer geworden, is erkenning verkregen van kritische toestanden die na negen jaar van operaties op Afghaans grondgebied zijn ontdekt, en zijn positieve punten en ontwikkelingen vastgelegd die de aanwezigheid van de internationale gemeenschap effectiever maken en bevorderlijk zijn voor het overgangsproces naar volledige teruggave van de soevereiniteit aan de Afghaanse autoriteiten.

Met alleen militaire inzet komen we er niet, dat is waar, maar die is wel van essentieel belang om de talibanmilities te verzwakken en hen ertoe aan te zetten alle banden met Al-Qaeda te verbreken en aan de onderhandelingstafel plaats te nemen. Het voorkomen van burgerslachtoffers blijft natuurlijk een prioriteit, maar wij mogen ons niet het gebruik van drones ontzeggen, waarmee goede resultaten worden geboekt in de gebieden rond de grens met Pakistan.

De verbintenis ten aanzien van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL) moet worden versterkt om de opleiding voort te zetten van een politiemacht die in staat is de openbare orde te handhaven. De opleiding van magistraten en ambtenaren moet worden geïntensiveerd om de Afghaanse instellingen te versterken, de corruptie te beteugelen en de voorwaarden te scheppen voor de teruggave van Afghanistan aan de Afghanen.

 
  
MPphoto
 
 

  Joe Higgins (GUE/NGL), schriftelijk. - (EN) Dit verslag onderstreept een groot aantal problemen waarmee Afghanistan kampt. Het is kritisch over de rol van de NAVO/VS-bezetting en de schendingen van de mensenrechten in dit land, met name de toegenomen repressie van vrouwen en hogere armoedeniveaus. De antioorlogsbeweging heeft sinds de start van de oorlog gewaarschuwd voor deze problemen. Ik heb mij echter onthouden van stemming daar ik mij niet kon vinden in de in het verslag verleende steun aan de bezetting en de door de regering-Obama uitgevoerde surge. Ik heb mij onthouden van stemming over amendementen waarin wordt opgeroepen tot meer steun voor de Afghaanse staat. Ik ben het ermee eens dat de soevereiniteit van de Afghanen moet worden gerespecteerd, maar het regime-Karzai is corrupt en weerspiegelt niet de belangen van de meerderheid van de Afghanen. Ik ben van mening dat alle steun democratisch moet worden gecontroleerd door de kleine landbouwers, arbeiders en armen van Afghanistan. Ik heb gelezen dat er in dit verslag eer wordt bewezen aan de gesneuvelde militairen en Afghaanse slachtoffers van deze oorlog. Ik kan mij echter niet vinden in de uitspraak dat deze militairen zijn gesneuveld "terwijl zij de vrijheid verdedigden." Deze oorlog dient de belangen van de imperialistische grootmachten, niet die van de gewone mensen.

 
  
MPphoto
 
 

  Anneli Jäätteenmäki (ALDE), schriftelijk. − (FI) Waarheen verdwijnt ons geld in Afghanistan? Ik ben blij met de ontwerpresolutie betreffende een nieuwe strategie voor Afghanistan. Het verslag brengt uitstekend de vele problemen met betrekking tot dat land naar voren.

Zoals ook in het verslag staat, is er geen militaire oplossing voor Afghanistan. Noch de soldaten noch het geld dat wij in Afghanistan hebben gestoken, hebben vrede naar het land kunnen brengen. In het verslag staat ook dat tussen 2002 en 2009 meer dan 40 miljard dollar aan internationale hulp naar het land is gegaan. Van die 40 miljard ging slechts 6 miljard naar de Afghaanse regering en kwam de overige 34 miljard dollar via andere kanalen het land binnen. Van deze hulp kwam maar liefst 70 tot 80 procent nooit terecht bij degenen waar het voor bedoeld was: het Afghaanse volk.

Bovendien bedroegen de kosten van de oorlog in Afghanistan in 2001-2009 meer dan 300 miljard dollar. Deze enorme geldbedragen komen echter niet de Afghanen ten goede, maar bijvoorbeeld de wapenindustrie, huursoldaten en internationale ondernemingen, die kunnen profiteren van het geld dat in Afghanistan wordt besteed. Het is belangrijk dat deze misstanden in het verslag naar voren worden gebracht.

 
  
MPphoto
 
 

  Sandra Kalniete (PPE) , schriftelijk. (LV) Ik steun dit verslag volledig waar het oproept tot inspanningen voor de wederopbouw van Afghanistan en een verbetering van de mensenrechtensituatie aldaar. Het kan niet worden ontkend dat de veiligheidssituatie in Afghanistan op dit moment een stuk beter is dan negen jaar geleden. Mensen leven in een vrijere samenleving, meisjes kunnen onderwijs volgen, en medische zorg is beter toegankelijk dan onder het talibanregime. Er resteren echter nog ernstige problemen waarover in de resolutie geen vooruitgang is geboekt. Dit kan met name worden gezegd over de oorlog tegen drugs, hetgeen terecht wordt benadrukt in het verslag. Volgens de opvattingen van deskundigen is 92 procent van de mondiale opium afkomstig uit Afghanistan, om vervolgens gedistribueerd te worden naar de gehele wereld, waaronder de Europese Unie. Wij moeten rekening houden met het feit dat de papaverteelt een aanzienlijke bron van inkomsten vertegenwoordigt in plattelandsregio’s, waar overige vormen van inkomsten moeilijk te vinden zijn. Dat is waarom de vernietiging van papaverplantages ten behoeve van de opiumproductie zonder het aanbieden van een alternatieve inkomstenbron geen effectieve oplossing is.

De regering van Afghanistan zal resoluter gebruik moeten maken van de internationale steun om kleine ondernemingen en landbouw op te zetten in regio’s waar momenteel papaver wordt verbouwd. De investeringen van de Europese Unie in de wederopbouw van Afghanistan zijn aanzienlijk, maar er is nog altijd veel werk aan de winkel. Het belangrijkste is om de veiligheid te garanderen. Ik zou willen benadrukken dat een voortijdige terugtrekking van de troepen uit Afghanistan niet alleen gevaarlijk zou zijn voor de plaatselijke bevolking en een bedreiging zou vormen voor de democratische wereld, maar tevens al het goede werk teniet zou doen dat reeds is verricht in Afghanistan. De mensen in Afghanistan hebben een hoge prijs moeten betalen voor de vrede en wij moeten hen nu niet in de steek laten.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. - (EN) De rapporteur heeft besloten zich te concentreren op vier terreinen waar volgens hem een gerichte actie werkelijke veranderingen kan teweegbrengen: internationale hulp, de implicaties van het onlangs gelanceerde vredesproces, de impact van de politieopleiding en de uitroeiing van de opiumteelt. Ook al kan ik mij niet in al zijn conclusies vinden, toch stem ik voor deze weldoordachte en nuttige bijdrage aan het debat over Afghanistan.

 
  
MPphoto
 
 

  Mario Mauro (PPE), schriftelijk. (IT) Het verslag over een nieuwe strategie voor Afghanistan verdient in het algemeen een positieve beoordeling en daarom stem ik voor. De enorme problemen die nog in Afghanistan bestaan, die elk van elkaar verschillen en die een buitengewoon belangrijke rol spelen met betrekking tot de toekomst van dit land in het Midden-Oosten, moeten worden aangepakt aan de hand van een nieuwe benadering waarbij de prioriteiten anders worden gedefinieerd dan tot dusver is gedaan.

Het voornaamste feit – zoals in het verslag waarover wij gaan stemmen correct is verwoord – is "dat er in Afghanistan geen stabiliteit of vrede tot stand kan worden gebracht zonder dat de staat op eigen verantwoordelijkheid allereerst de veiligheid van de burgers van dit land waarborgt". In dat opzicht hoop ik dat de rapporteur een wijziging in overweging zal nemen in het deel waarin gewag wordt gemaakt van het gebruik van drones, eventueel door middel van een mondeling amendement.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), schriftelijk. – (FR) Dit verslag schetst een rampzalig beeld van de gevolgen van een door de NAVO geleide oorlog in Afghanistan die kan rekenen op de medeplichtigheid en steun van de EU. Het is jammer dat het verslag de oorlog zelf niet aan de kaak stelt en twijfelt tussen handhaving van de NAVO-legertroepen ter plaatse en hun noodzakelijke terugtrekking. Desondanks, gezien alle belangrijke punten van kritiek die erin worden genoemd, zal ik me van stemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Willy Meyer (GUE/NGL), schriftelijk. − (ES) Een van de belangrijkste redenen waarom ik dit verslag niet steun, is dat het niet alleen verzuimt voor te stellen om de Europese troepen onmiddellijk terug te trekken, maar tevens "versterking van het optreden van de EU ... waardeert en steunt". Evenzo neemt het nauwelijks stelling tegen de rol die de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF) heeft gespeeld en de ernstige schendingen van de mensenrechten die zijn begaan. Ik sta positief tegenover de opname van de verklaringen van generaal Stanley McChrystal waarin hij ontkent dat de aanwezigheid van Al-Qaeda groot genoeg is om de inzet van troepen in Afghanistan te rechtvaardigen. Ik vind het eveneens positief dat het verslag ervoor pleit het toevertrouwen van de politieopleiding aan particuliere contractanten zo snel mogelijk te beëindigen, en dat het in een overweging stelt dat er, door de militaristische en krijgszuchtige houding tot nu toe, geen zicht is op een spoedig einde van de oorlog in Afghanistan. Ik heb dit verslag mijn steun evenwel onthouden, omdat mijn sterke pacifistische overtuiging mij zegt dat dit verslag in geest en benadering haaks staat op de noodzakelijke demilitarisering van het externe beleid van de EU en van de internationale betrekkingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) De rapporteur heeft de situatie in Afghanistan al met al heel goed ingeschat. Hij is zich bewust van het feit dat de middelen en de troepen in Afghanistan volledig verkeerd worden ingezet, en dat meer middelen en meer troepen daaraan niets zullen veranderen. Hij stelt terecht vast dat juist de aanwezigheid en het arrogante optreden van de coalitie ertoe leiden dat de bevolking volledig tegen deze interventie is. Hij is zich ook bewust van het feit dat we het Afghaanse volk niet kunnen dwingen om de democratie en de westelijke waarden over te nemen. Ik heb er echter kritiek op dat hij nog steeds hamert op onderwerpen als vrouwenrechten, die weliswaar heel belangrijk zijn, maar die in plaatselijk verband volledig onaanvaardbaar zijn, en het welslagen van het hele vredesproces nog onwaarschijnlijker maken.

Daar komt nog bij dat de rapporteur weliswaar tot de conclusie komt dat dit een schadelijk project is, maar dat hij desondanks eist dat er meer troepen en meer middelen naar Afghanistan worden gestuurd. Ik ben ervan overtuigd dat de oorlog in Afghanistan niet gerechtvaardigd is, en dat Europa noch Afghanistan kan profiteren van een verdere bezetting. We kunnen Europa niet aan de Hindoekoesj verdedigen. Daarom heb ik tegen dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Franz Obermayr (NI), schriftelijk. (DE) De lidstaten van de Europese Unie die aan de zijde van de VS deelnemen aan de oorlog in Afghanistan moeten hun troepen zo snel mogelijk uit dat land terugtrekken. De oorlog in Afghanistan duurt nu al bijna negen jaar, en we merken niet dat de situatie veiliger wordt. In tegendeel, de islamistische taliban worden al sterker. Europa verspilt zijn middelen, die dringend nodig zijn aan andere kritieke fronten, zoals de grenzen tussen de EU en de Balkan. Ik begrijp trouwens niet welke Europese belangen we eigenlijk aan de Hindoekoesj willen verdedigen. De VS beweren dat ze in Afghanistan een democratie naar westelijk voorbeeld willen opbouwen, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk. Ik denk eerder dat economische belangen een centrale rol spelen, ook al omdat zich in Afghanistan volgens de New York Times bodemschatten ter waarde van ongeveer een biljoen dollar bevinden. Het is wel duidelijk dat de EU Amerikaanse concerns nu helpt om die in alle rust te exploiteren. Daarom heb ik tegen dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE), schriftelijk. (PT) Dit verslag over een nieuwe strategie voor Afghanistan werd uitgewerkt naar aanleiding van de vergadering van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen, waar de toekomst van het Actieplan voor een intensiever engagement in Afghanistan en Pakistan besproken werd en waar het eerste halfjaarlijks uitvoeringsverslag werd ingediend.

Ik wil mijn volledige steun uitspreken voor een strategie die gericht is op de bescherming van de lokale bevolking en de wederopbouw van de gebieden waarvan de veiligheid is verzekerd, en voor alle oplossingen van politieke aard waarbij alle betrokken partijen uitgenodigd worden om deel te nemen aan de onderhandelingen. Het doet mij genoegen dat er een begin zal worden gemaakt met de overdracht van de verantwoordelijkheden op het gebied van veiligheid aan de Afghaanse troepen, en dat deze overdracht tegen 2014 grotendeels zal zijn voltooid.

Ik steun ook zonder terughoudendheid de oproep van het Parlement aan de Commissie om de transparantie en de controleerbaarheid met betrekking tot de financiële bijstand aan de Afghaanse regering, internationale organisaties en plaatselijke ngo's te waarborgen om de samenhang van de hulp en het welslagen van de wederopbouw en ontwikkeling van Afghanistan te verzekeren, want dat is onze uiteindelijke doelstelling.

 
  
MPphoto
 
 

  Crescenzio Rivellini (PPE), schriftelijk. (IT) Ik feliciteer de heer Arlacchi met zijn werk. In het verslag dat vandaag is aangenomen, wordt voorgesteld de nieuwe strategie van de Europese Unie voor Afghanistan te baseren op vier kernfactoren: volledige steun aan vredesonderhandelingen tussen de regering-Karzai, de taliban en andere opstandelingen; uitgebreide opleiding van de Afghaanse politie; uitbanning van de opiumteelt; en een einde maken aan het internationale schandaal rond hulpgelden, waarbij 80 procent van de door de donorlanden beschikbaar gestelde hulpgelden niet op de plaats van bestemming, Afghanistan, aankomt. Internationale steun voor Afghanistan wordt gebruikt voor omkoperij, vormen van “gelegaliseerde corruptie” en alle mogelijke manieren van stelen, waarbij het geld vaak eindigt in de zakken van de vijand.

Vanaf 2002 heeft de EU maar liefst 8 miljard euro aan dit geteisterde land uitgegeven. Desondanks is de kindersterfte gestegen, de geletterdheid afgenomen en het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft met 130 procent gestegen, alleen al in de afgelopen zes jaar. Om iets te doen aan het gebrek aan coördinatie en communicatie tussen de internationale donoren, roept de EU op een gecentraliseerde databank over alle EU-steun op te zetten en middelen rechtstreeks toe te kennen aan specifieke projecten die in samenwerking met Afghaanse instellingen worden uitgevoerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. - (EN) Het vandaag aangenomen verslag is gebaseerd op de uitgebreide consultaties die de rapporteur de laatste zes maanden heeft gevoerd over de situatie in Afghanistan en de betrekkingen van dat land met de internationale gemeenschap, in een poging om uit te leggen waarom zo weinig is verwezenlijkt in Afghanistan, ondanks de enorme inspanningen die de laatste negen jaar zijn geleverd, met name ook in financieel opzicht. De kloof tussen hoop en werkelijkheid is in Afghanistan groter dan ooit, en een nieuwe EU-strategie voor dat land moet dan ook uitgaan van deze constatering. Het verslag concentreert zich op vier terreinen waar een gerichte actie werkelijke veranderingen kan teweegbrengen: internationale hulp, de implicaties van het onlangs gelanceerde vredesproces, de impact van de politieopleiding en de uitroeiing van de opiumteelt.

 
  
MPphoto
 
 

  Geoffrey Van Orden (ECR), schriftelijk. - (EN) Dit verslag bevat een aantal nuttige verwijzingen naar de NAVO/ISAF-missie, naar de grote problemen van ongeletterdheid en slechte behandeling van vrouwen en naar endemische corruptie en de noodzaak van een frisse blik. Hier had het verslag het bij kunnen laten. Het kon het echter niet laten constant kritiek te leveren op de coalitie en impliciet op de VS. Het zoekt naar manieren om de rol van de EU te vergroten. Het pleit voor meer EU-financiering wanneer het duidelijk niet gaat om meer geld, maar om een betere controle en gebruik van de enorme bedragen die reeds zijn verstrekt. De Fractie Europese Conservatieven en Hervormers heeft zich daarom onthouden van stemming.

 
  
  

- Verslag-Szájer (A7-0355/2010)

 
  
MPphoto
 
 

  Laima Liucija Andrikienė (PPE), schriftelijk. (LT) Ik heb voor deze resolutie gestemd omdat ik geloof dat het Europees Parlement met dit document zijn rol, alsmede zijn betrekkingen met de Commissie versterkt. Ik sluit mij aan bij het standpunt van de Commissie buitenlandse zaken dat het voor het Parlement van het allergrootste belang is dat het zijn prerogatieven volledig en tijdig kan uitoefenen en dat de Commissie het Parlement actief informeert over alle ontwerpmaatregelen, gewijzigde ontwerpmaatregelen en definitieve ontwerpmaatregelen die zij van plan is aan te nemen op grond van artikel 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarin wordt bepaald dat indien het nodig is dat juridisch bindende handelingen van de Unie volgens eenvormige voorwaarden worden uitgevoerd, en de uitvoeringsbevoegdheden zijn verleend aan de Commissie, de controle op de uitoefening van die uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie, enkel bij de lidstaten ligt. Ik geloof echter dat in het licht van de specifieke aard en de politieke gevoeligheid van uitvoeringshandelingen die worden aangenomen op grond van instrumenten voor externe financiële bijstand, en overeenkomstig de gevestigde praktijk van een dialoog op basis van democratisch toezicht, het Parlement gelegenheid moet hebben om bij te dragen aan het proces dat leidt tot het afbakenen van de inhoud van de ontwerpversies van de uitvoeringshandelingen die worden aangenomen op grond van instrumenten voor externe financiële bijstand.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) In de architectuur van de Europese Unie is de rol van de Commissie vergelijkbaar met de rol van een regering in een doorsneelidstaat. De Commissie heeft wetgevingsinitiatief, maar ook de bevoegdheid om verordeningen, richtlijnen en besluiten ten uitvoer te leggen. De Commissie kan derhalve worden beschouwd als de uitvoerende macht van de Unie. Ze beschikt over afgeleide bevoegdheden die haar in staat stellen handelingen vast te stellen om teksten ten uitvoer te leggen die zijn aangenomen via de gewone wetgevingsprocedure. Evenzeer als verordeningen en circulaires in Frankrijk moeten voldoen aan de geldende wetgeving, zijn de uitvoeringshandelingen van de Commissie niet los te zien van Europese wetgeving. Het kan dus zijn dat de Commissie bij de uitoefening van deze volstrekt vanzelfsprekende uitvoeringsbevoegdheid haar prerogatieven te buiten gaat, zonder dit noodzakelijkerwijs te beogen. Uit democratisch oogpunt is het aan de andere instellingen van de Unie om de werkzaamheden van de Commissie te controleren, zodat de verdeling van bevoegdheden wordt gerespecteerd. Daarom heb ik voor dit voorstel voor een verordening gestemd, dat de algemene beginselen inzake de controle door de lidstaten van de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie vastlegt.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. - (EN) Ik kon niet voor dit verslag stemmen omdat het een aantal van de fel bevochten nieuwe bevoegdheden van het Europees Parlement op het gebied van de internationale handel opoffert voor een opportuun akkoord met de Raad inzake de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden op andere gebieden.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), schriftelijk. – (FR) Het voorstel van de Commissie vormt een gezamenlijke aanslag op de democratie. Dit verslag beperkt zich tot enkele wijzigingen zonder dit feit daadwerkelijk aan de kaak te stellen. De Commissie is de enige groep ambtenaren ter wereld die zich aan het toezicht van haar regering (de Raad) onttrekt. Ik zal tegen deze meest recente uiting van autoritarisme stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) In de Europese Unie is er altijd al geprobeerd om het beleid te centraliseren. Dit schijnt nu echter nog toe te nemen, net als de overdreven bureaucratie, ondanks alle beweringen dat het tegendeel het geval is. Het moet een voorrecht van de lidstaten blijven om te bepalen welke bevoegdheden ze willen overdragen aan de EU, respectievelijk aan de Commissie. Arresten van het Europees Hof van Justitie – dat met zijn rechtspraak trouwens al jaren lijkt te streven naar het opbouwen van een centrale staat – kunnen daar niets aan veranderen, evenmin als het Verdrag van Lissabon, dat daarvoor niet mag worden gebruikt, of het voorwendsel van de crisisbestrijding. Zulke dingen mogen niet via een achterdeurtje worden ingevoerd. In principe heeft iedereen de mond vol van het subsidiariteitsbeginsel, maar de facto wordt dit telkens weer genegeerd, en wordt geprobeerd om het te omzeilen. In dit verslag worden dergelijke tendensen eigenlijk aan de kaak gesteld, en daarom heb ik er voor gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Alfredo Pallone (PPE), schriftelijk. (IT) Het bereikte compromis betekent dat de handelspolitiek, met inbegrip van de handelsbeschermingsinstrumenten, in het algemene comitologiekader kunnen worden opgenomen. Deze aanpak is volledig coherent en in overeenstemming met de geest en de letter van het Verdrag van Lissabon. Ik sta geheel achter versterking van het besluitvormings- en uitvoeringsproces waarbij de Commissie de beschikking krijgt over de benodigde instrumenten in het algemeen belang van de Europese Unie, de lidstaten en alle economische marktdeelnemers. Ik steun het principe dat de Commissie definitieve antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen moet vaststellen en dat de lidstaten moeten stemmen op basis van een gekwalificeerde meerderheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE), schriftelijk. (PT) De nieuwe regels inzake de uitvoeringshandelingen die in het Verdrag van Lissabon werden vastgelegd, gaven aanleiding tot dit verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de voorschriften en algemene beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.

Het gaat hier om een gevoelige materie, in het bijzonder voor wat de landbouw- en visserijkwesties betreft. In het huidige comitologiesysteem is het GLB het beleidsterrein met verreweg de meeste comitologiehandelingen.

Nu het Verdrag van Lissabon in werking is getreden, moeten de bestaande comitologiebepalingen worden vervangen door gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen overeenkomstig de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Deze aanpassing van de bestaande wetgeving aan de bepalingen van het Verdrag van Lissabon is met name van groot belang voor de beleidsterreinen die (zoals het landbouw- en visserijbeleid) niet zijn goedgekeurd via de medebeslissingsprocedure.

Enkel de beproeving van de nieuwe wetgeving, die verregaande gewijzigd werd door het Europees Parlement en door de Raad, zal kunnen uitwijzen of de uitgezette koers de doeltreffendheid en de verwezenlijking van de Europese beleidslijnen ten goede komt.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. - (EN) In het algemeen hebben alle fracties het verslag goed ontvangen en de door de commissie ingediende amendementen weerspiegelen de met de Raad en de Commissie bereikte overeenstemming over een akkoord in eerste lezing. Onze fractie is hiervoor.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B7-0733/2010

 
  
MPphoto
 
 

  Laima Liucija Andrikienė (PPE), schriftelijk. (LT) Ik heb voor deze resolutie gestemd omdat er behoefte is aan een permanent crisismechanisme ter bescherming van de financiële stabiliteit van het eurogebied. Het Europees stabilisatiemechanisme en/of een Europees Monetair Fonds moet op solidariteit gebaseerd zijn, moet aan strikte voorwaarden worden onderworpen en moet onder meer worden gefinancierd uit de boetes die aan lidstaten worden opgelegd als het resultaat van een procedure voor de aanpak van buitensporige tekorten, zeer hoge schulden of extremere onevenwichtigheden. Ik geloof dat het tevens van belang is dat de financiering van het permanent crisismechanisme uitgaat van het beginsel van “de vervuiler betaalt”, wat betekent dat lidstaten die grotere risico’s veroorzaken wegens hun tekorten en schuldenlasten een groter deel van de totale activa moeten financieren. Deze sancties zouden een mogelijke manier kunnen zijn om financiële en economische crises in de landen van de eurozone, zoals de crisis die een paar maanden terug in Griekenland is ontstaan en die nog altijd voortduurt, te voorkomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Charalambos Angourakis (GUE/NGL), schriftelijk. – De oorlog tegen de werkenden, de zelfstandigen en de kleine boeren is een strategische keuze van de burgerlijke regeringen van de EU om de winstgevendheid van het kapitaal te ondersteunen. De schuld en het tekort zijn alleen maar voorwendsels. Alle nationale regeringen in de lidstaten van de eurozone en de EU moeten het nemen en toepassen van nog scherpere, barbaarsere, de arbeiders en het volk nog vijandiger gezinde maatregelen intensiveren, op een manier die door EU, ECB en IMF wordt gecoördineerd. De Topconferentie zal het ‘steunmechanisme’ scheppen, dat in wezen een faillissementsmechanisme is. De discussie over de middelen en de deelname van particulier kapitaal is zand in de ogen strooien van de werkenden. Het doel is ervoor te zorgen dat de plutocratie niet bankroet gaat. Het kapitaal maakt de markten zichtbaarder voor de absolute regulator van de communautaire mechanismen en wijzigt het Verdrag van Lissabon in die richting om zijn winstgevendheid veilig te stellen door middel van de meest intense uitbuiting van de werkenden en de roof van de welvaart die zij genereren. Er wordt een versterkt economisch bestuur opgelegd om de kapitalistische hervormingen te controleren en de aanval op het leven en de rechten van werkenden op te voeren. Onder de dreiging van een frontale aanval van het kapitaal en de plutocratie is grotere eendracht van het volk absoluut noodzakelijk om de machtstructuren te doorbreken ten gunste van het verbond van het volk en om de uittreding uit de EU, de macht van het volk en een volkseconomie te realiseren.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) Op donderdag 16 december 2010 hebben de staatshoofden en regeringsleiders overeenstemming bereikt over voortzetting van de financiële solidariteitsmechanismen die enkele maanden geleden zijn ingesteld om de crisis het hoofd te bieden. Het gaat er hier om de stabiliteit van de euro als geheel te waarborgen indien een of meerdere lidstaten van het eurogebied in moeilijkheden verkeren. De toekenning van financiële bijstand blijft evenwel gekoppeld aan strenge voorwaarden, hetgeen me noodzakelijk lijkt. Evenals de resolutie van het Parlement verwelkom ik deze verbintenis van de lidstaten, die getuigt van echte Europese solidariteit. Onaflatende solidariteit is het beste antwoord dat wij de markten momenteel kunnen geven.

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. (LT) Er zijn dit jaar belangrijke besluiten genomen, die gericht zijn op het instellen van een EU-kader voor economische governance en financieel toezicht. Binnenkort wordt in de EU het Comité voor systeemrisico’s ingesteld, dat verantwoordelijk is voor het macroprudentiële toezicht op het financiële stelsel teneinde perioden van wijdverbreide financiële onrust te voorkomen, bij te dragen aan een soepele werking van de interne markt en daarbij te zorgen voor een duurzame bijdrage van de financiële sector aan de economische groei. Ik geef mijn goedkeuring aan het voorstel om een permanent Europees stabiliteitsmechanisme in het leven te roepen en de economische governance verder kracht bij te zetten, zodat kan worden gezorgd voor doeltreffende en rigoureuze economische controle en coördinatie die zich vooral met preventie bezighouden. Ik steun het in de resolutie vervatte voorstel dat de lidstaten buiten het eurogebied de mogelijkheid moeten hebben betrokken te worden bij de instelling van een dergelijk mechanisme en dat hun, indien nodig, de mogelijkheid moet worden geboden financiële steun te verkrijgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), schriftelijk. (LT) Ik heb voor deze resolutie van het Europees Parlement gestemd. Deze resolutie heeft betrekking op de noodzaak voor de lidstaten om een permanent crisismechanisme in te stellen ter bescherming van de financiële stabiliteit van het eurogebied in zijn geheel. Dit instrument is gericht op een doeltreffende en rigoureuze economische controle en coördinatie die zich vooral met preventie bezighouden en die de kans op het ontstaan van een crisis in de toekomst aanzienlijk verminderen. Om te zorgen dat de huidige coördinatieprocessen van het economisch beleid worden gestroomlijnd en dat er een einde komt aan overlappingen en om ervoor te zorgen dat de strategie van de EU begrijpelijk is voor de marktdeelnemers en burgers, is het essentieel om de richting naar een sterker geïntegreerde benadering in te slaan en een verandering in het besluitvormingsproces te bewerkstelligen. Ik ben het ermee eens dat wij de betrokkenheid van het Europees Parlement in de wetgevingsprocedures met betrekking tot het crisismechanisme moeten versterken, teneinde de democratische verantwoordingsplicht te verbeteren en te vertrouwen op de expertise, onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de Commissie. Als het Europees stabiliteitsmechanisme bedoeld is ter aanvulling van het nieuwe kader van versterkte economische governance, roept het Europees Parlement de Commissie op na raadpleging van de Europese Centrale Bank een mededeling voor te leggen met een uitgebreide beschrijving van dit permanente crisismechanisme.

 
  
MPphoto
 
 

  George Sabin Cutaş (S&D), schriftelijk. (RO) Ik heb voor de resolutie van het Europees Parlement over de instelling van een permanent crisismechanisme ter bescherming van de financiële stabiliteit van het eurogebied gestemd, aangezien een dergelijk mechanisme in de huidige economische en financiële crisis noodzakelijk is geworden.

Ik steun deze resolutie eveneens omdat wordt aangedrongen op een mechanisme dat geïnspireerd wordt door de communautaire methode, waarbij de besluitvorming op een gezamenlijk Europees niveau plaatsvindt. Vanwege de onderlinge afhankelijkheid tussen de economieën van Europa is het voor alle lidstaten gunstig om over een permanent crisismechanisme te beschikken, ook voor de lidstaten die de euro nog niet hebben ingevoerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueireido (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Wij hebben tegen deze resolutie gestemd omdat we het niet eens zijn met de standpunten die worden ingenomen over de financiële problemen die de lidstaten doormaken en waarin er geen rekening gehouden wordt met de oorzaken van die problemen en er geen grondige maatregelen worden voorgesteld om tot een volledige oplossing te komen, zoals het beëindigen van het Stabiliteits- en groeipact, het wijzigen van de statuten en de richtsnoeren van de ECB, het beëindigen van de liberalisering van de kapitaalmarkt en de derivatenmarkt en het afschaffen van de belastingparadijzen.

Aangezien de Europese Unie geen van deze maatregelen wil treffen, opteert zij voor standpunten die het bestaande probleem wel enigszins afzwakken, maar de grote afhankelijkheid van de financiële markt en de rijkste landen in stand houden.

Anderzijds wordt er in deze resolutie aangedrongen op sancties voor de lidstaten die de regels die in het bijzonder in het Stabiliteits- en groeipact zijn vastgelegd, niet naleven, wat de algemene situatie in de landen met de kwetsbaarste economieën enkel zal verergeren.

Het belang van de grootmachten, zoals Duitsland, heeft dus de overhand en aan de zo broodnodige solidariteit ontbreekt het nog steeds.

 
  
MPphoto
 
 

  Jim Higgins, Seán Kelly, Mairead McGuinness en Gay Mitchell (PPE), schriftelijk. – (EN) Wij stemmen weliswaar tegen de gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB), maar willen andere belangrijke aspecten van dit verslag niet verwerpen. Onze steun voor de algemene bepalingen betekent dus niet dat wij de CCCTB steunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Juozas Imbrasas (EFD), schriftelijk. (LT) Ik ben het eens met de voorstellen in deze resolutie, aangezien wij een permanent crisismechanisme in het leven moeten roepen dat geloofwaardig, robuust en duurzaam is en dat uitgaat van de essentiële technische realiteiten en geïnspireerd is door de communautaire methode, om zo te zorgen voor een stabiele markt en voor meer zekerheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Iliana Ivanova (PPE), schriftelijk. - (EN) Ik stem voor de EP-resolutie over de instelling van een permanent crisismechanisme, vooral omdat gedurende de debatten in de Commissie economische en monetaire zaken de teksten betreffende de invoering van een EU-minimumvennootschapsbelasting van 25 procent zijn geschrapt. Ik ben er een groot voorstander van dat de lidstaten hun nationale belastingbeleid behouden. Het is van cruciaal belang dat belastingconcurrentie behouden blijft als middel om de samenhang te vergemakkelijken en de economische groei van de EU te bevorderen. Hoe zullen we anders het EU-concurrentievermogen kunnen vergroten als we een van de beste instrumenten hiervoor elimineren en wat zullen we oplossen als we de belastingen harmoniseren terwijl duidelijk is dat niet alle lidstaten hiermee instemmen? Ook ben ik het eens met de suggestie dat lidstaten die grotere risico's veroorzaken wegens hun tekorten en schuldenlasten een groter deel van de totale activa van het crisismechanisme moeten financieren omdat dit zeker zou bijdragen tot een strengere belastingdiscipline en een grotere meerwaarde van het hebben van een echt economisch en belastingbeleid.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Liberadzki (S&D), schriftelijk. − (PL) Ik ben uiterst verontrust door de instelling van een permanent crisismechanisme om de financiële stabiliteit van de eurozone te waarborgen. Deze zaak is niet alleen van cruciaal belang voor de landen van de eurozone, maar ook voor de overige lidstaten van de Europese Unie. Er leven meer dan 150 miljoen burgers buiten de eurozone. De stabilisatie van de euro maakt het voor hen gemakkelijker om hun ambities voor toetreding tot de zone te verwezenlijken, en kan het hele systeem beschermen tegen verdere beroering. De resolutie zelf lost geen problemen op, maar kan een belangrijk signaal voor de Raad, de Commissie en de lidstaten zijn. De resolutie drukt de sterke wil van het Parlement uit om de gemeenschappelijke aanpak en de Europese solidariteit te verstevigen. Ik heb voor de resolutie gestemd en ik verwacht er veel van.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk.(EN) Ik sta positief tegenover deze ontwerpresolutie, met name tegenover het mondelinge amendement van Stephen Hughes waarin de Raad wordt opgeroepen om “het benodigde politieke signaal te geven voor een onderzoek door de Commissie naar het toekomstige stelsel van euro-obligaties met een duidelijke specificatie van de voorwaarden waaronder een dergelijk stelsel alle deelnemende lidstaten en de eurozone als geheel tot voordeel zou strekken”.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), schriftelijk. – (FR) Dit verslag schaart zich achter de instelling van een financieel stabilisatiemechanisme en de sociale kaalslag die hiermee gepaard gaat. Het verslag pleit voor volledige consistentie met de normen van het Internationaal Monetair Fonds en geeft de Europese Commissie zeggenschap over nationale begrotingen. Ik stem derhalve tegen dit verslag dat ik tevens veroordeel.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) Deze ontwerpresolutie met de ongeloofwaardige titel "de instelling van een crisismechanisme" is een wanhopige poging van de EU-imperialisten om de lidstaten te dwingen om allemaal hun lot te verbinden aan de euro, volgens het motto "samen sterk zijn, of samen ondergaan". De euro was van het begin af aan een volkomen foutieve constructie, en tot mislukken gedoemd. Je kunt economisch volkomen verschillende landen niet dwingen om onder het dak van een gezamenlijke munt te schuilen. De Europese volkeren willen geen sterkere integratie, en geen transfer van belastinggeld. Daarom moet deze monetaire unie worden opgeheven. Er moet een unie met een harde munt komen. Daarom wil ik liever een dramatisch einde dan een drama zonder einde, en stem ik beslist tegen deze ontwerpresolutie.

 
  
MPphoto
 
 

  Alfredo Pallone (PPE), schriftelijk. (IT) Ik wil nog even terugkomen op het debat van gisteren en zeggen dat ik zeer verheugd ben over de aanneming van amendement 12, al zou ik zelf voor een nog rechtstreeksere verwijzing hebben gekozen. We moeten nieuwe en innovatieve instrumenten vinden om het crisismechanisme te financieren. Door uitgifte van euro-obligaties zou de financiering van het crisismechanisme op de markten plaatsvinden, waarbij dan wordt geleund op buitenlands kapitaal en geïnteresseerde beleggers. De nationale begrotingen blijven in dat geval buiten schot. Een mechanisme dat er slechts op neerkomt dat naar evenredigheid wordt bijgedragen aan de aanleg van reserves, zou voor de lidstaten een grote last betekenen. Zij moeten waarborgsommen of -kapitaal ergens vandaan zien te halen zonder dat daar enige opbrengst of rendement tegenover staat. In de huidige situatie, waarin de lidstaten wordt verzocht om enerzijds uitgebreide bezuinigingsprogramma's uit te voeren om de tekorten en schulden te verminderen en anderzijds bijdragen te betalen in het kader van de deelname aan het stabiliteitsfonds, bestaat er een reëel risico dat de boel klapt.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk.(EN) In deze ontwerpresolutie wordt de Europese Raad onder andere verzocht zo spoedig mogelijk duidelijk te maken welke Verdragswijzigingen noodzakelijk zijn om een permanent ESM te kunnen instellen. Het Parlement herinnert eraan dat het zich verheugd heeft getoond over de instelling van een financieel stabiliteitsmechanisme om wanbetalingsrisico's voor landenkredieten te ondervangen (waarvoor ten dele artikel 122 van het VWEU als rechtsgrond is gebruikt) en dat het de aandacht heeft gevraagd voor het inherente democratisch tekort en de gebrekkige manier waarop de Raad zich voor zijn besluiten inzake het herstelpakket verantwoordt, waarvoor het Europees Parlement niet is geraadpleegd. Het Parlement eist daarnaast dat het in toekomstige crises als medewetgever wordt betrokken bij voorstellen en besluiten over reddingsmaatregelen en onderstreept dat vanuit rationeel, praktisch en democratisch oogpunt de behandeling van het wetgevingspakket inzake economische governance niet los gezien kan worden van het door de Europese Raad genomen besluit tot instelling van een permanent crisismechanisme.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B7-0707/2010

 
  
MPphoto
 
 

  Laima Liucija Andrikienė (PPE), schriftelijk. (LT) Ik heb voor deze resolutie gestemd, die oproept tot herstel van de democratie in de Republiek Ivoorkust naar aanleiding van de presidentsverkiezingen die plaatsvonden op 28 november 2010. Het clandestiene besluit dat is genomen door de constitutionele raad van Ivoorkust, waarvan de leden zijn aangesteld door de vertrekkende president, namelijk om het door de kiescommissie uitgeroepen resultaat te wijzigen, terwijl dit in strijd is met een wet die de constitutionele raad verplicht is uit te voeren, gaat in tegen de wens van de bevolking van Ivoorkust zoals uitgedrukt in de stemming tijdens de verkiezingen. Dit besluit moet worden teruggedraaid omdat dit land anders niet in staat zal zijn zich te bevrijden uit de politieke impasse die is ontstaan naar aanleiding van de verkiezingen en omdat anders de reeds gemelde gevallen van geweldpleging zich alleen maar zullen uitbreiden. Daarom steun ik, in het belang van het welzijn van de mensen in Ivoorkust en de vrede van het land, deze oproep aan de heer Laurent Gbagbo en het verzoek aan hem om af te treden en de macht over te dragen aan Alassane Ouattara, aan wie het electoraat als teken van vertrouwen zijn stem gaf.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) Jarenlang was Ivoorkust het archetype van een goede dekolonisatie. Het land dat voorbeeldig omging met de gewonnen onafhankelijkheid, kende in de jaren zeventig en tachtig forse groei. Helaas valt Ivoorkust langzaam maar zeker ten prooi aan een latente politieke crisis. Bij de laatste presidentsverkiezingen is de oppositiepartij van Alassane Ouattara als winnaar uit de bus gekomen. De vertrekkende president, Laurent Gbagbo, weigert de macht over te dragen. Het land verkeert sindsdien in volstrekte chaos. Twee regeringen betwisten elkaar de macht en ernstige incidenten hebben aan aanhangers van beide kampen het leven gekost. Ik heb voor de resolutie van het Europees Parlement gestemd waarin Laurent Gbagbo wordt opgeroepen zich neer te leggen bij de stembusuitslag en onmiddellijk plaats te maken voor zijn rechtmatige opvolger. De tekst ondersteunt bovendien de actie van de Afrikaanse Unie die momenteel druk uitoefent op het land om de democratische orde te herstellen.

 
  
MPphoto
 
 

  Corina Creţu (S&D), schriftelijk. (RO) De manier waarop de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Ivoorkust heeft plaatsgevonden, valt te betreuren. Het geweld, waardoor doden en gewonden vielen, leidde uiteindelijk tot de evacuatie van de internationale waarnemers, hetgeen een groot vraagteken plaatst bij de correctheid van deze verkiezingen, maar ook bij de verdere gang van zaken na de verkiezingen in dit land.

Ik hoop dat dit land, dat ooit een voorbeeld van democratie voor het Afrikaanse continent was, de impasse van de electorale confrontatie succesvol te boven zal weten te komen.

Uit de massale opkomst bij de stembus, ondanks de spanningen, blijkt dat de toekomst van het land de Ivorianen sterk bezighoudt. Ik denk daarom dat het essentieel is dat de wil van de burgers, zoals zij tot uitdrukking hebben gebracht door te gaan stemmen in een verkiezing die daarvoor al zesmaal afgeblazen was, gerespecteerd wordt.

Ivoorkust heeft de kans om een einde te maken aan een decennium van politieke en militaire crises en voorlopige regeringen die het land verdeelden in een loyalistisch zuiden en een opstandig noorden. De enige duurzame oplossing is dat de wil van de kiezer gerespecteerd wordt.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) De huidige politieke situatie in Ivoorkust moet op alle niveaus veroordeeld worden. Het is verontrustend vast te stellen dat de soevereine wil van de kiezers niet gerespecteerd wordt en dat de presidentskandidaat die volgens de Onafhankelijke Kiescommissie van Ivoorkust (CEI) de verkiezingen gewonnen heeft, door de constitutionele raad verhinderd werd zijn ambt op te nemen. Er werd bericht over ernstige aanvallen op de vrijheid tijdens de tweede ronde van de verkiezingen, er werd in het bijzonder gewag gemaakt van een gespannen en gewelddadige sfeer waarbij verschillende doden en gewonden te betreuren vielen. De politieke situatie in Ivoorkust is onhoudbaar, de houding van de constitutionele raad onaanvaardbaar en het slechte verlies van de heer Gbagbo gaat in tegen de beginselen van de democratie en de rechtsstaat.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk.(EN) Ik steun de oproep die in de onderhavige ontwerpresolutie aan de heer Gbagbo wordt gericht om af te treden en de macht aan Alassane Ouattara over te dragen, de democratisch gekozen president van Ivoorkust.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Michel (ALDE), schriftelijk. – (FR) Wij hebben de plicht ervoor te zorgen dat de verkiezingsresultaten van de stembureaus worden gerespecteerd, aangezien ze de wil van de bevolking van Ivoorkust tot uitdrukking brengen. De door de constitutionele raad bekendgemaakte resultaten zijn in strijd met de wil van de Ivoriaanse bevolking. Wij kunnen deze anticonstitutionele, antidemocratische hold-up niet accepteren. Op 28 november 2010 is Alassane Ouattara door de onafhankelijke verkiezingscommissie van Ivoorkust en door vrijwel de gehele internationale gemeenschap uitgeroepen tot rechtmatige winnaar van de presidentsverkiezingen. Het is hoog tijd voor de stabiliteit van het land en van de hele subregio om zo snel mogelijk een einde te maken aan de door Laurent Gbagbo gehanteerde vertragingstactiek.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) De politieke situatie in Ivoorkust is uitgesproken kritiek. Principieel ben ik weliswaar van mening dat het niet de taak van de Europese Unie is om de rol van wereldpolitie te spelen, want vreemde naties moeten hun lot in eigen handen nemen, zonder te wachten op de zegen van de EU of van de VS. In dit geval wordt echter de wil van de inwoners van Ivoorkust niet gerespecteerd, het volk wordt wreed onderdrukt door de heersende klasse. In Europa werden sommige volkeren een paar jaar geleden ook door de politieke machthebbers met militaire middelen gedwongen om een ongewenste staatsvorm te aanvaarden. Deze machthebbers zijn niet met militair geweld afgezet, dat is belangrijk. Het is echter ook belangrijk dat we met vreedzame middelen druk op deze personen uitoefenen, om te verhinderen dat ze zomaar doorgaan met de onderdrukking. Daarom heb ik voor deze ontwerpresolutie gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE), schriftelijk. (PT) Deze resolutie werd opgesteld naar aanleiding van de ernstige politieke en institutionele crisis die in Ivoorkust heerst na de tweede ronde van de presidentsverkiezingen, op 28 november 2010.

Het verkiezingsproces dat door de VN en de Europese Unie werd gevolgd, verliep over het algemeen naar tevredenheid. De resultaten die door de Onafhankelijke Kiescommissie van Ivoorkust, die de overwinning van Ouattara aankondigde, werden bekendgemaakt, werden echter weerlegd door de constitutionele raad van het land. Die maakte de verkiezingsuitslag ongedaan omdat er fraude zou gepleegd zijn in bepaalde gebieden en riep Laurent Gbagbo, de huidige president, tot overwinnaar uit.

Gezien het feit dat het algemeen kiesrecht, waarvan de resultaten door de VN bekrachtigd werden, de enige bron van democratische legitimiteit is, roept het Europees Parlement via deze resolutie, waar ik voor gestemd heb, de heer Gbagbo op om zijn functie zo snel mogelijk op te geven en de macht over te dragen aan Alassane Ouattara en veroordeelt het in krachtige bewoordingen de intimidatie van EU-waarnemers. Met deze resolutie reageert het Parlement positief op de beslissing van de Raad van de EU om specifieke maatregelen te treffen tegen diegenen die het vredesproces en het proces van nationale verzoening verstoren en steunt het de beslissing van de EU om sancties op te leggen aan Laurent Gbagbo.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk.(EN) Er bestaat vandaag grote consensus bij de stemming over de situatie in Ivoorkust. In de ontwerpresolutie van het Europees Parlement die met een grote meerderheid is aangenomen, overweegt het Parlement dat het algemeen stemrecht de enige bron van democratische legitimiteit vormt. De resultaten van de verkiezingen zijn daarnaast door de Verenigde Naties gecontroleerd. Derhalve roept het Europees Parlement de heer Gbagbo op om af te treden en de macht aan Alassane Ouattara over te dragen; verzoekt het alle politieke en strijdkrachten in Ivoorkust met klem zich neer te leggen bij de wil van de bevolking zoals op 28 november 2010 in de presidentsverkiezingen vrijelijk tot uitdrukking gebracht, bekendgemaakt door de CEI en bekrachtigd door de speciale afgezant van de secretaris-generaal van de VN; betreurt het de gewelddadige botsingen voorafgaand aan de bekendmaking van de resultaten van de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Ivoorkust en spreekt het tevens zijn solidariteit uit met de slachtoffers en hun families; en betreurt het daarnaast de politieke obstructie en pogingen tot intimidatie van CEI-leden, waardoor de bekendmaking van de voorlopige resultaten is vertraagd en het goede verloop van het democratische verkiezingsproces is belemmerd.

 
  
  

- Ontwerpresolutie B7-0705/2010

 
  
MPphoto
 
 

  Sonia Alfano (ALDE), schriftelijk. (IT) Ik denk dat de Commissie er goed aan heeft gedaan om vandaag in het Parlement verslag uit te brengen over het verbod op het gebruik van niet-aangepaste kooien voor legkippen, dat in januari 2012 in werking zal treden. De uitvoeringsgegevens zijn weinig bemoedigend en daarom moet er hard worden opgetreden tegen lidstaten die, vanwege hun passieve houding, enige tijd geen vorderingen hebben gemaakt. Het is al sinds 1999 bekend dat er een verbod op deze kooien zou komen, en de landen die later tot de EU zijn toegetreden, wisten terdege dat zij binnen duidelijk vastgestelde termijnen de nodige maatregelen moesten nemen. Uitstel is onaanvaardbaar. Termijnen moeten worden gerespecteerd om te voorkomen dat de Europese Unie haar geloofwaardigheid verliest. Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de EU haar beleidsmaatregelen moet handhaven met inachtneming van het welzijn van dieren als wezens met gevoel. We mogen ons niet altijd verschuilen achter het probleem van het concurrentievermogen, dat geen kwestie zou moeten zijn van kwantiteit en prijzen maar bovenal van kwaliteit, ecologische duurzaamheid en ethiek. De kritische en bewuste consument moet centraal staan in een nieuw economisch model waarmee de EU het voortouw moet nemen. Ik hoop dan ook dat de Commissie ter bescherming van zowel de dieren als de consumenten snel en vastberaden Richtlijn 1999/74/EG van de Raad ten uitvoer legt.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. (PT) Ik heb voor deze resolutie gestemd omdat ik degenen die deze aanpassing reeds in gang hebben gezet maar haar door de huidige crisis nog niet hebben kunnen voltooien, enige flexibiliteit wil bieden. Met ingang van 1 januari 2012 is het gebruik van niet-aangepaste kooien verboden waardoor er minimumnormen worden vastgestel voor de bescherming van legkippen. Het is daarom van belang om te weten of de Commissie kan aangeven welke vooruitgang de lidstaten hebben geboekt bij de voorbereiding op het verbod op het houden van legkippen in conventionele batterijen vanaf 1 januari 2012 en welke maatregelen zij wil nemen tegen een lidstaat waar producenten zich hier niet aan houden. Tevens is het van belang om te weten welke maatregelen de Commissie wil nemen om mogelijke oneerlijke concurrentie uit derde landen op de Europese eiermarkt na 1 januari 2012 te voorkomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) Iets meer dan tien jaar geleden nam de Europese Unie een richtlijn aan die tot doel had legkippen in bescherming te nemen tegen de rampzalige omstandigheden waarin ze op te veel boerderijen werden gehouden. Onder verwijzing naar de sterk verslechterde situatie in de sector als gevolg van gestegen voederprijzen door speculatie op de graanmarkt, heeft een aantal lidstaten verzocht om een herziening van de richtlijn. Deze zou uiterlijk in 2012 in werking moeten treden. Twee jaar voor het verstrijken van deze termijn voldoen veel pluimveehouderijen nog bij lange na niet aan de nieuwe normen. In de onderhavige resolutie van het Parlement wordt de Commissie opgeroepen op dit punt geen concessies te doen. Het Parlement is ingenomen met de raadpleging die de Commissie op gang heeft gebracht met producenten uit de sector, maar maant de Commissie geen gehoor te geven aan het verzoek van sommige pluimveehouders om uitstel. De richtlijn is al tien jaar van kracht.

 
  
MPphoto
 
 

  Marielle De Sarnez (ALDE), schriftelijk. – (FR) Op 1 januari 2012 mogen eieren die worden geproduceerd door legkippen in legbatterijen van minder dan 550 cm2 niet meer worden verhandeld. Tal van niet-grondgebonden pluimveehouderijen voldoen echter nog niet aan de normen. Er dreigt een tekort aan eieren en een verhoging van de consumptieprijzen in gevallen waarin sommige lidstaten zich op 1 januari 2012 nog niet aan het verbod hebben geconformeerd. Dat zou tevens leiden tot een toename van de invoer van eieren uit derde landen, die zich niet altijd houden aan Europese diergezondheidsnormen. Daarom luidt het Parlement de noodklok. Producenten en lidstaten worden tot de orde geroepen en aangespoord zo snel mogelijk actie te ondernemen, temeer daar ze inmiddels meer dan twaalf jaar de tijd hebben gehad om aan de wetgeving te voldoen. Voor producenten die hebben geïnvesteerd om zich aan de regels te conformeren, evenals houders van scharrelkippen, moeten binnen de Europese Unie eerlijke concurrentievoorwaarden gelden.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) Deze kwestie is van fundamenteel belang, niet alleen voor dierenwelzijn en dierhygiëne, maar vooral ook voor de uitvoerbaarheid en effectiviteit van Richtlijn 1999/74/EG om mogelijke verstoringen van het concurrentievermogen te voorkomen. Het is in andere situaties van dierenvervoer reeds bewezen dat wanneer sommige producenten en leveranciers de communautaire regels aan hun laars lappen, er oneerlijke concurrentie en marktverstoringen ontstaan. Daarom is het van groot belang dat de Europese Unie waar dan ook op haar grondgebied sancties oplegt als richtlijnen niet worden nageleefd, zodat de markt effectiever functioneert en niet verstoord wordt wanneer aan de regels wordt voldaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Peter Jahr (PPE), schriftelijk. (DE) Het verbod op conventionele legbatterijen in 2012 is een groot succes voor de dierenbescherming. Deze gezamenlijke normen moeten echter in heel Europa gelden, anders leveren ze niets op. In het belang van de dieren, maar ook van de producenten die al hebben geïnvesteerd in alternatieve productiemethodes, is het absoluut nodig dat we vechten voor deze termijn in heel Europa. Om een eerlijke concurrentie mogelijk te maken moet de Commissie garanderen dat eieren die niet volgens de regels geproduceerd zijn, niet meer op de Europese markt mogen komen. In ieder geval moet de consument in staat zijn om vast te stellen of eieren en producten op basis van eieren volgens de Europese normen geproduceerd zijn. Toen het Parlement besloot om dit verbod uit te spreken was ik namens de christendemocraten in de Duitse Bondsdag verantwoordelijk voor de dierenbescherming, en ik heb dit besluit verdedigd, juist omdat het voor heel Europa zou gelden. Ik verwacht dat de Commissie de nodige maatregelen zal nemen om te garanderen dat alle lidstaten zich aan deze termijn houden. Dat betekent dat er in Europa vanaf 2012 geen conventionele legbatterijen meer mogen worden gebruikt.

 
  
MPphoto
 
 

  Giovanni La Via (PPE), schriftelijk. (IT) Het verbod op het houden van legkippen in legbatterijen treedt in januari 2012 in werking. Het risico dat een groot aantal bedrijven niet aan de regels zal voldoen, vinden wij alarmerend. Ook vrezen we mogelijke tekorten en prijsstijgingen, gezien het feit dat eieren van kippenhouders die niet aan Richtlijn 1999/74/EG van de Raad voldoen, niet verkocht mogen worden. Ik heb voor de resolutie gestemd omdat aan uitstel niet te denken valt. Niettemin hebben we voor landen als Spanje en Portugal een regeling getroffen die voorziet in een 'zachte' overgang voor bedrijven die begonnen zijn met de verandering van hun houderijsystemen maar niet voor de uiterste termijn gereed zullen zijn. Het is niet mijn bedoeling inbreuk te plegen op het welzijn van dieren en om uitstel te vragen, maar wel wil ik een paar essentiële punten onderstrepen waar flink op gehamerd moet worden. Allereerst het principe van wederkerigheid. De Europese Commissie is verzocht een systeem op te zetten waarbij wordt toegezien op de kwaliteit van eieren die in de Europese Unie worden ingevoerd, en waarbij volledige naleving van Europese normen en voorschriften wordt gewaarborgd. Vervolgens wordt de lidstaten verzocht in hun plannen voor regionale ontwikkeling maatregelen op te nemen ter ondersteuning van de legkippensector in deze moeilijke tijden.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk.(EN) Ik ben een groot voorstander van deze ontwerpresolutie waarin wordt geëist dat alle voorschriften van Richtlijn 1999/74/EG inzake het welzijn van legkippen uiterlijk op 1 januari 2012 door alle lidstaten ten uitvoer zijn gelegd. In de ontwerpresolutie wordt gesteld dat een verlenging van genoemde termijn (de ‘uitfasering’) voor welke lidstaat dan ook onaanvaardbaar is, gezien het feit dat de producenten al tien jaar de tijd hebben gehad om aan de voorschriften te voldoen. Een dergelijke verlenging zou ook grote gevolgen hebben voor de geslaagde en tijdige tenuitvoerlegging van andere toekomstige regelgeving op het gebied van het dierenwelzijn. Daarnaast wordt de Commissie in de ontwerpresolutie opgeroepen om snelle en effectieve inbreukprocedures in gang te zetten – waarin zware en afschrikkende sancties worden geëist – indien bepaalde onderdelen van de richtlijn niet in acht worden genomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) Het is niet makkelijk om te begrijpen hoe het mogelijk is dat er elf jaar na het besluit nog steeds zo weinig maatregelen genomen zijn om de tenuitvoerlegging van deze bepaling voor te bereiden. Dat is primair een verwijt aan het adres van de Commissie, die haar eigen voorschriften ook vroeger vaak heeft afgezwakt, waardoor ze niet meer serieus werden genomen. Wanneer er deze keer werkelijk weer een dubieus compromis wordt gesloten, zou dat de geloofwaardigheid van de EU nog verder aantasten. Ik hoop werkelijk dat er vanaf 1 januari 2012 geen illegale legbatterijen meer zullen worden gebruikt, of dat er tenminste boetes worden opgelegd die zo hoog zijn dat het concurrentievoordeel daardoor verdwijnt. Daarom heb ik voor dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Rareş-Lucian Niculescu (PPE), schriftelijk. (RO) Ik heb voor het door de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten), ingediende amendement 2 gestemd, omdat een groot aantal producenten al is begonnen met investeren in de modernisering van hun houderijsystemen of op het punt staat met dergelijke investeringen te beginnen. Deze investeringen kunnen echter niet van de ene dag op de andere gedaan worden en het zou niet eerlijk zijn als deze producenten benadeeld zouden worden. Met dit amendement zal een aanzienlijk aantal Roemeense – en niet alleen Roemeense – producenten de komende periode met de moderniseringswerkzaamheden kunnen beginnen, zodat zij hun activiteiten niet zullen hoeven te staken.

 
  
MPphoto
 
 

  Alfredo Pallone (PPE), schriftelijk. (IT) Krachtens Richtlijn 1999/74/EG van de Raad is het vanaf 1 januari 2012 verboden kippen in niet-aangepaste kooien te houden. Europese kippenhouders zullen voor het houden van hun dieren moeten kiezen tussen aangepaste, ruimere kooien om het welzijn van de dieren te verbeteren, scharrelsystemen buiten of biologische systemen. Op grond van recente onderzoeken denkt men dat 30 procent van de Europese kippenhouders nog steeds niet-aangepaste kooien gebruikt. Er is geconstateerd dat zich reële moeilijkheden voordoen, in Italië bijvoorbeeld, bij de aanpassing aan het nieuwe systeem vóór de bij de richtlijn ingestelde uiterste termijn. Tijdens de op 22 februari 2010 gehouden bijeenkomst van de Raad Landbouw en Visserij deelde de Europese Commissie mee dat er niet wordt voorzien in uitzonderingen op het verbod. Een amendement op de resolutie biedt echter uitzicht op een mogelijke alternatieve oplossing voor producenten die zijn begonnen met de vervanging van hun houderijsystemen door nieuwe kooien. Ik heb daarom voor de resolutie gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Frédérique Ries (ALDE), schriftelijk. – (FR) Het welzijn van dieren in het algemeen en van leghennen in het bijzonder is een serieuze aangelegenheid. Dat blijkt ook wel, want de Europese Unie heeft op dit punt wetgeving opgesteld, via een richtlijn uit 1999 die legbatterijen per 1 januari 2012 verbiedt, en de omzetting van deze tekst heeft in 2004 geleid tot onenigheid tussen de Walen en de Vlamingen. Bij dit debat is het essentieel dat we ons gezond verstand gebruiken en een oplossing vinden die rekening houdt met zowel het dierenwelzijn als de economische belangen die op het spel staan. Zij die zeggen dat de communautaire spelregels moeten worden nageleefd, oneerlijke concurrentie tussen pluimveehouders moet worden vermeden, en dat een overgangsperiode van twaalf jaar ruimschoots voldoende is om de investeringen af te schrijven, hebben gelijk.

Maar de tegenstanders die vragen om enige flexibiliteit bij de toepassing van de regels, vooral in een tijd van bezuinigingen, en stellen dat de omschakeling naar aangepaste kooien of grondgebonden pluimveehouderij de pluimveesector, die niet in aanmerking komt voor directe GLB-steun, enorm veel geld zal kosten, hebben ook gelijk. Daarom heb ik ingestemd met de drie door de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) ingediende amendementen, die rekening houden met de dagelijkse realiteit voor alle Europese pluimveehouders.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk.(EN) Door het aannemen van deze ontwerpresolutie, verzoekt het Europees Parlement de Commissie het verbod op legbatterijen volgens plan op 1 januari 2012 te laten ingaan, zoals vastgelegd in de richtlijn legkippenwelzijn (1999/74/EG), en om krachtig op te treden tegen pogingen van lidstaten om uitstel van genoemde termijn te bewerkstelligen; onderstreept het Parlement dat uitstel of afwijking van dit verbod principieel ernstig nadeel voor het welzijn van legkippen met zich mee zou brengen, de markt zou verstoren en ten koste zou gaan van producenten die reeds hebben geïnvesteerd in grondgebonden systemen of aangepaste kooisystemen; en geeft het Europees Parlement uiting aan zijn diepe bezorgdheid omtrent het grote aantal lidstaten en eierproducenten die in 2012 niet aan de voorschriften kunnen voldoen.

 
  
MPphoto
 
 

  Csanád Szegedi (NI), schriftelijk. − (HU) Ik steun zonder meer het voorstel om een oplossing te vinden voor de gevallen, waarin een producent reeds is begonnen met het vervangen van de kooien, maar dit waarschijnlijk niet zal voltooien voordat de termijn van twaalf jaar is verlopen. Deze landbouwers moeten worden gesteund, opdat zij ondanks hun beperkte middelen de verbetering van hun bedrijf zo spoedig mogelijk kunnen voltooien. Om deze reden heb ik het amendement gesteund.

 
  
MPphoto
 
 

  Artur Zasada (PPE), schriftelijk. − (PL) Ik heb tegen de resolutie gestemd hoewel ik volledig achter de bescherming van het dierenwelzijn sta. Een aanpassing aan de voorschriften van de richtlijn die een verbod op traditionele kooien invoert, is noodzakelijk, maar alle lidstaten moeten evenveel tijd krijgen voor de tenuitvoerlegging. De problemen van vele Europese producenten bij de aanpassing aan de voorschriften die op 1 januari 2012 van kracht zullen worden, zal leiden tot een tekort aan consumptie-eieren op de markt en tot een aanzienlijke prijsstijging van zulke eieren, een daling van de concurrentiekracht van deze sector tegenover import uit derde landen en mogelijkerwijs tot een stopzetting of een belangrijke beperking van de productie. Vóór de definitieve invoering van het verbod moeten we beoordelen hoe het met de tenuitvoerlegging van de richtlijn staat. Zo’n beoordeling kan leiden tot voorstellen voor overgangsmaatregelen voor een geleidelijke uitfasering van niet-aangepaste kooien zonder dat dit de producenten die zich al aan de voorschriften hebben aangepast, benadeelt.

 
  
 

(De vergadering wordt om 13.00 uur onderbroken en om 15.00 uur hervat)

 
Juridische mededeling - Privacybeleid