Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/0098(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0343/2010

Ingediende teksten :

A7-0343/2010

Debatten :

PV 17/01/2011 - 12
CRE 17/01/2011 - 12

Stemmingen :

PV 18/01/2011 - 7.4
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0004

Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 17 januari 2011 - Straatsburg Uitgave PB

12. Geharmoniseerde voorwaarden voor het in de handel brengen van bouwproducten (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is de aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het standpunt, door de Raad in eerste lezing vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het in de handel brengen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad [10753/3/2010 – C7-0267/2010 – 2008/0098(COD)] – Commissie interne markt en consumentenbescherming. Rapporteur: Catherine Stihler (A7-0343/2010).

 
  
MPphoto
 

  Catherine Stihler, rapporteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, het is goed dat we het nieuwe jaar beginnen met dit debat en de stemming van morgen over de deal die onder het Belgische voorzitterschap over dit belangrijke verslag over bouwproducten is gesloten.

Ik zou om te beginnen alle collega’s die dit mogelijk hebben gemaakt willen bedanken voor hun harde werk, hun nadenken en hun inzet om dit voorstel te verwezenlijken. Ik zou ook mijn dank willen laten optekenen aan het secretariaat van de IMCO en aan het Belgische voorzitterschap, in het bijzonder aan de heer Vertessen en de heer Haerynck, voor al hun toegewijde werk.

Zoals ik in mijn verslag heb gezegd door de dichter Robert Frost aan te halen: “Good fences make good neighbours” (met een geïmpliceerd vraagteken). Het is belangrijk dat wij het momentum vasthouden om de interne markt te voltooien en handelsbarrières te slechten. Zoals Mario Monti in zijn verslag over de interne markt onderkent, “bevindt Europa zich nog steeds in een fase van marktopbouw waarin belemmeringen voor grensoverschrijdende activiteit moeten worden neergehaald, de overbodige ballast van nationale administratieve en technische hindernissen moet worden geëlimineerd en de weerstand van bedrijven moet worden overwonnen”.

Met dit voorstel hebben wij geprobeerd om de interne markt effectiever te laten werken, wij hebben geprobeerd om er duidelijkere en transparantere systemen te hebben, zodat de producten die op de markt worden gebracht van de hoogste kwaliteit zijn en de bouwsector een eerlijkere markt heeft om in te handelen.

De bouwsector staat momenteel voor zware economische opgaven die worden veroorzaakt door de wereldwijde financiële ineenstorting van 2008 en verergerd zijn door het langzame economische herstel waarmee we in de hele EU te maken hebben. We moeten nooit vergeten wat een belangrijke sector de bouwsector is: 12 miljoen EU-burgers zijn direct werkzaam in de sector en 26 miljoen EU-burgers zijn ervan afhankelijk, dat wil zeggen dat 38 miljoen mensen van de sector afhankelijk zijn. Voor economische groei is de bouw van essentieel belang voor banen en werkgelegenheid.

Het is ook een van de meest gevaarlijke sectoren om in te werken. Als we Duitsland nemen, dat het het beste doet op het gebied van de veiligheid, dan krijgt een op de vijfduizend werknemers in de bouw een dodelijke ongeluk tijdens zijn leven. We moeten altijd denken om de gezondheid en veiligheid van degenen die het gevaarlijke werk in de bouw opknappen en het is belangrijk dat dit in het verslag wordt erkend.

Met dit in gedachte zijn we er aan beide zijden met succes in geslaagd om tot enige overeenstemming te komen over de kwestie van de etikettering van gevaarlijke stoffen, zodat het verslag in overeenstemming is met REACH, maar ook degenen helpt die met producten werken die in het verleden tot chronische aandoeningen en de dood hebben geleid; aandoeningen zoals asbestgerelateerde mesotheliomen en, tot op zeker hoogte, chronische obstructieve longziekten die worden veroorzaakt door de arbeidsomstandigheden en door het inademen van stof.

Het juist etiketteren van gevaarlijke stoffen kan mensen met deze longaandoeningen helpen en illustreert hoe ons werk hier in elkaar grijpt. Ik ben trots op het feit dat dit verslag is opgesteld en afgesloten in het Europees Jaar van de Long. De gezondheid van de longen wordt zo vaak verwaarloosd en ik ben heel blij dat wij in dit Parlement het belang ervan hebben erkend.

Ik zou ook kort iets willen zeggen over het midden- en kleinbedrijf. In het Parlement worden wij aangespoord om “eerst klein te denken” en dit zouden wij in al ons werk moeten doorvoeren. Daarom zijn wij erin geslaagd om een tweede stroom voor kleinere ondernemingen te creëren om hun producten op de interne markt te brengen, en het systeem zou het goedkoper en praktischer voor het mkb moeten maken om een grotere markt te bereiken, hetgeen hun handelspotentieel alleen kan vergroten.

Wat betreft de aparte kwestie van transparantie over de vraag wie in technische instanties zit en hoe ze werken, denk ik dat we de instanties die de producten goedkeuren op grotere afstand hebben gezet dan oorspronkelijk was voorzien. De transparantie inzake de processen en de goedkeuring van de producten kan slechts de muren en barrières helpen afbreken die nu in de Europese Unie bestaan. Dit zou bedrijven in de EU moeten helpen. Vooral de specifieke voorwaarden die aan micro-ondernemingen worden gesteld, zijn ook nuttig in deze moeilijke economische omstandigheden.

Wij moeten in de Europese Unie altijd naar betere regelgeving streven. Samen met mijn schaduwrapporteurs heb ik de delen van het verslag gewijzigd die niet langer relevant zijn of die zo onduidelijk waren dat niemand ze kon volgen of hun toepassing kon garanderen. Voor een sector als de bouw is het noodzakelijk dat de regels duidelijk zijn en ik kijk uit naar de verschillen die deze specifieke veranderingen zullen maken.

De schaal is enorm en de opgaven talrijk, maar deze nieuwe regels die de komende 24 maanden in werking zullen treden door toedoen van de lidstaten, zullen de bouwsector nu helpen in onze poging om economische groei en daarmee banen te scheppen.

 
  
MPphoto
 

  Antonio Tajani, vicevoorzitter van de Commissie.(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, op de allereerste plaats wil ik de Voorzitter bedanken voor het feit dat hij ons de eer verleent dit debat, dat zo belangrijk is voor het industriebeleid en de interne markt, voor te zitten. Mijn dank gaat ook uit naar de rapporteur, mevrouw Stihler, die grondig werk heeft geleverd. Dankzij haar inzet is het nu mogelijk een akkoord in tweede lezing te bereiken.

Tevens wil ik alle schaduwrapporteurs en de voorzitter van de Commissie interne markt, de heer Harbour, hartelijk bedanken, daar hun gezamenlijke inspanningen doorslaggevend zijn geweest voor het bereiken van een ommekeer bij de onderhandelingen tussen de instellingen over dit zeer technische dossier.

De Commissie staat positief tegenover dit compromis dat het Parlement en de Raad in tweede lezing hebben bereikt. Los van de technische inhoud is het gewoon een zeer belangrijk dossier. De goedkeuring van deze verordening inzake bouwproducten is van onschatbare waarde voor de hele Europese bouwsector. Bouwproducten vertegenwoordigen 3 procent van het Europese bruto binnenlands product (bbp), terwijl de met de bouw verbonden activiteiten goed zijn voor 7,5 procent van de werkgelegenheid en 6,5 procent van het bbp in Europa. Daarmee vertegenwoordigt de bouwsector 10 procent van de Europese economie, zoals de rapporteur in haar inleidende betoog heeft gezegd.

De goedkeuring van de verordening inzake bouwproducten is ook een belangrijke stap in de richting van vereenvoudiging en betere wetgeving, terwijl het voorstel tegelijkertijd zorgt voor de consolidering van de interne markt voor bouwproducten. Dit is ook de eerste keer dat de beginselen van de ‘Small Business Act’ in de praktijk worden toegepast. De Europese bedrijven, met name de kleinere, krijgen nu op grond van communautaire wetgeving eindelijk instrumenten aangereikt die hun kansen bieden in plaats van lasten opleggen als het invullen van formulieren en bureaucratische en extra verplichtingen.

Ik kan natuurlijk alleen maar tevreden zijn met dit resultaat en vooral met de oplossingen voor de drie kwesties die van tevoren als het meest ingewikkeld werden beschouwd. In de eerste plaats noem ik de belangrijke kwestie van de gevaarlijke stoffen, waarvoor de Commissie een verslag zal maken. Dat zal worden voorgelegd aan het Parlement en daarna, indien nodig, gevolgd door wetsvoorstellen.

In de tweede plaats wijs ik op de speciale behandeling voor microbedrijven, die vanaf het begin van fundamenteel belang werden geacht om de beginselen van de “Small Business Act” te waarborgen. Het bereikte resultaat strookt met dat criterium, want de mogelijkheid om voor microbedrijven vereenvoudigde procedures toe te passen is gehandhaafd.

Tot slot wordt op verschillende plaatsen in de tekst de noodzaak erkend de administratieve en schriftelijke verplichtingen van de bedrijven te verminderen, zowel door vereenvoudigde procedures in te voeren in verband met de CE-markering als door het facultatieve karakter van het gebruik van de Europese technische beoordelingen te handhaven.

Zoals in de verklaring van de Commissie in de bijlage bij het standpunt van de Raad in eerste lezing staat, moeten we nagaan of de gekozen oplossingen in het licht van de reële noden echt de beste zijn. We dienen in het bijzonder te voorkomen bedrijven, en met name kleinere bedrijven, ongerechtvaardigde of niet noodzakelijke administratieve verplichtingen op te leggen. Wij zijn voornemens dit aspect nauwgezet te bewaken en op te nemen in de conclusies van het verslag dat we vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening aan het Europees Parlement en de Raad moeten voorleggen.

Voorts wil ik preciseren dat de Commissie van plan is nauw samen te werken met het Europees Parlement, en natuurlijk ook met de Raad, bij de tenuitvoerlegging van deze verordening. Met het oog daarop heb ik aan mijn diensten – die ik bedank voor hun permanente bijdrage aan de wetgevende activiteit van de Commissie – gevraagd een routekaart te maken voor de tenuitvoerlegging, die ik u zo spoedig mogelijk zal toesturen. Daar zullen in het bijzonder de zogenaamde comitologieaspecten deel van uitmaken. Het Parlement is een zeer belangrijke partner van de Commissie en ik kan u verzekeren dat ik voornemens ben ook in de fase na de goedkeuring de nauwe samenwerking met u voort te zetten. Ik heb natuurlijk niet voor niets veertien jaar deel uitgemaakt van dit Huis.

Tot slot heeft de Commissie het nodig gevonden een verklaring voor te leggen over de afwijking van het gemeenschappelijk akkoord tussen de instellingen met betrekking tot de termijn die geldt voor het indienen van bezwaren tegen gedelegeerde handelingen. De Commissie hecht eraan te benadrukken dat in de gemeenschappelijke ontwerpverklaring voor het indienen van die bezwaren in principe een termijn van twee maanden staat, die nog eens met twee maanden kan worden verlengd.

In het onderhavige geval zijn er volgens de Commissie geen bijzondere omstandigheden voorhanden die een afwijking van dat principe kunnen rechtvaardigen. De Commissie betreurt het dat het beginsel in het gemeenschappelijk ontwerpakkoord niet is nageleefd. Daarom benadrukken wij in onze verklaring dat het voorstel voor de bouwproducten geen precedent mag vormen.

Mijnheer de Voorzitter, ik bedank u nogmaals voor uw aanwezigheid bij dit debat en mede via u dank ik het Parlement voor de belangstelling waarmee het dit vereenvoudigingsvoorstel heeft behandeld. Tot slot zou ik de voordelen willen benadrukken die wij van deze nieuwe verordening verwachten voor de producenten en de gebruikers van bouwmaterialen alsmede voor de nationale overheden.

Wij bevestigen dat de Commissie bereid is de verplichtingen in de verordening na te komen, met name wat betreft het opstellen van de gevraagde verslagen.

Mijnheer de Voorzitter, nogmaals bedankt, evenals de geachte afgevaardigden, voor de inzet en de getoonde samenwerking.

 
  
MPphoto
 

  Andreas Schwab, namens de PPE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte vicevoorzitter, beste collega’s, ook ik wil ten eerste allen danken die actief hebben bijgedragen tot de totstandkoming van deze verordening in tweede lezing. Deze verordening zorgt namelijk – de titel ‘verordening’ geeft dit al aan – voor een verbetering ten opzichte van de bestaande richtlijn. Het bouwtoezichtrecht behoorde in het verleden immers deels tot het centrale bevoegdheidsterrein van de lidstaten. Dat we met een verordening op dit gebied de Europese interne markt vooruithelpen, betekent een positieve stap.

Ten tweede bevat de verordening met name voor het midden- en kleinbedrijf een reeks belangrijke verlichtingen, die de economische activiteiten en het handelsverkeer voor kleine en middelgrote ondernemingen op de Europese interne markt zullen vergemakkelijken. Uiteindelijk hebben natuurlijk ook de consumenten baat bij deze verordening, omdat deze voor duidelijk meer veiligheid en betrouwbaarheid op het gebied van bouwproducten zorgt.

Ik voer hier vandaag het woord in naam van onze schaduwrapporteur, professor Mayer, die vandaag vanwege vergaderingen in zijn kiesdistrict helaas niet aanwezig kan zijn. Hij heeft mij verzocht erop te wijzen dat deze in tweede lezing goedgekeurde verordening uiteindelijk een compromis vormt, en wel een goed compromis, maar dat aan een aantal punten nog moet worden gewerkt. Ik ben dankbaar dat vicevoorzitter Tajani erop heeft gewezen dat het Parlement ook bij de daarvoor nodige werkzaamheden zal worden betrokken. De schaduwrapporteur is van mening dat het niet volstaat om de activiteiten van de producenten van bouwmaterialen en de distributie van hun producten te reguleren, maar dat de onderhavige verordening moet worden aangevuld door regelgeving waarin ook beginselen en praktische voorschriften voor het gebruik en de montage van bouwproducten worden vastgelegd. In dit verband dient de Commissie volgens hem te overwegen om de Europese normalisatie-instelling CEN een mandaat te verlenen om voorstellen te doen voor uniforme Europese regelgeving.

Bovendien wil ik erop wijzen dat de Commissie erop moet toezien dat de nieuwe bouwproductenverordening op alle gebieden tot een toereikende harmonisatie leidt en niet voor nieuwe veiligheidsproblemen en oneerlijke concurrentie zorgt. Na de uiteenzetting van mijnheer Tajani ben ik er echter van overtuigd dat we dit samen ook voor elkaar zullen krijgen.

 
  
  

VOORZITTER: RODI KRATSA-TSAGAROPOULOU
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Evelyne Gebhardt, namens de S&D-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, beste collega’s, ik wil de rapporteur, Catherine Stihler, hartelijk danken voor haar enorm belangrijke werk op dit zeer technische gebied.

Het gaat namelijk niet alleen om een technisch verslag, het gaat ook om een verslag met een sterk politiek karakter, een verslag waarin ook strenge politieke normen in acht moesten worden genomen. De belangen van de economie, de veiligheid en de arbeidsbescherming moesten met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Naar het oordeel van het Europees Parlement en van de sociaaldemocraten is de rapporteur daar uitstekend in geslaagd.

Het was van groot belang om rekening te houden met de belangen van het bedrijfsleven en te bekijken waar het op het gebied van bouwproducten met problemen kampt. Ook moest een evenwicht worden gevonden tussen grote ondernemingen enerzijds en kleine en middelgrote ondernemingen anderzijds. Wij konden ons vinden in deze visie van de Commissie, die van mening was dat voor kleine ondernemingen minder voorschriften nodig zijn. Dit betekent echter niet dat aan de veiligheid mag worden getornd – hierop doelt de verbetering die we hebben aangebracht in het voorstel van de Commissie. We hebben strenge veiligheidsnormen nodig, en het is ons gelukt om daar op dit gebied voor te zorgen.

Natuurlijk moet ook de nadruk worden gelegd op de veiligheidsaspecten die voor de consumenten van bijzonder groot belang zijn. Overal waar bouwproducten worden vervaardigd en gemonteerd moet er namelijk voor worden gezorgd dat zij voor de gebruikers uiteindelijk net zo veilig zijn als voor diegenen die ermee hebben gewerkt.

Het derde punt waaraan de sociaaldemocraten bijzonder groot belang hechtte, is de verbetering van de arbeidsbescherming en de eis dat deze uitdrukkelijk wordt opgenomen in de verordening. Dit heeft mevrouw Stihler in haar betoog dan ook benadrukt. Het gaat er immers ook om dat deze bouwproducten vaak ook werk met gevaarlijke stoffen met zich meebrengen. Het is van buitengewoon groot belang dat op dit gebied voor een zo groot mogelijke bescherming wordt gezorgd. In een later stadium, bij de verwijdering van dergelijke producten, als deze niet meer gebruikt worden, moet vervolgens ook aan passende bescherming worden gedacht. Dit is punt waar we dus nog aan moeten werken, mijnheer Tajani.

Nogmaals mijn hartelijke dank aan de rapporteur, die echt uitstekend werk heeft geleverd.

 
  
MPphoto
 

  Heide Rühle, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mevrouw de voorzitter, mijn dank gaat eveneens uit naar mevrouw Stihler en alle schaduwrapporteurs. Ik ben van mening dat we in deze tweede lezing een goed compromis hebben weten te bereiken, ook al zijn natuurlijk – hoe kan het ook anders bij een compromis – niet álle partijen tevreden.

Ik wil expliciet ingaan op de opmerkingen van professor Mayer, zoals die door mijnheer Schwab onder woorden zijn gebracht. Ik ben van mening dat op het punt van etikettering nog werk moet worden verricht. We hebben nu een afdoende harmonisatie met betrekking tot de vervaardiging van bouwproducten bereikt, maar waar het gaat om de montage en het gebruik van die producten moeten we nog aan een regeling werken. Een van de mogelijkheden is dat de Commissie haar werkzaamheden op het gebied van de Eurocodes voorzet en op dit gebied ook een mandaat verleent voor de verdere ontwikkeling ervan.

Een andere mogelijkheid is dat we voor een harmonisatie op het gebied van gebruik en montage zorgen, zodat we hier niet op het nationale niveau terugvallen en weliswaar een Europese regeling voor de producten zelf invoeren, maar niet voor het gebruik ervan. Hier moet nog werk worden verricht, en de Commissie kan op onze volledige steun rekenen als zij met verdere voorstellen komt.

Ik wil nog een ander punt aanstippen dat een belangrijke rol bij onze beslissing of wij al dan niet met het voorstel instemmen. In de onderhandelingen heeft het Belgische voorzitterschap helaas een vergissing begaan. In de tweede lezing die op de eerste lezing volgde, heeft het Belgische voorzitterschap nieuwe onderwerpen – artikel 8, lid 3, en artikel 8, lid 6 – ingevoegd zonder dat het Parlement daar zijn volledige goedkeuring had gehecht. Vervolgens werd dit punt door het Hongaarse voorzitterschap in een brief aan de orde gesteld. Ik vrees echter, dat het Hongaarse voorzitterschap het geschil niet helemaal heeft begrepen. Ik wil er nog eens op wijzen dat ik verwacht dat de Raad in de toekomst, wanneer hij in tweede lezing met nieuwe punten komt, contact met het Parlement op zal nemen en ernaar zal streven om samen met het Parlement een goed compromis tot stand te brengen.

Evenwel zijn we gezien het resultaat van mening dat het geen zin heeft om dit compromis vanwege een dergelijke vormfout af te wijzen. We gaan akkoord met dit compromis omdat we geloven dat het een belangrijke stap vormt op weg naar een verdergaande harmonisatie van de sector, een sector die van groot economisch belang is. Daarom gaan wij akkoord met deze tweede lezing.

 
  
MPphoto
 

  Emma McClarkin, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik zou mevrouw Stihler willen bedanken voor haar harde werken. Het is een zeer lange weg geweest.

In Europa zijn tegenwoordig twaalf miljoen EU-burgers direct werkzaam in de bouwsector. Daarnaast behoort ongeveer 92 procent van de fabrikanten van bouwmaterialen tot het midden- en kleinbedrijf: dit komt neer op meer dan 65 000 individuele bedrijven. Het is duidelijk dat de bouwsector van essentieel belang is voor de Europese economie en wij hebben een verantwoordelijkheid om deze sector te helpen steunen, in het bijzonder na de economische crisis.

Er zijn vele aspecten van dit verslag die tot iets als een patstelling tussen velen van ons hebben geleid, bijvoorbeeld de aard van de EU-wetgeving. Het verslag is niet volmaakt, het is een compromis. Tot de belangrijkste kwesties behoorden de prestatieverklaring of CE-markering, waarbij men tot een succesvolle overeenkomst is gekomen om te garanderen dat micro-ondernemingen niet met dezelfde lasten worden geconfronteerd als grotere bedrijven. Ten aanzien van het aanpakken en identificeren van gevaarlijke stoffen in bouwproducten zijn we erin geslaagd om een compromis tot stand te brengen waardoor we ervoor hebben gezorgd dat er geen strijdigheid is met de bestaande REACH-regelgeving.

Ik hoop dat dit akkoord in tweede lezing echte resultaten zal opleveren en het vrije verkeer van bouwproducten zal stimuleren, het kwaliteitsniveau in de hele EU zal verbeteren en het recyclen van bouwproducten in de toekomst zal bevorderen en dat, belangrijker nog, tegelijkertijd de bureaucratische last voor bedrijven niet wordt vergroot en de consument niet in verwarring wordt gebracht.

 
  
MPphoto
 

  Lara Comi (PPE). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik sta positief tegenover het compromis dat bereikt is over een aantal specifieke punten. Ik acht die punten van levensbelang om de doelstellingen die we met dit wetsvoorstel voor ogen hebben, op efficiënte wijze te kunnen realiseren.

Ik doel op het behoud van de regels voor vereenvoudigde procedures, die tot doel hebben de lasten en kosten van bedrijven te verminderen, met name van kleine en middelgrote bedrijven. Ik vind het namelijk hoogstnoodzakelijk bij de huidige negatieve conjuncturele ontwikkeling het belang van de rol van kleine en middelgrote bedrijven te erkennen. Zij vormen een van de hoofdpijlers waarop onze economie rust.

Het invoeren van vereenvoudigde procedures, met name het inkorten van de termijnen voor het op de markt brengen van nieuwe producten, zorgt er ongetwijfeld voor dat de nieuwe regelgeving innovatie bevordert. Tegelijkertijd worden de consumenten beschermd doordat ze de mogelijkheid krijgen eerder te profiteren van innovatieve producten zonder iets in te leveren op het vlak van kwaliteits- en veiligheidsgaranties waar de CE-markering borg voor moet staan.

Volgens mij is het bereikte akkoord dan ook een uitstekend compromis, waarmee het juiste evenwicht tot stand kan komen tussen de eisen van de producent en de eisen van de consument. Zo kunnen we zorgen voor het correct functioneren van de markt in een sector die de ware locomotief is van de Europese economie.

 
  
MPphoto
 

  Sylvana Rapti (S&D). - (EL) Mevrouw de Voorzitter, ik dank mevrouw Stihler heel hartelijk voor het uitstekende werk dat zij heeft verricht. We hebben het allemaal over een technisch onderwerp gehad. Maar gelukkig heeft mevrouw Gebhardt, namens de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement, onderstreept dat het onderwerp niet alleen technisch is, maar ook in hoge mate politiek en economisch. Wij weten allen dat de bouwsector een belangrijke pijler van de economie is. Wij weten allen dat de kleine en middelgrote ondernemingen de ruggengraat van onze economie vormen, van een economie die zich in het kader van de Europese Unie in een bijzonder moeilijke situatie bevindt. Het verslag van mevrouw Stihler is dus van grote politieke betekenis en zij heeft uitstekend werk geleverd.

Wij zijn erin geslaagd een compromis te bereiken, een goed compromis voor allen. Wij zijn erin geslaagd dat evenwicht te bereiken, dat ons eenvoudige procedures zal verschaffen die de kleine en middelgrote ondernemingen kunnen toepassen zonder consequenties voor de kwaliteit, en tegelijkertijd het beste resultaat dat mogelijk was.

Wij zijn erin geslaagd de kwestie van de gevaarlijke stoffen te regelen. Wij herinneren ons allen – en degenen die ouder zijn dan ik zullen het zich heel goed herinneren – de asbestverontreiniging in het Berlaymont-gebouw, dat voor vijf of zes jaar gesloten werd. Stelt u zich eens voor wat er met hele staten van de Europese Unie zou gebeuren als wij de kwestie van de gevaarlijke stoffen niet zouden kunnen regelen.

Tot slot hebben wij nog te maken met de kwestie van veiligheid en transparantie. Ik ben van mening dat mevrouw Stihler ook hier zeer succesvol is geweest met haar verslag en het compromis dat zij heeft bereikt.

Ter afsluiting zou ik de wens willen uitspreken dat het succes dat wij in de bouwsector hebben gehad, ons ook bij de bouw van de Europese Staat ten deel moge vallen.

 
  
MPphoto
 

  Malcolm Harbour (ECR).(EN) Mevrouw de Voorzitter, als voorzitter van de Commissie interne markt en consumentenbescherming wil ik mij van harte aansluiten bij vele van de opmerkingen, alle opmerkingen in feite, die hier zijn gemaakt over het werk dat Catherine Stihler heeft verricht. Dat zij een ingewikkeld dossier voor een tweede lezing heeft overgenomen en naar onze commissie is gekomen om dat te doen, is volgens mij een zware opgave geweest, die zij buitengewoon goed heeft volbracht.

Ik wil erop wijzen dat dit aantoont hoe belangrijk de procedure van de tweede lezing in dit Huis is, omdat we aanzienlijke verbeteringen hebben kunnen aanbrengen in de tekst over het standpunt dat we van de Raad hebben ontvangen. Zoals mevrouw Rühle in het bijzonder heeft benadrukt, hebben we enkele meningsverschillen met de Raad gehad. Wij hebben een brief van het Hongaarse voorzitterschap over enkele van de detailkwesties die met de notulen zullen worden gepubliceerd.

Ik wil nog even twee afsluitende opmerkingen maken bij mijn steun voor deze overeenkomst. De eerste is dat we – onder dankzegging aan u, commissaris, voor de samenwerking met ons – zeer nauw met u moeten samenwerken bij de tenuitvoerlegging van dit voorstel. Zoals u duidelijk hebt gemaakt, gaat het hier om belangrijke comitologieaspecten, en mijn commissie vindt het absoluut noodzakelijk om heel serieus werk te maken van deze voorstellen.

Ten tweede meen ik dat dit een sector is die echt van cruciaal belang is, en zoals vele collega’s hebben gezegd, moeten we er kritisch naar blijven kijken, om ervoor te zorgen dat er in feite geen marktbelemmeringen worden opgeworpen die de sector zullen beletten om een essentiële bijdrage aan de Europese economie te leveren.

 
  
MPphoto
 

  Zuzana Roithová (PPE). - (CS) Mevrouw de Voorzitter, ik ben uiterst tevreden met de tekst van de bouwrichtlijn zoals die voor de tweede lezing vandaag tot stand is gekomen in overleg tussen de rapporteur en de zich toeschietelijk opstellende commissarissen Tajani en Barnier. Met deze richtlijn wordt de markt voor bouwproducten vereenvoudigd doordat enthousiast wordt geharmoniseerd, de documentatie wordt vereenvoudigd en allerlei overbodige bureaucratische praktijken worden afgeschaft. Ik ben vooral ingenomen met het feit dat de overtuiging dat het bouwen van bouwwerken gelijk is aan het leveren van bouwdiensten en dus geenszins hetzelfde als het op de markt brengen van producten, uiteindelijk aan het langste eind heeft getrokken, en dat bouwactiviteiten ook betrekking hebben op mogelijke niet-seriematig geproduceerde, in bouwwerken verwerkte componenten. Ook in de Tsjechische Republiek is het bedrijfsleven erg ingenomen met deze kleine hervorming. De oude richtlijn zadelde hen namelijk op met hogere kosten zonder dat deze ook maar enige positieve invloed hadden op de kwaliteit. Mijn commissie, de Commissie interne markt en consumentenbescherming, heeft de gelederen gesloten en deze versie eendrachtig goedgekeurd, met inbegrip van de vereenvoudigingen voor micro-ondernemingen. Ik wil van harte geloven dat het hele Parlement zich daar morgen bij aansluit. Dit is dan opnieuw een bewijs van de verbetering van de regelgeving in de Europese Unie ter ondersteuning van de interne markt.

 
  
MPphoto
 

  Anja Weisgerber (PPE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, het akkoord is niet op alle punten overtuigend, maar ik weet dat de nieuwe verordening in vergelijking met de huidige rechtssituatie een duidelijke verbetering betekent. Voor het eerst wordt gezorgd voor een uniforme Europese technische terminologie voor prestaties van bouwproducten en voor gestroomlijnde en vereenvoudigde procedures. We hebben de interne markt een stuk vooruitgeholpen, waar het bedrijfsleven, maar door de invoering van uniforme veiligheidseisen ook de consument bij gebaat is. In beginsel vind ik de verlichting van bureaucratische voorschriften voor micro-ondernemingen belangrijk en zinvol, maar er moet wel rekening worden gehouden met het feit dat de gebruikers ten dele ook micro-ondernemingen zijn die bouwproducten verwerken, en deze ondernemingen moeten dezelfde bescherming genieten.

Daarom ben ik verheugd dat mijn voorstel is opgenomen in het akkoord. Daardoor zijn voor micro-ondernemingen vereenvoudigde procedures van toepassing bij de beoordeling van prestatiekenmerken van bouwproducten. Indien zij echter dergelijke procedures toepassen, moeten zij aantonen dat de gebruikte procedure gelijkwaardig is aan de Europese procedures die normaliter zijn voorgeschreven. Alleen op die manier kunnen we waarborgen dat de verstrekte gegevens over prestatiekenmerken nauwkeurig en betrouwbaar zijn en dat dan ook de veiligheid van gebouwen overal in Europa verzekerd is.

 
  
MPphoto
 

  Antonio Tajani, vicevoorzitter van de Commissie.(IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik ben het eens met de nadruk die voorzitter Harbour heeft gelegd op het belang van de verordening waarover we debatteren en die dankzij dit akkoord door het Parlement zal worden goedgekeurd. Het gaat om een nieuwe regeling waarmee we belangrijke signalen aan de markt geven en tegelijkertijd goede regels vastleggen. Daarmee kunnen kleine en middelgrote bedrijven zich met name in dit eindstadium van de crisis ontwikkelen. Wij moeten nu alles in het werk stellen zodat kleine en middelgrote bedrijven nieuwe banen kunnen scheppen en verder kunnen groeien. Dat is het doel van de Commissie waarbij wij ons gesteund weten door de krachtige inzet van het Europees Parlement, mede dankzij de tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de ‘Small Business Act’.

Het gaat dus om vereenvoudiging en minder bureaucratische verplichtingen voor kleine en middelgrote bedrijven. Bij het opstellen van deze regels voor het liberaliseren en ontwikkelen van de markt is er echter ook duidelijk aandacht besteed aan veiligheid. Mevrouw Gebhardt heeft daar in haar betoog al op gewezen. Veiligheid is van groot belang voor de werknemers in de bouw maar ook voor de consumenten.

Ik meen dat dit voorstel een stap in de goede richting is, maar de Commissie is voornemens het niet te laten bij de goedkeuring van dit compromis tussen Raad en Parlement. Wij willen hier de komende jaren aan blijven verder werken en ik bevestig voorzitter Harbour die eveneens de noodzaak heeft onderstreept dit proces te continueren de toezegging een wegenkaart te maken voor de tenuitvoerlegging, die ik u zo spoedig mogelijk zal bezorgen.

Veel leden hebben in de loop van dit debat gesproken over de harmonisering van de regelgeving in de bouwsector, in bijzonder wat betreft de veiligheid. Ik ben mij ten volle van het probleem bewust en ik ben blij dat ik met het Europees Comité voor normalisatie (CEN) de zogenaamde Eurocodes heb ontwikkeld voor de veiligheid van gebouwen. U weet dat de Commissie op dit moment een mededeling over normalisatie voorbereidt, die binnen enkele weken aan het Parlement en de Raad zal worden voorgelegd. Daarom meen ik, mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, dat we vandaag en morgen een belangrijke stap vooruitzetten.

Mijn dank gaat uit naar de rapporteur voor haar geduldige arbeid in verband met deze technische normen, die echter de weerslag vormen van veel politieke arbeid. Ik herhaal dan ook dat het hier niet alleen om technische normen gaat, want achter de vele technische regelingen gaat een belangrijke politieke keuze schuil ten gunste van kleine en middelgrote bedrijven, die juist de komende jaren kunnen zorgen voor nieuwe arbeidsplaatsen, en 500 miljoen Europese burgers.

 
  
MPphoto
 

  Catherine Stihler, rapporteur. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, dank aan alle collega’s die de tijd hebben genomen om deze middag en avond te spreken.

Ik vind dat de opmerkingen van commissaris Tajani over het werken in partnerschappen, de routekaart en de kwestie van de eurocodes, die mevrouw Rühle en ik meen ook de heer Schwab hebben genoemd, belangrijk zijn en dat we moeten doorgaan met de goede samenwerking die we hebben gehad. We hebben een compromis bereikt, en er zijn enkele dingen die de collega’s misschien graag in dit compromis hadden gezien die we er niet in hebben kunnen krijgen, maar het Parlement is erin geslaagd om 75 procent van de amendementen binnen te halen die wij belangrijk vonden in deze tekst, en dat is niet gering.

Er is iets wat me in dit debat is opgevallen. De bouwsector is zo enorm belangrijk voor onze economieën voor toekomstige groei, voor banen, dat ik de Voorzitter zou willen vragen of we ervoor kunnen zorgen dat er jaarlijks in dit Huis een debat over de bouwsector plaatsvindt, om de samenwerking die de commissaris ons heeft aangeboden een stap verder te brengen en om ervoor te zorgen dat we altijd net zo veel belang aan de bouwsector hechten als dit Huis zou moeten doen, gegeven het feit dat er 38 miljoen mensen voor hun baan afhankelijk zijn van de bouwsector.

Dank u, daarom, mevrouw de Voorzitter, dank u, commissaris, en ik kijk uit naar de weken, maanden en jaren die voor ons liggen, omdat het debat over de bouw in de Commissie interne markt en consumentenbescherming zal worden voortgezet en ik zal het in elk geval zeker volgen.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt dinsdag 18 januari 2011 plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  George Becali (NI), schriftelijk.(RO) Ik wil de rapporteur feliciteren met de inhoud van haar verslag. Bouwproducten vormen een van de meest kwetsbare en belangrijke sectoren van de Europese economie en het is nodig deze te harmoniseren. Ik gebruik de term ‘kwetsbaar’ niet alleen vanwege de wijze waarop deze sector heeft gereageerd op de recessie, maar vooral vanwege het aantal werknemers en kmo’s dat hierin actief is, respectievelijk 12 miljoen en 65 000. Ik spreek mijn krachtige steun uit voor erkenning van de noodzaak van een hoog niveau van gezondheid en veiligheid op de werkplek waar bouwproducten een rol spelen. Ik heb het dan niet alleen over arbeidsongevallen, die regelmatig voorkomen, maar ook over bij het werk gebruikt gevaarlijke stoffen. Ik wil nog een laatste punt toevoegen: de gemeenschappelijke markt voor bouwproducten heeft steun nodig die bij zijn omvang en aard past, waaronder de kwetsbare aspecten die ik aan het begin van mijn interventie heb genoemd.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid