De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A7-0378/2010) van Traian Ungureanu, namens de Commissie buitenlandse zaken over een EU-strategie voor het Zwarte Zeegebied [2010/2087(INI)].
Traian Ungureanu, rapporteur. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, precies drie jaar geleden betuigde het Europees Parlement zijn steun aan de Synergie voor het Zwarte-Zeegebied. Dit was een eerste stap op weg naar een coherent beleid in een van de meest gevoelige regio’s van Europa en het bleek een stap in de juiste richting, aangezien de Zwarte-Zeeregio momenteel alom wordt gezien – en gevreesd – als een convergerende ruimte van hoop, kracht en ambitie op het vlak van politiek, strategie en veiligheid.
Vandaag kan ons beleid voor deze regio verder worden ontwikkeld. Dit Parlement kan een cruciale rol spelen bij de opwaardering van het EU-beleid tot een volwaardige EU-strategie. Dit is feitelijk de voornaamste gedachte die tot uiting komt in het initiatiefverslag dat ik met de behulp van mijn collega’s van de Commissie buitenlandse zaken en het gehele Parlement heb opgesteld.
Maar waarom een verslag over de Zwarte Zee en waarom een EU-strategie voor de Zwarte Zee? Er zijn misschien mensen die zeggen dat de Zwarte Zee maar een klein zeetje is. Dat is het ook, maar als wij de geografische kaart inruilen voor een strategische kaart, is het een enorme zee. Er is ook nog een ander aspect: de Zwarte Zee wordt almaar zwarter en zwarter.
Sinds de toetreding van Bulgarije en Roemenië behoort de Zwarte Zee nu deels tot het grondgebied van de EU. De ontwikkelingen in de regio zijn echter vaak onvoorspelbaar: spanningen stapelen zich op en misverstanden vieren hoogtij. Een samenvattende analyse van de Zwarte-Zeeregio leidt tot de conclusie dat de negatieve uitdagingen van deze regio voortduren of zelfs nog intensiever worden. De oorlog tussen Rusland en Georgië van 2008, de onopgeloste en zogenoemde ‘bevroren’ conflicten en de verontrustende achteruitgang van het democratisch bestuur in Oekraïne en Rusland zijn stuk voor stuk zeer ernstige ontwikkelingen en levendige voorbeelden van de veiligheidsrisico’s binnen de regio.
Als wij de huidige resultaten van de EU-betrokkenheid in de regio onder de loep nemen, lijken zij op zijn minst gemengd. Bij de beleidsaanpak van de EU ten aanzien van de Zwarte Zee ontbreekt het aan mechanismen voor toezicht, evaluatie en follow-up. De Zwarte-Zeeregio is niet zichtbaar genoeg in de debatten in Brussel, en de EU-financiering voor de regio is gefragmenteerd en gecompliceerd.
Voortbouwend op de verdiensten van de Synergie voor het Zwarte-Zeegebied, die wij drie jaar geleden hebben aangenomen, zou er een nieuwe EU-strategie voor de Zwarte Zee moeten worden geformuleerd op basis van een krachtiger beleid en concrete middelen. Ik noem slechts twee van de aanbevelingen uit dit verslag. De eerste betreft toereikende middelen: als de EU een voorname rol wil spelen in de Zwarte-Zeeregio, moet zij zorgen voor toereikende middelen, zowel financieel als menselijk. Het is van cruciaal belang om een afzonderlijke post in de EU-begroting te creëren. De tweede aanbeveling betreft het uitwerken van een EU-actieplan met heldere doelstellingen en opdrachten, met inbegrip van regelmatige ministeriële bijeenkomsten van de desbetreffende landen.
In de EU-strategie voor de Zwarte Zee mag geen enkel land binnen de regio worden onderschat of overschat. De beginselen van inclusiviteit en regionaal eigendom moeten hun weerslag krijgen in een belangrijke rol voor Turkije en Rusland, maar ook voor alle andere regionale partners, opdat de regionale samenwerking succesvol kan zijn.
Ter afsluiting zou ik al mijn collega’s willen bedanken voor hun zeer positieve bijdrage aan de definitieve versie van dit verslag. Ik geloof dat wij het er allemaal over eens zijn dat het Parlement van de Commissie en de Raad verwacht dat zij dit verslag tot werkelijkheid maken. De strategische en heilzame betrokkenheid van de EU in de Zwarte-Zeeregio dient een feit te worden.
Štefan Füle, lid van de Commissie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben zeer verheugd dat de Zwarte-Zeeregio terug is op de agenda van het Europees Parlement. Deze regio is van belang voor de Europese Unie en wij moeten er al onze aandacht aan geven, willen wij recht doen aan de extreme gevoeligheid ervan.
Ik zou de rapporteur van de Commissie buitenlandse zaken, de heer Traian Ungureanu, willen danken voor en feliciteren met het uitstekende en inhoudrijke verslag. Het verslag en zijn aanbevelingen zijn interessant en vernieuwend op vele daarin behandelde terreinen.
Sinds de laatste uitbreiding is de Zwarte Zee nu ook een EU-zee. Wij zijn er verantwoordelijk voor, net als voor de andere zeeregio’s waaraan onze Unie grenst. Wij zullen deze nieuwe verantwoordelijkheid resoluut op ons moeten nemen.
Deze regio maakt deel uit van het Europees nabuurschapsbeleid en wij hebben reeds een hierop gericht initiatief, namelijk de Synergie voor het Zwarte-Zeegebied. Wij zullen echter toe moeten geven dat de uitvoering daarvan moeilijker bleek dan verwacht. Niet alles wat wij doen wordt door iedereen in de regio met enthousiasme begroet.
Precies daarom heeft het Parlement gekozen voor een aanpak op basis van regionaal eigendom en bevordering van de dialoog. Ik geloof dat dit nu wel de juiste benadering is voor ons, maar dat deze verbintenissen alleen geloofwaardig zullen zijn indien en wanneer wij voor de mensen in de regio met concrete verbeteringen komen.
Daarom geeft dit verslag over de ontwikkeling van een nieuwe strategie van de Europese Unie voor het Zwarte-Zeegebied uiting aan ons engagement voor de regio en voor onze lidstaten die tot die regio behoren, in de zin dat wij hun alle ondersteuning zullen bieden bij de aanpak van de problemen waarmee zij te kampen hebben wegens hun specifieke geografische situatie.
Wij begrijpen dat een strategie voor de Zwarte-Zeeregio niet mag worden geïnterpreteerd als een vervanging van de bestaande inspanningen, met name niet als een vervanging van de Synergie voor het Zwarte Zeegebied. De strategie dient eerder een integraal kader met richtsnoeren te zijn voor alle activiteiten van de Europese Unie in de regio.
De strategie voor de Zwarte Zee kan een ideale gelegenheid vormen om onze belangen in de regio, met inbegrip van strategische, politieke en economische belangen, te heroverwegen en te spreken over de wijze waarop deze kunnen worden verwezenlijkt. Het Parlement heeft de meest geschikte terreinen aangewezen waarop de strategie moet worden ontwikkeld. Dit betreft onder andere bestuur, veiligheid en energie, transport, milieu, handel, plaatselijke economische ontwikkeling, en sociale en menselijke ontwikkeling.
De ontwikkeling van deze strategie kan ook een mogelijkheid vormen om een maritieme dimensie aan de lopende activiteiten in de regio toe te voegen. De Commissie werkt momenteel aan een uitgebreid pakket waarin maritieme beleidsinitiatieven, beheer van natuurlijke bronnen en strijd tegen illegale visvangst een belangrijke rol spelen.
Wij kunnen putten uit de kennis die wij hebben opgedaan met andere strategieën, zoals de EU-strategie voor het Oostzeegebied en de EU-strategie voor de Donauregio. Sterker nog, het ligt voor de hand dat er tussen de Donaustrategie en de Zwarte-Zeestrategie een wisselwerking tot stand wordt gebracht. Wij zijn ons echter bewust van het feit dat elk Europees stroomgebied weer anders is. Dienovereenkomstig moeten wij ervoor zorgen dat alle toekomstige EU-strategieën worden toegespitst op de specifieke toestand van de sectorale eigenschappen, de economische en sociale ontwikkeling, het milieu en de energie, de infrastructuur en de natuurlijke bronnen.
Dit verslag over de ontwikkeling van een EU-strategie voor het Zwarte-Zeegebied biedt een overzicht van de uitdagingen van de regio voor de toekomst. Daarnaast is het echter evenzeer van belang dat er goede kanalen worden gecreëerd met de partnerstaten in de regio, om zo te zorgen voor een soepele en doelmatige uitvoering. Wij moeten van deze kans gebruikmaken om uitgebreid met alle belanghebbenden te overleggen, om te beginnen met onze eigen partners in de regio, en met de betrokkenheid van het Parlement.
Nogmaals, dit verslag is zeer welkom en wij zullen dan ook zeker gebruikmaken van de aanbevelingen. De Europese Dienst voor extern optreden en de relevante diensten van de Commissie zullen hun inspanningen richten op de ontwikkeling van een Zwarte-Zeestrategie, waarvoor wij u en de Raad om steun zullen vragen.
Metin Kazak, rapporteur voor advies van de Commissie internationale handel. – (BG) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, ik wil mijn complimenten overbrengen aan de heer Ungureanu en als rapporteur van de Commissie internationale handel zeggen dat ik verheugd ben dat enkele van onze voorstellen zijn opgenomen in de hoofdtekst van het verslag.
Ik ben verheugd dat, zoals al eerder is gezegd, na de toetreding van Bulgarije en Roemenië in 2007 de Zwarte Zee in figuurlijke zin een 'Europese' zee is geworden waar een alomvattende Europese strategie voor nodig is. Deze strategie moet voorzien zijn van aanzienlijke administratieve en financiële middelen en daarnaast instaan voor goede coördinatie en verantwoording.
Een van de belangrijkste taken is ervoor te zorgen dat een projectbenadering wordt ingebouwd in de nieuwe strategie. Er moet speciale aandacht worden besteed aan gebieden van gemeenschappelijk belang, zoals milieu, energie, vervoer en infrastructuur, gebieden die van doorslaggevend belang zijn voor de duurzame ontwikkeling van het gebied.
Daarnaast is intensieve samenwerking op parlementair niveau noodzakelijk, bijvoorbeeld met organisaties zoals de parlementaire vergadering van de Economische Samenwerking in het Zwarte-Zeegebied en de WTO, en met de Handels- en ontwikkelingsbank voor het Zwarte-Zeegebied. Tot slot denk ik dat we weliswaar ook andere regionale initiatieven in overweging moeten nemen, maar niet mogen toelaten dat deze strategie daarin ten onder gaat.
Silvia-Adriana Ţicău, rapporteur voor advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie. – (RO) De Commissie industrie, onderzoek en energie is voorstander van een volledige integratie van de markt en de regelgeving op basis van de energiewetgeving van de EU en stimuleert deelname van landen in het ruimere Zwarte-Zeegebied aan het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap, alsook steunverlening van de EU, de EIB en de EBWO voor de modernisering van de energie-infrastructuur in deze regio.
Wij benadrukken de Europese toegevoegde waarde van de zuidelijke gascorridor als middel om de energievoorzieningszekerheid van de EU te verbeteren. Projecten als de Nabucco-pijpleiding, een prioritair project voor de Europese Unie, samen met de trans-Adriatische pijpleiding, de pan-Europese oliepijpleiding, de interconnector Turkije-Griekenland-Italië of de interconnector Azerbeidzjan-Georgië-Roemenië, getuigen van het belang van een geëngageerde EU in het Zwarte-Zeegebied en de noodzaak tot verdere intensivering van de samenwerking tussen de landen in de regio. Wij benadrukken het belang van de totstandbrenging van een regionaal research- en onderwijsnetwerk in de ruimere Zwarte-Zeeregio en de aansluiting daarvan op GEANT, en verzoeken de Commissie steun te blijven verlenen aan in dit gebied opgezette researchprojecten.
Tot slot wil ik de Commissie oproepen om een EU-strategie voor de regio te ontwikkelen, vergezeld van een actieplan. Wij onderstrepen dat deze moet worden gekoppeld aan de EU-strategie voor het Donaugebied.
Victor Boştinaru, rapporteur voor advies van de Commissie regionale ontwikkeling. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, het is vanzelfsprekend dat het Zwarte-Zeegebied vanuit het oogpunt van vervoer, energie, stabiliteit, veiligheid en het milieu belangrijk is voor de EU. Om deze reden zal de EU-strategie voor dit gebied zeker een bijzonder positieve invloed hebben op de regio en de EU als geheel.
De Commissie regionale ontwikkeling is van mening dat deze strategie kan leiden tot groei en duurzame ontwikkeling voor de regio. Zij is echter ook van mening dat het voor het volledig welslagen van deze strategie noodzakelijk is dat alle landen van de regio deelnemen, ongeacht of het nu wel of niet lidstaten zijn. Deze strategie maakt het noodzakelijk dat acties gecoördineerd worden, maar hoe kan er sprake zijn van coördinatie als niet alle landen daadwerkelijk deelnemen? Het is absoluut vereist dat er coördinatie tot stand wordt gebracht met de Donaustrategie, die hoogstwaarschijnlijk op korte termijn een belangrijke prioriteit wordt voor het Hongaarse voorzitterschap.
De toepassing van een geïntegreerde benadering en grensoverschrijdende samenwerking tussen de regio’s moeten op alle gebieden van de strategie gestimuleerd worden, maar vooral op het gebied van vervoer, energie en het milieu.
Elmar Brok, namens de PPE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, waarde collega’s, ik wil de rapporteur hartelijk danken voor zijn uitstekende werk. Daarin heeft hij veel ideeën gebundeld waarmee we bij onze toekomstige werkzaamheden ons voordeel kunnen doen.
We moeten wel beseffen dat deze samenwerking in het Zwarte-Zeegebied niet verward mag worden met en niet de plaats kan innemen van het Oosters Partnerschap of onze strategische betrekkingen met Turkije en Rusland. Dat zijn geheel verschillende dingen. Anderzijds vind ik het buitengewoon boeiend dat juist deze verschillende groepen voor bepaalde thema’s bijeen kunnen worden gebracht om een coherent gemeenschappelijk beleid te formuleren dat onze belangen dient en de betrokken landen kan helpen, en dat met een dergelijke samenwerking wellicht ook tegengestelde politieke en economische belangen tot op zekere hoogte met elkaar kunnen worden verzoend. Op die manier kan men in de toekomst de scherpe kantjes van conflicten afhalen en duidelijk maken dat het Oosters Partnerschap bijvoorbeeld niet tégen iemand is gericht, maar dat het één het ander kan aanvullen. Dit belet ons echter niet om van ons Oosters Partnerschap met deze landen, wat het Europese perspectief betreft, andere verwachtingen te hebben dan van bijvoorbeeld de ontwikkeling met Rusland. Wij moeten een dergelijk onderscheid kunnen maken en de commissaris zal zeker terdege beseffen dat wij dat ook moeten maken. Maar juist daarom is de samenwerking in het Zwarte-Zeegebied in het belang van de Europese Unie, van Rusland, van Turkije en de overige landen in deze regio, die voor het merendeel deel uitmaken van het Oosters Partnerschap. Ik kan me voorstellen dat dit een grote bijdrage kan leveren aan de economische en politieke stabiliteit in Europa, en ik hoop dat we nauw met de commissaris kunnen samenwerken om op dit vlak vooruitgang te boeken.
Ioan Mircea Paşcu, namens de S&D-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de Zwarte Zee is een poort van en naar Europa, en moet daarom ook als zodanig worden benaderd. Het is niet een verafgelegen oord van weinig belang dat slechts zelden onder onze aandacht komt.
Het staat vast dat dit gebied verantwoordelijk is, en ook zal blijven, voor een aantal punten op onze agenda, enerzijds door de belemmerde gasdoorvoer in 2006 en 2008, en anderzijds door de oorlog in Georgië in 2008. Echter, ondanks deze feiten en het erkende belang krijgt het Zwarte-Zeegebied nog altijd niet de aandacht van de EU die het verdient, ofschoon de EU sinds de toetreding van Bulgarije en Roemenië in 2007 als het ware verplicht was om deze problemen aan te pakken.
De Synergie voor het Zwarte-Zeegebied, die niet lang na de toetreding van die twee landen is ontwikkeld, blijkt achteraf een haastig samengesteld document te zijn, dat ontworpen is om een “zwarte plek”of “zwart gat” – hoe je het ook wilt noemen – te dichten en waar de EU min of meer van de ene op de andere dag een oplossing voor moest vinden. Dit blijkt uit het feit dat er sinds de eerste herziening van het plan in 2008 niets van enig belang is gebeurd, en dat we nauwelijks zijn opgeschoten bij de uitvoering daarvan, zoals ook in het verslag staat.
Naar mijn mening zijn hiervoor twee redenen. Ten eerste bestaat er van de zijde van de EU-lidstaten duidelijk zeer weinig interesse of bereidheid om het gebied stevig aan te pakken. Bovendien is er met het huidig gebrek aan financiële middelen nog minder bereidheid om dit te doen dan voorheen.
Ten tweede, de eerste veronderstelling waarop de Synergie is gebaseerd, namelijk dat het gebied een samenhangende en coöperatieve regio zou moeten worden om in aanmerking te komen voor de aandacht en materiële steun van de EU, negeert simpelweg het feit dat het gebied er slechts twintig jaar geleden totaal anders uitzag. De verwachting dat een gebied dat zo complex en anders is binnen zo’n korte tijd een samenhangend geheel kan worden met een eigen identiteit is ofwel onrealistisch, ofwel – en het spijt mij zeer om dit te zeggen – slecht bedoeld. Wellicht dat in het kader van een nieuwe benadering van het Oosters Partnerschap enkele zaken verbeterd kunnen worden.
Ivo Vajgl, namens de ALDE-Fractie. – (SL) Mevrouw de Voorzitter, het verslag dat mijn collega, de heer Ungureanu, heeft opgesteld met zo veel toewijding en op een wijze die de weg naar samenwerking effent, waarvoor ik hem wil bedanken, brengt deze door diversiteit gekenmerkte regio opnieuw onder onze aandacht. Er is diversiteit aan politieke systemen, culturele tradities, religies, statussen en ambities ten aanzien van de toenadering tot de Europese Unie, economisch ontwikkelingsniveau, aanwezigheid van natuurlijke hulpbronnen, en natuurlijk is nu een nieuwe situatie ontstaan omdat er drie lidstaten van de Europese Unie deel uitmaken van deze regio.
Voor ons is het Zwarte-Zeegebied van groot belang vanwege zijn geostrategische ligging, die een toegevoegde waarde kan betekenen maar evengoed een ernstig risico kan inhouden voor onze veiligheidsbelangen. In dit verband onderstreep ik met name energiezekerheid en het waarborgen van de toevoer van duurzame energie voor de Europese Unie, infrastructuur en mogelijkheden voor de Unie om invloed uit te oefenen op de beslechting van conflicten en onopgeloste kwesties in de regio, en het ontwikkelen van partnerschappen met Rusland en Turkije. Dit alles kunnen we bereiken met een grotere inspanning van de landen in de regio en met de medewerking van alle lidstaten van de Europese Unie en andere organisaties en netwerken in de regio, met inbegrip van netwerken van maatschappelijke organisaties; juist zij hebben onze bijzondere aandacht en erkenning hard nodig.
Voor dit alles hebben we geen nieuwe instellingen nodig. Wel moeten we zorgen voor regelmatige financiering en meer politieke betrokkenheid. Commissaris, ik denk dat u veel zult hebben aan dit verslag en ik zie uit naar de samenwerking met u.
Werner Schulz, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, waarde collega’s, we hebben een alomvattende strategie nodig om het Zwarte-Zeegebied om te vormen tot een stabiele, veilige, democratische en welvarende regio en om de kansen en uitdagingen het hoofd te bieden. De onderhavige resolutie is op dit doel gericht en wordt daarom gesteund door mijn fractie, ook omdat er veel van onze voorstellen in zijn opgenomen, zoals de aanpak van onopgeloste conflicten in de regio, een betere samenwerking tussen de maatschappelijke actoren, de steun aan people-to-people-projecten en de bevordering van kleine projecten in het kader van de grensoverschrijdende samenwerking.
Daarnaast willen wij een duurzaam energiebeleid, een hogere energie-efficiëntie en de ontwikkeling van academische of studentennetwerken. Ik mis echter een ondubbelzinnige houding ten aanzien van de energie-infrastructuur in de regio. Ik noem Nabucco en South Stream. Ik snap echt niet waarom onze eis van een strikter toezicht op olieboorplatforms in de Zwarte Zee is afgewezen. Na de ramp in de Golf van Mexico is dat een absolute must. Daarom dienen we dit amendement vandaag nogmaals in.
Paweł Robert Kowal, namens de ECR-Fractie. – (PL) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, ik spreek namens mijn fractie mijn steun uit voor dit verslag, omdat het die steun verdient. Ik wil daarbij onderstrepen dat de Synergie voor het Zwarte-Zeegebied heroverwogen moet worden. De laatste tijd zijn de nobele intenties niet altijd vertaald in efficiënt gebruik van dit initiatief. Het is heel goed dat de rapporteur dit benadrukt. Daarom is het volgens mij de belangrijkste taak van de heer Füle om te proberen de verschillende initiatieven in dit deel van Europa op een rijtje te zetten en te laten zien dat het nabuurschapsbeleid onze prioriteit is. Andere problemen zijn hieraan ondergeschikt. Deze manier van denken garandeert dat de Synergie voor het Zwarte-Zeegebied in de toekomst effect zal hebben, vooral op het gebied van energie. De synergie zou bijvoorbeeld ook een goed instrument kunnen zijn voor steun aan Georgië bij de democratische en economische hervormingen van de laatste jaren. Nu is echter de organisatie van de verschillende initiatieven in dit deel van Europa een eerste, noodzakelijke stap, zodat ze niet alleen een reden zijn voor trots, maar ook daadwerkelijk gaan bijdragen aan het bereiken van concrete doelstellingen.
David Campbell Bannerman, namens de EFD-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, tijdens ons debat over het Zwarte-Zeegebied komt er één woord bij me op, en dat is “voorzichtig”. Wij moeten hier allen voorzichtig te werk gaan.
Het Zwarte-Zeegebied is de achtertuin van Rusland. De vloot van dit gebied ligt ten anker in de Krim in Sebastopol, dichtbij de bloedige strijdvelden van de Krimoorlog. We zijn getuige geweest van het betreurenswaardige conflict in Georgië, waar aan beide zijden fouten zijn gemaakt. Als Georgië lid was geweest van de NAVO, dan waren de gevolgen mogelijk niet te overzien geweest. Ik steun de onafhankelijkheid van Georgië, maar tegelijkertijd denk ik dat het onverstandig is om de Russische beer boos te maken in zijn eigen hol.
Daarnaast is er Turkije, waar de EU mee speelt door het land enerzijds aan te bieden lid te worden van de EU, terwijl anderzijds bekend is dat lidstaten zoals Frankrijk zullen weigeren hiermee in te stemmen. Slechts vier procent van Turkije ligt op Europees grondgebied. Het zou geen deel moeten uitmaken van de EU. Het is echt gevaarlijk om Turkije aan het lijntje te houden. Teleurstelling zou Turkije in de handen van moslimextremisten kunnen drijven.
Tot slot wordt dit alles versterkt door het feit dat de Zwarte Zee het middelpunt is van de belangrijke Kaspische olie- en gasvoorziening. Voorzichtigheid is zeer zeker geboden.
Dimitar Stoyanov (NI). – (BG) Mevrouw de Voorzitter, ik sluit me aan bij de meerderheid van de meningen die zijn geuit in dit Parlement en ik feliciteer de rapporteur met hetgeen hij heeft bereikt met dit verslag. Pontus Euximus, zoals de Zwarte Zee in de oudheid werd genoemd, is in geostrategisch en economisch opzicht altijd van groot belang geweest voor Europa, en is dat ook nu nog.
Daarom is het uitermate belangrijk dat deze strategie wordt omgezet in echte daden, omdat we er wederom een debat over voeren en ik me een soortgelijk debat van kort geleden herinner. Ik wil daarom in feite een streep trekken onder hetgeen is gezegd door de leden van de socialistische fractie en mijn steun geven aan de paragraaf waarin staat dat voorzien moet worden in een afzonderlijke begrotingspost voor de uitvoering van deze strategie.
Derhalve roep ik de Commissie op om op te treden. Alleen met toereikende financiële steun kunnen we de woorden die vandaag in dit Parlement zijn uitgesproken omzetten in daden die effect sorteren voor de Europese burgers.
Iuliu Winkler (PPE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil graag beginnen met de heer Ungureanu geluk te wensen met zijn initiatief tot opstelling van dit verslag over de Zwarte Zee. Ik juich het ook toe dat verscheidene van de voorgaande sprekers, waarde collega’s, hebben gezegd zich te zullen inzetten voor het bevorderen van een nieuwe Europese visie op het Zwarte-Zeegebied.
De Zwarte Zee is inderdaad een deels interne zee van de Europese Unie geworden. Het geografische belang ervan kan gezien de regionale stabiliteit, de democratiseringsprocessen, en de daarmee verband houdende energiezekerheid en economische en commerciële problemen nauwelijks worden overschat. Mijn stellige overtuiging is dat niet anderen maar wij, de EU, moeten profiteren van het potentieel van het Zwarte-Zeegebied.
Om dit doel te bereiken moet de Europese Unie meer vertrouwen op de lidstaten die tot dit gebied behoren, zich los worstelen uit het verleden en meer daadkracht, leiderschap en visie tonen. Ik zal niet ingaan op de problemen in verband met het uitbreidingsproces, maar wil wel graag een boodschap afgeven aan het adres van al degenen die sceptisch zijn ten aanzien van de Zwarte Zee. Mogelijke vertragingen in het EU-integratieproces in de regio zullen een terugslag betekenen voor de democratische ontwikkeling van het gebied. Het risico is instabiliteit op de middellange en lange termijn, en de gevolgen daarvan zijn moeilijk in te schatten, en nog moeilijker te beheersen voor de Europese Unie.
De conclusie is dat de EU haar interne Zwarte Zee nodig heeft, en daarom is een geïntegreerde strategie voor deze regio noodzakelijk. De Zwarte-Zeestrategie moet worden opgesteld door de Commissie, die daarbij rekening moet houden met de door onze rapporteur gedane aanbevelingen. Vandaag moet dit Parlement zijn hartgrondige steun betuigen voor deze strategie.
Maria Eleni Koppa (S&D). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, wij bespreken vandaag een zeer belangrijk verslag over een bijzonder gebied dichtbij de Europese Unie, namelijk het Zwarte-Zeegebied. Dit gebied omvat lidstaten van de Unie maar ook landen die belangrijk zijn voor de regionale samenwerking. Daarom is het in eenieders belang dat er een ruimte van vrede, democratie, veiligheid en stabiliteit rondom de Zwarte Zee wordt gewaarborgd.
Wij hebben een stabiel samenwerkingskader binnen de Synergie voor het Zwarte-Zeegebied, dat weliswaar reeds geruime tijd geleden op gang is gebracht maar geen tastbare resultaten heeft opgeleverd. De succesvolle tenuitvoerlegging van deze samenwerking en de actieve betrokkenheid van alle deelnemende landen zullen onze betrekkingen op basis van onze gemeenschappelijke waarden verder kunnen versterken. Deze samenwerking moet bovendien een aanvulling zijn op het gevestigd nabuurschapsbeleid van de Europese Unie en op het Oosters Partnerschap.
De stabiliteit en veiligheid in het Zwarte-Zeegebied heeft een rechtstreekse weerslag op Europa. Bijgevolg deelt de Europese Unie in de verantwoordelijkheid als het gaat om ondersteuning van vreedzame conflictoplossing en vertrouwensopbouw. Dit gebied is belangrijk voor de Unie met name vanwege de energieverbindingen en de energietoevoer. De versterking van de democratie en de rechtsstaat zal de handel, de investeringen en de mobiliteit van personen vergemakkelijken.
Ik ben het er roerend mee eens dat er een speciale begrotingslijn moet worden ingesteld voor de Synergie voor het Zwarte-Zeegebied. Daarmee zal op doeltreffende wijze de modernisering van het gebied kunnen worden bevorderd. Als wij willen, mevrouw de Voorzitter, kunnen wij met ons beleid deze landen nog dichter in de buurt van Europa brengen. Dat is in eenieders belang.
Adina-Ioana Vălean (ALDE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, sinds 2007 erkennen we het belang van het Zwarte-Zeegebied, maar de resultaten van onze aanpak zijn zacht gezegd bescheiden geweest: er zijn geen concrete projecten van de grond gekomen en er zijn geen concrete resultaten geboekt. We hebben behoefte aan een realistisch en financieel gedegen actieplan met heldere doelstellingen, prioritaire acties en ijkpunten, en een betere taakverdeling en coördinatie met het Oosters Partnerschap en de Donaustrategie.
Naast een partnerschap voor het milieu moeten we partnerschappen tot stand brengen op het gebied van energie en vervoer. Alleen met zo'n projectmatige aanpak, gericht op kleinschalige specifieke projecten, kunnen we een oplossing bieden voor het probleem van de zeer uiteenlopende en complexe belangen in het gebied. Ook in financiële zin moeten we onze gefragmenteerde aanpak achter ons laten. Tot nu toe hebben we gebruik gemaakt van verschillende financiële instrumenten en was er weinig zichtbaarheid. Daarom moeten we van het gemeenschappelijke operationele programma voor de Zwarte Zee ons belangrijkste instrument maken voor de uitvoering van de Zwarte-Zeestrategie, en dit inzetten als startkapitaal om instellingen aan te trekken die bereid zijn te investeren in de regio en op die manier samenwerking te bevorderen.
Oldřich Vlasák (ECR). - (CS) Uit het lage tempo waarmee projecten ten uitvoer worden gelegd, uit de afwezigheid van actieplannen en beoordelingsverslagen en de afwezigheid van bijeenkomsten op hoog niveau, uit de risico's op overlapping met het Oosters Partnerschap en uit nog veel meer problemen blijkt dat het besluit om de lidstaten de voortrekkersrol te geven bij de tenuitvoerlegging van de strategie voor het Zwarte-Zeegebied onterecht was. Uit de hele gang van zaken blijkt duidelijk dat de Europese Commissie een belangrijkere rol dient te spelen als secretariaat en drijvende kracht achter de strategie voor het Zwarte-Zeegebied.
En dat niet alleen: deze strategie dient net als alle andere macroregionale strategieën begrotingstechnisch, institutioneel en wetgevingtechnisch neutraal te blijven, met andere woorden, er dienen geen extra middelen voor te worden uitgetrokken, geen nieuwe organen voor in het leven te worden geroepen en geen nieuwe wetgeving voor te worden opgesteld.
Er zijn helemaal geen nieuwe operationele programma’s nodig en ook geen aparte begrotingsposten. Wat wel nodig is, is dat we ons concentreren op de tenuitvoerlegging van concrete projecten waar de desbetreffende lidstaten werkelijk op zitten te wachten.
Georgios Koumoutsakos (PPE). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, het is een gemeenplaats te zeggen dat het Zwarte Zee-gebied van strategisch belang is voor de Europese Unie. Hoe kan het anders! Met de toetreding van Bulgarije en Roemenië is de Zwarte Zee immers bijna een binnenzee geworden van de Europese Unie. Energie, veiligheid, stabiliteit en natuurlijk democratie: ziehier de belangrijkste sectoren van onze belangstelling voor dit gebied.
Sinds wij in 2007 een begin hebben gemaakt met ons beleid ten aanzien van dit, om meerdere redenen, cruciaal gebied hebben wij een aantal stappen vooruit gezet en een aantal successen behaald. Er was helaas echter ook sprake van vertragingen, gefragmenteerd optreden en tijden van inactiviteit. Het is betreurenswaardig dat er sinds 2008 geen enkele ministeriële ontmoeting voor dit beleid meer heeft plaatsgevonden. Door deze situatie zijn wij achterop geraakt ten opzichte van onze aanvankelijke ambities, en gelet op de geostrategische, geopolitieke en economische betekenis van dit gebied rest ons nu maar één keuze, namelijk ons beleid en ons optreden in het Zwarte-Zeegebied versterken.
Ik geef daarom zonder enig voorbehoud steun aan het voorstel van de rapporteur, de heer Ungureanu, om het Europees beleid ten aanzien van het Zwarte-Zeegebied op te tillen tot het vlak van een geïntegreerde strategie met een aparte begrotingslijn. Aangezien ik ook lid ben van de Commissie vervoer en toerisme, wil ik het belang onderstrepen van vervoer en toerisme. Deze sectoren moeten vaste bestanddelen zijn van een Europese strategie voor het Middellandse-Zeegebied.
Tot slot is het overbodig te onderstrepen dat ook het geïntegreerd maritiem beleid van de Europese Unie een essentiële bijdrage kan leveren aan de duurzame ontwikkeling van het Zwarte-Zeegebied. Dat alles moet nu gebeuren. De uitbreiding is echter een ander vraagstuk, een vraagstuk dat grondig bestudeerd moet worden en heel voorzichtig moet worden aangepakt.
Evgeni Kirilov (S&D). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, door de toetreding van Bulgarije en Roemenië is het Zwarte-Zeegebied een aan de EU grenzend gebied geworden. Het vormt een strategische brug die Europa verbindt met de Kaspische Zee en Centraal-Azië. Het geopolitieke en economische belang van dit gebied voor de EU neemt alleen maar toe, in termen van veiligheid, stabiliteit en energie. De Unie moet daarom haar aanwezigheid vergroten, een actief beleid ontwikkelen en blijvende oplossingen vinden voor de bestaande problemen in het gebied.
Het zijn niet alleen de kustlanden die grote interesse tonen in multilaterale regionale samenwerking. Een dergelijke samenwerking is namelijk van cruciaal belang voor het oplossen van dringende problemen van regionaal en Europees belang, zoals “bevroren” conflicten, mensenhandel en andere aan veiligheid gerelateerde problemen.
Op dit moment is het nodig aandacht te schenken aan een aantal zorgwekkende problemen die van praktisch belang zijn voor alle kustlanden. Eén van die problemen is maritieme veiligheid. De afgelopen jaren is het aantal ongevallen waarbij mensen zijn omgekomen en schade is toegebracht aan het milieu toegenomen in de Zwarte Zee. De EU moet het risico op ongevallen waarbij burgers betrokken zijn, verkleinen door hulp te bieden bij zoek- en reddingsoperaties binnen het kader van het Europese geïntegreerde maritieme beleid. Wij zullen binnenkort waarschijnlijk gaan stemmen over het verslag van onze collega, mevrouw Iliana Malinova Iotova, waarin voor het eerst het EU-visbeleid in de Zwarte Zee wordt behandeld. Dit kan ook een goede basis bieden voor multilaterale samenwerking binnen de regio.
Ook is het wenselijk dat de EU steun geeft voor lopende projecten zoals de Zwarte-Zeesnelweg, trans-Europese vervoersassen 8 en 9, en de vervoersverbindingen tussen Zwarte-Zeehavens.
Ik wil de rapporteur bedanken voor zijn steun aan mijn amendementen en voor zijn uitstekende mondelinge bijdrage aan het debat.
Marek Siwiec (S&D). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, wanneer we het hebben over de Zwarte-Zeeregio moet gezegd worden dat er in de buurt van de Europese Unie geen andere plek te vinden is met zoveel extreme verschillen, zoveel heftige en soms bloedige conflicten en zoveel tegengestelde belangen. We mogen daarom niet de illusie koesteren dat we door het formuleren van willekeurig beleid problemen op kunnen lossen die met ander beleid niet op te lossen zijn. Dit is geen verzoekprogramma; we kunnen de energieproblemen niet oplossen als wij wél een pijpleiding willen maar Rusland niet. Ook regionale conflicten kunnen wij niet oplossen. Dit beleid is zeer beperkt, maar desondanks toch de moeite van het toepassen waard.
Aangezien we het woord synergie gebruiken in relatie tot het EU-beleid voor de Zwarte-Zeeregio, moeten we in ons achterhoofd houden dat dit een zekere toegevoegde waarde impliceert. Ik zou bijvoorbeeld willen vragen waarom het Europees Parlement niet samenwerkt met organisaties die al in deze regio actief zijn, bijvoorbeeld de Parlementaire Vergadering van de Organisatie voor Economische Samenwerking in het Zwarte-Zeegebied (PABSEC). Zij zoeken samenwerking met ons, maar het Europees Parlement is van mening dat het te groot en te belangrijk is en gaat hier niet op in. Ik stel voor om een start te maken met deze samenwerking en niet alleen te handelen.
George Sabin Cutaş (S&D). – (RO) Het Zwarte-Zeegebied is van strategisch belang voor de Europese Unie. We stellen echter vast dat een gestructureerde benadering voor deze regio ontbreekt. Er is geen actieplan opgesteld voor de Synergie voor het Zwarte-Zeegebied en de financiering is afkomstig uit verschillende instrumenten zonder onderlinge samenhang. Daarom is het noodzakelijk om een EU-strategie voor de Zwarte Zee op te stellen, op hetzelfde prioriteitsniveau als de andere regionale strategieën van de EU en gericht op drie hoofdgebieden: economische, sociale en menselijke ontwikkeling, energie, vervoer en milieu, en veiligheid en goed bestuur.
Bepaalde sleutelprojecten voor de Europese economie, zoals de Nabucco-pijplijn, kunnen de energieonafhankelijkheid vergroten en bijdragen aan de ontwikkeling van de havens aan de Zwarte Zee. Deze hebben een onmiddellijke impuls nodig, hetgeen alleen kan worden bereikt met behulp van een gemeenschappelijke strategie.
Niki Tzavela (EFD) . – (EL) Mevrouw de Voorzitter, het Zwarte-Zeegebied is heel erg belangrijk voor de energiezekerheid van Europa. Mijnheer de commissaris, wij zijn hier geconfronteerd met het belangrijke vraagstuk van Nabucco, waar Europa in grote mate van afhankelijk is voor zijn energiezekerheid. De informatie over de leverancier van deze grote pijpleiding is echter uitermate onduidelijk. Gisteren heeft de voorzitter van de Commissie, de heer Barroso, ons gezegd dat hij in Azerbeidzjan en Turkmenistan is geweest en dat de gesprekken heel goed verlopen zijn. Wat betekent dat? Wij moeten toch op een gegeven ogenblik een tijdslimiet vaststellen. Wanneer komen wij te weten of Nabucco al dan niet levensvatbaar is? Dan hoeven wij ons niet meer uit te putten en kunnen wij gaan onderzoeken welke andere mogelijkheden wij hebben. Nabucco is een van de hoofdvraagstukken voor de energiezekerheid van Europa en moet worden opgehelderd. Is er een leverancier, ja of nee?
Petru Constantin Luhan (PPE). – (RO) Ten eerste wil ik de rapporteur, de heer Ungureanu, gelukwensen met het bijzonder goede werk aan dit verslag. Het gaat om een geopolitiek en economisch zeer belangrijk verslag. De regio biedt een aanzienlijk potentieel voor energieproductie en -levering en moet meer aandacht krijgen, met name met het oog op de waarborging van de energiezekerheid van de EU.
Aangezien de acties van de EU tot nu toe onvoldoende helder zijn geweest en de Synergie voor het Zwarte-Zeegebied niet het verwachte potentieel heeft ontplooid, hoop ik van harte dat de Europese dienst voor extern optreden de menselijke en materiële middelen zal hebben om de uitvoering van de drie partnerschappen af te ronden: milieu, vervoer en energie. Ik ben van mening dat de EU deze regio niet moet negeren. Integendeel, zij moet haar aanwezigheid doen voelen door samenhangende acties op lange termijn te ontplooien en aldus de ontwikkelingskansen te benutten.
Csanád Szegedi (NI). - (HU) Mevrouw de voorzitter, geachte collega´s, ik wil als Hongaars afgevaardigde mijn gedachten uiten over de strategie voor de Zwarte Zee, omdat ik in het verslag twee doelen meen te zien die overeenstemmen met de hoofdprioriteiten van het Hongaars voorzitterschap.
Ten eerste blijkt uit het verslag dat er een engagement is voor regionale ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Unie en deze regio. Dit is voor ons, Hongaarse afgevaardigden, zeer belangrijk met het oog op de steun voor de Donaustrategie. Wij kunnen immers alleen op geloofwaardige wijze steun vragen voor de Donaustrategie als wij open staan voor steun aan de andere strategieën.
Het tweede doel is energiezekerheid. Naast het feit dat de strategie voor de Zwarte Zee voor vrede en stabiliteit moet zorgen in de regio, is het belangrijkste doel op het gebied van energiezekerheid wellicht het zorgen voor de energiezekerheid zelf, en zoals u gisteren heeft gehoord, is energiezekerheid de tweede hoofdprioriteit van het Hongaars voorzitterschap, en daarom van belang voor ons allemaal.
Lambert van Nistelrooij (PPE). - Voorzitter, de Zwarte Zee is dichtbij en écht Europees, ook als je het vanuit de energie-optiek bekijkt. Als schaduwrapporteur in de Commissie ITRE voor de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) en als coördinator voor regionaal beleid wil ik dat nog eens onderschrijven; de Zwarte Zee biedt een groot perspectief. En samenwerking is in dit verband de sleutel. Er is net gesproken over de investeringen rond Nabucco; alleen met stabiele relaties kan een en ander werken. Barroso heeft gisteren melding gemaakt van het bereikte resultaat Azerbeidzjan en Turkmenistan. Kortom, de meerwaarde van zulke strategieën staat buiten kijf, is heel erg duidelijk. De heer Brok heeft daar overigens ook nog op gewezen.
Diversificatie van onze energiestroom staat wat mij betreft voorop in een veel breder kader. Dank ook aan rapporteur Ungureanu voor dit sterke en noodzakelijke verslag.
Vasilica Viorica Dăncilă (S&D). – (RO) De Zwarte Zee is belangrijk voor de Europese Unie niet alleen vanwege zijn strategische ligging, maar ook vanwege de economische kansen en de randvoorwaarden die het biedt voor een sterkere regionale ontwikkeling. De voordelen van de strategie voor deze regio houden verband met zijn bijdrage aan de diversificatie van de economische activiteiten tussen de aan de zee grenzende landen, de verbetering van de samenwerking op onderwijs- en researchgebied en de versterking van de samenwerking in de regio bij de bescherming van natuurlijke hulpbronnen.
Ik ben van mening dat de Europese Unie de landen in het Zwarte-Zeegebied moet aanmoedigen om voldoende gebruik te maken van de natuurlijke hulpbronnen, een duurzame ontwikkeling van de regio te waarborgen, de levenskwaliteit in deze regio te verbeteren en lokale en regionale partnerschappen op te richten.
Štefan Füle, lid van de Commissie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, op dit moment wil ik slechts drie opmerkingen maken. De eerste heb ik reeds bij aanvang van ons debat gemaakt, namelijk dat ik waardering heb voor dit verslag over het Zwarte-Zeegebied dat precies op het juiste moment komt.
Ten tweede ben ik blij dat uit dit debat duidelijk is gebleken hoeveel belang u toekent aan deze speciale regio. Dat belang wordt gedeeld door de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie.
Mijn derde opmerking is dat ik uitkijk naar de samenwerking met het Parlement bij de Zwarte-Zeestrategie en de daaropvolgende tenuitvoerlegging ervan.
Traian Ungureanu, rapporteur. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben blij dat ik het kort kan houden, niet alleen vanwege het lawaai, maar ook omdat ik gelukkig genoeg de steun heb van beide zijden – in de ruime zin van het woord – van dit Parlement. Ik denk dat – zoals de heer Brok benadrukte in zijn briljante opmerkingen – het verslag waarover we vandaag gaan stemmen een zeer goed voorbeeld is van de partijoverschrijdende samenwerking in dit Parlement. Ik wil hierbij de heer Paşcu speciaal bedanken, die een zeer actieve en eerlijke voorstander van dit verslag is gebleken te zijn.
Ik wil geen andere namen noemen, omdat dit onrechtvaardig zou zijn. Iedereen heeft namelijk over dit verslag iets belangrijks gezegd: over op de unieke status van het Zwarte-Zeegebied, de kwetsbaarheid ervan en de noodzaak om voorzichtig te werk te gaan bij het formuleren van een beleid voor het Zwarte-Zeegebied.
Het is natuurlijk van cruciaal belang de noodzaak van het Nabucco-project en het pan-Europese belang ervan te onderstrepen. Ook wil ik commissaris Füle bedanken voor zijn opmerkingen en met name voor het feit dat hij de maritieme dimensie noemde, waaraan de Commissie op dit moment vorm geeft, en natuurlijk voor het feit dat hij de noodzakelijke verbinding legt tussen de Zwarte-Zeestrategie en de Donaustrategie.
De Voorzitter. – Het debat is gesloten.
De stemming vindt over enkele ogenblikken plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 149)
Elena Băsescu (PPE), schriftelijk. – (RO) Ten eerste wil ik collega Traian Ungureanu gelukwensen met dit verslag, dat van groot belang is voor Roemenië. Mijn land is van de EU-lidstaten het meest actief in het bevorderen van het strategisch belang van de Zwarte Zee en van de noodzaak van uitbreiding van de EU-rol in deze regio. Het belang van de regio is geschetst in verschillende instrumenten ter ondersteuning van de oostelijke buren van de EU. De Synergie voor het Zwarte-Zeegebied heeft echter slechts beperkte resultaten opgeleverd. Ik ben van mening dat de EU zich in de eerste plaats moet richten op de consolidatie van een stabiele, democratische regio. Onopgeloste conflicten zijn het pijnpunt in het Zwarte-Zeegebied geworden. Deze kunnen op ieder moment weer oplaaien en een bedreiging vormen voor de veiligheid in de regio. De Zwarte Zee is ook bijzonder belangrijk voor de energiezekerheid van de EU. De Europese Commissie moet zich blijven richten op met name de geplande energieprojecten in de regio.
Corina Creţu (S&D), schriftelijk. – (RO) De onduidelijke doelstellingen en overlappende vormen van samenwerking dreigen de EU-strategie voor het Zwarte-Zeegebied van zijn inhoud te ontdoen. Het is niet waarschijnlijk dat de situatie zal verbeteren, gelet op de verschillende status van de betrokken landen ten opzichte van de EU, de vaak uiteenlopende belangen van de betrokken actoren in deze samenwerking en het gebrek aan visie, zoals ook blijkt uit het verslag-Ungureanu. Als we de onopgeloste conflicten in de regio sneller willen aanpakken moeten we beginnen bij de vaststelling dat dit optreden sterk vertraagd is door de wedijver tussen de sponsors van de verschillende plannen, waardoor het proces al vijftien jaar stil ligt. Deze wedijver verraadt hun ware belangen, die vaak impliciet of expliciet gekoppeld zijn aan de beheersing van de vervoersroutes in de regio. Ik ben van mening dat er pas een helderder beeld zal ontstaan wanneer duidelijk wordt wat er gaat gebeuren met de toetreding van Turkije tot de EU en welke status Rusland zal hebben ten opzichte van de Unie. Pas wanneer die zaken zijn opgehelderd kunnen de onopgeloste conflicten worden aangepakt en stabiliteit voor de lange termijn in de regio worden gevestigd.
András Gyürk (PPE), schriftelijk. – (HU) De strategie voor de Zwarte Zee zal naar verwachting een steeds belangrijkere rol spelen in de toekomst van de Europese Unie. Dit wordt goed geïllustreerd door de vorige week ondertekende gezamenlijke verklaring van de Europese Commissie en Azerbeidzjan, waarin Azerbeidzjan zich er schriftelijk toe verplicht een groot aantal gasbronnen aan Europa ter beschikking te stellen. Ik ben verheugd over het feit dat de Europese Commissie eindelijk concrete stappen zet ter bevordering van het Nabucco-project. Het verzekeren van toegang tot de gasbronnen in het Kaspische Zeegebied moet namelijk gezien worden als bijzondere prioriteit. Hiernaast mogen wij niet het transport van het gas naar Europa vergeten, dat alleen mogelijk is via de Zwarte-Zeelanden.
De intensivering van de dialoog tussen de EU en de Zwarte-Zeelanden zou een belangrijke stap vooruit kunnen zijn in de Europese energievoorzieningszekerheid. De aanleg van de Nabucco-pijpleiding zal ook landen met zeer zwak gediversifieerde hulpbronnen toegang geven tot nieuwe gasbronnen. De bouw van de pijleidingen zal echter ook een actieve bijdrage vereisen van de betrokken landen. Een transparant, niet-discriminatoir netwerkkader en een zakenomgeving waarmee investeringen worden ondersteund, zijn niet alleen belangrijk voor de voorzieningszekerheid van de EU-lidstaten, maar ook van cruciaal belang voor de stabiliteit en de welvaart in de regio. Mijns inziens kan de Zwarte-Zeeregio alleen maar profijt hebben van Nabucco. De pijpleiding zal namelijk een voorspelbare bron van inkomen zijn voor de landen in de regio, en zal tegelijkertijd deze landen rechtstreeks toegang geven tot de grootste gasmarkt van de wereld.
Danuta Jazłowiecka (PPE), schriftelijk. – (PL) De auteur van het besproken verslag geeft duidelijk aan dat de in 2007 aangenomen Synergie voor het Zwarte-Zeegebied niet aan alle verwachtingen heeft voldaan. Met de uitbreiding van de EU tot Bulgarije en Roemenië kwam deze regio in het centrum van onze belangstelling te staan. Na de stabilisatie van de situatie in Centraal- en Oost-Europa leek voor de EU de tijd aangebroken te zijn om zich te concentreren op het Zwarte-Zeegebied. Door de mondiale economische crisis is dit thema echter letterlijk van de Europese agenda verdwenen. We mogen echter niet vergeten dat de EU meer is dan alleen de Oostzee of de Middellandse Zee. Natuurlijk hebben die ook onze aandacht nodig, zoals de recente gebeurtenissen in Tunesië aantonen. We moeten ons echter wel gaan realiseren dat vanuit Europees oogpunt het Zwarte-Zeegebied langzamerhand de spil wordt waar alles om draait. Daar bevinden zich de oplossingen voor ons energievraagstuk; daar bevinden zich de verkeersroutes die essentieel zijn voor onze economie, daar sluimeren de kiemen van instabiliteit die een grote bedreiging kunnen vormen voor onze veiligheid. Om al deze redenen moeten we het eens zijn met de stelling van de rapporteur dat het tijd is om een allesomvattende EU-strategie uit te werken voor het Zwarte-Zeegebied. Daarbij lijken de veranderingen die zijn ingevoerd met het Verdrag van Lissabon bij te dragen aan een effectieve invoering van een dergelijk plan. De oprichting van een geschikte eenheid binnen de Europese Dienst voor extern optreden kan bovendien het merendeel van de onvolkomenheden in de huidige Synergie voor het Zwarte-Zeegebied ongedaan maken.
Jaromír Kohlíček (GUE/NGL), schriftelijk. – (CS) De EU-strategie voor het Zwarte-Zeegebied doet me denken aan de Yeti: iedereen spreekt erover zonder hem ook maar ooit echt gezien te hebben. Dat blijkt overduidelijk uit het feit dat meteen al aan het begin van de resolutie een aantal zaken niet klopt. Allereerst de afbakening van het Zwarte-Zeegebied. Het is nogal bevreemdend te zien dat Azerbeidzjan, een land dicht bij de Kaspische Zee, er wel in wordt opgenomen en Macedonië niet, ondanks het feit dat de twee dichtstbijzijnde buurlanden daarvan, te weten Bulgarije en Griekenland, “volgens de definitie van de Europese Commissie” wel tot het Zwarte-Zeegebied behoort. En ik maar denken dat Griekenland niet aan de Zwarte Zee lag! Dan de dertien samenwerkingsgebieden die een nauwere betrokkenheid van de EU in de gegeven regio vereisen: toch wel een heel erg omvangrijke agenda. Het heeft er alles weg van dat de Europese Commissie niet goed in de gaten heeft hoe belangrijk dit gebied wel niet is. En dan ten slotte nog het feit dat er in de lente van dit jaar 1,5 miljoen euro uit het proefproject voor milieu en ontwikkeling van het gebied is overgeheveld naar een project in de bananensector in de ACS-landen. Ik zou toch echt wel heel graag willen weten op basis van wat voor gegevens de Commissie tot een dergelijk besluit is gekomen. Verder is het nogal curieus dat de auteur “even niet in de gaten had” dat er een gasleiding bestaat met de naam South Stream, terwijl hij wel spreekt over het controversiële en in geldnood verkerende Nabucco-project. Ik zou graag willen benadrukken dat voor de verdere ontwikkeling van de regio niet alleen de eerder genoemde zaken van belang zijn, maar ook de totstandkoming van partnerschappen met uiteenlopende regio's in de Europese Unie. Dan tot slot nog ontbreekt er een verwijzing naar de laatste stand van zaken in de onderhandelingen over de afschaffing van de visumplicht voor Oekraïne.
Iosif Matula (PPE), schriftelijk. – (RO) We bespreken vandaag een project dat vanuit verschillende perspectieven van belang is voor de toekomst van de Europese Unie. De toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de EU heeft toegevoegde waarde gebracht via de toegang tot de Zwarte Zee, een regio waarin ook buurlanden van de EU liggen, waaronder strategische partners. Het opstellen van een gezamenlijke EU-strategie voor het Zwarte-Zeegebied maakt het mogelijk om aanzienlijke vooruitgang te boeken in de richting van een gebied van stabiliteit, veiligheid, democratie en welvaart. In deze context kunnen we de gemeenschappelijke, geïntegreerde initiatieven van de landen in de regio beschouwen als een eerste stap in de richting van eenwording van ons continent.
Als Roemeen en als lid van de Commissie regionale ontwikkeling steun ik de koppeling tussen de toekomstige EU-strategie voor het Zwarte-Zeegebied en de Donaustrategie, die de Europese Commissie onlangs heeft gelanceerd. Ik ben van mening dat de EU meer betrokken moet raken bij de Zwarte Zee en moet samenwerken met derde landen, aangezien onze regio’s territoriaal en economisch gezien met elkaar verbonden zijn. Hierdoor kunnen wij voor de toekomst een grotere energiezekerheid verkrijgen, evenals door het uitvoeren van infrastructuurprojecten als de zuidelijke corridor of LNG-terminals en door het diversifiëren van de aanvoerroutes en energiebronnen.
Verder moeten we de coördinatie van de financiële instrumenten voor het Zwarte-Zeegebied de nodige aandacht geven, de havens ontwikkelen en moderniseren en de vervuiling in het gebied terugdringen.
Zbigniew Ziobro (ECR), schriftelijk. – (PL) De Synergie voor het Zwarte-Zeegebied is het zoveelste voorbeeld van een gemiste kans op het gebied van de betrekkingen met regio´s die geopolitiek en strategisch belangrijk zijn voor de toekomst. Bij het aannemen van de Synergie is de bouw van energie-interconnecties tussen de landen van het Zwarte-Zeegebied en de Europese Unie als een van de prioriteiten aangemerkt. De belangrijkste investering die het bereiken van die doelstelling mogelijk moet maken is de Nabucco-gaspijpleiding. Helaas toont Brussel op dit gebied al langere tijd een groot gebrek aan besluitvaardigheid. Buurlanden die belang hebben bij de bouw van de pijpleiding wijzen hier op. Azerbeidzjan meldt al een jaar dat de EU actie moet ondernemen om contracten af te sluiten voor gas uit Kazakstan en Tadzjikistan. Zonder deze contracten is de bouw van de gaspijpleiding niet rendabel. Ondertussen wordt de bouw van een concurrerend project dat de Kaukasuslanden links laat liggen, de Russische South Stream gaspijpleiding, stilzwijgend toegestaan. Zo mogen wij niet optreden. De bepalingen uit het verslag over de energieproblematiek zijn onvoldoende en moeten nader gepreciseerd worden door informatie toe te voegen over de middelen die zijn uitgetrokken voor investeringen die van strategisch belang zijn voor de toekomst van de EU.