Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2524(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0043/2011

Debatten :

PV 20/01/2011 - 11.3
CRE 20/01/2011 - 11.3

Stemmingen :

PV 20/01/2011 - 12.3

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0028

Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 20 januari 2011 - Straatsburg Uitgave PB

11.3. Iran, met name de zaak Nasrin Sotoudeh
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het debat over zeven ontwerpresoluties over Iran, met name de zaak Nasrin Sotoudeh(1).

 
  
MPphoto
 

  Bastiaan Belder, auteur. − Mijnheer de Voorzitter, precies een week geleden publiceerde Nobelprijswinnares Shirin Ebadi in de Wall Street Journal een indringend artikel over haar vriendin, de Iraanse mensenrechtenadvocaat Nasrin Sotoudeh, die juist tot elf jaar gevangenisstraf was veroordeeld. Ebadi riep op tot grotere westerse aandacht voor de zaak Sotoudeh, voor alle moedige verdedigers van de mensenrechten op het grondgebied van de Islamitische Republiek Iran.

Het debat in dit Huis vormt mede een antwoord op het klemmende appel van Ebadi. Wij mogen en willen Nasrin Sotoudeh niet vergeten, noch haar medestrijders voor de grondrechten in Iran. Dat zal ook blijken, mijnheer de Voorzitter, collega's, uit het verslag dat ik namens de Commissie buitenlandse zaken in maart aan de plenaire vergadering hoop voor te leggen, waarvoor ik op uw aller stem reken. Eén krachtige eensgezinde Europese stem voor de vrijheden van het Iraanse volk.

 
  
MPphoto
 

  Marietje Schaake, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, weer eens moeten we ons hier over de mensenrechten in Iran buigen, ditmaal naar aanleiding van de veroordeling van Nasrin Sotoudeh tot 11 jaar cel. Ook mag ze haar werk als advocate niet meer uitoefenen, maar laten we het recht recht doen.

De rechtsstaat wordt niet meer in acht genomen, of bestaat eigenlijk niet meer in Iran en de rechterlijke macht is verregaand gepolitiseerd. Verdediging van de mensenrechten wordt nu gelijk gesteld aan een aanval op de nationale veiligheid. Nasrin Sotoudeh, advocate en moeder van twee kinderen, wordt ervan beschuldigd tegen de nationale veiligheid te hebben gehandeld. Zij verdedigde ondermeer Zahra Bahrami, een Iraans-Nederlands staatsburger wier doodvonnis voltrokken werd voordat Nederlandse diplomaten de kans kregen haar te spreken; dit alles na een uiterst twijfelachtig proces.

Hoe sterk Nasrin Sotoudeh ook is en was, het feit dat zij voor het gerecht is gesleept, laat zien hoe zwak het regime eigenlijk is. Dit regime onderdrukt zijn burgers in plaats van dat het voor hun welzijn zorgt. Later deze maand zal de hoge vertegenwoordiger mevrouw Ashton in Istanboel zijn om te proberen het Iraakse regime ertoe te bewegen samen te werken met de internationale gemeenschap ten aanzien van de nucleaire kwestie. Economische sancties hebben hetzelfde doel. Ik heb er echter ernstige twijfels over of sancties wel de gewenste resultaten zullen kunnen opleveren, voordat het Iraanse volk buitensporige schade berokkend wordt en het daardoor steeds afhankelijker wordt van het hardvochtige regime.

Hoewel ik nogal sceptisch ben over de impact van economische sancties, heb ik vertrouwen in dat sancties tegen individuen die verantwoordelijk zijn voor de schending van de mensenrechten door bijvoorbeeld censuur, verkrachting, marteling en executies, een effectief en noodzakelijk middel vormen om een einde te maken aan de straffeloosheid en om de rechtvaardigheid waar Nasrin Sotoudeh zich hard voor maakt eer aan te doen. De mensenrechten zijn overduidelijk de achilleshiel van het Iraanse regime.

Mijnheer de voorzitter, nu ik toch het woord heb, zou ik u graag dringend willen verzoeken om onze Italiaanse collega's ertoe te bewegen stil te zijn, want het is echt heel storend als zij hier in het Parlement beginnen te praten zodra hun eigen zaakjes zijn afgehandeld.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Collega's, u hebt het verzoek van mevrouw Schaake gehoord. Ook andere collega's hebben om stilte gevraagd. Als u privé iets te bespreken hebt, kunt u dat buiten doen.

 
  
MPphoto
 

  Struan Stevenson, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik was oorspronkelijk van plan om de Islamitische Republiek Iran hier vandaag te vergelijken met nazi-Duitsland, maar ik geloof dat ze in velerlei opzicht nog veel erger is. De mollahs hebben dit jaar al 65 personen opgehangen. Tien werden er gisteren opgehangen. Eerst kregen die mensen enorme geldboetes opgelegd, toen werden hun huizen geconfisqueerd en vervolgens werden ze genadeloos afgeranseld om tot slot naar de galg te worden gesleept. In de afgelopen vier weken zijn er liefst 87 mensen opgehangen.

Ahmadinejad is een holocaustontkenner en rabiaat Jodenhater. Hij zegt Israël van de landkaart te willen vegen en is nu bezig de kernwapens te maken waarmee hij dit doen kan. Hij en Khamenei zijn de voormannen van de meedogenloze onderdrukking van het Iraanse volk. Ophanging, marteling, steniging tot de dood, amputaties en afranseling zijn gemeenplaatsen en de executie van kinderen en zelfs zwangere vrouwen routine. Van twee gevangenen in Mashhad werden deze week de handen afgehakt; twee anderen zijn ook daartoe veroordeeld en zullen het vonnis heel binnenkort moeten ondergaan.

Iedereen die durft ook maar met één vinger naar dit kwaad te wijzen, wordt meteen aangepakt. Nasrin Sotoudeh is hier een schoolvoorbeeld van: een moedige mensenrechtenadvocate die een groot aantal van de onterecht door dit fascistische regime veroordeelde en geëxecuteerde onschuldige mensen heeft verdedigd. Haar schandalige veroordeling tot 11 jaar cel voor niets anders dan normaal haar werk doen is een belediging voor de mensheid. De tirannen in Teheran zijn de ware criminelen en zij zullen op een dag rekenschap moeten afleggen. Zij denken dat hun critici in het Westen deel uitmaken van een internationale samenzwering om hun regime ten val te brengen. Wel, ik kan u zeggen dat ik me direct bij een dergelijk project zou aansluiten. Het onrecht mag eenvoudigweg niet zegevieren en hoe sneller de vrijheid, democratie, menselijke waardigheid en vrouwenrechten in Iran hersteld worden, des te beter voor de hele wereld.

 
  
MPphoto
 

  Rosario Crocetta, auteur. (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, door de onmiddellijke vrijlating te eisen van Nasrin Sotoudeh verzoeken wij de Unie en haar lidstaten meer te doen om de Iraanse burgers en de wereld te bevrijden van de nachtmerrie van een van de wreedste en meest autoritaire regimes van de geschiedenis.

De Islamitische Republiek Iran bedreigt niet alleen de wereldvrede met een nucleair programma dat de terreur van een nucleaire oorlog kan veroorzaken, maar is ook het toneel van onwettige verkiezingen, massa-arrestaties van mensen die vrije verkiezingen eisen, moorden op tegenstanders, verkrachting en geweld tegen degenen die niet achter het regime staan, oneerlijke strafprocessen waarvan de uitspraak voorspelbaar is op het moment van de tenlastelegging, en ernstige discriminatie van vrouwen en homoseksuelen, terwijl er geen vrijheid van meningsuiting en van vereniging bestaat. Bijzonder schrijnend is de situatie van de Iraanse gevangenen in Kamp Ashraf, die worden gemarteld en zelfs gestenigd.

Elke dag worden in Iran minstens twee personen ter dood veroordeeld, ook minderjarigen, die schuldig zijn omdat ze niet door het regime gewenst zijn. De bewijzen voor de rechtbank worden vaak gewonnen door het misdadige en kundige gebruik van wrede marteltechnieken. Deze kritiek is zeker niet tegen de islam gericht, een godsdienst die gebaseerd is op de vrede, maar tegen het Iraanse regime. De arrestatie en veroordeling van Nasrin Sotoudeh brengen een nieuwe list van de rechtbanken aan het licht, omdat het in dit geval gaat om een aanval tegen en een veroordeling van iemand die de burgers verdedigt, zodat de Iraanse burgers niet eens meer de kans krijgen om zich te verdedigen.

 
  
MPphoto
 

  Cristian Dan Preda, auteur.(RO) Hoewel Iran wellicht opener wordt op nucleair gebied moeten we helaas vaststellen dat op het gebied van de mensenrechten de deur van dit land duidelijk dicht is.

De zaak van Nasrin Sotoudeh is daar een goed voorbeeld van. Zij is zeer zwaar gestraft voor haar werk voor de mensenrechten: 11 jaar, een verbod om haar beroep als advocaat uit te oefenen gedurende 20 jaar en een verbod om het land te verlaten. Dit vonnis is gewezen na een schertsvertoning van een rechtszaak.

Het gaat hier niet om een geïsoleerd incident, maar om een weloverwogen strategie van het Iraanse regime om mensenrechtenactivisten systematisch het zwijgen op te leggen. Er is een hele serie harde straffen opgelegd aan advocaten die actief zijn op het gebied van mensenrechten. Wij moeten solidair zijn met deze moedige mensen die mensenrechten in woord en daad steunen, ondanks bedreigingen, marteling en gevangenisstraf.

 
  
MPphoto
 

  Raül Romeva i Rueda, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik vind het triest dat we nog eens over Iran moeten praten, maar het is nodig. Het is echt nodig omdat de situatie in Iran zeer problematisch en dramatisch is.

Het is dan ook belangrijk dat dit Parlement zijn oproep herhaalt om alle gewetensgevangenen vrij te laten, inclusief degenen die het afgelopen jaar gevangen zijn genomen naar aanleiding van vreedzame – en ik herhaal: vreedzame – politieke en mensenrechtenactiviteiten. Dit Parlement moet de Iraanse autoriteiten nogmaals wijzen op de internationaal erkende rechten op vrijheid van meningsuiting en vergadering, en moet het buitengewoon strenge vonnis voor Nasrin Sotoudeh veroordelen en haar prijzen voor haar moed en betrokkenheid.

Daarom dient ook dit Parlement zich te buigen over de zaak van mevrouw Sotoudeh, alsmede van haar collega-mensenrechtenactivisten en gewetensgevangenen, en om haar onmiddellijke vrijlating te verzoeken. We moeten onze onvrede kenbaar maken over de steeds frequenter opgelegde straf van een verbod om Iran te verlaten, waarbij je de logische conclusie zou kunnen trekken dat het verblijven in Iran door de autoriteiten als een straf gezien wordt.

Wij moeten de autoriteiten vragen het straffeloos optreden van mensenrechtenschenders binnen de veiligheidstroepen te bestrijden. We moeten nogmaals verzoeken om een onafhankelijk onderzoek naar de buitengerechtelijke executies die naar verluidt sinds de betwiste presidentsverkiezingen van juni hebben plaatsgevonden en verlangen dat de vermeende daders worden berecht. Wij spreken natuurlijk ook onze nadrukkelijke veroordeling uit over de bomaanslagen in Chabahar en betuigen ons medeleven met de families van de dodelijke slachtoffers en de gewonden.

Tot slot zou ik willen zeggen dat we ons zorgen maken over de vervolging van bepaalde religieuze en etnische groeperingen in Iran. We zijn er van overtuigd – en de recente Europese geschiedenis toont ons gelijk aan – dat vreedzame en harmonische sociale en politieke ontwikkelingen alleen bereikt kunnen worden door aandacht te hebben voor de culturele en sociale aspiraties van verschillende regio’s.

 
  
MPphoto
 

  Bogusław Sonik, namens de PPE-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, we hebben al eerder in het Europees Parlement gesproken over Nasrin Sotoudeh, in het kader van het debat over het gebrek aan bescherming van de mensenrechten in Iran, toen zij namelijk op 4 september 2010 voor vier maanden was gearresteerd op beschuldiging van propaganda tegen de staat en samenzwering en samenkomst met als doel in strijd met de nationale veiligheid te handelen. Deze prominente mensenrechtenadvocate is, samen met haar toegewijde medewerkster en Nobelprijswinnares Shirin Ebadi, na een proces veroordeeld tot elf jaar gevangenisstraf, gevolgd door een twintig jaar durend beroepsverbod en uitreisverbod. We mogen niet vergeten dat ook andere politieke gevangenen lange gevangenisstraffen hebben gekregen. Shiva Nazarahari, een 26-jarige vrouwenrechtenactiviste, is veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf en 74 zweepslagen voor hetzelfde misdrijf.

We moeten ons duidelijk uitspreken tegen flagrante schendingen van de fundamentele mensenrechten, namelijk de vrijheid van vergadering, de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van gedachte en het recht op een eerlijk proces. Nasrin Sotoudeh heeft haar leven gewijd aan de verdediging van de mensenrechten – door ter dood veroordeelde minderjarigen en personen die zijn beschuldigd van het organiseren van vreedzame demonstraties te verdedigen – alles in nauwe samenwerking met de oppositie. Zij is het levende bewijs geworden van de schending van de mensenrechten in Iran. De Europese Unie mag geen passief toeschouwer blijven bij deze ongelijke strijd van de Iraanse samenleving met het regime.

 
  
MPphoto
 

  Corina Creţu, namens de S&D-Fractie.(RO) Ook wij steunen de eis van onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van Nasrin Sotoudeh en alle gewetensgevangen in Iran. Na de verkiezingsfraude waarmee het regime van Ahmadinejad aan de macht is gebleven, hebben duizenden Iraniërs met hun vrijheid betaald voor hun moed om te protesteren tegen een steeds repressiever regime. Na maanden van isolement en marteling werd Nasrin Sotoudeh veroordeeld tot 11 jaar gevangenisstraf omdat zij als advocate en mensenrechtenactivist de tegenstanders van het regime in Teheran verdedigde, waaronder een Nobelprijswinnaar.

Net als vele dissidenten zuchten ook tientallen journalisten en bloggers in de gevangenis, mensen die gebruik durfden te maken van hun grondrecht op meningsuiting. Ik ben van mening dat de betrokkenheid van de Europese Unie bij de vrijlating van deze strijders voor democratie niet alleen de vorm van openbaar protest moet aannemen, maar dat er ook concrete stappen moeten volgen van de Europese Dienst voor extern optreden, om de internationale gemeenschap te mobiliseren voor het opvoeren van de druk en een einde te maken aan deze mensenrechtenschendingen in Iran.

 
  
MPphoto
 

  Charles Tannock, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, in dit Parlement moeten we ons bewust zijn van het feit dat de vrijheid van meningsuiting en het recht op een afwijkende mening, die zo vanzelfsprekend zijn in Europa, op veel plekken in de wereld zeldzaam en afwezig zijn. Er is geen beter voorbeeld te noemen dan Iran.

Toch bespreken wij nu wederom in dit Parlement de deplorabele mensenrechtensituatie in de Islamitische Republiek Iran. Nasrin Sotoudeh heeft als advocaat vele tegenstanders van het regime geholpen, die waren vastgezet en geïntimideerd na de betwiste presidentsverkiezingen van 18 maanden geleden. Ze heeft ook minderjarigen bijgestaan die ter dood veroordeeld waren, een heldendaad in een land dat zich niet te beroerd toont om kinderen terecht te stellen. Ze is in september vorig jaar gearresteerd op beschuldiging van het voeren van propaganda tegen het regime en activiteiten die indruisen tegen de nationale veiligheid. Ze is nu tot 11 jaar gevangenisstraf veroordeeld en haar is een verbod opgelegd op de uitoefening van haar beroep als jurist gedurende 20 jaar.

Ze zou onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrijgelaten moeten worden. Ik roep de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid Unie op om dit punt over te brengen.

Het Parlement en de Commissie hebben de schendingen van mensenrechten van het wrede – haast walgelijke – regime van Ahmadinejad standvastig aan de kaak gesteld. Het wordt tijd dat de Raad de gedeelde Europese waarden boven de commerciële belangen van de individuele lidstaten in Iran stelt.

 
  
MPphoto
 

  Marco Scurria (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, mijnheer de commissaris, we voeren het zoveelste debat over de schending van de mensenrechten en de democratie in Iran, en ditmaal gaat het om een advocaat die mensenrechtenactivisten in Iran beschermt.

Het idee was inderdaad om het probleem met wortel en tak uit te roeien, door niet alleen degenen die opkomen voor hun rechten maar ook degenen die die rechten verdedigen gevangen te zetten. Op die manier wilde men de tegenstanders van het regime van Ahmadinejad laten zien uit welke hoek de wind waait.

Mijnheer de Voorzitter, ik wed dat we over een paar weken opnieuw in deze zaal zitten om een nieuw geval van schending van de meest elementaire rechten in Iran te bespreken. Dat geval zal de vorm krijgen van een belachelijke – als het niet zo tragisch was - ´motivering van een misdrijf´, namelijk een voor de nationale veiligheid bedreigende handeling of propaganda tegen het regime, zoals in de zaak waarover we vandaag debatteren.

Ik vraag me oprecht af, mijnheer de Voorzitter, of het goed is dat ons Parlement een delegatie heeft voor de betrekkingen met een regime dat exact het tegenovergestelde is van alles waar de Europese Unie op gegrondvest is.

 
  
MPphoto
 

  Seán Kelly (PPE). (EN) Mijnheer de Voorzitter, er doet zich wederom iets vreselijks voor in Iran. Net voor Kerstmis spraken we over de situatie van Sakineh Ashtiani, die ter dood veroordeeld was door steniging wegens vermeend overspel, een vonnis dat vervolgens werd omgezet in een ter dood veroordeling door ophanging wegens een vermeende moord. Vandaag gaat het om de bedroevende situatie van Nasrin Soutoudeh, die is veroordeeld tot 11 jaar gevangenis voor het uitoefenen van haar beroep. Haar is toegang tot haar financiële middelen ontnomen en het recht op een advocaat ontzegd. Haar echtgenoot is deze week gearresteerd voor – en ik citeer – “het verspreiden van leugens en het ontwrichten van de publieke opinie”. Probeer dat maar eens te volgen!

We moeten proberen onze invloed zo goed mogelijk aan te wenden om dit kwaad en deze waanzin te stoppen, en dan denk ik vooral aan de mishandeling van en gebrek aan respect voor vrouwen. Deze twee voorbeelden zijn in dat opzicht tekenend.

 
  
MPphoto
 

  George Sabin Cutaş (S&D).(RO) De veroordeling van mensenrechtenactivist Nasrin Sotoudeh laat zien hoe fragiel het respect voor mensenrechten is in Iran. Sinds de controversiële herverkiezing van president Ahmadinejad in juni 2009 zijn alle protesten op brute wijze onderdrukt, duizenden burgers gearresteerd en honderden van hen veroordeeld.

Nasrin Sotoudeh werd tot 11 jaar gevangenisstraf veroordeeld omdat zij als advocate vele tegenstanders van het regime had verdedigd, die waren gearresteerd bij de demonstraties na de presidentsverkiezingen. Zij werd ook bestraft omdat ze in deze periode interviews had gegeven aan de buitenlandse pers. Dit is een typisch geval van schending van de vrijheid van meningsuiting, van het recht van advocaten om zonder druk of dwang hun beroep uit te oefenen en van het recht op een eerlijk proces.

In deze context wil ik de Commissie en de Raad eraan herinneren dat alle samenwerking tussen Iran en de Europese Unie moet uitgaan vanuit de premisse dat respect voor de mensenrechten absoluut noodzakelijk is.

 
  
MPphoto
 

  Ryszard Czarnecki (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, dit is de zoveelste zaak die de Europese publieke opinie en ons, afgevaardigden in het Europees Parlement, choqueert. Wanneer we in hetzelfde land steeds situaties tegenkomen die een flagrante schending zijn van de mensenrechten, dan wordt het tijd om na te denken over de structuur en de verantwoordelijkheid van dat land. Het is zonneklaar dat het respecteren van de eigen tradities en gewoonten niet samengaat met bepaalde verklaarde normen of met Europese normen –ik denk hierbij aan de mensenrechten. Dat ligt voor de hand en het is goed dat het Europees Parlement zich daar nu mee bezighoudt. De vraag blijft echter of de politieke druk, een volgend vraagstuk waar het Europees Parlement zich in relatie tot Iran over uitspreekt, wel voldoende effect sorteert. Misschien is het noodzakelijk om die druk verder op te voeren.

 
  
MPphoto
 

  Jaroslav Paška (EFD). - (SK) Mijnheer de Voorzitter, mensenrechtenactivisten en –advocaten worden in Iran sinds lang vervolgd en opgepakt en de veroordeling van advocate Nasrin Sotoodeh, is daar een droef voorbeeld van.

Het Iranese regime heeft hetzelfde gedaan met de activiste Shiva Nazar Ahari en de advocaten Mohammad Seifzadeh en Mohammad Oliyafar. Eenzelfde lot wacht ook andere activisten.

De onderdrukking in Iran wordt steeds sterker en onze pogingen om de situatie te verbeteren hebben geen enkel effect. De willekeur van het regime tegen diegenen die bezwaren hebben tegen het regime neemt dergelijke vormen aan, dat we serieus moeten overwegen ons beleid ten opzichte van dit land te wijzigen en mogelijkheden te overwegen om effectiever druk uit te oefenen op de Iranese regering, zodat we het Iranese volk kunnen helpen om vrijer te ademen. Natuurlijk zal dat niet eenvoudig zijn, maar ik denk dat we verplicht zijn te proberen de situatie in Iran te veranderen.

 
  
MPphoto
 

  Sari Essayah (PPE). − (FI) Mijnheer de Voorzitter, Nasrin Sotoudeh is een van de bekendste mensenrechtenadvocaten van Iran en heeft onder andere Shirin Ebadi, winnares van de Nobelprijs voor de vrede, verdedigd. Onder haar klanten bevonden zich ook minderjarige ter dood veroordeelden en slachtoffers van gezinsgeweld. Haar enige misdaad is dat zij haar beroep uitoefent, namelijk het verdedigen van mensen die niet in staat zijn zichzelf tegen het wrede Iraanse regime te verdedigen.

De onlusten en de gevolgen ervan na de verkiezingen van 2009 hebben ertoe geleid dat de Iraanse autoriteiten harde maatregelen nemen tegen mensenrechtenverdedigers en -activisten. Het doel van de Iraanse regering is de hele oppositie, zowel in als buiten Iran, het zwijgen op te leggen.

Dit Parlement is bijvoorbeeld opgekomen voor de mensen in Ahvaz en heeft een unanieme schriftelijke verklaring over deze zaak ingediend. Het is vreemd dat de internationale gemeenschap niets kan doen om dit wrede regime te verdrijven.

 
  
MPphoto
 

  Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (S&D). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, tijdens het vorige debat over schendingen van de mensenrechten in Iran, dat slechts vier maanden geleden in dit Parlement plaatsvond, heb ik tijdens vermeld dat dagelijks vijf Iraanse burgers te horen krijgen dat zij zullen sterven door voltrekking van de doodstraf. Aan deze dramatische statistieken moeten we de jarenlange gevangenisstraffen toevoegen van Iraanse advocaten die de verdediging op zich hebben genomen van slachtoffers van het Iraanse justitiële systeem, al kunnen we de laatste twee woorden misschien beter tussen aanhalingstekens zetten. De 47-jarige Nasrin Sotoudeh die op 4 september is gearresteerd, gemarteld en veroordeeld tot elf jaar gevangenisstraf, is hier een voorbeeld van.

Ook ander Iraanse advocaten worden onderdrukt. Shiva Nazarahari, medeoprichtster van het Comité van mensenrechtenverslaggevers, is veroordeeld tot vier jaar gevangenis. Mohammed Seifzadeh is veroordeeld tot negen jaar gevangenis en heeft een tienjarig verbod op de uitoefening van zijn beroep opgelegd gekregen, en Mohammed Olyafar moet een eenjarige gevangenisstraf uitzitten voor de verdediging van zijn cliënten. Ik denk dat we gebruik moeten maken van de onderhandelingpositie van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en druk uit moeten oefenen om het thema van de mensenrechtenverdedigers zo snel mogelijk op de agenda van de besprekingen met Iran te zetten.

 
  
MPphoto
 

  Monica Luisa Macovei (PPE).(RO) De zaak van advocaat Nasrin Sotoudeh is zeer ernstig. Zij is veroordeeld tot 11 jaar gevangenisstraf, mag haar beroep niet uitoefenen en mag het land 20 jaar lang niet verlaten. Wat heeft zij gedaan? Zij heeft Nobelprijswinnaar Shirin Ebadi verdedigd, evenals andere politieke en mensenrechtenactivisten, journalisten en minderjarigen die ter dood veroordeeld waren.

Sinds 2009 zijn ten minste 15 mensenrechtenadvocaten veroordeeld tot gevangenisstraffen in Iran. Met dergelijke maatregelen schendt Iran fundamentele mensenrechten en fundamentele VN-beginselen inzake de rol van advocaat. Ik roep de Commissie en de Raad op om te bemiddelen voor de onmiddellijke vrijlating van advocaat Nasrin Sotoudeh.

 
  
MPphoto
 

  Štefan Füle, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Europese Unie is nog steeds zeer bezorgd over de ernstige en verslechterende situatie van de mensenrechten en de grondrechten in de Islamitische Republiek Iran. In de afgelopen twee jaar zijn de omstandigheden voor het werk van mensenrechtenverdedigers van moeilijk schier onmogelijk geworden.

Voor Nasrin Sotoudeh en vele anderen die in hun werk de goede zaak verdedigen van grondrechten en vrijheid, is het niet mogelijk om vanuit de gevangenis te werken. De impact van deze arrestatie is glashelder: wanneer je in Iran dapper genoeg bent om op te komen voor diegenen die de staat zelf zou moeten beschermen, loop je het risico te worden geïntimideerd, in de gevangenis te belanden, of erger.

De Europese Unie heeft zich hierover uitgesproken. In 2010 zijn meer dan tien verklaringen afgelegd door hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter Ashton over de algemene situatie in Iran en over individuele gevallen. Daarnaast heeft de Europese Unie discrete diplomatieke stappen ondernomen om toelichtingen en verklaringen van de Iraanse autoriteiten te verkrijgen, en heeft zij de boodschap overgebracht dat de situatie in Iran verbeterd diende te worden. Op 14 januari 2011 heeft hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter Ashton een verklaring afgelegd over het proces tegen Nasrin Sotoudeh en in die verklaring was sprake van zowel mevrouw Sotoudeh als mevrouw Shiva Nazar Ahari, respectievelijk advocaat en journalist en veroordeeld tot respectievelijk elf en vier jaar gevangenisstraf.

De Islamitische Republiek Iran is onlangs verkozen tot lid van de VN Commissie ‘Status van Vrouwen’. Mevrouw Sotoudeh en mevrouw Ahari zijn vrouwen die de rechten zijn ontnomen waar zij zelf zo hard voor gevochten hebben. De Europese Unie zal de Iraanse autoriteiten eraan blijven herinneren dat zij bovenal hun internationale verplichtingen op grond van de door hen ondertekende en geratificeerde internationale overeenkomsten en verdragen moeten nakomen. We blijven nieuwe manieren zoeken om onze acties ter verdediging van de mensenrechten effectiever te maken, waarbij we alle mogelijkheden zullen gebruiken die ons ter beschikking staan. Het Iraanse volk verdient dat.

 
  
MPphoto
 

  Bernd Posselt (PPE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, we hebben hier in het Parlement een volstrekt overbodige werkgroep die ervoor moet zorgen dat plenaire vergaderingen interessanter worden. Deze groep had er goed aan gedaan de vergadering van vandaag onder loep te nemen. Het enige wat we nodig hebben, is voldoende tijd, en daarom zouden we ook donderdagmiddag tijd moeten krijgen. Verder moet de juiste Voorzitter de vergadering leiden, iemand die zowel streng als flexibel kan zijn. Dat zal zorgen voor levendige en interessante vergaderingen.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt dadelijk plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Eija-Riitta Korhola (PPE), schriftelijk. (FI) De situatie van actieve mensenrechtenverdedigers in Iran wordt steeds moeilijker. Bovendien lezen wij over het toenemend aantal doodstraffen. De Nederlandse Zahra Bahrami, die in onze eerdere haastige resoluties werd genoemd, werd ter dood veroordeeld en haar advocaat, Nasrin Sotoudeh, kreeg elf jaar gevangenisstraf voor “het in gevaar brengen van de nationale veiligheid”.

Zoals wij weten wordt het rechtssysteem in Iran gekenmerkt door een ernstig gebrek aan rechtvaardigheid en transparantie. Het is daarom belangrijk dat de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid het land er niet te gemakkelijk van af laat komen, maar doorgaat met het ter sprake brengen van mensenrechtenkwesties in de betrekkingen met Iran. Laat mij de minimumeisen noemen: onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van mensenrechtenadvocaat Sotoudeh en andere gewetensgevangenen, heroverweging van de doodstraf voor Bahrami met betrokkenheid van de Nederlandse autoriteiten, toegang van vertegenwoordigers van het Rode kruis tot gevangenen en toelating van mensenrechtenorganisaties om de situatie in het land te beoordelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Róża Gräfin von Thun und Hohenstein (PPE), schriftelijk. – (PL) Het Europees Parlement moet reageren op gevallen van schending van de mensenrechten. We mogen niet vergeten dat dankzij publicatie van concrete gevallen de internationale gemeenschap meer druk kan uitoefenen op landen die de algemeen aanvaarde democratische normen niet naleven. Nasrin Sotoudeh vertegenwoordigde Iraanse burgerrechtenactivisten en mensenrechtenactivisten tijdens hun processen en verdedigde minderjarige terdoodveroordeelden. De Iraanse autoriteiten bestempelden haar activiteiten als propaganda tegen de staat en hebben haar veroordeeld tot elf jaar gevangenis. Het is goed dat haar geval aan de orde is gesteld tijdens de plenaire vergadering van het Europees Parlement. De oproep van het Europees Parlement om Nasrin Sotoudeh en andere gewetensgevangenen vrij te laten en een onafhankelijke commissie in te stellen die de processen van de mensenrechtenverdedigers onderzoekt, mag niet genegeerd worden.

 
  

(1) Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid