Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 2 februari 2011 - Brussel Uitgave PB

16. Referendum over de toekomstige status van Zuid-Soedan (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over het referendum over de toekomstige status van Zuid-Soedan.

 
  
MPphoto
 

  Catherine Ashton, vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik zal de verklaring voorlezen en dan met genoegen mijn collega Michel Barnier vragen het van me over te nemen en het debat af te ronden. Ik denk dat de geachte leden van het Parlement wel hebben begrepen wat de redenen daarvoor zijn.

We zijn getuige van een historisch moment voor Soedan en in feite voor heel Afrika. De bevolking van Zuid-Soedan heeft lange tijd gewacht op de kans om hun recht op zelfbeschikking uit te oefenen. De tijdige, vreedzame en geloofwaardige uitvoering van het referendum is een buitengewoon succes geworden en daar zou iedereen trots op moeten zijn.

De voorlopige uitslagen van het referendum in de tien zuidelijke staten werden op 30 januari bekendgemaakt en lieten een indrukwekkende meerderheid (99,5 procent) vóór afscheiding zien. We wachten nog op de definitieve resultaten, die in de loop van de volgende weken bekend zullen worden gemaakt.

We feliciteren de Zuid-Soedanese bevolking met hun vastberadenheid, waardigheid en geduld, toen ze in zo groten getale zijn gaan stemmen. We complimenteren ook de zuidelijke partijen bij het alomvattend vredesakkoord voor hun leiderschap alsmede de Soedanese referendumautoriteiten voor de buitengewone manier waarop ze het referendum hebben georganiseerd ondanks de enorme uitdagingen waarmee ze werden geconfronteerd.

Het succes van het referendum is vóór alles een Soedanese prestatie, maar is tevens gebaseerd op de steun van de Afrikaanse Unie en van het Implementatiepanel op hoog niveau van de Afrikaanse Unie onder leiding van president Mbeki, die de partijen heeft geholpen vooruitgang te boeken, alsmede op de continue diplomatieke aandacht vanuit de internationale gemeenschap, waaronder de Verenigde Naties, de Verenigde Staten en natuurlijk de Europese Unie.

Soedan heeft gedurende de afgelopen maanden hoog op onze politieke agenda in Brussel gestaan. We hebben er in de Raad Buitenlandse Zaken over gesproken in november en december. We zijn het deze week in de Raad Buitenlandse Zaken eens geworden over conclusies en we zullen de situatie in de gaten blijven houden.

Boven alles wil ik echter Véronique de Keyser, hoofd van de EU-waarnemingsmissie voor het referendum over Zuid-Soedan, en haar team bedanken voor de belangrijke rol die ze hebben gespeeld en voor hun bijdrage aan het tot stand brengen van vertrouwen in dit proces onder de bevolking van Soedan. De inzet van een grote en ervaren waarnemingsmissie was een belangrijke en tastbare Europese bijdrage en mijn oprechte dank gaat naar u uit, omdat ik weet dat u persoonlijk zo’n belangrijke rol hebt gespeeld, en daarvoor zijn we u zeer erkentelijk.

Ook hebben we technische expertise en financiële steun geleverd aan de Soedanese referendumautoriteiten.

In afwachting van de bekendmaking van de definitieve resultaten wil ik herhalen dat de EU de uitkomst van het referendum zal eerbiedigen als een uitdrukking van de wensen van de Zuid-Soedanese bevolking. De opmerkingen van president al-Bashir op 4 januari in Juba, namelijk dat de regering van Soedan de uitkomst van het referendum zal eerbiedigen, als eerste de nieuwe status zal erkennen en haar volledige medewerking hieraan zal verlenen, welke opmerkingen werden herhaald tijdens de minitop over Soedan op 31 januari in Addis Ababa, zijn bemoedigend. We dringen er bij alle belanghebbenden op aan terughoudendheid in acht te nemen en ervoor te zorgen dat de kalmte bewaard blijft en de veiligheid en bescherming van alle volkeren in Soedan gewaarborgd worden.

Hoewel het referendum over zelfbeschikking voor Zuid-Soedan een groot succes was, kunnen we het ons niet veroorloven zelfgenoegzaam te zijn gezien de enorme uitdagingen die voor ons liggen.

Het referendum over Abeyi, dat op hetzelfde moment als het referendum over Zuid-Soedan had moeten plaatsvinden, is nog steeds niet gehouden. We zijn bezorgd over het geweld dat in Abeyi heeft plaatsgevonden aan de vooravond van het referendum en we dringen er bij de partijen op aan verder geweld te voorkomen en een inhoudelijke oplossing te vinden om het fundament te leggen voor co-existentie op de lange termijn van de lokale gemeenschappen ter plaatse.

Er zijn andere openstaande kwesties in verband met het alomvattende vredesakkoord die nog opgelost moeten worden, waaronder de demarcatie van de grens tussen noord en zuid en het organiseren van openbare raadplegingen in de Blauwe Nijl en Zuid-Kordofan. We hopen nu dat de partijen na het referendum hun energie opnieuw zullen richten op het oplossen van deze kwesties en op andere belangrijke kwesties, zoals burgerschap, regelingen tot waarborging van de veiligheid, olieopbrengsten en andere economische aangelegenheden. Het is bemoedigend dat beide partijen akkoord zijn gegaan met een aantal beginselen en met name hebben toegezegd te zullen werken aan twee levensvatbare staten met ‘zachte’ grenzen en constructieve betrekkingen op te bouwen. E is echter nog veel werk te doen en we zullen de bemiddelingspogingen van president Mbeki blijven steunen.

We worden ook met een humanitaire uitdaging geconfronteerd. Iedere dag keren ongeveer 2 000 mensen vanuit het noorden terug naar Zuid-Soedan. Deze mensen hebben hulp nodig bij de herintegratie in hun lokale gemeenschappen.

Ik ben nog steeds zeer bezorgd over de toename van geweld in Darfur, wat er onlangs toe leidde dat tienduizenden mensen op de vlucht sloegen, en over de ernstige gevolgen hiervan voor humanitaire operaties. Drie Europese burgers worden nog steeds gegijzeld.

We zijn ook nog steeds bezorgd over de detentie van mensenrechtenactivisten, journalisten, politici van de oppositie en vreedzaam demonstrerende studenten. Een van de grondbeginselen van het alomvattend vredesakkoord was de instelling van democratisch bestuur op basis van de eerbiediging van diversiteit en vrijheden, en we willen eerbiediging van de fundamentele vrijheden en werkelijk inclusief democratisch bestuur, zowel in het noorden als in het zuiden zien.

Ik kan u verzekeren dat dit, ook met het oog op de toekomst, hoog op onze agenda blijft staan. We zullen ons overleg met zowel Khartoem als Juba voortzetten. We zijn bereid om ons engagement ten opzichte van Khartoem te intensifiëren en om onze dialoog te versterken. We houden vast aan onze beloften van steun aan de bevolking van het noorden, in het bijzonder in door oorlog geteisterde gebieden zoals het oosten, het overgangsgebied en Darfur. Zuid-Soedan zal niet stabiel zijn als Noord-Soedan niet stabiel is en omgekeerd. Enkele EU-ministers van Buitenlandse Zaken hebben gezegd bereid te zijn EU-steun voor internationale schuldverlichting voor Soedan in overweging te nemen, afhankelijk van de politieke vooruitgang.

In Zuid-Soedan moet de EU een aanzienlijke bijdrage leveren aan stabilisatie, ontwikkeling en institutionele capaciteitsopbouw. We bieden reeds ondersteuning op het gebied van basisdiensten en landbouwontwikkeling – naast de omvangrijke bilaterale programma’s van een aantal lidstaten – en we onderzoeken onze strategie op langere termijn voor ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Soedan.

We erkennen echter ook dat Darfur net zoveel aandacht op hoog niveau verdient als de uitvoering van het alomvattende vredesakkoord. We roepen dus alle partijen op de vijandelijkheden te staken, een akkoord over een staakt-het-vuren te sluiten en te werken aan een alomvattend en rechtvaardig politiek akkoord. We zullen onze inspanningen intensifiëren om alle partijen aan te moedigen op een serieuze manier deel te nemen aan het vredesproces van Doha.

Tot slot een paar woorden over rechtspraak: duurzame vrede in Darfur kan niet worden bereikt zonder rechtspraak en verzoening. Er moet een einde komen aan straffeloosheid. De Raad heeft herhaaldelijk de aandacht gevestigd op de plicht van de regering van Soedan om haar volledige medewerking te verlenen aan het Internationaal Strafhof.

Ik ben van mening dat de EU een belangrijke rol te spelen heeft bij het ondersteunen van een vreedzame, stabiele en democratische toekomst voor de Soedanese bevolking, hetzij in één land, hetzij in twee landen. We zijn het aan de Soedanese bevolking in zowel het noorden als het zuiden verschuldigd om hen bij te staan en hun op dit cruciale moment onze steun en aanmoedigingen te bieden.

 
  
MPphoto
 

  Mariya Nedelcheva, namens de PPE-fractie. – (FR) Mevrouw de Voorzitter, barones Ashton, dames en heren, de Soedanese autoriteiten in Khartoem geven positieve signalen af, ook met het voorbeeldige verloop van het referendum, waarbij zij aangeven de resultaten van het referendum in Zuid-Soedan te zullen accepteren.

Na decennia van burgeroorlog denk ik dat ik niet overdrijf wanneer ik dit bestempel als een historisch moment voor Afrika. Historische momenten zijn echter niet eeuwigdurend, maar vergankelijk. Om ervoor te zorgen dat een bladzijde van de geschiedenis echt wordt omgeslagen, mogen degenen die de verandering hebben bewerkstelligd niet achteroverleunen. Zij moeten duidelijke, gezonde en levensvatbare fundamenten leggen om een betere toekomst te kunnen garanderen.

Zuid-Soedan bevindt zich op zo'n keerpunt omdat er nog veel kan gebeuren tot 9 juli, wanneer dit land officieel onafhankelijk zal worden. De twee landen staan voor een groot aantal uitdagingen. De dringendste kwestie is die van de grenzen. Het statuut van Abyei is nog onzeker. Er moet een oplossing worden gevonden om te voorkomen dat er eventuele conflicten ontstaan.

Anderzijds is er de kwestie van de zogenaamde teruggekeerde vluchtelingen. Hoe zullen deze worden ontvangen? Zal de piepjonge staat erin slagen zoveel mensen in zo'n korte tijd op te nemen? Om deze mensen weer burgerschap, werk en acceptabele leefomstandigheden te kunnen bieden, moet er om te beginnen worden gezorgd voor stabiele instellingen, ook binnen de rechtspraak, politie, het leger en het hele overheidsapparaat in het algemeen.

Dit referendum vormt echter ook een grote uitdaging voor Noord-Soedan. De autoriteiten zullen zich moeten aanpassen aan een nieuwe politieke context. Afgelopen weekend hebben er al demonstraties plaatsgevonden. Zal de regering de politieke, etnische, culturele en religieuze diversiteit steunen? De fouten uit het verleden mogen immers absoluut niet worden herhaald.

In beide landen ligt de sleutel tot succes in de garantie van een pluralistische politieke ruimte, van etnische en religieuze diversiteit en van het primaat van het recht. Zonder deze zullen we nooit kunnen spreken van democratie.

Nog een laatste opmerking. De economische, sociale en politieke onderlinge afhankelijkheid zou de autoriteiten van de twee landen moeten aanzetten tot een onafgebroken dialoog en samenwerking. De Europese Unie zal van haar kant een belangrijke partner zijn tijdens de toekomstige ontwikkelingen van Zuid- en Noord-Soedan en wel doordat zij beide landen echte ontwikkelingsprojecten zal voorstellen.

 
  
MPphoto
 

  Véronique De Keyser, namens de S&D-Fractie. – (FR) Mevrouw de Voorzitter, na dit debat over Tunesië, Egypte en andere landen die momenteel streven naar vrijheid, wil ik u zeggen dat de ervaring van onze waarnemingsmissie in Zuid-Soedan voor het referendum beantwoordde aan een schitterend en voorbeeldig scenario. Voorbeeldig omdat het referendum goed is verlopen en alle rampscenario's heeft gelogenstraft; schitterend daar wij hebben gezien hoe de Zuid-Soedanezen met tranen in hun ogen gingen stemmen – aangezien zij soms meer dan vijftig jaar op dat moment hadden gewacht en een burgeroorlog hadden doorgemaakt – en deze overgang op een vreedzame manier en met onbeschrijflijke vreugde ondergingen.

Het is waar dat het hierna moeilijk zal worden, maar we moeten van deze ommezwaai kunnen genieten. Ik moet zeggen dat dit echt een zegen was, wanneer ik denk aan de instrumenten van de Europese Unie en aan al die keren dat ik kritiek heb geleverd op de verkiezingswaarnemingsmissies die niet succesvol zijn verlopen.

Als alles goed gaat, zal Zuid-Soedan op 9 juli dus de vierenvijftigste Afrikaanse staat worden. Deze zal nu een aantal uitdagingen tegemoet gaan, zoals barones Ashton al heeft aangegeven.

Om te beginnen Abyei, een olierijke regio op de grens tussen het noorden en het zuiden, waarvan de grenzen echter niet duidelijk zijn vastgelegd en waarvoor geen specifiek referendum is gehouden. Er moet echt een oplossing worden gevonden voor Abyei, maar voorlopig is er geen. Tijdens het referendum kwam het daar bovendien tot gewelddadigheden, net als in de Eenheidsstaat en Zuid-Kordofan. Het is een regio die het geheel zou kunnen destabiliseren.

Vervolgens is er deze kwestie die zowel door Mariya Nedelcheva – die ik bedank voor haar deelname aan de waarnemingsmissie - als door barones Ashton ter sprake is gebracht, namelijk die van het burgerschap. De Zuid-Soedanezen die in het noorden woonden en werkten en er soms zelfs een huis bezaten, zijn met tienduizenden, ja zelfs honderdduizenden naar het zuiden gevlucht en zullen waarschijnlijk opnieuw moeten worden geïntegreerd in de economie van het zuiden. Zij hebben geen vertrouwen in het noorden, ze weten niet of ze hun baan kunnen behouden – in het overheidsapparaat hoogstwaarschijnlijk niet –, hetgeen een groot probleem is.

Tot slot is er het probleem van het Internationaal Strafhof. Op de agenda van Salva Kiir, de Zuid-Soedanese president, staat samenwerking met het noorden als de resultaten door het noorden worden erkend. Hij is er al in geslaagd president al-Bashir naar het zuiden te doen komen, alwaar hij hem in Juba heeft ontvangen. Dit was een bijzonder moment, een moment van verzoening, een moment waarop een bladzijde is omgeslagen. Salva Kiir vertelde ons dat als hij nu het akkoord over het Statuut van Rome zou ondertekenen, dit zou inhouden dat hij al-Bashir moet arresteren zodra deze weer bij hem op bezoek komt. Hij vroeg zich af hoe hij dan met hem moest samenwerken, hoe zij dan deze fameuze verzoening tussen het noorden en het zuiden tot een goed einde moesten brengen. "Dit moet u ons niet vragen", zei hij. Wij zijn natuurlijk gesteld op het Internationaal Strafhof, maar tegelijkertijd realiseren wij ons dat de samenwerking tussen het noorden en het zuiden het recept is voor vrede.

Ik vrees dat er dus een heleboel problemen moeten worden opgelost. De missie was, zoals ik al zei, een schitterende ervaring, maar Soedan blijft tot 9 juli één land.

 
  
  

VOORZITTER: RAINER WIELAND
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Charles Goerens, namens de ALDE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, wij weten al meer dan twintig jaar wat de bevolking van Zuid-Soedan níet wil, namelijk de door Khartoem voorgeschreven sharia. Dit lag ten grondslag aan een burgeroorlog die het leven heeft gekost aan meer dan twee miljoen mensen; het in 2005 ondertekende vredesakkoord heeft hieraan een einde gemaakt.

Sinds een week weten we officieel wat de Zuid-Soedanezen wél willen, namelijk onafhankelijkheid en afscheiding van het noorden. Het is echter niet alleen een kwestie van willen, er moet ook in het dagelijks leven kunnen worden omgegaan met de onafhankelijkheid.

De nieuwe staat heeft nog geen definitieve grens met het noorden. Ook is nog niet duidelijk hoe de winsten uit de oliewinning zullen worden verdeeld. Er trekken nog duizenden mensen vanuit het noorden naar het zuiden en de ontwikkelingsperspectieven zijn nog niet erg duidelijk, gezien enerzijds de geringe middelen van Zuid-Soedan en anderzijds een bijzonder laag opleidingsniveau. Kortom, deze nieuwe staat moet nog helemaal worden opgebouwd.

Ook al is de opbouw van de nieuwe staat in de eerste plaats een zaak van de Zuid-Soedanezen zelf, de onafhankelijkheid zal fundamentele veranderingen teweegbrengen. Ieder conflict tussen het noorden en het zuiden zal voortaan een internationale kwestie worden en niet meer alleen, zoals daarvóór, een binnenlandse aangelegenheid. Voor de VN-Veiligheidsraad zullen er dus dingen veranderen.

We hebben dringend behoefte aan een duidelijke strategie waarin de prioritaire hoofdlijnen op politiek en economisch gebied worden uitgezet, met als doel de Zuid-Soedanezen uit de extreme armoede te halen. De Europese Unie moet weten wat de mensen ter plaatse verwachten van hun eerste traditionele donor, en daarbij het zelfbeschikkingsrecht van het volk ten volle respecteren. De Europese Unie zou zelfs het leiderschap op zich moeten nemen van alle partijen die samen met de nieuwe staat de immense taak op zich nemen dit deel van Afrika opnieuw op te bouwen.

 
  
MPphoto
 

  Judith Sargentini, namens de Verts/ALE-Fractie. – Wij zijn getuige van de geboorte van een nieuwe staat en daar word ik heel blij van, maar ook bezorgd. Zuid-Soedan is immers een van de armste landen in Afrika. Het is ook een land met heel veel olie in de grond. Het is bovendien ook een land waar een heleboel mensen naar terugkeren, vluchtelingen zonder dak boven hun hoofd, zonder eten en zonder baan. Dat is een recept voor ongelukken en zelfs een recept voor een gewapend conflict.

Als er niet een oplossing verzonnen wordt tussen de olie die in de grond zit in Zuid-Soedan en de haven in het noorden die deze olie moet verschepen, dan komt er inderdaad, zoals mijn collega Goerens zegt, een internationaal conflict uit. Dus wat kunnen wij doen?

Europa moet daar zijn en moet daar blijven. Waarom geen Eupol-missie naar Zuid-Soedan om de rechtsstaat te helpen oprichten, om dit land een eigen, verse, nieuwe kans te geven en wie weet wordt dat land dan wel een voorbeeld in Afrika. Dat help ik ze hopen!

 
  
MPphoto
 

  Charles Tannock, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb er nooit aan getwijfeld dat de splitsing van Soedan de enige manier was om vrede, rechtvaardigheid en ontwikkeling voor Zuid-Soedan zeker te stellen. Het verheugt me daarom ten zeerste dat de Zuid-Soedanezen met zo’n overweldigende vastberadenheid gekozen hebben voor een soevereine, onafhankelijke toekomst.

Het feit dat meer dan 99 procent van de kiezers voor afscheiding heeft gekozen houdt een ernstige veroordeling in van Khartoem en van de al decennia durende pogingen van president al-Bashir om het christelijke en animistische zuiden te veroveren en te onderwerpen aan orthodox islamisme en shariawetgeving.

Zuid-Soedan moet nu de hoogste prioriteit krijgen binnen het EU-beleid voor humanitaire ontwikkeling. Het referendum is niet het einde van het proces maar het begin ervan. Zuid-Soedan moet zeker kunnen zijn van de totale en vastberaden betrokkenheid van de EU, en een van de dingen die ik de hoge vertegenwoordiger vraag te garanderen is dat alle EOF-middelen onmiddellijk worden overgedragen aan de nieuwe staat, zelfs voordat hij de Overeenkomst van Cotonou ratificeert.

Ik roep tevens alle 27 lidstaten op om deze nieuwe Afrikaanse natie op 9 juli onmiddellijk te erkennen, zoals vastgelegd in het alomvattende vredesakkoord. Zonder deze erkenning zou alle vooruitgang die Zuid-Soedan in de afgelopen jaren heeft geboekt tevergeefs zijn. Een nieuwe oorlog in Afrika zou onvoorstelbare gevolgen hebben voor heel Afrika.

Tot slot hoop ik dat er maatregelen worden getroffen om te waarborgen dat de personele en financiële middelen die aan de EU-delegatie in Juba worden toegewezen toereikend zullen zijn.

Ik vertrouw er ook op dat de hoge vertegenwoordiger Zuid-Soedan binnenkort zal kunnen bezoeken. Het verheugt me, als Britse burger, ook zeer dat de nieuwe regering in Juba heeft beloofd om de onafhankelijkheid van de Republiek Somaliland, het voormalige protectoraat Brits Somaliland, te erkennen en ik ben ervan overtuigd dat vele andere Afrikaanse en Europese staten spoedig daarna zullen volgen.

Ik zou ook mijn erkentelijkheid willen betuigen aan de heer Nazario, hoofd van de Zuid-Soedanese missie bij de EU, die binnenkort de ambassadeur van het land zal worden en die vandaag hier op de tribune aanwezig is. Zou u misschien even op kunnen staan, mijnheer Nazario, en ook de Zuid-Soedanese delegatie, die ook op de tribune zitten.

(Applaus voor de heer Nazario en de Zuid-Soedanese delegatie)

 
  
MPphoto
 

  Sabine Lösing, namens de GUE/NGL-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, zal de situatie van de mensen in Zuid-Soedan nu verbeteren of is de scheiding meer in het belang van het Westen om de olievoorraden onder controle te krijgen? In ieder geval wordt het zuiden met enorme uitdagingen geconfronteerd. Zonder een goed functionerende infrastructuur en met de huidige catastrofale economie zal er lange tijd civiele humanitaire hulp nodig zijn.

Het gevaar van gewelddadige conflicten is helaas waarschijnlijk nog niet helemaal uitgebannen. Deskundigen gaan er echter vanuit dat deze niet met militaire middelen opgelost kunnen worden. Een focus op militaire middelen staat de werkelijke oplossing van de conflicten juist in de weg. De noodzakelijk civiele bijstand kan zonder militaire begeleiding veel effectiever worden verleend. Door de overname van civiele taken door militairen wordt de duurzame opbouw van civiele structuren belemmerd.

Een voorbeeld hiervan is Darfur. Daar worden intussen taken van ontwikkelings- en humanitaire organisaties overgenomen door een enorm militair apparaat, wat door deze organisaties sterk bekritiseerd wordt. Wij vragen dat men zich concentreert op zuiver civiele conflictbeheersing en steunmaatregelen, dat wil zeggen dat de VN-missie moet worden teruggebracht tot civiele componenten en geen EU/Battlegroups mogen worden ingezet. Met het oog op een ontwikkelingsperspectief vragen wij bovendien om schuldkwijtschelding voor Soedan.

 
  
MPphoto
 

  Bastiaan Belder, namens de EFD-Fractie. – Alle tekenen wijzen erop dat het referendum in Zuid-Soedan van 9 januari uitloopt op nagenoeg unanieme steun voor onafhankelijkheid. Dat valt volkomen te begrijpen, te billijken, ja, goed te keuren.

Zuid-Soedan heeft immers 23 jaar burgeroorlog met het Arabische noorden achter de rug, waarbij 2,5 miljoen burgers omkwamen en meer dan 4 miljoen verdreven werden. En dan spreken wij nog niet over de noordelijke slavenjachten, waarvan wellicht honderdduizend Zuid-Soedanese vrouwen en kinderen het slachtoffer werden. Tegen deze historische achtergrond behoeft het geen betoog dat de jongste staat in wording elke internationale hulp kan gebruiken bij zijn opbouw.

En daartoe behoort zeker een betrouwbaar politieapparaat. En juist vorige week bereikten mij daarover zorgwekkende berichten. Het gaat om ernstige misstanden met de nieuwe politieacademie in Rajaf. Daarvoor, maar evenzeer voor alle urgente staatszaken die Zuid-Soedan staan te wachten vraag ik graag Europese aandacht en inzet.

 
  
MPphoto
 

  Martin Ehrenhauser (NI).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik heb twee dingen van mijn reis naar Soedan meegenomen: in de eerste plaats het geloof in het overlevingsvermogen van Zuid-Soedan en in de tweede plaats de overtuiging dat er geen alternatief is voor dit geloof in het overlevingsvermogen. Maar net als een klein kind moeten we ook deze jonge staat begeleiden tot hij zelfstandig is. Dat is eenvoudigweg een taak voor de internationale gemeenschap.

Ik wil het over twee zaken hebben. Ten eerste over de kwijtschelding van schulden. Als Oostenrijkse afgevaardigde is dit voor mij van groot belang, want tenslotte is Oostenrijk de grootste crediteur in de Club van Parijs. Ik denk dat we hier het goede voorbeeld moeten geven, en ofschoon dit een taak van de lidstaten is, is het toch heel belangrijk dat er onder toezicht van de Europese Unie een zeer goede coördinatie van de lidstaten is.

Het tweede punt dat ik wil noemen betreft de patstelling waarin wij ons bevinden. Enerzijds is er het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof en anderzijds is er ook de wil en de noodzaak om de gelden uit het 10e Europees Ontwikkelingsfonds uit te betalen. Ik denk dat we hier een snelle, maar ook een zeer pragmatische oplossing nodig hebben.

 
  
MPphoto
 

  Filip Kaczmarek (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, wij zijn zeer verheugd over het vreedzame verloop van het referendum in Zuid-Soedan. Eensgezind prijzen onze waarnemers wat zij hebben gezien tijdens de waarnemingsmissie. Het referendum zelf krijgt ook een positieve beoordeling uitgaande van de door ons gepropageerde normen. Het was geloofwaardig, goed georganiseerd en het stelde de kiezers in de gelegenheid hun mening te uiten. Hoe belangrijk het referendum was voor de burgers van Soedan blijkt overduidelijk uit de opkomstcijfers: op de vierde dag werd al een opkomst van 60 procent geregistreerd. Daaruit blijkt hoe vastberaden de mensen waren om zelfbeschikking te verkrijgen.

Ons Parlement heeft in het verleden regelmatig kritiek geleverd op president Bashir, maar deze keer verdient hij waardering voor de verklaring die hij op 24 januari heeft afgelegd in Juba en waar mevrouw Ashton naar heeft verwezen. De president heeft verklaard dat hij elk besluit dat voortkomt uit het referendum zal respecteren, zelfs als dit afscheiding van Zuid-Soedan betekent. Alles wijst erop, dat de inwoners van de regio hun wil ondubbelzinnig kenbaar hebben gemaakt. Ik deel de hier geuite wensen en de hoop, dat beide delen van Soedan vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan, nadat de opdeling van het land een feit is geworden.

Het is nu belangrijk dat de vreedzame sfeer van het referendum wordt gevolgd door een even vreedzame periode waarin de resultaten worden bekendgemaakt en de transformatie in beide staten kan plaatsvinden. Veel waarnemers zijn bang dat de huidige golf van onlusten en democratische verwachtingen in verschillende landen, ook in Soedan, een voorwendsel wordt om het vredesproces te bevriezen en het onmogelijk zal maken de ambitieuze plannen uit te voeren. Aan de andere kant zijn er ook positieve signalen, bijvoorbeeld van de Afrikaanse Unie die bereid is om de onafhankelijkheid van het nieuwe Afrikaanse land te erkennen. We moeten ons er ook van bewust zijn dat met het referendum de zaak nog niet is afgelopen. We kunnen pas spreken van een succes als de wil van het volk van Soedan is uitgevoerd. Zoals we weten, kan dit al op 9 juli 2011 gebeuren, wanneer de onafhankelijkheid van Soedan wordt afgekondigd. Pas dan kunnen we het einde van dit langdurige bloedige conflict vieren.

 
  
MPphoto
 

  Corina Creţu (S&D).(RO) Mijnheer de Voorzitter, na veertig jaar burgeroorlog met meer dan twee miljoen doden en vier miljoen vluchtelingen is de afscheiding van Zuid-Soedan een antwoord op etnische en religieuze intolerantie, na het verslag van 2005 en het referendum van vorige maand. De betrokken partijen hebben ingestemd met afscheiding, en ik ben ervan overtuigd dat dit het draagvlak voor Soedan in de internationale gemeenschap sneller en gemakkelijker tot stand zal doen komen. Er bestaat echter een risico op een domino-effect op dit continent, dat trauma’s heeft opgelopen door de oorlogen ten gevolge van de kunstmatige grenzen uit koloniale tijden. Daarom is de overgangsperiode van zes maanden totdat er een nieuwe start kan worden gemaakt, cruciaal voor het bepalen van de toekomstige route van de nieuwe staat.

Aan de ene kant heeft het land te maken met militaire en strategische uitdagingen, het oplaaien van geweld onder voormalige militaire leiders van de afscheidingsbeweging, inmenging van milities, privatisering van de binnenlandse veiligheid, grensincidenten met islamitisch Soedan en de kwestie van de verdeling van olie-inkomsten met dat land. Aan de andere kant is er een groot humanitair probleem, en ik denk dat de Europese Unie hier grootschalig bij betrokken moet raken. Anders worden we geconfronteerd met een ramp, die de instabiliteit van de regio zal aanwakkeren. In Soedan sterft een op de tien kinderen in het eerste levensjaar, en een op zeven sterft voor het vijfde jaar. Er is beperkte toegang tot drinkwater en gezondheidszorg, en 80 procent van de bevolking is analfabeet. De helft van de bevolking in het zuiden is jonger dan achttien jaar en als ze niet overlijden als kind lopen ze het risico om door armoede en gebrek aan vooruitzichten te eindigen als kanonnenvoer in de conflicten die de onafhankelijkheid van de nieuwe staat kunnen ondermijnen.

Ik hoop dat de Europese Unie rekening houdt met de complexiteit van deze kwestie.

 
  
MPphoto
 

  Marielle De Sarnez (ALDE). (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik ben erg blij dat de Zuid-Soedanezen vrijelijk hun lot hebben kunnen bepalen. Het doet mij deugd te kunnen zeggen dat dit onbetwiste resultaat kon worden bereikt dankzij de enorme inzet van de internationale gemeenschap en de Europese Unie.

We staan voor een keerpunt in de geschiedenis: de totstandbrenging van duurzame vrede en een nieuwe staat in een land waar in 55 jaar onafhankelijkheid bijna 40 jaar een burgeroorlog heeft gewoed. Nu breekt er een nieuwe fase aan, namelijk die van de onderhandelingen tussen het noorden en het zuiden over de kwesties die nog geregeld moeten worden met het oog op de uitvoering van het akkoord uit 2005: burgerschap, afbakening van de grenzen, aansluiting van de regio Abyei bij het noorden of het zuiden, verdeling van de winsten uit de oliewinning en de schuldenkwestie.

De Europese Unie moet dit politieke proces natuurlijk begeleiden en de ontwikkeling van dit land steunen. De internationale gemeenschap en de Europese Unie mogen ook Noord-Soedan niet vergeten, of Darfur, waar het conflict nog lang niet is opgelost en het geweld de afgelopen twaalf maanden sterk is toegenomen, met meer dan 270 000 mensen die huis en haard hebben moeten verlaten en ruim drie miljoen mensen die op dit moment nog in kampen leven.

 
  
MPphoto
 

  Oriol Junqueras Vies (Verts/ALE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, het grondbeginsel van de Europese Unie is democratie, en aangezien een overgrote meerderheid van de inwoners van Zuid-Soedan op democratische wijze voor onafhankelijkheid gestemd heeft, dient de Europese Unie de ogenblikkelijke oprichting van de nieuwe staat te ondersteunen. We moeten dat onder meer doen omdat democratie de basis is voor stabiliteit, veiligheid en welvaart in Afrika, en ook in het Middellandse-Zeegebied. In dat verband zou ik tevens willen wijzen op het toenemende internationale belang van het recht op zelfbeschikking als instrument van internationale betrekkingen; we hebben dat gezien in Kosovo, en we zien het nu weer in Zuid-Soedan.

Het Internationale Strafhof heeft bepaald dat democratische onafhankelijkheidsprocessen geheel en al wetmatig zijn overeenkomstig het internationaal recht. Het bepalen van de grenzen keert terug naar waar het thuishoort: naar de democratie. Daarom moet de Unie om zichzelf te versterken ook bereid zijn om het recht op zelfbeschikking van elk Europees land te erkennen – zoals Catalonië, Schotland of Vlaanderen – dat op democratische wijze kiest voor onafhankelijkheid.

 
  
MPphoto
 

  Peter van Dalen (ECR). - Het zijn apocalyptische tijden. Van Mauretanië tot Oman zijn volken op drift. Wereldwijd sterven duizenden in natuurrampen. In Amerika en Europa wordt de dans om het gouden kalf van de euro en de dollar steeds wilder. Christenen worden in vele landen vervolgd.

Niemand weet wanneer de voltooiing van de geschiedenis daar zal zijn, maar de bijbel beveelt ons waakzaam en bereid te zijn.

Te midden van dit mondiale tumult zien wij een prachtige ontwikkeling: de geboorte van Zuid-Soedan. Na vele jaren van onderdrukking en oorlog wordt de bevolking van Zuid-Soedan bevrijd uit het slavenhuis. Het volk van Zuid-Soedan wordt verlost uit het diensthuis dat onder leiding staat van de internationaal gezochte misdadiger Omar Al Bashir. Dat is een reden voor grote dankbaarheid en vreugde.

Mijn Zuid-Soedanese vrienden hier vandaag aanwezig feliciteer ik van harte. Ik bid het nieuwe land wijsheid toe, opdat recht en gerechtigheid er zullen bloeien. Wees een land waar goedertierenheid en trouw elkaar ontmoeten. Wees een natie waar gerechtigheid en vrede elkaar kussen.

En de Commissie in de persoon van de heer Barnier vraag ik concreet de nieuwe staat van Zuid-Soedan direct te erkennen, zodra dat mogelijk is. En laat die erkenning gevolgd worden door daden. Ondersteun Zuid-Soedan waar mogelijk. Maak dit land speerpunt van uw buitenlands beleid. Ik hoor graag concreet uw reactie op mijn verzoek.

 
  
MPphoto
 

  Gay Mitchell (PPE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, dit is een kans voor het Soedanese volk, zowel in het noorden als in het zuiden, om zich te richten op de opbouw van hun economieën en op de aanwending van de rijkdom die hun olievoorraden hun kunnen opleveren, voor het voeden en ontwikkelen van hun volk. Wij moeten hen daar echter wel bij helpen, en wel zo snel mogelijk.

Op dit moment heeft tachtig procent van de zuiderlingen geen toegang tot toiletvoorzieningen. Een op de tien kinderen sterft voor zijn eerste verjaardag. In de armste delen van het zuiden maakt minder dan één procent van de kinderen de basisschool af. Ieder jaar exporteert Soedan voor miljarden dollars aan olie. Als het noorden en het zuiden tot een diplomatieke en vreedzame oplossing kunnen komen – en dat kunnen zij – dan kunnen beide partijen hun rijke natuurlijke hulpbronnen gebruiken om zichzelf, met wat hulp van hun vrienden, te ontworstelen aan de vreselijke armoede die hun land teistert.

Uiteraard zal de toekomst van beide regeringen afhangen van kwesties als de precieze vaststelling van de grens, de manier waarop de olieopbrengsten worden verdeeld en de status van Abyei, het betwiste olierijke grensgebied tussen Noord- en Zuid-Soedan. Ik dring er bij de hoge vertegenwoordiger en de Commissie op aan om aan te sturen op snelle diplomatieke onderhandelingen tussen noord en zuid om de resterende vraagstukken zo snel mogelijk op te lossen en, het belangrijkste, ervoor te zorgen dat dit onderwerp hoog op de agenda van de Europese Unie blijft staan.

Ik zie ernaar uit om parlementariërs uit beide landen, die hun respectievelijke landen op persoonlijke titel vertegenwoordigen, over niet al te lange tijd te verwelkomen op een toekomstige vergadering van de Paritaire Parlementaire Vergadering van de ACS-landen met dit Parlement. Dat zal een aanwijzing zijn dat zij de status van staten hebben bereikt. Mijns inziens moeten wij ons ervoor inspannen dat dit zo snel mogelijk gebeurt.

 
  
MPphoto
 

  Guido Milana (S&D). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega´s, ik wil deze sfeer van grote vreugde niet bederven.

Inderdaad is de in 2005 begonnen fase afgesloten en is dankzij de diplomatie alles van een leien dakje gegaan. Er zijn echter nog veel openstaande problemen. Dit is een jong land en zal een jong land zijn als de afscheiding is voltrokken; dit is een land dat zijn grenzen nog moet vaststellen. Daarnaast is er het vraagstuk van de regio Abyei, dat ook anderen al noemden, en het vraagstuk van de oliepijpleiding, dat het belangrijkste is voor dit land. En dan is er ook nog het systeem van de internationale hulpverlening.

Daarom heb ik een heel eenvoudige opmerking voor de commissaris. Er moeten twee of drie dingen worden gedaan. Ten eerste moet een strategie voor Zuid-Soedan worden vastgesteld. Men mag niet wachten tot 9 juli, wanneer de officiële verkiezingsuitslagen bekend zullen zijn, maar men moet deze staat onmiddellijk op 7 februari erkennen. Wij moeten daarbij ook onmiddellijk onze internationale dienst in actie laten komen en dus een delegatie in Zuid-Soedan openen.

Alleen op die manier kan men het proces begeleiden. Alleen op die manier kan een intelligente, van een strategie voorziene diplomatie het land begeleiden op de weg naar democratie. Ik herinner eraan dat dit land eerst en vooral een grondwet moet opstellen en daaraan kan Europa daadwerkelijk een heel grote bijdrage leveren.

 
  
MPphoto
 

  Niccolò Rinaldi (ALDE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega´s, mijnheer de commissaris, ik ben in 1991 begonnen te werken voor het Europees Parlement als politiek adviseur en reeds toen was het conflict tussen het noorden en het zuiden van Soedan een probleem dat steeds weer de kop op stak. Na twintig jaar is men er, naar het schijnt, eindelijk in geslaagd om een lichtpuntje te zien aan het eind van een de lange en smartelijke tunnel.

Zoals collega Milana en anderen al zeiden moet er inderdaad nog heel veel worden gedaan. Velen van ons hadden zich echter voorbereid op het ergste en dachten dat de burgeroorlog opnieuw zou uitbreken. Daarom wil ik het noorden en het zuiden van het land van harte gelukwensen met de eerste uitslagen van het referendum. Nu is elke dag tot de onafhankelijkheidsverklaring kostbaar. Niemand kan het zich permitteren een fout te maken, noch in Kartoem, noch in Juba, noch in Brussel noch in de Afrikaanse Unie in Addis Abeba. Het idee bijvoorbeeld om een delegatie van de Europese Unie met een speciaal statuut te openen, in afwachting van de onafhankelijkheidsverklaring, is zeker welkom. Soedan staat op het punt om de cynische internationale gemeenschap een prachtige les te leren, een les in een crisis die wij, vaak meer uit berusting dan om wat anders, als onoplosbaar beschouwden.

 
  
MPphoto
 

  Frank Engel (PPE). (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik verwelkom de toekomstige onafhankelijkheid van Zuid-Soedan en wil de Zuid-Soedanese bevolking hiermee feliciteren.

Zoals zojuist werd gezegd door onze collega Charles Goerens, die zo vriendelijk is geweest mij bij deze gelegenheid te benaderen, kunnen mensen het recht hebben om niet onder de sharia te leven. Dit recht moeten wij respecteren. Ik wil er echter ook op wijzen dat bepaalde volkeren het geluk hebben gehad het recht op deze vrijheid te verkrijgen. De bevolking van het nabijgelegen Somaliland heeft dat geluk niet gehad.

Ik ben van mening dat wij ook moeten overgaan tot een herziening van ons beleid dat tot nu toe was gericht op het niet erkennen van de inspanningen van de bevolking van de Republiek Somaliland die in de regio een vrije en democratische moslimstaat heeft gecreëerd. Wij doen echter alsof deze niet bestaat.

Mijnheer de Voorzitter, ik wil ook nog iets zeggen over de status van Zuid-Soedan. Zuid-Soedan blijft het armste land van Afrika ondanks het feit dat het de afgelopen vijf jaar toegang had tot de helft van de olievoorraden van heel Soedan. Ik constateer een schrijnende onderontwikkeling die tot dusver grotendeels te wijten was aan verwaarlozing en nalatigheid van de kant van Khartoem.

De Europese Unie moet vanaf nu echter hameren op de noodzaak van bestuur en ontwikkeling en ik vind dat wij niet mogen bijdragen tot de financiering van een onderontwikkeling waardoor Zuid-Soedan in de toekomst getekend zou kunnen worden.

 
  
MPphoto
 

  Jarosław Leszek Wałęsa (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, we mogen ons in dit debat niet laten verleiden tot euforie. Voorspellen wat er in de toekomst in Soedan kan gebeuren is als kijken in een glazen bol. Ondanks de hoop die is gewekt door het recente referendum, mogen we er nog niet van uitgaan dat de zaak al in kannen en kruiken is. Er staat nog niets vast en niemand weet of het land verdeeld zal worden zoals de bewoners van het zuiden wensen.

Een ander punt is dat het zuidelijke deel van het land op dit moment verenigd is door afkeer van het islamitische noorden. Zodra die afkeer wegebt en het tijd wordt om staatsinstellingen op te bouwen, zal de mengelmoes van driehonderd cultureel en taalkundig verschillende stammen snel zichtbaar worden. Dat gaat een grote rol spelen en daarom moeten we daar nu al rekening mee houden.

Een andere belangrijke vraag die we moeten beantwoorden is waarom we juist nu hopen op een vreedzaam einde aan een conflict dat al een halve eeuw duurt. Het antwoord is duidelijk: aardolie. Zowel de buitenlandse concerns, zonder de welke oliewinning in een arm land niet mogelijk is, als de vertegenwoordigers van beide delen van het land ruiken de oliedollars.

Laten we hopen dat de hebzucht ons niet verblindt en dat de wens om te helpen zich niet alleen beperkt tot financiering van de staatsopbouw, maar ook toelaat dat we programma's opzetten waar de samenleving van kan profiteren.

 
  
MPphoto
 

  Anna Záborská (PPE). - (SK) Mijnheer de Voorzitter, vóór het referendum waren we erg bezorgd over de onrust die ermee gepaard ging en ik ben blij dat het referendum rustig is verlopen en geldig was. Zoals mevrouw Ashton heeft opgemerkt, is er echter niet alleen een correct aanvullend referendum nodig in Abyei, maar ook in het gebied waar zich de aardolie bevindt. Ook bij deze aanvullende referenda dient een waarnemingsmissie van het Europees Parlement aanwezig te zijn.

Ook na de uitroeping van zijn onafhankelijkheid zal Zuid-Soedan één van de armste landen ter wereld blijven. In het gebied zijn verschillende Slowaakse hulporganisaties actief, en het is belangrijk dat ze hun werk onder de juiste omstandigheden kunnen doen. Ik wil ook de rol van de lokale kerk en kerkorganisaties benadrukken, die onze steun ook verdienen. Ze hebben meerdere scholen en ziekenhuizen opgericht en worden in het gebied zeer gewaardeerd.

Nog een laatste opmerking. Na de opsplitsing van Soedan mogen we niet de minderheid van Zuid-Soedanesen vergeten die wegens de vervolgingen naar het noorden zijn gevlucht en daar al jaren wonen. Als Noord-Soedan geen dubbele nationaliteit erkent, zoals president Al-Bashir heeft beloofd, zal de sharia gelden en dan zouden ze tweederangs burgers kunnen worden.

 
  
MPphoto
 

  María Muñiz De Urquiza (S&D).(ES) Mijnheer de Voorzitter, ons debat gaat over een succesverhaal: het feit dat Soedan na jaren van conflict op vreedzame en democratische wijze een gecompliceerd afscheidingsproces heeft ondergaan dat strookt met de in het internationaal recht neergelegde criteria: het recht op zelfbeschikking van ieder volk dat gebukt gaat onder een buitenlandse, koloniale of racistische overheersing, en van ieder volk dat besluit tot afscheiding op grond van een resolutie van de VN-Veiligheidsraad of een overeenkomst tussen de partijen.

Dit tevens een succesverhaal voor de Europese Unie, die het verkiezingsproces heeft ondersteund en begeleid, en die binnenkort hetzelfde zal doen in Tsjaad en in Oeganda. Laten we hopen dat de Europese Unie het voortouw zal nemen in de internationale gemeenschap door steun te geven aan de nieuwe staat die zal voortkomen uit het referendum in Zuid-Soedan, teneinde alle hangende problemen die hier de revue gepasseerd zijn tot een oplossing te brengen, van de remigranten tot de natuurlijke rijkdommen. Laten we hopen dat de Europese Unie dit volledig ondersteunt.

 
  
MPphoto
 

  Izaskun Bilbao Barandica (ALDE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, ik wil hier mijn waardering uitspreken voor het sluitstuk van het referendum in Zuid-Soedan. Dankzij een democratisch proces heeft een gecompliceerde samenleving met etnische en godsdienstige verschillen en met ernstige economische geschillen een einde weten te maken aan een conflict dat twee miljoen mensen het leven heeft gekost. Ik wil de belangrijkste partijen bij dit proces dan ook gelukwensen, en de rol van de VN erkennen die hun vredesmissie volbracht hebben. Verder spreek ik de wens uit dat dit voorbeeld in andere conflicten zal worden nagevolgd, en ik hoop dat sommige staten hier hun angst zullen verliezen voor principes zoals het recht van mensen om te kiezen en het recht op zelfbeschikking uit te oefenen.

Eerzucht, koppigheid, het niet erkennen van minderheden en hun rechten en het niet accepteren van pluraliteit kunnen leiden tot allerlei spanningen. De dialoog en de politiek zijn er om die spanningen op te lossen, en door hiervan tijdig gebruik te maken, kunnen conflicten voorkomen worden. Als daarentegen ontkend wordt wat er gebeurt en als gepoogd wordt die conflicten te overwinnen zonder de waarheid te vertellen, dan is dat de kortste weg naar wat we uiteindelijk zullen betreuren.

 
  
MPphoto
 

  Charalambos Angourakis (GUE/NGL). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, helaas deel ik niet het grote optimisme dat de meeste sprekers in deze zaal aan de dag hebben gelegd. Ten eerste omdat wij ons moeten afvragen om welke reden juist Zuid-Soedan 'zo gemakkelijk' zelfstandigheid heeft verkregen, op het moment dat de Westelijke Sahara een status heeft – de ons bekende status – maar zijn recht op onafhankelijkheid niet wordt erkend. Voor mij en de Communistische Partij van Griekenland is het antwoord heel eenvoudig: Zuid-Soedan heeft het geluk over aardolie te beschikken.

Wij hopen dat de aardolie geen vloek zal worden voor het volk van Zuid-Soedan, zoals dat het geval was voor het volk van Irak en andere volkeren. Er bestaan nog ernstige, onopgeloste problemen. Wij geloven, helaas, dat de rivaliteit tussen de grootmachten om deze regio zal toenemen, en wij roepen de werknemers van Zuid-Soedan op om niet te zwichten voor het verdeel en heers, maar om samen met de werknemers van Noord-Soedan een andere koers voor hun land uit te zetten.

 
  
MPphoto
 

  Franz Obermayr (NI).(DE) Meneer de Voorzitter, bij het laatste referendum in Zuid-Soedan heeft de bevolking besloten dat de oude, willekeurige koloniale grenzen moeten verdwijnen. In juli zal officieel de 193ste staat ter wereld worden gesticht. Er hebben 3,8 miljoen mensen voor een onafhankelijke staat gestemd en slechts 45 000 voor handhaving van de status quo. Een overweldigende meerderheid heeft van het stemrecht gebruik gemaakt, en dit geeft reden tot grote vreugde.

Door de afscheiding alleen ontstaat er echter nog geen stabiliteit in het land. Soedan is nog steeds een crisishaard en in het noorden is het radicale islamisme alomtegenwoordig. Naast vele andere maatregelen is het daarom van belang dat er bestuursstructuren worden ontwikkeld, want een nieuwe grens moet beheerd en ook gecontroleerd worden.

Daartoe hebben we in de hele regio, in Somalië, Soedan en Zuid-Soedan, een efficiënt veiligheidsbeleid nodig. Wij roepen dan ook de hoge vertegenwoordiger van de EU op om samen met de internationale actoren de veiligheid en stabiliteit in deze regio te bevorderen en vooral om radicale tendensen te bestrijden en Zuid-Soedan dapper terzijde te staan.

 
  
MPphoto
 

  Seán Kelly (PPE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, eindelijk is er nu, temidden van alle kommer en kwel, een goednieuwsverhaal, een goednieuwsverhaal waarin de Europese Unie een heel belangrijke rol heeft gespeeld. Ik ben daar heel trots op en ik complimenteer mevrouw Ashton en haar collega’s en ook de leden van dit Parlement die toezicht hebben gehouden bij het referendum.

Natuurlijk begint voor Zuid-Soedan nu het echte werk van de overgang naar vrijheid en nationaal bewustzijn. Dat is heel moeilijk en de geschiedenis van de wereld laat zien dat dit vaak tot een burgeroorlog heeft geleid.

De Europese Unie kan echter een cruciale rol spelen door ervoor te zorgen dat die overgang plaatsvindt, zodat het volk van Zuid-Soedan de fundamentele mensenrechten kan krijgen waarover de heer Mitchell sprak, zoals opleiding en zelfs toiletvoorzieningen.

Ik denk dat met name de grens en de verdeling van de olievoorraden cruciale vraagstukken zullen worden. Een beroemde Ierse held, Michael Collins, zei eens dat grensgebieden ongeluk brengen en dat ook altijd zullen blijven doen.

De Europese Unie, die als onafhankelijk en objectief wordt gezien, kan een cruciale rol spelen bij de realisering van de zo dringend nodige overgang. Ik dank u zeer. Wij wensen het Soedanese volk veel succes toe.

 
  
MPphoto
 

  Michel Barnier, lid van de Commissie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, barones Ashton heeft mij gevraagd te luisteren naar eenieder van u en dit heb ik aandachtig gedaan. Ik dank u voor uw begrip aangezien barones Ashton om dringende redenen deze vergadering moest verlaten na als hoge vertegenwoordiger haar standpunt ten aanzien van de uiterst gevoelige kwestie van Soedan uiteen te hebben gezet.

Dames en heren, het moge duidelijk zijn – en al uw interventies getuigen hiervan – dat wat er binnen deze grote Afrikaanse regio in één land gebeurt, gevolgen kan hebben voor alle andere landen in termen van ontwikkeling, vrede of stabiliteit. Laten we niet vergeten dat Soedan negen buurlanden heeft. Daarom is de kwestie van dit referendum zo belangrijk.

Mevrouw De Keyser, wiens rol als hoofd van de verkiezingswaarnemingsmissie ik wil roemen, heeft net als barones Ashton het succes van dit referendum benadrukt; het was een voorbeeldig proces en de overgang moet nu vreedzaam verlopen. Ook wil ik – aangezien zij dit zelf ook heeft gedaan – de Parlementsleden en de andere betrokkenen bedanken voor de goede samenwerking die er gedurende dit proces tussen de Europese instellingen en met name met het Europees Parlement is geweest.

Dames en heren, velen onder u hebben het gehad over Darfur. Zelf ben ik niet vergeten hoe ik mij in 2004, midden in de crisis, als minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk heb begeven naar het kamp van El Fasher in het hart van Darfur, en wat ik heb gezien en gehoord.

Daarom ben ik blij dat ik de gelegenheid krijg om deze situatie namens barones Ashton te schetsen. Wij zijn uiterst waakzaam en houden de ontwikkelingen uiteraard angstvallig in de gaten vanwege hetgeen er op dit moment gebeurt, waarbij we de vele schendingen van de mensenrechten natuurlijk betreuren alsmede de ontvoering van personeel van de Verenigde Naties. Wij verwachten derhalve van alle partijen dat zij zich inzetten voor dit vredesproces, dat natuurlijk wel moet worden begeleid. Dit is het doel van ons politieke optreden, van alle met het oog op stabiliteit geleverde inspanningen en uiteraard, meer specifiek, van de humanitaire hulp.

Mijnheer de Voorzitter, ik herinner eraan dat de Europese Unie sinds 2003, in het kader van de humanitaire samenwerking met Soedan, 776 miljoen euro heeft gedoneerd, met name aan Darfur – dat die hulp hard nodig heeft – en aan Zuid-Soedan. Bovendien wil ik eraan herinneren, ofwel bevestigen, dat het Bureau voor humanitaire noodhulp (ECHO) van de Commissie proactief zal blijven en ik bedank al het personeel dat zich aan de zijde van dit bureau, en in samenwerking met de Verenigde Naties, heeft ingezet voor herintegratie van de mensen die vanuit het noorden terugkeren naar het zuiden.

Wat de samenwerking met Zuid-Soedan betreft, zal de Europese Unie meer steun beschikbaar stellen voor de uiterst concrete sector van capaciteitopbouw op het gebied van plattelandsontwikkeling en landbouwproductie waaraan deze bevolkingen zo'n behoefte hebben, zodat zij niet altijd afhankelijk zijn van invoer, die steeds duurder wordt als gevolg van de prijsinstabiliteit. Wie mij kent, weet dat ik mij – evenals in eerdere functies heb gedaan – ook nu als commissaris daarvoor steevast zal blijven inzetten. De Commissie heeft hier vanochtend uitvoerig over gesproken in haar mededeling. De Commissie zal dus haar hulp aan de essentiële sectoren van plattelandsontwikkeling, landbouwontwikkeling, basisdiensten, onderwijs en gezondheid blijven vergroten. Wij maken momenteel plannen voor de oprichting van speciale fondsen ter waarde van 150 miljoen euro voor de kwetsbaarste bevolkingsgroepen in Soedan en natuurlijk Zuid-Soedan.

Verder wil ik nog, zeer in het kort, drie opmerkingen maken. Mijn eerste opmerking gaat over de door meerdere Parlementsleden genoemde burgerschapskwestie. Wij verlenen onze volledige steun aan de werkzaamheden van het panel onder leiding van president Mbeki. Dit panel faciliteert de onderhandelingen over het toekomstige burgerschap alsmede over andere zaken die verband houden met deze zeer problematische kwestie.

Dan het Internationaal Strafhof. De Europese Unie zal dit zonder enig voorbehoud blijven steunen. Wij hebben alle autoriteiten en met name die van Soedan er herhaaldelijk toe opgeroepen hun volledige medewerking te verlenen aan het Internationaal Strafhof.

Mijnheer de Voorzitter, een laatste opmerking over een door velen van u aangeroerd onderwerp, te weten de schuldenlast. Ik herinner u aan de laatste, overduidelijke conclusies van de Raad: de Europese Unie zal een verlichting van de schuld van dit land steunen, waarbij zij, net als andere partners, rekening houdt met de vooruitgang die we verwachten en op politiek en economisch gebied willen begeleiden en bewerkstelligen met het oog op de stabiliteit van het land.

Tot zover de antwoorden die ik namens barones Ashton wilde geven.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Indrek Tarand (Verts/ALE), schriftelijk. – (EN) De situatie in heel Noord-Afrika is inderdaad gevaarlijk, maar tegelijk ook hoopvol. Gezien de regionale omstandigheden zal speciale aandacht voor de humanitaire en militaire capaciteit nodig zijn om veiligheid en stabiliteit te realiseren. Maar heeft iemand, nu bekend is geworden dat de EU geavanceerde militaire uitrusting zoals Mistral-oorlogsschepen aan Rusland verkoopt, er wel bij stilgestaan dat in Rusland dergelijke democratische revoluties nog moeten plaatsvinden?

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. – (DE) Het was te verwachten dat het zuiden van Soedan zich bij een referendum zou uitspreken voor afscheiding. Het was ook te verwachten dat daarmee de problemen in de regio nog lang niet ten einde zouden zijn. In de eerste plaats is het zuiden nog instabiel en moet het zich nog als zelfstandige staat bewijzen. Misschien zal dat voor de geplande datum in juli gebeuren, want het verlies van 25 procent van het land en 20 procent van de bevolking treft Noord-Soedan lang niet zo hard als het feit dat het afstand moet doen van een aanzienlijk deel van de olie-inkomsten. Daarom moet de EU de nieuwe staat helpen zich zelfstandig te handhaven en zijn soevereiniteit te verdedigen. De ontwikkelingsbijstand kan in de toekomst namelijk ook een belangrijke rol spelen voor de Europese olievoorziening. Daarom zou de EU een voorbeeld aan China moeten nemen, vooral omdat Peking er goed in slaagt om ontwikkelingsbijstand aan grondstoffenvoorziening te koppelen. Daarom profiteren beide kanten van het Chinese model. Ook het probleem van de illegale immigratie in Europa mag niet buiten beschouwing worden gelaten. Er moeten daarom met de regering van Zuid-Soedan overeenkomsten worden gesloten over de terugkeer van staatsburgers die illegaal naar de Europese Unie zijn gekomen. En daarna moet goed in de gaten worden gehouden of Zuid-Soedan ook bereid is zich aan deze overeenkomsten te houden.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid